Documenttranscriptie
Voor uw eigen veiligheid moet u dit apparaat in
het dashboard van de auto installeren,
aangezien de achterkant ervan tijdens het
gebruik erg warm wordt.
Zie "Aansluiting/installatie" (pagina 18) voor
meer informatie.
Geproduceerd in Thailand
Eigenschappen laserdiode
Emissieduur: continu
Laservermogen: minder dan 53,3 μW
(Deze uitgangswaarde is gemeten op een afstand
van 200 mm van het lensoppervlak op het optische
opnameblok met 7 mm opening.)
Het naamplaatje met de werkspanning enz. bevindt
zich onder aan de behuizing.
Opmerking voor klanten: de volgende
informatie geldt enkel voor apparatuur
verkocht in landen waar de EU-richtlijnen van
kracht zijn
Producent: Sony Corporation, 1-7-1 Konan Minatoku Tokyo, 108-0075 Japan
Voor EU-product conformiteit: Sony Deutschland
GmbH, Hedelfinger Strasse 61, 70327 Stuttgart,
Duitsland
Verwijdering van oude batterijen,
elektrische en elektronische
apparaten (van toepassing in de
Europese Unie en andere Europese
landen met afzonderlijke
inzamelingssystemen)
Dit symbool op het product, de batterij of op de
verpakking wijst erop dat het product en de batterij,
niet als huishoudelijk afval behandeld mag worden.
Op sommige batterijen kan dit symbool gebruikt
worden in combinatie met een chemisch symbool.
Het chemisch symbool voor kwik (Hg) of lood (Pb)
wordt toegevoegd wanneer de batterij meer dan
0,0005 % kwik of 0,004 % lood bevat.
Door deze producten en batterijen op juiste wijze af
te voeren, vermijdt u mogelijke negatieve gevolgen
voor mens en milieu die zouden kunnen
veroorzaakt worden in geval van verkeerde
afvalbehandeling. Het recycleren van materialen
draagt bij tot het behoud van natuurlijke bronnen.
In het geval dat de producten om redenen van
veiligheid, prestaties dan wel in verband met dataintegriteit een permanente verbinding met een
ingebouwde batterij vereisen, mag deze batterij
enkel door gekwalificeerd servicepersoneel
vervangen worden. Om ervoor te zorgen dat de
batterij, het elektrisch en het elektronische
apparaat op een juiste wijze zal worden behandeld,
dienen deze producten aan het eind van zijn
levenscyclus overhandigd te worden aan het
2NL
desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage
van elektrisch en elektronisch materiaal.
Voor alle andere batterijen verwijzen we u naar het
hoofdstuk over hoe de batterij veilig uit het product
te verwijderen. Overhandig de batterij aan het
desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage
van batterijen.
Voor meer details in verband met het recycleren
van dit product of batterij, kan u contact opnemen
met de gemeentelijke instanties, de organisatie
belast met de verwijdering van huishoudelijk afval
of de winkel waar u het product of batterij hebt
gekocht.
Waarschuwing als het contactslot van de
auto geen ACC-positie heeft
Zorg ervoor dat de AUTO OFF-functie ingesteld is
(pagina 10). Hiermee wordt het apparaat na de
ingestelde tijdsduur automatisch volledig
uitgeschakeld nadat u het apparaat hebt
uitgeschakeld. Zo voorkomt u dat de accu
leegraakt. Als u de AUTO OFF-functie niet instelt,
houdt u OFF ingedrukt tot het scherm verdwijnt
wanneer u het contactslot uitzet.
Disclaimer betreffende diensten aangeboden
door derden
Diensten die aangeboden worden door derden
kunnen gewijzigd, opgeschort of beëindigd
worden zonder voorafgaande kennisgeving. Sony
draagt geen enkele verantwoordelijkheid voor
dergelijke situaties.
Inhoudsopgave
Onderdelen en bedieningselementen . . . . . . . . . . 4
Aan de slag
Het apparaat opnieuw instellen . . . . . . . . . . . . . . .
De klok instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Een USB-apparaat aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . .
Een ander draagbaar audiotoestel aansluiten . . .
5
5
6
6
Luisteren naar de radio
Luisteren naar de radio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Radio Data System (RDS) gebruiken . . . . . . . . . . . 7
Afspelen
Een disc afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Muziek op een USB-apparaat afspelen . . . . . . . . . 8
Tracks zoeken en afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Instellingen
De DEMO-stand annuleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Algemene bediening voor instellingen . . . . . . . . . 9
Algemene instellingen (GENERAL) . . . . . . . . . . . . 10
Geluidsinstellingen (SOUND) . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Display-instellingen (DISPLAY) . . . . . . . . . . . . . . . . 12
Aanvullende informatie
De firmware updaten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Aansluiting/installatie
Opgelet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Lijst met onderdelen voor de installatie . . . . . . . 18
Verbinding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
3NL
Onderdelen en bedieningselementen
Hoofdapparaat
(bladeren) (pagina 9)
Hiermee kunt u tijdens het afspelen de
bladerstand activeren.
PTY (programmatype)
Hiermee kunt u PTY selecteren in RDS.
SOURCE
Hiermee kunt u het apparaat inschakelen.
U kunt deze toets ook gebruiken om de bron te
wijzigen.
OFF
Houd deze toets 1 seconde ingedrukt om de
bron uit te schakelen en de klok weer te geven.
Houd de toets langer dan 2 seconden ingedrukt
als u het apparaat en het scherm wilt
uitschakelen.
Regelknop
Draai aan deze knop om het volume te regelen.
PUSH ENTER
Hiermee kunt u het geselecteerde item
bevestigen.
Druk op SOURCE, draai aan de knop om een
bron te kiezen en druk erop om de keuze te
bevestigen.
MENU
Opent het instellingenmenu.
Resettoets (pagina 5)
4NL
DSPL (display)
Druk hierop om de display-items te wijzigen.
SCRL (rollen)
Houd deze toets ingedrukt om een item over
het display te laten rollen.
Discsleuf
Display
(disc uitwerpen)
MEGA BASS
De basklanken versterken overeenkomstig het
volumeniveau. Druk hierop om de MEGA
BASS-instelling te wijzigen: [1], [2], [OFF].
Wordt automatisch op [OFF] gezet wanneer
[C.AUDIO+] ingesteld is op [ON].
MODE (pagina 6, 8)
(terug)
Hiermee keert u terug naar het vorige scherm.
SEEK +/–
Hiermee kunt u automatisch afstemmen op
radiozenders. Houd de toets ingedrukt om
handmatig af te stemmen.
/ (vorige/volgende)
/ (terugspoelen/vooruitspoelen)
SOUND
Hiermee kunt u het SOUND-menu rechtstreeks
openen.
Cijfertoetsen (1 tot 6)
Hiermee kunt u opgeslagen radiozenders
ontvangen. Houd een van deze toetsen
ingedrukt om zenders op te slaan.
ALBUM /
Hiermee kunt u een album op een audiotoestel
overslaan. Houd de toets ingedrukt om albums
te blijven overslaan.
(herhalen)
Aan de slag
Het apparaat opnieuw instellen
Voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt, na
het vervangen van de accu of het wijzigen van de
aansluitingen, moet u het apparaat opnieuw
instellen. Druk met een balpen enz. op de
resettoets.
(willekeurig)
PAUSE
AUX-ingang
USB-poort
Ontvanger voor de afstandsbediening
Opmerking
Als u op de resettoets drukt, worden de klokinstelling
en bepaalde opgeslagen gegevens gewist.
De klok instellen
1
Druk op MENU, selecteer [SET GENERAL]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
2
Selecteer [SET CLOCK-ADJ] door de
regelknop te verdraaien en druk er
vervolgens op.
De aanduiding voor het uur gaat knipperen.
3
Stel de uren en minuten in door de
regelknop te verdraaien.
Druk op SEEK +/– om de digitale aanduiding te
verplaatsen.
4
Druk op MENU na het instellen van de
minuten.
Het instellen is voltooid en de klok begint te
lopen.
De klok weergeven
Druk op DSPL.
5NL
Een USB-apparaat aansluiten
1
2
Luisteren naar de radio
Verlaag het volume op het apparaat.
Sluit het USB-apparaat aan op het
apparaat.
Gebruik voor het aansluiten van een iPod/
iPhone de USB-verbindingskabel voor iPod (niet
bijgeleverd).
Luisteren naar de radio
Om naar de radio te luisteren, drukt u op SOURCE
om [TUNER] te selecteren.
Automatisch opslaan (BTM)
Een ander draagbaar
audiotoestel aansluiten
1
2
3
1
Druk op MODE om de band te wijzigen
(FM1, FM2, FM3, MW of LW).
2
Druk op MENU, selecteer [SET GENERAL]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
3
Selecteer [SET BTM] door de regelknop te
verdraaien en druk er vervolgens op.
Het apparaat slaat de zenders in de volgorde
van frequentie op onder de cijfertoetsen.
Schakel het draagbare audiotoestel uit.
Verlaag het volume op het apparaat.
Sluit het draagbare audiotoestel met
behulp van een verbindingskabel (niet
bijgeleverd)* aan op de AUX-ingang
(stereominiaansluiting) op het apparaat.
Afstemmen
1
Druk op MODE om de band te wijzigen
(FM1, FM2, FM3, MW of LW).
2
Stem af op de gewenste zender.
Handmatig afstemmen
Houd SEEK +/– ingedrukt om ongeveer op de
gewenste frequentie af te stemmen en druk
vervolgens herhaaldelijk op SEEK +/– om fijn af
te stemmen op de gewenste frequentie.
Automatisch afstemmen
Druk op SEEK +/–.
Het zoeken stopt wanneer een zender wordt
ontvangen.
* Gebruik een rechte stekker.
4
Druk op SOURCE om [AUX] te selecteren.
Het volumeniveau van het aangesloten
toestel afstemmen op andere bronnen
Start het afspelen op het draagbare audiotoestel bij
een gemiddeld volume en stel uw gebruikelijke
luistervolume in op het hoofdapparaat.
Druk op MENU en selecteer [SET SOUND] [SET
AUX VOL] (pagina 12).
Handmatig opslaan
1
De opgeslagen zenders ontvangen
1
6NL
Als u de zender ontvangt die u wilt
opslaan, houdt u een cijfertoets (1 tot 6)
ingedrukt tot [MEM] wordt
weergegeven.
Selecteer de band en druk vervolgens op
een cijfertoets (1 tot 6).
Radio Data System (RDS)
gebruiken
Alternatieve frequenties (AF) en
verkeersinformatie (TA) instellen
AF stemt continu opnieuw af op de zender met het
sterkste signaal in een netwerk, en TA biedt u de
huidige verkeersinformatie of
verkeersprogramma's (TP) wanneer deze worden
ontvangen.
1
Druk op MENU, selecteer [SET GENERAL]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
2
Selecteer [SET AF/TA] door de regelknop
te verdraaien en druk er vervolgens op.
3
Selecteer [SET AF-ON], [SET TA-ON], [SET
AF/TA-ON] of [SET AF/TA-OFF] door de
regelknop te verdraaien en druk er
vervolgens op.
RDS-zenders met de AF- en TA-instelling
opslaan
U kunt RDS-zenders samen met een AF/TAinstelling voorprogrammeren. Stel AF/TA in en sla
de zender vervolgens met BTM of handmatig op.
Als u handmatig voorprogrammeert, kunt u ook
niet-RDS-zenders voorprogrammeren.
Noodberichten ontvangen
Als AF of TA is ingeschakeld, wordt de
geselecteerde bron automatisch onderbroken door
de noodberichten.
Het volumeniveau aanpassen tijdens een
verkeersbericht
Het niveau wordt los van het normale
volumeniveau opgeslagen in het geheugen voor
toekomstige verkeersinformatie.
Op een regionaal programma afgestemd
blijven (REGIONAL)
Local Link-functie (alleen voor het Verenigd
Koninkrijk)
Met deze functie kunt u andere lokale zenders in
het gebied selecteren, ook als deze niet zijn
opgeslagen onder de cijfertoetsen.
Druk tijdens FM-ontvangst op een cijfertoets (1 tot
6) waaronder een lokale zender is opgeslagen. Druk
binnen 5 seconden nogmaals op de cijfertoets van
de lokale zender. Herhaal dit tot de lokale zender
wordt ontvangen.
Programmatypes (PTY) selecteren
1
2
Druk tijdens FM-ontvangst op PTY.
Verdraai de regelknop tot het gewenste
programmatype wordt weergegeven en
druk op de regelknop.
Het apparaat begint te zoeken naar een zender
die het geselecteerde programmatype uitzendt.
Programmatypen
NEWS (nieuws), AFFAIRS (actualiteiten), INFO
(informatie), SPORT (sport), EDUCATE (educatieve
programma's), DRAMA (toneel), CULTURE (cultuur),
SCIENCE (wetenschap), VARIED (diversen), POP M
(popmuziek), ROCK M (rockmuziek), EASY M
(variété), LIGHT M (licht klassiek), CLASSICS
(klassiek), OTHER M (overige muziek), WEATHER
(weerberichten), FINANCE (financiën), CHILDREN
(kinderprogramma's), SOCIAL A (sociale zaken),
RELIGION (religie), PHONE IN (Phone In), TRAVEL
(reizen), LEISURE (ontspanning), JAZZ (jazzmuziek),
COUNTRY (countrymuziek), NATION M (nationale
muziek), OLDIES (oldies), FOLK M (folkmuziek),
DOCUMENT (documentaires)
De kloktijd instellen (CT)
Met de CT-gegevens van de RDS-uitzending wordt
de klok ingesteld.
1
Stel [SET CT-ON] in bij [SET GENERAL]
(pagina 10).
Wanneer de functies AF en REGIONAL ingeschakeld
zijn, schakelt het apparaat niet over naar een
andere regionale zender met een sterkere
frequentie. Wanneer u het ontvangstgebied van het
regionale programma verlaat, stelt u tijdens FMontvangst [SET REG-OFF] in bij [SET GENERAL]
(pagina 10).
Deze functie werkt niet in het Verenigd Koninkrijk
en sommige andere gebieden.
7NL
1
Afspelen
Het afspelen wordt gestart.
Als er al een toestel aangesloten is, drukt u om
het afspelen ervan te starten op SOURCE om
[USB] te selecteren ([IPD] wordt weergegeven
op het display als de iPod herkend wordt).
Een disc afspelen
1
Plaats de CD (met het label omhoog).
Sluit een USB-apparaat aan op de USBpoort (pagina 6).
2
Pas het volume op dit apparaat aan.
Het afspelen stoppen
Houd OFF gedurende 1 seconde ingedrukt.
Het toestel verwijderen
Stop het afspelen en verwijder het toestel.
Waarschuwing voor iPhone
Het afspelen start automatisch.
Muziek op een USB-apparaat
afspelen
In deze gebruiksaanwijzing wordt "iPod" gebruikt
als algemene verwijzing naar de iPod-functies van
een iPod en iPhone, tenzij anders aangegeven in de
tekst of afbeeldingen.
Als u een iPhone aansluit via USB, wordt het
gesprekvolume geregeld door de iPhone, niet door
het apparaat. Om plotselinge harde geluiden na
een oproep te voorkomen, moet u ervoor zorgen
dat u tijdens de oproep het volume van het
apparaat niet per ongeluk verhoogt.
Een iPod rechtstreeks bedienen
(passagiersbediening)
1
Zie "Informatie over iPod" (pagina 13) voor
informatie over de geschiktheid van uw iPod of ga
naar de ondersteuningssite op het achterblad.
USB-apparaten van het type MSC (Mass Storage
Class) en MTP (Media Transfer Protocol) (zoals een
USB-flashstation, digitale mediaspeler, Android™telefoon) die de USB-norm ondersteunen, kunnen
worden gebruikt.
Afhankelijk van de digitale mediaspeler of Androidtelefoon moet de USB-verbindingsstand mogelijk
ingesteld worden op MTP.
Opmerkingen
Ga naar de ondersteuningssite op het achterblad
voor meer informatie over de compatibiliteit van het
USB-apparaat.
Het afspelen van de volgende bestanden wordt niet
ondersteund.
MP3/WMA/AAC/FLAC:
Auteursrechtelijk beveiligde bestanden
DRM-bestanden (Digital Rights Management beheer van digitale rechten)
Meerkanaalsaudiobestanden
MP3/WMA/AAC:
Bestanden die zonder gegevensverlies zijn
gecomprimeerd (lossless)
WAV:
Meerkanaalsaudiobestanden
8NL
Houd tijdens het afspelen MODE
ingedrukt tot [MODE IPOD] weergegeven
wordt.
De iPod kan nu bediend worden.
Het volume kan alleen worden aangepast op
het apparaat.
Passagiersbediening verlaten
Houd MODE ingedrukt tot [MODE AUDIO]
weergegeven wordt.
Tracks zoeken en afspelen
Herhaaldelijk en willekeurig afspelen
1
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op
(herhalen) of
(willekeurig) om
de gewenste weergavestand te
selecteren.
Het duurt even voor het afspelen start in de
geselecteerde weergavestand.
De beschikbare weergavestanden verschillen
afhankelijk van de geselecteerde geluidsbron.
Zoeken naar een track op naam (QuickBrowZer™)
1
Druk tijdens het afspelen van een CD of
USB-apparaat op
(bladeren)* om de
lijst met zoekcategorieën weer te geven.
Wanneer de tracklijst wordt weergegeven, drukt
u herhaaldelijk op
(terug) om de gewenste
zoekcategorie weer te geven.
* Druk tijdens het afspelen via USB gedurende
meer dan 2 seconden op
(bladeren) om
rechtstreeks terug te keren naar het begin van de
categorielijst.
2
3
Selecteer de zoekcategorie van uw keuze
door de regelknop te verdraaien en
bevestig deze met een druk op de
regelknop.
Herhaal stap 2 om de gewenste track te
zoeken.
Het afspelen wordt gestart.
Instellingen
De DEMO-stand annuleren
U kunt het demonstratiescherm annuleren dat
wordt weergegeven wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven wordt.
1
Druk op MENU, selecteer [SET GENERAL]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
2
Selecteer [SET DEMO] door de regelknop
te verdraaien en druk er vervolgens op.
3
Selecteer [SET DEMO-OFF] door de
regelknop te verdraaien en druk er
vervolgens op.
Het instellen is voltooid.
4
(bladeren).
Zoeken door items over te slaan
(Overspring-stand)
1
2
3
Druk op
(bladeren).
Druk op SEEK +.
Verdraai de regelknop om het item te
selecteren.
De lijst wordt doorbladerd in stappen van 10%
van het totale aantal items in de lijst.
4
Algemene bediening voor
instellingen
U kunt items instellen in de volgende
instelcategorieën:
Algemene instelling (GENERAL), geluidsinstelling
(SOUND), display-instelling (DISPLAY)
1
2
Druk op ENTER om terug te keren naar
de Quick-BrowZer-stand.
Selecteer het item van uw keuze door de
regelknop te verdraaien en er
vervolgens op te drukken.
Druk op MENU.
Selecteer de instellingencategorie door
de regelknop te verdraaien en er
vervolgens op te drukken.
De items die ingesteld kunnen worden,
verschillen afhankelijk van de bron en
instellingen.
Het geselecteerde item wordt weergegeven.
5
(terug).
Het display keert terug naar de normale
ontvangst-/weergavestand.
De Quick-BrowZer-stand verlaten
Druk op
Druk twee keer op
3
Selecteer de opties door de regelknop te
verdraaien en druk er vervolgens op.
Het afspelen wordt gestart.
Terugkeren naar het vorige display
Druk op
(terug).
9NL
Algemene instellingen
(GENERAL)
DEMO (demonstratie)
De demonstratie inschakelen: [ON], [OFF].
CLOCK-ADJ (klok aanpassen) (pagina 5)
BEEP
De pieptoon inschakelen: [ON], [OFF].
AUTO OFF
Automatisch uitschakelen na de gewenste tijd
wanneer het apparaat is uitgeschakeld: [ON]
(30 minuten), [OFF].
STEERING
Registreert/reset de instelling van de
stuurafstandsbediening.
(Beschikbaar wanneer verbonden met behulp
van de verbindingskabel (niet bijgeleverd).)
(Alleen beschikbaar wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven wordt.)
STR CONTROL (stuurbediening)
Hiermee kunt u de invoerstand selecteren voor
de aangesloten afstandsbediening. Om
storingen te voorkomen, moet u voor u het
gebruik start de invoerstand afstemmen op de
aangesloten afstandsbediening.
CUSTOM
Invoerstand voor de stuurafstandsbediening
(wordt automatisch geselecteerd wanneer
[EDIT CUSTOM] voltooid is of [RESET CUSTOM]
uitgevoerd wordt)
PRESET
Invoerstand voor de bekabelde
afstandsbediening, exclusief de
stuurafstandsbediening
EDIT CUSTOM
Registreert de functies (SOURCE, ATT, VOL +/–,
SEEK +/–) in de stuurafstandsbediening:
Verdraai de regelknop om de functie te
selecteren die u aan de
stuurafstandsbediening wilt toewijzen, en
druk er vervolgens op.
Terwijl [REGISTER] knippert, houdt u de knop
op de stuurafstandsbediening ingedrukt
waaraan u de functie wilt toewijzen. Als de
registratie voltooid is, verschijnt
[REGISTERED].
Om andere functies te registreren, herhaalt u
de stappen en .
(Alleen beschikbaar wanneer [STR CONTROL] is
ingesteld op [CUSTOM].)
RESET CUSTOM
Voert een reset uit van de instelling van de
stuurafstandsbediening: [YES], [NO]. (Alleen
beschikbaar wanneer [STR CONTROL] is
ingesteld op [CUSTOM].)
10NL
Opmerkingen
Terwijl u instellingen uitvoert, kan het apparaat
alleen met de toetsen worden bediend. Om
veiligheidsredenen dient u uw wagen te parkeren
voor u deze instelling uitvoert.
Als er zich tijdens de registratie een fout voordoet,
blijft alle eerder geregistreerde informatie
behouden. Start de registratie opnieuw vanaf de
functie waar de fout zich heeft voorgedaan.
Deze functie is op sommige wagens mogelijk niet
beschikbaar. Ga naar de ondersteuningssite op
het achterblad voor meer informatie over de
compatibiliteit van uw wagen.
REAR/SUB
Een andere audio-uitvoer kiezen: [SUB-OUT]
(subwoofer), [REAR-OUT] (versterker). (Alleen
beschikbaar wanneer de bron uitgeschakeld is
en de klok weergegeven wordt.)
CT (kloktijd)
De CT-functie inschakelen: [ON], [OFF].
AF/TA (alternatieve frequenties/
verkeersinformatie)
Hiermee kunt u de instelling voor alternatieve
frequenties (AF) en verkeersinformatie (TA)
instellen: [AF-ON], [TA-ON], [AF/TA-ON], [AF/TAOFF].
REGIONAL
De ontvangst beperken tot een specifieke regio:
[ON], [OFF]. (Alleen beschikbaar wanneer FM
ontvangen wordt.)
BTM (geheugen voor beste afstemming) (pagina 6)
(Alleen beschikbaar wanneer de tuner
geselecteerd is.)
FIRMWARE
Controleert/actualiseert de firmwareversie.
Meer informatie vindt u op de volgende
ondersteuningssite:
http://www.sony.eu/support
FW VERSION (firmwareversie)
Toont de actuele firmwareversie.
FW UPDATE (firmware-update)
Start het update-proces voor de firmware: [YES],
[NO].
(Alleen beschikbaar wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven
wordt.)
Geluidsinstellingen (SOUND)
Dit instellingenmenu kan ook geopend worden
door op SOUND te drukken, en is beschikbaar
wanneer er een bron geselecteerd is.
C.AUDIO+ (ClearAudio+)
Reproduceert geluid door het digitale signaal te
optimaliseren met de door Sony aanbevolen
geluidsinstellingen: [ON], [OFF].
(Wordt automatisch op [OFF] gezet wanneer
[EQ10 PRESET] wordt gewijzigd en/of
[MEGABASS] ingesteld is op [1] of [2] en/of [DSO]
ingesteld is op [LOW], [MID] of [HIGH].)
EQ10 PRESET
Selecteert een equalizercurve uit 10
equalizercurves of uit: [OFF], [R&B], [ROCK],
[POP], [DANCE], [HIP-HOP], [ELECTRONICA],
[JAZZ], [SOUL], [COUNTRY], [CUSTOM].
Voor iedere bron kan de equalizercurve in het
geheugen worden opgeslagen.
EQ10 CUSTOM
Hiermee kunt u [CUSTOM] instellen voor EQ10.
De equalizercurve instellen: [BAND1] 32 Hz,
[BAND2] 63 Hz, [BAND3] 125 Hz, [BAND4] 250 Hz,
[BAND5] 500 Hz, [BAND6] 1 kHz, [BAND7] 2 kHz,
[BAND8] 4 kHz, [BAND9] 8 kHz, [BAND10] 16 kHz.
Het volume kan worden aangepast in stappen
van 1 dB, van -6 dB tot +6 dB.
POSITION (luisterpositie)
F/R POS (positie voor/achter)
Simuleert een natuurlijk geluidsveld door het
uitsturen van het geluid uit de luidspreker te
vertragen en aan te passen aan uw positie:
[FRONT L] (links voor),
[FRONT R] (rechts voor),
[FRONT] (midden voor),
[ALL] (midden van uw wagen),
[OFF] (geen positie ingesteld)
ADJ POSITION* (positie aanpassen)
Stemt de instelling van de luisterpositie fijn af:
[+3] – [CENTER] – [-3].
SW POS* (subwoofer-positie)
[NEAR] (nabij),
[NORMAL] (normaal),
[FAR] (ver)
DSO (dynamische soundstage-indeling)
Creëert een beter omgevingsgeluid, alsof er
luidsprekers in het dashboard gemonteerd zijn:
[OFF], [LOW], [MID], [HIGH].
BALANCE
De geluidsbalans aanpassen: [RIGHT-15] –
[CENTER] – [LEFT-15].
FADER
Het relatieve niveau aanpassen: [FRONT-15] –
[CENTER] – [REAR-15].
DSEE (digital sound enhancement engine)
Verbetert digitaal gecomprimeerd geluid door
hoge frequenties die verloren zijn gegaan in het
compressieproces te herstellen.
Deze instelling kan voor iedere bron (behalve de
tuner) in het geheugen worden opgeslagen.
Selecteert de DSEE-stand: [ON], [OFF].
AAV (geavanceerd automatisch volume)
Het volumeniveau van alle weergavebronnen
aanpassen naar het optimale niveau: [ON],
[OFF].
RB ENH (versterking lage tonen achter)
Versterking lage tonen achter laat het basgeluid
toenemen door de instelling van een
laagdoorlaatfilter op de achterluidsprekers toe
te passen. Door middel van deze functie kunnen
de achterluidsprekers werken als subwoofer als
er geen subwoofer is aangesloten.
(Alleen beschikbaar wanneer [SW DIREC]
ingesteld is op [OFF] en/of [REAR-OUT]
geselecteerd is bij [REAR/SUB].)
RBE MODE (stand versterking lage tonen achter)
De stand voor versterking van de lage tonen
achteraan selecteren: [1], [2], [3], [OFF].
LPF FREQ (frequentie van laagdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de subwoofer
selecteren: [50Hz], [60Hz], [80Hz], [100Hz],
[120Hz].
LPF SLOP (steilheid laagdoorlaatfilter)
Selecteert de LPF-steilheid: [1], [2], [3].
SW DIREC (rechtstreekse subwooferverbinding)
U kunt een subwoofer zonder versterker
gebruiken door deze aan te sluiten op de
achterluidsprekerkabel.
(Alleen beschikbaar wanneer [RBE MODE]
ingesteld is op [OFF] en/of [REAR-OUT]
geselecteerd is bij [REAR/SUB].)
Sluit hiervoor een subwoofer van 4 - 8 ohm aan
op een van de achterluidsprekerkabels. Sluit in
dat geval geen luidspreker aan op de andere
achterluidsprekerkabel.
SW MODE (subwooferstand)
De subwooferstand selecteren: [1], [2], [3], [OFF].
SW PHASE (fase subwoofer)
De fase van de subwoofer selecteren: [NORM],
[REV].
11NL
SW POS* (subwooferpositie)
De subwooferpositie selecteren: [NEAR],
[NORMAL], [FAR].
LPF FREQ (frequentie van laagdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de subwoofer
selecteren: [50Hz], [60Hz], [80Hz], [100Hz],
[120Hz].
LPF SLOP (steilheid laagdoorlaatfilter)
Selecteert de LPF-steilheid: [1], [2], [3].
S.WOOFER (subwoofer)
SW LEVEL (subwooferniveau)
Het subwoofervolume aanpassen:
[+10 dB] – [0 dB] – [-10 dB].
([ATT] wordt weergegeven bij de laagste
instelling.)
SW PHASE (fase subwoofer)
De fase van de subwoofer selecteren: [NORM],
[REV].
SW POS* (subwooferpositie)
De subwooferpositie selecteren: [NEAR],
[NORMAL], [FAR].
LPF FREQ (frequentie van laagdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de subwoofer
selecteren: [50Hz], [60Hz], [80Hz], [100Hz],
[120Hz].
LPF SLOP (steilheid laagdoorlaatfilter)
Selecteert de LPF-steilheid: [1], [2], [3].
HPF (hoogdoorlaatfilter)
HPF FREQ (frequentie hoogdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de voor-/
achterluidspreker selecteren: [OFF], [50Hz],
[60Hz], [80Hz], [100Hz], [120Hz].
HPF SLOP (steilheid hoogdoorlaatfilter)
De HPF-steilheid selecteren (werkt alleen als
[HPF FREQ] niet op [OFF] is ingesteld): [1], [2], [3].
AUX VOL (AUX-volumeniveau)
Het volumeniveau voor elk aangesloten
randapparaat aanpassen: [+18 dB] – [0 dB] –
[-8 dB].
Dankzij deze instelling is het niet nodig om het
volumeniveau tussen bronnen aan te passen.
* Wordt niet weergegeven wanneer [F/R POS] ingesteld
is op [OFF].
Display-instellingen (DISPLAY)
DIMMER
De helderheid van het scherm wijzigen: [ON],
[OFF].
BUTTON-C (knopkleur)
Stelt een voorkeuzekleur of een speciale kleur in
voor de toetsen.
COLOR
Maakt een keuze uit 15 voorkeuzekleuren,
1 speciale kleur.
CUSTOM-C (speciale kleur)
Registreert een speciale kleur voor de toetsen.
RGB RED, RGB GRN, RGB BLUE
Aanpasbaar kleurbereik: [0] – [32] ([0] kan
niet worden ingesteld voor alle
kleurbereiken).
DSPL-C (displaykleur)
Stelt een voorkeuzekleur of een speciale kleur in
voor het display.
COLOR
Maakt een keuze uit 15 voorkeuzekleuren,
1 speciale kleur.
CUSTOM-C (speciale kleur)
Registreert een speciale kleur voor het display.
RGB RED, RGB GRN, RGB BLUE
Aanpasbaar kleurbereik: [0] – [32] ([0] kan
niet worden ingesteld voor alle
kleurbereiken).
ALL-C (alle kleuren)
Stelt een voorkeuzekleur of een speciale kleur in
voor het display en de toetsen.
COLOR
Maakt een keuze uit 15 voorkeuzekleuren,
1 speciale kleur.
CUSTOM-C (speciale kleur)
Registreert een speciale kleur voor het display
en de toetsen.
RGB RED, RGB GRN, RGB BLUE
Aanpasbaar kleurbereik: [0] – [32] ([0] kan
niet worden ingesteld voor alle
kleurbereiken).
SND SYNC (geluidssynchronisatie)
Activeert de synchronisatie van verlichting en
geluid: [ON], [OFF].
M. DISPLAY (bewegingsdisplay)
Bewegende patronen weergeven: [LM], [ON],
[OFF].
AUTO SCR (automatisch rollen)
Lange items automatisch laten rollen: [ON],
[OFF].
(Niet beschikbaar wanneer AUX of de tuner
geselecteerd is.)
12NL
Aanvullende informatie
De firmware updaten
U kunt de firmware van dit apparaat updaten van
de volgende ondersteuningssite:
http://www.sony.eu/support
Om de firmware te updaten, bezoekt u de
ondersteuningssite, waarna u de online-instructies
volgt.
Voorzorgsmaatregelen
Laat het apparaat afkoelen als de auto
geparkeerd heeft gestaan in de volle zon.
Laat het voorpaneel of audioapparaten niet
achter in de auto. Deze kunnen beschadigd raken
door de hoge temperaturen van direct zonlicht.
De elektrisch bediende antenne schuift
automatisch uit.
Discs die NIET kunnen worden afgespeeld met dit
apparaat
Discs waarop labels, stickers, tape of papier zijn
geplakt. Hierdoor kan de werking worden
verstoord of de disc worden beschadigd.
Discs met afwijkende vormen (bv. hart,
vierkant, ster). Als u dit toch probeert, kan het
apparaat worden beschadigd.
8 cm-discs.
Opmerkingen over CD-R's/CD-RW's
Als een disc met Multi Session (meerdere sessies)
begint met een CD-DA-sessie, wordt deze
herkend als een CD-DA-disc en worden andere
sessies niet afgespeeld.
Discs die NIET kunnen worden afgespeeld met dit
apparaat
CD-R's/CD-RW's met slechte opnamekwaliteit.
CD-R's/CD-RW's die zijn opgenomen met een
incompatibel opnameapparaat.
CD-R's/CD-RW's die onjuist zijn gefinaliseerd.
CD-R's/CD-RW's die niet zijn opgenomen in de
muziek-CD-indeling of MP3-indeling conform
ISO9660 Level 1/Level 2, Joliet/Romeo of Multi
Session (meerdere sessies).
Condensvorming
Als er vocht condenseert in het apparaat, verwijdert
u de disc en wacht u ongeveer een uur tot het
apparaat is gedroogd; anders kan de werking van
het apparaat worden verstoord.
Afspeelvolgorde van audiobestanden
Map (album)
Hoge geluidskwaliteit behouden
Audiobestand (track)
Mors geen vloeistof op het apparaat of de discs.
Opmerkingen over discs
Stel een disc niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen, zoals die van de verwarming in
de auto, en laat een disc niet achter in een auto
die in de volle zon staat geparkeerd.
Veeg een disc van het midden
naar de buitenrand schoon
met een doekje voordat u
deze afspeelt. Gebruik geen
oplosmiddelen zoals benzine,
thinner en in de handel
verkrijgbare
reinigingsmiddelen.
Dit apparaat is ontworpen
voor het afspelen van discs die voldoen aan de
CD-norm (Compact Disc). DualDiscs en sommige
muziekdiscs die zijn gecodeerd met
copyrightbeveiligingstechnologieën voldoen niet
aan de CD-norm (Compact Disc) en kunnen
daarom mogelijk niet worden afgespeeld met dit
apparaat.
Informatie over iPod
U kunt de volgende iPod-modellen aansluiten.
Werk de software van uw iPod bij naar de laatste
versie vóór gebruik.
Compatibele iPhone-/iPod-modellen
Compatibel model
USB
iPhone 6 Plus
iPhone 6
iPhone 5s
iPhone 5c
iPhone 5
iPhone 4s
13NL
Compatibel model
USB
iPhone 4
iPhone 3GS
iPhone 3G
iPod touch (5e generatie)
iPod touch (4e generatie)
iPod touch (3e generatie)
iPod touch (2e generatie)
iPod classic
iPod nano (7e generatie)
iPod nano (6e generatie)
iPod nano (5e generatie)
iPod nano (4e generatie)
iPod nano (3e generatie)
"Made for iPod" en "Made for iPhone" betekenen
dat een elektronisch accessoire speciaal is
ontworpen om aan te sluiten op respectievelijk
een iPod of iPhone en dat de ontwikkelaar van
het accessoire verklaart dat het voldoet aan de
prestatienormen van Apple. Apple is niet
verantwoordelijk voor de werking van dit
apparaat of voor het voldoen ervan aan de
veiligheids- en overheidsvoorschriften. Merk op
dat het gebruik van dit accessoire met een iPod of
iPhone de draadloze prestaties kan beïnvloeden.
Met alle vragen of problemen met betrekking tot dit
apparaat die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sonyhandelaar.
Technische gegevens
Tuner
FM
Afstembereik: 87,5 – 108,0 MHz
Antenneaansluiting:
Aansluiting voor externe antenne
Tussenfrequentie:
FM CCIR: -1.956,5 tot -487,3 kHz en
+500,0 tot +2.095,4 kHz
Bruikbare gevoeligheid: 8 dBf
Selectiviteit: 75 dB bij 400 kHz
Signaal/ruis-afstand: 73 dB
Scheiding: 50 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik: 20 – 15.000 Hz
MW/LW
Afstembereik:
MW: 531 – 1.602 kHz
LW: 153 – 279 kHz
14NL
Antenneaansluiting:
Aansluiting voor externe antenne
Gevoeligheid: MW: 26 μV, LW: 50 μV
CD-speler
Signaal/ruis-afstand: 120 dB
Frequentiebereik: 10 – 20.000 Hz
Snelheidsfluctuaties: minder dan meetbare
waarden
Het maximumaantal: (alleen CD-R/CD-RW)
mappen (albums): 150 (inclusief hoofdmap)
bestanden (tracks) en mappen: 300 (mogelijk
minder dan 300 als de map-/bestandsnaam veel
tekens bevat)
tekens die kunnen worden weergegeven voor de
naam van een map/bestand: 32 (Joliet)/64
(Romeo)
Bijbehorende codecs: MP3 (.mp3), WMA (.wma) en
AAC (.m4a)
USB-speler
Interface: USB (High-speed)
Maximale voeding: 1 A
Het maximale aantal herkenbare tracks: 10.000
Overeenstemmende codec:
MP3 (.mp3)
Bitsnelheid: 8 – 320 kbps (ondersteunt VBR
(Variable Bit Rate))
Bemonsteringsfrequentie: 16 – 48 kHz
WMA (.wma)
Bitsnelheid: 32 – 192 kbps (ondersteunt VBR
(Variable Bit Rate))
Bemonsteringsfrequentie: 32 kHz, 44,1 kHz,
48 kHz
AAC (.m4a, .mp4)
Bitsnelheid: 8 – 320 kbps
Bemonsteringsfrequentie: 11,025 – 48 kHz
WAV (.wav)
Bitdiepte: 16 bit
Bemonsteringsfrequentie: 44,1 kHz, 48 kHz
FLAC (.flac)
Bitdiepte: 16 bit, 24 bit
Bemonsteringsfrequentie: 44,1 kHz, 48 kHz
Versterker
Uitgang: luidsprekeruitgangen
Luidsprekerimpedantie: 4 – 8 ohm
Maximaal uitgangsvermogen: 55 W × 4 (bij 4 ohm)
Algemeen
Uitgangen:
Audio-uitgang (voor, achter/sub schakelbaar)
Aansluiting elektrische antenne/versterker (REM
OUT)
Ingangen:
Afstandsbedieningsingang
Antenne-ingang
AUX-ingang (stereominiaansluiting)
USB-poort
Voeding: 12 V gelijkstroom autoaccu (negatieve
aarde)
Nominaal stroomverbruik: 10 A
Afmetingen:
Ong. 178 mm × 100 mm × 178 mm (b/h/d)
Montageafmetingen:
Ong. 182 mm × 111 mm × 159 mm (b/h/d)
Gewicht: ongeveer 1,4 kg
Inhoud verpakking:
Hoofdapparaat (1)
Onderdelen voor installatie en aansluitingen
(1 set)
Het is mogelijk dat niet alle vermelde accessoires
verkrijgbaar zijn bij uw Sony-handelaar. Neem
contact op met uw Sony-handelaar voor meer
informatie.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
Auteursrechten
Windows Media is een gedeponeerd handelsmerk
of een handelsmerk van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Dit product wordt beschermd door bepaalde
intellectuele eigendomsrechten van Microsoft
Corporation. Het gebruik of de verspreiding van
dergelijke technologie buiten dit product om is
verboden zonder een licentie van Microsoft of een
erkend dochterbedrijf van Microsoft.
iPhone, iPod, iPod classic, iPod nano en iPod touch
zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in
de VS en andere landen.
MPEG Layer-3 audio-codeertechnologie en
-patenten gebruikt onder licentie van Fraunhofer IIS
en Thomson.
Android is een handelsmerk van Google Inc.
Zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en
schriftelijke toelating mogen de naam Xiph.org
Foundation noch de namen van haar bijdragers
worden gebruikt om producten te ondersteunen
of te promoten die van deze software afgeleid
zijn.
DEZE SOFTWARE WORDT "ZONDER MEER" DOOR DE
HOUDERS VAN HET AUTEURSRECHT EN DE
BIJDRAGERS GELEVERD EN ELKE UITDRUKKELIJKE OF
IMPLICIETE GARANTIE, INCLUSIEF MAAR NIET
BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES VAN
VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD DOEL, WORDT AFGEWEZEN. IN GEEN
GEVAL KUNNEN DE FOUNDATION OF HAAR
BIJDRAGERS AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD
VOOR DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE, SPECIALE,
MORELE OF GEVOLGSCHADE (INCLUSIEF MAAR NIET
BEPERKT TOT AANKOOP VAN VERVANGGOEDEREN
OF DIENSTEN, VERLIES VAN GEBRUIK, GEGEVENS OF
WINSTEN, OF BEDRIJFSONDERBREKING) ONGEACHT
DE OORZAAK EN ONGEACHT DE
AANSPRAKELIJKHEIDSTHEORIE, ZOWEL IN
CONTRACT, STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID OF TORT
(INCLUSIEF VERWAARLOZING OF ANDERSZINS) TEN
GEVOLGE VAN ENIGERLEI GEBRUIK VAN DEZE
SOFTWARE, ZELFS ALS DE MOGELIJKHEID VAN
DERGELIJKE SCHADE WERD AANGEGEVEN.
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het
oplossen van problemen die zich met het apparaat
kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst
doorneemt, moet u eerst de aanwijzingen voor
aansluiting en gebruik controleren.
Meer informatie over het gebruik van de zekering
en het verwijderen van het apparaat uit het
dashboard vindt u bij "Aansluiting/installatie"
(pagina 18).
Als het probleem niet is opgelost, gaat u naar de
ondersteuningssite op het achterblad.
libFLAC
Copyright (C) 2000-2009 Josh Coalson
Copyright (C) 2011-2013 Xiph.Org Foundation
Verspreiding en gebruik in bron- en binaire vorm,
met of zonder aanpassingen, is toegestaan als aan
de volgende voorwaarden is voldaan:
Bij verspreiding van de broncode moeten de
hierboven aangegeven auteursrechtelijke
melding, deze lijst met voorwaarden en de
volgende disclaimer behouden blijven.
Bij verspreiding in binaire vorm moeten de
hierboven aangegeven auteursrechtelijke
melding, deze lijst met voorwaarden en de
volgende disclaimer worden opgenomen in de
documentatie en/of andere materialen die bij de
verspreiding worden geleverd.
Algemeen
Geen geluid of het geluid is zeer stil.
De positie van de faderregelaar [FADER] is niet
ingesteld op een systeem met 2 luidsprekers.
Het volume van het apparaat en/of het
aangesloten toestel staat zeer laag.
Verhoog het volume van het apparaat en het
aangesloten toestel.
Geen pieptoon.
Er is een optionele versterker aangesloten en u
gebruikt de ingebouwde versterker niet.
De geheugeninhoud is gewist.
De resettoets is ingedrukt.
Sla opnieuw op in het geheugen.
15NL
De voedingskabel of de accu is losgekoppeld of
niet juist aangesloten.
Opgeslagen zenders en de juiste tijd zijn gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid wanneer de stand van het
contactslot wordt gewijzigd.
De kabels zijn niet goed verbonden met de
voedingsaansluiting voor accessoires van de
auto.
Tijdens het afspelen of radio-ontvangst wordt de
demonstratie gestart.
Als er gedurende 5 minuten geen handeling
wordt uitgevoerd en [DEMO-ON] ingesteld is,
wordt de demonstratie gestart.
Stel [DEMO-OFF] in (pagina 10).
Het display verdwijnt van/verschijnt niet in het
display-venster.
De dimmer is ingesteld op [DIM-ON] (pagina 12).
Het display verdwijnt als u OFF ingedrukt houdt.
Houd OFF op het apparaat ingedrukt tot het
display verschijnt.
Het display/de verlichting knippert.
Er wordt onvoldoende voeding geleverd.
Controleer of de autoaccu voldoende voeding
levert aan het apparaat (de vereiste voeding is
12 V DC).
De bedieningstoetsen werken niet.
De disc wordt niet uitgeworpen.
De aansluiting is niet juist.
Controleer de verbinding van het apparaat.
Als de situatie niet verbetert, drukt u op de
resettoets (pagina 5).
De geheugeninhoud wordt gewist.
Reset het apparaat voor uw eigen veiligheid
niet tijdens het rijden.
Radio-ontvangst
Er kunnen geen zenders worden ontvangen.
Het geluid is gestoord.
De aansluiting is niet juist.
Controleer de aansluiting van de auto-antenne.
Als de automatische antenne niet uitschuift,
controleert u de aansluiting van de
bedieningskabel van de elektrische antenne.
Geen verkeersinformatie.
Schakel TA in (pagina 7).
De zender is een TP-zender, maar zendt toch
geen verkeersinformatie uit.
Stem af op een andere zender.
PTY geeft [- - - - - - - -] weer.
De huidige zender is geen RDS-zender.
Geen RDS-gegevens ontvangen.
De zender geeft het programmatype niet door.
De programmaservicenaam knippert.
Er is geen alternatieve frequentie voor de huidige
zender.
Druk op SEEK +/– terwijl de
programmaservicenaam knippert. [PI SEEK]
wordt weergegeven en het apparaat gaat
zoeken naar een andere frequentie met
dezelfde PI-gegevens (programmaidentificatie).
CD's afspelen
De CD wordt niet afgespeeld.
CD defect of vuil.
De CD-R/CD-RW is niet geschikt voor
audiogebruik (pagina 13).
MP3-/WMA-/AAC-bestanden kunnen niet
worden afgespeeld.
De disc is niet compatibel met de MP3-/WMA-/
AAC-indeling en -versie. Ga naar de
ondersteuningssite op het achterblad voor meer
informatie over afspeelbare discs en formaten.
MP3-/WMA-/AAC-bestanden worden minder
snel afgespeeld dan andere bestanden.
Bij de volgende discs duurt het langer voordat
het afspelen wordt gestart.
Discs opgenomen met een ingewikkelde
structuur.
Discs die in Multi Session (meerdere sessies)
zijn opgenomen.
Discs waaraan gegevens kunnen worden
toegevoegd.
Het geluid verspringt.
CD defect of vuil.
USB-apparaat afspelen
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeuzezenders.
Het signaal van de uitzending is te zwak.
RDS
SEEK begint na enkele seconden afspelen.
De zender is geen TP-zender of heeft een zwak
signaal.
Schakel TA uit (pagina 7).
16NL
U kunt items niet via een USB-hub afspelen.
Dit apparaat kan geen USB-apparaten via een
USB-hub herkennen.
Het duurt langer voordat een USB-apparaat
wordt afgespeeld.
Het USB-apparaat bevat bestanden met een
ingewikkelde boomstructuur.
Het geluid wordt onderbroken.
Het geluid kan worden onderbroken bij een hoge
bitsnelheid.
Bestanden die beveiligd zijn met DRM (Digital
Rights Management) kunnen in sommige
gevallen niet worden afgespeeld.
Een audiobestand kan niet afgespeeld worden.
USB-apparaten die geformatteerd zijn met
andere bestandssystemen dan FAT16 of FAT32
worden niet ondersteund.*
* Dit apparaat biedt ondersteuning voor FAT16 en
FAT32, maar het is mogelijk dat bepaalde USBapparaten deze FAT's niet ondersteunen. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing van het USB-apparaat of neem
contact op met de fabrikant voor meer informatie.
Foutmeldingen/berichten
CD ERROR: de disc kan niet afgespeeld worden. De
disc wordt automatisch uitgeworpen.
Reinig de disc, plaats de disc correct of controleer
of deze niet leeg of defect is.
CD NO MUSIC: er werden geen afspeelbare
bestanden gevonden. De disc wordt automatisch
uitgeworpen.
Plaats een disc waarop afspeelbare bestanden
opgeslagen zijn (pagina 14).
CD PUSH EJT: de disc kon niet correct uitgeworpen
worden.
Druk op (uitwerpen).
HUB NO SUPRT: USB-hubs worden niet
ondersteund.
IPD STOP: het afspelen van de iPod is afgelopen.
Bedien uw iPod/iPhone om het afspelen te
starten.
NO AF: Geen alternatieve frequenties.
Druk op SEEK +/– terwijl de
programmaservicenaam knippert. Het apparaat
gaat zoeken naar een andere frequentie met
dezelfde PI-gegevens (programma-identificatie)
([PI SEEK] wordt weergegeven).
NO TP: Geen verkeersprogramma's.
Het apparaat blijft zoeken naar beschikbare TPzenders.
READ: bezig met het lezen van informatie.
Wacht totdat het lezen is voltooid en het afspelen
automatisch wordt gestart. Afhankelijk van de
bestandsorganisatiestructuur kan dit enige tijd
duren.
USB ERROR: Het USB-apparaat kan niet afgespeeld
worden.
Sluit het USB-apparaat opnieuw aan.
USB NO DEV: er is geen USB-apparaat aangesloten
of het apparaat wordt niet herkend.
Zorg ervoor dat het USB-apparaat of de USBkabel correct aangesloten is.
USB NO MUSIC: er werden geen afspeelbare
bestanden gevonden.
Sluit een USB-apparaat aan waarop afspeelbare
bestanden opgeslagen zijn (pagina 14).
USB NO SUPRT: het USB-apparaat wordt niet
ondersteund.
Ga naar de ondersteuningssite op het achterblad
voor meer informatie over de compatibiliteit van
het USB-apparaat.
of
: het begin of het
einde van de disc is bereikt.
: het teken kan niet worden weergegeven.
Voor bediening van de
stuurafstandsbediening:
ERROR: er heeft zich een fout voorgedaan tijdens
de registratie van de functie.
Start de registratie opnieuw vanaf de functie
waar de fout zich heeft voorgedaan (pagina 10).
TIMEOUT: de registratie van de functie is mislukt
door een time-out.
Probeer de registratie te voltooien terwijl
[REGISTER] knippert (ongeveer 6 seconden)
(pagina 10).
Vraag uw Sony-handelaar advies als deze
oplossingen niet helpen.
Als u het apparaat ter reparatie wegbrengt omdat
CD's niet goed worden afgespeeld, kunt u het best
de disc meenemen waarmee het probleem is
begonnen.
OVERLOAD: het USB-apparaat is overbelast.
Koppel het USB-apparaat los en druk vervolgens
op SOURCE om een andere bron te selecteren.
Het USB-apparaat vertoont een storing of er is
een niet-ondersteund apparaat aangesloten.
17NL
Aansluiting/installatie
Opgelet
Breng alle aardingskabels naar een
gemeenschappelijk aardingspunt.
Zorg ervoor dat de kabels niet tussen een schroef
geklemd zitten of vast komen te zitten in
bewegende delen (bv. zetelrail).
Voor u aansluitingen maakt, zet u het contact van
de auto uit om kortsluiting te voorkomen.
Sluit de voedingskabel aan op het apparaat en
de luidsprekers voor u deze aansluit op de
auxiliaire voedingsaansluiting.
Uit veiligheidsoverwegingen moet u eventuele
losse, niet-verbonden kabels met isolatietape
isoleren.
Lijst met onderdelen voor de
installatie
×2
5 × max. 8 mm
×6
Voorzorgsmaatregelen
Kies de installatieplaats zorgvuldig zodat het
apparaat de bestuurder niet kan hinderen tijdens
het rijden.
Installeer het apparaat niet op plaatsen waar het
wordt blootgesteld aan stof, vuil, overmatige
trillingen of hoge temperaturen (bv. in direct
zonlicht of nabij een verwarmingstoestel).
Gebruik enkel de bijgeleverde montagehardware
voor een veilige en correcte installatie.
Opmerking over de voedingskabel (geel)
Wanneer u dit apparaat samen met andere
stereoapparaten aansluit, moet de ampèrewaarde van
het autocircuit waarop het apparaat aangesloten is
hoger zijn dan de som van de ampèrewaarden van de
zekering van elke component.
Aanpassing van de montagehoek
Zorg voor een montagehoek van minder dan 45°.
18NL
Niet alle onderdelen uit de verpakking zijn in deze
lijst opgenomen.
De beugel wordt in de fabriek aan het apparaat
bevestigd. Voor u het apparaat installeert,
gebruikt u de ontgrendelingssleutels om de
beugel van het apparaat te verwijderen. Zie
"De beugel verwijderen" (pagina 21) voor meer
informatie.
Bewaar de ontgrendelingssleutels voor
toekomstig gebruik. U hebt deze immers opnieuw
nodig als u het apparaat uit de auto wilt
verwijderen.
Verbinding
Subwoofer*1
*6
*3
*3
Versterker*1
afkomstig van een
afstandsbediening met kabel
(niet bijgeleverd)*4
*2
Zie "Aansluitingen doorvoeren"
(pagina 20) voor meer informatie.
Zie "Voedingsaansluitingsschema"
(pagina 20) voor meer details.
afkomstig van een autoantenne*5
*1
*2
*3
*4
Niet bijgeleverd
Luidsprekerimpedantie: 4 - 8 Ω × 4
RCA-kabel (niet bijgeleverd)
Afhankelijk van het type auto moet u een adapter
gebruiken voor een afstandsbediening met kabel
(niet bijgeleverd).
*5 Afhankelijk van het type auto moet u een adapter
(niet bijgeleverd) gebruiken als de
antenneaansluiting niet past.
*6 U kunt AUDIO OUT instellen op SUB of REAR.
19NL
Aansluiting voor in stand houden van het
geheugen
Aansluitingen doorvoeren
Als uw auto uitgerust is met een elektrisch
bediende antenne zonder relaisdoos, kan de
antenne beschadigd raken als u dit apparaat
aansluit met de bijgeleverde voedingskabel .
Als de gele voedingskabel aangesloten is, wordt
het geheugencircuit altijd gevoed, zelfs wanneer
het contact van de auto uitgeschakeld is.
Naar de luidsprekeraansluiting van de auto
Luidsprekeraansluiting
Schakel het apparaat uit voor u de luidsprekers
aansluit.
Gebruik luidsprekers met een impedantie van 4
tot 8 ohm en met voldoende vermogen om
schade te voorkomen.
1
2
3
4
5
6
7
8
Paars
Paars/zwart
gestreept
Grijs
Grijs/zwart
gestreept
Voorluidspreker
(links)
Wit
Wit/zwart
gestreept
Achterluidspreker
(links)
Groen
Groen/zwart
gestreept
Achterluidspreker
(rechts)
Voorluidspreker
(rechts)
Naar de voedingsaansluiting van de auto
12
Continue voeding
Geel
13
Bediening elektrische
antenne/versterker
(REM OUT)
Blauw/wit
gestreept
15
Geschakelde voeding
Rood
16
Aarding
Zwart
Voedingsaansluitingsschema
Gebruik de auxiliaire voedingsaansluiting van uw
auto en zorg ervoor dat de kabels correct
aangesloten zijn (afhankelijk van de auto).
Auxiliaire voedingsaansluiting
Gewone aansluiting
Rood
Rood
Geel
Geel
12
Continue voeding
Geel
15
Geschakelde voeding
Rood
Wanneer de posities van de rode en gele
kabels omgekeerd zijn
Rood
Rood
Geel
Geel
Eenvoudige subwooferaansluiting
U kunt een subwoofer zonder versterker gebruiken
door deze aan te sluiten op een
achterluidsprekerkabel.
Voorluidspreker
Subwoofer
Opmerkingen
De achterluidsprekerkabels moeten voorbereid zijn.
Gebruik een subwoofer met een impedantie van 4 tot
8 ohm en met voldoende vermogen om schade te
voorkomen.
20NL
12
Geschakelde voeding
Geel
15
Continue voeding
Rood
Wanneer de auto geen ACC-positie heeft
Rood
Rood
Het apparaat monteren met de
bijgeleverde beugel
Voor u het apparaat installeert, moet u ervoor
zorgen dat de klemmen aan beide kanten van de
beugel 3,5 mm naar binnen gebogen zijn.
Geel
Geel
1
Na het afstemmen van de verbindingen en het
correct schakelen van de voedingskabels, sluit u het
apparaat aan op de voeding van de auto. Met alle
vragen en problemen over het aansluiten van dit
apparaat die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw
autodealer.
Plaats de beugel in het dashboard en
buig de klauwen naar buiten zodat de
beugel stevig vastzit.
De bekabelde afstandsbediening
gebruiken
1
Om de bekabelde afstandsbediening in
te schakelen, stelt u [STR CONTROL] bij
[SET STEERING] in op [PRESET]
(pagina 10).
Installatie
Meer dan 182 mm
Klem
2
Meer dan
111 mm
Plaats het apparaat in de beugel .
De beugel verwijderen
Voor u het apparaat installeert, verwijdert u de
beugel van het apparaat.
1
Plaats beide ontgrendelingssleutels
tot deze vastklikken, trek de beugel
omlaag en trek vervolgens het apparaat
omhoog om ze te scheiden.
Opmerking
Als de klemmen recht of naar buiten gebogen zijn, zal
het apparaat niet stevig geïnstalleerd zijn en kan het
eruit vallen.
Richt de haak naar binnen.
Het apparaat in het dashboard
monteren
Raadpleeg "Het apparaat in een Japanse auto
monteren" (pagina 22) als u het apparaat in een
Japanse auto wilt monteren.
21NL
Het apparaat in een Japanse auto
monteren
Het is mogelijk dat dit apparaat in bepaalde
Japanse auto's niet gemonteerd kan worden. Neem
in dat geval contact op met uw dichtstbijzijnde
Sony-handelaar.
naar dashboard/middenconsole
Beugel
Bestaande onderdelen
geleverd bij de auto
Beugel
Bij het monteren van dit apparaat op de
voorgeïnstalleerde beugels van uw auto, brengt u
de bijgeleverde schroeven aan in de
schroefopeningen die geschikt zijn voor uw auto: T
voor TOYOTA, M voor MITSUBISHI en N voor NISSAN.
Opmerking
Om defecten te voorkomen, mag u alleen de
bijgeleverde schroeven gebruiken.
Het apparaat opnieuw instellen
Zie "Het apparaat opnieuw instellen" (pagina 5)
voor meer informatie.
Zekeringen vervangen
Vervang een zekering altijd door
Zekering (10 A)
een identiek exemplaar. Als de
zekering doorbrandt, moet u de
voedingsaansluiting controleren
en de zekering vervangen. Brandt
de zekering vervolgens nogmaals
door, dan kan er sprake zijn van
een defect in het apparaat. Raadpleeg in dat geval
de dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
22NL
Support site
Support-Website
If you have any questions or for the latest support
information on this product, please visit
the web site below:
Wenn Sie Fragen haben oder die neuesten
Support-Informationen zu diesem Produkt abrufen
möchten, rufen Sie bitte folgende Website auf:
Site d’assistance
Sito di assistenza clienti
Si vous avez des questions ou si vous souhaitez
consulter les toutes dernières informations techniques
sur ce produit, rendez-vous sur le site Web suivant :
In caso di domande o per le informazioni più aggiornate
sul presente prodotto, visitare il seguente sito Web:
Ondersteuningssite
Als u vragen hebt of de recentste
ondersteuningsinformatie over dit product wilt
hebben, gaat u naar de onderstaande website:
http://www.sony.eu/support
Register your product online now at:
Registrieren Sie Ihr Produkt jetzt bei:
Merci d’enregister votre produit en ligne sur :
Registra online il tuo prodotto su:
Registreer uw product nu online via:
http://www.sony.eu/mysony
http://www.sony.net/
©2015 Sony Corporation
Printed in Thailand