Documenttranscriptie
Voor uw eigen veiligheid moet u dit apparaat in
het dashboard van de auto installeren,
aangezien de linkerkant ervan tijdens het
gebruik erg warm wordt.
Zie "Aansluiting/installatie" (pagina 31) voor
meer informatie.
Geproduceerd in Thailand
Eigenschappen laserdiode
Emissieduur: continu
Laservermogen: minder dan 53,3 μW
(Deze uitgangswaarde is gemeten op een afstand
van 200 mm van het lensoppervlak op het optische
opnameblok met 7 mm opening.)
Het naamplaatje met de werkspanning enz. bevindt
zich onder aan de behuizing.
Hierbij verklaart Sony Corporation dat deze
radioapparatuur conform is met Richtlijn 2014/53/
EU.
De volledige tekst van de EUconformiteitsverklaring kan worden geraadpleegd
op het volgende internetadres:
http://www.compliance.sony.de/
Deze apparatuur is bedoeld om te worden gebruikt
met de goedgekeurde softwareversie(s) die
aangegeven zijn in de EU-conformiteitsverklaring.
De software die geïnstalleerd is op deze apparatuur
werd gecontroleerd en beantwoordt aan de
essentiële vereisten van Richtlijn 2014/53/EU.
Softwareversie: 1_
U kunt de softwareversie in het firmware-instelitem
van het algemene instelmenu controleren.
Opmerking voor klanten: de volgende
informatie geldt enkel voor apparatuur
verkocht in landen waar de EU-richtlijnen van
kracht zijn
Producent: Sony Corporation, 1-7-1 Konan Minatoku Tokyo, 108-0075 Japan
Voor EU-product conformiteit: Sony Belgium,
bijkantoor van Sony Europe Limited, Da Vincilaan
7-D1, 1935 Zaventem, België
Waarschuwing als het contactslot van de
auto geen ACC-positie heeft
Zorg ervoor dat de AUTO OFF-functie ingesteld is
(pagina 19). Hiermee wordt het apparaat na de
ingestelde tijdsduur automatisch volledig
uitgeschakeld nadat u het apparaat hebt
uitgeschakeld. Zo voorkomt u dat de accu
leegraakt. Als u de AUTO OFF-functie niet instelt,
houdt u OFF ingedrukt tot het scherm verdwijnt
wanneer u het contactslot uitzet.
2NL
Disclaimer betreffende diensten aangeboden
door derden
Diensten die aangeboden worden door derden
kunnen gewijzigd, opgeschort of beëindigd
worden zonder voorafgaande kennisgeving. Sony
draagt geen enkele verantwoordelijkheid voor
dergelijke situaties.
Belangrijke kennisgeving
Let op
ONDER GEEN ENKELE OMSTANDIGHEID ZAL SONY
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR INCIDENTELE,
INDIRECTE OF BIJKOMENDE SCHADE OF ANDERE
SCHADE WAARONDER, ZONDER BEPERKING,
VERLIES VAN WINST, INKOMSTENDERVING, VERLIES
VAN GEGEVENS, VERLIES VAN GEBRUIK VAN HET
PRODUCT OF EVENTUELE BIJKOMENDE
APPARATUUR, UITVALTIJD EN TIJD VAN DE KOPER
DIE VERBAND HOUDT MET OF ONTSTAAT UIT HET
GEBRUIK VAN DIT PRODUCT, DE BIJBEHORENDE
HARDWARE EN/OF SOFTWARE.
Met alle vragen of problemen met betrekking tot dit
apparaat die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sonyhandelaar.
Geachte klant, dit product omvat een radiozender.
Overeenkomstig UNECE-voorschrift nr. 10 kan een
autofabrikant speciale voorwaarden opleggen voor
de installatie van radiozenders in auto's.
Controleer de handleiding van uw auto of neem
contact op met de fabrikant of de verkoper van uw
auto voor u dit product in uw auto installeert.
Noodoproepen
Dit systeem voor handenvrij bellen via BLUETOOTH
en het elektronische toestel dat met het systeem
verbonden is, gebruiken radiosignalen, mobiele en
vaste netwerken en ook een door de gebruiker
geprogrammeerde functie. Verbinding kan niet
onder alle omstandigheden worden gegarandeerd.
Vertrouw daarom niet uitsluitend op uw
elektronische toestel voor het tot stand brengen
van essentiële communicatie (zoals bij medische
noodgevallen).
Over BLUETOOTH-communicatie
Microgolven die worden uitgestraald door een
BLUETOOTH-toestel kunnen de werking van
elektronische medische apparaten beïnvloeden.
Schakel dit apparaat en andere BLUETOOTHtoestellen uit op de volgende plaatsen, omdat dit
ongelukken kan veroorzaken.
waar brandbaar gas aanwezig is, in een
ziekenhuis, trein, vliegtuig of benzinestation
in de buurt van automatische deuren of een
brandmelder
Dit apparaat ondersteunt
veiligheidsvoorzieningen die voldoen aan de
BLUETOOTH-norm voor een veiligere verbinding
wanneer de draadloze BLUETOOTH-technologie
wordt gebruikt, maar deze beveiliging zal
afhankelijk van de omstandigheden mogelijk niet
voldoende zijn. Wees voorzichtig wanneer u
communiceert met behulp van draadloze
BLUETOOTH-technologie.
Wij aanvaarden geen verantwoordelijkheid voor
het uitlekken van informatie tijdens BLUETOOTHcommunicatie.
3NL
Aansluiting/installatie
Inhoudsopgave
Onderdelen en bedieningselementen . . . . . . . . . . 5
Aan de slag
Het voorpaneel verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
Het apparaat opnieuw instellen . . . . . . . . . . . . . . . 7
De klok instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Een BLUETOOTH-toestel voorbereiden . . . . . . . . . . 7
Een iPod/USB-apparaat aansluiten . . . . . . . . . . . . . 9
Een ander draagbaar audiotoestel aansluiten . . . 10
Luisteren naar de radio
Luisteren naar de radio. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Radio Data System (RDS) gebruiken . . . . . . . . . . . 11
Afspelen
Een disc afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Een iPod/USB-apparaat afspelen . . . . . . . . . . . . .
Een BLUETOOTH-toestel afspelen . . . . . . . . . . . . .
Tracks zoeken en afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
12
12
13
13
Handenvrij bellen (alleen via
BLUETOOTH)
Een oproep beantwoorden . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Iemand opbellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Beschikbare bedieningen tijdens een
gesprek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Handige functies
SongPal met iPhone/Android-telefoon . . . . . . . . 16
Siri Eyes Free gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
Instellingen
De DEMO-stand annuleren . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Algemene bediening voor instellingen. . . . . . . . .
Algemene instellingen (GENERAL) . . . . . . . . . . . .
Geluidsinstellingen (SOUND) . . . . . . . . . . . . . . . . .
Display-instellingen (DISPLAY). . . . . . . . . . . . . . . .
BLUETOOTH-instellingen (BT) . . . . . . . . . . . . . . . .
SongPal-instellingen (SONGPAL) . . . . . . . . . . . . . .
18
18
19
20
21
22
22
Aanvullende informatie
De firmware updaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4NL
23
23
24
24
26
Opgelet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Lijst met onderdelen voor de installatie. . . . . . . .
Verbinding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
31
31
32
35
Onderdelen en bedieningselementen
Hoofdapparaat
Voorpaneel verwijderd (binnenpaneel)
N-merkteken
Raak de regelknop op de Android-telefoon aan
om de BLUETOOTH-verbinding tot stand te
brengen.
Discsleuf
Display
Toets om het voorpaneel los te maken
SRC (bron)
Hiermee kunt u het apparaat inschakelen.
U kunt deze toets ook gebruiken om de bron te
wijzigen.
OFF
Houd deze toets 1 seconde ingedrukt om de
bron uit te schakelen en de klok weer te geven.
Houd de toets langer dan 2 seconden ingedrukt
als u het apparaat en het scherm wilt
uitschakelen.
Regelknop
Draai aan deze knop om het volume te regelen.
PUSH ENTER
Hiermee kunt u het geselecteerde item
bevestigen.
Druk op SRC, draai aan de knop om een bron te
kiezen en druk erop om de keuze te bevestigen.
Houd de toets langer dan 2 seconden ingedrukt
om de functie (verbinding) "SongPal" in te stellen.
VOICE (pagina 15, 17, 18)
Activeer spraakgestuurd kiezen,
spraakherkenning wanneer de functie "SongPal"
ingeschakeld is (alleen Android™-telefoon) of
de Siri-functie (alleen iPhone).
SEEK +/–
Hiermee kunt u automatisch afstemmen op
radiozenders. Houd de toets ingedrukt om
handmatig af te stemmen.
/ (vorige/volgende)
/ (terugspoelen/vooruitspoelen)
(disc uitwerpen)
(bladeren) (pagina 13)
Hiermee kunt u tijdens het afspelen de
bladerstand activeren.
CALL
Hiermee kunt u het oproepmenu openen.
Hiermee kunt u een gesprek aannemen/
beëindigen.
Houd deze toets langer dan 2 seconden
ingedrukt om het BLUETOOTH-signaal te
wijzigen.
(terug)
Hiermee keert u terug naar het vorige scherm.
MODE (pagina 10, 12, 15)
Ontvanger voor de afstandsbediening
MENU*
Opent het instellingenmenu.
* Niet beschikbaar wanneer de BT-telefoon
geselecteerd is.
5NL
Cijfertoetsen (1 tot 6)
Hiermee kunt u opgeslagen radiozenders
ontvangen. Houd een van deze toetsen
ingedrukt om zenders op te slaan.
U kunt deze toetsen ook gebruiken om een
opgeslagen telefoonnummer te bellen. Houd
een van deze toetsen ingedrukt om een
telefoonnummer op te slaan.
ALBUM /
Hiermee kunt u een album op een audiotoestel
overslaan. Houd de toets ingedrukt om albums
te blijven overslaan.
(herhalen)
(willekeurig)
Aan de slag
Het voorpaneel verwijderen
U kunt ter voorkoming van diefstal het voorpaneel
van het apparaat verwijderen.
1
Houd OFF ingedrukt tot het apparaat
uitgeschakeld wordt, druk op de toets
om het voorpaneel los te maken en
trek het paneel naar u toe om het te
verwijderen.
MIC (pagina 15)
PAUSE
MEGA BASS
Druk hierop om de MEGA BASS-functie in of uit
te schakelen.
AF (alternatieve frequenties)/TA
(verkeersinformatie)
Stel AF en TA in.
PTY (programmatype)
Houd deze toets ingedrukt om PTY te selecteren
in RDS.
AUX-ingang
DSPL (display)
Druk hierop om de display-items te wijzigen.
SCRL (rollen)
Houd deze toets ingedrukt om een item over
het display te laten rollen.
USB-poort
RESET (binnenpaneel) (pagina 7)
Waarschuwingstoon
Als u de contactschakelaar in de stand OFF zet
zonder dat u het voorpaneel hebt verwijderd, klinkt
gedurende enkele seconden de
waarschuwingstoon. U hoort de
waarschuwingstoon alleen als de ingebouwde
versterker wordt gebruikt.
Serienummers
Controleer of de serienummers aan de onderzijde
van het apparaat en op de achterzijde van het
voorpaneel overeenkomen. Anders is geen
BLUETOOTH-koppeling, verbinding en
ontkoppeling met NFC mogelijk.
Het voorpaneel bevestigen
6NL
Het apparaat opnieuw instellen
Voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt, na
het vervangen van de accu of het wijzigen van de
aansluitingen, moet u het apparaat opnieuw
instellen. Druk met een kogelpen enz. op RESET op
het binnenpaneel nadat u het voorpaneel hebt
losgemaakt.
Opmerking
Als u op RESET drukt, worden de klokinstelling en
bepaalde opgeslagen gegevens gewist.
De klok instellen
1
Druk op MENU, selecteer [SET GENERAL]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
2
Selecteer [SET CLOCK ADJ] door de
regelknop te verdraaien en druk er
vervolgens op.
De aanduiding voor het uur gaat knipperen.
3
Stel de uren en minuten in door de
regelknop te verdraaien.
Druk op SEEK +/– om de digitale aanduiding te
verplaatsen.
4
Druk op MENU na het instellen van de
minuten.
Het instellen is voltooid en de klok begint te
lopen.
Een BLUETOOTH-toestel
voorbereiden
U kunt genieten van muziek of handenvrij bellen
afhankelijk van het BLUETOOTH-compatibele
toestel zoals een smartphone, mobiele telefoon en
audiotoestel (hierna "BLUETOOTH-toestel"
genoemd, tenzij anders vermeld). Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing geleverd bij het toestel voor
meer informatie over het aansluiten.
Vooraleer u het toestel aansluit, verlaagt u het
volume van dit apparaat. Doet u dit niet, dan
kunnen er luide geluiden geproduceerd worden.
Verbinding maken met een
smartphone door middel van One
touch (NFC)
Door de regelknop op het apparaat met een voor
NFC* geschikte smartphone aan te raken, wordt het
apparaat automatisch gekoppeld aan en
verbonden met de smartphone.
* NFC (Near Field Communication) is een technologie
voor draadloze communicatie op korte afstand tussen
diverse apparaten, zoals mobiele telefoons en ICtags. Dankzij de NFC-functie is
gegevenscommunicatie eenvoudig mogelijk door
gewoon het relevante symbool of de gewenste
locatie aan te raken op voor NFC geschikte apparaten.
Voor een smartphone waarop Android OS 4.0 of
lager geïnstalleerd is, moet de app "NFC Easy
Connect" van Google Play™ worden gedownload.
De app kan in bepaalde landen/regio's mogelijk
niet worden gedownload.
1
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing geleverd bij
de smartphone voor meer informatie.
De klok weergeven*
Druk op DSPL.
* Alleen beschikbaar wanneer [SUB DISPLAY] ingesteld
is op [SOURCE] (pagina 21).
Activeer de NFC-functie op de
smartphone.
2
Raak het gedeelte met het N-merkteken
van het apparaat aan met het gedeelte
met het N-merkteken van de
smartphone.
Controleer of
apparaat.
oplicht op het display van het
7NL
Verbinding verbreken met One touch
5
Raak het gedeelte met het N-merkteken van het
apparaat nogmaals aan met het gedeelte met het
N-merkteken van de smartphone.
* Het wachtwoord kan, afhankelijk van het toestel,
"toegangscode", "PIN-code", "PIN-getal",
"wachtwoord" enz. worden genoemd.
Opmerkingen
Behandel de smartphone voorzichtig wanneer u de
verbinding tot stand brengt, om krassen te vermijden.
One touch-verbinding is niet mogelijk wanneer het
apparaat reeds verbonden is met een ander toestel
dat geschikt is voor NFC. In dit geval verbreekt u de
verbinding met het andere toestel en brengt u de
verbinding met de smartphone opnieuw tot stand.
Wachtwoord invoeren
[0000]
Koppelen en verbinding maken met
een BLUETOOTH-toestel
Wanneer u een BLUETOOTH-toestel voor het eerst
aansluit, moet een wederzijdse registratie
("koppeling" genoemd) plaatsvinden. Door een
koppeling door te voeren, kunnen dit apparaat en
andere toestellen elkaar herkennen.
Als u een wachtwoord* moet invoeren
op het BLUETOOTH-toestel, voert u
[0000] in.
Als de koppeling doorgevoerd is, blijft
branden.
6
Selecteer dit apparaat op het
BLUETOOTH-toestel om de BLUETOOTHverbinding te activeren.
of
licht op wanneer de verbinding tot
stand is gebracht.
Opmerking
Zolang er een BLUETOOTH-verbinding actief is, kan dit
apparaat niet worden gedetecteerd vanaf een ander
toestel. U kunt detectie mogelijk maken door de
koppelingsstand in te schakelen en dit apparaat vanaf
een ander toestel te zoeken.
1
Plaats het BLUETOOTH-toestel niet meer
dan 1 m verwijderd van dit apparaat.
2
Druk op CALL, selecteer [SET PAIRING]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
Zie "Een BLUETOOTH-toestel afspelen" (pagina 13)
voor meer informatie.
knippert terwijl het apparaat zich in de
stand-bystand voor de koppeling bevindt.
Voer stap 2 uit om de koppelingsmodus te
annuleren wanneer dit apparaat en het
BLUETOOTH-toestel gekoppeld zijn.
3
4
Voer de koppeling uit op het
BLUETOOTH-toestel zodat het dit
apparaat detecteert.
Selecteer [MEX-XB100BT] op het scherm
van het BLUETOOTH-toestel.
Als uw modelnaam niet weergegeven wordt,
herhaalt u dit proces vanaf stap 2.
Afspelen starten
Het koppelen annuleren
Verbinding maken met een gekoppeld
BLUETOOTH-toestel
Om een gekoppeld toestel te kunnen gebruiken,
moet het verbonden zijn met dit apparaat.
Sommige gekoppelde toestellen worden
automatisch verbonden.
1
Druk op CALL, selecteer [SET BT SIGNL]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
Controleer of
2
8NL
oplicht.
Activeer de BLUETOOTH-functie op het
BLUETOOTH-toestel.
3
Bedien het BLUETOOTH-toestel om
verbinding te maken met dit apparaat.
of
2
Verbind een iPhone/iPod met de USBpoort.
licht op.
Pictogrammen op het display:
Licht op wanneer handenvrij bellen
beschikbaar is door HFP (Handsfree
Profile) te activeren.
Licht op wanneer het audiotoestel
afspeelbaar is door A2DP (Advanced
Audio Distribution Profile) te activeren.
Verbinding maken met het laatste
verbonden toestel vanaf dit apparaat
Activeer de BLUETOOTH-functie op het
BLUETOOTH-toestel.
Druk op SRC en selecteer vervolgens [BT PHONE] of
[BT AUDIO].
Druk op ENTER om verbinding te maken met de
mobiele telefoon of op PAUSE om verbinding te
maken met het audiotoestel.
Opmerking
Tijdens het streamen van BLUETOOTH-audio kunt u niet
vanaf dit apparaat een verbinding tot stand brengen
met de mobiele telefoon. Maak in plaats daarvan
verbinding met dit apparaat vanaf de mobiele telefoon.
Tip
Met BLUETOOTH-signaal ingeschakeld: wanneer u de
contactsleutel omdraait, brengt dit apparaat
automatisch opnieuw de verbinding tot stand met de
mobiele telefoon waar het het laatst mee verbonden
was.
Microfoon installeren
Controleer of
apparaat.
oplicht op het display van het
Opmerkingen
Automatische BLUETOOTH-koppeling is niet mogelijk
wanneer het apparaat reeds verbonden is met een
ander BLUETOOTH-toestel. In dit geval verbreekt u de
verbinding met het andere toestel en brengt u de
verbinding met de iPhone/iPod opnieuw tot stand.
Als de automatische BLUETOOTH-koppeling niet
werkt, zie "Een BLUETOOTH-toestel voorbereiden"
voor meer informatie (pagina 7).
Een iPod/USB-apparaat
aansluiten
1
2
Verlaag het volume op het apparaat.
Sluit de iPod/het USB-apparaat aan op
het apparaat.
Gebruik voor het aansluiten van een iPod/
iPhone de USB-verbindingskabel voor iPod (niet
bijgeleverd).
Zie "De microfoon installeren" (pagina 34) voor
meer informatie.
Verbinding maken met een iPhone/
iPod (automatische BLUETOOTHkoppeling)
Wanneer een iPhone/iPod met iOS5 of later wordt
verbonden met de USB-poort, wordt het apparaat
automatisch gekoppeld en verbonden met de
iPhone/iPod.
Om automatische BLUETOOTH-koppeling mogelijk
te maken, moet [SET AUTO PAIR] in [BT] ingesteld
zijn op [ON] (pagina 22).
1
Activeer de BLUETOOTH-functie op de
iPhone/iPod.
9NL
Een ander draagbaar
audiotoestel aansluiten
1
2
3
Luisteren naar de radio
Schakel het draagbare audiotoestel uit.
Luisteren naar de radio
Verlaag het volume op het apparaat.
Om naar de radio te luisteren, drukt u op SRC om
[TUNER] te selecteren.
Sluit het draagbare audiotoestel met
behulp van een verbindingskabel (niet
bijgeleverd)* aan op de AUX-ingang
(stereominiaansluiting) op het apparaat.
Automatisch opslaan (BTM)
1
Druk op MODE om de band te wijzigen
(FM1, FM2, FM3, MW of LW).
2
Druk op MENU, selecteer [SET GENERAL]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
3
Selecteer [SET BTM] door de regelknop te
verdraaien en druk er vervolgens op.
* Gebruik een rechte stekker.
Het apparaat slaat de zenders in de volgorde
van frequentie op onder de cijfertoetsen.
4
Druk op SRC om [AUX] te selecteren.
Het volumeniveau van het aangesloten
toestel afstemmen op andere bronnen
Start het afspelen op het draagbare audiotoestel bij
een gemiddeld volume en stel uw gebruikelijke
luistervolume in op het hoofdapparaat.
Druk op MENU en selecteer [SET SOUND] [SET
AUX VOLUME] (pagina 21).
Afstemmen
1
Druk op MODE om de band te wijzigen
(FM1, FM2, FM3, MW of LW).
2
Stem af op de gewenste zender.
Handmatig afstemmen
Houd SEEK +/– ingedrukt om ongeveer op de
gewenste frequentie af te stemmen en druk
vervolgens herhaaldelijk op SEEK +/– om fijn af
te stemmen op de gewenste frequentie.
Automatisch afstemmen
Druk op SEEK +/–.
Het zoeken stopt wanneer een zender wordt
ontvangen.
Handmatig opslaan
1
Als u de zender ontvangt die u wilt
opslaan, houdt u een cijfertoets (1 tot 6)
ingedrukt tot [MEM] wordt
weergegeven.
De opgeslagen zenders ontvangen
1
10NL
Selecteer de band en druk vervolgens op
een cijfertoets (1 tot 6).
Radio Data System (RDS)
gebruiken
Alternatieve frequenties (AF) en
verkeersinformatie (TA) instellen
AF stemt continu opnieuw af op de zender met het
sterkste signaal in een netwerk, en TA biedt u de
huidige verkeersinformatie of
verkeersprogramma's (TP) wanneer deze worden
ontvangen.
1
Druk op AF/TA om [AF-ON], [TA-ON],
[AF/TA-ON] of [AF/TA-OFF] te selecteren.
RDS-zenders met de AF- en TA-instelling
opslaan
U kunt RDS-zenders samen met een AF/TAinstelling voorprogrammeren. Stel AF/TA in en sla
de zender vervolgens met BTM of handmatig op.
Als u handmatig voorprogrammeert, kunt u ook
niet-RDS-zenders voorprogrammeren.
Noodberichten ontvangen
Als AF of TA is ingeschakeld, wordt de
geselecteerde bron automatisch onderbroken door
de noodberichten.
Het volumeniveau aanpassen tijdens een
verkeersbericht
Het niveau wordt los van het normale
volumeniveau opgeslagen in het geheugen voor
toekomstige verkeersinformatie.
Programmatypes (PTY) selecteren
1
Houd PTY ingedrukt tijdens FMontvangst.
2
Verdraai de regelknop tot het gewenste
programmatype wordt weergegeven en
druk op de regelknop.
Het apparaat begint te zoeken naar een zender
die het geselecteerde programmatype uitzendt.
Programmatypen
NEWS (nieuws), AFFAIRS (actualiteiten), INFO
(informatie), SPORT (sport), EDUCATE (educatieve
programma's), DRAMA (toneel), CULTURE (cultuur),
SCIENCE (wetenschap), VARIED (diversen), POP M
(popmuziek), ROCK M (rockmuziek), EASY M
(variété), LIGHT M (licht klassiek), CLASSICS
(klassiek), OTHER M (overige muziek), WEATHER
(weerberichten), FINANCE (financiën), CHILDREN
(kinderprogramma's), SOCIAL A (sociale zaken),
RELIGION (religie), PHONE IN (Phone In), TRAVEL
(reizen), LEISURE (ontspanning), JAZZ (jazzmuziek),
COUNTRY (countrymuziek), NATION M (nationale
muziek), OLDIES (oldies), FOLK M (folkmuziek),
DOCUMENT (documentaires)
De kloktijd instellen (CT)
Met de CT-gegevens van de RDS-uitzending wordt
de klok ingesteld.
1
Stel [SET CT-ON] in bij [SET GENERAL]
(pagina 19).
Op een regionaal programma afgestemd
blijven (REGIONAL)
Wanneer de functies AF en REGIONAL ingeschakeld
zijn, schakelt het apparaat niet over naar een
andere regionale zender met een sterkere
frequentie. Wanneer u het ontvangstgebied van het
regionale programma verlaat, stelt u tijdens FMontvangst [REGIONAL-OFF] in bij [GENERAL]
(pagina 19).
Deze functie werkt niet in het Verenigd Koninkrijk
en sommige andere gebieden.
Local Link-functie (alleen voor het Verenigd
Koninkrijk)
Met deze functie kunt u andere lokale zenders in
het gebied selecteren, ook als deze niet zijn
opgeslagen onder de cijfertoetsen.
Druk tijdens FM-ontvangst op een cijfertoets (1 tot
6) waaronder een lokale zender is opgeslagen. Druk
binnen 5 seconden nogmaals op de cijfertoets van
de lokale zender. Herhaal dit tot de lokale zender
wordt ontvangen.
11NL
1
Afspelen
Het afspelen wordt gestart.
Als er al een toestel aangesloten is, drukt u om
het afspelen ervan te starten op SRC om [USB]
te selecteren ([IPD] wordt weergegeven op het
display als de iPod herkend wordt).
Een disc afspelen
1
Plaats de CD (met het label omhoog).
Sluit een iPod/USB-apparaat aan op de
USB-poort (pagina 9).
2
Pas het volume op dit apparaat aan.
Het afspelen stoppen
Houd OFF gedurende 1 seconde ingedrukt.
Het toestel verwijderen
Stop het afspelen en verwijder het toestel.
Waarschuwing voor iPhone
Het afspelen start automatisch.
Een iPod/USB-apparaat
afspelen
In deze gebruiksaanwijzing wordt "iPod" gebruikt
als algemene verwijzing naar de iPod-functies van
een iPod en iPhone, tenzij anders aangegeven in de
tekst of afbeeldingen.
Zie "Informatie over iPod" (pagina 23) voor
informatie over de geschiktheid van uw iPod of ga
naar de ondersteuningssite op het achterblad.
USB-apparaten van het type MSC (Mass Storage
Class) en MTP (Media Transfer Protocol) (zoals een
USB-flashstation, digitale mediaspeler, Androidtelefoon) die de USB-norm ondersteunen, kunnen
worden gebruikt.
Afhankelijk van de digitale mediaspeler of Androidtelefoon moet de USB-verbindingsstand mogelijk
ingesteld worden op MTP.
Opmerkingen
Ga naar de ondersteuningssite op het achterblad
voor meer informatie over de compatibiliteit van het
USB-apparaat.
Het afspelen van de volgende bestanden wordt niet
ondersteund.
MP3/WMA/AAC/FLAC:
Auteursrechtelijk beveiligde bestanden
DRM-bestanden (Digital Rights Management beheer van digitale rechten)
Meerkanaalsaudiobestanden
MP3/WMA/AAC:
Bestanden die zonder gegevensverlies zijn
gecomprimeerd (lossless)
WAV:
Meerkanaalsaudiobestanden
12NL
Als u een iPhone aansluit via USB, wordt het
gesprekvolume geregeld door de iPhone, niet door
het apparaat. Om plotselinge harde geluiden na
een oproep te voorkomen, moet u ervoor zorgen
dat u tijdens de oproep het volume van het
apparaat niet per ongeluk verhoogt.
Een iPod rechtstreeks bedienen
(passagiersbediening)
1
Houd tijdens het afspelen MODE
ingedrukt tot [MODE IPOD] weergegeven
wordt.
De iPod kan nu bediend worden.
Het volume kan alleen worden aangepast op
het apparaat.
Passagiersbediening verlaten
Houd MODE ingedrukt tot [MODE AUDIO]
weergegeven wordt.
Een BLUETOOTH-toestel
afspelen
U kunt inhoud afspelen op een verbonden toestel
dat ondersteuning biedt voor BLUETOOTH A2DP
(Advanced Audio Distribution Profile).
Zoeken naar een track op naam (QuickBrowZer™)
1
Druk tijdens het afspelen van CD, USB of
(bladeren)*2 om de lijst
BT AUDIO*1 op
met zoekcategorieën weer te geven.
Wanneer de tracklijst wordt weergegeven, drukt
u herhaaldelijk op
(terug) om de gewenste
zoekcategorie weer te geven.
1
Stel een BLUETOOTH-verbinding in met
het audiotoestel (pagina 8).
2
Druk op SRC om [BT AUDIO] te
selecteren.
3
Bedien het audiotoestel en start het
afspelen.
4
Pas het volume op dit apparaat aan.
Opmerkingen
Afhankelijk van het audiotoestel wordt informatie
zoals de titel, het tracknummer, de tracktijd en de
afspeelstatus mogelijk niet weergegeven op dit
apparaat.
Zelfs als op dit apparaat een andere bron wordt
gekozen, wordt de weergave van het audiotoestel
niet stopgezet.
[BT AUDIO] verschijnt niet op het display wanneer de
toepassing "SongPal" via de BLUETOOTH-functie
wordt gebruikt.
Het volumeniveau van het BLUETOOTHtoestel afstemmen op andere bronnen
Start het afspelen op het BLUETOOTH-audiotoestel
bij een gemiddeld volume en stel uw gebruikelijke
luistervolume in op het hoofdapparaat.
Druk op MENU en selecteer [SET SOUND] [SET BTA
VOLUME] (pagina 21).
Tracks zoeken en afspelen
*1 Alleen beschikbaar voor audiotoestellen die
AVRCP (Audio Video Remote Control Profile) 1.4
of hoger ondersteunen.
*2 Druk tijdens het afspelen via USB gedurende
meer dan 2 seconden op
(bladeren) om
rechtstreeks terug te keren naar het begin van de
categorielijst.
2
Selecteer de zoekcategorie van uw keuze
door de regelknop te verdraaien en
bevestig deze met een druk op de
regelknop.
3
Herhaal stap 2 om de gewenste track te
zoeken.
Het afspelen wordt gestart.
De Quick-BrowZer-stand verlaten
Druk op
(bladeren).
Zoeken door items over te slaan
(Overspring-stand)
1
2
3
Druk op
(bladeren).
Druk op SEEK +.
Verdraai de regelknop om het item te
selecteren.
De lijst wordt doorbladerd in stappen van 10%
van het totale aantal items in de lijst.
4
Druk op ENTER om terug te keren naar
de Quick-BrowZer-stand.
Het geselecteerde item wordt weergegeven.
Herhaaldelijk en willekeurig afspelen
1
Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op
(herhalen) of
(willekeurig) om
de gewenste weergavestand te
selecteren.
5
Selecteer het item van uw keuze door de
regelknop te verdraaien en er
vervolgens op te drukken.
Het afspelen wordt gestart.
Het duurt even voor het afspelen start in de
geselecteerde weergavestand.
De beschikbare weergavestanden verschillen
afhankelijk van de geselecteerde geluidsbron.
13NL
4
Handenvrij bellen (alleen via
BLUETOOTH)
Selecteer een nummer uit de
nummerlijst door de regelknop te
verdraaien en druk vervolgens op de
regelknop.
Het telefoongesprek wordt gestart.
Om een mobiele telefoon te kunnen gebruiken,
moet u deze verbinden met dit apparaat. Zie "Een
BLUETOOTH-toestel voorbereiden" (pagina 7) voor
meer informatie.
Vanuit de gesprekkenhistorie
1
Druk op CALL, selecteer [SET RECENT
CALL] door de regelknop te verdraaien
en druk er vervolgens op.
Er wordt een lijst van gesprekken in de
gesprekkenhistorie weergegeven.
2
Een oproep beantwoorden
1
Druk op CALL wanneer u een gesprek
met een beltoon ontvangt.
Selecteer een naam of telefoonnummer
uit de gesprekkenhistorie door de
regelknop te verdraaien en druk
vervolgens op de regelknop.
Het telefoongesprek wordt gestart.
Het telefoongesprek wordt gestart.
Opmerking
De beltoon en het stemgeluid worden alleen
uitgevoerd via de voorluidsprekers.
Door een nummer in te toetsen
1
Druk op CALL, selecteer [SET DIAL
NUMBER] door de regelknop te
verdraaien en druk er vervolgens op.
2
Verdraai de regelknop om het
telefoonnummer in te voeren en
selecteer als laatste [ ] (spatie). Druk
vervolgens op ENTER*.
Een oproep weigeren
Houd OFF gedurende 1 seconde ingedrukt.
Een gesprek beëindigen
Druk nogmaals op CALL.
Het telefoongesprek wordt gestart.
Iemand opbellen
U kunt iemand uit het telefoonboek of de
oproepgeschiedenis bellen wanneer er een
mobiele telefoon die ondersteuning biedt voor
PBAP (Phone Book Access Profile) verbonden is.
Vanuit het telefoonboek
1
2
3
Druk op CALL, selecteer [SET PHONE
BOOK] door de regelknop te verdraaien
en druk er vervolgens op.
* Druk op SEEK +/– om de digitale aanduiding te
verplaatsen.
Opmerking
In het display wordt [_] weergegeven in plaats van [#].
Door een nummer opnieuw te vormen
1
Druk op CALL, selecteer [SET REDIAL]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
Het telefoongesprek wordt gestart.
Selecteer een eerste letter uit de lijst van
eerste letters door de regelknop te
verdraaien en druk vervolgens op de
regelknop.
1
Selecteer een naam uit de naamlijst door
de regelknop te verdraaien en druk
vervolgens op de regelknop.
Druk op SRC, selecteer [BT PHONE] door
de regelknop te verdraaien en druk er
vervolgens op.
2
Druk op een cijfertoets (1 tot 6) om de
contactpersoon te selecteren die u wilt
bellen.
3
Druk op ENTER.
Met een voorkeuzenummer
Het telefoongesprek wordt gestart.
14NL
Telefoonnummers voorprogrammeren
U kunt maximaal 6 contacten opslaan onder de
voorkeuzetoetsen.
1
2
Selecteer in het telefoonboek of in de
gesprekkenhistorie een telefoonnummer dat u wilt
opslaan onder de voorkeuzetoetsen. U kunt ook
rechtstreeks een telefoonnummer invoeren.
Het telefoonnummer wordt weergegeven op het
display van dit apparaat.
Houd een cijfertoets (1 tot 6) ingedrukt tot [MEM]
wordt weergegeven.
Het contact is opgeslagen onder het geselecteerde
voorkeuzenummer.
Schakelen tussen de handenvrije en de niethandenvrije stand
Druk tijdens een gesprek op MODE om het geluid
van het telefoongesprek te laten uitvoeren via het
apparaat of de mobiele telefoon.
Opmerking
Afhankelijk van de mobiele telefoon is deze handeling
mogelijk niet beschikbaar.
Via spraak-tags
U kunt een persoon bellen door de spraak-tag uit te
spreken die opgeslagen is in een verbonden
mobiele telefoon die uitgerust is met een functie
voor spraakgestuurd kiezen.
1
Druk op CALL, selecteer [SET VOICE DIAL]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
U kunt ook op VOICE drukken terwijl de functie
"SongPal" uitgeschakeld is.
2
Zeg de spraak-tag die op de mobiele
telefoon is opgeslagen.
Uw stem wordt herkend en het nummer wordt
gebeld.
Spraakgestuurd kiezen annuleren
Druk op VOICE.
Beschikbare bedieningen
tijdens een gesprek
Het volume van de beltoon aanpassen
Verdraai de regelknop terwijl u een gesprek
ontvangt.
Het volume van de stem van de spreker
aanpassen
Verdraai de regelknop tijdens een gesprek.
Het volume aanpassen voor de andere
persoon (aanpassing van de
microfoonversterking)
Druk op MIC.
Regelbaar volumeniveau: [BTP MIC GAIN-LOW],
[BTP MIC GAIN-MID], [BTP MIC GAIN-HI].
Echo en ruis verminderen (echoonderdrukking/ruisonderdrukking)
Houd MIC ingedrukt.
Instelbare standen: [BTP EC/NC-1], [BTP EC/NC-2].
15NL
De bron of toepassing selecteren
Handige functies
SongPal met iPhone/Androidtelefoon
De toepassing "SongPal" (versie
2.1 of later) moet worden
gedownload van de App Store
voor iPhone of van Google Play
voor Android-telefoons.
Opmerkingen
Houd u voor uw eigen veiligheid
aan de plaatselijke
verkeersregels en bedien de
toepassing niet tijdens het rijden.
"SongPal" is een app waarmee u
Sony-audiotoestellen die
compatibel zijn met "SongPal", kunt bedienen met uw
iPhone-/Android-telefoon.
Wat u met "SongPal" kunt bedienen, is afhankelijk van
het aangesloten toestel.
Om de functies van "SongPal" te gebruiken,
raadpleegt u de informatie over uw iPhone-/Androidtelefoon.
Meer informatie over "SongPal" vindt u op de
volgende URL:
http://rd1.sony.net/help/speaker/songpal/
De SongPal-verbinding tot stand
brengen
1
Breng de BLUETOOTH-verbinding met
uw iPhone-/Android-telefoon tot stand
(pagina 7).
2
3
Start de toepassing "SongPal".
U kunt de gewenste bron of toepassing op de
iPhone-/Android-telefoon selecteren.
De bron selecteren
Druk herhaaldelijk op SRC. U kunt ook op SRC
drukken, de regelknop verdraaien om de gewenste
bron te selecteren en vervolgens op ENTER
drukken.
De bronlijst weergeven
Druk op SRC.
Aankondiging van diverse informatie
met spraakbegeleiding (alleen Androidtelefoon)
Wanneer SMS-berichtjes, twitter-/facebook-/
kalender-meldingen enz. worden ontvangen,
worden ze automatisch via de luidsprekers van het
apparaat aangekondigd.
Houd ENTER op het apparaat langer dan
2 seconden ingedrukt.
De verbinding met iPhone/Android-telefoon
wordt gestart.
Meer informatie over bedieningshandelingen
met een iPhone/Android-telefoon vindt u in de
helpfunctie van de toepassing.
Als het toestelnummer verschijnt
Controleer of het nummer wordt weergegeven (bv.
123456), selecteer vervolgens [Ja] op de iPhone-/
Android-telefoon.
De verbinding beëindigen
Houd ENTER ingedrukt.
16NL
Voor meer informatie over de instellingen
raadpleegt u de help bij de toepassing.
Spraakherkenning activeren (alleen
Android-telefoon)
Door toepassingen te registreren, kunt u een
toepassing met gesproken commando's bedienen.
Voor meer details raadpleegt u de help bij de
toepassing.
Verschillende instellingen uitvoeren
U kunt de verschillende instellingen uitvoeren via
uw iPhone-/Android-telefoon.
Spraakherkenning activeren
1
2
Druk op VOICE om de spraakherkenning te
activeren.
Spreek het gewenste spraakcommando in de
microfoon wanneer [Say Source or App] op de
Android-telefoon verschijnt.
Voor meer informatie over de instellingen
raadpleegt u de help bij de toepassing.
Opmerkingen
In sommige gevallen is spraakherkenning niet
beschikbaar.
Spraakherkenning werkt mogelijk niet goed,
afhankelijk van de prestaties van de aangesloten
Android-telefoon.
Gebruik deze functie in omstandigheden waar het
lawaai tijdens de spraakherkenning zo beperkt
mogelijk is (bv. het geluid van de motor).
Een SMS-bericht beantwoorden (alleen
Android-telefoon)
U kunt een bericht beantwoorden met
spraakherkenning.
1
2
3
Activeer spraakherkenning en zeg vervolgens
"Reply (Antwoorden)".
Het berichtinvoerscherm verschijnt in de toepassing
"SongPal".
Geef een antwoordbericht in met
spraakherkenning.
De lijst met mogelijke berichten verschijnt op de
toepassing "SongPal".
Selecteer het gewenste bericht door de regelknop
te verdraaien en druk vervolgens op de regelknop.
Het bericht wordt verzonden.
17NL
Siri Eyes Free gebruiken
Met Siri Eyes Free kunt u een iPhone handenvrij
gebruiken door gewoon in de microfoon te
spreken. Voor deze functie dient u uw iPhone door
middel van automatische BLUETOOTH-koppeling te
verbinden met het apparaat. De beschikbaarheid is
beperkt tot iPhone 4s of later. Controleer of uw
iPhone met de recentste iOS-versie werkt.
U moet de BLUETOOTH-registratie en de
verbindingsconfiguratie voor de iPhone met het
apparaat vooraf uitvoeren. Zie "Een BLUETOOTHtoestel voorbereiden" (pagina 7) voor meer
informatie.
1
De DEMO-stand annuleren
U kunt het demonstratiescherm annuleren dat
wordt weergegeven wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven wordt.
1
Druk op MENU, selecteer [SET DISPLAY]
door de regelknop te verdraaien en druk
er vervolgens op.
2
Selecteer [SET DEMO] door de regelknop
te verdraaien en druk er vervolgens op.
3
Selecteer [SET DEMO-OFF] door de
regelknop te verdraaien en druk er
vervolgens op.
Activeer de Siri-functie op de iPhone.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing geleverd bij
de iPhone voor meer informatie.
2
Instellingen
Druk op VOICE.
Het spraakcommandoscherm verschijnt.
3
Spreek in de microfoon nadat de iPhone
een pieptoon geproduceerd heeft.
Het instellen is voltooid.
4
Druk op VOICE.
Opmerkingen
Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden kan de
iPhone uw spraak mogelijk niet herkennen.
(Bijvoorbeeld als u zich in een rijdende wagen
bevindt.)
Siri werkt mogelijk niet goed of de reactietijd kan te
lang zijn op plaatsen waar iPhone-signalen moeilijk te
ontvangen zijn.
Afhankelijk van de werktoestand van de iPhone werkt
Siri mogelijk niet goed of kan Siri worden gesloten.
Als u een track met een iPhone afspeelt via de
BLUETOOTH-audioverbinding en wanneer de track via
BLUETOOTH begint af te spelen, wordt de Siri-functie
automatisch gesloten en schakelt het apparaat naar
de BLUETOOTH-audiobron.
Wanneer Siri tijdens de audioweergave wordt
geactiveerd, kan het apparaat naar de BLUETOOTHaudiobron schakelen, zelfs wanneer u geen af te
spelen track kiest.
Wanneer de iPhone wordt verbonden met de USBpoort, werkt Siri mogelijk niet goed of kan Siri worden
gesloten.
Wanneer u de iPhone verbindt met het apparaat, mag
u Siri niet activeren met de iPhone. Siri werkt mogelijk
niet goed of kan worden gesloten.
Er is geen audioweergave terwijl Siri Eyes Free
geactiveerd is.
18NL
(terug).
Het display keert terug naar de normale
ontvangst-/weergavestand.
De iPhone produceert opnieuw een pieptoon en
Siri is klaar om te reageren.
Siri Eyes Free deactiveren
Druk twee keer op
Algemene bediening voor
instellingen
U kunt items instellen in de volgende
instelcategorieën:
Algemene instelling (GENERAL), geluidsinstelling
(SOUND), display-instelling (DISPLAY), BLUETOOTHinstelling (BT), SongPal-instelling (SONGPAL)
(Niet beschikbaar wanneer de BT-telefoon
geselecteerd is.)
1
2
Druk op MENU.
Selecteer de instellingencategorie door
de regelknop te verdraaien en er
vervolgens op te drukken.
De items die ingesteld kunnen worden,
verschillen afhankelijk van de bron en
instellingen.
3
Selecteer de opties door de regelknop te
verdraaien en druk er vervolgens op.
Terugkeren naar het vorige display
Druk op
(terug).
Algemene instellingen
(GENERAL)
CLOCK ADJ (klok aanpassen) (pagina 7)
CHARGE
Hiermee kunt u de stroomcapaciteit (A) van de
USB-poort omschakelen: [HIGH], [STD].
(Alleen beschikbaar wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven
wordt.)
CAUT ALARM (waarschuwingstoon)
De waarschuwingstoon inschakelen: [ON], [OFF]
(pagina 6).
(Alleen beschikbaar wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven
wordt.)
BEEP
De pieptoon inschakelen: [ON], [OFF].
AUTO OFF
Automatisch uitschakelen na de gewenste tijd
wanneer het apparaat is uitgeschakeld: [NO],
[30S] (30 seconden), [30M] (30 minuten), [60M]
(60 minuten).
STEERING
Registreert/reset de instelling van de
stuurafstandsbediening.
(Beschikbaar wanneer verbonden met behulp
van de verbindingskabel (niet bijgeleverd).)
(Alleen beschikbaar wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven
wordt.)
STR CONTROL (stuurbediening)
Hiermee kunt u de invoerstand selecteren voor
de aangesloten afstandsbediening. Om
storingen te voorkomen, moet u voor u het
gebruik start de invoerstand afstemmen op de
aangesloten afstandsbediening.
USER
Invoerstand voor de stuurafstandsbediening
(wordt automatisch geselecteerd wanneer
[STR EDIT] voltooid is of [STR RESET]
uitgevoerd wordt)
EXTERNAL
Invoerstand voor de bekabelde
afstandsbediening, exclusief de
stuurafstandsbediening
STR EDIT (stuurbewerking)
Registreert de functies (SOURCE, ATT, VOL +/–,
SEEK +/–, VOICE, CALL) in de
stuurafstandsbediening:
Verdraai de regelknop om de functie te
selecteren die u aan de
stuurafstandsbediening wilt toewijzen, en
druk er vervolgens op.
Terwijl [REGISTER] knippert, houdt u de knop
op de stuurafstandsbediening ingedrukt
waaraan u de functie wilt toewijzen. Als de
registratie voltooid is, verschijnt
[REGISTERED].
Om andere functies te registreren, herhaalt u
de stappen en .
STR RESET (stuurherstel)
Voert een reset uit van de instelling van de
stuurafstandsbediening: [YES], [NO].
Opmerkingen
Terwijl u instellingen uitvoert, kan het apparaat
alleen met de toetsen worden bediend. Om
veiligheidsredenen dient u uw wagen te parkeren
voor u deze instelling uitvoert.
Als er zich tijdens de registratie een fout voordoet,
blijft alle eerder geregistreerde informatie
behouden. Start de registratie opnieuw vanaf de
functie waar de fout zich heeft voorgedaan.
Deze functie is op sommige wagens mogelijk niet
beschikbaar. Ga naar de ondersteuningssite op
het achterblad voor meer informatie over de
compatibiliteit van uw wagen.
AUX AUDIO
Het AUX-bronscherm inschakelen: [ON], [OFF].
(Alleen beschikbaar wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven
wordt.) (Niet beschikbaar wanneer de "SongPal"verbinding tot stand gebracht is.)
CT (kloktijd)
De CT-functie inschakelen: [ON], [OFF].
REGIONAL
De ontvangst beperken tot een specifieke regio:
[ON], [OFF]. (Alleen beschikbaar wanneer FM
ontvangen wordt.)
BTM (pagina 10)
(Alleen beschikbaar wanneer de tuner
geselecteerd is.)
FIRMWARE
Controleert/actualiseert de firmwareversie.
Meer informatie vindt u op de volgende
ondersteuningssite:
http://support.sony-europe.com/
FW VERSION (firmwareversie)
Toont de actuele firmwareversie.
FW UPDATE (firmware-update)
Start het update-proces voor de firmware: [YES],
[NO].
(Alleen beschikbaar wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven
wordt.)
19NL
Geluidsinstellingen (SOUND)
Dit instellingenmenu is beschikbaar wanneer om
het even welke bron behalve de BT-telefoon
geselecteerd is.
MEGA BASS
De basklanken versterken overeenkomstig het
volumeniveau: [ON], [OFF].
(Wordt automatisch op [OFF] gezet wanneer
[CLEAR AUDIO+] ingesteld is op [ON].)
SW POSITION* (subwoofer-positie)
[NEAR] (nabij),
[NORMAL] (normaal),
[FAR] (ver)
BALANCE
De geluidsbalans aanpassen: [RIGHT-15] –
[CENTER] – [LEFT-15].
FADER
Het relatieve niveau aanpassen: [FRONT-15] –
[CENTER] – [REAR-15].
CLEAR AUDIO+
Reproduceert geluid door het digitale signaal te
optimaliseren met de door Sony aanbevolen
geluidsinstellingen: [ON], [OFF]. (Wordt
automatisch op [OFF] gezet wanneer [EQ10
PRESET] wordt gewijzigd en/of [MEGA BASS]
ingesteld is op [ON].)
DSEE (digital sound enhancement engine)
Verbetert digitaal gecomprimeerd geluid door
hoge frequenties die verloren zijn gegaan in het
compressieproces te herstellen.
Deze instelling kan voor iedere bron (behalve de
tuner) in het geheugen worden opgeslagen.
Selecteert de DSEE-stand: [ON], [OFF].
EQ10 PRESET
Selecteert een equalizercurve uit 10
equalizercurves of uit: [OFF], [R AND B], [ROCK],
[POP], [DANCE], [HIP-HOP], [ELECTRONICA],
[JAZZ], [SOUL], [COUNTRY], [CUSTOM].
Voor iedere bron kan de equalizercurve in het
geheugen worden opgeslagen.
AAV (geavanceerd automatisch volume)
Het volumeniveau van alle weergavebronnen
aanpassen naar het optimale niveau: [ON],
[OFF].
EQ10 SETTING
Hiermee kunt u [CUSTOM] instellen voor EQ10.
BASE
Selecteert een voorgeprogrammeerde
equalizercurve als basis voor verdere
aanpassing: [BAND1] 32 Hz, [BAND2] 63 Hz,
[BAND3] 125 Hz, [BAND4] 250 Hz, [BAND5]
500 Hz, [BAND6] 1 kHz, [BAND7] 2 kHz, [BAND8]
4 kHz, [BAND9] 8 kHz, [BAND10] 16 kHz.
Het volume kan worden aangepast in stappen
van 1 dB, van -6 dB tot +6 dB.
POSITION (luisterpositie)
F/R POSITION (positie voor/achter)
Simuleert een natuurlijk geluidsveld door het
uitsturen van het geluid uit de luidspreker te
vertragen en aan te passen aan uw positie:
[FRONT L] (links voor),
[FRONT R] (rechts voor),
[FRONT] (midden voor),
[ALL] (midden van uw wagen),
[OFF] (geen positie ingesteld)
ADJ POSITION* (positie aanpassen)
Stemt de instelling van de luisterpositie fijn af:
[+3] – [CENTER] – [-3].
20NL
REARBAS ENH (versterking lage tonen achter)
Versterking lage tonen achter laat het basgeluid
toenemen door de instelling van een
laagdoorlaatfilter op de achterluidsprekers toe
te passen. Door middel van deze functie kunnen
de achterluidsprekers werken als subwoofer als
er geen subwoofer is aangesloten. (Alleen
beschikbaar wanneer [SUBW DIRECT] is
ingesteld op [OFF].)
RBE MODE (stand versterking lage tonen achter)
De stand voor versterking van de lage tonen
achteraan selecteren: [1], [2], [3], [OFF].
LPF FREQ (frequentie van laagdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de subwoofer
selecteren: [50Hz], [60Hz], [80Hz], [100Hz],
[120Hz].
LPF SLOPE (steilheid laagdoorlaatfilter)
Selecteert de LPF-steilheid: [1], [2], [3].
SUBW DIRECT (rechtstreekse subwooferverbinding)
U kunt een subwoofer zonder versterker
gebruiken door deze aan te sluiten op de
achterluidsprekerkabel. (Alleen beschikbaar
wanneer [RBE MODE] is ingesteld op [OFF].)
Sluit hiervoor een subwoofer van 4 – 8 ohm aan
op een van de achterluidsprekerkabels. Sluit in
dat geval geen luidspreker aan op de andere
achterluidsprekerkabel.
SUBW MODE (subwooferstand)
De subwooferstand selecteren: [1], [2], [3], [OFF].
SUBW PHASE (fase subwoofer)
De fase van de subwoofer selecteren: [NORM],
[REV].
SW POSITION* (subwooferpositie)
De subwooferpositie selecteren: [NEAR],
[NORMAL], [FAR].
LPF FREQ (frequentie van laagdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de subwoofer
selecteren: [50Hz], [60Hz], [80Hz], [100Hz],
[120Hz].
LPF SLOPE (steilheid laagdoorlaatfilter)
Selecteert de LPF-steilheid: [1], [2], [3].
SUB WOOFER
SUBW LEVEL (subwooferniveau)
Het subwoofervolume aanpassen:
[+10 dB] – [0 dB] – [-10 dB].
([ATT] wordt weergegeven bij de laagste
instelling.)
SUBW PHASE (fase subwoofer)
De fase van de subwoofer selecteren: [NORM],
[REV].
SW POSITION* (subwooferpositie)
De subwooferpositie selecteren: [NEAR],
[NORMAL], [FAR].
LPF FREQ (frequentie van laagdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de subwoofer
selecteren: [50Hz], [60Hz], [80Hz], [100Hz],
[120Hz].
LPF SLOPE (steilheid laagdoorlaatfilter)
Selecteert de LPF-steilheid: [1], [2], [3].
HPF (hoogdoorlaatfilter)
HPF FREQ (frequentie hoogdoorlaatfilter)
De kantelfrequentie van de voor-/
achterluidspreker selecteren: [OFF], [50Hz],
[60Hz], [80Hz], [100Hz], [120Hz].
HPF SLOPE (steilheid hoogdoorlaatfilter)
De HPF-steilheid selecteren (werkt alleen als
[HPF FREQ] niet op [OFF] is ingesteld): [1], [2], [3].
AUX VOLUME (AUX-volumeniveau)
Het volumeniveau voor elk aangesloten
randapparaat aanpassen: [+18 dB] – [0 dB] –
[-8 dB].
Dankzij deze instelling is het niet nodig om het
volumeniveau tussen bronnen aan te passen.
BTA VOLUME (volumeniveau BLUETOOTH-audio)
Het volumeniveau voor elk aangesloten
BLUETOOTH-toestel aanpassen: [+6 dB] –
[0 dB] – [-6 dB].
Dankzij deze instelling is het niet nodig om het
volumeniveau tussen bronnen aan te passen.
* Wordt niet weergegeven wanneer [F/R POSITION]
ingesteld is op [OFF].
Display-instellingen (DISPLAY)
DEMO (demonstratie)
De demonstratie inschakelen: [ON], [OFF].
DIMMER
Dimt het display: [ON], [OFF], [AT] (automatisch)
([AT] is alleen beschikbaar wanneer de
verlichtingsbedieningskabel verbonden is en de
koplampen ingeschakeld zijn).
SUB DISPLAY
Het item selecteren om weer te geven als
subinformatie: [SOURCE], [CLOCK].
BUTTON COLOR
Stelt een voorkeuzekleur of een speciale kleur in
voor de toetsen.
COLOR
Maakt een keuze uit 15 voorkeuzekleuren,
1 speciale kleur.
CUSTOM COLOR
Registreert een speciale kleur voor de toetsen.
RGB RED, RGB GREEN, RGB BLUE
Aanpasbaar kleurbereik: [0] – [32] ([0] kan
niet worden ingesteld voor alle
kleurbereiken).
DSPL COLOR (displaykleur)
Stelt een voorkeuzekleur of een speciale kleur in
voor het display.
COLOR
Maakt een keuze uit 15 voorkeuzekleuren,
1 speciale kleur.
CUSTOM COLOR
Registreert een speciale kleur voor het display.
RGB RED, RGB GREEN, RGB BLUE
Aanpasbaar kleurbereik: [0] – [32] ([0] kan
niet worden ingesteld voor alle
kleurbereiken).
ALL COLOR
Stelt een voorkeuzekleur of een speciale kleur in
voor het display en de toetsen.
COLOR
Maakt een keuze uit 15 voorkeuzekleuren,
1 speciale kleur.
CUSTOM COLOR
Registreert een speciale kleur voor het display
en de toetsen.
RGB RED, RGB GREEN, RGB BLUE
Aanpasbaar kleurbereik: [0] – [32] ([0] kan
niet worden ingesteld voor alle
kleurbereiken).
SOUND SYNC (geluidssynchronisatie)
Selecteert de kleur met geluidssynchronisatie:
[ON], [OFF].
21NL
WHITE MENU
U kunt het menu duidelijker weergeven (wit)
zonder gevolgen voor de kleurinstelling: [ON],
[OFF].
START WHITE
Wanneer op SRC wordt gedrukt, worden het
display en de toetsen op het hoofdapparaat één
keer wit, daarna gaan ze naar de speciale kleur:
[ON], [OFF].
MOTION DSPL (bewegingsdisplay)
Bewegende patronen weergeven: [ON], [OFF],
[SA] (spectrumanalyzer).
AUTO SCROLL
Lange items automatisch laten rollen: [ON],
[OFF].
(Niet beschikbaar wanneer AUX of de tuner
geselecteerd is.)
BLUETOOTH-instellingen (BT)
PAIRING (pagina 8)
PHONE BOOK (pagina 14)
REDIAL (pagina 14)
RECENT CALL (pagina 14)
VOICE DIAL (pagina 15)
DIAL NUMBER (pagina 14)
RINGTONE
Hiermee selecteert u of dit apparaat of de
aangesloten mobiele telefoon de beltoon
uitvoert: [1] (dit apparaat), [2] (mobiele telefoon).
AUTO ANSWER
Het apparaat beantwoordt automatisch een
binnenkomend gesprek: [OFF], [1] (ongeveer
3 seconden), [2] (ongeveer 10 seconden).
AUTO PAIR (automatisch koppelen)
Start BLUETOOTH-koppeling automatisch
wanneer een iOS-toestel met versie 5.0 of
recenter wordt verbonden via USB: [ON], [OFF].
BT SIGNL (BLUETOOTH-signaal) (pagina 8)
Hiermee kunt u de BLUETOOTH-functie
activeren/deactiveren.
22NL
BT INIT (BLUETOOTH initialiseren)
U kunt alle instellingen die met de BLUETOOTHfunctie verband houden (koppelingsinformatie,
voorkeuzenummer, toestelinformatie enz.)
initialiseren: [YES], [NO].
Initialiseer alle instellingen wanneer u het
apparaat weggooit.
(Alleen beschikbaar wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven wordt.)
SongPal-instellingen
(SONGPAL)
Begint en eindigt de functie "SongPal" (verbinding).
Aanvullende informatie
De firmware updaten
U kunt de firmware van dit apparaat updaten van
de volgende ondersteuningssite:
http://support.sony-europe.com/
Om de firmware te updaten, bezoekt u de
ondersteuningssite, waarna u de online-instructies
volgt.
Voorzorgsmaatregelen
Laat het apparaat afkoelen als de auto
geparkeerd heeft gestaan in de volle zon.
Laat het voorpaneel of audioapparaten niet
achter in de auto. Deze kunnen beschadigd raken
door de hoge temperaturen van direct zonlicht.
De elektrisch bediende antenne schuift
automatisch uit.
Discs die NIET kunnen worden afgespeeld met dit
apparaat
Discs waarop labels, stickers, tape of papier zijn
geplakt. Hierdoor kan de werking worden
verstoord of de disc worden beschadigd.
Discs met afwijkende vormen (bv. hart,
vierkant, ster). Als u dit toch probeert, kan het
apparaat worden beschadigd.
8 cm-discs.
Opmerkingen over CD-R's/CD-RW's
Als een disc met Multi Session (meerdere sessies)
begint met een CD-DA-sessie, wordt deze
herkend als een CD-DA-disc en worden andere
sessies niet afgespeeld.
Discs die NIET kunnen worden afgespeeld met dit
apparaat
CD-R's/CD-RW's met slechte opnamekwaliteit.
CD-R's/CD-RW's die zijn opgenomen met een
incompatibel opnameapparaat.
CD-R's/CD-RW's die onjuist zijn gefinaliseerd.
CD-R's/CD-RW's die niet zijn opgenomen in de
muziek-CD-indeling of MP3-indeling conform
ISO9660 Level 1/Level 2, Joliet/Romeo of Multi
Session (meerdere sessies).
Condensvorming
Als er vocht condenseert in het apparaat, verwijdert
u de disc en wacht u ongeveer een uur tot het
apparaat is gedroogd; anders kan de werking van
het apparaat worden verstoord.
Hoge geluidskwaliteit behouden
Afspeelvolgorde van MP3-/WMA-/AACbestanden
MP3/WMA/AAC
Mors geen vloeistof op het apparaat of de discs.
Map (album)
MP3-/WMA-/AAC-bestand
(track)
Opmerkingen over discs
Stel een disc niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen, zoals die van de verwarming in
de auto, en laat een disc niet achter in een auto
die in de volle zon staat geparkeerd.
Veeg een disc van het midden
naar de buitenrand schoon
met een doekje voordat u
deze afspeelt. Gebruik geen
oplosmiddelen zoals benzine,
thinner en in de handel
verkrijgbare
reinigingsmiddelen.
Dit apparaat is ontworpen
voor het afspelen van discs die voldoen aan de
CD-norm (Compact Disc). DualDiscs en sommige
muziekdiscs die zijn gecodeerd met
copyrightbeveiligingstechnologieën voldoen niet
aan de CD-norm (Compact Disc) en kunnen
daarom mogelijk niet worden afgespeeld met dit
apparaat.
Informatie over iPod
U kunt de volgende iPod-modellen aansluiten.
Werk de software van uw iPod bij naar de laatste
versie vóór gebruik.
Compatibele iPhone-/iPod-modellen
Compatibel model
Bluetooth®
USB
iPhone 5s
iPhone 5c
iPhone 5
iPhone 4s
iPhone 4
23NL
Compatibel model
iPhone 3GS
Bluetooth®
USB
iPhone 3G*
iPod touch
(5e generatie)
iPod touch
(4e generatie)
iPod touch
(3e generatie)*
iPod touch
(2e generatie)*
iPod classic*
iPod nano
(7e generatie)*
iPod nano
(6e generatie)*
iPod nano
(5e generatie)*
iPod nano
(4e generatie)*
iPod nano
(3e generatie)*
* "SongPal" biedt geen ondersteuning voor iPhone 3G,
iPod touch (3e generatie), iPod touch (2e generatie),
iPod classic en iPod nano.
"Made for iPod" en "Made for iPhone" betekenen
dat een elektronisch accessoire speciaal is
ontworpen om aan te sluiten op respectievelijk
een iPod of iPhone en dat de ontwikkelaar van
het accessoire verklaart dat het voldoet aan de
prestatienormen van Apple. Apple is niet
verantwoordelijk voor de werking van dit
apparaat of voor het voldoen ervan aan de
veiligheids- en overheidsvoorschriften. Merk op
dat het gebruik van dit accessoire met een iPod of
iPhone de draadloze prestaties kan beïnvloeden.
Met alle vragen of problemen met betrekking tot dit
apparaat die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sonyhandelaar.
Onderhoud
Aansluitingen schoonmaken
De werking van het apparaat kan worden verstoord
als de aansluitingen tussen het apparaat en het
voorpaneel niet schoon zijn. U kunt dit voorkomen
door het voorpaneel (pagina 6) te verwijderen en
de aansluitingen te reinigen met een wattenstaafje.
Gebruik hierbij niet te veel kracht. Anders kunnen
de aansluitingen worden beschadigd.
Opmerkingen
Uit veiligheidsoverwegingen moet u de motor
uitschakelen en de sleutel uit de contactschakelaar
halen voordat u de aansluitingen reinigt.
Raak de aansluitingen nooit rechtstreeks aan met uw
vingers of een metalen voorwerp.
Technische gegevens
Tuner
FM
Afstembereik: 87,5 – 108,0 MHz
Antenneaansluiting:
Aansluiting voor externe antenne
Tussenfrequentie:
FM CCIR: -1.956,5 tot -487,3 kHz en
+500,0 tot +2.095,4 kHz
Bruikbare gevoeligheid: 8 dBf
Selectiviteit: 75 dB bij 400 kHz
Signaal/ruis-afstand: 73 dB
Scheiding: 50 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik: 20 – 15.000 Hz
MW/LW
Afstembereik:
MW: 531 – 1.602 kHz
LW: 153 – 279 kHz
Antenneaansluiting:
Aansluiting voor externe antenne
Gevoeligheid: MW: 26 μV, LW: 50 μV
CD-speler
Signaal/ruis-afstand: 120 dB
Frequentiebereik: 10 – 20.000 Hz
Snelheidsfluctuaties: minder dan meetbare
waarden
24NL
Het maximumaantal: (alleen CD-R/CD-RW)
mappen (albums): 150 (inclusief hoofdmap)
bestanden (tracks) en mappen: 300 (mogelijk
minder dan 300 als de map-/bestandsnaam veel
tekens bevat)
tekens die kunnen worden weergegeven voor de
naam van een map/bestand: 32 (Joliet)/64
(Romeo)
Bijbehorende codecs: MP3 (.mp3), WMA (.wma) en
AAC (.m4a)
USB-speler
Interface: USB (High-speed)
Maximale voeding: 1,5 A
Het maximale aantal herkenbare tracks: 10.000
Bijbehorende codec:
MP3 (.mp3), WMA (.wma), WAV (.wav), AAC
(.m4a), AAC (.mp4) en FLAC (.flac)
Draadloze Communicatie
Communicatiesysteem:
BLUETOOTH-standaard versie 3.0
Uitgestuurd vermogen:
BLUETOOTH-standaard Power Class 2
(max. +4 dBm)
Maximaal communicatiebereik:
In een rechte lijn zonder obstakels ong. 10 m*1
Frequentieband:
2,4 GHz-band (2,4000 – 2,4835 GHz)
Modulatiemethode: FHSS
Compatibele BLUETOOTH-profielen*2:
A2DP (Advanced Audio Distribution Profile) 1.3
AVRCP (Audio Video Remote Control Profile) 1.5
HFP (Handsfree Profile) 1.6
PBAP (Phone Book Access Profile)
SPP (Serial Port Profile)
MAP (Message Access Profile)
HID (Human Interface Device Profile)
Bijbehorende codec:
SBC (.sbc) en AAC (.m4a)
*1 Het werkelijke bereik varieert afhankelijk van
factoren zoals obstakels tussen apparaten,
magnetische velden rond een magnetron, statische
elektriciteit, ontvangstgevoeligheid, prestaties van
de antenne, besturingssysteem, software-applicatie
enz.
*2 BLUETOOTH-standaardprofielen geven een
aanduiding van het doel van BLUETOOTHcommunicatie tussen apparaten.
NFC-communicatie
Frequentieband en specificatie maximaal
vermogen
NFC: 13,56 MHz < 60 dBμA/m op 10 m
Versterker
Uitgang: luidsprekeruitgangen
Luidsprekerimpedantie: 4 – 8 ohm
Maximaal uitgangsvermogen: 100 W × 4 (bij 4 ohm)
Algemeen
Uitgangen:
Audio-uitgangsaansluiting: voor, achter, sub
Aansluiting elektrische antenne/versterker (REM
OUT)
Ingangen:
Afstandsbedieningsingang
Antenne-ingang
MIC-ingang
AUX-ingang (stereominiaansluiting)
USB-poort
Voeding: 12 V gelijkstroom autoaccu (negatieve
aarde)
Nominaal stroomverbruik: 10 A
Afmetingen:
Ong. 178 mm × 50 mm × 178 mm (b/h/d)
Montageafmetingen:
Ong. 182 mm × 53 mm × 161 mm (b/h/d)
Gewicht: ongeveer 1,3 kg
Inhoud verpakking:
Hoofdapparaat (1)
Microfoon (1)
Onderdelen voor installatie en aansluitingen
(1 set)
Het is mogelijk dat niet alle vermelde accessoires
verkrijgbaar zijn bij uw Sony-handelaar. Neem
contact op met uw Sony-handelaar voor meer
informatie.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
Auteursrechten
Het woordmerk Bluetooth® en de logo's van
Bluetooth zijn gedeponeerde handelsmerken die
het eigendom zijn van Bluetooth SIG, Inc. en Sony
Corporation gebruikt deze merken onder licentie.
Overige handelsmerken en merknamen zijn
eigendom van de respectieve eigenaars.
Het N-merkteken is een handelsmerk of een
gedeponeerd handelsmerk van NFC Forum Inc. in
de Verenigde Staten en andere landen.
Windows Media is een gedeponeerd handelsmerk
of een handelsmerk van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Dit product wordt beschermd door bepaalde
intellectuele eigendomsrechten van Microsoft
Corporation. Het gebruik of de verspreiding van
dergelijke technologie buiten dit product om is
verboden zonder een licentie van Microsoft of een
erkend dochterbedrijf van Microsoft.
iPhone, iPod, iPod classic, iPod nano, iPod touch en
Siri zijn handelsmerken van Apple Inc.,
gedeponeerd in de VS en andere landen. App Store
is een servicemerk van Apple Inc.
25NL
MPEG Layer-3 audio-codeertechnologie en
-patenten gebruikt onder licentie van Fraunhofer IIS
en Thomson.
Google, Google Play en Android zijn
handelsmerken van Google Inc.
libFLAC
Copyright (C) 2000-2009 Josh Coalson
Copyright (C) 2011-2013 Xiph.Org Foundation
Verspreiding en gebruik in bron- en binaire vorm,
met of zonder aanpassingen, is toegestaan als aan
de volgende voorwaarden is voldaan:
Bij verspreiding van de broncode moeten de
hierboven aangegeven auteursrechtelijke
melding, deze lijst met voorwaarden en de
volgende disclaimer behouden blijven.
Bij verspreiding in binaire vorm moeten de
hierboven aangegeven auteursrechtelijke
melding, deze lijst met voorwaarden en de
volgende disclaimer worden opgenomen in de
documentatie en/of andere materialen die bij de
verspreiding worden geleverd.
Zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en
schriftelijke toelating mogen de naam Xiph.org
Foundation noch de namen van haar bijdragers
worden gebruikt om producten te ondersteunen
of te promoten die van deze software afgeleid
zijn.
DEZE SOFTWARE WORDT "ZONDER MEER" DOOR DE
HOUDERS VAN HET AUTEURSRECHT EN DE
BIJDRAGERS GELEVERD EN ELKE UITDRUKKELIJKE OF
IMPLICIETE GARANTIE, INCLUSIEF MAAR NIET
BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES VAN
VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD DOEL, WORDT AFGEWEZEN. IN GEEN
GEVAL KUNNEN DE FOUNDATION OF HAAR
BIJDRAGERS AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD
VOOR DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE, SPECIALE,
MORELE OF GEVOLGSCHADE (INCLUSIEF MAAR NIET
BEPERKT TOT AANKOOP VAN VERVANGGOEDEREN
OF DIENSTEN, VERLIES VAN GEBRUIK, GEGEVENS OF
WINSTEN, OF BEDRIJFSONDERBREKING) ONGEACHT
DE OORZAAK EN ONGEACHT DE
AANSPRAKELIJKHEIDSTHEORIE, ZOWEL IN
CONTRACT, STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID OF TORT
(INCLUSIEF VERWAARLOZING OF ANDERSZINS) TEN
GEVOLGE VAN ENIGERLEI GEBRUIK VAN DEZE
SOFTWARE, ZELFS ALS DE MOGELIJKHEID VAN
DERGELIJKE SCHADE WERD AANGEGEVEN.
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het
oplossen van problemen die zich met het apparaat
kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst
doorneemt, moet u eerst de aanwijzingen voor
aansluiting en gebruik controleren.
Meer informatie over het gebruik van de zekering
en het verwijderen van het apparaat uit het
dashboard vindt u bij "Aansluiting/installatie"
(pagina 31).
Als het probleem niet is opgelost, gaat u naar de
ondersteuningssite op het achterblad.
Algemeen
Het apparaat wordt uitgeschakeld bij een hoog
volume.
Het vermogen van de voedingskabel van de auto
is mogelijk onvoldoende.
Controleer de voedingsaansluiting. Als u daar
geen probleem kunt vaststellen, maakt u
rechtstreeks verbinding met de accu.
Als het probleem hierdoor niet opgelost raakt,
neemt u contact op met uw dichtstbijzijnde
handelaar.
Geen geluid of het geluid is zeer stil.
De positie van de faderregelaar [FADER] is niet
ingesteld op een systeem met 2 luidsprekers.
Het volume van het apparaat en/of het
aangesloten toestel staat zeer laag.
Verhoog het volume van het apparaat en het
aangesloten toestel.
Geen pieptoon.
Er is een optionele versterker aangesloten en u
gebruikt de ingebouwde versterker niet.
De geheugeninhoud is gewist.
De resettoets is ingedrukt.
Sla opnieuw op in het geheugen.
De voedingskabel of de accu is losgekoppeld of
niet juist aangesloten.
Opgeslagen zenders en de juiste tijd zijn gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid wanneer de stand van het
contactslot wordt gewijzigd.
De kabels zijn niet goed verbonden met de
voedingsaansluiting voor accessoires van de
auto.
Tijdens het afspelen of radio-ontvangst wordt de
demonstratie gestart.
Als er gedurende 5 minuten geen handeling
wordt uitgevoerd en [DEMO-ON] ingesteld is,
wordt de demonstratie gestart.
Stel [DEMO-OFF] in (pagina 21).
26NL
Het display verdwijnt van/verschijnt niet in het
display-venster.
De dimmer is ingesteld op [DIMMER-ON]
(pagina 21).
Het display verdwijnt als u OFF ingedrukt houdt.
Houd OFF op het apparaat ingedrukt tot het
display verschijnt.
De aansluitingen zijn vuil (pagina 24).
De bedieningstoetsen werken niet.
De disc wordt niet uitgeworpen.
De aansluiting is niet juist.
Controleer de verbinding van het apparaat.
Als de situatie niet verbetert, drukt u op RESET
(pagina 7).
De geheugeninhoud wordt gewist.
Reset het apparaat voor uw eigen veiligheid
niet tijdens het rijden.
Radio-ontvangst
Er kunnen geen zenders worden ontvangen.
Het geluid is gestoord.
De aansluiting is niet juist.
Controleer de aansluiting van de auto-antenne.
Als de automatische antenne niet uitschuift,
controleert u de aansluiting van de
bedieningskabel van de elektrische antenne.
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeuzezenders.
Het signaal van de uitzending is te zwak.
RDS
SEEK begint na enkele seconden afspelen.
De zender is geen TP-zender of heeft een zwak
signaal.
Schakel TA uit (pagina 11).
Geen verkeersinformatie.
Schakel TA in (pagina 11).
De zender is een TP-zender, maar zendt toch
geen verkeersinformatie uit.
Stem af op een andere zender.
PTY geeft [- - - - - - - -] weer.
De huidige zender is geen RDS-zender.
Geen RDS-gegevens ontvangen.
De zender geeft het programmatype niet door.
De programmaservicenaam knippert.
Er is geen alternatieve frequentie voor de huidige
zender.
Druk op SEEK +/– terwijl de
programmaservicenaam knippert. [PI SEEK]
wordt weergegeven en het apparaat gaat
zoeken naar een andere frequentie met
dezelfde PI-gegevens (programmaidentificatie).
CD's afspelen
De CD wordt niet afgespeeld.
CD defect of vuil.
De CD-R/CD-RW is niet geschikt voor
audiogebruik (pagina 23).
MP3-/WMA-/AAC-bestanden kunnen niet
worden afgespeeld.
De disc is niet compatibel met de MP3-/WMA-/
AAC-indeling en -versie. Ga naar de
ondersteuningssite op het achterblad voor meer
informatie over afspeelbare discs en formaten.
MP3-/WMA-/AAC-bestanden worden minder
snel afgespeeld dan andere bestanden.
Bij de volgende discs duurt het langer voordat
het afspelen wordt gestart.
Discs opgenomen met een ingewikkelde
structuur.
Discs die in Multi Session (meerdere sessies)
zijn opgenomen.
Discs waaraan gegevens kunnen worden
toegevoegd.
Het geluid verspringt.
CD defect of vuil.
USB-apparaat afspelen
U kunt items niet via een USB-hub afspelen.
Dit apparaat kan geen USB-apparaten via een
USB-hub herkennen.
Het duurt langer voordat een USB-apparaat
wordt afgespeeld.
Het USB-apparaat bevat bestanden met een
ingewikkelde boomstructuur.
Het geluid wordt onderbroken.
Het geluid kan worden onderbroken bij een hoge
bitsnelheid van meer dan 320 Kbps.
Een audiobestand kan niet afgespeeld worden.
USB-apparaten die geformatteerd zijn met
andere bestandssystemen dan FAT16 of FAT32
worden niet ondersteund.*
* Dit apparaat biedt ondersteuning voor FAT16 en
FAT32, maar het is mogelijk dat bepaalde USBapparaten deze FAT's niet ondersteunen. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing van het USB-apparaat of neem
contact op met de fabrikant voor meer informatie.
NFC-functie
One touch-verbinding (NFC) is niet mogelijk.
Als de smartphone niet reageert op aanraking.
Controleer of de NFC-functie van de
smartphone ingeschakeld is.
27NL
Breng het gedeelte met het N-merkteken van
de smartphone dichter bij het gedeelte met het
N-merkteken van dit apparaat.
Als de smartphone in een etui zit, haalt u hem
eruit.
De NFC-ontvangstgevoeligheid is afhankelijk van
het toestel.
Als One touch-verbinding met de smartphone
verschillende keren mislukt, brengt u de
BLUETOOTH-verbinding handmatig tot stand.
BLUETOOTH-functie
Het toestel dat de verbinding tot stand wil
brengen, kan dit apparaat niet detecteren.
Zet dit apparaat in de stand-bystand voor
koppeling, voordat de koppeling tot stand wordt
gebracht.
Zolang er een BLUETOOTH-verbinding bestaat,
kan dit apparaat niet worden gedetecteerd vanaf
een ander toestel.
Verbreek de actuele verbinding en zoek dit
apparaat vanaf een ander toestel.
Wanneer de koppeling tussen de toestellen tot
stand is gebracht, activeert u het uitsturen van
het BLUETOOTH-signaal (pagina 8).
Er is geen verbinding mogelijk.
De verbinding wordt via één zijde aangestuurd
(dit apparaat of het BLUETOOTH-toestel), niet via
beide zijden.
Maak vanaf een BLUETOOTH-toestel
verbinding met dit apparaat of vice versa.
De naam van het gedetecteerde toestel wordt
niet weergegeven.
Afhankelijk van de status van het andere toestel
zal het misschien niet mogelijk zijn de naam op
te vragen.
Geen beltoon.
Regel het volume door de regelknop te
verdraaien terwijl u een gesprek ontvangt.
Afhankelijk van het toestel dat de verbinding tot
stand brengt, wordt de beltoon misschien niet
goed verzonden.
Stel [RINGTONE] in op [1] (pagina 22).
De voorluidsprekers zijn niet aangesloten op het
apparaat.
Sluit de voorluidsprekers aan op het apparaat.
De beltoon is alleen hoorbaar via de
voorluidsprekers.
De stem van de spreker is niet hoorbaar.
De voorluidsprekers zijn niet aangesloten op het
apparaat.
Sluit de voorluidsprekers aan op het apparaat.
Het stemgeluid worden alleen uitgevoerd via
de voorluidsprekers.
28NL
Een gesprekspartner zegt dat het volume te laag
of te hoog is.
Pas het volume overeenkomstig met de
aanpassing van de microfoonversterking aan
(pagina 15).
Er klinkt een echo of ruis in de
telefoongesprekken.
Breng het volume omlaag.
Stel de stand EC/NC in op [BTP EC/NC-1] of [BTP
EC/NC-2] (pagina 15).
Als de overige omgevingsgeluiden luid zijn,
probeert u dit lawaai te verminderen.
Bv.: als er verkeerslawaai enz. door een raam
klinkt, sluit dan het raam. Als een airco veel
lawaai maakt, zet deze dan in een lagere stand.
De telefoon is niet aangesloten.
Wanneer BLUETOOTH-audio wordt afgespeeld, is
de telefoon niet aangesloten, ook niet als u op
CALL drukt.
Maak verbinding vanaf de telefoon.
De kwaliteit van het geluid van de telefoon is
slecht.
De kwaliteit van het geluid van de telefoon hangt
af van de ontvangstomstandigheden van de
mobiele telefoon.
Verplaats uw auto naar een plaats waar uw
mobiele telefoon een beter signaal ontvangt,
als de ontvangst slecht is.
Het volume van het aangesloten audiotoestel is
laag (hoog).
Het volumeniveau kan verschillen afhankelijk van
het audiotoestel.
Pas het volume aan van het aangesloten
audiotoestel of van dit apparaat.
Het geluid hapert tijdens het afspelen van een
BLUETOOTH-audiotoestel.
Verklein de afstand tussen het apparaat en het
BLUETOOTH-audiotoestel.
Als het BLUETOOTH-audiotoestel in een houder
wordt bewaard die het signaal kan verstoren,
verwijdert u de houder tijdens het gebruik van
het audiotoestel.
Er worden een aantal BLUETOOTH-toestellen of
andere toestellen die radiogolven uitzenden in
de buurt gebruikt.
Zet de andere toestellen uit.
Vergroot de afstand tot de andere toestellen.
Het afspelen van geluid stopt een ogenblik
wanneer de verbinding tussen dit apparaat en de
mobiele telefoon tot stand wordt gebracht. Dit is
geen storing.
Het is niet mogelijk het BLUETOOTH-audiotoestel
te bedienen.
Controleer of het BLUETOOTH-audiotoestel
waarmee verbinding is gemaakt ondersteuning
biedt voor AVRCP.
Sommige functies werken niet.
Controleer of het toestel waarmee verbinding tot
stand is gebracht de betreffende functie
ondersteunt.
Er wordt onbedoeld een oproep beantwoord.
De telefoon waarmee verbinding tot stand wordt
gebracht is zo ingesteld dat een oproep
automatisch wordt beantwoord.
Koppelen is mislukt door een time-out.
Afhankelijk van het toestel waarmee verbinding
tot stand wordt gebracht, kan de tijdslimiet voor
het koppelen kort zijn.
Probeer de koppeling binnen de gestelde tijd
te voltooien.
De BLUETOOTH-functie werkt niet.
Schakel het apparaat uit door langer dan 2
seconden op OFF te drukken, en schakel het
vervolgens weer in.
Er wordt tijdens een handenvrije oproep geen
geluid uitgestuurd via de luidsprekers van de
auto.
Als het geluid wordt uitgestuurd via de mobiele
telefoon, stel de mobiele telefoon dan zo in dat
het geluid via de luidsprekers van de auto wordt
uitgestuurd.
Siri Eyes Free is niet geactiveerd.
Voer de handenvrij-registratie uit voor een
iPhone die Siri Eyes Free ondersteunt.
Zet de Siri-functie op de iPhone aan.
Annuleer de BLUETOOTH-verbinding tussen de
iPhone en het apparaat, en breng de verbinding
opnieuw tot stand.
Gebruik van SongPal
De geopende toepassing en de toepassing in
"SongPal" zijn niet gelijk.
Start de toepassing opnieuw via de toepassing
"SongPal".
Terwijl de toepassing "SongPal" via BLUETOOTH
wordt gebruikt, schakelt het display automatisch
over naar [BT AUDIO].
De toepassing "SongPal" of de BLUETOOTHfunctie vertoont een probleem.
Voer de toepassing opnieuw uit.
De verbinding met de toepassing "SongPal"
wordt automatisch verbroken wanneer het
scherm overschakelt naar [IPD].
De toepassing "SongPal" op een iPhone/iPod
biedt geen ondersteuning voor het afspelen van
een iPod.
Wijzig de bron van het apparaat naar iets
anders dan [IPD] en maak vervolgens
verbinding met "SongPal" (pagina 16).
Foutmeldingen/berichten
CD ERROR: de disc kan niet afgespeeld worden. De
disc wordt automatisch uitgeworpen.
Reinig de disc, plaats de disc correct of controleer
of deze niet leeg of defect is.
CD NO MUSIC: er werden geen afspeelbare
bestanden gevonden. De disc wordt automatisch
uitgeworpen.
Plaats een disc waarop afspeelbare bestanden
opgeslagen zijn (pagina 24).
CD PUSH EJT: de disc kon niet correct uitgeworpen
worden.
Druk op (uitwerpen).
HUB NO SUPRT: USB-hubs worden niet
ondersteund.
IPD STOP: het afspelen van de iPod is afgelopen.
Bedien uw iPod/iPhone om het afspelen te
starten.
NO AF: geen alternatieve frequenties.
Druk op SEEK +/– terwijl de
programmaservicenaam knippert. Het apparaat
gaat zoeken naar een andere frequentie met
dezelfde PI-gegevens (programma-identificatie)
([PI SEEK] wordt weergegeven).
NO TP: geen verkeersprogramma's.
Het apparaat blijft zoeken naar beschikbare TPzenders.
OUTPUT ERROR: er is mogelijk een intern defect.
Controleer de verbinding. Vraag uw Sonyhandelaar om advies als de foutmelding op het
display blijft staan.
OVERLOAD: het USB-apparaat is overbelast.
Koppel het USB-apparaat los en druk vervolgens
op SRC om een andere bron te selecteren.
Het USB-apparaat vertoont een storing of er is
een niet-ondersteund apparaat aangesloten.
READ: bezig met het lezen van informatie.
Wacht totdat het lezen is voltooid en het afspelen
automatisch wordt gestart. Afhankelijk van de
discstructuur kan dit enige tijd duren.
29NL
TEMP CAUTION: de thermische beveiliging is
geactiveerd.
Verlaag het volume.
USB ERROR: het USB-apparaat kan niet afgespeeld
worden.
Sluit het USB-apparaat opnieuw aan.
USB NO DEV: er is geen USB-apparaat aangesloten
of het apparaat wordt niet herkend.
Zorg ervoor dat het USB-apparaat of de USBkabel correct aangesloten is.
USB NO MUSIC: er werden geen afspeelbare
bestanden gevonden.
Sluit een USB-apparaat aan waarop afspeelbare
bestanden opgeslagen zijn (pagina 25).
USB NO SUPRT: het USB-apparaat wordt niet
ondersteund.
Ga naar de ondersteuningssite op het achterblad
voor meer informatie over de compatibiliteit van
het USB-apparaat.
of
einde van de disc is bereikt.
: het begin of het
: het teken kan niet worden weergegeven.
Voor de BLUETOOTH-functie:
BT BUSY: het BLUETOOTH-toestel is bezet.
Wacht even en probeer daarna opnieuw.
ERROR: de geselecteerde bewerking kan niet
worden uitgevoerd.
Wacht even en probeer daarna opnieuw.
NO DEV: het BLUETOOTH-toestel is niet verbonden
of het toestel wordt niet herkend.
Controleer of het BLUETOOTH-toestel degelijk
verbonden is, dan wel of de BLUETOOTHverbinding tot stand is gebracht met het
BLUETOOTH-toestel.
P EMPTY: geen telefoonnummers opgeslagen.
UNKNOWN: een naam of telefoonnummer kan niet
worden weergegeven.
WITHHELD: het telefoonnummer werd door de
oproeper verborgen.
Voor SongPal-gebruik:
APP --------: er is geen verbinding gemaakt met de
toepassing.
Maak opnieuw verbinding met "SongPal"
(pagina 16).
APP DISCNCT: de toepassing is verbroken.
Breng de "SongPal"-verbinding tot stand
(pagina 16).
APP DISPLAY: een display-instellingenscherm van
de toepassing is geopend.
Sluit het display-instellingenscherm van de
toepassing om toetsbediening toe te laten.
APP LIST: de inhoudslijst van de CD/USB/iPod is
geopend.
Sluit de lijst van de toepassing om
toetsbediening mogelijk te maken.
APP MENU: een instellingenscherm van de
toepassing is geopend.
Sluit het instellingenscherm van de toepassing
om toetsbediening toe te laten.
APP NO DEV: het toestel waarop de toepassing
geïnstalleerd is, is niet aangesloten of wordt niet
herkend.
Maak verbinding via BLUETOOTH en maak
opnieuw verbinding met "SongPal" (pagina 16).
APP SOUND: een geluidsinstellingenscherm van de
toepassing is geopend.
Sluit het geluidsinstellingenscherm van de
toepassing om toetsbediening toe te laten.
OPEN APP: de toepassing "SongPal" is niet actief.
Start de toepassing.
Voor bediening van de
stuurafstandsbediening:
ERROR: er heeft zich een fout voorgedaan tijdens
de registratie van de functie.
Start de registratie opnieuw vanaf de functie
waar de fout zich heeft voorgedaan (pagina 19).
TIMEOUT: de registratie van de functie is mislukt
door een time-out.
Probeer de registratie te voltooien terwijl
[REGISTER] knippert (ongeveer 6 seconden)
(pagina 19).
Vraag uw Sony-handelaar advies als deze
oplossingen niet helpen.
Als u het apparaat ter reparatie wegbrengt omdat
CD's niet goed worden afgespeeld, kunt u het best
de disc meenemen waarmee het probleem is
begonnen.
30NL
Aansluiting/installatie
Opgelet
Breng alle aardingskabels naar een
gemeenschappelijk aardingspunt.
Zorg ervoor dat de kabels niet tussen een schroef
geklemd zitten of vast komen te zitten in
bewegende delen (bv. zetelrail).
Voor u aansluitingen maakt, zet u het contact van
de auto uit om kortsluiting te voorkomen.
Sluit de voedingskabel aan op het apparaat en
de luidsprekers voor u deze aansluit op de
auxiliaire voedingsaansluiting.
Uit veiligheidsoverwegingen moet u eventuele
losse, niet-verbonden kabels met isolatietape
isoleren.
Lijst met onderdelen voor de
installatie
×2
Voorzorgsmaatregelen
Kies de installatieplaats zorgvuldig zodat het
apparaat de bestuurder niet kan hinderen tijdens
het rijden.
Installeer het apparaat niet op plaatsen waar het
wordt blootgesteld aan stof, vuil, overmatige
trillingen of hoge temperaturen (bv. in direct
zonlicht of nabij een verwarmingstoestel).
Gebruik enkel de bijgeleverde montagehardware
voor een veilige en correcte installatie.
Opmerking over de voedingskabel (geel)
Wanneer u dit apparaat samen met andere
stereoapparaten aansluit, moet de ampèrewaarde van
het autocircuit waarop het apparaat aangesloten is
hoger zijn dan de som van de ampèrewaarden van de
zekering van elke component.
Aanpassing van de montagehoek
Zorg voor een montagehoek van minder dan 45°.
Niet alle onderdelen uit de verpakking zijn in deze
lijst opgenomen.
De beugel en de beschermende rand
worden in de fabriek aan het apparaat bevestigd.
Voor u het apparaat installeert, gebruikt u de
ontgrendelingssleutels om de beugel van
het apparaat te verwijderen. Zie "De
beschermende rand en de beugel verwijderen"
(pagina 35) voor meer informatie.
Bewaar de ontgrendelingssleutels voor
toekomstig gebruik. U hebt deze immers opnieuw
nodig als u het apparaat uit de auto wilt
verwijderen.
31NL
Verbinding
Subwoofer*1
*3
*3
*3
Versterker*1
afkomstig van een
afstandsbediening met kabel
(niet bijgeleverd)*4
*2*8
Zie "Voedingsaansluitingsschema"
(pagina 34) voor meer details.
Rood
Rood
Geel
Geel
Zwart
Zwart
Zie "Aansluitingen doorvoeren"
(pagina 33) voor meer informatie.
Bij rechtstreekse aansluiting op de accu*9
Zwart
Geel
afkomstig van een autoantenne*7
*5*6
32NL
*1
*2
*3
*4
*5
*6
*7
*8
*9
Niet bijgeleverd
Luidsprekerimpedantie: 4 – 8 Ω × 4
RCA-kabel (niet bijgeleverd)
Afhankelijk van het type auto moet u een adapter
gebruiken voor een afstandsbediening met kabel
(niet bijgeleverd).
Raadpleeg "De bekabelde afstandsbediening
gebruiken" (pagina 35) voor meer informatie over
het gebruik van de bekabelde afstandsbediening.
Ongeacht of de microfoon al dan niet wordt
gebruikt, dient u de microfooningangskabel
dusdanig te plaatsen, dat hij u niet hindert tijdens
het rijden. Zet de kabel vast met een klem enz. als
deze rond uw voeten is geïnstalleerd.
Zie "De microfoon installeren" (pagina 34) voor
informatie over de installatie van de microfoon.
Afhankelijk van het type auto moet u een adapter
(niet bijgeleverd) gebruiken als de
antenneaansluiting niet past.
Gebruik luidsprekers met een ingangsvermogen van
50 W RMS of meer. Wij raden u aan om Sony XBluidsprekers met volledig bereik te gebruiken.
Wanneer de ampèrewaarde van de zekering in uw
auto 10 A is, maakt u rechtstreeks verbinding met de
accu om kortsluitingen te vermijden.
Naar de voedingsaansluiting van de auto
12
Continue voeding
Geel
13
Bediening elektrische
antenne/versterker
(REM OUT)
Blauw/wit
gestreept
14
Geschakelde voeding
verlichting
Oranje/wit
gestreept
15
Geschakelde voeding
Rood
16
Aarding
Zwart
Rechtstreeks aansluiten op de accu
Wanneer de ampèrewaarde van de zekering in uw
auto 10 A is, maakt u rechtstreeks verbinding met
de accu om kortsluitingen te vermijden.
naar een metalen onderdeel van de auto
naar de positieve pool van de accu
Aansluitingen doorvoeren
Als uw auto uitgerust is met een elektrisch
bediende antenne zonder relaisdoos, kan de
antenne beschadigd raken als u dit apparaat
aansluit met de bijgeleverde voedingskabel .
Naar de luidsprekeraansluiting van de auto
1
2
3
4
5
6
7
8
Achterluidspreker
(rechts)
Voorluidspreker
(rechts)
Voorluidspreker
(links)
Achterluidspreker
(links)
Paars
Paars/zwart
gestreept
Grijs
Grijs/zwart
gestreept
Wit
Wit/zwart
gestreept
Groen
Groen/zwart
gestreept
Opmerkingen
Het is mogelijk dat het apparaat niet optimaal
presteert doordat er onvoldoende vermogen is, zelfs
als u rechtstreeks verbinding maakt met de
voedingskabel van de auto. Maak in dat geval
rechtstreeks verbinding met de accu.
Alle voedingskabels die aangesloten zijn op de
positieve pool van de accu moeten binnen 450 mm
vanaf de pool van de accu van een zekering worden
voorzien. Dit moet gebeuren voordat de kabels door
een metalen oppervlak worden geleid.
Zorg ervoor dat de accukabels die aangesloten zijn op
de auto (aarde naar chassis)* minstens even dik zijn
als de hoofdvoedingskabel waarmee het
hoofdapparaat aangesloten is op de accu.
Tijdens bedrijf aan vol vermogen passeert er een
stroom van meer dan 15 A door het systeem. Zorg er
dus voor dat de kabels die verbonden worden met de
+12 V- en GND-aansluitingen van dit apparaat
minstens AWG14 zijn of een doorsnede hebben van
meer dan 2 mm².
Minder dan 450 mm
*
Zekering (15 A)
+12V-autoaccu
Met vragen over of problemen met de
aansluitingen kunt u terecht bij uw handelaar.
33NL
Eenvoudige subwooferaansluiting
U kunt een subwoofer zonder versterker gebruiken
door deze aan te sluiten op een
achterluidsprekerkabel.
Wanneer de posities van de rode en gele
kabels omgekeerd zijn
Rood
Rood
Geel
Geel
Voorluidspreker
Subwoofer
Opmerkingen
De achterluidsprekerkabels moeten voorbereid zijn.
Gebruik een subwoofer met een impedantie van 4 tot
8 ohm en met voldoende vermogen om schade te
voorkomen.
Aansluiting voor in stand houden van het
geheugen
Als de gele voedingskabel aangesloten is, wordt
het geheugencircuit altijd gevoed, zelfs wanneer
het contact van de auto uitgeschakeld is.
Luidsprekeraansluiting
Schakel het apparaat uit voor u de luidsprekers
aansluit.
Gebruik luidsprekers met een impedantie van 4
tot 8 ohm en met voldoende vermogen om
schade te voorkomen.
Voedingsaansluitingsschema
12
Geschakelde voeding
Geel
15
Continue voeding
Rood
Wanneer de auto geen ACC-positie heeft
Rood
Rood
Geel
Geel
Na het afstemmen van de verbindingen en het
correct schakelen van de voedingskabels, sluit u het
apparaat aan op de voeding van de auto. Met alle
vragen en problemen over het aansluiten van dit
apparaat die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw
autodealer.
De microfoon installeren
Om uw stem te kunnen registreren tijdens
handenvrij bellen, moet u de microfoon installeren
.
Gebruik de auxiliaire voedingsaansluiting van uw
auto en zorg ervoor dat de kabels correct
aangesloten zijn (afhankelijk van de auto).
Auxiliaire voedingsaansluiting
Klem (niet bijgeleverd)
Gewone aansluiting
Rood
Rood
Geel
Geel
12
Continue voeding
Geel
15
Geschakelde voeding
Rood
34NL
Opgelet
Als de kabel rond de stuurkolom of de
versnellingshendel gewikkeld raakt, kan dit zeer
gevaarlijk zijn. Zorg dat de kabel en andere
onderdelen u niet hinderen tijdens het rijden.
Als uw auto uitgerust is met airbags of andere
schokdempende inrichtingen, dient u voor de
installatie contact op te nemen met de winkel
waar u dit apparaat hebt gekocht, of met uw
autodealer.
Opmerking
Voor u de dubbelzijdige tape bevestigt, dient u het
oppervlak van het dashboard met een droge doek te
reinigen.
Het apparaat in het dashboard
monteren
Voor u het apparaat installeert, moet u ervoor
zorgen dat de klemmen aan beide kanten van de
beugel 2 mm naar binnen gebogen zijn.
1
De bekabelde afstandsbediening
gebruiken
1
Plaats de beugel in het dashboard en
buig de klauwen naar buiten zodat de
beugel stevig vastzit.
182 mm
53 mm
Om de bekabelde afstandsbediening in
te schakelen, stelt u [SET STR CONTROL]
bij [SET STEERING] in op [EXTERNAL]
(pagina 19).
Installatie
De beschermende rand en de beugel
verwijderen
2
Plaats het apparaat in de beugel en
bevestig vervolgens de beschermende
rand .
Voor u het apparaat installeert, verwijdert u de
beschermende rand en de beugel van het
apparaat.
1
Duw de zijkanten van de beschermende
rand naar binnen en trek de
beschermende rand naar buiten.
Klem
OPGELET
Plaats beide ontgrendelingssleutels
tot deze vastklikken, trek de beugel
omlaag en trek vervolgens het apparaat
omhoog om ze te scheiden.
2
Richt de haak naar binnen.
Raak de linkerkant van het apparaat niet aan
wanneer u het verwijdert uit het dashboard. De
warmteafleider aan de linkerkant van het
apparaat is na het gebruik erg warm.
Opmerkingen
Als de klemmen recht of naar buiten gebogen zijn, zal
het apparaat niet stevig geïnstalleerd zijn en kan het
eruit vallen.
Zorg ervoor dat de vier lipjes op de beschermende
rand goed vastzitten in de sleuven in het apparaat.
Het voorpaneel verwijderen en
vastmaken
Zie "Het voorpaneel verwijderen" (pagina 6) voor
meer informatie.
35NL
Het apparaat opnieuw instellen
Zie "Het apparaat opnieuw instellen" (pagina 7)
voor meer informatie.
Zekeringen vervangen
Vervang een zekering altijd door een identiek
exemplaar. Als de zekering doorbrandt, moet u de
voedingsaansluiting controleren en de zekering
vervangen. Brandt de zekering vervolgens
nogmaals door, dan kan er sprake zijn van een
defect in het apparaat. Raadpleeg in dat geval de
dichtstbijzijnde Sony-handelaar.
Zekering (15 A)
Opmerking
Gebruik het juiste materiaal om een zekering te
vervangen.
36NL
Support site
Support-Website
If you have any questions or for the latest support
information on this product, please visit
the web site below:
Wenn Sie Fragen haben oder die neuesten
Support-Informationen zu diesem Produkt abrufen
möchten, rufen Sie bitte folgende Website auf:
Site d’assistance
Sito di assistenza clienti
Si vous avez des questions ou si vous souhaitez
consulter les toutes dernières informations techniques
sur ce produit, rendez-vous sur le site Web suivant :
In caso di domande o per le informazioni più aggiornate
sul presente prodotto, visitare il seguente sito Web:
Ondersteuningssite
Als u vragen hebt of de recentste
ondersteuningsinformatie over dit product wilt
hebben, gaat u naar de onderstaande website:
http://support.sony-europe.com/
Register your product online now at:
Registrieren Sie Ihr Produkt jetzt bei:
Merci d’enregister votre produit en ligne sur :
Registra online il tuo prodotto su:
Registreer uw product nu online via:
www.sony-europe.com/myproducts
http://www.sony.net/
©2015 Sony Corporation
Printed in Thailand