Samsung SAMSUNG ST600 Handleiding

Type
Handleiding
In deze gebruiksaanwijzing vindt u
uitgebreide aanwijzingen voor het
gebruik van uw camera. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Ä Klik op een onderwerp
User Manual
ST600
Bekende problemen
Beknopt overzicht
Inhoud
Basisfuncties
Uitgebreide functies
Opname-instellingen
Weergeven en bewerken
Instellingen
Appendices
Index
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de
camera optimaal werkt.
Waarschuwing: situaties die bij u of anderen letsel kunnen
veroorzaken
Voorzichtig: situaties die schade aan de camera of andere
apparatuur kunnen veroorzaken
Opmerking: opmerkingen, gebruikstips of aanvullende
informatie
Gebruik de camera niet in de buurt van ontvlambare of
explosieve gassen en vloeistoffen
Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbaar
materiaal of ontvlambare of explosieve chemicaliën. Bewaar geen
ontvlambare vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in dezelfde
ruimte als de camera of de onderdelen of accessoires van de
camera.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en
huisdieren
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires
buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine
onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn
wanneer zij worden ingeslikt. Bewegende delen en accessoires
kunnen ook een fysiek gevaar vormen.
Waarschuwingen
Voorkom gezichtsschade bij het onderwerp
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan
1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Gebruik van
de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp kan tot tijdelijke of
permanente schade aan het gezichtsvermogen leiden.
Behandel batterijen en oplader voorzichtig en voer deze af
volgens de voorschriften
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen en t
opladers. Niet-compatibele batterijen en opladers kunnen ernstig
letsel of schade aan uw camera veroorzaken.
Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale t
regelgeving bij het verwijderen van gebruikte batterijen.
Leg batterijen of camera’s nooit in of op verwarmingsapparaten, t
zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen
exploderen als ze te heet worden.
Gebruik voor het opladen van de batterijen geen t
elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of een
loshangend stopcontact. Dit kan brand of een schok veroorzaken.
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Wees voorzichtig bij het aansluiten van kabels en adapters en t
het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten. Het forceren
van stekkers, onjuist aansluiten van kabels of onjuist plaatsen van
batterijen en geheugenkaarten kan leiden tot schade aan poorten,
stekkers en accessoires.
Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven t
en toegangspunten van de camera. Schade als gevolg van onjuist
gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt.
Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor kunt t
u anderen of uzelf verwonden.
Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende onderdelen t
kan gaan zitten en de werking van het apparaat kan beïnvloeden.
Verf of metaal aan de buitenzijde van de camera kan allergieën, t
jeuk, eczeem of bultjes veroorzaken bij mensen met een gevoelige
huid . Als u last hebt van een van deze symptomen, stop dan
onmiddellijk met het gebruik van de camera en raadpleeg een arts.
Gebruik en bewaar de camera zorgvuldig en verstandig
Zorg ervoor dat de camera niet nat wordt. Het toestel kan door t
vloeibare stoffen ernstig beschadigen. Raak de camera niet
met natte handen aan. De garantie van de fabrikant is niet van
toepassing op waterschade aan het toestel.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of t
hoge temperaturen bloot. Langdurige blootstelling aan zonlicht
of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne
onderdelen van het toestel veroorzaken.
Gebruik of bewaar de camera niet in stoffige, vervuilde, vochtige t
of slecht geventileerde omgevingen om schade aan bewegende
delen en interne onderdelen te vermijden.
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere t
tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van
tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera
veroorzaken.
Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het t
strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt.
Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik en t
sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen.
Veiligheidsvoorschriften
3
Informatie over gezondheid en veiligheid
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart.t
Wanneer u een geheugenkaart bij u draagt, gebruik dan een t
hoesje om de kaart tegen elektromagnetische straling te
beschermen.
Breng belangrijke gegevens over naar andere dragers, zoals een t
harde schijf of CD/DVD.
Wanneer u de camera voor langere tijd gebruikt, wordt de t
geheugenkaart mogelijk warm. Dit is normaal en wijst niet op een
defect.
Wanneer de levensduur van een geheugenkaart is verlopen, kunt t
u geen foto’s meer op de kaart opslaan. Gebruik een nieuwe
geheugenkaart.
Verwijder de geheugenkaart niet en schakel uw camera niet uit t
wanneer het lampje knippert. Hierdoor kunnen de gegevens
beschadigen.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires
Het gebruik van niet-compatibele accessoires kan leiden tot schade
aan de camera, lichamelijk letsel en het vervallen van de garantie.
Bescherm de cameralens
Stel de lens niet aan direct zonlicht bloot. Hierdoor kan de t
beeldsensor verkleuren of defect raken.
Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de t
lens met een zachte, schone doek.
Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen
schade
Vermijd blootstelling van batterijen en geheugenkaarten aan t
extreme temperaturen (onder 0 °C of boven 40 °C). Door extreme
temperaturen kan de oplaadcapaciteit van de batterijen afnemen
en kunnen geheugenkaarten storingen vertonen.
Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen t
voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en
minpolen van uw batterijen en tijdelijke of permanente schade
aan de batterijen veroorzaken. Dit kan ook brand of een schok
veroorzaken.
Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistof, t
vuil of vreemde stoffen. Veeg, indien nodig, de geheugenkaart met
een zachte doek schoon alvorens u de kaart in de camera plaatst.
Voorkom dat de sleuf voor geheugenkaarten in contact komt met t
vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Dergelijke stoffen kunnen
ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt.
Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een t
geheugenkaart in de verkeerde richting plaatst, kan dit uw camera
en geheugenkaart beschadigen.
Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of t
verwijdert.
Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware t
klappen of druk worden blootgesteld.
Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of t
door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke
geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera.
4
Wees voorzichtig met het gebruik van de camera in
vochtige omgevingen
Wanneer u de camera vanuit een koude in een warme en vochtige
omgeving brengt, kan er op de fijne elektronische schakelingen en
op de geheugenkaart condensvorming optreden. Wacht in zo’n
geval ten minste 1 uur totdat alle vocht is verdampt, alvorens u de
camera gebruikt.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren
functioneert
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of
schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist
gebruik.
Laat reparatie en onderhoud van de camera alleen door
gekwalificeerd personeel uitvoeren
Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en probeer dit
ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit ongekwalificeerd
onderhoud of reparatie wordt niet door de garantie gedekt.
Zorg voor een optimale levensduur van batterijen en
oplader
Te lang opladen van batterijen kan de levensduur daarvan t
bekorten. Wanneer het opladen is voltooid, dient u de kabel van
de camera los te koppelen.
Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van t
tijd en moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u t
de oplader niet gebruikt.
Gebruik de batterijen alleen voor het doel waarvoor ze zijn t
bedoeld.
Belangrijke gebruiksinformatie
Informatie over gezondheid en veiligheid
5
Indeling van de gebruiksaanwijzing
Basisfuncties 13
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en
basisfuncties voor het maken van opnamen.
Uitgebreide functies 31
Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een
modus te selecteren en hoe u video's en spraakmemo's
opneemt.
Opname-instellingen 45
Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de
opnamemodus kunt kiezen.
Weergeven en bewerken 68
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en
spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u
foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u
de camera op een computer, fotoprinter, televisie of HDTV
aansluit.
Instellingen 97
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te
configureren.
Appendices 103
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en
onderhoudstips.
Copyrightinformatie
Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde t
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple Corporation.t
HDMI, het HDMI-logo en de t
term “High Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken of
geregistreerde handelsmerken van
HDMI Licensing LLC.
Cameraspecificaties of de inhoud van deze t
gebruiksaanwijzing kunnen zonder kennisgeving worden
gewijzigd bij veranderde camerafuncties.
Het is aan te bevelen, de camera te gebruiken in het land t
waar u hem hebt aangeschaft.
Voor informatie over Open Source-licenties raadpleegt u t
het bestand “OpenSourceInfo.pdf” op de meegeleverde
cd-rom.
6
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Opnamemodus Pictogram
Smart Auto
S
Auto
a
Programma
p
Scène
s
DUAL IS
d
Intelligente
scènedetectie
D
Film
v
Pictogrammen in de opnamemodus
Deze pictogrammen geven aan dat een bepaalde functie in de
desbetreffende modi beschikbaar is. De modus s ondersteunt
wellicht bepaalde functies niet voor alle scènes.
Bijvoorbeeld:
Beschikbaar in de
modi Programma,
DUAL IS en Film
Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
Symbool Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
[]
Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld voor
de ontspanknop.
()
Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren
om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld: Selecteer
>
(staat voor Selecteer
>
, en vervolgens )
*
Voetnoot
Afkortingen in deze gebruiksaanwijzing
Afkorting Betekenis
ACB
Auto Contrast Balance (automatische contrastverbetering)
AEB
Auto Exposure Bracket (opnamereeks met verschillende
belichtingen)
AF
Autofocus (automatische scherpstelling)
DIS
Digital Image Stabilization (digitale beeldstabilisatie)
DPOF
Digital Print Order Format (digitale afdrukbestelling)
EV
Exposure Value (belichtingswaarde)
OIS
Optical Image Stabilization (optische beeldstabilisatie)
WB
White Balance (witbalans)
7
Op de ontspanknop drukken
tDruk [Ontspanknop] half in: druk de ontspanknop half in
Druk op [t Ontspanknop]: druk de ontspanknop volledig in
Druk [Ontspanknop] half in Druk op [Ontspanknop]
Onderwerp, achtergrond en compositie
Onderwerpt : het belangrijkste object in een scène, zoals een
persoon, dier of stilleven
Achtergrondt : de objecten rondom het onderwerp
Compositiet : de combinatie van onderwerp en achtergrond
Achtergrond
Onderwerp
Compositie
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de
belichting. De belichting kan worden aangepast met behulp van
sluitertijd, diafragma en ISO-waarde. Wanneer u de belichting
verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Normale belichting Overbelicht (te helder)
8
Bekende problemen
Hier vindt u antwoorden op bekende problemen. Met behulp van opname-instellingen hebt u veel problemen snel opgelost.
De ogen van de
gefotografeerde zijn
rood.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
Stel de flitsoptie in op t
Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 50)
Als de foto al is genomen, selecteert u t
Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 85)
Foto's bevatten
stofvlekken.
Stofdeeltjes die in de lucht zweven kunnen worden vastgelegd op foto's als u de flitser gebruikt.
Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.t
Pas de ISO-waarde aan. (pag. t 51)
Foto's zijn onscherp.
Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's neemt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed
vasthoudt.
Druk [t Ontspanknop] half in om te zorgen dat er wordt scherpgesteld op het onderwerp. (pag. 29)
Gebruik de t
d
-modus. (pag. 36)
Bij nachtopnamen zijn
foto's onscherp.
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd.
Het kan dan lastig zijn de camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden.
Selecteer t
Nacht in de modus
s
. (pag. 35)
Schakel de flitser in. (pag. t 50)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. t 51)
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.t
Het onderwerp is te
donker door tegenlicht.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en
donkere gebieden, kan het onderwerp donker worden.
Neem geen foto's tegen de zon in.t
Selecteer t
Tegenl. in de modus
s
. (pag. 33)
Stel de flitsoptie in op t
Invulflits. (pag. 50)
Pas de belichting aan. (pag. t 59)
Stel de optie Automatische contrastbalans (t ACB) in. (pag. 60)
Stel de lichtmeting in op t
Spot als er zich een helder onderwerp in het midden van het kader
bevindt. (pag. 61)
9
Beknopt overzicht
Foto's van mensen maken
s
t -modus > Beautyshot, Portret, Kinderen
f
33
Rode ogent , Anti-rode ogen
(om rode ogen te voorkomen of te corrigeren)
f
50
Gezichtsdetectiet
f
55
's Nachts of in het donker foto's
maken
s
t -modus > Nacht, Dageraad, Vuurwerk
f
33
Flitseropties t
f
50
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) t
f
51
Actiefoto's maken
Continut , Bewegingsopname
f
64
Foto's maken van tekst, insecten en
bloemen
s
t -modus > Close-up, Tekst
f
33
Macrot , Auto macro (close-upfoto's maken)
f
52
Witbalanst (de kleurtint wijzigen)
f
62
De belichting aanpassen (helderheid)
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) t
f
51
EV (de belichting bijstellen) t
f
59
ACB (tegenlichtcompensatie voor onderwerpen tegen t
lichte achtergronden)
f
60
L.metingt
f
61
AEB (van een scène 3 foto's met verschillende t
belichtingen maken)
f
64
Een speciaal effect toepassen
Fotostijlen (een speciale tint aanbrengen) t
f
65
Intelligente filtereffecten t
f
66
Beeld aanpassen t
(kleurverzadiging, scherpte of contrast bijstellen)
f
67
Bewegingsonscherpte voorkomen
OIS (Optical Image Stabilisation) t
f
28
d
t -modus
f
36
Bestanden op categorie t
bekijken in Smart Album
f
73
Alle bestanden op de t
geheugenkaart wissen
f
75
Foto's als diavertoning t
weergeven
f
77
Bestanden op een tv of t
HDTV weergeven
f
87
De camera op een computer t
aansluiten
f
89
Geluid en volume bijstellen t
f
99
De helderheid van het t
scherm bijstellen
f
99
De geheugenkaart t
formatteren
f
100
De schermtaal wijzigen t
f
100
De datum en tijd instellen t
f
100
Problemen oplossen t
f
110
10
Inhoud
Uitgebreide functies
....................................................... 31
Opnamemodi .................................................................... 32
De Smart Auto-modus gebruiken .......................................... 32
De Scènemodus gebruiken .................................................. 33
De Beautyshot-modus gebruiken ......................................... 34
Kaderlijnen gebruiken ........................................................... 35
De belichting in de Nachtmodus aanpassen .......................... 35
De Dual IS-modus gebruiken ................................................ 36
De Programmamodus gebruiken .......................................... 37
Een video opnemen ............................................................ 37
De Intelligente scènedetectiemodus gebruiken ...................... 39
Foto’s maken met behulp van het scherm
aan de voorzijde ................................................................ 40
De Zelfportretmodus gebruiken ............................................. 40
De Kinderenmodus gebruiken .............................................. 41
De Dubbelportretmodus gebruiken ....................................... 41
De Sprongopname-timer gebruiken ...................................... 42
Functie-informatie gebruiken ................................................ 43
Een smiley gebruiken ........................................................... 43
Een video maken met behulp van het scherm
aan de voorzijde
.................................................................. 43
Spraakmemo's opnemen .................................................. 44
Een spraakmemo opnemen ................................................. 44
Een spraakmemo aan een foto toevoegen ............................. 44
Basisfuncties
................................................................... 13
Uitpakken .......................................................................... 14
Onderdelen en knoppen van de camera ........................... 15
De batterij en geheugenkaart plaatsen .............................. 17
De batterij opladen en de camera inschakelen .................. 18
De batterij opladen .............................................................. 18
De camera inschakelen ....................................................... 18
De eerste instelling uitvoeren ............................................. 19
Uitleg over de pictogrammen ............................................ 20
Het aanraakscherm gebruiken .......................................... 21
Een opnamemodus selecteren .......................................... 22
Een opnamemodus met bewegingsdetectie selecteren .......... 23
Het aanraakscherm en geluid instellen .............................. 24
Het type weergave voor het aanraakscherm instellen .............. 24
Het geluid instellen .............................................................. 24
Foto's maken .................................................................... 25
Het scherm aan de voorzijde inschakelen ............................. 26
Zoomen ............................................................................. 27
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ................................ 28
Tips om betere foto's te maken ........................................ 29
11
Inhoud
Opname-instellingen
...................................................... 45
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren ............................... 46
De resolutie selecteren ........................................................ 46
De beeldkwaliteit selecteren ................................................. 47
De zelfontspanner gebruiken ............................................. 48
Opnamen in het donker maken ......................................... 50
Rode ogen voorkomen ...................................................... 50
De flitser gebruiken .............................................................. 50
De ISO-waarde aanpassen .................................................. 51
De scherpstelling aanpassen ............................................. 52
Macro gebruiken ................................................................. 52
Autofocus gebruiken ............................................................ 52
Intelligente aanraking-AF gebruiken ....................................... 53
Fotograferen met één aanraking ............................................ 54
Het scherpstelgebied aanpassen .......................................... 54
Gezichtsdetectie gebruiken ............................................... 55
Gezichten detecteren .......................................................... 55
Een foto van een lachend gezicht maken ............................... 56
Knipperende ogen detecteren .............................................. 56
Intelligente gezichtsdetectie gebruiken ................................... 57
Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) ............................ 57
Helderheid en kleur aanpassen ......................................... 59
De belichting handmatig aanpassen (EV) ............................... 59
Tegenlichtcompensatie (ACB) ............................................... 60
De lichtmeetmethode wijzigen .............................................. 61
Een lichtbron selecteren (Witbalans) ...................................... 62
Serie-opnamen ................................................................. 64
Foto's mooier maken ........................................................ 65
Fotostijlen toepassen ........................................................... 65
Intelligente filtereffecten toepassen ........................................ 66
Foto's aanpassen ................................................................ 67
Weergeven en bewerken
............................................... 68
Weergeven ........................................................................ 69
De weergavemodus starten ................................................. 69
Foto's weergeven ................................................................ 76
Een video afspelen .............................................................. 78
Een spraakmemo afspelen ................................................... 79
Foto's bewerken ............................................................... 81
Een foto draaien .................................................................. 81
Foto's in grootte aanpassen ................................................. 81
Fotostijlen toepassen ........................................................... 82
Intelligente filtereffecten toepassen ........................................ 83
Een speciaal effect toepassen .............................................. 84
Belichtingsproblemen corrigeren ........................................... 84
Een afdrukbestelling maken (DPOF) ...................................... 85
Bestanden weergeven op een tv of HDTV ........................ 87
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) ..... 89
Bestanden overbrengen met behulp van Intelli-studio ............. 90
Bestanden overbrengen door de camera als een
verwisselbare schijf aan te sluiten
.......................................... 92
De camera loskoppelen (Windows XP) .................................. 93
Bestanden naar de computer overbrengen (Macintosh) .... 94
Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) ............. 95
12
Instellingen
...................................................................... 97
Instellingenmenu ............................................................... 98
Het instellingenmenu openen ............................................... 98
Geluid ................................................................................ 99
Display ............................................................................... 99
Instellingen ........................................................................ 100
Appendices
................................................................... 103
Foutmeldingen ................................................................ 104
Cameraonderhoud .......................................................... 105
De camera reinigen ........................................................... 105
Geheugenkaarten .............................................................. 106
De batterij ......................................................................... 107
Voordat u contact opneemt met een servicecenter ......... 110
Cameraspecificaties ........................................................ 113
Index ............................................................................... 117
Inhoud
Uitpakken
…………………………………… 14
Onderdelen en knoppen van de camera
… 15
De batterij en geheugenkaart plaatsen
… 17
De batterij opladen en de camera
inschakelen
………………………………… 18
De batterij opladen
…………………………… 18
De camera inschakelen
……………………… 18
De eerste instelling uitvoeren
……………… 19
Uitleg over de pictogrammen
…………… 20
Het aanraakscherm gebruiken
…………… 21
Een opnamemodus selecteren
…………… 22
Een opnamemodus met bewegingsdetectie
selecteren
…………………………………… 23
Het aanraakscherm en geluid instellen
… 24
Het type weergave voor het aanraakscherm
instellen
……………………………………… 24
Het geluid instellen
…………………………… 24
Foto's maken
……………………………… 25
Het scherm aan de voorzijde inschakelen
26
Zoomen
……………………………………… 27
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
…… 28
Tips om betere foto's te maken
………… 29
Basisfuncties
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Basisfuncties
14
Uitpakken
Controleer of de doos de volgende artikelen bevat:
Camera AC-adapter/
USB-kabel
Oplaadbare batterij Polslus
Schoonmaakdoekje Gebruiksaanwijzing op cd-rom Snelstartgids
Optionele accessoires
Camera-etui Geheugenkaart
(microSD
TM
)
A/V-kabel Batterijoplader HDMI-kabel
De afbeelding kan afwijken van de
werkelijke artikelen.
Basisfuncties
15
Onderdelen en knoppen van de camera
Maak u vertrouwd met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Luidspreker
Ontspanknop
Power-knop
Lens
Microfoon
Knop LCD op voorzijde
AF-hulplampje/timerlampje
Flitser
Scherm aan de
voorzijde
Batterijklep
Plaatsing van batterij en geheugenkaart
Statiefbevestigingspunt
USB- en A/V-aansluiting
Voor aansluiting van USB- of
A/V-kabel
HDMI-aansluiting
Voor aansluiting van HDMI-kabel
Basisfuncties
16
Onderdelen en knoppen van de camera
Statuslampje
Knippertt : bij opslaan van een foto of video, uitlezen
door een computer of printer of bij een onscherp
onderwerp
Licht opt : bij aansluiting op een computer of wanneer
er op het onderwerp is scherpgesteld
Zoomknop
In- en uitzooment
Inzoomen op een deel van de foto of t
bestanden als miniaturen weergeven
Weergaveknop
Hoofdscherm*
* Wordt in deze gebruiksaanwijzing
Aanraakscherm” genoemd
1
2
Basisfuncties
17
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en van een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Duw voorzichtig tegen de
kaart totdat deze uit de
camera loskomt en trek
de kaart vervolgens uit de
sleuf.
Druk op de vergrendeling
om de batterij los te
maken.
Het interne geheugen kan worden gebruikt als tijdelijk opslagmedium als er
geen geheugenkaart is geplaatst.
Geheugenkaart
Batterij
Batterij vergrendeling
Zorg dat bij het plaatsen
van een geheugenkaart de
goudkleurige contactpunten
omhoog zijn gericht.
Plaats de batterij met het
Samsung-logo naar boven.
Geheugenkaart
Batterij
Basisfuncties
18
De batterij opladen en de camera inschakelen
De camera inschakelen
Druk op [POWER] om de camera in of uit te schakelen.
Het scherm voor de eerste instelling verschijnt wanneer u de t
camera voor het eerst inschakelt. (pag. 19)
De camera inschakelen in de weergavemodus
Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar
de weergavemodus.
Als u uw camera inschakelt door [
P
] ongeveer 5 seconden ingedrukt te
houden, geeft de camera geen enkel camerageluid.
De batterij opladen
Zorg ervoor dat u de batterij oplaadt voordat u de camera
gebruikt. Koppel de USB-kabel aan de AC-adapter en sluit
vervolgens het uiteinde van de kabel met het indicatielampje op
de camera aan.
Indicatielampje
Roodt : bezig met opladen
Groent : volledig opgeladen
Basisfuncties
19
De eerste instelling uitvoeren
Wanneer het scherm voor de eerste instellingen verschijnt, volgt u de onderstaande stappen om de basisinstellingen van de camera te
configureren.
Selecteer
5
Datum/tijd aanpassen.
Stel de datum en tijd in en selecteer
6
.
Datum/tijd aanpassen
Selecteer
7
Datumtype en een datumnotatie.
Language
Tijdzone
Datum/tijd aanpassen
Datumtype
JJJJ/MM/DD
MM/DD/JJJJ
DD/MM/JJJJ
Uit
Selecteer
8
om naar de opnamemodus te gaan.
Selecteer
1
Language.
Selecteer een taal.
2
Selecteer
3
Tijdzone.
Selecteer een tijdzone en selecteer
4
.
Als u zomer-wintertijd wilt instellen, selecteert u t .
Tijdzone
Londen
Basisfuncties
20
Pictogram Beschrijving
Aanraakschermvergrendeling
l
t : Bewegingsdetectie
M
t : Menu voor
opname-instellingen
f
Opname-instellingen
t : Belichtingswaarde
t : Witbalans
t : ISO-waarde
t : Gezichtstint
t : Gezichtsretouchering
t : Scherpstelgebied
t : Gezichtsdetectie
t : Fotoresolutie
t : Videoresolutie
t : Fotokwaliteit
t : Framesnelheid
t : Belichting met ACB
t : Lichtmeting
t : Type serie-opname
t : Fotostijlen
t : Intelligent filtereffect
t : Beeldaanpassing (scherpte,
contrast, kleurverzadiging)
t : Lange sluitertijd
t : Optical Image Stabilisation (OIS)
t : Geluidsopname
<>
t : Volgende rij instellingen
Uitleg over de pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties.
1
Statuspictogrammen
Pictogram Beschrijving
p
Opnamemodus
Diafragma en sluitertijd
Fotoresolutie
Videoresolutie
Lichtmeting
Optical Image Stabilisation (OIS)
Framesnelheid
Belichtingswaarde
ISO-waarde
Witbalans
Gezichtsdetectie
Serieopnamen
Beeldaanpassing (scherpte, contrast,
kleurverzadiging)
Pictogram Beschrijving
Fotostijlen
Intelligent filtereffect
Resterend aantal foto's
Beschikbare opnametijd
Interne geheugen
Geheugenkaart geplaatst
t : Volledig opgeladen
t : Deels opgeladen
t (Rood) : Opladen noodzakelijk
5.0
Zoomverhouding
Spraakmemo
Autofocuskader
Bewegingsonscherpte
Instellingenreeks 1 (van 3)
Huidige datum en tijd
Rasterlijnen
2
Instellingenpictogrammen (aanraken)
Pictogram Beschrijving
Flitsoptie
Autofocusinstelling
Zelfontspannerinstelling
Type weergave
5.0
1
2
Basisfuncties
21
Het aanraakscherm gebruiken
Hier vindt u basisinformatie over het aanraakscherm. Het aanraakscherm werkt het beste met het zachte gedeelte van de vinger.
Aanraken
Raak een pictogram aan om een menu of optie te selecteren.
Slepen
Sleep naar links of rechts om horizontaal te scrollen.
-2 -1 0 +2-2 -
1
0
0
+
2+1
EV
Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen zoals pennen en
potloden. Hierdoor zou het scherm kunnen beschadigen.
Wanneer u het scherm aanraakt of over het scherm sleept met de t
schermpen, treden er verkleuringen op. Dit is geen defect, maar
een eigenschap van het aanraakscherm. U kunt deze vervelende
effecten verminderen door het scherm licht aan te raken of licht met
de schermpen te slepen.
Het aanraakscherm herkent de aanraking niet goed wanneer u:t
meerdere items tegelijk aanraakt -
de camera in een erg vochtige omgeving gebruikt -
de camera gebruikt in combinatie met een LCD-beschermlaag of -
een ander LCD-accessoire
Als u gedurende enkele seconden geen handelingen verricht, gaat het t
scherm uit om de batterij te sparen.
Afhankelijk van de kijkhoek kan het scherm donkerder lijken. Pas de t
helderheid of de kijkhoek aan.
Basisfuncties
22
Een opnamemodus selecteren
Hier vindt u informatie over het selecteren van een opnamemodus. De camera biedt diverse modi voor het maken van opnamen.
Modus Beschrijving
S
Smart Auto: Hiermee maakt u een foto waarbij de
camera automatisch een geschikte modus voor de
scène selecteert. (pag. 32)
a
Auto: Hiermee maakt u snel een foto met de minimale
instellingen. (pag. 25)
p
Programma: Hiermee stelt u zelf opties in voor de
foto die u maakt. (pag. 37)
s
Scène: Hiermee maakt u een foto met vooraf
ingestelde opties voor een specifieke scène. (pag. 33)
d
DUAL IS: Hiermee maakt u een foto met opties die
geschikt zijn om bewegingsonscherpte te voorkomen.
(pag. 36)
D
Intelligente scènedetectie: Hiermee neemt u
een video op waarbij de camera automatisch een
geschikte modus voor de scène selecteert. (pag. 39)
v
Film: Hiermee kunt u een video opnemen. (pag. 37)
Selecteer het moduspictogram.
1
Selecteer een modus.
2
Basisfuncties
23
Een opnamemodus selecteren
Naar de Smart Auto-modus gaan (pag. 32)
Bewegingsdetectie werkt mogelijk niet goed als u de camera parallel aan de
grond houdt, zoals weergegeven.
Een opnamemodus met bewegingsdetectie
selecteren
De camera is uitgerust met een ingebouwde bewegingssensor
waarmee u snel van opnamemodus kunt wisselen door de
camera te kantelen.
Kantel in de opnamemodus de camera terwijl u uw vinger
houdt op
.
Naar de Film-modus gaan (pag. 37)
Naar de Programma-modus gaan (pag. 37)
Basisfuncties
24
Het aanraakscherm en geluid instellen
Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het aanraakscherm en het geluid naar wens kunt aanpassen.
Optie Beschrijving
Verberg: hiermee worden pictogrammen op het
scherm verborgen als u 3 seconden lang geen
handelingen uitvoert (raak het scherm aan om de
pictogrammen opnieuw weer te geven).
Richtlijn: hiermee worden rasterlijnen weergegeven. De
rasterlijnen zijn handig om de foto met een oppervlak
uit te lijnen, bijvoorbeeld met de horizon of de randen
van gebouwen. Deze optie is alleen beschikbaar in de
opnamemodus.
Het geluid instellen
Hiermee stelt u in of de camera een bepaald geluid laat klinken
wanneer u de camera bedient.
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
M
.
Selecteer
2
Piepjes.
Selecteer een optie.
3
Optie Beschrijving
Uit
De camera laat geen geluid klinken.
Aan
De camera laat een geluid klinken.
Selecteer
4
om terug te gaan naar de vorige modus.
Het type weergave voor het aanraakscherm
instellen
Selecteer in de opnamemodus
1
.
(Selecteer in de weergavemodus
.)
Selecteer een optie.
2
Volledig
Optie Beschrijving
Aanraakvergrendeling: Het aanraakscherm is tijdens
de opname vergrendeld (raak
aan totdat
bereikt om het aanraakscherm te ontgrendelen).
Volledig: In de opnamemodus, altijd pictogrammen op
het scherm weergeven. In de weergavemodus, altijd
pictogrammen en informatie op het scherm weergeven.
Basis: In de weergavemodus, altijd pictogrammen op
het scherm weergeven.
Basisfuncties
25
Foto's maken
Hier vindt u informatie over basishandelingen om in de Auto-modus eenvoudig en snel foto's te maken.
Zorg dat de camera in
1
a
-modus (Auto) staat, de
standaardopnamemodus.
Als dit niet het geval is, selecteert u het moduspictogram t 
a
.
Kadreer het onderwerp.
2
Druk [
3
Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld t
is.
Een rood kader betekent dat het onderwerp niet scherp in t
beeld is.
Druk [
4
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Zie pagina 29 voor tips om betere foto's te maken.
Basisfuncties
26
Foto's maken
Het scherm aan de voorzijde inschakelen
Het scherm aan de voorzijde is handig bij het maken van
zelfportretten en foto’s van kinderen, stelletjes of springende
mensen.
Met de Kinderenmodus kunt u een korte animatie afspelen op
het scherm aan de voorzijde om de aandacht van een kind te
trekken. (pag. 41)
Druk op de LCD-knop aan de voorzijde om het scherm
1
aan de voorzijde in te schakelen.
U kunt op het scherm aan dt e voorzijde tikken om dit in te
schakelen. Door er nogmaals op te tikken of door op de knop
voor het LCD-scherm aan de voorzijde te drukken, schakelt
u het weer uit.
Selecteer een opnameoptie.
2
Even later verschijnt t op het scherm en wordt het
aanraakscherm vergrendeld.
Zelfportret
Optie Beschrijving
Aan: Het scherm aan de voorzijde inschakelen.
Zelfportret: Jezelf op het scherm aan de voorzijde
bekijken wanneer je een zelfportret maakt. (pag. 40)
Kinderen: Een korte animatie op het scherm aan de
voorzijde afspelen om gemakkelijker foto’s van een
kind te kunnen maken. (pag. 41)
Gekoppelde opname: Automatisch foto's van een
stelletje maken wanneer ze naar elkaar toe leunen.
(pag. 41)
Sprongopname: Een visueel teken op het scherm
aan de voorzijde weergeven, zodat springende
mensen hun sprong op het juiste moment kunnen
uitvoeren. (pag. 42)
Functie-informatie: Informatie over de flitser en de
belichting op het scherm aan de voorzijde weergeven.
(pag. 43)
Lachpictogram: Een smiley op het scherm aan de
voorzijde weergeven wanneer er is scherpgesteld.
(pag. 43)
Wanneer u opties voor de zelfontspanner instelt, blijft het scherm aan de t
voorzijde actief. (pag. 48)
Als u het scherm aan de voorzijde inschakelt, worden wellicht de t
pictogrammen op het aanraakscherm minder helder weergegeven.
Wanneer u de camera op fel verlichte of zonnige plaatsen gebruikt, kunt u t
mogelijk de weergave op het scherm aan de voorzijde niet duidelijk zien.
Wanneer u diavoorstellingen of filmpjes afspeelt, wordt het scherm aan de t
voorzijde mogelijk niet geactiveerd, zelfs niet als u het aanraakt.
Zelfportrett wordt automatisch geselecteerd wanneer u na 3 seconden nog
geen optie hebt gekozen.
Wanneer u druk op de camera uitoefent of het batterijklepje of het klepje t
voor de USB/AV/HDMI-aansluiting opent, kan het scherm aan de voorzijde
worden geactiveerd.
Basisfuncties
27
Foto's maken
Digitale zoom
Als de zoomindicator zich in het digitale bereik bevindt, gebruikt
de camera de digitale zoomfunctie. De beeldkwaliteit kan bij het
gebruik van digitale zoom achteruitgaan.
Optisch bereik
Digitaal bereik
Zoomindicator
De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar bij het gebruik van de modi t
S
,
s
(in bepaalde scènes),
d
,
D
en
v
en in combinatie met
Gezichtsdetectie en Smart filter.
Bij gebruik van de digitale zoomfunctie kan het langer duren voordat t
een foto is opgeslagen.
Zoomen
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera heeft
een optische functie voor inzoomen tot 5x en een digitale functie
voor inzoomen tot 5x. Door beide te gebruiken, kunt u tot 25 keer
inzoomen.
Draai de [Zoomknop] naar rechts om op het onderwerp in te
zoomen. Draai de [Zoomknop] naar links om uit te zoomen.
5.0
Inzoomen
Uitzoomen
Zoomverhouding
De zoomverhouding die voor video's beschikbaar is, verschilt.
Basisfuncties
28
Foto's maken
OIS werkt mogelijk in de volgende omstandigheden niet goed:t
wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te -
volgen
wanneer u digitale zoom gebruikt -
wanneer de camera te veel trilt -
wanneer er sprake is van een lange sluitertijd (bijvoorbeeld bij -
selectie van Nacht in de modus
s
)
wanneer de batterij bijna leeg is -
wanneer u een close-up neemt -
Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's t
onscherp worden door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de OIS-
functie bij gebruik van een statief uit.
Als de camera een schok krijgt, wordt het scherm wazig. Schakel in t
dat geval de camera uit en weer in zodat de OIS-functie weer naar
behoren werkt.
In sommige scènes is de OIS-functie niet beschikbaar.t
Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS)
In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch
beperken.
Vóór correctie Na correctie
Selecteer in de opnamemodus
1
f
>
(een of twee
keer)
. (Selecteer in de modus
D
de optie
f
.)
Selecteer een optie.
2
Optie Beschrijving
Uit: hiermee schakelt u de OIS-functie uit.
Aan: hiermee schakelt u de OIS-functie in.
apsDv
Basisfuncties
29
De camera op de juiste manier vasthouden
Controleer of er niets
voor de lens zit.
De sluiterknop half indrukken
Druk [Ontspanknop] half in en pas de
scherpstelling aan. De scherpstelling
en belichting worden automatisch
aangepast.
Diafragma en sluitertijd worden
automatisch ingesteld.
Scherpstelkader
Druk op [t Ontspanknop] om
een foto te maken als het
kader groen is.
Pas het kader aan en druk t
[Ontspanknop] nogmaals
half in als het kader rood is.
Tips om betere foto's te maken
Bewegingsonscherpte verminderen
Stel de optie OIS (Optical Image Stabilisation) t
in om de bewegingsonscherpte optisch te
reduceren. (pag. 28)
Selecteer de modus t
d
om de
bewegingsonscherpte zowel optisch als
digitaal te reduceren. (pag. 36)
Als
h
wordt weergegeven
Bewegingsonscherpte
Zorg dat bij opnamen in het donker de flitser niet op Langz sync of
Uit is ingesteld. Het diafragma blijft dan langer open, waardoor het
moeilijker is om de camera stil te houden.
Gebruik een statief of stel de flitser in op t Invulflits. (pag. 50)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. t 51)
Basisfuncties
30
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is
In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om op het onderwerp
scherp te stellen:
er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond -
(wanneer het onderwerp kleding draagt in dezelfde kleur als de
achtergrond)
de lichtbron achter het onderwerp is te fel
-
het onderwerp glanst -
het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is -
het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het kader -
Gebruik de scherpstelvergrendeling
Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer
het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader verschuiven
om de compositie aan te passen. Druk wanneer u klaar bent
[Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Wanneer u foto's maakt bij weinig lichtt
Schakel de flitser in.
(pag. 50)
Wanneer onderwerpen snel bewegent
Gebruik de functie
voor continuopnamen
of bewegingsdetectie.
(pag. 64)
Opnamemodi
…………………………………………… 32
De Smart Auto-modus gebruiken
……………………… 32
De Scènemodus gebruiken
…………………………… 33
De Beautyshot-modus gebruiken
……………………… 34
Kaderlijnen gebruiken
…………………………………… 35
De belichting in de Nachtmodus aanpassen
…………… 35
De Dual IS-modus gebruiken
…………………………… 36
De Programmamodus gebruiken
……………………… 37
Een video opnemen
…………………………………… 37
De Intelligente scènedetectiemodus gebruiken
……… 39
Foto’s maken met behulp van het
scherm aan de voorzijde
……………………………… 40
De Zelfportretmodus gebruiken
………………………… 40
De Kinderenmodus gebruiken
………………………… 41
De Dubbelportretmodus gebruiken
…………………… 41
De Sprongopname-timer gebruiken
…………………… 42
Functie-informatie gebruiken
…………………………… 43
Een smiley gebruiken
…………………………………… 43
Een video maken met behulp van het scherm
aan de voorzijde
………………………………………… 43
Spraakmemo's opnemen
……………………………… 44
Een spraakmemo opnemen
…………………………… 44
Een spraakmemo aan een foto toevoegen
…………… 44
Uitgebreide functies
Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een modus
te selecteren en hoe u video's en spraakmemo's opneemt.
Uitgebreide functies
32
Opnamemodi
Maak foto's en video's door de beste opnamemodus voor de omstandigheden te selecteren.
Pictogram Beschrijving
Verschijnt bij nachtelijke portretfoto's.
Verschijnt bij foto's van landschappen met tegenlicht.
Verschijnt bij portretfoto's met tegenlicht.
Verschijnt bij portretfoto's.
Verschijnt bij close-upfoto's van objecten.
Verschijnt bij close-upfoto's van tekst.
Verschijnt bij foto's van zonsondergangen.
Verschijnt bij foto's van heldere luchten.
Verschijnt bij foto's van beboste gebieden.
Verschijnt bij close-upfoto's van kleurrijke
onderwerpen.
Verschijnt bij close-upfoto's van mensen.
Verschijnt wanneer camera en onderwerp een tijdje
stabiel zijn. Dit is alleen beschikbaar als u foto’s in het
donker maakt.
Verschijnt bij foto's van actief bewegende
onderwerpen.
Verschijnt bij foto's van vuurwerk. Deze functie is
alleen bij gebruik van een statief beschikbaar.
De Smart Auto-modus gebruiken
In deze modus kiest de camera automatisch instellingen die bij
het gedetecteerde type scène passen. De modus is handig als
u niet bekend bent met de camera-instellingen voor de diverse
scènes.
Selecteer in de opnamemodus
1
a
S
.
Kadreer het onderwerp.
2
De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram t
voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het
scherm weergegeven.
Pictogram Beschrijving
Verschijnt bij foto's van landschappen.
Verschijnt bij foto's met een heldere witte
achtergrond.
Verschijnt bij nachtfoto's van landschappen. Alleen
beschikbaar wanneer de flitser uitstaat.
Uitgebreide functies
33
Opnamemodi
De Scènemodus gebruiken
Maak een foto met vooraf ingestelde opties voor een specifieke
scène.
Selecteer in de opnamemodus
1
a

s
.
Selecteer een scène.
2
Scène
Kies de juiste modus voor een veelheid aan situaties
Zie voor de modus t Beautyshot het gedeelte “De Beautyshot-
modus gebruiken” op pagina 34.
Zie voor de modus t Kaderlijnen het gedeelte “Kaderlijnen
gebruiken” op pagina 35.
Voor de modus t Nacht, zie “De belichting in de Nachtmodus
aanpassen” op pagina 35.
Kadreer het onderwerp en druk [
3
Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
4
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Druk [
3
Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Druk [
4
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Als de camera geen scènemodus herkent, wordt t
S
weergegeven
en worden de standaardinstellingen gebruikt.
Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de t
camera geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van
het onderwerp en de lichtval.
Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat t
de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het
trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp.
Ook als u een statief gebruikt, kan het gebeuren dat de modus t
niet
wordt gedetecteerd. Dit hangt van de beweging van het onderwerp af.
Uitgebreide functies
34
Opnamemodi
Als u onvolkomenheden in het gezicht wilt verbergen,
3
selecteert u een optie.
Selecteer een hogere instelling om een groter aantal t
onvolkomenheden te verbergen.
Niveau 3
Kadreer het onderwerp en druk [
4
Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
5
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
De scherpstelafstand wordt op Auto macro ingesteld.
De Beautyshot-modus gebruiken
Maak een foto van iemand met opties om onvolkomenheden in
het gezicht te verbergen.
Selecteer in de opnamemodus
1
a
s
 .
Als u de huidtint van het onderwerp lichter wilt laten
2
lijken (alleen het gezicht), selecteert u
f
 een
optie.
Selecteer een hogere instelling om de huidtint lichter te laten t
lijken.
Niveau 2
Uitgebreide functies
35
Opnamemodi
De belichting in de Nachtmodus aanpassen
In de Nachtmodus kunt u door een langere belichtingstijd te
gebruiken korte lichtflitsen als gebogen strepen vastleggen.
Gebruik een lange sluitertijd om de sluiter langer open te laten
staan. Gebruik een hogere diafragmawaarde om overbelichting
te voorkomen.
Selecteer in de opnamemodus
1
a
s
.
Selecteer
2
f
Diafragma.
Diafragma Sluitertijd
Selecteer een optie.
3
Kaderlijnen gebruiken
Wanneer u iemand anders een foto van u wilt laten maken,
kunt u deze in scène zetten met behulp van de kaderlijnen.
De kaderlijnen helpen degene die een foto van u maakt door het
gedeelte van de vooraf gekadreerde scène te laten zien.
Selecteer in de opnamemodus
1
a
s
.
Kadreer het onderwerp en druk op [
2
Ontspanknop].
Aan de linker- en rechterkant van het beeld verschijnen t
doorzichtige lijnen.
Kader annuleren: Terug
Vraag een andere persoon om een foto te maken.
3
Deze persoon kan het onderwerp kadreren met behulp van de t
kaderlijnen en vervolgens op [Ontspanknop] drukken om de
foto te maken.
Selecteer
4
om de kaderlijnen op te heffen.
Als u de kaderlijnen gebruikt, is het scherm aan de voorzijde niet beschikbaar.
Uitgebreide functies
36
Opnamemodi
De Dual IS-modus gebruiken
U kunt bewegingsonscherpte verminderen en onscherpe foto's
vermijden met de functies OIS (Optical Image Stabilisation) en DIS
(Digital Image Stabilisation), respectievelijk optische en digitale
beeldstabilisatie.
Vóór correctie Na correctie
Selecteer in de opnamemodus
1
a

d
.
Kadreer het onderwerp en druk [
2
Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
3
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
De digitale zoomfunctie werkt in deze modus niet.t
De foto wordt alleen optisch gecorrigeerd wanneer deze gemaakt t
wordt bij een lichtbron die helderder is dan TL-licht.
Als het onderwerp snel beweegt, kan de foto onscherp worden.t
Schakel de optie OIS in om bewegingsonscherpte in verschillende t
opnamemodi tegen te gaan. (pag. 28)
Selecteer
4
Sluitertijd.
1.0 2.0 4.0 8.0 16.0
Diafragma Sluitertijd
Selecteer een waarde om de sluitertijd aan te passen en
5
selecteer .
Kadreer het onderwerp en druk [
6
Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
7
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp worden.
Uitgebreide functies
37
Opnamemodi
Een video opnemen
Neem video's in high-definition van maximaal 20 minuten op. De
video-opname wordt opgeslagen als een MP4 (H.264).
H.264 (MPEG-4 part 10/AVC) is een video-indeling met t
hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale
standaardisatieorganisaties ISO-IEC en ITU-T.
Sommige geheugenkaarten ondersteunen mogelijk geen opname t
met high-definition kwaliteit. Stel in dat geval een lagere resolutie in.
(pag. 46)
Geheugenkaarten met een lage schrijfsnelheid ondersteunen geen t
video’s met een hoge resolutie of een hoge snelheid. Gebruik voor het
opnemen van video’s met een hoge resolutie of een hoge snelheid
geheugenkaarten met een hoge schrijfsnelheid.
Wanneer Optical Image Stabilisation (t
) is ingeschakeld, kan er
geluid van de werkende OIS-functie bij de video worden opgenomen.
Als u tijdens de opname in- of uitzoomt, is het mogelijk dat het t
zoomgeluid in de opname hoorbaar is.
Selecteer in de opnamemodus
1
a
v
.
Selecteer
2
f
een opnamesnelheid
(het aantal frames per seconde).
Bij een hoger aantal frames doet de actie natuurlijker aan, t
maar wordt het bestand ook groter.
De Programmamodus gebruiken
In de Programmamodus kunt u diverse opties instellen
(met uitzondering van de sluitertijd en diafragmawaarde).
Selecteer in de opnamemodus
1
a
p
.
Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie “
2
Opname-
instellingen”.)
Kadreer het onderwerp en druk [
3
Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
4
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Uitgebreide functies
38
Opnamemodi
Stel naar wens andere opties in. (Voor een lijst met
4
opties, zie “Opname-instellingen”.)
Druk op [
5
Ontspanknop] om de opname te starten.
Druk nogmaals op [
6
Ontspanknop] om de opname te
stoppen.
Het opnemen onderbreken
U kunt tijdens het opnemen van een video de opname tijdelijk
onderbreken. Met deze functie kunt u uw favoriete scènes in één
video opnemen.
Selecteer om de opname te pauzeren. Selecteer om verder
te gaan.
Stop: Sluiter
30 fps
is alleen beschikbaar bij een videoresolutie van 320 x 240.
Selecteer
3
>
 een optie.
Optie Beschrijving
Uit : hiermee kunt u een video zonder geluid opnemen.
Aan: hiermee kunt u een video met geluid opnemen.
Zoom gedempt: Video opnemen zonder geluid tijdens
in-/uitzoomen.
Uitgebreide functies
39
Opnamemodi
Druk op de [
3
Ontspanknop] om de opname te starten.
Druk nogmaals op de [
4
Ontspanknop] om de opname
te stoppen.
Als de camera geen scènemodus herkent, verandert t
D
niet en
worden de standaardinstellingen gebruikt.
Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat t
de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het
trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp.
De opties voor fotostijl en smart filter zijn in de t
D
modus niet
beschikbaar.
De Intelligente scènedetectiemodus
gebruiken
In deze modus kiest de camera automatisch instellingen die bij
het gedetecteerde type scène passen.
Selecteer in de opnamemodus
1
a
D
.
Kadreer het onderwerp.
2
De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram t
voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het
scherm weergegeven.
Pictogram Beschrijving
Verschijnt bij het maken van video’s van
landschappen.
Verschijnt bij het maken van video’s van heldere
luchten.
Verschijnt bij het maken van video’s van beboste
gebieden.
Verschijnt bij het maken van video’s van
zonsondergangen.
Uitgebreide functies
40
Foto’s maken met behulp van het scherm aan de voorzijde
Het scherm aan de voorzijde is handig bij het maken van zelfportretten en foto’s van kinderen. U kunt ook de Dubbelportretmodus en de
sprongopname-timer met het scherm aan de voorzijde gebruiken.
U kunt op het scherm aan de voorzijde tikken om dit in te schakelen. Door er nogmaals op te tikken of door op de knop voor het LCD-scherm aan de voorzijde te drukken,
schakelt u het weer uit.
Druk de [
3
Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
De Zelfportretmodus gebruiken
Maak eenvoudig foto's van uzelf met behulp van het scherm aan
de voorzijde.
Wanneer u het scherm aan de voorzijde gebruikt, neemt de camera
automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht wordt gedetecteerd.
Druk in de Opnamemodus eenmaal op de LCD-knop
1
aan de voorzijde en selecteer .
Uw gezicht wordt automatisch door de camera gedetecteerd. t
Om het gedetecteerde gezicht verschijnt een kader.
Druk de [
2
Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Sapsd
Uitgebreide functies
41
Foto’s maken met behulp van het scherm aan de voorzijde
De Dubbelportretmodus gebruiken
Deze modus detecteert twee personen die naar elkaar neigen en
maakt automatisch foto's van poserende stellen.
Druk in de Opnamemodus eenmaal op de LCD-knop
1
aan de voorzijde en selecteer .
Een wit kader betekent dat de gezichten zijn herkend.t
Een groen kader wanneer u de [t Ontspanknop] half indrukt,
betekent dat de gezichten scherp in beeld zijn.
Neig naar elkaar in het kader.
2
De camera detecteert twee gezichten van de onderwerpen op t
dezelfde afstand van de camera.
Het kan gebeuren dat de camera de compositie niet herkent. Dit is t
afhankelijk van de pose die het stel inneemt.
Sapsd
De Kinderenmodus gebruiken
In deze modus kunt u de aandacht van kinderen op de camera
vestigen door een korte animatie op het scherm aan de voorzijde
af te spelen.
Druk in de Opnamemodus eenmaal op de LCD-knop
1
aan de voorzijde en selecteer .
Er wordt een animatie afgespeeld.t
Druk de [
2
Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Druk de [
3
Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
U kunt animaties downloaden vanaf de website of de Intelli-studio. t
(pag. 91) Ga naar www.samsung.com of www.samsungimaging.com
voor meer informatie.
U kunt geluiden toevoegen aan animaties om de aandacht van t
kinderen te trekken. (pag. 99)
Sapsd
Uitgebreide functies
42
Foto’s maken met behulp van het scherm aan de voorzijde
Spring als het pictogram op het scherm aan de voorzijde
3
verschijnt.
Er worden 3 foto’s achter elkaar gemaakt.t
Als u foto’s met de sprongopname-timer bij weinig licht of binnenshuis maakt,
worden de foto’s mogelijk donker.
De Sprongopname-timer gebruiken
Een foto van springende mensen nemen. Er verschijnt een
pictogram op het scherm aan de voorzijde als melding dat de
mensen kunnen gaan springen.
Druk in de Opnamemodus eenmaal op de LCD-knop
1
aan de voorzijde en selecteer .
Druk op de [
2
Ontspanknop].
Op het scherm aan de voorzijde wordt een paar seconden t
voordat de opname wordt gemaakt met aftellen begonnen.
Sapsd
Uitgebreide functies
43
Foto’s maken met behulp van het scherm aan de voorzijde
Een video maken met behulp van het scherm
aan de voorzijde
Een video maken in de Zelfportretmodus
Druk in de Opnamemodus eenmaal op de LCD-knop
1
aan de voorzijde en selecteer .
Druk op de [
2
Ontspanknop] om de opname te starten.
Druk nogmaals op de [
3
Ontspanknop] om de opname
te stoppen.
Een video maken in de Kinderenmodus
Druk in de Opnamemodus eenmaal op de LCD-knop
1
aan de voorzijde en selecteer .
Druk op de [
2
Ontspanknop] om de opname te starten.
Druk nogmaals op de [
3
Ontspanknop] om de opname
te stoppen.
Dv
Functie-informatie gebruiken
Tijdens het maken van foto’s wordt er informatie over de flitser en
de belichting op het scherm aan de voorzijde weergeven.
Druk in de Opnamemodus eenmaal op de LCD-knop
1
aan de voorzijde en selecteer .
Druk de [
2
Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Druk de [
3
Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
Een smiley gebruiken
Het glimlachje verschijnt op het scherm aan de voorzijde wanneer
er is scherpgesteld nadat de ontspanknop half is ingedrukt.
Druk in de Opnamemodus eenmaal op de LCD-knop
1
aan de voorzijde en selecteer .
Druk de [
2
Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Het
glimlachje verschijnt.
Druk de [
3
Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
Sapsd
Sapsd
Uitgebreide functies
44
Spraakmemo's opnemen
Hier vindt u informatie over hoe u een spraakmemo opneemt die u op elk gewenst moment kunt afspelen. U kunt een spraakmemo aan
een foto toevoegen als een korte herinnering aan de opnameomstandigheden.
U bereikt de beste geluidskwaliteit als u op 40 cm afstand van de camera opneemt.
apsd
Een spraakmemo aan een foto toevoegen
Selecteer in de opnamemodus
1
f
.
(In sommige modi, selecteert u
f
>
(een of twee
keer)
.)
Memo
Kadreer het onderwerp en maak een foto.
2
De camera begint direct nadat de foto is genomen met het t
opnemen van de spraakmemo.
Neem een korte spraakmemo op (maximaal 10
3
seconden).
Druk op [t Ontspanknop] om de opname van de spraakmemo
te stoppen.
U kunt in de modus voor het maken van reeksopnamen geen spraakmemo’s
aan foto’s toevoegen.
Een spraakmemo opnemen
Selecteer in de opnamemodus
1
f
.
(In sommige modi, selecteert u
f
>
(een of twee
keer)
.)
Opname
Druk op [
2
Ontspanknop] om de opname te starten.
Selecteer t om de opname te pauzeren en om verder te
gaan.
Wanneer het opnemen begint, wordt de resterende tijd boven t
in het scherm door de bestandsnaam vervangen.
U kunt spraakmemo's van maximaal 10 uur opnemen.t
Druk op [
3
Ontspanknop] om de opname te stoppen.
Selecteer
4
om naar de opnamemodus over te
schakelen.
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren
…… 46
De resolutie selecteren
……………………… 46
De beeldkwaliteit selecteren
………………… 47
De zelfontspanner gebruiken
……………… 48
Opnamen in het donker maken
………… 50
Rode ogen voorkomen
…………………… 50
De flitser gebruiken
…………………………… 50
De ISO-waarde aanpassen
………………… 51
De scherpstelling aanpassen
…………… 52
Macro gebruiken
…………………………… 52
Autofocus gebruiken
………………………… 52
Intelligente aanraking-AF gebruiken
………… 53
Fotograferen met één aanraking
…………… 54
Het scherpstelgebied aanpassen
…………… 54
Gezichtsdetectie gebruiken
……………… 55
Gezichten detecteren
………………………… 55
Een foto van een lachend gezicht maken
…… 56
Knipperende ogen detecteren
……………… 56
Intelligente gezichtsdetectie gebruiken
……… 57
Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster)
57
Helderheid en kleur aanpassen
…………… 59
De belichting handmatig aanpassen (EV)
…… 59
Tegenlichtcompensatie (ACB)
……………… 60
De lichtmeetmethode wijzigen
……………… 61
Een lichtbron selecteren (Witbalans)
………… 62
Serie-opnamen
…………………………… 64
Foto's mooier maken
……………………… 65
Fotostijlen toepassen
………………………… 65
Intelligente filtereffecten toepassen
………… 66
Foto's aanpassen
…………………………… 67
Opname-instellingen
Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de opnamemodus kunt kiezen.
Opname-instellingen
46
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de resolutie en beeldkwaliteit kunt aanpassen.
Optie Beschrijving
4320 X 3240: Afdrukken op A1-papier.
4320 X 2880: Afdrukken op A1-papier in de
verhouding 3:2 (breed).
4000 X 3000: Afdrukken op A1-papier.
4320 X 2432: Afdrukken op A2-formaat in
panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een
HDTV.
3264 X 2448: Afdrukken op A3-papier.
2560 X 1920: Afdrukken op A4-papier.
2048 X 1536: Afdrukken op A5-papier.
1920 X 1080: Afdrukken op A5-formaat in
panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een
HDTV.
1024 X 768: Bij een e-mail voegen.
De resolutie selecteren
Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer
pixels bevatten en daardoor groter kunnen worden afgedrukt
en weergegeven. Bij een hoge resolutie neemt ook de
bestandsgrootte toe.
Wanneer u een foto gaat maken doet u het volgende:
Selecteer in de opnamemodus
1
f

>
.
(In bepaalde modi wordt dat
f
 .)
Selecteer een optie.
2
4320 X 2432
SapsdDv
Opname-instellingen
47
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Wanneer u een video gaat opnemen doet u het volgende:
Selecteer in de modi
1
D
en
v
de opties
f
.
Selecteer een optie.
2
1280 X 720 HQ
Optie Beschrijving
1280 X 720 HQ: Bestanden met hoge kwaliteit
afspelen op een HDTV.
1280 X 720: Afspelen op een HDTV.
640 X 480: Afspelen op een gewone televisie.
320 X 240: Afspelen op een webpagina.
De beeldkwaliteit selecteren
De foto's die u maakt, worden gecomprimeerd en in JPEG-
indeling opgeslagen. Een hogere kwaliteit resulteert in grotere
bestanden.
Selecteer in de opnamemodus
1
f
>
.
(In bepaalde modi wordt dat
f
.)
Selecteer een optie.
2
Hoog
Optie Beschrijving
Superhoog
Hoog
Normaal
apsd
Opname-instellingen
48
De zelfontspanner gebruiken
Hier vindt u informatie over hoe u de zelfontspanner instelt om met een vertraging een foto te maken.
SapsdDv
Druk op [
3
Ontspanknop] om de zelfontspanner te
starten.
Het AF-hulplampje/zelfontspannerlampje gaat knipperen en t
de camera maakt na de ingestelde tijdsduur automatisch een
foto.
Het display aan de voorzijde begint enkele seconden voor de t
opname met aftellen.
Selecteer het zelfontspannerpictogram of druk op [t Ontspanknop] om
de zelfontspanner uit te schakelen.
Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie is t
de zelfontspanner mogelijk niet beschikbaar of zijn bepaalde
zelfontspanneropties niet beschikbaar.
Selecteer in de opnamemodus
1
.
Selecteer een optie.
2
Uit
Optie Beschrijving
Uit: de zelfontspanner is niet actief.
10 sec: hiermee wordt er na 10 seconden een foto
gemaakt.
2 sec: hiermee wordt er na 2 seconden een foto
gemaakt.
Dubbel: hiermee wordt er eerst na 10 seconden een
foto gemaakt en 2 seconden daarna een tweede.
Bewegingstimer: na detectie van uw beweging wordt
er een foto gemaakt. (pag. 49)
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
Opname-instellingen
49
De zelfontspanner gebruiken
Poseer voor de foto terwijl het AF-hulplampje/
5
zelfontspannerlampje knippert.
Vlak voordat de camera een foto maakt, stopt het t
AF-hulplampje/zelfontspannerlampje met knipperen.
De bewegingstimer werkt mogelijk niet in de volgende omstandigheden:
u bevindt zich op meer dan 3 m afstand van de camera.t
uw bewegingen zijn niet opvallend genoeg.t
er is te veel licht of tegenlicht.t
het onderwerp is dicht genoeg bij u om het AF-lampje te reflecteren.t
De bewegingstimer gebruiken
Selecteer in de opnamemodus
1
.
Druk op [
2
Ontspanknop].
Zorg dat u binnen 6 seconden nadat u op
3
[Ontspanknop] hebt gedrukt voor de camera staat, op
maximaal 3 m afstand.
Maak een beweging, zoals een armzwaai, om de
4
zelfontspanner te activeren.
Wanneer de camera u detecteert, begint het AF-hulplampje/t
zelfontspannerlampje snel te knipperen.
Het detectiebereik van
de bewegingstimer
Opname-instellingen
50
Opnamen in het donker maken
Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken.
De flitser gebruiken
Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of
wanneer u meer licht in de foto's wilt hebben.
Selecteer in de opnamemodus
1
.
Selecteer een optie.
2
Auto
Optie Beschrijving
Uit:
De flitser gaat niet af.t
Er wordt een waarschuwing voor bewegingsonscherpte t
(
) weergegeven wanneer u bij weinig licht opnamen
maakt.
Auto: In de modus
S
selecteert de camera een
geschikte flitseroptie voor de gedetecteerde scène.
Auto: De flitser gaat automatisch af wanneer het
onderwerp of de achtergrond donker is.
Saps
Rode ogen voorkomen
Als u in het donker een foto van iemand maakt met gebruik van
de flitser, kan er een rode gloed in de ogen van het onderwerp
verschijnen. U kunt dit voorkomen door Rode ogen of Anti-
rode ogen te selecteren. Voor de flitseropties, zie “De flitser
gebruiken”.
Deze optie is alleen in bepaalde scènemodi beschikbaar.
ap
Opname-instellingen
51
Opnamen in het donker maken
De ISO-waarde aanpassen
De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin film gevoelig
is voor licht, zoals gedefinieerd door de International Organisation
for Standardisation (ISO). Hoe hoger de ISO-waarde, des te
gevoeliger wordt de camera voor licht. Met een hogere ISO-
waarde kunt u gemakkelijker foto's zonder flits maken.
Selecteer in de opnamemodus
1
f
.
Selecteer een optie.
2
Selecteer t om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op
basis van de helderheid van het onderwerp en de lichtval.
Auto
Hoe hoger de ISO-waarde, des te meer beeldruis kan er optreden.
p
Optie Beschrijving
Rode ogen*:
De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de t
achtergrond donker is.
De camera gaat rode ogen tegen.t
Invulflits:
De flitser gaat altijd af.t
De lichtintensiteit wordt automatisch bijgesteld.t
Langz sync:
De flitser gaat af en de sluiter blijft langer open.t
Selecteer deze optie wanneer u het omgevingslicht wilt t
gebruiken om meer details in de achtergrond zichtbaar
te maken.
Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's t
onscherp worden.
Anti-rode ogen*:
De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de t
achtergrond donker is.
De camera corrigeert rode ogen door middel van t
geavanceerde softwarematige analyse van de opname.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
* Er zit een korte tijd tussen twee flitsen. Beweeg de camera niet totdat
de tweede flits is afgegaan.
Als u opties voor reeksopnamen instelt of t Knipperen selecteert, zijn
er geen flitseropties beschikbaar.
Zorg dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de t
flitser bevindt. (pag. 113)
Als er licht wordt gereflecteerd of er te veel stof in de lucht is, kunnen t
er kleine spikkels op de foto zichtbaar zijn.
Opname-instellingen
52
De scherpstelling aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u de manier waarop de camera scherpstelt voor diverse onderwerpen kunt aanpassen.
Autofocus gebruiken
Om scherpe foto's te maken selecteert u de juiste scherpsteloptie
al naar gelang de afstand tot het onderwerp.
Selecteer in de opnamemodus
1
.
Selecteer een optie.
2
Normaal (AF)
Optie Beschrijving
Normaal (AF): scherpstellen op een onderwerp op
meer dan 80 cm afstand (meer dan 80 cm bij het
gebruik van de zoomfunctie).
Auto macro: scherpstellen op een onderwerp op
meer dan 5 cm afstand (meer dan 50 cm bij het
gebruik van de zoomfunctie).
Macro: scherpstellen op een onderwerp op 5 - 80
cm afstand (50 - 80 cm bij het gebruik van de
zoomfunctie).
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
apdDv
Macro gebruiken
Gebruik macro om close-upfoto's te maken van onderwerpen
zoals bloemen en insecten. Voor de macro-opties, zie “Autofocus
gebruiken”.
Probeer de camera heel stil te houden, om te voorkomen dat de foto's t
onscherp worden.
Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan t
40 cm bedraagt.
apdDv
Opname-instellingen
53
De scherpstelling aanpassen
Als u geen enkel gedeelte van het scherm aanraakt, verschijnt het t
scherpstelkader midden in het beeld.
Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen mislukken:t
het onderwerp is te klein of verplaatst zich; -
er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats -
kleuren of patronen van het onderwerp komen met de achtergrond -
overeen
de camera trilt erg -
In deze gevallen ziet het scherpstelkader eruit als een kader met één
witte lijn.
Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen t
onderwerp opnieuw selecteren.
Als de camera er niet in slaagt om scherp te stellen, wordt het t
scherpstelkader een kader met één rode lijn.
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor t
gezichtsdetectie, fotostijlen en intelligente filtereffecten in te stellen.
Intelligente aanraking-AF gebruiken
Smart Touch AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch
scherp in beeld houden, ook wanneer u beweegt.
Selecteer in de opnamemodus
1
f
.
Raak in het aanraakgedeelte (door een kader
2
aangegeven) het onderwerp dat u wilt volgen aan.
Er verschijnt een scherpstelkader rond het onderwerp dat het t
onderwerp volgt als u de camera beweegt.
Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt.t
Een groen kader wanneer u [t Ontspanknop] half indrukt,
betekent dat het onderwerp scherp in beeld is.
apsd
Opname-instellingen
54
De scherpstelling aanpassen
Het scherpstelgebied aanpassen
U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen
op basis van de locatie van het onderwerp in de scène.
Selecteer in de opnamemodus
1
f
.
Selecteer een optie.
2
Centrum AF
Optie Beschrijving
Centrum AF: scherpstelling op het midden (geschikt
voor onderwerpen in het midden van het beeld)
Multi AF: scherpstelling op een of meer van de 9
mogelijke gebieden.
One Touch-opname: stel scherp op het onderwerp
door het beeld op het scherm aan te raken. Blijf het
onderwerp aanraken om de foto te maken.
Smart Touch AF: scherpstelling op en volgen van het
onderwerp dat u op het scherm aanraakt. (pag. 53)
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
apsd
Fotograferen met één aanraking
U kunt met druk van uw vinger op uw onderwerp scherpstellen
en een foto maken.
Selecteer in de opnamemodus
1
f
.
Raak een onderwerp aan om op scherp te stellen.
2
Blijf het onderwerp aanraken om de foto te maken.
3
Blijf aanraken totdat de niveau-indicator gevuld is. t
Als u een ander gedeelte gedurende korte tijd aanraakt, verandert het t
gezichtsdetectiekader in een normaal kader.
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor t
reeksopnamen, fotostijlen en intelligente filtereffecten in te stellen.
apsd
Opname-instellingen
55
Gezichtsdetectie gebruiken
Wanneer u de gezichtsdetectiefunctie gebruikt, herkent de camera automatisch gezichten van mensen. Wanneer u op een gezicht
scherpstelt, past de camera de belichting automatisch aan. Maak snel en eenvoudig foto's met Knipperen om gesloten ogen op de foto
te voorkomen en Smile shot om een lachend gezicht vast te leggen. U kunt tevens Slimme gez.herkenning gebruiken om gezichten te
registreren en ze bij het scherpstellen prioriteit te geven.
apsd
Gezichten detecteren
De camera detecteert automatisch menselijke gezichten
(maximaal 10).
Selecteer in de opnamemodus f . Het
dichtstbijzijnde gezicht wordt in een wit scherpstelkader
gevangen, de andere gezichten in grijze kaders.
Hoe dichter u bij het onderwerp bent, des te sneller detecteert de t
camera gezichten.
Als u wilt scherpstellen op gezichten in grijze kaders, raakt u deze aan t
om erop scherp te stellen.
Afhankelijk van de opnameopties worden de gedetecteerde gezichten t
mogelijk niet geregistreerd.
In sommige scènes is gezichtsdetectie niet beschikbaar.t
Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet effectief:t
het onderwerp bevindt zich te ver van de camera af (het -
scherpstelkader kleurt bij Smile shot en Knipperen oranje)
het is te licht of te donker -
het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera -
het onderwerp draagt een zonnebril of een masker -
het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn -
veranderlijk
de gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch -
Gezichtsdetectie is niet beschikbaar bij het gebruik van een fotostijl of t
een intelligent filtereffect.
Als u de optie voor gezichtsdetectie gebruikt, werkt de digitale t
zoomfunctie niet.
Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie is t
de zelfontspanner mogelijk niet beschikbaar of zijn bepaalde
zelfontspanneropties niet beschikbaar.
Als u foto’s van gedetecteerde gezichten maakt, worden deze t
opgeslagen in de lijst met gezichten.
In de weergavemodus kunt u geregistreerde gezichten op t
volgorde van prioriteit weergeven. (pag. 72) Ook als gezichten
zijn geregistreerd, worden ze mogelijk in de weergavemodus niet
geclassificeerd.
Het gezicht dat in de opnamemodus wordt gedetecteerd komt t
mogelijk niet in de gezichtenlijst of in Smart Album voor.
Opname-instellingen
56
Gezichtsdetectie gebruiken
Knipperende ogen detecteren
Als de camera gesloten ogen detecteert, worden er automatisch
2 foto's na elkaar gemaakt.
Selecteer in de opnamemodus f .
Houd de camera stil terwijl “t Bezig met vastleggen” op het scherm
wordt weergegeven.
Als de knipperdetectie niet heeft gewerkt, wordt de melding t
Foto gemaakt met gesloten ogen” weergegeven. Neem in dat
geval nog een foto.
Een foto van een lachend gezicht maken
De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend
gezicht wordt gedetecteerd.
Selecteer in de opnamemodus f . De camera
herkent de lach eerder wanneer het onderwerp breeduit lacht.
Opname-instellingen
57
Gezichtsdetectie gebruiken
Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster)
U kunt uw favoriete gezichten registreren om deze gezichten bij
de scherpstelling en belichting prioriteit te geven. Deze functie is
alleen bij gebruik van een geheugenkaart beschikbaar.
Selecteer in de opnamemodus
1
f
.
Kadreer het onderwerp met de ovalen kaderlijn en druk
2
op de [Ontspanknop] om het gezicht te registreren.
Als het gezicht van het onderwerp niet is gekadreerd met de t
ovalen kaderlijn, wordt het witte kader niet weergegeven.
U neemt 5 foto’s van het gezicht: van de voorkant, van links, t
van rechts, van boven en van onderen.
Maak bij het registreren van gezichten een foto per persoon t
tegelijk.
Intelligente gezichtsdetectie gebruiken
De camera registreert automatisch gezichten die u vaak
fotografeert. Met deze functie krijgt de scherpstelling van deze
gezichten en favoriete gezichten prioriteit. Deze functie is alleen bij
gebruik van een geheugenkaart beschikbaar.
Selecteer in de opnamemodus f . Het
dichtstbijzijnde gezicht wordt in een wit scherpstelkader
gevangen, de andere gezichten in grijze kaders.
t : Hiermee worden favoriete gezichten aangegeven (zie
pagina 57 voor het registreren van favoriete gezichten).
t : Hiermee worden gezichten aangegeven die automatisch
door de camera worden geregistreerd.
De camera herkent en registreert gezichten mogelijk niet goed t
in extreme lichtomstandigheden, bij drastische veranderingen in
de houding of gezichtsuitdrukking van het onderwerp of als het
onderwerp de bril wel of niet draagt.
De camera kan maximaal 14 gezichten automatisch registreren. Als t
de camera een nieuw gezicht herkent terwijl er al 14 gezichten zijn
geregistreerd, zal de camera automatisch het gezicht met de laagste
prioriteit door het nieuwe vervangen.
De camera kan maximaal 5 gezichten in een scène detecteren.t
Opname-instellingen
58
Gezichtsdetectie gebruiken
Selecteer
3
wanneer de lijst met gezichten verschijnt.
Uw favoriete gezichten worden in de gezichtenlijst met een t
aangegeven.
U kunt maximaal 6 favoriete gezichten registreren.t
De flitseroptie wordt op t Uit ingesteld.
Als u een gezicht twee keer registreert, kunt u een van deze gezichten t
uit de lijst verwijderen.
Uw favoriete gezichten weergeven
Selecteer in de opnamemodus
1
f
  .
Selecteer
2
om uw favoriete gezichten weer te geven.
Als u de classificatie van uw favoriete gezichten wilt aanpassen, t
selecteert u . (pag. 72)
Als u uw favoriete gezichten wilt annuleren, selecteert u t .
Opname-instellingen
59
De belichting handmatig aanpassen (EV)
Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's
te licht of te donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen
om een beter resultaat te krijgen.
Donkerder (-) Neutraal (0) Helderder (+)
Selecteer in de opnamemodus
1
f
.
Selecteer een waarde om de belichting aan te passen.
2
+: helderder, -: donkerdert
-2 -1 0 +2-2 -
1
0
0
+
2+1
EV
pdv
Helderheid en kleur aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken.
Selecteer
3
.
De aangepaste belichting wordt op de onderstaande wijze t
weergegeven.
Nadat u de belichting hebt aangepast, blijft deze instelling van t
kracht. Mogelijk moet dit later weer worden bijgesteld om onder- of
overbelichting te voorkomen.
Als u niet weet wat de juiste belichting zou zijn, selecteert u t AEB
(Auto Exposure Bracket). De camera maakt dan 3 foto’s achter elkaar
met verschillende belichtingen: normaal, onderbelicht en overbelicht.
(pag. 64)
Opname-instellingen
60
Helderheid en kleur aanpassen
Optie Beschrijving
Uit: ACB is uitgeschakeld.
Aan: ACB is ingeschakeld.
In de t
a
-modus is de ACB-functie altijd ingeschakeld.
Deze functie is niet beschikbaar wanneer t Continu,
Bewegingsopname of AEB wordt gebruikt.
Tegenlichtcompensatie (ACB)
Wanneer de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt, of als er
een groot contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond,
komt het onderwerp waarschijnlijk donker op de foto. Schakel in
dat geval de optie Automatische contrastverbetering (ACB) in.
Zonder ACB Met ACB
Selecteer in de opnamemodus
1
f

>
 .
Selecteer een optie.
2
Uit
p
Opname-instellingen
61
Helderheid en kleur aanpassen
Optie Beschrijving
Spot:
De camera meet alleen de lichtintensiteit in het t
uiterste midden van het kader.
Als een onderwerp zich niet midden in het beeld t
bevindt, kan de foto verkeerd belicht worden.
Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht.t
Centr. gewogen:
De camera bepaalt een gemiddelde voor de t
lichtmeting van het gehele beeld, maar met nadruk
op het midden.
Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in t
het midden van het beeld bevindt.
De lichtmeetmethode wijzigen
De lichtmeetmethode is de manier waarop de camera de
hoeveelheid licht meet. De helderheid en belichting van de foto's
varieert met de gekozen lichtmeetmethode.
Selecteer in de opnamemodus
1
f
>
.
(Selecteer in de modus
v
de optie
f
.)
Selecteer een optie.
2
Multi
Optie Beschrijving
Multi:
De camera verdeelt het beeld onder in diverse t
gebieden en meet de lichtintensiteit in elk gebied.
Geschikt voor algemene foto's.t
pdv
Opname-instellingen
62
Helderheid en kleur aanpassen
Auto witbalans
Optie Beschrijving
Auto witbalans: Automatische instellingen die per
lichtomstandigheid verschillen.
Daglicht: Voor foto's in de buitenlucht op een zonnige
dag.
Bewolkt: Voor foto's in de buitenlucht op een
bewolkte dag of in de schaduw.
TL-licht H: Voor foto's bij daglichtlampen of drie-
wegfluorescentielampen.
TL-licht L: Voor foto's bij wit TL-licht.
Kunstlicht: Voor foto's binnenshuis bij gloeilamp- of
halogeenlampverlichting.
Aangep. instelling: Uw vooraf gedefinieerde
instellingen gebruiken. (pag. 63)
Een lichtbron selecteren (Witbalans)
pdv
De kleuren in een foto zijn afhankelijk van het soort lichtbron
en de kwaliteit daarvan. Als u foto's met realistische kleuren
wilt, selecteert u een toepasselijke lichtomstandigheid om de
witbalans te kalibreren, zoals Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt of
Kunstlicht.
Auto witbalans Daglicht
Bewolkt Kunstlicht
Selecteer in de opnamemodus
1
f
 .
Selecteer een optie.
2
Opname-instellingen
63
Helderheid en kleur aanpassen
Uw eigen witbalansinstelling configureren
U kunt zelf de witbalans definiëren door een foto te maken van
een wit oppervlak, zoals een stuk papier. Hiermee kunt u de
kleuren in de foto laten overeenstemmen met de daadwerkelijke
scène nadat u de lichtomstandigheid hebt gecontroleerd.
Selecteer in de opnamemodus
1
f
.
Richt de lens op een wit stuk papier.
2
Druk op [
3
Ontspanknop].
Opname-instellingen
64
Serie-opnamen
Het kan soms moeilijk zijn om foto's van snelbewegende onderwerpen te maken en om de natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van
uw onderwerpen op de foto vast te leggen. Selecteer in dergelijke gevallen een van de modi voor serie-opnamen.
p
Optie Beschrijving
Bewegingsopname: Terwijl u [Ontspanknop]
ingedrukt houdt, maakt de camera VGA-foto's (6 foto's
per seconde, met een maximum van 30 foto's).
AEB:
Hiermee maakt u 3 foto's met een verschillende t
belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht.
Gebruik een statief om onscherpe foto's te t
voorkomen.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
U kunt de flitser en zelfontspanner alleen gebruiken wanneer u t
1 opname selecteert.
Als u t Bewegingsopname selecteert, wordt de resolutie
ingesteld op VGA en de ISO-waarde op Auto.
Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie zijn t
bepaalde opties voor reeksopnamen niet beschikbaar.
Selecteer in de opnamemodus
1
f
>
.
Selecteer een optie.
2
1 opname
Optie Beschrijving
1 opname: hiermee maakt u een foto tegelijk.
Continu:
Terwijl u [t Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft de
camera achter elkaar foto's maken.
Het maximumaantal foto's is afhankelijk van de t
capaciteit van de geheugenkaart.
Opname-instellingen
65
Foto's mooier maken
Hier vindt u informatie over hoe u uw foto's mooier kunt maken door fotostijlen, kleuren of Intelligente filtereffecten toe te passen en door
aanpassingen uit te voeren.
Uw eigen RGB-tint definiëren
Selecteer in de opnamemodus
1
f

>
(een of twee
keer) 
 . (Selecteer in de modus
a
de optie
f
 .)
Selecteer een kleur (R: rood, G: groen, B: blauw).
2
Aangep. RGB
Pas de mate van de geselecteerde kleur aan.
3
Selecteer
4
.
Fotostijlen toepassen
Pas verschillende stijlen op uw foto's toe, zoals Zacht, Helder, of
Bos.
Zacht Helder Bos
Selecteer in de opnamemodus
1
f

>
(een of twee keer) 
. (Selecteer in de modus
a
de
optie
f
.)
Selecteer een optie.
2
Selecteer t om uw eigen RGB-tint te definiëren.
Normaal
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor
gezichtsherkenning, intelligente filtereffecten en beeldbewerking in te
stellen.
apdv
Opname-instellingen
66
Foto's mooier maken
Optie Beschrijving
Vignetten: Pas retro-kleuren, een hoog contrast en
sterke vignettering toe.
Visoog 1: Vervorm nabije objecten om de visuele
effecten van een vissenooglens te imiteren.
Visoog 2: Maak de randen van het kader donkerder
en vervorm nabije objecten om de visuele effecten
van een vissenooglens te imiteren.
Schets: Laat de foto op een tekening lijken.
Anti-nevel: Maak de foto helderder.
Als u tijdens een video-opname t Miniatuur selecteert, wordt de
opnametijd hiervoor met het pictogram
weergegeven. Deze is
korter dan de daadwerkelijke opnametijd.
Als u tijdens een video-opname t Miniatuur selecteert, wordt het geluid
niet opgenomen.
Wanneer u een intelligent filtereffect toepast terwijl u een video t
opneemt, wordt de opnamesnelheid op
ingesteld en wordt de
opnameresolutie minder dan .
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties t
voor gezichtsherkenning, ACB, reeksopnamen, fotostijlen of
beeldbewerking in te stellen.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.t
Wanneer u t Schets selecteert, wordt de foto automatisch verkleind
tot
of kleiner.
Intelligente filtereffecten toepassen
Pas allerlei filtereffecten op uw foto’s toe om unieke beelden te
maken.
Miniatuur Vignetten
Visoog 1 Visoog 2
Selecteer in de opnamemodus
1
f

>
(een of twee
keer) 
.
Selecteer een effect.
2
Optie Beschrijving
Normaal: Geen effect
Miniatuur: Laat een foto van een levensgrote locatie
of object er uitzien als een foto van een miniatuur
schaalmodel. Door delen van de foto vaag af te
beelden, lijkt een scène veel kleiner dan deze in
werkelijkheid is.
apdv
Opname-instellingen
67
Foto's mooier maken
Contrastoptie Beschrijving
-
Verminder kleuren en helderheid.
+
Verhoog kleuren en helderheid.
Kleurverzadigingsoptie Beschrijving
-
Verminder de kleurverzadiging.
+
Verhoog de kleurverzadiging.
Selecteer t 0 als u geen effect wilt toepassen (geschikt voor afdrukken).
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk de opties voor t
gezichtsherkenning, fotostijlen en intelligente filtereffecten in te stellen.
Foto's aanpassen
U kunt de scherpte, de kleurverzadiging en het contrast van uw
foto's aanpassen.
Selecteer in de opnamemodus
1
f
>
(twee keer) 
.
Selecteer een aanpassingsoptie.
2
t : Scherpte
t : Contrast
t : Kleurverz.
Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel
3
aan te passen.
-2 -1 +2
-
2
-1
+
2+10
Scherpte
Scherpteoptie Beschrijving
-
Verzacht randen in de foto (geschikt
voor fotobewerking op de computer).
+
Verscherp randen om de foto duidelijker
te maken. Hierdoor kan ook de
beeldruis in de foto's toenemen.
p
Weergeven
………………………………… 69
De weergavemodus starten
………………… 69
Foto's weergeven
…………………………… 76
Een video afspelen
…………………………… 78
Een spraakmemo afspelen
………………… 79
Foto's bewerken
…………………………… 81
Een foto draaien
……………………………… 81
Foto's in grootte aanpassen
………………… 81
Fotostijlen toepassen
………………………… 82
Intelligente filtereffecten toepassen
………… 83
Een speciaal effect toepassen
……………… 84
Belichtingsproblemen corrigeren
…………… 84
Een afdrukbestelling maken (DPOF)
………… 85
Bestanden weergeven op een tv of HDTV
87
Bestanden naar de computer
overbrengen (Windows)
…………………… 89
Bestanden overbrengen met behulp
van Intelli-studio
……………………………… 90
Bestanden overbrengen door de camera als
een verwisselbare schijf aan te sluiten
……… 92
De camera loskoppelen (Windows XP)
……… 93
Bestanden naar de computer overbrengen
(Macintosh)
………………………………… 94
Foto's met een fotoprinter afdrukken
(PictBridge)
………………………………… 95
Weergeven en bewerken
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe
u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter,
televisie of HDTV aansluit.
Weergeven en bewerken
69
Weergeven
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u bestanden beheert.
Als u bestanden in het interne geheugen wilt weergeven, verwijdert u t
de geheugenkaart.
Bestanden die te groot zijn of die met een camera van een ander t
fabrikant zijn gemaakt, kunnen niet goed door de camera worden
weergegeven.
De weergavemodus starten
Bekijk foto's en video's en beluister spraakmemo's die in de
camera zijn opgeslagen.
Druk op
1
[Weergaveknop].
Het laatste bestand dat u hebt gemaakt of opgenomen wordt t
weergegeven.
Als de camera is uitgeschakeld, schakelt u deze in.t
Sleep bestanden naar links of rechts om door bestanden
2
te scrollen.
Selecteer t
<
om het vorige bestand weer te geven. Blijf het
scherm aanraken om bestanden snel weer te geven.
Selecteer t
>
om het volgende bestand weer te geven. Blijf het
scherm aanraken om bestanden snel weer te geven.
Weergeven en bewerken
70
Weergeven
Een menu openen met behulp van bewegingsdetectie
De camera is uitgerust met een ingebouwde bewegingssensor
waarmee u snel een menu kunt openen door de camera te
kantelen.
Kantel in de weergavemodus de camera terwijl u uw vinger
houdt op
.
Hiermee stelt u het huidige bestand als uw favoriete foto in*
(
verschijnt boven aan het bestand.)
Hiermee vergrendelt of ontgrendelt u de huidige foto
(
verschijnt boven aan het bestand.)
* U kunt geen favoriete bestanden instellen voor het volgende:
video’s of spraakmemo’s -
foto’s met fouten of vergrendelde foto’s -
foto’s die met een camera van een andere fabrikant zijn gemaakt -
foto’s die met behulp van bewegingsdetectie zijn gemaakt -
foto’s die te groot zijn voor het beschikbare geheugen -
Bestanden weergeven met bewegingsherkenning
U kunt bestanden bekijken door de camera te kantelen.
Bewegingsdetectie werkt mogelijk niet goed als u de camera t
parallel aan de grond houdt.
Als u de camera tijdens het weergeven van een foto 90° t
of 180° draait, wordt de stand van de foto automatisch
dienovereenkomstig aangepast.
Als u deze functie wilt uitschakelen, selecteert u in de t
weergavemodus M . Gebarenoverzicht Uit.
Weergeven en bewerken
71
Weergeven
Het scherm in de weergavemodus
Informatie
Pictogram Beschrijving
Foto heeft een spraakmemo
v
Videobestand
Afdrukbestelling ingesteld (DPOF)
Beschermd bestand
Foto bevat een geregistreerd gezicht; alleen beschikbaar bij
gebruik van een geheugenkaart
Favoriet bestand
Mapnaam – Bestandsnaam
Hiermee opent u de lijst met gezichten (pag. 72);
alleen beschikbaar bij gebruik van een geheugenkaart
Hiermee wist u bestanden (pag. 75)
Hiermee start u een diavertoning (pag. 77)
Hiermee start u een diavertoning (pag. 77)
Bewegingsdetectie werkt mogelijk niet goed als u de camera parallel aan de
grond houdt.
Weergeven en bewerken
72
Weergeven
Uw favoriete gezichten classificeren
U kunt de classificatie van uw favoriete gezichten aanpassen en
de gezichten verwijderen. Deze functie is alleen bij gebruik van
een geheugenkaart beschikbaar.
Selecteer in de weergavemodus
1
.
Selecteer t om uw favoriete gezichten te annuleren.
Gezichtenlijst
2
Selecteer een gezicht.
Rangorde wijzigen
Selecteer
3
,
of
.
om de classificatie van het gezicht te
wijzigen en selecteer .
Pictogram Beschrijving
Hiermee kunt u foto's bewerken (pag. 81)
Hiermee selecteert u een weergavetype (pag. 24)
Hiermee selecteert u een menu met behulp van
bewegingsdetectie (pag. 70)
M
Weergave- en instellingenmenu's
Weergavetijd van video’s en spraakmemo’s
Hiermee speelt u video's of spraakmemo's af
(Video pag. 78/Spraakmemo pag. 79)
Weergeven en bewerken
73
Weergeven
Het kan enige tijd duren voordat Smart Album op de camera is t
geopend of de categorie is gewijzigd en de bestanden opnieuw
zijn geordend.
Het scherm aan de voorzijde wordt mogelijk niet geactiveerd t
nadat u Smart Album opent.
Selecteer een datum, bestandstype, weekdag, kleur of
3
gezicht.
U kunt ook uw vinger op t
<
of
>
houden om door data,
bestandstypen, weekdagen, kleuren en gezichten te scrollen.
Selecteer
4
<
of
>
om door bestanden te scrollen.
Selecteer
5
om naar de normale weergave terug te
gaan.
Wanneer u een categorie en een menu met miniaturen selecteert (zoals
voor het verwijderen van meerdere bestanden tegelijk of het beschermen
van geselecteerde bestanden) geeft de camera alle bestanden gesorteerd
op categorie weer of alleen de bestanden die met de categorie-optie
overeenkomen.
.
Bestanden op categorie bekijken in Smart Album
Bekijk en beheer bestanden op categorie, zoals datum, week of
bestandstype.
Selecteer in de weergavemodus
1
.
U kunt Smart Album ook openen door de [t Zoomknop] naar
links te draaien.
Selecteer
2
een categorie
Type
Datum
Kleur
Week
Favoriet
Gezicht
Optie Beschrijving
Type
Hiermee worden bestanden gesorteerd op bestandstype
weergegeven.
Datum
Hiermee worden bestanden op volgorde van de
opslagdatum weergegeven.
Kleur
Hiermee worden bestanden gesorteerd op de dominante
kleur in het beeld weergegeven.
Week
Hiermee worden bestanden weergegeven op volgorde van
de weekdag waarop ze zijn opgeslagen.
Favoriet Hiermee worden uw favoriete bestanden weergegeven.
Gezicht
Hiermee worden bestanden gesorteerd op herkende en
favoriete gezichten weergegeven. (Maximaal 20 personen)
Weergeven en bewerken
74
Weergeven
Bestanden als miniatuur weergeven
Bekijk vlug miniaturen van bestanden.
Draai in de Weergavemodus de [Zoomknop] naar
links om 9 of 16 miniaturen weer te geven (draai de
[Zoomknop] naar rechts om naar de vorige modus
terug te keren).
Functie Actie
Door bestanden
scrollen
Selecteer
<
of
>
, of sleep bestanden naar links of
rechts om door bestanden te scrollen.
Een bestand
weergeven
Selecteer een miniatuur.
Bestanden
wissen
Selecteer . (pag. 75)
Weergeven in 3D
Selecteer .
Een categorie
selecteren
Selecteer .
Wanneer u in miniatuurmodus bestanden versleept, kunnen er
indicatorpictogrammen verschijnen nadat de miniaturen zijn geladen.
Bestanden in 3D-weergave bekijken
Selecteer in de weergavemodus
1
.
Sleep bestanden naar links of rechts om door bestanden
2
te scrollen.
Sleep bestanden naar links of rechts om ze sneller te t
verplaatsen. Als u een pictogram sneller over het scherm
sleept, bladert u door meer bestanden tegelijk.
Selecteer t
om bestanden in Smart Album weer te geven.
1/5
Selecteer een bestand in het midden van het scherm om
3
het schermvullend weer te geven.
Selecteer het bestand om naar de 3D-weergave terug te t
keren.
In de 3D-weergave kunt u geen video’s of spraakmemo’s afspelen.t
De 3D-functie is niet beschikbaar wanneer de camera is aangesloten t
op een televisie.
Weergeven en bewerken
75
Weergeven
Bestanden wissen
Wis afzonderlijke bestanden of alle bestanden tegelijk. Beveiligde
bestanden kunnen niet worden gewist.
Afzonderlijke bestanden wissen
Selecteer in de weergavemodus een bestand
1
.
Selecteer
2
Ja om het bestand te wissen.
Meerdere bestanden tegelijk wissen
Selecteer in de weergavemodus
1
Meer wissen.
Selecteer de bestanden die u wilt wissen.
2
Selecteer t om alle bestanden in het huidige scherm te
selecteren.
Selecteer t
om de selectie op te heffen.
Selecteer
3
Ja.
Alle bestanden wissen
Selecteer in de weergavemodus
1
M
.
Selecteer
2
Wissen Alles Ja.
Bestanden beveiligen
Beveilig uw bestanden om te voorkomen dat ze per ongeluk
worden gewist.
Selecteer in de weergavemodus
1
M
.
Selecteer
2
Beveiligen Select.
Selecteer t Alles en vervolgens Vergrendel om alle bestanden
te beschermen.
Selecteer de bestanden die u wilt beveiligen.
3
Selecteer t om alle bestanden te selecteren.
Selecteer t
om de selectie op te heffen.
Selecteer
4
.
Weergeven en bewerken
76
Weergeven
Foto's weergeven
Bekijk een foto door op een deel ervan in te zoomen of bekijk de
foto’s als een diavoorstelling.
Een foto vergroten
Draai in de Weergavemodus de [Zoomknop]
naar rechts om een foto te vergroten (draai de
[Zoomknop] naar links om een foto te verkleinen).
Scroll in de richting die u wenst.
Pictogram Beschrijving
Hiermee wist u het bestand.
Hiermee snijdt u de vergrote foto bij (de foto wordt als
een nieuw bestand opgeslagen).
Hiermee keert u terug naar de oorspronkelijke weergave.
X2.0
Zoomverhouding.
Bestanden naar de geheugenkaart kopiëren
U kunt bestanden van het interne geheugen naar een
geheugenkaart kopiëren.
Selecteer in de weergavemodus
1
M
.
Selecteer
2
.
Kopie.
Selecteer
3
Ja om bestanden te kopiëren.
Weergeven en bewerken
77
Weergeven
Optie Beschrijving
Effect:
Hier selecteert u een overgangseffect.t
Selecteer t
voor geen effecten.
Selecteer
3
om de diavertoning te starten.
Raak het scherm aan (geen optiepictogrammen) om de t
diavertoning te onderbreken.
Selecteer t
om het volume van de achtergrondaudio bij te
stellen of het geluid te dempen.
Selecteer t
om naar de weergavemodus over te schakelen.
Een diavertoning starten
U kunt de diavertoning van geluid en effecten voorzien. Deze
functie werkt niet voor video's en spraakmemo's.
Selecteer in de weergavemodus
1
.
Stel een effect voor de diavertoning in.
2
Optie Beschrijving
Foto's: Hiermee selecteert u foto’s voor uw
diavertoning (maximaal 2000).
Afsp.mod.: Hiermee stelt u in of de vertoning
herhaald wordt.
Interval: Hiermee stelt u het interval tussen foto's in.
Dit is beschikbaar wanneer u t Effect instelt op
.
Bij gebruik met een andere effectoptie dan t
wordt het interval op 1 sec. ingesteld.
Muziek: Hier selecteert u achtergrondmuziek.
Weergeven en bewerken
78
Weergeven
Een video tijdens het afspelen bijsnijden
Selecteer
1
op het punt waar u de nieuwe video wilt
laten beginnen en selecteer
.
Selecteer
2
om het afspelen te hervatten.
Selecteer
3
op het punt waar u de nieuwe video wilt
laten eindigen en selecteer
.
Selecteer
4
Ja.
De oorspronkelijke video moet ten minste 10 seconden lang zijn.t
De bewerkte video wordt als nieuw bestand opgeslagen.t
Een video afspelen
U kunt video's afspelen, afzonderlijke beelden uit video's opslaan
en video's bijsnijden.
Selecteer in de weergavemodus een video
1
.
Met de volgende pictogrammen kunt u het afspelen
2
regelen.
Pictogram Beschrijving
Terugspoelen.
/
Het afspelen onderbreken of hervatten.
Het afspelen stoppen.
Vooruitspoelen.
Het volume aanpassen of dempen.
Weergeven en bewerken
79
Weergeven
Een spraakmemo afspelen
Een spraakmemo afspelen
Selecteer in de weergavemodus een spraakmemo
1
.
Met de volgende pictogrammen kunt u het afspelen
2
regelen.
Pictogram Beschrijving
Terugspoelen.
/
Het afspelen onderbreken of hervatten.
Het afspelen stoppen.
Vooruitspoelen.
Het volume aanpassen of dempen.
Een beeld vastleggen tijdens het afspelen
Selecteer
1
op het punt waarop u een foto wilt opslaan.
Selecteer
2
.
Selecteer
3
Ja.
Afzonderlijke beelden die worden bewaard hebben dezelfde grootte als het
oorspronkelijke videobestand en worden als een nieuw bestand opgeslagen.
Weergeven en bewerken
80
Weergeven
Een aan een foto toegevoegde spraakmemo afspelen
Selecteer in de weergavemodus een foto met
1
spraakmemo .
Met de volgende pictogrammen kunt u het afspelen
2
regelen.
Pictogram Beschrijving
/
Het afspelen onderbreken of hervatten.
Het afspelen stoppen.
Het volume aanpassen of dempen.
Een spraakmemo aan een foto toevoegen
Selecteer in de weergavemodus een foto
1
M
.
Selecteer
2
Spraakmemo Aan.
Druk op [
3
Ontspanknop] om een korte spraakmemo op
te nemen (maximaal 10 seconden).
Druk op [t Ontspanknop] om de opname van de spraakmemo
te stoppen.
Weergeven en bewerken
81
Foto's bewerken
Bewerk foto's door ze te draaien, in grootte aan te passen, rode ogen te verwijderen en de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging
aan te passen.
Bewerkte foto's worden als nieuw bestand opgeslagen.t
Wanneer u foto’s van t
of groter bewerkt, worden deze automatisch naar een lagere resolutie omgezet (behalve wanneer u foto’s draait of in grootte aanpast).
Foto's in grootte aanpassen
Selecteer in de weergavemodus een foto
1
.
Selecteer
2
een optie.
Selecteer t om de foto als beginafbeelding op te slaan.
(pag. 99)
1920 X 1080
Selecteer
3
.
De beschikbare opties verschillen, afhankelijk van de grootte van de
geselecteerde foto.
Een foto draaien
Selecteer in de weergavemodus een foto
1
.
Selecteer
2
een optie.
Links 90 gr.
Selecteer
3
.
De gedraaide foto wordt als hetzelfde bestand opgeslagen, niet als een nieuw
bestand.
Weergeven en bewerken
82
Foto's bewerken
Uw eigen RGB-tint definiëren
Selecteer in de weergavemodus een foto
1
 

.
Selecteer een kleur (R: Rood, G: Groen, B: Blauw).
2
Pas de mate van de kleur aan.
3
Aangep. RGB
Selecteer
4
.
Fotostijlen toepassen
Pas een andere kleurtint op de foto toe, zoals Zacht, Helder, of
Bos. De bewerkte foto wordt als nieuw bestand opgeslagen,
maar de resolutie ervan kan worden verkleind.
Zacht Helder Bos
Selecteer in de weergavemodus een foto
1
.
Selecteer
2
een optie.
Selecteer t om uw eigen RGB-tint te definiëren.
(zie ‘Uw eigen RGB-tint definiëren’)
Zacht
Selecteer
3
.
Weergeven en bewerken
83
Foto's bewerken
Intelligente filtereffecten toepassen
Pas allerlei filtereffecten op uw foto’s toe om unieke beelden te
maken. De bewerkte foto wordt als nieuw bestand opgeslagen,
maar de resolutie ervan kan worden verkleind.
Miniatuur Vignetten
Visoog 1 Visoog 2
Selecteer in de weergavemodus een foto
1
.
Selecteer
2
een effect.
Miniatuur
Selecteer
3
.
Weergeven en bewerken
84
Foto's bewerken
Belichtingsproblemen corrigeren
U kunt ACB (automatische contrastbalans), helderheid, contrast
of kleurverzadiging aanpassen en rode ogen wegwerken. De
bewerkte foto wordt als nieuw bestand opgeslagen, maar de
resolutie ervan kan worden verkleind.
Helderheid/contrast/kleurverzadiging aanpassen
Selecteer in de weergavemodus een foto
1
.
Selecteer
2
een aanpassingsoptie.
Optie Beschrijving
Helderheid
Contrast
Kleurverz.
Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel
3
aan te passen. (-: minder of +: meer)
Selecteer
4
.
Een speciaal effect toepassen
Pas speciale effecten op foto's toe, zoals kleurfilters en
ruiseffecten. De bewerkte foto wordt als nieuw bestand
opgeslagen, maar de resolutie ervan kan worden verkleind.
Selecteer in de weergavemodus een foto
1
.
Selecteer
2
een optie.
Elegant
Optie Beschrijving
Kleurenfilter: hiermee verandert u de
achtergrondkleuren in zwart-wit om het
hoofdonderwerp daartegen te laten afsteken.
Elegant: hiermee past u effecten toe om de foto
helderder en zachter te maken.
Ruis toevoegen: hiermee voegt u ruis aan de foto toe
voor een ouderwetse uitstraling.
Gezichtretouch.: Retoucheer de portretfoto’s en laat
gezichten helderder en duidelijker overkomen.
Selecteer
3
.
Weergeven en bewerken
85
Foto's bewerken
Een afdrukbestelling maken (DPOF)
Selecteer foto's om af te drukken en stel opties in zoals het aantal
afdrukken en het papierformaat.
De geheugenkaart kan naar een printshop worden gebracht die DPOF t
(Digital Print Order Format) ondersteunt, maar u kunt ook uw foto's
thuis rechtstreeks op een DPOF-compatibele printer afdrukken.
Brede foto's worden mogelijk met verlies van de linker- en rechterkant t
afgedrukt, dus houd rekening met de afmetingen van de foto's.
Voor de foto's in het interne geheugen kunt u geen DPOF gebruiken.t
Selecteer in de weergavemodus
1
M
.
Selecteer
2
DPOF een optie.
Optie Beschrijving
Select.
Het afdrukformaat van de geselecteerde foto
opgeven.
Alles
Het afdrukformaat van alle foto's opgeven.
Reset
Hiermee reset u de instellingen.
Als u
3
Select. selecteert, selecteert u foto’s om af te
drukken.
Selecteer t om alle bestanden te selecteren.
Selecteer t
om de selectie op te heffen.
Selecteer
4
.
Rode ogen verwijderen
Selecteer in de weergavemodus een foto
1
.
Selecteer
2
.
Selecteer
3
.
ACB (automatische contrastverbetering) aanpassen
Selecteer in de weergavemodus een foto
1
.
Selecteer
2
.
Selecteer
3
.
Weergeven en bewerken
86
Foto's bewerken
Stel DPOF-opties in.
5
Optie Beschrijving
Hier stelt u in of u de foto's als miniaturen wilt
afdrukken. (Selecteer
om foto's als miniaturen af
te drukken.)
Hier geeft u de afdrukgrootte op.
Selecteer
6
,
of
.
om het aantal afdrukken in te stellen.
Selecteer
7
.
Als u het afdrukformaat opgeeft, kunt u alleen foto's afdrukken met DPOF
1.1-compatibele printers.
Weergeven en bewerken
87
Bestanden weergeven op een tv of HDTV
Geef foto's en video's weer door de camera met behulp van de A/V-kabel op een televisie aan te sluiten.
Geef met behulp van het aanraakscherm op de camera
8
de gewenste foto's en video's weer.
Het aanraakscherm fungeert als bedieningspaneel voor t
het televisiescherm. Zoek de gewenste optie op het
televisiescherm en raak op het camerascherm de plek aan
waar deze optie zich bevindt. Wanneer er een aanwijzer
op het televisiescherm verschijnt, selecteert u
op het
camerascherm.
Bij bepaalde televisies kan er digitale ruis optreden of kan het t
gebeuren dat het beeld niet geheel wordt weergegeven.
Afhankelijk van de televisie-instellingen kan het voorkomen dat de t
beelden niet gecentreerd op het scherm worden weergegeven.
Bepaalde opnamemodi zijn niet beschikbaar wanneer de camera is t
aangesloten op een televisie.
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
M

.
Selecteer
2
.
(tweemaal)Video.
Selecteer een video-uitvoersignaal voor uw land of regio.
3
(pag. 102)
Schakel de camera en de televisie uit.
4
Sluit de camera met behulp van de A/V-kabel op de
5
televisie aan.
Video
Audio
Schakel de televisie in en selecteer de
6
videouitvoermodus met de afstandsbediening van de
televisie.
Schakel de camera in en druk op [
7
Weergaveknop].
Weergeven en bewerken
88
Bestanden weergeven op een tv of HDTV
Schakel de camera in.
6
De HDTV wordt automatisch aangezet en het camerascherm t
wordt weergegeven.
Als u Anynet+ uitschakelt, wordt de HDTV niet automatisch t
ingeschakeld.
Bekijk bestanden met behulp van de afstandsbediening
7
van de camera of van de HDTV.
Als uw HDTV het profiel Anynet+(CEC) ondersteunt, activeert u Anynet t
+ in het instellingenmenu (pag. 101) om alle aangesloten Samsung
A/V-apparaten te bedienen met de afstandsbediening van de tv.
De verbindingstijd met een HDTV kan variëren afhankelijk van het t
gebruikte type microSD
TM
- of microSDHC
TM
-kaart. Een snellere
microSD
TM
- of microSDHC
TM
-kaart resulteert niet noodzakelijk in een
snellere HDMI-overdracht, omdat de belangrijkste functie van de kaart
het verbeteren van de overdrachtssnelheid is tijdens de opnames.
Bestanden op een HDTV weergeven
U kunt ongecomprimeerde foto's of video's van hoge kwaliteit
op een HDTV bekijken met behulp van de optionele HDMI-kabel.
HDMI (High Definition Multimedia Interface) wordt door de meeste
HDTV's ondersteund. Zie de "Gebruiksaanwijzing voor HDMI-set"
voor meer informatie.
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
M
.
Selecteer
2
.
(tweemaal) HDMI-formaat.
Selecteer een HDMI-resolutie.
3
Schakel de camera en HDTV uit.
4
Sluit de camera op de HDTV aan met behulp van een
5
optionele HDMI-kabel.
Weergeven en bewerken
89
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
Breng bestanden naar de computer over met behulp van het ingebouwde Intelli-studio-programma. U kunt tevens bestanden bewerken en
uploaden naar uw favoriete websites.
Het is mogelijk dat Intelli-studio op bepaalde computers niet naar t
behoren werkt, ook niet als de computer in kwestie aan de vereisten
voldoet.
Als uw computer niet aan de vereisten voldoet, worden video’s t
mogelijk niet naar behoren afgespeeld of duurt het langer om video’s
te bewerken.
Installeer DirectX 9.0c of een nieuwere versie alvorens het programma t
te gebruiken.
U moet Windows XP/Vista/7 of Mac OS 10.4 of hogere versies t
gebruiken om de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten.
Het gebruik van een zelfgemonteerde pc of een niet-ondersteunde pc t
en besturingssysteem kan tot gevolg hebben dat uw garantie vervalt.
De programma's werken mogelijk niet goed onder de 64-bits versies t
van Windows XP, Windows Vista en Windows 7.
Vereisten
Onderdeel Vereisten
Processor
Intel Pentium 4, 3,2 GHz of hoger/
AMD Athlon
TM
FX 2,6 GHz of hoger
RAM
Minimaal 512 MB RAM
(1 GB of meer aanbevolen)
Besturingssysteem
Windows XP SP2/Vista/7
Schijfruimte
250 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen)
Overig
Cd-romstationt
1024 x 768 pixels, monitor met t
ondersteuning voor 16-bits kleuren
(1280 x 1024 pixels, ondersteuning voor
32-bits kleuren aanbevolen)
USB 2.0-poort, Microsoft DirectX 9.0c of t
nieuwer
nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/ATI X1600 t
series of hoger
Weergeven en bewerken
90
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
Schakel de camera in.
5
De camera wordt automatisch herkend.t
Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u
Computer in het pop-upvenster.
Selecteer een map op de computer waarin u de
6
bestanden wilt opslaan.
Als de camera geen nieuwe bestanden bevat, zal het t
pop-upvenster voor het opslaan van nieuwe bestanden niet
verschijnen.
Selecteer
7
Ja.
Nieuwe bestanden worden automatisch naar de computer t
overgebracht.
Selecteer bij Windows Vista en Windows 7 Run iStudio.exe in het venster
Automatisch afspelen.
Bestanden overbrengen met behulp van
Intelli-studio
Intelli-studio wordt automatisch gestart wanneer u de camera met
de USB-kabel op uw computer aansluit.
Terwijl de camera met de USB-kabel op de computer is aangesloten, wordt
de batterij opgeladen.
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
M

.
Selecteer
2
.
(herhaaldelijk)Pc-softwareAan.
Schakel de camera uit.
3
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
4
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje ( ) op de
camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van
gegevens.
Weergeven en bewerken
91
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
Intelli-studio gebruiken
Intelli-studio is een ingebouwd programma waarmee u bestanden kunt afspelen, weergeven of bewerken. U kunt bestanden uploaden naar
websites zoals Flickr en YouTube. U kunt ook korte animaties downloaden om voor de Kinderenmodus te gebruiken. Selecteer Help
Help in het programma voor meer informatie.
Als u Intelli-studio op de computer installeert, start het programma sneller. Om het programma te installeren, selecteert u t Tool Install Intelli-studio on PC.
Bestanden kunnen niet in de camera worden bewerkt. Breng bestanden naar een map op de computer over om ze te bewerken.t
Bestanden op de computer kunnen niet naar de camera worden gekopieerd.t
Intelli-studio ondersteunt de volgende bestandstypen:t
Video’s: MP4 (Video: H.264, Audio: AAC), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG) -
Foto’s: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF -
7
8
0
21345
6
@
#
9
$
%
!
Weergeven en bewerken
92
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
Bestanden overbrengen door de camera als
een verwisselbare schijf aan te sluiten
U kunt de camera op de computer aansluiten als een
verwisselbare schijf.
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
M

.
Selecteer
2
.
(herhaaldelijk) Pc-software Uit.
Schakel de camera uit.
3
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
4
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje ( ) op de
camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van
gegevens.
Pictogram Beschrijving
1
Hiermee opent u menu's
2
Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map
weer
3
Naar de Fotobewerkingsmodus gaan
4
Naar de Videobewerkingsmodus gaan
5
Hiermee gaat u naar de modus Sharing om foto's te
delen (u kunt bestanden per e-mail versturen of naar
websites zoals Flickr of YouTube uploaden.)
6
Hiermee vergroot of verkleint u de miniaturen in de lijst
7
Een bestandstype selecteren
8
Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map op
de computer weer
9
Bestanden van de aangesloten camera weergeven of
verbergen
0
Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map op
de camera weer
!
Bestanden als miniaturen, in Smart Album of op een
kaart weergeven
@
Hiermee bladert u door de mappen op het aangesloten
apparaat
#
Hiermee bladert u door mappen op de computer
$
Naar de vorige of volgende pagina gaan
%
Bestanden afdrukken, bestanden op een kaart
weergeven, bestanden opslaan in Mijn map of gezichten
registreren
Weergeven en bewerken
93
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
De camera loskoppelen (Windows XP)
De USB-kabel wordt onder Windows Vista en Windows 7 op
soortgelijke wijze losgekoppeld.
Als het statuslampje op de camera knippert, wacht u tot
1
het knipperen ophoudt.
Klik op
2
op de werkbalk rechtsonder in het scherm
van de computer.
Klik op het pop-upbericht.
3
Verwijder de USB-kabel.
4
De camera kan niet veilig worden verwijderd zolang Intelli-studio actief is.
Sluit het programma af alvorens de camera los te koppelen.
Schakel de camera in.
5
De camera wordt automatisch herkend.t
Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u
Computer in het pop-upvenster.
Selecteer op de computer
6
Deze computer 
Verwisselbare schijf DCIM 100PHOTO.
Selecteer de gewenste bestanden en sleep deze naar de
7
computer of sla ze daar op.
Weergeven en bewerken
94
Bestanden naar de computer overbrengen (Macintosh)
Wanneer u de camera op een Apple Macintosh-computer aansluit, wordt de camera automatisch door de computer herkend. U kunt de
bestanden rechtstreeks van de camera naar de computer overbrengen, zonder dat het nodig is om programma's te installeren.
Mac OS 10.4 of hoger wordt ondersteund.
Schakel de camera in.
2
De computer herkent de camera automatisch en geeft op t
het beeldscherm een pictogram van een verwisselbare schijf
weer.
Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u
Computer in het pop-upvenster.
Dubbelklik op het pictogram van de verwisselbare schijf.
3
Breng foto’s of video’s naar de computer over.
4
Sluit de camera met de USB-kabel op een Macintosh-
1
computer aan.
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (S) op de
camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van
gegevens.
Weergeven en bewerken
95
Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge)
U kunt foto's met een PictBridge-compatibele printer afdrukken door de camera rechtstreeks op de printer aan te sluiten.
Selecteer
6
om af te drukken.
Selecteer t om afdrukopties in te stellen. Zie “Afdrukopties
instellen” op pagina 96.
Selecteer een optie.
7
Optie Beschrijving
Huidige foto
Hiermee drukt u de geselecteerde foto af. Ga
naar stap 9.
Geselect. foto's
Hiermee drukt u de gewenste foto’s af.
Alle foto's
Hiermee drukt u alle foto's af. Ga naar stap 9.
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
M

.
Selecteer
2
.
(tweemaal) USB Printer.
Schakel de camera uit.
3
Schakel de printer in en sluit de camera er met een
4
USB-kabel op aan.
Schakel de camera in.
5
De printer herkent de camera automatisch.t
Weergeven en bewerken
96
Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge)
Afdrukopties instellen
Optie Beschrijving
Formaat: Hier geeft u de afdrukgrootte op.
Lay-out: Hiermee drukt u miniaturen af.
Type: Hier selecteert u het papiertype.
Kwalit.: Hier stelt u de afdrukkwaliteit in.
Datum: Hier stelt u in of de datum moet worden afgedrukt.
Best.naam: Hier stelt u in of de bestandsnaam moet
worden afgedrukt.
Reset: Hiermee stelt u de afdrukopties op de
beginwaarden terug.
Bepaalde opties worden niet door alle printers ondersteund.
Selecteer
8
<
of
>
om naar een foto te scrollen die u wilt
afdrukken.
Selecteer
9
,
of
.
om het aantal afdrukken in te stellen
en selecteer
.
Als ut Geselect. foto's selecteert, herhaalt u stappen 8 en 9
voor alle foto’s die u wilt afdrukken.
Selecteer ter bevestiging
10
Ja.
Het afdrukken begint. Selecteer t Annuleer om het afdrukken
te annuleren.
Instellingenmenu
………………………………………… 98
Het instellingenmenu openen
…………………………… 98
Geluid
…………………………………………………… 99
Display
………………………………………………… 99
Instellingen
……………………………………………… 100
Instellingen
Hier vind u opties om de instellingen van uw camera
te configureren.
Instellingen
98
Instellingenmenu
Hier vindt u informatie over de verschillende instellingen die u op de camera kunt doen.
Selecteer een optie en sla de instellingen op.
3
Volume
Kindergeluid
Piepjes
Sl.toon
Begingeluid
Uit
Laag
Middel
Hoog
Selecteer
4
om terug te gaan naar het vorige scherm.
Het instellingenmenu openen
Selecteer in de opname- of weergavemodus
1
M
.
Selecteer een menu.
2
Volume
Kindergeluid
Piepjes
Sl.toon
Begingeluid
: Middel
: 1
: Aan
: 1
: Uit
Pictogram Beschrijving
Geluid: hier stelt u de geluiden van de camera en
het volume in. (pag. 99)
Display: scherminstellingen zoals helderheid
aanpassen. (pag. 99)
Instellingen: hier past u de instellingen voor het
camerasysteem aan, zoals geheugenindeling,
standaardbestandsnaam en USB-modus. (pag. 100)
Instellingen
99
Instellingenmenu
Display
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Functiebeschrijving
Hiermee wordt een korte beschrijving van een optie
of menu weergeven. (
Uit, Aan*)
Beginafbeelding
Hier stelt u in of er een afbeelding wordt
weergegeven wanneer de camera wordt
ingeschakeld en zo ja, welke.
Uitt *: Er wordt geen afbeelding weergegeven.
Logot : Er wordt een standaardafbeelding uit
het interne geheugen weergegeven.
Gebr.afbt : Een afbeelding naar keuze
weergeven. (pag. 81)
De camera slaat per keer slechts één t
gebruikersfoto in het interne geheugen op.
Als u een nieuwe foto selecteert als t
gebruikersfoto of als u de camera reset,
wordt de huidige afbeelding gewist.
Rasterlijn
Selecteer een raster om u te helpen bij de
compositie van een scène. (2 X 2*, 3 X 3, +, X)
Helderh. scherm
Hiermee past u de helderheid van het scherm aan.
(Auto*, Donker, Normaal, Licht)
Normaal staat voor de weergavemodus vast,
zelfs als Auto is geselecteerd.
Snel tonen
Hier stelt u de weergaveduur voor een gemaakte
foto in, voordat naar de opnamemodus wordt
teruggekeerd. (Uit, 0,5 sec *, 1 sec , 3 sec )
Geluid
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Volume
Hiermee past u het volume van alle geluiden
aan. (Uit, Laag, Middel*, Hoog)
Kindergeluid
Hier stelt u een geluid in voor de
Kinderenmodus. (Uit, 1*, 2, 3)
Piepjes
Hier kiest u welk geluid bij het aanraken van
het scherm of het wisselen van modi wordt
geproduceerd. (Uit, Aan*)
Sl.toon
Hier selecteert u een geluid voor het indrukken
van de sluiterknop. (Uit, 1*, 2, 3)
Begingeluid
Hier selecteert u een geluidssignaal voor het
inschakelen van de camera. (Uit*, 1, 2, 3)
AF-geluid
Hier stelt u in of er een geluid klinkt bij het half
indrukken van de sluiterknop. (Uit,
Aan*)
Instellingen
100
Instellingenmenu
Onderdeel Beschrijving
Tijdzone
Hier kunt u een regio selecteren en zomer-wintertijd (DST)
instellen.
Datum/tijd
aanpassen
De datum en tijd instellen.
Datumtype
Een datumnotatie selecteren.
(JJJJ/MM/DD, MM/DD/JJJJ,
DD/MM/JJJJ, Uit*)
Bestandsnr.
Hier stelt u de naamgeving van bestanden in.
Op nult : Hier kunt u instellen dat de
bestandsnummering weer bij 0001 begint wanneer
er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, een
geheugenkaart wordt geformatteerd of alle bestanden
worden gewist.
Seriet *: Hier kunt u instellen dat de
bestandsnummering doorloopt wanneer er een nieuwe
geheugenkaart wordt geplaatst, een geheugenkaart
wordt geformatteerd of alle bestanden worden gewist.
De standaardnaam van de eerste map is t
100PHOTO en de standaardnaam van het eerste
bestand is SAM_0001.
Het bestandsnummer wordt steeds met één t
opgehoogd, van SAM_0001 tot SAM_9999.
Het mapnummer wordt steeds met één opgehoogd, t
van 100PHOTO tot 999PHOTO.
Het maximumaantal bestanden dat in een map kan t
worden opgeslagen, is 9999.
De camera definieert bestandsnamen volgens de t
Digital rule for Camera File system-norm (DCF).
Als u bestandsnamen wijzigt, kan de camera deze
bestanden mogelijk niet meer weergeven.
Onderdeel Beschrijving
Spaarstand
Als u 30 seconden lang geen bewerkingen
uitvoert, schakelt de camera automatisch over op
de energiespaarstand (druk op een knop om deze
modus weer te deactiveren). (Uit*, Aan)
Automatische
vergrendeling
Hiermee stelt u de vergrendeling van het
aanraakscherm na een bepaalde tijd in.
(Uit*, 10 sec, 30 sec, 1 min)
Instellingen
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Formatt.
Hiermee formatteert u het interne geheugen en de
geheugenkaart (alle bestanden, ook beschermde,
worden gewist). (Nee, Ja)
Geheugenkaarten die in een camera van een andere
fabrikant of in een geheugenkaartlezer zijn gebruikt, of die
met een computer zijn geformatteerd, kunnen door de
camera mogelijk niet correct worden gelezen. Formatteer
de kaart voor gebruik in de camera.
Reset
Hiermee zet u de standaardinstellingen voor
menu's en opnameopties terug (datum en tijd,
taal en video-uitvoerinstellingen worden niet op de
standaardinstellingen teruggezet). (Nee, Ja)
Language
Hier selecteert u een taal voor de tekst op het scherm.
* Standaard * Standaard
Instellingen
101
Instellingenmenu
* Standaard * Standaard
Onderdeel Beschrijving
Anynet+
(HDMI-CEC)
Als de camera is aangesloten op een Samsung-HDTV
die Anynet+(CEC) ondersteunt, kunt u deze met de
afstandsbediening van de tv gebruiken door deze optie
in te schakelen.
Uitt *: Hiermee kunt u bestanden weergeven zonder
een HDTV-afstandsbediening te gebruiken.
Aant : Hiermee kunt u de camera gebruiken met een
HDTV-afstandsbediening.
HDMI-
formaat
Hier kunt u de resolutie van foto's selecteren wanneer
u bestanden op een HDTV afspeelt met behulp van de
HDMI-kabel. (NTSC: 1080i*, 720p, 480p/
PAL: 1080i*, 720p, 576p)
Als de geselecteerde resolutie niet door de t
HDTV wordt ondersteund, wordt automatisch de
onderliggende resolutiewaarde geselecteerd.
Als u t 480p of 576p, selecteert, zijn de
weergavemenu’s en Smart Album niet beschikbaar
wanneer de camera op een televisie is aangesloten.
Onderdeel Beschrijving
Autom.
draaien
Hiermee stelt u in dat foto’s automatisch meedraaien
als u de camera draait. (Uit, Aan*)
Afdruk
Hier stelt u in of de datum en tijd op de foto's worden
afgedrukt. (Uit*, Datum, Datum/tijd)
De datum en tijd worden in de rechteronderhoek t
geel weergegeven.
Bij bepaalde printermodellen worden de datum en t
tijd niet afgedrukt.
Als ut
Tekst selecteert in de modus
s
worden
de datum en tijd niet weergegeven.
Automatisch
uit
Hier stelt u in dat de camera automatisch wordt
uitgeschakeld wanneer u deze niet gebruikt.
(Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min)
Bij vervanging van de batterij blijven deze instellingen t
behouden.
De camera schakelt in de volgende gevallen niet t
automatisch uit:
wanneer deze op een computer of printer is -
aangesloten
wanneer u een diavertoning of video's afspeelt -
wanneer u een spraakmemo opneemt -
AF-lamp
Hiermee stelt u een hulplampje in ter ondersteuning
van het scherpstellen in donkere omgevingen.
(Uit,
Aan*)
Instellingen
102
Instellingenmenu
Onderdeel Beschrijving
Video
Hier stelt u het video-uitgangssignaal voor uw land of
regio in.
NTSCt *: VS, Canada, Japan, Korea, Taiwan,
Mexico.
PALt (ondersteunt alleen BDGHI): Australië,
Oostenrijk, België, China, Denemarken, Engeland,
Finland, Duitsland, Italië, Koeweit, Maleisië,
Nederland, Nieuw Zeeland, Noorwegen, Singapore,
Spanje, Zweden, Zwitserland, Thailand.
USB
Hier stelt u in dat de camera via een USB-verbinding
met een computer of printer kan communiceren.
Computert *: sluit de camera op een computer aan
om bestanden over te brengen.
Printert : sluit de camera op een printer aan om
bestanden af te drukken.
Selecteer een modust : selecteer een USB-modus
op de computer als u de camera op een ander
apparaat aansluit.
Pc-software
Hier kunt u instellen dat Intelli-studio automatisch
wordt gestart wanneer u de camera op uw computer
aansluit. (Uit, Aan*)
* Standaard
Foutmeldingen
………………………………………… 104
Cameraonderhoud
…………………………………… 105
De camera reinigen
…………………………………… 105
Geheugenkaarten
……………………………………… 106
De batterij
……………………………………………… 107
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
110
Cameraspecificaties
………………………………… 113
Index
…………………………………………………… 117
Appendices
Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en
onderhoudstips.
Appendices
104
Foutmeldingen
Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen.
Foutmelding Mogelijke oplossing
Kaartfout
Schakel de camera uit en weer in.t
Verwijder de geheugenkaart en plaats deze t
weer terug.
Formatteer de geheugenkaart.t
Kaart wordt niet
ondersteund.
De geplaatste geheugenkaart is niet beschikbaar
voor uw camera. Plaats een microSD
TM
- of
microSDHC
TM
-geheugenkaart.
DCF Full Error
Bestandsnamen komen niet met de DCF-
norm overeen. Breng de bestanden op de
geheugenkaart naar een computer over en
formatteer de kaart. (pag. 100)
Bestandsfout
Wis het beschadigde bestand of neem contact op
met een servicecenter.
Batterij bijna leeg
Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op.
Geheugen vol
Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
Geen foto
Maak foto's of plaats en geheugenkaart met foto's.
Appendices
105
Cameraonderhoud
Camerabehuizing
Veeg deze voorzichtig met een zachte droge doek af.
Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het toestel te reinigen. t
Deze oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten
veroorzaken.
Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaasborsteltje op de t
lenskap.
De camera reinigen
Cameralens en aanraakscherm
Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg
de lens met een zachte doek voorzichtig af. Voor eventuele
achtergebleven stof brengt u lensreinigingsvloeistof op een stuk
reinigingspapier aan en veegt u de lens voorzichtig schoon.
Appendices
106
Cameraonderhoud
Capaciteit van de geheugenkaart
De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de
opnamemodus en de opnameomstandigheden. De volgende
capaciteiten zijn op een 1-GB microSD
TM
-kaart gebaseerd:
Grootte Superhoog Hoog Normaal 60 fps 30 fps 15 fps
F
o
t
o
's
122 240 353
---
137 267 391
---
142 278 409
---
163 320 471
---
211 409 594
---
335 637 908
---
510 936 1314
---
762 1373 1931
---
1626 2575 3090
---
*
V
i
d
e
o
's
----
Circa
13 min.
30 sec.
Circa
23 min.
36 sec.
----
Circa
15 min.
20 sec.
Circa
29 min.
42 sec.
----
Circa
35 min.
54 sec.
Circa
67 min.
30 sec.
---
Circa
78 min.
07 sec.
Circa
138 min.
19 sec.
Circa
237 min.
41 sec.
* Bij gebruik van de zoomfunctie kan de opnametijd van de hier gegeven
waarden afwijken.
Om de totale opnametijd te bepalen, zijn er verschillende video's achter
elkaar opgenomen.
Geheugenkaarten
Geheugenkaarten voor deze camera
U kunt geheugenkaarten van de volgende typen gebruiken:
microSD
TM
(Secure Digital) en microSDHC
TM
(Secure Digital High
Capacity).
Appendices
107
Cameraonderhoud
Levensduur van de batterij
Gemiddelde tijdsduur/
Aantal foto's
Testomstandigheden
(bij een volledig geladen batterij)
Foto's
Circa 90 min./
circa 180 foto's
Dit is onder de volgende omstandigheden
gemeten: in de modus
a
, resolutie
14M, kwaliteit Hoog, OIS Aan.
1. Stel de flitser in op Invulflits, maak één
foto en zoom in of uit.
2. Stel de flitser in op Uit, maak één foto
en zoom in of uit.
3. Voer stap 1 en 2 gedurende 30
seconden uit en herhaal dit 5 minuten
lang. Schakel de camera vervolgens 1
minuut uit.
4. Herhaal stap 1 tot 3.
Video's
Circa 70 min.
Neem video's op bij een resolutie van
1280 x 720 HQ en met 30 fps.
De bovenstaande cijfers zijn volgens de normen van Samsung gemeten en t
kunnen afwijken van resultaten bij daadwerkelijk gebruik.
Om de totale opnametijd te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar t
opgenomen.
De batterij
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen.
Batterijspecificaties
Model
SLB-07
Type
Lithium-ionbatterij
Capaciteit
760 mAh
Voltage
3.8 V
Oplaadtijd
(wanneer de camera is
uitgeschakeld)
Circa 180 min.
* Het opladen van de batterij door de USB-kabel aan te sluiten op een pc en
uw camera duurt mogelijk langer.
Appendices
108
Cameraonderhoud
De batterij opladen terwijl er een computer is aangesloten
Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel.t
De batterij wordt mogelijk in de volgende gevallen niet opgeladen:t
wanneer u een USB-hub gebruikt -
wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn -
aangesloten
wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de -
computer aansluit
wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm -
niet ondersteunt (5 V, 500 mA)
De batterij opladen
Controleer als het indicatielampje uit is of de batterij op de juiste wijze t
is geplaatst.
Gebruik de camera niet tijdens het opladen. Schakel de camera uit t
voordat u de batterij oplaadt.
Schakel de camera pas in nadat u de batterij langer dan 10 minuten t
hebt opgeladen.
Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de t
batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het indicatielampje groen
wordt.
Als het indicatielampje oranje knippert of niet brandt, sluit u de kabel t
opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in
de camera.
Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de t
temperatuur te hoog is, kan het indicatielampje oranje worden.
Nadat de batterij is afgekoeld, wordt met opladen begonnen.
Trek niet aan het elektriciteitssnoer om de stekker uit het stopcontact t
te halen. Dit kan brand of een schok veroorzaken.
Knik de voedingskabel niet en plaats er geen zware voorwerpen op. t
Hierdoor zou de kabel kunnen beschadigen.
Appendices
109
Cameraonderhoud
Gebruik uitsluitend authentieke, door de producent t
aanbevolen, Lithium-ionbatterijen ter vervanging.
Haal de batterij niet uit elkaar te halen of maak er geen gat t
in met een scherp voorwerp.
Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme t
krachten.
Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld t
door deze van grote hoogte te laten vallen.
Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven t
de 60 °C (140 °F).
Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoffen.t
De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige t
hitte, zoals die van de zon, vuur en dergelijke.
Verwijderingrichtlijnen
Verwijder de batterij met zorg.t
Werp de batterij nooit in een open vuur.t
Afhankelijk van uw land of regio kan de regelgeving met t
betrekking tot de afvoer verschillen. Voer de batterij af
volgens de lokale en federale regelgeving.
Richtlijnen voor het opladen van de batterij
Laad de batterij alleen op volgens de procedure in deze
handleiding. De batterij kan ontbranden of exploderen als
deze niet op de juiste wijze wordt opgeladen.
Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan
persoonlijk letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg
voor uw eigen veiligheid de onderstaande instructies
voor het juiste gebruik van de batterij:
De batterij kan ontbranden of exploderen als deze niet t
op de juiste wijze wordt gebruikt. Als u vervormingen,
scheuren of andere afwijkingen in de batterij opmerkt,
stopt u onmiddellijk het gebruik hiervan en neemt u
contact op met de producent.
Gebruik alleen authentieke, door de producent t
aanbevolen, batterijopladers en –adapters en laad
de batterij alleen op de in deze gebruiksaanwijzing
voorgeschreven wijze op.
Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel t
de batterij niet bloot aan extreem warme omgevingen,
zoals een gesloten auto in de zomer.
Plaats de batterij niet in een magnetron.t
Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige t
omgeving, zoals badkamer of douche.
Plaats de batterij niet voor langere tijd op ontvlambare t
oppervlakken, zoals matrassen, tapijten of elektrische
dekens.
Laat het apparaat, als het is ingeschakeld, niet voor t
langere tijd in een afgesloten ruimte.
Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact t
komen met metalen voorwerpen, zoals halskettingen,
munten, sleutels of horloges.
Appendices
110
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een
servicecenter. Als u hebt geprobeerd een oplossing te vinden met behulp van deze suggesties, maar nog steeds problemen ondervindt,
kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter.
Wanneer u uw camera naar een servicecentrum brengt, breng dan ook de onderdelen mee die de oorzaak kunnen zijn van de fout, zoals bijvoorbeeld de geheugenkaart of de
batterij.
Situatie
Mogelijke oplossing
Er kunnen geen foto's
worden gemaakt
Er is geen ruimte op de geheugenkaart. t
Wis onnodige bestanden of plaats een
nieuwe kaart.
Formatteer de geheugenkaart. t
(pag. 100)
De geheugenkaart is defect. Koop een t
nieuwe geheugenkaart.
Controleer of de camera is ingeschakeld.t
Laad de batterij op.t
Controleer of de batterij op de juiste wijze t
is geplaatst.
De camera loopt vast
Verwijder de batterij en plaats deze weer
terug.
De camera wordt warm
De camera kan warm worden tijdens het
gebruik. Dit is normaal en is niet van invloed
op de levensduur of prestaties van uw
camera.
De flitser werkt niet
Mogelijk is de flitser op t Uit ingesteld.
(pag. 50)
U kunt geen gebruik maken van de flitser t
in de modi
d
,
D
,
v
of soms
s
.
Situatie
Mogelijke oplossing
De camera kan niet
worden ingeschakeld
Controleer of de batterij in de camera is t
geplaatst.
Controleer of de batterij op de juiste wijze t
is geplaatst.
Laad de batterij op.t
De camera wordt
plotseling uitgeschakeld
Laad de batterij op.t
De camera bevindt zich mogelijk in de t
energiespaarstand. (pag. 100)
De camera wordt mogelijk uitgeschakeld t
om te voorkomen dat de geheugenkaart
door een harde schok beschadigd raakt.
Schakel de camera weer in.
De batterij raakt snel
leeg
De batterij raakt bij lage temperaturen t
(onder 0 °C) sneller leeg. Houd de batterij
warm door deze in uw zak te steken.
Met het gebruik van de flitser en het t
opnemen van video's raakt de batterij
snel leeg. Laad de batterij indien nodig
weer op.
Batterijen zijn verbruiksgoederen die t
na verloop van tijd moeten worden
vervangen. Haal een nieuwe batterij als
de levensduur drastisch afneemt.
Appendices
111
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie
Mogelijke oplossing
Er kunnen geen
bestanden worden
afgespeeld of
weergegeven
Als u de naam van een bestand wijzigt,
kan de camera dit bestand mogelijk niet
afspelen of weergeven (de bestandsnaam
moet aan de DCF-normen voldoen). In
dergelijke gevallen kunt u de bestanden op
een computer afspelen of weergeven.
De foto's zijn onscherp
Controleer of de ingestelde t
scherpsteloptie voor close-upfoto's
geschikt is. (pag. 52)
Controleer of de lens schoon is. Reinig t
de lens indien nodig. (pag. 105)
Zorg dat het onderwerp zich binnen het t
bereik van de flitser bevindt. (pag. 113)
De kleuren in de foto
zijn anders dan de
daadwerkelijke kleuren
Een onjuiste witbalans kan voor
onrealistische kleuren zorgen. Selecteer
de juiste witbalansoptie voor de lichtbron.
(pag. 62)
De foto is te licht
De foto is overbelicht.
Schakel de flitser uit. (pag. t 50)
Pas de belichtingswaarde aan. (pag. t 59)
De foto is te donker
De foto is onderbelicht.
Schakel de flitser in. (pag. t 50)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. t 51)
Pas de belichtingswaarde aan. (pag. t 59)
Situatie
Mogelijke oplossing
De flitser gaat
onverwachts af
De flitser gaat mogelijk af vanwege
statische elektriciteit. Dit ligt niet aan de
camera.
De datum en tijd
kloppen niet
Stel in het scherminstellingenmenu de
datum en tijd in. (pag. 100)
Het aanraakscherm of
de knoppen werken niet
Verwijder de batterij en plaats deze weer
terug.
Het camerascherm
werkt niet goed
Als u de camera bij zeer lage temperaturen
gebruikt, kan het camerascherm hierdoor
niet goed werken of verkleuren.
Voor betere prestaties van het scherm
moet de camera bij normale temperaturen
worden gebruikt.
De geheugenkaart heeft
een fout
Schakel de camera uit en weer in.t
Verwijder de geheugenkaart en plaats t
deze weer terug.
Formatteer de geheugenkaart.t
Raadpleeg ‘Bescherm batterijen, opladers en
geheugenkaarten tegen schade’ voor meer
informatie.(pag. 3)
Appendices
112
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie
Mogelijke oplossing
Intelli-studio werkt niet
naar behoren
Sluit Intelli-studio af en start het t
programma opnieuw.
Intelli-studio kan niet op Macintosh-t
computers worden gebruikt.
Controleer of t Pc-software in het
instellingen menu op Aan is ingesteld.
(pag. 102)
Afhankelijk van de specificaties en t
instellingen van de computer wordt het
programma mogelijk niet automatisch
gestart. Klik in dat geval op de computer
op start Deze Computer Intelli-
studio iStudio.exe.
Situatie
Mogelijke oplossing
De foto's worden
niet op de televisie
weergegeven
Controleer of de camera goed met de t
A/V-kabel op de externe monitor is
aangesloten.
Controleer of de geheugenkaart foto's t
bevat.
De computer herkent
de camera niet
Controleer of de USB-kabel op de juiste t
wijze is geplaatst.
Controleer of de camera is ingeschakeld.t
Controleer of het besturingssysteem t
wordt ondersteund.
Tijdens het overbrengen
van bestanden
verbreekt de computer
de verbinding
De bestandsoverdracht kan door statische
elektriciteit worden gestoord. Koppel de
USB-kabel los en sluit deze weer aan.
Uw computer kan geen
video's afspelen
Het hangt af van de programma’s die u
gebruikt voor het afspelen van video’s,
of de videobestanden kunnen worden
afgespeeld. Installeer en gebruik het
programma Intelli-studio op uw computer
voor het afspelen van videobestanden
die u met uw camera hebt opgenomen.
(pag. 91)
Appendices
113
Cameraspecificaties
Sluitertijd
Auto
t : 1/8 - 1/2000 seconde
Programma
t : 1 - 1/2000 seconde
Nacht
t : 8 - 1/2000 seconde
Vuurwerk
t : 2 seconden
Belichting
Bediening Programma AE
Lichtmeting Multi, Spot, Centr. gewogen
Compensatie ±2 BW (in stappen van 1/3 BW)
ISO-equivalent Auto, 80, 100, 200, 400, 800, 1600, 3200
Flitser
Modus
Uit, Auto, Rode ogen, Invulflits, Langz sync,
Anti-rode ogen
Bereik
Groothoek: 0,3 m - 3.4 m (ISO Auto)
t
Tele: 0,5 m - 2.0 m (ISO Auto)t
Oplaadtijd Circa 4 seconde.
Trillingsreductie
DUAL IS [Optische beeldstabilisatie (OIS) + Digitale beeldstabilisatie (DIS)]
Effect
Opnamemodus
Fotostijlkeuze
t : Normaal, Zacht, Helder, Bos, Retro,
Koel, Rustig, Klassiek, Negatief, Aangep. RGB
Smart filter
t : Normaal, Miniatuur, Vignetten,
Visoog 1, Visoog 2, Schets, Anti-nevel
Beeld aanpassen
t : Scherpte, Contrast, Kleurverz.
Beeldsensor
Type 1/2,3-inch (circa 7,76 mm) CCD
Effectieve pixels Circa 14,2 megapixels
Totaal aantal pixels Circa 14,48 megapixels
Lens
Brandpuntsafstand
Schneider-KREUZNACH-lens f = 4,9 - 24,5 mm
(35 mm equivalent: 27 - 135 mm)
Diafragmabereik f/3,5 (G) - f/5,9 (T)
Digitale zoom Fotomodus: 1,0x - 5,0x
t
Scherm
Type TFT LCD
Eigenschap
Hoofdscherm: 3,5-inch (8,9 cm) breed (1152 K) met
t
een volledig aanraakscherm
Scherm aan de voorzijde: 1,8-inch (4,6 cm) 116 K
t
TFT LCD
Scherpstelling
Type
TTL-autofocus (Multi AF, Centrum AF, Intelligente
gezichtsherkenning-AF, Gezichtsdetectie-AF, Smart
Touch AF, One Touch-opname)
Bereik
Groothoek (G)
Tele (T)
Normaal
80 cm - oneindig
80 cm - oneindig
Macro
5 cm - 80 cm
50 cm - 80 cm
Auto macro
5 cm - oneindig
50 cm - oneindig
Appendices
114
Cameraspecificaties
Weergave
Type
Eén foto, Miniaturen, Diavoorstelling met muziek en
effecten, Video, Smart Album*
* Smart Album-categorie: Type, Datum, Kleur, Week,
Gezicht, Favoriet
Bewerken
Res.wijz, Draaien, Fotostijlkeuze, Beeld aanpassen,
Smart filter, Speciaal effect, Gezichteffect
Effect
Fotostijlkeuze
t : Normaal, Zacht, Helder, Bos, Retro,
Koel, Rustig, Klassiek, Negatief, Aangep. RGB
Beeld aanpassen
t : ACB, Helderheid, Contrast,
Kleurverz., Anti-rode ogen
Smart filter
t : Normaal, Miniatuur, Vignetten,
Visoog 1, Visoog 2, Schets, Anti-nevel
Speciaal effect
t : Kleurenfilter, Elegant, Ruis
toevoegen, Gezichtretouch.
Spraakopname
Spraakopname (max. 10 uur)
t
Spraakmemo in een foto (max. 10 seconde.)t
Opslag
Media
Intern geheugen: circa 30 MB
t
Extern geheugen (optioneel): microSDt
TM
-kaart
(tot 2 GB gegarandeerd), microSDHC
TM
-kaart
(tot 8 GB gegarandeerd)
De interne geheugencapaciteit kan van deze
specificaties afwijken.
Witbalans
Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, TL-licht H, TL-licht L, Kunstlicht,
Aangep. instelling
Datering
Datum/tijd, Datum, Uit
Opname
Foto’s
Modi:
t Smart Auto (Portret, Nachtportret, Portret met
tegenlicht, Tegenlicht, Landschap, Wit, Beweging,
Statief, Nacht, Macro, Macro tekst, Blauwe lucht,
Zonsondergang, Natuurlijk groen, Natuurlijk portret,
Macro kleur, Vuurwerk), Auto, Programma, DUAL IS,
Scène (Nacht, Portret, Kinderen, Landschap, Tekst,
Close-up, Zon onder, Dageraad, Tegenl., Vuurwerk,
Strand/sneeuw, Kaderlijnen, Beautyshot)
Snelheid
t : 1 opname, Continu, Bewegingsopname,
AEB
Timer
t : 10 sec, 2 sec, Dubbel, Bewegingstimer
Video’s
Modi:
t Intelligente scènedetectie (Landschap,
Blauwe lucht, Natuurlijk groen, Zonsondergang), Film
Bestandsindeling: MP4 (H.264) (max. opnametijd:
t
20 min.)
Formaat:
t 1280 X 720 HQ, 1280 X 720, 640 X 480,
320 X 240
Framesnelheid
t : 60 fps, 30 fps, 15 fps
Effect:
t Fotostijlkeuze, Witbalans, Smart filter
Spraak
t : Uit , Aan, Zoom gedempt
Video bewerken (intern): pauzeren tijdens opnemen,
t
foto’s maken, tijd bijsnijden
Appendices
115
Cameraspecificaties
Energiebron
Oplaadbare batterij Lithium-ionbatterij (SLB-07, 760mAh)
Afhankelijk van uw regio kan de energiebron verschillen.
Afmetingen (B x H x D)
103,5 x 59,9 x 19,9 mm
Gewicht
147,23 g (zonder batterij en geheugenkaart)
Bedrijfstemperatuur
0 - 40 ˚C
Bedrijfsluchtvochtigheid
5 - 85 %
Software
Intelli-studio
Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Bestandsindeling
DCF, EXIF 2.21, DPOF 1.1, PictBridge 1.0
t
Foto: JPEG (DCF)t
Videoclip: MP4 (Video: MPEG4.AVC/H.264, t
Audio: AAC)
Geluidsbestand: WAV
t
Beeldformaat
Voor 1 GB microSD
TM
Superhoog Hoog
Normaal
4320 X 3240
122 240
353
4320 X 2880
137 267
391
4000 X 3000
142 278
409
4320 X 2432
163 320
471
3264 X 2448
211 409
594
2560 X 1920
335 637
908
2048 X 1536
510 936
1314
1920 X 1080
762 1373
1931
1024 X 768
1626 2575
3090
Deze waarden zijn gemeten onder standaardcondities
en kunnen variëren, afhankelijk van
opnameomstandigheden en camera-instellingen.
Interface
Digitale uitvoer USB 2.0
Audio-invoer/
uitvoer
Interne speaker (mono), Microfoon (mono)
Video-uitvoer
A/V: NTSC, PAL (keuze)
t
HDMI 1.4: NTSC, PAL (keuze)t
Gelijkstroom-
aansluiting
20-pins, 4,4V
Appendices
116
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal
duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv.
lader, headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval
verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om
mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door
ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen
van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier
recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt
bevorderd. Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met
de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente
waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen
milieuvriendelijk kunnen laten recyclen. Zakelijke gebruikers moeten
contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden
van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn elektronische
accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering
worden gemengd.
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit
product
(Van toepassing op de Europese Unie en andere Europese
landen met afzonderlijke inzamelingssystemen voor accu’s
en batterijen)
Dit merkteken op de accu, gebruiksaanwijzing of verpakking geeft aan
dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen
met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische
symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of
loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn
2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt
behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van
mensen of het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van
het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en
batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan
te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in
uw omgeving.
PlanetFirst duidt op het streven van Samsung
Electronics naar een duurzame ontwikkeling en sociale
verantwoordelijkheid door middel van milieubewuste
bedrijfsvoering.
Appendices
117
F
Filmmodus 37
Flitser
Anti-rode ogen 51
Auto 50
Invul 51
Langz sync 51
Rode ogen 51
Uit 50
Formatteren 100
Fotograferen met één
aanraking 54
Fotokwaliteit 47
Foto's afdrukken 95
Fotostijlen
in de opnamemodus 65
in de weergavemodus 82
Foutmeldingen 104
Framesnelheid 37
Functiebeschrijving 99
Bestanden wissen 75
Bewegingsdetectie
in de opnamemodus 23
in de weergavemodus 70
Bewegingsonscherpte 29
Bewegingstimer 49
Bewerken 81
D
Datum en tijd 100
Diafragma 35
Diavertoning 77
Digitale zoom 27
Digital Image Stabilisation
(digitale beeldstabilisatie) 36
Draaien 81
DUAL IS-modus 36
Dubbelportretmodus 41
Automatische
contrastverbetering (ACB) 60
Automodus 25
B
Batterij
Levensduur 107
Opladen 108
Specificaties 107
Beautyshot-modus 34
Beginafbeelding 99
Belichting 59
Bestanden beveiligen 75
Bestanden overbrengen
voor Mac 94
voor Windows 89
Bestanden weergeven
als miniatuur 74
diavertoning 77
op televisie 87
smart Album 73
A
Aanpassen
Contrast
in de opnamemodus 67
in de weergavemodus 84
Helderheid 84
Kleurverzadiging
in de opnamemodus 67
in de weergavemodus 84
Scherpte 67
Aanraken 21
ACB
in de opnamemodus 60
in de weergavemodus 85
Afdruk 101
Afdrukbestelling 85
AF-geluid 99
AF-lamp 101
Afzonderlijke beelden
opslaan 79
Anynet+ 101
Index
Appendices
118
O
Onderhoud 105
Onvolkomenheden in het
gezicht 34
Opnamemodus
Auto 25
DUAL IS 36
Film 37
Intelligente scènedetectie 39
Programma 37
Scène 33
Smart Auto 32
Opnemen
Spraakmemo 44
Video 37
Optical Image Stabilisation
(OIS) 28
P
Pictogrammen 20
Programmamodus 37
K
Kaderlijnen 35
Kinderenmodus
Foto 41
Video 43
Knipperen 56
Knop LCD aan voorzijde 26
L
Lange sluitertijd 35
Lichtbron (Witbalans) 62
Lichtmeting
Centrum 61
Centrumgewogen 61
Multi 61
Spot 61
M
Macro 52
Mijn ster
Classificeren 72
Gezichten registreren 57
HDTV 88
Helderheid scherm 99
Helderheid van het
gezicht 34
Het apparaat loskoppelen 93
I
Instellingen
Camera 100
Geluid 99
Openen 98
Scherm 99
Intelligente aanraking-AF 53
Intelligente
gezichtsdetectie 57
Intelligente
scènedetectiemodus 39
Intelligent filtereffect
in de opnamemodus 66
in de weergavemodus 83
Intelli-studio 91
ISO-waarde 51
G
Geheugenkaart
Capaciteit 106
MicroSD 106
microSDHC 106
Geluid uitschakelen
Video 38
Gezichtsdetectie
Anti-rode ogen 50
Beautyshot 34
Gezichtsdetectie 55
Intelligente
gezichtsdetectie 57
Knipperen 56
Rode ogen 50
Smile shot 56
Glimlachje 43
Grootte aanpassen 81
H
Half indrukken 7
HDMI-formaat 101
Index
Appendices
119
W
Weergaveknop 18
Weergavemodus 69
Witbalans 62
Z
Zelfontspanner 48
Zelfportret 40
Zoomen 27
Zoomknop 16
Speciale effecten
Elegant 84
Gezichtretouch 84
Kleurenfilter 84
Ruis toevoegen 84
Spraakmemo
Afspelen 79
Opnemen 44
Sprongopname 42
T
Tegenlichtcompensatie (ACB)
in de opnamemodus 60
in de weergavemodus 85
Type weergave 24
V
Vergroten 76
Video
Afspelen 78
Opnemen 37
Video Out 102
Volume 99
Scherpstelafstand
Auto macro 52
Macro 52
Normaal (AF) 52
Scherpstelgebied
Centrum AF 54
Fotograferen met één
aanraking 54
Intelligente aanraking-AF 54
Multi AF 54
Serie-opnamen
Bew.detectie 64
Continu 64
Opnamereeks met
verschillende belichtingen
(AEB) 64
Servicecenter 110
Slepen 21
Sluitertijd 35
Smart Album 73
Smart Auto-modus 32
Smile shot 56
Snel tonen 99
R
Rasterlijn 99
Reinigen
Behuizing 105
Lens 105
Scherm 105
Reset 100
Resolutie
Foto 46
Video 47
RGB-tint
in de opnamemodus 65
in de weergavemodus 82
Rode ogen
in de opnamemodus 50
in de weergavemodus 85
S
Scènemodus 33
Scherm aan de voorzijde
Inschakelen 26
Onderdelen en knoppen van
de camera 15
Opnamemodus 40
Index
Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantie-informatie
die met het product is meegeleverd of bezoek onze website
http://www.samsungimaging.com of http://www.samsung.com/.

Documenttranscriptie

In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide aanwijzingen voor het gebruik van uw camera. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door. Ä Klik op een onderwerp Bekende problemen User Manual ST600 Beknopt overzicht Inhoud Basisfuncties Uitgebreide functies Opname-instellingen Weergeven en bewerken Instellingen Appendices Index Informatie over gezondheid en veiligheid Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt. Voorkom gezichtsschade bij het onderwerp Waarschuwing: situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken Voorzichtig: situaties die schade aan de camera of andere apparatuur kunnen veroorzaken Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Gebruik van de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp kan tot tijdelijke of permanente schade aan het gezichtsvermogen leiden. Opmerking: opmerkingen, gebruikstips of aanvullende informatie Behandel batterijen en oplader voorzichtig en voer deze af volgens de voorschriften t Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen en opladers. Niet-compatibele batterijen en opladers kunnen ernstig letsel of schade aan uw camera veroorzaken. t Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale regelgeving bij het verwijderen van gebruikte batterijen. t Leg batterijen of camera’s nooit in of op verwarmingsapparaten, zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen exploderen als ze te heet worden. t Gebruik voor het opladen van de batterijen geen elektriciteitssnoeren of stekkers die beschadigd zijn, of een loshangend stopcontact. Dit kan brand of een schok veroorzaken. Waarschuwingen Gebruik de camera niet in de buurt van ontvlambare of explosieve gassen en vloeistoffen Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbaar materiaal of ontvlambare of explosieve chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in dezelfde ruimte als de camera of de onderdelen of accessoires van de camera. Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn wanneer zij worden ingeslikt. Bewegende delen en accessoires kunnen ook een fysiek gevaar vormen. 1 Informatie over gezondheid en veiligheid t Wees voorzichtig bij het aansluiten van kabels en adapters en het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten. Het forceren van stekkers, onjuist aansluiten van kabels of onjuist plaatsen van batterijen en geheugenkaarten kan leiden tot schade aan poorten, stekkers en accessoires. t Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven en toegangspunten van de camera. Schade als gevolg van onjuist gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt. t Zwaai de camera niet aan de polslus heen en weer. Hierdoor kunt u anderen of uzelf verwonden. t Verf de camera niet, omdat verf tussen de bewegende onderdelen kan gaan zitten en de werking van het apparaat kan beïnvloeden. t Verf of metaal aan de buitenzijde van de camera kan allergieën, jeuk, eczeem of bultjes veroorzaken bij mensen met een gevoelige huid . Als u last hebt van een van deze symptomen, stop dan onmiddellijk met het gebruik van de camera en raadpleeg een arts. Veiligheidsvoorschriften Gebruik en bewaar de camera zorgvuldig en verstandig t Zorg ervoor dat de camera niet nat wordt. Het toestel kan door vloeibare stoffen ernstig beschadigen. Raak de camera niet met natte handen aan. De garantie van de fabrikant is niet van toepassing op waterschade aan het toestel. t Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge temperaturen bloot. Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken. t Gebruik of bewaar de camera niet in stoffige, vervuilde, vochtige of slecht geventileerde omgevingen om schade aan bewegende delen en interne onderdelen te vermijden. t Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken. t Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt. t Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik en sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen. 2 Informatie over gezondheid en veiligheid t Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart. t Wanneer u een geheugenkaart bij u draagt, gebruik dan een hoesje om de kaart tegen elektromagnetische straling te beschermen. t Breng belangrijke gegevens over naar andere dragers, zoals een harde schijf of CD/DVD. t Wanneer u de camera voor langere tijd gebruikt, wordt de geheugenkaart mogelijk warm. Dit is normaal en wijst niet op een defect. t Wanneer de levensduur van een geheugenkaart is verlopen, kunt u geen foto’s meer op de kaart opslaan. Gebruik een nieuwe geheugenkaart. t Verwijder de geheugenkaart niet en schakel uw camera niet uit wanneer het lampje knippert. Hierdoor kunnen de gegevens beschadigen. Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen schade t Vermijd blootstelling van batterijen en geheugenkaarten aan extreme temperaturen (onder 0 °C of boven 40 °C). Door extreme temperaturen kan de oplaadcapaciteit van de batterijen afnemen en kunnen geheugenkaarten storingen vertonen. t Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en minpolen van uw batterijen en tijdelijke of permanente schade aan de batterijen veroorzaken. Dit kan ook brand of een schok veroorzaken. t Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistof, vuil of vreemde stoffen. Veeg, indien nodig, de geheugenkaart met een zachte doek schoon alvorens u de kaart in de camera plaatst. t Voorkom dat de sleuf voor geheugenkaarten in contact komt met vloeistoffen, vuil of vreemde stoffen. Dergelijke stoffen kunnen ervoor zorgen dat de camera niet goed meer werkt. t Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een geheugenkaart in de verkeerde richting plaatst, kan dit uw camera en geheugenkaart beschadigen. t Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of verwijdert. t Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware klappen of druk worden blootgesteld. t Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera. Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires Het gebruik van niet-compatibele accessoires kan leiden tot schade aan de camera, lichamelijk letsel en het vervallen van de garantie. Bescherm de cameralens t Stel de lens niet aan direct zonlicht bloot. Hierdoor kan de beeldsensor verkleuren of defect raken. t Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de lens met een zachte, schone doek. 3 Informatie over gezondheid en veiligheid Wees voorzichtig met het gebruik van de camera in vochtige omgevingen Belangrijke gebruiksinformatie Laat reparatie en onderhoud van de camera alleen door gekwalificeerd personeel uitvoeren Wanneer u de camera vanuit een koude in een warme en vochtige omgeving brengt, kan er op de fijne elektronische schakelingen en op de geheugenkaart condensvorming optreden. Wacht in zo’n geval ten minste 1 uur totdat alle vocht is verdampt, alvorens u de camera gebruikt. Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit ongekwalificeerd onderhoud of reparatie wordt niet door de garantie gedekt. Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert Zorg voor een optimale levensduur van batterijen en oplader De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik. t Te lang opladen van batterijen kan de levensduur daarvan bekorten. Wanneer het opladen is voltooid, dient u de kabel van de camera los te koppelen. t Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van tijd en moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen. t Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader niet gebruikt. t Gebruik de batterijen alleen voor het doel waarvoor ze zijn bedoeld. 4 Indeling van de gebruiksaanwijzing Basisfuncties Copyrightinformatie 13 Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen. t Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. t Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple Corporation. t HDMI, het HDMI-logo en de term “High Definition Multimedia Interface” zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC. Uitgebreide functies 31 Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een modus te selecteren en hoe u video's en spraakmemo's opneemt. Opname-instellingen 45 Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de opnamemodus kunt kiezen. t Cameraspecificaties of de inhoud van deze gebruiksaanwijzing kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd bij veranderde camerafuncties. t Het is aan te bevelen, de camera te gebruiken in het land waar u hem hebt aangeschaft. t Voor informatie over Open Source-licenties raadpleegt u het bestand “OpenSourceInfo.pdf” op de meegeleverde cd-rom. Weergeven en bewerken 68 Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter, televisie of HDTV aansluit. Instellingen 97 Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te configureren. Appendices Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en onderhoudstips. 5 103 Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing Opnamemodus Pictogram Smart Auto DUAL IS S a p s d Intelligente scènedetectie D Film v Auto Programma Scène Symbolen in deze gebruiksaanwijzing Symbool Functie Aanvullende informatie Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen [ ] Cameraknoppen. [Ontspanknop] staat bijvoorbeeld voor de ontspanknop. ( ) Paginanummer van verwante informatie “ De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld: Selecteer > “ (staat voor Selecteer >, en vervolgens ) * Voetnoot Pictogrammen in de opnamemodus Deze pictogrammen geven aan dat een bepaalde functie in de desbetreffende modi beschikbaar is. De modus s ondersteunt wellicht bepaalde functies niet voor alle scènes. Afkortingen in deze gebruiksaanwijzing Bijvoorbeeld: Beschikbaar in de modi Programma, DUAL IS en Film 6 Afkorting Betekenis ACB Auto Contrast Balance (automatische contrastverbetering) AEB Auto Exposure Bracket (opnamereeks met verschillende belichtingen) AF Autofocus (automatische scherpstelling) DIS Digital Image Stabilization (digitale beeldstabilisatie) DPOF Digital Print Order Format (digitale afdrukbestelling) EV Exposure Value (belichtingswaarde) OIS Optical Image Stabilization (optische beeldstabilisatie) WB White Balance (witbalans) Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing Op de ontspanknop drukken Belichting (Helderheid) tDruk [Ontspanknop] half in: druk de ontspanknop half in t Druk op [Ontspanknop]: druk de ontspanknop volledig in De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de belichting. De belichting kan worden aangepast met behulp van sluitertijd, diafragma en ISO-waarde. Wanneer u de belichting verandert, worden de foto's donkerder of lichter. Druk [Ontspanknop] half in Druk op [Ontspanknop] Normale belichting Onderwerp, achtergrond en compositie t Onderwerp: het belangrijkste object in een scène, zoals een persoon, dier of stilleven t Achtergrond: de objecten rondom het onderwerp t Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond Achtergrond Compositie Onderwerp 7 Overbelicht (te helder) Bekende problemen Hier vindt u antwoorden op bekende problemen. Met behulp van opname-instellingen hebt u veel problemen snel opgelost. De ogen van de gefotografeerde zijn rood. Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera. t Stel de flitsoptie in op Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 50) Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 85) t Als de foto al is genomen, selecteert u Foto's bevatten stofvlekken. Stofdeeltjes die in de lucht zweven kunnen worden vastgelegd op foto's als u de flitser gebruikt. t Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen. t Pas de ISO-waarde aan. (pag. 51) Foto's zijn onscherp. Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's neemt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed vasthoudt. t Druk [Ontspanknop] half in om te zorgen dat er wordt scherpgesteld op het onderwerp. (pag. 29) t Gebruik de d-modus. (pag. 36) Bij nachtopnamen zijn foto's onscherp. Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Het kan dan lastig zijn de camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden. t Selecteer Nacht in de modus s. (pag. 35) t Schakel de flitser in. (pag. 50) t Pas de ISO-waarde aan. (pag. 51) t Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. Het onderwerp is te donker door tegenlicht. Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en donkere gebieden, kan het onderwerp donker worden. t Neem geen foto's tegen de zon in. t Selecteer Tegenl. in de modus s. (pag. 33) t Stel de flitsoptie in op Invulflits. (pag. 50) t Pas de belichting aan. (pag. 59) t Stel de optie Automatische contrastbalans (ACB) in. (pag. 60) Spot als er zich een helder onderwerp in het midden van het kader t Stel de lichtmeting in op bevindt. (pag. 61) 8 Beknopt overzicht Foto's van mensen maken t s-modus > Beautyshot, Portret, Kinderen f 33 t Rode ogen, Anti-rode ogen (om rode ogen te voorkomen of te corrigeren) f 50 t Gezichtsdetectie f 55 's Nachts of in het donker foto's maken t s-modus > Nacht, Dageraad, Vuurwerk f 33 t Flitseropties f 50 t ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 51 Actiefoto's maken t Continu, Bewegingsopname f 64 Foto's maken van tekst, insecten en bloemen t s-modus > Close-up, Tekst f 33 t Macro, Auto macro (close-upfoto's maken) f 52 t Witbalans (de kleurtint wijzigen) f 62 De belichting aanpassen (helderheid) t ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 51 t EV (de belichting bijstellen) f 59 t ACB (tegenlichtcompensatie voor onderwerpen tegen lichte achtergronden) f 60 t L.meting f 61 t AEB (van een scène 3 foto's met verschillende belichtingen maken) f 64 Een speciaal effect toepassen t Fotostijlen (een speciale tint aanbrengen) f 65 t Intelligente filtereffecten f 66 t Beeld aanpassen (kleurverzadiging, scherpte of contrast bijstellen) f 67 Bewegingsonscherpte voorkomen t OIS (Optical Image Stabilisation) f 28 t d-modus f 36 9 t Bestanden op categorie bekijken in Smart Album f 73 t Alle bestanden op de geheugenkaart wissen f 75 t Foto's als diavertoning weergeven f 77 t Bestanden op een tv of HDTV weergeven f 87 t De camera op een computer aansluiten f 89 t Geluid en volume bijstellen f 99 t De helderheid van het scherm bijstellen f 99 t De geheugenkaart formatteren f 100 t De schermtaal wijzigen f 100 t De datum en tijd instellen f 100 t Problemen oplossen f 110 Inhoud Basisfuncties ................................................................... Uitpakken .......................................................................... Onderdelen en knoppen van de camera ........................... De batterij en geheugenkaart plaatsen .............................. De batterij opladen en de camera inschakelen .................. De batterij opladen .............................................................. De camera inschakelen ....................................................... De eerste instelling uitvoeren ............................................. Uitleg over de pictogrammen ............................................ Het aanraakscherm gebruiken .......................................... Een opnamemodus selecteren .......................................... Een opnamemodus met bewegingsdetectie selecteren .......... Het aanraakscherm en geluid instellen .............................. Het type weergave voor het aanraakscherm instellen .............. Het geluid instellen .............................................................. Foto's maken .................................................................... Het scherm aan de voorzijde inschakelen ............................. Zoomen ............................................................................. Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) ................................ Tips om betere foto's te maken ........................................ Uitgebreide functies ....................................................... 31 13 14 15 17 18 18 18 19 20 21 22 23 24 24 24 25 26 27 28 29 Opnamemodi .................................................................... De Smart Auto-modus gebruiken .......................................... De Scènemodus gebruiken .................................................. De Beautyshot-modus gebruiken ......................................... Kaderlijnen gebruiken ........................................................... De belichting in de Nachtmodus aanpassen .......................... De Dual IS-modus gebruiken ................................................ De Programmamodus gebruiken .......................................... Een video opnemen ............................................................ De Intelligente scènedetectiemodus gebruiken ...................... Foto’s maken met behulp van het scherm aan de voorzijde ................................................................ De Zelfportretmodus gebruiken ............................................. De Kinderenmodus gebruiken .............................................. De Dubbelportretmodus gebruiken ....................................... De Sprongopname-timer gebruiken ...................................... Functie-informatie gebruiken ................................................ Een smiley gebruiken ........................................................... Een video maken met behulp van het scherm aan de voorzijde .................................................................. Spraakmemo's opnemen .................................................. Een spraakmemo opnemen ................................................. Een spraakmemo aan een foto toevoegen ............................. 10 32 32 33 34 35 35 36 37 37 39 40 40 41 41 42 43 43 43 44 44 44 Inhoud Foto's mooier maken ........................................................ Fotostijlen toepassen ........................................................... Intelligente filtereffecten toepassen ........................................ Foto's aanpassen ................................................................ Opname-instellingen ...................................................... 45 Resolutie en beeldkwaliteit selecteren ............................... De resolutie selecteren ........................................................ De beeldkwaliteit selecteren ................................................. De zelfontspanner gebruiken ............................................. Opnamen in het donker maken ......................................... Rode ogen voorkomen ...................................................... De flitser gebruiken .............................................................. De ISO-waarde aanpassen .................................................. De scherpstelling aanpassen ............................................. Macro gebruiken ................................................................. Autofocus gebruiken ............................................................ Intelligente aanraking-AF gebruiken ....................................... Fotograferen met één aanraking ............................................ Het scherpstelgebied aanpassen .......................................... Gezichtsdetectie gebruiken ............................................... Gezichten detecteren .......................................................... Een foto van een lachend gezicht maken ............................... Knipperende ogen detecteren .............................................. Intelligente gezichtsdetectie gebruiken ................................... Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) ............................ Helderheid en kleur aanpassen ......................................... De belichting handmatig aanpassen (EV) ............................... Tegenlichtcompensatie (ACB) ............................................... De lichtmeetmethode wijzigen .............................................. Een lichtbron selecteren (Witbalans) ...................................... Serie-opnamen ................................................................. 46 46 47 48 50 50 50 51 52 52 52 53 54 54 55 55 56 56 57 57 59 59 60 61 62 64 65 65 66 67 Weergeven en bewerken ............................................... 68 Weergeven ........................................................................ De weergavemodus starten ................................................. Foto's weergeven ................................................................ Een video afspelen .............................................................. Een spraakmemo afspelen ................................................... Foto's bewerken ............................................................... Een foto draaien .................................................................. Foto's in grootte aanpassen ................................................. Fotostijlen toepassen ........................................................... Intelligente filtereffecten toepassen ........................................ Een speciaal effect toepassen .............................................. Belichtingsproblemen corrigeren ........................................... Een afdrukbestelling maken (DPOF) ...................................... Bestanden weergeven op een tv of HDTV ........................ Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) ..... Bestanden overbrengen met behulp van Intelli-studio ............. Bestanden overbrengen door de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten .......................................... De camera loskoppelen (Windows XP) .................................. Bestanden naar de computer overbrengen (Macintosh) .... Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) ............. 11 69 69 76 78 79 81 81 81 82 83 84 84 85 87 89 90 92 93 94 95 Inhoud Instellingen ...................................................................... 97 Instellingenmenu ............................................................... 98 Het instellingenmenu openen ............................................... 98 Geluid ................................................................................ 99 Display ............................................................................... 99 Instellingen ........................................................................ 100 Appendices ................................................................... 103 Foutmeldingen ................................................................ Cameraonderhoud .......................................................... De camera reinigen ........................................................... Geheugenkaarten .............................................................. De batterij ......................................................................... Voordat u contact opneemt met een servicecenter ......... Cameraspecificaties ........................................................ Index ............................................................................... 104 105 105 106 107 110 113 117 12 Basisfuncties Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen. Uitpakken …………………………………… 14 Het aanraakscherm en geluid instellen … 24 Onderdelen en knoppen van de camera … 15 Het type weergave voor het aanraakscherm instellen ……………………………………… 24 Het geluid instellen …………………………… 24 De batterij en geheugenkaart plaatsen … 17 De batterij opladen en de camera inschakelen ………………………………… 18 De batterij opladen …………………………… 18 De camera inschakelen ……………………… 18 De eerste instelling uitvoeren ……………… 19 Uitleg over de pictogrammen …………… 20 Het aanraakscherm gebruiken …………… 21 Een opnamemodus selecteren …………… 22 Een opnamemodus met bewegingsdetectie selecteren …………………………………… 23 Foto's maken ……………………………… 25 Het scherm aan de voorzijde inschakelen … 26 Zoomen ……………………………………… 27 Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) …… 28 Tips om betere foto's te maken ………… 29 Uitpakken Controleer of de doos de volgende artikelen bevat: Camera AC-adapter/ USB-kabel Oplaadbare batterij Schoonmaakdoekje Gebruiksaanwijzing op cd-rom Snelstartgids Polslus De afbeelding kan afwijken van de werkelijke artikelen. Optionele accessoires Camera-etui Geheugenkaart (microSDTM) A/V-kabel Basisfuncties 14 Batterijoplader HDMI-kabel Onderdelen en knoppen van de camera Maak u vertrouwd met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint. Microfoon Power-knop Ontspanknop Knop LCD op voorzijde Luidspreker Flitser AF-hulplampje/timerlampje Scherm aan de voorzijde Lens USB- en A/V-aansluiting Voor aansluiting van USB- of A/V-kabel HDMI-aansluiting Voor aansluiting van HDMI-kabel Statiefbevestigingspunt Batterijklep Plaatsing van batterij en geheugenkaart Basisfuncties 15 Onderdelen en knoppen van de camera Statuslampje t Knippert: bij opslaan van een foto of video, uitlezen door een computer of printer of bij een onscherp onderwerp t Licht op: bij aansluiting op een computer of wanneer er op het onderwerp is scherpgesteld Zoomknop t In- en uitzoomen t Inzoomen op een deel van de foto of bestanden als miniaturen weergeven Weergaveknop 1 2 Hoofdscherm* * Wordt in deze gebruiksaanwijzing “Aanraakscherm” genoemd Basisfuncties 16 De batterij en geheugenkaart plaatsen Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en van een optionele geheugenkaart. De batterij en geheugenkaart verwijderen Duw voorzichtig tegen de kaart totdat deze uit de camera loskomt en trek de kaart vervolgens uit de Geheugenkaart sleuf. Zorg dat bij het plaatsen van een geheugenkaart de goudkleurige contactpunten omhoog zijn gericht. Batterij vergrendeling Geheugenkaart Druk op de vergrendeling om de batterij los te maken. Batterij Plaats de batterij met het Samsung-logo naar boven. Het interne geheugen kan worden gebruikt als tijdelijk opslagmedium als er geen geheugenkaart is geplaatst. Batterij Basisfuncties 17 De batterij opladen en de camera inschakelen De batterij opladen De camera inschakelen Zorg ervoor dat u de batterij oplaadt voordat u de camera gebruikt. Koppel de USB-kabel aan de AC-adapter en sluit vervolgens het uiteinde van de kabel met het indicatielampje op de camera aan. Druk op [POWER] om de camera in of uit te schakelen. t Het scherm voor de eerste instelling verschijnt wanneer u de camera voor het eerst inschakelt. (pag. 19) De camera inschakelen in de weergavemodus Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar de weergavemodus. Indicatielampje t Rood: bezig met opladen t Groen: volledig opgeladen Als u uw camera inschakelt door [P] ongeveer 5 seconden ingedrukt te houden, geeft de camera geen enkel camerageluid. Basisfuncties 18 De eerste instelling uitvoeren Wanneer het scherm voor de eerste instellingen verschijnt, volgt u de onderstaande stappen om de basisinstellingen van de camera te configureren. 1 5 6 Selecteer Language. Selecteer Datum/tijd aanpassen. Stel de datum en tijd in en selecteer . Datum/tijd aanpassen 2 3 4 Selecteer een taal. 7 Selecteer Tijdzone. Selecteer een tijdzone en selecteer Selecteer Datumtype en een datumnotatie. . t Als u zomer-wintertijd wilt instellen, selecteert u . Tijdzone Language JJJJ/MM/DD Tijdzone MM/DD/JJJJ Datum/tijd aanpassen DD/MM/JJJJ Datumtype Uit Londen 8 Basisfuncties 19 Selecteer om naar de opnamemodus te gaan. Uitleg over de pictogrammen Welke pictogrammen worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde modus en de ingestelde opties. Pictogram 1 Beschrijving Pictogram Beschrijving Fotostijlen Aanraakschermvergrendeling Intelligent filtereffect Resterend aantal foto's Beschikbare opnametijd Interne geheugen 5.0 5.0 Type weergave t <>: Volgende rij instellingen : Volledig opgeladen : Deels opgeladen (Rood) : Opladen noodzakelijk Zoomverhouding Pictogram Beschrijving p Opnamemodus Spraakmemo Diafragma en sluitertijd Autofocuskader Fotoresolutie Bewegingsonscherpte Videoresolutie Instellingenreeks 1 (van 3) Lichtmeting Huidige datum en tijd Optical Image Stabilisation (OIS) Rasterlijnen Framesnelheid ISO-waarde Witbalans Gezichtsdetectie Serieopnamen Beeldaanpassing (scherpte, contrast, kleurverzadiging) : Bewegingsdetectie t M: Menu voor opname-instellingen Zelfontspannerinstelling t t t 1 Statuspictogrammen t Opname-instellingen t : Belichtingswaarde t : Witbalans t : ISO-waarde t : Gezichtstint t : Gezichtsretouchering t : Scherpstelgebied t : Gezichtsdetectie t : Fotoresolutie t : Videoresolutie t : Fotokwaliteit t : Framesnelheid t : Belichting met ACB t : Lichtmeting t : Type serie-opname t : Fotostijlen t : Intelligent filtereffect t : Beeldaanpassing (scherpte, contrast, kleurverzadiging) t : Lange sluitertijd t : Optical Image Stabilisation (OIS) t : Geluidsopname Geheugenkaart geplaatst 2 Belichtingswaarde l 2 Instellingenpictogrammen (aanraken) Pictogram Beschrijving Flitsoptie Autofocusinstelling Basisfuncties 20 f Het aanraakscherm gebruiken Hier vindt u basisinformatie over het aanraakscherm. Het aanraakscherm werkt het beste met het zachte gedeelte van de vinger. Aanraken Raak het scherm niet aan met scherpe voorwerpen zoals pennen en potloden. Hierdoor zou het scherm kunnen beschadigen. Raak een pictogram aan om een menu of optie te selecteren. t Wanneer u het scherm aanraakt of over het scherm sleept met de schermpen, treden er verkleuringen op. Dit is geen defect, maar een eigenschap van het aanraakscherm. U kunt deze vervelende effecten verminderen door het scherm licht aan te raken of licht met de schermpen te slepen. t Het aanraakscherm herkent de aanraking niet goed wanneer u: - meerdere items tegelijk aanraakt - de camera in een erg vochtige omgeving gebruikt - de camera gebruikt in combinatie met een LCD-beschermlaag of een ander LCD-accessoire t Als u gedurende enkele seconden geen handelingen verricht, gaat het scherm uit om de batterij te sparen. t Afhankelijk van de kijkhoek kan het scherm donkerder lijken. Pas de helderheid of de kijkhoek aan. Slepen Sleep naar links of rechts om horizontaal te scrollen. EV -2 Basisfuncties 21 -1 0 +1 +2 Een opnamemodus selecteren Hier vindt u informatie over het selecteren van een opnamemodus. De camera biedt diverse modi voor het maken van opnamen. 1 2 Selecteer het moduspictogram. Modus S Smart Auto: Hiermee maakt u een foto waarbij de camera automatisch een geschikte modus voor de scène selecteert. (pag. 32) a Auto: Hiermee maakt u snel een foto met de minimale instellingen. (pag. 25) p Programma: Hiermee stelt u zelf opties in voor de foto die u maakt. (pag. 37) s Scène: Hiermee maakt u een foto met vooraf ingestelde opties voor een specifieke scène. (pag. 33) d DUAL IS: Hiermee maakt u een foto met opties die geschikt zijn om bewegingsonscherpte te voorkomen. (pag. 36) D Intelligente scènedetectie: Hiermee neemt u een video op waarbij de camera automatisch een geschikte modus voor de scène selecteert. (pag. 39) v Film: Hiermee kunt u een video opnemen. (pag. 37) Selecteer een modus. Basisfuncties 22 Beschrijving Een opnamemodus selecteren Een opnamemodus met bewegingsdetectie selecteren De camera is uitgerust met een ingebouwde bewegingssensor waarmee u snel van opnamemodus kunt wisselen door de camera te kantelen. Kantel in de opnamemodus de camera terwijl u uw vinger houdt op . Naar de Smart Auto-modus gaan (pag. 32) Naar de Film-modus gaan (pag. 37) Bewegingsdetectie werkt mogelijk niet goed als u de camera parallel aan de grond houdt, zoals weergegeven. Naar de Programma-modus gaan (pag. 37) Basisfuncties 23 Het aanraakscherm en geluid instellen Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het aanraakscherm en het geluid naar wens kunt aanpassen. Het type weergave voor het aanraakscherm instellen 1 Selecteer in de opnamemodus . (Selecteer in de weergavemodus .) 2 Selecteer een optie. Optie Beschrijving Verberg: hiermee worden pictogrammen op het scherm verborgen als u 3 seconden lang geen handelingen uitvoert (raak het scherm aan om de pictogrammen opnieuw weer te geven). Richtlijn: hiermee worden rasterlijnen weergegeven. De rasterlijnen zijn handig om de foto met een oppervlak uit te lijnen, bijvoorbeeld met de horizon of de randen van gebouwen. Deze optie is alleen beschikbaar in de opnamemodus. Volledig Het geluid instellen Optie Hiermee stelt u in of de camera een bepaald geluid laat klinken wanneer u de camera bedient. Beschrijving Aanraakvergrendeling: Het aanraakscherm is tijdens de opname vergrendeld (raak aan totdat bereikt om het aanraakscherm te ontgrendelen). Volledig: In de opnamemodus, altijd pictogrammen op het scherm weergeven. In de weergavemodus, altijd pictogrammen en informatie op het scherm weergeven. Basis: In de weergavemodus, altijd pictogrammen op het scherm weergeven. 1 2 3 4 Basisfuncties 24 Selecteer in de opname- of weergavemodus M. Selecteer “ Piepjes. Selecteer een optie. Optie Beschrijving Uit De camera laat geen geluid klinken. Aan De camera laat een geluid klinken. Selecteer om terug te gaan naar de vorige modus. Foto's maken Hier vindt u informatie over basishandelingen om in de Auto-modus eenvoudig en snel foto's te maken. 1 3 Zorg dat de camera in a-modus (Auto) staat, de standaardopnamemodus. t Als dit niet het geval is, selecteert u het moduspictogram “ a. 2 Kadreer het onderwerp. 4 Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. t Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld is. t Een rood kader betekent dat het onderwerp niet scherp in beeld is. Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Zie pagina 29 voor tips om betere foto's te maken. Basisfuncties 25 Foto's maken Het scherm aan de voorzijde inschakelen Optie Het scherm aan de voorzijde is handig bij het maken van zelfportretten en foto’s van kinderen, stelletjes of springende mensen. Met de Kinderenmodus kunt u een korte animatie afspelen op het scherm aan de voorzijde om de aandacht van een kind te trekken. (pag. 41) 1 Aan: Het scherm aan de voorzijde inschakelen. Zelfportret: Jezelf op het scherm aan de voorzijde bekijken wanneer je een zelfportret maakt. (pag. 40) Kinderen: Een korte animatie op het scherm aan de voorzijde afspelen om gemakkelijker foto’s van een kind te kunnen maken. (pag. 41) Gekoppelde opname: Automatisch foto's van een stelletje maken wanneer ze naar elkaar toe leunen. (pag. 41) Sprongopname: Een visueel teken op het scherm aan de voorzijde weergeven, zodat springende mensen hun sprong op het juiste moment kunnen uitvoeren. (pag. 42) Functie-informatie: Informatie over de flitser en de belichting op het scherm aan de voorzijde weergeven. (pag. 43) Lachpictogram: Een smiley op het scherm aan de voorzijde weergeven wanneer er is scherpgesteld. (pag. 43) Druk op de LCD-knop aan de voorzijde om het scherm aan de voorzijde in te schakelen. t U kunt op het scherm aan de voorzijde tikken om dit in te schakelen. Door er nogmaals op te tikken of door op de knop voor het LCD-scherm aan de voorzijde te drukken, schakelt u het weer uit. 2 Beschrijving Selecteer een opnameoptie. t Even later verschijnt op het scherm en wordt het aanraakscherm vergrendeld. t Wanneer u opties voor de zelfontspanner instelt, blijft het scherm aan de voorzijde actief. (pag. 48) t Als u het scherm aan de voorzijde inschakelt, worden wellicht de pictogrammen op het aanraakscherm minder helder weergegeven. t Wanneer u de camera op fel verlichte of zonnige plaatsen gebruikt, kunt u mogelijk de weergave op het scherm aan de voorzijde niet duidelijk zien. t Wanneer u diavoorstellingen of filmpjes afspeelt, wordt het scherm aan de voorzijde mogelijk niet geactiveerd, zelfs niet als u het aanraakt. t Zelfportret wordt automatisch geselecteerd wanneer u na 3 seconden nog geen optie hebt gekozen. t Wanneer u druk op de camera uitoefent of het batterijklepje of het klepje voor de USB/AV/HDMI-aansluiting opent, kan het scherm aan de voorzijde worden geactiveerd. Zelfportret Basisfuncties 26 Foto's maken Digitale zoom Zoomen U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera heeft een optische functie voor inzoomen tot 5x en een digitale functie voor inzoomen tot 5x. Door beide te gebruiken, kunt u tot 25 keer inzoomen. Als de zoomindicator zich in het digitale bereik bevindt, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. De beeldkwaliteit kan bij het gebruik van digitale zoom achteruitgaan. Digitaal bereik Draai de [Zoomknop] naar rechts om op het onderwerp in te zoomen. Draai de [Zoomknop] naar links om uit te zoomen. Zoomverhouding Optisch bereik t De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar bij het gebruik van de modi S, s (in bepaalde scènes), d, D en v en in combinatie met Gezichtsdetectie en Smart filter. t Bij gebruik van de digitale zoomfunctie kan het langer duren voordat een foto is opgeslagen. 5.0 Uitzoomen Zoomindicator Inzoomen De zoomverhouding die voor video's beschikbaar is, verschilt. Basisfuncties 27 Foto's maken Bewegingsonscherpte voorkomen (OIS) t OIS werkt mogelijk in de volgende omstandigheden niet goed: - wanneer u de camera beweegt om een bewegend onderwerp te volgen - wanneer u digitale zoom gebruikt - wanneer de camera te veel trilt - wanneer er sprake is van een lange sluitertijd (bijvoorbeeld bij selectie van Nacht in de modus s) - wanneer de batterij bijna leeg is - wanneer u een close-up neemt t Als u de OIS-functie met een statief gebruikt, kunnen de foto's onscherp worden door de trilling van de OIS-sensor. Schakel de OISfunctie bij gebruik van een statief uit. t Als de camera een schok krijgt, wordt het scherm wazig. Schakel in dat geval de camera uit en weer in zodat de OIS-functie weer naar behoren werkt. t In sommige scènes is de OIS-functie niet beschikbaar. apsDv In de opnamemodus kunt u de bewegingsonscherpte optisch beperken. Vóór correctie Na correctie 1 Selecteer in de opnamemodus f “ > (een of twee keer) “ . (Selecteer in de modus D de optie f “ .) 2 Selecteer een optie. Optie Beschrijving Uit: hiermee schakelt u de OIS-functie uit. Aan: hiermee schakelt u de OIS-functie in. Basisfuncties 28 Tips om betere foto's te maken Bewegingsonscherpte verminderen De camera op de juiste manier vasthouden Controleer of er niets voor de lens zit. t Stel de optie OIS (Optical Image Stabilisation) in om de bewegingsonscherpte optisch te reduceren. (pag. 28) t Selecteer de modus d om de bewegingsonscherpte zowel optisch als digitaal te reduceren. (pag. 36) Als h wordt weergegeven De sluiterknop half indrukken Druk [Ontspanknop] half in en pas de scherpstelling aan. De scherpstelling en belichting worden automatisch aangepast. Diafragma en sluitertijd worden automatisch ingesteld. Scherpstelkader t Druk op [Ontspanknop] om een foto te maken als het kader groen is. t Pas het kader aan en druk [Ontspanknop] nogmaals half in als het kader rood is. Basisfuncties Bewegingsonscherpte Zorg dat bij opnamen in het donker de flitser niet op Langz sync of Uit is ingesteld. Het diafragma blijft dan langer open, waardoor het moeilijker is om de camera stil te houden. t Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (pag. 50) t Pas de ISO-waarde aan. (pag. 51) 29 Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om op het onderwerp scherp te stellen: - er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond - t Wanneer u foto's maakt bij weinig licht Schakel de flitser in. (pag. 50) (wanneer het onderwerp kleding draagt in dezelfde kleur als de achtergrond) de lichtbron achter het onderwerp is te fel het onderwerp glanst het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals bij jaloezieën het geval is het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het kader t Wanneer onderwerpen snel bewegen Gebruik de functie voor continuopnamen of bewegingsdetectie. (pag. 64) Gebruik de scherpstelvergrendeling Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader verschuiven om de compositie aan te passen. Druk wanneer u klaar bent [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Basisfuncties 30 Uitgebreide functies Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een modus te selecteren en hoe u video's en spraakmemo's opneemt. Opnamemodi …………………………………………… 32 De Smart Auto-modus gebruiken ……………………… De Scènemodus gebruiken …………………………… De Beautyshot-modus gebruiken ……………………… Kaderlijnen gebruiken …………………………………… De belichting in de Nachtmodus aanpassen …………… De Dual IS-modus gebruiken …………………………… De Programmamodus gebruiken ……………………… Een video opnemen …………………………………… De Intelligente scènedetectiemodus gebruiken ……… 32 33 34 35 35 36 37 37 39 Foto’s maken met behulp van het scherm aan de voorzijde ……………………………… 40 De Zelfportretmodus gebruiken ………………………… De Kinderenmodus gebruiken ………………………… De Dubbelportretmodus gebruiken …………………… De Sprongopname-timer gebruiken …………………… Functie-informatie gebruiken …………………………… Een smiley gebruiken …………………………………… Een video maken met behulp van het scherm aan de voorzijde ………………………………………… 40 41 41 42 43 43 43 Spraakmemo's opnemen ……………………………… 44 Een spraakmemo opnemen …………………………… Een spraakmemo aan een foto toevoegen …………… 44 44 Opnamemodi Maak foto's en video's door de beste opnamemodus voor de omstandigheden te selecteren. De Smart Auto-modus gebruiken Pictogram Beschrijving In deze modus kiest de camera automatisch instellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. De modus is handig als u niet bekend bent met de camera-instellingen voor de diverse scènes. Verschijnt bij nachtelijke portretfoto's. 1 2 Verschijnt bij portretfoto's. Verschijnt bij foto's van landschappen met tegenlicht. Verschijnt bij portretfoto's met tegenlicht. Selecteer in de opnamemodus a “ S. Verschijnt bij close-upfoto's van objecten. Kadreer het onderwerp. Verschijnt bij close-upfoto's van tekst. t De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het scherm weergegeven. Verschijnt bij foto's van zonsondergangen. Verschijnt bij foto's van heldere luchten. Verschijnt bij foto's van beboste gebieden. Verschijnt bij close-upfoto's van kleurrijke onderwerpen. Verschijnt bij close-upfoto's van mensen. Verschijnt wanneer camera en onderwerp een tijdje stabiel zijn. Dit is alleen beschikbaar als u foto’s in het donker maakt. Verschijnt bij foto's van actief bewegende onderwerpen. Pictogram Beschrijving Verschijnt bij foto's van landschappen. Verschijnt bij foto's van vuurwerk. Deze functie is alleen bij gebruik van een statief beschikbaar. Verschijnt bij foto's met een heldere witte achtergrond. Verschijnt bij nachtfoto's van landschappen. Alleen beschikbaar wanneer de flitser uitstaat. Uitgebreide functies 32 Opnamemodi 3 4 Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. De Scènemodus gebruiken Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Maak een foto met vooraf ingestelde opties voor een specifieke scène. t Als de camera geen scènemodus herkent, wordt S weergegeven en worden de standaardinstellingen gebruikt. t Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de camera geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van het onderwerp en de lichtval. t Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp. t Ook als u een statief gebruikt, kan het gebeuren dat de modus niet wordt gedetecteerd. Dit hangt van de beweging van het onderwerp af. 1 2 Selecteer in de opnamemodus a “s. Selecteer een scène. Kies de juiste modus voor een veelheid aan situaties Scène t Zie voor de modus Beautyshot het gedeelte “De Beautyshotmodus gebruiken” op pagina 34. t Zie voor de modus Kaderlijnen het gedeelte “Kaderlijnen gebruiken” op pagina 35. t Voor de modus Nacht, zie “De belichting in de Nachtmodus aanpassen” op pagina 35. 3 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Uitgebreide functies 33 Opnamemodi 3 De Beautyshot-modus gebruiken Maak een foto van iemand met opties om onvolkomenheden in het gezicht te verbergen. 1 2 Als u onvolkomenheden in het gezicht wilt verbergen, selecteert u “een optie. t Selecteer een hogere instelling om een groter aantal onvolkomenheden te verbergen. Selecteer in de opnamemodus a “ s “ . Als u de huidtint van het onderwerp lichter wilt laten lijken (alleen het gezicht), selecteert u f “ “een optie. Niveau 3 t Selecteer een hogere instelling om de huidtint lichter te laten lijken. Niveau 2 4 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 5 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. De scherpstelafstand wordt op Auto macro ingesteld. Uitgebreide functies 34 Opnamemodi Kaderlijnen gebruiken De belichting in de Nachtmodus aanpassen Wanneer u iemand anders een foto van u wilt laten maken, kunt u deze in scène zetten met behulp van de kaderlijnen. De kaderlijnen helpen degene die een foto van u maakt door het gedeelte van de vooraf gekadreerde scène te laten zien. In de Nachtmodus kunt u door een langere belichtingstijd te gebruiken korte lichtflitsen als gebogen strepen vastleggen. Gebruik een lange sluitertijd om de sluiter langer open te laten staan. Gebruik een hogere diafragmawaarde om overbelichting te voorkomen. 1 2 Selecteer in de opnamemodus a “ s “ . Kadreer het onderwerp en druk op [Ontspanknop]. t Aan de linker- en rechterkant van het beeld verschijnen doorzichtige lijnen. 1 2 Selecteer in de opnamemodus a “ s “ Selecteer f “ Kader annuleren: Terug 3 4 Diafragma 3 Vraag een andere persoon om een foto te maken. Selecteer een optie. t Deze persoon kan het onderwerp kadreren met behulp van de kaderlijnen en vervolgens op [Ontspanknop] drukken om de foto te maken. Selecteer om de kaderlijnen op te heffen. Als u de kaderlijnen gebruikt, is het scherm aan de voorzijde niet beschikbaar. Uitgebreide functies 35 “Diafragma. Sluitertijd . Opnamemodi 4 “Sluitertijd. Selecteer Diafragma 1.0 2.0 De Dual IS-modus gebruiken U kunt bewegingsonscherpte verminderen en onscherpe foto's vermijden met de functies OIS (Optical Image Stabilisation) en DIS (Digital Image Stabilisation), respectievelijk optische en digitale beeldstabilisatie. Sluitertijd 4.0 8.0 16.0 5 Selecteer een waarde om de sluitertijd aan te passen en selecteer . 6 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 7 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp worden. Vóór correctie 1 2 3 Na correctie Selecteer in de opnamemodus a “d. Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. t De digitale zoomfunctie werkt in deze modus niet. t De foto wordt alleen optisch gecorrigeerd wanneer deze gemaakt wordt bij een lichtbron die helderder is dan TL-licht. t Als het onderwerp snel beweegt, kan de foto onscherp worden. t Schakel de optie OIS in om bewegingsonscherpte in verschillende opnamemodi tegen te gaan. (pag. 28) Uitgebreide functies 36 Opnamemodi De Programmamodus gebruiken Een video opnemen In de Programmamodus kunt u diverse opties instellen (met uitzondering van de sluitertijd en diafragmawaarde). Neem video's in high-definition van maximaal 20 minuten op. De video-opname wordt opgeslagen als een MP4 (H.264). 1 2 Selecteer in de opnamemodus a “ p. t H.264 (MPEG-4 part 10/AVC) is een video-indeling met hoge compressie die is ontwikkeld door de internationale standaardisatieorganisaties ISO-IEC en ITU-T. t Sommige geheugenkaarten ondersteunen mogelijk geen opname met high-definition kwaliteit. Stel in dat geval een lagere resolutie in. (pag. 46) t Geheugenkaarten met een lage schrijfsnelheid ondersteunen geen video’s met een hoge resolutie of een hoge snelheid. Gebruik voor het opnemen van video’s met een hoge resolutie of een hoge snelheid geheugenkaarten met een hoge schrijfsnelheid. t Wanneer Optical Image Stabilisation ( ) is ingeschakeld, kan er geluid van de werkende OIS-functie bij de video worden opgenomen. t Als u tijdens de opname in- of uitzoomt, is het mogelijk dat het zoomgeluid in de opname hoorbaar is. Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie “Opnameinstellingen”.) 3 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. 1 2 Selecteer in de opnamemodus a “ v. Selecteer f “ “een opnamesnelheid (het aantal frames per seconde). t Bij een hoger aantal frames doet de actie natuurlijker aan, maar wordt het bestand ook groter. Uitgebreide functies 37 Opnamemodi 30 fps Selecteer > “ Optie Stel naar wens andere opties in. (Voor een lijst met opties, zie “Opname-instellingen”.) 5 6 Druk op [Ontspanknop] om de opname te starten. Druk nogmaals op [Ontspanknop] om de opname te stoppen. Het opnemen onderbreken is alleen beschikbaar bij een videoresolutie van 320 x 240. 3 4 U kunt tijdens het opnemen van een video de opname tijdelijk onderbreken. Met deze functie kunt u uw favoriete scènes in één video opnemen. “een optie. Selecteer te gaan. Beschrijving om de opname te pauzeren. Selecteer Uit : hiermee kunt u een video zonder geluid opnemen. Aan: hiermee kunt u een video met geluid opnemen. Zoom gedempt: Video opnemen zonder geluid tijdens in-/uitzoomen. Stop: Sluiter Uitgebreide functies 38 om verder Opnamemodi 3 4 De Intelligente scènedetectiemodus gebruiken In deze modus kiest de camera automatisch instellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. 1 2 Druk op de [Ontspanknop] om de opname te starten. Druk nogmaals op de [Ontspanknop] om de opname te stoppen. t Als de camera geen scènemodus herkent, verandert D niet en worden de standaardinstellingen gebruikt. t Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp. t De opties voor fotostijl en smart filter zijn in de D modus niet beschikbaar. Selecteer in de opnamemodus a “ D. Kadreer het onderwerp. t De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het scherm weergegeven. Pictogram Beschrijving Verschijnt bij het maken van video’s van landschappen. Verschijnt bij het maken van video’s van heldere luchten. Verschijnt bij het maken van video’s van beboste gebieden. Verschijnt bij het maken van video’s van zonsondergangen. Uitgebreide functies 39 Foto’s maken met behulp van het scherm aan de voorzijde Het scherm aan de voorzijde is handig bij het maken van zelfportretten en foto’s van kinderen. U kunt ook de Dubbelportretmodus en de sprongopname-timer met het scherm aan de voorzijde gebruiken. U kunt op het scherm aan de voorzijde tikken om dit in te schakelen. Door er nogmaals op te tikken of door op de knop voor het LCD-scherm aan de voorzijde te drukken, schakelt u het weer uit. De Zelfportretmodus gebruiken Sapsd 3 Maak eenvoudig foto's van uzelf met behulp van het scherm aan de voorzijde. Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Wanneer u het scherm aan de voorzijde gebruikt, neemt de camera automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht wordt gedetecteerd. 1 Druk in de Opnamemodus eenmaal op de LCD-knop aan de voorzijde en selecteer . t Uw gezicht wordt automatisch door de camera gedetecteerd. Om het gedetecteerde gezicht verschijnt een kader. 2 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Uitgebreide functies 40 Foto’s maken met behulp van het scherm aan de voorzijde De Kinderenmodus gebruiken De Dubbelportretmodus gebruiken Sapsd Sapsd In deze modus kunt u de aandacht van kinderen op de camera vestigen door een korte animatie op het scherm aan de voorzijde af te spelen. Deze modus detecteert twee personen die naar elkaar neigen en maakt automatisch foto's van poserende stellen. 1 Druk in de Opnamemodus eenmaal op de LCD-knop aan de voorzijde en selecteer . 1 Druk in de Opnamemodus eenmaal op de LCD-knop aan de voorzijde en selecteer . t Er wordt een animatie afgespeeld. 2 3 t Een wit kader betekent dat de gezichten zijn herkend. t Een groen kader wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt, betekent dat de gezichten scherp in beeld zijn. Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 2 Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Neig naar elkaar in het kader. t De camera detecteert twee gezichten van de onderwerpen op dezelfde afstand van de camera. t Het kan gebeuren dat de camera de compositie niet herkent. Dit is afhankelijk van de pose die het stel inneemt. t U kunt animaties downloaden vanaf de website of de Intelli-studio. (pag. 91) Ga naar www.samsung.com of www.samsungimaging.com voor meer informatie. t U kunt geluiden toevoegen aan animaties om de aandacht van kinderen te trekken. (pag. 99) Uitgebreide functies 41 Foto’s maken met behulp van het scherm aan de voorzijde 3 De Sprongopname-timer gebruiken Sapsd Een foto van springende mensen nemen. Er verschijnt een pictogram op het scherm aan de voorzijde als melding dat de mensen kunnen gaan springen. 1 2 Spring als het pictogram op het scherm aan de voorzijde verschijnt. t Er worden 3 foto’s achter elkaar gemaakt. Als u foto’s met de sprongopname-timer bij weinig licht of binnenshuis maakt, worden de foto’s mogelijk donker. Druk in de Opnamemodus eenmaal op de LCD-knop aan de voorzijde en selecteer . Druk op de [Ontspanknop]. t Op het scherm aan de voorzijde wordt een paar seconden voordat de opname wordt gemaakt met aftellen begonnen. Uitgebreide functies 42 Foto’s maken met behulp van het scherm aan de voorzijde Functie-informatie gebruiken Sapsd Tijdens het maken van foto’s wordt er informatie over de flitser en de belichting op het scherm aan de voorzijde weergeven. 1 Druk in de Opnamemodus eenmaal op de LCD-knop aan de voorzijde en selecteer . 2 3 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Een smiley gebruiken Een video maken met behulp van het scherm aan de voorzijde Dv Een video maken in de Zelfportretmodus 1 Druk in de Opnamemodus eenmaal op de LCD-knop aan de voorzijde en selecteer . 2 3 Druk op de [Ontspanknop] om de opname te starten. Druk nogmaals op de [Ontspanknop] om de opname te stoppen. Sapsd Het glimlachje verschijnt op het scherm aan de voorzijde wanneer er is scherpgesteld nadat de ontspanknop half is ingedrukt. 1 Druk in de Opnamemodus eenmaal op de LCD-knop aan de voorzijde en selecteer . 2 Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Het glimlachje verschijnt. 3 Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Een video maken in de Kinderenmodus 1 Druk in de Opnamemodus eenmaal op de LCD-knop aan de voorzijde en selecteer . 2 3 Druk op de [Ontspanknop] om de opname te starten. Uitgebreide functies Druk nogmaals op de [Ontspanknop] om de opname te stoppen. 43 Spraakmemo's opnemen apsd Hier vindt u informatie over hoe u een spraakmemo opneemt die u op elk gewenst moment kunt afspelen. U kunt een spraakmemo aan een foto toevoegen als een korte herinnering aan de opnameomstandigheden. U bereikt de beste geluidskwaliteit als u op 40 cm afstand van de camera opneemt. Een spraakmemo opnemen Een spraakmemo aan een foto toevoegen 1 1 Selecteer in de opnamemodus f “ “ . (In sommige modi, selecteert u f “ > (een of twee keer) “ “ .) Selecteer in de opnamemodus f “ “ . (In sommige modi, selecteert u f “ > (een of twee keer) “ “ .) Memo Opname 2 3 4 2 Druk op [Ontspanknop] om de opname te starten. t Selecteer om de opname te pauzeren en om verder te gaan. t Wanneer het opnemen begint, wordt de resterende tijd boven in het scherm door de bestandsnaam vervangen. t U kunt spraakmemo's van maximaal 10 uur opnemen. 3 Druk op [Ontspanknop] om de opname te stoppen. Selecteer schakelen. Kadreer het onderwerp en maak een foto. t De camera begint direct nadat de foto is genomen met het opnemen van de spraakmemo. Neem een korte spraakmemo op (maximaal 10 seconden). t Druk op [Ontspanknop] om de opname van de spraakmemo te stoppen. U kunt in de modus voor het maken van reeksopnamen geen spraakmemo’s aan foto’s toevoegen. om naar de opnamemodus over te Uitgebreide functies 44 Opname-instellingen Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de opnamemodus kunt kiezen. Resolutie en beeldkwaliteit selecteren …… 46 Gezichtsdetectie gebruiken ……………… 55 De resolutie selecteren ……………………… 46 De beeldkwaliteit selecteren ………………… 47 Gezichten detecteren ………………………… Een foto van een lachend gezicht maken …… Knipperende ogen detecteren ……………… Intelligente gezichtsdetectie gebruiken ……… Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) … De zelfontspanner gebruiken ……………… 48 Opnamen in het donker maken ………… Rode ogen voorkomen …………………… De flitser gebruiken …………………………… De ISO-waarde aanpassen ………………… 50 50 50 51 De scherpstelling aanpassen 52 52 52 53 54 54 …………… Macro gebruiken …………………………… Autofocus gebruiken ………………………… Intelligente aanraking-AF gebruiken ………… Fotograferen met één aanraking …………… Het scherpstelgebied aanpassen …………… 55 56 56 57 57 Helderheid en kleur aanpassen …………… 59 De belichting handmatig aanpassen (EV) …… Tegenlichtcompensatie (ACB) ……………… De lichtmeetmethode wijzigen ……………… Een lichtbron selecteren (Witbalans) ………… Serie-opnamen 59 60 61 62 …………………………… 64 Foto's mooier maken ……………………… 65 Fotostijlen toepassen ………………………… 65 Intelligente filtereffecten toepassen ………… 66 Foto's aanpassen …………………………… 67 Resolutie en beeldkwaliteit selecteren Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de resolutie en beeldkwaliteit kunt aanpassen. De resolutie selecteren SapsdDv Optie Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer pixels bevatten en daardoor groter kunnen worden afgedrukt en weergegeven. Bij een hoge resolutie neemt ook de bestandsgrootte toe. Beschrijving 4320 X 3240: Afdrukken op A1-papier. 4320 X 2880: Afdrukken op A1-papier in de verhouding 3:2 (breed). 4000 X 3000: Afdrukken op A1-papier. Wanneer u een foto gaat maken doet u het volgende: 1 Selecteer in de opnamemodus f “> “ (In bepaalde modi wordt dat f “ .) 2 Selecteer een optie. 4320 X 2432: Afdrukken op A2-formaat in panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een HDTV. . 3264 X 2448: Afdrukken op A3-papier. 2560 X 1920: Afdrukken op A4-papier. 2048 X 1536: Afdrukken op A5-papier. 1920 X 1080: Afdrukken op A5-formaat in panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een HDTV. 4320 X 2432 1024 X 768: Bij een e-mail voegen. Opname-instellingen 46 Resolutie en beeldkwaliteit selecteren Wanneer u een video gaat opnemen doet u het volgende: 1 2 Selecteer in de modi D en v de opties f “ Selecteer een optie. 1280 X 720 HQ . De beeldkwaliteit selecteren De foto's die u maakt, worden gecomprimeerd en in JPEGindeling opgeslagen. Een hogere kwaliteit resulteert in grotere bestanden. 1 Selecteer in de opnamemodus f “ > “ (In bepaalde modi wordt dat f “ .) 2 Selecteer een optie. Hoog Optie apsd Beschrijving 1280 X 720 HQ: Bestanden met hoge kwaliteit afspelen op een HDTV. 1280 X 720: Afspelen op een HDTV. 640 X 480: Afspelen op een gewone televisie. Optie 320 X 240: Afspelen op een webpagina. Beschrijving Superhoog Hoog Normaal Opname-instellingen 47 . De zelfontspanner gebruiken SapsdDv Hier vindt u informatie over hoe u de zelfontspanner instelt om met een vertraging een foto te maken. 1 2 Selecteer in de opnamemodus 3 . Selecteer een optie. t Het AF-hulplampje/zelfontspannerlampje gaat knipperen en de camera maakt na de ingestelde tijdsduur automatisch een foto. t Het display aan de voorzijde begint enkele seconden voor de opname met aftellen. Uit Optie Druk op [Ontspanknop] om de zelfontspanner te starten. Beschrijving Uit: de zelfontspanner is niet actief. 10 sec: hiermee wordt er na 10 seconden een foto gemaakt. 2 sec: hiermee wordt er na 2 seconden een foto gemaakt. Dubbel: hiermee wordt er eerst na 10 seconden een foto gemaakt en 2 seconden daarna een tweede. Bewegingstimer: na detectie van uw beweging wordt er een foto gemaakt. (pag. 49) t Selecteer het zelfontspannerpictogram of druk op [Ontspanknop] om de zelfontspanner uit te schakelen. t Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie is de zelfontspanner mogelijk niet beschikbaar of zijn bepaalde zelfontspanneropties niet beschikbaar. Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. Opname-instellingen 48 De zelfontspanner gebruiken 5 De bewegingstimer gebruiken 1 2 3 4 Selecteer in de opnamemodus “ . Poseer voor de foto terwijl het AF-hulplampje/ zelfontspannerlampje knippert. t Vlak voordat de camera een foto maakt, stopt het AF-hulplampje/zelfontspannerlampje met knipperen. Druk op [Ontspanknop]. Zorg dat u binnen 6 seconden nadat u op [Ontspanknop] hebt gedrukt voor de camera staat, op maximaal 3 m afstand. Maak een beweging, zoals een armzwaai, om de zelfontspanner te activeren. t Wanneer de camera u detecteert, begint het AF-hulplampje/ zelfontspannerlampje snel te knipperen. De bewegingstimer werkt mogelijk niet in de volgende omstandigheden: t u bevindt zich op meer dan 3 m afstand van de camera. t uw bewegingen zijn niet opvallend genoeg. t er is te veel licht of tegenlicht. t het onderwerp is dicht genoeg bij u om het AF-lampje te reflecteren. Het detectiebereik van de bewegingstimer Opname-instellingen 49 Opnamen in het donker maken Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken. Rode ogen voorkomen De flitser gebruiken ap Als u in het donker een foto van iemand maakt met gebruik van de flitser, kan er een rode gloed in de ogen van het onderwerp verschijnen. U kunt dit voorkomen door Rode ogen of Antirode ogen te selecteren. Voor de flitseropties, zie “De flitser gebruiken”. Saps Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of wanneer u meer licht in de foto's wilt hebben. 1 2 Selecteer in de opnamemodus . Selecteer een optie. Auto Deze optie is alleen in bepaalde scènemodi beschikbaar. Optie Beschrijving Uit: t De flitser gaat niet af. t Er wordt een waarschuwing voor bewegingsonscherpte ( ) weergegeven wanneer u bij weinig licht opnamen maakt. Auto: In de modus S selecteert de camera een geschikte flitseroptie voor de gedetecteerde scène. Auto: De flitser gaat automatisch af wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. Opname-instellingen 50 Opnamen in het donker maken De ISO-waarde aanpassen Optie Beschrijving p De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin film gevoelig is voor licht, zoals gedefinieerd door de International Organisation for Standardisation (ISO). Hoe hoger de ISO-waarde, des te gevoeliger wordt de camera voor licht. Met een hogere ISOwaarde kunt u gemakkelijker foto's zonder flits maken. Rode ogen*: t De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. t De camera gaat rode ogen tegen. Invulflits: t De flitser gaat altijd af. t De lichtintensiteit wordt automatisch bijgesteld. Langz sync: t De flitser gaat af en de sluiter blijft langer open. t Selecteer deze optie wanneer u het omgevingslicht wilt gebruiken om meer details in de achtergrond zichtbaar te maken. t Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp worden. 1 2 Selecteer in de opnamemodus f “ . Selecteer een optie. t Selecteer om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op basis van de helderheid van het onderwerp en de lichtval. Auto Anti-rode ogen*: t De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. t De camera corrigeert rode ogen door middel van geavanceerde softwarematige analyse van de opname. Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. * Er zit een korte tijd tussen twee flitsen. Beweeg de camera niet totdat de tweede flits is afgegaan. Hoe hoger de ISO-waarde, des te meer beeldruis kan er optreden. t Als u opties voor reeksopnamen instelt of Knipperen selecteert, zijn er geen flitseropties beschikbaar. t Zorg dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de flitser bevindt. (pag. 113) t Als er licht wordt gereflecteerd of er te veel stof in de lucht is, kunnen er kleine spikkels op de foto zichtbaar zijn. Opname-instellingen 51 De scherpstelling aanpassen Hier vindt u informatie over hoe u de manier waarop de camera scherpstelt voor diverse onderwerpen kunt aanpassen. Macro gebruiken Autofocus gebruiken apdDv Gebruik macro om close-upfoto's te maken van onderwerpen zoals bloemen en insecten. Voor de macro-opties, zie “Autofocus gebruiken”. apdDv Om scherpe foto's te maken selecteert u de juiste scherpsteloptie al naar gelang de afstand tot het onderwerp. 1 2 Selecteer in de opnamemodus . Selecteer een optie. Normaal (AF) Optie Beschrijving Normaal (AF): scherpstellen op een onderwerp op meer dan 80 cm afstand (meer dan 80 cm bij het gebruik van de zoomfunctie). Auto macro: scherpstellen op een onderwerp op meer dan 5 cm afstand (meer dan 50 cm bij het gebruik van de zoomfunctie). t Probeer de camera heel stil te houden, om te voorkomen dat de foto's onscherp worden. t Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan 40 cm bedraagt. Macro: scherpstellen op een onderwerp op 5 - 80 cm afstand (50 - 80 cm bij het gebruik van de zoomfunctie). Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. Opname-instellingen 52 De scherpstelling aanpassen Intelligente aanraking-AF gebruiken t Als u geen enkel gedeelte van het scherm aanraakt, verschijnt het scherpstelkader midden in het beeld. t Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen mislukken: - het onderwerp is te klein of verplaatst zich; - er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats - kleuren of patronen van het onderwerp komen met de achtergrond overeen - de camera trilt erg In deze gevallen ziet het scherpstelkader eruit als een kader met één witte lijn. t Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen onderwerp opnieuw selecteren. t Als de camera er niet in slaagt om scherp te stellen, wordt het scherpstelkader een kader met één rode lijn. t Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor gezichtsdetectie, fotostijlen en intelligente filtereffecten in te stellen. apsd Smart Touch AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch scherp in beeld houden, ook wanneer u beweegt. 1 2 Selecteer in de opnamemodus f “ “ . Raak in het aanraakgedeelte (door een kader aangegeven) het onderwerp dat u wilt volgen aan. t Er verschijnt een scherpstelkader rond het onderwerp dat het onderwerp volgt als u de camera beweegt. t Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt. t Een groen kader wanneer u [Ontspanknop] half indrukt, betekent dat het onderwerp scherp in beeld is. Opname-instellingen 53 De scherpstelling aanpassen Fotograferen met één aanraking apsd Het scherpstelgebied aanpassen apsd U kunt met druk van uw vinger op uw onderwerp scherpstellen en een foto maken. U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen op basis van de locatie van het onderwerp in de scène. 1 2 3 1 2 Selecteer in de opnamemodus f “ “ . Raak een onderwerp aan om op scherp te stellen. Selecteer in de opnamemodus f “ . Selecteer een optie. Blijf het onderwerp aanraken om de foto te maken. t Blijf aanraken totdat de niveau-indicator gevuld is. Centrum AF Optie Beschrijving Centrum AF: scherpstelling op het midden (geschikt voor onderwerpen in het midden van het beeld) Multi AF: scherpstelling op een of meer van de 9 mogelijke gebieden. t Als u een ander gedeelte gedurende korte tijd aanraakt, verandert het gezichtsdetectiekader in een normaal kader. t Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor reeksopnamen, fotostijlen en intelligente filtereffecten in te stellen. One Touch-opname: stel scherp op het onderwerp door het beeld op het scherm aan te raken. Blijf het onderwerp aanraken om de foto te maken. Smart Touch AF: scherpstelling op en volgen van het onderwerp dat u op het scherm aanraakt. (pag. 53) Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. Opname-instellingen 54 Gezichtsdetectie gebruiken apsd Wanneer u de gezichtsdetectiefunctie gebruikt, herkent de camera automatisch gezichten van mensen. Wanneer u op een gezicht scherpstelt, past de camera de belichting automatisch aan. Maak snel en eenvoudig foto's met Knipperen om gesloten ogen op de foto te voorkomen en Smile shot om een lachend gezicht vast te leggen. U kunt tevens Slimme gez.herkenning gebruiken om gezichten te registreren en ze bij het scherpstellen prioriteit te geven. t In sommige scènes is gezichtsdetectie niet beschikbaar. t Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet effectief: - het onderwerp bevindt zich te ver van de camera af (het scherpstelkader kleurt bij Smile shot en Knipperen oranje) - het is te licht of te donker - het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera - het onderwerp draagt een zonnebril of een masker - het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn veranderlijk - de gezichtsuitdrukking van het onderwerp verandert drastisch t Gezichtsdetectie is niet beschikbaar bij het gebruik van een fotostijl of een intelligent filtereffect. t Als u de optie voor gezichtsdetectie gebruikt, werkt de digitale zoomfunctie niet. t Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie is de zelfontspanner mogelijk niet beschikbaar of zijn bepaalde zelfontspanneropties niet beschikbaar. t Als u foto’s van gedetecteerde gezichten maakt, worden deze opgeslagen in de lijst met gezichten. t In de weergavemodus kunt u geregistreerde gezichten op volgorde van prioriteit weergeven. (pag. 72) Ook als gezichten zijn geregistreerd, worden ze mogelijk in de weergavemodus niet geclassificeerd. t Het gezicht dat in de opnamemodus wordt gedetecteerd komt mogelijk niet in de gezichtenlijst of in Smart Album voor. Gezichten detecteren De camera detecteert automatisch menselijke gezichten (maximaal 10). Selecteer in de opnamemodus f “ “ . Het dichtstbijzijnde gezicht wordt in een wit scherpstelkader gevangen, de andere gezichten in grijze kaders. Opname-instellingen t Hoe dichter u bij het onderwerp bent, des te sneller detecteert de camera gezichten. t Als u wilt scherpstellen op gezichten in grijze kaders, raakt u deze aan om erop scherp te stellen. t Afhankelijk van de opnameopties worden de gedetecteerde gezichten mogelijk niet geregistreerd. 55 Gezichtsdetectie gebruiken Een foto van een lachend gezicht maken Knipperende ogen detecteren De camera neemt automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht wordt gedetecteerd. Als de camera gesloten ogen detecteert, worden er automatisch 2 foto's na elkaar gemaakt. Selecteer in de opnamemodus f “ Selecteer in de opnamemodus f “ “ . De camera herkent de lach eerder wanneer het onderwerp breeduit lacht. Opname-instellingen “ . t Houd de camera stil terwijl “Bezig met vastleggen” op het scherm wordt weergegeven. t Als de knipperdetectie niet heeft gewerkt, wordt de melding “Foto gemaakt met gesloten ogen” weergegeven. Neem in dat geval nog een foto. 56 Gezichtsdetectie gebruiken Intelligente gezichtsdetectie gebruiken Gezichten als favoriet registreren (Mijn ster) De camera registreert automatisch gezichten die u vaak fotografeert. Met deze functie krijgt de scherpstelling van deze gezichten en favoriete gezichten prioriteit. Deze functie is alleen bij gebruik van een geheugenkaart beschikbaar. U kunt uw favoriete gezichten registreren om deze gezichten bij de scherpstelling en belichting prioriteit te geven. Deze functie is alleen bij gebruik van een geheugenkaart beschikbaar. 1 2 Selecteer in de opnamemodus f “ “ . Het dichtstbijzijnde gezicht wordt in een wit scherpstelkader gevangen, de andere gezichten in grijze kaders. t : Hiermee worden favoriete gezichten aangegeven (zie pagina 57 voor het registreren van favoriete gezichten). t : Hiermee worden gezichten aangegeven die automatisch door de camera worden geregistreerd. Selecteer in de opnamemodus f “ . Kadreer het onderwerp met de ovalen kaderlijn en druk op de [Ontspanknop] om het gezicht te registreren. t Als het gezicht van het onderwerp niet is gekadreerd met de ovalen kaderlijn, wordt het witte kader niet weergegeven. t U neemt 5 foto’s van het gezicht: van de voorkant, van links, van rechts, van boven en van onderen. t Maak bij het registreren van gezichten een foto per persoon tegelijk. t De camera herkent en registreert gezichten mogelijk niet goed in extreme lichtomstandigheden, bij drastische veranderingen in de houding of gezichtsuitdrukking van het onderwerp of als het onderwerp de bril wel of niet draagt. t De camera kan maximaal 14 gezichten automatisch registreren. Als de camera een nieuw gezicht herkent terwijl er al 14 gezichten zijn geregistreerd, zal de camera automatisch het gezicht met de laagste prioriteit door het nieuwe vervangen. t De camera kan maximaal 5 gezichten in een scène detecteren. Opname-instellingen “ 57 Gezichtsdetectie gebruiken 3 Selecteer wanneer de lijst met gezichten verschijnt. t Uw favoriete gezichten worden in de gezichtenlijst met een aangegeven. t U kunt maximaal 6 favoriete gezichten registreren. t De flitseroptie wordt op Uit ingesteld. t Als u een gezicht twee keer registreert, kunt u een van deze gezichten uit de lijst verwijderen. Uw favoriete gezichten weergeven 1 2 Selecteer in de opnamemodus f “ Selecteer “ . om uw favoriete gezichten weer te geven. t Als u de classificatie van uw favoriete gezichten wilt aanpassen, selecteert u . (pag. 72) . t Als u uw favoriete gezichten wilt annuleren, selecteert u Opname-instellingen 58 Helderheid en kleur aanpassen Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken. 3 De belichting handmatig aanpassen (EV) pdv Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's te licht of te donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen om een beter resultaat te krijgen. Donkerder (-) 1 2 Neutraal (0) Selecteer Helderder (+) Selecteer in de opnamemodus f “ t Nadat u de belichting hebt aangepast, blijft deze instelling van kracht. Mogelijk moet dit later weer worden bijgesteld om onder- of overbelichting te voorkomen. t Als u niet weet wat de juiste belichting zou zijn, selecteert u AEB (Auto Exposure Bracket). De camera maakt dan 3 foto’s achter elkaar met verschillende belichtingen: normaal, onderbelicht en overbelicht. (pag. 64) . Selecteer een waarde om de belichting aan te passen. t +: helderder, -: donkerder EV -2 -1 0 +1 +2 Opname-instellingen . t De aangepaste belichting wordt op de onderstaande wijze weergegeven. 59 Helderheid en kleur aanpassen Tegenlichtcompensatie (ACB) p Optie Wanneer de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt, of als er een groot contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond, komt het onderwerp waarschijnlijk donker op de foto. Schakel in dat geval de optie Automatische contrastverbetering (ACB) in. Beschrijving Uit: ACB is uitgeschakeld. Aan: ACB is ingeschakeld. t In de a-modus is de ACB-functie altijd ingeschakeld. t Deze functie is niet beschikbaar wanneer Continu, Bewegingsopname of AEB wordt gebruikt. Zonder ACB 1 2 Met ACB Selecteer in de opnamemodus f “>“ . Selecteer een optie. Uit Opname-instellingen 60 Helderheid en kleur aanpassen De lichtmeetmethode wijzigen pdv Optie De lichtmeetmethode is de manier waarop de camera de hoeveelheid licht meet. De helderheid en belichting van de foto's varieert met de gekozen lichtmeetmethode. 1 Selecteer in de opnamemodus f “ > “ (Selecteer in de modus v de optie f “ 2 Selecteer een optie. Spot: t De camera meet alleen de lichtintensiteit in het uiterste midden van het kader. t Als een onderwerp zich niet midden in het beeld bevindt, kan de foto verkeerd belicht worden. t Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht. . .) Centr. gewogen: t De camera bepaalt een gemiddelde voor de lichtmeting van het gehele beeld, maar met nadruk op het midden. t Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in het midden van het beeld bevindt. Multi Optie Beschrijving Beschrijving Multi: t De camera verdeelt het beeld onder in diverse gebieden en meet de lichtintensiteit in elk gebied. t Geschikt voor algemene foto's. Opname-instellingen 61 Helderheid en kleur aanpassen Een lichtbron selecteren (Witbalans) pdv Auto witbalans De kleuren in een foto zijn afhankelijk van het soort lichtbron en de kwaliteit daarvan. Als u foto's met realistische kleuren wilt, selecteert u een toepasselijke lichtomstandigheid om de witbalans te kalibreren, zoals Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt of Kunstlicht. Optie Beschrijving Auto witbalans: Automatische instellingen die per lichtomstandigheid verschillen. Auto witbalans Daglicht: Voor foto's in de buitenlucht op een zonnige dag. Daglicht Bewolkt: Voor foto's in de buitenlucht op een bewolkte dag of in de schaduw. TL-licht H: Voor foto's bij daglichtlampen of driewegfluorescentielampen. TL-licht L: Voor foto's bij wit TL-licht. Bewolkt 1 2 Kunstlicht: Voor foto's binnenshuis bij gloeilamp- of halogeenlampverlichting. Kunstlicht Selecteer in de opnamemodus f “ Aangep. instelling: Uw vooraf gedefinieerde instellingen gebruiken. (pag. 63) . Selecteer een optie. Opname-instellingen 62 Helderheid en kleur aanpassen Uw eigen witbalansinstelling configureren U kunt zelf de witbalans definiëren door een foto te maken van een wit oppervlak, zoals een stuk papier. Hiermee kunt u de kleuren in de foto laten overeenstemmen met de daadwerkelijke scène nadat u de lichtomstandigheid hebt gecontroleerd. 1 2 Richt de lens op een wit stuk papier. 3 Druk op [Ontspanknop]. Selecteer in de opnamemodus f “ “ . Opname-instellingen 63 Serie-opnamen p Het kan soms moeilijk zijn om foto's van snelbewegende onderwerpen te maken en om de natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van uw onderwerpen op de foto vast te leggen. Selecteer in dergelijke gevallen een van de modi voor serie-opnamen. Optie Beschrijving Bewegingsopname: Terwijl u [Ontspanknop] ingedrukt houdt, maakt de camera VGA-foto's (6 foto's per seconde, met een maximum van 30 foto's). 1 2 Selecteer in de opnamemodus f “ > “ AEB: t Hiermee maakt u 3 foto's met een verschillende belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht. t Gebruik een statief om onscherpe foto's te voorkomen. . Selecteer een optie. Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. t U kunt de flitser en zelfontspanner alleen gebruiken wanneer u 1 opname selecteert. t Als u Bewegingsopname selecteert, wordt de resolutie ingesteld op VGA en de ISO-waarde op Auto. t Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie zijn bepaalde opties voor reeksopnamen niet beschikbaar. 1 opname Optie Beschrijving 1 opname: hiermee maakt u een foto tegelijk. Continu: t Terwijl u [Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft de camera achter elkaar foto's maken. t Het maximumaantal foto's is afhankelijk van de capaciteit van de geheugenkaart. Opname-instellingen 64 Foto's mooier maken Hier vindt u informatie over hoe u uw foto's mooier kunt maken door fotostijlen, kleuren of Intelligente filtereffecten toe te passen en door aanpassingen uit te voeren. Fotostijlen toepassen Uw eigen RGB-tint definiëren apdv Pas verschillende stijlen op uw foto's toe, zoals Zacht, Helder, of Bos. Zacht 1 2 Helder 1 Selecteer in de opnamemodus f “> (een of twee keer) “ “ . (Selecteer in de modus a de optie f“ “ .) 2 Selecteer een kleur (R: rood, G: groen, B: blauw). Aangep. RGB Bos Selecteer in de opnamemodus f “> (een of twee keer) “ . (Selecteer in de modus a de optie f “ .) Selecteer een optie. t Selecteer om uw eigen RGB-tint te definiëren. 3 4 Normaal Pas de mate van de geselecteerde kleur aan. Selecteer Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor gezichtsherkenning, intelligente filtereffecten en beeldbewerking in te stellen. Opname-instellingen 65 . Foto's mooier maken Intelligente filtereffecten toepassen apdv Optie Pas allerlei filtereffecten op uw foto’s toe om unieke beelden te maken. Beschrijving Vignetten: Pas retro-kleuren, een hoog contrast en sterke vignettering toe. Visoog 1: Vervorm nabije objecten om de visuele effecten van een vissenooglens te imiteren. Visoog 2: Maak de randen van het kader donkerder en vervorm nabije objecten om de visuele effecten van een vissenooglens te imiteren. Miniatuur Schets: Laat de foto op een tekening lijken. Vignetten Anti-nevel: Maak de foto helderder. Visoog 1 Visoog 2 1 Selecteer in de opnamemodus f “> (een of twee keer) “ . 2 Selecteer een effect. Optie t Als u tijdens een video-opname Miniatuur selecteert, wordt de opnametijd hiervoor met het pictogram weergegeven. Deze is korter dan de daadwerkelijke opnametijd. t Als u tijdens een video-opname Miniatuur selecteert, wordt het geluid niet opgenomen. t Wanneer u een intelligent filtereffect toepast terwijl u een video opneemt, wordt de opnamesnelheid op ingesteld en wordt de opnameresolutie minder dan . t Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor gezichtsherkenning, ACB, reeksopnamen, fotostijlen of beeldbewerking in te stellen. t Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. t Wanneer u Schets selecteert, wordt de foto automatisch verkleind tot of kleiner. Beschrijving Normaal: Geen effect Miniatuur: Laat een foto van een levensgrote locatie of object er uitzien als een foto van een miniatuur schaalmodel. Door delen van de foto vaag af te beelden, lijkt een scène veel kleiner dan deze in werkelijkheid is. Opname-instellingen 66 Foto's mooier maken Foto's aanpassen p Contrastoptie U kunt de scherpte, de kleurverzadiging en het contrast van uw foto's aanpassen. 1 2 3 Selecteer in de opnamemodus f “ > (twee keer) “ . : Scherpte : Contrast : Kleurverz. Scherpte Scherpteoptie -1 0 +1 +2 Beschrijving - Verzacht randen in de foto (geschikt voor fotobewerking op de computer). + Verscherp randen om de foto duidelijker te maken. Hierdoor kan ook de beeldruis in de foto's toenemen. Opname-instellingen + Verhoog kleuren en helderheid. Beschrijving - Verminder de kleurverzadiging. + Verhoog de kleurverzadiging. t Selecteer 0 als u geen effect wilt toepassen (geschikt voor afdrukken). t Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk de opties voor gezichtsherkenning, fotostijlen en intelligente filtereffecten in te stellen. Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel aan te passen. -2 Verminder kleuren en helderheid. Kleurverzadigingsoptie Selecteer een aanpassingsoptie. t t t Beschrijving - 67 Weergeven en bewerken Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter, televisie of HDTV aansluit. Weergeven ………………………………… 69 De weergavemodus starten ………………… Foto's weergeven …………………………… Een video afspelen …………………………… Een spraakmemo afspelen ………………… 69 76 78 79 Foto's bewerken …………………………… 81 Een foto draaien ……………………………… Foto's in grootte aanpassen ………………… Fotostijlen toepassen ………………………… Intelligente filtereffecten toepassen ………… Een speciaal effect toepassen ……………… Belichtingsproblemen corrigeren …………… Een afdrukbestelling maken (DPOF) ………… 81 81 82 83 84 84 85 Bestanden weergeven op een tv of HDTV 87 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) …………………… 89 Bestanden overbrengen met behulp van Intelli-studio ……………………………… 90 Bestanden overbrengen door de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten ……… 92 De camera loskoppelen (Windows XP) ……… 93 Bestanden naar de computer overbrengen (Macintosh) ………………………………… 94 Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) ………………………………… 95 Weergeven Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u bestanden beheert. De weergavemodus starten Bekijk foto's en video's en beluister spraakmemo's die in de camera zijn opgeslagen. 1 Druk op [Weergaveknop]. t Het laatste bestand dat u hebt gemaakt of opgenomen wordt weergegeven. t Als de camera is uitgeschakeld, schakelt u deze in. 2 Sleep bestanden naar links of rechts om door bestanden te scrollen. t Selecteer < om het vorige bestand weer te geven. Blijf het scherm aanraken om bestanden snel weer te geven. t Selecteer > om het volgende bestand weer te geven. Blijf het scherm aanraken om bestanden snel weer te geven. Weergeven en bewerken t Als u bestanden in het interne geheugen wilt weergeven, verwijdert u de geheugenkaart. t Bestanden die te groot zijn of die met een camera van een ander fabrikant zijn gemaakt, kunnen niet goed door de camera worden weergegeven. 69 Weergeven Bestanden weergeven met bewegingsherkenning Een menu openen met behulp van bewegingsdetectie U kunt bestanden bekijken door de camera te kantelen. De camera is uitgerust met een ingebouwde bewegingssensor waarmee u snel een menu kunt openen door de camera te kantelen. Kantel in de weergavemodus de camera terwijl u uw vinger houdt op . Hiermee stelt u het huidige bestand als uw favoriete foto in* ( verschijnt boven aan het bestand.) t Bewegingsdetectie werkt mogelijk niet goed als u de camera parallel aan de grond houdt. t Als u de camera tijdens het weergeven van een foto 90° of 180° draait, wordt de stand van de foto automatisch dienovereenkomstig aangepast. t Als u deze functie wilt uitschakelen, selecteert u in de weergavemodus M “ . “Gebarenoverzicht “ Uit. Hiermee vergrendelt of ontgrendelt u de huidige foto ( verschijnt boven aan het bestand.) * U kunt geen favoriete bestanden instellen voor het volgende: - Weergeven en bewerken 70 video’s of spraakmemo’s foto’s met fouten of vergrendelde foto’s foto’s die met een camera van een andere fabrikant zijn gemaakt foto’s die met behulp van bewegingsdetectie zijn gemaakt foto’s die te groot zijn voor het beschikbare geheugen Weergeven Het scherm in de weergavemodus Informatie Hiermee start u een diavertoning (pag. 77) Pictogram Bewegingsdetectie werkt mogelijk niet goed als u de camera parallel aan de grond houdt. Beschrijving Foto heeft een spraakmemo v Videobestand Afdrukbestelling ingesteld (DPOF) Beschermd bestand Foto bevat een geregistreerd gezicht; alleen beschikbaar bij gebruik van een geheugenkaart Favoriet bestand Mapnaam – Bestandsnaam Hiermee opent u de lijst met gezichten (pag. 72); alleen beschikbaar bij gebruik van een geheugenkaart Hiermee wist u bestanden (pag. 75) Hiermee start u een diavertoning (pag. 77) Weergeven en bewerken 71 Weergeven Pictogram Beschrijving Hiermee kunt u foto's bewerken (pag. 81) Hiermee selecteert u een weergavetype (pag. 24) Hiermee selecteert u een menu met behulp van bewegingsdetectie (pag. 70) M Weergave- en instellingenmenu's Uw favoriete gezichten classificeren U kunt de classificatie van uw favoriete gezichten aanpassen en de gezichten verwijderen. Deze functie is alleen bij gebruik van een geheugenkaart beschikbaar. 1 Selecteer in de weergavemodus t Selecteer . om uw favoriete gezichten te annuleren. Weergavetijd van video’s en spraakmemo’s Gezichtenlijst Hiermee speelt u video's of spraakmemo's af (Video pag. 78/Spraakmemo pag. 79) 1 4 2 5 3 6 1/2 2 Selecteer “ een gezicht. Rangorde wijzigen 1 4 2 3 3 Selecteer , of . om de classificatie van het gezicht te wijzigen en selecteer . Weergeven en bewerken 72 Weergeven Bestanden op categorie bekijken in Smart Album t Het kan enige tijd duren voordat Smart Album op de camera is geopend of de categorie is gewijzigd en de bestanden opnieuw zijn geordend. t Het scherm aan de voorzijde wordt mogelijk niet geactiveerd nadat u Smart Album opent. Bekijk en beheer bestanden op categorie, zoals datum, week of bestandstype. 1 Selecteer in de weergavemodus . t U kunt Smart Album ook openen door de [Zoomknop] naar links te draaien. 2 Selecteer “ een categorie 3 Selecteer een datum, bestandstype, weekdag, kleur of gezicht. t U kunt ook uw vinger op < of > houden om door data, bestandstypen, weekdagen, kleuren en gezichten te scrollen. Type Datum Kleur Week Favoriet Gezicht Optie Type Datum Kleur Week Favoriet Gezicht 29 1 6 7 20 Beschrijving 29 Hiermee worden bestanden gesorteerd op bestandstype weergegeven. Hiermee worden bestanden op volgorde van de opslagdatum weergegeven. Hiermee worden bestanden gesorteerd op de dominante kleur in het beeld weergegeven. Hiermee worden bestanden weergegeven op volgorde van de weekdag waarop ze zijn opgeslagen. Hiermee worden uw favoriete bestanden weergegeven. Hiermee worden bestanden gesorteerd op herkende en favoriete gezichten weergegeven. (Maximaal 20 personen) 4 5 1 6 7 Selecteer < of > om door bestanden te scrollen. Selecteer gaan. . Weergeven en bewerken om naar de normale weergave terug te Wanneer u een categorie en een menu met miniaturen selecteert (zoals voor het verwijderen van meerdere bestanden tegelijk of het beschermen van geselecteerde bestanden) geeft de camera alle bestanden gesorteerd op categorie weer of alleen de bestanden die met de categorie-optie overeenkomen. 73 Weergeven Bestanden in 3D-weergave bekijken 1 2 Selecteer in de weergavemodus Bestanden als miniatuur weergeven “ Bekijk vlug miniaturen van bestanden. . Draai in de Weergavemodus de [Zoomknop] naar links om 9 of 16 miniaturen weer te geven (draai de [Zoomknop] naar rechts om naar de vorige modus terug te keren). Sleep bestanden naar links of rechts om door bestanden te scrollen. t Sleep bestanden naar links of rechts om ze sneller te verplaatsen. Als u een pictogram sneller over het scherm sleept, bladert u door meer bestanden tegelijk. t Selecteer om bestanden in Smart Album weer te geven. 29 1/5 3 Selecteer een bestand in het midden van het scherm om het schermvullend weer te geven. t Selecteer het bestand om naar de 3D-weergave terug te keren. t In de 3D-weergave kunt u geen video’s of spraakmemo’s afspelen. t De 3D-functie is niet beschikbaar wanneer de camera is aangesloten op een televisie. 1 6 7 20 Functie Actie Door bestanden scrollen Selecteer < of >, of sleep bestanden naar links of rechts om door bestanden te scrollen. Een bestand weergeven Bestanden wissen Selecteer een miniatuur. Selecteer Weergeven in 3D Selecteer Een categorie selecteren Weergeven en bewerken Selecteer . (pag. 75) . . Wanneer u in miniatuurmodus bestanden versleept, kunnen er indicatorpictogrammen verschijnen nadat de miniaturen zijn geladen. 74 Weergeven Bestanden beveiligen Bestanden wissen Beveilig uw bestanden om te voorkomen dat ze per ongeluk worden gewist. 1 2 3 Selecteer in de weergavemodus M. Wis afzonderlijke bestanden of alle bestanden tegelijk. Beveiligde bestanden kunnen niet worden gewist. Afzonderlijke bestanden wissen Selecteer Beveiligen “Select. t Selecteer Alles en vervolgens Vergrendel om alle bestanden te beschermen. 1 2 Selecteer in de weergavemodus een bestand “ Selecteer Ja om het bestand te wissen. Selecteer de bestanden die u wilt beveiligen. t Selecteer t Selecteer om alle bestanden te selecteren. om de selectie op te heffen. Meerdere bestanden tegelijk wissen 1 2 3 Selecteer in de weergavemodus “ Meer wissen. Selecteer de bestanden die u wilt wissen. t Selecteer selecteren. t Selecteer Selecteer om alle bestanden in het huidige scherm te om de selectie op te heffen. “ Ja. Alle bestanden wissen 4 . Selecteer . 1 2 Selecteer in de weergavemodus M. Selecteer Wissen “ Alles “ Ja. Weergeven en bewerken 75 Weergeven Bestanden naar de geheugenkaart kopiëren U kunt bestanden van het interne geheugen naar een geheugenkaart kopiëren. 1 2 3 Selecteer in de weergavemodus M. Foto's weergeven Bekijk een foto door op een deel ervan in te zoomen of bekijk de foto’s als een diavoorstelling. Een foto vergroten Selecteer . “Kopie. Draai in de Weergavemodus de [Zoomknop] naar rechts om een foto te vergroten (draai de [Zoomknop] naar links om een foto te verkleinen). Selecteer Ja om bestanden te kopiëren. Scroll in de richting die u wenst. Pictogram Beschrijving Hiermee wist u het bestand. Hiermee snijdt u de vergrote foto bij (de foto wordt als een nieuw bestand opgeslagen). Hiermee keert u terug naar de oorspronkelijke weergave. X2.0 Weergeven en bewerken 76 Zoomverhouding. Weergeven Een diavertoning starten Optie U kunt de diavertoning van geluid en effecten voorzien. Deze functie werkt niet voor video's en spraakmemo's. 1 2 Selecteer in de weergavemodus Optie Effect: t Hier selecteert u een overgangseffect. t Selecteer voor geen effecten. . 3 Stel een effect voor de diavertoning in. Beschrijving Selecteer om de diavertoning te starten. t Raak het scherm aan (geen optiepictogrammen) om de diavertoning te onderbreken. t Selecteer om het volume van de achtergrondaudio bij te stellen of het geluid te dempen. t Selecteer om naar de weergavemodus over te schakelen. Beschrijving Foto's: Hiermee selecteert u foto’s voor uw diavertoning (maximaal 2000). Afsp.mod.: Hiermee stelt u in of de vertoning herhaald wordt. Interval: Hiermee stelt u het interval tussen foto's in. t Dit is beschikbaar wanneer u Effect instelt op . t Bij gebruik met een andere effectoptie dan wordt het interval op 1 sec. ingesteld. Muziek: Hier selecteert u achtergrondmuziek. Weergeven en bewerken 77 Weergeven Een video tijdens het afspelen bijsnijden Een video afspelen U kunt video's afspelen, afzonderlijke beelden uit video's opslaan en video's bijsnijden. 1 2 Selecteer in de weergavemodus een video “ . Met de volgende pictogrammen kunt u het afspelen regelen. 1 2 3 4 Selecteer op het punt waar u de nieuwe video wilt laten beginnen en selecteer . Selecteer om het afspelen te hervatten. Selecteer op het punt waar u de nieuwe video wilt laten eindigen en selecteer . Selecteer Ja. t De oorspronkelijke video moet ten minste 10 seconden lang zijn. t De bewerkte video wordt als nieuw bestand opgeslagen. Pictogram Beschrijving Terugspoelen. / Het afspelen onderbreken of hervatten. Het afspelen stoppen. Vooruitspoelen. Het volume aanpassen of dempen. Weergeven en bewerken 78 Weergeven Een beeld vastleggen tijdens het afspelen 1 2 3 Selecteer Selecteer Een spraakmemo afspelen op het punt waarop u een foto wilt opslaan. . Een spraakmemo afspelen 1 2 Selecteer Ja. Afzonderlijke beelden die worden bewaard hebben dezelfde grootte als het oorspronkelijke videobestand en worden als een nieuw bestand opgeslagen. Selecteer in de weergavemodus een spraakmemo “ Met de volgende pictogrammen kunt u het afspelen regelen. Pictogram Beschrijving Terugspoelen. / Het afspelen onderbreken of hervatten. Het afspelen stoppen. Vooruitspoelen. Het volume aanpassen of dempen. Weergeven en bewerken 79 . Weergeven Een spraakmemo aan een foto toevoegen 1 2 3 Een aan een foto toegevoegde spraakmemo afspelen Selecteer in de weergavemodus een foto “ M. Selecteer Spraakmemo “ Aan. Druk op [Ontspanknop] om een korte spraakmemo op te nemen (maximaal 10 seconden). 1 Selecteer in de weergavemodus een foto met spraakmemo “ . 2 Met de volgende pictogrammen kunt u het afspelen regelen. t Druk op [Ontspanknop] om de opname van de spraakmemo te stoppen. Pictogram Beschrijving / Het afspelen onderbreken of hervatten. Het afspelen stoppen. Het volume aanpassen of dempen. Weergeven en bewerken 80 Foto's bewerken Bewerk foto's door ze te draaien, in grootte aan te passen, rode ogen te verwijderen en de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging aan te passen. t Bewerkte foto's worden als nieuw bestand opgeslagen. t Wanneer u foto’s van of groter bewerkt, worden deze automatisch naar een lagere resolutie omgezet (behalve wanneer u foto’s draait of in grootte aanpast). Een foto draaien 1 2 Selecteer in de weergavemodus een foto “ Selecteer Foto's in grootte aanpassen 1 2 . “een optie. Selecteer in de weergavemodus een foto “ Selecteer . “een optie. t Selecteer (pag. 99) om de foto als beginafbeelding op te slaan. Links 90 gr. 1920 X 1080 3 Selecteer . De gedraaide foto wordt als hetzelfde bestand opgeslagen, niet als een nieuw bestand. 3 Selecteer . De beschikbare opties verschillen, afhankelijk van de grootte van de geselecteerde foto. Weergeven en bewerken 81 Foto's bewerken Uw eigen RGB-tint definiëren Fotostijlen toepassen Pas een andere kleurtint op de foto toe, zoals Zacht, Helder, of Bos. De bewerkte foto wordt als nieuw bestand opgeslagen, maar de resolutie ervan kan worden verkleind. Zacht 1 2 Helder Selecteer in de weergavemodus een foto “ “ . 2 3 Selecteer een kleur (R: Rood, G: Groen, B: Blauw). Pas de mate van de kleur aan. Aangep. RGB Bos Selecteer in de weergavemodus een foto “ Selecteer 1 . “een optie. t Selecteer om uw eigen RGB-tint te definiëren. (zie ‘Uw eigen RGB-tint definiëren’) 4 Selecteer Zacht 3 Selecteer . Weergeven en bewerken 82 . “ Foto's bewerken Intelligente filtereffecten toepassen Pas allerlei filtereffecten op uw foto’s toe om unieke beelden te maken. De bewerkte foto wordt als nieuw bestand opgeslagen, maar de resolutie ervan kan worden verkleind. 1 2 Selecteer in de weergavemodus een foto “ “een effect. Selecteer Miniatuur Miniatuur Vignetten 3 Visoog 1 Selecteer Visoog 2 Weergeven en bewerken 83 . . Foto's bewerken Een speciaal effect toepassen Belichtingsproblemen corrigeren Pas speciale effecten op foto's toe, zoals kleurfilters en ruiseffecten. De bewerkte foto wordt als nieuw bestand opgeslagen, maar de resolutie ervan kan worden verkleind. U kunt ACB (automatische contrastbalans), helderheid, contrast of kleurverzadiging aanpassen en rode ogen wegwerken. De bewerkte foto wordt als nieuw bestand opgeslagen, maar de resolutie ervan kan worden verkleind. 1 2 Selecteer in de weergavemodus een foto “ Selecteer . Helderheid/contrast/kleurverzadiging aanpassen “een optie. 1 2 Elegant Selecteer in de weergavemodus een foto “ Selecteer Optie . “ een aanpassingsoptie. Beschrijving Helderheid Contrast Kleurverz. Optie Beschrijving Kleurenfilter: hiermee verandert u de achtergrondkleuren in zwart-wit om het hoofdonderwerp daartegen te laten afsteken. Elegant: hiermee past u effecten toe om de foto helderder en zachter te maken. 3 Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel aan te passen. (-: minder of +: meer) 4 Selecteer Ruis toevoegen: hiermee voegt u ruis aan de foto toe voor een ouderwetse uitstraling. Gezichtretouch.: Retoucheer de portretfoto’s en laat gezichten helderder en duidelijker overkomen. 3 Selecteer . Weergeven en bewerken 84 . Foto's bewerken Rode ogen verwijderen 1 2 3 Selecteer in de weergavemodus een foto “ Selecteer “ Selecteer . Een afdrukbestelling maken (DPOF) Selecteer foto's om af te drukken en stel opties in zoals het aantal afdrukken en het papierformaat. . . t De geheugenkaart kan naar een printshop worden gebracht die DPOF (Digital Print Order Format) ondersteunt, maar u kunt ook uw foto's thuis rechtstreeks op een DPOF-compatibele printer afdrukken. t Brede foto's worden mogelijk met verlies van de linker- en rechterkant afgedrukt, dus houd rekening met de afmetingen van de foto's. t Voor de foto's in het interne geheugen kunt u geen DPOF gebruiken. ACB (automatische contrastverbetering) aanpassen 1 2 3 Selecteer in de weergavemodus een foto “ Selecteer “ Selecteer . . . 1 2 3 Selecteer in de weergavemodus M. SelecteerDPOF “een optie. Optie Beschrijving Select. Het afdrukformaat van de geselecteerde foto opgeven. Alles Het afdrukformaat van alle foto's opgeven. Reset Hiermee reset u de instellingen. Als u Select. selecteert, selecteert u foto’s om af te drukken. t Selecteer t Selecteer 4 Selecteer Weergeven en bewerken 85 om alle bestanden te selecteren. om de selectie op te heffen. . Foto's bewerken 5 Stel DPOF-opties in. Optie Beschrijving Hier stelt u in of u de foto's als miniaturen wilt afdrukken. (Selecteer om foto's als miniaturen af te drukken.) Hier geeft u de afdrukgrootte op. 6 7 Selecteer , of . om het aantal afdrukken in te stellen. Selecteer . Als u het afdrukformaat opgeeft, kunt u alleen foto's afdrukken met DPOF 1.1-compatibele printers. Weergeven en bewerken 86 Bestanden weergeven op een tv of HDTV Geef foto's en video's weer door de camera met behulp van de A/V-kabel op een televisie aan te sluiten. 1 Selecteer in de opname- of weergavemodus M“ . 2 3 Selecteer.(tweemaal)“Video. 4 5 Selecteer een video-uitvoersignaal voor uw land of regio. (pag. 102) Schakel de camera en de televisie uit. 8 Geef met behulp van het aanraakscherm op de camera de gewenste foto's en video's weer. t Het aanraakscherm fungeert als bedieningspaneel voor het televisiescherm. Zoek de gewenste optie op het televisiescherm en raak op het camerascherm de plek aan waar deze optie zich bevindt. Wanneer er een aanwijzer op het televisiescherm verschijnt, selecteert u op het camerascherm. Sluit de camera met behulp van de A/V-kabel op de televisie aan. Video Audio 6 Schakel de televisie in en selecteer de videouitvoermodus met de afstandsbediening van de televisie. 7 Schakel de camera in en druk op [Weergaveknop]. Weergeven en bewerken t Bij bepaalde televisies kan er digitale ruis optreden of kan het gebeuren dat het beeld niet geheel wordt weergegeven. t Afhankelijk van de televisie-instellingen kan het voorkomen dat de beelden niet gecentreerd op het scherm worden weergegeven. t Bepaalde opnamemodi zijn niet beschikbaar wanneer de camera is aangesloten op een televisie. 87 Bestanden weergeven op een tv of HDTV 6 Bestanden op een HDTV weergeven U kunt ongecomprimeerde foto's of video's van hoge kwaliteit op een HDTV bekijken met behulp van de optionele HDMI-kabel. HDMI (High Definition Multimedia Interface) wordt door de meeste HDTV's ondersteund. Zie de "Gebruiksaanwijzing voor HDMI-set" voor meer informatie. 1 Selecteer in de opname- of weergavemodus M “ 7 Schakel de camera in. t De HDTV wordt automatisch aangezet en het camerascherm wordt weergegeven. t Als u Anynet+ uitschakelt, wordt de HDTV niet automatisch ingeschakeld. Bekijk bestanden met behulp van de afstandsbediening van de camera of van de HDTV. . 2 3 4 5 Selecteer . (tweemaal) “ HDMI-formaat. Selecteer een HDMI-resolutie. Schakel de camera en HDTV uit. Sluit de camera op de HDTV aan met behulp van een optionele HDMI-kabel. Weergeven en bewerken t Als uw HDTV het profiel Anynet+(CEC) ondersteunt, activeert u Anynet + in het instellingenmenu (pag. 101) om alle aangesloten Samsung A/V-apparaten te bedienen met de afstandsbediening van de tv. t De verbindingstijd met een HDTV kan variëren afhankelijk van het gebruikte type microSDTM- of microSDHCTM-kaart. Een snellere microSDTM- of microSDHCTM-kaart resulteert niet noodzakelijk in een snellere HDMI-overdracht, omdat de belangrijkste functie van de kaart het verbeteren van de overdrachtssnelheid is tijdens de opnames. 88 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) Breng bestanden naar de computer over met behulp van het ingebouwde Intelli-studio-programma. U kunt tevens bestanden bewerken en uploaden naar uw favoriete websites. Vereisten Onderdeel Vereisten Processor Intel Pentium 4, 3,2 GHz of hoger/ AMD AthlonTM FX 2,6 GHz of hoger RAM Minimaal 512 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen) Besturingssysteem Windows XP SP2/Vista/7 Schijfruimte 250 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen) Overig t Cd-romstation t 1024 x 768 pixels, monitor met ondersteuning voor 16-bits kleuren (1280 x 1024 pixels, ondersteuning voor 32-bits kleuren aanbevolen) t USB 2.0-poort, Microsoft DirectX 9.0c of nieuwer t nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/ATI X1600 series of hoger Weergeven en bewerken t Het is mogelijk dat Intelli-studio op bepaalde computers niet naar behoren werkt, ook niet als de computer in kwestie aan de vereisten voldoet. t Als uw computer niet aan de vereisten voldoet, worden video’s mogelijk niet naar behoren afgespeeld of duurt het langer om video’s te bewerken. t Installeer DirectX 9.0c of een nieuwere versie alvorens het programma te gebruiken. t U moet Windows XP/Vista/7 of Mac OS 10.4 of hogere versies gebruiken om de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten. t Het gebruik van een zelfgemonteerde pc of een niet-ondersteunde pc en besturingssysteem kan tot gevolg hebben dat uw garantie vervalt. t De programma's werken mogelijk niet goed onder de 64-bits versies van Windows XP, Windows Vista en Windows 7. 89 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) Bestanden overbrengen met behulp van Intelli-studio 5 Schakel de camera in. t De camera wordt automatisch herkend. Intelli-studio wordt automatisch gestart wanneer u de camera met de USB-kabel op uw computer aansluit. Terwijl de camera met de USB-kabel op de computer is aangesloten, wordt de batterij opgeladen. 1 Selecteer in de opname- of weergavemodus M“ . 2 3 4 Selecteer . (herhaaldelijk)“Pc-software“Aan. Schakel de camera uit. Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u Computer in het pop-upvenster. 6 Selecteer een map op de computer waarin u de bestanden wilt opslaan. t Als de camera geen nieuwe bestanden bevat, zal het pop-upvenster voor het opslaan van nieuwe bestanden niet verschijnen. 7 Selecteer Ja. t Nieuwe bestanden worden automatisch naar de computer overgebracht. Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel. Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (▲) op de camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Weergeven en bewerken Selecteer bij Windows Vista en Windows 7 Run iStudio.exe in het venster Automatisch afspelen. 90 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) Intelli-studio gebruiken Intelli-studio is een ingebouwd programma waarmee u bestanden kunt afspelen, weergeven of bewerken. U kunt bestanden uploaden naar websites zoals Flickr en YouTube. U kunt ook korte animaties downloaden om voor de Kinderenmodus te gebruiken. Selecteer Help “ Help in het programma voor meer informatie. t Als u Intelli-studio op de computer installeert, start het programma sneller. Om het programma te installeren, selecteert u Tool “ Install Intelli-studio on PC. t Bestanden kunnen niet in de camera worden bewerkt. Breng bestanden naar een map op de computer over om ze te bewerken. t Bestanden op de computer kunnen niet naar de camera worden gekopieerd. t Intelli-studio ondersteunt de volgende bestandstypen: - Video’s: MP4 (Video: H.264, Audio: AAC), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG) - Foto’s: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF 1 2 3 4 5 % $ 6 7 # 8 9 @ 0 ! Weergeven en bewerken 91 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) 1 Hiermee opent u menu's Bestanden overbrengen door de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten 2 Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map weer U kunt de camera op de computer aansluiten als een verwisselbare schijf. 3 Naar de Fotobewerkingsmodus gaan 4 Naar de Videobewerkingsmodus gaan 1 Selecteer in de opname- of weergavemodus M “ . 5 Hiermee gaat u naar de modus Sharing om foto's te delen (u kunt bestanden per e-mail versturen of naar websites zoals Flickr of YouTube uploaden.) Selecteer . (herhaaldelijk) “Pc-software “Uit. 6 Hiermee vergroot of verkleint u de miniaturen in de lijst 7 Een bestandstype selecteren 2 3 4 8 Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map op de computer weer 9 Bestanden van de aangesloten camera weergeven of verbergen 0 Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map op de camera weer ! Bestanden als miniaturen, in Smart Album of op een kaart weergeven @ Hiermee bladert u door de mappen op het aangesloten apparaat # Hiermee bladert u door mappen op de computer $ Naar de vorige of volgende pagina gaan % Bestanden afdrukken, bestanden op een kaart weergeven, bestanden opslaan in Mijn map of gezichten registreren Pictogram Beschrijving Schakel de camera uit. Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel. Weergeven en bewerken Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (▲) op de camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. 92 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) 5 Schakel de camera in. De camera loskoppelen (Windows XP) t De camera wordt automatisch herkend. De USB-kabel wordt onder Windows Vista en Windows 7 op soortgelijke wijze losgekoppeld. Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u Computer in het pop-upvenster. 6 Selecteer op de computer Deze computer “ Verwisselbare schijf “DCIM “100PHOTO. 7 Selecteer de gewenste bestanden en sleep deze naar de computer of sla ze daar op. 1 Als het statuslampje op de camera knippert, wacht u tot het knipperen ophoudt. 2 Klik op op de werkbalk rechtsonder in het scherm van de computer. 3 4 Klik op het pop-upbericht. Verwijder de USB-kabel. De camera kan niet veilig worden verwijderd zolang Intelli-studio actief is. Sluit het programma af alvorens de camera los te koppelen. Weergeven en bewerken 93 Bestanden naar de computer overbrengen (Macintosh) Wanneer u de camera op een Apple Macintosh-computer aansluit, wordt de camera automatisch door de computer herkend. U kunt de bestanden rechtstreeks van de camera naar de computer overbrengen, zonder dat het nodig is om programma's te installeren. Mac OS 10.4 of hoger wordt ondersteund. 1 Sluit de camera met de USB-kabel op een Macintoshcomputer aan. 2 Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (S) op de camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Schakel de camera in. t De computer herkent de camera automatisch en geeft op het beeldscherm een pictogram van een verwisselbare schijf weer. Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u Computer in het pop-upvenster. 3 4 Dubbelklik op het pictogram van de verwisselbare schijf. Breng foto’s of video’s naar de computer over. Weergeven en bewerken 94 Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) U kunt foto's met een PictBridge-compatibele printer afdrukken door de camera rechtstreeks op de printer aan te sluiten. 1 2 3 4 Selecteer in de opname- of weergavemodus M “ . 6 Selecteer . (tweemaal) “USB “Printer. om af te drukken. Schakel de camera uit. Schakel de printer in en sluit de camera er met een USB-kabel op aan. 7 5 Selecteer t Selecteer om afdrukopties in te stellen. Zie “Afdrukopties instellen” op pagina 96. Selecteer een optie. Schakel de camera in. t De printer herkent de camera automatisch. Weergeven en bewerken Optie Beschrijving Huidige foto Hiermee drukt u de geselecteerde foto af. Ga naar stap 9. Geselect. foto's Hiermee drukt u de gewenste foto’s af. Alle foto's Hiermee drukt u alle foto's af. Ga naar stap 9. 95 Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) 8 Selecteer < of > om naar een foto te scrollen die u wilt afdrukken. 9 Selecteer , of . om het aantal afdrukken in te stellen en selecteer . Afdrukopties instellen t Als u Geselect. foto's selecteert, herhaalt u stappen 8 en 9 voor alle foto’s die u wilt afdrukken. 10 Selecteer ter bevestiging Ja. t Het afdrukken begint. Selecteer Annuleer om het afdrukken te annuleren. Optie Beschrijving Formaat: Hier geeft u de afdrukgrootte op. Lay-out: Hiermee drukt u miniaturen af. Type: Hier selecteert u het papiertype. Kwalit.: Hier stelt u de afdrukkwaliteit in. Datum: Hier stelt u in of de datum moet worden afgedrukt. Best.naam: Hier stelt u in of de bestandsnaam moet worden afgedrukt. Reset: Hiermee stelt u de afdrukopties op de beginwaarden terug. Bepaalde opties worden niet door alle printers ondersteund. Weergeven en bewerken 96 Instellingen Hier vind u opties om de instellingen van uw camera te configureren. Instellingenmenu ………………………………………… 98 Het instellingenmenu openen …………………………… 98 Geluid …………………………………………………… 99 Display ………………………………………………… 99 Instellingen ……………………………………………… 100 Instellingenmenu Hier vindt u informatie over de verschillende instellingen die u op de camera kunt doen. 3 Het instellingenmenu openen 1 2 Selecteer in de opname- of weergavemodus M. Selecteer een menu. Selecteer een optie en sla de instellingen op. Volume Uit Kindergeluid Laag Piepjes Middel Hoog Volume : Middel Sl.toon Kindergeluid :1 Begingeluid Piepjes : Aan Sl.toon :1 1/2 4 : Uit Begingeluid 1/2 Pictogram Beschrijving Geluid: hier stelt u de geluiden van de camera en het volume in. (pag. 99) Display: scherminstellingen zoals helderheid aanpassen. (pag. 99) Instellingen: hier past u de instellingen voor het camerasysteem aan, zoals geheugenindeling, standaardbestandsnaam en USB-modus. (pag. 100) Instellingen 98 Selecteer om terug te gaan naar het vorige scherm. Instellingenmenu Geluid Display * Standaard * Standaard Onderdeel Beschrijving Onderdeel Beschrijving Volume Hiermee past u het volume van alle geluiden aan. (Uit, Laag, Middel*, Hoog) Functiebeschrijving Hiermee wordt een korte beschrijving van een optie of menu weergeven. (Uit, Aan*) Kindergeluid Hier stelt u een geluid in voor de Kinderenmodus. (Uit, 1*, 2, 3) Piepjes Hier kiest u welk geluid bij het aanraken van het scherm of het wisselen van modi wordt geproduceerd. (Uit, Aan*) Sl.toon Hier selecteert u een geluid voor het indrukken van de sluiterknop. (Uit, 1*, 2, 3) Begingeluid Hier selecteert u een geluidssignaal voor het inschakelen van de camera. (Uit*, 1, 2, 3) AF-geluid Hier stelt u in of er een geluid klinkt bij het half indrukken van de sluiterknop. (Uit, Aan*) Beginafbeelding Hier stelt u in of er een afbeelding wordt weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld en zo ja, welke. t Uit*: Er wordt geen afbeelding weergegeven. t Logo: Er wordt een standaardafbeelding uit het interne geheugen weergegeven. t Gebr.afb: Een afbeelding naar keuze weergeven. (pag. 81) t De camera slaat per keer slechts één gebruikersfoto in het interne geheugen op. t Als u een nieuwe foto selecteert als gebruikersfoto of als u de camera reset, wordt de huidige afbeelding gewist. Rasterlijn Selecteer een raster om u te helpen bij de compositie van een scène. (2 X 2*, 3 X 3, +, X) Hiermee past u de helderheid van het scherm aan. (Auto*, Donker, Normaal, Licht) Helderh. scherm Snel tonen Instellingen 99 Normaal staat voor de weergavemodus vast, zelfs als Auto is geselecteerd. Hier stelt u de weergaveduur voor een gemaakte foto in, voordat naar de opnamemodus wordt teruggekeerd. (Uit, 0,5 sec *, 1 sec , 3 sec ) Instellingenmenu * Standaard Onderdeel Beschrijving Spaarstand Als u 30 seconden lang geen bewerkingen uitvoert, schakelt de camera automatisch over op de energiespaarstand (druk op een knop om deze modus weer te deactiveren). (Uit*, Aan) Hiermee stelt u de vergrendeling van het aanraakscherm na een bepaalde tijd in. (Uit*, 10 sec, 30 sec, 1 min) Automatische vergrendeling * Standaard Onderdeel Beschrijving Tijdzone Hier kunt u een regio selecteren en zomer-wintertijd (DST) instellen. Datum/tijd aanpassen De datum en tijd instellen. Datumtype Een datumnotatie selecteren. (JJJJ/MM/DD, MM/DD/JJJJ, DD/MM/JJJJ, Uit*) Hier stelt u de naamgeving van bestanden in. t Op nul: Hier kunt u instellen dat de bestandsnummering weer bij 0001 begint wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle bestanden worden gewist. t Serie*: Hier kunt u instellen dat de bestandsnummering doorloopt wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle bestanden worden gewist. Instellingen * Standaard Onderdeel Beschrijving Hiermee formatteert u het interne geheugen en de geheugenkaart (alle bestanden, ook beschermde, worden gewist). (Nee, Ja) Formatt. Geheugenkaarten die in een camera van een andere fabrikant of in een geheugenkaartlezer zijn gebruikt, of die met een computer zijn geformatteerd, kunnen door de camera mogelijk niet correct worden gelezen. Formatteer de kaart voor gebruik in de camera. Reset Hiermee zet u de standaardinstellingen voor menu's en opnameopties terug (datum en tijd, taal en video-uitvoerinstellingen worden niet op de standaardinstellingen teruggezet). (Nee, Ja) Language Hier selecteert u een taal voor de tekst op het scherm. Bestandsnr. Instellingen 100 t De standaardnaam van de eerste map is 100PHOTO en de standaardnaam van het eerste bestand is SAM_0001. t Het bestandsnummer wordt steeds met één opgehoogd, van SAM_0001 tot SAM_9999. t Het mapnummer wordt steeds met één opgehoogd, van 100PHOTO tot 999PHOTO. t Het maximumaantal bestanden dat in een map kan worden opgeslagen, is 9999. t De camera definieert bestandsnamen volgens de Digital rule for Camera File system-norm (DCF). Als u bestandsnamen wijzigt, kan de camera deze bestanden mogelijk niet meer weergeven. Instellingenmenu * Standaard * Standaard Onderdeel Beschrijving Onderdeel Autom. draaien Hiermee stelt u in dat foto’s automatisch meedraaien als u de camera draait. (Uit, Aan*) Als de camera is aangesloten op een Samsung-HDTV die Anynet+(CEC) ondersteunt, kunt u deze met de afstandsbediening van de tv gebruiken door deze optie in te schakelen. Anynet+ (HDMI-CEC) t Uit*: Hiermee kunt u bestanden weergeven zonder een HDTV-afstandsbediening te gebruiken. t Aan: Hiermee kunt u de camera gebruiken met een HDTV-afstandsbediening. Hier stelt u in of de datum en tijd op de foto's worden afgedrukt. (Uit*, Datum, Datum/tijd) Afdruk t De datum en tijd worden in de rechteronderhoek geel weergegeven. t Bij bepaalde printermodellen worden de datum en tijd niet afgedrukt. t Als u Tekst selecteert in de modus s worden de datum en tijd niet weergegeven. Hier kunt u de resolutie van foto's selecteren wanneer u bestanden op een HDTV afspeelt met behulp van de HDMI-kabel. (NTSC: 1080i*, 720p, 480p/ PAL: 1080i*, 720p, 576p) Hier stelt u in dat de camera automatisch wordt uitgeschakeld wanneer u deze niet gebruikt. (Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min) Automatisch uit AF-lamp Beschrijving t Bij vervanging van de batterij blijven deze instellingen behouden. t De camera schakelt in de volgende gevallen niet automatisch uit: - wanneer deze op een computer of printer is aangesloten - wanneer u een diavertoning of video's afspeelt - wanneer u een spraakmemo opneemt HDMIformaat Hiermee stelt u een hulplampje in ter ondersteuning van het scherpstellen in donkere omgevingen. (Uit, Aan*) Instellingen 101 t Als de geselecteerde resolutie niet door de HDTV wordt ondersteund, wordt automatisch de onderliggende resolutiewaarde geselecteerd. t Als u 480p of 576p, selecteert, zijn de weergavemenu’s en Smart Album niet beschikbaar wanneer de camera op een televisie is aangesloten. Instellingenmenu * Standaard Onderdeel Beschrijving Video Hier stelt u het video-uitgangssignaal voor uw land of regio in. t NTSC*: VS, Canada, Japan, Korea, Taiwan, Mexico. t PAL (ondersteunt alleen BDGHI): Australië, Oostenrijk, België, China, Denemarken, Engeland, Finland, Duitsland, Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw Zeeland, Noorwegen, Singapore, Spanje, Zweden, Zwitserland, Thailand. USB Hier stelt u in dat de camera via een USB-verbinding met een computer of printer kan communiceren. t Computer*: sluit de camera op een computer aan om bestanden over te brengen. t Printer: sluit de camera op een printer aan om bestanden af te drukken. t Selecteer een modus: selecteer een USB-modus op de computer als u de camera op een ander apparaat aansluit. Pc-software Hier kunt u instellen dat Intelli-studio automatisch wordt gestart wanneer u de camera op uw computer aansluit. (Uit, Aan*) Instellingen 102 Appendices Hier vindt u informatie over foutmeldingen, specificaties en onderhoudstips. Foutmeldingen ………………………………………… 104 Cameraonderhoud …………………………………… 105 De camera reinigen …………………………………… 105 Geheugenkaarten ……………………………………… 106 De batterij ……………………………………………… 107 Voordat u contact opneemt met een servicecenter 110 Cameraspecificaties ………………………………… 113 Index …………………………………………………… 117 Foutmeldingen Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen. Foutmelding Mogelijke oplossing Kaartfout t Schakel de camera uit en weer in. t Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer terug. t Formatteer de geheugenkaart. Kaart wordt niet ondersteund. De geplaatste geheugenkaart is niet beschikbaar voor uw camera. Plaats een microSDTM- of microSDHCTM-geheugenkaart. DCF Full Error Bestandsnamen komen niet met de DCFnorm overeen. Breng de bestanden op de geheugenkaart naar een computer over en formatteer de kaart. (pag. 100) Bestandsfout Wis het beschadigde bestand of neem contact op met een servicecenter. Batterij bijna leeg Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op. Geheugen vol Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe geheugenkaart. Geen foto Maak foto's of plaats en geheugenkaart met foto's. Appendices 104 Cameraonderhoud Camerabehuizing De camera reinigen Veeg deze voorzichtig met een zachte droge doek af. Cameralens en aanraakscherm Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg de lens met een zachte doek voorzichtig af. Voor eventuele achtergebleven stof brengt u lensreinigingsvloeistof op een stuk reinigingspapier aan en veegt u de lens voorzichtig schoon. t Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het toestel te reinigen. Deze oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten veroorzaken. t Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaasborsteltje op de lenskap. Appendices 105 Cameraonderhoud Capaciteit van de geheugenkaart Geheugenkaarten Geheugenkaarten voor deze camera U kunt geheugenkaarten van de volgende typen gebruiken: microSDTM (Secure Digital) en microSDHCTM (Secure Digital High Capacity). De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de opnamemodus en de opnameomstandigheden. De volgende capaciteiten zijn op een 1-GB microSDTM-kaart gebaseerd: Grootte Superhoog Hoog Normaal 60 fps F o t o 's * V i d e o 's 30 fps 15 fps 122 240 353 - - - 137 267 391 - - - 142 278 409 - - - 163 320 471 - - - 211 409 594 - - - 335 637 908 - - - 510 936 1314 - - - 762 1373 1931 - - - 1626 2575 3090 - - - - - - - - - - - - - - - - Circa 78 min. 07 sec. Circa 13 min. 30 sec. Circa 15 min. 20 sec. Circa 35 min. 54 sec. Circa 138 min. 19 sec. Circa 23 min. 36 sec. Circa 29 min. 42 sec. Circa 67 min. 30 sec. Circa 237 min. 41 sec. - - * Bij gebruik van de zoomfunctie kan de opnametijd van de hier gegeven waarden afwijken. Om de totale opnametijd te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar opgenomen. Appendices 106 Cameraonderhoud De batterij Levensduur van de batterij Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen. Gemiddelde tijdsduur/ Aantal foto's Batterijspecificaties Model SLB-07 Type Lithium-ionbatterij Capaciteit 760 mAh Voltage 3.8 V Oplaadtijd (wanneer de camera is uitgeschakeld) Circa 180 min. Testomstandigheden (bij een volledig geladen batterij) Dit is onder de volgende omstandigheden gemeten: in de modus a, resolutie 14M, kwaliteit Hoog, OIS Aan. 1. Stel de flitser in op Invulflits, maak één foto en zoom in of uit. Foto's Circa 90 min./ 2. Stel de flitser in op Uit, maak één foto circa 180 foto's en zoom in of uit. 3. Voer stap 1 en 2 gedurende 30 seconden uit en herhaal dit 5 minuten lang. Schakel de camera vervolgens 1 minuut uit. * Het opladen van de batterij door de USB-kabel aan te sluiten op een pc en uw camera duurt mogelijk langer. 4. Herhaal stap 1 tot 3. Video's Circa 70 min. Neem video's op bij een resolutie van 1280 x 720 HQ en met 30 fps. t De bovenstaande cijfers zijn volgens de normen van Samsung gemeten en kunnen afwijken van resultaten bij daadwerkelijk gebruik. t Om de totale opnametijd te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar opgenomen. Appendices 107 Cameraonderhoud De batterij opladen terwijl er een computer is aangesloten De batterij opladen t Controleer als het indicatielampje uit is of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. t Gebruik de camera niet tijdens het opladen. Schakel de camera uit voordat u de batterij oplaadt. t Schakel de camera pas in nadat u de batterij langer dan 10 minuten hebt opgeladen. t Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het indicatielampje groen wordt. t Als het indicatielampje oranje knippert of niet brandt, sluit u de kabel opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in de camera. t Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de temperatuur te hoog is, kan het indicatielampje oranje worden. Nadat de batterij is afgekoeld, wordt met opladen begonnen. t Trek niet aan het elektriciteitssnoer om de stekker uit het stopcontact te halen. Dit kan brand of een schok veroorzaken. t Knik de voedingskabel niet en plaats er geen zware voorwerpen op. Hierdoor zou de kabel kunnen beschadigen. Appendices t Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel. t De batterij wordt mogelijk in de volgende gevallen niet opgeladen: - wanneer u een USB-hub gebruikt - wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn aangesloten - wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de computer aansluit - wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm niet ondersteunt (5 V, 500 mA) 108 Cameraonderhoud t Gebruik uitsluitend authentieke, door de producent aanbevolen, Lithium-ionbatterijen ter vervanging. t Haal de batterij niet uit elkaar te halen of maak er geen gat in met een scherp voorwerp. t Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme krachten. t Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld door deze van grote hoogte te laten vallen. t Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven de 60 °C (140 °F). t Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoffen. t De batterij mag niet worden blootgesteld aan overmatige hitte, zoals die van de zon, vuur en dergelijke. Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan persoonlijk letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg voor uw eigen veiligheid de onderstaande instructies voor het juiste gebruik van de batterij: t De batterij kan ontbranden of exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt gebruikt. Als u vervormingen, scheuren of andere afwijkingen in de batterij opmerkt, stopt u onmiddellijk het gebruik hiervan en neemt u contact op met de producent. t Gebruik alleen authentieke, door de producent aanbevolen, batterijopladers en –adapters en laad de batterij alleen op de in deze gebruiksaanwijzing voorgeschreven wijze op. t Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel de batterij niet bloot aan extreem warme omgevingen, zoals een gesloten auto in de zomer. t Plaats de batterij niet in een magnetron. t Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige omgeving, zoals badkamer of douche. t Plaats de batterij niet voor langere tijd op ontvlambare oppervlakken, zoals matrassen, tapijten of elektrische dekens. t Laat het apparaat, als het is ingeschakeld, niet voor langere tijd in een afgesloten ruimte. t Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact komen met metalen voorwerpen, zoals halskettingen, munten, sleutels of horloges. Appendices Verwijderingrichtlijnen t Verwijder de batterij met zorg. t Werp de batterij nooit in een open vuur. t Afhankelijk van uw land of regio kan de regelgeving met betrekking tot de afvoer verschillen. Voer de batterij af volgens de lokale en federale regelgeving. Richtlijnen voor het opladen van de batterij Laad de batterij alleen op volgens de procedure in deze handleiding. De batterij kan ontbranden of exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt opgeladen. 109 Voordat u contact opneemt met een servicecenter Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een servicecenter. Als u hebt geprobeerd een oplossing te vinden met behulp van deze suggesties, maar nog steeds problemen ondervindt, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter. Wanneer u uw camera naar een servicecentrum brengt, breng dan ook de onderdelen mee die de oorzaak kunnen zijn van de fout, zoals bijvoorbeeld de geheugenkaart of de batterij. Situatie Mogelijke oplossing De camera kan niet worden ingeschakeld t Controleer of de batterij in de camera is geplaatst. t Controleer of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. t Laad de batterij op. t Laad de batterij op. t De camera bevindt zich mogelijk in de energiespaarstand. (pag. 100) De camera wordt plotseling uitgeschakeld t De camera wordt mogelijk uitgeschakeld om te voorkomen dat de geheugenkaart door een harde schok beschadigd raakt. Schakel de camera weer in. De batterij raakt snel leeg t De batterij raakt bij lage temperaturen (onder 0 °C) sneller leeg. Houd de batterij warm door deze in uw zak te steken. t Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij indien nodig weer op. t Batterijen zijn verbruiksgoederen die na verloop van tijd moeten worden vervangen. Haal een nieuwe batterij als de levensduur drastisch afneemt. Appendices Situatie Mogelijke oplossing Er kunnen geen foto's worden gemaakt t Er is geen ruimte op de geheugenkaart. Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe kaart. t Formatteer de geheugenkaart. (pag. 100) t De geheugenkaart is defect. Koop een nieuwe geheugenkaart. t Controleer of de camera is ingeschakeld. t Laad de batterij op. t Controleer of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. De camera loopt vast Verwijder de batterij en plaats deze weer terug. De camera wordt warm De camera kan warm worden tijdens het gebruik. Dit is normaal en is niet van invloed op de levensduur of prestaties van uw camera. De flitser werkt niet t Mogelijk is de flitser op Uit ingesteld. (pag. 50) t U kunt geen gebruik maken van de flitser in de modi d, D, v of soms s. 110 Voordat u contact opneemt met een servicecenter Situatie Mogelijke oplossing De flitser gaat onverwachts af De flitser gaat mogelijk af vanwege statische elektriciteit. Dit ligt niet aan de camera. De datum en tijd kloppen niet Stel in het scherminstellingenmenu de datum en tijd in. (pag. 100) Situatie Mogelijke oplossing Er kunnen geen bestanden worden afgespeeld of weergegeven Als u de naam van een bestand wijzigt, kan de camera dit bestand mogelijk niet afspelen of weergeven (de bestandsnaam moet aan de DCF-normen voldoen). In dergelijke gevallen kunt u de bestanden op een computer afspelen of weergeven. De foto's zijn onscherp t Controleer of de ingestelde scherpsteloptie voor close-upfoto's geschikt is. (pag. 52) t Controleer of de lens schoon is. Reinig de lens indien nodig. (pag. 105) t Zorg dat het onderwerp zich binnen het bereik van de flitser bevindt. (pag. 113) De kleuren in de foto zijn anders dan de daadwerkelijke kleuren Een onjuiste witbalans kan voor onrealistische kleuren zorgen. Selecteer de juiste witbalansoptie voor de lichtbron. (pag. 62) De foto is te licht De foto is overbelicht. t Schakel de flitser uit. (pag. 50) t Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 59) De foto is te donker De foto is onderbelicht. t Schakel de flitser in. (pag. 50) t Pas de ISO-waarde aan. (pag. 51) t Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 59) Verwijder de batterij en plaats deze weer Het aanraakscherm of de knoppen werken niet terug. Het camerascherm werkt niet goed Als u de camera bij zeer lage temperaturen gebruikt, kan het camerascherm hierdoor niet goed werken of verkleuren. Voor betere prestaties van het scherm moet de camera bij normale temperaturen worden gebruikt. t Schakel de camera uit en weer in. t Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer terug. De geheugenkaart heeft t Formatteer de geheugenkaart. een fout Raadpleeg ‘Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen schade’ voor meer informatie.(pag. 3) Appendices 111 Voordat u contact opneemt met een servicecenter Situatie Mogelijke oplossing De foto's worden niet op de televisie weergegeven t Controleer of de camera goed met de A/V-kabel op de externe monitor is aangesloten. t Controleer of de geheugenkaart foto's bevat. De computer herkent de camera niet t Controleer of de USB-kabel op de juiste wijze is geplaatst. t Controleer of de camera is ingeschakeld. t Controleer of het besturingssysteem wordt ondersteund. Situatie Mogelijke oplossing Intelli-studio werkt niet naar behoren t Sluit Intelli-studio af en start het programma opnieuw. t Intelli-studio kan niet op Macintoshcomputers worden gebruikt. t Controleer of Pc-software in het instellingen menu op Aan is ingesteld. (pag. 102) t Afhankelijk van de specificaties en instellingen van de computer wordt het programma mogelijk niet automatisch gestart. Klik in dat geval op de computer op start “ Deze Computer “ Intellistudio “ iStudio.exe. Tijdens het overbrengen De bestandsoverdracht kan door statische van bestanden elektriciteit worden gestoord. Koppel de verbreekt de computer USB-kabel los en sluit deze weer aan. de verbinding Het hangt af van de programma’s die u gebruikt voor het afspelen van video’s, of de videobestanden kunnen worden Uw computer kan geen afgespeeld. Installeer en gebruik het video's afspelen programma Intelli-studio op uw computer voor het afspelen van videobestanden die u met uw camera hebt opgenomen. (pag. 91) Appendices 112 Cameraspecificaties Beeldsensor Sluitertijd Type 1/2,3-inch (circa 7,76 mm) CCD Effectieve pixels Circa 14,2 megapixels t Auto: 1/8 - 1/2000 seconde t Programma: 1 - 1/2000 seconde t Nacht: 8 - 1/2000 seconde t Vuurwerk: 2 seconden Totaal aantal pixels Circa 14,48 megapixels Lens Brandpuntsafstand Belichting Schneider-KREUZNACH-lens f = 4,9 - 24,5 mm (35 mm equivalent: 27 - 135 mm) Diafragmabereik f/3,5 (G) - f/5,9 (T) Digitale zoom t Fotomodus: 1,0x - 5,0x Scherm Type TFT LCD een volledig aanraakscherm t Scherm aan de voorzijde: 1,8-inch (4,6 cm) 116 K TFT LCD Scherpstelling Type Programma AE Lichtmeting Multi, Spot, Centr. gewogen Compensatie ±2 BW (in stappen van 1/3 BW) ISO-equivalent Auto, 80, 100, 200, 400, 800, 1600, 3200 Flitser t Hoofdscherm: 3,5-inch (8,9 cm) breed (1152 K) met Eigenschap Bediening TTL-autofocus (Multi AF, Centrum AF, Intelligente gezichtsherkenning-AF, Gezichtsdetectie-AF, Smart Touch AF, One Touch-opname) Modus Uit, Auto, Rode ogen, Invulflits, Langz sync, Anti-rode ogen Bereik t Groothoek: 0,3 m - 3.4 m (ISO Auto) t Tele: 0,5 m - 2.0 m (ISO Auto) Oplaadtijd Circa 4 seconde. Trillingsreductie DUAL IS [Optische beeldstabilisatie (OIS) + Digitale beeldstabilisatie (DIS)] Effect Bereik Groothoek (G) Tele (T) Normaal 80 cm - oneindig 80 cm - oneindig Macro 5 cm - 80 cm 50 cm - 80 cm Auto macro 5 cm - oneindig 50 cm - oneindig t Fotostijlkeuze: Normaal, Zacht, Helder, Bos, Retro, Appendices Koel, Rustig, Klassiek, Negatief, Aangep. RGB Opnamemodus t Smart filter: Normaal, Miniatuur, Vignetten, Visoog 1, Visoog 2, Schets, Anti-nevel t Beeld aanpassen: Scherpte, Contrast, Kleurverz. 113 Cameraspecificaties Witbalans Weergave Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, TL-licht H, TL-licht L, Kunstlicht, Aangep. instelling Type Eén foto, Miniaturen, Diavoorstelling met muziek en effecten, Video, Smart Album* * Smart Album-categorie: Type, Datum, Kleur, Week, Gezicht, Favoriet Bewerken Res.wijz, Draaien, Fotostijlkeuze, Beeld aanpassen, Smart filter, Speciaal effect, Gezichteffect Datering Datum/tijd, Datum, Uit Opname t Fotostijlkeuze: Normaal, Zacht, Helder, Bos, Retro, t Modi: Smart Auto (Portret, Nachtportret, Portret met Foto’s tegenlicht, Tegenlicht, Landschap, Wit, Beweging, Statief, Nacht, Macro, Macro tekst, Blauwe lucht, Zonsondergang, Natuurlijk groen, Natuurlijk portret, Macro kleur, Vuurwerk), Auto, Programma, DUAL IS, Scène (Nacht, Portret, Kinderen, Landschap, Tekst, Close-up, Zon onder, Dageraad, Tegenl., Vuurwerk, Strand/sneeuw, Kaderlijnen, Beautyshot) t Snelheid: 1 opname, Continu, Bewegingsopname, AEB t Timer: 10 sec, 2 sec, Dubbel, Bewegingstimer t Modi: Intelligente scènedetectie (Landschap, Blauwe lucht, Natuurlijk groen, Zonsondergang), Film Koel, Rustig, Klassiek, Negatief, Aangep. RGB t Beeld aanpassen: ACB, Helderheid, Contrast, Effect Visoog 1, Visoog 2, Schets, Anti-nevel t Speciaal effect: Kleurenfilter, Elegant, Ruis toevoegen, Gezichtretouch. Spraakopname t Spraakopname (max. 10 uur) t Spraakmemo in een foto (max. 10 seconde.) Opslag t Bestandsindeling: MP4 (H.264) (max. opnametijd: t Video’s t t t t 20 min.) Formaat: 1280 X 720 HQ, 1280 X 720, 640 X 480, 320 X 240 Framesnelheid: 60 fps, 30 fps, 15 fps Effect: Fotostijlkeuze, Witbalans, Smart filter Spraak: Uit , Aan, Zoom gedempt Video bewerken (intern): pauzeren tijdens opnemen, foto’s maken, tijd bijsnijden Appendices Kleurverz., Anti-rode ogen t Smart filter: Normaal, Miniatuur, Vignetten, t Intern geheugen: circa 30 MB t Extern geheugen (optioneel): microSDTM-kaart Media 114 (tot 2 GB gegarandeerd), microSDHCTM-kaart (tot 8 GB gegarandeerd) De interne geheugencapaciteit kan van deze specificaties afwijken. Cameraspecificaties Bestandsindeling t DCF, EXIF 2.21, DPOF 1.1, PictBridge 1.0 t Foto: JPEG (DCF) t Videoclip: MP4 (Video: MPEG4.AVC/H.264, Energiebron Oplaadbare batterij Lithium-ionbatterij (SLB-07, 760mAh) Afhankelijk van uw regio kan de energiebron verschillen. Audio: AAC) t Geluidsbestand: WAV Afmetingen (B x H x D) Voor 1 GB microSDTM Beeldformaat 103,5 x 59,9 x 19,9 mm Superhoog Hoog Normaal 4320 X 3240 122 240 353 4320 X 2880 137 267 391 147,23 g (zonder batterij en geheugenkaart) 4000 X 3000 142 278 409 Bedrijfstemperatuur 4320 X 2432 163 320 471 0 - 40 ˚C 3264 X 2448 211 409 594 2560 X 1920 335 637 908 2048 X 1536 510 936 1314 1920 X 1080 762 1373 1931 1024 X 768 1626 2575 3090 Gewicht Bedrijfsluchtvochtigheid Deze waarden zijn gemeten onder standaardcondities en kunnen variëren, afhankelijk van opnameomstandigheden en camera-instellingen. 5 - 85 % Software Intelli-studio Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Interface Digitale uitvoer USB 2.0 Audio-invoer/ uitvoer Interne speaker (mono), Microfoon (mono) Video-uitvoer t A/V: NTSC, PAL (keuze) t HDMI 1.4: NTSC, PAL (keuze) Gelijkstroomaansluiting 20-pins, 4,4V Appendices 115 Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur) Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product (Van toepassing op de Europese Unie en andere Europese landen met afzonderlijke inzamelingssystemen voor accu’s en batterijen) Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader, headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd. Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen. Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd. Dit merkteken op de accu, gebruiksaanwijzing of verpakking geeft aan dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu. Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in uw omgeving. PlanetFirst duidt op het streven van Samsung Electronics naar een duurzame ontwikkeling en sociale verantwoordelijkheid door middel van milieubewuste bedrijfsvoering. Appendices 116 Index A Aanpassen Contrast in de opnamemodus 67 in de weergavemodus 84 Helderheid 84 Kleurverzadiging in de opnamemodus 67 in de weergavemodus 84 Scherpte 67 Aanraken 21 ACB in de opnamemodus 60 in de weergavemodus 85 Automatische contrastverbetering (ACB) 60 Batterij Bewegingstimer 49 Levensduur 107 Opladen 108 Specificaties 107 Beautyshot-modus 34 Beginafbeelding 99 Belichting 59 Bestanden overbrengen Anynet+ 101 Filmmodus 37 in de opnamemodus 23 in de weergavemodus 70 Bewegingsonscherpte 29 Afdrukbestelling 85 Afzonderlijke beelden opslaan 79 Bewegingsdetectie B Bestanden beveiligen 75 AF-lamp 101 F Automodus 25 Afdruk 101 AF-geluid 99 Bestanden wissen 75 voor Mac 94 voor Windows 89 Bestanden weergeven als miniatuur 74 diavertoning 77 op televisie 87 smart Album 73 Bewerken 81 Flitser Anti-rode ogen 51 Auto 50 Invul 51 Langz sync 51 Rode ogen 51 Uit 50 D Formatteren 100 Datum en tijd 100 Diafragma 35 Fotograferen met één aanraking 54 Diavertoning 77 Fotokwaliteit 47 Digitale zoom 27 Foto's afdrukken 95 Digital Image Stabilisation (digitale beeldstabilisatie) 36 Fotostijlen Draaien 81 DUAL IS-modus 36 Dubbelportretmodus 41 in de opnamemodus 65 in de weergavemodus 82 Foutmeldingen 104 Framesnelheid 37 Functiebeschrijving 99 Appendices 117 Index G HDTV 88 K O Geheugenkaart Helderheid scherm 99 Kaderlijnen 35 Onderhoud 105 Helderheid van het gezicht 34 Kinderenmodus Onvolkomenheden in het gezicht 34 Capaciteit 106 MicroSD 106 microSDHC 106 Het apparaat loskoppelen 93 Geluid uitschakelen Video 38 Gezichtsdetectie Anti-rode ogen 50 Beautyshot 34 Gezichtsdetectie 55 Intelligente gezichtsdetectie 57 Knipperen 56 Rode ogen 50 Smile shot 56 Glimlachje 43 Grootte aanpassen 81 Foto 41 Video 43 Knipperen 56 I Knop LCD aan voorzijde 26 Instellingen Camera 100 Geluid 99 Openen 98 Scherm 99 L Lange sluitertijd 35 Lichtbron (Witbalans) 62 Intelligente aanraking-AF 53 Lichtmeting Centrum 61 Centrumgewogen 61 Multi 61 Spot 61 Intelligente gezichtsdetectie 57 Intelligente scènedetectiemodus 39 Intelligent filtereffect H Half indrukken 7 HDMI-formaat 101 in de opnamemodus 66 in de weergavemodus 83 Intelli-studio 91 M Macro 52 Mijn ster Classificeren 72 Gezichten registreren 57 ISO-waarde 51 Appendices 118 Opnamemodus Auto 25 DUAL IS 36 Film 37 Intelligente scènedetectie 39 Programma 37 Scène 33 Smart Auto 32 Opnemen Spraakmemo 44 Video 37 Optical Image Stabilisation (OIS) 28 P Pictogrammen 20 Programmamodus 37 Index R Rasterlijn 99 Reinigen Behuizing 105 Lens 105 Scherm 105 Reset 100 Resolutie Foto 46 Video 47 RGB-tint in de opnamemodus 65 in de weergavemodus 82 Rode ogen in de opnamemodus 50 in de weergavemodus 85 Scherpstelafstand Scènemodus 33 Scherm aan de voorzijde Inschakelen 26 Onderdelen en knoppen van de camera 15 Opnamemodus 40 Elegant 84 Gezichtretouch 84 Kleurenfilter 84 Ruis toevoegen 84 Scherpstelgebied Centrum AF 54 Fotograferen met één aanraking 54 Intelligente aanraking-AF 54 Multi AF 54 Serie-opnamen Bew.detectie 64 Continu 64 Opnamereeks met verschillende belichtingen (AEB) 64 Servicecenter 110 Slepen 21 S Speciale effecten Auto macro 52 Macro 52 Normaal (AF) 52 Sluitertijd 35 Smart Album 73 W Weergaveknop 18 Weergavemodus 69 Witbalans 62 Spraakmemo Afspelen 79 Opnemen 44 Sprongopname 42 Z Zelfontspanner 48 Zelfportret 40 Zoomen 27 T Tegenlichtcompensatie (ACB) in de opnamemodus 60 in de weergavemodus 85 Type weergave 24 V Vergroten 76 Video Smart Auto-modus 32 Smile shot 56 Afspelen 78 Opnemen 37 Snel tonen 99 Video Out 102 Volume 99 Appendices 119 Zoomknop 16 Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantie-informatie die met het product is meegeleverd of bezoek onze website http://www.samsungimaging.com of http://www.samsung.com/.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121

Samsung SAMSUNG ST600 Handleiding

Type
Handleiding