Samsung SAMSUNG PL101 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

In deze gebruiksaanwijzing vindt u
uitgebreide aanwijzingen voor het
gebruik van uw camera. Lees deze
gebruiksaanwijzing aandachtig door.
Ä Klik op een onderwerp
User Manual
PL100/PL101
Bekende problemen
Beknopt overzicht
Inhoud
Basisfuncties
Geavanceerde functies
Opnameopties
Afspelen/bewerken
Aanvullende informatie
Index
1
Informatie over gezondheid en veiligheid
Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de
camera optimaal werkt.
Waarschuwing: situaties die bij u of anderen letsel kunnen
veroorzaken
Voorzichtig: situaties die schade aan de camera of andere
apparatuur kunnen veroorzaken
Opmerking: opmerkingen, gebruikstips of aanvullende
informatie
Gebruik de camera niet in de buurt van ontvlambare of
explosieve gassen en vloeistoffen
Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbaar
materiaal of ontvlambare of explosieve chemicaliën. Bewaar
geen ontvlambare vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in
dezelfde ruimte als de camera of de onderdelen of accessoires
van de camera.
Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en
huisdieren
Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires
buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine
onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn
wanneer zij worden ingeslikt. Bewegende delen en accessoires
kunnen ook een fysiek gevaar vormen.
Waarschuwingen
Voorkom gezichtsschade bij het onderwerp
Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan
1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Gebruik van
de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp kan tot tijdelijke of
permanente schade aan het gezichtsvermogen leiden.
Behandel batterijen en oplader voorzichtig en voer deze af
volgens de voorschriften
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen en t
opladers. Niet-compatibele batterijen en opladers kunnen
ernstig letsel of schade aan uw camera veroorzaken.
Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale t
regelgeving bij het verwijderen van gebruikte batterijen.
Leg batterijen of camera’s nooit in of op verwarmingsapparaten, t
zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen
exploderen als ze te heet worden.
Gebruik en bewaar de camera zorgvuldig en verstandig
Zorg ervoor dat de camera niet nat wordt. Het toestel kan door t
vloeibare stoffen ernstig beschadigen. Raak de camera niet
met natte handen aan. De garantie van de fabrikant is niet van
toepassing op waterschade aan het toestel.
Veiligheidsvoorschriften
2
Informatie over gezondheid en veiligheid
Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen
schade
Vermijd blootstelling van batterijen en geheugenkaarten aan t
extreme temperaturen (onder 0 °C of boven 40 °C). Door
extreme temperaturen kan de oplaadcapaciteit van de batterijen
afnemen en kunnen geheugenkaarten storingen vertonen.
Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen t
voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en
minpolen van uw batterijen en tijdelijke of permanente schade
aan de batterijen veroorzaken.
Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistof, t
vuil of vreemde stoffen. Veeg, indien nodig, de geheugenkaart
met een zachte doek schoon alvorens u de kaart in de camera
plaatst.
Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst t
of verwijdert.
Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware t
klappen of druk worden blootgesteld.
Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera t
of door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een
dergelijke geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera.
Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of t
geheugenkaart.
Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of t
hoge temperaturen bloot. Langdurige blootstelling aan zonlicht
of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne
onderdelen van het toestel veroorzaken.
Gebruik of bewaar de camera niet in stoffige, vervuilde, t
vochtige of slecht geventileerde omgevingen om schade aan
bewegende delen en interne onderdelen te vermijden.
Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere t
tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van
tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera
veroorzaken.
Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op t
het strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt.
Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik t
en sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen.
Wees voorzichtig bij het aansluiten van kabels en adapters en t
het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten. Het forceren
van stekkers, onjuist aansluiten van kabels of onjuist plaatsen
van batterijen en geheugenkaarten kan leiden tot schade aan
poorten, stekkers en accessoires.
Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, t
sleuven en toegangspunten van de camera. Schade als gevolg
van onjuist gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt.
3
Informatie over gezondheid en veiligheid
Zorg voor een optimale levensduur van batterijen en
oplader
Te lang opladen van batterijen kan de levensduur daarvan t
bekorten. Wanneer het opladen is voltooid, dient u de kabel van
de camera los te koppelen.
Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van t
tijd en moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen.
Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als t
u de oplader niet gebruikt.
Gebruik de batterijen alleen voor het doel waarvoor ze zijn t
bedoeld.
Wees voorzichtig met het gebruik van de camera in
vochtige omgevingen
Wanneer u de camera vanuit een koude in een warme en
vochtige omgeving brengt, kan er op de fijne elektronische
schakelingen en op de geheugenkaart condensvorming
optreden. Wacht in zo’n geval ten minste 1 uur totdat alle vocht is
verdampt, alvorens u de camera gebruikt.
Controleer voor gebruik of de camera naar behoren
functioneert
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of
schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist
gebruik.
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires
Het gebruik van niet-compatibele accessoires kan leiden tot
schade aan de camera, lichamelijk letsel en het vervallen van de
garantie.
Bescherm de cameralens
Stel de lens niet aan direct zonlicht bloot. Hierdoor kan de t
beeldsensor verkleuren of defect raken.
Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de t
lens met een zachte, schone doek.
Laat reparatie en onderhoud van de camera alleen door
gekwalificeerd personeel uitvoeren
Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en
probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit
ongekwalificeerd onderhoud of reparatie wordt niet door de
garantie gedekt.
Belangrijke gebruiksinformatie
4
Copyrightinformatie
Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde t
handelsmerken van Microsoft Corporation.
Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple Corporation.t
Cameraspecificaties of de inhoud van deze t
gebruiksaanwijzing kunnen zonder kennisgeving worden
gewijzigd bij veranderde camerafuncties.
Voor informatie over Open Source-licenties raadpleegt u t
het bestand "OpenSourceInfo.pdf" op de meegeleverde
cd-rom.
Indeling van de gebruiksaanwijzing
Basisfuncties 11
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera
en basisfuncties voor het maken van opnamen.
Geavanceerde functies 27
Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een
modus te selecteren en hoe u video's of spraakmemo's
opneemt.
Opnameopties 39
Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in
de opnamemodus kunt kiezen.
Afspelen/bewerken 55
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en
spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u
foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe
u de camera op een computer, fotoprinter of televisie
aansluit.
Aanvullende informatie 76
Hier vindt u informatie over instellingen en
foutmeldingen, alsmede specificaties en
onderhoudstips.
5
Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing
Opnamemodus Pictogram
Smart Auto
S
Auto
a
Programma
p
DIS
d
Beautyshot
b
Nacht
N
Scène
s
Film
v
Pictogrammen in de opnamemodus
Deze pictogrammen geven aan dat een bepaalde functie in de
desbetreffende modi beschikbaar is. De s modus ondersteunt
wellicht bepaalde functies niet voor alle scènes.
Voorbeeld:
Beschikbaar in de
modi Programma,
DIS en Film
Symbolen in deze gebruiksaanwijzing
Pictogram Functie
Aanvullende informatie
Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen
[ ]
Cameratoetsen; bijvoorbeeld: [Ontspanknop]
(staat voor de ontspanknop)
( )
Paginanummer van verwante informatie
De volgorde van de opties of menu's die u moet
selecteren om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld:
Selecteer Opname Witbalans (dit betekent
selecteer Opname en vervolgens Witbalans)
*
Voetnoot
Afkortingen in deze gebruiksaanwijzing
Afkorting Betekenis
ACB
Auto Contrast Balance (automatische contrastverbetering)
AEB
Auto Exposure Bracket
(opnamereeks met verschillende belichtingen)
AF
Auto Focus (autofocus)
DIS
Digital Image Stabilisation (digitale beeldstabilisatie)
DPOF
Digital Print Order Format (digitale afdrukbestelling)
EV
Exposure Value (belichtingswaarde)
WB
White Balance (witbalans)
6
Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing
Op de ontspanknop drukken
tDruk [Ontspanknop]: half in: druk de ontspanknop half in
Druk op [t Ontspanknop]: druk de ontspanknop volledig in
Druk [Ontspanknop] half in Druk op [Ontspanknop]
Onderwerp, achtergrond en compositie
Onderwerpt : het belangrijkste object in een scène, zoals een
persoon, dier of stilleven
Achtergrondt : de objecten rondom het onderwerp
Compositiet : de combinatie van onderwerp en achtergrond
Achtergrond
Onderwerp
Compositie
Belichting (Helderheid)
De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de
belichting. De belichting kan worden aangepast met behulp van
sluitertijd, diafragma en ISO-waarde. Wanneer u de belichting
verandert, worden de foto's donkerder of lichter.
Normale belichting Overbelicht (te helder)
7
Bekende problemen
Hier vindt u antwoorden op bekende problemen. Met behulp van opname-instellingen hebt u veel problemen snel opgelost.
De ogen van de
gefotografeerde zijn
rood.
Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera.
Stel de flitsoptie in op t
Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 42)
Als de foto al is gemaakt, selecteert u t
Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 65)
Foto's bevatten stof-
vlekjes.
Stofdeeltjes die in de lucht zweven kunnen worden vastgelegd op foto's als u de flitser gebruikt.
Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen.t
Pas de ISO-waarde aan. (pag. t 43)
Foto's zijn wazig.
Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's neemt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed stil
houdt.
Druk [t Ontspanknop] half in om te zorgen dat er wordt scherpgesteld op het onderwerp. (pag. 25)
Gebruik de t
d
-modus. (pag. 32)
Foto's zijn wazig bij
avondopnamen.
Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd.
Het kan dan lastig zijn de camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden.
Draai de modusdraaiknop naar t
N
. (pag. 30)
Schakel de flitser in. (pag. t 42)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. t 43)
Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt.t
Het onderwerp
is te donker door
tegenlicht.
Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen
de lichte en donkere gebieden, kan het onderwerp donker worden.
Maak geen foto's tegen de zon in.t
Selecteert
Tegenl. in de modus
s
. (pag. 29)
Stel de flitsoptie in op t
Invulflits. (pag. 42)
Pas de belichting aan. (pag. t 49)
Stel de optie Automatische contrastbalans (t ACB) in. (pag. 49)
Stel de lichtmeting in opt
Spot als er een helder onderwerp in het midden van het kader staat.
(pag. 50)
8
Beknopt overzicht
Foto's van mensen maken
s
t -modus > Portret
f
29
b
t -modus
f
31
Zelfportretmodus t
f
35
Kinderenmodus t
f
36
Dubbelportretmodus t
f
36
Rode ogent , Anti-rode ogen
(rode ogen voorkomen of verwijderen)
f
42
Gezichtsdetectiet
f
47
's Nachts of in het donker foto's
maken
s
t -modus > Zon onder, Dageraad, Vuurwerk
f
29
N
t -modus
f
30
Flitseropties t
f
42
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) t
f
43
Actiefoto's maken
Continut , Bewegingsopname
f
52
Foto's maken van tekst, insecten en
bloemen
s
t -modus > Close-up, Tekst
f
29
Macrot , Auto macro (om foto's van dichtbij te maken)
f
44
Witbalanst (de tint wijzigen)
f
50
De belichting aanpassen (helderheid)
ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) t
f
43
EVt (de belichting aanpassen)
f
49
ACBt (compenseren voor onderwerpen tegen een
heldere achtergrond)
f
49
L.metingt
f
50
AEBt (om drie foto's met verschillende belichtingen te
maken van dezelfde scène)
f
52
Een speciaal effect toepassen
Fotostijlen (om een speciale tint aan te brengen) t
f
53
Beeld aanpassen (om kleurverzadiging, scherpte en t
contrast bij te stellen)
f
54
Bewegingsonscherpte voorkomen
d
t -modus
f
32
Bestanden op categorie t
bekijken in Smart Album
f
57
Alle bestanden op de t
geheugenkaart wissen
f
59
Foto's als diavertoning t
weergeven
f
60
Bestanden op een tv t
weergeven
f
67
De camera op een computer t
aansluiten
f
68
Geluid en volume aanpassen t
f
78
De schermtaal wijzigen t
f
78
De helderheid van het t
scherm aanpassen
f
78
De datum en tijd instellen t
f
79
De geheugenkaart t
formatteren
f
79
Problemen oplossen t
f
88
9
Inhoud
Foto’s maken met behulp van het scherm aan de
voorzijde ............................................................................ 35
De Zelfportretmodus gebruiken ............................................. 35
De Dubbelportretmodus gebruiken ....................................... 36
De Kinderenmodus gebruiken ............................................. 36
Een video maken met behulp van het scherm aan de
voorzijde
............................................................................. 37
Spraakmemo's opnemen .................................................. 38
Een spraakmemo opnemen ................................................. 38
Een spraakmemo aan een foto toevoegen ............................. 38
Opnameopties
................................................................ 39
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren ............................... 40
De resolutie selecteren ........................................................ 40
De beeldkwaliteit selecteren ................................................. 40
De timer gebruiken ............................................................ 41
Opnamen in het donker maken ......................................... 42
Rode ogen voorkomen ........................................................ 42
De flitser gebruiken .............................................................. 42
De ISO-waarde aanpassen .................................................. 43
De scherpstelling aanpassen ............................................. 44
Macro gebruiken ................................................................. 44
Autofocus gebruiken ............................................................ 44
Meebewegende autofocus gebruiken ................................... 45
Het scherpstelgebied aanpassen .......................................... 46
Gezichtsdetectie gebruiken ............................................... 47
Gezichten detecteren .......................................................... 47
Een foto van een lachend gezicht maken ............................... 48
Knipperende ogen detecteren .............................................. 48
Basisfuncties
................................................................... 11
Uitpakken .......................................................................... 12
Onderdelen en functies ..................................................... 13
De batterij en geheugenkaart plaatsen .............................. 15
De batterij opladen en de camera inschakelen .................. 16
De batterij opladen .............................................................. 16
De camera inschakelen ....................................................... 16
De eerste instellingen uitvoeren ......................................... 17
Uitleg over de pictogrammen ............................................ 18
Opties selecteren .............................................................. 19
Display en geluid instellen .................................................. 21
Het displaytype wijzigen ....................................................... 21
Het geluid instellen .............................................................. 21
Foto's maken .................................................................... 22
Het scherm aan de voorzijde inschakelen .............................. 23
Zoomen ............................................................................. 23
Tips om betere foto's te maken ........................................ 25
Geavanceerde functies
.................................................. 27
Opnamemodi .................................................................... 28
De Smart Auto-modus gebruiken .......................................... 28
De Scènemodus gebruiken .................................................. 29
De kadergids gebruiken ....................................................... 30
De Nachtmodus gebruiken ................................................. 30
De Beautyshot-modus gebruiken .......................................... 31
De DIS-modus gebruiken ..................................................... 32
De Programmamodus gebruiken .......................................... 33
Een video opnemen ............................................................ 33
10
Inhoud
Helderheid en kleur aanpassen ......................................... 49
De belichting handmatig aanpassen (EV) ............................... 49
Compenseren voor tegenlicht (ACB) ..................................... 49
De lichtmeetmethode wijzigen .............................................. 50
Een lichtbron selecteren (Witbalans) ...................................... 50
Serieopname ..................................................................... 52
Uw foto's mooier maken ................................................... 53
Fotostijlen toepassen ........................................................... 53
Uw foto's aanpassen ........................................................... 54
Afspelen/bewerken
......................................................... 55
Weergeven ........................................................................ 56
De weergavemodus starten ................................................. 56
Foto's weergeven ................................................................ 59
Een video afspelen .............................................................. 61
Spraakmemo's afspelen ...................................................... 62
Foto's bewerken ............................................................... 63
Foto's in grootte aanpassen ................................................. 63
Een foto draaien .................................................................. 63
Fotostijlen toepassen ........................................................... 64
Belichtingsproblemen corrigeren ........................................... 65
Een afdrukbestelling maken (DPOF) ...................................... 66
Bestanden op een tv weergeven ...................................... 67
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) ..... 68
Intelli-studio installeren .......................................................... 68
Bestanden overbrengen met behulp van Intelli-studio ............. 71
Bestanden overbrengen door de camera als een
verwisselbare schijf aan te sluiten
.......................................... 72
De camera loskoppelen (Windows XP) .................................. 73
Bestanden naar de computer overbrengen (Macintosh) .... 74
Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) ............. 75
Aanvullende informatie
.................................................. 76
Camera-instellingenmenu .................................................. 77
Het instellingenmenu openen ............................................... 77
Geluid ............................................................................... 78
Display ............................................................................... 78
Instellingen .......................................................................... 79
Foutmeldingen .................................................................. 82
Onderhoud van de camera ............................................... 83
De camera reinigen ............................................................. 83
Geheugenkaarten ................................................................ 84
De batterij ........................................................................... 85
Voordat u contact opneemt met een servicecenter ........... 88
Cameraspecificaties .......................................................... 91
Index ................................................................................. 96
Uitpakken
………………………………………………… 12
Onderdelen en functies
………………………………… 13
De batterij en geheugenkaart plaatsen
……………… 15
De batterij opladen en de camera inschakelen
……… 16
De batterij opladen
……………………………………… 16
De camera inschakelen
………………………………… 16
De eerste instellingen uitvoeren
……………………… 17
Uitleg over de pictogrammen
………………………… 18
Opties selecteren
………………………………………… 19
Display en geluid instellen
……………………………… 21
Het displaytype wijzigen
………………………………… 21
Het geluid instellen
……………………………………… 21
Foto's maken
…………………………………………… 22
Het scherm aan de voorzijde inschakelen
……………… 23
Zoomen
………………………………………………… 23
Tips om betere foto's te maken
……………………… 25
Basisfuncties
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en
basisfuncties voor het maken van opnamen.
Basisfuncties
12
Uitpakken
Controleer of de doos de volgende artikelen bevat:
Camera AC-adapter/USB-kabel Oplaadbare batterij Polslus
Software-cd-rom
(met gebruiksaanwijzing)
Snelstartgids
De afbeelding kan afwijken van de werkelijke artikelen.
Als optie verkrijgbare accessoires
Camera-etui Geheugenkaarten A/V-kabel Batterijoplader
Basisfuncties
13
Onderdelen en functies
Maak u vertrouwd met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u de camera in gebruik neemt.
AF-hulplampje/timerlampje
Flitser
Lens
Batterijklep
Plaatsing van batterij en geheugenkaart
Statiefbevestigingspunt
Microfoon
Scherm aan de voorzijde
Knop LCD op voorzijde
USB- en A/V-aansluiting
Voor aansluiting van USB- of
A/V-kabel
Ontspanknop
Power-knop
Basisfuncties
14
Onderdelen en functies
Modusdraaiknop
Pictogram Modus Beschrijving
S
Smart Auto
Een foto maken door de camera een geschikte
modus voor de scène te laten selecteren
a
Auto
Snel een foto maken met minimale instellingen
p
Programma
Een foto maken met instelling van opties
d
DIS
Een foto maken met opties die geschikt zijn om
bewegingsonscherpte te voorkomen
b
Beautyshot
Een foto van iemand nemen met opties om
onvolkomenheden in het gezicht te verbergen
N
Nacht
Een foto nemen met opties voor nachtelijke opnamen
s
Scène
Een foto maken met vooraf ingestelde opties voor
een specifieke scène
v
Film
Een video opnemen
Knop Beschrijving
m
Naar opties of menu's
Navigatie
In de opnamemodus
Bij instellen
D
Weergaveoptie wijzigen
Omhoog
M
Macro-optie wijzigen
Omlaag
F
Flitseroptie wijzigen
Naar links
t
Timeroptie wijzigen
Naar rechts
o
Gemarkeerde optie of menu bevestigen
Afspelen
Naar de weergavemodus
Functie
Toegang tot opties in de opnamemodust
Bestanden verwijderen in de weergavemodust
Statuslampje
Knippertt : Bij opslaan van een foto of
video, uitlezen door een computer of
printer of bij een onscherp onderwerp
Brandtt : Bij aansluiting op een
computer of wanneer de camera is
scherpgesteld
Hoofdscherm
Zoomknop
In- en uitzoomen in de opnamemodust
Inzoomen op een deel van een foto of bestanden t
als miniaturen bekijken in de weergavemodus
Volume regelen in de weergavemodust
Luidspreker
1
2
Basisfuncties
15
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en van een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Duw voorzichtig tegen de
kaart totdat deze uit de
camera loskomt en trek
de kaart vervolgens uit de
sleuf.
Druk op de vergrendeling
om de batterij los te
maken.
Het interne geheugen kan worden gebruikt als tijdelijk opslagmedium als er
geen geheugenkaart is geplaatst. Geheugenkaarten plaatsen voor het opslaan
van extra foto’s en video’s.
Geheugenkaart
Batterij
Batterijvergrendeling
Zorg dat bij het plaatsen
van een geheugenkaart de
goudkleurige contactpunten
omhoog zijn gericht.
Zorg dat bij het plaatsen van
de batterij het Samsung-logo
omhoog is gericht.
Basisfuncties
16
De batterij opladen en de camera inschakelen
De camera inschakelen
Druk op [POWER] om de camera in of uit te schakelen.
Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de t
camera voor het eerst inschakelt. (pag. 17)
De camera inschakelen in de weergavemodus
Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar
de weergavemodus.
Als u uw camera inschakelt door [
P
] ongeveer 5 seconden ingedrukt te
houden, geeft de camera geen enkel camerageluid.
De batterij opladen
Zorg ervoor dat u de batterij oplaadt voordat u de camera
gebruikt. Koppel de USB-kabel aan de AC-adapter en sluit
vervolgens het uiteinde van de kabel met het indicatielampje op
de camera aan.
Indicatielampje
Roodt : bezig met opladen
Groent : volledig opgeladen
Basisfuncties
17
De eerste instellingen uitvoeren
Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt, waar u de basisinstellingen van de camera kunt configureren.
Back DST
Druk op [
6
D
] of [
M
] om Date & Time (Datum/tijd) te
selecteren en druk vervolgens op [
t
] of [
o
].
Druk op [
7
F
] of [
t
] om een onderdeel te selecteren.
yyyy mm dd
/ 01 / 01 10:00 Off
: English
: 10/01/01
: London
SetBack
2010
Language
Date & Time
Time Zone
Druk op [
8
D
] of [
M
] om de datum en tijd of een
datumnotatie te selecteren en druk vervolgens op [
o
].
Druk op [
1
POWER].
Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u t
de camera voor het eerst inschakelt.
Druk op [
2
t
] om Language te selecteren en druk
vervolgens op [
t
] of [
o
].
Druk op [
3
D
] of [
M
] om een taal te selecteren en druk
vervolgens op [
o
].
Druk op [
4
D
] of [
M
] om Time Zone (Tijdzone) te
selecteren en druk vervolgens op [
t
] of [
o
].
Druk op [
5
F
] of [
t
] om een tijdzone te selecteren en
druk vervolgens op [
o
].
Als u zomer-wintertijd wilt instellen, drukt u op [t
D
].
Basisfuncties
18
Uitleg over de pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde modus of de ingestelde opties.
C. Pictogrammen links
Pictogram Beschrijving
Diafragma en sluitertijd
Lange sluitertijd
Belichtingswaarde
Witbalans
Gezichttint
Gezicht retoucheren
ISO-waarde
Fotostijl
Beeldaanpassing
(scherpte, contrast, kleurverzadiging)
Type serieopname
Pictogram Beschrijving
Autofocuskader
Bewegingsonscherpte
Zoomverhouding
Huidige datum en tijd
B. Pictogrammen rechts
Pictogram Beschrijving
Fotoresolutie
Videoresolutie
Framesnelheid
Fotokwaliteit
Lichtmeting
Flitsoptie
Zelfontspannerinstelling
Autofocusinstelling
Gezichtsdetectie
Geluid uit
A. Informatie
Pictogram Beschrijving
Geselecteerde opnamemodus
Resterend aantal foto's
Beschikbare opnametijd
Interne geheugen
Geheugenkaart geplaatst
t : Volledig opgeladen
t : Deels opgeladen
t (Rood): Opladen
noodzakelijk
Spraakmemo
A
B
C
Basisfuncties
19
Opties selecteren
U kunt opties selecteren door te drukken op [m] en door gebruik te maken van de navigatieknoppen ([D], [M], [F], [t]).
U kunt de opnameopties ook openen door op [
f
] te drukken, maar dan zijn sommige opties niet beschikbaar.
Teruggaan naar het vorige menu
Druk op [m] om naar het vorige menu terug te gaan.
Druk op de [Ontspanknop] om naar de opnamemodus terug te gaan.
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Gebruik de navigatieknoppen om naar een optie of
2
menu te scrollen.
Druk op [t
F
] of [
t
] om naar links of rechts te gaan.
Druk op [t
D
] of [
M
] om omhoog of omlaag te gaan.
EV
Terug Verpl.
Druk op [
3
o
] om de gemarkeerde keuze te bevestigen.
Basisfuncties
20
Opties selecteren
Druk op [
4
D
] of [
M
] om naar Witbalans te bladeren
en druk vervolgens op [
t
] of [
o
].
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Gezichtsdetectie
Autom. scherpstellen
Afsl.
Terug
Druk op [
5
F
] of [
t
] om naar een witbalansoptie te
bladeren.
Daglicht
Terug
Verpl.
Druk op [
6
o
].
Voorbeeld: in de P-modus de witbalans selecteren
Draai de modusdraaiknop naar
1
p
.
Druk op [
2
m
].
Opname
Geluid
Display
Instellingen
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Gezichtsdetectie
Autom. scherpstellen
Afsl. Wijzigen
Druk op [
3
D
] of [
M
] om naar Opname te bladeren en
druk vervolgens op [
t
] of [
o
].
Basisfuncties
21
Display en geluid instellen
Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het display en het geluid naar wens kunt aanpassen.
Het geluid instellen
Hiermee stelt u in of de camera een bepaald geluid laat klinken
wanneer u de camera bedient.
Druk in de opname- of weergavemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Geluid Piepjes een optie.
Optie Beschrijving
Uit
De camera laat geen geluid klinken.
1/2/3
De camera laat een geluid klinken.
Het displaytype wijzigen
U kunt een weergavestijl voor de opname- of afspeelmodus
selecteren.
Druk meerdere keren op [
D
] om een displaytype te
wijzigen.
Alle informatie over het
opnemen tonen.
Modus Beschrijving
Opname
Alle opname-informatie weergevent
Opname-informatie verbergen, behalve het aantal t
resterende foto's (of de resterende opnametijd) en
het batterijpictogram
Afspelen
Informatie over de huidige foto weergevent
Informatie over de huidige foto verbergent
Informatie over het huidige bestand weergeven, t
behalve de opname-instellingen en de
opnamedatum
Basisfuncties
22
Foto's maken
Hier vindt u informatie over basishandelingen om in de Automodus eenvoudig en snel foto's te maken.
Draai de modusdraaiknop naar
1
a
.
Kadreer het onderwerp.
2
Druk [
3
Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld t
is.
Druk [
4
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Zie pagina 25 voor tips om betere foto's te maken.
Basisfuncties
23
Foto's maken
Zoomen
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera heeft
3X optische zoom en 3X digitale zoom. Door beide te gebruiken,
kunt u tot 9 keer inzoomen.
Draai de [Zoomknop] naar rechts om op het onderwerp in te
zoomen. Draai de [Zoomknop] naar links om uit te zoomen.
InzoomenUitzoomen
Zoomverhouding
Het scherm aan de voorzijde inschakelen
Het scherm aan de voorzijde is handig bij het maken van
zelfportretten en foto’s van kinderen. U kunt het scherm aan de
voorzijde ook gebruiken in de Dubbelportretmodus. (pag. 35)
Druk op de knop [LCD op voorzijde] om het scherm aan de
voorzijde in te schakelen.
Wanneer u opties voor de zelfontspanner instelt, blijft het scherm aan t
de voorzijde actief. (pag. 41)
Als u het scherm aan de voorzijde inschakelt, worden wellicht niet t
de pictogrammen op het hoofdscherm weergegeven en gaat de
verlichting van het hoofdscherm mogelijk uit.
Wanneer u de camera op fel verlichte of zonnige plaatsen gebruikt, t
kunt u mogelijk de weergave op het scherm aan de voorzijde niet
duidelijk zien.
Basisfuncties
24
Foto's maken
Digitale zoom
Als de zoomindicator zich in het digitale bereik bevindt, gebruikt
de camera de digitale zoomfunctie. De beeldkwaliteit kan bij het
gebruik van digitale zoom achteruitgaan.
Optisch bereik
Digitaal bereik
Zoomindicator
De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar bij het gebruik van de t
modi
S
,
d
,
b
,
s
(in bepaalde scènes),
N
en
v
en in
combinatie met Gezichtsdetectie.
Bij gebruik van de digitale zoomfunctie kan het langer duren voordat t
een foto is opgeslagen.
Basisfuncties
25
Tips om betere foto's te maken
De camera op de juiste manier vasthouden
Controleer of er niets
voor de lens zit.
De ontspanknop half indrukken
Druk [Ontspanknop] half in en pas de
scherpstelling aan. De scherpstelling
en belichting worden automatisch
aangepast.
Diafragma en sluitertijd worden
automatisch ingesteld.
Scherpstelkader
Druk op [• Ontspanknop] om een
foto te maken als het kader groen is.
Pas het kader aan en druk. •
[Ontspanknop] nogmaals half in als
het kader rood is.
Bewegingsonscherpte voorkomen
Selecteer de modus
d
om
bewegingsonscherpte digitaal te verminderen.
(pag. 32)
Als
H
wordt weergegeven
Bewegingsonscherpte
Zorg dat bij opnamen in het donker de flitser niet op Langz sync of
Uit staat ingesteld. Het diafragma blijft dan langer open, waardoor het
moeilijker is om de camera stil te houden.
Gebruik een statief of stel de flitser in op • Invulflits. (pag. 42)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. • 43)
Basisfuncties
26
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is
In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om op het onderwerp
scherp te stellen:
er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond -
(wanneer het onderwerp kleding draagt in dezelfde kleur als de
achtergrond)
de lichtbron achter het onderwerp is te fel
-
het onderwerp glanst -
het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals jaloezieën -
het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het beeld -
Gebruik de scherpstelvergrendeling
Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer
het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader
verschuiven om de compositie aan te passen. Druk wanneer
u klaar bent op [Ontspanknop] om een foto te maken.
Wanneer u foto's maakt bij weinig lichtt
Schakel de flitser in.
(pag. 42)
Wanneer onderwerpen snel bewegent
Gebruik de functie
Continu of Bew.
detectie. (pag. 52)
Opnamemodi
…………………………………………… 28
De Smart Auto-modus gebruiken
……………………… 28
De Scènemodus gebruiken
…………………………… 29
De kadergids gebruiken
………………………………… 30
De Nachtmodus gebruiken
…………………………… 30
De Beautyshot-modus gebruiken
……………………… 31
De DIS-modus gebruiken
……………………………… 32
De Programmamodus gebruiken
……………………… 33
Een video opnemen
…………………………………… 33
Foto’s maken met behulp van het scherm aan de
voorzijde
………………………………………………… 35
De Zelfportretmodus gebruiken
………………………… 35
De Dubbelportretmodus gebruiken
…………………… 36
De Kinderenmodus gebruiken
………………………… 36
Een video maken met behulp van het scherm aan de
voorzijde
………………………………………………… 37
Spraakmemo's opnemen
……………………………… 38
Een spraakmemo opnemen
…………………………… 38
Een spraakmemo aan een foto toevoegen
…………… 38
Geavanceerde functies
Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een modus te
selecteren en hoe u video's of spraakmemo's opneemt.
Geavanceerde functies
28
Opnamemodi
Maak foto's en video's door de beste opnamemodus voor de omstandigheden te selecteren.
Pictogram Beschrijving
Verschijnt bij nachtelijke portretfoto's.
Verschijnt bij foto's van landschappen met tegenlicht.
Verschijnt bij portretfoto's met tegenlicht.
Verschijnt bij portretfoto's.
Verschijnt bij close-upfoto's van objecten.
Verschijnt bij close-upfoto's van tekst.
Verschijnt bij foto's van zonsondergangen.
Verschijnt bij foto's van heldere luchten.
Verschijnt bij foto's van beboste gebieden.
Verschijnt bij close-upfoto's van kleurrijke
onderwerpen.
Verschijnt bij close-upfoto's van mensen.
Verschijnt wanneer camera en onderwerp een tijdje
stabiel zijn. Dit is alleen beschikbaar als u foto’s in
het donker maakt.
Verschijnt bij foto's van actief bewegende
onderwerpen.
De Smart Auto-modus gebruiken
In deze modus kiest de camera automatisch camera-instellingen
die bij het gedetecteerde type scène passen. Dit is handig als
u niet bekend bent met de camera-instellingen voor de diverse
scènes.
Draai de modusdraaiknop naar
1
S
.
Kadreer het onderwerp.
2
De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram t
voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het
scherm weergegeven.
Pictogram Beschrijving
Verschijnt bij foto's van landschappen.
Verschijnt bij foto's met een heldere witte
achtergrond.
Verschijnt bij nachtfoto's van landschappen. Alleen
beschikbaar wanneer de flitser uitstaat.
Geavanceerde functies
29
Opnamemodi
De Scènemodus gebruiken
Maak een foto met vooraf ingestelde opties voor een specifieke
scène.
Draai de modusdraaiknop naar
1
s
.
Selecteer een scène.
2
Portret
Deze modus is geschikt om portretfoto's
te maken
Als u de scènemodus wilt wijzigen, drukt u op [t
m
] en
selecteert u Scène een scène.
Voor de Kadergidsmodus, zie “t De kadergids gebruiken" op
pagina 30.
Voor de Nachtmodus, zie “t De Nachtmodus gebruiken ” op
pagina 30.
Kadreer het onderwerp en druk [
3
Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
4
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Druk [
3
Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Druk [
4
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Als de camera geen scènemodus herkent, wordt t
R
weergegeven
en worden de standaardinstellingen gebruikt.
Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de t
camera geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van
het onderwerp en de lichtval.
Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat t
de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het
trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp.
Zelfs als u een statief gebruikt, wordt de modus t
mogelijk niet
herkend, afhankelijk van de bewegingen van het onderwerp.
Geavanceerde functies
30
Opnamemodi
De Nachtmodus gebruiken
Gebruik de Nachtmodus om een foto te nemen met opties voor
nachtelijke opnamen. Gebruik een statief om te voorkomen dat
de camera beweegt.
Draai de modusdraaiknop naar
1
N
.
Kadreer het onderwerp en druk de [
2
Ontspanknop] half
in om scherp te stellen.
Druk de [
3
Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
De belichting in de Nachtmodus aanpassen
In de Nachtmodus kunt u door een langere belichtingstijd te
gebruiken korte lichtflitsen als gebogen strepen vastleggen.
Gebruik een lange sluitertijd om de sluiter lang open te laten
staan. Gebruik een hogere diafragmawaarde om overbelichting
te voorkomen.
Draai de modusdraaiknop naar
1
N
.
Druk op [
2
m
].
Selecteer
3
Opname Lange sluitert..
De kadergids gebruiken
Wanneer u iemand anders een foto van u wilt laten maken, kunt u
deze in scène zetten met behulp van de kadergids. De kadergids
helpt degene die een foto van u maakt door het gedeelte van de
vooraf gekadreerde scène te laten zien.
Draai de modusdraaiknop naar
1
s
.
Selecteer
2
Kaderlijnen.
Kadreer het onderwerp en druk op [
3
Ontspanknop].
Aan de linker- en rechterkant van het beeld verschijnen t
doorzichtige lijnen.
Kader annuleren: OK
Vraag een andere persoon om een foto te maken.
4
Deze persoon kan het onderwerp kadreren met behulp van de t
kaderlijnen en vervolgens op [Ontspanknop] drukken om de
foto te maken.
Druk op [
5
o
] om de kadergids op te heffen.
Geavanceerde functies
31
Opnamemodi
De Beautyshot-modus gebruiken
Een foto van iemand nemen met opties om onvolkomenheden in
het gezicht te verbergen.
Draai de modusdraaiknop naar
1
b
.
2
Als u de huidtint van het onderwerp lichter wilt laten
lijken (alleen het gezicht), drukt u op [
m
].
Selecteer
3
Opname Gezichtstint een optie.
Selecteer een hogere instelling om de huidtint lichter te laten t
lijken.
Niveau 2
Terug Verpl.
Selecteer de diafragmawaarde of sluitertijd.
4
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Diafragma
Terug Verpl.
Selecteer een optie.
5
Als u t AUTO selecteert, worden diafragma en sluitertijd
automatisch aangepast.
Kadreer het onderwerp en druk [
6
Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
7
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp worden.
Geavanceerde functies
32
Opnamemodi
De DIS-modus gebruiken
Voorkom vage foto's als gevolg van bewegingsonscherpte met
de functies voor Digitale beeldstabilisatie (DIS).
Vóór correctie Na correctie
Draai de modusdraaiknop naar
1
d
.
Kadreer het onderwerp en druk [
2
Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
3
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
De digitale zoomfunctie werkt in deze modus niet.t
Als het onderwerp snel beweegt, kan de foto onscherp worden.t
Druk op [
4
m
] om onvolkomenheden in het gezicht te
verbergen.
Selecteer
5
Opname Gezichtretouch. een optie.
Selecteer een hogere instelling om een groter aantal t
onvolkomenheden te verbergen.
Niveau 3
Terug Verpl.
Kadreer het onderwerp en druk [
6
Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
7
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
De scherpstelafstand wordt op Auto macro ingesteld.
Geavanceerde functies
33
Opnamemodi
Een video opnemen
Neem video's van maximaal 2 uur op.
De video wordt als een MJPEG-bestand opgeslagen.
Sommige geheugenkaarten ondersteunen mogelijk geen opname met High
Definition-kwaliteit. Stel in dit geval een lagere resolutie in. (pag. 40)
Draai de modusdraaiknop naar
1
v
.
Druk op [
2
m
].
Selecteer
3
Film Framesnelheid een framesnelheid
(het aantal frames per seconde).
Bij een hoger aantal frames doet de actie natuurlijker aan, t
maar wordt het bestand ook groter.
De Programmamodus gebruiken
In de Programmamodus kunt u diverse opties instellen (met
uitzondering van de sluitertijd en diafragmawaarde).
Draai de modusdraaiknop naar
1
p
.
Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie
2
Opnameopties.)
Kadreer het onderwerp en druk [
3
Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
Druk [
4
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Geavanceerde functies
34
Opnamemodi
Het opnemen onderbreken
U kunt tijdens het opnemen van een video de opname tijdelijk
onderbreken. Met deze functie kunt u uw favoriete scènes in één
video opnemen.
Druk op [o]
om tijdens het opnemen te pauzeren.
Druk nogmaals om de opname te hervatten.
Stop Pauze
Druk op [
4
m
].
Selecteer
5
Film Spraak een geluidsoptie.
Optie Beschrijving
Aan: een video met geluid opnemen. (Tijdens in-/
uitzoomen wordt de geluidsopname onderbroken.)
Uit : een video zonder geluid opnemen.
Stel naar wens andere opties in.
6
(Voor een lijst met opties, zie “Opnameopties”.)
Druk op [
7
Ontspanknop] om de opname te starten.
Druk nogmaals op [
8
Ontspanknop] om de opname te
stoppen.
Geavanceerde functies
35
Foto’s maken met behulp van het scherm aan de voorzijde
Het scherm aan de voorzijde is handig bij het maken van zelfportretten en foto’s van kinderen. U kunt het scherm aan de voorzijde ook
gebruiken in de Dubbelportretmodus.
Als u vaak op de knop [t LCD op voorzijde] drukt, wijzigt de Opnamemodus van Zelfportretmodus naar Dubbelportretmodus of Kinderenmodus. Bij het
maken van video’s kan de Dubbelportretmodus niet worden gebruikt.
In sommige Opnamemodi, wordt geen kader weergegeven in het scherm aan de voorkant met het gedetecteerde gezicht en zijn de Zelfportretmodus en de t
Dubbelportretmodus niet beschikbaar.
Druk in de Opnamemodus eenmaal op de knop
1
[LCD op voorzijde].
Uw gezicht wordt automatisch door de camera gedetecteerd. t
Om het gedetecteerde gezicht verschijnt een kader.
Druk de [
2
Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
Druk de [
3
Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
De Zelfportretmodus gebruiken
Maak eenvoudig foto's van uzelf met behulp van het scherm aan
de voorzijde.
U kunt de camera instellen, zodat deze automatisch een foto neemt wanneer
er een lachend gezicht wordt gedetecteerd bij het maken van een foto
wanneer het scherm aan de voorzijde actief is. (pag. 80)
Geavanceerde functies
36
Foto’s maken met behulp van het scherm aan de voorzijde
De Dubbelportretmodus gebruiken
Deze modus detecteert twee personen die naar elkaar neigen en
maakt automatisch foto's van poserende stellen.
Druk in de Opnamemodus tweemaal op de knop
1
[LCD op voorzijde].
Een wit kader betekent dat de gezichten zijn herkend.t
Een groen kader wanneer u de [t Ontspanknop] half indrukt,
betekent dat de gezichten scherp in beeld zijn.
Neig naar elkaar in het kader.
2
De camera detecteert twee gezichten van de onderwerpen op t
dezelfde afstand van de camera.
Het kan gebeuren dat de camera de compositie niet herkent. Dit is t
afhankelijk van de pose die het stel inneemt.
De Kinderenmodus gebruiken
In deze modus kunt u de aandacht van kinderen op de camera
richten door een korte animatie op het scherm aan de voorzijde
af te spelen.
Druk in de Opnamemodus driemaal op de knop
1
[LCD op voorzijde].
Er wordt een animatie afgespeeld.t
Kadreer het onderwerp en druk [
2
Ontspanknop] half in.
Druk [
3
Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
U kunt animaties van de website downloaden. t
Ga naar www.samsung.com of www.samsungimaging.com voor meer
informatie.
U kunt geluiden toevoegen aan animaties om de aandacht van t
kinderen te trekken. (pag. 78)
U kunt de camera zodanig instellen, dat deze in de Kinderenmodus t
automatisch een foto neemt wanneer er een lachend gezicht wordt
gedetecteerd. (pag. 80)
Geavanceerde functies
37
Foto’s maken met behulp van het scherm aan de voorzijde
Een video maken met behulp van het scherm
aan de voorzijde
Een video maken in de Zelfportretmodus
Draai de modusdraaiknop naar
1
v
.
Druk eenmaal op de knop [
2
LCD op voorzijde].
Druk op de [
3
Ontspanknop] om de opname te starten.
Druk nogmaals op de [
4
Ontspanknop] om de opname
te stoppen.
Een video maken in de Kinderenmodus
Draai de modusdraaiknop naar
1
v
.
Druk tweemaal op de knop [
2
LCD op voorzijde].
Druk op de [
3
Ontspanknop] om de opname te starten.
Druk nogmaals op de [
4
Ontspanknop] om de opname
te stoppen.
Geavanceerde functies
38
Spraakmemo's opnemen
Hier vindt u informatie over hoe u een spraakmemo opneemt die u op elk gewenst moment kunt afspelen. U kunt een spraakmemo aan
een foto toevoegen als een korte herinnering aan de opnameomstandigheden.
U bereikt de beste geluidskwaliteit als u op 40 cm afstand van de camera opneemt.
apdbNs
Een spraakmemo aan een foto toevoegen
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Opname Spraak Memo.
Kadreer het onderwerp en maak een foto.
3
Direct nadat de foto is gemaakt, begint u met het opnemen t
van een spraakmemo.
Neem een korte spraakmemo op (maximaal
4
10 seconden).
Druk op [t Ontspanknop] om de opname van de spraakmemo
te stoppen.
Een spraakmemo opnemen
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Opname Spraak Opname.
Druk op [
3
Ontspanknop] om de opname te starten.
U kunt spraakmemo's van maximaal 10 uur opnemen.t
Druk op [t
o
] als u de opname wilt onderbreken of hervatten.
Stop Pauze
Druk op [
4
Ontspanknop] om de opname te stoppen.
Druk nogmaals op de [t Ontspanknop] om een nieuwe
spraakmemo op te nemen.
Druk op [
5
m
] om naar de opnamemodus te gaan.
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren
…… 40
De resolutie selecteren
……………………… 40
De beeldkwaliteit selecteren
………………… 40
De timer gebruiken
………………………… 41
Opnamen in het donker maken
………… 42
Rode ogen voorkomen
……………………… 42
De flitser gebruiken
…………………………… 42
De ISO-waarde aanpassen
………………… 43
De scherpstelling aanpassen
…………… 44
Macro gebruiken
…………………………… 44
Autofocus gebruiken
………………………… 44
Meebewegende autofocus gebruiken
……… 45
Het scherpstelgebied aanpassen
…………… 46
Gezichtsdetectie gebruiken
……………… 47
Gezichten detecteren
………………………… 47
Een foto van een lachend gezicht maken
…… 48
Knipperende ogen detecteren
……………… 48
Helderheid en kleur aanpassen
…………… 49
De belichting handmatig aanpassen (EV)
…… 49
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
………… 49
De lichtmeetmethode wijzigen
……………… 50
Een lichtbron selecteren (Witbalans)
………… 50
Serieopname
……………………………… 52
Uw foto's mooier maken
………………… 53
Fotostijlen toepassen
………………………… 53
Uw foto's aanpassen
………………………… 54
Opnameopties
Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de opnamemodus kunt kiezen.
Opnameopties
40
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de beeldresolutie en -kwaliteit kunt aanpassen.
Bij het maken van een video:
Druk in de
1
v
-modus op [
m
].
Selecteer
2
Film Filmformaat een optie.
Optie Beschrijving
640 X 480: Weergeven op een algemene tv.
320 X 240: Op een webpagina plaatsen.
De beeldkwaliteit selecteren
De foto's die u maakt, worden gecomprimeerd en in JPEG-
indeling opgeslagen. Een hogere kwaliteit resulteert in grotere
bestanden.
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Opname Kwalit. een optie.
Optie Beschrijving
Superhoog
Hoog
Normaal
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
apdbNs
De resolutie selecteren
Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer pixels
bevatten en daardoor groter worden afgedrukt en weergegeven.
Bij een hoge resolutie neemt ook de bestandsgrootte toe.
Bij het maken van een foto:
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Opname Fotoformaat een optie.
Optie Beschrijving
4000 X 3000: Afdrukken op A1-formaat.
3984 X 2656: Afdrukken op A2-formaat in brede
verhouding (3:2).
3840 X 2160: Afdrukken op A2-formaat in
panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een HDTV.
3264 X 2448: Afdrukken op A3-formaat.
2560 X 1920: Afdrukken op A4-formaat.
2048 X 1536: Afdrukken op A5-formaat.
1920 X 1080: Afdrukken op A5-formaat in
panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een HDTV.
1024 X 768: Voor e-mailbijlagen.
apdbNsvS
Opnameopties
41
De timer gebruiken
Hier vindt u informatie over hoe u de timer instelt om de opname met een vertraging te maken.
apdbNsvS
Druk op [
3
Ontspanknop] om de timer te starten.
Het AF-hulplampje/timerlampje gaat knipperen en de camera t
maakt na de ingestelde tijdsduur automatisch een foto.
Het display aan de voorzijde begint enkele seconden voor de t
opname met aftellen.
Druk op [t
t
] om de timer te annuleren.
Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectie-optie is de timer t
niet beschikbaar of zijn sommige timeropties niet beschikbaar.
Druk in de opnamemodus op [
1
t
].
Uit
Selecteer een optie.
2
Optie Beschrijving
Uit: De timer is uitgeschakeld.
10 sec: Over 10 seconden een foto maken.
2 sec: Over 2 seconden een foto maken.
Dubbel: Over 10 seconden een foto maken en twee
seconden later nog een.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
Opnameopties
42
Opnamen in het donker maken
Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken.
De flitser gebruiken
Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of
wanneer u meer licht in de foto's wilt hebben.
Druk in de opnamemodus op [
1
F
].
Auto
Selecteer een optie.
2
Optie Beschrijving
Uit:
De flitser gaat niet af.t
De waarschuwing voor bewegingsonscherpte t
(
) wordt weergegeven wanneer u bij weinig licht
opnamen maakt.
Auto: De camera selecteert een geschikte flitsinstelling
voor de gedetecteerde scène in de modus
S
.
apbNsS
Rode ogen voorkomen
Als u in het donker een foto van iemand maakt met gebruik van
de flitser, kan er een rode gloed in de ogen van het onderwerp
verschijnen. U kunt dit voorkomen door Rode ogen of Anti-
rode ogen te selecteren. Voor de flitseropties, zie “De flitser
gebruiken”.
apbNs
Opnameopties
43
Opnamen in het donker maken
Als u opties voor serie-opname instelt of t Knipperen selecteert, zijn er
geen flitseropties beschikbaar.
Zorg dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de t
flitser bevindt. (pag. 92)
Als er licht wordt gereflecteerd of er te veel stof in de lucht is, kunnen t
er kleine spikkels op de foto zichtbaar zijn.
De ISO-waarde aanpassen
De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin film gevoelig
is voor licht, zoals gedefinieerd door de International Organisation
for Standardisation (ISO). Hoe hoger de ISO-waarde, des te
gevoeliger wordt de camera voor licht. Met een hogere ISO-
waarde kunt u gemakkelijker foto's zonder flits maken.
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Opname ISO een optie.
Selecteer t om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op
basis van de helderheid van het onderwerp en de lichtval.
Hoe hoger de ISO-waarde, des te meer beeldruis kan er optreden.t
Wanneer t Bewegingsopname is ingesteld, wordt de ISO-waarde
ingesteld op Auto.
p
Optie Beschrijving
Anti-rode ogen*:
De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de t
achtergrond donker is.
De camera corrigeert rode ogen door middel van t
geavanceerde softwarematige analyse van de
opname.
Langz sync:
De flitser gaat af en de sluiter blijft langer open.t
Selecteer deze optie wanneer u het omgevingslicht t
wilt gebruiken om meer details in de achtergrond
zichtbaar te maken.
Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's t
onscherp worden.
Invulflits:
De flitser gaat altijd af.t
De lichtintensiteit wordt automatisch bijgesteld.t
Rode ogen*:
De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de t
achtergrond donker is.
De camera gaat rode ogen tegen.t
Auto: De flitser gaat automatisch af wanneer het
onderwerp of de achtergrond donker is.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
* Er zit een korte tijd tussen twee flitsen. Beweeg de camera niet totdat
de tweede flits is afgegaan.
Opnameopties
44
De scherpstelling aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u de manier waarop de camera scherpstelt voor diverse onderwerpen kunt aanpassen.
Autofocus gebruiken
Om scherpe foto's te maken, selecteert u de scherpsteloptie die
bij de afstand tot het onderwerp past.
Druk in de opnamemodus op [
1
M
].
Normaal (AF)
Selecteer een optie.
2
Optie Beschrijving
Normaal (AF): Scherpstellen op een onderwerp op
meer dan 80 cm afstand (meer dan 1 m bij het gebruik
van de zoomfunctie).
Macro: Scherpstellen op een onderwerp op 10 - 80 cm
afstand (50 - 80 cm bij het gebruik van de zoomfunctie).
Auto macro: Scherpstellen op een onderwerp op meer
dan 10 cm afstand (meer dan 50 cm bij het gebruik van
de zoomfunctie).
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
apdv
Macro gebruiken
Gebruik macro om close-upfoto's te maken van onderwerpen
zoals bloemen en insecten. Voor de macro-opties, zie Autofocus
gebruiken”.
Probeer de camera heel stil te houden, om te voorkomen dat de foto's t
onscherp worden.
Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan t
40 cm bedraagt.
apdv
Opnameopties
45
De scherpstelling aanpassen
Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen mislukken:t
het onderwerp is te klein of verplaatst zich vaak -
er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats -
kleuren of patronen van het onderwerp komen met de achtergrond -
overeen
de camera trilt enorm -
In deze gevallen ziet het scherpstelkader eruit als een kader met één
witte lijn.
Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen t
onderwerp opnieuw selecteren.
Als de camera er niet in slaagt om scherp te stellen, wordt het t
scherpstelkader een kader met één rode lijn.
Als u deze functie niet kunt gebruiken, is het niet mogelijk om de t
opties voor gezichtsdetectie en fotostijlen in te stellen.
Meebewegende autofocus gebruiken
Met Tracking AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch
scherp in beeld houden, ook wanneer u beweegt.
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Opname Autom. scherpstellen
Tracking AF.
Stel scherp op het onderwerp dat u wilt volgen en druk
3
op [
o
].
Er verschijnt een scherpstelkader rond het onderwerp dat het t
onderwerp volgt als u de camera beweegt.
Tracking AF
Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt.t
Een groen kader wanneer u de [t Ontspanknop] half indrukt,
betekent dat het onderwerp scherp in beeld is.
apdNs
Opnameopties
46
De scherpstelling aanpassen
Het scherpstelgebied aanpassen
U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen
op basis van de locatie van het onderwerp in de scène.
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Opname Autom. scherpstellen een
optie.
Optie Beschrijving
Centrum AF: Scherpstelling op het midden (geschikt
voor onderwerpen in het midden van het beeld).
Multi AF: Scherpstelling op een of meer van de
9 mogelijke gebieden.
Tracking AF: Stel scherp op en beweeg mee met het
onderwerp.
(pag. 45)
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
apdNs
Opnameopties
47
Gezichtsdetectie gebruiken
Wanneer u de gezichtsdetectiefunctie gebruikt, herkent de camera automatisch gezichten van mensen. Wanneer u op een gezicht
scherpstelt, past de camera de belichting automatisch aan. Maak snel en eenvoudig foto's met Knipperen om gesloten ogen op de foto te
voorkomen en Smile shot om een lachend gezicht vast te leggen.
apdbs
Gezichten detecteren
De camera detecteert automatisch menselijke gezichten
(maximaal 10 gezichten).
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Opname Gezichtsdetectie Normaal.
Het dichtstbijzijnde gezicht wordt in een wit scherpstelkader t
gevangen, de andere gezichten in grijze kaders.
Hoe dichter u bij het onderwerp bent, des te sneller detecteert de camera
gezichten.
In sommige scènes is gezichtsdetectie niet beschikbaar.t
Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet effectief:t
het onderwerp bevindt zich te ver van de camera af (het -
scherpstelkader kleurt bij Smile shot en Knipperen oranje)
het is te licht of te donker -
het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera -
het onderwerp draagt een zonnebril of een masker -
het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn -
veranderlijk
de gezichtsuitdrukking van het onderwerp wijzigt drastisch -
Gezichtsherkenning is niet beschikbaar bij het gebruik van een fotostijl, t
een beeldaanpassingsoptie of als Tracking AF wordt gebruikt.
Gezichtsherkenning is niet beschikbaar bij gebruik van digitale zoom.t
Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectie-optie is de timer t
niet beschikbaar of zijn sommige timeropties niet beschikbaar.
Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie zijn bepaalde t
opties voor reeksopnamen niet beschikbaar.
Opnameopties
48
Gezichtsdetectie gebruiken
Knipperende ogen detecteren
Als de camera gesloten ogen detecteert, worden er automatisch
2 foto's na elkaar gemaakt.
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Opname Gezichtsdetectie Knipperen.
Houd de camera stil terwijl “t Bezig met vastleggen” op het scherm
wordt weergegeven.
Als de knipperdetectie niet heeft gewerkt, wordt de melding “t Foto
gemaakt met gesloten ogen” weergegeven. Neem in dat geval
nog een foto.
Een foto van een lachend gezicht maken
De camera maakt automatisch een foto wanneer er een lachend
gezicht wordt gedetecteerd.
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Opname Gezichtsdetectie Smile shot.
De camera herkent de lach eerder wanneer het onderwerp t
breeduit lacht.
Opnameopties
49
Helderheid en kleur aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken.
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
Wanneer de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt, of als er
een groot contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond,
komt het onderwerp waarschijnlijk donker op de foto. Schakel in
dat geval de optie Auto Contrast Balance (ACB) in.
Zonder ACB Met ACB
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Opname ACB een optie.
Optie Beschrijving
Uit: ACB is uitgeschakeld
Aan: ACB is ingeschakeld
In de t
a
modus is de ACB-functie altijd ingeschakeld.
U kunt opties voor reeksopnamen instellen wanneer deze functie is t
ingeschakeld.
p
De belichting handmatig aanpassen
(EV)
Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's
te licht of te donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen
om een beter resultaat te krijgen.
Donkerder (-) Neutraal 0) Helderder (+)
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Opname EV.
Selecteer een waarde om de belichting aan te passen.
3
Nadat u de belichting hebt aangepast, blijft deze instelling van t
kracht. Mogelijk moet dit later weer worden bijgesteld om onder- of
overbelichting te voorkomen.
Als u niet weet wat de juiste belichting zou zijn, selecteert u t AEB
(Auto Exposure Bracket). De camera maakt dan een reeks foto's
met verschillende belichtingen: normaal, onderbelicht en overbelicht.
(pag. 52)
pdv
Opnameopties
50
Helderheid en kleur aanpassen
Een lichtbron selecteren (Witbalans)
De kleuren in een foto zijn afhankelijk van het soort lichtbron en
de kwaliteit daarvan. Als u wilt dat uw foto's realistische kleuren
hebben, selecteert u een passende lichtomstandigheid om
de witbalans mee te kalibreren, zoals Auto witbalans, Daglicht,
Bewolkt of Kunstlicht.
(Auto witbalans) (Daglicht)
(Bewolkt) (Kunstlicht)
pdv
De lichtmeetmethode wijzigen
De lichtmeetmethode is de manier waarop de camera de
hoeveelheid opvallend licht meet. De helderheid en belichting van
de foto's varieert met de gekozen lichtmeetmethode.
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Opname L.meting een optie.
Optie Beschrijving
Multi:
De camera verdeelt het beeld onder in diverse t
gebieden en meet de lichtintensiteit in elk gebied.
Geschikt voor algemene foto's.t
Spot:
De camera meet alleen de lichtintensiteit in het uiterste t
midden van het kader.
Als een onderwerp zich niet midden in het beeld t
bevindt, kan de foto verkeerd belicht worden.
Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht.t
Centr. gewogen:
De camera bepaalt een gemiddelde voor de t
lichtmeting van het gehele beeld, maar met nadruk op
het midden.
Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in het t
midden van het beeld bevindt.
pdv
Opnameopties
51
Helderheid en kleur aanpassen
Uw eigen witbalansinstelling configureren
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Opname Witbalans Meten: Sluiter.
Richt de lens op een wit stuk papier.
3
Druk op [
4
Ontspanknop].
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Opname Witbalans een optie.
Pictogram Beschrijving
Auto witbalans: Gebruik automatische instellingen
op basis van de lichtomstandigheden.
Daglicht: Selecteer deze optie voor buitenfoto's op
een zonnige dag.
Bewolkt: Selecteer deze optie voor buitenfoto's op
een bewolkte dag of in de schaduw.
TL-licht H: Selecteer deze optie voor foto's bij
daglichtlampen of drie-wegfluorescentielampen.
TL-licht L: Selecteer deze optie voor foto's bij wit
TL-licht.
Kunstlicht: Selecteer deze optie wanneer u
binnenfoto's maakt bij licht van gloeilampen of
halogeenlampen.
Meten: Sluiter (Aangep. instelling): Hiermee
gebruikt u uw eigen, vooraf geconfigureerde
instellingen.
