Liebherr CNES 5066 de handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
de handleiding
Gebruiksaanwijzing
voor koel-vries-combinatie, NoFrost
2 - 6
6 -12
1
4 - 8
2 - 6
6 -12
2
4 - 8
2 - 6
6
-12
3
4 - 8
Ventilatio
n
2 - 6
6
-12
1
4 - 8
2 - 6
6 -12
2
4 - 8
2 -
6
6
-12
3
4 -
8
Ventilation
CN/CNes..6 2506
7082 312-02
NL
32
CN/CNes..6
* afhankelijk van model en uitvoering
Overzicht van apparaat en uitrusting, afb. A
Koelgedeelte, ca. 5 °C
Het apparaat in vogelvlucht
Vriesgedeelte, ca. -18 °C
Bedienings- en controlepaneel
Boter- en kaasvak
Binnenverlichting
Verschuifbare flessen-/conservenhouder*,
Verplaatsbare opbergvakken*
Dooiwaterafvoer koelgedeelte
Opbergvak voor hoge flessen en drank
Invriesplateau*, koudeaccu*, ijsblokjeshouder*
Schuiflades met transparente fronten
Laden voor groente, sla, fruit
Eierrekje*
Transportgrepen
Info-systeem*
Flessendraagrooster
Deelbaar draagplateau voor hoge levensmiddelen, ver-
plaatsbare draagplateaus*
Typeplaatje
Koudste zone van de koelruimte, voor gevoelige en snel beder-
felijke levensmiddelen
Stelpoten, transportgrepen, transportwieltjes achter
Typeplaatje, afb. A2
1 de typeaanduiding
2 servicenummer
3 apparaatnummer
4 invriescapaciteit in kg/24 Stunden
Bedienings- en controlepaneel, afb. A1
1 Temperatuur- en instelweergave, met nA-aanduiding voor
stroomuitval en FrostControl met opvragen warmste tempera-
tuur
2 Insteltoetsen voor temperatuur: Up-toets = warmer,
Down = kouder, aanbevolen instelling: -18 °C
3 Hoofd-aan/uitschakelaar apparaat
4 SuperFrost-toets,
verlicht = ingeschakelde functie
Voor het snel invriezen van verse levensmiddelen.
5 Toets voor uitschakelen geluidssignaal bij alarm
6 Kinderbeveiliging (verlicht symbool = actief, koel- en vriesge-
deelte zijn tegen een ongewenst uitschakelen beveiligd)
Koelgedeelte
7 Temperatuur- en insteldisplay
8 Insteltoetsen voor temperatuur: Up-toets = warmer,
Down = kouder, aanbevolen instelling: 5 °C
9
Uitschakeltoets koelgedeelte (vriesgedeelte blijft ingeschakeld)
bl SuperCool-toets,
verlicht = ingeschakelde functie
Voor het snel afkoelen van levensmiddelen in het koelge-
deelte.
bm Ventilator-toets*, aan/uit voor geforceerde koeling
verlicht = ingeschakelde functie
Vriesgedeelte
2 - 6
6 -12
1
4 - 8
2 -
6
6 -12
2
4 -
8
2 -
6
6 -12
3
4 -
8
Ve
ntilation
2 -
6
6 -12
1
4 -
8
2 -
6
6 -12
2
4 -
8
2 -
6
6 -12
3
4 -
8
V
entilation
1
2
3
4
A2
A1
A
Ventilatio
n
11
Ventilator voor geforceerde koeling
33
CN/CNes..6
NL
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem
eventueel aan de volgende eigenaar door.
Deze gebruiksaanwijzing is voor verscheidene modellen
geldig, afwijkingen zijn daarom mogelijk.
Wij feliciteren u met uw nieuwe apparaat. Door uw aankoop heeft u gekozen voor alle voordelen van de
modernste koudetechniek, die u een hoogwaardige kwaliteit, een lange levensduur en een hoge bedrijfs-
zekerheid garandeert.
De uitvoering van uw apparaat biedt u elke dag opnieuw optimaal bedieningscomfort.
Met dit apparaat, gefabriceerd met milieuvriendelijke technieken en recyclebare materialen, leveren u en
wij gezamenlijk een actieve bijdrage aan het behoud van ons milieu.
Lees, om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, a.u.b. de informatie in deze gebruiks-
aanwijzing aandachtig door.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
Inhoud
Gebruiksaanwijzing pag.
Het apparaat in vogelvlucht ................................................ 32
Inhoud ........................................................................... 33
Bepalingen .................................................................... 33
Tips voor energiebesparing ........................................... 33
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen .......................... 34
Aanwijzing m.b.t. afdanken ............................................ 34
Technische veiligheid .................................................... 34
Veiligheid bij gebruik ...................................................... 34
Opstellen ....................................................................... 34
Aansluiten ..................................................................... 34
Ingebruikneming en controlepaneel ............................... 35/36
In- en uitschakelen ........................................................ 35
Temperatuur instellen .................................................... 35
Temperatuurdisplays ..................................................... 35
Alarm - geluidssignaal ................................................... 35
SuperCool ..................................................................... 36
Ventilatorschakeling ...................................................... 36
Indicatie bij stroomuitval/FrostControl-melding .............. 36
Extra functies
(kinderbeveiliging, intensiteit van het display) .............. 36
Koelgedeelte ....................................................................... 37
Verdelen van de levensmiddelen ................................... 37
Indeling aanpassen ....................................................... 37
Binnenverlichting ........................................................... 37
Vriesgedeelte ................................................................. 38/39
SuperFrost .................................................................... 38
Invriezen met SuperFrost .............................................. 38
Aanwijzingen voor het invriezen en bewaren ................. 38
Info-systeem .................................................................. 39
Invriesplateau ................................................................ 39
Koudeaccu‘s .................................................................. 39
IJsblokjes maken ........................................................... 39
Ontdooien ........................................................................... 39
Reinigen ............................................................................. 39
Storingen - Problemen? ...................................................... 40
Technische dienst en typeplaatje ................................... 40
Opstel- en ombouwaanwijzingen .............................. 40/41
Draairichting deur veranderen .................................. 40/41
Inbouw in het keukenblok .............................................. 41
Decorplaat monteren .................................................... 41
Bepalingen
W Het apparaat werd ontworpen voor het koelen, invriezen en
bewaren van levensmiddelen evenals het maken van ijs. Het
is bestemd voor huishoudelijk gebruik. Bij een ander gebruik
kan er geen garantie voor de onberispelijke werking worden
gegeven.
