Vega VEGATRENN 151 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
Handleiding
Eenkanaals scheidingsversterker voor 4
... 20 mA-sensoren
VEGATRENN 151
Document ID: 50782
2
Inhoudsopgave
VEGATRENN 151 •
50782-NL-170919
Inhoudsopgave
1 Over dit document ................................................................................................................... 3
1.1 Functie ............................................................................................................................. 3
1.2 Doelgroep ........................................................................................................................ 3
1.3 Gebruikte symbolen ......................................................................................................... 3
2 Voor uw veiligheid .................................................................................................................... 4
2.1 Geautoriseerd personeel .................................................................................................. 4
2.2 Correct gebruik ................................................................................................................. 4
2.3 Waarschuwing voor misbruik ............................................................................................ 4
2.4 Algemene veiligheidsinstructies ....................................................................................... 4
2.5 Veiligheidsmarkering op het instrument ............................................................................ 5
2.6 EU-conformiteit ................................................................................................................ 5
2.7 SIL-conformiteit ................................................................................................................ 5
2.8 Installatie en bedrijf in de USA en Canada ....................................................................... 5
2.9 Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving .......................................................................... 5
2.10 Milieuvoorschriften ........................................................................................................... 5
3 Productbeschrijving ................................................................................................................ 7
3.1 Constructie ....................................................................................................................... 7
3.2 Werking ............................................................................................................................ 7
3.3 Bediening ......................................................................................................................... 8
3.4 Verpakking, transport en opslag ....................................................................................... 8
4 Monteren ................................................................................................................................... 9
4.1 Montage-instructies .......................................................................................................... 9
5 Op de voedingsspanning aansluiten ................................................................................... 10
5.1 Aansluiting voorbereiden ................................................................................................ 10
5.2 Aansluitstappen ............................................................................................................. 11
5.3 Aansluitschema .............................................................................................................. 12
6 In bedrijf nemen ..................................................................................................................... 13
6.1 Bedieningssysteem ........................................................................................................ 13
6.2 Bedieningselementen .................................................................................................... 13
7 Service en storingen oplossen............................................................................................. 15
7.1 Onderhoud ..................................................................................................................... 15
7.2 Storingen oplossen ........................................................................................................ 15
7.3 Procedure in geval van reparatie .................................................................................... 15
8 Demonteren ............................................................................................................................ 16
8.1 Demontagestappen ........................................................................................................ 16
8.2 Afvoeren ......................................................................................................................... 16
9 Bijlage ..................................................................................................................................... 17
9.1 Technische gegevens ..................................................................................................... 17
9.2 Afmetingen ..................................................................................................................... 19
9.3 Industrieel octrooirecht ................................................................................................... 20
9.4 Handelsmerken .............................................................................................................. 20
Uitgave: 2017-09-04
3
1 Over dit document
VEGATRENN 151 •
50782-NL-170919
1 Over dit document
1.1 Functie
Deze handleiding geeft u de benodigde informatie over de mon-
tage, aansluiting en inbedrijfname van het instrument. Deze bevat
bovendien belangrijke instructies voor het onderhoud, het oplossen
van storingen, het vervangen van onderdelen en de veiligheid van de
gebruiker. Lees deze daarom door voor de inbedrijfname en bewaar
deze handleiding als onderdeel van het product in de directe nabij-
heid van het instrument.
1.2 Doelgroep
Deze gebruiksaanwijzing is bedoeld voor gekwaliceerd vakper-
soneel. De inhoud van deze handleiding moet aan het personeel
beschikbaar worden gesteld.
1.3 Gebruikte symbolen
Informatie, tip, instructie
Dit symbool markeert nuttige aanvullende informatie.
Voorzichtig: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kunnen
storingen of foutief functioneren ontstaan.
Waarschuwing: bij niet aanhouden van deze waarschuwingen kan
persoonlijk letsel en/of zware materiële schade ontstaan.
Gevaar: bij niet aanhouden van deze waarschuwing kan ernstig
persoonlijk letsel en/of onherstelbare schade aan het instrument
ontstaan.
Ex-toepassingen
Dit symbool markeert bijzondere instructies voor Ex-toepassingen.
SIL-toepassingen
Dit symbool markeert instructies betreende de functionele veiligheid,
die bij veiligheidsrelevante toepassing bijzonder zorgvuldig moeten
worden aangehouden.