Opnameopties
52
Serieopname
Het kan soms moeilijk zijn om foto's van snelbewegende onderwerpen te maken en om de natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van
uw onderwerpen op de foto vast te leggen. Selecteer in dergelijke gevallen een van de modi voor serieopname.
p
Optie Beschrijving
AEB:
Maak 3 foto's met een verschillende belichting: •
normaal, onderbelicht en overbelicht.
Gebruik een statief om onscherpe foto's te •
voorkomen.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
U kunt de flitser, de timer en ACB alleen gebruiken wanneer u •
1 opname selecteert.
Als u • Bewegingsopname selecteert, wordt de resolutie
ingesteld op VGA en de ISO-instelling op Auto gezet.
Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie zijn •
bepaalde opties voor reeksopnamen niet beschikbaar.
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Opname Snelheid een optie.
Optie Beschrijving
1 opname: Eén foto maken.
Continu:
• Terwijl u [Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft de
camera achter elkaar foto's maken.
Het maximumaantal foto's is afhankelijk van de •
capaciteit van de geheugenkaart.
Bewegingsopname:
• Terwijl u de [Ontspanknop] ingedrukt houdt, maakt
de camera VGA-foto's (6 foto's per seconde, met
een maximum van 30 foto's).
De camera geeft de zojuist gemaakte foto's •
automatisch weer en slaat ze vervolgens op.
Opnameopties
53
Uw foto's mooier maken
Hier vindt u informatie over hoe u uw foto's mooier kunt maken door fotostijlen en -tinten toe te passen en door aanpassingen te doen.
Uw eigen RGB-tint definiëren
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Opname Fotostylerkeuze Aangep.
RGB.
Selecteer een kleur (R: rood, G: groen, B: blauw).
3
Terug Verpl.
Pas de hoeveelheid van de geselecteerde kleur aan.
4
(-: minder of +: meer)
Fotostijlen toepassen
Pas verschillende stijlen op uw foto's toe, zoals Zacht, Helder en
Bos.
Zacht Helder Bos
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Opname Fotostylerkeuze een optie.
Selecteer t Aangep. RGB om uw eigen RGB-tint te definiëren.
Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor
gezichtsdetectie en beeldaanpassingsopties in te stellen.
apdv
Opnameopties
54
Uw foto's mooier maken
Kleurverzadigingsoptie Beschrijving
-
Verminder de kleurverzadiging.
+
Verhoog de kleurverzadiging.
Selecteer t 0 als u geen effect wilt toepassen (geschikt voor afdrukken).
Afhankelijk van de geselecteerde beeldaanpassingsoptie zijn sommige t
fotostijlen niet beschikbaar.
Uw foto's aanpassen
Pas het contrast, de scherpte en de kleurverzadiging van uw
foto's aan.
Druk in de opnamemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Opname Beeld aanpassen.
Selecteer een aanpassingsoptie.
3
Contrastt
Scherptet
Kleurverz.t
Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel
4
aan te passen.
Contrastoptie Beschrijving
-
Verminder kleuren en helderheid.
+
Verhoog kleuren en helderheid.
Scherpteoptie Beschrijving
-
Verzacht randen in de foto (geschikt voor
fotobewerking op de computer).
+
Verscherp randen om de foto duidelijker te
maken. Hierdoor kan ook de beeldruis in de
foto's toenemen.
p
Weergeven
………………………………… 56
De weergavemodus starten
………………… 56
Foto's weergeven
…………………………… 59
Een video afspelen
…………………………… 61
Spraakmemo's afspelen
…………………… 62
Foto's bewerken
…………………………… 63
Foto's in grootte aanpassen
………………… 63
Een foto draaien
……………………………… 63
Fotostijlen toepassen
………………………… 64
Belichtingsproblemen corrigeren
…………… 65
Een afdrukbestelling maken (DPOF)
………… 66
Bestanden op een tv weergeven
………… 67
Bestanden naar de computer
overbrengen (Windows)
…………………… 68
Intelli-studio installeren
……………………… 68
Bestanden overbrengen met behulp van
Intelli-studio
………………………………… 71
Bestanden overbrengen door de camera als
een verwisselbare schijf aan te sluiten
……… 72
De camera loskoppelen (Windows XP)
……… 73
Bestanden naar de computer overbrengen
(Macintosh)
………………………………… 74
Foto's met een fotoprinter afdrukken
(PictBridge)
………………………………… 75
Afspelen/bewerken
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe
u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter of
televisie aansluit.
Afspelen/bewerken
56
W eergeven
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u bestanden beheert.
Het scherm in de weergavemodus
Informatie
Pictogram Beschrijving
Foto heeft een spraakmemo
Videobestand
Afdrukbestelling ingesteld (DPOF)
Beschermd bestand
Mapnaam – Bestandsnaam
De weergavemodus starten
Bekijk foto's en video's en beluister spraakmemo's die in de
camera zijn opgeslagen.
Druk op [
1
P
].
Het laatste bestand dat u hebt gemaakt of opgenomen wordt •
weergegeven.
Als de camera is uitgeschakeld, schakelt u deze in.•
Druk op [
2
F
] of [
t
] om door de bestanden te bladeren.
Houd de knop ingedrukt om snel door de bestanden te •
bladeren.
Als u bestanden in het interne geheugen wilt weergeven, verwijdert u •
de geheugenkaart.
Bestanden die te groot zijn of die met een camera van een ander •
fabrikant zijn gemaakt, kunnen niet goed door de camera worden
weergegeven.
Afspelen/bewerken
57
Weergeven
Druk op [
4
F
] of [
t
] om door de bestanden te bladeren.
Houd de knop ingedrukt om snel door de bestanden te bladeren.t
Druk op [
5
o
] om terug te gaan naar de normale
weergave.
Bestanden op categorie bekijken in Smart Album
Bekijk en beheer bestanden op categorie, zoals datum, week of
bestandstype.
Draai in de Weergavemodus de [
1
Zoomknop] naar links.
Druk op [
2
m
].
Selecteer een categorie.
3
Type
Datum
Kleur
Week
Terug Instellen
Optie Beschrijving
Type
Geef bestanden gesorteerd op bestandstype weer.
Datum
Geef bestanden op volgorde van de opslagdatum
weer.
Kleur
Geef bestanden gesorteerd op de dominante kleur in
het beeld weer.
Week
Geef bestanden weer op volgorde van de weekdag
waarop ze zijn opgeslagen.
Het kan enige tijd duren voordat Smart Album op de camera is geopend
of de categorie is gewijzigd en de bestanden opnieuw zijn geordend.
Afspelen/bewerken
58
Weergeven
Bestanden beveiligen
Beveilig uw bestanden om te voorkomen dat ze per ongeluk
worden gewist.
Druk in de weergavemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Bestandopties Beveiligen Select..
Als u alle bestanden wilt beveiligen, selecteert u t Alles 
Vergrendel.
Selecteer het bestand dat u wilt beveiligen en druk op
3
[
o
].
Druk nogmaals op [t
o
] om uw selectie op te heffen.
Select. Instellen
Druk op [
4
f
].
Bestanden als miniatuur weergeven
Blader vlug door miniaturen van bestanden heen.
Draai in de weergavemodus de [Zoomknop] naar
links om 9 of 20 miniaturen weer te geven (draai de
[Zoomknop] naar rechts om naar de vorige modus
terug te keren).
Filter
Functie Actie
Door bestanden scrollen
Druk op [
D
], [
M
], [
F
] of [
t
].
Bestanden wissen
Druk op [
f
] en selecteer Ja.
Afspelen/bewerken
59
Weergeven
Bestanden naar de geheugenkaart kopiëren
U kunt bestanden van het interne geheugen naar een
geheugenkaart kopiëren.
Druk in de weergavemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Bestandopties Kopie.
Selecteer
3
Ja om bestanden te kopiëren.
Foto's weergeven
Inzoomen op een deel van een foto of foto's als diavoorstelling
bekijken.
Een foto vergroten
Draai in de weergavemodus de [Zoomknop]
naar rechts om een foto te vergroten (draai de
[Zoomknop] naar links om een foto te verkleinen).
Bestanden wissen
Wis afzonderlijke bestanden of alle bestanden tegelijk. Beveiligde
bestanden kunnen niet worden gewist.
Afzonderlijke bestanden wissen:
Selecteer een bestand in de weergavemodus en druk
1
op [
f
].
Selecteer
2
Ja om het bestand te wissen.
Meerdere bestanden tegelijk wissen:
Druk in de weergavemodus op [
1
f
].
Selecteer
2
Meer wissen.
Selecteer de bestanden die u wilt wissen en druk op
3
[
o
].
Druk nogmaals op [t
o
] om uw selectie op te heffen.
Druk op [
4
f
].
Selecteer
5
Ja.
Alle bestanden wissen:
Druk in de weergavemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Bestandopties Wissen Alles Ja.
Afspelen/bewerken
60
Weergeven
Een diavoorstelling starten
U kunt de diavoorstelling van geluid en effecten voorzien.
Druk in de weergavemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Diashow.
Selecteer een effect voor de diavoorstelling.
3
Ga naar stap 5 als u een diavoorstelling zonder effect wilt.t
Optie Beschrijving
Foto's
Kies de foto's die u in een diavoorstelling wilt
weergeven.
Allest : Alle foto's in een diavoorstelling weergeven.
Datumt : Alle foto's van een specifieke datum in een
diavoorstelling weergeven.
Select.t : Geselecteerde foto's in een diavoorstelling
weergeven.
Interval
Het interval tussen foto's instellen.t
Dit is alleen mogelijk als t Uit is geselecteerd in het
menu Effect.
Muziek
Achtergrondmuziek selecteren.
Effect
Selecteer een overgangseffect.t
Selecteer t Uit als u geen effect wilt.
Boven aan het scherm worden het vergrote gedeelte en de
zoomverhouding weergegeven. De maximale zoomverhouding
kan per resolutie verschillen.
Bijsnijden
Functie Actie
Het vergrote gebied
verplaatsen
Druk op [
D
], [
M
], [
F
] of [
t
].
De vergrote foto
bijsnijden
Druk op [
o
] (de foto wordt opgeslagen
als een nieuw bestand).
Afspelen/bewerken
61
Weergeven
Een video afspelen
Selecteer in de weergavemodus een video en druk op
1
[
o
].
Pauze
Gebruik de volgende knoppen voor de bediening:
2
Druk op Functie
[
F
]
Terugspoelen
[
o
]
Het afspelen onderbreken of hervatten
[
t
]
Vooruitspoelen
[Zoomknop] naar links
of rechts
Het volume regelen
Stel het effect voor de diavertoning in.
4
Selecteer
5
Starten Afspelen.
Selecteer • Herhalen om de diavoorstelling continu af te
spelen.
Druk op [•
o
] om de diavoorstelling te pauzeren of te
hervatten.
Als u de diavertoning wilt stoppen en terug wilt naar de Weergavemodus, drukt
u op [
o
] en vervolgens op [
F
] of [
t
].
Afspelen/bewerken
62
Weergeven
Een spraakmemo aan een foto toevoegen
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
1
[
m
].
Selecteer
2
Bestandopties Spraakmemo Aan.
Druk op [
3
Ontspanknop] om een korte spraakmemo op
te nemen (maximaal 10 seconden).
Druk op [t Ontspanknop] om de opname van de spraakmemo
te stoppen.
Een aan een foto toegevoegde spraakmemo afspelen
Selecteer in de weergavemodus een spraakmemo met een
spraakmemo en druk op [
o
].
Druk op [t o] als u het afspelen wilt onderbreken of hervatten.
Een beeld vastleggen tijdens het afspelen
Druk op [
1
o
] op het punt waarop u een foto wilt
opslaan.
Druk op [
2
M
].
Afzonderlijke beelden die worden bewaard hebben dezelfde grootte als het
oorspronkelijke videobestand en worden als een nieuw bestand opgeslagen.
Spraakmemo's afspelen
Een spraakmemo afspelen
Selecteer in de weergavemodus een spraakmemo en
1
druk op [
o
].
Gebruik de volgende knoppen voor de bediening:
2
Druk op Functie
[
F
]
Terugspoelen
[
o
]
Het afspelen onderbreken of hervatten
[
t
]
Vooruitspoelen
[
M
]
Het afspelen stoppen
[Zoomknop] naar links
of rechts
Het volume regelen
Afspelen/bewerken
63
Foto's bewerken
Bewerk foto's door ze te draaien, in grootte aan te passen, rode ogen te verwijderen en de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging
aan te passen.
Bewerkte foto's worden als nieuw bestand opgeslagen.
Een foto draaien
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
1
[
m
].
Selecteer
2
Wijzigen Draaien een optie.
Terug
Rechts 90 gr.
Verpl.
Foto's in grootte aanpassen
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
1
[
m
].
Selecteer
2
Wijzigen Res.wijz een optie.
Selecteer t om de foto als beginafbeelding op te slaan.
(pag. 78)
Terug
2048 x 1536
Verpl.
De beschikbare opties verschillen, afhankelijk van de grootte van de
geselecteerde foto.
Afspelen/bewerken
64
Foto's bewerken
Uw eigen RGB-tint definiëren
1
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
[
m
].
Selecteer
2
Wijzigen Fotostylerkeuze Aangep.
RGB.
Selecteer een kleur (R: rood, G: groen, B: blauw).
3
Terug Verpl.
Pas de hoeveelheid van de geselecteerde kleur aan.
4
(-: minder of +: meer)
Fotostijlen toepassen
Pas verschillende stijlen op de foto toe, zoals Zacht, Helder en
Bos.
Zacht Helder Bos
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
1
[
m
].
Selecteer
2
Wijzigen Fotostylerkeuze een optie.
Selecteer t Aangep. RGB om uw eigen RGB-tint te definiëren.
Terug
Zacht
Verpl.
Afspelen/bewerken
65
Foto's bewerken
Belichtingsproblemen corrigeren
U kunt ACB (automatische contrastbalans), helderheid, contrast
en kleurverzadiging aanpassen, rode ogen wegwerken,
onvolkomenheden in het gezicht verbergen of ruis toevoegen aan
de foto.
ACB (automatische contrast balans) aanpassen
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
1
[
m
].
Selecteer
2
Wijzigen Beeld aanpassen ACB.
Rode ogen verwijderen
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
1
[
m
].
Selecteer
2
Wijzigen Beeld aanpassen
Anti-rode ogen.
Onvolmaaktheden in het gezicht verbergen
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
1
[
m
].
Selecteer
2
Wijzigen Beeld aanpassen
Gezichtretouch..
Selecteer een niveau.
3
Het gezicht wordt egaler naarmate u het getal verhoogt.t
Helderheid/contrast/kleurverzadiging aanpassen
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
1
[
m
].
Selecteer
2
Wijzigen Beeld aanpassen.
Selecteer een aanpassingsoptie.
3
t : Helderheid
t : Contrast
t : Kleurverz.
Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel
4
aan te passen. (-: minder of +: meer)
Ruis aan de foto toevoegen
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
1
[
m
].
Selecteer
2
Wijzigen Beeld aanpassen
Ruis toevoegen.
Afspelen/bewerken
66
Foto's bewerken
Druk op [
4
m
].
Selecteer
5
Bestandopties DPOF Formaat een
optie.
Optie Beschrijving
Select.
Het afdrukformaat van de geselecteerde foto
opgeven.
Alles
Het afdrukformaat van alle foto's opgeven.
Reset
De instellingen terugzetten.
Als u
6
Select., selecteert, bladert u naar een foto
en draait u de [Zoomknop] naar links of rechts om
het afdrukformaat te selecteren. Herhaal dit voor de
gewenste foto's en druk op [
f
].
Als u t Alles selecteert, drukt u op [
D
] of [
M
] om het
afdrukformaat te selecteren en drukt u op [
o
].
Foto's afdrukken als miniaturen
Druk in de weergavemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Bestandopties DPOF Index Ja.
Als u het afdrukformaat opgeeft, kunt u alleen foto's afdrukken met
DPOF 1.1-compatibele printers.
Een afdrukbestelling maken (DPOF)
Selecteer foto's om af te drukken en stel opties in zoals het aantal
afdrukken en het papierformaat.
De geheugenkaart kan naar een printshop die DPOF (Digital Print t
Order Format) ondersteunt worden gebracht, maar u kunt ook uw
foto's thuis rechtstreeks op een DPOF-compatibele printer afdrukken.
Brede foto's worden mogelijk met verlies van de linker- en rechterkant t
afgedrukt, dus houd rekening met de afmetingen van de foto's.
Voor de foto's in het interne geheugen kunt u geen DPOF gebruiken.t
Druk in de weergavemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Bestandopties DPOF Standaard
een optie.
Optie Beschrijving
Select.
De geselecteerde foto's afdrukken.
Alles
Alle foto's afdrukken.
Reset
De instellingen terugzetten.
Als u
3
Select., selecteert, bladert u naar een foto en
draait u de [Zoomknop] naar links of rechts om het
aantal exemplaren te selecteren. Herhaal dit voor de
gewenste foto's en druk op [
f
].
Als u t Alles selecteert, drukt u op [
D
] of [
M
] om het aantal
exemplaren te selecteren en drukt u op [
o
].
Afspelen/bewerken
67
Bestanden op een tv weergeven
Geef foto's en video's weer door de camera met behulp van de A/V-kabel op een televisie aan te sluiten.
Bekijk foto's of speel video's af met behulp van de
8
knoppen op de camera.
Bij bepaalde televisies kan er digitale ruis optreden of kan het t
gebeuren dat het beeld niet geheel wordt weergegeven.
Afhankelijk van de televisie-instellingen kan het voorkomen dat de t
beelden niet gecentreerd op het scherm worden weergegeven.
Terwijl de camera op de televisie is aangesloten, kunt u gewoon foto's t
en video's maken.
Druk in de opname- of weergavemodus op [
1
m
].
Selecteer
2
Instellingen Video.
Selecteer een video-uitgang voor uw land of regio.
3
Schakel de camera en de televisie uit.
4
Sluit de camera met behulp van de A/V-kabel op de
5
televisie aan.
Video
Audio
Schakel de televisie in en selecteer de
6
videouitvoermodus met de afstandsbediening van de
televisie.
Schakel de camera in en druk op [
7
P
].
Afspelen/bewerken
68
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
Bestanden naar de computer overbrengen met behulp van het Intelli-studio-programma. U kunt tevens bestanden bewerken en uploaden
naar uw favoriete websites.
Het is mogelijk dat Intelli-studio op bepaalde computers niet naar •
behoren werkt, ook niet als de computer in kwestie aan de vereisten
voldoet.
Als uw computer niet aan de vereisten voldoet, worden video’s •
mogelijk niet naar behoren afgespeeld of duurt het langer om video’s
te bewerken.
Installeer DirectX 9.0c of een nieuwere versie alvorens het programma •
te gebruiken.
U moet Windows XP/Vista/7 of Mac OS 10.4 of hogere versies •
gebruiken om de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten.
Het gebruik van een zelfgemonteerde pc of een niet-ondersteunde pc en
besturingssysteem kan tot gevolg hebben dat uw garantie vervalt.
Intelli-studio installeren
Vereisten voor Intelli-studio
Onderdeel Vereisten
Processor
Intel Pentium 4, 3,0 GHz of hoger/
AMD Athlon
TM
FX 2,2 GHz of hoger
RAM
Minimaal 512 MB RAM
(1 GB of meer aanbevolen)
Besturingssysteem
Windows XP SP2/Vista/7
Schijfruimte
250 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen)
Overig
Cd-romstation•
nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/ATI X1600 •
series of hoger
1024 x 768 pixels, monitor met •
ondersteuning voor 16-bits kleuren
(1280 x 1024 pixels, ondersteuning voor
32-bits kleuren aanbevolen)
USB-poort, Microsoft DirectX 9.0c of nieuwer•
Afspelen/bewerken
69
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
Intelli-studio installeren
Plaats de installatie-cd in een compatibel cd-romstation.
1
Wanneer het installatiescherm wordt weergegeven,
2
klikt u op Samsung Digital Camera Installer om de
installatie te starten.
Selecteer de programma's die u wilt installeren en volg
3
de aanwijzingen op het scherm.
Klik op
4
Exit om de installatie te voltooien en start de
computer opnieuw op.
Afspelen/bewerken
70
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
Intelli-studio gebruiken
Intelli-studio is een programma waarmee u bestanden kunt afspelen en bewerken. U kunt er ook bestanden mee uploaden naar websites
zoals Flickr of YouTube. Selecteer Help Help in het programma voor meer informatie.
Bestanden kunnen niet in de camera worden bewerkt. Breng bestanden naar een map op de computer over om ze te bewerken. •
Bestanden op de computer kunnen niet naar de camera worden gekopieerd.•
Intelli-studio ondersteunt de volgende bestandstypen: •
Video’s: MP4 (Video: MJPEG, Audio: WAV), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG) -
Foto’s: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF -
7
8
10
2 1 3 4 5
6
12
13
9
14
15
11
Afspelen/bewerken
71
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
Pictogram Beschrijving
1
Hiermee opent u menu's
2
Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map
weer
3
Naar de Fotobewerkingsmodus gaan
4
Naar de Videobewerkingsmodus gaan
5
Hiermee gaat u naar de modus Sharing om foto's te
delen (u kunt bestanden per e-mail versturen of naar
websites zoals Flickr en YouTube uploaden.)
6
Hiermee vergroot of verkleint u de miniaturen in de lijst
7
Een bestandstype selecteren
8
Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map op
de computer weer
9
Bestanden van de aangesloten camera weergeven of
verbergen
10
Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map op
de camera weer
11
Bestanden als miniaturen, in Smart Album of op een
kaart weergeven
12
Hiermee bladert u door de mappen op het aangesloten
apparaat
13
Hiermee bladert u door mappen op de computer
14
Naar de vorige of volgende pagina gaan
15
Bestanden afdrukken, bestanden op een kaart
weergeven, bestanden opslaan in Mijn map of gezichten
registreren
Bestanden overbrengen met behulp van
Intelli-studio
Intelli-studio wordt automatisch gestart wanneer u de camera met
de USB-kabel op uw computer aansluit.
Terwijl de camera met de USB-kabel op de computer is aangesloten, wordt
de batterij opgeladen.
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
1
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (S) op de
camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van
gegevens.
Afspelen/bewerken
72
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
Bestanden overbrengen door de camera als
een verwisselbare schijf aan te sluiten
U kunt de camera op de computer aansluiten als een
verwisselbare schijf.
Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel.
1
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje () op de
camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van
gegevens.
Schakel de camera in.
2
De camera wordt automatisch herkend.•
Als de camera geen verbinding maakt, verschijnt er een pop-upvenster.
Selecteer Computer.
Selecteer een map op de computer waarin u de
3
bestanden wilt opslaan.
Als de camera geen nieuwe bestanden bevat, zal het •
pop-upvenster voor het opslaan van nieuwe bestanden niet
verschijnen.
Selecteer
4
Ja.
Nieuwe bestanden worden automatisch naar de computer •
overgebracht.
Bij Windows Vista selecteert u Run Installer.exe in het AutoPlay-venster.
Afspelen/bewerken
73
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
De camera loskoppelen (Windows XP)
De USB-kabel wordt onder Windows Vista/7 op soortgelijke wijze
losgekoppeld.
Als het statuslampje op de camera knippert, wacht u tot
1
het knipperen ophoudt.
Klik op
2
op de werkbalk rechtsonder in het scherm
van de computer.
Klik op het pop-upbericht.
3
Verwijder de USB-kabel.
4
De camera kan niet veilig worden verwijderd zolang Intelli-studio actief is.
Sluit het programma af alvorens de camera los te koppelen.
Schakel de camera in.
2
De camera wordt automatisch herkend.t
Als de camera geen verbinding maakt, verschijnt er een pop-upvenster.
Selecteer Computer.
Selecteer op de computer
3
Deze computer 
Verwisselbare schijf DCIM 100PHOTO.
Selecteer de gewenste bestanden en sleep deze naar de
4
computer of sla ze daar op.
Afspelen/bewerken
74
Bestanden naar de computer overbrengen (Macintosh)
Wanneer u de camera op een Apple Macintosh-computer aansluit, wordt de camera automatisch door de computer herkend. U kunt de
bestanden rechtstreeks van de camera naar de computer overbrengen, zonder dat het nodig is om programma's te installeren.
Mac OS 10.4 of hoger wordt ondersteund.
Schakel de camera in.
2
De computer herkent de camera automatisch en geeft op t
het beeldscherm een pictogram van een verwisselbare schijf
weer.
Als de camera geen verbinding maakt, verschijnt er een pop-upvenster.
Selecteer Computer.
Dubbelklik op het pictogram van de verwisselbare schijf.
3
Breng foto’s of video’s naar de computer over.
4
Sluit de camera met de USB-kabel op een Macintosh-
1
computer aan.
Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (S) op de
camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden
beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van
gegevens.
Afspelen/bewerken
75
Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge)
Druk foto's op een PictBridge-compatibele printer af door de camera rechtstreeks op de printer aan te sluiten.
Afdrukopties instellen
Foto's
Formaat
Lay-out
Type
Kwalit.
Afsl. Printen
: Eén
: Auto
: Auto
: Auto
: Auto
Optie Beschrijving
Foto's: kiezen of alleen de huidige foto dan wel alle foto's
moeten worden afgedrukt.
Formaat: geef de afdrukgrootte op.
Lay-out: maak indexprints.
Type: selecteer de papiersoort.
Kwalit.: stel de afdrukkwaliteit in.
Datum: stel in dat de datum wordt afgedrukt.
Best.naam: stel in dat de bestandsnaam wordt afgedrukt.
Reset: stel de afdrukopties op de beginwaarden terug.
Bepaalde opties worden niet door alle printers ondersteund.
Schakel de printer in en sluit de camera er met een
1
USB-kabel op aan.
Schakel de camera in.
2
De camera wordt automatisch herkend door de printer.t
Als de camera geen verbinding maakt, verschijnt er een pop-t
upvenster. Selecteer Printer.
Als de printer een massaopslagfunctie heeft, moet in het t
instellingenmenu eerst de USB-modus op Printer worden
ingesteld. (pag. 80)
Druk op [
3
F
] of [
t
] om een foto te selecteren.
Druk op [t
m
] om afdrukopties in te stellen.
Zie “Afdrukopties instellen”.
Druk op [
4
o
] om af te drukken.
Het afdrukken begint. Druk op [t
F
] om het afdrukken te
annuleren.
Camera-instellingenmenu
……………………………… 77
Het instellingenmenu openen
…………………………… 77
Geluid
………………………………………………… 78
Display
………………………………………………… 78
Instellingen
……………………………………………… 79
Foutmeldingen
…………………………………………… 82
Onderhoud van de camera
…………………………… 83
De camera reinigen
…………………………………… 83
Geheugenkaarten
……………………………………… 84
De batterij
……………………………………………… 85
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
88
Cameraspecificaties
…………………………………… 91
Index
……………………………………………………… 96
Aanvullende
informatie
Hier vindt u informatie over instellingen en foutmeldingen,
alsmede specificaties en onderhoudstips.
Aanvullende informatie
77
Camera-instellingenmenu
Hier vindt u informatie over de verschillende instellingen die u op de camera kunt doen.
Selecteer een optie en sla de instellingen op.
3
Volume
Begingeluid
Sl.toon
Piepjes
AF-geluid
Kindergeluid
Terug Instellen
:1
Uit
Laag
Middel
Hoog
Druk op [
4
m
] om naar het vorige scherm terug te
keren.
Het instellingenmenu openen
Druk in de opname- of weergavemodus op [
1
m
].
Selecteer een menu.
2
Opname
Geluid
Display
Instellingen
Afsl. Wijzigen
Volume
Begingeluid
Sl.toon
Piepjes
AF-geluid
Kindergeluid
Menu Beschrijving
Geluid: hier stelt u de geluiden van de camera en het
volume in. (pag. 78)
Display: hier past u de scherminstellingen aan, zoals
de taal en de helderheid. (pag. 78)
Instellingen: hier wijzigt u de instellingen voor
het camerasysteem, zoals geheugenformaat,
standaardbestandsnaam en de USB-modus. (pag. 79)
Aanvullende informatie
78
Camera-instellingenmenu
Display
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Language
Een taal selecteren voor de schermtekst.
Functiebeschrijving
Een korte beschrijving van een optie of menu
weergeven. (
Uit, Aan*)
Beginafbeelding
Een afbeelding instellen die wordt weergegeven
wanneer de camera wordt ingeschakeld.
Uitt *: Er wordt geen afbeelding
weergegeven.
Logot : Er wordt een standaardafbeelding uit
het interne geheugen weergegeven.
Gebr.afbt : Een afbeelding naar keuze
weergeven. (pag. 63)
Er wordt slechts één beginafbeelding in t
het interne geheugen opgeslagen.
Als u een nieuwe foto selecteert of t
de camera reset, wordt de huidige
beginafbeelding gewist.
Brede foto's of foto's met een verhouding t
van 3:2 kunnen niet als beginafbeelding
worden ingesteld.
Helderh. scherm
De helderheid van het scherm aanpassen.
(Auto*, Donker, Normaal, Licht)
Normaal
staat voor de weergavemodus vast, zelfs
als
Auto
is geselecteerd.
Geluid
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Volume
Hiermee past u het volume van alle geluiden aan.
(Uit, Laag, Middel*, Hoog)
Begingeluid
Hier selecteert u een geluidssignaal voor het
inschakelen van de camera. (Uit*, 1, 2, 3)
Sl.toon
Hier selecteert u een geluid voor het indrukken van de
ontspanknop. (Uit, 1*, 2, 3)
Piepjes
Kiezen welk geluid bij het indrukken van knoppen of
het wisselen van modi wordt geproduceerd.
(Uit, 1*, 2, 3)
AF-geluid
Hier stelt u in of er een geluid klinkt bij het half
indrukken van de ontspanknop. (Uit, Aan*)
Kindergeluid
Hier stelt u een geluid in voor de Kinderenmodus.
(Uit, 1*, 2, 3)
Aanvullende informatie
79
Camera-instellingenmenu
Onderdeel Beschrijving
Reset
Menu's en opnameopties op de beginwaarden instellen
(instellingen voor datum en tijd, taal en video-uitvoer
worden niet gereset). (Ja, Nee)
Datum/tijd
De datum en tijd instellen en een datumnotatie
selecteren. (Uit*, dd/mm/jjjj, mm/dd/jjjj, jjjj/mm/dd)
Tijdzone
Een regio selecteren en zomer-wintertijd instellen
(DST).
Bestandsnr.
De naamgeving van bestanden instellen.
Op nult : instellen dat de bestandsnummering weer bij
0001 begint wanneer er een nieuwe geheugenkaart
wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt
geformatteerd of alle bestanden worden gewist.
Seriet *: instellen dat de bestandsnummering
doorloopt wanneer er een nieuwe geheugenkaart
wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt
geformatteerd of alle bestanden worden gewist.
De standaardnaam van de eerste map is 100PHOTO t
en de standaardnaam van het eerste bestand is
SAM_0001.
Het bestandsnummer wordt steeds met een t
opgehoogd, van SAM_0001 tot SAM_9999.
Het mapnummer wordt steeds met een opgehoogd, t
van 100PHOTO tot 999PHOTO.
Het maximumaantal bestanden dat in een map kan t
worden opgeslagen, is 9999.
De camera definieert bestandsnamen volgens de t
Digital rule for Camera File system-norm (DCF).
Als u bestandsnamen wijzigt, kan de camera deze
bestanden mogelijk niet meer weergeven.
Onderdeel Beschrijving
Snel tonen
Hier stelt u de weergaveduur voor een
gemaakte foto in, voordat naar de
opnamemodus wordt teruggekeerd.
(Uit, 0,5 sec *, 1 sec, 3 sec)
Spaarstand
Als u 30 seconden lang geen bewerkingen
uitvoert, schakelt de camera automatisch over
op de energiespaarstand (druk op een knop
om deze modus weer te deactiveren).
(Uit*, Aan)
Als de Spaarstand is uitgeschakeld, gaat, als
u langer dan ongeveer 30 seconden geen
handelingen verricht, de verlichting van het
hoofdscherm uit om de levensduur van de batterij
te verlengen.
Instellingen
* Standaard
Onderdeel Beschrijving
Formatt..
Het interne geheugen en de geheugenkaart formatteren
(alle bestanden, ook beschermde, worden gewist).
(Ja, Nee)
Geheugenkaarten die in een camera van een andere
fabrikant of in een geheugenkaartlezer zijn gebruikt, of die
met een computer zijn geformatteerd, kunnen door de
camera mogelijk niet correct worden gelezen. Formatteer
dergelijke kaarten in de camera alvorens ze te gebruiken.
* Standaard * Standaard
Aanvullende informatie
80
Camera-instellingenmenu
Onderdeel Beschrijving
AF-lamp
Een hulplampje instellen ter ondersteuning van het
scherpstellen in donkere omgevingen. (Uit, Aan*)
USB
Instellen om via een USB-verbinding met een computer
of printer te communiceren.
Autot *: instellen dat de camera automatisch een
USB-modus selecteert.
Computert : de camera op een computer aansluiten
om bestanden over te brengen.
Printert : de camera op een printer aansluiten om
bestanden af te drukken.
Front smile-
shot
De camera zodanig instellen, dat deze in de
Zelfportretmodus automatisch een foto neemt wanneer
er een lachend gezicht wordt gedetecteerd.
(Uit, Aan*)
Smile-shot
kind
De camera zodanig instellen, dat deze in de
Kinderenmodus automatisch een foto neemt wanneer
er een lachend gezicht wordt gedetecteerd.
(Uit, Aan*)
Onderdeel Beschrijving
Afdruk
Instellen of de datum en tijd op de foto's worden
afgedrukt. (Uit*, Datum, Datum/tijd)
De datum en tijd worden in de rechteronderhoek geel t
weergegeven.
Bij bepaalde printermodellen worden de datum en t
tijd niet afgedrukt.
Als ut Tekst selecteert in de
s
-modus, worden de
datum en tijd niet weergegeven.
Automatisch
uit
Instellen dat de camera automatisch wordt
uitgeschakeld wanneer u deze niet gebruikt.
(Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min)
Bij vervanging van de batterij blijven deze instellingen t
behouden.
De camera schakelt in de volgende gevallen niet t
automatisch uit:
wanneer deze op een computer of printer is -
aangesloten
wanneer u een diavertoning of video's afspeelt -
wanneer u een spraakmemo opneemt -
Video
Het video-uitgangssignaal voor uw land of regio instellen.
NTSCt *: VS, Canada, Japan, Korea, Taiwan, Mexico.
PALt (ondersteunt alleen BDGHI): Australië, Oostenrijk,
België, China, Denemarken, Finland, Duitsland,
Engeland, Italië, Koeweit, Maleisië, Nieuw Zeeland,
Singapore, Spanje, Zweden, Zwitserland, Thailand,
Noorwegen.
* Standaard * Standaard
Aanvullende informatie
81
Camera-instellingenmenu
Onderdeel Beschrijving
Demo
fr
ontdisplay
De camera zo instellen, dat de animatie met geluid
wordt afgespeeld op het scherm aan de voorzijde
zodra u de camera inschakelt (voor gebruik in een
winkel). (Uit*, Aan)
In de Demonstratiemodus kunt u geen foto’s maken t
of video’s opnemen. Als u naar de opnamemodus
wilt overschakelen,drukt u op een willekeurige toets
(behalve [POWER]).
De Demonstratiemodus is niet beschikbaar als u t
de camera inschakelt in Weergavemodus of als de
camera is aangesloten op een ander apparaat.
* Standaard
Aanvullende informatie
82
Foutmeldingen
Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen.
Foutmelding Mogelijke oplossing
Kaartfout
Schakel de camera uit en weer in.t
Verwijder de geheugenkaart en plaats deze t
weer terug.
Formatteer de geheugenkaart. (pag. t 79)
Kaart vergrendeld
Ontgrendel de geheugenkaart.
Kaart wordt niet
ondersteund.
De geplaatste geheugenkaart is niet beschikbaar
voor uw camera. Een geschikte geheugenkaart
plaatsen.
DCF Full Error
Bestandsnamen komen niet met de DCF-
norm overeen. Breng de bestanden op de
geheugenkaart naar een computer over en
formatteer de kaart. (pag. 79)
Bestandsfout
Wis het beschadigde bestand of neem contact
op met een servicecenter.
Batterij bijna leeg
Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij
op.
Geheugen vol
Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe
geheugenkaart.
Geen foto
Maak foto's of plaats en geheugenkaart met
foto's.
Aanvullende informatie
83
Onderhoud van de camera
Camerabehuizing
Veeg deze voorzichtig met een zachte droge doek af.
Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het toestel te reinigen. t
Deze oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten
veroorzaken.
Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaasborsteltje op de t
lenskap.
De camera reinigen
Cameralens en -scherm
Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg
de lens met een zachte doek voorzichtig af. Voor eventuele
achtergebleven stof brengt u lensreinigingsvloeistof op een stuk
reinigingspapier aan en veegt u de lens voorzichtig schoon.
Aanvullende informatie
84
Onderhoud van de camera
Capaciteit van de geheugenkaart
De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de
opnamemodus en de opnameomstandigheden. De volgende
capaciteiten zijn op een 1-GB SD-kaart gebaseerd:
Grootte Superhoog Hoog Normaal 30 fps 15 fps
F
o
t
o
'
s
147 284 403
-
-
167 313 441
-
-
202 367 528
-
-
211 374 537
-
-
339 566 792
-
-
510 802 1065
-
-
735 1144 1437
-
-
1287 1670 1872
-
-
*
V
i
d
e
o
s
---
Circa 7
min 4
sec
Circa 13
min 52
sec
---
Circa
26 min 20
sec
Circa 49
min 16
sec
* Bij gebruik van de zoomfunctie kan de opnametijd van de hier gegeven
waarden afwijken.
Om de totale opnametijd te bepalen, zijn er verschillende video's achter
elkaar opgenomen.
Geheugenkaarten
Geheugenkaarten voor deze camera
U kunt geheugenkaarten van de volgende typen gebruiken: SD
(Secure Digital) of SDHC (Secure Digital High Capacity).
Contactpunten
Etiket (voorzijde)
Schrijfvergrendeling
Bij SD- en SDHC-kaarten kunt u voorkomen dat bestanden
worden gewist, door de schrijfvergrendeling op de kaart om
te zetten. Schuif de vergrendeling naar beneden om de kaart
alleen-lezen te maken, en omhoog om de schrijfvergrendeling op
te heffen. Vergeet niet om voordat u gaat fotograferen de kaart te
ontgrendelen.
Aanvullende informatie
85
Onderhoud van de camera
Levensduur van de batterij
Opnametijd/
Aantal foto's
Opnameomstandigheden
(wanneer de batterij volledig is geladen)
Foto's
Circa 120 min/
Circa 240
Dit is onder de volgende omstandigheden
gemeten: in modus
a
, resolutie 12M
en kwaliteit Hoog.
1. Stel de flitser in op Invulflits, maak één
foto en zoom in of uit.
2. Stel de flitser in op Uit, maak één foto
en zoom in of uit.
3. Voer stap 1 en 2 gedurende
30 seconden uit en herhaal dit
5 minuten lang. Schakel de camera
vervolgens 1 minuut uit.
4. Herhaal stap 1 tot 3.
Video's
Circa 90 min
Neem video's op bij een resolutie van
640x480 en met 30 fps.
De bovenstaande cijfers zijn volgens de normen van Samsung gemeten en t
kunnen afwijken van resultaten bij daadwerkelijk gebruik.
Om de totale opnametijd te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar t
opgenomen.
De batterij
Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen.
Batterijspecificaties
Modus
BP70A
Type
Lithium-ionbatterij
Capaciteit
740 mAh
Voltage
3,7 V
Oplaadtijd
(wanneer de camera is uitgeschakeld)
Circa 150 min
Aanvullende informatie
86
Onderhoud van de camera
Over het opladen terwijl er een computer is aangesloten
Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel.t
De batterij wordt mogelijk in de volgende gevallen niet opgeladen:t
wanneer u een USB-hub gebruikt -
wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn -
aangesloten
wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de -
computer aansluit
wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm -
niet ondersteunt (5 V, 500 mA)
Over het opladen van de batterij
Controleer als het indicatielampje uit is of de batterij op de juiste wijze t
is geplaatst.
Schakel de camera tijdens het opladen uit.t
Schakel de camera pas in nadat u de batterij langer dan 10 minuten t
hebt opgeladen.
Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de t
batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het indicatielampje groen
wordt.
Als het indicatielampje oranje knippert of niet brandt, sluit u de kabel t
opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in
de camera.
Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de t
temperatuur te hoog is, kan het indicatielampje oranje worden.
Nadat de batterij is afgekoeld, wordt met opladen begonnen.
Aanvullende informatie
87
Onderhoud van de camera
Gebruik uitsluitend authentieke, door de producent t
aanbevolen, Lithium-ionbatterijen ter vervanging.
Haal de batterij niet uit elkaar te halen of maak er geen t
gat in met een scherp voorwerp.
Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme t
krachten.
Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld t
door deze van grote hoogte te laten vallen.
Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven t
de 60 °C (140 °F).
Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoffen.t
Verwijderingrichtlijnen
Verwijder de batterij met zorg.t
Werp de batterij nooit in een open vuur.t
Afhankelijk van uw land of regio kan de regelgeving met t
betrekking tot de afvoer verschillen. Voer de batterij af
volgens de lokale en federale regelgeving.
Richtlijnen voor het opladen van de batterij
Laad de batterij alleen op volgens de procedure in
deze gebruiksaanwijzing. De batterij kan ontbranden of
exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt opgeladen.
Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan
persoonlijk letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg
voor uw eigen veiligheid de onderstaande instructies
voor het juiste gebruik van de batterij:
De batterij kan ontbranden of exploderen als deze niet t
op de juiste wijze wordt gebruikt. Als u vervormingen,
scheuren of andere afwijkingen in de batterij opmerkt,
stopt u onmiddellijk het gebruik hiervan en neemt u
contact op met de producent.
Gebruik alleen authentieke, door de producent t
aanbevolen, batterijopladers en –adapters en laad
de batterij alleen op de in deze gebruiksaanwijzing
voorgeschreven wijze op.
Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel t
de batterij niet bloot aan extreem warme omgevingen,
zoals een gesloten auto in de zomer.
Plaats de batterij niet in een magnetron.t
Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige t
omgeving, zoals badkamer of douche.
Plaats de batterij niet voor langere tijd op ontvlambare t
oppervlakken, zoals matrassen, tapijten of elektrische
dekens.
Laat het apparaat, als het is ingeschakeld, niet voor t
langere tijd in een afgesloten ruimte.
Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact t
komen met metalen voorwerpen, zoals halskettingen,
munten, sleutels of horloges.
Aanvullende informatie
88
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een
servicecenter. Als u hebt geprobeerd een oplossing te vinden met behulp van deze suggesties, maar nog steeds problemen ondervindt,
kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter.
Situatie Mogelijke oplossing
Er kunnen geen foto's
wor
den gemaakt
Er is geen ruimte op de geheugenkaart. t
Wis onnodige bestanden of plaats een
nieuwe kaart.
Formatteer de geheugenkaart. (pag. t 79)
De geheugenkaart is defect. Koop een t
nieuwe geheugenkaart.
Controleer of de camera is ingeschakeld.t
Laad de batterij op.t
Controleer of de batterij op de juiste t
wijze is geplaatst.
De camera loopt vast
Verwijder de batterij en plaats deze weer
terug.
De flitser werkt niet
Mogelijk is de flitser op t Uit ingesteld.
(pag. 42)
In de modi t
d
,
v
en bepaalde
s
modi kan de flitser niet worden gebruikt.
De flitser gaat
onverwachts af
De flitser gaat mogelijk af vanwege
statische elektriciteit. Dit is geen defect van
de camera.
De datum en tijd
kloppen niet
Stel in het scherminstellingenmenu de
datum en tijd in. (pag. 79)
Situatie Mogelijke oplossing
De camera kan niet
worden ingeschakeld
Controleer of de batterij in de camera is t
geplaatst.
Controleer of de batterij op de juiste wijze t
is geplaatst.
Laad de batterij op.t
De camera
wordt plotseling
uitgeschakeld
Laad de batterij op.t
De camera bevindt zich mogelijk in de t
Spaarstand. (pag. 79)
De camera wordt mogelijk uitgeschakeld t
om te voorkomen dat de geheugenkaart
door een harde schok beschadigd raakt.
Schakel de camera weer in.
De batterij raakt snel
leeg
De batterij raakt bij lage temperaturen t
(onder 0 °C) sneller leeg. Houd de
batterij warm door deze in uw zak te
steken.
Met het gebruik van de flitser en het t
opnemen van video's raakt de batterij
snel leeg. Laad de batterij indien nodig
weer op.
Batterijen zijn verbruiksgoederen die t
na verloop van tijd moeten worden
vervangen. Haal een nieuwe batterij als
de levensduur drastisch afneemt.
Aanvullende informatie
89
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie Mogelijke oplossing
De kleuren in de foto
zijn anders dan de
daadwerkelijke kleuren
Een onjuiste witbalans kan voor
onrealistische kleuren zorgen. Selecteer
de juiste witbalansoptie voor de lichtbron.
(pag. 50)
De foto is te licht
Schakel de flitser uit. (pag. t 42)
De foto is overbelicht. Pas de t
belichtingswaarde aan. (pag. 49)
De foto is te donker
De foto is onderbelicht.
Schakel de flitser in. (pag. t 42)
Pas de ISO-waarde aan. (pag. t 43)
Pas de belichtingswaarde aan. (pag. t 49)
De foto's worden
niet op de televisie
weergegeven
Controleer of de camera goed met de t
A/V-kabel op de externe monitor is
aangesloten.
Controleer of de geheugenkaart foto's t
bevat.
De computer herkent
de camera niet
Controleer of de USB-kabel op de juiste t
wijze is geplaatst.
Controleer of de camera is ingeschakeld.t
Controleer of het besturingssysteem t
wordt ondersteund.
Tijdens het overbrengen
van bestanden
verbreekt de computer
de verbinding
De bestandsoverdracht kan door statische
elektriciteit worden gestoord. Koppel de
USB-kabel los en sluit deze weer aan.
Situatie Mogelijke oplossing
Het display of de
knoppen werken niet
Verwijder de batterij en plaats deze weer
terug.
Het camerascherm
werkt niet goed
Als u de camera bij zeer lage temperaturen
gebruikt, kan het camerascherm hierdoor
niet goed werken of verkleuren.
Voor betere prestaties van het scherm
moet de camera bij normale temperaturen
worden gebruikt.
De geheugenkaart heeft
een fout
De geheugenkaart is niet gereset.
Formatteer de kaart. (pag. 79)
Er kunnen geen
bestanden worden
afgespeeld of
weergegeven
Als u de naam van een bestand wijzigt,
kan de camera dit bestand mogelijk niet
afspelen of weergeven (de bestandsnaam
moet aan de DCF-normen voldoen).
In dergelijke gevallen kunt u de bestanden
op een computer afspelen of weergeven.
De foto's zijn onscherp
Controleer of de ingestelde t
scherpsteloptie voor close-upfoto's
geschikt is. (pag. 44)
Controleer of de lens schoon is. Reinig t
de lens indien nodig. (pag. 83)
Zorg dat het onderwerp zich binnen het t
bereik van de flitser bevindt. (pag. 92)
Aanvullende informatie
90
Voordat u contact opneemt met een servicecenter
Situatie Mogelijke oplossing
De camera kan geen
video's afspelen
Video’s kunnen alleen met Intelli-studio •
worden afgespeeld. Installeer het
programma op de computer. (pag. 70)
Controleer of de USB-kabel op de juiste •
wijze is aangesloten.
Intelli-studio werkt niet
naar behoren
Sluit Intelli-studio af en start het •
programma opnieuw.
Intelli-studio kan niet op Macintosh-•
computers worden gebruikt.
Afhankelijk van de specificaties en •
instellingen van de computer wordt het
programma mogelijk niet automatisch
gestart. Klik in dat geval op de computer
op start Alle programma's
Samsung Intelli-studio.
Aanvullende informatie
91
Cameraspecificaties
Scherpstelling
Type
TTL-autofocus (Multi AF, Centrum AF,
Gezichtsherkenning-AF, Tracking AF)
Bereik
Groothoek (G)
Tele (T)
Normaal
80 cm - oneindig
1 m - oneindig
Macro
10 cm - 80 cm
50 cm - 80 cm
Auto macro
10 cm - oneindig
50 cm - oneindig
Sluitertijd
Auto
t : 1/8 - 1/1500 sec.
Programma
t : 1 - 1/1500 sec.
Nacht
t : 8 - 1/1500 sec.
Vuurwerk
t : 2 sec.
Belichting
Bediening Programma AE
Lichtmeting Multi, Spot, Centr. gewogen, Gezichtsherkenning-AE
Compensatie ±2 BW (in stappen van 1/3 BW)
ISO-equivalent Auto, 80, 100, 200, 400, 800, 1600
Beeldsensor
Type 1/2,33 inch (circa 7,79 mm) CCD
Effectieve pixels Circa 12,2 megapixels
Totaal aantal pixels Circa 12,4 megapixels
Lens
Brandpuntsafstand
Samsung-lens f = 6,3 - 18,9 mm
(35-mm equivalent: 35 - 105 mm)
Diafragmabereik f/3,0 (G) - f/5,6 (T)
Digitale zoom
Fotomodus: 1,0x - 3,0x
t
Weergavemodus: 1,0x - 12,5x t
(afhankelijk van het beeldformaat)
Scherm
Type TFT LCD
Eigenschap
Hoofdscherm: 2,7 inch (circa 6,9 cm) t
QVGA (230 K)
Scherm aan de voorzijde: 1,5 inch (3,8 cm)
t
61 K TFT LCD
Aanvullende informatie
92
Cameraspecificaties
Opname
Foto's
Modi:
t Smart Auto (Wit, Macro kleur, Portret,
Nachtportret, Portret met tegenlicht, Macro
portret, Tegenlicht, Landschap, Actie, Statief,
Nacht, Macro, Macro tekst, Blauwe lucht,
Zonsondergang, Natuurlijk groen), Auto,
Programma, DIS, Beautyshot, Nacht,
Scène (Kaderlijnen, Portret, Landschap,
Close-up, Tekst, Zon onder, Dageraad,
Tegenl., Vuurwerk, Strand/sneeuw)
Snelheid
t : 1 opname, Continu, Bewegingsopname,
AEB
Timer
t : 10 sec, 2 sec, Dubbel
Video's
Bestandsindeling: MJPEG
t
(max. opnametijd: 2 uur)
Formaat:
t 640 X 480 (30 fps, 15 fps),
320 X 240 (30 fps, 15 fps)
Framesnelheid
t : 30 fps, 15 fps
Spraak
t : Uit, Aan (geluid wordt gedempt bij het
gebruiken van de zoomfunctie)
Video bewerken (intern): pauzeren tijdens
t
opnemen, foto's maken
Flitser
Modus
Uit, Auto, Rode ogen, Invulflits, Langz sync,
Anti-rode ogen
Bereik
Groothoek: 0,4 m - 3,8 m (ISO Auto)
t
Tele: 0,5 m - 2,0 m (ISO Auto) t
Oplaadtijd
Circa 4 sec. (afhankelijk van de toestand van de
batterij)
Trillingsreductie
Digitale beeldstabilisatie (DIS)
Effect
Opnamemodus
Fotostylerkeuze
t : Normaal, Zacht, Helder, Bos,
Retro, Koel, Rustig, Klassiek, Negatief,
Aangep. RGB
Beeld aanpassen
t : Scherpte, Contrast, Kleurverz.
Witbalans
Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, TL-licht H, TL-licht L, Kunstlicht,
Aangep. instelling
Datering
Datum/tijd, Datum, Uit
Aanvullende informatie
93
Cameraspecificaties
Beeldformaat
Voor 1GB SD
Superhoog Hoog Normaal
4000 X 3000 147 284 403
3984 X 2656 167 313 441
3840 X 2160 202 367 528
3264 X 2448 211 374 537
2560 X 1920 339 566 792
2048 X 1536 510 802 1065
1920 X 1080 735 1144 1437
1024 X 768 1287 1670 1872
Deze waarden zijn gemeten onder standaardcondities en
kunnen variëren, afhankelijk van opnameomstandigheden
en camera-instellingen.
Interface
Digitale uitvoer USB 2.0
Audio-uitvoer Mono (interne speaker), Mono (microfoon)
Video-uitvoer NTSC, PAL (keuze) SCC-AV20
Gelijk-
stroomaansluiting
20-pins, 4,2 V
Energiebron
Oplaadbare batterij Lithium-ionbatterij (BP70A, 740 mAh)
Afhankelijk van uw regio kan de energiebron verschillen.
Weergave
Type
Eén foto, Miniaturen, Diashow, Video, Smart Album
* Smart Album-categorie: Type, Datum, Kleur, Week
Bewerken Res.wijz, Draaien, Fotostylerkeuze, Beeld aanpassen
Effect
Fotostylerkeuze
t : Normaal, Zacht, Helder,
Bos, Retro, Koel, Rustig, Klassiek, Negatief,
Aangep. RGB
Beeld aanpassen
t : ACB, Anti-rode ogen,
Gezichtretouch., Helderheid, Contrast,
Kleurverz., Ruis toevoegen
Spraakopname
Spraakopname (max. 10 uur)
t
Spraakmemo in een foto (max. 10 sec.)t
Opslag
Media
Intern geheugen: circa 5 MB
t
Extern geheugen (optioneel):t
SD-kaart (tot 4 GB gegarandeerd) -
SDHC-kaart (tot 8 GB gegarandeerd) -
De interne geheugencapaciteit kan van deze specificaties
afwijken.
Bestandsindeling
Foto: JPEG (DCF), EXIF 2.21, DPOF 1.1,
t
PictBridge 1.0
Video: MJPEG
t
Audio: WAVt
Aanvullende informatie
94
Cameraspecificaties
Afmetingen (B x H x D)
95,7 x 56 x 20,3 mm
Gewicht
111 g (zonder batterij en geheugenkaart)
Bedrijfstemperatuur
0 - 40 ˚C
Bedrijfsluchtvochtigheid
5 - 85 %
Software
Intelli-studio
Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Aanvullende informatie
95
Correcte verwijdering van dit product
(elektrische & elektronische afvalapparatuur)
Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal
duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv.
lader, headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval
verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om
mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door
ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen
van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier
recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt
bevorderd. Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met
de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente
waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen
milieuvriendelijk kunnen laten recyclen. Zakelijke gebruikers moeten
contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden
van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn elektronische
accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering
worden gemengd.
Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit
product
(Van toepassing op de Europese Unie en andere Europese
landen met afzonderlijke inzamelingssystemen voor accu’s
en batterijen)
Dit merkteken op de accu, gebruiksaanwijzing of verpakking geeft aan
dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen
met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische
symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of
loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn
2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt
behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van
mensen of het milieu.
Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van
het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en
batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan
te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in
uw omgeving.
Het Samsung Eco-symbool
Dit is een eigen symbool van Samsung dat het bedrijf
gebruikt om zijn milieuvriendelijke productactiviteiten
naar de consument te communiceren. Het symbool
staat voor Samsung's voortdurende inspanningen om
milieubewuste producten te ontwikkelen.
Aanvullende informatie
96
Index
A
Aanpassen
Contrast
in de opnamemodus 54
in de weergavemodus 65
Helderheid 65
Kleurverzadiging
in de opnamemodus 54
In de weergavemodus 65
Scherpte 54
ACB
in de opnamemodus 49
in de weergavemodus 65
Afdruk 80
Afdrukbestelling 66
AF-geluid 78
AF-lamp 80
Afzonderlijke beelden opslaan
van een video 62
Automatische
contrastverbetering
(ACB) 49, 65
Automodus 22
B
Batterij
Levensduur 85
Opladen 86
Specificaties 85
Beautyshot-modus 31
Beeld aanpassen
ACB 65
Anti-rode ogen 65
Contrast 65
Gezichtretouch 65
Helderheid 65
Kleurverzadiging 65
Ruis toevoegen 65
Beginafbeelding 78
Belichting 49
Bestanden beveiligen 58
Bestanden overbrengen
voor Mac 74
voor Windows 68
Bestanden weergeven
als miniatuur 58
Diavertoning 60
op categorie 57
op televisie 67
Bestanden wissen 59
Bewegingsonscherpte 25
Bewerken 63
D
Datum en tijd 79
Demonstratiemodus 81
Diafragma 30
Diavertoning 60
Digitale zoom 24
Digital Image Stabilisation
(digitale beeldstabilisatie) 32
DIS, modus 32
DPOF 66
Draaien 63
Dubbelportretmodus 36
F
Filmmodus 33
Flitser
Anti-rode ogen 43
Auto 43
Langz. sync 43
Rode ogen 43
Uit 42
Format 79
Fotokwaliteit 40
Foto's afdrukken 75
Fotostijlen 53
Foutmeldingen 82
Framesnelheid 33
Functiebeschrijving 78
Functieknop 14
Aanvullende informatie
97
Index
G
Geheugenkaart
Capaciteit 84
SD 84
SDHC 84
Gezichtsdetectie
Glimlach 48
Knipperen 48
Normaal 47
Glimlach 48
Grootte aanpassen 63
H
Half indrukken 6
Helderheid scherm 78
Helderheid van het
gezicht 31
Het apparaat loskoppelen 73
I
Instellingen
Camera 79
Display 78
Geluid 78
Openen 77
Intelli-studio 70
ISO-waarde 43
K
Kadergids 30
Kinderenmodus
Foto 36
Video 37
Knipperen 48
L
Lange sluitertijd 30
Lichtbron (Witbalans) 50
L.meting
Centr. gewogen 50
Multi 50
Spot 50
M
Macro 44
Meebewegende focus 45
Menuknop 14
Modusdraaiknop 14
N
Nachtmodus 30
Navigatieknop 14
O
Onderhoud 83
Onvolkomenheden in het
gezicht 32
Opnamemodus
Auto 22
DIS 32
Film 33
Nacht 30
Programma 33
Scène 29
Smart Auto 28
Opnemen
Spraakmemo 38
Video 33
Optical Image Stabilisation
(OIS) 32
P
Pictogrammen 18
Programmamodus 33
R
Reinigen
Behuizing 83
Display 83
Lens 83
Aanvullende informatie
98
Index
Reset 79
Resolutie
Foto 40
Video 40
RGB-tint
in de opnamemodus 53
in de weergavemodus 64
Rode ogen
in de opnamemodus 42
in de weergavemodus 65
S
Scènemodus 29
Scherm aan de voorzijde
Camera-indeling 13
Demonstratiemodus 81
Inschakelen 23
Opnamemodus 35
Scherpstelafstand
Auto Macro 44
Macro 44
Normaal (AF) 44
Scherpstelgebied
Centrum AF 46
Meebewegende AF 46
Multi AF 46
Serie-opname
Auto Exposure Bracket
(AEB) 52
Bewegingsopname 52
Continu 52
Servicecenter 88
Sluitertijd 30
Smart Album 57
Snel tonen 79
Spraakmemo
Afspelen 62
Opnemen 38
T
Timer 41
Type weergave 21
V
Vergroten 59
Video
Afspelen 61
Opnemen 33
W
Weergaveknop 14
Weergavemodus 56
Witbalans 50
Z
Zelfportretmodus
Foto 35
Video 37
Zoomen 23
Zoomknop 14
Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantie-
informatie die met het product is meegeleverd of bezoek
onze website
http://www.samsungimaging.com

Documenttranscriptie

In deze gebruiksaanwijzing vindt u uitgebreide aanwijzingen voor het gebruik van uw camera. Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door. Ä Klik op een onderwerp Bekende problemen User Manual PL100/PL101 Beknopt overzicht Inhoud Basisfuncties Geavanceerde functies Opnameopties Afspelen/bewerken Aanvullende informatie Index Informatie over gezondheid en veiligheid Houd u altijd aan de volgende voorzorgsmaatregelen en gebruikstips om gevaarlijke situaties te vermijden en ervoor te zorgen dat de camera optimaal werkt. Voorkom gezichtsschade bij het onderwerp Waarschuwing: situaties die bij u of anderen letsel kunnen veroorzaken Voorzichtig: situaties die schade aan de camera of andere apparatuur kunnen veroorzaken Gebruik de flitser van de camera niet vlakbij (op minder dan 1 m afstand van) de ogen van mensen of dieren. Gebruik van de flitser dicht bij de ogen van het onderwerp kan tot tijdelijke of permanente schade aan het gezichtsvermogen leiden. Opmerking: opmerkingen, gebruikstips of aanvullende informatie Behandel batterijen en oplader voorzichtig en voer deze af volgens de voorschriften t Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen en opladers. Niet-compatibele batterijen en opladers kunnen ernstig letsel of schade aan uw camera veroorzaken. t Gooi batterijen nooit in open vuur. Houd u aan alle lokale regelgeving bij het verwijderen van gebruikte batterijen. t Leg batterijen of camera’s nooit in of op verwarmingsapparaten, zoals een magnetron, kachel of radiator. Batterijen kunnen exploderen als ze te heet worden. Waarschuwingen Gebruik de camera niet in de buurt van ontvlambare of explosieve gassen en vloeistoffen Gebruik de camera niet in de buurt van brandstoffen, brandbaar materiaal of ontvlambare of explosieve chemicaliën. Bewaar geen ontvlambare vloeistoffen, gassen en explosief materiaal in dezelfde ruimte als de camera of de onderdelen of accessoires van de camera. Veiligheidsvoorschriften Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren Gebruik en bewaar de camera zorgvuldig en verstandig t Zorg ervoor dat de camera niet nat wordt. Het toestel kan door vloeibare stoffen ernstig beschadigen. Raak de camera niet met natte handen aan. De garantie van de fabrikant is niet van toepassing op waterschade aan het toestel. Houd de camera en alle bijbehorende onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen en huisdieren. Kleine onderdelen vormen verstikkingsgevaar of kunnen schadelijk zijn wanneer zij worden ingeslikt. Bewegende delen en accessoires kunnen ook een fysiek gevaar vormen. 1 Informatie over gezondheid en veiligheid t Stel de camera niet gedurende lange tijd aan direct zonlicht of hoge temperaturen bloot. Langdurige blootstelling aan zonlicht of extreme temperaturen kan permanente schade aan interne onderdelen van het toestel veroorzaken. t Gebruik of bewaar de camera niet in stoffige, vervuilde, vochtige of slecht geventileerde omgevingen om schade aan bewegende delen en interne onderdelen te vermijden. t Haal de batterijen uit de camera wanneer u deze voor langere tijd opbergt. Batterijen in het batterijvak kunnen na verloop van tijd gaan lekken of roesten en ernstige schade aan uw camera veroorzaken. t Bescherm de camera tegen zand en vuil wanneer u deze op het strand of in een andere, soortgelijke omgeving gebruikt. t Bescherm de camera en het scherm tegen stoten, ruw gebruik en sterke trillingen om ernstige schade te voorkomen. t Wees voorzichtig bij het aansluiten van kabels en adapters en het plaatsen van batterijen en geheugenkaarten. Het forceren van stekkers, onjuist aansluiten van kabels of onjuist plaatsen van batterijen en geheugenkaarten kan leiden tot schade aan poorten, stekkers en accessoires. t Steek geen vreemde voorwerpen in de compartimenten, sleuven en toegangspunten van de camera. Schade als gevolg van onjuist gebruik wordt mogelijk niet door de garantie gedekt. Bescherm batterijen, opladers en geheugenkaarten tegen schade t Vermijd blootstelling van batterijen en geheugenkaarten aan extreme temperaturen (onder 0 °C of boven 40 °C). Door extreme temperaturen kan de oplaadcapaciteit van de batterijen afnemen en kunnen geheugenkaarten storingen vertonen. t Voorkom dat batterijen in aanraking komen met metalen voorwerpen. Dit kan een verbinding vormen tussen de plus- en minpolen van uw batterijen en tijdelijke of permanente schade aan de batterijen veroorzaken. t Voorkom dat geheugenkaarten in contact komen met vloeistof, vuil of vreemde stoffen. Veeg, indien nodig, de geheugenkaart met een zachte doek schoon alvorens u de kaart in de camera plaatst. t Schakel de camera uit wanneer u een geheugenkaart plaatst of verwijdert. t Zorg dat geheugenkaarten niet buigen, vallen of aan zware klappen of druk worden blootgesteld. t Gebruik geen geheugenkaarten die in een andere camera of door een computer zijn geformatteerd. Formatteer een dergelijke geheugenkaart opnieuw in uw eigen camera. t Gebruik nooit een beschadigde oplader, batterij of geheugenkaart. 2 Informatie over gezondheid en veiligheid Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde accessoires Zorg voor een optimale levensduur van batterijen en oplader Het gebruik van niet-compatibele accessoires kan leiden tot schade aan de camera, lichamelijk letsel en het vervallen van de garantie. t Te lang opladen van batterijen kan de levensduur daarvan bekorten. Wanneer het opladen is voltooid, dient u de kabel van de camera los te koppelen. t Batterijen die niet worden gebruikt, ontladen zich na verloop van tijd en moeten voor gebruik opnieuw worden opgeladen. t Laat de stekker van de oplader niet in het stopcontact zitten als u de oplader niet gebruikt. t Gebruik de batterijen alleen voor het doel waarvoor ze zijn bedoeld. Bescherm de cameralens t Stel de lens niet aan direct zonlicht bloot. Hierdoor kan de beeldsensor verkleuren of defect raken. t Bescherm de lens tegen vingerafdrukken en krassen. Reinig de lens met een zachte, schone doek. Wees voorzichtig met het gebruik van de camera in vochtige omgevingen Belangrijke gebruiksinformatie Wanneer u de camera vanuit een koude in een warme en vochtige omgeving brengt, kan er op de fijne elektronische schakelingen en op de geheugenkaart condensvorming optreden. Wacht in zo’n geval ten minste 1 uur totdat alle vocht is verdampt, alvorens u de camera gebruikt. Laat reparatie en onderhoud van de camera alleen door gekwalificeerd personeel uitvoeren Laat geen ongekwalificeerd personeel reparatie- of onderhoudswerkzaamheden aan de camera uitvoeren en probeer dit ook niet zelf te doen. Alle schade die voortvloeit uit ongekwalificeerd onderhoud of reparatie wordt niet door de garantie gedekt. Controleer voor gebruik of de camera naar behoren functioneert De fabrikant is niet verantwoordelijk voor verlies van bestanden of schade die kan voortkomen uit defecten aan de camera of onjuist gebruik. 3 Indeling van de gebruiksaanwijzing Basisfuncties Copyrightinformatie 11 Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen. t Microsoft Windows en het Windows-logo zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. t Mac is een geregistreerd handelsmerk van Apple Corporation. Geavanceerde functies 27 Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een modus te selecteren en hoe u video's of spraakmemo's opneemt. t Cameraspecificaties of de inhoud van deze gebruiksaanwijzing kunnen zonder kennisgeving worden gewijzigd bij veranderde camerafuncties. t Voor informatie over Open Source-licenties raadpleegt u het bestand "OpenSourceInfo.pdf" op de meegeleverde cd-rom. Opnameopties 39 Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de opnamemodus kunt kiezen. Afspelen/bewerken 55 Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter of televisie aansluit. Aanvullende informatie Hier vindt u informatie over instellingen en foutmeldingen, alsmede specificaties en onderhoudstips. 4 76 Pictogrammen in deze gebruiksaanwijzing Symbolen in deze gebruiksaanwijzing Opnamemodus Pictogram Smart Auto S Pictogram Functie Aanvullende informatie Auto a p Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen Programma DIS d [ ] Cameratoetsen; bijvoorbeeld: [Ontspanknop] (staat voor de ontspanknop) Beautyshot b ( ) Paginanummer van verwante informatie Nacht N Scène s → Film v De volgorde van de opties of menu's die u moet selecteren om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld: Selecteer Opname → Witbalans (dit betekent selecteer Opname en vervolgens Witbalans) * Voetnoot Pictogrammen in de opnamemodus Deze pictogrammen geven aan dat een bepaalde functie in de desbetreffende modi beschikbaar is. De s modus ondersteunt wellicht bepaalde functies niet voor alle scènes. Afkortingen in deze gebruiksaanwijzing Voorbeeld: Beschikbaar in de modi Programma, DIS en Film 5 Afkorting Betekenis ACB Auto Contrast Balance (automatische contrastverbetering) AEB Auto Exposure Bracket (opnamereeks met verschillende belichtingen) AF Auto Focus (autofocus) DIS Digital Image Stabilisation (digitale beeldstabilisatie) DPOF Digital Print Order Format (digitale afdrukbestelling) EV Exposure Value (belichtingswaarde) WB White Balance (witbalans) Uitdrukkingen in deze gebruiksaanwijzing Op de ontspanknop drukken Belichting (Helderheid) tDruk [Ontspanknop]: half in: druk de ontspanknop half in t Druk op [Ontspanknop]: druk de ontspanknop volledig in De hoeveelheid licht die de camera binnenkomt bepaalt de belichting. De belichting kan worden aangepast met behulp van sluitertijd, diafragma en ISO-waarde. Wanneer u de belichting verandert, worden de foto's donkerder of lichter. Druk [Ontspanknop] half in Normale belichting Druk op [Ontspanknop] Onderwerp, achtergrond en compositie t Onderwerp: het belangrijkste object in een scène, zoals een persoon, dier of stilleven t Achtergrond: de objecten rondom het onderwerp t Compositie: de combinatie van onderwerp en achtergrond Achtergrond Compositie Onderwerp 6 Overbelicht (te helder) Bekende problemen Hier vindt u antwoorden op bekende problemen. Met behulp van opname-instellingen hebt u veel problemen snel opgelost. De ogen van de gefotografeerde zijn rood. Dit wordt veroorzaakt door een reflectie van de flitser van de camera. Rode ogen of Anti-rode ogen. (pag. 42) t Stel de flitsoptie in op Anti-rode ogen in het bewerkingsmenu. (pag. 65) t Als de foto al is gemaakt, selecteert u Foto's bevatten stof- Stofdeeltjes die in de lucht zweven kunnen worden vastgelegd op foto's als u de flitser gebruikt. vlekjes. t Schakel de flitser uit of neem geen foto's op stoffige plaatsen. t Pas de ISO-waarde aan. (pag. 43) Foto's zijn wazig. Dit kan worden veroorzaakt doordat u foto's neemt bij weinig licht of doordat u de camera niet goed stil houdt. t Druk [Ontspanknop] half in om te zorgen dat er wordt scherpgesteld op het onderwerp. (pag. 25) t Gebruik de d-modus. (pag. 32) Foto's zijn wazig bij avondopnamen. Om meer licht binnen te laten, gebruikt de camera een langere sluitertijd. Het kan dan lastig zijn de camera stil te houden, waardoor de foto's bewogen kunnen worden. t Draai de modusdraaiknop naar N. (pag. 30) t Schakel de flitser in. (pag. 42) t Pas de ISO-waarde aan. (pag. 43) t Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. Het onderwerp is te donker door tegenlicht. Als de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt of als er een groot contrast is tussen de lichte en donkere gebieden, kan het onderwerp donker worden. t Maak geen foto's tegen de zon in. Tegenl. in de modus s. (pag. 29) t Selecteer t Stel de flitsoptie in op Invulflits. (pag. 42) t Pas de belichting aan. (pag. 49) t Stel de optie Automatische contrastbalans (ACB) in. (pag. 49) Spot als er een helder onderwerp in het midden van het kader staat. t Stel de lichtmeting in op (pag. 50) 7 Beknopt overzicht Foto's van mensen maken s-modus > Portret f 29 b-modus f 31 Zelfportretmodus f 35 Kinderenmodus f 36 Dubbelportretmodus f 36 Rode ogen, Anti-rode ogen (rode ogen voorkomen of verwijderen) f 42 t Gezichtsdetectie f 47 t t t t t t t t t t 's Nachts of in het donker foto's maken s-modus > Zon onder, Dageraad, Vuurwerk f 29 N-modus f 30 Flitseropties f 42 ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 43 Actiefoto's maken t Continu, Bewegingsopname f 52 Foto's maken van tekst, insecten en bloemen t s-modus > Close-up, Tekst f 29 t Macro, Auto macro (om foto's van dichtbij te maken) f 44 t Witbalans (de tint wijzigen) f 50 De belichting aanpassen (helderheid) t ISO-waarde (de lichtgevoeligheid aanpassen) f 43 t EV (de belichting aanpassen) f 49 t ACB (compenseren voor onderwerpen tegen een heldere achtergrond) f 49 t L.meting f 50 t AEB (om drie foto's met verschillende belichtingen te maken van dezelfde scène) f 52 Een speciaal effect toepassen t Fotostijlen (om een speciale tint aan te brengen) f 53 t Beeld aanpassen (om kleurverzadiging, scherpte en contrast bij te stellen) f 54 Bewegingsonscherpte voorkomen t d-modus f 32 8 t Bestanden op categorie bekijken in Smart Album f 57 t Alle bestanden op de geheugenkaart wissen f 59 t Foto's als diavertoning weergeven f 60 t Bestanden op een tv weergeven f 67 t De camera op een computer aansluiten f 68 t Geluid en volume aanpassen f 78 t De schermtaal wijzigen f 78 t De helderheid van het scherm aanpassen f 78 t De datum en tijd instellen f 79 t De geheugenkaart formatteren f 79 t Problemen oplossen f 88 Inhoud Basisfuncties ................................................................... Uitpakken .......................................................................... Onderdelen en functies ..................................................... De batterij en geheugenkaart plaatsen .............................. De batterij opladen en de camera inschakelen .................. De batterij opladen .............................................................. De camera inschakelen ....................................................... De eerste instellingen uitvoeren ......................................... Uitleg over de pictogrammen ............................................ Opties selecteren .............................................................. Display en geluid instellen .................................................. Het displaytype wijzigen ....................................................... Het geluid instellen .............................................................. Foto's maken .................................................................... Het scherm aan de voorzijde inschakelen .............................. Zoomen ............................................................................. Tips om betere foto's te maken ........................................ 11 12 13 15 16 16 16 17 18 19 21 21 21 22 23 23 25 Geavanceerde functies .................................................. Opnamemodi .................................................................... De Smart Auto-modus gebruiken .......................................... De Scènemodus gebruiken .................................................. De kadergids gebruiken ....................................................... De Nachtmodus gebruiken ................................................. De Beautyshot-modus gebruiken .......................................... De DIS-modus gebruiken ..................................................... De Programmamodus gebruiken .......................................... Een video opnemen ............................................................ 27 28 28 29 30 30 31 32 33 33 Foto’s maken met behulp van het scherm aan de voorzijde ............................................................................ De Zelfportretmodus gebruiken ............................................. De Dubbelportretmodus gebruiken ....................................... De Kinderenmodus gebruiken ............................................. Een video maken met behulp van het scherm aan de voorzijde ............................................................................. Spraakmemo's opnemen .................................................. Een spraakmemo opnemen ................................................. Een spraakmemo aan een foto toevoegen ............................. 35 35 36 36 37 38 38 38 Opnameopties ................................................................ 39 Resolutie en beeldkwaliteit selecteren ............................... De resolutie selecteren ........................................................ De beeldkwaliteit selecteren ................................................. De timer gebruiken ............................................................ Opnamen in het donker maken ......................................... Rode ogen voorkomen ........................................................ De flitser gebruiken .............................................................. De ISO-waarde aanpassen .................................................. De scherpstelling aanpassen ............................................. Macro gebruiken ................................................................. Autofocus gebruiken ............................................................ Meebewegende autofocus gebruiken ................................... Het scherpstelgebied aanpassen .......................................... Gezichtsdetectie gebruiken ............................................... Gezichten detecteren .......................................................... Een foto van een lachend gezicht maken ............................... Knipperende ogen detecteren .............................................. 9 40 40 40 41 42 42 42 43 44 44 44 45 46 47 47 48 48 Inhoud Helderheid en kleur aanpassen ......................................... De belichting handmatig aanpassen (EV) ............................... Compenseren voor tegenlicht (ACB) ..................................... De lichtmeetmethode wijzigen .............................................. Een lichtbron selecteren (Witbalans) ...................................... Serieopname ..................................................................... Uw foto's mooier maken ................................................... Fotostijlen toepassen ........................................................... Uw foto's aanpassen ........................................................... Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) ..... Intelli-studio installeren .......................................................... Bestanden overbrengen met behulp van Intelli-studio ............. Bestanden overbrengen door de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten .......................................... De camera loskoppelen (Windows XP) .................................. Bestanden naar de computer overbrengen (Macintosh) .... Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) ............. 49 49 49 50 50 52 53 53 54 68 68 71 72 73 74 75 Aanvullende informatie .................................................. 76 Afspelen/bewerken ......................................................... 55 Weergeven ........................................................................ De weergavemodus starten ................................................. Foto's weergeven ................................................................ Een video afspelen .............................................................. Spraakmemo's afspelen ...................................................... Foto's bewerken ............................................................... Foto's in grootte aanpassen ................................................. Een foto draaien .................................................................. Fotostijlen toepassen ........................................................... Belichtingsproblemen corrigeren ........................................... Een afdrukbestelling maken (DPOF) ...................................... Bestanden op een tv weergeven ...................................... Camera-instellingenmenu .................................................. Het instellingenmenu openen ............................................... Geluid ............................................................................... Display ............................................................................... Instellingen .......................................................................... Foutmeldingen .................................................................. Onderhoud van de camera ............................................... De camera reinigen ............................................................. Geheugenkaarten ................................................................ De batterij ........................................................................... Voordat u contact opneemt met een servicecenter ........... Cameraspecificaties .......................................................... Index ................................................................................. 56 56 59 61 62 63 63 63 64 65 66 67 10 77 77 78 78 79 82 83 83 84 85 88 91 96 Basisfuncties Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en basisfuncties voor het maken van opnamen. Uitpakken ………………………………………………… 12 Onderdelen en functies ………………………………… 13 De batterij en geheugenkaart plaatsen ……………… 15 De batterij opladen en de camera inschakelen ……… 16 De batterij opladen ……………………………………… De camera inschakelen ………………………………… De eerste instellingen uitvoeren 16 16 ……………………… 17 Uitleg over de pictogrammen ………………………… 18 Opties selecteren ………………………………………… 19 Display en geluid instellen ……………………………… 21 Het displaytype wijzigen ………………………………… Het geluid instellen ……………………………………… 21 21 Foto's maken …………………………………………… 22 Het scherm aan de voorzijde inschakelen ……………… Zoomen ………………………………………………… Tips om betere foto's te maken 23 23 ……………………… 25 Uitpakken Controleer of de doos de volgende artikelen bevat: Camera AC-adapter/USB-kabel Software-cd-rom (met gebruiksaanwijzing) Snelstartgids Oplaadbare batterij Polslus De afbeelding kan afwijken van de werkelijke artikelen. Als optie verkrijgbare accessoires Camera-etui Geheugenkaarten A/V-kabel Basisfuncties 12 Batterijoplader Onderdelen en functies Maak u vertrouwd met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u de camera in gebruik neemt. Power-knop Microfoon Ontspanknop Knop LCD op voorzijde AF-hulplampje/timerlampje Flitser Scherm aan de voorzijde Lens USB- en A/V-aansluiting Statiefbevestigingspunt Voor aansluiting van USB- of A/V-kabel Batterijklep Plaatsing van batterij en geheugenkaart Basisfuncties 13 Onderdelen en functies Zoomknop t In- en uitzoomen in de opnamemodus t Inzoomen op een deel van een foto of bestanden als miniaturen bekijken in de weergavemodus t Volume regelen in de weergavemodus Statuslampje t Knippert: Bij opslaan van een foto of video, uitlezen door een computer of printer of bij een onscherp onderwerp t Brandt: Bij aansluiting op een computer of wanneer de camera is scherpgesteld Luidspreker 1 Hoofdscherm 2 Modusdraaiknop Pictogram Modus Knop Beschrijving S Smart Auto Een foto maken door de camera een geschikte modus voor de scène te laten selecteren a Auto Snel een foto maken met minimale instellingen Programma Een foto maken met instelling van opties DIS Een foto maken met opties die geschikt zijn om bewegingsonscherpte te voorkomen p d Beschrijving m Naar opties of menu's In de opnamemodus D Weergaveoptie wijzigen b Beautyshot Een foto van iemand nemen met opties om onvolkomenheden in het gezicht te verbergen N Nacht Een foto nemen met opties voor nachtelijke opnamen s Scène Een foto maken met vooraf ingestelde opties voor een specifieke scène v Film Navigatie o Een video opnemen Basisfuncties 14 Bij instellen Omhoog M Macro-optie wijzigen Omlaag F Flitseroptie wijzigen Naar links t Timeroptie wijzigen Naar rechts Gemarkeerde optie of menu bevestigen Afspelen Naar de weergavemodus Functie t Toegang tot opties in de opnamemodus t Bestanden verwijderen in de weergavemodus De batterij en geheugenkaart plaatsen Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en van een optionele geheugenkaart. De batterij en geheugenkaart verwijderen Geheugenkaart Zorg dat bij het plaatsen van een geheugenkaart de goudkleurige contactpunten omhoog zijn gericht. Batterijvergrendeling Duw voorzichtig tegen de kaart totdat deze uit de camera loskomt en trek de kaart vervolgens uit de sleuf. Druk op de vergrendeling om de batterij los te maken. Batterij Zorg dat bij het plaatsen van de batterij het Samsung-logo omhoog is gericht. Het interne geheugen kan worden gebruikt als tijdelijk opslagmedium als er geen geheugenkaart is geplaatst. Geheugenkaarten plaatsen voor het opslaan van extra foto’s en video’s. Basisfuncties 15 De batterij opladen en de camera inschakelen De batterij opladen De camera inschakelen Zorg ervoor dat u de batterij oplaadt voordat u de camera gebruikt. Koppel de USB-kabel aan de AC-adapter en sluit vervolgens het uiteinde van de kabel met het indicatielampje op de camera aan. Druk op [POWER] om de camera in of uit te schakelen. t Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de camera voor het eerst inschakelt. (pag. 17) De camera inschakelen in de weergavemodus Druk op [P]. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar de weergavemodus. Indicatielampje t Rood: bezig met opladen t Groen: volledig opgeladen Als u uw camera inschakelt door [P] ongeveer 5 seconden ingedrukt te houden, geeft de camera geen enkel camerageluid. Basisfuncties 16 De eerste instellingen uitvoeren Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt, waar u de basisinstellingen van de camera kunt configureren. 1 Druk op [POWER]. t Het scherm voor de eerste instellingen verschijnt wanneer u de camera voor het eerst inschakelt. 2 Druk op [t] om Language te selecteren en druk vervolgens op [t] of [o]. Back 3 6 Druk op [D] of [M] om Date & Time (Datum/tijd) te selecteren en druk vervolgens op [t] of [o]. 7 Druk op [F] of [t] om een onderdeel te selecteren. Druk op [D] of [M] om een taal te selecteren en druk vervolgens op [o]. 4 Druk op [D] of [M] om Time Zone (Tijdzone) te selecteren en druk vervolgens op [t] of [o]. 5 Druk op [F] of [t] om een tijdzone te selecteren en druk vervolgens op [o]. DST Language : English Date & Time : 10/01/01 Time Zone : London yyyy mm dd 2010 / 01 / 01 10:00 Back 8 t Als u zomer-wintertijd wilt instellen, drukt u op [D]. Basisfuncties 17 Off Set Druk op [D] of [M] om de datum en tijd of een datumnotatie te selecteren en druk vervolgens op [o]. Uitleg over de pictogrammen Welke pictogrammen worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde modus of de ingestelde opties. A Pictogram Beschrijving Autofocuskader Bewegingsonscherpte B Zoomverhouding Huidige datum en tijd C. Pictogrammen links Pictogram Beschrijving Diafragma en sluitertijd Lange sluitertijd Belichtingswaarde Witbalans C B. Pictogrammen rechts Pictogram A. Informatie Pictogram Beschrijving Fotoresolutie Beschrijving Framesnelheid Resterend aantal foto's Fotokwaliteit Lichtmeting Interne geheugen Flitsoptie Geheugenkaart geplaatst Zelfontspannerinstelling Spraakmemo Fotostijl Beeldaanpassing (scherpte, contrast, kleurverzadiging) Type serieopname Beschikbare opnametijd : Volledig opgeladen : Deels opgeladen (Rood): Opladen noodzakelijk Gezicht retoucheren ISO-waarde Videoresolutie Geselecteerde opnamemodus t t t Gezichttint Autofocusinstelling Gezichtsdetectie Geluid uit Basisfuncties 18 Opties selecteren U kunt opties selecteren door te drukken op [m] en door gebruik te maken van de navigatieknoppen ([D], [M], [F], [t]). U kunt de opnameopties ook openen door op [f] te drukken, maar dan zijn sommige opties niet beschikbaar. 1 2 Druk in de opnamemodus op [m]. Teruggaan naar het vorige menu Druk op [m] om naar het vorige menu terug te gaan. Gebruik de navigatieknoppen om naar een optie of menu te scrollen. Druk op de [Ontspanknop] om naar de opnamemodus terug te gaan. t Druk op [F] of [t] om naar links of rechts te gaan. t Druk op [D] of [M] om omhoog of omlaag te gaan. EV Terug 3 Verpl. Druk op [o] om de gemarkeerde keuze te bevestigen. Basisfuncties 19 Opties selecteren 4 Voorbeeld: in de P-modus de witbalans selecteren 1 Draai de modusdraaiknop naar p. Druk op [D] of [M] om naar Witbalans te bladeren en druk vervolgens op [t] of [o]. Fotoformaat Kwalit. EV ISO Witbalans 2 Gezichtsdetectie Druk op [m]. Autom. scherpstellen Afsl. Fotoformaat Opname Geluid Kwalit. 5 EV ISO Display Instellingen Terug Druk op [F] of [t] om naar een witbalansoptie te bladeren. Witbalans Gezichtsdetectie Autom. scherpstellen Afsl. 3 Wijzigen Daglicht Druk op [D] of [M] om naar Opname te bladeren en druk vervolgens op [t] of [o]. Terug 6 Basisfuncties 20 Druk op [o]. Verpl. Display en geluid instellen Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het display en het geluid naar wens kunt aanpassen. Het displaytype wijzigen Het geluid instellen U kunt een weergavestijl voor de opname- of afspeelmodus selecteren. Hiermee stelt u in of de camera een bepaald geluid laat klinken wanneer u de camera bedient. Druk meerdere keren op [D] om een displaytype te wijzigen. 1 2 Alle informatie over het opnemen tonen. Modus Beschrijving Opname t Alle opname-informatie weergeven t Opname-informatie verbergen, behalve het aantal resterende foto's (of de resterende opnametijd) en het batterijpictogram Afspelen t Informatie over de huidige foto weergeven t Informatie over de huidige foto verbergen t Informatie over het huidige bestand weergeven, behalve de opname-instellingen en de opnamedatum Basisfuncties 21 Druk in de opname- of weergavemodus op [m]. Selecteer Geluid “ Piepjes “ een optie. Optie Beschrijving Uit De camera laat geen geluid klinken. 1/2/3 De camera laat een geluid klinken. Foto's maken Hier vindt u informatie over basishandelingen om in de Automodus eenvoudig en snel foto's te maken. 1 3 Draai de modusdraaiknop naar a. Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. t Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld is. 2 Kadreer het onderwerp. 4 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Zie pagina 25 voor tips om betere foto's te maken. Basisfuncties 22 Foto's maken Het scherm aan de voorzijde inschakelen Zoomen Het scherm aan de voorzijde is handig bij het maken van zelfportretten en foto’s van kinderen. U kunt het scherm aan de voorzijde ook gebruiken in de Dubbelportretmodus. (pag. 35) U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera heeft 3X optische zoom en 3X digitale zoom. Door beide te gebruiken, kunt u tot 9 keer inzoomen. Druk op de knop [LCD op voorzijde] om het scherm aan de voorzijde in te schakelen. Draai de [Zoomknop] naar rechts om op het onderwerp in te zoomen. Draai de [Zoomknop] naar links om uit te zoomen. Zoomverhouding Uitzoomen t Wanneer u opties voor de zelfontspanner instelt, blijft het scherm aan de voorzijde actief. (pag. 41) t Als u het scherm aan de voorzijde inschakelt, worden wellicht niet de pictogrammen op het hoofdscherm weergegeven en gaat de verlichting van het hoofdscherm mogelijk uit. t Wanneer u de camera op fel verlichte of zonnige plaatsen gebruikt, kunt u mogelijk de weergave op het scherm aan de voorzijde niet duidelijk zien. Basisfuncties 23 Inzoomen Foto's maken Digitale zoom Als de zoomindicator zich in het digitale bereik bevindt, gebruikt de camera de digitale zoomfunctie. De beeldkwaliteit kan bij het gebruik van digitale zoom achteruitgaan. Optisch bereik Zoomindicator Digitaal bereik t De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar bij het gebruik van de modi S, d, b, s (in bepaalde scènes), N en v en in combinatie met Gezichtsdetectie. t Bij gebruik van de digitale zoomfunctie kan het langer duren voordat een foto is opgeslagen. Basisfuncties 24 Tips om betere foto's te maken Bewegingsonscherpte voorkomen De camera op de juiste manier vasthouden Controleer of er niets voor de lens zit. Selecteer de modus d om bewegingsonscherpte digitaal te verminderen. (pag. 32) Als H wordt weergegeven De ontspanknop half indrukken Druk [Ontspanknop] half in en pas de scherpstelling aan. De scherpstelling en belichting worden automatisch aangepast. Diafragma en sluitertijd worden automatisch ingesteld. Scherpstelkader • Druk op [Ontspanknop] om een foto te maken als het kader groen is. • Pas het kader aan en druk. [Ontspanknop] nogmaals half in als het kader rood is. Basisfuncties Bewegingsonscherpte Zorg dat bij opnamen in het donker de flitser niet op Langz sync of Uit staat ingesteld. Het diafragma blijft dan langer open, waardoor het moeilijker is om de camera stil te houden. • Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (pag. 42) • Pas de ISO-waarde aan. (pag. 43) 25 Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om op het onderwerp scherp te stellen: - er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond - t Wanneer u foto's maakt bij weinig licht Schakel de flitser in. (pag. 42) (wanneer het onderwerp kleding draagt in dezelfde kleur als de achtergrond) de lichtbron achter het onderwerp is te fel het onderwerp glanst het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals jaloezieën het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het beeld t Wanneer onderwerpen snel bewegen Gebruik de functie Continu of Bew. detectie. (pag. 52) Gebruik de scherpstelvergrendeling Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader verschuiven om de compositie aan te passen. Druk wanneer u klaar bent op [Ontspanknop] om een foto te maken. Basisfuncties 26 Geavanceerde functies Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een modus te selecteren en hoe u video's of spraakmemo's opneemt. Opnamemodi …………………………………………… 28 De Smart Auto-modus gebruiken ……………………… De Scènemodus gebruiken …………………………… De kadergids gebruiken ………………………………… De Nachtmodus gebruiken …………………………… De Beautyshot-modus gebruiken ……………………… De DIS-modus gebruiken ……………………………… De Programmamodus gebruiken ……………………… Een video opnemen …………………………………… 28 29 30 30 31 32 33 33 Foto’s maken met behulp van het scherm aan de voorzijde ………………………………………………… 35 De Zelfportretmodus gebruiken ………………………… De Dubbelportretmodus gebruiken …………………… De Kinderenmodus gebruiken ………………………… Een video maken met behulp van het scherm aan de voorzijde ………………………………………………… 35 36 36 37 Spraakmemo's opnemen ……………………………… 38 Een spraakmemo opnemen …………………………… Een spraakmemo aan een foto toevoegen …………… 38 38 Opnamemodi Maak foto's en video's door de beste opnamemodus voor de omstandigheden te selecteren. De Smart Auto-modus gebruiken Pictogram Beschrijving In deze modus kiest de camera automatisch camera-instellingen die bij het gedetecteerde type scène passen. Dit is handig als u niet bekend bent met de camera-instellingen voor de diverse scènes. Verschijnt bij nachtelijke portretfoto's. 1 2 Verschijnt bij portretfoto's. Verschijnt bij foto's van landschappen met tegenlicht. Verschijnt bij portretfoto's met tegenlicht. Draai de modusdraaiknop naar S. Verschijnt bij close-upfoto's van objecten. Kadreer het onderwerp. Verschijnt bij close-upfoto's van tekst. t De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het scherm weergegeven. Verschijnt bij foto's van zonsondergangen. Verschijnt bij foto's van heldere luchten. Verschijnt bij foto's van beboste gebieden. Verschijnt bij close-upfoto's van kleurrijke onderwerpen. Verschijnt bij close-upfoto's van mensen. Verschijnt wanneer camera en onderwerp een tijdje stabiel zijn. Dit is alleen beschikbaar als u foto’s in het donker maakt. Pictogram Verschijnt bij foto's van actief bewegende onderwerpen. Beschrijving Verschijnt bij foto's van landschappen. Verschijnt bij foto's met een heldere witte achtergrond. Verschijnt bij nachtfoto's van landschappen. Alleen beschikbaar wanneer de flitser uitstaat. Geavanceerde functies 28 Opnamemodi 3 4 Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. De Scènemodus gebruiken Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Maak een foto met vooraf ingestelde opties voor een specifieke scène. t Als de camera geen scènemodus herkent, wordt R weergegeven en worden de standaardinstellingen gebruikt. t Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de camera geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van het onderwerp en de lichtval. t Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp. t Zelfs als u een statief gebruikt, wordt de modus mogelijk niet herkend, afhankelijk van de bewegingen van het onderwerp. 1 2 Draai de modusdraaiknop naar s. Selecteer een scène. Portret Deze modus is geschikt om portretfoto's te maken t Als u de scènemodus wilt wijzigen, drukt u op [m] en selecteert u Scène “ een scène. t Voor de Kadergidsmodus, zie “De kadergids gebruiken" op pagina 30. t Voor de Nachtmodus, zie “De Nachtmodus gebruiken ” op pagina 30. 3 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Geavanceerde functies 29 Opnamemodi De kadergids gebruiken De Nachtmodus gebruiken Wanneer u iemand anders een foto van u wilt laten maken, kunt u deze in scène zetten met behulp van de kadergids. De kadergids helpt degene die een foto van u maakt door het gedeelte van de vooraf gekadreerde scène te laten zien. Gebruik de Nachtmodus om een foto te nemen met opties voor nachtelijke opnamen. Gebruik een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. 1 2 3 Draai de modusdraaiknop naar s. Selecteer Kaderlijnen. Kadreer het onderwerp en druk op [Ontspanknop]. t Aan de linker- en rechterkant van het beeld verschijnen doorzichtige lijnen. 1 2 3 Draai de modusdraaiknop naar N. Kadreer het onderwerp en druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. De belichting in de Nachtmodus aanpassen In de Nachtmodus kunt u door een langere belichtingstijd te gebruiken korte lichtflitsen als gebogen strepen vastleggen. Gebruik een lange sluitertijd om de sluiter lang open te laten staan. Gebruik een hogere diafragmawaarde om overbelichting te voorkomen. Kader annuleren: OK 4 Vraag een andere persoon om een foto te maken. t Deze persoon kan het onderwerp kadreren met behulp van de kaderlijnen en vervolgens op [Ontspanknop] drukken om de foto te maken. 5 1 2 3 Draai de modusdraaiknop naar N. Druk op [m]. Selecteer Opname “ Lange sluitert.. Druk op [o] om de kadergids op te heffen. Geavanceerde functies 30 Opnamemodi 4 Selecteer de diafragmawaarde of sluitertijd. De Beautyshot-modus gebruiken Een foto van iemand nemen met opties om onvolkomenheden in het gezicht te verbergen. Diafragmawaarde Sluitertijd 1 2 Diafragma Terug 5 3 Verpl. Draai de modusdraaiknop naar b. Als u de huidtint van het onderwerp lichter wilt laten lijken (alleen het gezicht), drukt u op [m]. Selecteer Opname “ Gezichtstint “ een optie. t Selecteer een hogere instelling om de huidtint lichter te laten lijken. Selecteer een optie. t Als u AUTO selecteert, worden diafragma en sluitertijd automatisch aangepast. Niveau 2 6 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 7 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Terug Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp worden. Geavanceerde functies 31 Verpl. Opnamemodi 4 5 Druk op [m] om onvolkomenheden in het gezicht te verbergen. Selecteer Opname “ Gezichtretouch. “ een optie. De DIS-modus gebruiken Voorkom vage foto's als gevolg van bewegingsonscherpte met de functies voor Digitale beeldstabilisatie (DIS). t Selecteer een hogere instelling om een groter aantal onvolkomenheden te verbergen. Niveau 3 Vóór correctie Terug 1 2 Verpl. 6 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 7 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. 3 Na correctie Draai de modusdraaiknop naar d. Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. t De digitale zoomfunctie werkt in deze modus niet. t Als het onderwerp snel beweegt, kan de foto onscherp worden. De scherpstelafstand wordt op Auto macro ingesteld. Geavanceerde functies 32 Opnamemodi De Programmamodus gebruiken Een video opnemen In de Programmamodus kunt u diverse opties instellen (met uitzondering van de sluitertijd en diafragmawaarde). Neem video's van maximaal 2 uur op. De video wordt als een MJPEG-bestand opgeslagen. 1 2 Draai de modusdraaiknop naar p. 3 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. 4 Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. Sommige geheugenkaarten ondersteunen mogelijk geen opname met High Definition-kwaliteit. Stel in dit geval een lagere resolutie in. (pag. 40) Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie “Opnameopties”.) 1 2 3 Draai de modusdraaiknop naar v. Druk op [m]. Selecteer Film “ Framesnelheid “ een framesnelheid (het aantal frames per seconde). t Bij een hoger aantal frames doet de actie natuurlijker aan, maar wordt het bestand ook groter. Geavanceerde functies 33 Opnamemodi 4 5 Druk op [m]. Het opnemen onderbreken Beschrijving U kunt tijdens het opnemen van een video de opname tijdelijk onderbreken. Met deze functie kunt u uw favoriete scènes in één video opnemen. Aan: een video met geluid opnemen. (Tijdens in-/ uitzoomen wordt de geluidsopname onderbroken.) Druk op [o] om tijdens het opnemen te pauzeren. Druk nogmaals om de opname te hervatten. Selecteer Film “ Spraak “ een geluidsoptie. Optie Uit : een video zonder geluid opnemen. 6 7 8 Stel naar wens andere opties in. (Voor een lijst met opties, zie “Opnameopties”.) Druk op [Ontspanknop] om de opname te starten. Druk nogmaals op [Ontspanknop] om de opname te stoppen. Geavanceerde functies Stop 34 Pauze Foto’s maken met behulp van het scherm aan de voorzijde Het scherm aan de voorzijde is handig bij het maken van zelfportretten en foto’s van kinderen. U kunt het scherm aan de voorzijde ook gebruiken in de Dubbelportretmodus. t Als u vaak op de knop [LCD op voorzijde] drukt, wijzigt de Opnamemodus van Zelfportretmodus naar Dubbelportretmodus of Kinderenmodus. Bij het maken van video’s kan de Dubbelportretmodus niet worden gebruikt. t In sommige Opnamemodi, wordt geen kader weergegeven in het scherm aan de voorkant met het gedetecteerde gezicht en zijn de Zelfportretmodus en de Dubbelportretmodus niet beschikbaar. 1 De Zelfportretmodus gebruiken Maak eenvoudig foto's van uzelf met behulp van het scherm aan de voorzijde. Druk in de Opnamemodus eenmaal op de knop [LCD op voorzijde]. t Uw gezicht wordt automatisch door de camera gedetecteerd. Om het gedetecteerde gezicht verschijnt een kader. U kunt de camera instellen, zodat deze automatisch een foto neemt wanneer er een lachend gezicht wordt gedetecteerd bij het maken van een foto wanneer het scherm aan de voorzijde actief is. (pag. 80) 2 3 Geavanceerde functies Druk de [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. 35 Foto’s maken met behulp van het scherm aan de voorzijde De Dubbelportretmodus gebruiken De Kinderenmodus gebruiken Deze modus detecteert twee personen die naar elkaar neigen en maakt automatisch foto's van poserende stellen. In deze modus kunt u de aandacht van kinderen op de camera richten door een korte animatie op het scherm aan de voorzijde af te spelen. 1 Druk in de Opnamemodus tweemaal op de knop [LCD op voorzijde]. 1 Druk in de Opnamemodus driemaal op de knop [LCD op voorzijde]. t Er wordt een animatie afgespeeld. t Een wit kader betekent dat de gezichten zijn herkend. t Een groen kader wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt, betekent dat de gezichten scherp in beeld zijn. 2 Neig naar elkaar in het kader. 2 3 Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in. Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken. t De camera detecteert twee gezichten van de onderwerpen op dezelfde afstand van de camera. t Het kan gebeuren dat de camera de compositie niet herkent. Dit is afhankelijk van de pose die het stel inneemt. Geavanceerde functies t U kunt animaties van de website downloaden. Ga naar www.samsung.com of www.samsungimaging.com voor meer informatie. t U kunt geluiden toevoegen aan animaties om de aandacht van kinderen te trekken. (pag. 78) t U kunt de camera zodanig instellen, dat deze in de Kinderenmodus automatisch een foto neemt wanneer er een lachend gezicht wordt gedetecteerd. (pag. 80) 36 Foto’s maken met behulp van het scherm aan de voorzijde Een video maken met behulp van het scherm aan de voorzijde Een video maken in de Zelfportretmodus 1 2 3 4 Draai de modusdraaiknop naar v. Druk eenmaal op de knop [LCD op voorzijde]. Druk op de [Ontspanknop] om de opname te starten. Druk nogmaals op de [Ontspanknop] om de opname te stoppen. Een video maken in de Kinderenmodus 1 2 3 4 Draai de modusdraaiknop naar v. Druk tweemaal op de knop [LCD op voorzijde]. Druk op de [Ontspanknop] om de opname te starten. Druk nogmaals op de [Ontspanknop] om de opname te stoppen. Geavanceerde functies 37 Spraakmemo's opnemen apdbNs Hier vindt u informatie over hoe u een spraakmemo opneemt die u op elk gewenst moment kunt afspelen. U kunt een spraakmemo aan een foto toevoegen als een korte herinnering aan de opnameomstandigheden. U bereikt de beste geluidskwaliteit als u op 40 cm afstand van de camera opneemt. Een spraakmemo opnemen Een spraakmemo aan een foto toevoegen 1 2 3 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Opname “ Spraak “ Opname. Druk op [Ontspanknop] om de opname te starten. t U kunt spraakmemo's van maximaal 10 uur opnemen. t Druk op [o] als u de opname wilt onderbreken of hervatten. Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Opname “ Spraak “ Memo. Kadreer het onderwerp en maak een foto. t Direct nadat de foto is gemaakt, begint u met het opnemen van een spraakmemo. 4 Neem een korte spraakmemo op (maximaal 10 seconden). t Druk op [Ontspanknop] om de opname van de spraakmemo te stoppen. Stop 4 Pauze Druk op [Ontspanknop] om de opname te stoppen. t Druk nogmaals op de [Ontspanknop] om een nieuwe spraakmemo op te nemen. 5 Druk op [m] om naar de opnamemodus te gaan. Geavanceerde functies 38 Opnameopties Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de opnamemodus kunt kiezen. Resolutie en beeldkwaliteit selecteren …… 40 Helderheid en kleur aanpassen …………… 49 De resolutie selecteren ……………………… 40 De beeldkwaliteit selecteren ………………… 40 De belichting handmatig aanpassen (EV) …… Compenseren voor tegenlicht (ACB) ………… De lichtmeetmethode wijzigen ……………… Een lichtbron selecteren (Witbalans) ………… De timer gebruiken ………………………… 41 Opnamen in het donker maken ………… Rode ogen voorkomen ……………………… De flitser gebruiken …………………………… De ISO-waarde aanpassen ………………… 42 42 42 43 De scherpstelling aanpassen 44 44 44 45 46 …………… Macro gebruiken …………………………… Autofocus gebruiken ………………………… Meebewegende autofocus gebruiken ……… Het scherpstelgebied aanpassen …………… Gezichtsdetectie gebruiken ……………… 47 Gezichten detecteren ………………………… 47 Een foto van een lachend gezicht maken …… 48 Knipperende ogen detecteren ……………… 48 49 49 50 50 Serieopname ……………………………… 52 Uw foto's mooier maken ………………… 53 Fotostijlen toepassen ………………………… 53 Uw foto's aanpassen ………………………… 54 Resolutie en beeldkwaliteit selecteren Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de beeldresolutie en -kwaliteit kunt aanpassen. De resolutie selecteren apdbNsvS Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer pixels bevatten en daardoor groter worden afgedrukt en weergegeven. Bij een hoge resolutie neemt ook de bestandsgrootte toe. Bij het maken van een video: 1 2 Druk in de v-modus op [m]. Selecteer Film “ Filmformaat “ een optie. Optie Bij het maken van een foto: 1 2 Beschrijving 640 X 480: Weergeven op een algemene tv. Druk in de opnamemodus op [m]. 320 X 240: Op een webpagina plaatsen. Selecteer Opname “ Fotoformaat “ een optie. Optie Beschrijving 4000 X 3000: Afdrukken op A1-formaat. De beeldkwaliteit selecteren 3984 X 2656: Afdrukken op A2-formaat in brede verhouding (3:2). 3840 X 2160: Afdrukken op A2-formaat in panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een HDTV. 3264 X 2448: Afdrukken op A3-formaat. 1 2 2560 X 1920: Afdrukken op A4-formaat. 2048 X 1536: Afdrukken op A5-formaat. apdbNs De foto's die u maakt, worden gecomprimeerd en in JPEGindeling opgeslagen. Een hogere kwaliteit resulteert in grotere bestanden. Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Opname “ Kwalit. “ een optie. 1920 X 1080: Afdrukken op A5-formaat in panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een HDTV. Optie Beschrijving Superhoog 1024 X 768: Voor e-mailbijlagen. Hoog Normaal Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. Opnameopties 40 De timer gebruiken apdbNsvS Hier vindt u informatie over hoe u de timer instelt om de opname met een vertraging te maken. 1 Druk in de opnamemodus op [t]. 3 Uit 2 Druk op [Ontspanknop] om de timer te starten. t Het AF-hulplampje/timerlampje gaat knipperen en de camera maakt na de ingestelde tijdsduur automatisch een foto. t Het display aan de voorzijde begint enkele seconden voor de opname met aftellen. Selecteer een optie. Optie Beschrijving Uit: De timer is uitgeschakeld. 10 sec: Over 10 seconden een foto maken. 2 sec: Over 2 seconden een foto maken. Dubbel: Over 10 seconden een foto maken en twee seconden later nog een. t Druk op [t] om de timer te annuleren. t Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectie-optie is de timer niet beschikbaar of zijn sommige timeropties niet beschikbaar. Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. Opnameopties 41 Opnamen in het donker maken Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken. Rode ogen voorkomen De flitser gebruiken apbNs Als u in het donker een foto van iemand maakt met gebruik van de flitser, kan er een rode gloed in de ogen van het onderwerp verschijnen. U kunt dit voorkomen door Rode ogen of Antirode ogen te selecteren. Voor de flitseropties, zie “De flitser gebruiken”. apbNsS Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of wanneer u meer licht in de foto's wilt hebben. 1 Druk in de opnamemodus op [F]. Auto 2 Selecteer een optie. Optie Beschrijving Uit: t De flitser gaat niet af. t De waarschuwing voor bewegingsonscherpte ( ) wordt weergegeven wanneer u bij weinig licht opnamen maakt. Auto: De camera selecteert een geschikte flitsinstelling voor de gedetecteerde scène in de modus S. Opnameopties 42 Opnamen in het donker maken Optie Beschrijving t Als u opties voor serie-opname instelt of Knipperen selecteert, zijn er geen flitseropties beschikbaar. t Zorg dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de flitser bevindt. (pag. 92) t Als er licht wordt gereflecteerd of er te veel stof in de lucht is, kunnen er kleine spikkels op de foto zichtbaar zijn. Anti-rode ogen*: t De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. t De camera corrigeert rode ogen door middel van geavanceerde softwarematige analyse van de opname. Langz sync: t De flitser gaat af en de sluiter blijft langer open. t Selecteer deze optie wanneer u het omgevingslicht wilt gebruiken om meer details in de achtergrond zichtbaar te maken. t Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp worden. Invulflits: t De flitser gaat altijd af. t De lichtintensiteit wordt automatisch bijgesteld. De ISO-waarde aanpassen 1 2 Rode ogen*: t De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. t De camera gaat rode ogen tegen. p De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin film gevoelig is voor licht, zoals gedefinieerd door de International Organisation for Standardisation (ISO). Hoe hoger de ISO-waarde, des te gevoeliger wordt de camera voor licht. Met een hogere ISOwaarde kunt u gemakkelijker foto's zonder flits maken. Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Opname “ ISO “ een optie. t Selecteer om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op basis van de helderheid van het onderwerp en de lichtval. Auto: De flitser gaat automatisch af wanneer het onderwerp of de achtergrond donker is. t Hoe hoger de ISO-waarde, des te meer beeldruis kan er optreden. t Wanneer Bewegingsopname is ingesteld, wordt de ISO-waarde ingesteld op Auto. Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. * Er zit een korte tijd tussen twee flitsen. Beweeg de camera niet totdat de tweede flits is afgegaan. Opnameopties 43 De scherpstelling aanpassen Hier vindt u informatie over hoe u de manier waarop de camera scherpstelt voor diverse onderwerpen kunt aanpassen. Macro gebruiken Autofocus gebruiken apdv Gebruik macro om close-upfoto's te maken van onderwerpen zoals bloemen en insecten. Voor de macro-opties, zie “Autofocus gebruiken”. apdv Om scherpe foto's te maken, selecteert u de scherpsteloptie die bij de afstand tot het onderwerp past. 1 Druk in de opnamemodus op [M]. Normaal (AF) 2 Selecteer een optie. Optie Beschrijving Normaal (AF): Scherpstellen op een onderwerp op meer dan 80 cm afstand (meer dan 1 m bij het gebruik van de zoomfunctie). t Probeer de camera heel stil te houden, om te voorkomen dat de foto's onscherp worden. t Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan 40 cm bedraagt. Macro: Scherpstellen op een onderwerp op 10 - 80 cm afstand (50 - 80 cm bij het gebruik van de zoomfunctie). Auto macro: Scherpstellen op een onderwerp op meer dan 10 cm afstand (meer dan 50 cm bij het gebruik van de zoomfunctie). Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. Opnameopties 44 De scherpstelling aanpassen Meebewegende autofocus gebruiken t Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen mislukken: - het onderwerp is te klein of verplaatst zich vaak - er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats - kleuren of patronen van het onderwerp komen met de achtergrond overeen - de camera trilt enorm In deze gevallen ziet het scherpstelkader eruit als een kader met één witte lijn. t Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen onderwerp opnieuw selecteren. t Als de camera er niet in slaagt om scherp te stellen, wordt het scherpstelkader een kader met één rode lijn. t Als u deze functie niet kunt gebruiken, is het niet mogelijk om de opties voor gezichtsdetectie en fotostijlen in te stellen. apdNs Met Tracking AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch scherp in beeld houden, ook wanneer u beweegt. 1 2 3 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Opname “ Autom. scherpstellen “ Tracking AF. Stel scherp op het onderwerp dat u wilt volgen en druk op [o]. t Er verschijnt een scherpstelkader rond het onderwerp dat het onderwerp volgt als u de camera beweegt. Tracking AF t Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt. t Een groen kader wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt, betekent dat het onderwerp scherp in beeld is. Opnameopties 45 De scherpstelling aanpassen Het scherpstelgebied aanpassen apdNs U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen op basis van de locatie van het onderwerp in de scène. 1 2 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Opname “ Autom. scherpstellen “ een optie. Optie Beschrijving Centrum AF: Scherpstelling op het midden (geschikt voor onderwerpen in het midden van het beeld). Multi AF: Scherpstelling op een of meer van de 9 mogelijke gebieden. Tracking AF: Stel scherp op en beweeg mee met het onderwerp. (pag. 45) Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. Opnameopties 46 Gezichtsdetectie gebruiken apdbs Wanneer u de gezichtsdetectiefunctie gebruikt, herkent de camera automatisch gezichten van mensen. Wanneer u op een gezicht scherpstelt, past de camera de belichting automatisch aan. Maak snel en eenvoudig foto's met Knipperen om gesloten ogen op de foto te voorkomen en Smile shot om een lachend gezicht vast te leggen. t In sommige scènes is gezichtsdetectie niet beschikbaar. t Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet effectief: - het onderwerp bevindt zich te ver van de camera af (het scherpstelkader kleurt bij Smile shot en Knipperen oranje) - het is te licht of te donker - het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera - het onderwerp draagt een zonnebril of een masker - het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn veranderlijk - de gezichtsuitdrukking van het onderwerp wijzigt drastisch t Gezichtsherkenning is niet beschikbaar bij het gebruik van een fotostijl, een beeldaanpassingsoptie of als Tracking AF wordt gebruikt. t Gezichtsherkenning is niet beschikbaar bij gebruik van digitale zoom. t Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectie-optie is de timer niet beschikbaar of zijn sommige timeropties niet beschikbaar. t Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie zijn bepaalde opties voor reeksopnamen niet beschikbaar. Gezichten detecteren De camera detecteert automatisch menselijke gezichten (maximaal 10 gezichten). 1 2 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Opname “ Gezichtsdetectie “ Normaal. t Het dichtstbijzijnde gezicht wordt in een wit scherpstelkader gevangen, de andere gezichten in grijze kaders. Hoe dichter u bij het onderwerp bent, des te sneller detecteert de camera gezichten. Opnameopties 47 Gezichtsdetectie gebruiken Een foto van een lachend gezicht maken Knipperende ogen detecteren De camera maakt automatisch een foto wanneer er een lachend gezicht wordt gedetecteerd. Als de camera gesloten ogen detecteert, worden er automatisch 2 foto's na elkaar gemaakt. 1 2 1 2 Druk in de opnamemodus op [m]. Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Opname “ Gezichtsdetectie “ Knipperen. Selecteer Opname “ Gezichtsdetectie “ Smile shot. t Houd de camera stil terwijl “Bezig met vastleggen” op het scherm wordt weergegeven. t Als de knipperdetectie niet heeft gewerkt, wordt de melding “Foto gemaakt met gesloten ogen” weergegeven. Neem in dat geval nog een foto. t De camera herkent de lach eerder wanneer het onderwerp breeduit lacht. Opnameopties 48 Helderheid en kleur aanpassen Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken. De belichting handmatig aanpassen (EV) p d v Compenseren voor tegenlicht (ACB) Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's te licht of te donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen om een beter resultaat te krijgen. Donkerder (-) 1 2 3 Neutraal 0) Helderder (+) Zonder ACB Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Opname “ EV. Selecteer een waarde om de belichting aan te passen. p Wanneer de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt, of als er een groot contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond, komt het onderwerp waarschijnlijk donker op de foto. Schakel in dat geval de optie Auto Contrast Balance (ACB) in. 1 2 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Opname “ ACB “ een optie. Optie Beschrijving Uit: ACB is uitgeschakeld t Nadat u de belichting hebt aangepast, blijft deze instelling van kracht. Mogelijk moet dit later weer worden bijgesteld om onder- of overbelichting te voorkomen. t Als u niet weet wat de juiste belichting zou zijn, selecteert u AEB (Auto Exposure Bracket). De camera maakt dan een reeks foto's met verschillende belichtingen: normaal, onderbelicht en overbelicht. (pag. 52) Opnameopties Met ACB Aan: ACB is ingeschakeld t In de a modus is de ACB-functie altijd ingeschakeld. t U kunt opties voor reeksopnamen instellen wanneer deze functie is ingeschakeld. 49 Helderheid en kleur aanpassen De lichtmeetmethode wijzigen Een lichtbron selecteren (Witbalans) pdv De lichtmeetmethode is de manier waarop de camera de hoeveelheid opvallend licht meet. De helderheid en belichting van de foto's varieert met de gekozen lichtmeetmethode. 1 2 Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Opname “ L.meting “ een optie. Optie pdv De kleuren in een foto zijn afhankelijk van het soort lichtbron en de kwaliteit daarvan. Als u wilt dat uw foto's realistische kleuren hebben, selecteert u een passende lichtomstandigheid om de witbalans mee te kalibreren, zoals Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt of Kunstlicht. Beschrijving Multi: t De camera verdeelt het beeld onder in diverse gebieden en meet de lichtintensiteit in elk gebied. t Geschikt voor algemene foto's. (Auto witbalans) (Daglicht) Spot: t De camera meet alleen de lichtintensiteit in het uiterste midden van het kader. t Als een onderwerp zich niet midden in het beeld bevindt, kan de foto verkeerd belicht worden. t Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht. Centr. gewogen: t De camera bepaalt een gemiddelde voor de lichtmeting van het gehele beeld, maar met nadruk op het midden. t Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in het midden van het beeld bevindt. Opnameopties (Bewolkt) 50 (Kunstlicht) Helderheid en kleur aanpassen 1 2 Druk in de opnamemodus op [m]. Uw eigen witbalansinstelling configureren Selecteer Opname “ Witbalans “ een optie. Pictogram Beschrijving Auto witbalans: Gebruik automatische instellingen op basis van de lichtomstandigheden. 1 2 3 Selecteer Opname “ Witbalans “ Meten: Sluiter. 4 Druk op [Ontspanknop]. Druk in de opnamemodus op [m]. Richt de lens op een wit stuk papier. Daglicht: Selecteer deze optie voor buitenfoto's op een zonnige dag. Bewolkt: Selecteer deze optie voor buitenfoto's op een bewolkte dag of in de schaduw. TL-licht H: Selecteer deze optie voor foto's bij daglichtlampen of drie-wegfluorescentielampen. TL-licht L: Selecteer deze optie voor foto's bij wit TL-licht. Kunstlicht: Selecteer deze optie wanneer u binnenfoto's maakt bij licht van gloeilampen of halogeenlampen. Meten: Sluiter (Aangep. instelling): Hiermee gebruikt u uw eigen, vooraf geconfigureerde instellingen. Opnameopties 51 Serieopname p Het kan soms moeilijk zijn om foto's van snelbewegende onderwerpen te maken en om de natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van uw onderwerpen op de foto vast te leggen. Selecteer in dergelijke gevallen een van de modi voor serieopname. Optie Beschrijving AEB: • Maak 3 foto's met een verschillende belichting: normaal, onderbelicht en overbelicht. • Gebruik een statief om onscherpe foto's te voorkomen. 1 2 Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen. Druk in de opnamemodus op [m]. • U kunt de flitser, de timer en ACB alleen gebruiken wanneer u 1 opname selecteert. • Als u Bewegingsopname selecteert, wordt de resolutie ingesteld op VGA en de ISO-instelling op Auto gezet. • Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie zijn bepaalde opties voor reeksopnamen niet beschikbaar. Selecteer Opname → Snelheid → een optie. Optie Beschrijving 1 opname: Eén foto maken. Continu: • Terwijl u [Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft de camera achter elkaar foto's maken. • Het maximumaantal foto's is afhankelijk van de capaciteit van de geheugenkaart. Bewegingsopname: • Terwijl u de [Ontspanknop] ingedrukt houdt, maakt de camera VGA-foto's (6 foto's per seconde, met een maximum van 30 foto's). • De camera geeft de zojuist gemaakte foto's automatisch weer en slaat ze vervolgens op. Opnameopties 52 Uw foto's mooier maken Hier vindt u informatie over hoe u uw foto's mooier kunt maken door fotostijlen en -tinten toe te passen en door aanpassingen te doen. Fotostijlen toepassen Uw eigen RGB-tint definiëren apdv Pas verschillende stijlen op uw foto's toe, zoals Zacht, Helder en Bos. 1 2 3 Zacht 1 2 Helder Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Opname “ Fotostylerkeuze “ Aangep. RGB. Selecteer een kleur (R: rood, G: groen, B: blauw). Bos Druk in de opnamemodus op [m]. Selecteer Opname “ Fotostylerkeuze “ een optie. t Selecteer Aangep. RGB om uw eigen RGB-tint te definiëren. Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor gezichtsdetectie en beeldaanpassingsopties in te stellen. Terug 4 Opnameopties Verpl. Pas de hoeveelheid van de geselecteerde kleur aan. (-: minder of +: meer) 53 Uw foto's mooier maken Uw foto's aanpassen p Kleurverzadigingsoptie Pas het contrast, de scherpte en de kleurverzadiging van uw foto's aan. 1 2 3 Verminder de kleurverzadiging. + Verhoog de kleurverzadiging. Druk in de opnamemodus op [m]. t Selecteer 0 als u geen effect wilt toepassen (geschikt voor afdrukken). t Afhankelijk van de geselecteerde beeldaanpassingsoptie zijn sommige fotostijlen niet beschikbaar. Selecteer Opname “ Beeld aanpassen. Selecteer een aanpassingsoptie. t Contrast t Scherpte t Kleurverz. 4 Beschrijving - Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel aan te passen. Contrastoptie Beschrijving - Verminder kleuren en helderheid. + Verhoog kleuren en helderheid. Scherpteoptie Beschrijving - Verzacht randen in de foto (geschikt voor fotobewerking op de computer). + Verscherp randen om de foto duidelijker te maken. Hierdoor kan ook de beeldruis in de foto's toenemen. Opnameopties 54 Afspelen/bewerken Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter of televisie aansluit. Weergeven ………………………………… 56 De weergavemodus starten ………………… Foto's weergeven …………………………… Een video afspelen …………………………… Spraakmemo's afspelen …………………… 56 59 61 62 Foto's bewerken …………………………… 63 Foto's in grootte aanpassen ………………… Een foto draaien ……………………………… Fotostijlen toepassen ………………………… Belichtingsproblemen corrigeren …………… Een afdrukbestelling maken (DPOF) ………… 63 63 64 65 66 Bestanden op een tv weergeven ………… 67 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) …………………… 68 Intelli-studio installeren ……………………… Bestanden overbrengen met behulp van Intelli-studio ………………………………… Bestanden overbrengen door de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten ……… De camera loskoppelen (Windows XP) ……… 68 71 72 73 Bestanden naar de computer overbrengen (Macintosh) ………………………………… 74 Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) ………………………………… 75 Weergeven Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u bestanden beheert. De weergavemodus starten Het scherm in de weergavemodus Bekijk foto's en video's en beluister spraakmemo's die in de camera zijn opgeslagen. 1 2 Druk op [P]. • Het laatste bestand dat u hebt gemaakt of opgenomen wordt weergegeven. • Als de camera is uitgeschakeld, schakelt u deze in. Informatie Druk op [F] of [t] om door de bestanden te bladeren. • Houd de knop ingedrukt om snel door de bestanden te bladeren. Pictogram Beschrijving Foto heeft een spraakmemo • Als u bestanden in het interne geheugen wilt weergeven, verwijdert u de geheugenkaart. • Bestanden die te groot zijn of die met een camera van een ander fabrikant zijn gemaakt, kunnen niet goed door de camera worden weergegeven. Videobestand Afdrukbestelling ingesteld (DPOF) Beschermd bestand Mapnaam – Bestandsnaam Afspelen/bewerken 56 Weergeven 4 Bestanden op categorie bekijken in Smart Album Bekijk en beheer bestanden op categorie, zoals datum, week of bestandstype. 1 2 3 Druk op [F] of [t] om door de bestanden te bladeren. t Houd de knop ingedrukt om snel door de bestanden te bladeren. 5 Draai in de Weergavemodus de [Zoomknop] naar links. Druk op [o] om terug te gaan naar de normale weergave. Druk op [m]. Selecteer een categorie. Type Datum Kleur Week Terug Instellen Optie Beschrijving Type Geef bestanden gesorteerd op bestandstype weer. Datum Geef bestanden op volgorde van de opslagdatum weer. Kleur Geef bestanden gesorteerd op de dominante kleur in het beeld weer. Week Geef bestanden weer op volgorde van de weekdag waarop ze zijn opgeslagen. Het kan enige tijd duren voordat Smart Album op de camera is geopend of de categorie is gewijzigd en de bestanden opnieuw zijn geordend. Afspelen/bewerken 57 Weergeven Bestanden als miniatuur weergeven Bestanden beveiligen Blader vlug door miniaturen van bestanden heen. Draai in de weergavemodus de [Zoomknop] naar links om 9 of 20 miniaturen weer te geven (draai de [Zoomknop] naar rechts om naar de vorige modus terug te keren). Beveilig uw bestanden om te voorkomen dat ze per ongeluk worden gewist. 1 2 Druk in de weergavemodus op [m]. Selecteer Bestandopties “ Beveiligen “ Select.. t Als u alle bestanden wilt beveiligen, selecteert u Alles “ Vergrendel. 3 Selecteer het bestand dat u wilt beveiligen en druk op [o]. t Druk nogmaals op [o] om uw selectie op te heffen. Filter Functie Actie Door bestanden scrollen Druk op [D], [M], [F] of [t]. Bestanden wissen Druk op [f] en selecteer Ja. Select. 4 Afspelen/bewerken Druk op [f]. 58 Instellen Weergeven Bestanden wissen Bestanden naar de geheugenkaart kopiëren Wis afzonderlijke bestanden of alle bestanden tegelijk. Beveiligde bestanden kunnen niet worden gewist. Afzonderlijke bestanden wissen: 1 Selecteer een bestand in de weergavemodus en druk op [f]. 2 Selecteer Ja om het bestand te wissen. U kunt bestanden van het interne geheugen naar een geheugenkaart kopiëren. 1 2 3 Druk in de weergavemodus op [m]. Selecteer Bestandopties “ Kopie. Selecteer Ja om bestanden te kopiëren. Meerdere bestanden tegelijk wissen: Foto's weergeven 1 2 3 Inzoomen op een deel van een foto of foto's als diavoorstelling bekijken. Druk in de weergavemodus op [f]. Selecteer Meer wissen. Selecteer de bestanden die u wilt wissen en druk op [o]. Een foto vergroten Draai in de weergavemodus de [Zoomknop] naar rechts om een foto te vergroten (draai de [Zoomknop] naar links om een foto te verkleinen). t Druk nogmaals op [o] om uw selectie op te heffen. 4 5 Druk op [f]. Selecteer Ja. Alle bestanden wissen: 1 2 Druk in de weergavemodus op [m]. Selecteer Bestandopties “ Wissen “ Alles “ Ja. Afspelen/bewerken 59 Weergeven Boven aan het scherm worden het vergrote gedeelte en de zoomverhouding weergegeven. De maximale zoomverhouding kan per resolutie verschillen. Een diavoorstelling starten U kunt de diavoorstelling van geluid en effecten voorzien. 1 2 3 Druk in de weergavemodus op [m]. Selecteer Diashow. Selecteer een effect voor de diavoorstelling. t Ga naar stap 5 als u een diavoorstelling zonder effect wilt. Optie Beschrijving Foto's Kies de foto's die u in een diavoorstelling wilt weergeven. t Alles: Alle foto's in een diavoorstelling weergeven. t Datum: Alle foto's van een specifieke datum in een diavoorstelling weergeven. t Select.: Geselecteerde foto's in een diavoorstelling weergeven. Interval t Het interval tussen foto's instellen. t Dit is alleen mogelijk als Uit is geselecteerd in het menu Effect. Muziek Achtergrondmuziek selecteren. Effect t Selecteer een overgangseffect. t Selecteer Uit als u geen effect wilt. Bijsnijden Functie Actie Het vergrote gebied verplaatsen Druk op [D], [M], [F] of [t]. De vergrote foto bijsnijden Druk op [o] (de foto wordt opgeslagen als een nieuw bestand). Afspelen/bewerken 60 Weergeven 4 5 Stel het effect voor de diavertoning in. Een video afspelen Selecteer Starten → Afspelen. 1 • Selecteer Herhalen om de diavoorstelling continu af te spelen. • Druk op [o] om de diavoorstelling te pauzeren of te hervatten. Selecteer in de weergavemodus een video en druk op [o]. Als u de diavertoning wilt stoppen en terug wilt naar de Weergavemodus, drukt u op [o] en vervolgens op [F] of [t]. Pauze 2 Gebruik de volgende knoppen voor de bediening: Druk op Functie [F] Terugspoelen [o] Het afspelen onderbreken of hervatten [t] Vooruitspoelen [Zoomknop] naar links Het volume regelen of rechts Afspelen/bewerken 61 Weergeven Een beeld vastleggen tijdens het afspelen Een spraakmemo aan een foto toevoegen 1 Druk op [o] op het punt waarop u een foto wilt opslaan. 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [m]. 2 Druk op [M]. 2 3 Selecteer Bestandopties “ Spraakmemo “ Aan. Afzonderlijke beelden die worden bewaard hebben dezelfde grootte als het oorspronkelijke videobestand en worden als een nieuw bestand opgeslagen. Druk op [Ontspanknop] om een korte spraakmemo op te nemen (maximaal 10 seconden). t Druk op [Ontspanknop] om de opname van de spraakmemo te stoppen. Spraakmemo's afspelen Een aan een foto toegevoegde spraakmemo afspelen Een spraakmemo afspelen 1 Selecteer in de weergavemodus een spraakmemo en druk op [o]. 2 Gebruik de volgende knoppen voor de bediening: Druk op Functie [F] Terugspoelen [o] Het afspelen onderbreken of hervatten [t] Vooruitspoelen [M] Het afspelen stoppen Selecteer in de weergavemodus een spraakmemo met een spraakmemo en druk op [o]. t Druk op [o] als u het afspelen wilt onderbreken of hervatten. [Zoomknop] naar links Het volume regelen of rechts Afspelen/bewerken 62 Foto's bewerken Bewerk foto's door ze te draaien, in grootte aan te passen, rode ogen te verwijderen en de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging aan te passen. Bewerkte foto's worden als nieuw bestand opgeslagen. Foto's in grootte aanpassen Een foto draaien 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [m]. 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [m]. 2 Selecteer Wijzigen “ Res.wijz “ een optie. 2 Selecteer Wijzigen “ Draaien “ een optie. t Selecteer (pag. 78) om de foto als beginafbeelding op te slaan. Rechts 90 gr. 2048 x 1536 Terug Terug Verpl. De beschikbare opties verschillen, afhankelijk van de grootte van de geselecteerde foto. Afspelen/bewerken 63 Verpl. Foto's bewerken Uw eigen RGB-tint definiëren Fotostijlen toepassen Pas verschillende stijlen op de foto toe, zoals Zacht, Helder en Bos. Zacht Helder 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [m]. 2 Selecteer Wijzigen “ Fotostylerkeuze “ Aangep. RGB. 3 Selecteer een kleur (R: rood, G: groen, B: blauw). Bos 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [m]. 2 Selecteer Wijzigen “ Fotostylerkeuze “ een optie. t Selecteer Aangep. RGB om uw eigen RGB-tint te definiëren. Terug 4 Pas de hoeveelheid van de geselecteerde kleur aan. (-: minder of +: meer) Zacht Terug Verpl. Afspelen/bewerken Verpl. 64 Foto's bewerken 3 Belichtingsproblemen corrigeren U kunt ACB (automatische contrastbalans), helderheid, contrast en kleurverzadiging aanpassen, rode ogen wegwerken, onvolkomenheden in het gezicht verbergen of ruis toevoegen aan de foto. ACB (automatische contrast balans) aanpassen 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [m]. 2 Selecteer Wijzigen “ Beeld aanpassen “ ACB. Selecteer een niveau. t Het gezicht wordt egaler naarmate u het getal verhoogt. Helderheid/contrast/kleurverzadiging aanpassen 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [m]. 2 3 Selecteer Wijzigen “ Beeld aanpassen. Selecteer een aanpassingsoptie. t t t Rode ogen verwijderen 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [m]. 2 Selecteer Wijzigen “ Beeld aanpassen “ Anti-rode ogen. 4 : Helderheid : Contrast : Kleurverz. Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel aan te passen. (-: minder of +: meer) Ruis aan de foto toevoegen Onvolmaaktheden in het gezicht verbergen 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [m]. 2 Selecteer Wijzigen “ Beeld aanpassen “ Gezichtretouch.. 1 Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op [m]. 2 Selecteer Wijzigen “ Beeld aanpassen “ Ruis toevoegen. Afspelen/bewerken 65 Foto's bewerken Een afdrukbestelling maken (DPOF) Selecteer foto's om af te drukken en stel opties in zoals het aantal afdrukken en het papierformaat. 4 5 t De geheugenkaart kan naar een printshop die DPOF (Digital Print Order Format) ondersteunt worden gebracht, maar u kunt ook uw foto's thuis rechtstreeks op een DPOF-compatibele printer afdrukken. t Brede foto's worden mogelijk met verlies van de linker- en rechterkant afgedrukt, dus houd rekening met de afmetingen van de foto's. t Voor de foto's in het interne geheugen kunt u geen DPOF gebruiken. 1 2 3 6 Druk in de weergavemodus op [m]. Selecteer Bestandopties “ DPOF “ Standaard “ een optie. Optie Beschrijving Select. De geselecteerde foto's afdrukken. Alles Alle foto's afdrukken. Reset De instellingen terugzetten. Druk op [m]. Selecteer Bestandopties “ DPOF “ Formaat “ een optie. Optie Beschrijving Select. Het afdrukformaat van de geselecteerde foto opgeven. Alles Het afdrukformaat van alle foto's opgeven. Reset De instellingen terugzetten. Als u Select., selecteert, bladert u naar een foto en draait u de [Zoomknop] naar links of rechts om het afdrukformaat te selecteren. Herhaal dit voor de gewenste foto's en druk op [f]. t Als u Alles selecteert, drukt u op [D] of [M] om het afdrukformaat te selecteren en drukt u op [o]. Foto's afdrukken als miniaturen Als u Select., selecteert, bladert u naar een foto en draait u de [Zoomknop] naar links of rechts om het aantal exemplaren te selecteren. Herhaal dit voor de gewenste foto's en druk op [f]. 1 2 Druk in de weergavemodus op [m]. Selecteer Bestandopties “ DPOF “ Index “ Ja. Als u het afdrukformaat opgeeft, kunt u alleen foto's afdrukken met DPOF 1.1-compatibele printers. t Als u Alles selecteert, drukt u op [D] of [M] om het aantal exemplaren te selecteren en drukt u op [o]. Afspelen/bewerken 66 Bestanden op een tv weergeven Geef foto's en video's weer door de camera met behulp van de A/V-kabel op een televisie aan te sluiten. 1 2 3 4 5 Druk in de opname- of weergavemodus op [m]. 8 Selecteer Instellingen “ Video. Bekijk foto's of speel video's af met behulp van de knoppen op de camera. t Bij bepaalde televisies kan er digitale ruis optreden of kan het gebeuren dat het beeld niet geheel wordt weergegeven. t Afhankelijk van de televisie-instellingen kan het voorkomen dat de beelden niet gecentreerd op het scherm worden weergegeven. t Terwijl de camera op de televisie is aangesloten, kunt u gewoon foto's en video's maken. Selecteer een video-uitgang voor uw land of regio. Schakel de camera en de televisie uit. Sluit de camera met behulp van de A/V-kabel op de televisie aan. Video Audio 6 Schakel de televisie in en selecteer de videouitvoermodus met de afstandsbediening van de televisie. 7 Schakel de camera in en druk op [P]. Afspelen/bewerken 67 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) Bestanden naar de computer overbrengen met behulp van het Intelli-studio-programma. U kunt tevens bestanden bewerken en uploaden naar uw favoriete websites. Intelli-studio installeren • Het is mogelijk dat Intelli-studio op bepaalde computers niet naar behoren werkt, ook niet als de computer in kwestie aan de vereisten voldoet. • Als uw computer niet aan de vereisten voldoet, worden video’s mogelijk niet naar behoren afgespeeld of duurt het langer om video’s te bewerken. • Installeer DirectX 9.0c of een nieuwere versie alvorens het programma te gebruiken. • U moet Windows XP/Vista/7 of Mac OS 10.4 of hogere versies gebruiken om de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten. Vereisten voor Intelli-studio Onderdeel Vereisten Processor Intel Pentium 4, 3,0 GHz of hoger/ AMD AthlonTM FX 2,2 GHz of hoger RAM Minimaal 512 MB RAM (1 GB of meer aanbevolen) Besturingssysteem Windows XP SP2/Vista/7 Schijfruimte 250 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen) Overig • Cd-romstation • nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/ATI X1600 series of hoger • 1024 x 768 pixels, monitor met ondersteuning voor 16-bits kleuren (1280 x 1024 pixels, ondersteuning voor 32-bits kleuren aanbevolen) • USB-poort, Microsoft DirectX 9.0c of nieuwer Afspelen/bewerken Het gebruik van een zelfgemonteerde pc of een niet-ondersteunde pc en besturingssysteem kan tot gevolg hebben dat uw garantie vervalt. 68 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) Intelli-studio installeren 1 2 Plaats de installatie-cd in een compatibel cd-romstation. 3 Selecteer de programma's die u wilt installeren en volg de aanwijzingen op het scherm. 4 Klik op Exit om de installatie te voltooien en start de computer opnieuw op. Wanneer het installatiescherm wordt weergegeven, klikt u op Samsung Digital Camera Installer om de installatie te starten. Afspelen/bewerken 69 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) Intelli-studio gebruiken Intelli-studio is een programma waarmee u bestanden kunt afspelen en bewerken. U kunt er ook bestanden mee uploaden naar websites zoals Flickr of YouTube. Selecteer Help → Help in het programma voor meer informatie. • Bestanden kunnen niet in de camera worden bewerkt. Breng bestanden naar een map op de computer over om ze te bewerken. • Bestanden op de computer kunnen niet naar de camera worden gekopieerd. • Intelli-studio ondersteunt de volgende bestandstypen: -- Video’s: MP4 (Video: MJPEG, Audio: WAV), WMV (WMV 7/8/9), AVI (MJPEG) -- Foto’s: JPG, GIF, BMP, PNG, TIFF 1 2 3 4 5 15 6 14 7 13 8 9 12 10 11 Afspelen/bewerken 70 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) 1 Hiermee opent u menu's Bestanden overbrengen met behulp van Intelli-studio 2 Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map weer Intelli-studio wordt automatisch gestart wanneer u de camera met de USB-kabel op uw computer aansluit. 3 Naar de Fotobewerkingsmodus gaan 4 Naar de Videobewerkingsmodus gaan 5 Hiermee gaat u naar de modus Sharing om foto's te delen (u kunt bestanden per e-mail versturen of naar websites zoals Flickr en YouTube uploaden.) 6 Hiermee vergroot of verkleint u de miniaturen in de lijst 7 Een bestandstype selecteren 8 Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map op de computer weer 9 Bestanden van de aangesloten camera weergeven of verbergen Pictogram Beschrijving Terwijl de camera met de USB-kabel op de computer is aangesloten, wordt de batterij opgeladen. 10 Hiermee geeft u bestanden in de geselecteerde map op de camera weer 11 Bestanden als miniaturen, in Smart Album of op een kaart weergeven 12 Hiermee bladert u door de mappen op het aangesloten apparaat 13 Hiermee bladert u door mappen op de computer 14 Naar de vorige of volgende pagina gaan 15 Bestanden afdrukken, bestanden op een kaart weergeven, bestanden opslaan in Mijn map of gezichten registreren 1 Afspelen/bewerken Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel. Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (S) op de camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. 71 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) 2 Bestanden overbrengen door de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten Schakel de camera in. • De camera wordt automatisch herkend. Als de camera geen verbinding maakt, verschijnt er een pop-upvenster. Selecteer Computer. 3 U kunt de camera op de computer aansluiten als een verwisselbare schijf. 1 Selecteer een map op de computer waarin u de bestanden wilt opslaan. Sluit de camera op de computer aan met de USB-kabel. Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (▲) op de camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. • Als de camera geen nieuwe bestanden bevat, zal het pop-upvenster voor het opslaan van nieuwe bestanden niet verschijnen. 4 Selecteer Ja. • Nieuwe bestanden worden automatisch naar de computer overgebracht. Bij Windows Vista selecteert u Run Installer.exe in het AutoPlay-venster. Afspelen/bewerken 72 Bestanden naar de computer overbrengen (Windows) 2 Schakel de camera in. De camera loskoppelen (Windows XP) t De camera wordt automatisch herkend. De USB-kabel wordt onder Windows Vista/7 op soortgelijke wijze losgekoppeld. Als de camera geen verbinding maakt, verschijnt er een pop-upvenster. Selecteer Computer. 3 Selecteer op de computer Deze computer “ Verwisselbare schijf “ DCIM “ 100PHOTO. 4 Selecteer de gewenste bestanden en sleep deze naar de computer of sla ze daar op. 1 Als het statuslampje op de camera knippert, wacht u tot het knipperen ophoudt. 2 Klik op op de werkbalk rechtsonder in het scherm van de computer. 3 4 Klik op het pop-upbericht. Verwijder de USB-kabel. De camera kan niet veilig worden verwijderd zolang Intelli-studio actief is. Sluit het programma af alvorens de camera los te koppelen. Afspelen/bewerken 73 Bestanden naar de computer overbrengen (Macintosh) Wanneer u de camera op een Apple Macintosh-computer aansluit, wordt de camera automatisch door de computer herkend. U kunt de bestanden rechtstreeks van de camera naar de computer overbrengen, zonder dat het nodig is om programma's te installeren. Mac OS 10.4 of hoger wordt ondersteund. 1 Sluit de camera met de USB-kabel op een Macintoshcomputer aan. 2 Schakel de camera in. t De computer herkent de camera automatisch en geeft op het beeldscherm een pictogram van een verwisselbare schijf weer. Sluit het uiteinde van de kabel met het indicatielampje (S) op de camera aan. Als u de kabel omgekeerd aansluit, kunnen de bestanden beschadigen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enig verlies van gegevens. Als de camera geen verbinding maakt, verschijnt er een pop-upvenster. Selecteer Computer. 3 4 Afspelen/bewerken Dubbelklik op het pictogram van de verwisselbare schijf. Breng foto’s of video’s naar de computer over. 74 Foto's met een fotoprinter afdrukken (PictBridge) Druk foto's op een PictBridge-compatibele printer af door de camera rechtstreeks op de printer aan te sluiten. 1 2 Afdrukopties instellen Schakel de printer in en sluit de camera er met een USB-kabel op aan. Foto's : Eén Formaat : Auto Lay-out : Auto Type : Auto Kwalit. : Auto Afsl. Schakel de camera in. t De camera wordt automatisch herkend door de printer. Optie t Als de camera geen verbinding maakt, verschijnt er een popupvenster. Selecteer Printer. t Als de printer een massaopslagfunctie heeft, moet in het instellingenmenu eerst de USB-modus op Printer worden ingesteld. (pag. 80) Printen Beschrijving Foto's: kiezen of alleen de huidige foto dan wel alle foto's moeten worden afgedrukt. Formaat: geef de afdrukgrootte op. Lay-out: maak indexprints. Type: selecteer de papiersoort. 3 4 Druk op [F] of [t] om een foto te selecteren. Kwalit.: stel de afdrukkwaliteit in. t Druk op [m] om afdrukopties in te stellen. Zie “Afdrukopties instellen”. Datum: stel in dat de datum wordt afgedrukt. Druk op [o] om af te drukken. Reset: stel de afdrukopties op de beginwaarden terug. Best.naam: stel in dat de bestandsnaam wordt afgedrukt. t Het afdrukken begint. Druk op [F] om het afdrukken te annuleren. Bepaalde opties worden niet door alle printers ondersteund. Afspelen/bewerken 75 Aanvullende informatie Hier vindt u informatie over instellingen en foutmeldingen, alsmede specificaties en onderhoudstips. Camera-instellingenmenu ……………………………… 77 Het instellingenmenu openen …………………………… Geluid ………………………………………………… Display ………………………………………………… Instellingen ……………………………………………… 77 78 78 79 Foutmeldingen …………………………………………… 82 Onderhoud van de camera …………………………… 83 De camera reinigen …………………………………… Geheugenkaarten ……………………………………… De batterij ……………………………………………… 83 84 85 Voordat u contact opneemt met een servicecenter … 88 Cameraspecificaties …………………………………… 91 Index ……………………………………………………… 96 Camera-instellingenmenu Hier vindt u informatie over de verschillende instellingen die u op de camera kunt doen. 3 Het instellingenmenu openen 1 2 Selecteer een optie en sla de instellingen op. Druk in de opname- of weergavemodus op [m]. Volume Begingeluid Sl.toon Piepjes AF-geluid Kindergeluid Selecteer een menu. Opname Geluid Display Instellingen Afsl. Menu Volume Begingeluid Sl.toon Piepjes AF-geluid Kindergeluid Terug 4 Wijzigen Hoog :1 Instellen Druk op [m] om naar het vorige scherm terug te keren. Beschrijving Geluid: hier stelt u de geluiden van de camera en het volume in. (pag. 78) Display: hier past u de scherminstellingen aan, zoals de taal en de helderheid. (pag. 78) Instellingen: hier wijzigt u de instellingen voor het camerasysteem, zoals geheugenformaat, standaardbestandsnaam en de USB-modus. (pag. 79) Aanvullende informatie Uit Laag Middel 77 Camera-instellingenmenu Geluid Display * Standaard * Standaard Onderdeel Beschrijving Onderdeel Volume Hiermee past u het volume van alle geluiden aan. (Uit, Laag, Middel*, Hoog) Language Een taal selecteren voor de schermtekst. Hier selecteert u een geluidssignaal voor het inschakelen van de camera. (Uit*, 1, 2, 3) Functiebeschrijving Begingeluid Een korte beschrijving van een optie of menu weergeven. (Uit, Aan*) Sl.toon Hier selecteert u een geluid voor het indrukken van de ontspanknop. (Uit, 1*, 2, 3) Piepjes Kiezen welk geluid bij het indrukken van knoppen of het wisselen van modi wordt geproduceerd. (Uit, 1*, 2, 3) AF-geluid Hier stelt u in of er een geluid klinkt bij het half indrukken van de ontspanknop. (Uit, Aan*) Kindergeluid Hier stelt u een geluid in voor de Kinderenmodus. (Uit, 1*, 2, 3) Beginafbeelding Beschrijving Een afbeelding instellen die wordt weergegeven wanneer de camera wordt ingeschakeld. t Uit*: Er wordt geen afbeelding weergegeven. t Logo: Er wordt een standaardafbeelding uit het interne geheugen weergegeven. t Gebr.afb: Een afbeelding naar keuze weergeven. (pag. 63) t Er wordt slechts één beginafbeelding in het interne geheugen opgeslagen. t Als u een nieuwe foto selecteert of de camera reset, wordt de huidige beginafbeelding gewist. t Brede foto's of foto's met een verhouding van 3:2 kunnen niet als beginafbeelding worden ingesteld. Helderh. scherm Aanvullende informatie 78 De helderheid van het scherm aanpassen. (Auto*, Donker, Normaal, Licht) Normaal staat voor de weergavemodus vast, zelfs als Auto is geselecteerd. Camera-instellingenmenu * Standaard Onderdeel Beschrijving Snel tonen Hier stelt u de weergaveduur voor een gemaakte foto in, voordat naar de opnamemodus wordt teruggekeerd. (Uit, 0,5 sec *, 1 sec, 3 sec) Als u 30 seconden lang geen bewerkingen uitvoert, schakelt de camera automatisch over op de energiespaarstand (druk op een knop om deze modus weer te deactiveren). (Uit*, Aan) Spaarstand * Standaard Onderdeel Beschrijving Reset Menu's en opnameopties op de beginwaarden instellen (instellingen voor datum en tijd, taal en video-uitvoer worden niet gereset). (Ja, Nee) Datum/tijd De datum en tijd instellen en een datumnotatie selecteren. (Uit*, dd/mm/jjjj, mm/dd/jjjj, jjjj/mm/dd) Tijdzone Een regio selecteren en zomer-wintertijd instellen (DST). De naamgeving van bestanden instellen. t Op nul: instellen dat de bestandsnummering weer bij 0001 begint wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle bestanden worden gewist. t Serie*: instellen dat de bestandsnummering doorloopt wanneer er een nieuwe geheugenkaart wordt geplaatst, een geheugenkaart wordt geformatteerd of alle bestanden worden gewist. Als de Spaarstand is uitgeschakeld, gaat, als u langer dan ongeveer 30 seconden geen handelingen verricht, de verlichting van het hoofdscherm uit om de levensduur van de batterij te verlengen. Instellingen * Standaard Onderdeel Beschrijving Bestandsnr. Het interne geheugen en de geheugenkaart formatteren (alle bestanden, ook beschermde, worden gewist). (Ja, Nee) Formatt.. Geheugenkaarten die in een camera van een andere fabrikant of in een geheugenkaartlezer zijn gebruikt, of die met een computer zijn geformatteerd, kunnen door de camera mogelijk niet correct worden gelezen. Formatteer dergelijke kaarten in de camera alvorens ze te gebruiken. Aanvullende informatie 79 t De standaardnaam van de eerste map is 100PHOTO en de standaardnaam van het eerste bestand is SAM_0001. t Het bestandsnummer wordt steeds met een opgehoogd, van SAM_0001 tot SAM_9999. t Het mapnummer wordt steeds met een opgehoogd, van 100PHOTO tot 999PHOTO. t Het maximumaantal bestanden dat in een map kan worden opgeslagen, is 9999. t De camera definieert bestandsnamen volgens de Digital rule for Camera File system-norm (DCF). Als u bestandsnamen wijzigt, kan de camera deze bestanden mogelijk niet meer weergeven. Camera-instellingenmenu * Standaard Onderdeel Afdruk * Standaard Beschrijving Onderdeel Beschrijving Instellen of de datum en tijd op de foto's worden afgedrukt. (Uit*, Datum, Datum/tijd) AF-lamp Een hulplampje instellen ter ondersteuning van het scherpstellen in donkere omgevingen. (Uit, Aan*) USB Instellen om via een USB-verbinding met een computer of printer te communiceren. t Auto*: instellen dat de camera automatisch een USB-modus selecteert. t Computer: de camera op een computer aansluiten om bestanden over te brengen. t Printer: de camera op een printer aansluiten om bestanden af te drukken. Front smileshot De camera zodanig instellen, dat deze in de Zelfportretmodus automatisch een foto neemt wanneer er een lachend gezicht wordt gedetecteerd. (Uit, Aan*) Smile-shot kind De camera zodanig instellen, dat deze in de Kinderenmodus automatisch een foto neemt wanneer er een lachend gezicht wordt gedetecteerd. (Uit, Aan*) t De datum en tijd worden in de rechteronderhoek geel weergegeven. t Bij bepaalde printermodellen worden de datum en tijd niet afgedrukt. t Als u Tekst selecteert in de s-modus, worden de datum en tijd niet weergegeven. Instellen dat de camera automatisch wordt uitgeschakeld wanneer u deze niet gebruikt. (Uit, 1 min, 3 min*, 5 min, 10 min) Automatisch uit Video t Bij vervanging van de batterij blijven deze instellingen behouden. t De camera schakelt in de volgende gevallen niet automatisch uit: - wanneer deze op een computer of printer is aangesloten - wanneer u een diavertoning of video's afspeelt - wanneer u een spraakmemo opneemt Het video-uitgangssignaal voor uw land of regio instellen. t NTSC*: VS, Canada, Japan, Korea, Taiwan, Mexico. t PAL (ondersteunt alleen BDGHI): Australië, Oostenrijk, België, China, Denemarken, Finland, Duitsland, Engeland, Italië, Koeweit, Maleisië, Nieuw Zeeland, Singapore, Spanje, Zweden, Zwitserland, Thailand, Noorwegen. Aanvullende informatie 80 Camera-instellingenmenu * Standaard Onderdeel Beschrijving De camera zo instellen, dat de animatie met geluid wordt afgespeeld op het scherm aan de voorzijde zodra u de camera inschakelt (voor gebruik in een winkel). (Uit*, Aan) Demo frontdisplay t In de Demonstratiemodus kunt u geen foto’s maken of video’s opnemen. Als u naar de opnamemodus wilt overschakelen,drukt u op een willekeurige toets (behalve [POWER]). t De Demonstratiemodus is niet beschikbaar als u de camera inschakelt in Weergavemodus of als de camera is aangesloten op een ander apparaat. Aanvullende informatie 81 Foutmeldingen Als een van de volgende foutmeldingen verschijnt, kunt u de onderstaande oplossingen proberen. Foutmelding Mogelijke oplossing Kaartfout t Schakel de camera uit en weer in. t Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer terug. t Formatteer de geheugenkaart. (pag. 79) Ontgrendel de geheugenkaart. Kaart vergrendeld Kaart wordt niet ondersteund. De geplaatste geheugenkaart is niet beschikbaar voor uw camera. Een geschikte geheugenkaart plaatsen. DCF Full Error Bestandsnamen komen niet met de DCFnorm overeen. Breng de bestanden op de geheugenkaart naar een computer over en formatteer de kaart. (pag. 79) Bestandsfout Wis het beschadigde bestand of neem contact op met een servicecenter. Batterij bijna leeg Plaats een opgeladen batterij of laad de batterij op. Geheugen vol Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe geheugenkaart. Geen foto Maak foto's of plaats en geheugenkaart met foto's. Aanvullende informatie 82 Onderhoud van de camera Camerabehuizing De camera reinigen Veeg deze voorzichtig met een zachte droge doek af. Cameralens en -scherm Verwijder stof met behulp van een blaaskwastje en veeg de lens met een zachte doek voorzichtig af. Voor eventuele achtergebleven stof brengt u lensreinigingsvloeistof op een stuk reinigingspapier aan en veegt u de lens voorzichtig schoon. t Gebruik nooit benzeen, thinner of alcohol om het toestel te reinigen. Deze oplosmiddelen kunnen de camera beschadigen of defecten veroorzaken. t Druk niet op de lenskap en gebruik geen blaasborsteltje op de lenskap. Aanvullende informatie 83 Onderhoud van de camera Capaciteit van de geheugenkaart Geheugenkaarten Geheugenkaarten voor deze camera U kunt geheugenkaarten van de volgende typen gebruiken: SD (Secure Digital) of SDHC (Secure Digital High Capacity). De geheugencapaciteit verschilt, afhankelijk van de opnamemodus en de opnameomstandigheden. De volgende capaciteiten zijn op een 1-GB SD-kaart gebaseerd: Grootte Contactpunten F o t o ' s Schrijfvergrendeling Etiket (voorzijde) Bij SD- en SDHC-kaarten kunt u voorkomen dat bestanden worden gewist, door de schrijfvergrendeling op de kaart om te zetten. Schuif de vergrendeling naar beneden om de kaart alleen-lezen te maken, en omhoog om de schrijfvergrendeling op te heffen. Vergeet niet om voordat u gaat fotograferen de kaart te ontgrendelen. * V i d e o s Superhoog Hoog Normaal 30 fps 15 fps 147 284 403 - - 167 313 441 - - 202 367 528 - - 211 374 537 - - 339 566 792 - - 510 802 1065 - - 735 1144 1437 - - 1287 1670 1872 - - - - - - Circa 7 min 4 sec Circa 26 min 20 sec Circa 13 min 52 sec Circa 49 min 16 sec * Bij gebruik van de zoomfunctie kan de opnametijd van de hier gegeven waarden afwijken. Om de totale opnametijd te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar opgenomen. Aanvullende informatie 84 Onderhoud van de camera De batterij Levensduur van de batterij Gebruik alleen door Samsung goedgekeurde batterijen. Opnametijd/ Aantal foto's Batterijspecificaties Modus BP70A Type Lithium-ionbatterij Capaciteit 740 mAh Voltage 3,7 V Oplaadtijd (wanneer de camera is uitgeschakeld) Circa 150 min Opnameomstandigheden (wanneer de batterij volledig is geladen) Dit is onder de volgende omstandigheden gemeten: in modus a, resolutie 12M en kwaliteit Hoog. 1. Stel de flitser in op Invulflits, maak één foto en zoom in of uit. Foto's Circa 120 min/ 2. Stel de flitser in op Uit, maak één foto Circa 240 en zoom in of uit. 3. Voer stap 1 en 2 gedurende 30 seconden uit en herhaal dit 5 minuten lang. Schakel de camera vervolgens 1 minuut uit. 4. Herhaal stap 1 tot 3. Video's Circa 90 min Neem video's op bij een resolutie van 640x480 en met 30 fps. t De bovenstaande cijfers zijn volgens de normen van Samsung gemeten en kunnen afwijken van resultaten bij daadwerkelijk gebruik. t Om de totale opnametijd te bepalen, zijn er verschillende video's achter elkaar opgenomen. Aanvullende informatie 85 Onderhoud van de camera Over het opladen van de batterij Over het opladen terwijl er een computer is aangesloten t Controleer als het indicatielampje uit is of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. t Schakel de camera tijdens het opladen uit. t Schakel de camera pas in nadat u de batterij langer dan 10 minuten hebt opgeladen. t Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij op totdat het indicatielampje groen wordt. t Als het indicatielampje oranje knippert of niet brandt, sluit u de kabel opnieuw aan of verwijdert u de batterij en plaatst u deze opnieuw in de camera. t Als u de batterij oplaadt wanneer de kabel oververhit is of de temperatuur te hoog is, kan het indicatielampje oranje worden. Nadat de batterij is afgekoeld, wordt met opladen begonnen. t Gebruik alleen de meegeleverde USB-kabel. t De batterij wordt mogelijk in de volgende gevallen niet opgeladen: - wanneer u een USB-hub gebruikt - wanneer er andere USB-apparaten op de computer zijn aangesloten - wanneer u de kabel op de poort aan de voorzijde van de computer aansluit - wanneer de USB-poort van de computer de stroomuitvoernorm niet ondersteunt (5 V, 500 mA) Aanvullende informatie 86 Onderhoud van de camera t Gebruik uitsluitend authentieke, door de producent aanbevolen, Lithium-ionbatterijen ter vervanging. t Haal de batterij niet uit elkaar te halen of maak er geen gat in met een scherp voorwerp. t Stel de batterij niet bloot aan hoge druk of extreme krachten. t Stel de batterij niet bloot aan hevige klappen, bijvoorbeeld door deze van grote hoogte te laten vallen. t Stel de batterij niet bloot aan temperaturen boven de 60 °C (140 °F). t Stel de batterij niet bloot aan vocht of vloeistoffen. Onzorgvuldig of verkeerd gebruik van de batterij kan persoonlijk letsel of de dood tot gevolg hebben. Volg voor uw eigen veiligheid de onderstaande instructies voor het juiste gebruik van de batterij: t De batterij kan ontbranden of exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt gebruikt. Als u vervormingen, scheuren of andere afwijkingen in de batterij opmerkt, stopt u onmiddellijk het gebruik hiervan en neemt u contact op met de producent. t Gebruik alleen authentieke, door de producent aanbevolen, batterijopladers en –adapters en laad de batterij alleen op de in deze gebruiksaanwijzing voorgeschreven wijze op. t Plaats de batterij niet te dicht bij warmtebronnen en stel de batterij niet bloot aan extreem warme omgevingen, zoals een gesloten auto in de zomer. t Plaats de batterij niet in een magnetron. t Bewaar of gebruik de batterij niet in een hete, vochtige omgeving, zoals badkamer of douche. t Plaats de batterij niet voor langere tijd op ontvlambare oppervlakken, zoals matrassen, tapijten of elektrische dekens. t Laat het apparaat, als het is ingeschakeld, niet voor langere tijd in een afgesloten ruimte. t Zorg ervoor dat de polen van de batterij niet in contact komen met metalen voorwerpen, zoals halskettingen, munten, sleutels of horloges. Aanvullende informatie Verwijderingrichtlijnen t Verwijder de batterij met zorg. t Werp de batterij nooit in een open vuur. t Afhankelijk van uw land of regio kan de regelgeving met betrekking tot de afvoer verschillen. Voer de batterij af volgens de lokale en federale regelgeving. Richtlijnen voor het opladen van de batterij Laad de batterij alleen op volgens de procedure in deze gebruiksaanwijzing. De batterij kan ontbranden of exploderen als deze niet op de juiste wijze wordt opgeladen. 87 Voordat u contact opneemt met een servicecenter Wanneer u problemen met de camera ondervindt, kunt u eerst de volgende procedures uitvoeren voordat u contact opneemt met een servicecenter. Als u hebt geprobeerd een oplossing te vinden met behulp van deze suggesties, maar nog steeds problemen ondervindt, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke dealer of servicecenter. Situatie Mogelijke oplossing De camera kan niet worden ingeschakeld t Controleer of de batterij in de camera is geplaatst. t Controleer of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. t Laad de batterij op. De camera wordt plotseling uitgeschakeld t Laad de batterij op. t De camera bevindt zich mogelijk in de Spaarstand. (pag. 79) t De camera wordt mogelijk uitgeschakeld om te voorkomen dat de geheugenkaart door een harde schok beschadigd raakt. Schakel de camera weer in. De batterij raakt snel leeg t De batterij raakt bij lage temperaturen (onder 0 °C) sneller leeg. Houd de batterij warm door deze in uw zak te steken. t Met het gebruik van de flitser en het opnemen van video's raakt de batterij snel leeg. Laad de batterij indien nodig weer op. t Batterijen zijn verbruiksgoederen die na verloop van tijd moeten worden vervangen. Haal een nieuwe batterij als de levensduur drastisch afneemt. Situatie Mogelijke oplossing Er kunnen geen foto's worden gemaakt t Er is geen ruimte op de geheugenkaart. Wis onnodige bestanden of plaats een nieuwe kaart. t Formatteer de geheugenkaart. (pag. 79) t De geheugenkaart is defect. Koop een nieuwe geheugenkaart. t Controleer of de camera is ingeschakeld. t Laad de batterij op. t Controleer of de batterij op de juiste wijze is geplaatst. De camera loopt vast Verwijder de batterij en plaats deze weer terug. De flitser werkt niet t Mogelijk is de flitser op Uit ingesteld. (pag. 42) t In de modi d, v en bepaalde s modi kan de flitser niet worden gebruikt. De flitser gaat onverwachts af De flitser gaat mogelijk af vanwege statische elektriciteit. Dit is geen defect van de camera. De datum en tijd kloppen niet Stel in het scherminstellingenmenu de datum en tijd in. (pag. 79) Aanvullende informatie 88 Voordat u contact opneemt met een servicecenter Situatie Mogelijke oplossing Het display of de knoppen werken niet Verwijder de batterij en plaats deze weer terug. Het camerascherm werkt niet goed Als u de camera bij zeer lage temperaturen gebruikt, kan het camerascherm hierdoor niet goed werken of verkleuren. Voor betere prestaties van het scherm moet de camera bij normale temperaturen worden gebruikt. De geheugenkaart heeft De geheugenkaart is niet gereset. een fout Formatteer de kaart. (pag. 79) Er kunnen geen bestanden worden afgespeeld of weergegeven Als u de naam van een bestand wijzigt, kan de camera dit bestand mogelijk niet afspelen of weergeven (de bestandsnaam moet aan de DCF-normen voldoen). In dergelijke gevallen kunt u de bestanden op een computer afspelen of weergeven. De foto's zijn onscherp t Controleer of de ingestelde scherpsteloptie voor close-upfoto's geschikt is. (pag. 44) t Controleer of de lens schoon is. Reinig de lens indien nodig. (pag. 83) t Zorg dat het onderwerp zich binnen het bereik van de flitser bevindt. (pag. 92) Situatie Mogelijke oplossing De kleuren in de foto zijn anders dan de daadwerkelijke kleuren Een onjuiste witbalans kan voor onrealistische kleuren zorgen. Selecteer de juiste witbalansoptie voor de lichtbron. (pag. 50) De foto is te licht t Schakel de flitser uit. (pag. 42) t De foto is overbelicht. Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 49) De foto is te donker De foto is onderbelicht. t Schakel de flitser in. (pag. 42) t Pas de ISO-waarde aan. (pag. 43) t Pas de belichtingswaarde aan. (pag. 49) De foto's worden niet op de televisie weergegeven t Controleer of de camera goed met de A/V-kabel op de externe monitor is aangesloten. t Controleer of de geheugenkaart foto's bevat. De computer herkent de camera niet t Controleer of de USB-kabel op de juiste wijze is geplaatst. t Controleer of de camera is ingeschakeld. t Controleer of het besturingssysteem wordt ondersteund. Tijdens het overbrengen De bestandsoverdracht kan door statische van bestanden elektriciteit worden gestoord. Koppel de verbreekt de computer USB-kabel los en sluit deze weer aan. de verbinding Aanvullende informatie 89 Voordat u contact opneemt met een servicecenter Situatie Mogelijke oplossing De camera kan geen video's afspelen • Video’s kunnen alleen met Intelli-studio worden afgespeeld. Installeer het programma op de computer. (pag. 70) • Controleer of de USB-kabel op de juiste wijze is aangesloten. Intelli-studio werkt niet naar behoren • Sluit Intelli-studio af en start het programma opnieuw. • Intelli-studio kan niet op Macintoshcomputers worden gebruikt. • Afhankelijk van de specificaties en instellingen van de computer wordt het programma mogelijk niet automatisch gestart. Klik in dat geval op de computer op start → Alle programma's → Samsung → Intelli-studio. Aanvullende informatie 90 Cameraspecificaties Beeldsensor Scherpstelling Type 1/2,33 inch (circa 7,79 mm) CCD Effectieve pixels Circa 12,2 megapixels Totaal aantal pixels Circa 12,4 megapixels Type TTL-autofocus (Multi AF, Centrum AF, Gezichtsherkenning-AF, Tracking AF) Normaal Bereik Lens Brandpuntsafstand Samsung-lens f = 6,3 - 18,9 mm (35-mm equivalent: 35 - 105 mm) Diafragmabereik f/3,0 (G) - f/5,6 (T) Digitale zoom t Fotomodus: 1,0x - 3,0x t Weergavemodus: 1,0x - 12,5x (afhankelijk van het beeldformaat) Scherm Type Tele (T) 1 m - oneindig Macro 10 cm - 80 cm 50 cm - 80 cm Auto macro 10 cm - oneindig 50 cm - oneindig Sluitertijd t Auto: 1/8 - 1/1500 sec. t Programma: 1 - 1/1500 sec. t Nacht: 8 - 1/1500 sec. t Vuurwerk: 2 sec. Belichting TFT LCD t Hoofdscherm: 2,7 inch (circa 6,9 cm) Eigenschap Groothoek (G) 80 cm - oneindig QVGA (230 K) t Scherm aan de voorzijde: 1,5 inch (3,8 cm) Bediening Programma AE Lichtmeting Multi, Spot, Centr. gewogen, Gezichtsherkenning-AE Compensatie ±2 BW (in stappen van 1/3 BW) ISO-equivalent Auto, 80, 100, 200, 400, 800, 1600 61 K TFT LCD Aanvullende informatie 91 Cameraspecificaties Opname Flitser t Modi: Smart Auto (Wit, Macro kleur, Portret, Modus Uit, Auto, Rode ogen, Invulflits, Langz sync, Anti-rode ogen Bereik t Groothoek: 0,4 m - 3,8 m (ISO Auto) t Tele: 0,5 m - 2,0 m (ISO Auto) Oplaadtijd Circa 4 sec. (afhankelijk van de toestand van de batterij) Foto's Trillingsreductie Digitale beeldstabilisatie (DIS) Effect Opnamemodus Nachtportret, Portret met tegenlicht, Macro portret, Tegenlicht, Landschap, Actie, Statief, Nacht, Macro, Macro tekst, Blauwe lucht, Zonsondergang, Natuurlijk groen), Auto, Programma, DIS, Beautyshot, Nacht, Scène (Kaderlijnen, Portret, Landschap, Close-up, Tekst, Zon onder, Dageraad, Tegenl., Vuurwerk, Strand/sneeuw) t Snelheid: 1 opname, Continu, Bewegingsopname, AEB t Timer: 10 sec, 2 sec, Dubbel t Fotostylerkeuze: Normaal, Zacht, Helder, Bos, t Bestandsindeling: MJPEG Retro, Koel, Rustig, Klassiek, Negatief, Aangep. RGB t Beeld aanpassen: Scherpte, Contrast, Kleurverz. t Formaat: 640 X 480 (30 fps, 15 fps), Witbalans (max. opnametijd: 2 uur) 320 X 240 (30 fps, 15 fps) Video's Auto witbalans, Daglicht, Bewolkt, TL-licht H, TL-licht L, Kunstlicht, Aangep. instelling t Framesnelheid: 30 fps, 15 fps t Spraak: Uit, Aan (geluid wordt gedempt bij het gebruiken van de zoomfunctie) t Video bewerken (intern): pauzeren tijdens opnemen, foto's maken Datering Datum/tijd, Datum, Uit Aanvullende informatie 92 Cameraspecificaties Weergave Type Bewerken Voor 1GB SD Eén foto, Miniaturen, Diashow, Video, Smart Album * Smart Album-categorie: Type, Datum, Kleur, Week Superhoog Hoog Normaal 4000 X 3000 147 284 403 Res.wijz, Draaien, Fotostylerkeuze, Beeld aanpassen 3984 X 2656 167 313 441 3840 X 2160 202 367 528 3264 X 2448 211 374 537 2560 X 1920 339 566 792 2048 X 1536 510 802 1065 1920 X 1080 735 1144 1437 1024 X 768 1287 1670 1872 t Fotostylerkeuze: Normaal, Zacht, Helder, Effect Bos, Retro, Koel, Rustig, Klassiek, Negatief, Aangep. RGB t Beeld aanpassen: ACB, Anti-rode ogen, Gezichtretouch., Helderheid, Contrast, Kleurverz., Ruis toevoegen Beeldformaat Spraakopname Deze waarden zijn gemeten onder standaardcondities en kunnen variëren, afhankelijk van opnameomstandigheden en camera-instellingen. t Spraakopname (max. 10 uur) t Spraakmemo in een foto (max. 10 sec.) Interface Opslag Media Bestandsindeling t Intern geheugen: circa 5 MB t Extern geheugen (optioneel): - SD-kaart (tot 4 GB gegarandeerd) - SDHC-kaart (tot 8 GB gegarandeerd) Digitale uitvoer USB 2.0 Audio-uitvoer Mono (interne speaker), Mono (microfoon) Video-uitvoer NTSC, PAL (keuze) SCC-AV20 De interne geheugencapaciteit kan van deze specificaties afwijken. Gelijkstroomaansluiting 20-pins, 4,2 V t Foto: JPEG (DCF), EXIF 2.21, DPOF 1.1, Energiebron PictBridge 1.0 t Video: MJPEG t Audio: WAV Oplaadbare batterij Lithium-ionbatterij (BP70A, 740 mAh) Afhankelijk van uw regio kan de energiebron verschillen. Aanvullende informatie 93 Cameraspecificaties Afmetingen (B x H x D) 95,7 x 56 x 20,3 mm Gewicht 111 g (zonder batterij en geheugenkaart) Bedrijfstemperatuur 0 - 40 ˚C Bedrijfsluchtvochtigheid 5 - 85 % Software Intelli-studio Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Aanvullende informatie 94 Correcte behandeling van een gebruikte accu uit dit product (Van toepassing op de Europese Unie en andere Europese landen met afzonderlijke inzamelingssystemen voor accu’s en batterijen) Correcte verwijdering van dit product (elektrische & elektronische afvalapparatuur) Dit merkteken op het product, de accessoires of het informatiemateriaal duidt erop dat het product en zijn elektronische accessoires (bv. lader, headset, USB-kabel) niet met ander huishoudelijk afval verwijderd mogen worden aan het einde van hun gebruiksduur. Om mogelijke schade aan het milieu of de menselijke gezondheid door ongecontroleerde afvalverwijdering te voorkomen, moet u deze artikelen van andere soorten afval scheiden en op een verantwoorde manier recyclen, zodat het duurzame hergebruik van materiaalbronnen wordt bevorderd. Huishoudelijke gebruikers moeten contact opnemen met de winkel waar ze dit product hebben gekocht of met de gemeente waar ze wonen om te vernemen waar en hoe ze deze artikelen milieuvriendelijk kunnen laten recyclen. Zakelijke gebruikers moeten contact opnemen met hun leverancier en de algemene voorwaarden van de koopovereenkomst nalezen. Dit product en zijn elektronische accessoires mogen niet met ander bedrijfsafval voor verwijdering worden gemengd. Dit merkteken op de accu, gebruiksaanwijzing of verpakking geeft aan dat de accu in dit product aan het einde van de levensduur niet samen met ander huishoudelijk afval mag worden weggegooid. De chemische symbolen Hg, Cd of Pb geven aan dat het kwik-, cadmium- of loodgehalte in de accu hoger is dan de referentieniveaus in de Richtlijn 2006/66/EC. Indien de gebruikte accu niet op de juiste wijze wordt behandeld, kunnen deze stoffen schadelijk zijn voor de gezondheid van mensen of het milieu. Ter bescherming van de natuurlijke hulpbronnen en ter bevordering van het hergebruik van materialen, verzoeken wij u afgedankte accu’s en batterijen te scheiden van andere soorten afval en voor recycling aan te bieden bij het gratis inzamelingssysteem voor accu’s en batterijen in uw omgeving. Het Samsung Eco-symbool Dit is een eigen symbool van Samsung dat het bedrijf gebruikt om zijn milieuvriendelijke productactiviteiten naar de consument te communiceren. Het symbool staat voor Samsung's voortdurende inspanningen om milieubewuste producten te ontwikkelen. Aanvullende informatie 95 Index A B Aanpassen Batterij Contrast in de opnamemodus 54 in de weergavemodus 65 Helderheid 65 Kleurverzadiging in de opnamemodus 54 In de weergavemodus 65 Scherpte 54 ACB in de opnamemodus 49 in de weergavemodus 65 Afdruk 80 Afdrukbestelling 66 AF-geluid 78 AF-lamp 80 Afzonderlijke beelden opslaan van een video 62 Automatische contrastverbetering (ACB) 49, 65 Bestanden weergeven als miniatuur 58 Diavertoning 60 op categorie 57 op televisie 67 Levensduur 85 Opladen 86 Specificaties 85 Beautyshot-modus 31 Beeld aanpassen Flitser Demonstratiemodus 81 Diafragma 30 Diavertoning 60 Digitale zoom 24 Bestanden beveiligen 58 Bestanden overbrengen voor Mac 74 voor Windows 68 Filmmodus 33 Datum en tijd 79 Belichting 49 F Bewegingsonscherpte 25 D Beginafbeelding 78 Dubbelportretmodus 36 Bestanden wissen 59 Bewerken 63 ACB 65 Anti-rode ogen 65 Contrast 65 Gezichtretouch 65 Helderheid 65 Kleurverzadiging 65 Ruis toevoegen 65 Draaien 63 Digital Image Stabilisation (digitale beeldstabilisatie) 32 Anti-rode ogen 43 Auto 43 Langz. sync 43 Rode ogen 43 Uit 42 Format 79 Fotokwaliteit 40 Foto's afdrukken 75 Fotostijlen 53 Foutmeldingen 82 Framesnelheid 33 DIS, modus 32 Functiebeschrijving 78 DPOF 66 Functieknop 14 Automodus 22 Aanvullende informatie 96 Index G Geheugenkaart Camera 79 Display 78 Geluid 78 Openen 77 Gezichtsdetectie Glimlach 48 Grootte aanpassen 63 H M Intelli-studio 70 Macro 44 ISO-waarde 43 Meebewegende focus 45 Menuknop 14 K Modusdraaiknop 14 Opnamemodus Auto 22 DIS 32 Film 33 Nacht 30 Programma 33 Scène 29 Smart Auto 28 Opnemen Spraakmemo 38 Video 33 Optical Image Stabilisation (OIS) 32 Kadergids 30 N Kinderenmodus Foto 36 Video 37 Half indrukken 6 Helderheid scherm 78 Centr. gewogen 50 Multi 50 Spot 50 Instellingen Capaciteit 84 SD 84 SDHC 84 Glimlach 48 Knipperen 48 Normaal 47 L.meting I Knipperen 48 Nachtmodus 30 P Navigatieknop 14 Pictogrammen 18 Programmamodus 33 Helderheid van het gezicht 31 L Het apparaat loskoppelen 73 Lange sluitertijd 30 O Lichtbron (Witbalans) 50 Onderhoud 83 R Onvolkomenheden in het gezicht 32 Reinigen Aanvullende informatie 97 Behuizing 83 Display 83 Lens 83 Index Reset 79 Scherpstelgebied Resolutie Foto 40 Video 40 RGB-tint Serie-opname Auto Exposure Bracket (AEB) 52 Bewegingsopname 52 Continu 52 in de opnamemodus 53 in de weergavemodus 64 Rode ogen in de opnamemodus 42 in de weergavemodus 65 V Centrum AF 46 Meebewegende AF 46 Multi AF 46 Servicecenter 88 Sluitertijd 30 Vergroten 59 Video Afspelen 61 Opnemen 33 W Weergaveknop 14 Weergavemodus 56 Witbalans 50 S Smart Album 57 Scènemodus 29 Snel tonen 79 Z Scherm aan de voorzijde Spraakmemo Zelfportretmodus Camera-indeling 13 Demonstratiemodus 81 Inschakelen 23 Opnamemodus 35 Scherpstelafstand Auto Macro 44 Macro 44 Normaal (AF) 44 Afspelen 62 Opnemen 38 Foto 35 Video 37 Zoomen 23 T Zoomknop 14 Timer 41 Type weergave 21 Aanvullende informatie 98 Raadpleeg voor klantenservice of bij vragen de garantieinformatie die met het product is meegeleverd of bezoek onze website http://www.samsungimaging.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100

Samsung SAMSUNG PL101 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor