Panasonic CSFZ50UKE de handleiding

Type
de handleiding
Eλληνικά Italiano Nederlands Deutsch
ACXF55-18850
Model No.
Indoor Unit Outdoor Unit
CS-FZ25UKE
CS-FZ35UKE
CS-FZ50UKE
CS-FZ60UKE
CU-FZ25UKE
CU-FZ35UKE
CU-FZ50UKE
CU-FZ60UKE
Operating Instructions
Air Conditioner
Bedienungsanleitung
Klimagerät
2-23
Bevor Sie das Gerät in Betrieb nehmen, lesen Sie bitte diese
Bedienungsanleitung aufmerksam durch und bewahren Sie
sie als künftige Referenz auf.
Das mitgelieferte Installationshandbuch sollte aufbewahrt und
vor der Installation vom Installateur gelesen werden.
Die Fernbedienung ist im Innengerät verpackt und wird vor
der Installation durch den Installateur entfernt.
* Wenden Sie sich bei Fragen zur Gültigkeit der Konnektivität
an Ihren Fachhändler.
Handleiding
Airconditioner
24-45
Lees voor u het apparaat gebruikt deze gebruikshandleiding
grondig en bewaar deze voor toekomstig gebruik.
De bijgevoegde installatiehandleiding moet door de
installateur worden bewaard en gelezen vóór de installatie.
De afstandsbediening is in de binnenunit verpakt en moet
vóór de installatie door de installateur worden verwijderd.
* Wij verzoeken u vriendelijk een geautoriseerde dealer
advies te vragen over de aansluitmogelijkheden.
Istruzioni di funzionamento
Condizionatore d’aria
46-67
Prima di utilizzare l’unità, leggere attentamente le istruzioni
e conservare questo opuscolo per potervi fare riferimento in
futuro.
Le istruzioni per l’installazione fornite in dotazione devono
essere conservate e lette dall’installatore prima dell’installazione.
Il telecomando si trova nell’unità interna e deve essere rimosso
dall’installatore prima dell’installazione.
* Si prega di consultare un rivenditore autorizzato per la validità
della connettività.
Οδηγίες λειτουργίας
Κλιματιστικό
68-89
Προτού θέσετε τη μονάδα σε λειτουργία, διαβάστε προσεκτικά τις
παρούσες οδηγίες λειτουργίας και φυλάξτε τις για μελλοντική αναφορά.
Οι Οδηγίες εγκατάστασης που περιλαμβάνονται πρέπει να φυλαχθούν και
να διαβαστούν από τον τεχνικό εγκατάστασης πριν από την εγκατάσταση.
Το τηλεχειριστήριο είναι συσκευασμένο στην εσωτερική μονάδα και
πρέπει να αφαιρεθεί από τον τεχνικό
εγκατάστασης πριν από την
εγκατάσταση.
* Συμβουλευτείτε τον εξουσιοδοτημένο αντιπρόσωπο για την
καταλληλότητα της σύνδεσης.
24
Biedt maximaal comfort bij optimale energiebesparing.
Gebruik de
afstandsbediening
binnen 8 meter van
de ontvanger van
de binnen-unit.
Snelle Gids
De batterijen plaatsen
1
2
3
1
Open het klepje van de
afstandsbediening.
2
Plaats AAA- of R03-
batterijen (kan ~ 1 jaar
gebruikt worden).
3
Sluit het deksel.
A
Instellen van de klok
1
Druk op
en stel
de tijd in met
.
Houd ongeveer
5 seconden ingedrukt,
om te tijd in 12-uurs of
24-uurs notatie weer
te geven.
2
Bevestig .
* Het display en de
functies van de
afstandsbediening
kunnen variëren
afhankelijk van het
model.
4
FAN SPEED
FAN SPEED
A
B
25
Nederlands
Inhoudsopgave
Veiligheidsmaatregelen
.....
26-37
Het gebruik
..........................
38-39
Meer weten
.....................................
40
Reinigingsinstructies
.....
41-42
Problemen oplossen
.......
43-45
Informatie
....................................
91
Accesoires
Afstandsbediening
AAA of 2 x R03 batterijen
Afstandsbedieningshouder
2 x schroeven voor de
afstandbedieninghouder
De afbeeldingen in deze handleiding zijn
alleen bedoeld als toelichting en kunnen
afwijken van het daadwerkelijke uiterlijk
van het apparaat. Deze handleiding
kan zonder voorafgaande kennisgeving
worden gewijzigd ter verbetering.
B
Eenvoudige bediening
1
Druk op
om de
gewenste stand te
selecteren.
DRY
AUTO HEAT
COOL
2
Druk op
om de werking te
starten/stoppen.
POWER
Let op dat de
aanduiding
wordt
weergegeven voor
het starten van de
unit.
3
Stel de gewenste
temperatuur in.
Omhoog
Omlaag
Instellingsbereik:
16.0 °C ~ 30.0 °C /
60 °F ~ 86 °F.
• Houd
ongeveer 10
seconden ingedrukt, om
de temperatuuraanduiding
te veranderen in °C of °F.
Hartelijk dank voor de aanschaf van
de Panasonicairconditioner.
26
Veiligheidsmaatregelen
Houd u aan de volgende instructies zodat
persoonlijk letsel, bij u of bij iemand anders, of
materiële schade wordt voorkomen:
Onjuiste bediening wegens het niet opvolgen
van de instructies kan leiden tot letsel of schade,
waarvan de ernst wordt geclassi ceerd zoals
hieronder is aangegeven:
Het is niet de bedoeling dat dit apparaat
toegankelijk is voor leken.
WAARSCHUWING
Met dit teken
wordt u
gewaarschuwd
voor de dood of
ernstig letsel.
VOORZICHTIG
Met dit teken
wordt u
gewaarschuwd
voor letsel of
schade aan
eigendommen.
De op te volgen instructies worden aangeduid
met de volgende symbolen:
Dit symbool verwijst naar een
handeling die VERBODEN is.
Deze symbolen geven
VERPLICHTE acties aan.
WAARSCHUWING
Binnenunit En Buitenunit
Dit apparaat kan worden gebruikt door
kinderen vanaf de leeftijd van 8 jaar en
door personen met verminderde fysieke,
sensorische of mentale capaciteiten,
of zonder ervaring of kennis, als dat
plaatsvindt onder toezicht of na instructie
over het veilig gebruik van het apparaat
en zij begrijpen welke risico's er zijn.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Reiniging en door gebruiker
uit te voeren onderhoud mag niet
zonder toezicht door kinderen worden
uitgevoerd.
Vraag advies aan een geautoriseerde
dealer of gespecialiseerde vakman,
wanneer de unit schoongemaakt,
gerepareerd, geïnstalleerd, verwijderd
of opnieuw geïnstalleerd moet worden.
Onjuiste installatie en behandeling zal
lekkage, een elektrische schok of brand
tot gevolg hebben.
Vraag een gekwali ceerde dealer
of specialist voor eventueel te
gebruiken koelmiddel. Het gebruik van
koelmiddelen anders dan aangegeven
kan schade aan het product, ongevallen
en letsel veroorzaken, enz.
Gebruik geen hulpmiddelen om het
ontdooiproces te versnellen en gebruik
geen andere schoonmaakmiddelen dan
door de fabrikant voorgeschreven.
Elke ondeugdelijke methode of gebruik
van ongeschikt materiaal kan schade
aan het product, barsten en ernstig letsel
veroorzaken.
Installeer de unit niet in een ruimte waar
explosie- of brandgevaar kan ontstaan.
Houdt u zich niet aan deze instructie,
dan kan dat brand tot gevolg hebben.
Steek niet uw vingers of een
voorwerp in de binnen- of
buitenunit van de airconditioner,
draaiende delen kunnen letsel
veroorzaken.
Binnenunit
Buitenunit
Voedingsbron
Afstandsbediening
Luchtinlaat
Luchtinlaat
Luchtinlaat
Luchtinlaat
Luchtuitlaat
Luchtuitlaat
Luchtuitlaat
Luchtuitlaat
27
Nederlands Veiligheidsmaatregelen
Raak de buitenunit niet aan tijdens
onweer, het zou kunnen leiden tot een
elektrische schok.
Stel het apparaat niet voor lange tijd
direct bloot aan koude lucht. Dit om
overmatige afkoeling te vermijden.
Ga niet op het apparaat zitten of
staan, omdat u per ongeluk zou
kunnen vallen.
Afstandsbediening
Laat peuters en jonge kinderen niet
met de afstandsbediening spelen om
te voorkomen dat zij de batterijen per
ongeluk doorslikken.
Stroomvoorziening
Voorkom oververhitting of
brand, gebruik niet een
snoer waarin wijzigingen
zijn aangebracht of dat
uit meerdere stukken
is samengesteld of een
verlengsnoer of een snoer
van onbekende herkomst.
Om oververhitting, brand of elektrische
schokken te voorkomen:
Sluit geen andere apparaten aan op
hetzelfde stopcontact.
Bedien het apparaat niet met natte
handen.
Laat geen knikken in het stroomsnoer
komen.
Werk niet met de unit en stop deze ook
niet door de stekker in te steken of juist
uit te trekken.
Als het netsnoer beschadigd is,
moet deze door de fabrikant, een
onderhoudsmonteur of een vergelijkbaar
gekwali ceerd persoon vervangen
worden om mogelijk risico te voorkomen.
U wordt ten zeerste geadviseerd
de apparatuur te installeren met
een differentieelschakelaar of een
aardlekschakelaar.
Om oververhitting, brand of elektrische
schokken te voorkomen:
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Men moet het stof op de stekker
periodiek afvegen met een droge doek.
Stop met het gebruiken van het
product, wanneer er een abnormaliteit/
storing optreedt en haal de stekker
uit het stopcontact of schakel de
stroomschakelaar en de circuitbreker uit.
(Risico op rook/brand/elektrische schok)
Voorbeelden van abnormaliteit/storing
De ELCB stopt vaak.
Men merkt een brandgeur op.
Er wordt een abnormaal geluid of trilling
van de eenheid opgemerkt.
Er lekt water uit de binnenunit.
Stroomsnoer of stekker wordt
abnormaal heet.
Ventilatorsnelheid kan niet geregeld
worden.
De eenheid stopt onmiddellijk met
werken, zelfs als deze ingeschakeld is
om te werken.
De ventilator stopt niet, zelfs niet als de
eenheid stopt met werken.
Neem onmiddellijk contact op met uw
plaatselijke leverancier voor onderhoud/
reparatie.
Deze apparatuur moet worden geaard
om te voorkomen dat een elektrische
schok of brand ontstaat.
Voorkom een elektrische schok door het
apparaat uit te schakelen en de stekker
uit het stopcontact te trekken:
- Voordat de apparatuur wordt gereinigd
of nagezien,
- Bij langdurige perioden zonder gebruik
of
- Tijdens zware onweersbuien
28
Veiligheidsmaatregelen
VOORZICHTIG
Binnenunit En Buitenunit
Was de interne unit niet met water,
benzeen, thinner of schuurpoeder om
schade en roest bij de unit te vermijden.
Deze stoffen mogen niet gebruikt worden
voor tere apparatuur, voedsel, dieren,
planten, versieringen of andere objecten.
Doet u dit wel, dan kan dit leiden tot
verslechtering van de kwaliteit.
Voorkom dat een eventuele brand wordt
aangewakkerd, gebruik geen apparatuur
die brand kan veroorzaken, vóór de
luchtuitlaat.
Stel planten of ook huisdieren niet direct
bloot aan de luchtstroming om letsel te
voorkomen.
Raak de scherpe aluminium vin
niet aan; scherpe delen kunnen
blessures veroorzaken.
Schakel de binnenunit niet in wanneer u
de vloer in de was zet. Lucht het vertrek
goed voordat u de unit inschakelt,
wanneer u de vloer in de was hebt gezet.
Installeer de unit niet in ruimten waar
een oliedamp of rook hangt om schade
aan de unit te voorkomen.
Haal de unit niet uit elkaar om schoon te
maken. Hierdoor voorkomt u letsel.
Stap niet op een bank die niet stevig
staat. Zo voorkomt men letsel.
Zet geen vaas of object met water op de
unit. Water kan de unit binnendringen en
de kwaliteit van de isolatie verslechteren.
Dit kan tot een elektrische schok leiden.
Open tijdens het gebruik niet
voor langere tijd een raam
of deur omdat dit inef ciënt
stroomverbruik en oncomfortabele
temperatuursveranderingen kan
veroorzaken.
Voorkom lekkend water door te zorgen
dat de aftapslang:
- Goed aangesloten is,
- Uit de buurt van dakgoten en containers
loopt of,
- Niet ondergedompeld is in water
Na een lange periode van gebruik of ook
gebruik met brandbare apparatuur, moet
u de ruimte goed luchten.
Controleer, wanneer u de apparatuur
lange tijd hebt gebruikt, dat het
installatierek nog in goede staat is, zodat
u er zeker van kunt zijn dat de unit niet
kan vallen.
Afstandsbediening
Gebruik geen oplaadbare (Ni-
Cd) batterijen. Hierdoor kan de
afstandsbediening beschadigd raken.
Om disfunctie of schade aan de
afstandsbediening te voorkomen:
Verwijder de batterijen indien het
apparaat gedurende lange tijd niet zal
worden gebruikt.
Men moet nieuwe batterijen van
hetzelfde type insteken en daarbij de
vermelde polariteit volgen.
Stroomvoorziening
Trek de stekker niet via het snoer uit het
stopcontact, om een elektrische schok te
vermijden.
29
Nederlands Veiligheidsmaatregelen
WAARSCHUWING
Dit apparaat is gevuld met R32
(matig brandbaar koelmiddel).
Als er koelmiddel lekt dat wordt
blootgesteld aan een externe
ontstekingsbron, ontstaat er
brandgevaar.
Binnenunit En Buitenunit
Het apparaat moet worden
geïnstalleerd en/of gebruikt in een
ruimte met een vloeroppervlakte
van meer dan Amin (m²) en moet
uit de buurt worden gehouden van
ontstekingsbronnen zoals hitte/vonken/
open vuur, of gevaarlijke gebieden
zoals gastoestellen, kooktoestel op gas,
leidingsysteem gastoevoer, of elektrisch
kookapparaten, enz. (zie tabel A in de
installatiehandleiding voor Amin (m²)).
Let op dat koelmiddel wellicht geen geur
heeft. Het is sterk aanbevolen dat er
voor brandbaar koelmiddel geschikte
gasdetectoren aanwezig zijn die werken
en waarschuwen bij lekkage.
Houd alle noodzakelijke
ventilatieopeningen vrij van
belemmeringen.
Het apparaat staat onder druk, dus
probeer het niet te doorboren of te
verbranden. Stel het apparaat niet bloot
aan hitte, vlammen, vonken of andere
ontstekingsbronnen. Anders zou het
kunnen exploderen en verwondingen of
overlijden veroorzaken.
Voorzorgsmaatregelen voor
gebruik van R32-koelmiddel
De procedures voor de standaard
installatiewerkzaamheden zijn hetzelfde als voor
modellen met een conventioneel koelmiddel
(R410A, R22).
Omdat de bedrijfsdruk hoger is dan
bij modellen met R22-koelmiddel
zijn er enkele speciale leidingen met
installatie en speciaal gereedschap
nodig. In het bijzonder als een model
met R22-koelmiddel wordt vervangen
door een model met het nieuwe R32-
koelmiddel moeten de normale leidingen
en wartelmoeren worden vervangen
door leidingen geschikt voor R32 en
R410A en de wartelmoeren die op de
buitenzijde van de buitenunit zitten.
Voor R32 en R410A kunnen dezelfde
leidingen en de wartelmoeren die op de
buitenunit zitten, worden gebruikt.
Mengen van verschillende koelmiddelen
in één systeem is verboden. Modellen
die R32- en R410A-koelmiddel
gebruiken, hebben een andere
schroefdraaddiameter van de vulpoort,
zodat per ongeluk vullen met R22 wordt
voorkomen en voor de veiligheid.
Controleer daarom vooraf.
[De schroefdraaddiameter van de
vulpoort voor R32 en R410A is 1/2”.]
Zorg er altijd voor dat er geen
verontreinigingen (olie, water, enz.) in de
leidingen terecht komen. Zorg daarnaast
bij opslag van de leidingen voor een
goede afdichting van de opening door
deze dicht te knijpen, af te tapen, enz.
(Behandeling van R32 is gelijk aan
R410A.)
Bediening, onderhoud, reparatie en
terugwinning van koelmiddel moet
worden uitgevoerd door personeel,
opgeleid en gecerti ceerd voor het
gebruik van brandbare koelmiddelen,
zoals aanbevolen door de fabrikant.
Alle personeel dat handelingen, service
of onderhoud uitvoert aan een systeem
of de bijbehorende onderdelen van
de apparatuur, moet opgeleid en
gecerti ceerd zijn.
30
Elk onderdeel van het koelcircuit
(verdampers, luchtkoelers,
luchtbehandelingsunit, condensors
of vloeistofvaten) of de leidingen
mogen niet vlakbij warmtebronnen,
open vuur, werkende gastoestellen of
een werkende elektrische verwarmer
worden gesitueerd.
De gebruiker/eigenaar of hun bevoegde
vertegenwoordiger moeten regelmatig
maar ten minste eenmaal per jaar
de alarmen, mechanische ventilatie
en detectoren controleren, zoals in
nationale verordeningen is vereist
om te zorgen dat deze goed blijven
functioneren.
Er moet een logboek worden
bijgehouden. Het resultaat van deze
controles moet in het logboek worden
vastgelegd.
Bij ventilatie in intensief gebruikte
ruimten moet worden gecontroleerd dat
en geen belemmeringen zijn.
Voordat een nieuw koelsysteem
in gebruik wordt genomen, moet
degene die voor ingebruikname
verantwoordelijk is, ervoor zorgen
dat opgeleid en gecerti ceerd
bedieningspersoneel worden
geïnstrueerd. Hierbij moet op
basis van de gebruiksaanwijzing
de uitvoering, het toezicht, de
bediening en het onderhoud van
het koelsysteem, zowel als de te
nemen veiligheidsmaatregelen, en de
eigenschappen en het omgaan met het
gebruikte koelmiddel worden uitgelegd.
De algemene eisen aan goed opgeleid
en gecerti ceerd personeel zijn
hieronder aangegeven:
a) Kennis van wet- en regelgeving
en normen met betrekking tot
brandbare koelmiddelen; en
b) Gedetailleerde kennis over en
vaardigheden in het omgaan
met brandbare koelmiddelen,
persoonlijke beschermingsmiddelen,
voorkoming van lekkage van
koelmiddel, omgaan met cilinders,
vullen, lekdetectie, terugwinning en
verwijdering; en
c) Het kunnen begrijpen en in de
praktijk toepassen van de eisen in
de nationale wet- en regelgeving en
normen; en
d) Het doorlopend volgen van
periodieke en uitgebreide
opleidingen om deze expertise te
behouden.
1. Installatie (Ruimte)
Producten met brandbare koelmiddelen
mogen niet in een ongeventileerde
ruimte worden geïnstalleerd, als deze
ruimte kleiner is dan Amin (m²).
Als ter plekke wordt bijgevuld, moet het
effect van het verschil in leidinglengte
op het vullen met koelmiddel worden
bepaald, gemeten en vastgelegd.
Zorg ervoor dat de installatie van
leidingen zo kort mogelijk wordt
gehouden. Vermijd het gebruik van
gedeukte leidingen en pas geen
scherpe bochten toe.
Zorg ervoor dat het leidingwerk
beschermd is tegen fysieke
beschadiging.
Het moet voldoen aan de nationale
gasvoorschriften en lokale wet- en
regelgeving. De betreffende autoriteiten
moeten worden geïnformeerd
conform alle van toepassing zijnde
voorschriften.
Zorg ervoor dat mechanische
verbindingen toegankelijk zijn voor
onderhoud.
Daar waar mechanische
ventilatie vereist is, moeten de
ventilatieopeningen vrij worden
gehouden van belemmeringen.
Volg de voorzorgsmaatregelen op
van #12 en voldoe aan de nationale
voorschriften als u het product afdankt.
Neem altijd contact op met uw
gemeente voor de juiste behandeling.
Veiligheidsmaatregelen
31
Nederlands
2. Onderhoud
2-1. Onderhoudspersoneel
Het systeem wordt geïnspecteerd,
periodiek bewaakt en onderhouden
door opgeleid en gecerti ceerd
onderhoudspersoneel in dienst van de
gebruiker of verantwoordelijke partij.
Zorg ervoor dat de grootte van de
vulapparatuur in overeenstemming
is met de afmetingen van de ruimte
waarin de onderdelen die koelmiddel
bevatten zijn gemonteerd.
Zorg ervoor dat bij het vullen geen
koelmiddel lekt.
Elke bevoegde persoon die werkt aan
een koelcircuit of het openmaakt, moet
een op dat moment geldig certi caat
hebben van een door de bedrijfstak
goedgekeurde beoordelingsinstantie,
die de deskundigheid erkent veilig
om te kunnen gaan met koelmiddelen
conform een door de bedrijfstak
goedgekeurde beoordelingsspeci catie.
Onderhoud mag alleen worden
uitgevoerd zoals door de fabrikant
van de apparatuur is aanbevolen.
Onderhoud en reparatie waarbij de
hulp van ander deskundig personeel
nodig is, moet worden uitgevoerd onder
toezicht van iemand die deskundig
is in het werken met brandbare
koelmiddelen.
Onderhoud mag alleen worden
uitgevoerd zoals door de fabrikant is
aanbevolen.
2-2. Werkzaamheden
Voordat er begonnen wordt
met werk aan systemen met
brandbare koelmiddelen zijn er
veiligheidscontroles nodig om het risico
op ontbranding te minimaliseren. Voor
reparaties aan het koelsysteem moeten
de voorzorgsmaatregelen in #2-2 tot
#2-8 worden opgevolgd, voordat het
werk aan het systeem wordt uitgevoerd.
Werk moet volgens een gecontroleerde
procedure worden uitgevoerd om
het risico te minimaliseren dat een
brandbaar gas of damp aanwezig is
terwijl het werk wordt uitgevoerd.
Alle onderhoudspersoneel en anderen
die in de buurt werken, moeten worden
ingelicht over de aard van het werk dat
wordt uitgevoerd en er moet toezicht
worden gehouden.
Vermijd het werken in beperkte ruimten.
Zorg er altijd voor dat er minimaal 2
meter veiligheidsruimte is vanaf de
apparatuur of een vrije ruimte met een
straal van tenminste 2 meter.
Draag de juiste beschermingsmiddelen
inclusief ademhalingsbescherming als
de omstandigheden dit vereisen.
Zorg ervoor dat de omstandigheden in
de ruimte veilig zijn door het gebruik
van brandbaar materiaal te beperken.
Houd alle ontstekingsbronnen en hete
metalen oppervlakken uit de buurt.
Veiligheidsmaatregelen
32
Veiligheidsmaatregelen
2-3. Controle op de aanwezigheid van
koelmiddel
De ruimte moet voor en tijdens het
werk worden gecontroleerd met een
geschikte detector voor koelmiddel om
ervoor te zorgen dat de monteur op de
hoogte is van een mogelijk brandbare
atmosfeer.
Zorg ervoor dat de gebruikte
detectieapparatuur voor lekkages
geschikt is voor gebruik met brandbare
koelmiddelen, d.w.z. vonkvrij, goed
afgedicht of intrinsiek veilig.
Als er lekkage is opgetreden, moet de
ruimte onmiddellijk worden geventileerd
en moet u aan de kant blijven waar de
wind vandaan komt en uit de buurt van
de lekkage.
Als er lekkage is opgetreden, moet
u personen waarschuwen die zich
bevinden aan de kant waar de wind
naartoe gaat, het gevaarlijke gebied
onmiddellijk afzetten en onbevoegd
personeel uit de buurt houden.
2-4. Aanwezigheid van een
brandblusser
Als er werk aan de koelapparatuur
of bijbehorende onderdelen moet
worden uitgevoerd waarbij warmte
vrijkomt, moet er direct geschikt
brandblusmateriaal beschikbaar zijn.
Er moet een poeder- of CO
2
-
brandblusser aanwezig zijn in het
gebied waar gevuld wordt.
2-5. Geen ontstekingsbronnen
Iemand die werk uitvoert aan een
koelsysteem waarbij leidingwerk
betrokken is dat brandbaar koelmiddel
bevat of heeft bevat, mag niet op een
zodanige manier ontstekingsbronnen
gebruiken dat dit kan leiden tot risico's
op brand of explosie. Bij het uitvoeren
van zulke werkzaamheden mag niet
gerookt worden.
Alle mogelijke ontstekingsbronnen,
inclusief roken, moeten voldoende
ver weg blijven van de plaats van
installatie, reparatie of verwijdering
zolang er brandbaar koelmiddel kan
ontsnappen naar de omliggende ruimte.
Voordat het werk plaatsvindt, moet
de ruimte rond de apparatuur worden
onderzocht om zeker te zijn dat er geen
brandgevaar of ontstekingsrisico's zijn.
Er moeten "Niet roken"-borden worden
geplaatst.
2-6. Geventileerde ruimte
Zorg ervoor dat het gebied in de
open lucht is of dat het voldoende
geventileerd wordt voordat u het
systeem openmaakt of werk uitvoert
waarbij warmte vrijkomt.
Tijdens de periode dat het werk wordt
uitgevoerd, moet voortdurend in zekere
mate geventileerd worden.
De ventilatie moet eventueel
vrijgekomen koelmiddel veilig
verspreiden en bij voorkeur het naar
buiten afvoeren in de buitenlucht.
33
Nederlands
2-7. Controles van de
koelmiddelapparatuur
Als elektrische onderdelen worden
uitgewisseld, moeten deze geschikt zijn
voor hun doel en de juiste speci catie
hebben.
De onderhoudsrichtlijnen van de
fabrikant moeten te allen tijde worden
opgevolgd.
Bij twijfel kunt u contact opnemen met
de technische dienst van de fabrikant
voor hulp.
De volgende controles moeten worden
uitgevoerd bij installaties die brandbare
koelmiddelen gebruiken.
-
De grootte van de vulapparatuur
moet in overeenstemming zijn met de
afmetingen van de ruimte waarin de
onderdelen die koelmiddel bevatten
zijn gemonteerd.
-
De ventilatieapparatuur en uitlaten
werken afdoende en zijn niet
geblokkeerd.
-
Als een indirect koelcircuit wordt
toegepast, moet het secundaire
circuit worden gecontroleerd op de
aanwezigheid van koelmiddel.
-
Markeringen op de apparatuur
moeten zichtbaar en leesbaar blijven.
Markeringen en aanduidingen die
onleesbaar zijn moeten worden
gecorrigeerd.
-
Koelleidingen of onderdelen moeten
op een plaats worden geïnstalleerd
waar het onwaarschijnlijk is dat deze
worden blootgesteld aan stoffen die
onderdelen die koelmiddel bevatten
corroderen, tenzij die onderdelen
zijn gemaakt van materialen die
corrosiebestendig zijn of goed
worden beschermd tegen corrosie.
2-8. Controles van elektrische
apparaten
Bij reparatie en onderhoud aan
elektrische onderdelen moeten
veiligheidscontroles en procedures
voor inspectie van onderdelen worden
uitgevoerd.
De eerste veiligheidscontroles houden
onder andere in dat:
-
De condensatoren ontladen zijn;
dit moet op een zodanig veilige
manier gebeuren dat er geen vonken
ontstaan.
-
Er geen elektrische onderdelen en
bedrading zijn die onder spanning
staan tijdens het vullen, terugwinnen
of doorspoelen van het systeem.
-
Er doorlopend verbinding met de
aarde is.
De onderhoudsrichtlijnen van de
fabrikant moeten te allen tijde worden
opgevolgd.
Bij twijfel kunt u contact opnemen met
de technische dienst van de fabrikant
voor hulp.
Als er een storing is die de veiligheid in
gevaar brengt, mag er geen elektrische
voeding worden aangesloten op het
circuit, totdat de storing voldoende is
verholpen.
Als de storing niet onmiddellijk kan
worden verholpen maar het nodig is dat
de apparatuur blijft werken, moet er een
afdoende tijdelijke oplossing worden
gebruikt.
De eigenaar van de apparatuur moet
worden ingelicht, zodat alle partijen
hierover zijn geïnformeerd.
Veiligheidsmaatregelen
34
Veiligheidsmaatregelen
3. Reparatie aan afgedichte
onderdelen
Tijdens reparaties aan afgedichte
onderdelen moeten alle elektrische
voedingen worden losgekoppeld van
de apparatuur waaraan gewerkt wordt,
voordat afdekkingen e.d. worden
verwijderd.
Als het absoluut noodzakelijk is dat er
tijdens het onderhoud een elektrische
voeding is naar de apparatuur, dan
moet er een doorlopend werkende
vorm van lekdetectie worden
aangebracht op het meest kritische
punt om te waarschuwen voor mogelijk
gevaarlijke situaties.
In het bijzonder moet er aandacht
worden besteed dat bij werkzaamheden
aan elektrische onderdelen de
behuizing niet zodanig wordt gewijzigd
dat het beschermingsniveau wordt
aangetast. Dit houdt ook in schade aan
kabels, overmatig aantal aansluitingen,
niet originele aansluitklemmen, schade
aan afdichtingen, onjuist aanbrengen
van doorvoeringen, enz.
Zorg ervoor dat de apparatuur stevig
gemonteerd is.
Zorg ervoor dat afdichtingen of
afdichtingsmateriaal niet zodanig is
verweerd dat ze niet langer geschikt
zijn om het binnendringen van
brandbare gassen te voorkomen.
Vervangende onderdelen moeten
overeenkomen met de speci caties van
de fabrikant.
OPMERKING: Het gebruik van
siliconenkit kan de effectiviteit van
sommige typen detectieapparatuur voor
lekkages negatief beïnvloeden.
Intrinsiek veilige onderdelen hoeven niet
te worden afgeschermd voordat er aan
gewerkt wordt.
4. Reparaties aan intrinsiek veilige
onderdelen
Breng niet een permanente inductieve
belasting of belastingscapaciteit aan op
het circuit zonder ervoor te zorgen dat
deze niet de toelaatbare spanning en
stroom voor de gebruikte apparatuur
overschrijdt.
Intrinsiek veilige onderdelen zijn de
enige waaraan gewerkt mag worden in
de buurt van brandbare gassen, terwijl
er spanning op staat.
De testapparatuur moet de juiste
speci caties hebben.
Vervang onderdelen alleen met
onderdelen die door de fabrikant
zijn voorgeschreven. Andere dan de
door de fabrikant voorgeschreven
onderdelen kunnen ontbranding
veroorzaken van koelmiddel dat door
een lek in de lucht is terechtgekomen.
5. Bekabeling
Controleer dat de bekabeling niet wordt
blootgesteld aan slijtage, corrosie,
overmatige druk, trillingen, scherpe
randen of andere negatieve effecten uit
de omgeving.
De controle moet ook rekening houden
met het effect van veroudering of
doorlopende trillingen van bronnen
zoals compressoren of ventilatoren.
6. Detectie van brandbare
koelmiddelen
Onder geen enkele omstandigheid
mogen mogelijke ontstekingbronnen
worden gebruikt bij het zoeken naar
of detecteren van lekkages van
koelmiddel.
Een halogenide fakkel (of elke andere
detector met een onafgeschermde
vlam) mag niet worden gebruikt.
35
Nederlands
7. Methodes voor lekdetectie
De volgende methodes voor lekdetectie
zijn toegestaan voor alle koelsystemen.
Lekkage van NO wordt gedetecteerd
met detectieapparatuur met een
capaciteit van 10
6
Pa·m
3
/s of beter,
bijvoorbeeld een helium-lekdetector.
Er kunnen elektronische lekdetectoren
worden gebruikt voor het detecteren
van brandbare koelmiddelen, maar
het kan zijn dat de gevoeligheid niet
afdoende is of opnieuw gekalibreerd
moet worden.
(Detectieapparatuur moet worden
gekalibreerd in een ruimte zonder
koelmiddel.)
Zorg ervoor dat de detector niet
een mogelijke ontstekingsbron is
en geschikt is voor het gebruikte
koelmiddel.
Detectieapparatuur voor lekkages moet
worden ingesteld op een percentage
van de brandbaarheidsgrens-laag
van het koelmiddel en moet worden
gekalibreerd op het gebruikte
koelmiddel met toepassing van het
juiste percentage gas (25% maximaal).
Voor de meeste koelmiddelen
kunnen vloeistoffen voor lekdetectie
worden gebruikt, maar gebruik van
reinigingsmiddelen met chloor moet
worden vermeden omdat de chloor kan
reageren met het koelmiddel en de
koperen leidingen kan corroderen.
Als er een lek wordt vermoed, moeten
alle onafgeschermde vlammen worden
verwijderd/gedoofd.
Als er een lekkage van koelmiddel is
ontdekt waarvoor soldeerwerk nodig is,
moet alle koelmiddel uit het systeem
worden verwijderd of afgescheiden
(d.m.v. afsluitventielen) in een deel van
het systeem dat van het lek verwijderd
is. Er moet dan zuurstofvrije stikstof
(OFN) door het systeem worden
gespoeld zowel voor als tijdens de
soldeerwerkzaamheden.
OFN = distikstof, een type inert gas.
8. Verwijdering en leegmaken
Als het koelcircuit moet worden
geopend voor reparaties – of voor
andere doeleinden – moeten de
conventionele procedures worden
gebruikt. Het is echter belangrijk dat
de beste methode wordt gebruikt
omdat de brandbaarheid in overweging
moet worden genomen. De volgende
procedure moet worden gevolgd:
verwijder koelmiddel -> spoel het circuit
met inert gas -> leegmaken -> spoel
nogmaals met inert gas -> open het
circuit door zagen of solderen
De vulling van koelmiddel moet worden
opgevangen in de juiste cilinders voor
terugwinning.
Het systeem moet worden "gespoeld"
met OFN om de unit veilig te maken.
Het kan zijn dat dit proces een paar
keer moet worden herhaald.
Voor deze taak mag geen perslucht of
zuurstof worden gebruikt.
Het doorspoelen moet worden
uitgevoerd door het vacuüm in het
systeem met zuurstofvrije stikstof
(OFN) op te heffen en door te gaan
met vullen tot de bedrijfsdruk is bereikt,
daarna naar de buitenlucht te ventileren
en tenslotte een vacuüm te trekken.
Dit proces moet worden herhaald tot er
geen koelmiddel meer in het systeem
is.
Als het systeem voor de laatste keer
met OFN is gevuld, moet het worden
doorgespoeld tot atmosferische druk,
zodat de werkzaamheden plaats
kunnen vinden.
Deze uitvoering is absoluut cruciaal
als er gesoldeerd moet worden aan de
leidingen.
Zorg ervoor dat de uitlaat van de
vacuümpomp niet dichtbij een
ontstekingsbron is en dat er ventilatie
aanwezig is.
Veiligheidsmaatregelen
36
Veiligheidsmaatregelen
9. Vulprocedures
In aanvulling op de normale
vulprocedures moeten de volgende
voorschriften worden opgevolgd.
-
Zorg ervoor dat er geen vervuiling
van verschillende koelmiddelen
optreedt bij het gebruik van de
vulapparatuur.
-
Slangen of leidingen moeten zo kort
mogelijk zijn om de hoeveelheid
koelmiddel die het bevat te
minimaliseren.
-
Cilinders moeten rechtop worden
gehouden.
-
Zorg ervoor dat het koelsysteem
geaard is voordat het systeem met
koelmiddel wordt gevuld.
-
Breng labels aan op het systeem
als het compleet gevuld is (tenzij ze
reeds aanwezig zijn).
-
Er moet heel goed voor worden
gezorgd dat het koelsysteem niet te
veel gevuld wordt.
Voordat het systeem opnieuw wordt
gevuld, moet een druktest met OFN
worden uitgevoerd (zie punt 7).
Het systeem moet worden getest op
lekkages na het vullen maar voor de
inbedrijfstelling.
Voordat de locatie wordt verlaten, moet
er nog een vervolgtest op lekkage
worden uitgevoerd.
Bij het vullen en aftappen van
koelmiddel kan er een gevaarlijke
situatie ontstaan door opbouw van
elektrostatische lading. Om brand of
explosie te voorkomen moet statische
elektriciteit tijdens de overdracht
afgevoerd worden door aarding en
verbinding van houders en apparatuur
vóór het vullen/aftappen.
10. Buitenbedrijfstelling
Voordat deze procedure wordt
uitgevoerd, is het essentieel dat de
monteur volledig bekend is met de
apparatuur en alle details.
Het is een aanbevolen goede werkwijze
dat alle koelmiddelen veilig worden
teruggewonnen.
Voordat de taak wordt uitgevoerd,
moet er een monster van de olie en
het koelmiddel worden genomen,
indien er een analyse nodig is om het
teruggewonnen koelmiddel te kunnen
hergebruiken.
Het is essentieel dat er stroom
beschikbaar is voordat de taak wordt
uitgevoerd.
a) Zorg ervoor dat u bekend bent met
de apparatuur en zijn werking.
b) Isoleer het systeem elektrisch.
c) Voordat u de procedure gaat
uitvoeren, moet u ervoor zorgen dat:
er zo nodig apparatuur voor
mechanische bewerking aanwezig
is voor het werken met cilinders met
koelmiddel;
alle persoonlijke
beschermingsmiddelen aanwezig
zijn en juist worden gebruikt;
het terugwinningsproces doorlopend
door een deskundig persoon wordt
bewaakt;
de apparatuur en cilinders voor
terugwinning voldoen aan de van
toepassing zijnde normen.
d) Pomp het koelsysteem zo mogelijk
leeg.
e) Als een vacuüm niet mogelijk is,
moet er een verdeelleiding worden
gemaakt, zodat het koelmiddel uit de
diverse onderdelen van het systeem
kan worden verwijderd.
f) Zorg ervoor dat de cilinder op
de weegschaal staat, voordat de
terugwinning plaatsvindt.
g) Start de machine voor terugwinning
en werk volgens de instructies van
de fabrikant.
h) Vul de cilinders niet te veel. (Niet
meer dan 80% volume gevuld met
vloeistof.)
37
Nederlands
i) Overschrijd de maximale
bedrijfsdruk van de cilinder niet,
zelfs niet tijdelijk.
j) Als de cilinders op de juiste manier
zijn gevuld en het proces klaar is,
moeten de cilinders en apparatuur
direct van de locatie worden
afgevoerd en alle afsluitventielen op
de apparatuur worden gesloten.
k) Teruggewonnen koelmiddel mag niet
worden gebruikt voor vulling van een
ander koelsysteem voordat het is
gereinigd en gecontroleerd.
Bij het vullen en aftappen van
koelmiddel kan er een gevaarlijke
situatie ontstaan door opbouw van
elektrostatische lading. Om brand of
explosie te voorkomen moet statische
elektriciteit tijdens de overdracht
afgevoerd worden door aarding en
verbinding van houders en apparatuur
vóór het vullen/aftappen.
11. Etikettering
De apparatuur moet worden voorzien
van een label waarop staat dat
deze buiten bedrijf is gesteld en het
koelmiddel is verwijderd.
Het label moet worden gedateerd en
ondertekend.
Zorg ervoor dat er op de apparatuur
labels zitten die aangeven dat de
apparatuur brandbaar koelmiddel
bevat.
12. Terugwinning
Bij het verwijderen van koelmiddel uit
een systeem hetzij voor onderhoud
dan wel buitenbedrijfstelling, is een
aanbevolen goede werkwijze dat alle
koelmiddel veilig wordt verwijderd.
Bij het overbrengen van koelmiddel
in de cilinders moet u ervoor zorgen
dat alleen juiste cilinders voor
teruggewonnen koelmiddel worden
gebruikt.
Zorg ervoor dat het juiste aantal
cilinders beschikbaar is voor het
opvangen van de totale hoeveelheid in
het systeem.
Alle gebruikte cilinders moeten geschikt
zijn voor het teruggewonnen koelmiddel
en worden voorzien van labels voor dat
koelmiddel (d.w.z. speciale cilinders
voor de terugwinning van koelmiddel).
Cilinders moeten in goede staat
verkeren en voorzien zijn van
overdrukklep en bijbehorende
afsluitkleppen.
Cilinders voor terugwinning moeten
leeg zijn gemaakt en zo mogelijk
worden gekoeld voordat de
terugwinning plaatsvindt.
De terugwinningsapparatuur moet
in goede staat verkeren met een
set instructies voorhanden over de
apparatuur en moet geschikt zijn
voor de terugwinning van brandbaar
koelmiddel.
Daarnaast moet er een set geijkte
weegschalen aanwezig zijn die in
goede staat verkeren.
Slangen moeten compleet zijn met
lekvrije verbindingskoppelingen en in
een goede staat verkeren.
Voordat u de terugwinningsapparatuur
gebruikt, moet worden gecontroleerd
dat het in voldoende goede staat
verkeert, juist onderhouden is en
dat alle bijbehorende elektrische
onderdelen zijn afgedicht om
ontbranding te voorkomen als er
koelmiddel is vrijgekomen. Neem bij
twijfel contact op met de fabrikant.
Het teruggewonnen koelmiddel
moet teruggestuurd worden naar de
leverancier van het koelmiddel in de
juiste cilinder en voorzien van het
betreffende afvalverzendformulier.
Meng koelmiddelen niet in de
terugwinningsunits en zeker niet in
cilinders.
Als compressoren of compressorolie
moet worden verwijderd, moet u ervoor
zorgen dat ze op een acceptabel
niveau zijn geleegd, zodat zeker is dat
er geen brandbaar koelmiddel bij het
smeermiddel aanwezig is.
Dit proces van leegmaken moet worden
uitgevoerd voordat de compressor naar
de leverancier wordt teruggezonden.
Om dit proces te versnellen mag
alleen elektrische verwarming op de
compressorbehuizing worden gebruikt.
Als de olie uit een systeem wordt
afgetapt, moet dit veilig gebeuren.
Veiligheidsmaatregelen
38
Het gebruik
Deze toets wordt
in normaalbedrijf
niet gebruikt.
Indrukken om de
standaardinstelling van
de afstandsbediening
te herstellen.
Aanpassen van de ventilatorsnelheid
Overschakelen tussen krachtig en rustig
MET KRACHT:
Snel temperatuur bereiken
Deze functie stopt automatisch na 20 minuten.
STIL:
Genieten van een stille werking
Deze bedrijfsfunctie reduceert het geruis van de
luchtstroom.
Op AUTO wordt de snelheid van de binnenventilator
automatisch aangepast, in overeenstemming met
de bedrijfsmodus.
Selecteer de laagste ventilatorsnelheid als u
geruisarme werking prioriteit wilt geven (
).
Indicator
AUTO
FAN
FAN SPEED
FAN SPEEDFAN SPEED
To adjust air ow direction
Verstel de klep niet met de hand.
To adjust air ow direction
Richting Van De Luchtstroom Aanpassen
AIR SWING
In verticale
richting
(CS-FZ25/35/50UKE)
Richting Van De Luchtstroom Aanpassen
AIR SWING
In verticale
richting
In horizontale
richting
(CS-FZ60UKE)
In horizontale richting is het handmatig
instelbaar zoals aangegeven.
Verstel de klep niet met de hand.
CS-FZ60UKE
CS-FZ25/35/50UKE
POWER
TIMER
39
Nederlands
Lees “Meer weten...” voor meer informatie.
De Timer Instellen
Maximaal comfort terwijl u slaapt
Opmerking
,
SLEEP
Kan worden geactiveerd in alle standen
en kan worden uitgeschakeld door de
betreffende knop weer in te drukken.
Kunnen niet tegelijkertijd worden geselecteerd.
ON
OFF
TIMER
CANCEL
SET
C
AN
C
E
L
21 3
1
Stel de timer in op
ON of OFF
Voorbeeld:
UIT om 22:00
Bij elke keer
indrukken: OFF
Cancel
2 Stel de tijd in
3 Bevestig
Druk als u de AAN- of UIT-timer wilt
uitschakelen op
of en selecteer
respectievelijk
of en druk daarna op
.
Als de timer is uitgeschakeld, handmatig
of als gevolg van een stroomstoring,
kunt u de timer herstellen door
respectievelijk
te selecteren door op
of te drukken en daarna op te
drukken.
De dichtstbijzijnde timerinstelling wordt
weergegeven en wordt in volgorde
ingeschakeld.
De timer-functie baseert op de, op de
afstandsbediening ingestelde, uurtijd
en wordt, eenmaal geprogrammeerd,
dagelijks herhaald. Zie de snelstartgids
voor het instellen van de klok.
Deze functie kan samen met de timer
worden ingesteld. Als dit samen met
de UIT-timer wordt gebruikt, krijgt de
slaapfunctie prioriteit.
Kan worden uitgeschakeld door de
betreffende knop in te drukken tot 0.0h is
bereikt.
Er zijn 2 stel AAN- en UIT-timers beschikbaar voor het IN- of UIT-schakelen van de unit op
verschillende voora ngestelde tijdstippen.
Deze functie zorgt voor een comfortabele omgeving terwijl u slaapt. Het past tijdens de ingeschakelde
tijd automatisch de temperatuur aan op het slaappatroo. Het controlelampje van de binnenunit dimt als
deze functie ingeschakeld is. Dit gebeurt niet als de helderheid van het controlelampje al gedimd is.
SLEEP
(Annuleren)
Deze functie is geïntegreerd met de
inschakeltimer (0,5, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 of 9
uur).
Het gebruik
40
Bedieningsstand
AUTO : Bij de selectie van de bedrijfstoestand gaat in het begin het POWER-lampje
knipperen.
Het apparaat kiest elke 10 minuten een bedrijfsstand, afhankelijk van de
temperatuurinstelling en de kamertemperatuur.
VERWARMEN :
Het POWER-lampje gaat in de beginfase van deze werking knipperen. Het
duurt even voordat de unit opwarmt.
Voor een systeem waarbij de HEAT-modus is vergrendeld, als een
bedrijfsmodus anders dan HEAT is geselecteerd, stopt de binnenunit en
gaat de POWER-indicator knipperen.
KOELEN : Zorgt voor een ef ciënte comfortabele koeling zoals u dat wenst.
DROGEN :
Het apparaat werkt bij lage ventilatorsnelheid om zo voor een aangename
koeling te zorgen.
Temperatuurinstelling voor energiebesparing
Gebruik van de unit binnen het aanbevolen temperatuurbereik kan energie besparen.
VERWARMEN : 20.0 °C ~ 24.0 °C /
68 °F ~ 75 °F.
KOELEN : 26.0 °C ~ 28.0 °C /
79 °F ~ 82 °F.
Richting van de luchtstroom
In de stand KOELEN/DROGEN:
(CS-FZ25/35/50UKE)
Als AUTO is ingesteld, zwenkt de luchtklep automatisch omhoog of omlaag.
(CS-FZ60UKE)
Als AUTO is ingesteld, zwenkt de luchtklep automatisch naar links of rechts en omhoog of omlaag.
In de modus VERWARMEN:
Als AUTO is ingesteld, is de horizontale luchtklep in een vooraf bepaalde positie
aangebracht. De verticale luchtklep zwenkt naar links/rechts, als de temperatuur stijgt.
Automatische herstartfunctie
Als na een stroomstoring de stroom weer wordt hersteld, dan zal de unit na enige tijd
automatisch herstarten met de vorige bedrijfstoestand en richting van de luchtstroom.
Deze functie is niet van toepassing als de TIMER is ingesteld.
Gebruiksomstandigheden
Gebruik deze airconditioner binnen het volgende temperatuurbereik.
Temperatuur
°C (°F)
Binnen Buiten
DBT WBT DBT WBT
KOELEN
Max. 32 (89.6) 23 (73.4) 43 (109.4) 26 (78.8)
Min. 16 (60.8) 11 (51.8) -10 (14.0) -
VERWARMEN
Max. 30 (86.0) - 24 (75.2) 18 (64.4)
Min. 16 (60.8) - -15 (5.0) -16 (3.2)
DBT: Droge bolttemperatuur, WBT: Natte bolttemperatuur
Meer weten...
41
Nederlands Meer weten... / Reinigingsinstructies
Reinigingsinstructies
Voor optimale prestaties moet het apparaat regelmatig
gereinigd worden. Een vuile unit kan storing
veroorzaken en mogelijk wordt foutcode H 99
weergegeven. Vraag advies aan een of ciële dealer.
Schakel de voeding uit en trek de stekker uit het
stopcontact, voordat u het apparaat reinigt.
Raak niet de aluminium vin aan, het scherpe deel
kan letsel veroorzaken.
Gebruik geen benzeen, verdunner of schuurpoeder.
Gebruik alleen zeep (
pH 7) of milde
reinigingsmiddelen voor huishoudelijk gebruik.
Gebruik geen water dat warmer is dan 40 °C /
104 °F.
Lucht lter
Eens per 2 weken
• Was/spoel de lters
voorzichtig met water om
schade aan het oppervlakte
van de lters te voorkomen.
• Droog de lters goed in de schaduw, uit de
buurt van vuur of direct zonlicht.
• Vervang beschadigde lters.
Lucht lter verwijderen
Lucht lter bevestigen
In het apparaat plaatsen
Binnenunit
Veeg de unit zachtjes af met
een zachte, droge doek.
Spoelen en ventilators moeten
minimaal eens in de zes maanden
door een gekwali ceerde
distributeur gereinigd worden.
Buitenunit
Ruim vuil op dat rond de unit ligt.
Verwijder een eventuele verstopping
van de afvoerpijp.
Luchtreinigings lter
Was/spoel het lter niet met water.
Vervang het lter eens per 2 jaar of als het
beschadigd is.
Onderdeelnr.: CZ-SA31P
Luchtreinigings lter
Binnenunit
Aluminium vin
POWER
TIMER
Voorpaneel
Lucht lter
Luchtreinigings lter
(CS-FZ25/35UKE)
Luchtreinigings lter
(CS-FZ50/60UKE)
42
Reinigingsinstructies
Voorpaneel
Was het voorzichtig af en droog het.
Verwijder het voorpaneel
(Voor CS-FZ25/35/50UKE) (Voor CS-FZ60UKE)
P
OWER
TIMER
1
Optillen.
2
Schuif naar links
of naar rechts.
Voor beide zijden
3
Verwijderen.
POWER
TIMER
1
Optillen.
2
Verwijderen.
Goed afsluiten
POWER
TIMER
1
Aan beide
zijden
insteken.
2
Sluiten.
3
Druk op beide zijden van het frontpaneel.
43
Nederlands
Problemen oplossen
Reinigingsinstructies / Problemen oplossen
De volgende symptomen geven niet een defect aan.
Symptoom Oorzaak
De POWER-indicator knippert voordat de unit
wordt ingeschakeld.
Dit is een initiële stap tijdens de voorbereiding voor werking
wanneer de ON timer is ingeschakeld.
Wanneer de ON-timer ingeschakeld is, start het
apparaat eventueel (tot 35 minuten) vóór het eigenlijke
geprogrammeerde tijdpunt, om op tijd de gewenste
temperatuur te bereiken.
Het POWER-lampje knippert in de stand
VERWARMEN zonder toevoer van warme lucht (en
gesloten luchtklep).
De unit staat in de ontdooistand (en AIR SWING
(Luchzwenking) is ingesteld op AUTO).
Het POWER-lampje knippert en stopt bij het
starten van de stand KOELEN/DROGEN.
Het systeem is vergrendeld en werkt alleen in de stand
VERWARMEN.
TIMER-indicator is altijd aan. Nadat de timer is ingesteld, worden de instellingen dagelijks
uitgevoerd.
Het apparaat begint pas na enkele minuten
vertraging nadat het opnieuw is opgestart.
De vertraging dient ter bescherming van de compressor van
de unit.
Koeling/Verwarmingscapaciteit is minder bij de
laagste instelling voor de ventilatorsnelheid.
De lage ventilatorsnelheid geeft prioriteit aan geruisarme
werking, dus koeling/verwarmingscapaciteit kan minder
zijn (afhankelijk van de omstandigheden). Laat de
Ventilatorsnelheid toenemen als u de capaciteit wilt laten
toenemen.
De binnenventilator stopt af en toe tijdens
verwarmen.
Onbedoeld koelen voorkomen.
De binnenventilator stopt af en toe wanneer de
ventilatorsnelheid is ingesteld op automatisch.
Zo verdrijft u de omgevingsgeur.
De lucht stroomt zelfs nog verder nadat het bedrijf
reeds gestopt is.
Extractie van de resterende warmte uit de binnenunit
(hoogstens 30 seconden).
De ruimte heeft een vreemde geur. Dit is mogelijk een geur van vochtigheid die afkomstig is van
de muur, het tapijt, meubels of kleding.
Krakend geluid tijdens bedrijf. Temperatuurveranderingen veroorzaken expansie of
contractie van het apparaat.
Tijdens werking klinkt er geluid van stromend water.
Stromend koelmiddel in het apparaat.
Er komt damp uit de binnenunit. Condensatie door koelproces.
Er komt water/stoom uit de buitenunit. In de leidingen vindt condensatie of verdamping plaats.
Stofverzameling op de muur. Omwille van de luchtcirculatie of de statische elektriciteit
die wordt opgewekt door de airconditioner. Sommige
soorten behangpapier verzamelen gemakkelijk stof (u wordt
aanbevolen de zone rond de airconditioner regelmatig te
reinigen).
Verkleuring van kunststof onderdelen. Verkleuring is afhankelijk van het materiaaltype van de
kunststof onderdelen en wordt versneld bij blootstelling aan
warmte, zonlicht, UV-straling of omgevingsfactoren.
Controleer het volgende voordat u een onderhoudsmonteur belt.
Symptoom Controleer
De stand VERWARMEN/KOELEN werkt niet goed. • Stel de temperatuur correct in.
Sluit alle deuren en ramen.
• Maak de lters schoon of vervang ze.
Verwijder elke obstructie bij de lucht in- en uitlaatopingen.
Luidruchtig tijdens werking. Controleer of de unit is geinstalleerd op een helling.
Sluit het voorpaneel correct.
Afstandsbediening werkt niet. (De display is gedimd
of het transmissiesignaal is zwak.)
Plaats de batterijen correct.
Vervang zwakke batterijen.
Het apparaat werkt niet. Controleer of de stroomonderbreker ontkoppeld is.
Controleer of de timers zijn ingesteld.
Het apparaat ontvangt geen signaal van de
afstandsbediening.
Controller, of de ontvanger niet geblokkeerd wordt.
Het een en ander uorescerend licht kan eventueel de
signaalzender storen. Vraag advies aan een of ciële dealer.
44
Problemen oplossen
Als...
De afstandsbediening ontbreekt of er is een storing opgetreden
1.Het frontpaneel omhoog brengen.
2. Druk een keer op de knop om het apparaat te gebruiken in de modus
AUTO.
3. Druk op de knop en houd deze ingedrukt totdat u 1 pieptoon hoort, laat
de knop dan los om de krachtige modus KOELEN te gebruiken.
4. Herhaal stap 3. Druk op de knop en houd deze ingedrukt totdat u
2 pieptonen hoort, laat de knop dan los om de krachtige modus
VERWARMEN te gebruiken.
5.Nogmaals op de knop drukken om het apparaat uit te schakelen.
De controlelampjes zijn te helder
Om het helderheid van het scherm te dimmen kunt u 5 seconden ingedrukt houden.
Uitvoeren van een seizoensinspectie na langdurig buiten gebruik zijn
Controleer de batterijen van de afstandsbediening.
Controleer dat er geen belemmering is rond de luchtinlaat en luchtuitlaat.
Gebruik de AUTO OFF/ON-knop om de modus KOELEN/VERWARMEN te selecteren.
Na 15 minuten looptijd is het volgende temperatuurverschil tussen inlaat- en uitlaatlucht
normaal:
KOELEN: 8 °C / 14.4 °F
VERWARMEN: 14 °C / 25.2 °F
De units zullen langere tijd niet worden gebruikt.
Schakel de modus VERWARMEN gedurende 2 – 3 uur in. Dit is een manier om vocht dat
is achtergebleven in de interne onderdelen grondig te verwijderen en schimmelgroei te
voorkomen.
Schakel de voeding uit en ontkoppel.
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening.
OMSTANDIGHEDEN WAARIN U HULP MOET INROEPEN
SCHAKEL DE STROOMTOEVOER UIT EN TREK DE STEKKER UIT HET
STOPCONTACT en raadpleeg een bevoegde handelaar, onder de volgende
omstandigheden:
Een abnormaal lawaai tijdens de werking.
Water of vreemde deeltjes zijn in de afstandsbediening binnengedrongen.
Er lekt water uit de binnenunit.
De zekering springt regelmatig uit.
De stroomdraad wordt onnatuurlijk warm.
De schakelaars of knoppen werken niet zoals het hoort.
45
Nederlands
Opvragen van foutcodes
Gebruik de afstandsbediening om de foutcode op te vragen, als de unit stopt en het
controlelampje van de TIMER knippert.
Druk 5 seconden
lang op de knop
om de controle te
stoppen
TIMER
SET
CANCEL
ON
OFF
SET CHECK CLOCK RESET
AC
RC
TIMER
S
ET
C
AN
C
E
L
O
FF
S
ET CL
O
C
K
R
E
S
ET
AC
RC
Houd de knop
5 seconden
ingedrukt
Houd de knop ingedrukt totdat
u een pieptoon hoort en noteer
de foutcode
Schakel de eenheid uit en
deel de foutcode mee aan de
geautoriseerde leverancier
2
1
3
4
Bij bepaalde fouten moet u, als er 4 pieptonen klinken bij het opstarten, de unit opnieuw
opstarten met beperkte functies.
Problemen oplossen
Weergave
diagnose
Afwijking/beveiligingssysteem
H 00
Geen storing in het geheugen
H 11
Afwijkende communicatie binnen-/
buitenunit
H 12
Capaciteit binnenunit niet afgestemd
H 14
Afwijking temperatuursensor luchtinlaat
binnenunit
H 15
Afwijking temperatuursensor compressor
buitenunit
H 16
Afwijking transformator buitenunit
H 17
Afwijking temperatuursensor aanzuig
buitenunit
H 19
Mechanisme ventilatormotor binnenunit
geblokkeerd
H 21
Afwijking in werking vlotterschakelaar
binnenunit
H 23
Afwijking temperatuursensor 1
warmtewisselaar binnenunit
H 24
Afwijking temperatuursensor 2
warmtewisselaar binnenunit
H 25
Afwijking ionisatieapparaat binnenunit
H 26
Afwijking negatieve ionen
H 27
Afwijking luchttemperatuursensor
buitenunit
H 28
Afwijking temperatuursensor 1
warmtewisselaar buitenunit
H 30
Afwijking temperatuursensor afvoerleiding
buitenunit
H 31
Afwijking sensor zwembad
H 32
Afwijking temperatuursensor 2
warmtewisselaar buitenunit
H 33
Afwijking verkeerde verbinding binnen-/
buitenunit
H 34
Afwijking temperatuursensor
warmtegeleider buitenunit
H 35
Afwijking tegenstroming water binnen-/
buitenunit
H 36
Afwijking temperatuursensor gasleiding
buitenunit
H 37
Afwijking temperatuursensor
vloeisto eiding buitenunit
H 38
Niet afgestemde binnen-/buitenunit
(merkcode)
H 39
Afwijkende unit of stand-byunits binnen
Weergave
diagnose
Afwijking/beveiligingssysteem
H 41
Afwijkende aansluiting bedrading of
leidingen
H 50
Ventilatormotor vergrendeld
H 51
Ventilatormotor vergrendeld
H 52
Afwijking vaststelling links-rechts
eindschakelaar
H 58
Afwijking gassensor binnenunit
H 59
Afwijking eco-sensor
H 64
Afwijking hogedruksensor buitenunit
H 67
Afwijking nanoe
H 70
Afwijking lichtsensor
H 71
Afwijking gelijkstroom koelventilator in
bedieningspaneel
H 72
Afwijking temperatuursensor tank
H 97
Mechanisme ventilatormotor buitenunit
geblokkeerd
H 98
Beveiliging hoge druk binnenunit
H 99
Vorstbescherming binnenunit
F 11
Afwijking schakeling 4-wegklep
F 16
Beveiliging totale stroom
F 17
Afwijking bevriezing stand-byunit binnen
F 18
Afwijking droge circuit geblokkeerd
F 87
Bescherming oververhitting
bedieningskast
F 90
Beveiliging circuit
vermogensfactorcorrectie
F 91
Afwijking koelcircuit
F 93
Afwijkende omwenteling compressor
buitenunit
F 94
Overshootbeveiliging uitlaatdruk
compressor
F 95
Hogedrukbeveiliging koeling buitenunit
F 96
Oververhittingsbeveiliging
voedingstransistormodule
F 97
Oververhittingsbeveiliging compressor
F 98
Beveiliging totale stroom
F 99
Piekdetectie gelijkstroom (DC) buitenunit
* Sommige foutcodes kunnen niet van toepassing zijn voor uw model. Neem contact op met een
erkende dealer voor meer informatie.
91
Informatie
Nederlands
Informatie voor gebruikers betreffende het verzamelen en verwijderen van oude uitrustingen en
lege batterijen
Deze symbolen op de producten, verpakkingen, en/of begeleidende
documenten betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische producten en
batterijen niet met het algemene huishoudelijke afval gemengd mogen worden.
Voor een juiste verwerking, hergebruik en recycling van oude producten en batterijen,
gelieve deze in te leveren bij de desbetreffende inleverpunten in overeenstemming met
uw nationale wetgeving.
Door deze producten en batterijen correct te verwijderen draagt u uw steentje bij
tot het beschermen van waardevolle middelen en tot de preventie van potentiële
negatieve effecten op de gezondheid van de mens en op het milieu die anders
door een onvakkundige afvalverwerking zouden kunnen ontstaan.
Voor meer informatie over het verzamelen en recycleren van oude producten
en batterijen, gelieve contact op te nemen met uw plaatselijke gemeente, uw
afvalverwijderingsdiensten of de winkel waar u de goederen gekocht hebt.
Voor een niet-correcte verwijdering van dit afval kunnen boetes opgelegd
worden in overeenstemming met de nationale wetgeving.
Pb
Voor zakengebruikers in de Europese Unie
Indien u elektrische en elektronische uitrusting wilt vewijderen, neem dan
contact op met uw dealer voor meer informatie.
[Informatie over de verwijdering in andere landen buiten de Europese
Unie]
Deze symbolen zijn enkel geldig in de Europese Unie. Indien u wenst deze
producten te verwijderen, neem dan contact op met uw plaatselijke autoriteiten
of dealer, en vraag informatie over de correcte wijze om deze producten te
verwijderen.
Opmerking over het batterijensymbool (beneden twee voorbeelden):
Dit symbool kan gebruikt worden in verbinding met een chemisch symbool.
In dat geval wordt de eis, vastgelegd door de Richtlijn voor de betrokken
chemische producten vervuld.
WAARSCHUWING
Dit symbool geeft aan dat deze
apparatuur een brandbaar
koelmiddel gebruikt. Als er
koelmiddel lekt en er is een
externe ontstekingsbron aanwezig,
kan dit leiden tot ontbranding.
Dit symbool geeft aan dat de
bedieningshandleiding zorgvuldig
moet worden gelezen.
Dit symbool geeft aan dat
onderhoudspersoneel dit
apparaat moet behandelen
zoals aangegeven in de
installatiehandleiding.
Dit symbool geeft aan dat er
informatie is opgenomen in de
bedieningshandleiding en/of de
installatiehandleiding.

Documenttranscriptie

Operating Instructions Air Conditioner 2-23 Bevor Sie das Gerät in Betrieb nehmen, lesen Sie bitte diese Bedienungsanleitung aufmerksam durch und bewahren Sie sie als künftige Referenz auf. Das mitgelieferte Installationshandbuch sollte aufbewahrt und vor der Installation vom Installateur gelesen werden. Die Fernbedienung ist im Innengerät verpackt und wird vor der Installation durch den Installateur entfernt. * Wenden Sie sich bei Fragen zur Gültigkeit der Konnektivität an Ihren Fachhändler. Handleiding Airconditioner 24-45 Lees voor u het apparaat gebruikt deze gebruikshandleiding grondig en bewaar deze voor toekomstig gebruik. De bijgevoegde installatiehandleiding moet door de installateur worden bewaard en gelezen vóór de installatie. De afstandsbediening is in de binnenunit verpakt en moet vóór de installatie door de installateur worden verwijderd. * Wij verzoeken u vriendelijk een geautoriseerde dealer advies te vragen over de aansluitmogelijkheden. Istruzioni di funzionamento Condizionatore d’aria 46-67 Prima di utilizzare l’unità, leggere attentamente le istruzioni e conservare questo opuscolo per potervi fare riferimento in futuro. Le istruzioni per l’installazione fornite in dotazione devono essere conservate e lette dall’installatore prima dell’installazione. Il telecomando si trova nell’unità interna e deve essere rimosso dall’installatore prima dell’installazione. * Si prega di consultare un rivenditore autorizzato per la validità della connettività. Οδηγίες λειτουργίας Κλιματιστικό Deutsch Bedienungsanleitung Klimagerät Nederlands CU-FZ25UKE CU-FZ35UKE CU-FZ50UKE CU-FZ60UKE Italiano Outdoor Unit CS-FZ25UKE CS-FZ35UKE CS-FZ50UKE CS-FZ60UKE 68-89 Προτού θέσετε τη μονάδα σε λειτουργία, διαβάστε προσεκτικά τις παρούσες οδηγίες λειτουργίας και φυλάξτε τις για μελλοντική αναφορά. Οι Οδηγίες εγκατάστασης που περιλαμβάνονται πρέπει να φυλαχθούν και να διαβαστούν από τον τεχνικό εγκατάστασης πριν από την εγκατάσταση. Το τηλεχειριστήριο είναι συσκευασμένο στην εσωτερική μονάδα και πρέπει να αφαιρεθεί από τον τεχνικό εγκατάστασης πριν από την εγκατάσταση. * Συμβουλευτείτε τον εξουσιοδοτημένο αντιπρόσωπο για την καταλληλότητα της σύνδεσης. ACXF55-18850 Eλληνικά Model No. Indoor Unit Biedt maximaal comfort bij optimale energiebesparing. Gebruik de afstandsbediening binnen 8 meter van de ontvanger van de binnen-unit. * Het display en de functies van de afstandsbediening kunnen variëren afhankelijk van het model. Snelle Gids De batterijen plaatsen 1 B FAN SPEED A 3 2 1 Open het klepje van de afstandsbediening. 2 Plaats AAA- of R03batterijen (kan ~ 1 jaar gebruikt worden). 3 Sluit het deksel. A Instellen van de klok en stel 1 Druk op de tijd in met . • Houd ongeveer 5 seconden ingedrukt, om te tijd in 12-uurs of 24-uurs notatie weer te geven. 2 Bevestig 24 4 . Hartelijk dank voor de aanschaf van de Panasonicairconditioner. Inhoudsopgave Veiligheidsmaatregelen ..... 26-37 Het gebruik .......................... 38-39 Meer weten ..................................... 40 Reinigingsinstructies ..... 41-42 Problemen oplossen ....... 43-45 Informatie .................................... 91 • Afstandsbediening • AAA of 2 x R03 batterijen • Afstandsbedieningshouder • 2 x schroeven voor de afstandbedieninghouder De afbeeldingen in deze handleiding zijn alleen bedoeld als toelichting en kunnen afwijken van het daadwerkelijke uiterlijk van het apparaat. Deze handleiding kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd ter verbetering. Nederlands Accesoires B Eenvoudige bediening 1 Druk op om de 2 Druk op gewenste stand te om de werking te selecteren. starten/stoppen. 3 Stel de gewenste temperatuur in. Omhoog Omlaag AUTO HEAT DRY COOL POWER • Let op dat de aanduiding wordt weergegeven voor het starten van de unit. Instellingsbereik: 16.0 °C ~ 30.0 °C / 60 °F ~ 86 °F. ongeveer 10 • Houd seconden ingedrukt, om de temperatuuraanduiding te veranderen in °C of °F. 25 Veiligheidsmaatregelen Houd u aan de volgende instructies zodat persoonlijk letsel, bij u of bij iemand anders, of materiële schade wordt voorkomen: Onjuiste bediening wegens het niet opvolgen van de instructies kan leiden tot letsel of schade, waarvan de ernst wordt geclassificeerd zoals hieronder is aangegeven: Het is niet de bedoeling dat dit apparaat toegankelijk is voor leken. WAARSCHUWING Met dit teken wordt u gewaarschuwd voor de dood of ernstig letsel. VOORZICHTIG Met dit teken wordt u gewaarschuwd voor letsel of schade aan eigendommen. De op te volgen instructies worden aangeduid met de volgende symbolen: Dit symbool verwijst naar een handeling die VERBODEN is. Deze symbolen geven VERPLICHTE acties aan. Voedingsbron Binnenunit Luchtinlaat Luchtuitlaat Afstandsbediening 26 Binnenunit En Buitenunit Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf de leeftijd van 8 jaar en door personen met verminderde fysieke, sensorische of mentale capaciteiten, of zonder ervaring of kennis, als dat plaatsvindt onder toezicht of na instructie over het veilig gebruik van het apparaat en zij begrijpen welke risico's er zijn. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en door gebruiker uit te voeren onderhoud mag niet zonder toezicht door kinderen worden uitgevoerd. Vraag advies aan een geautoriseerde dealer of gespecialiseerde vakman, wanneer de unit schoongemaakt, gerepareerd, geïnstalleerd, verwijderd of opnieuw geïnstalleerd moet worden. Onjuiste installatie en behandeling zal lekkage, een elektrische schok of brand tot gevolg hebben. Vraag een gekwalificeerde dealer of specialist voor eventueel te gebruiken koelmiddel. Het gebruik van koelmiddelen anders dan aangegeven kan schade aan het product, ongevallen en letsel veroorzaken, enz. Gebruik geen hulpmiddelen om het ontdooiproces te versnellen en gebruik geen andere schoonmaakmiddelen dan door de fabrikant voorgeschreven. Elke ondeugdelijke methode of gebruik van ongeschikt materiaal kan schade aan het product, barsten en ernstig letsel veroorzaken. Installeer de unit niet in een ruimte waar explosie- of brandgevaar kan ontstaan. Houdt u zich niet aan deze instructie, dan kan dat brand tot gevolg hebben. Luchtinlaat Buitenunit WAARSCHUWING Luchtuitlaat Steek niet uw vingers of een voorwerp in de binnen- of buitenunit van de airconditioner, draaiende delen kunnen letsel veroorzaken. Ga niet op het apparaat zitten of staan, omdat u per ongeluk zou kunnen vallen. Afstandsbediening Laat peuters en jonge kinderen niet met de afstandsbediening spelen om te voorkomen dat zij de batterijen per ongeluk doorslikken. Stroomvoorziening Voorkom oververhitting of brand, gebruik niet een snoer waarin wijzigingen zijn aangebracht of dat uit meerdere stukken is samengesteld of een verlengsnoer of een snoer van onbekende herkomst. Om oververhitting, brand of elektrische schokken te voorkomen: • Sluit geen andere apparaten aan op hetzelfde stopcontact. • Bedien het apparaat niet met natte handen. • Laat geen knikken in het stroomsnoer komen. • Werk niet met de unit en stop deze ook niet door de stekker in te steken of juist uit te trekken. U wordt ten zeerste geadviseerd de apparatuur te installeren met een differentieelschakelaar of een aardlekschakelaar. Om oververhitting, brand of elektrische schokken te voorkomen: • Steek de stekker goed in het stopcontact. • Men moet het stof op de stekker periodiek afvegen met een droge doek. Stop met het gebruiken van het product, wanneer er een abnormaliteit/ storing optreedt en haal de stekker uit het stopcontact of schakel de stroomschakelaar en de circuitbreker uit. (Risico op rook/brand/elektrische schok) Voorbeelden van abnormaliteit/storing • De ELCB stopt vaak. • Men merkt een brandgeur op. • Er wordt een abnormaal geluid of trilling van de eenheid opgemerkt. • Er lekt water uit de binnenunit. • Stroomsnoer of stekker wordt abnormaal heet. • Ventilatorsnelheid kan niet geregeld worden. • De eenheid stopt onmiddellijk met werken, zelfs als deze ingeschakeld is om te werken. • De ventilator stopt niet, zelfs niet als de eenheid stopt met werken. Neem onmiddellijk contact op met uw plaatselijke leverancier voor onderhoud/ reparatie. Veiligheidsmaatregelen Stel het apparaat niet voor lange tijd direct bloot aan koude lucht. Dit om overmatige afkoeling te vermijden. Als het netsnoer beschadigd is, moet deze door de fabrikant, een onderhoudsmonteur of een vergelijkbaar gekwalificeerd persoon vervangen worden om mogelijk risico te voorkomen. Nederlands Raak de buitenunit niet aan tijdens onweer, het zou kunnen leiden tot een elektrische schok. Deze apparatuur moet worden geaard om te voorkomen dat een elektrische schok of brand ontstaat. Voorkom een elektrische schok door het apparaat uit te schakelen en de stekker uit het stopcontact te trekken: - Voordat de apparatuur wordt gereinigd of nagezien, - Bij langdurige perioden zonder gebruik of - Tijdens zware onweersbuien 27 Veiligheidsmaatregelen VOORZICHTIG Binnenunit En Buitenunit Was de interne unit niet met water, benzeen, thinner of schuurpoeder om schade en roest bij de unit te vermijden. Deze stoffen mogen niet gebruikt worden voor tere apparatuur, voedsel, dieren, planten, versieringen of andere objecten. Doet u dit wel, dan kan dit leiden tot verslechtering van de kwaliteit. Voorkom dat een eventuele brand wordt aangewakkerd, gebruik geen apparatuur die brand kan veroorzaken, vóór de luchtuitlaat. Stel planten of ook huisdieren niet direct bloot aan de luchtstroming om letsel te voorkomen. Raak de scherpe aluminium vin niet aan; scherpe delen kunnen blessures veroorzaken. Schakel de binnenunit niet in wanneer u de vloer in de was zet. Lucht het vertrek goed voordat u de unit inschakelt, wanneer u de vloer in de was hebt gezet. Installeer de unit niet in ruimten waar een oliedamp of rook hangt om schade aan de unit te voorkomen. Haal de unit niet uit elkaar om schoon te maken. Hierdoor voorkomt u letsel. Stap niet op een bank die niet stevig staat. Zo voorkomt men letsel. Zet geen vaas of object met water op de unit. Water kan de unit binnendringen en de kwaliteit van de isolatie verslechteren. Dit kan tot een elektrische schok leiden. Open tijdens het gebruik niet voor langere tijd een raam of deur omdat dit inefficiënt stroomverbruik en oncomfortabele temperatuursveranderingen kan veroorzaken. 28 Voorkom lekkend water door te zorgen dat de aftapslang: - Goed aangesloten is, - Uit de buurt van dakgoten en containers loopt of, - Niet ondergedompeld is in water Na een lange periode van gebruik of ook gebruik met brandbare apparatuur, moet u de ruimte goed luchten. Controleer, wanneer u de apparatuur lange tijd hebt gebruikt, dat het installatierek nog in goede staat is, zodat u er zeker van kunt zijn dat de unit niet kan vallen. Afstandsbediening Gebruik geen oplaadbare (NiCd) batterijen. Hierdoor kan de afstandsbediening beschadigd raken. Om disfunctie of schade aan de afstandsbediening te voorkomen: • Verwijder de batterijen indien het apparaat gedurende lange tijd niet zal worden gebruikt. • Men moet nieuwe batterijen van hetzelfde type insteken en daarbij de vermelde polariteit volgen. Stroomvoorziening Trek de stekker niet via het snoer uit het stopcontact, om een elektrische schok te vermijden. Binnenunit En Buitenunit Het apparaat moet worden geïnstalleerd en/of gebruikt in een ruimte met een vloeroppervlakte van meer dan Amin (m²) en moet uit de buurt worden gehouden van ontstekingsbronnen zoals hitte/vonken/ open vuur, of gevaarlijke gebieden zoals gastoestellen, kooktoestel op gas, leidingsysteem gastoevoer, of elektrisch kookapparaten, enz. (zie tabel A in de installatiehandleiding voor Amin (m²)). Let op dat koelmiddel wellicht geen geur heeft. Het is sterk aanbevolen dat er voor brandbaar koelmiddel geschikte gasdetectoren aanwezig zijn die werken en waarschuwen bij lekkage. Houd alle noodzakelijke ventilatieopeningen vrij van belemmeringen. Het apparaat staat onder druk, dus probeer het niet te doorboren of te verbranden. Stel het apparaat niet bloot aan hitte, vlammen, vonken of andere ontstekingsbronnen. Anders zou het kunnen exploderen en verwondingen of overlijden veroorzaken. De procedures voor de standaard installatiewerkzaamheden zijn hetzelfde als voor modellen met een conventioneel koelmiddel (R410A, R22). Omdat de bedrijfsdruk hoger is dan bij modellen met R22-koelmiddel zijn er enkele speciale leidingen met installatie en speciaal gereedschap nodig. In het bijzonder als een model met R22-koelmiddel wordt vervangen door een model met het nieuwe R32koelmiddel moeten de normale leidingen en wartelmoeren worden vervangen door leidingen geschikt voor R32 en R410A en de wartelmoeren die op de buitenzijde van de buitenunit zitten. Voor R32 en R410A kunnen dezelfde leidingen en de wartelmoeren die op de buitenunit zitten, worden gebruikt. Mengen van verschillende koelmiddelen in één systeem is verboden. Modellen die R32- en R410A-koelmiddel gebruiken, hebben een andere schroefdraaddiameter van de vulpoort, zodat per ongeluk vullen met R22 wordt voorkomen en voor de veiligheid. Controleer daarom vooraf. [De schroefdraaddiameter van de vulpoort voor R32 en R410A is 1/2”.] Zorg er altijd voor dat er geen verontreinigingen (olie, water, enz.) in de leidingen terecht komen. Zorg daarnaast bij opslag van de leidingen voor een goede afdichting van de opening door deze dicht te knijpen, af te tapen, enz. (Behandeling van R32 is gelijk aan R410A.) • Bediening, onderhoud, reparatie en terugwinning van koelmiddel moet worden uitgevoerd door personeel, opgeleid en gecertificeerd voor het gebruik van brandbare koelmiddelen, zoals aanbevolen door de fabrikant. Alle personeel dat handelingen, service of onderhoud uitvoert aan een systeem of de bijbehorende onderdelen van de apparatuur, moet opgeleid en gecertificeerd zijn. Veiligheidsmaatregelen Dit apparaat is gevuld met R32 (matig brandbaar koelmiddel). Als er koelmiddel lekt dat wordt blootgesteld aan een externe ontstekingsbron, ontstaat er brandgevaar. Nederlands WAARSCHUWING Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van R32-koelmiddel 29 Veiligheidsmaatregelen • Elk onderdeel van het koelcircuit (verdampers, luchtkoelers, luchtbehandelingsunit, condensors of vloeistofvaten) of de leidingen mogen niet vlakbij warmtebronnen, open vuur, werkende gastoestellen of een werkende elektrische verwarmer worden gesitueerd. • De gebruiker/eigenaar of hun bevoegde vertegenwoordiger moeten regelmatig maar ten minste eenmaal per jaar de alarmen, mechanische ventilatie en detectoren controleren, zoals in nationale verordeningen is vereist om te zorgen dat deze goed blijven functioneren. • Er moet een logboek worden bijgehouden. Het resultaat van deze controles moet in het logboek worden vastgelegd. • Bij ventilatie in intensief gebruikte ruimten moet worden gecontroleerd dat en geen belemmeringen zijn. • Voordat een nieuw koelsysteem in gebruik wordt genomen, moet degene die voor ingebruikname verantwoordelijk is, ervoor zorgen dat opgeleid en gecertificeerd bedieningspersoneel worden geïnstrueerd. Hierbij moet op basis van de gebruiksaanwijzing de uitvoering, het toezicht, de bediening en het onderhoud van het koelsysteem, zowel als de te nemen veiligheidsmaatregelen, en de eigenschappen en het omgaan met het gebruikte koelmiddel worden uitgelegd. • De algemene eisen aan goed opgeleid en gecertificeerd personeel zijn hieronder aangegeven: a) Kennis van wet- en regelgeving en normen met betrekking tot brandbare koelmiddelen; en b) Gedetailleerde kennis over en vaardigheden in het omgaan met brandbare koelmiddelen, persoonlijke beschermingsmiddelen, voorkoming van lekkage van koelmiddel, omgaan met cilinders, vullen, lekdetectie, terugwinning en verwijdering; en 30 c) Het kunnen begrijpen en in de praktijk toepassen van de eisen in de nationale wet- en regelgeving en normen; en d) Het doorlopend volgen van periodieke en uitgebreide opleidingen om deze expertise te behouden. 1. Installatie (Ruimte) • Producten met brandbare koelmiddelen mogen niet in een ongeventileerde ruimte worden geïnstalleerd, als deze ruimte kleiner is dan Amin (m²). • Als ter plekke wordt bijgevuld, moet het effect van het verschil in leidinglengte op het vullen met koelmiddel worden bepaald, gemeten en vastgelegd. • Zorg ervoor dat de installatie van leidingen zo kort mogelijk wordt gehouden. Vermijd het gebruik van gedeukte leidingen en pas geen scherpe bochten toe. • Zorg ervoor dat het leidingwerk beschermd is tegen fysieke beschadiging. • Het moet voldoen aan de nationale gasvoorschriften en lokale wet- en regelgeving. De betreffende autoriteiten moeten worden geïnformeerd conform alle van toepassing zijnde voorschriften. • Zorg ervoor dat mechanische verbindingen toegankelijk zijn voor onderhoud. • Daar waar mechanische ventilatie vereist is, moeten de ventilatieopeningen vrij worden gehouden van belemmeringen. • Volg de voorzorgsmaatregelen op van #12 en voldoe aan de nationale voorschriften als u het product afdankt. Neem altijd contact op met uw gemeente voor de juiste behandeling. Veiligheidsmaatregelen 2-2. Werkzaamheden • Voordat er begonnen wordt met werk aan systemen met brandbare koelmiddelen zijn er veiligheidscontroles nodig om het risico op ontbranding te minimaliseren. Voor reparaties aan het koelsysteem moeten de voorzorgsmaatregelen in #2-2 tot #2-8 worden opgevolgd, voordat het werk aan het systeem wordt uitgevoerd. • Werk moet volgens een gecontroleerde procedure worden uitgevoerd om het risico te minimaliseren dat een brandbaar gas of damp aanwezig is terwijl het werk wordt uitgevoerd. • Alle onderhoudspersoneel en anderen die in de buurt werken, moeten worden ingelicht over de aard van het werk dat wordt uitgevoerd en er moet toezicht worden gehouden. • Vermijd het werken in beperkte ruimten. Zorg er altijd voor dat er minimaal 2 meter veiligheidsruimte is vanaf de apparatuur of een vrije ruimte met een straal van tenminste 2 meter. • Draag de juiste beschermingsmiddelen inclusief ademhalingsbescherming als de omstandigheden dit vereisen. • Zorg ervoor dat de omstandigheden in de ruimte veilig zijn door het gebruik van brandbaar materiaal te beperken. Houd alle ontstekingsbronnen en hete metalen oppervlakken uit de buurt. Nederlands 2. Onderhoud 2-1. Onderhoudspersoneel • Het systeem wordt geïnspecteerd, periodiek bewaakt en onderhouden door opgeleid en gecertificeerd onderhoudspersoneel in dienst van de gebruiker of verantwoordelijke partij. • Zorg ervoor dat de grootte van de vulapparatuur in overeenstemming is met de afmetingen van de ruimte waarin de onderdelen die koelmiddel bevatten zijn gemonteerd. • Zorg ervoor dat bij het vullen geen koelmiddel lekt. • Elke bevoegde persoon die werkt aan een koelcircuit of het openmaakt, moet een op dat moment geldig certificaat hebben van een door de bedrijfstak goedgekeurde beoordelingsinstantie, die de deskundigheid erkent veilig om te kunnen gaan met koelmiddelen conform een door de bedrijfstak goedgekeurde beoordelingsspecificatie. • Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd zoals door de fabrikant van de apparatuur is aanbevolen. Onderhoud en reparatie waarbij de hulp van ander deskundig personeel nodig is, moet worden uitgevoerd onder toezicht van iemand die deskundig is in het werken met brandbare koelmiddelen. • Onderhoud mag alleen worden uitgevoerd zoals door de fabrikant is aanbevolen. 31 Veiligheidsmaatregelen 2-3. Controle op de aanwezigheid van koelmiddel • De ruimte moet voor en tijdens het werk worden gecontroleerd met een geschikte detector voor koelmiddel om ervoor te zorgen dat de monteur op de hoogte is van een mogelijk brandbare atmosfeer. • Zorg ervoor dat de gebruikte detectieapparatuur voor lekkages geschikt is voor gebruik met brandbare koelmiddelen, d.w.z. vonkvrij, goed afgedicht of intrinsiek veilig. • Als er lekkage is opgetreden, moet de ruimte onmiddellijk worden geventileerd en moet u aan de kant blijven waar de wind vandaan komt en uit de buurt van de lekkage. • Als er lekkage is opgetreden, moet u personen waarschuwen die zich bevinden aan de kant waar de wind naartoe gaat, het gevaarlijke gebied onmiddellijk afzetten en onbevoegd personeel uit de buurt houden. 2-4. Aanwezigheid van een brandblusser • Als er werk aan de koelapparatuur of bijbehorende onderdelen moet worden uitgevoerd waarbij warmte vrijkomt, moet er direct geschikt brandblusmateriaal beschikbaar zijn. • Er moet een poeder- of CO2brandblusser aanwezig zijn in het gebied waar gevuld wordt. 32 2-5. Geen ontstekingsbronnen • Iemand die werk uitvoert aan een koelsysteem waarbij leidingwerk betrokken is dat brandbaar koelmiddel bevat of heeft bevat, mag niet op een zodanige manier ontstekingsbronnen gebruiken dat dit kan leiden tot risico's op brand of explosie. Bij het uitvoeren van zulke werkzaamheden mag niet gerookt worden. • Alle mogelijke ontstekingsbronnen, inclusief roken, moeten voldoende ver weg blijven van de plaats van installatie, reparatie of verwijdering zolang er brandbaar koelmiddel kan ontsnappen naar de omliggende ruimte. • Voordat het werk plaatsvindt, moet de ruimte rond de apparatuur worden onderzocht om zeker te zijn dat er geen brandgevaar of ontstekingsrisico's zijn. • Er moeten "Niet roken"-borden worden geplaatst. 2-6. Geventileerde ruimte • Zorg ervoor dat het gebied in de open lucht is of dat het voldoende geventileerd wordt voordat u het systeem openmaakt of werk uitvoert waarbij warmte vrijkomt. • Tijdens de periode dat het werk wordt uitgevoerd, moet voortdurend in zekere mate geventileerd worden. • De ventilatie moet eventueel vrijgekomen koelmiddel veilig verspreiden en bij voorkeur het naar buiten afvoeren in de buitenlucht. Veiligheidsmaatregelen 2-8. Controles van elektrische apparaten • Bij reparatie en onderhoud aan elektrische onderdelen moeten veiligheidscontroles en procedures voor inspectie van onderdelen worden uitgevoerd. • De eerste veiligheidscontroles houden onder andere in dat: - De condensatoren ontladen zijn; dit moet op een zodanig veilige manier gebeuren dat er geen vonken ontstaan. - Er geen elektrische onderdelen en bedrading zijn die onder spanning staan tijdens het vullen, terugwinnen of doorspoelen van het systeem. - Er doorlopend verbinding met de aarde is. • De onderhoudsrichtlijnen van de fabrikant moeten te allen tijde worden opgevolgd. • Bij twijfel kunt u contact opnemen met de technische dienst van de fabrikant voor hulp. • Als er een storing is die de veiligheid in gevaar brengt, mag er geen elektrische voeding worden aangesloten op het circuit, totdat de storing voldoende is verholpen. • Als de storing niet onmiddellijk kan worden verholpen maar het nodig is dat de apparatuur blijft werken, moet er een afdoende tijdelijke oplossing worden gebruikt. • De eigenaar van de apparatuur moet worden ingelicht, zodat alle partijen hierover zijn geïnformeerd. Nederlands 2-7. Controles van de koelmiddelapparatuur • Als elektrische onderdelen worden uitgewisseld, moeten deze geschikt zijn voor hun doel en de juiste specificatie hebben. • De onderhoudsrichtlijnen van de fabrikant moeten te allen tijde worden opgevolgd. • Bij twijfel kunt u contact opnemen met de technische dienst van de fabrikant voor hulp. • De volgende controles moeten worden uitgevoerd bij installaties die brandbare koelmiddelen gebruiken. - De grootte van de vulapparatuur moet in overeenstemming zijn met de afmetingen van de ruimte waarin de onderdelen die koelmiddel bevatten zijn gemonteerd. - De ventilatieapparatuur en uitlaten werken afdoende en zijn niet geblokkeerd. - Als een indirect koelcircuit wordt toegepast, moet het secundaire circuit worden gecontroleerd op de aanwezigheid van koelmiddel. - Markeringen op de apparatuur moeten zichtbaar en leesbaar blijven. Markeringen en aanduidingen die onleesbaar zijn moeten worden gecorrigeerd. - Koelleidingen of onderdelen moeten op een plaats worden geïnstalleerd waar het onwaarschijnlijk is dat deze worden blootgesteld aan stoffen die onderdelen die koelmiddel bevatten corroderen, tenzij die onderdelen zijn gemaakt van materialen die corrosiebestendig zijn of goed worden beschermd tegen corrosie. 33 Veiligheidsmaatregelen 3. Reparatie aan afgedichte onderdelen • Tijdens reparaties aan afgedichte onderdelen moeten alle elektrische voedingen worden losgekoppeld van de apparatuur waaraan gewerkt wordt, voordat afdekkingen e.d. worden verwijderd. • Als het absoluut noodzakelijk is dat er tijdens het onderhoud een elektrische voeding is naar de apparatuur, dan moet er een doorlopend werkende vorm van lekdetectie worden aangebracht op het meest kritische punt om te waarschuwen voor mogelijk gevaarlijke situaties. • In het bijzonder moet er aandacht worden besteed dat bij werkzaamheden aan elektrische onderdelen de behuizing niet zodanig wordt gewijzigd dat het beschermingsniveau wordt aangetast. Dit houdt ook in schade aan kabels, overmatig aantal aansluitingen, niet originele aansluitklemmen, schade aan afdichtingen, onjuist aanbrengen van doorvoeringen, enz. • Zorg ervoor dat de apparatuur stevig gemonteerd is. • Zorg ervoor dat afdichtingen of afdichtingsmateriaal niet zodanig is verweerd dat ze niet langer geschikt zijn om het binnendringen van brandbare gassen te voorkomen. • Vervangende onderdelen moeten overeenkomen met de specificaties van de fabrikant. OPMERKING: Het gebruik van siliconenkit kan de effectiviteit van sommige typen detectieapparatuur voor lekkages negatief beïnvloeden. Intrinsiek veilige onderdelen hoeven niet te worden afgeschermd voordat er aan gewerkt wordt. 34 4. Reparaties aan intrinsiek veilige onderdelen • Breng niet een permanente inductieve belasting of belastingscapaciteit aan op het circuit zonder ervoor te zorgen dat deze niet de toelaatbare spanning en stroom voor de gebruikte apparatuur overschrijdt. • Intrinsiek veilige onderdelen zijn de enige waaraan gewerkt mag worden in de buurt van brandbare gassen, terwijl er spanning op staat. • De testapparatuur moet de juiste specificaties hebben. • Vervang onderdelen alleen met onderdelen die door de fabrikant zijn voorgeschreven. Andere dan de door de fabrikant voorgeschreven onderdelen kunnen ontbranding veroorzaken van koelmiddel dat door een lek in de lucht is terechtgekomen. 5. Bekabeling • Controleer dat de bekabeling niet wordt blootgesteld aan slijtage, corrosie, overmatige druk, trillingen, scherpe randen of andere negatieve effecten uit de omgeving. • De controle moet ook rekening houden met het effect van veroudering of doorlopende trillingen van bronnen zoals compressoren of ventilatoren. 6. Detectie van brandbare koelmiddelen • Onder geen enkele omstandigheid mogen mogelijke ontstekingbronnen worden gebruikt bij het zoeken naar of detecteren van lekkages van koelmiddel. • Een halogenide fakkel (of elke andere detector met een onafgeschermde vlam) mag niet worden gebruikt. Veiligheidsmaatregelen 8. Verwijdering en leegmaken • Als het koelcircuit moet worden geopend voor reparaties – of voor andere doeleinden – moeten de conventionele procedures worden gebruikt. Het is echter belangrijk dat de beste methode wordt gebruikt omdat de brandbaarheid in overweging moet worden genomen. De volgende procedure moet worden gevolgd: verwijder koelmiddel -> spoel het circuit met inert gas -> leegmaken -> spoel nogmaals met inert gas -> open het circuit door zagen of solderen • De vulling van koelmiddel moet worden opgevangen in de juiste cilinders voor terugwinning. • Het systeem moet worden "gespoeld" met OFN om de unit veilig te maken. • Het kan zijn dat dit proces een paar keer moet worden herhaald. • Voor deze taak mag geen perslucht of zuurstof worden gebruikt. • Het doorspoelen moet worden uitgevoerd door het vacuüm in het systeem met zuurstofvrije stikstof (OFN) op te heffen en door te gaan met vullen tot de bedrijfsdruk is bereikt, daarna naar de buitenlucht te ventileren en tenslotte een vacuüm te trekken. • Dit proces moet worden herhaald tot er geen koelmiddel meer in het systeem is. • Als het systeem voor de laatste keer met OFN is gevuld, moet het worden doorgespoeld tot atmosferische druk, zodat de werkzaamheden plaats kunnen vinden. • Deze uitvoering is absoluut cruciaal als er gesoldeerd moet worden aan de leidingen. • Zorg ervoor dat de uitlaat van de vacuümpomp niet dichtbij een ontstekingsbron is en dat er ventilatie aanwezig is. Nederlands 7. Methodes voor lekdetectie De volgende methodes voor lekdetectie zijn toegestaan voor alle koelsystemen. • Lekkage van NO wordt gedetecteerd met detectieapparatuur met een capaciteit van 10−6 Pa·m3/s of beter, bijvoorbeeld een helium-lekdetector. • Er kunnen elektronische lekdetectoren worden gebruikt voor het detecteren van brandbare koelmiddelen, maar het kan zijn dat de gevoeligheid niet afdoende is of opnieuw gekalibreerd moet worden. (Detectieapparatuur moet worden gekalibreerd in een ruimte zonder koelmiddel.) • Zorg ervoor dat de detector niet een mogelijke ontstekingsbron is en geschikt is voor het gebruikte koelmiddel. • Detectieapparatuur voor lekkages moet worden ingesteld op een percentage van de brandbaarheidsgrens-laag van het koelmiddel en moet worden gekalibreerd op het gebruikte koelmiddel met toepassing van het juiste percentage gas (25% maximaal). • Voor de meeste koelmiddelen kunnen vloeistoffen voor lekdetectie worden gebruikt, maar gebruik van reinigingsmiddelen met chloor moet worden vermeden omdat de chloor kan reageren met het koelmiddel en de koperen leidingen kan corroderen. • Als er een lek wordt vermoed, moeten alle onafgeschermde vlammen worden verwijderd/gedoofd. • Als er een lekkage van koelmiddel is ontdekt waarvoor soldeerwerk nodig is, moet alle koelmiddel uit het systeem worden verwijderd of afgescheiden (d.m.v. afsluitventielen) in een deel van het systeem dat van het lek verwijderd is. Er moet dan zuurstofvrije stikstof (OFN) door het systeem worden gespoeld zowel voor als tijdens de soldeerwerkzaamheden. OFN = distikstof, een type inert gas. 35 Veiligheidsmaatregelen 9. Vulprocedures • In aanvulling op de normale vulprocedures moeten de volgende voorschriften worden opgevolgd. - Zorg ervoor dat er geen vervuiling van verschillende koelmiddelen optreedt bij het gebruik van de vulapparatuur. - Slangen of leidingen moeten zo kort mogelijk zijn om de hoeveelheid koelmiddel die het bevat te minimaliseren. - Cilinders moeten rechtop worden gehouden. - Zorg ervoor dat het koelsysteem geaard is voordat het systeem met koelmiddel wordt gevuld. - Breng labels aan op het systeem als het compleet gevuld is (tenzij ze reeds aanwezig zijn). - Er moet heel goed voor worden gezorgd dat het koelsysteem niet te veel gevuld wordt. • Voordat het systeem opnieuw wordt gevuld, moet een druktest met OFN worden uitgevoerd (zie punt 7). • Het systeem moet worden getest op lekkages na het vullen maar voor de inbedrijfstelling. • Voordat de locatie wordt verlaten, moet er nog een vervolgtest op lekkage worden uitgevoerd. • Bij het vullen en aftappen van koelmiddel kan er een gevaarlijke situatie ontstaan door opbouw van elektrostatische lading. Om brand of explosie te voorkomen moet statische elektriciteit tijdens de overdracht afgevoerd worden door aarding en verbinding van houders en apparatuur vóór het vullen/aftappen. 36 10. Buitenbedrijfstelling • Voordat deze procedure wordt uitgevoerd, is het essentieel dat de monteur volledig bekend is met de apparatuur en alle details. • Het is een aanbevolen goede werkwijze dat alle koelmiddelen veilig worden teruggewonnen. • Voordat de taak wordt uitgevoerd, moet er een monster van de olie en het koelmiddel worden genomen, indien er een analyse nodig is om het teruggewonnen koelmiddel te kunnen hergebruiken. • Het is essentieel dat er stroom beschikbaar is voordat de taak wordt uitgevoerd. a) Zorg ervoor dat u bekend bent met de apparatuur en zijn werking. b) Isoleer het systeem elektrisch. c) Voordat u de procedure gaat uitvoeren, moet u ervoor zorgen dat: • er zo nodig apparatuur voor mechanische bewerking aanwezig is voor het werken met cilinders met koelmiddel; • alle persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig zijn en juist worden gebruikt; • het terugwinningsproces doorlopend door een deskundig persoon wordt bewaakt; • de apparatuur en cilinders voor terugwinning voldoen aan de van toepassing zijnde normen. d) Pomp het koelsysteem zo mogelijk leeg. e) Als een vacuüm niet mogelijk is, moet er een verdeelleiding worden gemaakt, zodat het koelmiddel uit de diverse onderdelen van het systeem kan worden verwijderd. f) Zorg ervoor dat de cilinder op de weegschaal staat, voordat de terugwinning plaatsvindt. g) Start de machine voor terugwinning en werk volgens de instructies van de fabrikant. h) Vul de cilinders niet te veel. (Niet meer dan 80% volume gevuld met vloeistof.) Veiligheidsmaatregelen • Cilinders moeten in goede staat verkeren en voorzien zijn van overdrukklep en bijbehorende afsluitkleppen. • Cilinders voor terugwinning moeten leeg zijn gemaakt en zo mogelijk worden gekoeld voordat de terugwinning plaatsvindt. • De terugwinningsapparatuur moet in goede staat verkeren met een set instructies voorhanden over de apparatuur en moet geschikt zijn voor de terugwinning van brandbaar koelmiddel. • Daarnaast moet er een set geijkte weegschalen aanwezig zijn die in goede staat verkeren. • Slangen moeten compleet zijn met lekvrije verbindingskoppelingen en in een goede staat verkeren. • Voordat u de terugwinningsapparatuur gebruikt, moet worden gecontroleerd dat het in voldoende goede staat verkeert, juist onderhouden is en dat alle bijbehorende elektrische onderdelen zijn afgedicht om ontbranding te voorkomen als er koelmiddel is vrijgekomen. Neem bij twijfel contact op met de fabrikant. • Het teruggewonnen koelmiddel moet teruggestuurd worden naar de leverancier van het koelmiddel in de juiste cilinder en voorzien van het betreffende afvalverzendformulier. • Meng koelmiddelen niet in de terugwinningsunits en zeker niet in cilinders. • Als compressoren of compressorolie moet worden verwijderd, moet u ervoor zorgen dat ze op een acceptabel niveau zijn geleegd, zodat zeker is dat er geen brandbaar koelmiddel bij het smeermiddel aanwezig is. • Dit proces van leegmaken moet worden uitgevoerd voordat de compressor naar de leverancier wordt teruggezonden. • Om dit proces te versnellen mag alleen elektrische verwarming op de compressorbehuizing worden gebruikt. • Als de olie uit een systeem wordt afgetapt, moet dit veilig gebeuren. Nederlands i) Overschrijd de maximale bedrijfsdruk van de cilinder niet, zelfs niet tijdelijk. j) Als de cilinders op de juiste manier zijn gevuld en het proces klaar is, moeten de cilinders en apparatuur direct van de locatie worden afgevoerd en alle afsluitventielen op de apparatuur worden gesloten. k) Teruggewonnen koelmiddel mag niet worden gebruikt voor vulling van een ander koelsysteem voordat het is gereinigd en gecontroleerd. • Bij het vullen en aftappen van koelmiddel kan er een gevaarlijke situatie ontstaan door opbouw van elektrostatische lading. Om brand of explosie te voorkomen moet statische elektriciteit tijdens de overdracht afgevoerd worden door aarding en verbinding van houders en apparatuur vóór het vullen/aftappen. 11. Etikettering • De apparatuur moet worden voorzien van een label waarop staat dat deze buiten bedrijf is gesteld en het koelmiddel is verwijderd. • Het label moet worden gedateerd en ondertekend. • Zorg ervoor dat er op de apparatuur labels zitten die aangeven dat de apparatuur brandbaar koelmiddel bevat. 12. Terugwinning • Bij het verwijderen van koelmiddel uit een systeem hetzij voor onderhoud dan wel buitenbedrijfstelling, is een aanbevolen goede werkwijze dat alle koelmiddel veilig wordt verwijderd. • Bij het overbrengen van koelmiddel in de cilinders moet u ervoor zorgen dat alleen juiste cilinders voor teruggewonnen koelmiddel worden gebruikt. • Zorg ervoor dat het juiste aantal cilinders beschikbaar is voor het opvangen van de totale hoeveelheid in het systeem. • Alle gebruikte cilinders moeten geschikt zijn voor het teruggewonnen koelmiddel en worden voorzien van labels voor dat koelmiddel (d.w.z. speciale cilinders voor de terugwinning van koelmiddel). 37 Het gebruik To Richting adjustVan airflDe ow Luchtstroom direction Aanpassen (CS-FZ25/35/50UKE) Indicator AIR SWING In verticale richting POWER TIMER • Verstel de klep niet met de hand. CS-FZ25/35/50UKE • In horizontale richting is het handmatig instelbaar zoals aangegeven. To Richting adjustVan airflDe ow Luchtstroom direction Aanpassen (CS-FZ60UKE) FAN SPEED AIR SWING In verticale richting In horizontale richting • Verstel de klep niet met de hand. CS-FZ60UKE Aanpassen van de ventilatorsnelheid AUTO FAN • Op AUTO wordt de snelheid van de binnenventilator automatisch aangepast, in overeenstemming met de bedrijfsmodus. • Selecteer de laagste ventilatorsnelheid als u geruisarme werking prioriteit wilt geven ( ). FAN SPEED Overschakelen tussen krachtig en rustig Deze toets wordt Indrukken om de in normaalbedrijf standaardinstelling van niet gebruikt. de afstandsbediening te herstellen. 38 MET KRACHT: Snel temperatuur bereiken • Deze functie stopt automatisch na 20 minuten. STIL: Genieten van een stille werking • Deze bedrijfsfunctie reduceert het geruis van de luchtstroom. Lees “Meer weten...” voor meer informatie. Maximaal comfort terwijl u slaapt Deze functie zorgt voor een comfortabele omgeving terwijl u slaapt. Het past tijdens de ingeschakelde tijd automatisch de temperatuur aan op het slaappatroo. Het controlelampje van de binnenunit dimt als deze functie ingeschakeld is. Dit gebeurt niet als de helderheid van het controlelampje al gedimd is. SLEEP (Annuleren) Deze functie is geïntegreerd met de inschakeltimer (0,5, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 of 9 uur). • Deze functie kan samen met de timer worden ingesteld. Als dit samen met de UIT-timer wordt gebruikt, krijgt de slaapfunctie prioriteit. • Kan worden uitgeschakeld door de betreffende knop in te drukken tot 0.0h is bereikt. 1 2 3 ON SET TIMER OFF CANCEL 1 Stel de timer in op ON of OFF • Bij elke keer indrukken: OFF Voorbeeld: UIT om 22:00 Cancel 2 Stel de tijd in 3 Bevestig • Druk als u de AAN- of UIT-timer wilt uitschakelen op of en selecteer respectievelijk of en druk daarna op . • Als de timer is uitgeschakeld, handmatig of als gevolg van een stroomstoring, kunt u de timer herstellen door respectievelijk te selecteren door op of te drukken en daarna op te drukken. • De dichtstbijzijnde timerinstelling wordt weergegeven en wordt in volgorde ingeschakeld. • De timer-functie baseert op de, op de afstandsbediening ingestelde, uurtijd en wordt, eenmaal geprogrammeerd, dagelijks herhaald. Zie de snelstartgids voor het instellen van de klok. Nederlands Er zijn 2 stel AAN- en UIT-timers beschikbaar voor het IN- of UIT-schakelen van de unit op verschillende voorafingestelde tijdstippen. Het gebruik De Timer Instellen Opmerking SLEEP , • Kan worden geactiveerd in alle standen en kan worden uitgeschakeld door de betreffende knop weer in te drukken. • Kunnen niet tegelijkertijd worden geselecteerd. 39 Meer weten... Bedieningsstand AUTO : Bij de selectie van de bedrijfstoestand gaat in het begin het POWER-lampje knipperen. Het apparaat kiest elke 10 minuten een bedrijfsstand, afhankelijk van de temperatuurinstelling en de kamertemperatuur. VERWARMEN : Het POWER-lampje gaat in de beginfase van deze werking knipperen. Het duurt even voordat de unit opwarmt. • Voor een systeem waarbij de HEAT-modus is vergrendeld, als een bedrijfsmodus anders dan HEAT is geselecteerd, stopt de binnenunit en gaat de POWER-indicator knipperen. KOELEN : Zorgt voor een efficiënte comfortabele koeling zoals u dat wenst. DROGEN : Het apparaat werkt bij lage ventilatorsnelheid om zo voor een aangename koeling te zorgen. Temperatuurinstelling voor energiebesparing Gebruik van de unit binnen het aanbevolen temperatuurbereik kan energie besparen. VERWARMEN : 20.0 °C ~ 24.0 °C / 68 °F ~ 75 °F. KOELEN : 26.0 °C ~ 28.0 °C / 79 °F ~ 82 °F. Richting van de luchtstroom In de stand KOELEN/DROGEN: (CS-FZ25/35/50UKE) Als AUTO is ingesteld, zwenkt de luchtklep automatisch omhoog of omlaag. (CS-FZ60UKE) Als AUTO is ingesteld, zwenkt de luchtklep automatisch naar links of rechts en omhoog of omlaag. In de modus VERWARMEN: Als AUTO is ingesteld, is de horizontale luchtklep in een vooraf bepaalde positie aangebracht. De verticale luchtklep zwenkt naar links/rechts, als de temperatuur stijgt. Automatische herstartfunctie Als na een stroomstoring de stroom weer wordt hersteld, dan zal de unit na enige tijd automatisch herstarten met de vorige bedrijfstoestand en richting van de luchtstroom. • Deze functie is niet van toepassing als de TIMER is ingesteld. Gebruiksomstandigheden Gebruik deze airconditioner binnen het volgende temperatuurbereik. Temperatuur °C (°F) KOELEN VERWARMEN Binnen Buiten DBT WBT DBT WBT Max. 32 (89.6) 23 (73.4) 43 (109.4) 26 (78.8) Min. 16 (60.8) 11 (51.8) -10 (14.0) - Max. 30 (86.0) - 24 (75.2) 18 (64.4) Min. 16 (60.8) - -15 (5.0) -16 (3.2) DBT: Droge bolttemperatuur, WBT: Natte bolttemperatuur 40 Reinigingsinstructies Binnenunit Aluminium vin POWER TIMER Luchtreinigingsfilter (CS-FZ50/60UKE) Luchtfilter Eens per 2 weken Buitenunit Ruim vuil op dat rond de unit ligt. Verwijder een eventuele verstopping van de afvoerpijp. • Was/spoel de filters voorzichtig met water om schade aan het oppervlakte van de filters te voorkomen. • Droog de filters goed in de schaduw, uit de buurt van vuur of direct zonlicht. • Vervang beschadigde filters. Luchtfilter verwijderen Luchtfilter bevestigen Nederlands Veeg de unit zachtjes af met een zachte, droge doek. Spoelen en ventilators moeten minimaal eens in de zes maanden door een gekwalificeerde distributeur gereinigd worden. Meer weten... / Reinigingsinstructies Voor optimale prestaties moet het apparaat regelmatig Binnenunit gereinigd worden. Een vuile unit kan storing veroorzaken en mogelijk wordt foutcode ″H 99″ Voorpaneel weergegeven. Vraag advies aan een officiële dealer. • Schakel de voeding uit en trek de stekker uit het stopcontact, voordat u het apparaat reinigt. • Raak niet de aluminium vin aan, het scherpe deel kan letsel veroorzaken. • Gebruik geen benzeen, verdunner of schuurpoeder. • Gebruik alleen zeep ( pH 7) of milde Luchtreinigingsfilter (CS-FZ25/35UKE) reinigingsmiddelen voor huishoudelijk gebruik. • Gebruik geen water dat warmer is dan 40 °C / Luchtfilter 104 °F. Luchtreinigingsfilter • Was/spoel het filter niet met water. • Vervang het filter eens per 2 jaar of als het beschadigd is. Onderdeelnr.: CZ-SA31P In het apparaat plaatsen Luchtreinigingsfilter 41 Reinigingsinstructies Voorpaneel Was het voorzichtig af en droog het. Verwijder het voorpaneel (Voor CS-FZ25/35/50UKE) (Voor CS-FZ60UKE) Voor beide zijden 2 Verwijderen. 2 Schuif naar links of naar rechts. POWER TIMER POWER TIMER 3 Verwijderen. 1 Optillen. 1 Optillen. Goed afsluiten POWER TIMER 1 Aan beide zijden insteken. 2 Sluiten. 3 Druk op beide zijden van het frontpaneel. 42 Problemen oplossen De volgende symptomen geven niet een defect aan. Symptoom Oorzaak Nederlands • Dit is een initiële stap tijdens de voorbereiding voor werking wanneer de ON timer is ingeschakeld. Wanneer de ON-timer ingeschakeld is, start het apparaat eventueel (tot 35 minuten) vóór het eigenlijke geprogrammeerde tijdpunt, om op tijd de gewenste temperatuur te bereiken. Het POWER-lampje knippert in de stand • De unit staat in de ontdooistand (en AIR SWING VERWARMEN zonder toevoer van warme lucht (en (Luchzwenking) is ingesteld op AUTO). gesloten luchtklep). Het POWER-lampje knippert en stopt bij het • Het systeem is vergrendeld en werkt alleen in de stand starten van de stand KOELEN/DROGEN. VERWARMEN. TIMER-indicator is altijd aan. • Nadat de timer is ingesteld, worden de instellingen dagelijks uitgevoerd. Het apparaat begint pas na enkele minuten • De vertraging dient ter bescherming van de compressor van vertraging nadat het opnieuw is opgestart. de unit. Koeling/Verwarmingscapaciteit is minder bij de • De lage ventilatorsnelheid geeft prioriteit aan geruisarme laagste instelling voor de ventilatorsnelheid. werking, dus koeling/verwarmingscapaciteit kan minder zijn (afhankelijk van de omstandigheden). Laat de Ventilatorsnelheid toenemen als u de capaciteit wilt laten toenemen. De binnenventilator stopt af en toe tijdens • Onbedoeld koelen voorkomen. verwarmen. De binnenventilator stopt af en toe wanneer de • Zo verdrijft u de omgevingsgeur. ventilatorsnelheid is ingesteld op automatisch. De lucht stroomt zelfs nog verder nadat het bedrijf • Extractie van de resterende warmte uit de binnenunit reeds gestopt is. (hoogstens 30 seconden). De ruimte heeft een vreemde geur. • Dit is mogelijk een geur van vochtigheid die afkomstig is van de muur, het tapijt, meubels of kleding. Krakend geluid tijdens bedrijf. • Temperatuurveranderingen veroorzaken expansie of contractie van het apparaat. Tijdens werking klinkt er geluid van stromend water. • Stromend koelmiddel in het apparaat. Er komt damp uit de binnenunit. • Condensatie door koelproces. Er komt water/stoom uit de buitenunit. • In de leidingen vindt condensatie of verdamping plaats. Stofverzameling op de muur. • Omwille van de luchtcirculatie of de statische elektriciteit die wordt opgewekt door de airconditioner. Sommige soorten behangpapier verzamelen gemakkelijk stof (u wordt aanbevolen de zone rond de airconditioner regelmatig te reinigen). Verkleuring van kunststof onderdelen. • Verkleuring is afhankelijk van het materiaaltype van de kunststof onderdelen en wordt versneld bij blootstelling aan warmte, zonlicht, UV-straling of omgevingsfactoren. Reinigingsinstructies / Problemen oplossen De POWER-indicator knippert voordat de unit wordt ingeschakeld. Controleer het volgende voordat u een onderhoudsmonteur belt. Symptoom Controleer De stand VERWARMEN/KOELEN werkt niet goed. • Stel de temperatuur correct in. • Sluit alle deuren en ramen. • Maak de filters schoon of vervang ze. • Verwijder elke obstructie bij de lucht in- en uitlaatopingen. Luidruchtig tijdens werking. • Controleer of de unit is geinstalleerd op een helling. • Sluit het voorpaneel correct. Afstandsbediening werkt niet. (De display is gedimd • Plaats de batterijen correct. of het transmissiesignaal is zwak.) • Vervang zwakke batterijen. Het apparaat werkt niet. • Controleer of de stroomonderbreker ontkoppeld is. • Controleer of de timers zijn ingesteld. Het apparaat ontvangt geen signaal van de • Controller, of de ontvanger niet geblokkeerd wordt. afstandsbediening. • Het een en ander fluorescerend licht kan eventueel de signaalzender storen. Vraag advies aan een officiële dealer. 43 Problemen oplossen Als... ■ De afstandsbediening ontbreekt of er is een storing opgetreden 1.Het frontpaneel omhoog brengen. 2.Druk een keer op de knop om het apparaat te gebruiken in de modus AUTO. 3.Druk op de knop en houd deze ingedrukt totdat u 1 pieptoon hoort, laat de knop dan los om de krachtige modus KOELEN te gebruiken. 4.Herhaal stap 3. Druk op de knop en houd deze ingedrukt totdat u 2 pieptonen hoort, laat de knop dan los om de krachtige modus VERWARMEN te gebruiken. 5.Nogmaals op de knop drukken om het apparaat uit te schakelen. ■ De controlelampjes zijn te helder • Om het helderheid van het scherm te dimmen kunt u 5 seconden ingedrukt houden. ■ Uitvoeren van een seizoensinspectie na langdurig buiten gebruik zijn • Controleer de batterijen van de afstandsbediening. • Controleer dat er geen belemmering is rond de luchtinlaat en luchtuitlaat. • Gebruik de AUTO OFF/ON-knop om de modus KOELEN/VERWARMEN te selecteren. Na 15 minuten looptijd is het volgende temperatuurverschil tussen inlaat- en uitlaatlucht normaal: KOELEN: ≥ 8 °C / 14.4 °F VERWARMEN: ≥ 14 °C / 25.2 °F ■ De units zullen langere tijd niet worden gebruikt. • Schakel de modus VERWARMEN gedurende 2 – 3 uur in. Dit is een manier om vocht dat is achtergebleven in de interne onderdelen grondig te verwijderen en schimmelgroei te voorkomen. • Schakel de voeding uit en ontkoppel. • Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening. OMSTANDIGHEDEN WAARIN U HULP MOET INROEPEN SCHAKEL DE STROOMTOEVOER UIT EN TREK DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT en raadpleeg een bevoegde handelaar, onder de volgende omstandigheden: • Een abnormaal lawaai tijdens de werking. • Water of vreemde deeltjes zijn in de afstandsbediening binnengedrongen. • Er lekt water uit de binnenunit. • De zekering springt regelmatig uit. • De stroomdraad wordt onnatuurlijk warm. • De schakelaars of knoppen werken niet zoals het hoort. 44 Opvragen van foutcodes Gebruik de afstandsbediening om de foutcode op te vragen, als de unit stopt en het controlelampje van de TIMER knippert. 1 Houd de knop 5 seconden ingedrukt 2 Houd de knop ingedrukt totdat SET ON TIMER OFF CANCEL 3 Druk 5 seconden lang op de knop om de controle te stoppen AC SET CHECK CLOCK u een pieptoon hoort en noteer de foutcode RC RESET 4 Schakel de eenheid uit en deel de foutcode mee aan de geautoriseerde leverancier • Bij bepaalde fouten moet u, als er 4 pieptonen klinken bij het opstarten, de unit opnieuw opstarten met beperkte functies. H 12 H 14 H 15 H 16 H 17 H 19 H 21 H 23 H 24 H 25 H 26 H 27 H 28 H 30 H 31 H 32 H 33 H 34 H 35 H 36 H 37 H 38 H 39 Geen storing in het geheugen Afwijkende communicatie binnen-/ buitenunit Capaciteit binnenunit niet afgestemd Afwijking temperatuursensor luchtinlaat binnenunit Afwijking temperatuursensor compressor buitenunit Afwijking transformator buitenunit Afwijking temperatuursensor aanzuig buitenunit Mechanisme ventilatormotor binnenunit geblokkeerd Afwijking in werking vlotterschakelaar binnenunit Afwijking temperatuursensor 1 warmtewisselaar binnenunit Afwijking temperatuursensor 2 warmtewisselaar binnenunit Afwijking ionisatieapparaat binnenunit Afwijking negatieve ionen Afwijking luchttemperatuursensor buitenunit Afwijking temperatuursensor 1 warmtewisselaar buitenunit Afwijking temperatuursensor afvoerleiding buitenunit Afwijking sensor zwembad Afwijking temperatuursensor 2 warmtewisselaar buitenunit Afwijking verkeerde verbinding binnen-/ buitenunit Afwijking temperatuursensor warmtegeleider buitenunit Afwijking tegenstroming water binnen-/ buitenunit Afwijking temperatuursensor gasleiding buitenunit Afwijking temperatuursensor vloeistofleiding buitenunit Niet afgestemde binnen-/buitenunit (merkcode) Afwijkende unit of stand-byunits binnen Weergave diagnose H 41 H 50 H 51 H 52 H 58 H 59 H 64 H 67 H 70 H 71 H 72 H 97 H 98 H 99 F 11 F 16 F 17 F 18 F 87 F 90 F 91 F 93 F 94 F 95 F 96 F 97 F 98 F 99 Afwijking/beveiligingssysteem Afwijkende aansluiting bedrading of leidingen Ventilatormotor vergrendeld Ventilatormotor vergrendeld Afwijking vaststelling links-rechts eindschakelaar Afwijking gassensor binnenunit Afwijking eco-sensor Afwijking hogedruksensor buitenunit Afwijking nanoe Afwijking lichtsensor Afwijking gelijkstroom koelventilator in bedieningspaneel Afwijking temperatuursensor tank Mechanisme ventilatormotor buitenunit geblokkeerd Beveiliging hoge druk binnenunit Vorstbescherming binnenunit Afwijking schakeling 4-wegklep Beveiliging totale stroom Afwijking bevriezing stand-byunit binnen Afwijking droge circuit geblokkeerd Bescherming oververhitting bedieningskast Beveiliging circuit vermogensfactorcorrectie Afwijking koelcircuit Afwijkende omwenteling compressor buitenunit Overshootbeveiliging uitlaatdruk compressor Hogedrukbeveiliging koeling buitenunit Oververhittingsbeveiliging voedingstransistormodule Oververhittingsbeveiliging compressor Beveiliging totale stroom Piekdetectie gelijkstroom (DC) buitenunit * Sommige foutcodes kunnen niet van toepassing zijn voor uw model. Neem contact op met een erkende dealer voor meer informatie. Problemen oplossen H 11 Afwijking/beveiligingssysteem Nederlands Weergave diagnose H 00 45 Informatie Nederlands Informatie voor gebruikers betreffende het verzamelen en verwijderen van oude uitrustingen en lege batterijen Pb Deze symbolen op de producten, verpakkingen, en/of begeleidende documenten betekenen dat gebruikte elektrische en elektronische producten en batterijen niet met het algemene huishoudelijke afval gemengd mogen worden. Voor een juiste verwerking, hergebruik en recycling van oude producten en batterijen, gelieve deze in te leveren bij de desbetreffende inleverpunten in overeenstemming met uw nationale wetgeving. Door deze producten en batterijen correct te verwijderen draagt u uw steentje bij tot het beschermen van waardevolle middelen en tot de preventie van potentiële negatieve effecten op de gezondheid van de mens en op het milieu die anders door een onvakkundige afvalverwerking zouden kunnen ontstaan. Voor meer informatie over het verzamelen en recycleren van oude producten en batterijen, gelieve contact op te nemen met uw plaatselijke gemeente, uw afvalverwijderingsdiensten of de winkel waar u de goederen gekocht hebt. Voor een niet-correcte verwijdering van dit afval kunnen boetes opgelegd worden in overeenstemming met de nationale wetgeving. Voor zakengebruikers in de Europese Unie Indien u elektrische en elektronische uitrusting wilt vewijderen, neem dan contact op met uw dealer voor meer informatie. [Informatie over de verwijdering in andere landen buiten de Europese Unie] Deze symbolen zijn enkel geldig in de Europese Unie. Indien u wenst deze producten te verwijderen, neem dan contact op met uw plaatselijke autoriteiten of dealer, en vraag informatie over de correcte wijze om deze producten te verwijderen. Opmerking over het batterijensymbool (beneden twee voorbeelden): Dit symbool kan gebruikt worden in verbinding met een chemisch symbool. In dat geval wordt de eis, vastgelegd door de Richtlijn voor de betrokken chemische producten vervuld. Dit symbool geeft aan dat deze apparatuur een brandbaar koelmiddel gebruikt. Als er koelmiddel lekt en er is een WAARSCHUWING externe ontstekingsbron aanwezig, kan dit leiden tot ontbranding. Dit symbool geeft aan dat onderhoudspersoneel dit apparaat moet behandelen zoals aangegeven in de installatiehandleiding. Dit symbool geeft aan dat de bedieningshandleiding zorgvuldig moet worden gelezen. Dit symbool geeft aan dat er informatie is opgenomen in de bedieningshandleiding en/of de installatiehandleiding. 91
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96

Panasonic CSFZ50UKE de handleiding

Type
de handleiding