Lijst
De voorafgaande punt markeert een lijst zonder dwingende volgorde.
→
Handelingsstap
Deze pijl markeert een afzonderlijke handeling.
1 Handelingsvolgorde
Voorafgaande getallen markeren opeenvolgende handelingen.
Afvoeren batterij
Dit symbool markeert bijzondere instructies voor het afvoeren van
batterijen en accu's.
4
2 Voor uw veiligheid
VEGATRENN 151 •
50782-NL-170919
2 Voor uw veiligheid
2.1 Geautoriseerd personeel
Alle in deze gebruiksaanwijzing beschreven handelingen mogen
alleen door opgeleid en door de eigenaar van de installatie geautori-
seerd vakpersoneel worden uitgevoerd.
Bij werkzaamheden aan en met het instrument moet altijd de beno-
digde persoonlijke beschermende uitrusting worden gedragen.
2.2 Correct gebruik
De VEGATRENN 151 is een [EEx ia]-scheidingsversterker zonder se-
parate voedingsspanning voor aansluiting van 4 ... 20 mA/HART-sen-
soren in tweedraadsuitvoering.
Gedetailleerde informatie over het toepassingsgebied is in hoofdstuk
"Productbeschrijving" opgenomen.
De bedrijfsveiligheid van het instrument is alleen bij correct gebruik
conform de specicatie in de gebruiksaanwijzing en in de evt. aanvul-
lende handleidingen gegeven.
Handelingen die verder gaan dan hetgeen beschreven in de ge-
bruiksaanwijzing mogen uit veiligheids- en garantie-overwegingen
alleen door personeel worden uitgevoerd dat is geautoriseerde door
de leverancier. Eigenmachtig ombouwen of veranderen is uitdrukkelijk
verboden.
2.3 Waarschuwing voor misbruik
Bij ondeskundig of verkeerd gebruik kunnen van dit instrument
toepassingsspecieke gevaren uitgaan, zoals bijvoorbeeld overlopen
van de tank of schade aan installatiedelen door verkeerde montage
of instelling. Dit kan materiële, persoonlijke of milieuschade tot gevolg
hebben. Bovendien kunnen daardoor de veiligheidsspecicaties van
het instrument worden beïnvloed.
2.4 Algemene veiligheidsinstructies
Het instrument voldoet aan de laatste stand van de techniek rekening
houdend met de geldende voorschriften en richtlijnen. Het mag alleen
in technisch optimale en bedrijfsveilige toestand worden gebruikt. De
exploitant is voor het storingsvrije bedrijf van het instrument verant-
woordelijk. Bij gebruik in agressieve of corrosieve media, waarbij een
storing van het instrument tot een gevaarlijke situatie kan leiden, moet
de exploitant door passende maatregelen de correcte werking van
het instrument waarborgen.
De operator is verder verplicht, tijdens de gehele toepassingsduur de
overeenstemming van de benodigde bedrijfsveiligheidsmaatregelen
met de actuele stand van de betreende instituten vast te stellen en
nieuwe voorschriften aan te houden.
Door de gebruiker moeten de veiligheidsinstructies in deze handlei-
ding, de nationale installatienormen en de geldende veiligheidsbepa-
lingen en ongevallenpreventievoorschriften worden aangehouden.
5
2 Voor uw veiligheid
VEGATRENN 151 •
50782-NL-170919
Ingrepen anders dan die welke in de handleiding zijn beschreven mo-
gen uit veiligheids- en garantie-overwegingen alleen door personeel
worden uitgevoerd, dat daarvoor door de fabrikant is geautoriseerd.
Eigenmachtige ombouw of veranderingen zijn uitdrukkelijk verboden.
Uit veiligheidsoverwegingen mogen alleen de door de fabrikant goed-
gekeurde toebehoren worden gebruikt.
Om gevaren te voorkomen, moeten de op het instrument aange-
brachte veiligheidsmarkeringen en -instructies worden aangehouden
en moet de betekenis daarvan in deze handleiding worden opge-
zocht.
2.5 Veiligheidsmarkering op het instrument
De veiligheidssymbolen en -instructies die op het instrument zijn
aangebracht moeten worden aangehouden.
