Documenttranscriptie
Voor uw eigen veiligheid moet u dit
apparaat in het dashboard van de auto
installeren, aangezien de achterkant
ervan tijdens het gebruik erg warm wordt.
Zie "Aansluiting/installatie" (pagina 22)
voor meer informatie.
Geproduceerd in Thailand
Eigenschappen laserdiode
Emissieduur: continu
Laservermogen: minder dan 53,3 μW
(Deze uitgangswaarde is gemeten op een
afstand van 200 mm van het lensoppervlak
op het optische opnameblok met 7 mm
opening.)
Het naamplaatje met de werkspanning enz.
bevindt zich onder aan de behuizing.
Hierbij verklaart Sony Corporation dat deze
radioapparatuur conform is met Richtlijn
2014/53/EU.
De volledige tekst van de EUconformiteitsverklaring kan worden
geraadpleegd op het volgende
internetadres:
http://www.compliance.sony.de/
Deze apparatuur is bedoeld om te worden
gebruikt met de goedgekeurde
softwareversie(s) die aangegeven zijn in de
EU-conformiteitsverklaring.
De software die geïnstalleerd is op deze
apparatuur werd gecontroleerd en
beantwoordt aan de essentiële vereisten
van Richtlijn 2014/53/EU.
Softwareversie: 1_
U kunt de softwareversie in het firmwareinstelitem van het algemene instelmenu
controleren.
Opmerking voor klanten: de volgende
informatie geldt enkel voor apparatuur
verkocht in landen waar de EUrichtlijnen van kracht zijn
Producent: Sony Corporation, 1-7-1 Konan
Minato-ku Tokyo, 108-0075 Japan
Voor EU-product conformiteit: Sony
Belgium, bijkantoor van Sony Europe
2NL
Limited, Da Vincilaan 7-D1, 1935 Zaventem,
België
Verwijdering van oude
batterijen, elektrische en
elektronische apparaten
(van toepassing in de
Europese Unie en andere
Europese landen met afzonderlijke
inzamelingssystemen)
Dit symbool op het product, de batterij of op
de verpakking wijst erop dat het product en
de batterij, niet als huishoudelijk afval
behandeld mag worden.
Op sommige batterijen kan dit symbool
gebruikt worden in combinatie met een
chemisch symbool. Het chemisch symbool
voor kwik (Hg) of lood (Pb) wordt
toegevoegd wanneer de batterij meer dan
0,0005 % kwik of 0,004 % lood bevat.
Door deze producten en batterijen op juiste
wijze af te voeren, vermijdt u mogelijke
negatieve gevolgen voor mens en milieu die
zouden kunnen veroorzaakt worden in geval
van verkeerde afvalbehandeling. Het
recycleren van materialen draagt bij tot het
behoud van natuurlijke bronnen.
In het geval dat de producten om redenen
van veiligheid, prestaties dan wel in verband
met data-integriteit een permanente
verbinding met een ingebouwde batterij
vereisen, mag deze batterij enkel door
gekwalificeerd servicepersoneel vervangen
worden. Om ervoor te zorgen dat de batterij,
het elektrisch en het elektronische apparaat
op een juiste wijze zal worden behandeld,
dienen deze producten aan het eind van zijn
levenscyclus overhandigd te worden aan het
desbetreffende inzamelingspunt voor de
recyclage van elektrisch en elektronisch
materiaal.
Voor alle andere batterijen verwijzen we u
naar het hoofdstuk over hoe de batterij
veilig uit het product te verwijderen.
Overhandig de batterij aan het
desbetreffende inzamelingspunt voor de
recyclage van batterijen.
Voor meer details in verband met het
recycleren van dit product of batterij, kan u
contact opnemen met de gemeentelijke
instanties, de organisatie belast met de
verwijdering van huishoudelijk afval of de
winkel waar u het product of batterij hebt
gekocht.
Waarschuwing als het contactslot
van de auto geen ACC-positie heeft
Zorg ervoor dat de AUTO OFF-functie
ingesteld is (page 11). Hiermee wordt het
apparaat na de ingestelde tijdsduur
automatisch volledig uitgeschakeld nadat
u het apparaat hebt uitgeschakeld. Zo
voorkomt u dat de accu leegraakt. Als u
de AUTO OFF-functie niet instelt, houd
dan steeds OFF ingedrukt tot het scherm
verdwijnt, wanneer u het contact uitzet.
Disclaimer betreffende diensten
aangeboden door derden
Diensten die aangeboden worden door
derden kunnen gewijzigd, opgeschort of
beëindigd worden zonder voorafgaande
kennisgeving. Sony draagt geen enkele
verantwoordelijkheid voor dergelijke
situaties.
Inhoudsopgave
Onderdelen en bedieningselementen . . . . 4
Aan de slag
Het voorpaneel verwijderen . . . . . . . . . . . .
De unit resetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De klok instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Een USB-apparaat aansluiten . . . . . . . . . . .
Een ander draagbaar audiotoestel
aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5
5
6
6
6
Luisteren naar de radio
Luisteren naar de radio . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Radio Data System (RDS) gebruiken . . . . . 7
Afspelen
Een disc afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Een USB-apparaat afspelen . . . . . . . . . . . . 9
Tracks zoeken en afspelen . . . . . . . . . . . . . 9
Instellingen
De DEMO-stand annuleren . . . . . . . . . . . . 10
Algemene bediening voor instellingen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Algemene instellingen (GENERAL) . . . . . . . 11
Geluidsinstellingen (SOUND) . . . . . . . . . . . 12
Display-instellingen (DISPLAY) . . . . . . . . . . 13
Aanvullende informatie
De firmware updaten. . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . 14
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17
Meldingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Aansluiting/installatie
Opgelet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Lijst met onderdelen voor de installatie
................................
Aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
22
22
23
25
3NL
Onderdelen en bedieningselementen
Hoofdapparaat
Toets om het voorpaneel los te maken
SRC (bron)
De unit inschakelen.
Een andere bron kiezen.
OFF
Houd 1 seconde ingedrukt als u de bron
wilt uitschakelen en de klok wilt
weergeven.
Houd langer dan 2 seconden ingedrukt
als u het apparaat en het scherm wilt
uitschakelen.
/ (vorige/volgende)
/ (terugspoelen/
vooruitspoelen)
(disc uitwerpen)
PTY (programmatype)
Selecteer PTY in RDS.
(bladeren) (pagina 10)
Hiermee kunt u tijdens het afspelen de
bladerstand activeren.
(Niet beschikbaar wanneer een USBtoestel in Android™-stand is
aangesloten.)
Regelknop
Draai aan deze knop om het volume te
regelen.
PUSH ENTER
Voer het geselecteerde item in.
MENU
Opent het instellingenmenu.
Discsleuf
Display
/
(SEEK –/+)
Hiermee kunt u automatisch afstemmen
op radiozenders. Houd ingedrukt om
handmatig af te stemmen.
EQ (equalizer)
Selecteer een equalizercurve.
(terug)
Hiermee keert u terug naar het vorige
scherm.
MODE (pagina 7)
Ontvanger voor de afstandsbediening
4NL
Cijfertoetsen (1 tot 6)
Hiermee kunt u opgeslagen radiozenders
ontvangen. Houd ingedrukt om zenders
op te slaan.
ALBUM /
Hiermee kunt u een album op een
audiotoestel overslaan. Houd ingedrukt
om albums te blijven overslaan.
(Niet beschikbaar wanneer een USBtoestel in Android-stand is aangesloten.)
Aan de slag
Het voorpaneel verwijderen
U kunt ter voorkoming van diefstal het
voorpaneel van het apparaat verwijderen.
1
(herhalen)
(Niet beschikbaar wanneer een USBtoestel in Android-stand is aangesloten.)
Houd OFF ingedrukt tot de unit
wordt uitgeschakeld, druk op de
toets en maak het voorpaneel los
en trek het paneel naar u toe.
(willekeurig)
(Niet beschikbaar wanneer een USBtoestel in Android-stand is aangesloten.)
(afspelen/pauze)
EXTRA BASS
Versterkt de lage tonen synchroon met
het volumeniveau. Druk als u de
instelling voor EXTRA BASS wilt wijzigen:
[1], [2], [OFF].
AUX-ingang
DSPL (display)
Wijzig display-items.
SCRL (scrollen)
Houd ingedrukt als u een item over het
display wilt laten scrollen.
Waarschuwingstoon
Als u de contactschakelaar in de stand OFF
zet zonder dat u het voorpaneel hebt
verwijderd, klinkt gedurende enkele
seconden de waarschuwingstoon. U hoort
de waarschuwingstoon alleen als de
ingebouwde versterker wordt gebruikt.
Het voorpaneel bevestigen
USB-poort
De unit resetten
Voordat u de unit voor het eerst gebruikt, na
het vervangen van de accu of het wijzigen
van de aansluitingen, moet u het apparaat
resetten.
1
Houd DSPL en
(terug)/MODE
langer dan 2 seconden ingedrukt.
Opmerking
Reset u de unit, dan worden de klokinstelling en
bepaalde opgeslagen gegevens gewist.
5NL
De geografische locatie instellen
Nadat u de unit hebt gereset, verschijnt de
instelling van de geografische locatie.
1
Druk op ENTER, terwijl [SET AREA]
wordt weergegeven.
Weergegeven wordt welke geografische
locatie is ingesteld.
2
Selecteer [EUROPE] of [RUSSIA] door
de regelknop te draaien en er
vervolgens op te drukken.
3
Draai de regelknop en selecteer [YES]
of [NO] en druk er vervolgens op.
Een USB-apparaat
aansluiten
1
2
Verlaag het volume op de unit.
Sluit het USB-apparaat aan op de
unit.
Wijzigt u de instelling van de
geografische locatie, dan wordt de unit
gereset, vervolgens wordt de klok
weergegeven.
Deze instelling kan worden geconfigureerd
in het algemene installatiemenu (pagina 11).
De klok instellen
1
Druk op MENU, selecteer [GENERAL]
door de regelknop te draaien en er
vervolgens op te drukken.
2
Selecteer [SET CLOCK-ADJ] door de
regelknop te draaien en druk er
vervolgens op.
Een ander draagbaar
audiotoestel aansluiten
1
Schakel het draagbare audiotoestel
uit.
2
3
Verlaag het volume op de unit.
Sluit het draagbare audiotoestel met
behulp van een verbindingskabel
(niet bijgeleverd)* aan op de AUXingang (stereominiaansluiting) op de
unit.
* Gebruik een rechte stekker.
De aanduiding voor het uur gaat
knipperen.
3
Stel de uren en minuten in door de
regelknop te draaien.
Verplaats de digitale aanduiding door op
SEEK +/– te drukken.
4
Druk op MENU na het instellen van de
minuten.
Het instellen is voltooid en de klok begint
te lopen.
De klok weergeven
Druk op DSPL.
4
Selecteer [AUX] door op SRC te
drukken.
Het volumeniveau van het aangesloten
toestel afstemmen op andere bronnen
Start het afspelen op het draagbare
audiotoestel bij een gemiddeld volume en
stel uw gebruikelijke luistervolume in op de
unit.
Druk op MENU en selecteer [SOUND] [SET
AUX VOL] (pagina 13).
6NL
Luisteren naar de radio
Luisteren naar de radio
Om naar de radio te luisteren, drukt u op
SRC om [TUNER] te selecteren.
Automatisch opslaan (BTM)
1
Druk op MODE als u de band wilt
wijzigen (FM1, FM2, FM3, MW of LW).
2
Druk op MENU, selecteer [GENERAL]
door de regelknop te draaien en druk
er vervolgens op.
3
Selecteer [SET BTM] door de
regelknop te verdraaien en druk er
vervolgens op.
Het apparaat slaat de zenders in de
volgorde van frequentie op onder de
cijfertoetsen.
Afstemmen
1
Druk op MODE als u de band wilt
wijzigen (FM1, FM2, FM3, MW of LW).
2
Stem af op de gewenste zender.
Handmatig afstemmen
Houd SEEK +/– ingedrukt om ongeveer
op de gewenste frequentie af te
stemmen en druk vervolgens
herhaaldelijk op SEEK +/– om fijn af te
stemmen op de gewenste frequentie.
Automatisch afstemmen
Druk op SEEK +/–.
Het zoeken stopt wanneer een zender
wordt ontvangen.
De opgeslagen zenders
ontvangen
1
Selecteer de band en druk vervolgens
op een cijfertoets (1 tot 6).
Radio Data System (RDS)
gebruiken
Alternatieve frequenties (AF) en
verkeersinformatie (TA) instellen
AF stemt continu opnieuw af op de zender
met het sterkste signaal in een netwerk, en
TA biedt u de huidige verkeersinformatie of
verkeersprogramma's (TP) wanneer deze
worden ontvangen.
1
Druk op MENU, selecteer [GENERAL]
door de regelknop te draaien en druk
er vervolgens op.
2
Selecteer [SET AF/TA] door de
regelknop te draaien en druk er
vervolgens op.
3
Selecteer [SET AF-ON], [SET TA-ON],
[SET AF/TA-ON] of [SET AF/TA-OFF]
door de regelknop te draaien, en
druk er vervolgens op.
RDS-zenders met de AF- en TAinstelling opslaan
U kunt RDS-zenders samen met een AF/TAinstelling voorprogrammeren. Stel AF/TA in
en sla de zender vervolgens met BTM of
handmatig op. Als u handmatig
voorprogrammeert, kunt u ook niet-RDSzenders voorprogrammeren.
Noodberichten ontvangen
Handmatig opslaan
1
Als u de zender ontvangt die u wilt
opslaan, houdt u een cijfertoets (1 tot
6) ingedrukt tot [MEM] wordt
weergegeven.
Als AF of TA is ingeschakeld, wordt de
geselecteerde bron automatisch
onderbroken door de noodberichten.
Het volumeniveau aanpassen tijdens
een verkeersbericht
Het niveau wordt los van het normale
volumeniveau opgeslagen in het geheugen
voor toekomstige verkeersinformatie.
7NL
Op een regionaal programma
afgestemd blijven (REGIONAL)
Wanneer de functies AF en REGIONAL
ingeschakeld zijn, schakelt het apparaat niet
over naar een andere regionale zender met
een sterkere frequentie. Verlaat u het
ontvangstgebied van het regionale
programma, stel dan tijdens FM-ontvangst
[SET REG-OFF] in bij [GENERAL] (pagina 12).
Deze functie werkt niet in het Verenigd
Koninkrijk en sommige andere gebieden.
Local Link-functie (alleen voor het
Verenigd Koninkrijk)
Met deze functie kunt u andere lokale
zenders in het gebied selecteren, ook als
deze niet zijn opgeslagen onder de
cijfertoetsen.
Druk tijdens FM-ontvangst op een cijfertoets
(1 tot 6) waaronder een lokale zender is
opgeslagen. Druk binnen 5 seconden
nogmaals op de cijfertoets van de lokale
zender. Herhaal dit tot de lokale zender
wordt ontvangen.
Programmatypes (PTY) selecteren
1
Houd PTY ingedrukt tijdens FMontvangst.
2
Draai de regelknop tot het gewenste
programmatype wordt weergegeven
en druk er vervolgens op.
Het apparaat begint te zoeken naar een
zender die het geselecteerde
programmatype uitzendt.
8NL
Programmatypen
NEWS (nieuws), AFFAIRS (actualiteiten), INFO
(informatie), SPORT (sport), EDUCATE
(educatieve programma's), DRAMA (toneel),
CULTURE (cultuur), SCIENCE (wetenschap),
VARIED (diversen), POP M (popmuziek), ROCK
M (rockmuziek), EASY M (variété), LIGHT M
(licht klassiek), CLASSICS (klassiek), OTHER M
(overige muziek), WEATHER (weerberichten),
FINANCE (financiën), CHILDREN
(kinderprogramma's), SOCIAL A (sociale zaken),
RELIGION (religie), PHONE IN
(inbelprogramma), TRAVEL (reizen), LEISURE
(ontspanning), JAZZ (jazzmuziek), COUNTRY
(countrymuziek), NATION M (nationale muziek),
OLDIES (oldies), FOLK M (folkmuziek),
DOCUMENT (documentaires)
De kloktijd instellen (CT)
Met de CT-gegevens van de RDS-uitzending
wordt de klok ingesteld.
1
Stel [SET CT-ON] in bij [GENERAL]
(pagina 11).
Afspelen
Een disc afspelen
1
Plaats de CD (met het label omhoog).
• Het afspelen van de volgende bestanden wordt
niet ondersteund.
MP3/WMA/FLAC:
– Auteursrechtelijk beveiligde bestanden
– DRM-bestanden (Digital Rights Management beheer van digitale rechten)
– Meerkanaalsaudiobestanden
MP3/WMA:
– Bestanden die zonder gegevensverlies zijn
gecomprimeerd (lossless)
Selecteer voordat een aansluiting tot stand
brengt, de USB-stand (Android-stand of
MSC/MTP-stand) afhankelijk van het USBtoestel (pagina 11).
1
Het afspelen wordt gestart.
Als er al een toestel aangesloten is, drukt
u om het afspelen ervan te starten op
SRC om [USB] te selecteren.
Het afspelen start automatisch.
Een USB-apparaat afspelen
U kunt USB-apparaten* van het type AOA
(Android Open Accessory) 2.0, MSC (Mass
Storage Class) en MTP (Media Transfer
Protocol) die geschikt zijn voor de USBstandaard gebruiken. Afhankelijk van het
USB-toestel, kan op de unit de Androidstand of de MSC/MTP-stand worden
geselecteerd.
Er zijn digitale mediaspelers of Androidsmartphones waarop de MTP-stand moet
worden ingesteld.
* bijv., een USB-flash-drive, een digitale
mediaspeler, een Android-smartphone
Opmerkingen
• Ga naar de ondersteuningssite die op het
achterblad wordt vermeld voor meer informatie
over de compatibiliteit van het USB-apparaat.
• Smartphones waarop Android OS 4.1 of hoger is
geïnstalleerd, ondersteunen Android Open
Accessory 2.0 (AOA 2.0). Maar er zijn smartphones
die AOA 2.0 niet volledig ondersteunen, zelfs al is
Android OS 4.1 of hoger geïnstalleerd.
Ga naar de ondersteuningssite die op het
achterblad wordt vermeld voor meer informatie
over de compatibiliteit van uw Androidsmartphone.
Sluit een USB-apparaat aan op de
USB-poort (pagina 6).
2
Pas het volume op dit apparaat aan.
Het afspelen stoppen
Houd OFF gedurende 1 seconde ingedrukt.
Het toestel verwijderen
Stop het afspelen en verwijder het toestel.
Tracks zoeken en afspelen
Herhaaldelijk en willekeurig
afspelen
Niet beschikbaar wanneer een USB-toestel
in Android-stand is aangesloten.
1
Druk tijdens het afspelen
herhaaldelijk op
(herhalen) of
(willekeurig) om de gewenste
weergavestand te selecteren.
Het duurt even voor het afspelen start in
de geselecteerde weergavestand.
De beschikbare weergavestanden
verschillen afhankelijk van de geselecteerde
geluidsbron.
9NL
Zoeken naar een track op naam
(Quick-BrowZer™)
Niet beschikbaar wanneer een USB-toestel
in Android-stand is aangesloten.
1
3
De DEMO-stand annuleren
Druk tijdens het afspelen van CD of
USB op
(bladeren)* zodat de lijst
met zoekcategorieën wordt
weergegeven.
U kunt het demonstratiescherm annuleren
dat wordt weergegeven wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven
wordt.
Druk, wanneer de tracklijst wordt
weergegeven, herhaaldelijk op
(terug) zodat de gewenste
zoekcategorie wordt weergegeven.
1
Druk op MENU, selecteer [GENERAL]
door de regelknop te draaien en druk
er vervolgens op.
2
Selecteer [SET DEMO] door de
regelknop te verdraaien en druk er
vervolgens op.
3
Selecteer [SET DEMO-OFF] door de
regelknop te verdraaien en druk er
vervolgens op.
* Druk tijdens het afspelen via USB gedurende
meer dan 2 seconden op
(bladeren) en
keer rechtstreeks terug naar het begin van de
categorielijst.
2
Instellingen
Selecteer de zoekcategorie van uw
keuze door de regelknop te draaien
en bevestig deze door er op te
drukken.
Herhaal stap 2 als u de gewenste
track wilt zoeken.
Het instellen is voltooid.
4
Druk twee keer op
(terug).
Het display keert terug naar de normale
ontvangst-/weergavestand.
Het afspelen wordt gestart.
De Quick-BrowZer-stand verlaten
Druk op
(bladeren).
Zoeken door items over te slaan
(Overspring-stand)
Niet beschikbaar wanneer een USB-toestel
in Android-stand is aangesloten.
1
2
3
Druk op
(bladeren).
Druk op SEEK +.
Algemene bediening voor
instellingen
U kunt items instellen in de volgende
instelcategorieën:
Algemene instellingen (GENERAL),
Geluidsinstellingen (SOUND), Displayinstellingen (DISPLAY)
1
2
Verdraai de regelknop om het item te
selecteren.
De lijst wordt doorbladerd in stappen van
10 % van het totale aantal items in de lijst.
4
Druk op ENTER om terug te keren
naar de Quick-BrowZer-stand.
Het geselecteerde item wordt
weergegeven.
5
Selecteer het item van uw keuze door
de regelknop te verdraaien en er
vervolgens op te drukken.
Het afspelen wordt gestart.
10NL
Druk op MENU.
Selecteer de instellingencategorie
door de regelknop te draaien en er
vervolgens op te drukken.
De items die ingesteld kunnen worden,
verschillen afhankelijk van de bron en
instellingen.
3
Selecteer de opties door de
regelknop te draaien en druk er
vervolgens op.
Terugkeren naar het vorige display
Druk op
(terug).
Algemene instellingen
(GENERAL)
AREA
Geeft de geografische locatie op voor
deze unit: [EUROPE], [RUSSIA].
Wijzigt u de actuele instelling van de
geografische locatie, dan wordt deze unit
gereset, vervolgens wordt de klok
weergegeven.
(Alleen beschikbaar wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven
wordt.)
DEMO (demonstratie)
De demonstratie inschakelen: [ON], [OFF].
CLOCK-ADJ (klok aanpassen) (pagina 6)
CAUT ALM (waarschuwingstoon)
De waarschuwingstoon inschakelen:
[ON], [OFF] (pagina 5).
(Alleen beschikbaar wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven
wordt.)
BEEP
De pieptoon inschakelen: [ON], [OFF].
AUTO OFF
Automatisch uitschakelen na de
gewenste tijd wanneer de unit is
uitgeschakeld: [ON] (30 minuten), [OFF].
STEERING
Registreert/reset de instelling van de
stuurafstandsbediening.
(Beschikbaar wanneer verbonden met
behulp van de verbindingskabel (niet
bijgeleverd).) (Alleen beschikbaar
wanneer de bron uitgeschakeld is en de
klok weergegeven wordt.)
STR CONTROL (stuurbediening)
Hiermee kunt u de invoerstand selecteren
voor de aangesloten afstandsbediening.
Voorkom storingen door eraan te denken
de invoerstand vóór gebruik af te
stemmen op de aangesloten
afstandsbediening.
CUSTOM
Invoerstand voor de
stuurafstandsbediening
PRESET
Invoerstand voor de bekabelde
afstandsbediening, exclusief de
stuurafstandsbediening (automatisch
geselecteerd wanneer [RESET CUSTOM]
wordt uitgevoerd).
EDIT CUSTOM
Registreert de functies (SOURCE, ATT,
VOL +/–, SEEK +/–) in de
stuurafstandsbediening:
Selecteer de functie die u aan de
stuurafstandsbediening wilt toewijzen
door de regelknop te draaien, en er
vervolgens op te drukken.
Terwijl [REGISTER] knippert, houdt u de
knop op de stuurafstandsbediening
waaraan u de functie wilt toewijzen,
ingedrukt. Wanneer de registratie
voltooid is, wordt [REGISTERED]
weergegeven.
Herhaal de stappen en voor het
registreren van andere functies.
(Alleen beschikbaar wanneer [STR
CONTROL] is ingesteld op [CUSTOM].)
RESET CUSTOM
Voert een reset uit van de instelling van
de stuurafstandsbediening: [YES], [NO].
(Alleen beschikbaar wanneer [STR
CONTROL] is ingesteld op [CUSTOM].)
Opmerkingen
• Terwijl u instellingen uitvoert, kan het apparaat
alleen met de toetsen worden bediend. Parkeer
voor uw veiligheid uw auto voor u deze
instelling uitvoert.
• Als er zich tijdens de registratie een fout
voordoet, blijft alle eerder geregistreerde
informatie behouden. Start de registratie
opnieuw vanaf de functie waar de fout zich
heeft voorgedaan.
• Deze functie is op sommige voertuigen
mogelijk niet beschikbaar. Ga naar de
ondersteuningssite die op het achterblad
wordt vermeld voor meer informatie over de
compatibiliteit van uw voertuig.
USB MODE
Wijzigt de USB-stand: [ANDROID],
[MSC/MTP].
(Alleen beschikbaar wanneer de USBbron is geselecteerd.)
CT (kloktijd)
De CT-functie inschakelen: [ON], [OFF].
11NL
AF/TA (alternatieve frequenties/
verkeersinformatie)
Selecteert de alternatieve frequenties (AF)
en de instelling van de verkeersinformatie
(TA): [AF-ON], [TA-ON], [AF/TA-ON],
[AF/TA-OFF].
REGIONAL
De ontvangst beperken tot een specifieke
regio: [ON], [OFF].
(Alleen beschikbaar wanneer FM
ontvangen wordt.)
BTM (geheugen voor beste afstemming)
(pagina 7)
(Alleen beschikbaar wanneer de tuner is
geselecteerd.)
FIRMWARE
(Alleen beschikbaar wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven
wordt.)
Controleert/actualiseert de
firmwareversie. Ga naar de
ondersteuningssite die op het achterblad
wordt vermeld voor meer informatie.
FW VERSION (firmwareversie)
Toont de actuele firmwareversie.
FW UPDATE (firmware-update)
Start het update-proces voor de firmware:
[YES], [NO].
Het updaten van de firmware neemt
enkele minuten in beslag. Zet niet tijdens
het updaten het contract in de positie
OFF, en neem ook niet het USB-toestel
los.
Geluidsinstellingen
(SOUND)
EQ10 PRESET
Selecteert een equalizercurve uit 10
equalizercurves of schakelt de functie uit:
[OFF], [R&B], [ROCK], [POP], [HIP-HOP],
[ELECTRONICA], [JAZZ], [SOUL],
[COUNTRY], [KARAOKE]*, [CUSTOM].
Voor iedere bron kan de instelling van de
equalizercurve in het geheugen worden
opgeslagen.
* [KARAOKE] beperkt het vocale geluid maar dit
kan niet geheel worden verwijderd bij het
afspelen. Ook wordt gebruik van een
microfoon niet ondersteund.
EQ10 CUSTOM
Hiermee kunt u [CUSTOM] instellen voor
EQ10.
Stelt de equalizercurve in: [BAND1] 32 Hz,
[BAND2] 63 Hz, [BAND3] 125 Hz, [BAND4]
250 Hz, [BAND5] 500 Hz, [BAND6] 1 kHz,
[BAND7] 2 kHz, [BAND8] 4 kHz, [BAND9]
8 kHz, [BAND10] 16 kHz.
Het volume kan worden aangepast in
stappen van 1 dB, van -6 dB tot +6 dB.
BALANCE
De geluidsbalans aanpassen: [RIGHT-15] –
[CENTER] – [LEFT-15].
FADER
Het relatieve niveau aanpassen:
[FRONT-15] – [CENTER] – [REAR-15].
S.WOOFER (subwoofer)
SW LEVEL (subwooferniveau)
Past het volumeniveau van de subwoofer
aan: [+6 dB] – [0 dB] – [-6 dB].
([ATT] wordt weergegeven bij de laagste
instelling.)
SW PHASE (fase subwoofer)
Selecteert de fase van de subwoofer:
[NORM], [REV].
LPF FREQ (frequentie van
laagdoorlaatfilter)
Selecteert de kantelfrequentie van de
subwoofer: [80Hz], [100Hz], [120Hz].
12NL
HPF FREQ (frequentie hoogdoorlaatfilter)
Selecteert de kantelfrequentie van de
voor-/achterluidspreker: [OFF], [80Hz],
[100Hz], [120Hz].
AUTO SCR (automatisch scrollen)
Lange items automatisch scrollen: [ON],
[OFF].
(Niet beschikbaar wanneer AUX of de
tuner is geselecteerd.)
AUX VOL (AUX-volumeniveau)
Het volumeniveau voor elk aangesloten
randapparaat aanpassen: [+18 dB] –
[0 dB] – [-8 dB].
Dankzij deze instelling is het niet nodig
om het volumeniveau tussen bronnen
aan te passen.
(Alleen beschikbaar wanneer AUX is
geselecteerd.)
Display-instellingen
(DISPLAY)
DIMMER
Wijzigt de helderheid van het scherm:
[ON], [OFF], [CLK].
U kunt deze functie ook slechts voor een
vaste periode activeren door [CLK] te
selecteren en vervolgens de begin- en de
eindtijd in te stellen.
– De helderheid instellen wanneer de
dimmer-functie is geactiveerd:
Stel [DIMMER] in op [ON], en pas
vervolgens [BRIGHTNESS] aan.
– De helderheid instellen wanneer de
dimmer-functie is gedeactiveerd:
Stel [DIMMER] in op [OFF], en pas
vervolgens [BRIGHTNESS] aan.
De instelling van de helderheid wordt
opgeslagen en toegepast wanneer de
dimmer-functie wordt geactiveerd of
wordt gedeactiveerd.
BRIGHTNESS
Past de helderheid van de display aan. U
kunt het niveau van de helderheid
afstellen: [1] – [10].
SND SYNC (geluidssynchronisatie)
Activeert de synchronisatie van de
verlichting met het geluid: [ON], [OFF].
13NL
Aanvullende informatie
De firmware updaten
Ga voor het updaten van de firmware naar
de ondersteuningssite die op de
achterpagina wordt vermeld, en volg daarna
de online-instructies.
Opmerkingen
• Voor het updaten van de firmware is een USBapparaat (niet bijgeleverd) nodig. Sla het updateprogramma op het USB-apparaat op en sluit het
apparaat op de USB-poort aan, voer vervolgens de
update-bewerking uit.
• Het updaten van de firmware neemt enkele
minuten in beslag. Zet niet tijdens het updaten
het contract in de positie OFF, en neem ook niet
het USB-toestel los.
Voorzorgsmaatregelen
• Laat het apparaat afkoelen als de auto
geparkeerd heeft gestaan in de volle zon.
• Laat het voorpaneel of audioapparaten
niet achter in de auto. Deze kunnen
beschadigd raken door de hoge
temperaturen van direct zonlicht.
• De elektrisch bediende antenne schuift
automatisch uit.
Condensvorming
Als er vocht condenseert in het apparaat,
verwijdert u de disc en wacht u ongeveer
een uur tot het apparaat is gedroogd;
anders kan de werking van het apparaat
worden verstoord.
Hoge geluidskwaliteit behouden
Mors geen vloeistof op het apparaat of de
discs.
Opmerkingen over discs
• Stel een disc niet bloot aan direct zonlicht
of warmtebronnen, zoals die van de
verwarming in de auto, en laat een disc
niet achter in een auto die in de volle zon
staat geparkeerd.
14NL
• Veeg een disc van het
midden naar de
buitenrand schoon met
een doekje voordat u
deze afspeelt. Gebruik
geen oplosmiddelen
zoals benzine, thinner
en in de handel
verkrijgbare
reinigingsmiddelen.
• Dit apparaat is ontworpen voor het
afspelen van discs die voldoen aan de CDnorm (Compact Disc). DualDiscs en
sommige muziekdiscs die zijn gecodeerd
met copyrightbeveiligingstechnologieën
voldoen niet aan de CD-norm (Compact
Disc) en kunnen daarom mogelijk niet
worden afgespeeld met dit apparaat.
• Discs die NIET kunnen worden afgespeeld
met dit apparaat
– Discs waarop labels, stickers, tape of
papier zijn geplakt. Hierdoor kan de
werking worden verstoord of de disc
worden beschadigd.
– Discs met afwijkende vormen (bv. hart,
vierkant, ster). Als u dit toch probeert,
kan het apparaat worden beschadigd.
– 8 cm-discs.
Opmerkingen over CD-R's/CD-RW's
• Als een disc met Multi Session (meerdere
sessies) begint met een CD-DA-sessie,
wordt deze herkend als een CD-DA-disc en
worden andere sessies niet afgespeeld.
• Discs die NIET kunnen worden afgespeeld
met dit apparaat
– CD-R's/CD-RW's met slechte
opnamekwaliteit.
– CD-R's/CD-RW's die zijn opgenomen met
een incompatibel opnameapparaat.
– CD-R's/CD-RW's die onjuist zijn
gefinaliseerd.
– CD-R's/CD-RW's die niet zijn opgenomen
in de muziek-CD-indeling of MP3indeling conform ISO9660 Level 1/
Level 2, Joliet/Romeo of Multi Session
(meerdere sessies).
Afspeelvolgorde van de
audiobestanden
Technische gegevens
Tuner
Map (album)
Audiobestand (track)
Met alle vragen of problemen over dit
apparaat die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw
Sony-leverancier.
Onderhoud
Aansluitingen schoonmaken
De werking van het apparaat kan worden
verstoord als de aansluitingen tussen het
apparaat en het voorpaneel niet schoon zijn.
U kunt dit voorkomen door het voorpaneel
(pagina 5) te verwijderen en de
aansluitingen te reinigen met een
wattenstaafje. Gebruik hierbij niet te veel
kracht. Anders kunnen de aansluitingen
worden beschadigd.
FM
Afstembereik:
Wanneer [AREA] is ingesteld op
[EUROPE]:
87,5 MHz – 108,0 MHz
Wanneer [AREA] is ingesteld op [RUSSIA]:
FM1/FM2: 87,5 MHz – 108,0 MHz
(in stappen van 50 kHz)
FM3: 65 MHz – 74 MHz (in stappen van
30 kHz)
Antenneaansluiting:
Aansluiting voor externe antenne
Tussenfrequentie:
Wanneer [AREA] is ingesteld op
[EUROPE]:
FM CCIR: -1.956,5 kHz tot -487,3 kHz en
+500,0 kHz tot +2.095,4 kHz
Wanneer [AREA] is ingesteld op [RUSSIA]:
FM CCIR: -1.956,5 kHz tot -487,3 kHz en
+500,0 kHz tot +2.095,4 kHz
FM OIRT: -1.815,6 kHz tot -943,7 kHz en
+996,6 kHz tot +1.776,6 kHz
Bruikbare gevoeligheid: 7 dBf
Selectiviteit: 75 dB bij 400 kHz
Signaal/ruis-afstand: 73 dB
Scheiding: 50 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik: 20 Hz – 15.000 Hz
MW/LW
Afstembereik:
MW: 531 kHz – 1.602 kHz
LW: 153 kHz – 279 kHz
Antenneaansluiting:
Aansluiting voor externe antenne
Gevoeligheid: MW: 26 μV, LW: 50 μV
CD-speler
Opmerkingen
• Uit veiligheidsoverwegingen moet u de motor
uitschakelen en de sleutel uit de
contactschakelaar halen voordat u de
aansluitingen reinigt.
• Raak de aansluitingen nooit rechtstreeks aan met
uw vingers of een metalen voorwerp.
Signaal/ruis-afstand: 95 dB
Frequentiebereik: 10 Hz – 20.000 Hz
Snelheidsfluctuaties: minder dan meetbare
waarden
Het maximumaantal: (alleen CD-R/CD-RW)
– mappen (albums): 150 (inclusief
hoofdmap)
– bestanden (tracks) en mappen: 300
(mogelijk minder dan 300 als de map-/
bestandsnaam veel tekens bevat)
15NL
– tekens die kunnen worden weergegeven
voor de naam van een map/bestand:
32 (Joliet)/64 (Romeo)
Overeenkomstige codec: MP3 (.mp3) en
WMA (.wma)
USB-speler
Interface: USB (Full-speed)
Maximale stroom: 500 mA
Het maximale aantal herkenbare tracks:
– mappen (albums): 256
– bestanden (tracks) per map: 256
Geschikt Android Open Accessory Protocol
(AOA): 2.0
Bijbehorende codec:
MP3 (.mp3)
Bitfrequentie: 8 kbps – 320 kbps
(Ondersteunt VBR (Variable Bit
Rate))
Sampling-frequentie: 16 kHz – 48 kHz
WMA (.wma)
Bitfrequentie: 32 kbps – 192 kbps
(Ondersteunt VBR (Variable Bit
Rate))
Sampling-frequentie: 32 kHz, 44,1 kHz,
48 kHz
FLAC (.flac)
Bitdiepte: 16 bit, 24 bit
Sampling-frequentie: 44,1 kHz –
48 kHz
Eindversterker
Uitgang: luidsprekeruitgangen
Luidsprekerimpedantie: 4 Ω – 8 Ω
Maximaal uitgangsvermogen: 55 W × 4 (bij
4 Ω)
Algemeen
Uitgangen:
Aansluiting audio-uitgangen (REAR, SUB)
Aansluiting regeling elektrische antenne/
Eindversterker (REM OUT)
Ingangen:
Afstandsbedieningsingang
Antenne-ingang
AUX-ingang (stereominiaansluiting)
USB-poort
Voeding: 12 V gelijkstroom autoaccu
(negatieve aarde)
Nominaal stroomverbruik: 10 A
Afmetingen:
Ongev. 178 mm × 50 mm × 177 mm
(b/h/d)
16NL
Montageafmetingen:
Ongev. 182 mm × 53 mm × 160 mm
(b/h/d)
Gewicht: ongev. 1,2 kg
Inhoud verpakking:
Hoofdapparaat (1)
Onderdelen voor installatie en
aansluitingen (1 set)
Het is mogelijk dat niet alle vermelde
accessoires verkrijgbaar zijn bij uw Sonyleverancier. Neem contact op met uw Sonyleverancier voor meer informatie.
Wijzigingen in ontwerp en technische
gegevens voorbehouden zonder
voorafgaande kennisgeving.
Auteursrechten
Windows Media is een gedeponeerd
handelsmerk of een handelsmerk van
Microsoft Corporation in de Verenigde
Staten en/of andere landen.
Dit product wordt beschermd door bepaalde
intellectuele eigendomsrechten van
Microsoft Corporation. Het gebruik of de
verspreiding van dergelijke technologie
buiten dit product om is verboden zonder
een licentie van Microsoft of een erkend
dochterbedrijf van Microsoft.
MPEG Layer-3 audio-codeertechnologie en
-patenten gebruikt onder licentie van
Fraunhofer IIS en Thomson.
Android is een handelsmerk van Google Inc.
libFLAC
Copyright (C) 2000-2009 Josh Coalson
Copyright (C) 2011-2013 Xiph.Org Foundation
Verspreiding en gebruik in bron- en binaire
vorm, met of zonder aanpassingen, is
toegestaan als aan de volgende
voorwaarden is voldaan:
– Bij verspreiding van de broncode moeten
de hierboven aangegeven
auteursrechtelijke melding, deze lijst met
voorwaarden en de volgende disclaimer
behouden blijven.
– Bij verspreiding in binaire vorm moeten de
hierboven aangegeven auteursrechtelijke
melding, deze lijst met voorwaarden en de
volgende disclaimer worden opgenomen
in de documentatie en/of andere
materialen die bij de verspreiding worden
geleverd.
– Zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en
schriftelijke toelating mogen de naam
Xiph.org Foundation noch de namen van
haar bijdragers worden gebruikt om
producten te ondersteunen of te
promoten die van deze software afgeleid
zijn.
DEZE SOFTWARE WORDT "ZONDER MEER"
DOOR DE HOUDERS VAN HET
AUTEURSRECHT EN DE BIJDRAGERS
GELEVERD EN ELKE UITDRUKKELIJKE OF
IMPLICIETE GARANTIE, INCLUSIEF MAAR NIET
BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES VAN
VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID
VOOR EEN BEPAALD DOEL, WORDT
AFGEWEZEN. IN GEEN GEVAL KUNNEN DE
FOUNDATION OF HAAR BIJDRAGERS
AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR
DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE,
SPECIALE, MORELE OF GEVOLGSCHADE
(INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT
AANKOOP VAN VERVANGGOEDEREN OF
DIENSTEN, VERLIES VAN GEBRUIK,
GEGEVENS OF WINSTEN, OF
BEDRIJFSONDERBREKING) ONGEACHT DE
OORZAAK EN ONGEACHT DE
AANSPRAKELIJKHEIDSTHEORIE, ZOWEL IN
CONTRACT, STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID OF
TORT (INCLUSIEF VERWAARLOZING OF
ANDERSZINS) TEN GEVOLGE VAN ENIGERLEI
GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE, ZELFS ALS
DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE
WERD AANGEGEVEN.
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen
bij het oplossen van problemen die zich met
het apparaat kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst
doorneemt, moet u eerst de aanwijzingen
voor aansluiting en bediening controleren.
Meer informatie over het gebruik van de
zekering en het verwijderen van het
apparaat uit het dashboard vindt u bij
"Aansluiting/installatie" (pagina 22).
Ga naar de ondersteuningssite die op het
achterblad wordt vermeld, als het probleem
niet is opgelost.
Algemeen
Geen geluid of heel weinig geluid.
De faderregelaar [FADER] staat niet
ingesteld op een systeem met 2
luidsprekers.
Het volume van het apparaat en/of het
aangesloten toestel staat zeer laag.
– Laat het volume van het apparaat en van
het aangesloten toestel toenemen.
Geen pieptoon.
Er is een optionele eindversterker
aangesloten en u gebruikt de
ingebouwde versterker niet.
De geheugeninhoud is gewist.
De voedingskabel of de accu is
losgekoppeld of niet goed aangesloten.
Opgeslagen zenders en de juiste tijd zijn
gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid wanneer de stand van het
contactslot wordt gewijzigd.
De kabels zijn niet goed verbonden met
de voedingsaansluiting voor accessoires
van de auto.
Tijdens het afspelen of radio-ontvangst
wordt de demonstratie gestart.
Als er gedurende 5 minuten geen
handeling wordt uitgevoerd en [DEMOON] ingesteld is, wordt de demonstratie
gestart.
– Stel [DEMO-OFF] in (pagina 11).
17NL
RDS
Het display verdwijnt van/verschijnt niet
in het display-venster.
De dimmer is ingesteld op [DIM-ON]
(pagina 13).
Het display verdwijnt als u OFF ingedrukt
houdt.
– Houd OFF op het apparaat ingedrukt tot
het display verschijnt.
De aansluitingen zijn vuil (pagina 15).
RDS-services kunnen niet worden
ontvangen (wanneer [AREA] is ingesteld
op [RUSSIA]).
FM3 is geselecteerd.
– Selecteer FM1 of FM2.
RDS-services zijn op de huidige
geografische locatie niet beschikbaar.
De display/verlichting knippert.
De unit krijgt niet voldoende voeding.
– Controleer dat de accu van de auto
voldoende voeding levert aan de unit.
(De unit vraagt 12 V gelijkstroom.)
Na enkele seconden wordt de uitzending
onderbroken door de functie SEEK.
De zender is geen TP-zender of heeft een
zwak signaal.
– Schakel TA uit (pagina 7).
De bedieningstoetsen werken niet.
De disc wordt niet uitgeworpen.
U kunt de unit resetten door DSPL en
(terug)/MODE langer dan 2 seconden
ingedrukt te houden.
De geheugeninhoud wordt gewist.
Reset het apparaat voor uw eigen
veiligheid niet tijdens het rijden.
Geen verkeersinformatie.
Schakel TA in (pagina 7).
De zender is een TP-zender, maar zendt
toch geen verkeersinformatie uit.
– Stem af op een andere zender.
Radio-ontvangst
Er kunnen geen zenders worden
ontvangen.
Het geluid is gestoord.
De aansluiting is niet juist.
– Controleer de aansluiting van de autoantenne.
– Als de automatische antenne niet
uitschuift, controleert u de aansluiting
van de bedieningskabel van de
elektrische antenne.
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeuzezenders.
Het signaal van de uitzending is te zwak.
In FM3 kan niet op 65 MHz tot 74 MHz
worden afgestemd.
[AREA] is ingesteld op [EUROPE].
– Stel [AREA] in op [RUSSIA] (pagina 11).
18NL
PTY geeft [- - - - - - - -] weer.
De huidige zender is geen RDS-zender.
Geen RDS-gegevens ontvangen.
De zender geeft het programmatype niet
door.
De programmaservicenaam knippert.
Er is geen alternatieve frequentie voor de
huidige zender.
– Druk op SEEK +/– terwijl de
programmaservicenaam knippert.
[PI SEEK] wordt weergegeven en het
apparaat gaat zoeken naar een andere
frequentie met dezelfde PI-gegevens
(programma-identificatie).
CD's afspelen
De disc wordt niet afgespeeld.
Disc defect of vuil.
De CD-R/CD-RW is niet geschikt voor
audiogebruik (pagina 14).
MP3-/WMA-bestanden kunnen niet
worden afgespeeld.
De afgespeelde disc is niet geschikt voor
het formaat en de versie van MP3/WMA.
Ga naar de ondersteuningssite op het
achterblad voor meer informatie over
afspeelbare discs en formaten.
MP3-/WMA-bestanden afspelen duurt
langer dan het afspelen van andere
bestanden.
Bij de volgende discs duurt het langer
voordat het afspelen wordt gestart.
– Discs opgenomen met een ingewikkelde
boomstructuur.
– Discs die in Multi Session (meerdere
sessies) zijn opgenomen.
– Discs waaraan gegevens kunnen
worden toegevoegd.
Het geluid verspringt.
Disc defect of vuil.
USB-apparaat afspelen
U kunt items niet via een USB-hub
afspelen.
Dit apparaat kan geen USB-apparaten via
een USB-hub herkennen.
Het duurt langer voordat een USBapparaat wordt afgespeeld.
Het USB-apparaat bevat bestanden met
een ingewikkelde boomstructuur.
Bedieningshandelingen zoals het
overslaan van een album, het overslaan
van items (Overspring-stand), en naar een
track zoeken op naam (Quick-BrowZer)
uitvoeren is niet mogelijk.
Deze bedieningshandelingen uitvoeren is
niet mogelijk wanneer een USB-toestel in
Android-stand is aangesloten.
– Stel [USB MODE] in op [MSC/MTP]
(pagina 11).
De USB-stand van het toestel is niet
ingesteld op de juiste stand.
– Denk eraan dat de USB-stand van het
toestel moet zijn ingesteld op de
MSC/MTP-stand.
Het geluid kan niet worden uitgestuurd
tijdens weergave in de Android-stand.
Zolang de unit in de Android-stand staat
wordt het geluid alleen uitgestuurd over
de Android-smartphone.
– Controleer de status van de applicatie
voor de audioweergave op de Androidsmartphone.
– Weergave zal afhankelijk van de
Android-smartphone misschien niet
goed werken.
Het geluid wordt onderbroken.
Het geluid kan worden onderbroken bij
een hoge bitsnelheid.
DRM-bestanden (Digital Rights
Management - beheer van digitale
rechten) zullen in sommige gevallen niet
kunnen worden afgespeeld.
Een audiobestand kan niet worden
afgespeeld.
USB-apparaten die geformatteerd zijn met
andere bestandssystemen dan FAT16 of
FAT32 worden niet ondersteund.*
* Dit apparaat biedt ondersteuning voor FAT16 en
FAT32, maar het is mogelijk dat bepaalde USBapparaten deze FAT's niet ondersteunen.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het USBapparaat of neem contact op met de fabrikant
voor meer informatie.
19NL
Meldingen
De volgende berichten kunnen al dan niet
knipperend op het scherm verschijnen
tijdens de bediening van de unit.
CD ERROR: de disc kan niet worden
afgespeeld. De disc wordt automatisch
uitgeworpen.
Reinig de disc, plaats de disc op de juiste
wijze of controleer dat de disc niet leeg of
defect is.
CD NO MUSIC: er is geen afspeelbaar
bestand. De disc wordt automatisch
uitgeworpen.
Plaats een disc waarop afspeelbare
bestanden staan (pagina 15).
CD PUSH EJT: de disc kon niet goed worden
uitgeworpen.
Druk op (uitwerpen).
HUB NO SUPRT: USB-hubs worden niet
ondersteund.
INVALID
De geselecteerde bedieningshandeling
kan ongeldig zijn.
NO AF: Geen alternatieve frequenties.
Druk op SEEK +/– terwijl de
programmaservicenaam knippert. Het
apparaat gaat zoeken naar een andere
frequentie met dezelfde PI-gegevens
(programma-identificatie) ([PI SEEK] wordt
weergegeven).
NO TP: Geen verkeersprogramma's.
Het apparaat blijft zoeken naar
beschikbare TP-zenders.
NOT SUPPORT - ANDROID MODE
Een USB-toestel dat AOA (Android Open
Accessory) 2.0 niet ondersteunt, is op de
unit aangesloten terwijl [USB MODE] is
ingesteld op [ANDROID].
– Stel [USB MODE] in op [MSC/MTP]
(pagina 11).
OVERLOAD: het USB-apparaat is overbelast.
Koppel het USB-apparaat los en selecteer
een andere bron door op SRC te drukken.
Het USB-apparaat vertoont een storing of
er is een niet-ondersteund apparaat
aangesloten.
READ: bezig met het lezen van informatie.
Wacht totdat het lezen is voltooid en het
afspelen automatisch wordt gestart.
Afhankelijk van de discstructuur kan dit
enige tijd duren.
USB ERROR: Het USB-apparaat kan niet
worden afgespeeld.
Sluit het USB-apparaat weer aan.
USB NO DEV: er is geen USB-apparaat
aangesloten of het apparaat wordt niet
herkend.
Controleer dat het USB-apparaat of de
USB-kabel goed is aangesloten.
USB NO MUSIC: er is geen afspeelbaar
bestand.
Sluit een USB-apparaat aan waarop
afspeelbare bestanden staan (pagina 16).
USB NO SUPRT: het USB-apparaat wordt
niet ondersteund.
Ga naar de ondersteuningssite die op het
achterblad wordt vermeld voor meer
informatie over de compatibiliteit van het
USB-apparaat.
of
: het begin of het einde
van de disc is bereikt.
(onderstrepingsteken): het teken kan
niet worden weergegeven.
20NL
Voor bediening van de
stuurafstandsbediening:
ERROR: er heeft zich een fout voorgedaan
tijdens de registratie van de functie.
Start de registratie opnieuw vanaf de
functie waar de fout zich heeft
voorgedaan (pagina 11).
TIMEOUT: de registratie van de functie is
mislukt door een time-out.
Probeer de registratie te voltooien terwijl
[REGISTER] knippert (ongeveer 6
seconden) (pagina 11).
Vraag uw Sony-leverancier advies als deze
oplossingen niet helpen.
Als u het apparaat ter reparatie wegbrengt
omdat CD's niet goed worden afgespeeld,
kunt u het best de disc meenemen waarmee
het probleem is begonnen.
21NL
Aansluiting/installatie
Opgelet
• Breng alle aardingskabels naar een
gemeenschappelijk aardingspunt.
• Zorg ervoor dat de kabels niet tussen een
schroef geklemd zitten of vast komen te
zitten in bewegende delen (bv. zetelrail).
• Voor u aansluitingen maakt, zet u het
contact van de auto uit om kortsluiting te
voorkomen.
• Sluit de voedingskabel aan op de unit
en de luidsprekers, voor u deze aansluit op
de auxiliaire voedingsaansluiting.
• Uit veiligheidsoverwegingen moet u
eventuele losse, niet-verbonden kabels
met isolatietape isoleren.
Lijst met onderdelen voor
de installatie
×2
Voorzorgsmaatregelen
• Kies de installatieplaats zorgvuldig zodat
het apparaat de bestuurder niet kan
hinderen tijdens het rijden.
• Installeer het apparaat niet op plaatsen
waar het wordt blootgesteld aan stof, vuil,
overmatige trillingen of hoge
temperaturen (bv. in direct zonlicht of nabij
een verwarmingstoestel).
• Gebruik enkel de bijgeleverde
montagehardware voor een veilige en
correcte installatie.
Opmerking over de voedingskabel (geel)
Wanneer u dit apparaat samen met andere
stereoapparaten aansluit, moet de ampèrewaarde
van het autocircuit waarop het apparaat
aangesloten is hoger zijn dan de som van de
ampèrewaarden van de zekering van elke
component.
Aanpassing van de montagehoek
Zorg voor een montagehoek van minder
dan 45°.
22NL
• Niet alle onderdelen uit de verpakking zijn
in deze lijst opgenomen.
• De beugel en de beschermende rand
worden in de fabriek aan het apparaat
bevestigd. Voor u het apparaat installeert,
gebruikt u de ontgrendelingssleutels
om de beugel van het apparaat te
verwijderen. Zie "De beschermende rand
en de beugel verwijderen" (pagina 25) voor
meer informatie.
• Bewaar de ontgrendelingssleutels voor
toekomstig gebruik. U hebt deze immers
opnieuw nodig als u het apparaat uit de
auto wilt verwijderen.
Aansluiting
Subwoofer*1
*3
*3
Eindversterker*1
*2
Zie "Aansluitingen tot stand
brengen" (pagina 24) voor meer
informatie.
Zie "Voedingsaansluitingsschema"
(pagina 24) voor meer details.
afkomstig van een afstandsbediening
met kabel (niet bijgeleverd)*4
afkomstig van een autoantenne*5
*1
*2
*3
*4
Niet bijgeleverd
Luidsprekerimpedantie: 4 Ω – 8 Ω × 4
RCA-kabel (niet bijgeleverd)
Afhankelijk van het type auto moet u een
adapter gebruiken voor een afstandsbediening
met kabel (niet bijgeleverd). Zie voor informatie
over het gebruik van een bedrade
afstandsbediening "De bekabelde
afstandsbediening gebruiken" (pagina 25).
*5 Afhankelijk van het type auto moet u een
adapter (niet bijgeleverd) gebruiken als de
antenneaansluiting niet past.
23NL
Aansluitingen tot stand brengen
Als uw auto uitgerust is met een elektrisch
bediende antenne zonder relaisdoos, kan de
antenne beschadigd raken als u dit apparaat
aansluit met de bijgeleverde voedingskabel
.
Eenvoudige subwooferaansluiting
U kunt een subwoofer zonder eindversterker
gebruiken door deze aan te sluiten op een
achterluidsprekerkabel.
Voorluidspreker
Naar de luidsprekeraansluiting van de
auto
Subwoofer
Opmerkingen
1
Paars
Achterluidspreker
Paars/zwart
2 (rechts)
gestreept
3
Voorluidspreker
4 (rechts)
5
Voorluidspreker
6 (links)
Grijs
Grijs/zwart
gestreept
Wit
Wit/zwart
gestreept
Groen
Achterluidspreker
Groen/zwart
8 (links)
gestreept
7
Naar de voedingsaansluiting van de
auto
• De achterluidsprekerkabels moeten voorbereid
zijn.
• Voorkom beschadiging van de unit door een
subwoofer met een impedantie van 4 Ω tot 8 Ω en
met voldoende vermogen te gebruiken.
Aansluiting voor in stand houden
van het geheugen
Als de gele voedingskabel aangesloten is,
wordt het geheugencircuit altijd gevoed,
zelfs wanneer het contact van de auto
uitgeschakeld is.
Luidsprekeraansluiting
• Schakel het apparaat uit voor u de
luidsprekers aansluit.
• Voorkom beschadiging van de unit door
luidsprekers met een impedantie van 4 Ω
tot 8 Ω en met voldoende vermogen te
gebruiken.
Voedingsaansluitingsschema
12 Continue voeding
Geel
Bediening elektrische
antenne/
13
eindversterker (REM
OUT)
Blauw/wit
gestreept
15 Geschakelde voeding
Rood
16 Aarding
Zwart
24NL
Gebruik de auxiliaire voedingsaansluiting
van uw auto en zorg ervoor dat de kabels
correct aangesloten zijn (afhankelijk van de
auto).
Auxiliaire
voedingsaansluiting
Gewone aansluiting
Rood
Rood
Installatie
De beschermende rand en de
beugel verwijderen
Geel
Geel
12 Continue voeding
Geel
15 Geschakelde voeding
Rood
Wanneer de posities van de rode en
gele kabels omgekeerd zijn
Rood
Verwijder, voor u de unit installeert, de
beschermende rand en de beugel van
de unit.
1
Rood
Duw de zijkanten van de
beschermende rand naar binnen
en trek de beschermende rand naar
buiten.
Geel
Geel
12 Geschakelde voeding
Geel
15 Continue voeding
Rood
Wanneer de auto geen ACC-positie
heeft
Rood
Rood
2
Plaats beide ontgrendelingssleutels
tot deze vastklikken, trek de
beugel omlaag en trek vervolgens
het apparaat omhoog om ze te
scheiden.
Geel
Geel
Na het afstemmen van de verbindingen en
het correct schakelen van de
voedingskabels, sluit u het apparaat aan op
de voeding van de auto. Met alle vragen en
problemen over het aansluiten van dit
apparaat die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw
autodealer.
Richt de haak naar binnen.
De bekabelde afstandsbediening
gebruiken
1
U kunt de bekabelde
afstandsbediening inschakelen door
[STR CONTROL] bij [SET STEERING] in
te stellen op [PRESET] (pagina 11).
25NL
Het apparaat in het dashboard
monteren
Voor u het apparaat installeert, moet u
ervoor zorgen dat de klemmen aan beide
kanten van de beugel 2 mm naar binnen
gebogen zijn.
1
Plaats de beugel in het dashboard
en buig de klauwen naar buiten
zodat de beugel stevig vastzit.
182 mm
53 mm
2
Klem
Plaats het apparaat in de beugel
en bevestig vervolgens de
beschermende rand .
Opmerkingen
• Als de klemmen recht of naar buiten gebogen zijn,
zal het apparaat niet stevig geïnstalleerd zijn en
kan het losspringen.
• Zorg ervoor dat de vier lipjes op de beschermende
rand goed vastzitten in de sleuven in het
apparaat.
Het voorpaneel verwijderen en
vastmaken
Zie "Het voorpaneel verwijderen" (pagina 5)
voor meer informatie.
26NL
Het apparaat opnieuw instellen
Zie "De unit resetten" (pagina 5) voor meer
informatie.
Zekeringen vervangen
Vervang een zekering altijd
Zekering (10 A)
door een identiek
exemplaar. Als de zekering
doorbrandt, moet u de
voedingsaansluiting
controleren en de zekering
vervangen. Brandt de
zekering vervolgens nogmaals door, dan
kan er sprake zijn van een defect in het
apparaat. Raadpleeg in dat geval de
dichtstbijzijnde Sony-leverancier.