W Het apparat is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse
d.w.z. een minimale omgevingstemperatuur waaronder en
een maximale omgevingstemperatuur waarboven het appa-
raat niet gebruikt mag worden. U vindt de klimaatklasse van
het apparaat op het typeplaatje. Hierbij worden de volgende
afkortingen gebruikt:
Klimaatklasse ontworpen voor
omgevingstemperaturen van
SN +10 °C tot +32 °C
N +16 °C tot +32 °C
ST +18 °C tot +38 °C
T +18 °C tot +43 °C
- Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd.
- Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde veilig-
heidsbepalingen en de EG-richtlijnen 73/23/EEG en 89/336/
EEG.
Tips voor energiebesparing
W Houd de ventilatieopeningen vrij.
W Laat de deur nooit onnodig lang open staan.
W Plaats de levensmiddelen soort bij soort in het apparaat; houdt
u aan de maximale bewaartijd.
W Bewaar alle levensmiddelen goed verpakt of afgedekt; rijpvor-
ming wordt zo voorkomen.
W Laat warme gerechten eerst tot kamertemperatuur afkoelen
voordat u ze in het apparaat plaatst.
W Laat diepvriesproducten in het koelgedeelte ontdooien.
W Houd de deur van het apparaat bij een storing gesloten. Zo
voorkomt u dat de temperatuur snel oploopt en blijft de kwali-
teit van de levensmiddelen langer bewaard.
§
!
34
CN/CNes..6
is, in het gebruik van het apparaat worden onderwezen of die
aanvankelijk toezicht uitoefent. Kinderen mogen niet zonder
toezicht achterblijven om te voorkomen dat ze met het appa-
raat spelen.
W Voorkom voortdurend huidcontact met koude oppervlakken
of te koelen/te bevriezen levensmiddelen want dat kan een
pijnlijk of dof gevoel en bevriezing veroorzaken. Bij langdurig
huidcontact veiligheidsmaatregelen treffen, bijv. handschoe-
nen dragen.
W Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes, na het eruit
nemen niet onmiddellijk en niet te koud consumeren. Door de
lage temperaturen bestaat „Gevaar voor verbranding“.
W Consumeer geen levensmiddelen die over de datum zijn, ze
kunnen een voedselvergiftiging veroorzaken.
Opstellen
W Let er bij het opstellen/inbouwen op dat er geen leidingen van
het koelsysteem beschadigd raken.
W De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm
EN 378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a 1 kubieke m bezit-
ten zodat er in geval van een lekkage in het koelmiddelcircuit
geen ontvlambare gas-lucht-mengeling in de plaatsingsruimte
van het apparaat kan ontstaan. Informatie over de hoeveel-
heid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat.
W Vermijd standplaatsen direct in het zonlicht, naast het fornuis,
de radiator en dergelijke, evenals in vochtige omgevingen met
spatwater.
W Schuif het apparaat in de nis. Verdraai de stelpoten met de bij-
gevoegde steeksleutel 10 om het apparaat stevig en waterpas
op te stellen.
W Dek de ventilatieopeningen nooit af. Zorg altijd
voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
Meer informatie daarover vindt u in de opstel-
en ombouwaanwijzingen.
W Plaats geen apparaten die warmte afgeven op de koel-
of diepvrieskast, bijv. magnetron, broodrooster enz.
W Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen:
- Trek plakband of afstandsdeeltjes* van de draag-
plateaus en plaats de plateaus op de gewenste
hoogte.
- Trek de beschermfolie eraf: aan sierlijsten, front- en zijwan-
den*.
Aansluiten
De stroom (wisselstroom) en spanning
op de opstelplaats moeten overeenkomen met de gege-
vens op het typeplaatje. Dit bevindt zich op de linker bin-
nenkant van het apparaat, afb. A.
W Sluit het apparaat uitsluitend op een correct geïn-
stalleerd randaardestopcontact aan.
W Het stopcontact moet door een zekering van 10 A of
meer beveiligd zijn, niet door de achterkant van het apparaat
bedekt worden en goed toegankelijk zijn.
W Het apparaat niet samen met andere apparaten aansluiten via
een verlengkabel - gevaar voor oververhitting.
W Wanneer u het netsnoer afrolt adviseren wij u het kunststof
snoerhoudertje te verwijderen, om onnodig rammelen te
voorkomen.
Wij adviseren u om het apparaat te reinigen voordat u het in
gebruik neemt (zie verder onder „Reinigen“).
Schakel het apparaat ca. 2 uur voordat u de eerste levensmidde-
len erin plaatst in. Leg de in te vriezen levensmiddelen er pas in
als het temperatuurdisplay ten minste -18 °C aangeeft.
Aanwijzing m.b.t. afdanken
De verpakking is van recyclebare materialen gefabri-
ceerd.
- Golfkarton/karton
- Voorgevormde delen van geschuimd polystyreen
- Folies van polyetheen
- Spanbanden van polypropeen
Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinde-
ren - verstikkingsgevaar door folies!
Breng a.u.b. de verpakking naar een officiële inzamelpunt.
Het afgedankte apparaat bevat nog waardevolle
materialen en moet gescheiden van het ongesorteer-
de afval worden afgevoerd.
Afgedankte apparaten onbruikbaar maken: trek de
stekker uit het stopcontact, snijd het netsnoer door
en zet de sluiting buiten werking zodat kinderen
zich niet kunnen opsluiten.
Let erop dat het koelmiddelcircuit tijdens het transport van
het afgedankte apparaat niet wordt beschadigd.
Informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op het type-
plaatje.
Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig ge-
beuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften
en wetten.
Technische veiligheid
W Om persoonlijk letsel en materiële schade te voorkomen, het
apparaat alleen verpakt transporteren en met twee
personen neerzetten.
W Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk,
maar brandbaar.
W Leidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen. Eruit
spuitend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken of ontbranden.
W Wanneer koelmiddel vrijkomt, dan open vuur of ontstekings-
bronnen in de nabijheid van het lekpunt verwijderen, stekker
uit het stopcontact trekken en de ruimte goed ventileren.
W Bij schade aan het apparaat onmiddellijk - voor het aansluiten
- bij de leverancier reclameren.
W Om een veilig gebruik te waarborgen het apparaat alleen
volgens de informatie in de gebruiksaanwijzing monteren en
aansluiten.
W In geval van een storing het apparaat van het net loskoppelen:
stekker uit het stopcontact trekken (hierbij niet aan de aan-
sluitkabel trekken) of zekering laten aanspringen resp. eruit
draaien.
W Reparaties en ingrepen aan het apparaat alleen door de
technische dienst laten uitvoeren, daar anders aanzien-
lijke gevaren voor de gebruiker ontstaan. Hetzelfde geldt
voor het vervangen van het netsnoer.
Veiligheid bij gebruik
W Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen met brand-
bare drijfgassen, zoals butaan, propaan, pentaan enz., in
het apparaat. Eventueel vrijkomende gassen zouden
door elektrische componenten kunnen ontbranden. U
herkent dergelijke spuitbussen aan de erop gedrukte
inhoudsvermelding of aan een vlamsymbool.
W Producten met een hoog percentage alcohol alleen goed
afgesloten en staande bewaren.
W In het inwendige van het apparaat geen open vuur of ontste-
kingsbronnen gebruiken.
W Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebruiken
(bijv. stoomreinigingsapparatuur, verwarmingsapparatuur).
W Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te leunen
misbruiken.
W Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kinderen)
met fysieke, sensorische of mentale gebreken of personen,
die niet over voldoende ervaring en kennis beschikken, tenzij
zij door een persoon, die voor hun veiligheid verantwoordelijk
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
35
CN/CNes..6
NL
In- en uitschakelen
Met de hoofd-aan/uitschakelaar 3 zet u steeds het volle-
dige apparaat aan of uit, vries- en koelgedeelte.
W Inschakelen: Druk op de Aan/Uittoetsen 3 of 9; de tempe-
ratuurdisplays lichten op/knipperen.
- Koelgedeelte: de binnenverlichting brandt wanneer de deur
geopend is.
- Vriesgedeelte: Bij ingebruikneming en een warm apparaat
worden in de weergave van het vriesgedeelte strepen weerge-
geven, totdat een temperatuur onder 0 °C bereikt is.
W Uitschakelen: Hoofd-aan/uittoets ca. een seconde indrukken;
de verlichte temperatuurdisplays gaan uit.
W Als u enkel het koelgedeelte wilt uitschakelen (vriesge-
deelte blijft ingeschakeld - gemakkelijk vb. als u met vakantie
bent), druk dan de aan/uittoets 9 zodat het temperatuurdis-
play koelgedeelte 7 en de binnenbelichting donker zijn. Het
temperatuurdisplay vriesgedeelte 1 moet oplichten.
Temperatuur instellen
Het apparaat is standaard ingesteld voor normaal bedrijf. Voor het
koelgedeelte adviseren wij +5 °C, voor het vriesgedeelte -18 °C.
Temperatuur verlagen/kouder: de Down-insteltoets indrukken,
links voor koelgedeelte: 8, rechts voor vriesgedeelte: 2.
Temperatuur verhogen/warmer: de Up-insteltoets indrukken.
- Tijdens het instellen knippert de ingestelde temperatuur
op het temperatuurdisplay.
- De eerste keer dat u op een temperatuur-tiptoets drukt toont
het temperatuurdisplay de laatst ingestelde temperatuur
van het vries- of koelgedeelte.
- Door meermaals kort op een tiptoets te drukken, laat u de
ingestelde temperatuur in stapjes van 1 °C verspringen. Houdt
u de tiptoets langer ingedrukt dan verandert de temperatuur
doorlopend.
- Ongeveer 5 seconden nadat u de tiptoetsen hebt losgelaten
schakelt het temperatuurdisplay automatisch over op de wer-
kelijke vries- of koeltemperatuur.
- De temperatuur is instelbaar:
in het koelgedeelte tussen 11 °C en 2 °C,
in het vriesgedeelte tussen -16 °C en -26 °C.
Afhankelijk van de opstelplaats wordt de laagste temperatuur
ook daadwerkelijk bereikt of niet (staat het apparaat op een
warme plaats dan wordt de laagste temperatuur niet altijd
bereikt).
Temperatuurdisplays
In normaal bedrijf toont
- temperatuurdisplay 7 de gemiddelde temperatuur in het
koelgedeelte en
- temperatuurdisplay 1 de hoogste temperatuur van de
ingevroren levensmiddelen.
Het temperatuurdisplay knippert wanneer u
- de ingestelde temperatuur verandert en wanneer
- de temperatuur enkele graden gestegen is. Hierdoor wordt u
erop geattendeerd dat de temperatuur is opgelopen. Dit kan
gebeuren wanneer u verse levensmiddelen op kamertempera-
tuur in het apparaat gelegd hebt of wanneer u het apparat lang
open liet staan en er warme lucht in kon stromen. In dit geval
zorgt de ingebouwde elektronica er automatisch voor dat de
ingestelde temperatuur weer bereikt wordt. De korte tempera-
tuurstijging heeft geen gevolgen voor de levensmiddelen.
W Verschijnt op het temperatuurdisplay een foutmelding
„F1“ tot „F5“ dan is sprake van een storing. Neem in dit geval
contact op met de technische dienst van de leverancier van
het apparaat. Wanneer u het nummer van de foutmelding (bijv.
„F2“) noemt, kan men u snel van dienst zijn.
Alarm - geluidssignaal
Het alarm helpt u om de temperatuur van ingevroren levensmid-
delen te bewaken en energie te besparen.
W
Het alarm stopt wanneer u op de Alarm-toets 5 drukt en
- automatisch wanneer de temperatuur weer voldoende ver
gedaald is of
- de deur gesloten wordt.
Deuralarm – voor koel- en vriesgedeelte
- Het apparaat geeft alarm wanneer de deur langer dan ca. 60
sec. openstaat.
Het alarm blijft ingeschakeld zolang de deur openstaat. Door
het sluiten van de deur is de alarmfunctie automatisch gereed
voor bedrijf.
Temperatuuralarm – vor het vriesgedeelte
- Het alarm blijft ingeschakeld zolang de levensmiddelen niet
koud genoeg zijn (afhankelijk van de ingestelde temperatuur).
- Tegelijkertijd knippert het temperatuurdisplay.
Mogelijk oorzaak van het alarm:
- er werden warme, verse levensmiddelen in het apparaat ge-
legd;
- bij het overpakken/eruit halen van levensmiddelen is te veel
warme lucht in het apparaat gestroomd.
Het temperatuurdisplay blijft knipperen totdat de alarmsituatie
beëindigd is. Vervolgens schakelt het display automatisch op
continu branden over en is het alarm weer gereed.
SuperCool
Ingebruikneming en controlepaneel
* afhankelijk van model en uitvoering
Ventilation
11
36
CN/CNes..6
Met de functie SuperCool schakelt u het koelgedeelte over op
maximale koeling. Daarmee bereikt u tijdelijk lagere koeltempe-
raturen.
Deze functie is bijzonder geschikt om grote hoeveelheden
levensmiddelen, dranken, vers gebak of vers bereide levensmid-
delen zo snel mogelijk af te koelen.
W Inschakelen: Druk kort op de SuperCool-toets bl zodat ze
oplicht.
De koeltemperatuur daalt tot op de koudste waarde.
Opmerking: „SuperCool“ verbruikt iets meer stroom. Na ca. 6
uur schakelt de elektronica echter weer automatisch naar de
energiebesparende stand terug.
Desgewenst kunt u de SuperCool-functie ook van tevoren
uitschakelen.
W Uitschakelen: Druk nogmaals kort op de SuperCool-toets
zodat ze niet meer oplicht.
Ventilatorschakeling*
voor geforceerde koeling bm:
Met de ventilatorschakeling kunt u indien nodig
- grote hoeveelheden verse levensmiddelen snel afkoelen en
- over alle draagplateaus een relatief gelijkmatige tempera-
tuurverdeling in de koelruimte bereiken. Door een intensieve
luchtcirculatie heffen de verschillende temperatuurbereiken
elkaar op. Alle levensmiddelen worden even koel.
W De ventilatorschakeling is bijzonder nuttig:
- bij hoge kamertemperaturen (vanaf ca. 30 °C) of
- een hoge luchtvochtigheid, zoals op zomerdagen.
W Inschakelen: Druk kort op de ventilatortoets bm zodat ze
oplicht.
W Uitschakelen: Druk nogmaals kort op de toets zodat het
lampje in de toets uitgaat.
Opmerking:
- Om energie te besparen, gaat de ventilator automatisch uit als
de deur open is.
Indicatie bij stroomuitval /
„FrostControl“-melding
Staat op het display
, dab betekent dit:
De temperatuur van de ingevroren levensmiddelen is door
een stroomuitval, door een netspanningsonderbreking in de
afgelopen uren of dagen te ver opgelopen.
W Wanneer u tijdens de melding op de Alarm-toets 5 drukt,
ziet u op het display hoe ver de temperatuur gedurende de
stroomonderbreking is opgelopen.
Controleer, afhankelijk van de temperatuurstijging of zelfs
ontdooiing, of de levensmiddelen nog geschikt zijn voor con-
sumptie!
- De hoogste temperatuur tijdens de stroomonderbreking is ca.
1 min. zichtbaar. Daarna toont het display weer de tempera-
tuur die de levensmiddelen op dat moment hebben. Druk
meermaals op de Alarm-toets om de weergave van de hoog-
ste temperatuur voortijdig af te breken.
Zodra het apparaat weer stroom krijgt zal de ingestelde tempera-
tuur weer worden aangehouden.
Ventilation
11
Ingebruikneming en controlepaneel
Extra functies
Via de instelmodus kunt gebruik maken van de kinderbeveili-
ging en de intensiteit van het display* veranderen:
Instelmodus activeren:
W SuperFrost-toets ca. 5 sec drukken - de SuperFrost-toets
knippert - het display toont c voor kinderbeveiliging.
Aanwijzing: de waarde die dient te worden veranderd knippert.
W Door op de Up/Down-toets te drukken, de gewenste functie
kiezen:
c = kinderbeveiliging of h = lichtintensiteit.
W Nu door kort op de SuperFrost-toets te drukken, de functie
selecteren/bevestigen:
Bij c = kinderbeveiliging door op de Up/Down-
toets te drukken c1 = kinderbeveiliging AAN of
c0 = kinderbeveiliging UIT kiezen en met de
SuperFrost-toets bevestigen. Als het symbool 6
licht, is de kinderbeveiliging actief.
Bij h = lichtintensiteit door op de Up/Down-
toets te drukken h1=minimale tot h5 = maxima-
le intensiteit selecteren en met de SuperFrost-
toets bevestigen.
Instelmodus verlaten:
W Door op de On/Off-toets te drukken, de instelmo-
dus beeindigen; na 2 min. schakelt de electronica
automatisch om.
- Het standaard regelbedrijf is weer actief.
Net@Home
Het apparaat kan zo nodig door onze technische dienst van een
extra aansluiting 1 worden voorzien.
Met nog een optioneel Net@Home-module, bijv. TeleSafe-module
of huisbus slave-module (EHS), kan het apparaat op een netwerk
worden aangesloten.
Meer informatie daartoe vindt u op internet onder
www.liebherr.com
1
37
CN/CNes..6
NL
Koelgedeelte
Verdelen van de levensmiddelen
Door de natuurlijke luchtcirculatie in de koelruimte ontstaan ge-
bieden met verschillende temperaturen. Voor de diverse soorten
levensmiddelen kan deze temperatuurverdeling voordelig zijn.
Zo heerst direct boven de groenteladen en tegen de achterwand
de laagste temperatuur (optimaal voor bijv. worst en vleeswaren).
Bovenin het apparaat, aan de voorkant en in de deur heerst de
hoogste temperatuur (optimaal voor bijv. kaas en smeerbare
boter). Plaats de levensmiddelen daarom volgens het indelings-
voorbeeld, afb. B, in het apparaat.
Tips voor het koelen
- Leg de levensmiddelen niet te dicht tegen elkaar zodat de
lucht er goed tussen circuleren kan.
- Bewaar levensmiddelen die snel geur of smaak afgeven of
aannemen evenals vloeistoffen altijd in een gesloten koelkast-
doos of afgedekt.
- Ethyleengasproducerende en -gevoelige levensmiddelen zo-
als fruit, groente en sla, altijd gescheiden bewaren of verpak-
ken, om de houdbaarheid niet te reduceren; bijv. tomaten niet
met kiwi‘s of kool bewaren.
Indeling aanpassen
Desgewenst kunt u de plateaus en opbergvakken verplaatsen.
W Opbergvakken in deur verplaatsen, afb. C: schuif het op-
bergvak omhoog, neem het er naar voren uit en zet het in de
omgekeerde volgorde terug.
W Door de flessenhouder te verschuiven, voorkomt u dat fles-
sen omvallen bij het openen en sluiten van de deur, neem de
flessenhouder altijd bij het fixeerdeeltje van kunststof.
W Draagplateaus verplaatsen, afb. D:
- Til het draagplateau op, trek het naar voren en zwenk het weg.
Schuif de draagplateaus altijd met de aanslagrand achter naar
boven wijzend terug, daar de levensmiddelen anders aan de
achterwand vast kunnen vriezen.
- De glasplaten zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild
uittrekken.
- Bovenste draagplateau* (zonder aanslagrand achteraan)
steeds in de bovenste positie schuiven, het past enkel daar.
W Hebt u ruimte voor grote flessen nodig, dan kunt u
- de voorste halve glasplaat* zacht omhoog heffen en voor-
zichtig onder de achterste plaat schuiven tot de uittrekstops in
de openingen klikken, afb. E.
De binnenverlichting
wordt automatisch uitgeschakeld wanneer het apparaat langer
dan ca. 15 minuten open staat. Gaat de binnenverlichting niet
automatisch aan wanneer u het apparaat opent maar is het
temperatuurdisplay wel verlicht, dan is het gloeilampje misschien
defect.
Vervangen van de gloeilamp:
W Type gloeilamp: max. 25 W, de stroom en spanning moeten
overeenkomen met de gegevens op het type-plaatje. Gebruik
enkel gloeilampen met dezelfde afmeting. E14-fitting.
W Schakel het apparaat uit. Trek de stekker uit het stop-con-
tact of schakel de zekering in de meterkast uit.
W Druk de boven- en onderkant van het afdekkapje, afb. F1, in 1
en wip het kapje aan de achterkant los 2.
W Vervang de gloeilamp, afb. F2.
W Zet het afdekkapje achter terug en druk de boven- en onder-
kant vast.
* afhankelijk van model en uitvoering
1 boter, kaas
2 eieren
3 pakken melk/sap, dranken, flessen
4 conservenblikken
5 zuivelproducten, bakproducten
6 vlees, worst, vis, kant-en-klare maaltijden
7 fruit, groenten, sla
B
1
7
3
5
6
4
2
Ventilation
D
F2F1
C
1
1
1
2
2
3
2
E
1
2
1
1
2
2
38
CN/CNes..6
en te blancheren groente. Voeg aan overige levensmiddelen
slechts weinig zout en specerijen toe: verschillende specerijen
veranderen door het invriezen van smaak.
W Vries geen flessen en pakken met koolzuurhoudende dranken
in aangezien deze kunnen exploderen. Haal flessen die u
snel wilt koelen uiterlijk na één uur al weer uit het apparaat!
W Bewaren: De afzonderlijke laden en plateaus kunnen max. 25
kg levensmiddelen dragen.
- VarioSpace: Door een lade en een plateau eruit te halen
krijgt u over 2 ladehoogten plaats voor grote levensmiddelen.
Gevogelte, vis, grote stukken wild en hoog gebak kunnen als
één stuk worden ingevroren.
W Als u het maximale volume wilt gebruiken, kunt u de laden
eruit nemen en de vriesproducten direct op de plateaus bewa-
ren.
- Enkel de onderste lade moet altijd in het apparaat blijven.
- Als u de bovenste lade eruit neemt, moet u erop letten dat u
de luchtgaten van de ventilator niet afdekt, dat is heel belang-
rijk voor een goed functioneren van het
apparaat.
- Laden eruit halen, afb. G1: trek de
lade tot aan de aanslag naar voren en til
hem eruit.
- Draagplateau eruit halen, afb. G2: het
draagplateau aan de voorkant oplichten
en eruit trekken.
Plateau terugzetten: in omgekeerde
volgorde te werk gaan, draagplateau tot
aanslag inschuiven.
W Bewaar dezelfde soort levensmiddelen
altijd bij elkaar. Zo voorkomt u dat de
deur te lang open staat en bespaart u
energie.
W Houd u aan de voorgeschreven bewaar-
tijden.
W Ontdooien: Haal steeds slechts zoveel levensmiddelen uit
het apparaat als u direct nodig hebt. Verwerk eenmaal ont-
dooide levensmiddelen zo snel mogelijk tot een gerecht.
Ingevroren levensmiddelen kunt u als volgt ontdooien:
- in een oven/heteluchtoven;
- in een magnetron;
- bij kamertemperatuur;
- in het koelgedeelte: de warmte die voor het ontdooien nodig
is, wordt aan de overige levensmiddelen onttrokken.
- Reeds enigszins ontdooide platte porties vlees en vis kunnen
heet bereid worden.
- Groenten kunt u direct bereiden, zonder dat u ze ontdooit (in
de helft van de tijd die normaal nodig is om gaar te worden).
SuperFrost
Met de SuperFrost-functie zorgt u ervoor dat verse levensmid-
delen zo snel mogelijk door en door bevriezen, terwijl reeds in-
gevroren levensmiddelen een „koudereserve“ krijgen. Dat maakt
de SuperFrost-voorziening mogelijk. Zo blijven voedingswaarde,
uiterlijk en smaak van de ingevroren levensmiddelen het beste
bewaard.
W Op het typeplaatje (zie afb. A2, 4, onder „Invriescapaciteit ...
kg/24h“) vindt u hoeveel kilo verse levensmiddelen u binnen
24 uur maximaal kunt invriezen. De invriescapaciteit is afhan-
kelijk van het model en de klimaatklasse van het apparaat.
Invriezen met SuperFrost
W Druk kort op de SuperFrost-toets4, zodat ze oplicht.
De temperatuur daalt; het apparaat werkt met maxi-
male koeling.
W Bij een geringe hoeveelheid in te vriezen levensmid-
delen ca. 6 uur wachten/voorvriezen - gewoonlijk is dit lang
genoeg. Wacht bij de maximale hoeveelheid levensmiddelen,
zie het typeplaatje onder „Invriescapaciteit“, ca. 24 uur.
W Daarna de verse levensmiddelen erin leggen, bij voorkeur in
de bovenste laden.
Vries bij de maximale hoeveelheid de verpakte levensmid-
delen zonder laden in. Leg ze direct op de koudeplaten en na
het invriezen in de laden!
- SuperFrost wordt automatisch uitgeschakeld, afhankelijk
van de ingevroren hoeveelheid (variërend van 30 tot 65 uur).
Na het invriezen gaat het SuperFrost-toets uit -het apparaat
werkt weer in de normale energiebesparende stand.
Opmerking: Schakel SuperFrost niet in
- wanneer u reeds ingevroren diepvriesproducten in het appa-
raat legt;
- bij het invriezen van minder dan 2 kg verse levensmiddelen
per dag.
Aanwijzingen voor het invriezen en bewaren
W De volgende levensmiddelen kunt u invriezen: vlees, wild,
gevogelte, verse vis, groente, fruit, zuivelproducten, brood,
bakkerijproducten, kant-en-klare maaltijden.
Ongeschikt zijn: kropsla, rammenas, druiven, hele appels en
peren, vet vlees.
W Als verpakkingsmateriaal zijn geschikt: diepvrieszakjes,
voor hergebruik geschikte koelkastdozen van kunststof of
metaal (bijv. aluminium).
W Breng in te vriezen levensmiddelen nooit in contact met inge-
vroren levensmiddelen. Leg uitsluitend droge verpakkingen in
het apparaat zodat ze niet aan elkaar kunnen vastvriezen.
W Schrijf altijd de invriesdatum en inhoud op de verpak-kingen.
Houd u aan de maximale houdbaarheid om kwaliteitsverlies te
voorkomen.
W Verpak levensmiddelen die u zelf invriest altijd in afgemeten
porties. Houd bij voorkeur de volgende hoeveelheden per por-
tie aan, om de porties meteen door en door te laten bevriezen:
- fruit, groente: max. 1 kg,
- vlees: max. 2,5 kg.
W Blancheer groenten na het wassen en afmeten van de por-
ties door ze 2-3 minuten in kokend water onder te dompelen
en vervolgens snel onder koud water af te spoelen. Gebruikt
u een stoompan of magnetron, lees dan de bijbehorende
gebruiksaanwijzing.
W Voeg geen zout of specerijen toe aan verse levensmiddelen
Vriesgedeelte
G1
G2
39
CN/CNes..6
NL
Vriesgedeelte
* afhankelijk van model en uitvoering
wild
worstjes
paddestoelen
brood
gevogelte
rund-/kalfs-vlees
kant-en-klare
maaltijden
vis
groente
fruit
ijs
Het info-systeem*
De ingevroren levensmiddelen moeten binnen de aanbevolen
bewaartijd worden gebruikt.
De getallen tussen de symbolen staan voor de bewaarduur in
maanden voor meerdere soorten diepvriesproducten.
De vermelde bewaartijden zijn richtwaarden voor vers in te
vriezen levensmiddelen. Of de minimale of maximale bewaartijd
geldig is, hangt van de kwaliteit van de levensmiddelen en de
voorbehandeling af. Houd voor de wat vettere levensmiddelen
altijd de minimale bewaartijd aan.
varkensvlees
Het invriesplateau*
Hiermee vriest u bessen, kruiden,
groenten en andere kleine diepvries-
producten in. De levensmiddelen
behouden hun vorm en zijn later
eenvoudiger in porties te verdelen.
W Verdeel de diepvriesproducten
losjes over het invriesplateau, afb. H.
W Schuif het invriesplateau in een van de bovenste laden. Laat
de levensmiddelen 10 à 12 uur invriezen, stop ze vervolgens
in een diepvriesdoos of -zak en leg ze in een lade.
W Ontdooien: Spreid de ingevroren levensmiddelen losjes naast
elkaar uit.
De koudeaccu‘s*
voorkomen bij stroomuitval dat de
temperatuur te snel oploopt - de
kwaliteit van de levensmiddelen blijft
beter bewaard.
W De koudeaccu‘s kunt u ruimte-
besparend in het invriesplateau
invriezen en bewaren, afb. J.
- Wilt u ingevroren levensmiddelen bij een eventuele storing zo
lang mogelijk kunnen bewaren, leg dan de bevroren ac-
cu‘s in de bovenste lade direct op de levensmiddelen.
2
-
6
6
-1
2
4
-
8
IJsblokjes maken
W IJsblokjeshouder met water vullen.
W IJsblokjeshouder in het apparaat zetten
en laten bevriezen.
W Vervorm de houder enigszins om de
ijsblokjes eruit te laten springen of
houd hem even onder stromend water.
Ontdooien, reinigen
Ontdooien
Het No-frost-systeem zorgt ervoor dat het apparaat automatisch
wordt ontdooid.
In het koelgedeelte: Het vrijkomende water verdampt door de
vrijkomende warmte van de compressor - waterdruppels op de
achterwand zijn normaal en wijzen niet op een storing.
W U hoeft er slechts voor te zorgen dat het dooiwater ongehin-
derd door de afvoeropening (pijl in afb. A) in de achterwand
kan wegstromen.
In het vriesgedeelte: Het vrijkomende vocht slaat op de ver-
damper neer, wordt periodiek ontdooid en verdampt. Door de
automatische ontdooiing blijft de vriesruimte altijd vrij van ijs.
Reinigen
W Trek altijd de stekker uit het stopcontact of schakel
de zekering in de meterkast uit, voordat u het ap-
paraat schoonmaakt.
W Buitenwand, binnenruimte en delen van het interieur
met lauwwarm water en een beetje schoonmaakmiddel
met de hand reinigen. Gebruik geen stoomreinigingsapparaat
teneinde verwondingen en beschadigingen te voorkomen.
W Gebruik bij voorkeur zachte poetsdoeken en een pH-neutrale
allesreiniger. Gebruik in de binnenruimte van het apparaat
enkel levensmiddelenvriendelijke reinigings- en onderhouds-
producten.
W Bij apparaten in rvs-uitvoering* een normaal rvs-schoon-
maakmiddel gebruiken.
- Behandel het apparaat na de reiniging met een rvs-onder-
houdsmiddel (gelijkmatig in de slijprichting) om het de beste
bescherming te geven. Donkere plaatsen op de rvs-opper-
vlakte en een intensievere kleur kort na de reinigingsbeurt zijn
normaal.
- Gebruik geen schurende/krassende sponsen, geconcentreer-
de reinigingsmiddelen evenmin als schoonmaakproducten of
chemische oplosmiddelen die zand, chloride of zuur bevatten:
die beschadigen de oppervlakte en kunnen corrosie veroorza-
ken.
W Let erop dat er geen water in de afvoergoot, ventilatie-roosters
of elektrische delen dringt. Maak het apparat goed droog met
een doek.
- Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van
het apparaat nooit: het is belangrijk voor de technische dienst.
W De boterdoos* kunt u in de vaatwasmachine plaatsen. De pla-
teaus, glasplaten en de overige uitrusting moet u met de hand
reinigen: ze zijn niet vaatwasmachinebestendig.
W Als u het bovenste deurvak (boter- en kaasvak) wilt verwij-
deren, dan het vak altijd samen met het deksel* verwijderen!
Daarna een zijstuk van het vak voorzichtig naar buiten duwen
totdat de dekselpen vrij komt en het deksel zijwaarts wegge-
haald kan worden; daarbij op eventuele lagerbussen* letten.
W U kunt draagplateaus en opbergvakken
demonteren om ze te reinigen - trek de
lijsten en de zijkanten van de glasplaten.
- Trek de beschermfolie eraf.
W Reinig de dooiwater-afvoeropening in
de achterwand boven de groenteladen
regelmatig (afb. A, pijl). Gebruik indien
nodig een spits hulpmiddel, bijv. een
wattenstaafje.
W Maak het aggregaat en de warmtewisselaar (het metalen
rooster aan de achterkant van het apparaat) minimaal één
keer per jaar stofvrij en schoon. Stof verhoogt het energiever-
bruik.
W Let erop dat u geen kabels of andere
onderdelen lostrekt, knikt of beschadigt.
W Steek vervolgens de stekker weer in het
stopcontact (of schakel de zekering in
de meterkast weer in) en schakel het
apparaat in. Leg de levensmiddelen
weer terug in het apparaat zodra de
temperatuur begint te dalen.
Moet het apparaat voor langere tijd uitgeschakeld worden,
maak het dan leeg, trek de stekker uit het stopcontact, maak het
op de hierboven beschreven manier schoon en laat de deur van
het apparaat open staan om geurvorming te voorkomen.
40
CN/CNes..6
Technische dienst en typeplaatje
Kunt u geen van de hierboven beschreven oorzaken vast-
stellen en de storing niet zelf verhelpen of verschijnt op
het temperatuurdisplay een foutmelding "F0" tot "F5" dan
is er sprake van een storing.
Neem in dit geval contact op met de dichtstbijzijnde technische
dienst (zie bijgevoegd overzicht). Geef het nummer van de fout-
melding (F1 enz.) door evenals de volgende gegevens op het
typeplaatje:
de typeaanduiding 1,
het servicenummer 2,
het apparaatnummer 3
Hierdoor wordt een snelle en efficiënte
service mogelijk. Het typeplaatje vindt
u op de linker binnenkant van het ap-
paraat.
Laat het apparaat dicht tot de klanten-
dienst komt om een nog groter koudeverlies te vermijden.
Opstel- en ombouwaanwijzingen
Het apparaat niet side-by-side met een andere koel-/vrieskast
plaatsen. Belangrijk voor het vermijden van condensatiewater en
daaruit resulterende schade.
Dit geldt niet voor de modellen met zijverwarming. Ze zijn ontwor-
pen voor de side-by-side montage met deze koel-/vriesappara-
ten. Meer informatie hierover krijgt u de vakhandel.
De uitwendige afmetingen van het apparaat vindt u in afb. S op
de laatste pagina en de onderstaande tabel.
Model, bruto-inhoud (l) hoogte H
(zie typeplaatje) (mm)
331 (33..) 1806
365 (36..) 2000
377 (38..) 1982
Draairichting deur veranderen
Afb. T. Desgewenst kan de draairichting worden veranderd:
Deuraanslag enkel wisselen wanneer de netstekker is uitgetrok-
ken!
W Open de deur en de plint 1 m.b.v. een schroevedraaier aan
de scharnierkant uitklinken en naar voren uittrekken.
- Wip de afdekking 2 met een schroevendraaier los. Sluit de
deur.
- Draai schroef M5 3 eruit.
W Trek de scharnierbasis 4 en de lagerpen 5 er naar beneden
uit, zwenk ze eruit en verwijder ze.
- Open de deur, kantel de onderzijde eruit en til de deur weg.
- Trek de middelste lagerpen 6 er naar beneden uit.
- De bovenste deur uitkippen en naar beneden verwijderen, (bij
variante I. op afstandshuls 9 letten).
W Zet alle lagerdelen naar de andere kant over:
W Boven, voortgaan (al naargelang de variante) als volgt:
Variante I. (zichtbaar bedienbord): afdekkingen 8 met een
schroevedraaier naar voren uitklinken en schuin naar beneden
verwijderen. Lagerbout 7 uitdraaien en op de andere kant
indraaien. Daartoe het inbusgedeelte van de bijgaande steek-
sleutel (sleutel 5) gebruiken. Afdekkingen 8 opnieuw monte-
ren: achteraan inzetten en vooraan inklinken.
Variante II. (verdekt bedienbord): afdekking 8 aan de kant
van de greep optillen, naar buiten wegschuiven; afdekking aan
de kant van het scharnier optillen en wegtrekken.
- Aardingsplaat cm afschroeven: aardingsschroef cl eerst, dan
bevestigingsschroef binnen cq.
- Lagerstoel 9 afschroeven: eerst aardingsschroef cl, dan
bevestigingsschroeven cq losdraaien. Lagerstoel 9 op de
andere kant zetten. Om de montage te vergemakkelijken, de
lagerstoel van boven opzetten en met de bovenste bevesti-
gingsschroef cq M5 eerst aanhalen, dan schroef cq en ten-
slotte aardingsschroef cl M4.
- Aardingsplaat cm, 180 ° gedraaid, op de nieuwe kant van de
greep weer vastschroeven: eerst bevestigingsschroef cq dan
aardingssschroef cl.
- Lagerbout 7 in het andere bevestigingsgat omzetten. Daartoe
het inbusgedeelte van de bijgaande steeksleutel (sleutel 5)
gebruiken.
- Afdekkingen 8 weer monteren: de afdekking aan de kant van
het scharnier naar buiten schuiven en inklinken; de afdekking
aan de kant van de greep van buiten inschuiven en inklinken.
W Midden: afdekking bl met lagerstoel bm wisselen: de
schroeven uitdraaien, de afdekking bl en de lagerstoel bm
naar de zijkant lostrekken, en 180° gedraaid aan de andere
kant terug opschuiven, de lagerbus bn eruittrekken en van
boven weer inzetten.
W Onderaan: met een schroevendraaier het afstandsstuk bo Afb.
T1 optillen en aan de tegenovergestelde kant monteren.
W Deuren weer monteren:
- Wip de stopjes bp uit de lagerbussen van de deur en zet ze
naar de andere kant over.
- Bovenste deur in scharnierpin 7 hangen, (bij variant I op
afstandhuls 9 letten). Sluit de deur.
- Schuif de middelste lagerpen 6 van onder door het scharnier
* afhankelijk van model en uitvoering
Het apparat is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat
storingen nagenoeg niet voorkomen en een lange levensduur
gegarandeerd is.
Doet zich desondanks een storing voor, ga dan a.u.b. na of deze
misschien het gevolg is van een verkeerde bediening. Is dit het
geval dan moeten we helaas - ook tijdens de garantietermijn - de
reparatiekosten in rekening brengen.
De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
Storing mogelijke oorzaak en oplossing
Het apparaat werkt niet, het display blijft donker.
- Is het apparaat correct ingeschakeld?
- Zit de stekker goed in het stopcontact?
- Is de zekering in de meterkast in orde?
De binnenverlichting brandt niet.
- Is het koelgedeelte ingeschakeld?
- Stond de deur langer dan 15 min. open?
- Is het gloeilampje defect? Vervang het lampje als onder „Bin-
nenverlichting“ beschreven.
Het apparaat maakt te veel lawaai.
- Staat het apparaat op een stevige ondergrond? Worden
meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draaiende
aggregaat aan het trillen gebracht? Schuif het apparaat
eventueel iets weg, stel het met de stelpoten waterpas, zet de
flessen en verpakkingen van elkaar af.
- Normaal zijn: stromingsgeluiden (borrelen of ruisen) veroor-
zaakt door het koelmiddel dat in het koelmiddelcircuit stroomt.
Een kort klikken. Dit ontstaat altijd als de compressor (de
motor) automatisch in- of uitgeschakeld wordt.
Brommen van de motor. De motor bromt even iets harder
als het aggregaat wordt ingeschakeld.
Het apparaat geeft een alarmsignaal,
de temperatuur is niet laag genoeg.
- Hebt u er een te grote hoeveelheid verse levensmiddelen
ingelegt zonder SuperFrost? (zie passage „SuperFrost“)
- Sluit de apparaatdeur goed?
- Is er voldoende be- en ontluchting?
Ventilatierooster eventueel vrijmaken.
- Is de omgevingstemperatuur te hoog?
(zie passage „Bepalingen“)
- Werd het apparaat te vaak of te lang geopend?
- Eventueel afwachten of de gewenste temperatuur vanzelf
weer wordt bereikt.
Op het display staat .
- De stroom was uitgevallen. Handel als onder „Indicatie bij
stroomuitval/FrostControl-melding“ beschreven.
De compressor loopt lang
- Dat is bij energiezuinige modellen functioneel in orde. De toe-
rentalgeregelde* compressor schakelt bij minder koudevraag
op een lager toerental om. Hoewel de compressor daardoor
bijna continu gaat draaien, wordt er toch energie gespaard.
Storingen - Problemen?
41
CN/CNes..6
NL
Opstel- en ombouwaanwijzingen
bm in het deurlager. Lijn de deur indien nodig via de sleufgaten
in het scharnier met de behuizing uit.
- Hang de onderste deur erin en sluit hem.
- Draai de scharnierbasis 4 180°, trek de lagerpen 5 eruit en
zet hem omgekeerd weer terug. Monteer beide delen in het
scharnier bq: schuif de pen door het scharnier in het deur-
lager, zwenk de scharnierbasis erin, schuif hem omhoog en
monteer hem met de schroef 3 voor.
W Lijn de deur via het sleufgat in het scharnier bq uit ten op-
zichte van de behuizing, draai vervolgens de schroef 3 stevig
vast.
W Schuif de plint 1 erop en druk hem vast.
W Open de deur en zet afdekking 2 van voren in de plint en
druk hem achter vast.
W Deurgrepen br en stopjes bt van plaats veranderen*.
Zet de deur open en klik de aandrukplaten* bs vanvoor voor-
zichtig uit en schuif ze zijlings weg; schroef de greep eraf.
Bij het monteren omgekeerd te werk gaan: schuif de aandruk-
platen eraan en let op een juist inklikken.
Inbouw in het keukenblok
Afb. U. Het apparaat kan door de keukeninrichting omgeven
worden. Om het apparaat aan de hoogte van het keukenblok aan
te passen kunt u er een opbouwkast 1 op plaatsen.
Houd achter de gehele breedte van de opbouwkast een venti-
latieruimte van ten minste 50 mm diepte vrij voor de toevoer en
afvoer van lucht. De ventilatieruimte moet een minimale opper-
vlakte van 300 cm
2
hebben. Hoe groter de oppervlakte van de
ventilatieruimte, des te energiezuiniger werkt het apparaat.
W Bij gebruik van gestandaardiseerde keukenkasten (diepte
max. 580 mm) en decorplaten met een maximale dikte van 2
mm kunt u het apparaat direct naast het keukenblok plaatsen.
De deur van het apparaat steekt aan de zijkanten 34 mm en
in het midden 51 mm ten opzichte van het keukenfront naar
voren. Hierdoor is de deur zonder problemen te openen en
sluiten.
W Plaatst u het apparaat met de scharnierkant naast een muur
4 neem dan een afstandlijst (breedte min. 36 mm) tussen
apparaat en muur op. Dit in verband met het uitsteken van de
deurgreep bij een geopende deur.
1 opbouwkast 3 keukenmeubel
2 koel-/vrieskast 4 muur
Decorplaat* monteren
(bij witte apparaten met hoogte H = 1806 en 1982 mm)
Met een decorplaat en decorlijsten kunt u de kleur van het ap-
parat aan de rest van het keukenblok aanpassen of hiermee juist
laten contrasteren.
Decorplaaten zijn verkrijgbaar bij keukenspeciaalzaken; losse
decorlijsten via de leverancier van uw apparat.
Wilt u de decorplaaten zelf monteren, dan hebt u voor het
voorboren van de bevestigingsgaten een boormachine of accu-
schroevedraaier nodig. De deurgrepen dienen door de bijgele-
verde stijve grepen van het decorlijstenset voor het decorraam
te worden vervangen. Zie voor verdere montage-aanwijzingen
en de maten de montagehandleiding die bij de decorlijstenset
gevoegd is.
___________________________________________________
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van
alle typen en modellen. Hebt u er daarom a.u.b. begrip voor dat
wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbe-
houden.
S
[mm]
H
597
631
614
644
1179
56,5
10
T
SW5
*
SW5
180°
1
2
3
4
5
6
7
9
9
8
8
8
8
10
11
12
13
15
I
II
*
18
20
20
21
21
9
T1
15
13
*
16
*
17
14
7
25
25
Torx 15
580
631
min.
50
ca. 36
[mm]
min.
300 cm
2
U
4
3
2
1
9
25
20
Torx 25
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11

Liebherr CNES 5066 de handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
de handleiding