2.6 EU-conformiteit
Het instrument voldoet aan de wettelijke eisen uit de geldende
EU-richtlijnen. Met de CE-markering bevestigen wij de conformiteit
van het instrument met deze richtlijnen.
De EU-conformiteitsverklaring vindt u op onze homepage onder
www.vega.com/downloads.
2.7 SIL-conformiteit
Dit instrument voldoet aan de eisen van de functionele veiligheid con-
form IEC 61508. Meer informatie vindt u in de meegeleverde Safety
Manual.
2.8 Installatie en bedrijf in de USA en Canada
Deze instructies zijn uitsluitend geldig voor de USA en Canada. Daar-
om is de volgende tekst alleen beschikbaar in het Engels.
Installations in the US shall comply with the relevant requirements of
the National Electrical Code (ANSI/NFPA 70).
Installations in Canada shall comply with the relevant requirements of
the Canadian Electrical Code
2.9 Veiligheidsinstructies voor Ex-omgeving
Houdt in geval van Ex-toepassingen de Ex-specieke veiligheidsin-
structies aan. Deze zijn een onderdeel van dit bedrijfsvoorschrift en
worden bij ieder instrument met Ex-toelating meegeleverd.
2.10 Milieuvoorschriften
De bescherming van de natuurlijke levensbronnen is een van de be-
langrijkste taken. Daarom hebben wij een milieumanagementsysteem
ingevoerd met als doel, de bedrijfsmatige milieubescherming con-
stant te verbeteren. Het milieumanagementsysteem is gecerticeerd
conform DIN EN ISO 14001.
Help ons, te voldoen aan deze eisen en houdt rekening met de mi-
lieu-instructies in deze handleiding.
6
2 Voor uw veiligheid
VEGATRENN 151 •
50782-NL-170919
Hoofdstuk "Verpakking, transport en opslag"
Hoofdstuk "Afvoeren"
7
3 Productbeschrijving
VEGATRENN 151 •
50782-NL-170919
3 Productbeschrijving
3.1 Constructie
De levering bestaat uit:
VEGATRENN 151
Documentatie
Deze gebruiksaanwijzing
Ex-specieke "Veiligheidsinstructies" (afhankelijk van uitvoe-
ring)
Evt. andere certicaten
De typeplaat bevat de belangrijkste gegevens voor de identicatie en
toepassing van het instrument:
Instrumenttype
Productcode
Toelatingen
Technische gegevens
Serienummer van het instrument
Data-Matrix-Code voor VEGA Tools-App
De typeplaat bevat het serienummer van het instrument. Daarmee
kunt u via onze homepage de volgende gegevens vinden:
Productcode van het instrument (HTML)
Leveringsdatum (HTML)
Opdrachtspecieke instrumentkenmerken (HTML)
Gebruiksaanwijzing op het tijdstip van de uitlevering (PDF)
Veiligheidsinstructies en certicaten
Ga hiervoor naar "www.vega.com", "Instrument zoeken (serienum-
mer)". Voer daar het serienummer in.
Als alternatief kunt u de gegevens opzoeken via uw smartphone.
De app "VEGA Tools" uit de "Apple App Store" of de "Google Play
Store" downloaden
Data-matrixcode op de typeplaat van het instrument scannen of
Serienummer handmatig in de app invoeren
3.2 Werking
De VEGATRENN 151 is een [EEx ia]-scheidingsversterker voor de
aansluiting van 4...20 mA/HART-sensoren in tweedraadsuitvoering.
Een separate voedingsspanning is niet nodig. Als bijbehorende
elektrisch bedrijfsmiddel waarborgt deze een galvanische scheiding
tussen sensorcircuit en versterkercircuit en daardoor tussen Ex- en
niet-Ex-omgeving.
De door de sensor gesuperponeerde stroom (4...20 mA) wordt lineair
en galvanisch gescheiden naar de uitgang overgedragen. De VEGAT-
RENN 151 is geschikt voor bidirectionele overdracht van HART-sig-
nalen. Het HART-signaal kan via de HART-communicatiebussen op
het front of via de klemmen worden aangesloten.
Leveringsomvang
T
ypeplaat
Serienummer
T
oepassingsgebied
Werkingsprincipe
8
3 Productbeschrijving
VEGATRENN 151 •
50782-NL-170919
De VEGATRENN 151 wordt via het 4 … 20 mA-stroomcircuit gevoed.
Een separate voedingsspanning is niet noodzakelijk.
Gedetailleerde informatie over de voedingsspanning vindt u in het
hoofdstuk "Technische gegevens".
3.3 Bediening
Op VEGATRENN 151 zelf is geen bediening of conguratie nodig.
Achter de opklapbare frontplaat bevinden zich HART-communicatie-
bussen, waarmee een parametrering van de aangesloten sensoren
kan worden uitgevoerd. De bediening van de aangesloten sensoren
wordt bij voorkeur via een Windows-PC met een parametrerings-
software zoals PACTware en bijbehorende DTM uitgevoerd. Voor
aansluiting van de PC is de interface-omvormer VEGACONNECT of
een HART-modem nodig.
3.4 Verpakking, transport en opslag
Uw instrument werd op weg naar de inbouwlocatie beschermd door
een verpakking. Daarbij zijn de normale transportbelastingen door
een beproeving verzekerd conform ISO 4180.
Bij standaard instrumenten bestaat de verpakking uit karton; deze is
milieuvriendelijke en herbruikbaar. Bij speciale uitvoeringen wordt ook
PE-schuim of PE-folie gebruikt. Voer het overblijvende verpakkings-
materiaal af via daarin gespecialiseerde recyclingbedrijven.
Het transport moet rekening houdend met de instructies op de trans-
portverpakking plaatsvinden. Niet aanhouden daarvan kan schade
aan het instrument tot gevolg hebben.
De levering moet na ontvangst direct worden gecontroleerd op volle-
digheid en eventuele transportschade. Vastgestelde transportschade
of verborgen gebreken moeten overeenkomstig worden behandeld.
De verpakkingen moeten tot aan de montage gesloten worden
gehouden en rekening houdend met de extern aangebrachte opstel-
lings- en opslagmarkeringen worden bewaard.
Verpakkingen, voor zover niet anders aangegeven, alleen onder de
volgende omstandigheden opslaan:
Niet buiten bewaren
Droog en stofvrij opslaan
Niet aan agressieve media blootstellen
Beschermen tegen directe zonnestralen
Mechanische trillingen vermijden
Opslag- en transporttemperatuur zie "Appendix - Technische
gegevens - Omgevingscondities"
Relatieve luchtvochtigheid 20 … 85 %.
Bij een gewicht van instrumenten meer dan 18 kg (39,68 lbs) moeten
voor het tillen en dragen daarvoor geschikte inrichtingen worden
gebruikt.
Voedingsspanning
Verpakking
T
ransport
Transportinspectie
Opslag
Opslag- en transporttem-
peratuur
Tillen en dragen
9
4 Monteren
VEGATRENN 151 •
50782-NL-170919
4 Monteren
4.1 Montage-instructies
De VEGATRENN 151 is geconstrueerd voor DIN-railmontage (DIN-
rail 35 x 7,5 conform DIN EN 50022/60715). Met de beschermings-
klasse IP20 is het instrument bedoeld voor inbouw in schakelkasten.
Deze kan horizontaal en verticaal worden gemonteerd.
De VEGATRENN 151 is een bijbehorend intrinsiekveilig bedrijfsmid-
del en mag niet in explosiegevaarlijke omgeving worden geïnstal-
leerd. Veilig gebruik is alleen gewaarborgd onder aanhouding van de
handleiding en het EG-typebeproevingscerticaat. De VEGATRENN
151 mag niet worden geopend.
Bij de inbouw moet een afstand van 50 mm (maat) tot de intrinsiekvei-
lige klemmen zijn gewaarborgd.
Het instrument is geschikt voor normale omgevingscondities conform
DIN/EN/IEC/ANSI/ISA/UL/CSA 61010-1.
Waarborg, dat de in hoofdstuk "Technische gegevens" van de hand-
leiding aangegeven vervuilingsgraad bij de aanwezige omstandighe-
den past.
Omgevingscondities
10
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGATRENN 151 •
50782-NL-170919
5 Op de voedingsspanning aansluiten
5.1 Aansluiting voorbereiden
Let altijd op de volgende veiligheidsinstructies:
Waarschuwing:
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten.
Alleen in spanningsloze toestand aansluiten
Indien overspanningen kunnen worden verwacht, moeten over-
spanningsbeveiligingen worden geïnstalleerd
In explosiegevaarlijke omgevingen moeten de geldende voorschrif-
ten, de conformiteits- en typebeproevingscerticaten van de senso-
ren en de voedingen worden aangehouden.
De voedingsspanning wordt verzorgd via de 4...20 mA-sensorkabel
(lusvoeding). Een afzonderlijke hulpspanning is daarom niet nodig. De
stroomingang van de verwerking, bijvoorbeeld een PLC of een aan-
wijsinstrument moet actief zijn, d.w.z. de voedingsspanning voor de
sensoren en de VEGATRENN 151 ter beschikking stellen. Meer infor-
matie over de voedingsspanning vindt u in de technische gegevens.
De voedingsspanning van de VEGATRENN 151 wordt aangesloten
met standaard kabel conform de nationale installatienormen.
Waarborg, dat de gebruikte kabel de voor de maximaal optredende
omgevingstemperatuur benodigde temperatuurbestendigheid en
brandveiligheid heeft.
De sensoren worden met standaard 2-aderige kabel zonder afscher-
ming aangesloten. Indien elektromagnetische instrooiingen worden
verwacht, die boven de testwaarden van de EN 61326 voor industrie-
le omgeving liggen, moet afgeschermde kabel worden gebruikt.
Leg de kabelafscherming aan beide zijden op het aardpotentiaal. In
de sensor moet de afscherming direct op de interne aardklem worden
aangesloten. De externe aardklem op de sensorbehuizing moet
laagohmig met de potentiaalvereening zijn verbonden.
Indien potentiaalvereeningsstromen kunnen worden verwacht, moet
de verbinding aan de signaalzijde via een keramische condensator
(bijv. 1 nF, 1500 V) worden gerealiseerd. De laagfrequente potenti-
aalvereeningsstromen worden nu onderdrukt, de beschermende
werking tegen hoogfrequentie stoorsignalen blijft echter behouden.
Bij Ex-toepassingen moeten de bijbehorende installatievoorschriften
worden aangehouden. Vooral moet worden gewaarborgd, dat er geen
potentiaalvereeningsstromen via de kabelafscherming ontstaan. Dit
kan worden gerealiseerd bij aarding aan beide zijden door toepassing
van een condensator of via een separate potentiaalvereening.
Het instrument heeft communicatiebussen op het front voor de aan-
sluiting van een VEGACONNECT of ander HART-bedieningsinstru-
ment en een geïntegreerde HART-weerstand.
Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstruc-
ties voor Ex-toepas-
singen
Voedingsspanning
Verbindingskabel
Kabelafscherming en
aarding
Aansluitkabel voor
Ex-toepassingen
HART-communicatie
11
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGATRENN 151 •
50782-NL-170919
Wanneer de weerstand van het aangesloten verwerkingssysteem
minder is dan 230 Ω, dan wordt het digitale bedieningssignaal sterk
gedempt resp. kortgesloten. De digitale communicatie met de PC is
dan niet meer mogelijk. Bij deze laagohmige verwerkingssystemen
moet daarom een weerstand van circa 230 Ω in de 4...20 mA-kabel
worden opgenomen. Deze weerstand is in de VEGATRENN 151 al
geïntegreerd en kan via de keuze van de bijbehorende aansluitklem-
men worden geselecteerd.
Informatie:
Let erop bij het gebruik van de HART-weerstand, dat hierover een
extra spanningsval ontstaat. Meer informatie hierover vindt u in het
hoofdstuk "Technische gegevens".
5.2 Aansluitstappen
De opsteekbare aansluitklemmen kunnen indien nodig worden los-
getrokken voor een gemakkelijke aansluiting. Ga voor de elektrische
aansluiting als volgt te werk:
1. Monteer het instrument zoals in het voorgaande hoofdstuk be-
schreven staat.
2. Sensorkabel op klem 1 / 2 aansluiten, eventueel afscherming
aansluiten.
3. Verwerkingscircuit, bijvoorbeeld van PLC op klem 11/12 of 10/12
(met HART-weerstand) aansluiten, evt. afscherming aansluiten
De elektrische aansluiting is zo afgerond.
Opmerking:
Wanneer meerdere sensoren in HART-multidropmodus worden
aangesloten, moet aan elke sensor voor de aansluiting op de VEGAT-
RENN 151 een HART-adres worden toegekend.
12
5 Op de voedingsspanning aansluiten
VEGATRENN 151 •
50782-NL-170919
5.3 Aansluitschema
1
4
3
2
10 11 12
-+
-+
-
+H
12
1 Sensorcircuit (4 … 20 mA/HART, Ex-omgeving)
2 HART-communicatiebus voor aansluiting van een HART-bedieningsinstru-
ment, bijv. VEGACONNECT
3 Verwerkingscircuit (4 … 20 mA/HART, passieve uitgang)
4 Verwerkingsciruit (4...20 mA/HART, passieve uitgang met opgenomen
HART-weerstand)
Informatie:
De aansluitklemmen kunnen indien nodig naar voren toe worden
weggetrokken. Dit kan bij weinig ruimte of voor het vervangen van een
instrument zinvol zijn.
13
6 In bedrijf nemen
VEGATRENN 151 •
50782-NL-170919
6 In bedrijf nemen
6.1 Bedieningssysteem
1
2
1
2
Fig. 2: Aanwijs- en bedieningselementen
1 HART-communicatiebussen
2 Opklapbare frontplaat
6.2 Bedieningselementen
De bedieningselementen bevinden zich achter de opklapbare
frontplaat. Gebruik voor het openen een kleine schroevendraaier in
de gleuf aan de bovenkant van de frontplaat. Om te sluiten drukt u
de plaat onder en boven vast op de frontplaat, tot beide borgpunten
hoorbaar vastklikken.
Op de VEGATRENN 151 zelf is geen bediening of conguratie nodig.
Via de HART-communicatiebussen kan een parametrering van de
aangesloten HART-sensoren zonder onderbreking van het meetcir-
cuit worden uitgevoerd. De voor dit doel benodigde weerstand (230
Ω) is al in de VEGATRENN 151 geïntegreerd (alleen bij aansluiting
van klemmen 10/12). De aangesloten sensor wordt bediend via een
Frontplaat
HART-communicatiebus-
sen
14
6 In bedrijf nemen
VEGATRENN 151 •
50782-NL-170919
Windows-PC met parametrerings-software zoals bijv. PACTware en
bijbehorende DTM.
15
7 Service en storingen oplossen
VEGATRENN 151 •
50782-NL-170919
7 Service en storingen oplossen
7.1 Onderhoud
Bij correct gebruik is bij normaal bedrijf geen bijzonder onderhoud
nodig.
7.2 Storingen oplossen
Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar van de installatie,
geschikte maatregelen voor het oplossen van optredende storingen
te nemen.
Er wordt een grote mate aan functionele betrouwbaarheid gewaar-
borgd. Toch kunnen er tijdens bedrijf storingen optreden. Deze
kunnen bijv. worden veroorzaakt door het volgende:
Meetwaarde van sensor niet correct
Voedingsspanning
Storingen op de kabels
De eerste maatregelen zijn het controleren van het in- en uitgangs-
signaal. In veel gevallen kunnen oorzaken langs deze weg worden
vastgesteld en kunnen de storingen worden opgelost.
Wanneer deze maatregelen echter geen resultaat hebben, neem dan
in dringende gevallen contact op met de VEGA service-hotline onder
tel.nr.
+49 1805 858550.
De hotline staat ook buiten kantoortijden 7 dagen per week, 24 uur
per dag ter beschikking. Omdat wij deze service wereldwijd aanbie-
den, wordt deze in de Engelse taal verleend. De service is gratis,
alleen de normale telefoonkosten komen voor uw rekening.
Afhankelijk van de oorzaak van de storing en de getroen maatrege-
len moeten eventueel de in het hoofdstuk "In bedrijf nemen" beschre-
ven handelingen weer worden uitgevoerd.
7.3 Procedure in geval van reparatie
Een formulier voor retourzenden van het instrument en gedetailleerde
informatie overr de procedure vindt u in het downloadgedeelte van
www.vega.com.
U helpt on zo, de reparatie snel en zonder tijdverlies vanwege vragen
uit te voeren.
Wanneer een reparatie nodig is, gaat u als volgt te werk:
Omschrijving van de opgetreden storing.
Het instrument schoonmaken en goed inpakken
Het ingevulde formulier en eventueel een veiligheidsspecicatie-
blad buiten op de verpakking aanbrengen.
Vraag het adres voor de retourzending op bij uw vertegenwoordi-
ging. Deze vindt u op onze homepage www.vega.com.
Gedrag bij storingen
Storingsoorzak
en
Storingen verhelpen
24-uurs service hotline
Gedrag na oplossen
storing
16
8 Demonteren
VEGATRENN 151 •
50782-NL-170919
8 Demonteren
8.1 Demontagestappen
Houdt de hoofdstukken "Monteren" en "Op de voedingsspanning
aansluiten" aan en voer de daar genoemde handelingen uit in omge-
keerde volgorde.
8.2 Afvoeren
Het instrument bestaat uit materialen die door gespecialiseerde recy-
clingbedrijven weer kunnen worden hergebruikt. Wij hebben daarom
de elektronica eenvoudig demonteerbaar ontworpen en gebruiken
recyclebare materialen.
WEEE-richtlijn 2002/96/EG
Dit instrument valt niet onder de WEEE-richtlijn 2002/96/EG en de
betreende nationale wetgeving. Voer het instrument af direct naar
een gespecialiseerd recyclingbedrijf en gebruik daarvoor niet de
gemeentelijke vuilophaaldiensten. Deze mogen alleen voor privé
producten conform de WEEE-richtlijn worden gebruikt.
Een deskundige afvoer voorkomt negatieve eecten op mens en
milieu en maakt hergebruik van waardevolle grondstoen mogelijk.
Materialen: zie hoofdstuk "Technische gegevens"
Wanneer u niet de mogelijkheid heeft, het ouder instrument goed af te
voeren, neem dan met ons contact op voor terugname en afvoer.
17
9 Bijlage
VEGATRENN 151 •
50782-NL-170919
9 Bijlage
9.1 Technische gegevens
Aanwijzingvoorgecerticeerdeinstrumenten
Voor gecerticeerde instrumenten (bijv. met Ex-certicering) gelden de technische gegevens in
de betreende veiligheidsinstructies. Deze kunnen in afzonderlijke gevallen afwijken van de hier
genoemde specicaties.
Algemenespecicaties
Model Inbouwinstrument voor montage op rail 35 x 7,5 conform
EN 50022/60715
Gewicht 130 g (4.18 oz)
Materiaal behuizing Polycarbonaat PC-FR
Aansluitklemmen
Ʋ Type klemmen Schroefklem
Ʋ Aderdiameter 0,25 mm² (AWG 23) … 2,5 mm² (AWG 12)
Voedingsspanning
Bedrijfsspanning
15 … 35 V DC (lusgevoed)
1)
Sensorcircuit
Aantal sensoren
1 x 4 … 20 mA/HART (5x HART-Multidrop)
Soort ingang Actief (sensorvoeding door VEGATRENN 151)
Klemmenspanning
16 … 10 V bij 4 … 20 mA
Klemmenspanning bij voedingsspanning > 19 V
Ʋ Bij 4 mA > 14,5 V
Ʋ Bij 20 mA > 14 V
Spanningsval bij 15 V voedingsspanning
Ʋ Bij 4 mA < 3 V
Ʋ Bij 20 mA < 5 V
Leegloopspanning < 17 V
Kortsluitstroom ≤ 27 mA
Restrimpelspanning < 20 mV RMS
Verwerkingscircuit
Aantal
1 x 4 … 20 mA/HART
Uitgangstype Passief
Bedrijfsspanning
15 … 35 V DC
Restrimpelspanning van de uitgangs-
stroom
< 40 µA RMS
Stroom zonder aangesloten sensor < 500 µA
1)
Zonder interne HART-weerstand (bij aansluiting op klem 11/12).
18
9 Bijlage
VEGATRENN 151 •
50782-NL-170919
Meetafwijking
Oset
< 80 µA bij 25 °C (77 °F)
Referentie-omstandigheden Kalibratietemperatuur 25 °C (77 °F)
Lineariteit ≤ 0,15 %
Invloed omgevingstemperatuur
Ʋ In bereik +20 … +60 °C
(+68 … +140 °F)
< 0,2 %
Ʋ In bereik -20 … +20 °C (-4 … +68 °F) < 0,3 %
Afwijking door sterke, hoogfrequente
elektromagnetischhe velden (EN 61326)
< 0,5 %
Geïntegreerde HART-weerstand
Weerstandswaarde
232 Ω
Omgevingscondities
Omgevingstemperatuur op inbouwplaats
van het instrument
-20 … +60 °C (-4 … +140 °F)
Opslag- en transporttemperatuur -40 … +70 °C (-40 … +158 °F)
Relatieve luchtvochtigheid < 96 %
Elektrische veiligheidsmaatregelen
Beschermingsgraad
IP 20
Veiligheidsklasse II
Vervuilingsgraad 2
Elektrische scheiding
Veilige scheiding conform VDE 0106 deel 1 tussen alle circuits
Ʋ Nominale spanning 253 V
Ʋ Isolatiesterkte 2,2 kV
Toelatingen
Instrumenten met toelatingen kunnen afhankelijk van de uitvoering verschillende technische speci-
caties hebben.
Bij deze moeten daarom de bijbehorende toelatingsdocumenten worden aangehouden. Deze zijn
in de leveringsomvang opgenomen of kunnen via www.vega.com, "Instrument zoeken (serienum-
mer)" en via de algemene download-sectie worden gedownload.
19
9 Bijlage
VEGATRENN 151 •
50782-NL-170919
9.2 Afmetingen
48 mm
(1.90")
20 mm
(0.79")
113 mm
(4.45")
104 mm
(4.09")
46 mm
(1.81")
92 mm
(3.62")
52 mm
(2.05")
Fig. 3: Afmetingen VEGATRENN 151
20
9 Bijlage
VEGATRENN 151 •
50782-NL-170919
9.3 Industrieel octrooirecht
VEGA product lines are global protected by industrial property rights. Further information see
www.vega.com.
VEGA Produktfamilien sind weltweit geschützt durch gewerbliche Schutzrechte.
Nähere Informationen unter www.vega.com.
Les lignes de produits VEGA sont globalement protégées par des droits de propriété intellectuel-
le. Pour plus d'informations, on pourra se référer au site www.vega.com.
VEGA lineas de productos están protegidas por los derechos en el campo de la propiedad indu-
strial. Para mayor información revise la pagina web www.vega.com.
Линии продукции фирмы ВЕГА защищаются по всему миру правами на интеллектуальную
собственность. Дальнейшую информацию смотрите на сайте www.vega.com.
VEGA系列产品在全球享有知识产权保护。
进一步信息请参见网站<www.vega.com
9.4 Handelsmerken
Alle gebruikte merken en handels- en bedrijfsnamen zijn eigendom van hun rechtmatige eigenaar/
auteur.
21
INDEX
VEGATRENN 151 •
50782-NL-170919
INDEX
A
Aansluiting 12
Aansluitklemmen 11
Aarding 10
B
Beschermingsgraad 9
D
Data-matrix-code 7
DIN-rail 9
Documentatie 7
DTM 8, 13
F
Formulier retourzenden instrument 15
H
Handleiding 7
HART 7
HART-communicatie 8, 10, 13
HART-weerstand 10, 13
K
Kabelafscherming 10
L
Last 10
P
PACTware 8, 13
Potentiaalvereening 10
R
Recycling 16
Reparatie 15
S
Serienummer 7
Service-hotline 15
Storingsoorzaken 15
T
Typeplaat 7
V
VEGACONNECT 10
VEGA Tools-app 7
Verbindingskabel 10
Voedingsspanning 10
W
WEEE-richtlijn 16
22
Notes
VEGATRENN 151 •
50782-NL-170919
23
Notes
VEGATRENN 151 •
50782-NL-170919
Printing date:
VEGA Grieshaber KG
Am Hohenstein 113
77761 Schiltach
Germany
50782-NL-170919
De gegevens omtrent leveromvang, toepassing, gebruik en bedrijfsomstandighe-
den van de sensoren en weergavesystemen geeft de stand van zaken weer op het
moment van drukken.
Wijzigingen voorbehouden
© VEGA Grieshaber KG, Schiltach/Germany 2017
Phone +49 7836 50-0
Fax +49 7836 50-201
www.vega.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Vega VEGATRENN 151 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding