32
De knikkerpret begint ...
De medespelers roepen met z’n allen het startsein „1, 2, gokken maar”
en draaien de zandloper om.
De knikkeraar neemt de bodem van de doos in zijn beide handen en pro-
beert alle kaarten die nu openliggen te “knikkeren”:
Begin met de eerste kaart in de rij. Laat de knikkerbal tussen de poten
van het op de kaart afgebeelde dier rollen. Als het je is gelukt, kan je een
bij dit dier horend geluid maken. Vervolgens knikker je meteen tussen de
poten van het volgende dier van de rij kaarten enz. Als je een kaart hebt
“geknikkerd”, wordt deze onmiddellijk door je medespelers omgedraaid.
Belangrijke knikkerregels:
• Je mag de knikkerbal van beide kanten tussen de poten van de dieren
laten rollen.
• Als een van de dieren twee keer achterelkaar in de rij kaarten voorkomt,
dan moet je twee keer achterelkaar tussen de poten van dit dier
knikkeren.
• Knikker je tussen de poten van een ander dier, dan maakt dit natuurlijk
niets uit.
Heb je alle kaarten in hun juiste volgorde “geknikkerd”?
De knikkeraar roept luid: „Gokkerij olé!” Hij heeft zijn bod waargemaakt
en mag zijn knijper drie velden langs de rand van de doos vooruit zetten.
Is de laatste zandkorrel uit de zandloper gevallen voordat de
laatste kaart is “geknikkerd”?
Wie dat ziet, roept luid: „Gokkerij voorbij!” De knikkeraar heeft zijn bod
niet waargemaakt. Nu mogen alle spelers behalve de knikkeraar hun
knijpers een veld langs de rand van de doos vooruit zetten.
Er begint een nieuwe gokronde
De speler links van de knikkeraar schudt alle kaarten opnieuw, legt deze
gedekt op een stapel en begint met de nieuwe ronde.
Einde van het spel
Het spel is afgelopen op het moment dat een van de spelers met zijn
knijper het veld met de groene heteluchtballon (= finish) aan de rand van
de doos bereikt of er overheen zet. Deze knikkeraar heeft het spel
gewonnen. Als meerdere spelers dit veld tegelijk bereiken, hebben deze
gezamenlijk gewonnen.
Tip: jongere kinderen kunnen bij het knikkeren natuurlijk weer de halve
bol als hulpstuk gebruiken.
startsein roepen,
zandloper omdraaien
bodem v/d doos in
beide handen nemen
en knikkeren
alle kaarten
“geknikkerd” =
knikkeraar zet zijn
knijper drie velden
vooruit, zandloper
leeg = iedereen
behalve knikkeraar
zet zijn knijper één
veld vooruit
nieuwe ronde
als eerste met knijper
bij de groene lucht-
ballon = winnaar