Liebherr GX 811 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding
GX 406
7080 229-00
Gebruiksaanwijzing Pagina 10
Diepvrieskast
NL
10
Afmetingen (mm)
A B C
GX 811 630 555 610
G 1311 850 555 625
Klimaatklasse
Het apparaat is ontworpen voor een bepaalde klimaatklasse d.w.z.
een maximale temperatuur waarboven het apparaat niet gebruikt
mag worden. U vindt de klimaatklasse van het apparaat op het
typeplaatje. Hierbij worden de volgende afkortingen gebruikt:
Klimaatklasse Omgevingstemperaturen
SN tot + 32 °C
N tot + 32 °C
ST tot + 38 °C
T tot + 43 °C
Veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen
• Voorkom blessures en beschadigingen: pak het apparaat altijd
met twee personen uit en stel hem samen op.
• Neem bij beschadiging van het apparaat onmiddellijk - nog vóór
het aansluiten - contact op met de leverancier.
• Stel het apparaat volgens de aanwijzingen in deze gebruiksaan
-
wijzing op en houd u aan de aansluitvoorschriften om zeker te
zijn van een goede werking.
• Koppel het apparaat bij storingen los van de netspanning: trek de
stekker uit het stopcontact of draai de zekering in de meterkast
eruit.
• Trek de stekker niet aan het netsnoer uit het stopcontact maar
pak de stekker vast.
• Laat reparaties en ingrepen aan het apparaat uitsluitend door
de technische dienst of een installateur uitvoeren, aangezien
anders grote gevaren voor uzelf en anderen kunnen ontstaan.
Hetzelfde geldt voor het vervangen van het netsnoer.
• Gebruik in het apparaat nooit open vuur of ontstekingsbronnen.
Let er daarom tijdens het vervoeren en reinigen van het apparaat
goed op dat het koelcircuit niet wordt beschadigd. Mocht het
koelcircuit desondanks beschadigd raken, houd het apparaat
dan uit de buurt van open vuur. Zorg voor goede ventilatie in
het vertrek.
• Ga nooit op de sokkel, laden, deur enz. staan of leunen om
ergens bij te kunnen.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor personen (ook kinderen) met
fysieke, sensorische of mentale gebreken of personen, die niet
over voldoende ervaring en kennis beschikken, tenzij zij door
een persoon, die voor hun veiligheid verantwoordelijk is, in het
gebruik van het apparaat worden onderwezen of die aanvankelijk
toezicht uitoefent. Kinderen mogen niet zonder toezicht ach
-
terblijven om te voorkomen dat ze met het apparaat spelen.
• Voorkom voortdurend huidcontact met koude oppervlakken of te
koelen/te bevriezen levensmiddelen want dat kan een pijnlijk of
dof gevoel en bevriezing veroorzaken. Bij langdurig huidcontact
veiligheidsmaatregelen treffen, bijv. handschoenen dragen.
• Consumptie-ijs, met name waterijs of ijsblokjes, na het eruit
nemen niet onmiddellijk en niet te koud consumeren. Door de
lage temperaturen bestaat "Gevaar voor verbranding".
• Consumeer geen levensmiddelen die over de datum zijn, ze
kunnen een voedselvergiftiging veroorzaken.
• Het apparaat is bedoeld voor het koelen, invriezen en bewaren
van levensmiddelen evenals het maken van ijs. Het is bestemd
voor huishoudelijk gebruik. Bij professioneel gebruik (in de horeca,
detailhandel enz.) moeten de op de betreffende bedrijfstak van
toepassing zijnde voorschriften worden opgevolgd.
• Bewaar geen explosieve stoffen of spuitbussen met brandbare
drijfgassen (bijv. butaan, propaan, pentaan) in het apparaat.
Eventueel vrijkomend gas kan door de elektrische componenten
ontstoken worden. U herkent dergelijke spuitbussen aan het
waarschuwingssymbool bestaande uit enkele vlammen met
eronder de tekst "Licht ontvlambaar" dan wel aan de tekst op
de spuitbus.
• Geen elektrische apparaten binnen het apparaat gebruiken.
Deze gebruiksaanwijzing is voor verscheidene modellen geldig,
afwijkingen zijn daarom mogelijk.
Typeplaatje
Diepvriesladen
Stelpoten
Bedieningspa-
neel
Overzicht van apparaat en uitrusting
Aanwijzing m.b.t. afdanken
De verpakking is van recyclebare materialen gefabriceerd.
- Golfkarton/karton
- Voorgevormde delen van geschuimd polystyreen
- Folies van polyetheen
- Spanbanden van polypropeen
Verpakkingsmateriaal is geen speelgoed voor kinderen -
verstikkingsgevaar door folies!
Breng a.u.b. de verpakking naar een officiële inzamelpunt.
Het afgedankte apparaat bevat nog waardevolle
materialen en moet gescheiden van het ongesorteerde
afval worden afgevoerd.
Afgedankte apparaten onbruikbaar maken: trek de
stekker uit het stopcontact, snijd het netsnoer door
en zet de sluiting buiten werking zodat kinderen zich
niet kunnen opsluiten.
Let erop dat het koelmiddelcircuit tijdens het transport van het
afgedankte apparaat niet wordt beschadigd.
Informatie over het gebruikte koelmiddel vindt u op het type
-
plaatje.
Het recyclen van afgedankte apparaten moet vakkundig ge
-
beuren overeenkomstig de plaatselijk geldende voorschriften
en wetten.
11
Tips om energie te besparen
Laat de deur niet onnodig lang open staan.
Leg de levensmiddelen soort bij soort in de diepvriesladen, houd
u aan de maximale bewaartijd.
Laat warme gerechten eerst tot kamertemperatuur afkoelen
voordat u ze in het apparaat plaatst.
Ontdooi het apparaat zodra zich een laag ijs gevormd heeft. Het
apparaat vriest dan beter èn zuiniger.
In- en uitschakelen
Wij adviseren u om het apparaat te reinigen voordat u hem in
gebruik neemt (zie verder onder
`Reinigen´). Schakel het apparaat
ongeveer 4 uur voordat u de eerste produkten erin plaatst in.
Het apparaat is standaard voor normaal gebruik ingesteld (-18
°C) en is bij aflevering reeds ingeschakeld. Meteen nadat u de
stekker in het stopcontact gestoken hebt, begint het apparaat
te vriezen.
– Het groene controlelampje
brandt, ten teken dat het apparaat
in bedrijf is.
– Het rode waarschuwingslampje
brandt.
– Het rode waarschuwingslampje gaat uit, zodra het koud genoeg
is in het apparaat.
Uitschakelen: Draai de pijl van de temperatuurreglaar naar `0´.
De controlelampjes zijn uit.
Temperatuur instellen
Draai met een muntstuk de pijl van de temperatuurregelaar op
een stand tussen `1´ en `6´.
Stand `1´ = minimale koeling, warm
Stand `6´ = maximale koeling, koud
Wilt u de ingevroren levensmiddelen lang bewaren, dan moet
de temperatuur minimaal -18 °C bedragen. Houd er rekening
mee dat de temperatuur in het apparaat afhankelijk is van de
omgevingstemperatuur (plaatsing van het apparaat), het aantal
malen dat de kastdeur geopend wordt en de ingevroren levensmid
-
delen. Zet de temperatuurregelaar indien nodig op een koudere
(= hogere) stand.
Opstellen
• Plaats het apparaat bij voorkeur niet in direct zonlicht, naast het
fornuis, een radiator enz.
• De ondergrond moet vlak en waterpas zijn. Staat het apparaat
niet stabiel, verdraai dan met de bijgeleverde sleutel één of meer
stelpoten.
• Dek de ventilatieopeningen nooit af. Zorg altijd voor een goede
luchttoevoer en -afvoer!
• Plaats geen apparaten die warmte afgeven op de diepvrieskast,
bijv. magnetron, broodrooster enz.
De plaatsingsruimte van uw apparaat moet volgens de norm
EN 378 pro 8 g koelmiddelmassa R 600a 1 kubieke m bezitten
zodat er in geval van een lekkage in het koelmiddelcircuit geen
ontvlambare gas-lucht-mengeling in de plaat-singsruimte van
het apparaat kan ontstaan. Informatie over de hoeveelheid
koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van
het apparaat.
Het apparaat niet samen met andere apparaten aansluiten via
een verlengkabel - gevaar voor oververhitting.
Aansluiten
Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de opstellingsplaats
moeten met de informatie op het typeplaatje overeenstemmen. Het
typeplaatje vindt u links op de binnenwand. Het stopcontact moet
d.m.v. een zekering van 10 A of zwaarder beveiligd zijn, buiten de
achterzijde van het apparaat liggen en goed toegankelijk zijn.
Het apparaat alleen via een correct geïnstalleerd randaarde
-
stopcontact aansluiten.
Controle-elementen
Het rode waarschuwingslampje . Dit lampje brandt zolang de
temperatuur in het apparaat (nog) niet laag genoeg is. Zodra de
levensmiddelen in het apparaat koud genoeg zijn, gaat het lampje
uit. Het rode waarschuwingslampje zal altijd branden wanneer het
apparaat net ingeschakeld is.
Gaat het rode waarschuwingslampje branden tijdens normaal
gebruik van het apparaat, controleer dan:
of de netspanning geruime tijd is uitgevallen;
of de deur van het apparaat goed gesloten was;
of er zojuist verse levensmiddelen in het apparaat geplaatst
zijn.
Kunt u geen van deze vragen met `ja´ beantwoorden, neem dan
zo spoedig mogelijk contact op met de technische dienst van
de leverancier van het apparaat. Zorg dat u tijdens het gesprek
de typeaanduiding, het index- en servicenummer bij de hand
hebt.
Het Superfrostlampje
. Dit lampje brandt wanneer `Superfrost´
is ingeschakeld voor het invriezen van grotere hoeveelheden verse
levensmiddelen. Zie hiervoor onder `Invriezen´.
NL
12
Aanwijzingen voor het invriezen en bewaren
• Leg de levensmiddelen altijd soort bij soort.
De volgende levensmiddelen kunt u invriezen: vlees, wild,
gevogelte, verse vis, groente, fruit, zuivelprodukten, brood,
bakkerijprodukten, kant-en-klare maaltijden. Ongeschikt zijn:
kropsla, rammenas, druiven, hele appels en peren, vet vlees.
• Verpak levensmiddelen die u zelf invriest altijd in afgemeten
porties. Om deze porties meteen door en door te laten bevriezen,
doet u er goed aan de volgende maximale hoeveelheden per
portie aan te houden:
fruit, groente: max. 1 kg, vlees: max. 2,5 kg.
• Blancheer groenten na het wassen en afmeten van de porties
door ze 2-3 minuten in kokend water onder te dompelen en
vervolgens snel onder koud water af te spoelen.
• Voeg geen zout of specerijen toe aan verse levensmiddelen en
geblancheerde groenten voordat u ze invriest. Voeg aan overige
levensmiddelen slechts weinig zout en specerijen toe. Verschil
-
lende specerijen veranderen van smaak door het invriezen.
• Als verpakkingsmateriaal zijn geschikt: diepvrieszakjes, voor
hergebruik geschikte koelkastdozen van kunststof of metaal
(bijv. aluminium).
• Breng in te vriezen levensmiddelen niet in contact met reeds
ingevroren produkten. Leg uitsluitend droge verpakkingen in het
apparaat zodat ze niet aan elkaar kunnen vastvriezen.
• Noteer altijd datum en inhoud op de verpakkingen. Houd u aan
de maximale houdbaarheid.
• Vries geen flessen en pakken met koolzuurhoudende dranken
in aangezien deze kunnen exploderen.
• Ontdooien: Haal steeds slechts zoveel levensmiddelen uit het
apparaat als u direct nodig hebt. Verwerk eenmaal ontdooide
levensmiddelen zo snel mogelijk tot een gerecht.
Ingevroren levensmiddelen kunt u als volgt ontdooien:
– in de hete-luchtoven
– in de magnetron
– bij kamertemperatuur
– in de koelkast: de warmte die voor het ontdooien nodig is, wordt
aan de overige produkten in de koelkast onttrokken.
Reeds enigszins ontdooide platte porties vlees en vis kunnen
heet bereid worden. Groenten kunt u direct bereiden, zonder dat
u ze ontdooit (in de helft van de tijd die normaal nodig is om gaar
te worden).
Invriezen, Bewaren
De verse levensmiddelen moeten zo snel mogelijk door en door
bevroren worden en reeds opgeslagen produkten moeten een
`koudereserve´ krijgen. Hiervoor kunt u de Superfrost-functie
ge-bruiken. Zo blijven voedingswaarde, uiterlijk en smaak van de
ingevroren levensmiddelen het beste bewaard.
Op het typeplaatje (zie onder `Invries
-
capaciteit´ ) vindt u hoeveel kilo
verse levensmiddelen u binnen 24 uur
mag invriezen. De invriescapaciteit
is afhankelijk van het model en de
klimaatklasse van het apparaat.
Met Superfrost (SF) invriezen
Druk de Superfrost-toets in - het Superfrostlampje gaat
branden.
Let op: Bij een druk op de Superfrost-toets kan het door de
ingebouwde inschakelvertraging max. 8 minuten duren voordat
de compressor wordt ingeschakeld. Deze vertraging verlengt de
levensduur van het koelaggregaat.
Wacht bij een geringe hoeveelheid in te vriezen produkten onge-
veer 6 uur. Wacht bij de maximale hoeveelheid levensmiddelen
(zie het typeplaatje) ongeveer 24 uur!
Daarna de verse levensmiddelen erin leggen.
De automatische Superfrost-voorziening schakelt het invriezen
automatisch 60 uur na het inschakelen van de Superfrost uit.
Tip: Om energie te besparen kunt u de Superfrost-functie ook
uitschakelen voordat de 60 uur helemaal verstreken zijn. Druk
hiervoor de SF-toets nogmaals in. Controleer dan echter of de
temperatuur minimaal -18 °C bedraagt.
Schakel Superfrost niet in
- wanneer u reeds ingevroren diepvriesproducten in het apparaat
legt;
- bij het invriezen van minder dan 2 kg verse levensmiddelen per
dag.
13
Ontdooien
Op de wanden van de vriesruimte wordt na een langere bedrijfstijd
een laag rijp resp. ijs gevormd.
Hierdoor stijgt het energieverbruik.
Ontdooi daarom regelmatig.
Schakel het apparaat uit om hem te ontdooien: Trek de stekker
uit het stopcontact of draai de temperatuurregelaar naar `0´.
• Neem de laden en de glasplaten eruit.
Wikkel de levensmiddelen in oude kranten of een deken en
bewaar ze op een koele plaats.
• Plaats een pan heet water op de bodem van de vriesruimte om
het apparaat sneller te laten ontdooien.
Laat de deur van het apparaat tijdens het ontdooien open staan.
Neem het laatste restje dooiwater met een doek op en maak
het apparaat vervolgens schoon.
Gebruik voor het ontdooien geen mechanische of andere hulp
-
middelen tenzij deze door de fabrikant worden aanbevolen.
Reinigen
Let op! Trek vóór het reinigen altijd de stekker uit het stopcon-
tact. Is dit niet mogelijk, draai dan in de meterkast de zekering
eruit van de groep waarop het apparaat is aangesloten.
Reinig de binnenkant van het apparaat, de accessoires en de
buitenwand met lauw water waaraan een beetje afwasmiddel is
toegevoegd. Gebruik in geen geval chemische oplosmiddelen of
produkten die zand of zuren bevatten.
Gebruik geen stoomreinigingsapparaten!
Gevaar voor beschadiging en verwonding.
Let erop dat er geen water in de elektrische delen of de venti-
latierooster dringt.
Maak alles goed droog met een doek.
Maak het aggregaat en de warmtewisselaar (het metalen rooster
aan de achterkant van het apparaat) minimaal één keer per jaar
stofvrij en schoon.
Beschadig of verwijder het typeplaatje aan de binnenkant van het
apparaat nooit: het is belangrijk voor onze technische dienst.
Storingen
De volgende storingen kunt u zelf opsporen en verhelpen:
Het apparaat werkt niet, de lampjes branden niet. Contro-
leer:
– of het apparaat is ingeschakeld;
– of de stekker goed in het stopcontact zit;
– of de zekering in de meterkast nog goed is.
Het apparaat maakt te veel lawaai. Controleer:
– of het apparaat stabiel staat;
– of meubels/voorwerpen naast het apparaat door het draaiende
aggregaat aan het trillen worden gebracht. Bedenk dat een
diepvrieskast nooit helemaal geluidloos kan werken.
De temperatuur is niet laag genoeg. Controleer:
– of u de temperatuur goed hebt ingesteld (zie onder `Temperatuur
instellen´);
– of er te grote hoeveelheden verse levensmiddelen in het apparaat
gelegd werden;
– of de losse thermometer de juiste waarde aangeeft;
of de ventilatie in orde is;
of het apparaat te dicht bij een warmtebron staat.
Neem, indien geen van de bovenge
-
noemde oorzaken van toepassing
zijn en u de storing niet zelf verhel
-
pen kunt, contact op met de techni
-
sche dienst van de leverancier van
het apparaat. Zorg dat u tijdens het
gesprek de typeaanduiding
, het
index- en apparaatnummer bij
de hand hebt. Het typeplaatje vindt
u naast de bovenste diepvrieslade,
links op de binnenwand.
Buiten werking stellen
Wilt u het apparaat voor langere tijd buiten werking stellen, schakel
het dan uit, trek de stekker uit het stopcontact of draai de zeke-
ringen in de meterkast eruit. Reinig het apparaat en laat de deur
van het apparaat open staan om geurvorming te voorkomen.
Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd .
Het apparaat is radio- en tv-ontstoord volgens EN 55014 en
voldoet zodoende aan EG-richtlijn 87/308/EEG.
De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling
van alle typen en modellen. Hebt u er daarom a.u.b. begrip voor
dat wij ons wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten
voorbehouden.
Deur ombouwen
Sluit de deur en schroef het onderste scharnier eraf.
Laat de deur uit het bovenste scharnier zakken en verwijder
hem.
Draai de scharnierpen uit het onderste scharnier en schroef
hem in het ernaast gelegen tapgat.
Verwijder de afdekplaat en druk hem in de scharniergaten
aan de andere kant.
Schroef de bovenste scharnierpen eruit en breng hem aan
de andere kant weer aan.
Monteer de deurgreep en kunststof stopjes .
Druk het stopje in het vrijgekomen gat.
Schuif de deur over de bovenste scharnierpen en sluit hem.
Schuif de onderste scharnierpen in de deur en schroef het
scharnier aan het apparaat vast.
NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5

Liebherr GX 811 de handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
de handleiding