Topcom Butler B3500/3501/Twin 29
Topcom Butler B3500/3501/Twin
NEDERLANDS
3.7 INTERNE OPROEP DOORSCHAKELEN
Een externe oproep doorschakelen naar een andere handset:
1. Druk op INT tijdens een gesprek
2. Selecteer het nummer van het interne toestel, de externe beller wordt in de "wachtstand" geplaatst.
3. Als het andere interne toestel reageert, drukt u op om de oproep door te schakelen.
Als de interne correspondent niet opneemt, drukt dan opnieuw op INT om terug te schakelen naar de externe beller.
3.8 TONEN VAN DE GESPREKSDUUR
De gespreksduur wordt getoond na 15 seconden (eerst de minuten, dan de seconden): “00-20”
Aan het einde van elk gesprek wordt de totale gespreksduur getoond gedurende vijf seconden.
3.9 MICROFOON UITSCHAKELEN (MUTE)
Het is mogelijk om de microfoon tijdens een gesprek uit te schakelen.
Druk op tijdens het gesprek. De microfoon wordt gedesactiveerd en u kunt vrij spreken zonder dat de persoon aan
de andere kant van de lijn u kan horen.
U krijgt “MUTE” te zien.
Druk op om terug te keren naar de normale modus.
3.10 PAUZE TOETS
Wanneer u een nummer belt, kunt u een pauze inlassen tussen twee cijfers door gedurende twee seconden op de
redial-/pauzeertoets te drukken.
3.11 IDENTIFICATIE VAN DE BELLER
De belleridentificatie is maar beschikbaar als u bij uw telefoonmaatschappij een abonnement heeft op deze dienst.
Als u een externe oproep ontvangt, verschijnt het nummer van de beller op het scherm wanneer de telefoon rinkelt.
Als de netwerk ook de naam verstuurt of wanneer de naam van de beller in het adresboek is opgenomen, zal de beller
worden geïdentificeerd aan de hand van zijn of haar naam.
Eerst wordt de identiteit van de beller getoond, na 15 seconden krijgt u de gespreksduur te zien. Na deze tijd is het nog
steeds mogelijk om de identiteit van de beller weer op het scherm te brengen: druk hiertoe herhaaldelijk op de toets
OK voor de naam en het nummer.
3.11.1 Lijst v
an oproepen
Uw telefoon houdt een lijst bij in het geheugen van de laatste 30 ontvangen oproepen. Deze functie is alleen
beschikbaar wanneer u een abonnement nam op de dienst voor belleridentificatie. De correspondenten die hebben
gebeld, worden geïdentificeerd aan de hand van hun telefoonnummer of hun naam, op dezelfde manier zoals dat bij
het belleridentificatiesysteem gebeurt.
Als er nieuwe/onbeantwoorde oproepen zijn, dan wordt dit in het scherm aangeduid door het knipperende pictogram
. De lijst van de oproepen raadpleegt u als volgt:
1. Druk op . Als de lijst geen oproepen bevat, krijgt u ‘LEEG’ (EMPTY) te zien.
2. De oproepen kunt u doorbladeren met behulp van de pijltjestoetsen of . De namen van de bellers worden
getoond als de naam door het netwerk werd doorgestuurd of in het telefoonboek is opgeslagen. Wanneer
verschijnt, is deze oproep beantwoord. Wanneer verschijnt, is de oproep niet beantwoord. Als u het einde van
de lijst heeft bereikt, krijgt u een bieptoon te horen.
3. Als u op OK drukt, wordt het telefoonnummer getoond.
Opmerking: Als het telefoonnummer langer is dan 12 cijfers, druk dan nogmaals op OK om het volledige
nummer te zien.
4. Druk opnieuw op OK om op het scherm te brengen wanneer (tijdstip en datum) de oproep werd ontvangen**
5. Als u nogmaals op OK drukt, kunt u deze gegevens aan uw telefoonboek toevoegen als ze er nog niet in zijn
opgeslagen:
• Druk op OK wanneer ’VOEG TOE’ (ADD) verschijnt op het scherm. Tik de naam in of wijzig hem en druk op
OK. Tik het telefoonnummer in of wijzig het en druk op OK. Selecteer de beltoon (1-3) die u wilt horen wanneer
u van dit nummer een oproep krijgt via de of -toetsen en druk op OK. De gegevens worden opgeslagen
in het telefoonboek.
6. Om een correspondent terug te bellen, drukt u gewoon op de toets als hun telefoonnummer of naam op het
scherm verschijnen.
B3500.book Page 29 Friday, December 19, 2003 10:08 AM