Liebherr GS 5203 de handleiding

Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gebruiksaanwijzing
Diepvrieskast
GS 301
NL
7080 533
14
Aanwijzingen ter bescherming van het
milieu
De verpakking ter bescherming van het apparaat en de losse on-
derdelen tijdens het transport bestaat uit recyclebaar materiaal.
(golf)karton (voornamelijk van oud papier)
gevormde delen van polystyreen (CFK-vrij geschuimd PS)
folies en zakken van polyetheen (PE)
spanbanden van polypropeen (PP)
Breng het verpakkingsmateriaal a.u.b. naar de dichtstbijzijnde
inzamelplaats zodat de verschillende materialen zo goed mogelijk
kunnen worden hergebruikt en niet op de stortplaats terechtko-
men.
Een afgedankte koel- of vrieskast bestaat nog uit waardevolle
materialen. Geef hem niet met het gewone of grofhuisvuil mee!
Maak een afgedankte koel- of vrieskast onmiddellijk onklaar:
trek de stekker uit het stopcontact en snijd het netsnoer door.
Is de oude kast voorzien van een mechanische sluiting, verwi-
jder deze dan of maak hem onklaar om te voorkomen dat kin-
deren zich tijdens hun spel in de kast opsluiten en stikken.
Let erop dat tijdens het transport van de kast naar een inzamel-
plaats/herverwerkingsbedrijf het koelmiddelcircuit, met name de
leidingen aan de achterkant van de kast, niet beschadigd raakt.
Zo voorkomt u dat het koelmiddel in ons milieu terechtkomt.
Inlichtingen over het gebruikte koelmiddel en het drijfgas voor
de isolatie vindt u op het typeplaatje.
Informeer bij uw gemeente naar de dagen waarop uw afgedankte
kast kan worden opgehaald of waar zich een inzamelplaats be-
vindt.
Veiligheidsaanwijzingen en
waarschuwingen
Voorkom blessures en beschadigingen: pak de kast altijd met
twee personen uit en stel hem samen op.
Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk nog vóór
het aansluiten – contact op met de leverancier.
Stel de kast volgens de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing
op en houd u aan de aansluitvoorschriften om zeker te zijn van
een goede werking.
Koppel de kast bij storingen los van de netspanning: trek de
stekker uit het stopcontact of draai de zekering in de meterkast
eruit.
Trek de stekker niet aan het netsnoer uit het stopcontact maar
pak de stekker vast.
Laat reparaties en ingrepen aan de kast uitsluitend door
de technische dienst of een installateur uitvoeren, aangezien
anders grote gevaren voor uzelf en anderen kunnen ontstaan.
Hetzelfde geldt voor het vervangen van het netsnoer.
Gebruik in de kast nooit open vuur of ontstekingsbronnen. Let
er daarom tijdens het vervoeren en reinigen van de kast goed op
dat het koelcircuit niet wordt beschadigd. Mocht het koelcircuit
desondanks beschadigd raken, houd de kast dan uit de buurt van
open vuur. Zorg voor goede ventilatie in het vertrek.
Ga nooit op de sokkel, laden, deur enz. staan of leunen om
ergens bij te kunnen.
De kast is geen speelgoed. Laat kinderen bijv. nooit in de diep-
vriesladen gaan zitten of aan de deur gaan hangen.
Eet consumptieijs, met name waterijsjes of ijsblokjes, niet direct
op nadat u het uit de kast genomen hebt. Extreem lage tempera-
turen kunnen blaren aan uw handen of in uw mond veroorzaken.
Consumeer geen levensmiddelen die al over de verbruiksdatum
heen zijn of te lang in de kast liggen aangezien u hierdoor een
voedselvergiftiging kunt oplopen.
De diepvrieskast is bedoeld voor het invriezen en bewaren van
levensmiddelen en maken van ijs. Het apparaat werd ontworpen
voor huishoudelijk gebruik. Bij professioneel gebruik (in de horeca,
detailhandel enz.) moeten de op de betreffende bedrijfstak van
toepassing zijnde voorschriften worden opgevolgd.
Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare
drijfgassen (bijv. butaan, propaan, pentaan) in de kast. Eventueel
vrijkomend gas kan door de elektrische componenten ontstoken
worden. U herkent dergelijke spuitbussen aan het waarschuwings-
symbool bestaande uit enkele vlammen met eronder de tekst "Licht
ontvlambaar" dan wel aan de tekst op de spuitbus.
Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebruiken.
Inhoud ................................................................................. pag.
Opstellen, Aansluiten ............................................................ 15
Tips om energie te besparen ................................................ 15
Kast in- en uitschakelen ....................................................... 15
Temperatuur instellen ........................................................... 15
Waarschuwingszoemer ......................................................... 15
Controle-elementen ............................................................... 16
Thermometer ......................................................................... 16
Invriezen, Bewaren ................................................................ 16
Aanwijzingen voor het invriezen en bewaren ..................... 17
Uitvoering ............................................................................... 17
Ontdooien, Reinigen ............................................................. 18
Storingen, Buiten werking stellen ........................................ 18
Deur ombouwen .................................................................... 19
Lees alle informatie en aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing
aandachtig door. U vindt hierin belangrijke aanwijzingen voor de
veiligheid, het opstellen en het gebruik van uw kast. Bewaar deze
gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem eventueel aan de vol-
gende eigenaar door. In deze gebruiksaanwijzing worden alle
mogelijke bedieningselementen en onderdelen van uw kast
beschreven. Houdt u er daarom a.u.b. rekening mee dat sommige
informatie in deze gebruiksaanwijzing niet van toepassing is op
uw kast.
De kast is ontworpen voor een bepaalde
klimaatklasse d.w.z. een maximale
temperatuur waarboven de kast niet gebruikt
mag worden. U vindt de klimaatklasse van
de kast op het typeplaatje. Hierbij worden de
volgende afkortingen gebruikt:
Klimaatklasse ontworpen voor
omgevingstemperaturen
SN, N tot +32 °C
ST tot +38 °C
T tot +43 °C
Thermometer
Typeplaatje
Diepvriesladen
Dooiwaterafvoer
Stelpoten
15
Opstellen
Plaats de kast bij voorkeur niet in direct zonlicht, naast het
fornuis, een radiator enz.
Een ideale plaats voor het apparaat is de kelder.
De ondergrond moet vlak en waterpas zijn. Staat de kast niet
stabiel, verdraai dan met de bijgeleverde sleutel SW 22 één of
meer stelpoten. De achterkant van de kast mag direct tegen de
muur worden geplaatst.
Dek de ventilatieopeningen nooit af. Zorg altijd voor een goede
luchttoevoer en -afvoer!
Plaats geen apparaten die warmte afgeven op de diepvrieskast,
bijv. magnetron, broodrooster enz.
De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm EN
378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a 1 kubieke m bezitten zodat er
in geval van een lekkage in het koelmiddelcircuit geen ontvlambare
gas-lucht-mengeling in de plaat-singsruimte van het apparaat kan
ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel vindt u op het
typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat.
Tips om energie te besparen
Plaats de kast niet naast een radiator of fornuis en bescherm
het apparaat tegen direct zonlicht aangezien door hoge omgeving-
stemperaturen het energieverbruik onnodig stijgt.
Zorg voor een goede ventilatie van het aggregaat.
Laat de deur niet onnodig lang open staan.
Leg de levensmiddelen soort bij soort in de diepvriesladen, houd
u aan de maximale bewaartijd.
Laat warme gerechten eerst tot kamertemperatuur afkoelen
voordat u ze in in de kast plaatst.
Ontdooi de kast zodra zich een laag ijs gevormd heeft. De kast
vriest dan beter èn zuiniger.
Kast in- en uitschakelen
Wij adviseren u om de kast te reinigen voordat u hem in gebruik
neemt (zie verder onder `Reinigen´). Schakel het apparaat ongeveer
4 uur voordat u de eerste produkten erin plaatst in.
De kast is standaard voor normaal gebruik ingesteld (-18 °C) en
is bij aflevering reeds ingeschakeld. Meteen nadat u de stekker in
het stopcontact (met randaarde) gestoken hebt, begint de kast te
vriezen. Is dit niet het geval, ga dan als volgt te werk:
Inschakelen: Draai met een muntstuk de pijl van de tempera-
tuurregelaar naar `1´ of hoger (afb. A).
Het groene controlelampje brandt, ten teken dat de kast in
bedrijf is.
Het rode waarschuwingslampje brandt.
Is de waarschuwingszoemer (afhankelijk van uitvoering) geac-
tiveerd dan produceert deze nu een zoemtoon. De kast is gereed
voor gebruik.
Met een druk op de toets `Waarschuwingszoemer´ schakelt u
de zoemtoon uit. Meer informatie hierover vindt u onder het kopje
`Waarschuwingszoemer´.
Het rode waarschuwingslampje gaat uit, zodra het koud genoeg
is in de kast. Meer informatie hierover vindt u hiernaast onder het
kopje `Het rode waarschuwingslampje´.
Uitschakelen: Draai de pijl van de temperatuurreglaar naar
`0´ en
De controlelampjes zijn uit, de kast is uitgeschakeld.
afb. A
Temperatuur instellen
Draai met een muntstuk de pijl van de temperatuurregelaar op een
stand tussen `1´ en `4´. Het temperatuurbereik loopt van:
Stand `1´ = minimale koeling, warmste stand
Stand `4´ = maximale koeling, koudste stand
Kies bij voorkeur een stand tussen `1,5´ en `2´.
Wilt u de ingevroren levensmiddelen lang bewaren, dan moet de
temperatuur minimaal -18 °C bedragen. Houd er rekening mee dat de
temperatuur in de kast afhankelijk is van de omgevingstemperatuur
(plaatsing van de kast), het aantal malen dat de kastdeur geopend
wordt en de ingevroren levensmiddelen. Zet de temperatuurregelaar
indien nodig op een koudere (= hogere) stand.
Waarschuwingszoemer
(afhankelijk van uitvoering)
Uitschakelen: Met een druk op de toets `Waarschuwingszoemer´
schakelt u de zoemer uit.
De waarschuwingszoemer produceert een zoemtoon wanneer:
de temperatuur in de kast niet laag genoeg is: temperatuuralarm.
Tegelijkertijd brandt het rode waarschuwingslampje .
Dit is altijd het geval wanneer:
de kast net in gebruik genomen is (zolang de temperatuur in de
kast nog hoger is dan de ingestelde temperatuur);
tijdens normaal gebruik de temperatuur te hoog is opgelopen
doordat:
warme, verse levensmiddelen in de kast geplaatst werden;
te veel warme lucht in de kast gestroomd is tijdens het plaatsen/
verplaatsen van levensmiddelen in de kast, het verwijderen van
levensmiddelen uit de kast. De zoemer stopt vanzelf, zodra de
temperatuur in de kast weer laag genoeg is.
de temperatuurregelaar in één keer op een veel hogere
(= koudere) stand gezet werd;
de stroom geruime tijd uitgevallen was; is dit het geval, kijk dan
of de levensmiddelen ontdooid zijn en verwerk ze evt. tot een
gerecht.
Inschakelen: Let op! Druk, zodra de storing verholpen is, op
de toets `Waarschuwingszoemer´ om de temperatuurbewaking
weer in te schakelen.
Afmetingen (mm)
A B C D E
GS 80.. 630 553 604 1123 591
GS 13.. 850 553 618 1123 591
GS 14.. 850 600 621 1171 640
GS 15.. 850 600 621 1171 640
GS 52.. 1708 753 720 1440 800
Aansluiten
Controleer op het typeplaatje of uw kast geschikt is voor
220/230 V 50 Hz. Het typeplaatje vindt u naast de bovenste diepv-
rieslade, links op de binnenwand. Laat uw installateur controleren of
het te gebruiken stopcontact randaarde heeft en door een zekering
van minimaal 10 ampère beveiligd is.
Laat het apparaat na het transport 1/2 à 1 uur staan om storingen
te voorkomen. Steek dan pas de stekker in het stopcontact.
Het stopcontact mag niet door de achterkant van de kast bedekt
worden en moet goed bereikbaar blijven.
NL
16
Controle-elementen
(afb. A, afhankelijk van uitvoering)
Het rode waarschuwingslampje
Dit lampje brandt zolang de temperatuur in de kast (nog) niet laag
genoeg is. Zodra de levensmiddelen in de kast koud genoeg zijn,
gaat het lampje uit.
Het rode waarschuwingslampje zal altijd branden wanneer de
kast net ingeschakeld is (zolang de temperatuur in de kast nog
boven de ingestelde temperatuur ligt).
Gaat het rode waarschuwingslampje branden tijdens normaal
gebruik van de kast, controleer dan:
of de netspanning geruime tijd is uitgevallen; is dit het geval, kijk
dan of de levensmiddelen ontdooid zijn en verwerk ze evt. tot een
gerecht;
of de deur van de kast goed gesloten was;
of er zojuist verse levensmiddelen in de kast geplaatst zijn.
Kunt u geen van deze vragen met `ja´ beantwoorden, neem dan
zo spoedig mogelijk contact op met de technische dienst van de
leverancier van de kast. Zorg dat u tijdens het gesprek de typeaan-
duiding, het index- en servicenummer bij de hand hebt.
Het gele SF-superfrostlampje
Dit lampje brandt wanneer `Superfrost´ is ingeschakeld voor het
invriezen van grotere hoeveelheden verse levensmiddelen.
Zie hiervoor onder `Invriezen´.
Invriezen met SF-Superfrost
Druk de Superfrost-toets in het gele Superfrostlampje gaat
branden. Het koelaggregaat blijft continu werken, de temperatuur
daalt verder, reeds ingevroren produkten krijgen een koudereser-
ve.
Wacht bij een geringe hoeveelheid in te vriezen produkten onge-
veer 6 uur. Gewoonlijk is dit lang genoeg. Wacht bij de maximale
hoeveelheid levensmiddelen (zie het typeplaatje) ongeveer 24
uur!
Leg vervolgens de verse levensmiddelen in de kast.
Na nog eens 24 uur zijn de verse levensmiddelen door en door
bevroren, de Superfrost-functie kan worden uitgeschakeld.
Druk de toets `Superfrost Aan/Uit´ in – het gele SF-lampje
gaat uit. De levensmiddelen zijn ingevroren het koelaggregaat
werkt weer in de normale stand.
Tip: Om energie te besparen kunt u de Superfrost-functie
ook uitschakelen voordat de 24 uur helemaal verstreken zijn.
Druk hiervoor de SF-toets nogmaals in. Controleer dan echter
of de temperatuur minimaal -18 °C bedraagt en zorg ervoor
dat de temperatuur niet verder kan oplopen door de verse
levensmiddelen. Dit is belangrijk voor de kwaliteit ervan.
Vriest u kleine hoeveelheden verse levensmiddelen (tot ongeveer
2 kg binnen 24 uur) in dan hoeft u de Superfrost-functie niet in te
schakelen.
afb. A
afb. B
afb. C
Invriezen, Bewaren
Invriezen
De verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk door en door
bevroren worden en reeds opgeslagen produkten moeten een
`koudereserve´ krijgen. Hiervoor kunt u de Superfrost-functie
ge-bruiken. Zo blijven voedingswaarde, uiterlijk en smaak van de
ingevroren levensmiddelen het beste bewaard.
Op het typeplaatje (zie onder `Invriescapaciteit´ ) vindt u
hoeveel kilo verse levensmiddelen u binnen 24 uur mag invriezen
(afb. B). De invriescapaciteit is afhankelijk van het model en de
klimaatklasse van uw kast.
Bewaren
Vult u de kast met diepvriesprodukten (reeds ingevroren levens-
middelen) dan kunt u direct alle laden helemaal vullen. In dit geval
hoeft u geen Superfrost te gebruiken.
Bieden de diepvriesladen onvoldoende ruimte dan kunt u de
produkten ook zonder lade direct op de plateaus leggen. Houd de
onderste lade echter altijd in de kast.
Diepvriesladen eruitnemen:
Trek de lade tot aan de aanslag naar voren, til hem aan de voorkant
op en haal hem uit de kast (afb. C).
IJsblokjes maken
Vul de ijsblokjeslade voor drie kwart met water en zet hem in
de kast. Vervorm de lade enigszins om de ijsblokjes eruit te laten
springen of houd hem even onder stromend water.
Thermometer (afhankelijk van uitvoering)
De thermometer geeft de hoogste
temperatuur van de ingevroren
levensmiddelen weer. De thermometer
is geijkt en geeft alleen beneden de 0
°C de juiste temperatuur aan.
Stelt u een andere temperatuur in, con-
troleer de temperatuur op de thermometer dan na 6 uur (indien
weinig levensmiddelen in de kast) of na ongeveer 24 uur (indien
de kast geheel gevuld). Pas de stand van de temperatuurregelaar
indien nodig aan.
De temperatuur op de thermometer kan korte tijd stijgen wanneer
u verse levensmiddelen in de kast legt dan wel reeds ingevroren
levensmiddelen uit de kast haalt of van plaats verandert.
17
Aanwijzingen voor het invriezen en
bewaren
Houd u aan de uiterste houdbaarheidsdatum (U.H.D.) die de
fabrikant van een diepvriesprodukt aangeeft.
Leg de levensmiddelen altijd soort bij soort. Hierdoor voorkomt
u dat de kastdeur te lang geopend blijft en bespaart u energie.
De volgende levensmiddelen kunt u invriezen: vlees, wild,
gevogelte, verse vis, groente, fruit, zuivelprodukten, brood, bak-
kerijprodukten, kant-en-klare maaltijden.
Ongeschikt zijn: kropsla, rammenas, druiven, hele appels en
peren, vet vlees.
Verpak levensmiddelen die u zelf invriest altijd in afgemeten
porties. Om deze porties meteen door en door te laten bevriezen,
doet u er goed aan de volgende maximale hoeveelheden per portie
aan te houden:
fruit, groente: max. 1 kg,
vlees: max. 2,5 kg.
Zo blijft de kwaliteit het beste bewaard.
Blancheer groenten na het wassen en afmeten van de por-
ties door ze 2-3 minuten in kokend water onder te dompelen en
vervolgens snel onder koud water af te spoelen. Blancheert u in
een stoompan of magnetron, lees dan de bijbehorende gebruiks-
aanwijzing.
Voeg geen zout of specerijen toe aan verse levensmiddelen en
geblancheerde groenten voordat u ze invriest. Voeg aan overige
levensmiddelen slechts weinig zout en specerijen toe. Verschillende
specerijen veranderen van smaak door het invriezen.
Verpak de in te vriezen produkten in diepvrieszakjes, -folie of
geschikte dozen. Het materiaal moet stevig, lucht- en waterdicht zijn
en mag geen smaak afgeven. Zo voorkomt u kwaliteitsverlies.
Breng in te vriezen levensmiddelen niet in contact met reeds
ingevroren produkten. Leg uitsluitend droge verpakkingen in de
kast zodat ze niet aan elkaar kunnen vastvriezen.
Noteer altijd datum en inhoud op de verpakkingen. Houd u aan
de maximale houdbaarheid om kwaliteitsverlies te voorkomen.
Vries geen flessen en pakken met koolzuurhoudende dranken
in aangezien deze kunnen exploderen. Haal flessen die u snel wilt
koelen uiterlijk na één uur al weer uit de kast!
Ontdooien: Haal steeds slechts zoveel levensmiddelen uit de
kast als u direct nodig hebt. Verwerk eenmaal ontdooide levens-
middelen zo snel mogelijk tot een gerecht.
Ingevroren levensmiddelen kunt u als volgt
ontdooien:
in de hete-luchtoven
in de magnetron
bij kamertemperatuur
in de koelkast: de warmte die voor het ontdooien nodig is, wordt
aan de overige produkten in de koelkast onttrokken.
Reeds enigszins ontdooide platte porties vlees en vis kunnen
heet bereid worden.
Groenten kunt u direct bereiden, zonder dat u ze ontdooit (in de
helft van de tijd die normaal nodig is om gaar te worden).
Is de temperatuur in de kast door stroomuitval of een andere
storing opgelopen, houd dan de kastdeur dicht. Dit vertraagt het
verder stijgen van de temperatuur. Houdbaarheid en kwaliteit van
de produkten blijven dan zo goed mogelijk bewaard.
Uitvoering
Het info-systeem (afhankelijk van uitvoering, afb. D)
vereenvoudigt het voorraadbeheer. U ziet in één oogopslag,wanneer
welke producten geconsumeerd moeten worden. Het systeem
toont de inhoud van de laden , de bewaartijd in maanden en
de maand voor consumptie .
De vermelde bewaartijden zijn richtwaarden voor vers in te vriezen
levensmiddelen. Of de minimale of maximale bewaartijd geldig is,
hangt van de kwaliteit van de levensmiddelen en de
voorbehandeling af. Houd voor de wat vettere Levensmiddelen
altijd de minimale bewaartijd aan. De maand voor consumptie is
de invriesmaand + bewaartijd. Bij diepvriesproducten vindt u de
maand voor consumptie op de verpakking.
Voorbeeld: Vis heeft een bewaartijd tot maart. U schuift één rui-
tertje op het symbool voor vis en een ruitertje met dezelfde kleur
onder de (maand) 3.
afb. D
Diepvriesplanfolie (afb. E)
Op de linkerkant van de folie zijn levensmiddelsymbolen met getallen
gedrukt. De getallen geven de houdbaarheid van de ingevroren
levensmiddelen in maanden aan. Op de regels rechts kunt u met
een zachte potlood noteren tot welke maand de levensmiddelen
houdbaar zijn. Deze teksten kunt u met een normale gum verwi-
jderen.
afb. E
De koudeaccu's (afhankelijk van uitvoering)
Bij stroomuitval voorkomen de bijgevoegde koudeaccu's , dat
de temperatuur in de kast te snel oploopt de kwaliteit van de
levensmiddelen blijft langer bewaard.
Wilt u ingevroren levensmiddelen bij een eventuele storing zo lang
mogelijk kunnen bewaren, leg dan de accu's in de bovenste lade
direct op de ingevroren levensmiddelen.
De koudeaccu's van de koelbox
zorgen ervoor dat diepvriesprodukten tij-
dens het boodschappen doen niet te warm
worden de kwaliteit blijft beter bewaard.
Bij reizen en picknicks blijven drank en
etenswaren lang koel en vers.
Koelboxen met bijpassende
koudeaccu's zijn verkrijgbaar in de
detailhandel. De koudeaccu krijgt de
maximale koelcapaciteit wanneer u hem
ongeveer 24 uur lang in de kast bij -18
°C of kouder invriest en vervolgens in
de koelbox legt.
NL
18
Ontdooien
Wanneer de kast geruime tijd in gebruik is geweest kan zich op
de verdamper (vriesplaten) een laag rijp of ijs vormen. Door een
te dikke laag rijp of ijs neemt het energieverbruik toe. Verwijder de
laag rijp van tijd tot tijd met een plastic schraper.
Heeft zich een laag ijs gevormd dan moet u de verdamper laten
ontdooien en de kast van binnen reinigen.
Schakel één dag voor het ontdooien Superfrost in. De ingevroren
levensmiddelen krijgen een `koudereserve´.
Schakel de kast uit om hem te ontdooien:
trek de stekker uit het stopcontact of
draai de temperatuurregelaar naar `0´.
Bewaar de ingevroren levensmiddelen evt. in een diepvrieslade,
met de koudeaccu erop gelegd en in kranten of dekens gewikkeld,
op een koele plaats.
Trek het lekwaterpijpje (afb. A) eruit en plaats een opvangpak
(bijv. de lege, onderste lade) eronder.
Gebruikt u de onderste lade , schuif dan het lekwaterpijpje door
de uitsparing (afb. B).
Plaats een pan met heet niet: kokend water op een vriesplaat,
om de kast sneller te laten ontdooien.
Laat de deur van de kast tijdens het ontdooien open staan.
Neem het laatste restje dooiwater met een doek op en maak de
kast vervolgens schoon.
Gebruik voor het ontdooien geen mechanische of andere
hulpmiddelen tenzij deze door de fabrikant worden aanbe-
volen.
afb. A afb. B
Reinigen
Let op! Trek vóór het reinigen altijd de stekker uit het stopcon-
tact. Is dit niet mogelijk, draai dan in de meterkast de zekering
eruit van de groep waarop de kast is aangesloten.
Reinig de binnenkant van de kast, de accessoires en de bu-
itenwand met lauw water waaraan een beetje afwasmiddel is
toegevoegd.
Gebruik geen stoomreinigingsapparaten!
Gevaar voor beschadiging en verwonding.
Gebruik in geen geval chemische oplosmiddelen of produkten
die zand of zuren bevatten. Gebruikt bij voorkeur een pH-neutrale
allesreiniger.
Let erop dat er geen water in de elektrische delen of de venti-
latierooster dringt.
Maak alles goed droog met een doek.
Maak het aggregaat en de warmtewisselaar (het metalen rooster
aan de achterkant van de kast) minimaal één keer per jaar stofvrij
en schoon.
Reinig de ventilatieroosters regelmatig, bijv. met een kwast of
stofzuiger. Stof verhoogt het energieverbruik. Let erop dat u geen
kabels of andere onderdelen lostrekt, knikt of beschadigt.
Neem de kast vervolgens weer in gebruik: stekker in stopcontact/
zekering terugdraaien. Schakel de Superfrost-functie in. Wacht tot
de temperatuur begint te dalen en leg de levensmiddelen terug in
de kast. Wacht totdat de thermometer minimaal -18 °C aangeeft
en schakel Superfrost uit.
Storingen
Uw kast is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat storingen
nagenoeg uitgesloten zijn en een lange levensduur gegarandeerd
is. Doet zich desondanks een storing voor, ga dan a.u.b. na of
deze misschien het gevolg is van een verkeerde bediening. Is dit
het geval dan moeten we helaas ook tijdens de garantietermijn de
reparatiekosten in rekening brengen.
De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
De kast werkt niet, de lampjes branden niet. Controleer:
of de kast is ingeschakeld;
of de stekker goed in het stopcontact zit;
of de zekering in de meterkast nog goed is.
De kast maakt te veel lawaai. Controleer:
of de kast stabiel staat;
of meubels/voorwerpen naast de kast door het draaiende ag-
gregaat aan het trillen worden gebracht.
Zorg ervoor dat de kast waterpas staat en alle delen aan de ach-
terkant vrij kunnen bewegen. Buig de delen die ergens tegenaan
komen zéér voorzichtig weg.
Bedenk dat een diepvrieskast nooit helemaal geluidloos kan
werken.
De temperatuur is niet laag genoeg. Controleer:
of u de temperatuur goed hebt ingesteld (zie onder `Temperatuur
instellen´);
of er te grote hoeveelheden verse levensmiddelen in de kast
gelegd werden; lees de thermometer na 24 uur nog eens af;
of de losse thermometer de juiste waarde aangeeft;
of de ventilatie in orde is;
of de kast te dicht bij een warmtebron staat.
Brandt het rode waarschuwingslampje, controleer dan de kast
volgens het hoofdstuk `Controle-elementen Het rode waarschu-
wingslampje´.
Neem, indien geen van de bovengenoemde oorzaken van toepas-
sing zijn en u de storing niet zelf verhelpen kunt, contact op met
de technische dienst van de leverancier van de kast. Zorg dat u
tijdens het gesprek de typeaanduiding , het index- en service-
nummer bij de hand hebt (afb. C). Het typeplaatje vindt u naast
de bovenste diepvrieslade, links op de binnenwand.
Laat de kastdeur bij een storing dicht. Het oplopen van de tem-
peratuur en het ontdooien van de inhoud wordt hierdoor zo lang
mogelijk tegengehouden. De kwaliteit van de levensmiddelen blijft
zo beter bewaard.
afb. C
Buiten werking stellen
Wilt u het apparaat voor langere tijd buiten werking stellen, schakel
het dan uit, trek de stekker uit het stopcontact of draai de zekeringen
in de meterkast eruit. Reinig het apparaat en laat de kastdeur open
staan om geurvorming te voorkomen.
Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd .
Het apparaat is radio- en tv-ontstoord volgens EN 55014 en voldoet
zodoende aan EG-richtlijn 87/308/EEG.
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van
alle typen en modellen. Hebt u er daarom a.u.b. begrip voor dat
wij ons wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voor-
behouden.
19
NL
Deur ombouwen GS 520 lt. afb. E
Sluit de deur en schroef het onderste scharnier eraf.
Laat de deur uit het bovenste scharnier zakken en verwijder
hem.
Draai de scharnierpen uit het onderste scharnier en schroef
hem in het ernaast gelegen tapgat.
Voor het (de)monteren van de scharnierbout is in het handvat van
de bijgevoegde steeksleutel een zeskantgat aangebracht.
Schroef de bovenste scharnierpen eruit en breng hem aan
de andere kant weer aan.
Draai de deur 180°.
Schroef de deurgreep op de deur; gebruik de hiervoor bedoelde
bevestigingsgaten.
Druk de afdeklijst erop. (Afdeklijst demonteren: steek het lemmet
van een mes in de deurgreep-spleet en wip de lijst eraf.)
Verwijder het afdekdeel en sluit de vrijgekomen bevestigings-
gaten aan de andere kant af.
Schuif de deur over de bovenste scharnierpen en sluit hem.
Schuif de onderste scharnierpen in de deur en schroef het
scharnier aan de kast vast. Staat de deur nog niet in één lijn met
de zijkant van de kast, dan kunt u hem met de sleufgaten in het
onderste scharnier bijstellen. Draai alle schroeven weer goed
vast.
afb. E
Deur ombouwen (afb. D)
Sluit de deur en schroef het onderste scharnier eraf.
Laat de deur uit het bovenste scharnier zakken en verwijder
hem.
Bij kasten zonder plintrooster: Verwijder de afdekplaat en druk
hem in de scharniergaten aan de andere kant.
Draai de scharnierpen uit het onderste scharnier en schroef
hem in het ernaast gelegen tapgat.
Voor het (de)monteren van de scharnierbout is in het handvat van
de bijgevoegde steeksleutel een zeskantgat aangebracht.
Schroef de bovenste scharnierpen eruit en breng hem aan
de andere kant weer aan.
Monteer de deurgreep en kunststof stopjes .
Druk het stopje in het vrijgekomen gat.
Schuif de deur over de bovenste scharnierpen en sluit hem.
Schuif de onderste scharnierpen in de deur en schroef het
scharnier aan de kast vast. Staat de deur nog niet in één lijn met
de zijkant van de kast, dan kunt u hem met de sleufgaten in het
onderste scharnier bijstellen. Draai alle schroeven weer goed
vast.
afb. D
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7

Liebherr GS 5203 de handleiding

Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor