Liebherr G 2413 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

G 107
7081 579-00
Gebruiksaanwijzing
Diepvrieskast
NL
10
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
• Voorkom blessures en beschadigingen: pak het apparaat altijd
met twee personen uit en stel hem samen op.
• Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog vóór
het aansluiten - contact op met de leverancier.
• Stel het apparaat volgens de aanwijzingen in deze gebruiksaan-
wijzing op en houd u aan de aansluitvoorschriften om zeker te
zijn van een goede werking.
• Koppel het apparaat bij storingen los van de netspanning: trek de
stekker uit het stopcontact of draai de zekering in de meterkast
eruit.
• Trek de stekker niet aan het netsnoer uit het stopcontact maar
pak de stekker vast.
• Laat reparaties en ingrepen aan het apparaat uitsluitend door
de technische dienst of een installateur uitvoeren, aangezien
anders grote gevaren voor uzelf en anderen kunnen ontstaan.
Hetzelfde geldt voor het vervangen van het netsnoer.
• Gebruik in het apparaat nooit open vuur of ontstekingsbronnen.
Let er daarom tijdens het vervoeren en reinigen van het apparaat
goed op dat het koelcircuit niet wordt beschadigd. Mocht het
koelcircuit desondanks beschadigd raken, houd het apparaat
dan uit de buurt van open vuur. Zorg voor goede ventilatie in
het vertrek.
• Ga nooit op de sokkel, laden, deur enz. staan of leunen om
ergens bij te kunnen.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kinderen) met
fysieke, sensorische of mentale gebreken of personen, die niet
over voldoende ervaring en kennis beschikken, tenzij zij door
een persoon, die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, in het
gebruik van het apparaat worden onderwezen of die aanvankelijk
toezicht uitoefent. Kinderen mogen niet zonder toezicht achter-
blijven om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
• Voorkom voortdurend huidcontact met koude oppervlakken of te
koelen/te bevriezen levensmiddelen want dat kan een pijnlijk of
dof gevoel en bevriezing veroorzaken. Bij langdurig huidcontact
veiligheidsmaatregelen treffen, bijv. handschoenen dragen.
• Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes, na het eruit
nemen niet onmiddellijk en niet te koud consumeren. Door de
lage temperaturen bestaat "Gevaar voor verbranding".
• Consumeer geen levensmiddelen die over de datum zijn, ze
kunnen een voedselvergiftiging veroorzaken.
• Het apparaat is bedoeld voor het koelen, invriezen en bewaren
van levensmiddelen evenals het maken van ijs. Het is bestemd
voor huishoudelijk gebruik. Bij professioneel gebruik (in de horeca,
detailhandel enz.) moeten de op de betreffende bedrijfstak van
toepassing zijnde voorschriften worden opgevolgd.
• Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare
drijfgassen (bijv. butaan, propaan, pentaan) in het apparaat.
Eventueel vrijkomend gas kan door de elektrische componenten
ontstoken worden. U herkent dergelijke spuitbussen aan het
waarschuwingssymbool bestaande uit enkele vlammen met
eronder de tekst "Licht ontvlambaar" dan wel aan de tekst op
de spuitbus.
• Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebruiken.
Deze gebruiksaanwijzing is voor verscheidene modellen geldig,
afwijkingen zijn daarom mogelijk.
Typeplaatje
Diepvriesladen
Stelpoten
Diepvriesplan
Bedienings- en
controleelementen
Dooiwaterafvoer
Overzicht van apparaat en uitrusting
Klimaatklasse
Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse d.w.z.
een maximale temperatuur waarboven het apparaat niet gebruikt
mag worden. U vindt de klimaatklasse van het apparaat op het
typeplaatje. Hierbij worden de volgende afkortingen gebruikt:
Klimaatklasse Omgevingstemperaturen
SN + 10° tot + 32 °C
N + 16° tot + 32 °C
ST + 18° tot + 38 °C
T + 18° tot + 43 °C
Aanwijzing m.b.t. afdanken
De verpakking is van recyclebare materialen gefabriceerd.
- Golfkarton/karton
- Voorgevormde delen van geschuimd polystyreen
- Folies van polyetheen
- Spanbanden van polypropeen
Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen -
verstikkingsgevaar door folies!
Breng a.u.b. de verpakking naar een officiële inzamelpunt.
Het afgedankte apparaat bevat nog waardevolle
materialen en moet gescheiden van het ongesorteerde
afval worden afgevoerd.
Afgedankte apparaten onbruikbaar maken: trek de
stekker uit het stopcontact, snijd het netsnoer door en
zet de sluiting buiten werking zodat kinderen zich niet
kunnen opsluiten.
Let erop dat het koelmiddelcircuit tijdens het transport van het
afgedankte apparaat niet wordt beschadigd.
Informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op het type-
plaatje.
Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig gebeuren
overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften en wet-
ten.
11
Tips om energie te besparen
• Laat de deur niet onnodig lang open staan.
• Laat warme gerechten eerst tot kamertemperatuur afkoelen
voordat u ze in het apparaat plaatst.
• Ontdooi het apparaat zodra zich een laag ijs gevormd heeft. Het
apparaat vriest dan beter èn zuiniger.
Opstellen
• Plaats het apparaat bij voorkeur niet in direct zonlicht, naast het
fornuis, een radiator enz.
• De ondergrond moet vlak en waterpas zijn. Staat het apparaat
niet stabiel, verdraai dan met de bijgeleverde sleutel één of meer
stelpoten.
• Dek de ventilatieopeningen nooit af. Zorg altijd voor een goede
luchttoevoer en -afvoer!
• Plaats geen apparaten die warmte afgeven op de diepvrieskast,
bijv. magnetron, broodrooster enz.
De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm
EN 378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a 1 kubieke m bezitten
zodat er in geval van een lekkage in het koelmiddelcircuit geen
ontvlambare gas-lucht-mengeling in de plaat-singsruimte van
het apparaat kan ontstaan. Informatie over de hoeveelheid
koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van
het apparaat.
Het apparaat niet samen met andere apparaten aansluiten via
een verlengkabel - gevaar voor oververhitting.
Aansluiten
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de opstellingsplaats
moeten met de informatie op het typeplaatje overeenstemmen. Het
typeplaatje vindt u links op de binnenwand. Het stopcontact moet
d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder beveiligd zijn, buiten de
achterzijde van het apparaat liggen en goed toegankelijk zijn.
Het apparaat alleen via een correct geïnstalleerd randaarde-
stopcontact aansluiten.
Afmetingen (mm)
NL
In- en uitschakelen
Wij adviseren u om de apparaat te reinigen voordat u hem in
gebruik neemt (zie verder onder "Reinigen").
Inschakelen:
Stekker in het stopcontact steken - het apparaat is ingescha-
keld.
• Het temperatuurdisplay D toont de ingestelde binnentempera-
tuur.
• Het rode waarschuwingslampje brandt. Het rode waarschu-
wingslampje gaat uit, zodra het koud genoeg is in het vriesge-
deelte.
Uitschakelen:
Trek de stekker uit het stopcontact of draai de temperatuurrege-
laar T naar "0".
Temperatuur instellen
De temperatuur kan met de temperaturregelaar T worden inge-
steld. Al naar gelang de stand van de regelaar verandert de op
het display D getoonde temperatuur.
Tijdens het instellen knippert de ingestelde temperatuur op het
temperatuurdisplay.
Opmerking: De indicatie op het display toont niet de heersende
binnentemperatuur maar de gewenste temperatuurinstelling.
Alarm-toets
Alarm-toets
Het apparaat is met een alarmfunctie uitgerust.
Als de temperatuur in het vriesgedeelte te hoog is, weerklinkt het
geluidssignaal en de LED in de Alarm-toets knippert.
Door het indrukken van de Alarm-toets wordt de waarschuwings-
toon uitgeschakeld en de LED knippert niet meer maar brandt
continu. De LED gaat uit zodra het in het vriesgedeelte weer
koud genoeg is.
Dit geval kan optreden:
• Wanneer de deur van het vriesgedeelte lang open blijft zodat er
warme lucht naar binnen stroomt;
• Na een langdurige stroomonderbreking;
• Bij een defect van het apparaat.
Controleer in alle gevallen of er levensmiddelen opgedooid of bedor-
ven zijn. Als de Alarm-LED niet uitgaat, gelieve u met de technische
dienst contact op te nemen (zie hoofdstuk Storingen).
Opmerking: Pas wanneer de SuperFrost-toets tegelijk met één
controlelampje van het temperatuurdisplay knippert betekent dit:
er is een storing opgetreden. Neem in dit geval contact op met de
technische dienst van uw leverancier en deel mee welke lampjes
knipperen.
G 20 H = 1250 mm
G 24 H = 1447 mm
G 27 H = 1644 mm
G 31 H = 1841 mm
12
Ontdooien
Op de wanden van de vriesruimte wordt na een langere bedrijfstijd
een laag rijp resp. ijs gevormd. Hierdoor stijgt het energieverbruik.
Ontdooi daarom regelmatig.
• Schakel het apparaat uit om hem te ontdooien: Trek de stekker
uit het stopcontact of draai de temperatuurregelaar naar `0´.
• Neem de laden en de glasplaten eruit.
• Wikkel de levensmiddelen in oude
kranten of een deken en bewaar ze
op een koele plaats.
• Plaats een pan heet water op de
bodem van de vriesruimte om
het apparaat sneller te laten ont-
dooien.
• Laat de deur van het apparaat
tijdens het ontdooien open staan.
Neem het laatste restje dooiwater
met een doek op en maak het ap-
paraat vervolgens schoon.
Gebruik voor het ontdooien geen mechanische of andere hulp-
middelen tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen.
Invriezen
Op het typeplaatje Invriescapaciteit
vindt u hoeveel kilo verse levensmid-
delen u binnen 24 uur mag invriezen.
De invriescapaciteit is afhankelijk
van het model en de klimaatklasse
van het apparaat.
Aanwijzingen voor het invriezen en bewaren
De volgende levensmiddelen kunt u invriezen: vlees, wild,
gevogelte, verse vis, groente, fruit, zuivelprodukten, brood,
bakkerijprodukten, kant-en-klare maaltijden. Ongeschikt zijn:
kropsla, rammenas, druiven, hele appels en peren, vet vlees.
• Verpak levensmiddelen die u zelf invriest altijd in afgemeten
porties. Om deze porties meteen door en door te laten bevriezen,
doet u er goed aan de volgende maximale hoeveelheden per
portie aan te houden:
fruit, groente: max. 1 kg, vlees: max. 2,5 kg.
• Blancheer groenten na het wassen en afmeten van de porties
door ze 2-3 minuten in kokend water onder te dompelen en
vervolgens snel onder koud water af te spoelen.
• Voeg geen zout of specerijen toe aan verse levensmiddelen en
geblancheerde groenten voordat u ze invriest. Voeg aan overige
levensmiddelen slechts weinig zout en specerijen toe. Verschil-
lende specerijen veranderen van smaak door het invriezen.
• Als verpakkingsmateriaal zijn geschikt: diepvrieszakjes, voor
hergebruik geschikte koelkastdozen van kunststof of metaal
(bijv. aluminium).
• Breng in te vriezen levensmiddelen niet in contact met reeds
ingevroren produkten. Leg uitsluitend droge verpakkingen in het
apparaat zodat ze niet aan elkaar kunnen vastvriezen.
• Noteer altijd datum en inhoud op de verpakkingen. Houd u aan
de maximale houdbaarheid.
• Vries geen flessen en pakken met koolzuurhoudende dranken
in aangezien deze kunnen exploderen.
• Ontdooien: Haal steeds slechts zoveel levensmiddelen uit het
apparaat als u direct nodig hebt. Verwerk eenmaal ontdooide
levensmiddelen zo snel mogelijk tot een gerecht.
Ingevroren levensmiddelen kunt u als volgt ontdooien:
– in de hete-luchtoven
– in de magnetron
– bij kamertemperatuur
– in de koelkast: de warmte die voor het ontdooien nodig is, wordt
aan de overige produkten in de koelkast onttrokken.
Reeds enigszins ontdooide platte porties vlees en vis kunnen
heet bereid worden. Groenten kunt u direct bereiden, zonder dat
u ze ontdooit (in de helft van de tijd die normaal nodig is om gaar
te worden).
Invriezen
Druk de Superfrost-toets S in - het
Superfrostlampje gaat branden.
• 24 uur wachten.
• Leg de verse levensmiddelen
erin.
• De automatische Superfrost-voor-
ziening schakelt het invriezen auto-
matisch 65 uur na het inschakelen
van de Superfrost uit.
Schakel Superfrost niet in
- wanneer u reeds ingevroren diepvriesproducten in het apparaat
legt;
- bij het invriezen van minder dan 1 kg verse levensmiddelen per
dag.
Uitvoering
Het diepvriesplan
Het diepvriesplan geeft de
houdbaarheid in maanden voor
enkele symbolisch weergege-
ven produkten.
De werkelijke houdbaarheid
d.w.z. of de kortste of de lang-
ste bewaartijd van toepassing
is hangt af van de kwaliteit van
de levensmiddelen, de behan-
deling vóór het invriezen, en de
kwaliteit die u na het ontdooien
wenst.
Voor de wat vettere levensmid-
delen geldt steeds de kortste
bewaartijd.
Het invriesplateau
Hiermee vriest u bessen, kruiden, groenten en andere kleine
diep-vriesproducten in.
Verdeel de diepvriesproducten losjes over het invriesplateau.
Schuif het invriesplateau in een van de bovenste laden. Laat
de levensmiddelen 10 à 12 uur
invriezen, stop ze vervolgens in
een diepvriesdoos of -zak en leg
ze in een lade.
Ontdooien: Spreid de ingevroren
levensmiddelen losjes naast el-
kaar uit.
De koudeaccu's
voorkomen bij stroomuitval dat de temperatuur te snel oploopt - de
kwaliteit van de levensmiddelen blijft beter bewaard.
De koudeaccu's kunt u ruimtebe-
sparend in het invriesplateau invrie-
zen en bewaren. Wilt u ingevroren
levensmiddelen bij een eventuele
storing zo lang mogelijk kunnen
bewaren, leg dan de bevroren
accu's in de bovenste lade direct
op de levensmiddelen.
13
NL
Storingen
De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
Het apparaat werkt niet. Controleer:
– of het apparaat is ingeschakeld;
– of de stekker goed in het stopcontact zit;
– of de zekering in de meterkast nog goed is.
Het apparaat maakt te veel lawaai. Controleer:
– of het apparaat stabiel staat;
– of meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draaiende
aggregaat aan het trillen worden gebracht. Bedenk dat een
diepvrieskast nooit helemaal geluidloos kan werken.
De temperatuur is niet laag genoeg. Controleer:
– of u de temperatuur goed hebt ingesteld (zie onder `Temperatuur
instellen´);
– of er te grote hoeveelheden verse levensmiddelen in het apparaat
gelegd werden;
– of de losse thermometer de juiste waarde aangeeft;
of de ventilatie in orde is;
of het apparaat te dicht bij een warmtebron staat.
Neem, indien geen van de bovenge-
noemde oorzaken van toepassing
zijn en u de storing niet zelf verhel-
pen kunt, contact op met de techni-
sche dienst van de leverancier van
het apparaat. Zorg dat u tijdens het
gesprek de typeaanduiding , het
index- en apparaatnummer
bij de hand hebt. Het typeplaatje
bevindt zich aan de linker binnenkant.
Buiten werking stellen
Wilt u het apparaat voor langere tijd buiten werking stellen, scha-
kel het dan uit, trek de stekker uit het stopcontact of draai de
zekeringen in de meterkast eruit. Reinig het apparaat en laat het
apparaatdeur open staan om geurvorming te voorkomen.
Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd .
Het apparaat is radio- en tv-ontstoord volgens EN 55014 en
voldoet zodoende aan EG-richtlijn 87/308/EEG.
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Hebt u er daarom a.u.b. begrip voor
dat wij ons wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten
voorbehouden.
Reinigen
Let op! Trek vóór het reinigen altijd de stekker uit het stopcon-
tact. Is dit niet mogelijk, draai dan in de meterkast de zekering
eruit van de groep waarop het apparaat is aangesloten.
Reinig de binnenkant van het apparaat, de accessoires en de
buitenwand met lauw water waaraan een beetje afwasmiddel is
toegevoegd. Gebruik in geen geval chemische oplosmiddelen of
produkten die zand of zuren bevatten.
Gebruik geen stoomreinigingsapparaten!
Gevaar voor beschadiging en verwonding.
• Let erop dat er geen water in de elektrische delen of de venti-
latierooster dringt.
• Maak alles goed droog met een doek.
• Maak het aggregaat en de warmtewisselaar (het metalen rooster
aan de achterkant van het apparaat) minimaal één keer per jaar
stofvrij en schoon.
• Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat nooit: het is belangrijk voor onze technische dienst.
Inbouw in het keukenblok
Om het apparaat aan de hoogte van het keukenblok aan te passen
kunt u er een opbouwkast op plaatsen. Houd achter de gehele
breedte van de opbouwkast
een ventilatieruimte van ten
minste 50 mm diepte vrij
voor de toevoer en afvoer
van lucht. De ventilatie-
ruimte moet een minimale
doorsnede van 300 cm²
hebben.
Plaatst u het apparaat met
de scharnierkant naast een
muur neem dan een afstand-
lijst (breedte ongeveer 50
mm) tussen kast en muur
op. Dit in verband met het
uitsteken van de deurgreep
bij een geopende deur.
opbouwkast
vrieskast
keukenmeubel
muur
Deur ombouwen
• Haal het afdekdeel 1eraf.
• Schroef het scharnier 2eraf. Deur verwijderen.
• Zet het afdekplaatje 4over naar de andere kant.
• Zet de scharnierdelen 3van het scharnier 2over naar de
andere kant.
• Drukplaatjes 5 vooraan loshalen en wegduwen.
• Zet de deurgrepen 6en stopjes 7over naar de andere kant.
• Drukplaatjes 5 monteren.
• Zet het stopje 8over naar de andere kant.
• Haal de afdekdelen blen bmeraf.
• Zet de scharnierpen 9over naar de andere kant.
• Afdekdelen blen bmaan de andere kant weer monteren.
• Schuif de deur over scharnierpen 9en sluit hem.
• Steek scharnier 2in het onderste deurlager en schroef het
scharnier vast.
• Afdekdeel 1vastduwen.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5

Liebherr G 2413 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor