nederlands
32
die voorkomen dat ze er uitglijden (2.5.12).
2.6 Positie van de accessoires. Er zijn 5
posities waarin je de platen/roosters kunt
plaatsen
.
2.7 Gerechten bereiden. Plaats het gerecht in
de oven. Selecteer de plaat/het rooster en
de aanbevolen positie ervan of raadpleeg de
bereidingstabel. Sluit de deur.
EEN GERECHT BEREIDEN
2.8 Selectie van de bereidingswijze
.
Draai de functieschakelaar en selecteer,
afhankelijk van het model, de gewenste
functie.
Traditionele hete lucht. Voor elk type
gerecht. Er kunnen tegelijkertijd verschillende
gerechten worden bereid zonder dat smaak
of geur vermengd raken.
Turbo plus. De warmte wordt geproduceerd
door de centrale weerstand.
Krachtige hete-luchtgrill. Gratineert door
de warmte op gelijkmatige wijze te verdelen.
Ideaal voor grote stukken gebraden vlees.
Krachtige grill. Gegratineerde gerechten:
deegwaren, souffl és en bechamelsaus.
Matige grill. Hamburgers, toast en
voedingsmiddelen van klein formaat.
Intensieve onderwarmte. De krachtige
onderwarmte wordt op gelijkmatige wijze
verdeeld; ideaal voor paella’s en pizza’s.
Hete lucht vanuit de bodemplaat. De
ventilator verdeelt de onderwarmte op
gelijkmatige wijze. Ideaal voor paella’s.
Traditionele warmte. Brood, taarten,
gevulde pasteitjes en mager vlees.
Ontdooien. Ontdooit in zeer korte tijd elk
willekeurig product.
2.9 De temperatuur selecteren. Draai de
temperatuurselectieknop in de gewenste
positie (2.9.1).
Wanneer bij het selecteren van de
bereidingsfunctie de oven een optimale
temperatuur aanbeveelt, begint de bereiding
onmiddellijk. Je kunt deze temperatuur
wijzigen tijdens de 3 seconden dat hij
knippert of je kunt dat op een van de
volgende wijzen doen: druk op de toets
(2.9.2), de temperatuur knippert, wijzig die nu
door de knop (2.9.3) te draaien. Of druk
op de toets totdat je de positie bereikt
(2.9.4), de temperatuur knippert, wijzig die nu
door de knop (2.9.5) te draaien.
Wanneer je de toets ºC ingedrukt houdt, wordt
de actuele temperatuur binnen in de oven
weergegeven.
2.10 De oven uitschakelen. Wanneer de
bereiding afgelopen is, moet je in alle gevallen
de functieselectieknop in de positie
(draaien (2.10.1). Wanneer jouw oven over een
knop voor het instellen van de temperatuur
beschikt , draai die dan in de positie
(2.10.2).
TIJDFUNCTIES
2.11 Selectie van de tijdsduur of
.
Selecteer de bereidingswijze en de gewenste
temperatuur. Druk op of totdat
of
knippert (2.11.1. 2.11.2, 211.3). Stel
de bereidingstijd in met de toetsen
,
(2.11.4) of door te draaien aan de knop
(2.11.5, 2.11.6). Na enige seconden wordt de
ingestelde tijdsduur bevestigd en begint het
terugtellen. Bij beëindiging zal de oven een
pieptoon laten horen, die je kunt uitschakelen
door een willekeurige toets in te drukken;
schakel de oven uit.
2.12 Tijdstip van beëindiging selecteren of
: Selecteer de bereidingswijze en de duur van
de bereiding. Druk op of totdat of
knippert (2.12.1, 2.12.2, 2.12.3). Stel de eindtijd
van de bereiding in met de toetsen ,
,
(2.12.4) of door te draaien aan de knop
(2.12.5, 2.12.6). De inschakeling van de oven
wordt uitgesteld om ervoor te zorgen dat de
bereiding klaar zal zijn op het ingestelde tijdstip.
Bij beëindiging zal de oven een pieptoon laten
horen. Druk op een willekeurige knop om het
geluid uit te schakelen en zet de oven uit.
2.13 Automatische uitschakeling (b, c, d, e).
Wanneer je vergeten mocht zijn de oven
uit te schakelen, dan schakelt deze zich na
een bepaalde tijdsduur zelf automatisch uit.
Bij een temperatuur van minder dan 100ºC
schakelt de oven zich na 10 uur uit. Bij een
temperatuur van meer dan 100ºC schakelt de
oven zich na 3 uur uit.
2.14 Celeris-functie. Om de oven voor te
verwarmen. Draai de functieselectieknop in de
positie en voer de gewenste temperatuur
in (2.9). De oven zal snel de geselecteerde
temperatuur bereiken. Nadat de temperatuur
bereikt is, plaats je het gerecht en selecteer je
de benodigde tijdsduur.
2.15 Blokkeerfunctie. Zorgt ervoor dat aanraken
door kinderen geen gevolgen heeft. Druk