Metabo Mega 350 D Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Metabo Mega 350 D Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
23
NEDERLANDS
1. Het apparaat in een oogopslag
12
5
4
7
8
11
12
13
14
3
10
6
15
16
17
9
1 Compressor
2 Luchtfilterbehuizing
3 Hoofdschakelaar
4 Veiligheidsklep
5 Transportgreep
6 Persluchtaansluiting voor
gereduceerde perslucht
7 Fixeerbare draaibare wielen
8 Motor
9 Drukvat
10 Aftapplug voor condenswater
van het drukvat
11 Keteldrukmeter
12 Persluchtaansluiting voor
gereduceerde perslucht
13 Olieaftapplug
14 Oliekijkglas
15 Drukregelaar
16 Regeldrukmeter
17 Olievulopening
XK0023H.fm Handleiding NEDERLANDS
24
NEDERLANDS
1. Het apparaat in een
oogopslag.................................23
2. Lees dit eerst!...........................24
3. Veiligheid..................................24
3.1 Voorgeschreven gebruik
van het systeem.........................24
3.2 Algemene
veiligheidsvoorschriften..............24
3.3 Veiligheidsvoorzieningen ...........25
4. Bediening..................................25
4.1 Voor de eerste
ingebruikname ...........................25
4.2 Netaansluiting ............................25
4.3 Perslucht genereren...................25
5. Service en onderhoud .............26
5.1 Regelmatig onderhoud...............26
5.2 Machine opbergen .....................26
6. Beschikbare accessoires ...26/63
7. Problemen en storingen..........28
8. Reparatie...................................28
9. Milieubescherming ..................28
10. Technische gegevens..............29
Voordat u het apparaat in gebruik
neemt moet u eerst de handleiding
lezen en daarbij vooral aandacht
besteden aan het hoofdstuk „veilig
-
heidsvoorschriften”.
Als u bij het uitpakken van het appa-
raat transportschade vaststelt, dan
moet u daar onmiddellijk uw leve-
rancier van op de hoogte stellen. In
dat geval mag u het apparaat niet in
gebruik nemen!
De verpakking moet, conform de
lokale wetgeving inzake de bescher
-
ming van het milieu, met een
bevoegde ophaaldienst meegege
-
ven worden.
Bewaar deze handleiding. In geval
van twijfel kunt u de handleiding
opnieuw raadplegen. Bewaar ook
de keuringsrapporten van de per
-
sluchtcomponenten goed.
Als u het apparaat uitleent of door-
verkoopt, dan moet u deze handlei-
ding erbij voegen.
3.1 Voorgeschreven gebruik
van het systeem
Dit apparaat produceert perslucht voor
persluchtaangedreven gereedschap.
Het gebruik ervan in de medische sector
en de levensmiddelensector evenals het
vullen van zuurstofflessen is verboden.
Explosieve en ontvlambare gassen of
gassen die de gezondheid schaden,
mogen niet aangezogen worden. In
ruimten met gevaar voor explosie mag
het apparaat niet gebruikt worden.
Elk ander gebruik is verboden. Niet toe-
gelaten gebruik, wijzigingen aan het
apparaat of het gebruik van onderdelen
die niet door de fabrikant goedgekeurd
zijn, kunnen onvoorspelbaar persoonlijk
letsel veroorzaken!
Kinderen, jongeren en niet opgeleide
personen mogen het apparaat en het
hierop aangesloten persluchtgereed
-
schap niet gebruiken.
3.2 Algemene veiligheids-
voorschriften
Houdt u zich bij gebruik van dit elektri-
sche toestel aan de volgende veilig-
heidsvoorschriften om gevaar voor per-
sonen of materiële schade te
voorkomen.
Houdt u zich aan de bijzondere veilig-
heidsvoorschriften in de betreffende
hoofdstukken.
Houd de met het apparaat meegele-
verde documenten zorgvuldig bij.
Houdt u zich eventueel aan de richtlijnen
of ongevalpreventievoorschriften van de
beroepsvereniging inzake de omgang
met compressoren en persluchtgereed
-
schap.
A
Algemeen gevaar!
Houd uw werkplek in orde – een wanor-
delijke werkplek kan ongevallen tot
gevolg hebben.
Wees aandachtig. Let op wat u doet. Ga
verstandig te werk. Gebruik het elektri
-
sche toestel niet, wanneer u niet gecon-
centreerd bent.
Houd rekening met de omgevingsfacto-
ren.
Zorg dat er goede verlichting is.
Zorg voor een goede lichaamshouding.
Zorg ervoor dat u op een stevige onder
-
grond staat en let er vooral op dat u altijd
goed in evenwicht bent.
Gebruik het elektrische toestel niet in de
nabijheid van ontvlambare vloeistoffen
of gassen.
Houd kinderen buiten het bereik van de
werkplek. Zorg ervoor dat geen andere
personen het gereedschap of het snoer
kunnen aanraken.
Zorg dat u het elektrische toestel niet
overbelast – gebruik dit elektrische toe
-
stel uitsluitend binnen het vermogensbe-
reik dat in de technische gegevens ver-
meld wordt.
B
Gevaar door elektrische
stroom!
Stel het elektrische toestel niet bloot aan
regen.
Gebruik dit elektrische toestel niet in een
vochtige of natte omgeving.
Vermijd dat u tijdens werkzaamheden
met dit toestel in contact komt met
geaarde elementen zoals radiatoren,
buizen, ovens, koelkasten.
Gebruik het snoer niet voor doeleinden
waarvoor het niet bedoeld is.
A
Gevaar voor verwondingen
door ontsnappende perslucht en door
perslucht meegesleepte onderdelen!
Richt de perslucht nooit op mensen of
dieren!
Controleer of alle gebruikte persluchtge-
reedschap en accessoires voor de
gebruikte werkdruk geschikt zijn of via
drukregelaars aangesloten zijn.
Let er bij het losdraaien van de snelkop-
peling op, dat de perslucht in de per-
sluchtslang plotseling vrijkomt. Hou
daarom het los te maken uiteinde van de
persluchtslang vast.
Zorg dat alle schroefverbindingen steeds
vast aangehaald zijn.
Voer nooit zelf reparaties aan het appa-
raat uit! Reparaties van compressoren,
drukvaten en persluchtgereedschap
mogen uitsluitend door gekwalificeerd
personeel uitgevoerd worden.
A
Gevaar door oliehoudende per-
slucht!
Gebruik de oliehoudende perslucht uit-
sluitend voor persluchtgereedschap, dat
voor oliehoudende perslucht bedoeld is.
Gebruik een persluchtslang voor olie
-
houdende perslucht niet voor perslucht-
gereedschap dat niet voor oliehou-
dende perslucht bedoeld is. Vul geen
autobanden etc. met oliehoudende per-
slucht.
A
Gevaar voor brandwonden aan
de oppervlakken van de perslucht-
voerende onderdelen!
Laat het toestel afkoelen, alvorens met
de onderhoudswerkzaamheden te
beginnen.
A
Gevaar voor verwondingen en
kneuzingen aan bewegende onderde
-
len!
Neem het apparaat nooit in gebruik zon-
der gemonteerde veiligheidsvoorziening.
Houd er rekening mee dat het apparaat
automatisch opstart, wanneer de mini-
male druk overschreden wordt! –Contro-
leer of het apparaat van het stroomnet
gekoppeld is, alvorens onderhoudswerk
-
zaamheden uit te voeren.
Zorg dat er zich bij het inschakelen (bij-
voorbeeld na onderhoudswerkzaamhe-
den) geen gereedschap of losse onder-
delen meer in het elektrische toestel
bevinden.
Inhoudstafel
2. Lees dit eerst!
3. Veiligheid
25
NEDERLANDS
A
Gevaar door onvoldoende per-
soonlijke veiligheidsuitrusting!
Draag oordoppen.
Draag een veiligheidsbril.
Draag een stofmasker bij werkzaamhe-
den waarbij stof vrijkomt of bij ontwikke-
ling van nevels die de gezondheid kun-
nen schaden.
Draag aangepaste werkkledij. Bij werk-
zaamheden buiten zijn antislipschoenen
aanbevolen.
A
Gevaar door gebreken aan het
elektrische toestel!
Zorg dat het elektrische toestel evenals
het toebehoren goed onderhouden wor-
den. Neem hierbij de onderhoudsvoor-
schriften in acht.
Controleer het elektrische toestel voor
elk gebruik op eventuele beschadigin-
gen: voor het toestel gebruikt wordt,
moet de goede werking van de veilig
-
heids- en bescherminrichtingen en van
lichtbeschadigde delen zorgvuldig
gecontroleerd worden. Controleer of de
scharnierende onderdelen correct func
-
tioneren en niet klemmen. Alle onderde-
len moeten correct gemonteerd zijn en
aan alle voorwaarden voldoen om een
feilloze bediening van het elektrische
toestel te garanderen.
Laat beschadigde beveiligingen of
onderdelen deskundig en door een
gekwalificeerde vakman herstellen of
vervangen. Laat beschadigde schake
-
laars in een reparatiedienst vervangen.
Gebruik dit elektrische toestel niet, wan-
neer u de schakelaar niet kan in- en uit-
schakelen.
Zorg ervoor dat er zich geen oliën of vet-
ten op de handgrepen bevinden en dat
ze droog blijven.
3.3 Veiligheidsvoorzieningen
Veiligheidsklep
De veiligheidsklep onder veerdruk (18)
bevindt zich bij de hoofdschakelaar. De
veiligheidsklep wordt geactiveerd bij
overschrijding van de maximaal toegela
-
ten druk.
4.1 Voor de eerste ingebruik-
name
Wielen monteren
1. Monteer de wielen zoals aangege-
ven.
4.2 Netaansluiting
B
Gevaar! Elektrische spanning
Gebruik de machine uitsluitend
in een droge omgeving.
Sluit de machine enkel aan op een
stroombron die voldoet aan de onder-
staande voorwaarden:
de stopcontacten zijn reglemen-
tair geïnstalleerd, geaard en
goedgekeurd;
zekering conform de technische
gegevens;
Het snoer moet zo gelegd worden dat
de werkzaamheden niet bemoeilijkt
worden, en dat het snoer niet bescha
-
digd kan worden.
Controleer steeds of de machine uit-
geschakeld is, alvorens de stekker in
het stopcontact te steken.
B
Draairichting controleren!
Afhankelijk van de fasenbeleg-
ging is het mogelijk dat de motor in
de verkeerde richting draait. Dit kan
een beschadiging van de machine tot
gevolg hebben. Controleer daarom na
het aansluiten telkens de draairich
-
ting, de riemschijf van de compressor
moet in de richting van de pijl (op het
riembeschermrooster) draaien.
Als de draairichting fout is, moeten
de fasen aan de netstekker worden
verwisseld:
1. trek de stekker uit het stopcon-
tact.
2. Verwissel de fasen met behulp
van een schroevendraaier zoals
getoond op de afbeelding.
Druk de schakelaar (19) een
beetje in.
Draai de schakelaar 180°.
3. Steek de netstekker opnieuw in
de contactdoos.
Bescherm het snoer tegen hitte en
bijtende scheikundige (vloei)stoffen
en zorg dat het snoer niet beschadigd
kan worden door scherpe voorwer
-
pen.
Als verlengsnoer mag uitsluitend
gebruik gemaakt worden van een
snoer met voldoende doorsnede (zie
"Technische gegevens").
Schakel de machine uit met de hoofd-
schakelaar en niet door de netstekker
uit het stopcontact te trekken.
Na beëindiging van de werkzaamhe-
den trekt u de stekker uit het stopcon-
tact.
4.3 Perslucht genereren
1. Schakel het apparaat in en wacht tot
de maximale keteldruk bereikt is (de
compressor schakelt uit)
(22)
De keteldruk kunt u van de
keteldrukmeter (23) aflezen.
2. Stel de regeldruk in met de drukre-
gelaar (20). De huidige regeldruk
kunt u van de regeldrukmeter (21)
aflezen.
A
Opgelet!
De ingestelde regeldruk mag
de maximale bedrijfsdruk van het
aangesloten persluchtgereedschap
niet overschrijden!
3. Sluit de persluchtslang aan op de
persluchtaansluiting (24).
4. Sluit het persluchtgereedschap aan.
Nu kunt u met het persluchtgereed-
schap werken.
5. Schakel het apparaat uit, wanneer u
niet onmiddellijk wenst verder te
werken. Trek vervolgens ook de net-
stekker uit het stopcontact.
18
4. Bediening
19
22
23
20
21
24
26
NEDERLANDS
A
Gevaar!
Alvorens u met werkzaamhe-
den aan het apparaat begint:
zet u het apparaat uit.
trek de stekker uit het stopcon-
tact.
wacht u tot het apparaat stilstaat.
controleer of het apparaat en het
gebruikte persluchtgereedschap
en accessoires niet meer onder
druk staan.
laat het apparaat en alle gebruikte
persluchtwerktuigen en toebeho
-
ren afkoelen.
Na beëindiging van alle werkzaamhe-
den aan het apparaat:
schakel alle veiligheidsvoorzie-
ningen weer in en controleert u
de werking ervan.
controleer of alle gereedschap en
dergelijke van of uit de machine
verwijderd is.
Service en/of onderhoudswerkzaam-
heden die niet in dit hoofdstuk
beschreven staan, mogen uitsluitend
door vaklui uitgevoerd worden.
5.1 Regelmatig onderhoud
Telkens voor het begin van het werk
Controleer de persluchtslangen op
beschadigingen, en vervang ze
indien nodig.
Controleer of de schroefverbindin-
gen vast zitten, en draai ze vast
indien nodig.
Controleer het aansluitsnoer op
beschadigingen, en laat het door
een elektromonteur vervangen
indien nodig.
Om de 50 uur
Controleer het luchtfilter (25) aan de
compressor, reinig dit indien nodig.
Controleer het oliepeil (26) van de
compressor en vul olie bij indien
nodig (27).
Tap het condenswater van het druk-
vat af (29).
A
Opgelet!
Het condensatiewater bevat
olie en moet afgeleverd worden bij
een verzamelpunt voor schadelijke
stoffen.
Controleer de transmissieriem:
Verwijder het riembeschermroos-
ter (30).
Indien nodig transmissieriem ver-
vangen of naspannen.
Om de riemspanning te wijzigen,
draait u de vier bouten aan de
voet van de motor los en ver
-
schuift u de motor.
Draai de bouten aan de voet van
de motor opnieuw vast.
Breng het riembeschermrooster
opnieuw aan.
Om de 250 uur
Vervang het luchtfilter van de com-
pressor.
Vervang het luchtfilter van de filter-
drukregelaar.
Om de 500 uur
Tap de olie van de compressor af
via de olieaftapschroef (28) en ver-
vers deze.
A
De afgewerkte olie moet wor-
den verwijderd bij een erkend verza-
melpunt!
Na 1000 uur
Laat de compressor nakijken door
een vakman. Hierdoor wordt de
levensduur van de compressor aan
-
zienlijk verlengd.
5.2 Machine opbergen
1. Schakel het apparaat uit en trek de
stekker uit het stopcontact.
2. Ontlucht het drukvat en alle aange-
sloten persluchtgereedschap.
3. Berg de machine steeds op, waar
onbevoegden het niet kunnen aan-
zetten.
A
Opgelet!
De machine mag niet in de
open lucht of in een vochtige omge
-
ving opgeborgen worden.
Leg de machine voor opberging of
voor transport niet op een zijde.
Voor bijzondere werkzaamheden zijn
volgende accessoires verkrijgbaar in de
vakhandel – de tekeningen vindt u terug
op de omslagzijde achteraan:
Afdichten
A Patroonpistool KP 910
voor normale patronen.
Art.-nr. 090 101 0030
Metaalbewerking
B Tapmachine BN 540
bijzonder kleine snijradius, bewerkt
staalplaten tot een dikte van
1,0
mm.
Art.-nr. 090 100 6784
Boren
C Boormachine BM 310
zeer handig toestel, moeiteloos te
gebruiken; rechtsdraaiend.
Art.-nr. 090 100 6725
Boormachine BM 500
(niet afgebeeld) met snelspankop 3/
8"; rechts-/linksdraaiend met snel
-
omschakeling.
Art.-nr. 090 105 4533
5. Service en onderhoud
25
26
28
27
29
30
6. Beschikbare accessoires
27
NEDERLANDS
Nieten / spijkeren
D Spijkernietmachine Kombi 40/50
voor nieten (type 90) van 20 mm tot
40 mm en platkopspijkers (type
SKN) van 20 mm tot 50 mm.
Art.-nr. 090 105 4720
Spijkernietmachine Kombi 32
(niet afgebeeld) voor nieten (type
90) van 15
mm tot 32 mm en platk-
opnagels (type SKN) van 16 mm tot
32 mm.
Art.-nr. 090 105 4711
Nietmachine KG 80/16
(niet afgebeeld) voor nieten (type
80) van 6
mm tot 16 mm.
Art.-Nr. 090 105 4681
Nietmachine KG 90/25
(niet afgebeeld) voor nieten (type
90) van 15 mm tot 25 mm.
Art.-Nr. 090 105 4690
Nietmachine KG 90/40
(niet afgebeeld) voor nieten (type
90) van 20 mm tot 40 mm.
Art.-Nr. 090 105 4703
Platkopspijkermachine SKN 50
(niet afgebeeld) voor platkopnagels
(type SKN) van 20 mm tot 50 mm.
Art.-Nr. 090 105 4738
Schilderen
E Verfspuitpistool FB 2200 HVLP
High-volume-low-pressure-uitrus-
ting vermindert het weerkaatsen
van de verfnevel voor een efficiën-
tere verdeling en een lager verfver-
bruik.
Art.-nr. 090 105 4460
Verfspuitpistool FB 2200
(niet afgebeeld) met 0,5 l-verfpot;
professioneel verfspuitpistool;
traploos instelbaar voor ronde en
brede straal.
Art.-nr. 090 105 4452
Verfspuitpistool SB 200
(niet afgebeeld) met 1,0 l-aanzuig-
pot.
Art.-nr. 090 100 3882
Verfspuitpistool FB 150
(niet afgebeeld) met 0,5 l-verfpot;
voor grondverf en lakken met ver
-
schillende viscositeit.
Art.-nr. 090 100 3874
Verfspuitpistool FB 90
(niet afgebeeld) met 0,75 l-verfpot;
voor grondverf en lakken met ver-
schillende viscositeit.
Art.-nr. 090 105 6064
Beitelen
F Beitelhamerset MHS 450
voor bouw- en carrosseriewerk-
zaamheden.
Art.-nr. 090 100 9210
Beitelhamerset MHS 315
(niet afgebeeld) voor het verwijde-
ren van pleisterwerk en tegels en
voor lichte beitelwerkzaamheden.
Art.-nr. 090 100 6911
Banden oppompen / bandendruk
meten
G Bandenpomp met manometer
RF
480
professionele uitvoering (geijkt).
Art.-nr. 090 105 4630
Bandenpomp met manometer
RF 363
(niet afgebeeld) zoals RF 480, maar
niet gijkt.
Art.-nr. 090 105 4622
Bandenpomp met manometer
RF
200
(niet afgebeeld) voor het oppompen
van banden en ballen (geijkt).
Art.-nr. 090 105 6188
Bandenpomp met manometer
RF 100
(niet afgebeeld) zoals RF 200, maar
niet geijkt.
Art.-nr. 090 102 6724
Reinigen
H Blaaspistool BP 200
kunststofuitvoering.
Art.-nr. 090 105 4606
Blaaspistool BP 300
(niet afgebeeld) kunststofuitvoering;
bijzonder hoge luchthoeveelheid
dankzij venturispuitmond.
Art.-nr. 090 105 4614
Blaaspistool BP 70
(niet afgebeeld)
lichtmetaaluitvoering (met 100 mm-
verlenging).
Art.-nr. 090 102 6726
Blaaspistool BP 60
(niet afgebeeld) lichtmetaaluitvoe-
ring (kort).
Art.-nr. 090 102 6718
Schroeven
I Slagmoersleutel SR 230
robuuste uitvoering voor hobby en
autotechniek.
Art.-nr. 090 105 6170
Slagmoersleutel SR 340-Set
(niet afgebeeld) professionele uit-
voering met ruim toebehoren.
Art.-nr. 090 105 6137
Slagmoersleutel SR 140-Set
(niet afgebeeld) talrijke mogelijkhe-
den voor hobby en autotechniek;
met ruim toebehoren.
Art.-nr. 090 100 8582
Slagmoersleutel SR 120-Set
(niet afgebeeld) laag luchtverbruik,
daardoor ook geschikt voor kleinere
compressoren; met ruim toebeho
-
ren.
Art.-nr. 090 100 6750
Ratelsleutel RS 320
(niet afgebeeld) dankzij slanke vorm
en met rubber beklede kop ideaal
voor toepassingen in de autotech
-
niek.
Art.-nr. 090 105 4541
Ratelsleutel RS 220-Set
(niet afgebeeld) volledige set met
omvangrijk toebehoren.
Art.-nr. 090 100 6717
Schroevendraaier DS 1610
(niet afgebeeld) rechts-/links-
draaiend met snelomschakeling.
Art.-nr. 090 101 2440
Sprayen
J Spraypistool SPP 161
voor het sproayen van koudreini-
ger, olie, vloeibare was, enz.
Art.-nr. 090 105 4525
Gecombineerd spraypistool UBS 820
(niet afgebeeld) voor normale 1,0 l-
schroefpatronen.
Art.-nr. 090 105 4479
Slangen
K Slangtrommel ST 200
360° draaibaar; met 30 m PU-
persluchtslang.
Art.-nr. 090 105 4568
Gewapende persluchtslang
(niet afgebeeld) met snelkoppeling
en insteeknippel; 5 m lengte; 12 mm
buitendiameter; 6
mm binnendiame-
ter.
Art.-nr. 090 105 4908
Gewapende persluchtslang
(niet afgebeeld) met snelkoppeling
en insteeknippel; 10 m lengte;
12
mm buitendiameter; 6 mm bin-
nendiameter.
Art.-nr. 090 105 4916
Gewapende persluchtslang
(niet afgebeeld) met snelkoppeling
en insteeknippel; 10 m lengte;
15 mm buitendiameter; 9 mm bin-
nendiameter.
Art.-nr. 090 105 4924
Gewapende persluchtslang
(niet afgebeeld) 50 m lengte; 15 mm
buitendiamter; 9 mm binnendiame-
ter.
Art.-nr. 090 105 4932
Spiraalslang, Rilsan
(niet afgebeeld) met snelkoppeling
en insteekmof; 2,5 m nuttige lengte;
8 mm buitendiameter; 6 mm binnen-
diameter.
Art.-nr. 090 105 4940
Spiraalslang, Rilsan
(niet afgebeeld) met snelkoppeling
en insteekmof; 7,5 m nuttige lengte;
8
mm buitendiameter; 6 mm binnen-
diameter.
Art.-nr. 090 105 4959
Spiraalslang, Rilsan
(niet afgebeeld) met snelkoppeling
en insteekmof; 10,0 m nuttige
lengte; 10 mm buitendiameter;
28
NEDERLANDS
8 mm binnendiameter.
Art.-nr. 090 105 4967
Slangtrommel SA 100
(niet afgebeeld) met gewapende-
lang 20,0 m lengte; 15 mm buiten-
diameter; 9 mm binnendiameter.
Art.-nr. 090 105 4975
Slangtrommel SA 200
(niet afgebeeld)
Geschikt voor bevestiging muur- en
plafondbevestiging; automatische
oprolfunctie; met 8
m PU-
persluchtslang; 13 mm buitendiame-
ter; 8 mm binnendiameter.
Art.-nr. 090 105 4550
Accessoires
L Accessoireset LPZ 7-S
bevat: blaaspistool, bandenpomp,
bandenpompnippel, balnaald, verf
-
spuitpistool, spraypistool, spiraal-
slang.
Art.-nr. 090 100 3858
Accessoireset LPZ 7-P
(niet afgebeeld) bevat: blaaspistool,
bandenpomp, bandenpompnippel,
balnaald, verfspuitpistool, spraypis-
tool, 10 m weefselslang.
Art.-nr. 090 100 3890
Accessoireset LPZ 6
(niet afgebeeld) bevat: blaaspistool,
bandenpomp, bandenpompnippel,
balnaald, verfspuitpistool, 5 m
gewapendelang.
Art.-nr. 090 104 4487
Accessoireset LPZ 4
(niet afgebeeld) bevat: blaaspistool,
bandenpomp, verfspuitpistool, spi-
raalslang.
Art.-nr. 090 101 3845
Accessoireset LPZ 2
(niet afgebeeld)
bevat: universele houder met blaa-
spistool, bandenpomp, verfspuitpis-
tool, spiraalslang.
Art.-nr. 090 105 5971
A
Gevaar!
Alvorens u met werkzaamhe-
den aan het apparaat begint:
zet u het apparaat uit.
trek de stekker uit het stopcon-
tact.
wacht u tot het apparaat stilstaat.
controleer of het apparaat en het
gebruikte persluchtgereedschap
en accessoires niet meer onder
druk staan.
laat het apparaat en alle gebruikte
persluchtwerktuigen en toebeho
-
ren afkoelen.
Na beëindiging van alle werkzaamhe-
den aan het apparaat:
schakel alle veiligheidsvoorzie-
ningen weer in en controleert u
de werking ervan.
controleer of alle gereedschap en
dergelijke van of uit de machine
verwijderd is.
De compressor functioneert niet:
Er is geen spanning.
Controleer het snoer, de stekker,
het stopcontact en de betreffende
zekering.
De netspanning is te laag.
Gebruik een verlengsnoer met
voldoende doorsnede (zie "Tech-
nische gegevens"). Vermijd
gebruik van een verlengsnoer bij
een koud apparaat.
De compressor werd uitgeschakeld
door de netstekker uit het stopcon
-
tact te trekken terwijl hij in gebruik
was.
Schakel de compressor eerst uit
met de hoofdschakelaar, en
schakel hem vervolgens weer in.
Motorbeveiliging ingekomen, bij-
voorbeeld door ontoereikende koe-
ling (koelribben afgedekt).
Aan-uit-schakelaar voor de com-
pressor uitschakelen; oorzaak
voor de oververhitting verhelpen;
ongeveer 10 minuten laten afkoe-
len; schakelaar voor de motorbe-
veiliging indrukken; aan-uit-scha-
kelaar voor de compressor weer
inschakelen.
De compressor draait zonder vol-
doende druk op te bouwen.
Aftapopeningen voor condensatie-
water aan het drukvat ondicht.
Controleer de dichting van de
aftapschroef (aftapschroeven);
evt. vervangen.
Trek de aftapschroef (aftap-
schroeven) met de hand aan.
De terugslagklep vertoont lekkages.
Laat de terugslagklep herstellen
door een vakman.
De druk in het persluchtgereedschap
is onvoldoende.
De drukregelaar is niet voldoende
opengedraaid.
Draai de drukregelaar verder
open.
De slangverbinding tussen de com-
pressor en persluchtgereedschap
vertoont lekkages.
Controleer de slangverbinding;
vervang beschadigde onderdelen
indien nodig.
A
Gevaar!
Herstellingen van elektrische
machines mogen uitsluitend door een
elektromonteur uitgevoerd worden!
De elektrische machines kunnen voor
reparatie verzonden worden naar de
Service-vestiging in uw land. Het adres
vindt u terug bij de lijst met onderdelen.
Geef bij inzending voor reparatie een
omschrijving van het vastgestelde
defect.
Het verpakkingsmateriaal van de
machine is 100 % recycleerbaar.
Afgedankte machines en accessoires
bevatten grote hoeveelheden waarde
-
volle grond- en kunststoffen die even-
eens gerecyceld kunnen worden.
De gebruiksaanwijzing werd op chloor-
vrij gebleekt papier gedrukt.
7. Problemen en storingen
8. Reparatie
9. Milieubescherming
29
NEDERLANDS
10. Technische gegevens
Aanzuigvermogen l/min 290
Effectief geleverd volume (debiet) l/min 165
Vulvermogen l/min 195
Bedrijfsdruk (compressoreinddruk) bar 10
Drukvatvolume l 50
Aantal luchtaansluitingen 2
Compressortype B 2800
Aantal cilinders 2
Toerental (compressor) min
-1
1300
Motorvermogen kW 2,0
Voedingsspanning (50 Hz) V 400
Nominale stroomsterkte A 3,7
Zekering min. A 10 traag
Beveiligingsklasse IP 44
Maximale totale lengte bij het gebruik van verlengkabels:
– bij 3 x 1,5 mm
2
aderdiameter
– bij 3 x 2,5 mm
2
aderdiameter
m
m
100
160
Oliekwaliteit 10 W 40
Oliehoeveelheid bij olie verversen l 0,21
Afmetingen: lengte x breedte x hoogte cm 88 x 49 x 77
Gewicht kg 46
Geluidsdrukniveau L
PA
in 4 m max. dB (A) 71 ± 3
Geluidintensiteit L
WA
dB (A) 91 ± 3
1/63