Liebherr cp 3513 de handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

CP/es..3 2406
7082 306-02
Gebruiksaanwijzing
voor koel-vriescombinatie
NL
32
CP/es..3
* afhankelijk van model en uitvoering
Het apparaat in vogelvlucht
Overzicht van apparaat en uitrusting, afb. A
Koelgedeelte, ca. 5 °C
Vriesgedeelte, ca. -18 °C
Bedienings- en controlepaneel
Boter- en kaasvak
Binnenverlichting
Verschuifbare flessen-/conservenhouder*
Verplaatsbare opbergvakken*
Dooiwaterafvoer koelgedeelte
Opbergvak voor hoge flessen en drank
Invriesplateau*, koudeaccu*, ijsblokjeshouder*
Schuiflades met transparente fronten
Laden voor groente, sla, fruit
Eierrekje*
Transportgrepen
Deelbaar draagplateau voor hoge levensmiddelen, ver-
plaatsbare* draagplateaus
Typeplaatje
Koudste zone van de koelruimte, voor gevoelige en snel
bederfelijke levensmiddelen
Stelpoten, transportgrepen, transportwieltjes achter
Typeplaatje, afb. A2
1 De typeaanduiding
2 Servicenummer
3 Apparaatnummer
4 Invriescapaciteit in kg/24 Stunden
Bedienings- en controlepaneel, afb. A1
Vriesgedeelte
1 Hoofd-aan/uit regelaar voor het hele apparaat (koel- en vries-
gedeelte), met temperatuurregelaar voor het vriesgedeelte
2 SuperFrost-toets met lichtdisplays voor ingeschakelde functie
3 Temperatuur-instelaanwijzing voor vriestemperatuur
4 Alarm-uit-toets voor akoestische alarmmelder, met licht-dis-
plays voor te warme temperatuur in het vriesgedeelte
Koelgeedelte
5 Aan/Uit regelaar en temperatuurregelaar voor het koelge-
deelte
6 Temperatuur-instelaanwijzing voor koeltemperatuur
SuperFrost
Voor het snel invriezen van verse levensmiddelen.
W Druk kort op de SuperFrost-toets 2 zodat ze oplicht.
W Ca. 6-24 uur wachten.
W Leg de verse levensmiddelen vervolgens in de laden.
- Na in totaal ca. 65 uur wordt SuperFrost automatisch uitge-
schakeld.
Stand van temperatuurregelaar
1
e
punt = warm
max. = koud
W Aanbevolen temperatuurinstelling:
Koelgedeelte: 5 °C, vriesgedeelte: -18 °C
Ventilator* met schakelaar 7, voor geforceerde koeling
Info-systeem*
VarioSpace
33
CP/es..3
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig en geef hem even-
tueel aan de volgende eigenaar door.
Deze gebruiksaanwijzing is voor verscheidene modellen geldig,
afwijkingen zijn daarom mogelijk.
Wij feliciteren u met uw nieuwe apparaat. Door uw aankoop heeft u gekozen voor alle voordelen van de
modernste koudetechniek, die u een hoogwaardige kwaliteit, een lange levensduur en een hoge bedrijfsze-
kerheid garandeert.
De uitvoering van uw apparaat biedt u elke dag opnieuw optimaal bedieningscomfort.
Met dit apparaat, gefabriceerd met milieuvriendelijke technieken en recyclebare materialen, leveren
u en wij gezamenlijk een actieve bijdrage aan het behoud van ons milieu.
Lees, om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, a.u.b. de informatie in deze gebruiksaan-
wijzing aandachtig door.
Wij wensen u veel plezier met uw nieuwe apparaat.
Bepalingen
W Het apparaat werd ontworpen voor het koelen, invriezen
en bewaren van levensmiddelen evenals het maken van
ijs. Het is bestemd voor huishoudelijk gebruik. Bij een ander
gebruik kan er geen garantie voor de onberispelijke werking
worden gegeven.
W Het apparat is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse
d.w.z. een minimale omgevingstemperatuur waaronder en
een maximale omgevingstemperatuur waarboven het appa-
raat niet gebruikt mag worden. U vindt de klimaatklasse van
het apparaat op het typeplaatje. Hierbij worden de volgende
afkortingen gebruikt:
Klimaatklasse ontworpen voor
omgevingstemperaturen van
SN +10 °C tot +32 °C
N +16 °C tot +32 °C
ST +18 °C tot +38 °C
T +18 °C tot +43 °C
- Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd.
- Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde veilig-
heidsbepalingen en de EG-richtlijnen 73/23/EEG en 89/336/
EEG.
Tips voor energiebesparing
W Houd de ventilatieopeningen vrij.
W Laat de deur nooit onnodig lang open staan.
W Plaats de levensmiddelen soort bij soort in het apparaat;
houdt u aan de maximale bewaartijd.
W Bewaar alle levensmiddelen goed verpakt of afgedekt; rijp-
vorming wordt zo voorkomen.
W Laat warme gerechten eerst tot kamertemperatuur afkoelen
voordat u ze in het apparaat plaatst.
W Laat diepvriesproducten in het koelgedeelte ontdooien.
W Houd de deur van het apparaat bij een storing gesloten. Zo
voorkomt u dat de temperatuur snel oploopt en blijft de kwali-
teit van de levensmiddelen langer bewaard
§
!
Inhoud .............................................................
Gebruiksaanwijzing ...................................................pag.
Het apparaat in vogelvlucht .............................................32
Inhoud ......................................................................... 33
Bepalingen ..................................................................33
Tips voor energiebesparing ......................................... 33
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen ......................34
Aanwijzing m.b.t. afdanken .......................................... 34
Opstellen ..................................................................... 34
Aansluiten .................................................................... 34
Ingebruikneming en controlepaneel ................................. 35
In- en uitschakelen ...................................................... 35
Temperatuur instellen .................................................. 35
SuperFrost ................................................................... 35
Temperatuur-instelaanwijzing ...................................... 35
Akoestische alarmmelder, rode
waarschuwingslampje ................................................. 35
Koelen met ventilator* .................................................. 35
Koelgedeelte .................................................................... 36
Verdelen van de levensmiddelen ................................. 36
Indeling aanpassen ..................................................... 36
Binnenverlichting ......................................................... 36
Vriesgedeelte ................................................................... 37
Invriezen met SuperFrost .............................................. 37
Aanwijzingen voor het invriezen en bewaren .............. 37
Info-systeem ................................................................ 38
Invriesplateau .............................................................. 38
Koudeaccu‘s ................................................................ 38
IJsblokjes maken ......................................................... 38
Reinigen ..........................................................................39
Storingen - Problemen? ................................................... 40
Technische dienst en typeplaatje ................................. 40
Opstel- en ombouwaanwijzingen
Uitwendige afmetingen van het apparaat ...............40-41
Draairichting deur veranderen ................................40-41
Inbouw in het keukenblok ............................................ 41
34
CP/es..3
* afhankelijk van model en uitvoering
Aanwijzing m.b.t. afdanken
De verpakking is van recyclebare materialen gefabri-
ceerd.
- Golfkarton/karton
- Voorgevormde delen van geschuimd polystyreen
- Folies van polyetheen
- Spanbanden van polypropeen
Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinde-
ren - verstikkingsgevaar door folies!
Breng a.u.b. de verpakking naar een officiële inzamelpunt.
Het afgedankte apparaat bevat nog waardevolle materia-
len en moet gescheiden van het ongesorteerde afval worden
afgevoerd.
Afgedankte apparaten onbruikbaar maken: trek de
stekker uit het stopcontact, snijd het netsnoer door
en zet de sluiting buiten werking zodat kinderen zich
niet kunnen opsluiten.
Let erop dat het koelmiddelcircuit tijdens het transport van
het afgedankte apparaat niet wordt beschadigd.
Informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op het
typeplaatje.
Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig
gebeuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voor-
schriften en wetten.
Technische veiligheid
W Om persoonlijk letsel en materiële schade te voorkomen, het
apparaat alleen verpakt transporteren
en met twee personen neerzetten.
W Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar
brandbaar.
W Leidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen. Eruit
spuitend koelmiddel kan oogletsel veroorzaken of ontbran-
den.
W Wanneer koelmiddel vrijkomt, dan open vuur of
ontstekingsbronnen in de nabijheid van het lekpunt
verwijderen, stekker uit het stopcontact trekken en de
ruimte goed ventileren.
W Bij schade aan het apparaat onmiddellijk - voor het aanslui-
ten - bij de leverancier reclameren.
W Om een veilig gebruik te waarborgen het apparaat alleen
volgens de informatie in de gebruiksaanwijzing monteren en
aansluiten.
W In geval van een storing het apparaat van het net loskop-
pelen: stekker uit het stopcontact trekken (hierbij niet aan de
aansluitkabel trekken) of zekering laten aanspringen resp.
eruit draaien.
W Reparaties en ingrepen aan het apparaat alleen door de
technische dienst laten uitvoeren, daar anders aanzien-
lijke gevaren voor de gebruiker ontstaan. Hetzelfde geldt
voor het vervangen van het netsnoer.
Veiligheid bij gebruik
W Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen
met brandbare drijfgassen, zoals butaan, propaan,
pentaan enz., in het apparaat. Eventueel vrijkomende
gassen zouden door elektrische componenten kunnen ont-
branden. U herkent dergelijke spuitbussen aan de erop ge-
drukte inhoudsvermelding of aan een vlamsymbool.
W Producten met een hoog percentage alcohol alleen goed
afgesloten en staande bewaren.
W In het inwendige van het apparaat geen open vuur of ontste-
kingsbronnen gebruiken.
W Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebruiken
(bijv. stoomreinigingsapparatuur, verwarmingsapparatuur).
W Plint, laden, deuren enz. niet als voetensteun of om te leunen
misbruiken.
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
W Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kinderen)
met fysieke, sensorische of mentale gebreken of personen,
die niet over voldoende ervaring en kennis beschikken, tenzij
zij door een persoon, die voor hun veiligheid verantwoorde-
lijk is, in het gebruik van het apparaat worden onderwezen
of die aanvankelijk toezicht uitoefent. Kinderen mogen niet
zonder toezicht achterblijven om te voorkomen dat ze met
het apparaat spelen.
W Voorkom voortdurend huidcontact met koude oppervlakken
of te koelen/te bevriezen levensmiddelen want dat kan een
pijnlijk of dof gevoel en bevriezing veroorzaken. Bij langdurig
huidcontact veiligheidsmaatregelen treffen, bijv. handschoe-
nen dragen.
W Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes, na het eruit
nemen niet onmiddellijk en niet te koud consumeren. Door
de lage temperaturen bestaat „Gevaar voor verbranding“.
W Consumeer geen levensmiddelen die over de datum zijn, ze
kunnen een voedselvergiftiging veroorzaken.
Opstellen
W Let er bij het opstellen/inbouwen op dat er geen leidingen
van het koelsysteem beschadigd raken.
W De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm
EN 378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a 1 kubieke m bezit-
ten zodat er in geval van een lekkage in het koelmiddelcircuit
geen ontvlambare gas-lucht-mengeling in de plaatsings-
ruimte van het apparaat kan ontstaan. Informatie over de
hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de
binnenkant van het apparaat.
W Vermijd standplaatsen direct in het zonlicht, naast het for-
nuis, de radiator en dergelijke, evenals in vochtige omgevin-
gen met spatwater.
W Schuif het apparaat in de nis. Verdraai de stelpoten met de
bijgevoegde steeksleutel 10 om het apparaat stevig
en waterpas op te stellen.
W Dek de ventilatieopeningen nooit af. Zorg altijd
voor een goede luchttoevoer en -afvoer!
Meer informatie daarover vindt u in de opstel- en om-
bouwaanwijzingen.
W Plaats geen apparaten die warmte afgeven op
de koel- of diepvrieskast, bijv. magnetron, brood-
rooster enz.
W Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen:
- Trek plakband of afstandsdeeltjes* van de draagpla-
teaus en plaats de plateaus op de gewenste hoogte.
- Trek de beschermfolie eraf: aan sierlijsten, front- en zijwan-
den*.
Aansluiten
De stroom (wisselstroom) en spanning
op de opstelplaats moeten overeenkomen met de gege-
vens op het typeplaatje. Dit bevindt zich op de linker bin-
nenkant van het apparaat, afb. A.
W Sluit het apparaat uitsluitend op een correct geïn-
stalleerd randaardestopcontact aan.
W Het stopcontact moet door een zekering van 10 A of meer
beveiligd zijn, niet door de achterkant van het apparaat be-
dekt worden en goed toegankelijk zijn.
W Het apparaat niet
- op stand-alone ondulatoren aansluiten,
- in combinatie met zgn. energiebesparingsstekkers gebruiken
- de elektronica kan beschadigd worden,
- samen met andere apparaten aansluiten via een verlengka-
bel - gevaar voor oververhitting.
W Wanneer u het netsnoer afrolt adviseren wij u het kunststof
snoerhoudertje te verwijderen, om onnodig rammelen te
voorkomen.
35
CP/es..3
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
Wij adviseren u om het apparaat te reinigen voordat u het in
gebruik neemt (zie verder onder „Reinigen“).
Schakel het apparaat ca. 4 uur voordat u de eerste levensmid-
delen erin plaatst in. Leg de in te vriezen levensmiddelen
er pas in als het rode waarschuwingslampje uitgegaan is.
In- en uitschakelen
- Afb. A1: Met de hoofd Aan/Uit-regelaar 1 schakelt u al-
tijd het hele apparaat aan of uit, vries- en koelgedeelte.
W Inschakelen: Spleet van de temperatuurregelaar 1 voor
het vriesgedeelte en 5 voor het koelgedeelte met een munt
draaien, zodat de temperatuur-instelaanwijzingen 3 en
6 knipperen/branden.
- Het koelgedeelte is ingeschakeld, wanneer de tempera-
tuur-instelaanwijzing 6 brandt en de binnenverlichting
brandt.
- Het vriesgedeelte is ingeschakeld, wanneer de tempera-
tuur-instelaanwijzing 3 brandt.
- De rode alarmtoets brandt totdat de vriestemperatuur
voldoende laag is, daarna gaat het lampje uit. Meer informa-
tie vindt u in de paragraaf „Akoestische alarmmelder, rode
waarschuwingslampje“.
W Uitschakelen van het gehele apparaat: Spleet van de hoofd
aan/uit-regelaar 1 met behulp van een munt tot aan de aan-
slag naar „0“ terugdraaien, zodat de temperatuur-instelaan-
wijzingen donker zijn. Koel- en vriesgedeelte zijn uitgescha-
keld.
W Wanneer u alleen het koelgedeelte uit wilt schakelen (vries-
gedeelte blijft ingeschakeld - gunstig bijv. tijdens de vakan-
tie), dan alleen de aan/uit-regelaar 5 naar „0“ terugdraaien,
zodat de temperatuur-instelaanwijzing van het koelgedeelte
6 en de binnenverlichting donker zijn. De temperatuur-
instelaanwijzing van het vriesgedeelte 3 moet branden.
Temperatuur instellen
W Temperatuurregelaar 1 en 5 met een munt draaien tot de
aanwijzingen van de gewenste temperatuur 3 en 6 gaan
branden. De posities van de spleet betekenen:
1. punt = warmste temperatuur,
kleinste koelvermogen
max. = koudste temperatuur,
grootste koelvermogen
W Aanbevolen temperatuurinstelling:
- Voor het koelgedeelte: 5 °C bereikt.
- Voor het vriesgedeelte: -18 °C bereikt.
Tijdens het instellen knippert het lichtdisplay van de ingestelde
temperatuur.
Opmerking: Houd er altijd rekening mee dat de temperaturen
in de koelruimte door de veelvuldigheid van het deuropenen, de vul-
ling en de ruimtetemperatuur van de standplaats worden beïnvloed.
Naar gelang de gewenste temperatuur moet de regelaar wor-
den nagesteld.
SuperFrost 2
Met de SuperFrost-functie zorgt u ervoor dat verse levensmid-
delen zo snel mogelijk door en door bevriezen, terwijl reeds
ingevroren levensmiddelen een „koudereserve“ krijgen. Zo
blijven voedingswaarde, uiterlijk en smaak van de ingevroren
levensmiddelen het beste bewaard.
W Op het typeplaatje onder „Invriescapaciteit ... kg/24h“ vindt u
hoeveel kilo verse levensmiddelen u binnen 24 uur maximaal
kunt invriezen. De invriescapaciteit is afhankelijk van het
model en de klimaatklasse van het apparaat.
Meer informatie vindt u in de paragraaf „Rode waarschu-
wingslampje“.
Temperatuur-instelaanwijzing
3 voor het vriesgedeelte 6 voor het koelgedeelte
- De brandende temperatuur-instelaanwijzing toont de wer-
king van het apparaat aan.
- De aparte lichtdisplays zijn aan temperatuurbereiken toege-
wezen. Deze tonen de geselecteerde instelwaarde van de
koel-/vriestemperatuur aan.
-
Binnen het temperatuur-/instelbereik, bijv. tussen -15 °C tot -18
°C of tussen twee punten*, kan de temperatuur iets lager wor-
den ingesteld. Zo nodig de temperatuurregelaar 1 langzaam
verder daaien - het controlelampje van het temperatuurbereik,
bijv. van -18 °C, knippert eventjes ter bevestiging van de kou-
dere instelling binnen het smalle temperatuurbereik.
Akoestische alarmmelder,
rode waarschuwingslampje
De akoestische alarmmelder en het rode waarschuwingslampje
helpen u om opgeslagen diepvriesproducten te beschermen en
energie te sparen.
W Het akoestische signaal gaat uit door een druk op de
alarm-uit-toets 4,
- automatisch, wanneer de voldoende lage bewaartempera-
tuur weer is bereikt of.
-
Het alarm blijft ingeschakeld zolang de levensmiddelen niet
koud genoeg zijn (afhankelijk van de ingestelde temperatuur).
- Tegelijkertijd knippert het rode lampje van de alarm-uit-
toets.
De oorzaak hiervoor kan zijn dat:
- er warme verse levensmiddelen voor het invriezen werden
geplaatst,
- er bij het omsorteren en uitnemen van diepvriesproducten
te veel warme lucht is binnengestroomd. Deze temperatuur-
schommeling heeft geen uitwerking op de diepvriesproducten.
- Door bediening van de alarm-uit-toets gaat het rode waar-
schuwingslampje van knipperen over tot continu branden.
Het dooft pas wanneer het alarm afgelopen is en er een
voldoende lage temperatuur is bereikt. Vervolgens schakelt
het display automatisch op continu branden over en is het
alarm weer gereed.
W Pas wanneer de SuperFrost-toets tegelijk met een lampje
van de temperatuuraanwijzing knippert betekent dit: er
is sprake van een storing. Neem dan contact op met uw
klantenservice en stel hem van de knipperende aanwijzing
op de hoogte. Hierdoor wordt een snelle en efficiënte service
mogelijk.
Koelen met ventilator*
voor geforceerde koeling
Hiermee bereikt u op alle niveaus een
betrekkelijk gelijkmatige temperatuur-
verdeling; alle levensmiddelen zijn
even koel, bij kiesbare temperatuur.
Door de geforceerde luchtcirculatie
worden de verschillende tempera-
tuurbereiken van de normale werking
opgeheven.
In principe is het altijd aan te bevelen om:
- bij hoge kamertemperaturen (vanaf ca. 30 °C),
- bij hoge luchtvochtigheid, bijv. op zomerdagen.
W In-/uitschakelen: Ventilator-schakelaar 7 te bedienen.
= aan, 0 = uit.
Opmerking:
- Bij ingeschakelde ventilator wordt het energieverbruik hoger.
- Om energie te sparen, schakelt de ventilator bij een open
deur automatisch uit.
Ingebruikneming en controlepaneel
max.
0
2
3
5
6
4
A1
SuperFrost
1
max.
0
Alarm
°C
9
7
5
3
1
-15
-18
-21
-25
-32
36
CP/es..3
* afhankelijk van model en uitvoering
Koelgedeelte
Verdelen van de levensmiddelen
Door de natuurlijke luchtcirculatie in de koelruimte ontstaan
gebieden met verschillende temperaturen. Voor de diverse
soorten levensmiddelen kan deze temperatuurverdeling voor-
delig zijn. Zo heerst direct boven de groenteladen en tegen de
achterwand de laagste temperatuur (optimaal voor bijv. worst
en vleeswaren). Bovenin het apparaat, aan de voorkant en in de
deur heerst de hoogste temperatuur (optimaal voor bijv. kaas en
smeerbare boter). Plaats de levensmiddelen daarom volgens
het indelingsvoorbeeld,
afb. B, in het apparaat.
Tips voor het koelen
- Leg de levensmiddelen niet te dicht tegen elkaar zodat de
lucht er goed tussen circuleren kan.
- Bewaar levensmiddelen die snel geur of smaak afgeven of
aannemen evenals vloeistoffen altijd in een gesloten koel-
kastdoos of afgedekt.
- Ethyleengasproducerende en -gevoelige levensmiddelen
zoals fruit, groente en sla, altijd gescheiden bewaren of ver-
pakken, om de houdbaarheid niet te reduceren; bijv. tomaten
niet met kiwi‘s of kool bewaren.
Indeling aanpassen
Desgewenst kunt u de plateaus en opbergvakken verplaatsen.
W Opbergvakken in deur verplaatsen, afb. C: schuif het
opbergvak omhoog, neem het er naar voren uit en zet het in
de omgekeerde volgorde terug.
W Door de flessenhouder te verschuiven, voorkomt u dat fles-
sen omvallen bij het openen en sluiten van de deur.
- Voor het reinigen kan de houder worden weggenomen:
als in afb. C: de voorste rand van de houder omhoog schui-
ven en losmaken.
W Draagplateaus verplaatsen, afb. D:
- Til het draagplateau op, trek het naar voren en zwenk het weg.
Schuif de draagplateaus altijd met de aanslagrand achter
naar boven wijzend terug, daar de levensmiddelen anders
aan de achterwand vast kunnen vriezen.
- De glasplaten zijn door uittrekstops beveiligd tegen ongewild
uittrekken.
- Bovenste draagplateau* (zonder aanslagrand achteraan)
steeds in de bovenste positie schuiven, het past enkel daar.
W Hebt u ruimte voor grote flessen nodig, dan kunt u
- de voorste halve glasplaat* zacht omhoog heffen en voor-
zichtig onder de achterste plaat schuiven tot de uittrekstops
in de openingen klikken, afb. E.
De binnenverlichting
wordt automatisch uitgeschakeld wanneer het apparaat langer
dan ca. 15 minuten open staat. Gaat de binnenverlichting niet
automatisch aan wanneer u het apparaat opent maar is het
temperatuurdisplay wel verlicht, dan is het gloeilampje misschien
defect.
Vervangen van de gloeilamp:
W Type gloeilamp: max. 25 W, de stroom en spanning moeten
overeenkomen met de gegevens op het type-plaatje. Ge-
bruik enkel gloeilampen met dezelfde afmeting. E14-fitting.
W Schakel het apparaat uit. Trek de stekker uit het stop-con-
tact of schakel de zekering in de meterkast uit.
W Druk de boven- en onderkant van het afdekkapje, afb. F1, in
(1) en wip het kapje aan de achterkant los (2).
W Vervang de gloeilamp, afb. F2.
W Zet het afdekkapje achter terug en druk de boven- en onder-
kant vast.
1 boter, kaas
2 eieren
3 pakken melk/sap, dranken, flessen
4 conservenblikken, bakproducten
5 zuivelproducten
6 vlees, worst, vis, kant-en-klare maaltijden
7 fruit, groenten, sla
B
7
3
4
5
6
1
2
max.
0
SuperFrost
max.
0
Alarm
°C
9
7
5
3
1
-15
-18
-21
-25
-32
C
1
2
3
F2
E
F1
1
1
D
1
2
1
1
2
2
2
37
CP/es..3
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
W Bewaren: De afzonderlijke laden en koudeplaten kunnen
max. 25 kg levensmiddelen dragen.
W Als u het maximale volume wilt gebruiken, kunt u alle laden
en plateaus eruit nemen.
W VarioSpace: Door uitnemen van de laden en van de pla-
teaus
krijgt u een hogere ruimte voor grote diepvriesproduc-
ten. Gevogelte, vlees, grote delen wild en hoge bakkerijpro-
ducten kunnen in hun geheel worden ingevroren en net zo
verder worden toebereid.
- Laden eruit halen, afb. G1: trek de
lade tot aan de aanslag naar voren en til
hem eruit.
- Plateau uitnemen, afb. G2: plateau
naar voren optillen en uittrekken.
Inzetten: plateau gewoon inschuiven,
vooraan in laten
klikken.
W Bewaar dezelfde soort levensmiddelen
altijd bij elkaar. Zo voorkomt u dat de
deur te lang open staat en bespaart u
energie.
W Houd u aan de voorgeschreven bewaar-
tijden.
W Ontdooien: Haal steeds slechts zoveel levensmiddelen
uit het apparaat als u direct nodig hebt. Verwerk eenmaal
ontdooide levensmiddelen zo snel mogelijk tot een gerecht.
Ingevroren levensmiddelen kunt u als volgt ontdooien:
- in een oven/heteluchtoven;
- in een magnetron;
- bij kamertemperatuur;
- in het koelgedeelte: de warmte die voor het ontdooien nodig
is, wordt aan de overige levensmiddelen onttrokken.
- Reeds enigszins ontdooide platte porties vlees en vis kun-
nen heet bereid worden.
- Groenten kunt u direct bereiden, zonder dat u ze ontdooit (in
de helft van de tijd die normaal nodig is om gaar te worden).
Invriezen met SuperFrost
W Druk kort op de SuperFrost-toets 2, zodat ze op-
licht.
De temperatuur daalt; het apparaat werkt met maxi-
male koeling.
W Bij een geringe hoeveelheid in te vriezen levensmiddelen ca.
6 uur wachten - gewoonlijk is dit lang genoeg. Wacht bij de
maximale hoeveelheid levensmiddelen, zie het typeplaatje
onder „Invriescapaciteit“, ca. 24 uur.
W Daarna de verse levensmiddelen erin leggen, bij voorkeur in
de onderste laden.
Vries bij de maximale hoeveelheid de verpakte levensmid-
delen zonder laden in. Leg ze direct op de bodem van het
vriesgedeelte en na het invriezen in de laden!
- Na in totaal ca. 65 uur wordt SuperFrost automatisch
uitgeschakeld. Na het invriezen gaat de SuperFrost-toets
uit - het apparaat werkt weer in de normale energiebespa-
rende stand.
Opmerking: Schakel SuperFrost niet in
- wanneer u reeds ingevroren diepvriesproducten in het ap-
paraat legt;
- bij het invriezen van minder dan 2 kg verse levensmiddelen
per dag.
Aanwijzingen voor het invriezen en bewa-
ren
W De volgende levensmiddelen kunt u invriezen: vlees,
wild, gevogelte, verse vis, groente, fruit, zuivelproducten,
brood, bakkerijproducten, kant-en-klare maaltijden.
Ongeschikt zijn: kropsla, rammenas, druiven, hele appels
en peren, vet vlees.
W Als verpakkingsmateriaal zijn geschikt: diepvrieszakjes,
voor hergebruik geschikte koelkastdozen van kunststof of
metaal (bijv. aluminium).
W Breng in te vriezen levensmiddelen nooit in contact met inge-
vroren levensmiddelen. Leg uitsluitend droge verpakkingen
in het apparaat zodat ze niet aan elkaar kunnen vastvriezen.
W Schrijf altijd de invriesdatum en inhoud op de verpakkingen.
Houd u aan de maximale houdbaarheid om kwaliteitsverlies
te voorkomen.
W Verpak levensmiddelen die u zelf invriest altijd in afgeme-
ten porties. Houd bij voorkeur de volgende hoeveelheden
per portie aan, om de porties meteen door en door te laten
bevriezen:
- fruit, groente: max. 1 kg,
- vlees: max. 2,5 kg.
W Blancheer groenten na het wassen en afmeten van de por-
ties door ze 2-3 minuten in kokend water onder te dompelen
en vervolgens snel onder koud water af te spoelen. Gebruikt
u een stoompan of magnetron, lees
dan de bijbehorende gebruiksaanwijzing.
W Voeg geen zout of specerijen toe aan verse levensmiddelen
en te blancheren groente. Voeg aan overige levensmiddelen
slechts weinig zout en specerijen toe: verschillende spece-
rijen veranderen door het invriezen van smaak.
W Vries geen flessen en pakken met koolzuurhoudende dran-
ken in aangezien deze kunnen exploderen. Haal flessen die
u snel wilt koelen uiterlijk na één uur al weer
uit het apparaat!
Vriesgedeelte
2 - 6
6 -
12
4 - 8
G1
G2
1
2
38
CP/es..3
* afhankelijk van model en uitvoering
G
2 - 6
6 -12
4 - 8
2
H
2
- 6
6
-1
2
4
- 8
J
2
- 6
6
-1
2
4
- 8
K
Vriesgedeelte
Het info-systeem*
De ingevroren levensmiddelen dienen binnen de aanbevolen
bewaartijden te worden verbruikt.
De getallen tussen de symbolen geven de bewaarduur in maan-
den aan, elk voor meerdere diepvriesproductsoorten.
De aangegeven bewaartijden zijn richtwaarden voor vers in te
vriezen levensmiddelen. Of de onderste of de bovenste waarde
geldig is hangt af van de kwaliteit van de levensmiddelen en
van de voorbehandeling voor het invriezen. Voor vettere levens-
middelen gelden altijd de onderste waarden.
Het invriesplateau*
Hiermee vriest u bessen, kruiden, groenten en andere kleine
diepvriesproducten in. De levensmiddelen behouden hun vorm
en zijn later eenvoudiger in porties te verdelen.
W Verdeel de diepvriesproducten losjes over het invriesplateau,
afb. H.
W Schuif het invriesplateau in een van de bovenste laden. Laat
de levensmiddelen 10 à 12 uur invriezen, stop ze vervolgens
in een diepvriesdoos of -zak en leg ze in een lade.
W Ontdooien: Spreid de ingevroren levensmiddelen losjes
naast elkaar uit.
De koudeaccu‘s*
voorkomen bij stroomuitval dat de temperatuur te snel oploopt
- de kwaliteit van de levensmiddelen blijft beter bewaard.
W De koudeaccu‘s kunt u ruimtebesparend in het invriespla-
teau invriezen en bewaren, afb. J.
- Wilt u ingevroren levensmiddelen bij een eventuele storing
zo lang mogelijk kunnen bewaren, leg dan de bevroren ac-
cu‘s in de bovenste lade direct op de levensmiddelen.
IJsblokjes maken*
W IJsblokjeshouder met water vullen.
W IJsblokjeshouder in het apparaat zetten en laten bevriezen.
W Vervorm de houder enigszins om de ijsblokjes eruit te laten
springen of houd hem even onder stromend water.
wild
worstjes
paddestoelen
brood
gevogelte
rund-/kalfs-vlees
kant-en-klare
maaltijden
vis
groente
fruit
ijs
varkensvlees
39
CP/es..3
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
- Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant
van het apparaat nooit: het is belangrijk voor de technische
dienst.
W De boterdoos* kunt u in de vaatwasmachine plaatsen. De
plateaus, glasplaten en de overige uitrusting moet u met
de hand reinigen.
W Als u het bovenste deurvak (boter- en kaasvak) wilt verwij-
deren, dan het vak altijd samen met het deksel* verwijde-
ren! Daarna een zijstuk van het vak voorzichtig naar buiten
duwen totdat de dekselpen vrij komt en het deksel zijwaarts
weggehaald kan worden; daarbij op eventuele lagerbussen*
letten.
- U kunt draagplateaus demonteren om ze te reinigen - trek
de lijsten en de zijkanten van de glasplaten.
- Trek de beschermfolie eraf.
W Reinig de dooiwater-afvoeropening
in de achterwand boven de groente-
laden regelmatig, pijl in afb.
Gebruik indien nodig een spits
hulpmiddel, bijv. een wattenstaafje.
W Maak het aggregaat en de warmte-
wisselaar (het metalen rooster aan de
achterkant van het apparaat) minimaal
één keer per jaar stofvrij en schoon.
Stof verhoogt het energieverbruik.
W Let erop dat u geen kabels of andere
onderdelen lostrekt, knikt of bescha-
digt.
W Steek vervolgens de stekker weer in het stopcontact en
schakel het apparaat in. Schakel de SuperFrost-functie in en
leg de levensmiddelen weer terug in het apparaat.
Moet het apparaat langere tijd uitgeschakeld blijven, maak
het dan leeg en trek de stekker uit het stopcontact. Reinig het
zoals beschreven en laat de deur van het apparaat open
staan, om geurvorming te voorkomen.
Ontdooien, reinigen
Ontdooien
Het koelgedeelte
ontdooit automatisch. Het vrijkomende water verdampt door de
vrijkomende warmte van de compressor - waterdruppels op de
achterwand zijn normaal en wijzen niet op een storing.
W U hoeft er slechts voor te zorgen dat het dooiwater ongehin-
derd door de afvoeropening in de achterwand kan wegstro-
men.
In het vriesgedeelte
wordt na langere tijd een laag rijp resp. ijs gevormd, afhankelijk
van de veelvuldigheid waarmee de deuren worden geopend en
de „warmte“ van de levensmiddelen die erin werden gelegd. Dat
is heel normaal.
Een dikkere ijslaag zorgt echter wel voor een hoger energiever-
bruik. Daarom moet u het apparaat regelmatig ontdooien:
W Schakel één dag voor het ontdooien de SuperFrost-functie
in. De ingevroren levensmiddelen krijgen een
„koudereserve“.
W Schakel het apparaat uit om het te laten ontdooien: trek de
stekker uit het stopcontact of zet de temperatuurregelaar op
de stand „0“.
W Bewaar de ingevroren levensmiddelen evt. in een diep-
vrieslade, en in kranten of dekens gewikkeld, op een
koele plaats.
W Plaats een pan heet (niet: kokend)
water op een vriesplaat om het
apparaat sneller te laten ont-
dooien. Gebruik voor het ont-
dooien geen elektrische ver-
warmings- of stoom-reinigings-
apparaten, ontdooisprays,
open vuur of metalen voorwer-
pen om ijs te verwijderen. Gevaar voor verwondingen
en beschadigingen!
W Laat de deur van het apparat tijdens het ontdooien open
staan. Neem het laatste dooiwater met een doek op. Aanslui-
tend het apparaat reinigen en droog wrijven.
Reinigen
W Trek altijd de stekker uit het stopcontact of scha-
kel de zekering in de meterkast uit, voordat u het
apparaat schoonmaakt.
W Buitenwand, binnenruimte en delen van het interieur met
lauwwarm water en een beetje schoonmaakmiddel met de
hand reinigen. Gebruik geen stoomreinigingsapparaat ten-
einde verwondingen en beschadigingen te voorkomen.
W Gebruik bij voorkeur zachte poetsdoeken en een pH-neutrale
allesreiniger. Gebruik in de binnenruimte van het apparaat
enkel levensmiddelenvriendelijke reinigings- en onderhouds-
producten.
W Bij apparaten in rvs-uitvoering* een normaal rvs-schoon-
maakmiddel gebruiken.
- Behandel het apparaat na de reiniging met een rvs-on-
derhoudsmiddel (gelijkmatig in de slijprichting) om het de
beste bescherming te geven. Donkere plaatsen op de rvs-
opper-vlakte en een intensievere kleur kort na de reinigings-
beurt zijn normaal.
W Gebruik geen schurende/krassende sponsen, geconcen-
treerde reinigingsmiddelen evenmin als schoonmaakproduc-
ten of chemische oplosmiddelen die zand, chloride of zuur
bevatten: die beschadigen de oppervlakte en kunnen corro-
sie veroorzaken.
W Let erop dat er geen water in de afvoergoot, ventilatie-roos-
ters of elektrische delen dringt. Maak het apparat goed droog
met een doek.
40
CP/es..3
* afhankelijk van model en uitvoering
Opstel- en ombouwaanwijzingen
De uitwendige afmetingen van het apparaat vindt u in afb. S
op de laatste pagina en de onderstaande tabel.
Model, bruto-inhoud (l) Hoogte H
(zie typeplaatje) (mm)
322 (35..) 1806
368 (40..) 1982
Opstelaanwijzing
Het apparaat niet side-by-side met een andere koel-/vrieskast
plaatsen! Belangrijk voor het vermijden van condensatiewater
en daaruit resulterende schade.
Draairichting deur veranderen
Afb. T. Desgewenst kan de draairichting worden veranderd.
W Open de deur en de plint 1 m.b.v. een schroevedraaier
aande scharnierkant uitklinken en naar voren uittrekken.
- Wip de afdekking 2 met een schroevendraaier los. Sluit de
deur.
- Draai schroef M5 3 eruit.
W Trek de scharnierbasis 4 en de lagerpen 5 er naar bene-
den uit, zwenk ze eruit en verwijder ze.
- Open de deur, kantel de onderzijde eruit en til de deur weg.
- Trek de middelste lagerpen 6 er naar beneden uit.
- De bovenste deur uitkippen en naar beneden verwijderen,
(op afstandshuls 9 letten).
W Zet alle lagerdelen naar de andere kant over:
Afdekkingen 8 met een schroevedraaier naar voren uitklin-
ken en schuin naar beneden verwijderen. Lagerbout 7 uit-
draaien en op de andere kant indraaien. Daartoe het inbus-
gedeelte van de bijgaande steeksleutel (sleutel 5) gebruiken.
Afdekkingen 8 opnieuw monteren: achteraan inzetten en
vooraan inklinken.
W Midden: Afdekking bl met lagerstoel bm wisselen: De
schroeven uitdraaien, de afdekking bl en de lagerstoel bm
naar de zijkant lostrekken, en 180° gedraaid aan de andere
kant terug opschuiven, de lagerbus bn eruittrekken en van
boven weer inzetten.
W Onderaan: Met een schroevendraaier het afstandsstuk bo,
afb. T1, optillen en aan de tegenovergestelde kant monteren.
W Deuren weer monteren:
- Wip de stopjes bp uit de lagerbussen van de deur en zet
zenaar de andere kant over.
- Bovenste deur in scharnierpin 7hangen (op afstandhuls 9
letten). Sluit de deur.
- Schuif de middelste lagerpen 6 van onder door het schar-
nier bm in het deurlager. Lijn de deur indien nodig via de
sleufgaten in het scharnier met de behuizing uit.
- Hang de onderste deur erin en sluit hem.
- Draai de scharnierbasis 4 180°, trek de lagerpen 5
eruiten zet hem omgekeerd weer terug. Monteer beide delen
in het scharnier bq: schuif de pen door het scharnier in het
deurlager, zwenk de scharnierbasis erin, schuif hem omhoog
en monteer hem met de schroef 3 voor.
W Lijn de deur via het sleufgat in het scharnier bq uit ten
opzichte van de behuizing, draai vervolgens de schroef 3
stevig vast.
W Schuif de plint 1 erop en druk hem vast.
W Open de deur en zet afdekking 2 van voren in de plint en
druk hem achter vast.
W Deurgrepen br en stopjes bt van plaats veranderen*. Zet
de deur open en klik de aandrukplaten* bs vanvoor voor-
zichtig uit en schuif ze zijlings weg; schroef de greep eraf.
Bij het monteren omgekeerd te werk gaan: schuif de aan-
drukplaten eraan en let op een juist inklikken.
Technische dienst en typeplaatje
Wanneer er geen van de hier boven genoemde
oorzaken zijn gevonden en u de storing niet zelf kunt
verhelpen, of wanneer er meerdere lichtdisplays
knipperen,
neem dan contact op met de dichtsbij-
zijnde klantenservice
(zie bijgevoegde lijst). Geef de
toestelaanduiding 1,
service- 2,
toestelnummer 3
van het typeplaatje aan, en welke
lichtdisplays knipperen. Dit maakt
een snelle en doelmatige service
mogelijk. Het typeplaatje vindt u op
de linker binnenkant van het vriesgedeelte. Laat het apparaat
dicht tot de klantendienst komt om een nog groter koudeverlies te
vermijden.
Het apparat is zodanig geconstrueerd en gefabriceerd dat
storingen nagenoeg niet voorkomen en een lange levensduur
gegarandeerd is.
Doet zich desondanks een storing voor, ga dan a.u.b. na of
deze misschien het gevolg is van een verkeerde bediening. Is
dit het geval dan moeten we helaas - ook tijdens de garantieter-
mijn - de reparatiekosten in rekening brengen.
De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
Storing mogelijke oorzaak en oplossing
Het apparaat werkt niet, het display blijft donker
- Is het apparaat correct ingeschakeld?
- Zit de stekker goed in het stopcontact?
- Is de zekering in de meterkast in orde?
De binnenverlichting brandt niet
- Is het koelgedeelte ingeschakeld?
- Stond de deur langer dan 15 min. open?
- Is het gloeilampje defect? Vervang het lampje als onder
„Binnenverlichting“ beschreven.
Het apparaat maakt te veel lawaai
- Staat het apparaat op een stevige ondergrond? Worden
meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draaiende
aggregaat aan het trillen gebracht? Schuif het apparaat
eventueel iets weg, stel het met de stelpoten waterpas, zet
de flessen en verpakkingen van elkaar af.
- Normaal zijn: stromingsgeluiden (borrelen of ruisen)
veroorzaakt door het koelmiddel dat in het koelmiddelcircuit
stroomt.
Een kort klikken. Dit ontstaat altijd als de compressor (de
motor) automatisch in- of uitgeschakeld wordt.
Brommen van de motor. De motor bromt even iets harder
als het aggregaat wordt ingeschakeld.
Alarm weerklinkt, rode waarschuwingslampje brandt,
de temperatuur is niet laag genoeg.
- Hebt u er een te grote hoeveelheid verse levensmiddelen
ingelegt zonder SuperFrost? (zie passage „SuperFrost“)
- Sluit de apparaatdeur goed?
- Is er voldoende be- en ontluchting?
Ventilatierooster eventueel vrijmaken.
- Is de omgevingstemperatuur te hoog?
(zie passage „Bepalingen“)
- Werd het apparaat te vaak of te lang geopend?
Storingen - Problemen?
41
CP/es..3
NL
* afhankelijk van model en uitvoering
Inbouw in het keukenblok
Afb. U. Het apparaat kan door de keukeninrichting omgeven
worden. Om het apparaat aan de hoogte van het keukenblok
aan te passen kunt u er een opbouwkast 1 op plaatsen.
Houd achter de gehele breedte van de opbouwkast een venti-
latieruimte van ten minste 50 mm diepte vrij voor de toevoer en
afvoer van lucht. De ventilatieruimte moet een minimale opper-
vlakte van 300 cm
2
hebben. Hoe groter de oppervlakte van de
ventilatieruimte, des te energiezuiniger werkt het apparaat.
W Bij gebruik van gestandaardiseerde keukenkasten (diepte
max. 580 mm) en decorplaten met een maximale dikte
van 2 mm kunt u het apparaat direct naast het keukenblok
plaatsen. De deur van het apparaat steekt aan de zijkanten
34 mm en in het midden 51 mm ten opzichte van het keuken-
front naar voren. Hierdoor is de deur zonder problemen
te openen en sluiten.
W Plaatst u het apparaat met de scharnierkant naast een muur
4 neem dan een afstandlijst (breedte min. 36 mm) tussen
apparaat en muur op. Dit in verband met het uitsteken van de
deurgreep bij een geopende deur.
1 opbouwkast 3 keukenmeubel
2 koel-/vrieskast 4 muur
Decorplaat* monteren
(bij witte apparaten met hoogte H = 1806 en 1982 mm)
Met een decorplaat en decorlijsten kunt u de kleur van het
apparat aan de rest van het keukenblok aanpassen of hiermee
juist laten contrasteren.
Decorplaaten zijn verkrijgbaar bij keukenspeciaalzaken; losse
decorlijsten via de leverancier van uw apparat.
Wilt u de decorplaaten zelf monteren, dan hebt u voor het
voorboren van de bevestigingsgaten een boormachine of accu-
schroevedraaier nodig. De deurgrepen dienen door de bijgele-
verde stijve grepen van het decorlijstenset voor het decorraam
te worden vervangen. Zie voor verdere montageaanwijzingen
en de maten de montagehandleiding die bij de decorlijstenset
gevoegd is.
_________________________________________________
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van
alle typen en modellen. Hebt u er daarom a.u.b. begrip voor dat
wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbe-
houden.
Opstel- en ombouwaanwijzingen
S
[mm]
H
597
631
614
644
1179
56,5
10
T
SW5
1
2
3
4
5
6
7
8
8
10
11
12
13
15
*
18
9
T1
15
13
*
16
*
17
14
Torx 15
580
631
min. 50
ca. 36
[mm]
min.
300 cm
2
U
4
3
2
1
*
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11

Liebherr cp 3513 de handleiding

Categorie
Diepvriezers
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor