Sony MEX-N6002BD de handleiding

Categorie
Auto media-ontvangers
Type
de handleiding
2
NL
Geproduceerd in Thailand
Eigenschappen laserdiode
Emissieduur: continu
Laservermogen: minder dan 53,3 W
(Deze uitgangswaarde is gemeten op een afstand
van 200 mm van het lensoppervlak op het optische
opnameblok met 7 mm opening.)
Het naamplaatje met de werkspanning enz. bevindt
zich onder aan de behuizing.
Hierbij verklaart Sony Corporation dat deze
radioapparatuur conform is met Richtlijn 2014/53/
EU.
De volledige tekst van de EU-
conformiteitsverklaring kan worden geraadpleegd
op het volgende internetadres:
http://www.compliance.sony.de/
Deze apparatuur is bedoeld om te worden gebruikt
met de goedgekeurde softwareversie(s) die
aangegeven zijn in de EU-conformiteitsverklaring.
De software die geïnstalleerd is op deze apparatuur
werd gecontroleerd en beantwoordt aan de
essentiële vereisten van Richtlijn 2014/53/EU.
Softwareversie: 1_
U kunt de softwareversie in het firmware-instelitem
van het algemene instelmenu controleren.
Opmerking voor klanten: de volgende
informatie geldt enkel voor apparatuur
verkocht in landen waar de EU-richtlijnen van
kracht zijn
Producent: Sony Corporation, 1-7-1 Konan Minato-
ku Tokyo, 108-0075 Japan
Voor EU-product conformiteit: Sony Belgium,
bijkantoor van Sony Europe Limited, Da Vincilaan 7-
D1, 1935 Zaventem, België
Verwijdering van oude batterijen,
elektrische en elektronische
apparaten (van toepassing in de
Europese Unie en andere Europese
landen met afzonderlijke
inzamelingssystemen)
Dit symbool op het product, de batterij of op de
verpakking wijst erop dat het product en de batterij,
niet als huishoudelijk afval behandeld mag worden.
Op sommige batterijen kan dit symbool gebruikt
worden in combinatie met een chemisch symbool.
Het chemisch symbool voor kwik (Hg) of lood (Pb)
wordt toegevoegd wanneer de batterij meer dan
0,0005 % kwik of 0,004 % lood bevat.
Door deze producten en batterijen op juiste wijze af
te voeren, vermijdt u mogelijke negatieve gevolgen
voor mens en milieu die zouden kunnen
veroorzaakt worden in geval van verkeerde
afvalbehandeling. Het recycleren van materialen
draagt bij tot het behoud van natuurlijke bronnen.
In het geval dat de producten om redenen van
veiligheid, prestaties dan wel in verband met data-
integriteit een permanente verbinding met een
ingebouwde batterij vereisen, mag deze batterij
enkel door gekwalificeerd servicepersoneel
vervangen worden.
Om ervoor te zorgen dat de batterij, het elektrisch
en het elektronische apparaat op een juiste wijze
zal worden behandeld, dienen deze producten aan
het eind van zijn levenscyclus overhandigd te
worden aan het desbetreffende inzamelingspunt
voor de recyclage van elektrisch en elektronisch
materiaal.
Voor alle andere batterijen verwijzen we u naar het
hoofdstuk over hoe de batterij veilig uit het product
te verwijderen. Overhandig de batterij aan het
desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage
van batterijen.
Voor meer details in verband met het recycleren
van dit product of batterij, kan u contact opnemen
met de gemeentelijke instanties, de organisatie
belast met de verwijdering van huishoudelijk afval
of de winkel waar u het product of batterij hebt
gekocht.
Disclaimer betreffende diensten aangeboden
door derden
Diensten die aangeboden worden door derden
kunnen gewijzigd, opgeschort of beëindigd
worden zonder voorafgaande kennisgeving. Sony
draagt geen enkele verantwoordelijkheid voor
dergelijke situaties.
Voor uw eigen veiligheid moet u dit apparaat in
het dashboard van de auto installeren,
aangezien de achterkant ervan tijdens het
gebruik erg warm wordt.
Zie "Aansluiting/installatie" (pagina 33) voor
meer informatie.
Waarschuwing als het contactslot van de
auto geen ACC-positie heeft
Zorg ervoor dat de AUTO OFF-functie ingesteld is
(pagina 20). Hiermee wordt het apparaat na de
ingestelde tijdsduur automatisch volledig
uitgeschakeld nadat u het apparaat hebt
uitgeschakeld. Zo voorkomt u dat de accu
leegraakt. Als u de AUTO OFF-functie niet instelt,
houd dan steeds OFF ingedrukt tot het scherm
verdwijnt, wanneer u het contact uitzet.
3
NL
Opgelet
ONDER GEEN ENKELE OMSTANDIGHEID ZAL SONY
AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR INCIDENTELE,
INDIRECTE OF BIJKOMENDE SCHADE OF ANDERE
SCHADE WAARONDER, ZONDER BEPERKING,
VERLIES VAN WINST, INKOMSTENDERVING, VERLIES
VAN GEGEVENS, VERLIES VAN GEBRUIK VAN HET
PRODUCT OF EVENTUELE BIJKOMENDE
APPARATUUR, UITVALTIJD EN TIJD VAN DE KOPER
DIE VERBAND HOUDT MET OF ONTSTAAT UIT HET
GEBRUIK VAN DIT PRODUCT, DE BIJBEHORENDE
HARDWARE EN/OF SOFTWARE.
Geachte klant, dit product bevat een radiozender.
Volgens UNECE-reglement nr. 10 kunnen
fabrikanten van voertuigen specifieke voorwaarden
opleggen voor het installeren van radiozenders in
voertuigen.
Gelieve de bedieningshandleiding van uw voertuig
te controleren of contact op te nemen met de
fabrikant van uw voertuig voordat u dit product in
uw voertuig installeert.
Noodoproepen
Dit elektronische BLUETOOTH-apparaat voor
handenvrije communicatie in de auto gebruikt
radiosignalen, mobiele en vaste netwerken en ook
een door de gebruiker geprogrammeerde functie.
Verbinding kan niet onder alle omstandigheden
worden gegarandeerd.
Vertrouw daarom niet uitsluitend op uw
elektronische toestel voor het tot stand brengen
van essentiële communicatie (zoals bij medische
noodgevallen).
Over BLUETOOTH-communicatie
Microgolven die worden uitgestraald door een
BLUETOOTH-apparaat kunnen de werking van
elektronische medische apparaten beïnvloeden.
Schakel dit apparaat en andere BLUETOOTH-
toestellen uit op de volgende plaatsen, omdat dit
ongelukken kan veroorzaken.
waar brandbaar gas aanwezig is, in een
ziekenhuis, trein, vliegtuig of benzinestation
in de buurt van automatische deuren of een
brandalarm
Dit apparaat ondersteunt
veiligheidsvoorzieningen die voldoen aan de
BLUETOOTH-standaard voor een veiligere
verbinding wanneer de draadloze BLUETOOTH-
technologie wordt gebruikt, maar deze
beveiliging zal afhankelijk van de
omstandigheden mogelijk niet voldoende zijn.
Wees voorzichtig wanneer u communiceert via
draadloze BLUETOOTH-technologie.
Wij zijn niet verantwoordelijk voor het lekken van
informatie tijdens BLUETOOTH-communicatie.
Met alle vragen of problemen over dit apparaat die
niet aan bod komen in deze gebruiksaanwijzing,
kunt u terecht bij uw Sony-leverancier.
Belangrijk bericht
4
NL
Inhoudsopgave
Onderdelen en bedieningselementen . . . . . . . . . . 5
Aan de slag
Het voorpaneel verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
De unit resetten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
De klok instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Een BLUETOOTH-toestel voorbereiden . . . . . . . . . . 7
Een USB-apparaat aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Een ander draagbaar audiotoestel aansluiten . . . 10
Luisteren naar de radio
DAB ontvangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
FM/MW/LW gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Radio Data System (RDS) gebruiken . . . . . . . . . . . 12
Afspelen
Een disc afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Een USB-apparaat afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
Een BLUETOOTH-toestel afspelen . . . . . . . . . . . . . 14
Tracks zoeken en afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Handenvrij bellen (alleen via
BLUETOOTH)
Een oproep ontvangen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Een oproep maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Beschikbare opties tijdens een oproep. . . . . . . . . 16
Handige functies
SongPal met iPhone/Android-smartphone . . . . . 17
Siri Eyes Free gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Instellingen
De DEMO-stand annuleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Algemene bediening voor instellingen. . . . . . . . . 20
Algemene instellingen (GENERAL) . . . . . . . . . . . . 20
Geluidsinstellingen (SOUND) . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
Display-instellingen (DISPLAY). . . . . . . . . . . . . . . . 23
BLUETOOTH-instellingen (BLUETOOTH) . . . . . . . . 23
SongPal-instellingen (SONGPAL) . . . . . . . . . . . . . . 24
Aanvullende informatie
De firmware updaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Voorzorgsmaatregelen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
Problemen oplossen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
Meldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Aansluiting/installatie
Opgelet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Lijst met onderdelen voor de installatie. . . . . . . . 33
Aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Installatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
5
NL
Onderdelen en bedieningselementen
Voorpaneel verwijderd (binnenpaneel)
Knop nummer 3/ (herhalen) heeft een voelstip.
(bladeren) (pagina 11, 14, 15)
Tijdens DAB-ontvangst:
Ga naar de bladerstand.
Tijdens afspelen:
Ga naar de bladerstand.
(Niet beschikbaar wanneer een iPod is
aangesloten.)
Toets om het voorpaneel los te maken
SEEK +/–
Tijdens DAB-ontvangst:
Selecteer een service. Houd ingedrukt om een
ensemble te zoeken.
Tijdens FM/MW/LW-ontvangst:
Hiermee kunt u automatisch afstemmen op
radiozenders. Houd ingedrukt om handmatig af
te stemmen.
/ (vorige/volgende)
/ (terugspoelen/vooruitspoelen)
Regelknop
Draai aan deze knop om het volume te regelen.
PUSH ENTER
Voer het geselecteerde item in.
Druk op SRC, draai en druk vervolgens om de
bron te wijzigen (time-out binnen 2 seconden).
VOICE (pagina 16, 18, 19)
Activeren van spraakgestuurd kiezen,
spraakherkenning (alleen Android™-
smartphone) of de Siri-functie (alleen iPhone).
APP (pagina 17)
Houd langer dan 2 seconden ingedrukt om de
"SongPal"-functie tot stand te brengen
(verbinding).
N-merkteken
Raak de regelknop aan met een Android-
smartphone om een BLUETOOTH-verbinding te
maken.
Ontvanger voor de afstandsbediening
Discsleuf
Display-venster
 (disc uitwerpen)
SRC (bron)
De unit inschakelen.
Een andere bron kiezen.
OFF
Houd 1 seconde ingedrukt als u de bron wilt
uitschakelen en de klok wilt weergeven.
Houd langer dan 2 seconden ingedrukt als u het
apparaat en het scherm wilt uitschakelen.
(terug)
Hiermee keert u terug naar het vorige scherm.
MODE (pagina 10, 11, 17)
Hoofdapparaat
6
NL
CALL
Hiermee opent u het oproepmenu. U kunt een
oproep ontvangen/beëindigen.
Houd langer dan 2 seconden ingedrukt als u het
BLUETOOTH-signaal wilt wijzigen.
MENU
Opent het instellingenmenu.
DSPL (display)
Houd ingedrukt en druk vervolgens om de
display-items te wijzigen.
Cijfertoetsen (1 tot 6)
Ontvang opgeslagen DAB-services of
radiozenders. Houd ingedrukt om DAB-services
of radiozenders op te slaan.
ALBUM /
Hiermee kunt u een album op een audiotoestel
overslaan. Houd ingedrukt om albums te blijven
overslaan.
(Niet beschikbaar wanneer een iPod is
aangesloten.)
(herhalen)
(willekeurig)
MIC (pagina 16)
PAUSE
AF (alternatieve frequenties)/
TA (verkeersinformatie)
Stel AF en TA in.
PTY (programmatype)
Houd ingedrukt om PTY te selecteren in DAB of
RDS.
AUX-ingang
USB-poort
RESET (binnenpaneel) (pagina 7)
Het voorpaneel verwijderen
U kunt ter voorkoming van diefstal het voorpaneel
van het apparaat verwijderen.
1 Houd OFF ingedrukt tot de unit wordt
uitgeschakeld, druk op de toets en maak
het voorpaneel los , en trek het paneel
naar u toe.
Waarschuwingstoon
Als u de contactschakelaar in de stand OFF zet
zonder dat u het voorpaneel hebt verwijderd, klinkt
gedurende enkele seconden de
waarschuwingstoon. U hoort de
waarschuwingstoon alleen als de ingebouwde
versterker wordt gebruikt.
Serienummers
Zorg ervoor dat de serienummers op de onderkant
van het apparaat overeenstemmen met deze op de
achterzijde van het voorpaneel. Anders kunt u geen
BLUETOOTH-koppeling uitvoeren en verbinding
maken en loskoppelen via NFC.
Aan de slag
Het voorpaneel bevestigen
7
NL
De unit resetten
Voordat u de unit voor het eerst gebruikt, na het
vervangen van de accu of het wijzigen van de
aansluitingen, moet u het apparaat resetten.
Druk, nadat u het voorpaneel heeft losgemaakt,
met een kogelpen enz. op RESET op het
binnenpaneel.
Opmerking
Reset u de unit, dan worden de klokinstelling en
bepaalde opgeslagen gegevens gewist.
De klok instellen
1 Druk op MENU, selecteer [GENERAL]
door de regelknop te draaien en druk er
vervolgens op.
2 Selecteer [SET CLOCK-ADJ] door de
regelknop te draaien en druk er
vervolgens op.
De aanduiding voor het uur gaat knipperen.
3 Stel de uren en minuten in door de
regelknop te draaien.
Verplaats de digitale aanduiding door op
SEEK +/– te drukken.
4 Druk op MENU na het instellen van de
minuten.
Het instellen is voltooid en de klok begint te
lopen.
De klok weergeven
Houd DSPL ingedrukt.
Een BLUETOOTH-toestel
voorbereiden
U kunt muziek beluisteren of handenvrij bellen
afhankelijk van het toestel dat compatibel is met
BLUETOOTH, zoals een smartphone, mobiele
telefoon en audioapparaat (hierna "BLUETOOTH-
toestel" genoemd indien niet anders omschreven).
Voor meer informatie over verbinding maken kunt u
de gebruiksaanwijzing raadplegen die bij het
toestel geleverd is.
Verlaag het volume van dit apparaat vooraleer u het
toestel aansluit. Doet u dit niet, dan kunnen er luide
geluiden geproduceerd worden.
Door de regelknop op het apparaat aan te raken
met een smartphone die compatibel is met NFC*,
wordt het apparaat automatisch gekoppeld en
verbonden met de smartphone.
* NFC (Near Field Communication) is een technologie
die draadloze communicatie binnen een kort bereik
mogelijk maakt tussen verschillende apparaten, zoals
mobiele telefoons en IC-tags. Dankzij de NFC-functie
kan datacommunicatie makkelijk tot stand gebracht
worden door het symbool in kwestie of de ervoor
bestemde plaats aan te raken op NFC-compatibele
apparaten.
Voor een smartphone waarop Android OS 4.0 of
lager geïnstalleerd is, is het nodig de app "NFC Easy
Connect" te downloaden. Deze is beschikbaar op
Google Play™. In bepaalde landen/regio's kan de
app mogelijk niet gedownload worden.
1 Activeer de NFC-functie op de
smartphone.
Voor meer informatie kunt u de
gebruiksaanwijzing raadplegen die bij de
smartphone geleverd is.
2 Raak het gedeelte met het N-merkteken
op het apparaat aan met het gedeelte
met het N-merkteken op de smartphone.
Zorg ervoor dat oplicht op het display van
het apparaat.
Verbinding maken met een
smartphone door middel van One
touch (NFC)
8
NL
Loskoppelen via One touch
Raak het gedeelte met het N-merkteken op het
apparaat opnieuw aan met het gedeelte met het N-
merkteken op de smartphone.
Opmerkingen
Wees bij het maken van verbinding voorzichtig met
de smartphone om krassen te voorkomen.
One touch-verbinding is niet mogelijk als het
apparaat al verbonden is met twee NFC-compatibele
apparaten. Koppel in dit geval een van de apparaten
los en maak opnieuw verbinding met de smartphone.
Als u een BLUETOOTH-toestel voor de eerste keer
koppelt, is wederzijdse registratie ("koppelen")
nodig. Door te koppelen kunnen dit apparaat en
andere toestellen elkaar herkennen. Dit apparaat
kan verbinding maken met twee BLUETOOTH-
toestellen (twee mobiele telefoons of een mobiele
telefoon en een audioapparaat).
1 Plaats het BLUETOOTH-toestel op minder
dan 1 m van dit apparaat.
2 Druk op MENU, draai aan de regelknop
om [BLUETOOTH] te selecteren en druk
er vervolgens op.
3 Draai aan de regelknop om [SET
PAIRING] te selecteren en druk er
vervolgens op.
4 Draai aan de regelknop om [SET DEVICE
1]* of [SET DEVICE 2]* te selecteren en
druk er vervolgens op.
knippert terwijl het apparaat in de stand-
bystand voor koppeling is.
* [SET DEVICE 1] of [SET DEVICE 2] zal gewijzigd
worden naar de naam van het gekoppelde toestel
nadat het koppelen voltooid is.
5 Voer koppeling uit op het BLUETOOTH-
toestel zodat het dit apparaat detecteert.
6 Selecteer [MEX-N6002BD] aangegeven
op het display van het BLUETOOTH-
toestel.
Als de naam van uw model niet verschijnt,
herhaalt u de procedure vanaf stap 2.
7 Als het BLUETOOTH-toestel om een
wachtwoord* vraagt, voert u [0000] in.
* Afhankelijk van het toestel wordt het wachtwoord
mogelijk "passcode", "pincode", "pinnummer",
"wachtwoordcode" enz. genoemd.
Als de koppeling tot stand gebracht is, blijft
oplichten.
8 Selecteer dit apparaat op het
BLUETOOTH-toestel om de BLUETOOTH-
verbinding te maken.
of licht op als de verbinding gemaakt is.
Opmerking
Terwijl er verbinding gemaakt wordt met een
BLUETOOTH-toestel, kan dit toestel niet gedetecteerd
worden vanaf een ander apparaat. Om detectie
mogelijk te maken, gaat u naar de koppelingsstand en
zoekt u naar dit apparaat vanaf een ander toestel.
Het afspelen starten
Zie "Een BLUETOOTH-toestel afspelen" (pagina 14)
voor meer informatie.
Het gekoppelde toestel loskoppelen
Voer stappen 2 tot 4 uit om los te koppelen nadat
dit apparaat en het BLUETOOTH-toestel gekoppeld
zijn.
Een BLUETOOTH-toestel koppelen en
verbinden
[0000]
Wachtwoord invoeren
9
NL
Om een gekoppeld toestel te gebruiken, is er
verbinding met dit apparaat nodig. Sommige
gekoppelde toestellen maken automatisch
verbinding.
1 Druk op MENU, draai aan de regelknop
om [BLUETOOTH] te selecteren en druk
er vervolgens op.
2 Draai aan de regelknop om [SET BT
SIGNL] te selecteren en druk er
vervolgens op.
Zorg ervoor dat oplicht.
3 Activeer de BLUETOOTH-functie op het
BLUETOOTH-toestel.
4 Bedien het BLUETOOTH-toestel om
verbinding te maken met dit apparaat.
of licht op.
Pictogrammen op het display:
Het laatst verbonden toestel vanaf dit
apparaat verbinden
Activeer de BLUETOOTH-functie op het
BLUETOOTH-toestel.
Om verbinding te maken met het audioapparaat,
drukt u op SRC om [BT AUDIO] te selecteren en
drukt u op PAUSE.
Om verbinding te maken met een mobiele telefoon
drukt u op CALL.
Opmerking
Tijdens het streamen van BLUETOOTH-audio, kunt u
vanaf dit apparaat geen verbinding maken met een
mobiele telefoon. Maak in plaats daarvan verbinding
vanaf de mobiele telefoon met dit apparaat.
Tip
Als het BLUETOOTH-signaal ingeschakeld is: als het
contact ingeschakeld is, maakt dit apparaat
automatisch verbinding met de mobiele telefoon die
laatst verbonden was.
De microfoon installeren
Zie "De microfoon installeren" (pagina 36) voor
meer informatie.
Als een iPhone/iPod met iOS5 of recenter
geïnstalleerd, aangesloten wordt op de USB-poort,
dan wordt er automatisch verbinding gemaakt
tussen het apparaat en de iPhone/iPod.
Om BLUETOOTH automatisch koppelen mogelijk te
maken, dient u ervoor te zorgen dat [SET
AUTOPAIR] in [BLUETOOTH] op [ON] ingesteld is
(pagina 24).
1 Activeer de BLUETOOTH-functie op de
iPhone/iPod.
2 Sluit een iPhone/iPod aan op de USB-
poort.
Zorg ervoor dat oplicht op het display van
het apparaat.
Opmerkingen
BLUETOOTH automatisch koppelen is niet mogelijk als
het apparaat al verbonden is met twee BLUETOOTH-
toestellen. Koppel in dit geval een van beide
toestellen los en maak opnieuw verbinding met de
iPhone/iPod.
Als BLUETOOTH automatisch koppelen niet mogelijk
is, zie "Een BLUETOOTH-toestel voorbereiden" voor
meer details (pagina 7).
Verbinden met een gekoppeld
BLUETOOTH-toestel
Licht op als handenvrij bellen
beschikbaar is door het HFP (Handsfree
Profile) te activeren.
Licht op als het audioapparaat
afgespeeld kan worden door het A2DP
(Advanced Audio Distribution Profile) te
activeren.
Verbinding maken met een iPhone/
iPod (BLUETOOTH automatisch
koppelen)
10
NL
Een USB-apparaat aansluiten
1 Verlaag het volume op de unit.
2 Sluit het USB-apparaat aan op de unit.
Gebruik de USB-verbindingskabel voor iPod
(niet bijgeleverd) om een iPod/iPhone te
verbinden.
Een ander draagbaar
audiotoestel aansluiten
1 Schakel het draagbare audiotoestel uit.
2 Verlaag het volume op de unit.
3 Sluit het draagbare audiotoestel met
behulp van een verbindingskabel (niet
bijgeleverd)* aan op de AUX-ingang
(stereominiaansluiting) op de unit.
* Gebruik een rechte stekker.
4 Selecteer [AUX] door op SRC te drukken.
Het volumeniveau van het aangesloten
toestel afstemmen op andere bronnen
Start het afspelen op het draagbare audiotoestel bij
een gemiddeld volume en stel uw gebruikelijke
luistervolume in op de unit.
Druk op MENU en selecteer [SOUND]
[SET AUX
VOL] (pagina 23).
Om naar de radio te luisteren, drukt u op SRC om
[TUNER] te selecteren.
Wanneer de DAB-band voor het eerst geselecteerd
wordt nadat de accu werd vervangen of de
aansluitingen werden gewijzigd, start de eerste
scan automatisch. Wacht tot de eerste scan
voltooid is. (Als u de eerste scan onderbreekt,
wordt de eerste scan opnieuw gestart wanneer u
de volgende keer de DAB-band selecteert.) Als
geen DAB-zender wordt opgeslagen door de eerste
scan, voert u een automatische scan uit (pagina 11).
Tip
Stel [SET ANT-PWR] in op [ON] (standaard) of [OFF]
afhankelijk van het soort DAB-antenne (pagina 21).
DAB ontvangen
DAB (Digital Audio Broadcasting) is een
transmissiesysteem voor aardse netwerken. DAB-
zenders combineren radioprogramma's ("services")
tot een ensemble, en elke service omvat een of
meer componenten. Dezelfde service kan soms op
verschillende frequenties worden ontvangen.
1 Druk op MODE om [DB1], [DB2] of [DB3]
te selecteren.
2 Druk op SEEK +/– om binnen een
ensemble naar een service te zoeken;
houd SEEK +/– ingedrukt om
verschillende ensembles te zoeken.
Het zoeken stopt wanneer een service/
ensemble wordt ontvangen. Blijf zoeken tot de
gewenste service wordt ontvangen.
1 Als u de service ontvangt die u wilt
opslaan, houdt u een cijfertoets (1 tot 6)
ingedrukt tot [MEM] wordt
weergegeven.
1 Nadat u de band heeft geselecteerd,
drukt u op een cijfertoets (1 tot 6).
Luisteren naar de radio
Een service handmatig zoeken
Een service handmatig opslaan
Opgeslagen services ontvangen
11
NL
U kunt een lijst met services weergeven om het
zoeken te vergemakkelijken.
1 Druk tijdens DAB-ontvangst op
(bladeren).
Het toestel gaat naar de modus Quick-BrowZer
en de lijst met services verschijnt.
2 Selecteer de service van uw keuze door
de regelknop te verdraaien en er
vervolgens op te drukken.
De ontvangst begint.
De Quick-BrowZer-stand verlaten
Druk op (bladeren).
Als u DAB-berichten mogelijk maakt, kunnen DAB-
berichten de momenteel geselecteerde bron
onderbreken.
1 Druk op MENU, selecteer [GENERAL]
door de regelknop te draaien en druk er
vervolgens op.
2 Selecteer [SET ANNOUNCE] door de
regelknop te verdraaien en druk er
vervolgens op.
3 Selecteer [SET ANNC-ON] of [SET ANNC-
OFF] door de regelknop te verdraaien en
druk er vervolgens op.
Opmerking
Tijdens een DAB-bericht wordt het volume aangepast
aan het niveau dat voor TA is ingesteld in RDS
(pagina 12).
Hetzelfde of een gelijkaardig programma
beluisteren zelfs als de ontvangst zwak is
Stel [SET SOFTLINK] in op [ON] (pagina 21).
[FM-LINK] licht op wanneer het overeenkomstige
FM-programma wordt ontvangen.
"Hard Link" volgt hetzelfde programma, terwijl "Soft
Link" een gelijkaardig programma volgt.
1 Druk op MODE om [DB1], [DB2] of [DB3]
te selecteren.
2 Druk op MENU, selecteer [GENERAL]
door de regelknop te draaien en druk er
vervolgens op.
3 Selecteer [SET AUTOSCAN] door de
regelknop te verdraaien en druk er
vervolgens op.
Het toestel werkt de lijst met services bij in de
modus Quick-BrowZer.
FM/MW/LW gebruiken
1 Druk op MODE als u de band wilt
wijzigen (FM1, FM2, MW of LW).
2 Druk op MENU, selecteer [GENERAL]
door de regelknop te draaien en druk er
vervolgens op.
3 Selecteer [SET BTM] door de regelknop te
verdraaien en druk er vervolgens op.
Het apparaat slaat de zenders in de volgorde
van frequentie op onder de cijfertoetsen.
1 Druk op MODE als u de band wilt
wijzigen (FM1, FM2, MW of LW).
2 Stem af op de gewenste zender.
Handmatig afstemmen
Houd SEEK +/– ingedrukt om ongeveer op de
gewenste frequentie af te stemmen en druk
vervolgens herhaaldelijk op SEEK +/– om fijn af
te stemmen op de gewenste frequentie.
Automatisch afstemmen
Druk op SEEK +/–.
Het zoeken stopt wanneer een zender wordt
ontvangen.
1 Als u de zender ontvangt die u wilt
opslaan, houdt u een cijfertoets (1 tot 6)
ingedrukt tot [MEM] wordt
weergegeven.
Zoeken naar een service op naam
(Quick-BrowZer™)
DAB-berichten instellen
SOFT
LINK
DAB FM
Hard
Link
Soft
Link
Hard
Link
Soft
Link
OFF

ON

De servicelijst automatisch updaten
(Automatische scan)
Automatisch opslaan (BTM)
Afstemmen
Handmatig opslaan
12
NL
1 Selecteer de band en druk vervolgens op
een cijfertoets (1 tot 6).
Radio Data System (RDS)
gebruiken
AF stemt continu opnieuw af op de zender met het
sterkste signaal in een netwerk, en TA biedt u de
huidige verkeersinformatie of
verkeersprogramma's (TP) wanneer deze worden
ontvangen.
1 Druk op AF/TA om [AF-ON], [TA-ON],
[AF/TA-ON] of [AF/TA-OFF] te selecteren.
RDS-zenders met de AF- en TA-instelling
opslaan
U kunt RDS-zenders samen met een AF/TA-
instelling voorprogrammeren. Stel AF/TA in en sla
de zender vervolgens met BTM of handmatig op.
Als u handmatig voorprogrammeert, kunt u ook
niet-RDS-zenders voorprogrammeren.
Noodberichten ontvangen
Als AF of TA is ingeschakeld, wordt de
geselecteerde bron automatisch onderbroken door
de noodberichten.
Het volumeniveau aanpassen tijdens een
verkeersbericht
Het niveau wordt los van het normale
volumeniveau opgeslagen in het geheugen voor
toekomstige verkeersinformatie.
Op een regionaal programma afgestemd
blijven (REGIONAL)
Wanneer de functies AF en REGIONAL ingeschakeld
zijn, schakelt het apparaat niet over naar een
andere regionale zender met een sterkere
frequentie. Verlaat u het ontvangstgebied van het
regionale programma, stel dan tijdens FM-
ontvangst [SET REG-OFF] in bij [GENERAL]
(pagina 21).
Deze functie werkt niet in het Verenigd Koninkrijk
en sommige andere gebieden.
Local Link-functie (alleen voor het Verenigd
Koninkrijk)
Met deze functie kunt u andere lokale zenders in
het gebied selecteren, ook als deze niet zijn
opgeslagen onder de cijfertoetsen.
Druk tijdens FM-ontvangst op een cijfertoets (1 tot
6) waaronder een lokale zender is opgeslagen. Druk
binnen 5 seconden nogmaals op de cijfertoets van
de lokale zender. Herhaal dit tot de lokale zender
wordt ontvangen.
Gebruik PTY om een gewenst programmatype weer
te geven of te zoeken.
Tijdens DAB-ontvangst
1 Houd PTY ingedrukt.
2 Draai de regelknop tot het gewenste
programmatype wordt weergegeven en
druk er vervolgens op.
Het toestel toont alle services in het
geselecteerde programmatype.
3 Draai de regelknop tot de gewenste
service wordt weergegeven en druk er
vervolgens op.
De ontvangst begint.
Tijdens FM-ontvangst
1 Houd PTY ingedrukt.
2 Draai de regelknop tot het gewenste
programmatype wordt weergegeven en
druk er vervolgens op.
Het apparaat begint te zoeken naar een zender
die het geselecteerde programmatype uitzendt.
Programmatypen
* Kan op de service verschijnen tijdens DAB-ontvangst.
De opgeslagen zenders ontvangen
Alternatieve frequenties (AF) en
verkeersinformatie (TA) instellen
Programmatypes (PTY) selecteren
NONE
(geen programmatype)*,
NEWS
(nieuws),
AFFAIRS
(actualiteit),
INFO
(informatie),
SPORT
(sport),
EDUCATE
(educatieve programma's),
DRAMA
(toneel),
CULTURE
(cultuur),
SCIENCE
(wetenschap),
VARIED
(diversen),
POP M
(popmuziek),
ROCK M
(rockmuziek),
EASY M
(easy
listening-muziek),
LIGHT M
(licht klassiek),
CLASSICS
(klassiek),
OTHER M
(overige muziek),
WEATHER
(weerberichten),
FINANCE
(financieel
nieuws),
CHILDREN
(kinderprogramma's),
SOCIAL
A
(sociale zaken),
RELIGION
(religie),
PHONE IN
(inbelprogramma's),
TRAVEL
(reizen),
LEISURE
(ontspanning),
JAZZ
(jazzmuziek),
COUNTRY
(countrymuziek),
NATION M
(nationale muziek),
OLDIES
(oldies),
FOLK M
(folkmuziek),
DOCUMENT
(documentaires)
13
NL
Met de CT-gegevens van de RDS-uitzending wordt
de klok ingesteld.
1 Stel [SET CT-ON] in bij [GENERAL]
(pagina 21).
Een disc afspelen
1 Plaats de CD (met het label omhoog).
Het afspelen start automatisch.
Een USB-apparaat afspelen
In deze gebruiksaanwijzing wordt "iPod" gebruikt
om te verwijzen naar de iPod-functies van zowel
een iPod als iPhone, tenzij dit anders aangegeven is
in de tekst of afbeeldingen.
Raadpleeg "Informatie over iPod" (pagina 25) of ga
naar de ondersteuningssite die op het achterblad
wordt vermeld voor meer informatie over de
compatibiliteit van uw iPod.
U kunt USB-apparaten* van het type MSC (Mass
Storage Class) en MTP (Media Transfer Protocol) die
geschikt zijn voor de USB-standaard gebruiken. Er
zijn digitale mediaspelers of Android-smartphones
waarop de MTP-stand moet worden ingesteld.
* bijv. een USB-flash-drive, een digitale mediaspeler,
een Android-smartphone
Opmerkingen
Ga naar de ondersteuningssite die op het achterblad
wordt vermeld voor meer informatie over de
compatibiliteit van het USB-apparaat.
Het afspelen van de volgende bestanden wordt niet
ondersteund.
MP3/WMA/AAC/FLAC:
Auteursrechtelijk beveiligde bestanden
DRM-bestanden (Digital Rights Management -
beheer van digitale rechten)
Meerkanaalsaudiobestanden
MP3/WMA/AAC:
Bestanden die zonder gegevensverlies zijn
gecomprimeerd (lossless)
WAV:
Meerkanaalsaudiobestanden
1 Sluit een USB-apparaat aan op de USB-
poort (pagina 10).
Het afspelen wordt gestart.
Als een toestel al verbonden is, drukt u op SRC
om [USB] te selecteren ([IPD] verschijnt op het
display als de iPod herkend wordt).
De kloktijd instellen (CT)
Afspelen
14
NL
2 Pas het volume op dit apparaat aan.
Het afspelen stoppen
Houd OFF gedurende 1 seconde ingedrukt.
Het toestel verwijderen
Stop het afspelen en verwijder het toestel.
Waarschuwing voor iPhone
Als u een iPhone via USB verbindt, wordt het
volume van een telefoongesprek bepaald via de
iPhone, niet via het apparaat. Let erop dat u niet
onopzettelijk het volume op het apparaat verhoogt
tijdens het telefoongesprek. Na afloop van het
telefoongesprek, kan er immers plots luid geluid
uitgevoerd worden.
Een BLUETOOTH-toestel
afspelen
U kunt de inhoud van een verbonden toestel
afspelen dat BLUETOOTH A2DP (Advanced Audio
Distribution Profile) ondersteunt.
1 Breng een BLUETOOTH-verbinding met
het audioapparaat tot stand (pagina 7).
Om het audioapparaat te selecteren, drukt u op
MENU en selecteert u vervolgens [BLUETOOTH]
[SET AUDIODEV] (pagina 23).
2 Druk op SRC om [BT AUDIO] te
selecteren.
3 Bedien het audioapparaat om het
afspelen te starten.
4 Pas het volume op dit apparaat aan.
Opmerkingen
Afhankelijk van het audioapparaat is het mogelijk dat
informatie zoals de titel, het nummer en de tijd van
de track en de afspeelstatus niet op dit apparaat
wordt weergegeven.
Zelfs als u de bron op dit apparaat wijzigt, stopt het
afspelen van het audioapparaat niet.
[BT AUDIO] verschijnt niet op het display terwijl u de
"SongPal"-toepassing via de BLUETOOTH-functie
gebruikt.
Het volumeniveau van het BLUETOOTH-
toestel afstemmen op andere bronnen
Start het afspelen op het BLUETOOTH-audiotoestel
bij een gemiddeld volume en stel uw gebruikelijke
luistervolume in op het apparaat.
Druk op MENU en selecteer [SOUND]
[SET BTA
VOL] (pagina 23).
Tracks zoeken en afspelen
1 Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk
op (herhalen) of (willekeurig) om
de gewenste weergavestand te
selecteren.
Het duurt even voor het afspelen start in de
geselecteerde weergavestand.
De beschikbare weergavestanden verschillen
afhankelijk van de geselecteerde geluidsbron.
Niet beschikbaar wanneer een iPod is aangesloten.
1 Druk tijdens het afspelen van CD, USB of
BT AUDIO*
1
op (bladeren)*
2
zodat de
lijst met zoekcategorieën wordt
weergegeven.
Druk, wanneer de tracklijst wordt weergegeven,
herhaaldelijk op (terug) zodat de gewenste
zoekcategorie wordt weergegeven.
*1 Alleen beschikbaar voor audioapparaten die
AVRCP (Audio Video Remote Control Profile) 1.4
of hoger ondersteunen.
*2 Druk tijdens het afspelen via USB gedurende
meer dan 2 seconden op (bladeren) en keer
rechtstreeks terug naar het begin van de
categorielijst.
2 Selecteer de zoekcategorie van uw keuze
door de regelknop te draaien en
bevestig deze door er op te drukken.
3 Herhaal stap 2 als u de gewenste track
wilt zoeken.
Het afspelen wordt gestart.
De Quick-BrowZer-stand verlaten
Druk op (bladeren).
Herhaaldelijk en willekeurig afspelen
Zoeken naar een track op naam (Quick-
BrowZer)
15
NL
Niet beschikbaar wanneer een iPod is aangesloten.
1 Druk op (bladeren).
2 Druk op SEEK +.
3 Verdraai de regelknop om het item te
selecteren.
De lijst wordt doorbladerd in stappen van 10%
van het totale aantal items in de lijst.
4 Druk op ENTER om terug te keren naar
de Quick-BrowZer-stand.
Het geselecteerde item wordt weergegeven.
5 Selecteer het item van uw keuze door de
regelknop te verdraaien en er
vervolgens op te drukken.
Het afspelen wordt gestart.
Om een mobiele telefoon te gebruiken, verbindt u
deze met dit apparaat. U kunt twee mobiele
telefoons met het apparaat verbinden. Zie "Een
BLUETOOTH-toestel voorbereiden" (pagina 7) voor
meer informatie.
Een oproep ontvangen
1 Druk op CALL wanneer een oproep met
een beltoon wordt ontvangen.
Het telefoongesprek start.
Opmerking
De beltoon en de stem van de persoon die spreekt
worden alleen uit de voorluidsprekers uitgevoerd.
De oproep weigeren
Houd OFF gedurende 1 seconde ingedrukt.
De oproep beëindigen
Druk opnieuw op CALL.
Een oproep maken
U kunt een oproep maken vanuit het telefoonboek
of de oproepgeschiedenis als een mobiele telefoon
aangesloten is die PBAP (Phone Book Access
Profile) ondersteunt.
Als twee mobiele telefoons verbonden zijn met het
apparaat, kiest u een van beide.
1 Druk op CALL.
Als twee mobiele telefoons verbonden zijn met
het apparaat, draait u aan de regelknop om een
van beide te kiezen en drukt u er vervolgens op.
2 Draai aan de regelknop om [PHONE
BOOK] te selecteren en druk er
vervolgens op.
3 Draai aan de regelknop om een
beginletter uit de lijst met beginletters te
selecteren en druk er vervolgens op.
Zoeken door items over te slaan
(Overspring-stand)
Handenvrij bellen (alleen via
BLUETOOTH)
Vanuit het telefoonboek
16
NL
4 Draai aan de regelknop om een naam uit
de lijst met namen te selecteren en druk
er vervolgens op.
5 Draai aan de regelknop om een nummer
uit de lijst met nummers te selecteren en
druk er vervolgens op.
Het telefoongesprek start.
1 Druk op CALL.
Als twee mobiele telefoons verbonden zijn met
het apparaat, draait u aan de regelknop om een
van beide te kiezen en drukt u er vervolgens op.
2 Draai aan de regelknop om [RECENT
CALL] te selecteren en druk er
vervolgens op.
Een lijst met de oproepgeschiedenis verschijnt.
3 Draai aan de regelknop om een naam of
telefoonnummer uit de
oproepgeschiedenis te selecteren en
druk er vervolgens op.
Het telefoongesprek start.
1 Druk op CALL.
Als twee mobiele telefoons verbonden zijn met
het apparaat, draait u aan de regelknop om een
van beide te kiezen en drukt u er vervolgens op.
2 Draai aan de regelknop om [DIAL
NUMBER] te selecteren en druk er
vervolgens op.
3 Draai aan de regelknop om het
telefoonnummer in te voeren en
selecteer als laatste [ ] (spatie), en druk
vervolgens op ENTER*.
Het telefoongesprek start.
* Verplaats de digitale aanduiding door op SEEK +/–
te drukken.
Opmerking
[_] verschijnt in plaats van [#] op het display.
1 Druk op CALL.
Als twee mobiele telefoons verbonden zijn met
het apparaat, draait u aan de regelknop om een
van beide te kiezen en drukt u er vervolgens op.
2 Draai aan de regelknop om [REDIAL] te
selecteren en druk er vervolgens op.
Het telefoongesprek start.
U kunt een oproep maken door de stemtag uit te
spreken die opgeslagen is op een verbonden
mobiele telefoon met een functie voor
spraakgestuurd kiezen.
1 Druk op CALL.
Als twee mobiele telefoons verbonden zijn met
het apparaat, draait u aan de regelknop om een
van beide te kiezen en drukt u er vervolgens op.
2 Draai aan de regelknop om [VOICE DIAL]
te selecteren en druk er vervolgens op.
U kunt ook op VOICE drukken terwijl de
"SongPal"-functie uitgeschakeld is.
3 Spreek de stemtag uit die op de mobiele
telefoon opgeslagen is.
Uw stem wordt herkend en de oproep wordt
gemaakt.
Spraakgestuurd kiezen annuleren
Druk op VOICE.
Beschikbare opties tijdens een
oproep
Het beltoonvolume regelen
Draai aan de regelknop terwijl u een oproep
ontvangt.
Het stemvolume regelen van de persoon die
spreekt
Draai aan de regelknop tijdens een oproep.
Het volume voor de andere partij regelen
(regeling van de microfoonversterking)
Druk op MIC.
Regelbaar volumeniveaus: [MIC-LOW], [MIC-MID],
[MIC-HI].
Vanuit de oproepgeschiedenis
Door een telefoonnummer in te voeren
Via nummerherhaling
Via stemtags
17
NL
Echo en ruis verminderen (echo-
onderdrukkingsstand/
ruisonderdrukkingsstand)
Houd MIC ingedrukt.
Instelbare stand: [EC/NC-1], [EC/NC-2].
Schakelen tussen handenvrije stand en niet-
handenvrije stand
Druk tijdens een oproep op MODE om de audio van
het telefoongesprek om te schakelen tussen het
apparaat en de mobiele telefoon.
Opmerking
Afhankelijk van de mobiele telefoon bestaat de kans
dat deze handeling niet beschikbaar is.
SongPal met iPhone/Android-
smartphone
Hiervoor dient u de recentste
versie van de "SongPal"-
toepassing te downloaden van
de App Store voor iPhone of van
Google Play voor Android-
smartphones.
Opmerkingen
Volg voor uw veiligheid de lokale
verkeersregels en -voorschriften
en bedien de toepassing niet
terwijl u aan het rijden bent.
"SongPal" is een app om via uw iPhone/Android-
smartphone Sony-audioapparaten te bedienen die
compatibel zijn met "SongPal".
Wat u kunt bedienen met "SongPal" varieert
afhankelijk van het aangesloten toestel.
Om gebruik te maken van de functies van "SongPal"
raadpleegt u de gegevens van uw iPhone/Android-
smartphone.
Meer informatie over "SongPal" kunt u vinden op de
volgende URL:
http://rd1.sony.net/help/speaker/songpal/
Bezoek de onderstaande website en ga na welke
modellen van iPhone/Android-smartphones
compatibel zijn.
Voor iPhone: ga naar de App Store
Voor Android-smartphone: ga naar Google Play
1 Maak een BLUETOOTH-verbinding met
een iPhone/Android-smartphone
(pagina 7).
Om het audioapparaat te selecteren, drukt u op
MENU en selecteert u vervolgens [BLUETOOTH]
[SET AUDIODEV] (pagina 23).
2 Start de "SongPal"-toepassing.
*1
3 Houd APP op het toestel langer dan 2
seconden ingedrukt.
*2
De verbinding met de iPhone/Android-
smartphone wordt gestart.
Voor meer informatie over de bediening op een
iPhone/Android-smartphone, raadpleegt u het
helpgedeelte van de toepassing.
*1 Als [AUTO LAUNCH] in [SONGPAL] is ingesteld op
[ON] (pagina 24), wordt de "SongPal"-verbinding
automatisch tot stand gebracht wanneer het
BLUETOOTH-signaal van de iPhone/Android-
smartphone wordt ingeschakeld.
*2 U kunt ook op MENU drukken en vervolgens
[SONGPAL]
[CONNECT] (pagina 24) selecteren.
Handige functies
De SongPal-verbinding tot stand
brengen
18
NL
Als het toestelnummer verschijnt
Controleer of het nummer wordt weergegeven
(bijv. 123456), en selecteer vervolgens [Ja] op de
iPhone/Android-smartphone.
De verbinding beëindigen
1
Druk op MENU, draai aan de regelknop om
[SONGPAL] te selecteren en druk er vervolgens op.
2
Draai aan de regelknop om [CONNECT] te
selecteren en druk er vervolgens op.
De bron of toepassing selecteren
U kunt de gewenste bron of toepassing op de
iPhone/Android-smartphone selecteren.
De bron selecteren
Druk herhaaldelijk op SRC. U kunt ook op SRC
drukken, aan de regelknop draaien om de
gewenste bron te selecteren en vervolgens op
ENTER drukken.
De lijst met bronnen weergeven
Druk op SRC.
Melding van bepaalde informatie via de
spraakgids (alleen Android-smartphone)
Wanneer een SMS of Twitter-/Facebook-/Agenda-
melding enz. ontvangen wordt, wordt deze
automatisch omgeroepen via de luidsprekers van
de auto.
Raadpleeg het helpgedeelte van de toepassing voor
meer informatie over instellingen.
Spraakherkenning activeren (alleen
Android-smartphone)
Door toepassingen te registreren, kunt u een
toepassing met gesproken commando's bedienen.
Raadpleeg het helpgedeelte van de toepassing
voor meer informatie.
Spraakherkenning activeren
1
Houd VOICE ingedrukt om spraakherkenning te
activeren.
2
Zeg de gewenste spraakopdracht in de microfoon
wanneer [Say Source or App] weergegeven wordt
op de Android-telefoon.
Opmerkingen
Spraakherkenning is in sommige gevallen mogelijk
niet beschikbaar.
Het is mogelijk dat spraakherkenning niet goed werkt
afhankelijk van de prestaties van de verbonden
Android-smartphone.
Gebruik deze functie in omstandigheden waar het
lawaai, zoals het geluid van de motor, tijdens de
spraakherkenning zo beperkt mogelijk is.
Een SMS-bericht beantwoorden (alleen
Android-smartphone)
U kunt via spraakherkenning een bericht
beantwoorden.
1
Activeer spraakherkenning en voer "Reply
(beantwoord)" in.
Het invoerscherm voor berichten verschijnt op de
"SongPal"-toepassing.
2
Voer via spraakherkenning een antwoordbericht in.
De lijst met mogelijke berichten verschijnt op de
"SongPal"-toepassing.
3
Draai aan de regelknop om het gewenste bericht te
selecteren en druk er vervolgens op.
Het bericht wordt verstuurd.
19
NL
Geluids- en weergave-instellingen
configureren
U kunt instellingen met betrekking tot het geluid en
de weergave aanpassen via een iPhone/Android-
smartphone.
Raadpleeg het helpgedeelte van de toepassing voor
meer informatie over instellingen.
Siri Eyes Free gebruiken
Met Siri Eyes Free kunt u een iPhone handenvrij
gebruiken door gewoon in de microfoon te
spreken. Voor deze functie is het nodig dat een
iPhone via BLUETOOTH met het apparaat
verbonden is. Dit kan alleen voor iPhone 4s of
recentere modellen. Zorg ervoor dat de recentste
iOS-versie op uw iPhone geïnstalleerd is.
U moet vooraf de configuraties uitvoeren voor
BLUETOOTH-registratie en -verbinding van de
iPhone met het toestel. Zie "Een BLUETOOTH-
toestel voorbereiden" (pagina 7) voor meer
informatie.
Om de iPhone te selecteren, drukt u op MENU en
selecteert u vervolgens [BLUETOOTH]
[SET
AUDIODEV] (pagina 23).
1 Activeer de Siri-functie op de iPhone.
Voor meer informatie kunt u de
gebruiksaanwijzing raadplegen die bij de
iPhone geleverd is.
2 Druk op VOICE.
Het spraakopdrachtscherm verschijnt.
3 Nadat de iPhone gepiept heeft, spreekt
u in de microfoon.
De iPhone piept opnieuw en Siri begint te
antwoorden.
Siri Eyes Free uitschakelen
Druk op VOICE.
Opmerkingen
Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden is het
mogelijk dat de iPhone uw stem niet herkent. (Als u
zich bijvoorbeeld in een bewegende auto bevindt.)
Het is mogelijk dat Siri Eyes Free niet goed werkt of
dat de reactietijd traag is op plaatsen waar iPhone-
signalen moeilijk te ontvangen zijn.
Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van de
iPhone is het mogelijk dat Siri Eyes Free niet goed
werkt of afgesloten wordt.
Als u een track afspeelt met een iPhone via een
BLUETOOTH-audioverbinding, dan wordt bij het
starten van het afspelen van de track via BLUETOOTH
Siri Eyes Free automatisch afgesloten en schakelt het
apparaat over op de BLUETOOTH-audiobron.
Als Siri Eyes Free geactiveerd wordt tijdens het
afspelen van audio, dan is het mogelijk dat het
apparaat overschakelt naar de BLUETOOTH-
audiobron, zelfs als u geen track opgeeft om af te
spelen.
Bij het aansluiten van de iPhone op de USB-poort is
het mogelijk dat Siri Eyes Free niet goed werkt of
afgesloten wordt.
Activeer Siri niet met de iPhone als u de iPhone via
USB met het apparaat verbindt. Het is mogelijk dat
Siri Eyes Free niet goed werkt of afgesloten wordt.
Er wordt geen audio uitgevoerd terwijl Siri Eyes Free
geactiveerd is.
20
NL
De DEMO-stand annuleren
U kunt het demonstratiescherm annuleren dat
wordt weergegeven wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven wordt.
1 Druk op MENU, selecteer [GENERAL]
door de regelknop te draaien en druk er
vervolgens op.
2 Selecteer [SET DEMO] door de regelknop
te verdraaien en druk er vervolgens op.
3 Selecteer [SET DEMO-OFF] door de
regelknop te verdraaien en druk er
vervolgens op.
Het instellen is voltooid.
4 Druk twee keer op (terug).
Het display keert terug naar de normale
ontvangst-/weergavestand.
Algemene bediening voor
instellingen
U kunt items instellen in de volgende
instelcategorieën:
Algemene instellingen (GENERAL),
Geluidsinstellingen (SOUND), Display-instellingen
(DISPLAY), BLUETOOTH-instellingen (BLUETOOTH),
SongPal-instellingen (SONGPAL)
1 Druk op MENU.
2 Selecteer de instellingencategorie door
de regelknop te draaien en er vervolgens
op te drukken.
De items die ingesteld kunnen worden,
verschillen afhankelijk van de bron en
instellingen.
3 Selecteer de opties door de regelknop te
draaien en druk er vervolgens op.
Terugkeren naar het vorige display
Druk op (terug).
Algemene instellingen
(GENERAL)
DEMO
(demonstratie)
De demonstratie inschakelen: [ON], [OFF].
CLOCK-ADJ
(klok aanpassen) (pagina 7)
CAUT ALM
(waarschuwingstoon)
De waarschuwingstoon inschakelen: [ON], [OFF]
(pagina 6).
(Alleen beschikbaar wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven
wordt.)
BEEP
De pieptoon inschakelen: [ON], [OFF].
AUTO OFF
Automatisch uitschakelen na een bepaalde tijd
wanneer de unit is uitgeschakeld: [ON] (30
minuten), [OFF].
STEERING
Registreert/reset de instelling van de
stuurafstandsbediening.
(Alleen beschikbaar wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven
wordt.)
STR CONTROL
(stuurbediening)
Hiermee kunt u de invoerstand selecteren voor
de aangesloten afstandsbediening. Voorkom
storingen door eraan te denken de invoerstand
vóór gebruik af te stemmen op de aangesloten
afstandsbediening.
CUSTOM
Invoerstand voor de stuurafstandsbediening
PRESET
Invoerstand voor de bekabelde
afstandsbediening, exclusief de
stuurafstandsbediening
EDIT CUSTOM
Registreert de functies (SOURCE, ATT, VOL +/–,
SEEK +/–, VOICE, ON HOOK, OFF HOOK) in de
stuurafstandsbediening:
Selecteer de functie die u aan de
stuurafstandsbediening wilt toewijzen door
de regelknop te draaien, en er vervolgens op
te drukken.
Terwijl [REGISTER] knippert, houdt u de knop
op de stuurafstandsbediening waaraan u de
functie wilt toewijzen, ingedrukt. Wanneer
de registratie voltooid is, wordt
[REGISTERED] weergegeven.
Herhaal de stappen
en
voor het
registreren van andere functies.
(Alleen beschikbaar wanneer [STR CONTROL] is
ingesteld op [CUSTOM].)
Instellingen
21
NL
RESET CUSTOM
Reset de geregistreerde functies van de
afstandsbediening van het stuurwiel:
[YES], [NO].
(Alleen beschikbaar wanneer [STR CONTROL] is
ingesteld op [CUSTOM].)
Opmerkingen
Terwijl u instellingen uitvoert, kan het apparaat
alleen met de toetsen worden bediend. Parkeer
voor uw veiligheid uw auto voor u deze instelling
uitvoert.
Als er zich tijdens de registratie een fout voordoet,
blijft alle eerder geregistreerde informatie
behouden. Start de registratie opnieuw vanaf de
functie waar de fout zich heeft voorgedaan.
Deze functie is op sommige voertuigen mogelijk
niet beschikbaar. Ga naar de ondersteuningssite
die op het achterblad wordt vermeld voor meer
informatie over de compatibiliteit van uw
voertuig.
CT
(kloktijd)
De CT-functie inschakelen: [ON], [OFF].
REGIONAL
De ontvangst beperken tot een specifieke regio:
[ON], [OFF]. (Alleen beschikbaar wanneer FM
ontvangen wordt.)
BTM
(geheugen voor beste afstemming) (pagina 11)
(Alleen beschikbaar wanneer de tuner (FM/MW/
LW) is geselecteerd.)
ANNOUNCE
(bericht)
Laat uitgezonden berichten toe (pagina 11).
(Niet beschikbaar wanneer de bron is
uitgeschakeld en de klok wordt weergegeven.)
SOFTLINK
Wanneer het signaal van het huidige
programma te zwak is voor ontvangst wordt
automatisch naar een gelijkaardig programma
gezocht en hierop afgestemd: [ON], [OFF].
(Alleen tijdens DAB-ontvangst.)
ANT-PWR
(antennevermogen)
Levert vermogen aan de ingangsaansluiting van
de DAB-antenne: [ON], [OFF].
(Alleen beschikbaar wanneer het toestel
uitgeschakeld is en tijdens DAB-ontvangst.)
AUTOSCAN
(automatische scan)
Voert een automatische scan uit om de lijst met
services in de modus Quick-BrowZer te updaten.
(Alleen tijdens DAB-ontvangst.)
FIRMWARE
(Alleen beschikbaar wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven
wordt.)
Controleert/actualiseert de firmwareversie. Ga
naar de ondersteuningssite die op het
achterblad wordt vermeld voor meer informatie.
FW VERSION
(firmwareversie)
Toont de actuele firmwareversie.
FW UPDATE
(firmware-update)
Start het update-proces voor de firmware: [YES],
[NO].
Het updaten van de firmware neemt enkele
minuten in beslag. Zet niet tijdens het updaten
het contract in de positie OFF, en maak ook niet
het USB-toestel los.
Geluidsinstellingen (SOUND)
Dit instellingenmenu is niet beschikbaar wanneer
de bron uitgeschakeld is en de klok wordt
weergegeven.
EXTRA BASS
Versterkt de lage tonen synchroon met het
volumeniveau: [1], [2], [OFF].
(Wordt automatisch op [OFF] gezet wanneer
[C.AUDIO+] is ingesteld op [ON].)
C.AUDIO+
(ClearAudio+)
Reproduceert geluid door het digitale signaal te
optimaliseren met door Sony aanbevolen
geluidsinstellingen: [ON], [OFF]. (Wordt
automatisch op [OFF] gezet wanneer [EQ10
PRESET] wordt gewijzigd en/of [EXTRA BASS]
wordt ingesteld op [1] of [2] en/of [DSO] wordt
ingesteld op [LOW], [MID] of [HIGH].)
EQ10 PRESET
Selecteert een equalizercurve uit 10
equalizercurves of schakelt de functie uit:
[OFF], [R&B], [ROCK], [POP], [DANCE], [HIP-HOP],
[ELECTRONICA], [JAZZ], [SOUL], [COUNTRY],
[CUSTOM].
Voor iedere bron kan de instelling van de
equalizercurve in het geheugen worden
opgeslagen.
EQ10 CUSTOM
Hiermee kunt u [CUSTOM] instellen voor EQ10.
Stelt de equalizercurve in: [BAND1] 32 Hz,
[BAND2] 63 Hz, [BAND3] 125 Hz, [BAND4] 250 Hz,
[BAND5] 500 Hz, [BAND6] 1 kHz, [BAND7] 2 kHz,
[BAND8] 4 kHz, [BAND9] 8 kHz, [BAND10] 16 kHz.
Het volume kan worden aangepast in stappen
van 1 dB, van -6 dB tot +6 dB.
22
NL
POSITION
(luisterpositie)
F/R POS
(positie voor/achter)
Simuleert een natuurlijk geluidsveld door de
geluidsweergave uit de luidsprekers te
vertragen volgens uw positie:
[FRONT L] (links voor),
[FRONT R] (rechts voor),
[FRONT] (midden voor),
[ALL] (midden van uw auto),
[CUSTOM] (positie ingesteld door geavanceerde
audio-instellingen in SongPal)
[OFF] (geen positie ingesteld)
ADJ POSITION
(positie aanpassen)
Om de instelling voor de luisterpositie fijn af te
stemmen: [+3] – [CENTER] – [-3].
(Alleen beschikbaar wanneer [F/R POS] niet is
ingesteld op [OFF] of [CUSTOM].)
SW POS
(subwooferpositie)
[NEAR] (nabij),
[NORMAL] (normaal),
[FAR] (ver)
(Alleen beschikbaar wanneer [F/R POS] is
ingesteld op een andere stand dan [OFF].)
DSO
(dynamic stage organizer)
Creëert een meer sfeervol geluid, net alsof de
luidsprekers zich in het dashboard bevinden:
[OFF], [LOW], [MID], [HIGH].
(Wordt automatisch op [OFF] gezet wanneer
[C.AUDIO+] is ingesteld op [ON].)
BALANCE
De geluidsbalans aanpassen: [RIGHT-15] –
[CENTER] – [LEFT-15].
FADER
Het relatieve niveau aanpassen: [FRONT-15] –
[CENTER] – [REAR-15].
DSEE
(digital sound enhancement engine)
Verbetert digitaal gecomprimeerd geluid door
hoge frequenties te herstellen die tijdens het
compressieproces verloren gaan: [ON], [OFF].
Deze instelling kan in het geheugen worden
opgeslagen voor elke bron behalve de tuner.
AAV
(advanced auto volume)
Past het weergavevolume van alle
weergavebronnen aan voor een optimaal
niveau: [ON], [OFF].
RB ENH
(rear bass enhancer)
Verbetert de lage tonen door een
laagdoorlaatfilter toe te passen op de
achterluidsprekers. Met deze functie kunnen de
achterluidsprekers worden gebruikt als een
subwoofer als er geen subwoofer aangesloten
is.
(Alleen beschikbaar wanneer [SW DIREC] is
ingesteld op [OFF].)
RBE MODE
(rear bass enhancer mode)
Selecteert de stand rear bass enhancer: [1], [2],
[3], [OFF].
LPF FREQ
(frequentie van laagdoorlaatfilter)
Selecteert de kantelfrequentie van de
subwoofer: [50Hz], [60Hz], [80Hz], [100Hz],
[120Hz].
LPF SLOP
(helling van laagdoorlaatfilter)
Selecteert de LPF-helling: [1], [2], [3].
SW DIREC
(subwoofer direct connection)
Past de instellingen aan voor de subwoofer die
verbonden is met een achterluidsprekerkabel
zonder een eindversterker.
(Alleen beschikbaar wanneer [RBE MODE] is
ingesteld op [OFF].)
Zorg ervoor dat een 4  – 8  subwoofer wordt
aangesloten op een van de
achterluidsprekerkabels. Sluit geen luidspreker
aan op de andere achterluidsprekerkabel.
SW MODE
(subwoofer mode)
Selecteert de subwooferstand: [1], [2], [3], [OFF].
SW PHASE
(fase subwoofer)
Selecteert de fase van de subwoofer: [NORM],
[REV].
SW POS
(subwooferpositie)
Selecteert de subwoofer-positie: [NEAR],
[NORMAL], [FAR].
(Alleen beschikbaar wanneer [F/R POS] is
ingesteld op een andere stand dan [OFF].)
LPF FREQ
(frequentie van laagdoorlaatfilter)
Selecteert de kantelfrequentie van de
subwoofer: [50Hz], [60Hz], [80Hz], [100Hz],
[120Hz].
LPF SLOP
(helling van laagdoorlaatfilter)
Selecteert de LPF-helling: [1], [2], [3].
S.WOOFER
(subwoofer)
SW LEVEL
(subwooferniveau)
Past het volumeniveau van de subwoofer aan:
[+10 dB] – [0 dB] – [-10 dB].
([ATT] wordt weergegeven bij de laagste
instelling.)
SW PHASE
(fase subwoofer)
Selecteert de fase van de subwoofer: [NORM],
[REV].
SW POS
(subwooferpositie)
Selecteert de subwoofer-positie: [NEAR],
[NORMAL], [FAR].
(Alleen beschikbaar wanneer [F/R POS] niet is
ingesteld op [OFF].)
23
NL
LPF FREQ
(frequentie van laagdoorlaatfilter)
Selecteert de kantelfrequentie van de
subwoofer: [50Hz], [60Hz], [80Hz], [100Hz],
[120Hz].
LPF SLOP
(helling van laagdoorlaatfilter)
Selecteert de LPF-helling: [1], [2], [3].
HPF
(hoogdoorlaatfilter)
HPF FREQ
(frequentie hoogdoorlaatfilter)
Selecteert de kantelfrequentie van de voor-/
achterluidspreker: [OFF], [50Hz], [60Hz], [80Hz],
[100Hz], [120Hz].
HPF SLOP
(helling van hoogdoorlaatfilter)
Selecteert de HPF-helling (alleen van toepassing
wanneer [HPF FREQ] is ingesteld op een andere
stand dan [OFF]): [1], [2], [3].
AUX VOL
(AUX-volumeniveau)
Past het volumeniveau voor elk aangesloten
randapparaat aan: [+18 dB] – [0 dB] – [-8 dB].
Dankzij deze instelling is het niet nodig om het
volumeniveau tussen bronnen aan te passen.
(Alleen beschikbaar wanneer AUX is
geselecteerd.)
BTA VOL
(volumeniveau BLUETOOTH-audio)
Het volumeniveau voor elk aangesloten
BLUETOOTH-toestel aanpassen: [+6 dB] –
[0 dB] – [-6 dB].
Dankzij deze instelling is het niet nodig om het
volumeniveau tussen bronnen aan te passen.
(Alleen beschikbaar wanneer de BT-audio of
toepassing is geselecteerd.)
Display-instellingen (DISPLAY)
DIMMER
Wijzigt de helderheid van het scherm: [OFF],
[ON], [AT] (automatisch), [CLK].
([AT] is alleen beschikbaar als de kabel voor de
verlichtingsregeling aangesloten is en de
koplampen ingeschakeld zijn.)
U kunt deze functie ook slechts voor een vaste
periode activeren door [CLK] te selecteren en
vervolgens de begin- en de eindtijd in te stellen.
De helderheid instellen wanneer de dimmer-
functie is geactiveerd:
Stel [DIMMER] in op [ON], en pas vervolgens
[BRIGHTNESS] aan.
De helderheid instellen wanneer de dimmer-
functie is gedeactiveerd:
Stel [DIMMER] in op [OFF], en pas vervolgens
[BRIGHTNESS] aan.
De instelling van de helderheid wordt
opgeslagen en toegepast wanneer de dimmer-
functie wordt geactiveerd of wordt
gedeactiveerd.
BRIGHTNESS
Past de helderheid van de display aan. U kunt
het niveau van de helderheid afstellen: [1] – [10].
BUTTON-C
(toetskleur)
Hiermee stelt u een voorgeprogrammeerde of
aangepaste kleur voor de toetsen in.
COLOR
Hiermee selecteert u uit 15
voorgeprogrammeerde kleuren en 1 aangepaste
kleur.
CUSTOM-C
(aangepaste kleur)
Hiermee registreert u een aangepaste kleur voor
de toetsen.
RGB RED, RGB GRN, RGB BLUE
Aanpasbare kleurbereik: [0] – [32] ([0] kan
niet ingesteld worden voor alle
kleurbereiken).
DSPL-C
(displaykleur)
Hiermee stelt u een voorgeprogrammeerde of
aangepaste kleur in voor het display.
COLOR
Hiermee selecteert u uit 15
voorgeprogrammeerde kleuren en 1 aangepaste
kleur.
CUSTOM-C
(aangepaste kleur)
Hiermee registreert u een aangepaste kleur voor
het display.
RGB RED, RGB GRN, RGB BLUE
Aanpasbare kleurbereik: [0] – [32] ([0] kan
niet ingesteld worden voor alle
kleurbereiken).
SND SYNC
(geluidssynchronisatie)
Activeert de synchronisatie van de verlichting
met het geluid: [ON], [OFF].
AUTO SCR
(automatisch scrollen)
Lange items automatisch scrollen: [ON], [OFF].
(Niet beschikbaar wanneer AUX of tuner (FM/
MW/LW) is geselecteerd.)
BLUETOOTH-instellingen
(BLUETOOTH)
PAIRING
(pagina 8)
Hiermee verbindt u maximaal twee BLUETOOTH-
toestellen: [DEVICE 1], [DEVICE 2].
[DEVICE 1] of [DEVICE 2] zal gewijzigd worden
naar de naam van het gekoppelde toestel nadat
het koppelen voltooid is.
AUDIODEV
(audioapparaat)
Hiermee selecteert u het audioapparaat. [*]
verschijnt op het toestel dat gekoppeld is met
[DEVICE 1] of op het huidige, A2DP-compatibele
audioapparaat.
24
NL
RINGTONE
Hiermee selecteert u of dit apparaat of de
verbonden mobiele telefoon de beltoon
uitvoert: [1] (dit apparaat), [2] (mobiele telefoon).
AUTO ANS
(automatisch beantwoorden)
Hiermee stelt u dit apparaat in om een oproep
automatisch te beantwoorden: [OFF], [1]
(ongeveer 3 seconden), [2] (ongeveer 10
seconden).
AUTOPAIR
(automatisch koppelen)
Start BLUETOOTH koppelen automatisch als een
toestel met iOS-versie 5.0 of recenter verbonden
is via USB: [ON], [OFF].
BT SIGNL
(BLUETOOTH-signaal) (pagina 9)
Hiermee schakelt u de BLUETOOTH-functie in/
uit.
BT INIT
(BLUETOOTH initialiseren)
Hiermee initialiseert u alle instellingen die met
BLUETOOTH verband houden
(koppelingsinformatie, voorgeprogrammeerd
nummer, toestelinformatie enz.): [YES], [NO].
Initialiseer alle instellingen als u zich van het
apparaat ontdoet.
(Alleen beschikbaar wanneer de bron
uitgeschakeld is en de klok weergegeven
wordt.)
SongPal-instellingen
(SONGPAL)
AUTO LAUNCH
Hiermee activeert u "SongPal" automatisch
starten: [ON], [OFF].
Wanneer [ON] geselecteerd is, maakt "SongPal"
automatisch verbinding nadat de BLUETOOTH-
verbinding tot stand is gebracht.
CONNECT
Hiermee start en beëindigt u de "SongPal"-
functie (verbinding).
De firmware updaten
Ga voor het updaten van de firmware naar de
ondersteuningssite die op de achterpagina wordt
vermeld, en volg daarna de online-instructies.
Opmerkingen
Voor het updaten van de firmware is een USB-
apparaat (niet bijgeleverd) nodig. Sla het update-
programma op het USB-apparaat op en sluit het
apparaat op de USB-poort aan, voer vervolgens de
update-bewerking uit.
Het updaten van de firmware neemt enkele minuten
in beslag. Zet tijdens het updaten het contact niet in
de positie OFF, en verwijder ook niet het USB-toestel.
Voorzorgsmaatregelen
Laat het apparaat afkoelen als de auto
geparkeerd heeft gestaan in de volle zon.
Laat het voorpaneel of audioapparaten niet
achter in de auto. Deze kunnen beschadigd raken
door de hoge temperaturen van direct zonlicht.
De elektrisch bediende antenne schuift
automatisch uit.
Condensvorming
Als er vocht condenseert in het apparaat, verwijdert
u de disc en wacht u ongeveer een uur tot het
apparaat is gedroogd; anders kan de werking van
het apparaat worden verstoord.
Hoge geluidskwaliteit behouden
Mors geen vloeistof op het apparaat of de discs.
Stel een disc niet bloot aan direct zonlicht of
warmtebronnen, zoals die van de verwarming in
de auto, en laat een disc niet achter in een auto
die in de volle zon staat geparkeerd.
Veeg een disc van het midden
naar de buitenrand schoon
met een doekje voordat u
deze afspeelt. Gebruik geen
oplosmiddelen zoals benzine,
thinner en in de handel
verkrijgbare
reinigingsmiddelen.
Dit apparaat is ontworpen
voor het afspelen van discs die voldoen aan de
CD-norm (Compact Disc). DualDiscs en sommige
muziekdiscs die zijn gecodeerd met
copyrightbeveiligingstechnologieën voldoen niet
aan de CD-norm (Compact Disc) en kunnen
daarom mogelijk niet worden afgespeeld met dit
apparaat.
Aanvullende informatie
Opmerkingen over discs
25
NL
Discs die NIET kunnen worden afgespeeld met dit
apparaat
Discs waarop labels, stickers, tape of papier zijn
geplakt. Hierdoor kan de werking worden
verstoord of de disc worden beschadigd.
Discs met afwijkende vormen (bv. hart,
vierkant, ster). Als u dit toch probeert, kan het
apparaat worden beschadigd.
8 cm-discs.
Opmerkingen over CD-R's/CD-RW's
Als een disc met Multi Session (meerdere sessies)
begint met een CD-DA-sessie, wordt deze
herkend als een CD-DA-disc en worden andere
sessies niet afgespeeld.
Discs die NIET kunnen worden afgespeeld met dit
apparaat
CD-R's/CD-RW's met slechte opnamekwaliteit.
CD-R's/CD-RW's die zijn opgenomen met een
niet-compatibel opnameapparaat.
CD-R's/CD-RW's die onjuist zijn gefinaliseerd.
CD-R's/CD-RW's die niet zijn opgenomen in de
muziek-CD-indeling of MP3-indeling conform
ISO9660 Level 1/Level 2, Joliet/Romeo of Multi
Session (meerdere sessies).
U kunt de volgende iPod-modellen aansluiten.
Werk de software van uw iPod bij naar de laatste
versie vóór gebruik.
Compatibele iPhone-/iPod-modellen
Het gebruik van de Made for Apple-badge
betekent dat een accessoire ontworpen is om
specifiek aangesloten te worden met het/de
Apple-product(en) dat/die geïdentificeerd is/zijn
in de badge, en gecertificeerd is door de
ontwerper om te beantwoorden aan de
prestatienormen van Apple. Apple is niet
verantwoordelijk voor de werking van dit
apparaat of naleving van veiligheidseisen en
wettelijke standaarden.
Het gebruik van dit accessoire met een Apple-
product kan de draadloze prestaties beïnvloeden.
Met alle vragen of problemen over dit apparaat die
niet aan bod komen in deze gebruiksaanwijzing,
kunt u terecht bij uw Sony-leverancier.
Onderhoud
Aansluitingen schoonmaken
De werking van het apparaat kan worden verstoord
als de aansluitingen tussen het apparaat en het
voorpaneel niet schoon zijn. U kunt dit voorkomen
door het voorpaneel (pagina 6) te verwijderen en
de aansluitingen te reinigen met een wattenstaafje.
Gebruik hierbij niet te veel kracht. Anders kunnen
de aansluitingen worden beschadigd.
Opmerkingen
Uit veiligheidsoverwegingen moet u de motor
uitschakelen en de sleutel uit de contactschakelaar
halen voordat u de aansluitingen reinigt.
Raak de aansluitingen nooit rechtstreeks aan met uw
vingers of een metalen voorwerp.
Afspeelvolgorde van de
audiobestanden
Informatie over iPod
Compatibel model Bluetooth® USB
iPhone SE

iPhone 6s

iPhone 6s Plus

iPhone 6

iPhone 6 Plus

Map (album)
Audiobestand (track)
iPhone 5s

iPhone 5c

iPhone 5

iPhone 4s

iPod touch
(6e generatie)

iPod touch
(5e generatie)

iPod nano
(7e generatie)
Compatibel model Bluetooth® USB
26
NL
Technische gegevens
Tuner
DAB/DAB+/DMB-R
Afstembereik: 174,928 MHz – 239,200 MHz
Antenneaansluiting:
Aansluiting voor externe antenne
FM
Afstembereik: 87,5 MHz – 108,0 MHz
Antenneaansluiting:
Aansluiting voor externe antenne
Tussenfrequentie:
FM CCIR: -1.956,5 kHz tot -487,3 kHz en
+500,0 kHz tot +2.095,4 kHz
Bruikbare gevoeligheid: 8 dBf
Selectiviteit: 75 dB bij 400 kHz
Signaal/ruis-afstand: 73 dB (mono)
Scheiding: 50 dB bij 1 kHz
Frequentiebereik: 20 Hz – 15.000 Hz
MW/LW
Afstembereik:
MW: 531 kHz – 1.602 kHz
LW: 153 kHz – 279 kHz
Antenneaansluiting:
Aansluiting voor externe antenne
Gevoeligheid: MW: 26 V, LW: 50 V
CD-speler
Signaal/ruis-afstand: 120 dB
Frequentiebereik: 10 Hz – 20.000 Hz
Snelheidsfluctuaties: minder dan meetbare
waarden
Maximaal aantal
*1
:
Mappen (albums)
*2
: 150
Bestanden (tracks) en mappen
*3
: 300
Tekens die kunnen worden weergegeven voor
de naam van een map/bestand:
32 (Joliet)/64 (Romeo)
Overeenkomstige codec: MP3 (.mp3), WMA (.wma)
en AAC (.m4a)
*1 Alleen CD-R/CD-RW
*2 inclusief hoofdmap
*3 mogelijk minder dan de gemeten waarde als de
map-/bestandsnaam veel tekens bevat
USB-speler
Interface: USB (High-speed)
Maximale stroom: 1 A
Maximaal aantal herkenbare bestanden (tracks):
10.000
Bijbehorende codec:
MP3 (.mp3)
Bitfrequentie: 8 kbps – 320 kbps
(Ondersteunt VBR (Variable Bit Rate))
Sampling-frequentie: 16 kHz – 48 kHz
WMA (.wma)
Bitfrequentie: 32 kbps – 192 kbps
(Ondersteunt VBR (Variable Bit Rate))
Sampling-frequentie: 32 kHz, 44,1 kHz,
48 kHz
AAC (.m4a, .mp4)
Bitfrequentie: 8 kbps – 320 kbps
Sampling-frequentie: 11,025 kHz – 48 kHz
WAV (.wav)
Bitdiepte: 16 bit
Sampling-frequentie: 44,1 kHz, 48 kHz
FLAC (.flac)
Bitdiepte: 16 bit, 24 bit
Sampling-frequentie: 44,1 kHz, 48 kHz
Draadloze communicatie
Communicatiesysteem:
BLUETOOTH-standaard versie 3.0
Uitvoer:
BLUETOOTH-standaard vermogensklasse 2
(max. +4 dBm)
Maximaal communicatiebereik*
1
:
Rechte lijn zonder obstakels ong. 10 m
Frequentieband:
2,4 GHz-band (2,4000 GHz – 2,4835 GHz)
Modulatiemethode: FHSS
Compatibele BLUETOOTH-profielen*
2
:
A2DP (Advanced Audio Distribution Profile) 1.3
AVRCP (Audio Video Remote Control Profile) 1.5
HFP (Handsfree Profile) 1.6
PBAP (Phone Book Access Profile)
SPP (Serial Port Profile)
MAP (Message Access Profile)
HID (Human Interface Device Profile)
Bijbehorende codec:
SBC (.sbc), ACC (.m4a)
*1 Het werkelijke bereik zal variëren afhankelijk van
factoren als obstakels tussen apparaten,
magnetische velden rond een magnetron, statische
elektriciteit, de ontvangstgevoeligheid, de prestaties
van de antenne, het besturingssysteem, de
softwaretoepassing enz.
*2 BLUETOOTH-standaardprofielen geven het doel van
BLUETOOTH-communicatie tussen apparaten aan.
NFC-communicatie
Frequentieband en specificatie maximaal
vermogen
NFC: 13,56 MHz < 60 dBA/m op 10 m
Eindversterker
Uitgang: luidsprekeruitgangen
Luidsprekerimpedantie: 4  – 8 
Maximaal uitgangsvermogen: 55 W × 4 (bij 4 )
Algemeen
Uitgangen:
Aansluiting audio-uitgangen (FRONT, REAR,
SUB)
Aansluiting regeling elektrische antenne/
Eindversterker (REM OUT)
27
NL
Ingangen:
Afstandsbedieningsingang
DAB-antenne-ingang
FM/MW/LW-antenne-ingang
MIC-ingang
AUX-ingang (stereominiaansluiting)
USB-poort
Voeding: 12 V gelijkstroom autoaccu (negatieve
aarde)
Nominaal stroomverbruik: 10 A
Afmetingen:
Ong. 178 mm × 50 mm × 177 mm (b/h/d)
Montageafmetingen:
Ong. 182 mm × 53 mm × 160 mm (b/h/d)
Gewicht: ong. 1,2 kg
Inhoud verpakking:
Hoofdapparaat (1)
Microfoon (1)
Onderdelen voor installatie en aansluitingen
(1 set)
Het is mogelijk dat niet alle vermelde accessoires
verkrijgbaar zijn bij uw Sony-leverancier. Neem
contact op met uw Sony-leverancier voor meer
informatie.
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
Het woordmerk Bluetooth® en de logo's van
Bluetooth zijn gedeponeerde handelsmerken die
het eigendom zijn van Bluetooth SIG, Inc. en Sony
Corporation gebruikt deze merken onder licentie.
Overige handelsmerken en merknamen zijn
eigendom van de respectieve eigenaars.
Het N-merkteken is een handelsmerk of een
gedeponeerd handelsmerk van NFC Forum Inc. in
de Verenigde Staten en andere landen.
Windows Media is een gedeponeerd handelsmerk
of een handelsmerk van Microsoft Corporation in de
Verenigde Staten en/of andere landen.
Dit product wordt beschermd door bepaalde
intellectuele eigendomsrechten van Microsoft
Corporation. Het gebruik of de verspreiding van
dergelijke technologie buiten dit product om is
verboden zonder een licentie van Microsoft of een
erkend dochterbedrijf van Microsoft.
Apple, iPhone, iPod, iPod nano, iPod touch en Siri
zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in
de VS en andere landen. App Store is een
servicemerk van Apple Inc.
IOS is een handelsmerk of gedeponeerd
handelsmerk van Cisco in de VS en andere landen
en wordt gebruikt onder licentie.
Google, Google Play en Android zijn
handelsmerken van Google LLC.
libFLAC
Copyright (C) 2000-2009 Josh Coalson
Copyright (C) 2011-2013 Xiph.Org Foundation
Verspreiding en gebruik in bron- en binaire vorm,
met of zonder aanpassingen, is toegestaan als aan
de volgende voorwaarden is voldaan:
Bij verspreiding van de broncode moeten de
hierboven aangegeven auteursrechtelijke
melding, deze lijst met voorwaarden en de
volgende disclaimer behouden blijven.
Bij verspreiding in binaire vorm moeten de
hierboven aangegeven auteursrechtelijke
melding, deze lijst met voorwaarden en de
volgende disclaimer worden opgenomen in de
documentatie en/of andere materialen die bij de
verspreiding worden geleverd.
Zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en
schriftelijke toelating mogen de naam Xiph.org
Foundation noch de namen van haar bijdragers
worden gebruikt om producten te ondersteunen
of te promoten die van deze software afgeleid
zijn.
DEZE SOFTWARE WORDT "ZONDER MEER" DOOR DE
HOUDERS VAN HET AUTEURSRECHT EN DE
BIJDRAGERS GELEVERD EN ELKE UITDRUKKELIJKE OF
IMPLICIETE GARANTIE, INCLUSIEF MAAR NIET
BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES VAN
VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN
BEPAALD DOEL, WORDT AFGEWEZEN. IN GEEN
GEVAL KUNNEN DE FOUNDATION OF HAAR
BIJDRAGERS AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD
VOOR DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE, SPECIALE,
MORELE OF GEVOLGSCHADE (INCLUSIEF MAAR NIET
BEPERKT TOT AANKOOP VAN VERVANGGOEDEREN
OF DIENSTEN, VERLIES VAN GEBRUIK, GEGEVENS OF
WINSTEN, OF BEDRIJFSONDERBREKING) ONGEACHT
DE OORZAAK EN ONGEACHT DE
AANSPRAKELIJKHEIDSTHEORIE, ZOWEL IN
CONTRACT, STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID OF TORT
(INCLUSIEF VERWAARLOZING OF ANDERSZINS) TEN
GEVOLGE VAN ENIGERLEI GEBRUIK VAN DEZE
SOFTWARE, ZELFS ALS DE MOGELIJKHEID VAN
DERGELIJKE SCHADE WERD AANGEGEVEN.
Auteursrechten
28
NL
Problemen oplossen
De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het
oplossen van problemen die zich met het apparaat
kunnen voordoen.
Voordat u de onderstaande controlelijst
doorneemt, moet u eerst de aanwijzingen voor
aansluiting en bediening controleren.
Meer informatie over het gebruik van de zekering
en het verwijderen van het apparaat uit het
dashboard vindt u bij "Aansluiting/installatie"
(pagina 33).
Ga naar de ondersteuningssite die op het
achterblad wordt vermeld, als het probleem niet is
opgelost.
Algemeen
Geen geluid of heel weinig geluid.
De faderregelaar [FADER] staat niet ingesteld op
een systeem met 2 luidsprekers.
Het volume van het apparaat en/of het
aangesloten toestel staat zeer laag.
Laat het volume van het apparaat en van het
aangesloten toestel toenemen.
Geen pieptoon.
Er is een optionele eindversterker aangesloten en
u gebruikt de ingebouwde versterker niet.
De geheugeninhoud is gewist.
De resettoets is ingedrukt.
Sla opnieuw op in het geheugen.
De voedingskabel of de accu is losgekoppeld of
niet goed aangesloten.
Opgeslagen zenders en de juiste tijd zijn gewist.
De zekering is doorgebrand.
Maakt geluid wanneer de stand van het
contactslot wordt gewijzigd.
De kabels zijn niet goed verbonden met de
voedingsaansluiting voor accessoires van de
auto.
Tijdens het afspelen of radio-ontvangst wordt de
demonstratie gestart.
Als er gedurende 5 minuten geen handeling
wordt uitgevoerd en [DEMO-ON] ingesteld is,
wordt de demonstratie gestart.
Stel [DEMO-OFF] in (pagina 20).
Het display verdwijnt van/verschijnt niet in het
display-venster.
De dimmer is ingesteld op [DIM-ON] (pagina 23).
Het display verdwijnt als u OFF ingedrukt houdt.
Houd OFF op het apparaat ingedrukt tot het
display verschijnt.
De aansluitingen zijn vuil (pagina 25).
De display/verlichting knippert.
De unit krijgt niet voldoende voeding.
Controleer dat de accu van de auto voldoende
voeding levert aan de unit. (De unit vraagt
12 V gelijkstroom.)
De bedieningstoetsen werken niet.
De disc wordt niet uitgeworpen.
De aansluiting is niet juist.
Controleer de aansluiting van de unit.
Druk op RESET als de situatie niet verbetert
(pagina 7). De geheugeninhoud wordt gewist.
Reset het apparaat voor uw eigen veiligheid
niet tijdens het rijden.
Radio-ontvangst
Er kunnen geen zenders worden ontvangen.
Het geluid is gestoord.
De aansluiting is niet juist.
Controleer de aansluiting van de auto-antenne.
Als de automatische antenne niet uitschuift,
controleert u de aansluiting van de
bedieningskabel van de elektrische antenne.
Zie [NO SERV] (pagina 31) voor meer informatie
wanneer het DAB-signaal niet kan worden
ontvangen.
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeuzezenders.
Het signaal van de uitzending is te zwak.
RDS
Na enkele seconden wordt de uitzending
onderbroken door de functie SEEK.
De zender is geen TP-zender of heeft een zwak
signaal.
Schakel TA uit (pagina 12).
Geen verkeersinformatie.
Schakel TA in (pagina 12).
De zender is een TP-zender, maar zendt toch
geen verkeersinformatie uit.
Stem af op een andere zender.
PTY geeft [- - - - - - - -] weer.
De huidige zender is geen RDS-zender.
Geen RDS-gegevens ontvangen.
De zender geeft het programmatype niet door.
De programmaservicenaam knippert.
Er is geen alternatieve frequentie voor de huidige
zender.
Druk op SEEK +/– terwijl de
programmaservicenaam knippert. [PI SEEK]
wordt weergegeven en het apparaat gaat
zoeken naar een andere frequentie met
dezelfde PI-gegevens (programma-
identificatie).
29
NL
CD's afspelen
De disc wordt niet afgespeeld.
Disc defect of vuil.
De CD-R/CD-RW is niet geschikt voor
audiogebruik (pagina 25).
MP3-/WMA-/AAC-bestanden kunnen niet
worden afgespeeld.
De afgespeelde disc is niet compatibel voor het
formaat en de versie van MP3/WMA/AAC. Ga
naar de ondersteuningssite op het achterblad
voor meer informatie over afspeelbare discs en
formaten.
MP3-/WMA-/AAC-bestanden afspelen duurt
langer dan het afspelen van andere bestanden.
Bij de volgende discs duurt het langer voordat
het afspelen wordt gestart.
Discs opgenomen met een ingewikkelde
boomstructuur.
Discs die in Multi Session (meerdere sessies)
zijn opgenomen.
Discs waaraan gegevens kunnen worden
toegevoegd.
Het geluid verspringt.
Disc defect of vuil.
USB-apparaat afspelen
U kunt items niet via een USB-hub afspelen.
Dit apparaat kan geen USB-apparaten via een
USB-hub herkennen.
Het duurt langer voordat een USB-apparaat
wordt afgespeeld.
Het USB-apparaat bevat bestanden met een
ingewikkelde boomstructuur.
Het geluid wordt onderbroken.
Het geluid kan worden onderbroken bij een hoge
bitsnelheid.
DRM-bestanden (Digital Rights Management -
beheer van digitale rechten) zullen in sommige
gevallen niet kunnen worden afgespeeld.
Het audiobestand kan niet worden afgespeeld.
USB-apparaten die geformatteerd zijn met
andere bestandssystemen dan FAT16 of FAT32
worden niet ondersteund.*
* Dit apparaat biedt ondersteuning voor FAT16 en
FAT32, maar het is mogelijk dat bepaalde USB-
apparaten deze FAT's niet ondersteunen. Raadpleeg
de gebruiksaanwijzing van het USB-apparaat of neem
contact op met de fabrikant voor meer informatie.
NFC-functie
One touch-verbinding (NFC) is niet mogelijk.
Als de smartphone niet op het aanraken
reageert.
Controleer of de NFC-functie van de
smartphone ingeschakeld is.
Breng het gedeelte met het N-merkteken op de
smartphone dichter bij het gedeelte met het N-
merkteken op dit apparaat.
Verwijder het hoesje van de smartphone, als
dit aanwezig is.
De NFC-ontvangstgevoeligheid hangt van het
toestel af.
Als One touch-verbinding met de smartphone
verschillende keren mislukt, maak dan
handmatig een BLUETOOTH-verbinding.
BLUETOOTH-functie
Het toestel dat u wilt verbinden, kan dit apparaat
niet detecteren.
Zet dit apparaat in de stand-bystand voor
koppeling voordat u tot het koppelen overgaat.
Als dit apparaat verbonden is met twee
BLUETOOTH-toestellen, kan het niet
gedetecteerd worden vanaf een ander toestel.
Verbreek de huidige verbinding en zoek naar
dit apparaat vanaf een ander toestel.
Schakel de BLUETOOTH-signaaluitvoer in bij het
koppelen van toestellen (pagina 9).
Verbinden is niet mogelijk.
De verbinding wordt via één zijde aangestuurd
(dit apparaat of het BLUETOOTH-toestel), niet via
beide zijden.
Maak vanaf een BLUETOOTH-toestel
verbinding met dit apparaat of vice versa.
De naam van het gedetecteerde toestel wordt
niet weergegeven.
Afhankelijk van de status van het andere toestel
zal het misschien niet mogelijk zijn de naam op
te vragen.
Geen beltoon.
Regel het volume door aan de regelknop te
draaien terwijl u een oproep ontvangt.
Afhankelijk van het apparaat dat de verbinding
tot stand brengt, wordt de beltoon misschien niet
goed verzonden.
Stel [RINGTONE] in op [1] (pagina 24).
De voorluidsprekers zijn niet aangesloten op het
apparaat.
Sluit de voorluidsprekers aan op het apparaat.
De beltoon is alleen hoorbaar via de
voorluidsprekers.
30
NL
De stem van de persoon die spreekt, is niet
hoorbaar.
De voorluidsprekers zijn niet aangesloten op het
apparaat.
Sluit de voorluidsprekers aan op het apparaat.
Het stemgeluid van de persoon die spreekt
wordt alleen uitgevoerd via de
voorluidsprekers.
Een gesprekspartner zegt dat het volume te laag
of te hoog is.
Pas het volume aan via de aanpassing van de
microfoonversterking (pagina 16).
Er klinkt een echo of ruis in de
telefoongesprekken.
Verminder het volume.
Stel de stand EC/NC in op [EC/NC-1] of [EC/NC-2]
(pagina 17).
Als de overige omgevingsgeluiden luid zijn,
probeert u dit lawaai te verminderen.
Bijv.: als er verkeerslawaai enz. door een open
raam klinkt, sluit u het raam. Als een airco veel
lawaai maakt, zet deze dan in een lagere stand.
De telefoon is niet aangesloten.
Wanneer BLUETOOTH-audio wordt afgespeeld, is
de telefoon niet aangesloten, ook niet als u op
CALL drukt.
Maak verbinding vanaf de telefoon.
De geluidskwaliteit van de telefoon is slecht.
De kwaliteit van het geluid van de telefoon hangt
af van de ontvangstomstandigheden van de
mobiele telefoon.
Verplaats uw auto naar een plaats waar uw
mobiele telefoon een beter signaal ontvangt,
als de ontvangst slecht is.
Het volume van het aangesloten audio-apparaat
is laag (hoog).
Het volumeniveau kan verschillen afhankelijk van
het audio-apparaat.
Pas het volume aan van het aangesloten
audio-apparaat of van dit apparaat (pagina 23).
Het geluid hapert tijdens het afspelen van een
BLUETOOTH-audioapparaat.
Verklein de afstand tussen het apparaat en het
BLUETOOTH-audioapparaat.
Als het BLUETOOTH-audioapparaat in een hoesje
wordt bewaard dat het signaal kan verstoren,
verwijdert u het hoesje tijdens het gebruik van
het audioapparaat.
Er worden een aantal BLUETOOTH-toestellen of
andere toestellen die radiogolven uitzenden in
de buurt gebruikt.
Zet de andere toestellen uit.
Vergroot de afstand tot de andere toestellen.
Het afspelen van geluid stopt een ogenblik
wanneer de verbinding tussen dit apparaat en de
mobiele telefoon tot stand wordt gebracht. Dit is
geen storing.
Het is niet mogelijk het verbonden BLUETOOTH-
audioapparaat te bedienen.
Controleer of het BLUETOOTH-audioapparaat
waarmee verbinding is gemaakt, ondersteuning
biedt voor AVRCP.
Sommige functies werken niet.
Controleer of het apparaat waarmee verbinding
tot stand is gebracht de desbetreffende functie
ondersteunt.
Er wordt onbedoeld een oproep beantwoord.
De verbonden telefoon is zo ingesteld dat een
oproep automatisch wordt beantwoord.
Koppelen is mislukt door een time-out.
Afhankelijk van het toestel waarmee verbinding
tot stand wordt gebracht, kan de tijdslimiet voor
het koppelen kort zijn.
Probeer de koppeling binnen de tijdslimiet te
voltooien.
De BLUETOOTH-functie werkt niet.
Schakel het apparaat uit door langer dan 2
seconden op OFF te drukken, en schakel het
vervolgens opnieuw in.
Er wordt tijdens een handsfree-oproep geen
geluid uitgestuurd via de luidsprekers van de
auto.
Als het geluid wordt uitgestuurd via de mobiele
telefoon, stel de mobiele telefoon dan zo in dat
het geluid via de luidsprekers van de auto wordt
uitgestuurd.
Siri Eyes Free wordt niet geactiveerd.
Voer de handenvrije registratie uit voor een
iPhone die ondersteuning biedt voor Siri Eyes
Free.
Schakel de Siri-functie op de iPhone in.
Verbreek de BLUETOOTH-verbinding tussen de
iPhone en het apparaat en herstel vervolgens de
verbinding.
Werking van SongPal
De naam van de toepassing en de eigenlijke
toepassing in "SongPal" zijn niet gelijk.
Start de toepassing opnieuw vanaf de "SongPal"-
toepassing.
Terwijl de "SongPal"-toepassing via BLUETOOTH
wordt gebruikt, schakelt het display automatisch
over naar [BT AUDIO].
De "SongPal"-toepassing of de BLUETOOTH-
functie vertoont een probleem.
Start de toepassing opnieuw.
31
NL
De verbinding met de "SongPal"-toepassing
wordt automatisch verbroken wanneer het
display overschakelt naar [IPD].
De "SongPal"-toepassing op een iPhone/iPod
biedt geen ondersteuning voor het afspelen van
een iPod.
Wijzig de bron van het apparaat naar iets
anders dan [IPD] en breng vervolgens de
"SongPal"-verbinding tot stand (pagina 17).
Meldingen
De volgende berichten kunnen al dan niet
knipperend op het scherm verschijnen tijdens de
bediening van de unit.
CD ERROR:
de disc kan niet worden afgespeeld. De
disc wordt automatisch uitgeworpen.
Reinig de disc, plaats de disc op de juiste wijze of
controleer dat de disc niet leeg of defect is.
CD NO MUSIC:
er is geen afspeelbaar bestand. De
disc wordt automatisch uitgeworpen.
Plaats een disc waarop afspeelbare bestanden
staan (pagina 26).
CD PUSH EJT:
de disc kon niet goed worden
uitgeworpen.
Druk op
(uitwerpen).
INVALID
De geselecteerde bedieningshandeling kan
ongeldig zijn.
HUB NO SUPRT:
USB-hubs worden niet
ondersteund.
IPD STOP:
het afspelen van de iPod is voltooid.
Bedien uw iPod/iPhone om het afspelen te
starten.
OVERLOAD:
het USB-apparaat is overbelast.
Koppel het USB-apparaat los en selecteer een
andere bron door op SRC te drukken.
Het USB-apparaat vertoont een storing of er is
een niet-ondersteund apparaat aangesloten.
READ:
bezig met het lezen van informatie.
Wacht totdat het lezen is voltooid en het afspelen
automatisch wordt gestart. Afhankelijk van de
discstructuur kan dit enige tijd duren.
USB ERROR:
Het USB-apparaat kan niet worden
afgespeeld.
Sluit het USB-apparaat weer aan.
USB NO DEV:
er is geen USB-apparaat aangesloten
of het apparaat wordt niet herkend.
Controleer dat het USB-apparaat of de USB-kabel
goed is aangesloten.
USB NO MUSIC:
er is geen afspeelbaar bestand.
Sluit een USB-apparaat aan waarop afspeelbare
bestanden staan (pagina 26).
USB NO SUPRT:
het USB-apparaat wordt niet
ondersteund.
Ga naar de ondersteuningssite die op het
achterblad wordt vermeld voor meer informatie
over de compatibiliteit van het USB-apparaat.
of :
het begin of het einde van de
disc is bereikt.
(onderstrepingsteken):
het teken kan niet
worden weergegeven.
Voor RDS/DAB-bedrijf:
NO AF:
Geen alternatieve frequenties.
Druk op SEEK +/– terwijl de
programmaservicenaam knippert. Het apparaat
gaat zoeken naar een andere frequentie met
dezelfde PI-gegevens (programma-identificatie)
([PI SEEK] wordt weergegeven).
NO DATA:
Geen DAB-service voor het
geselecteerde programmatype.
Druk op (terug).
NO INFO:
Geen labelinformatie voor de huidige
DAB-service.
NO SERV:
Het DAB-signaal kan niet worden
ontvangen.
Voer een automatische scan uit (pagina 11).
Controleer de aansluiting van de DAB-antenne.
Controleer of [SET ANT-PWR] is ingesteld op [ON]
(pagina 21).
NO TP:
Geen verkeersprogramma's.
Het apparaat blijft zoeken naar beschikbare TP-
zenders.
RECEIVING:
De DAB-band is geselecteerd en het
toestel wacht op de ontvangst van een service.
Voor de BLUETOOTH-functie:
BTA NO DEV:
er is geen BLUETOOTH-toestel
aangesloten of herkend.
Zorg ervoor dat het BLUETOOTH-toestel goed
verbonden is of dat er een BLUETOOTH-
verbinding tot stand gebracht is met het
BLUETOOTH-toestel.
ERROR:
de geselecteerde handeling kon niet
uitgevoerd worden.
Wacht even en probeer het opnieuw.
32
NL
NO DEVICE:
het BLUETOOTH-apparaat dat HFP
(Handsfree Profile) ondersteund, is niet
aangesloten of wordt niet herkend.
Controleer of het BLUETOOTH-apparaat degelijk
is aangesloten en of de HFP-verbinding met het
BLUETOOTH-apparaat tot stand is gebracht.
UNKNOWN:
een naam of telefoonnummer kan niet
weergegeven worden.
WITHHELD:
het telefoonnummer wordt verborgen
door de beller.
Voor de werking van SongPal:
APP --------:
er wordt geen verbinding gemaakt
met de toepassing.
Breng de "SongPal"-verbinding opnieuw tot
stand (pagina 17).
APP DISCNCT:
de toepassing is losgekoppeld.
Breng de "SongPal"-verbinding tot stand
(pagina 17).
APP DISPLAY:
een scherm met scherminstellingen
van de toepassing wordt weergegeven.
Verlaat het scherm met scherminstellingen van
de toepassing zodat bediening met de toetsen
mogelijk is.
APP LIST:
de lijst met de inhoud van de CD/USB
wordt weergegeven.
Verlaat de lijst van de toepassing zodat
bediening met de toetsen mogelijk is.
APP MENU:
een scherm met instellingen van de
toepassing wordt weergegeven.
Verlaat het scherm met instellingen van de
toepassing zodat bediening met de toetsen
mogelijk is.
APP NO DEV:
het toestel waarop de toepassing
geïnstalleerd is, is niet verbonden of wordt niet
herkend.
Breng een BLUETOOTH-verbinding tot stand en
breng de "SongPal"-verbinding opnieuw tot
stand (pagina 17).
APP SOUND:
een scherm met geluidsinstellingen
van de toepassing wordt weergegeven.
Verlaat het scherm met geluidsinstellingen van
de toepassing zodat bediening met de toetsen
mogelijk is.
OPEN APP:
de "SongPal"-toepassing is niet
geactiveerd.
Start de toepassing.
Voor bediening van de
stuurafstandsbediening:
ERROR:
er heeft zich een fout voorgedaan tijdens
de registratie van de functie.
Start de registratie opnieuw vanaf de functie
waar de fout zich heeft voorgedaan (pagina 20).
TIMEOUT:
de registratie van de functie is mislukt
door een time-out.
Probeer de registratie te voltooien terwijl
[REGISTER] knippert (ongeveer 6 seconden)
(pagina 20).
Vraag uw Sony-leverancier advies als deze
oplossingen niet helpen.
Als u het apparaat ter reparatie wegbrengt omdat
CD's niet goed worden afgespeeld, kunt u het best
de disc meenemen waarmee het probleem is
begonnen.
33
NL
Opgelet
Breng alle aardingskabels naar een
gemeenschappelijk aardingspunt.
Zorg ervoor dat de kabels niet tussen een schroef
geklemd zitten of vast komen te zitten in
bewegende delen (bv. zetelrail).
Voor u aansluitingen maakt, zet u het contact van
de auto uit om kortsluiting te voorkomen.
Sluit de voedingskabel
aan op de unit en de
luidsprekers voor u deze aansluit op de auxiliaire
voedingsaansluiting.
Uit veiligheidsoverwegingen moet u eventuele
losse, niet-verbonden kabels met isolatietape
isoleren.
Kies de installatieplaats zorgvuldig zodat het
apparaat de bestuurder niet kan hinderen tijdens
het rijden.
Installeer het apparaat niet op plaatsen waar het
wordt blootgesteld aan stof, vuil, overmatige
trillingen of hoge temperaturen (bv. in direct
zonlicht of nabij een verwarmingstoestel).
Gebruik enkel de bijgeleverde montagehardware
voor een veilige en correcte installatie.
Opmerking over de voedingskabel (geel)
Wanneer u dit apparaat samen met andere
stereoapparaten aansluit, moet de ampèrewaarde van
het autocircuit waarop het apparaat aangesloten is
hoger zijn dan de som van de ampèrewaarden van de
zekering van elke component.
Aanpassing van de montagehoek
Zorg voor een montagehoek van minder dan 45°.
Lijst met onderdelen voor de
installatie
Niet alle onderdelen uit de verpakking zijn in deze
lijst opgenomen.
De beugel
en de beschermende rand
worden in de fabriek aan het apparaat bevestigd.
Voor u het apparaat installeert, gebruikt u de
ontgrendelingssleutels
om de beugel
van
het apparaat te verwijderen. Zie "De
beschermende rand en de beugel verwijderen"
(pagina 36) voor meer informatie.
Bewaar de ontgrendelingssleutels
voor
toekomstig gebruik. U hebt deze immers opnieuw
nodig als u het apparaat uit de auto wilt
verwijderen.
Aansluiting/installatie
Voorzorgsmaatregelen

× 2

34
NL
Aansluiting
*1 Niet bijgeleverd
*2 Luidsprekerimpedantie: 4  – 8  × 4
*3 RCA-kabel (niet bijgeleverd)
*4 Afhankelijk van het type auto moet u een adapter
gebruiken voor een afstandsbediening met kabel
(niet bijgeleverd).
Voor meer informatie over het gebruik van de
bekabelde afstandsbediening zie "De bekabelde
afstandsbediening gebruiken" (pagina 36).
*5 Afhankelijk van het type auto moet u een adapter
(niet bijgeleverd) gebruiken als de
antenneaansluiting niet past.
*6 Ongeacht of de microfoon al dan niet wordt
gebruikt, dient u de microfooningangskabel te
plaatsen zodat deze u niet hindert tijdens het rijden.
Maak de kabel vast met een klem enz. als deze rond
uw voeten geïnstalleerd is.
Raadpleeg "De microfoon installeren" (pagina 36)
voor meer informatie over het installeren van de
microfoon.
*7 Stel [SET ANT-PWR] in op [ON] (standaard) of [OFF]
afhankelijk van het soort DAB-antenne (pagina 21).
Max. voedingsstroom 0,1 A
*
6
afkomstig van een
afstandsbediening met kabel
(niet bijgeleverd)*
4
afkomstig van een autoantenne*
5
*
3
*
3
*
3
Subwoofer*
1
Eindversterker*
1
Zie "Aansluitingen tot stand
brengen" (pagina 35) voor meer
informatie.
*
2
van DAB-antenne (niet
bijgeleverd)*
7
Zie "Voedingsaansluitingsschema"
(pagina 35) voor meer details.
35
NL
Als uw auto uitgerust is met een elektrisch
bediende antenne zonder relaisdoos, kan de
antenne beschadigd raken als u dit apparaat
aansluit met de bijgeleverde voedingskabel
.
Naar de luidsprekeraansluiting van de auto
Naar de voedingsaansluiting van de auto
Eenvoudige subwooferaansluiting
U kunt een subwoofer zonder eindversterker
gebruiken door deze aan te sluiten op een
achterluidsprekerkabel.
Opmerkingen
De achterluidsprekerkabels moeten voorbereid zijn.
Voorkom beschadiging van de unit door een
subwoofer met een impedantie van 4  tot 8  en
met voldoende vermogen te gebruiken.
Aansluiting voor in stand houden van het
geheugen
Als de gele voedingskabel aangesloten is, wordt
het geheugencircuit altijd gevoed, zelfs wanneer
het contact van de auto uitgeschakeld is.
Luidsprekeraansluiting
Schakel het apparaat uit voor u de luidsprekers
aansluit.
Voorkom beschadiging van de unit door
luidsprekers met een impedantie van 4  tot 8 
en met voldoende vermogen te gebruiken.
Controleer de auxiliaire voedingsaansluiting van uw
auto en zorg ervoor dat de kabels afhankelijk van
de auto correct aangesloten zijn.
Gewone aansluiting
Wanneer de posities van de rode en gele
kabels omgekeerd zijn
Aansluitingen tot stand brengen
1
Achterluidspreker
(rechts)
Paars
2
Paars/zwart
gestreept
3
Voorluidspreker
(rechts)
Grijs
4
Grijs/zwart
gestreept
5
Voorluidspreker
(links)
Wit
6
Wit/zwart
gestreept
7
Achterluidspreker
(links)
Groen
8
Groen/zwart
gestreept
12 Continue voeding Geel
13
Bediening elektrische
antenne/eindversterker
(REM OUT)
Blauw/wit
gestreept
14
Geschakelde voeding
voor verlichting
Oranje/wit
gestreept
15 Geschakelde voeding Rood
16 Aarding Zwart
Voorluidspreker
Subwoofer
Voedingsaansluitingsschema
12 Continue voeding Geel
15 Geschakelde voeding Rood
12 Geschakelde voeding Geel
15 Continue voeding Rood
Auxiliaire voedingsaansluiting
Rood Rood
Geel Geel
Rood Rood
Geel Geel
36
NL
Wanneer de auto geen ACC-positie heeft
Na het afstemmen van de verbindingen en het
correct schakelen van de voedingskabels, sluit u het
apparaat aan op de voeding van de auto. Met alle
vragen en problemen over het aansluiten van dit
apparaat die niet aan bod komen in deze
gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw
autodealer.
Om uw stem op te vangen terwijl u handenvrij belt,
dient u de microfoon
te installeren.
Opgelet
Het is extreem gevaarlijk als de kabel tijdens het
rijden rond de stuurkolom of versnellingspook
gedraaid raakt. Zorg er dus voor dat geen enkel
voorwerp u bij het besturen van de wagen
belemmert.
Indien uw wagen uitgerust is met airbags of
andere schokabsorberende apparatuur, neem
dan voor het installeren contact op met de winkel
waar u dit apparaat gekocht hebt of met uw
autodealer.
Opmerking
Voordat u de dubbelzijdige tape
bevestigt, dient u
het oppervlak van het dashboard met een droge doek
schoon te maken.
1 U kunt de bekabelde afstandsbediening
inschakelen door [STR CONTROL] bij [SET
STEERING] in te stellen op [PRESET]
(pagina 20).
Installatie
Verwijder, voor u de unit installeert, de
beschermende rand
en de beugel
van de
unit.
1 Duw de zijkanten van de beschermende
rand naar binnen en trek de
beschermende rand naar buiten.
2 Plaats beide ontgrendelingssleutels
tot deze vastklikken, trek de beugel
omlaag en trek vervolgens het apparaat
omhoog om ze te scheiden.
De microfoon installeren
Rood
Rood
Geel
Geel
Klem (niet bijgeleverd)
De bekabelde afstandsbediening
gebruiken
De beschermende rand en de beugel
verwijderen
Richt de haak naar binnen.
37
NL
Voor u het apparaat installeert, moet u ervoor
zorgen dat de klemmen aan beide kanten van de
beugel
2 mm naar binnen gebogen zijn.
1 Plaats de beugel in het dashboard en
buig de klauwen naar buiten zodat de
beugel stevig vastzit.
2 Plaats het apparaat in de beugel en
bevestig vervolgens de beschermende
rand .
Opmerkingen
Als de klemmen recht of naar buiten gebogen zijn, zal
het apparaat niet stevig geïnstalleerd zijn en kan het
losspringen.
Zorg ervoor dat de vier lipjes op de beschermende
rand
goed vastzitten in de sleuven in het apparaat.
Zie "Het voorpaneel verwijderen" (pagina 6) voor
meer informatie.
Zie "De unit resetten" (pagina 7) voor meer
informatie.
Vervang een zekering altijd door
een identiek exemplaar. Als de
zekering doorbrandt, moet u de
voedingsaansluiting controleren
en de zekering vervangen. Brandt
de zekering vervolgens nogmaals
door, dan kan er sprake zijn van
een defect in het apparaat. Raadpleeg in dat geval
de dichtstbijzijnde Sony-leverancier.
Het apparaat in het dashboard
monteren
182 mm
53 mm
Klem
Het voorpaneel verwijderen en
vastmaken
Het apparaat opnieuw instellen
Zekeringen vervangen
Zekering (10 A)
http://www.sony.net/
©2017 Sony Corporation Printed in Thailand
http://www.sony.eu/support
Site d’assistance
Si vous avez des questions ou si vous souhaitez
consulter les toutes dernières informations techniques
sur ce produit, rendez-vous sur le site Web suivant :
Sito di assistenza clienti
In caso di domande o per le informazioni più aggiornate
sul presente prodotto, visitare il seguente sito Web:
Support site
If you have any questions or for the latest support
information on this product, please visit
the web site below:
Support-Website
Wenn Sie Fragen haben oder die neuesten
Support-Informationen zu diesem Produkt abrufen
möchten, rufen Sie bitte folgende Website auf:
Ondersteuningssite
Als u vragen hebt of de recentste
ondersteuningsinformatie over dit product wilt
hebben, gaat u naar de onderstaande website:
Register your product online now at:
Registrieren Sie Ihr Produkt jetzt bei:
Merci d’enregister votre produit en ligne sur:
Registra online il tuo prodotto su:
Registreer uw product nu online via:
http://www.sony.eu/mysony

Documenttranscriptie

Voor uw eigen veiligheid moet u dit apparaat in het dashboard van de auto installeren, aangezien de achterkant ervan tijdens het gebruik erg warm wordt. Zie "Aansluiting/installatie" (pagina 33) voor meer informatie. Geproduceerd in Thailand Eigenschappen laserdiode  Emissieduur: continu  Laservermogen: minder dan 53,3 μW (Deze uitgangswaarde is gemeten op een afstand van 200 mm van het lensoppervlak op het optische opnameblok met 7 mm opening.) Het naamplaatje met de werkspanning enz. bevindt zich onder aan de behuizing. Hierbij verklaart Sony Corporation dat deze radioapparatuur conform is met Richtlijn 2014/53/ EU. De volledige tekst van de EUconformiteitsverklaring kan worden geraadpleegd op het volgende internetadres: http://www.compliance.sony.de/ Deze apparatuur is bedoeld om te worden gebruikt met de goedgekeurde softwareversie(s) die aangegeven zijn in de EU-conformiteitsverklaring. De software die geïnstalleerd is op deze apparatuur werd gecontroleerd en beantwoordt aan de essentiële vereisten van Richtlijn 2014/53/EU. Softwareversie: 1_ U kunt de softwareversie in het firmware-instelitem van het algemene instelmenu controleren. Opmerking voor klanten: de volgende informatie geldt enkel voor apparatuur verkocht in landen waar de EU-richtlijnen van kracht zijn Producent: Sony Corporation, 1-7-1 Konan Minatoku Tokyo, 108-0075 Japan Voor EU-product conformiteit: Sony Belgium, bijkantoor van Sony Europe Limited, Da Vincilaan 7D1, 1935 Zaventem, België Verwijdering van oude batterijen, elektrische en elektronische apparaten (van toepassing in de Europese Unie en andere Europese landen met afzonderlijke inzamelingssystemen) Dit symbool op het product, de batterij of op de verpakking wijst erop dat het product en de batterij, niet als huishoudelijk afval behandeld mag worden. Op sommige batterijen kan dit symbool gebruikt worden in combinatie met een chemisch symbool. 2NL Het chemisch symbool voor kwik (Hg) of lood (Pb) wordt toegevoegd wanneer de batterij meer dan 0,0005 % kwik of 0,004 % lood bevat. Door deze producten en batterijen op juiste wijze af te voeren, vermijdt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu die zouden kunnen veroorzaakt worden in geval van verkeerde afvalbehandeling. Het recycleren van materialen draagt bij tot het behoud van natuurlijke bronnen. In het geval dat de producten om redenen van veiligheid, prestaties dan wel in verband met dataintegriteit een permanente verbinding met een ingebouwde batterij vereisen, mag deze batterij enkel door gekwalificeerd servicepersoneel vervangen worden. Om ervoor te zorgen dat de batterij, het elektrisch en het elektronische apparaat op een juiste wijze zal worden behandeld, dienen deze producten aan het eind van zijn levenscyclus overhandigd te worden aan het desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage van elektrisch en elektronisch materiaal. Voor alle andere batterijen verwijzen we u naar het hoofdstuk over hoe de batterij veilig uit het product te verwijderen. Overhandig de batterij aan het desbetreffende inzamelingspunt voor de recyclage van batterijen. Voor meer details in verband met het recycleren van dit product of batterij, kan u contact opnemen met de gemeentelijke instanties, de organisatie belast met de verwijdering van huishoudelijk afval of de winkel waar u het product of batterij hebt gekocht. Waarschuwing als het contactslot van de auto geen ACC-positie heeft Zorg ervoor dat de AUTO OFF-functie ingesteld is (pagina 20). Hiermee wordt het apparaat na de ingestelde tijdsduur automatisch volledig uitgeschakeld nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld. Zo voorkomt u dat de accu leegraakt. Als u de AUTO OFF-functie niet instelt, houd dan steeds OFF ingedrukt tot het scherm verdwijnt, wanneer u het contact uitzet. Disclaimer betreffende diensten aangeboden door derden Diensten die aangeboden worden door derden kunnen gewijzigd, opgeschort of beëindigd worden zonder voorafgaande kennisgeving. Sony draagt geen enkele verantwoordelijkheid voor dergelijke situaties. Belangrijk bericht Opgelet Met alle vragen of problemen over dit apparaat die niet aan bod komen in deze gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sony-leverancier. ONDER GEEN ENKELE OMSTANDIGHEID ZAL SONY AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR INCIDENTELE, INDIRECTE OF BIJKOMENDE SCHADE OF ANDERE SCHADE WAARONDER, ZONDER BEPERKING, VERLIES VAN WINST, INKOMSTENDERVING, VERLIES VAN GEGEVENS, VERLIES VAN GEBRUIK VAN HET PRODUCT OF EVENTUELE BIJKOMENDE APPARATUUR, UITVALTIJD EN TIJD VAN DE KOPER DIE VERBAND HOUDT MET OF ONTSTAAT UIT HET GEBRUIK VAN DIT PRODUCT, DE BIJBEHORENDE HARDWARE EN/OF SOFTWARE. Geachte klant, dit product bevat een radiozender. Volgens UNECE-reglement nr. 10 kunnen fabrikanten van voertuigen specifieke voorwaarden opleggen voor het installeren van radiozenders in voertuigen. Gelieve de bedieningshandleiding van uw voertuig te controleren of contact op te nemen met de fabrikant van uw voertuig voordat u dit product in uw voertuig installeert. Noodoproepen Dit elektronische BLUETOOTH-apparaat voor handenvrije communicatie in de auto gebruikt radiosignalen, mobiele en vaste netwerken en ook een door de gebruiker geprogrammeerde functie. Verbinding kan niet onder alle omstandigheden worden gegarandeerd. Vertrouw daarom niet uitsluitend op uw elektronische toestel voor het tot stand brengen van essentiële communicatie (zoals bij medische noodgevallen). Over BLUETOOTH-communicatie  Microgolven die worden uitgestraald door een BLUETOOTH-apparaat kunnen de werking van elektronische medische apparaten beïnvloeden. Schakel dit apparaat en andere BLUETOOTHtoestellen uit op de volgende plaatsen, omdat dit ongelukken kan veroorzaken.  waar brandbaar gas aanwezig is, in een ziekenhuis, trein, vliegtuig of benzinestation  in de buurt van automatische deuren of een brandalarm  Dit apparaat ondersteunt veiligheidsvoorzieningen die voldoen aan de BLUETOOTH-standaard voor een veiligere verbinding wanneer de draadloze BLUETOOTHtechnologie wordt gebruikt, maar deze beveiliging zal afhankelijk van de omstandigheden mogelijk niet voldoende zijn. Wees voorzichtig wanneer u communiceert via draadloze BLUETOOTH-technologie.  Wij zijn niet verantwoordelijk voor het lekken van informatie tijdens BLUETOOTH-communicatie. 3NL Aansluiting/installatie Inhoudsopgave Onderdelen en bedieningselementen . . . . . . . . . . 5 Aan de slag Het voorpaneel verwijderen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 De unit resetten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 De klok instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Een BLUETOOTH-toestel voorbereiden . . . . . . . . . . 7 Een USB-apparaat aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Een ander draagbaar audiotoestel aansluiten . . . 10 Luisteren naar de radio DAB ontvangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 FM/MW/LW gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Radio Data System (RDS) gebruiken . . . . . . . . . . . 12 Afspelen Een disc afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Een USB-apparaat afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . Een BLUETOOTH-toestel afspelen . . . . . . . . . . . . . Tracks zoeken en afspelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 13 14 14 Handenvrij bellen (alleen via BLUETOOTH) Een oproep ontvangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Een oproep maken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Beschikbare opties tijdens een oproep. . . . . . . . . 16 Handige functies SongPal met iPhone/Android-smartphone . . . . . 17 Siri Eyes Free gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Instellingen De DEMO-stand annuleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemene bediening voor instellingen. . . . . . . . . Algemene instellingen (GENERAL) . . . . . . . . . . . . Geluidsinstellingen (SOUND) . . . . . . . . . . . . . . . . . Display-instellingen (DISPLAY). . . . . . . . . . . . . . . . BLUETOOTH-instellingen (BLUETOOTH) . . . . . . . . SongPal-instellingen (SONGPAL) . . . . . . . . . . . . . . 20 20 20 21 23 23 24 Aanvullende informatie De firmware updaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voorzorgsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Problemen oplossen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Meldingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4NL 24 24 25 26 28 31 Opgelet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lijst met onderdelen voor de installatie. . . . . . . . Aansluiting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 33 34 36 Onderdelen en bedieningselementen Hoofdapparaat Voorpaneel verwijderd (binnenpaneel) PUSH ENTER Voer het geselecteerde item in. Druk op SRC, draai en druk vervolgens om de bron te wijzigen (time-out binnen 2 seconden). VOICE (pagina 16, 18, 19) Activeren van spraakgestuurd kiezen, spraakherkenning (alleen Android™smartphone) of de Siri-functie (alleen iPhone). Knop nummer 3/  APP (pagina 17) Houd langer dan 2 seconden ingedrukt om de "SongPal"-functie tot stand te brengen (verbinding). (herhalen) heeft een voelstip. (bladeren) (pagina 11, 14, 15) Tijdens DAB-ontvangst: Ga naar de bladerstand. Tijdens afspelen: Ga naar de bladerstand. (Niet beschikbaar wanneer een iPod is aangesloten.)  Toets om het voorpaneel los te maken  SEEK +/– Tijdens DAB-ontvangst: Selecteer een service. Houd ingedrukt om een ensemble te zoeken. Tijdens FM/MW/LW-ontvangst: Hiermee kunt u automatisch afstemmen op radiozenders. Houd ingedrukt om handmatig af te stemmen. N-merkteken Raak de regelknop aan met een Androidsmartphone om een BLUETOOTH-verbinding te maken.  Ontvanger voor de afstandsbediening  Discsleuf  Display-venster   (disc uitwerpen)  SRC (bron) De unit inschakelen. Een andere bron kiezen. OFF Houd 1 seconde ingedrukt als u de bron wilt uitschakelen en de klok wilt weergeven. Houd langer dan 2 seconden ingedrukt als u het apparaat en het scherm wilt uitschakelen. / (vorige/volgende) / (terugspoelen/vooruitspoelen)  Regelknop Draai aan deze knop om het volume te regelen.  (terug) Hiermee keert u terug naar het vorige scherm. MODE (pagina 10, 11, 17) 5NL  CALL Hiermee opent u het oproepmenu. U kunt een oproep ontvangen/beëindigen. Houd langer dan 2 seconden ingedrukt als u het BLUETOOTH-signaal wilt wijzigen.  MENU Opent het instellingenmenu. DSPL (display) Houd ingedrukt en druk vervolgens om de display-items te wijzigen.  Cijfertoetsen (1 tot 6) Ontvang opgeslagen DAB-services of radiozenders. Houd ingedrukt om DAB-services of radiozenders op te slaan. Aan de slag Het voorpaneel verwijderen U kunt ter voorkoming van diefstal het voorpaneel van het apparaat verwijderen. 1 Houd OFF  ingedrukt tot de unit wordt uitgeschakeld, druk op de toets en maak het voorpaneel los , en trek het paneel naar u toe. ALBUM / Hiermee kunt u een album op een audiotoestel overslaan. Houd ingedrukt om albums te blijven overslaan. (Niet beschikbaar wanneer een iPod is aangesloten.) (herhalen) (willekeurig) MIC (pagina 16) PAUSE  AF (alternatieve frequenties)/ TA (verkeersinformatie) Stel AF en TA in. PTY (programmatype) Houd ingedrukt om PTY te selecteren in DAB of RDS.  AUX-ingang  USB-poort  RESET (binnenpaneel) (pagina 7) Waarschuwingstoon Als u de contactschakelaar in de stand OFF zet zonder dat u het voorpaneel hebt verwijderd, klinkt gedurende enkele seconden de waarschuwingstoon. U hoort de waarschuwingstoon alleen als de ingebouwde versterker wordt gebruikt. Serienummers Zorg ervoor dat de serienummers op de onderkant van het apparaat overeenstemmen met deze op de achterzijde van het voorpaneel. Anders kunt u geen BLUETOOTH-koppeling uitvoeren en verbinding maken en loskoppelen via NFC. Het voorpaneel bevestigen 6NL De unit resetten Voordat u de unit voor het eerst gebruikt, na het vervangen van de accu of het wijzigen van de aansluitingen, moet u het apparaat resetten. Druk, nadat u het voorpaneel heeft losgemaakt, met een kogelpen enz. op RESET op het binnenpaneel. Opmerking Reset u de unit, dan worden de klokinstelling en bepaalde opgeslagen gegevens gewist. De klok instellen 1 Druk op MENU, selecteer [GENERAL] door de regelknop te draaien en druk er vervolgens op. 2 Selecteer [SET CLOCK-ADJ] door de regelknop te draaien en druk er vervolgens op. De aanduiding voor het uur gaat knipperen. 3 Stel de uren en minuten in door de regelknop te draaien. Verplaats de digitale aanduiding door op SEEK +/– te drukken. 4 Druk op MENU na het instellen van de minuten. Het instellen is voltooid en de klok begint te lopen. Een BLUETOOTH-toestel voorbereiden U kunt muziek beluisteren of handenvrij bellen afhankelijk van het toestel dat compatibel is met BLUETOOTH, zoals een smartphone, mobiele telefoon en audioapparaat (hierna "BLUETOOTHtoestel" genoemd indien niet anders omschreven). Voor meer informatie over verbinding maken kunt u de gebruiksaanwijzing raadplegen die bij het toestel geleverd is. Verlaag het volume van dit apparaat vooraleer u het toestel aansluit. Doet u dit niet, dan kunnen er luide geluiden geproduceerd worden. Verbinding maken met een smartphone door middel van One touch (NFC) Door de regelknop op het apparaat aan te raken met een smartphone die compatibel is met NFC*, wordt het apparaat automatisch gekoppeld en verbonden met de smartphone. * NFC (Near Field Communication) is een technologie die draadloze communicatie binnen een kort bereik mogelijk maakt tussen verschillende apparaten, zoals mobiele telefoons en IC-tags. Dankzij de NFC-functie kan datacommunicatie makkelijk tot stand gebracht worden door het symbool in kwestie of de ervoor bestemde plaats aan te raken op NFC-compatibele apparaten. Voor een smartphone waarop Android OS 4.0 of lager geïnstalleerd is, is het nodig de app "NFC Easy Connect" te downloaden. Deze is beschikbaar op Google Play™. In bepaalde landen/regio's kan de app mogelijk niet gedownload worden. 1 De klok weergeven Activeer de NFC-functie op de smartphone. Voor meer informatie kunt u de gebruiksaanwijzing raadplegen die bij de smartphone geleverd is. Houd DSPL ingedrukt. 2 Raak het gedeelte met het N-merkteken op het apparaat aan met het gedeelte met het N-merkteken op de smartphone. Zorg ervoor dat het apparaat. oplicht op het display van 7NL Loskoppelen via One touch 6 Raak het gedeelte met het N-merkteken op het apparaat opnieuw aan met het gedeelte met het Nmerkteken op de smartphone. Als de naam van uw model niet verschijnt, herhaalt u de procedure vanaf stap 2. Opmerkingen  Wees bij het maken van verbinding voorzichtig met de smartphone om krassen te voorkomen.  One touch-verbinding is niet mogelijk als het apparaat al verbonden is met twee NFC-compatibele apparaten. Koppel in dit geval een van de apparaten los en maak opnieuw verbinding met de smartphone. Een BLUETOOTH-toestel koppelen en verbinden Selecteer [MEX-N6002BD] aangegeven op het display van het BLUETOOTHtoestel. 7 Als het BLUETOOTH-toestel om een wachtwoord* vraagt, voert u [0000] in. * Afhankelijk van het toestel wordt het wachtwoord mogelijk "passcode", "pincode", "pinnummer", "wachtwoordcode" enz. genoemd. Als u een BLUETOOTH-toestel voor de eerste keer koppelt, is wederzijdse registratie ("koppelen") nodig. Door te koppelen kunnen dit apparaat en andere toestellen elkaar herkennen. Dit apparaat kan verbinding maken met twee BLUETOOTHtoestellen (twee mobiele telefoons of een mobiele telefoon en een audioapparaat). Wachtwoord invoeren [0000] Als de koppeling tot stand gebracht is, blijft oplichten. 1 Plaats het BLUETOOTH-toestel op minder dan 1 m van dit apparaat. 2 Druk op MENU, draai aan de regelknop om [BLUETOOTH] te selecteren en druk er vervolgens op. 8 Selecteer dit apparaat op het BLUETOOTH-toestel om de BLUETOOTHverbinding te maken. of licht op als de verbinding gemaakt is. Opmerking Terwijl er verbinding gemaakt wordt met een BLUETOOTH-toestel, kan dit toestel niet gedetecteerd worden vanaf een ander apparaat. Om detectie mogelijk te maken, gaat u naar de koppelingsstand en zoekt u naar dit apparaat vanaf een ander toestel. 3 Draai aan de regelknop om [SET PAIRING] te selecteren en druk er vervolgens op. 4 Draai aan de regelknop om [SET DEVICE 1]* of [SET DEVICE 2]* te selecteren en druk er vervolgens op. Zie "Een BLUETOOTH-toestel afspelen" (pagina 14) voor meer informatie. knippert terwijl het apparaat in de standbystand voor koppeling is. Voer stappen 2 tot 4 uit om los te koppelen nadat dit apparaat en het BLUETOOTH-toestel gekoppeld zijn. * [SET DEVICE 1] of [SET DEVICE 2] zal gewijzigd worden naar de naam van het gekoppelde toestel nadat het koppelen voltooid is. 5 8NL Voer koppeling uit op het BLUETOOTHtoestel zodat het dit apparaat detecteert. Het afspelen starten Het gekoppelde toestel loskoppelen Verbinden met een gekoppeld BLUETOOTH-toestel Om een gekoppeld toestel te gebruiken, is er verbinding met dit apparaat nodig. Sommige gekoppelde toestellen maken automatisch verbinding. 1 Druk op MENU, draai aan de regelknop om [BLUETOOTH] te selecteren en druk er vervolgens op. 2 Draai aan de regelknop om [SET BT SIGNL] te selecteren en druk er vervolgens op. Zorg ervoor dat oplicht. 3 Activeer de BLUETOOTH-functie op het BLUETOOTH-toestel. 4 Bedien het BLUETOOTH-toestel om verbinding te maken met dit apparaat. of De microfoon installeren Zie "De microfoon installeren" (pagina 36) voor meer informatie. Verbinding maken met een iPhone/ iPod (BLUETOOTH automatisch koppelen) Als een iPhone/iPod met iOS5 of recenter geïnstalleerd, aangesloten wordt op de USB-poort, dan wordt er automatisch verbinding gemaakt tussen het apparaat en de iPhone/iPod. Om BLUETOOTH automatisch koppelen mogelijk te maken, dient u ervoor te zorgen dat [SET AUTOPAIR] in [BLUETOOTH] op [ON] ingesteld is (pagina 24). 1 Activeer de BLUETOOTH-functie op de iPhone/iPod. 2 Sluit een iPhone/iPod aan op de USBpoort. licht op. Pictogrammen op het display: Licht op als handenvrij bellen beschikbaar is door het HFP (Handsfree Profile) te activeren. Licht op als het audioapparaat afgespeeld kan worden door het A2DP (Advanced Audio Distribution Profile) te activeren. Het laatst verbonden toestel vanaf dit apparaat verbinden Activeer de BLUETOOTH-functie op het BLUETOOTH-toestel. Om verbinding te maken met het audioapparaat, drukt u op SRC om [BT AUDIO] te selecteren en drukt u op PAUSE. Om verbinding te maken met een mobiele telefoon drukt u op CALL. Zorg ervoor dat het apparaat. oplicht op het display van Opmerkingen  BLUETOOTH automatisch koppelen is niet mogelijk als het apparaat al verbonden is met twee BLUETOOTHtoestellen. Koppel in dit geval een van beide toestellen los en maak opnieuw verbinding met de iPhone/iPod.  Als BLUETOOTH automatisch koppelen niet mogelijk is, zie "Een BLUETOOTH-toestel voorbereiden" voor meer details (pagina 7). Opmerking Tijdens het streamen van BLUETOOTH-audio, kunt u vanaf dit apparaat geen verbinding maken met een mobiele telefoon. Maak in plaats daarvan verbinding vanaf de mobiele telefoon met dit apparaat. Tip Als het BLUETOOTH-signaal ingeschakeld is: als het contact ingeschakeld is, maakt dit apparaat automatisch verbinding met de mobiele telefoon die laatst verbonden was. 9NL Een USB-apparaat aansluiten 1 2 Luisteren naar de radio Verlaag het volume op de unit. Sluit het USB-apparaat aan op de unit. Gebruik de USB-verbindingskabel voor iPod (niet bijgeleverd) om een iPod/iPhone te verbinden. Om naar de radio te luisteren, drukt u op SRC om [TUNER] te selecteren. Wanneer de DAB-band voor het eerst geselecteerd wordt nadat de accu werd vervangen of de aansluitingen werden gewijzigd, start de eerste scan automatisch. Wacht tot de eerste scan voltooid is. (Als u de eerste scan onderbreekt, wordt de eerste scan opnieuw gestart wanneer u de volgende keer de DAB-band selecteert.) Als geen DAB-zender wordt opgeslagen door de eerste scan, voert u een automatische scan uit (pagina 11). Tip Stel [SET ANT-PWR] in op [ON] (standaard) of [OFF] afhankelijk van het soort DAB-antenne (pagina 21). Een ander draagbaar audiotoestel aansluiten 1 2 3 Schakel het draagbare audiotoestel uit. Verlaag het volume op de unit. Sluit het draagbare audiotoestel met behulp van een verbindingskabel (niet bijgeleverd)* aan op de AUX-ingang (stereominiaansluiting) op de unit. * Gebruik een rechte stekker. 4 DAB ontvangen DAB (Digital Audio Broadcasting) is een transmissiesysteem voor aardse netwerken. DABzenders combineren radioprogramma's ("services") tot een ensemble, en elke service omvat een of meer componenten. Dezelfde service kan soms op verschillende frequenties worden ontvangen. Een service handmatig zoeken 1 Druk op MODE om [DB1], [DB2] of [DB3] te selecteren. 2 Druk op SEEK +/– om binnen een ensemble naar een service te zoeken; houd SEEK +/– ingedrukt om verschillende ensembles te zoeken. Het zoeken stopt wanneer een service/ ensemble wordt ontvangen. Blijf zoeken tot de gewenste service wordt ontvangen. Selecteer [AUX] door op SRC te drukken. Het volumeniveau van het aangesloten toestel afstemmen op andere bronnen Start het afspelen op het draagbare audiotoestel bij een gemiddeld volume en stel uw gebruikelijke luistervolume in op de unit. Druk op MENU en selecteer [SOUND]  [SET AUX VOL] (pagina 23). Een service handmatig opslaan 1 Als u de service ontvangt die u wilt opslaan, houdt u een cijfertoets (1 tot 6) ingedrukt tot [MEM] wordt weergegeven. Opgeslagen services ontvangen 1 10NL Nadat u de band heeft geselecteerd, drukt u op een cijfertoets (1 tot 6). Zoeken naar een service op naam (Quick-BrowZer™) De servicelijst automatisch updaten (Automatische scan) U kunt een lijst met services weergeven om het zoeken te vergemakkelijken. 1 Druk op MODE om [DB1], [DB2] of [DB3] te selecteren. 1 2 Druk op MENU, selecteer [GENERAL] door de regelknop te draaien en druk er vervolgens op. 3 Selecteer [SET AUTOSCAN] door de regelknop te verdraaien en druk er vervolgens op. Druk tijdens DAB-ontvangst op (bladeren). Het toestel gaat naar de modus Quick-BrowZer en de lijst met services verschijnt. 2 Selecteer de service van uw keuze door de regelknop te verdraaien en er vervolgens op te drukken. Het toestel werkt de lijst met services bij in de modus Quick-BrowZer. De ontvangst begint. De Quick-BrowZer-stand verlaten Druk op (bladeren). FM/MW/LW gebruiken DAB-berichten instellen Als u DAB-berichten mogelijk maakt, kunnen DABberichten de momenteel geselecteerde bron onderbreken. 1 2 3 Automatisch opslaan (BTM) 1 Druk op MENU, selecteer [GENERAL] door de regelknop te draaien en druk er vervolgens op. Druk op MODE als u de band wilt wijzigen (FM1, FM2, MW of LW). 2 Selecteer [SET ANNOUNCE] door de regelknop te verdraaien en druk er vervolgens op. Druk op MENU, selecteer [GENERAL] door de regelknop te draaien en druk er vervolgens op. 3 Selecteer [SET BTM] door de regelknop te verdraaien en druk er vervolgens op. Selecteer [SET ANNC-ON] of [SET ANNCOFF] door de regelknop te verdraaien en druk er vervolgens op. Opmerking Tijdens een DAB-bericht wordt het volume aangepast aan het niveau dat voor TA is ingesteld in RDS (pagina 12). Hetzelfde of een gelijkaardig programma beluisteren zelfs als de ontvangst zwak is Het apparaat slaat de zenders in de volgorde van frequentie op onder de cijfertoetsen. Afstemmen 1 Druk op MODE als u de band wilt wijzigen (FM1, FM2, MW of LW). 2 Stem af op de gewenste zender. Handmatig afstemmen Houd SEEK +/– ingedrukt om ongeveer op de gewenste frequentie af te stemmen en druk vervolgens herhaaldelijk op SEEK +/– om fijn af te stemmen op de gewenste frequentie. Stel [SET SOFTLINK] in op [ON] (pagina 21). [FM-LINK] licht op wanneer het overeenkomstige FM-programma wordt ontvangen. "Hard Link" volgt hetzelfde programma, terwijl "Soft Link" een gelijkaardig programma volgt. SOFT LINK DAB Hard Link OFF  ON  Automatisch afstemmen Druk op SEEK +/–. Het zoeken stopt wanneer een zender wordt ontvangen. FM Soft Link Hard Link   Soft Link Handmatig opslaan   1 Als u de zender ontvangt die u wilt opslaan, houdt u een cijfertoets (1 tot 6) ingedrukt tot [MEM] wordt weergegeven. 11NL De opgeslagen zenders ontvangen 1 Selecteer de band en druk vervolgens op een cijfertoets (1 tot 6). Radio Data System (RDS) gebruiken Local Link-functie (alleen voor het Verenigd Koninkrijk) Met deze functie kunt u andere lokale zenders in het gebied selecteren, ook als deze niet zijn opgeslagen onder de cijfertoetsen. Druk tijdens FM-ontvangst op een cijfertoets (1 tot 6) waaronder een lokale zender is opgeslagen. Druk binnen 5 seconden nogmaals op de cijfertoets van de lokale zender. Herhaal dit tot de lokale zender wordt ontvangen. Programmatypes (PTY) selecteren Alternatieve frequenties (AF) en verkeersinformatie (TA) instellen AF stemt continu opnieuw af op de zender met het sterkste signaal in een netwerk, en TA biedt u de huidige verkeersinformatie of verkeersprogramma's (TP) wanneer deze worden ontvangen. 1 Gebruik PTY om een gewenst programmatype weer te geven of te zoeken. Tijdens DAB-ontvangst 1 2 Druk op AF/TA om [AF-ON], [TA-ON], [AF/TA-ON] of [AF/TA-OFF] te selecteren. RDS-zenders met de AF- en TA-instelling opslaan U kunt RDS-zenders samen met een AF/TAinstelling voorprogrammeren. Stel AF/TA in en sla de zender vervolgens met BTM of handmatig op. Als u handmatig voorprogrammeert, kunt u ook niet-RDS-zenders voorprogrammeren. Noodberichten ontvangen Als AF of TA is ingeschakeld, wordt de geselecteerde bron automatisch onderbroken door de noodberichten. Het volumeniveau aanpassen tijdens een verkeersbericht Het niveau wordt los van het normale volumeniveau opgeslagen in het geheugen voor toekomstige verkeersinformatie. Op een regionaal programma afgestemd blijven (REGIONAL) Wanneer de functies AF en REGIONAL ingeschakeld zijn, schakelt het apparaat niet over naar een andere regionale zender met een sterkere frequentie. Verlaat u het ontvangstgebied van het regionale programma, stel dan tijdens FMontvangst [SET REG-OFF] in bij [GENERAL] (pagina 21). Deze functie werkt niet in het Verenigd Koninkrijk en sommige andere gebieden. Houd PTY ingedrukt. Draai de regelknop tot het gewenste programmatype wordt weergegeven en druk er vervolgens op. Het toestel toont alle services in het geselecteerde programmatype. 3 Draai de regelknop tot de gewenste service wordt weergegeven en druk er vervolgens op. De ontvangst begint. Tijdens FM-ontvangst 1 2 Houd PTY ingedrukt. Draai de regelknop tot het gewenste programmatype wordt weergegeven en druk er vervolgens op. Het apparaat begint te zoeken naar een zender die het geselecteerde programmatype uitzendt. Programmatypen NONE (geen programmatype)*, NEWS (nieuws), AFFAIRS (actualiteit), INFO (informatie), SPORT (sport), EDUCATE (educatieve programma's), DRAMA (toneel), CULTURE (cultuur), SCIENCE (wetenschap), VARIED (diversen), POP M (popmuziek), ROCK M (rockmuziek), EASY M (easy listening-muziek), LIGHT M (licht klassiek), CLASSICS (klassiek), OTHER M (overige muziek), WEATHER (weerberichten), FINANCE (financieel nieuws), CHILDREN (kinderprogramma's), SOCIAL A (sociale zaken), RELIGION (religie), PHONE IN (inbelprogramma's), TRAVEL (reizen), LEISURE (ontspanning), JAZZ (jazzmuziek), COUNTRY (countrymuziek), NATION M (nationale muziek), OLDIES (oldies), FOLK M (folkmuziek), DOCUMENT (documentaires) * Kan op de service verschijnen tijdens DAB-ontvangst. 12NL De kloktijd instellen (CT) Met de CT-gegevens van de RDS-uitzending wordt de klok ingesteld. 1 Stel [SET CT-ON] in bij [GENERAL] (pagina 21). Afspelen Een disc afspelen 1 Plaats de CD (met het label omhoog). Het afspelen start automatisch. Een USB-apparaat afspelen In deze gebruiksaanwijzing wordt "iPod" gebruikt om te verwijzen naar de iPod-functies van zowel een iPod als iPhone, tenzij dit anders aangegeven is in de tekst of afbeeldingen. Raadpleeg "Informatie over iPod" (pagina 25) of ga naar de ondersteuningssite die op het achterblad wordt vermeld voor meer informatie over de compatibiliteit van uw iPod. U kunt USB-apparaten* van het type MSC (Mass Storage Class) en MTP (Media Transfer Protocol) die geschikt zijn voor de USB-standaard gebruiken. Er zijn digitale mediaspelers of Android-smartphones waarop de MTP-stand moet worden ingesteld. * bijv. een USB-flash-drive, een digitale mediaspeler, een Android-smartphone Opmerkingen  Ga naar de ondersteuningssite die op het achterblad wordt vermeld voor meer informatie over de compatibiliteit van het USB-apparaat.  Het afspelen van de volgende bestanden wordt niet ondersteund. MP3/WMA/AAC/FLAC:  Auteursrechtelijk beveiligde bestanden  DRM-bestanden (Digital Rights Management beheer van digitale rechten)  Meerkanaalsaudiobestanden MP3/WMA/AAC:  Bestanden die zonder gegevensverlies zijn gecomprimeerd (lossless) WAV:  Meerkanaalsaudiobestanden 1 Sluit een USB-apparaat aan op de USBpoort (pagina 10). Het afspelen wordt gestart. Als een toestel al verbonden is, drukt u op SRC om [USB] te selecteren ([IPD] verschijnt op het display als de iPod herkend wordt). 13NL 2 Pas het volume op dit apparaat aan. Het afspelen stoppen Tracks zoeken en afspelen Houd OFF gedurende 1 seconde ingedrukt. Het toestel verwijderen Stop het afspelen en verwijder het toestel. Herhaaldelijk en willekeurig afspelen 1 Waarschuwing voor iPhone Als u een iPhone via USB verbindt, wordt het volume van een telefoongesprek bepaald via de iPhone, niet via het apparaat. Let erop dat u niet onopzettelijk het volume op het apparaat verhoogt tijdens het telefoongesprek. Na afloop van het telefoongesprek, kan er immers plots luid geluid uitgevoerd worden. Een BLUETOOTH-toestel afspelen U kunt de inhoud van een verbonden toestel afspelen dat BLUETOOTH A2DP (Advanced Audio Distribution Profile) ondersteunt. Druk tijdens het afspelen herhaaldelijk op (herhalen) of (willekeurig) om de gewenste weergavestand te selecteren. Het duurt even voor het afspelen start in de geselecteerde weergavestand. De beschikbare weergavestanden verschillen afhankelijk van de geselecteerde geluidsbron. Zoeken naar een track op naam (QuickBrowZer) Niet beschikbaar wanneer een iPod is aangesloten. 1 Druk tijdens het afspelen van CD, USB of (bladeren)*2 zodat de BT AUDIO*1 op lijst met zoekcategorieën wordt weergegeven. Druk, wanneer de tracklijst wordt weergegeven, herhaaldelijk op (terug) zodat de gewenste zoekcategorie wordt weergegeven. 1 Breng een BLUETOOTH-verbinding met het audioapparaat tot stand (pagina 7). *1 Alleen beschikbaar voor audioapparaten die AVRCP (Audio Video Remote Control Profile) 1.4 of hoger ondersteunen. *2 Druk tijdens het afspelen via USB gedurende meer dan 2 seconden op (bladeren) en keer rechtstreeks terug naar het begin van de categorielijst. Om het audioapparaat te selecteren, drukt u op MENU en selecteert u vervolgens [BLUETOOTH]  [SET AUDIODEV] (pagina 23). 2 Druk op SRC om [BT AUDIO] te selecteren. 3 Bedien het audioapparaat om het afspelen te starten. 4 Pas het volume op dit apparaat aan. Opmerkingen  Afhankelijk van het audioapparaat is het mogelijk dat informatie zoals de titel, het nummer en de tijd van de track en de afspeelstatus niet op dit apparaat wordt weergegeven.  Zelfs als u de bron op dit apparaat wijzigt, stopt het afspelen van het audioapparaat niet.  [BT AUDIO] verschijnt niet op het display terwijl u de "SongPal"-toepassing via de BLUETOOTH-functie gebruikt. Het volumeniveau van het BLUETOOTHtoestel afstemmen op andere bronnen Start het afspelen op het BLUETOOTH-audiotoestel bij een gemiddeld volume en stel uw gebruikelijke luistervolume in op het apparaat. Druk op MENU en selecteer [SOUND]  [SET BTA VOL] (pagina 23). 14NL 2 Selecteer de zoekcategorie van uw keuze door de regelknop te draaien en bevestig deze door er op te drukken. 3 Herhaal stap 2 als u de gewenste track wilt zoeken. Het afspelen wordt gestart. De Quick-BrowZer-stand verlaten Druk op (bladeren). Zoeken door items over te slaan (Overspring-stand) Niet beschikbaar wanneer een iPod is aangesloten. 1 2 3 Druk op (bladeren). Druk op SEEK +. Verdraai de regelknop om het item te selecteren. Handenvrij bellen (alleen via BLUETOOTH) Om een mobiele telefoon te gebruiken, verbindt u deze met dit apparaat. U kunt twee mobiele telefoons met het apparaat verbinden. Zie "Een BLUETOOTH-toestel voorbereiden" (pagina 7) voor meer informatie. De lijst wordt doorbladerd in stappen van 10% van het totale aantal items in de lijst. 4 Druk op ENTER om terug te keren naar de Quick-BrowZer-stand. Het geselecteerde item wordt weergegeven. 5 Selecteer het item van uw keuze door de regelknop te verdraaien en er vervolgens op te drukken. Een oproep ontvangen 1 Het afspelen wordt gestart. Druk op CALL wanneer een oproep met een beltoon wordt ontvangen. Het telefoongesprek start. Opmerking De beltoon en de stem van de persoon die spreekt worden alleen uit de voorluidsprekers uitgevoerd. De oproep weigeren Houd OFF gedurende 1 seconde ingedrukt. De oproep beëindigen Druk opnieuw op CALL. Een oproep maken U kunt een oproep maken vanuit het telefoonboek of de oproepgeschiedenis als een mobiele telefoon aangesloten is die PBAP (Phone Book Access Profile) ondersteunt. Als twee mobiele telefoons verbonden zijn met het apparaat, kiest u een van beide. Vanuit het telefoonboek 1 Druk op CALL. Als twee mobiele telefoons verbonden zijn met het apparaat, draait u aan de regelknop om een van beide te kiezen en drukt u er vervolgens op. 2 Draai aan de regelknop om [PHONE BOOK] te selecteren en druk er vervolgens op. 3 Draai aan de regelknop om een beginletter uit de lijst met beginletters te selecteren en druk er vervolgens op. 15NL 4 5 Draai aan de regelknop om een naam uit de lijst met namen te selecteren en druk er vervolgens op. Draai aan de regelknop om een nummer uit de lijst met nummers te selecteren en druk er vervolgens op. Het telefoongesprek start. Via nummerherhaling 1 Als twee mobiele telefoons verbonden zijn met het apparaat, draait u aan de regelknop om een van beide te kiezen en drukt u er vervolgens op. 2 Druk op CALL. Als twee mobiele telefoons verbonden zijn met het apparaat, draait u aan de regelknop om een van beide te kiezen en drukt u er vervolgens op. 2 Draai aan de regelknop om [RECENT CALL] te selecteren en druk er vervolgens op. Via stemtags U kunt een oproep maken door de stemtag uit te spreken die opgeslagen is op een verbonden mobiele telefoon met een functie voor spraakgestuurd kiezen. 1 Draai aan de regelknop om een naam of telefoonnummer uit de oproepgeschiedenis te selecteren en druk er vervolgens op. 2 1 Druk op CALL. Als twee mobiele telefoons verbonden zijn met het apparaat, draait u aan de regelknop om een van beide te kiezen en drukt u er vervolgens op. 2 3 Draai aan de regelknop om [DIAL NUMBER] te selecteren en druk er vervolgens op. Draai aan de regelknop om het telefoonnummer in te voeren en selecteer als laatste [ ] (spatie), en druk vervolgens op ENTER*. Het telefoongesprek start. * Verplaats de digitale aanduiding door op SEEK +/– te drukken. Opmerking [_] verschijnt in plaats van [#] op het display. Draai aan de regelknop om [VOICE DIAL] te selecteren en druk er vervolgens op. U kunt ook op VOICE drukken terwijl de "SongPal"-functie uitgeschakeld is. Het telefoongesprek start. Door een telefoonnummer in te voeren Druk op CALL. Als twee mobiele telefoons verbonden zijn met het apparaat, draait u aan de regelknop om een van beide te kiezen en drukt u er vervolgens op. Een lijst met de oproepgeschiedenis verschijnt. 3 Draai aan de regelknop om [REDIAL] te selecteren en druk er vervolgens op. Het telefoongesprek start. Vanuit de oproepgeschiedenis 1 Druk op CALL. 3 Spreek de stemtag uit die op de mobiele telefoon opgeslagen is. Uw stem wordt herkend en de oproep wordt gemaakt. Spraakgestuurd kiezen annuleren Druk op VOICE. Beschikbare opties tijdens een oproep Het beltoonvolume regelen Draai aan de regelknop terwijl u een oproep ontvangt. Het stemvolume regelen van de persoon die spreekt Draai aan de regelknop tijdens een oproep. Het volume voor de andere partij regelen (regeling van de microfoonversterking) Druk op MIC. Regelbaar volumeniveaus: [MIC-LOW], [MIC-MID], [MIC-HI]. 16NL Echo en ruis verminderen (echoonderdrukkingsstand/ ruisonderdrukkingsstand) Houd MIC ingedrukt. Instelbare stand: [EC/NC-1], [EC/NC-2]. Schakelen tussen handenvrije stand en niethandenvrije stand Druk tijdens een oproep op MODE om de audio van het telefoongesprek om te schakelen tussen het apparaat en de mobiele telefoon. Opmerking Afhankelijk van de mobiele telefoon bestaat de kans dat deze handeling niet beschikbaar is. Handige functies SongPal met iPhone/Androidsmartphone Hiervoor dient u de recentste versie van de "SongPal"toepassing te downloaden van de App Store voor iPhone of van Google Play voor Androidsmartphones. Opmerkingen  Volg voor uw veiligheid de lokale verkeersregels en -voorschriften en bedien de toepassing niet terwijl u aan het rijden bent.  "SongPal" is een app om via uw iPhone/Androidsmartphone Sony-audioapparaten te bedienen die compatibel zijn met "SongPal".  Wat u kunt bedienen met "SongPal" varieert afhankelijk van het aangesloten toestel.  Om gebruik te maken van de functies van "SongPal" raadpleegt u de gegevens van uw iPhone/Androidsmartphone.  Meer informatie over "SongPal" kunt u vinden op de volgende URL: http://rd1.sony.net/help/speaker/songpal/  Bezoek de onderstaande website en ga na welke modellen van iPhone/Android-smartphones compatibel zijn. Voor iPhone: ga naar de App Store Voor Android-smartphone: ga naar Google Play De SongPal-verbinding tot stand brengen 1 Maak een BLUETOOTH-verbinding met een iPhone/Android-smartphone (pagina 7). Om het audioapparaat te selecteren, drukt u op MENU en selecteert u vervolgens [BLUETOOTH]  [SET AUDIODEV] (pagina 23). 2 3 Start de "SongPal"-toepassing.*1 Houd APP op het toestel langer dan 2 seconden ingedrukt.*2 De verbinding met de iPhone/Androidsmartphone wordt gestart. Voor meer informatie over de bediening op een iPhone/Android-smartphone, raadpleegt u het helpgedeelte van de toepassing. *1 Als [AUTO LAUNCH] in [SONGPAL] is ingesteld op [ON] (pagina 24), wordt de "SongPal"-verbinding automatisch tot stand gebracht wanneer het BLUETOOTH-signaal van de iPhone/Androidsmartphone wordt ingeschakeld. *2 U kunt ook op MENU drukken en vervolgens [SONGPAL]  [CONNECT] (pagina 24) selecteren. 17NL Als het toestelnummer verschijnt Controleer of het nummer wordt weergegeven (bijv. 123456), en selecteer vervolgens [Ja] op de iPhone/Android-smartphone. De verbinding beëindigen 1 2 Druk op MENU, draai aan de regelknop om [SONGPAL] te selecteren en druk er vervolgens op. Draai aan de regelknop om [CONNECT] te selecteren en druk er vervolgens op. De bron of toepassing selecteren Spraakherkenning activeren (alleen Android-smartphone) Door toepassingen te registreren, kunt u een toepassing met gesproken commando's bedienen. Raadpleeg het helpgedeelte van de toepassing voor meer informatie. Spraakherkenning activeren 1 2 U kunt de gewenste bron of toepassing op de iPhone/Android-smartphone selecteren. Houd VOICE ingedrukt om spraakherkenning te activeren. Zeg de gewenste spraakopdracht in de microfoon wanneer [Say Source or App] weergegeven wordt op de Android-telefoon. De bron selecteren Druk herhaaldelijk op SRC. U kunt ook op SRC drukken, aan de regelknop draaien om de gewenste bron te selecteren en vervolgens op ENTER drukken. De lijst met bronnen weergeven Druk op SRC. Opmerkingen  Spraakherkenning is in sommige gevallen mogelijk niet beschikbaar.  Het is mogelijk dat spraakherkenning niet goed werkt afhankelijk van de prestaties van de verbonden Android-smartphone.  Gebruik deze functie in omstandigheden waar het lawaai, zoals het geluid van de motor, tijdens de spraakherkenning zo beperkt mogelijk is. Melding van bepaalde informatie via de spraakgids (alleen Android-smartphone) Wanneer een SMS of Twitter-/Facebook-/Agendamelding enz. ontvangen wordt, wordt deze automatisch omgeroepen via de luidsprekers van de auto. Een SMS-bericht beantwoorden (alleen Android-smartphone) U kunt via spraakherkenning een bericht beantwoorden. 1 2 3 Raadpleeg het helpgedeelte van de toepassing voor meer informatie over instellingen. 18NL Activeer spraakherkenning en voer "Reply (beantwoord)" in. Het invoerscherm voor berichten verschijnt op de "SongPal"-toepassing. Voer via spraakherkenning een antwoordbericht in. De lijst met mogelijke berichten verschijnt op de "SongPal"-toepassing. Draai aan de regelknop om het gewenste bericht te selecteren en druk er vervolgens op. Het bericht wordt verstuurd. Geluids- en weergave-instellingen configureren U kunt instellingen met betrekking tot het geluid en de weergave aanpassen via een iPhone/Androidsmartphone. Raadpleeg het helpgedeelte van de toepassing voor meer informatie over instellingen. Siri Eyes Free gebruiken Met Siri Eyes Free kunt u een iPhone handenvrij gebruiken door gewoon in de microfoon te spreken. Voor deze functie is het nodig dat een iPhone via BLUETOOTH met het apparaat verbonden is. Dit kan alleen voor iPhone 4s of recentere modellen. Zorg ervoor dat de recentste iOS-versie op uw iPhone geïnstalleerd is. U moet vooraf de configuraties uitvoeren voor BLUETOOTH-registratie en -verbinding van de iPhone met het toestel. Zie "Een BLUETOOTHtoestel voorbereiden" (pagina 7) voor meer informatie. Om de iPhone te selecteren, drukt u op MENU en selecteert u vervolgens [BLUETOOTH]  [SET AUDIODEV] (pagina 23). 1 Opmerkingen  Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden is het mogelijk dat de iPhone uw stem niet herkent. (Als u zich bijvoorbeeld in een bewegende auto bevindt.)  Het is mogelijk dat Siri Eyes Free niet goed werkt of dat de reactietijd traag is op plaatsen waar iPhonesignalen moeilijk te ontvangen zijn.  Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van de iPhone is het mogelijk dat Siri Eyes Free niet goed werkt of afgesloten wordt.  Als u een track afspeelt met een iPhone via een BLUETOOTH-audioverbinding, dan wordt bij het starten van het afspelen van de track via BLUETOOTH Siri Eyes Free automatisch afgesloten en schakelt het apparaat over op de BLUETOOTH-audiobron.  Als Siri Eyes Free geactiveerd wordt tijdens het afspelen van audio, dan is het mogelijk dat het apparaat overschakelt naar de BLUETOOTHaudiobron, zelfs als u geen track opgeeft om af te spelen.  Bij het aansluiten van de iPhone op de USB-poort is het mogelijk dat Siri Eyes Free niet goed werkt of afgesloten wordt.  Activeer Siri niet met de iPhone als u de iPhone via USB met het apparaat verbindt. Het is mogelijk dat Siri Eyes Free niet goed werkt of afgesloten wordt.  Er wordt geen audio uitgevoerd terwijl Siri Eyes Free geactiveerd is. Activeer de Siri-functie op de iPhone. Voor meer informatie kunt u de gebruiksaanwijzing raadplegen die bij de iPhone geleverd is. 2 Druk op VOICE. Het spraakopdrachtscherm verschijnt. 3 Nadat de iPhone gepiept heeft, spreekt u in de microfoon. De iPhone piept opnieuw en Siri begint te antwoorden. Siri Eyes Free uitschakelen Druk op VOICE. 19NL Algemene instellingen (GENERAL) Instellingen De DEMO-stand annuleren U kunt het demonstratiescherm annuleren dat wordt weergegeven wanneer de bron uitgeschakeld is en de klok weergegeven wordt. 1 Druk op MENU, selecteer [GENERAL] door de regelknop te draaien en druk er vervolgens op. 2 Selecteer [SET DEMO] door de regelknop te verdraaien en druk er vervolgens op. 3 Selecteer [SET DEMO-OFF] door de regelknop te verdraaien en druk er vervolgens op. Het instellen is voltooid. 4 Druk twee keer op (terug). Het display keert terug naar de normale ontvangst-/weergavestand. Algemene bediening voor instellingen U kunt items instellen in de volgende instelcategorieën: Algemene instellingen (GENERAL), Geluidsinstellingen (SOUND), Display-instellingen (DISPLAY), BLUETOOTH-instellingen (BLUETOOTH), SongPal-instellingen (SONGPAL) 1 2 Druk op MENU. Selecteer de instellingencategorie door de regelknop te draaien en er vervolgens op te drukken. De items die ingesteld kunnen worden, verschillen afhankelijk van de bron en instellingen. 3 Selecteer de opties door de regelknop te draaien en druk er vervolgens op. Terugkeren naar het vorige display Druk op 20NL (terug). DEMO (demonstratie) De demonstratie inschakelen: [ON], [OFF]. CLOCK-ADJ (klok aanpassen) (pagina 7) CAUT ALM (waarschuwingstoon) De waarschuwingstoon inschakelen: [ON], [OFF] (pagina 6). (Alleen beschikbaar wanneer de bron uitgeschakeld is en de klok weergegeven wordt.) BEEP De pieptoon inschakelen: [ON], [OFF]. AUTO OFF Automatisch uitschakelen na een bepaalde tijd wanneer de unit is uitgeschakeld: [ON] (30 minuten), [OFF]. STEERING Registreert/reset de instelling van de stuurafstandsbediening. (Alleen beschikbaar wanneer de bron uitgeschakeld is en de klok weergegeven wordt.) STR CONTROL (stuurbediening) Hiermee kunt u de invoerstand selecteren voor de aangesloten afstandsbediening. Voorkom storingen door eraan te denken de invoerstand vóór gebruik af te stemmen op de aangesloten afstandsbediening. CUSTOM Invoerstand voor de stuurafstandsbediening PRESET Invoerstand voor de bekabelde afstandsbediening, exclusief de stuurafstandsbediening EDIT CUSTOM Registreert de functies (SOURCE, ATT, VOL +/–, SEEK +/–, VOICE, ON HOOK, OFF HOOK) in de stuurafstandsbediening:  Selecteer de functie die u aan de stuurafstandsbediening wilt toewijzen door de regelknop te draaien, en er vervolgens op te drukken.  Terwijl [REGISTER] knippert, houdt u de knop op de stuurafstandsbediening waaraan u de functie wilt toewijzen, ingedrukt. Wanneer de registratie voltooid is, wordt [REGISTERED] weergegeven.  Herhaal de stappen  en  voor het registreren van andere functies. (Alleen beschikbaar wanneer [STR CONTROL] is ingesteld op [CUSTOM].) RESET CUSTOM Reset de geregistreerde functies van de afstandsbediening van het stuurwiel: [YES], [NO]. (Alleen beschikbaar wanneer [STR CONTROL] is ingesteld op [CUSTOM].) Opmerkingen  Terwijl u instellingen uitvoert, kan het apparaat alleen met de toetsen worden bediend. Parkeer voor uw veiligheid uw auto voor u deze instelling uitvoert.  Als er zich tijdens de registratie een fout voordoet, blijft alle eerder geregistreerde informatie behouden. Start de registratie opnieuw vanaf de functie waar de fout zich heeft voorgedaan.  Deze functie is op sommige voertuigen mogelijk niet beschikbaar. Ga naar de ondersteuningssite die op het achterblad wordt vermeld voor meer informatie over de compatibiliteit van uw voertuig. CT (kloktijd) De CT-functie inschakelen: [ON], [OFF]. REGIONAL De ontvangst beperken tot een specifieke regio: [ON], [OFF]. (Alleen beschikbaar wanneer FM ontvangen wordt.) BTM (geheugen voor beste afstemming) (pagina 11) (Alleen beschikbaar wanneer de tuner (FM/MW/ LW) is geselecteerd.) ANNOUNCE (bericht) Laat uitgezonden berichten toe (pagina 11). (Niet beschikbaar wanneer de bron is uitgeschakeld en de klok wordt weergegeven.) SOFTLINK Wanneer het signaal van het huidige programma te zwak is voor ontvangst wordt automatisch naar een gelijkaardig programma gezocht en hierop afgestemd: [ON], [OFF]. (Alleen tijdens DAB-ontvangst.) ANT-PWR (antennevermogen) Levert vermogen aan de ingangsaansluiting van de DAB-antenne: [ON], [OFF]. (Alleen beschikbaar wanneer het toestel uitgeschakeld is en tijdens DAB-ontvangst.) AUTOSCAN (automatische scan) Voert een automatische scan uit om de lijst met services in de modus Quick-BrowZer te updaten. (Alleen tijdens DAB-ontvangst.) FIRMWARE (Alleen beschikbaar wanneer de bron uitgeschakeld is en de klok weergegeven wordt.) Controleert/actualiseert de firmwareversie. Ga naar de ondersteuningssite die op het achterblad wordt vermeld voor meer informatie. FW VERSION (firmwareversie) Toont de actuele firmwareversie. FW UPDATE (firmware-update) Start het update-proces voor de firmware: [YES], [NO]. Het updaten van de firmware neemt enkele minuten in beslag. Zet niet tijdens het updaten het contract in de positie OFF, en maak ook niet het USB-toestel los. Geluidsinstellingen (SOUND) Dit instellingenmenu is niet beschikbaar wanneer de bron uitgeschakeld is en de klok wordt weergegeven. EXTRA BASS Versterkt de lage tonen synchroon met het volumeniveau: [1], [2], [OFF]. (Wordt automatisch op [OFF] gezet wanneer [C.AUDIO+] is ingesteld op [ON].) C.AUDIO+ (ClearAudio+) Reproduceert geluid door het digitale signaal te optimaliseren met door Sony aanbevolen geluidsinstellingen: [ON], [OFF]. (Wordt automatisch op [OFF] gezet wanneer [EQ10 PRESET] wordt gewijzigd en/of [EXTRA BASS] wordt ingesteld op [1] of [2] en/of [DSO] wordt ingesteld op [LOW], [MID] of [HIGH].) EQ10 PRESET Selecteert een equalizercurve uit 10 equalizercurves of schakelt de functie uit: [OFF], [R&B], [ROCK], [POP], [DANCE], [HIP-HOP], [ELECTRONICA], [JAZZ], [SOUL], [COUNTRY], [CUSTOM]. Voor iedere bron kan de instelling van de equalizercurve in het geheugen worden opgeslagen. EQ10 CUSTOM Hiermee kunt u [CUSTOM] instellen voor EQ10. Stelt de equalizercurve in: [BAND1] 32 Hz, [BAND2] 63 Hz, [BAND3] 125 Hz, [BAND4] 250 Hz, [BAND5] 500 Hz, [BAND6] 1 kHz, [BAND7] 2 kHz, [BAND8] 4 kHz, [BAND9] 8 kHz, [BAND10] 16 kHz. Het volume kan worden aangepast in stappen van 1 dB, van -6 dB tot +6 dB. 21NL POSITION (luisterpositie) F/R POS (positie voor/achter) Simuleert een natuurlijk geluidsveld door de geluidsweergave uit de luidsprekers te vertragen volgens uw positie:  [FRONT L] (links voor),  [FRONT R] (rechts voor),  [FRONT] (midden voor),  [ALL] (midden van uw auto), [CUSTOM] (positie ingesteld door geavanceerde audio-instellingen in SongPal) [OFF] (geen positie ingesteld) ADJ POSITION (positie aanpassen) Om de instelling voor de luisterpositie fijn af te stemmen: [+3] – [CENTER] – [-3]. (Alleen beschikbaar wanneer [F/R POS] niet is ingesteld op [OFF] of [CUSTOM].) SW POS (subwooferpositie)  [NEAR] (nabij),  [NORMAL] (normaal),  [FAR] (ver) (Alleen beschikbaar wanneer [F/R POS] is ingesteld op een andere stand dan [OFF].) DSO (dynamic stage organizer) Creëert een meer sfeervol geluid, net alsof de luidsprekers zich in het dashboard bevinden: [OFF], [LOW], [MID], [HIGH]. (Wordt automatisch op [OFF] gezet wanneer [C.AUDIO+] is ingesteld op [ON].) BALANCE De geluidsbalans aanpassen: [RIGHT-15] – [CENTER] – [LEFT-15]. FADER Het relatieve niveau aanpassen: [FRONT-15] – [CENTER] – [REAR-15]. DSEE (digital sound enhancement engine) Verbetert digitaal gecomprimeerd geluid door hoge frequenties te herstellen die tijdens het compressieproces verloren gaan: [ON], [OFF]. Deze instelling kan in het geheugen worden opgeslagen voor elke bron behalve de tuner. AAV (advanced auto volume) Past het weergavevolume van alle weergavebronnen aan voor een optimaal niveau: [ON], [OFF]. 22NL RB ENH (rear bass enhancer) Verbetert de lage tonen door een laagdoorlaatfilter toe te passen op de achterluidsprekers. Met deze functie kunnen de achterluidsprekers worden gebruikt als een subwoofer als er geen subwoofer aangesloten is. (Alleen beschikbaar wanneer [SW DIREC] is ingesteld op [OFF].) RBE MODE (rear bass enhancer mode) Selecteert de stand rear bass enhancer: [1], [2], [3], [OFF]. LPF FREQ (frequentie van laagdoorlaatfilter) Selecteert de kantelfrequentie van de subwoofer: [50Hz], [60Hz], [80Hz], [100Hz], [120Hz]. LPF SLOP (helling van laagdoorlaatfilter) Selecteert de LPF-helling: [1], [2], [3]. SW DIREC (subwoofer direct connection) Past de instellingen aan voor de subwoofer die verbonden is met een achterluidsprekerkabel zonder een eindversterker. (Alleen beschikbaar wanneer [RBE MODE] is ingesteld op [OFF].) Zorg ervoor dat een 4 Ω – 8 Ω subwoofer wordt aangesloten op een van de achterluidsprekerkabels. Sluit geen luidspreker aan op de andere achterluidsprekerkabel. SW MODE (subwoofer mode) Selecteert de subwooferstand: [1], [2], [3], [OFF]. SW PHASE (fase subwoofer) Selecteert de fase van de subwoofer: [NORM], [REV]. SW POS (subwooferpositie) Selecteert de subwoofer-positie: [NEAR], [NORMAL], [FAR]. (Alleen beschikbaar wanneer [F/R POS] is ingesteld op een andere stand dan [OFF].) LPF FREQ (frequentie van laagdoorlaatfilter) Selecteert de kantelfrequentie van de subwoofer: [50Hz], [60Hz], [80Hz], [100Hz], [120Hz]. LPF SLOP (helling van laagdoorlaatfilter) Selecteert de LPF-helling: [1], [2], [3]. S.WOOFER (subwoofer) SW LEVEL (subwooferniveau) Past het volumeniveau van de subwoofer aan: [+10 dB] – [0 dB] – [-10 dB]. ([ATT] wordt weergegeven bij de laagste instelling.) SW PHASE (fase subwoofer) Selecteert de fase van de subwoofer: [NORM], [REV]. SW POS (subwooferpositie) Selecteert de subwoofer-positie: [NEAR], [NORMAL], [FAR]. (Alleen beschikbaar wanneer [F/R POS] niet is ingesteld op [OFF].) LPF FREQ (frequentie van laagdoorlaatfilter) Selecteert de kantelfrequentie van de subwoofer: [50Hz], [60Hz], [80Hz], [100Hz], [120Hz]. LPF SLOP (helling van laagdoorlaatfilter) Selecteert de LPF-helling: [1], [2], [3]. HPF (hoogdoorlaatfilter) HPF FREQ (frequentie hoogdoorlaatfilter) Selecteert de kantelfrequentie van de voor-/ achterluidspreker: [OFF], [50Hz], [60Hz], [80Hz], [100Hz], [120Hz]. HPF SLOP (helling van hoogdoorlaatfilter) Selecteert de HPF-helling (alleen van toepassing wanneer [HPF FREQ] is ingesteld op een andere stand dan [OFF]): [1], [2], [3]. AUX VOL (AUX-volumeniveau) Past het volumeniveau voor elk aangesloten randapparaat aan: [+18 dB] – [0 dB] – [-8 dB]. Dankzij deze instelling is het niet nodig om het volumeniveau tussen bronnen aan te passen. (Alleen beschikbaar wanneer AUX is geselecteerd.) BTA VOL (volumeniveau BLUETOOTH-audio) Het volumeniveau voor elk aangesloten BLUETOOTH-toestel aanpassen: [+6 dB] – [0 dB] – [-6 dB]. Dankzij deze instelling is het niet nodig om het volumeniveau tussen bronnen aan te passen. (Alleen beschikbaar wanneer de BT-audio of toepassing is geselecteerd.) Display-instellingen (DISPLAY) DIMMER Wijzigt de helderheid van het scherm: [OFF], [ON], [AT] (automatisch), [CLK]. ([AT] is alleen beschikbaar als de kabel voor de verlichtingsregeling aangesloten is en de koplampen ingeschakeld zijn.) U kunt deze functie ook slechts voor een vaste periode activeren door [CLK] te selecteren en vervolgens de begin- en de eindtijd in te stellen.  De helderheid instellen wanneer de dimmerfunctie is geactiveerd: Stel [DIMMER] in op [ON], en pas vervolgens [BRIGHTNESS] aan.  De helderheid instellen wanneer de dimmerfunctie is gedeactiveerd: Stel [DIMMER] in op [OFF], en pas vervolgens [BRIGHTNESS] aan. De instelling van de helderheid wordt opgeslagen en toegepast wanneer de dimmerfunctie wordt geactiveerd of wordt gedeactiveerd. BRIGHTNESS Past de helderheid van de display aan. U kunt het niveau van de helderheid afstellen: [1] – [10]. BUTTON-C (toetskleur) Hiermee stelt u een voorgeprogrammeerde of aangepaste kleur voor de toetsen in. COLOR Hiermee selecteert u uit 15 voorgeprogrammeerde kleuren en 1 aangepaste kleur. CUSTOM-C (aangepaste kleur) Hiermee registreert u een aangepaste kleur voor de toetsen. RGB RED, RGB GRN, RGB BLUE Aanpasbare kleurbereik: [0] – [32] ([0] kan niet ingesteld worden voor alle kleurbereiken). DSPL-C (displaykleur) Hiermee stelt u een voorgeprogrammeerde of aangepaste kleur in voor het display. COLOR Hiermee selecteert u uit 15 voorgeprogrammeerde kleuren en 1 aangepaste kleur. CUSTOM-C (aangepaste kleur) Hiermee registreert u een aangepaste kleur voor het display. RGB RED, RGB GRN, RGB BLUE Aanpasbare kleurbereik: [0] – [32] ([0] kan niet ingesteld worden voor alle kleurbereiken). SND SYNC (geluidssynchronisatie) Activeert de synchronisatie van de verlichting met het geluid: [ON], [OFF]. AUTO SCR (automatisch scrollen) Lange items automatisch scrollen: [ON], [OFF]. (Niet beschikbaar wanneer AUX of tuner (FM/ MW/LW) is geselecteerd.) BLUETOOTH-instellingen (BLUETOOTH) PAIRING (pagina 8) Hiermee verbindt u maximaal twee BLUETOOTHtoestellen: [DEVICE 1], [DEVICE 2]. [DEVICE 1] of [DEVICE 2] zal gewijzigd worden naar de naam van het gekoppelde toestel nadat het koppelen voltooid is. AUDIODEV (audioapparaat) Hiermee selecteert u het audioapparaat. [*] verschijnt op het toestel dat gekoppeld is met [DEVICE 1] of op het huidige, A2DP-compatibele audioapparaat. 23NL RINGTONE Hiermee selecteert u of dit apparaat of de verbonden mobiele telefoon de beltoon uitvoert: [1] (dit apparaat), [2] (mobiele telefoon). AUTO ANS (automatisch beantwoorden) Hiermee stelt u dit apparaat in om een oproep automatisch te beantwoorden: [OFF], [1] (ongeveer 3 seconden), [2] (ongeveer 10 seconden). AUTOPAIR (automatisch koppelen) Start BLUETOOTH koppelen automatisch als een toestel met iOS-versie 5.0 of recenter verbonden is via USB: [ON], [OFF]. BT SIGNL (BLUETOOTH-signaal) (pagina 9) Hiermee schakelt u de BLUETOOTH-functie in/ uit. BT INIT (BLUETOOTH initialiseren) Hiermee initialiseert u alle instellingen die met BLUETOOTH verband houden (koppelingsinformatie, voorgeprogrammeerd nummer, toestelinformatie enz.): [YES], [NO]. Initialiseer alle instellingen als u zich van het apparaat ontdoet. (Alleen beschikbaar wanneer de bron uitgeschakeld is en de klok weergegeven wordt.) Aanvullende informatie De firmware updaten Ga voor het updaten van de firmware naar de ondersteuningssite die op de achterpagina wordt vermeld, en volg daarna de online-instructies. Opmerkingen  Voor het updaten van de firmware is een USBapparaat (niet bijgeleverd) nodig. Sla het updateprogramma op het USB-apparaat op en sluit het apparaat op de USB-poort aan, voer vervolgens de update-bewerking uit.  Het updaten van de firmware neemt enkele minuten in beslag. Zet tijdens het updaten het contact niet in de positie OFF, en verwijder ook niet het USB-toestel. Voorzorgsmaatregelen  Laat het apparaat afkoelen als de auto geparkeerd heeft gestaan in de volle zon.  Laat het voorpaneel of audioapparaten niet achter in de auto. Deze kunnen beschadigd raken door de hoge temperaturen van direct zonlicht.  De elektrisch bediende antenne schuift automatisch uit. Condensvorming SongPal-instellingen (SONGPAL) Als er vocht condenseert in het apparaat, verwijdert u de disc en wacht u ongeveer een uur tot het apparaat is gedroogd; anders kan de werking van het apparaat worden verstoord. Hoge geluidskwaliteit behouden AUTO LAUNCH Hiermee activeert u "SongPal" automatisch starten: [ON], [OFF]. Wanneer [ON] geselecteerd is, maakt "SongPal" automatisch verbinding nadat de BLUETOOTHverbinding tot stand is gebracht. CONNECT Hiermee start en beëindigt u de "SongPal"functie (verbinding). 24NL Mors geen vloeistof op het apparaat of de discs. Opmerkingen over discs  Stel een disc niet bloot aan direct zonlicht of warmtebronnen, zoals die van de verwarming in de auto, en laat een disc niet achter in een auto die in de volle zon staat geparkeerd.  Veeg een disc van het midden naar de buitenrand schoon met een doekje voordat u deze afspeelt. Gebruik geen oplosmiddelen zoals benzine, thinner en in de handel verkrijgbare reinigingsmiddelen.  Dit apparaat is ontworpen voor het afspelen van discs die voldoen aan de CD-norm (Compact Disc). DualDiscs en sommige muziekdiscs die zijn gecodeerd met copyrightbeveiligingstechnologieën voldoen niet aan de CD-norm (Compact Disc) en kunnen daarom mogelijk niet worden afgespeeld met dit apparaat.  Discs die NIET kunnen worden afgespeeld met dit apparaat  Discs waarop labels, stickers, tape of papier zijn geplakt. Hierdoor kan de werking worden verstoord of de disc worden beschadigd.  Discs met afwijkende vormen (bv. hart, vierkant, ster). Als u dit toch probeert, kan het apparaat worden beschadigd.  8 cm-discs. Opmerkingen over CD-R's/CD-RW's  Als een disc met Multi Session (meerdere sessies) begint met een CD-DA-sessie, wordt deze herkend als een CD-DA-disc en worden andere sessies niet afgespeeld.  Discs die NIET kunnen worden afgespeeld met dit apparaat  CD-R's/CD-RW's met slechte opnamekwaliteit.  CD-R's/CD-RW's die zijn opgenomen met een niet-compatibel opnameapparaat.  CD-R's/CD-RW's die onjuist zijn gefinaliseerd.  CD-R's/CD-RW's die niet zijn opgenomen in de muziek-CD-indeling of MP3-indeling conform ISO9660 Level 1/Level 2, Joliet/Romeo of Multi Session (meerdere sessies). Afspeelvolgorde van de audiobestanden Compatibel model Bluetooth® USB iPhone 5s   iPhone 5c   iPhone 5   iPhone 4s   iPod touch (6e generatie)   iPod touch (5e generatie)   iPod nano (7e generatie)   Het gebruik van de Made for Apple-badge betekent dat een accessoire ontworpen is om specifiek aangesloten te worden met het/de Apple-product(en) dat/die geïdentificeerd is/zijn in de badge, en gecertificeerd is door de ontwerper om te beantwoorden aan de prestatienormen van Apple. Apple is niet verantwoordelijk voor de werking van dit apparaat of naleving van veiligheidseisen en wettelijke standaarden. Het gebruik van dit accessoire met een Appleproduct kan de draadloze prestaties beïnvloeden. Met alle vragen of problemen over dit apparaat die niet aan bod komen in deze gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw Sony-leverancier. Map (album) Audiobestand (track) Onderhoud Aansluitingen schoonmaken De werking van het apparaat kan worden verstoord als de aansluitingen tussen het apparaat en het voorpaneel niet schoon zijn. U kunt dit voorkomen door het voorpaneel (pagina 6) te verwijderen en de aansluitingen te reinigen met een wattenstaafje. Gebruik hierbij niet te veel kracht. Anders kunnen de aansluitingen worden beschadigd. Informatie over iPod  U kunt de volgende iPod-modellen aansluiten. Werk de software van uw iPod bij naar de laatste versie vóór gebruik. Compatibele iPhone-/iPod-modellen Compatibel model Bluetooth® USB iPhone SE   iPhone 6s   iPhone 6s Plus   iPhone 6   iPhone 6 Plus   Opmerkingen  Uit veiligheidsoverwegingen moet u de motor uitschakelen en de sleutel uit de contactschakelaar halen voordat u de aansluitingen reinigt.  Raak de aansluitingen nooit rechtstreeks aan met uw vingers of een metalen voorwerp. 25NL Technische gegevens Tuner DAB/DAB+/DMB-R Afstembereik: 174,928 MHz – 239,200 MHz Antenneaansluiting: Aansluiting voor externe antenne FM Afstembereik: 87,5 MHz – 108,0 MHz Antenneaansluiting: Aansluiting voor externe antenne Tussenfrequentie: FM CCIR: -1.956,5 kHz tot -487,3 kHz en +500,0 kHz tot +2.095,4 kHz Bruikbare gevoeligheid: 8 dBf Selectiviteit: 75 dB bij 400 kHz Signaal/ruis-afstand: 73 dB (mono) Scheiding: 50 dB bij 1 kHz Frequentiebereik: 20 Hz – 15.000 Hz MW/LW Afstembereik: MW: 531 kHz – 1.602 kHz LW: 153 kHz – 279 kHz Antenneaansluiting: Aansluiting voor externe antenne Gevoeligheid: MW: 26 μV, LW: 50 μV CD-speler Signaal/ruis-afstand: 120 dB Frequentiebereik: 10 Hz – 20.000 Hz Snelheidsfluctuaties: minder dan meetbare waarden Maximaal aantal*1: Mappen (albums)*2: 150 Bestanden (tracks) en mappen*3: 300 Tekens die kunnen worden weergegeven voor de naam van een map/bestand: 32 (Joliet)/64 (Romeo) Overeenkomstige codec: MP3 (.mp3), WMA (.wma) en AAC (.m4a) *1 Alleen CD-R/CD-RW *2 inclusief hoofdmap *3 mogelijk minder dan de gemeten waarde als de map-/bestandsnaam veel tekens bevat USB-speler Interface: USB (High-speed) Maximale stroom: 1 A Maximaal aantal herkenbare bestanden (tracks): 10.000 Bijbehorende codec: MP3 (.mp3) Bitfrequentie: 8 kbps – 320 kbps (Ondersteunt VBR (Variable Bit Rate)) Sampling-frequentie: 16 kHz – 48 kHz 26NL WMA (.wma) Bitfrequentie: 32 kbps – 192 kbps (Ondersteunt VBR (Variable Bit Rate)) Sampling-frequentie: 32 kHz, 44,1 kHz, 48 kHz AAC (.m4a, .mp4) Bitfrequentie: 8 kbps – 320 kbps Sampling-frequentie: 11,025 kHz – 48 kHz WAV (.wav) Bitdiepte: 16 bit Sampling-frequentie: 44,1 kHz, 48 kHz FLAC (.flac) Bitdiepte: 16 bit, 24 bit Sampling-frequentie: 44,1 kHz, 48 kHz Draadloze communicatie Communicatiesysteem: BLUETOOTH-standaard versie 3.0 Uitvoer: BLUETOOTH-standaard vermogensklasse 2 (max. +4 dBm) Maximaal communicatiebereik*1: Rechte lijn zonder obstakels ong. 10 m Frequentieband: 2,4 GHz-band (2,4000 GHz – 2,4835 GHz) Modulatiemethode: FHSS Compatibele BLUETOOTH-profielen*2: A2DP (Advanced Audio Distribution Profile) 1.3 AVRCP (Audio Video Remote Control Profile) 1.5 HFP (Handsfree Profile) 1.6 PBAP (Phone Book Access Profile) SPP (Serial Port Profile) MAP (Message Access Profile) HID (Human Interface Device Profile) Bijbehorende codec: SBC (.sbc), ACC (.m4a) *1 Het werkelijke bereik zal variëren afhankelijk van factoren als obstakels tussen apparaten, magnetische velden rond een magnetron, statische elektriciteit, de ontvangstgevoeligheid, de prestaties van de antenne, het besturingssysteem, de softwaretoepassing enz. *2 BLUETOOTH-standaardprofielen geven het doel van BLUETOOTH-communicatie tussen apparaten aan. NFC-communicatie Frequentieband en specificatie maximaal vermogen NFC: 13,56 MHz < 60 dBμA/m op 10 m Eindversterker Uitgang: luidsprekeruitgangen Luidsprekerimpedantie: 4 Ω – 8 Ω Maximaal uitgangsvermogen: 55 W × 4 (bij 4 Ω) Algemeen Uitgangen: Aansluiting audio-uitgangen (FRONT, REAR, SUB) Aansluiting regeling elektrische antenne/ Eindversterker (REM OUT) Ingangen: Afstandsbedieningsingang DAB-antenne-ingang FM/MW/LW-antenne-ingang MIC-ingang AUX-ingang (stereominiaansluiting) USB-poort Voeding: 12 V gelijkstroom autoaccu (negatieve aarde) Nominaal stroomverbruik: 10 A Afmetingen: Ong. 178 mm × 50 mm × 177 mm (b/h/d) Montageafmetingen: Ong. 182 mm × 53 mm × 160 mm (b/h/d) Gewicht: ong. 1,2 kg Inhoud verpakking: Hoofdapparaat (1) Microfoon (1) Onderdelen voor installatie en aansluitingen (1 set) Het is mogelijk dat niet alle vermelde accessoires verkrijgbaar zijn bij uw Sony-leverancier. Neem contact op met uw Sony-leverancier voor meer informatie. Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving. Auteursrechten Het woordmerk Bluetooth® en de logo's van Bluetooth zijn gedeponeerde handelsmerken die het eigendom zijn van Bluetooth SIG, Inc. en Sony Corporation gebruikt deze merken onder licentie. Overige handelsmerken en merknamen zijn eigendom van de respectieve eigenaars. Het N-merkteken is een handelsmerk of een gedeponeerd handelsmerk van NFC Forum Inc. in de Verenigde Staten en andere landen. Windows Media is een gedeponeerd handelsmerk of een handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Dit product wordt beschermd door bepaalde intellectuele eigendomsrechten van Microsoft Corporation. Het gebruik of de verspreiding van dergelijke technologie buiten dit product om is verboden zonder een licentie van Microsoft of een erkend dochterbedrijf van Microsoft. Google, Google Play en Android zijn handelsmerken van Google LLC. libFLAC Copyright (C) 2000-2009 Josh Coalson Copyright (C) 2011-2013 Xiph.Org Foundation Verspreiding en gebruik in bron- en binaire vorm, met of zonder aanpassingen, is toegestaan als aan de volgende voorwaarden is voldaan:  Bij verspreiding van de broncode moeten de hierboven aangegeven auteursrechtelijke melding, deze lijst met voorwaarden en de volgende disclaimer behouden blijven.  Bij verspreiding in binaire vorm moeten de hierboven aangegeven auteursrechtelijke melding, deze lijst met voorwaarden en de volgende disclaimer worden opgenomen in de documentatie en/of andere materialen die bij de verspreiding worden geleverd.  Zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en schriftelijke toelating mogen de naam Xiph.org Foundation noch de namen van haar bijdragers worden gebruikt om producten te ondersteunen of te promoten die van deze software afgeleid zijn. DEZE SOFTWARE WORDT "ZONDER MEER" DOOR DE HOUDERS VAN HET AUTEURSRECHT EN DE BIJDRAGERS GELEVERD EN ELKE UITDRUKKELIJKE OF IMPLICIETE GARANTIE, INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL, WORDT AFGEWEZEN. IN GEEN GEVAL KUNNEN DE FOUNDATION OF HAAR BIJDRAGERS AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR DIRECTE, INDIRECTE, INCIDENTELE, SPECIALE, MORELE OF GEVOLGSCHADE (INCLUSIEF MAAR NIET BEPERKT TOT AANKOOP VAN VERVANGGOEDEREN OF DIENSTEN, VERLIES VAN GEBRUIK, GEGEVENS OF WINSTEN, OF BEDRIJFSONDERBREKING) ONGEACHT DE OORZAAK EN ONGEACHT DE AANSPRAKELIJKHEIDSTHEORIE, ZOWEL IN CONTRACT, STRIKTE AANSPRAKELIJKHEID OF TORT (INCLUSIEF VERWAARLOZING OF ANDERSZINS) TEN GEVOLGE VAN ENIGERLEI GEBRUIK VAN DEZE SOFTWARE, ZELFS ALS DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE WERD AANGEGEVEN. Apple, iPhone, iPod, iPod nano, iPod touch en Siri zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de VS en andere landen. App Store is een servicemerk van Apple Inc. IOS is een handelsmerk of gedeponeerd handelsmerk van Cisco in de VS en andere landen en wordt gebruikt onder licentie. 27NL Problemen oplossen De onderstaande controlelijst kan u helpen bij het oplossen van problemen die zich met het apparaat kunnen voordoen. Voordat u de onderstaande controlelijst doorneemt, moet u eerst de aanwijzingen voor aansluiting en bediening controleren. Meer informatie over het gebruik van de zekering en het verwijderen van het apparaat uit het dashboard vindt u bij "Aansluiting/installatie" (pagina 33). Ga naar de ondersteuningssite die op het achterblad wordt vermeld, als het probleem niet is opgelost. De display/verlichting knippert.  De unit krijgt niet voldoende voeding.  Controleer dat de accu van de auto voldoende voeding levert aan de unit. (De unit vraagt 12 V gelijkstroom.) De bedieningstoetsen werken niet. De disc wordt niet uitgeworpen.  De aansluiting is niet juist.  Controleer de aansluiting van de unit. Druk op RESET als de situatie niet verbetert (pagina 7). De geheugeninhoud wordt gewist. Reset het apparaat voor uw eigen veiligheid niet tijdens het rijden. Radio-ontvangst Algemeen Geen geluid of heel weinig geluid.  De faderregelaar [FADER] staat niet ingesteld op een systeem met 2 luidsprekers.  Het volume van het apparaat en/of het aangesloten toestel staat zeer laag.  Laat het volume van het apparaat en van het aangesloten toestel toenemen. Geen pieptoon.  Er is een optionele eindversterker aangesloten en u gebruikt de ingebouwde versterker niet. De geheugeninhoud is gewist.  De resettoets is ingedrukt.  Sla opnieuw op in het geheugen.  De voedingskabel of de accu is losgekoppeld of niet goed aangesloten. Opgeslagen zenders en de juiste tijd zijn gewist. De zekering is doorgebrand. Maakt geluid wanneer de stand van het contactslot wordt gewijzigd.  De kabels zijn niet goed verbonden met de voedingsaansluiting voor accessoires van de auto. Tijdens het afspelen of radio-ontvangst wordt de demonstratie gestart.  Als er gedurende 5 minuten geen handeling wordt uitgevoerd en [DEMO-ON] ingesteld is, wordt de demonstratie gestart.  Stel [DEMO-OFF] in (pagina 20). Het display verdwijnt van/verschijnt niet in het display-venster.  De dimmer is ingesteld op [DIM-ON] (pagina 23).  Het display verdwijnt als u OFF ingedrukt houdt.  Houd OFF op het apparaat ingedrukt tot het display verschijnt.  De aansluitingen zijn vuil (pagina 25). 28NL Er kunnen geen zenders worden ontvangen. Het geluid is gestoord.  De aansluiting is niet juist.  Controleer de aansluiting van de auto-antenne.  Als de automatische antenne niet uitschuift, controleert u de aansluiting van de bedieningskabel van de elektrische antenne.  Zie [NO SERV] (pagina 31) voor meer informatie wanneer het DAB-signaal niet kan worden ontvangen. Er kan niet worden afgestemd op voorkeuzezenders.  Het signaal van de uitzending is te zwak. RDS Na enkele seconden wordt de uitzending onderbroken door de functie SEEK.  De zender is geen TP-zender of heeft een zwak signaal.  Schakel TA uit (pagina 12). Geen verkeersinformatie.  Schakel TA in (pagina 12).  De zender is een TP-zender, maar zendt toch geen verkeersinformatie uit.  Stem af op een andere zender. PTY geeft [- - - - - - - -] weer.  De huidige zender is geen RDS-zender.  Geen RDS-gegevens ontvangen.  De zender geeft het programmatype niet door. De programmaservicenaam knippert.  Er is geen alternatieve frequentie voor de huidige zender.  Druk op SEEK +/– terwijl de programmaservicenaam knippert. [PI SEEK] wordt weergegeven en het apparaat gaat zoeken naar een andere frequentie met dezelfde PI-gegevens (programmaidentificatie). CD's afspelen De disc wordt niet afgespeeld.  Disc defect of vuil.  De CD-R/CD-RW is niet geschikt voor audiogebruik (pagina 25). MP3-/WMA-/AAC-bestanden kunnen niet worden afgespeeld.  De afgespeelde disc is niet compatibel voor het formaat en de versie van MP3/WMA/AAC. Ga naar de ondersteuningssite op het achterblad voor meer informatie over afspeelbare discs en formaten. MP3-/WMA-/AAC-bestanden afspelen duurt langer dan het afspelen van andere bestanden.  Bij de volgende discs duurt het langer voordat het afspelen wordt gestart.  Discs opgenomen met een ingewikkelde boomstructuur.  Discs die in Multi Session (meerdere sessies) zijn opgenomen.  Discs waaraan gegevens kunnen worden toegevoegd. Het geluid verspringt.  Disc defect of vuil. USB-apparaat afspelen U kunt items niet via een USB-hub afspelen.  Dit apparaat kan geen USB-apparaten via een USB-hub herkennen. Het duurt langer voordat een USB-apparaat wordt afgespeeld.  Het USB-apparaat bevat bestanden met een ingewikkelde boomstructuur. Het geluid wordt onderbroken.  Het geluid kan worden onderbroken bij een hoge bitsnelheid.  DRM-bestanden (Digital Rights Management beheer van digitale rechten) zullen in sommige gevallen niet kunnen worden afgespeeld. Het audiobestand kan niet worden afgespeeld.  USB-apparaten die geformatteerd zijn met andere bestandssystemen dan FAT16 of FAT32 worden niet ondersteund.* * Dit apparaat biedt ondersteuning voor FAT16 en FAT32, maar het is mogelijk dat bepaalde USBapparaten deze FAT's niet ondersteunen. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het USB-apparaat of neem contact op met de fabrikant voor meer informatie. NFC-functie One touch-verbinding (NFC) is niet mogelijk.  Als de smartphone niet op het aanraken reageert.  Controleer of de NFC-functie van de smartphone ingeschakeld is.  Breng het gedeelte met het N-merkteken op de smartphone dichter bij het gedeelte met het Nmerkteken op dit apparaat.  Verwijder het hoesje van de smartphone, als dit aanwezig is.  De NFC-ontvangstgevoeligheid hangt van het toestel af. Als One touch-verbinding met de smartphone verschillende keren mislukt, maak dan handmatig een BLUETOOTH-verbinding. BLUETOOTH-functie Het toestel dat u wilt verbinden, kan dit apparaat niet detecteren.  Zet dit apparaat in de stand-bystand voor koppeling voordat u tot het koppelen overgaat.  Als dit apparaat verbonden is met twee BLUETOOTH-toestellen, kan het niet gedetecteerd worden vanaf een ander toestel.  Verbreek de huidige verbinding en zoek naar dit apparaat vanaf een ander toestel.  Schakel de BLUETOOTH-signaaluitvoer in bij het koppelen van toestellen (pagina 9). Verbinden is niet mogelijk.  De verbinding wordt via één zijde aangestuurd (dit apparaat of het BLUETOOTH-toestel), niet via beide zijden.  Maak vanaf een BLUETOOTH-toestel verbinding met dit apparaat of vice versa. De naam van het gedetecteerde toestel wordt niet weergegeven.  Afhankelijk van de status van het andere toestel zal het misschien niet mogelijk zijn de naam op te vragen. Geen beltoon.  Regel het volume door aan de regelknop te draaien terwijl u een oproep ontvangt.  Afhankelijk van het apparaat dat de verbinding tot stand brengt, wordt de beltoon misschien niet goed verzonden.  Stel [RINGTONE] in op [1] (pagina 24).  De voorluidsprekers zijn niet aangesloten op het apparaat.  Sluit de voorluidsprekers aan op het apparaat. De beltoon is alleen hoorbaar via de voorluidsprekers. 29NL De stem van de persoon die spreekt, is niet hoorbaar.  De voorluidsprekers zijn niet aangesloten op het apparaat.  Sluit de voorluidsprekers aan op het apparaat. Het stemgeluid van de persoon die spreekt wordt alleen uitgevoerd via de voorluidsprekers. Een gesprekspartner zegt dat het volume te laag of te hoog is.  Pas het volume aan via de aanpassing van de microfoonversterking (pagina 16). Er klinkt een echo of ruis in de telefoongesprekken.  Verminder het volume.  Stel de stand EC/NC in op [EC/NC-1] of [EC/NC-2] (pagina 17).  Als de overige omgevingsgeluiden luid zijn, probeert u dit lawaai te verminderen. Bijv.: als er verkeerslawaai enz. door een open raam klinkt, sluit u het raam. Als een airco veel lawaai maakt, zet deze dan in een lagere stand. De telefoon is niet aangesloten.  Wanneer BLUETOOTH-audio wordt afgespeeld, is de telefoon niet aangesloten, ook niet als u op CALL drukt.  Maak verbinding vanaf de telefoon.  Het afspelen van geluid stopt een ogenblik wanneer de verbinding tussen dit apparaat en de mobiele telefoon tot stand wordt gebracht. Dit is geen storing. Het is niet mogelijk het verbonden BLUETOOTHaudioapparaat te bedienen.  Controleer of het BLUETOOTH-audioapparaat waarmee verbinding is gemaakt, ondersteuning biedt voor AVRCP. Sommige functies werken niet.  Controleer of het apparaat waarmee verbinding tot stand is gebracht de desbetreffende functie ondersteunt. Er wordt onbedoeld een oproep beantwoord.  De verbonden telefoon is zo ingesteld dat een oproep automatisch wordt beantwoord. Koppelen is mislukt door een time-out.  Afhankelijk van het toestel waarmee verbinding tot stand wordt gebracht, kan de tijdslimiet voor het koppelen kort zijn.  Probeer de koppeling binnen de tijdslimiet te voltooien. De BLUETOOTH-functie werkt niet.  Schakel het apparaat uit door langer dan 2 seconden op OFF te drukken, en schakel het vervolgens opnieuw in. De geluidskwaliteit van de telefoon is slecht.  De kwaliteit van het geluid van de telefoon hangt af van de ontvangstomstandigheden van de mobiele telefoon.  Verplaats uw auto naar een plaats waar uw mobiele telefoon een beter signaal ontvangt, als de ontvangst slecht is. Er wordt tijdens een handsfree-oproep geen geluid uitgestuurd via de luidsprekers van de auto.  Als het geluid wordt uitgestuurd via de mobiele telefoon, stel de mobiele telefoon dan zo in dat het geluid via de luidsprekers van de auto wordt uitgestuurd. Het volume van het aangesloten audio-apparaat is laag (hoog).  Het volumeniveau kan verschillen afhankelijk van het audio-apparaat.  Pas het volume aan van het aangesloten audio-apparaat of van dit apparaat (pagina 23). Siri Eyes Free wordt niet geactiveerd.  Voer de handenvrije registratie uit voor een iPhone die ondersteuning biedt voor Siri Eyes Free.  Schakel de Siri-functie op de iPhone in.  Verbreek de BLUETOOTH-verbinding tussen de iPhone en het apparaat en herstel vervolgens de verbinding. Het geluid hapert tijdens het afspelen van een BLUETOOTH-audioapparaat.  Verklein de afstand tussen het apparaat en het BLUETOOTH-audioapparaat.  Als het BLUETOOTH-audioapparaat in een hoesje wordt bewaard dat het signaal kan verstoren, verwijdert u het hoesje tijdens het gebruik van het audioapparaat.  Er worden een aantal BLUETOOTH-toestellen of andere toestellen die radiogolven uitzenden in de buurt gebruikt.  Zet de andere toestellen uit.  Vergroot de afstand tot de andere toestellen. 30NL Werking van SongPal De naam van de toepassing en de eigenlijke toepassing in "SongPal" zijn niet gelijk.  Start de toepassing opnieuw vanaf de "SongPal"toepassing. Terwijl de "SongPal"-toepassing via BLUETOOTH wordt gebruikt, schakelt het display automatisch over naar [BT AUDIO].  De "SongPal"-toepassing of de BLUETOOTHfunctie vertoont een probleem.  Start de toepassing opnieuw. De verbinding met de "SongPal"-toepassing wordt automatisch verbroken wanneer het display overschakelt naar [IPD].  De "SongPal"-toepassing op een iPhone/iPod biedt geen ondersteuning voor het afspelen van een iPod.  Wijzig de bron van het apparaat naar iets anders dan [IPD] en breng vervolgens de "SongPal"-verbinding tot stand (pagina 17). Meldingen De volgende berichten kunnen al dan niet knipperend op het scherm verschijnen tijdens de bediening van de unit. CD ERROR: de disc kan niet worden afgespeeld. De disc wordt automatisch uitgeworpen.  Reinig de disc, plaats de disc op de juiste wijze of controleer dat de disc niet leeg of defect is. CD NO MUSIC: er is geen afspeelbaar bestand. De disc wordt automatisch uitgeworpen.  Plaats een disc waarop afspeelbare bestanden staan (pagina 26). CD PUSH EJT: de disc kon niet goed worden uitgeworpen.  Druk op  (uitwerpen). INVALID  De geselecteerde bedieningshandeling kan ongeldig zijn. HUB NO SUPRT: USB-hubs worden niet ondersteund. IPD STOP: het afspelen van de iPod is voltooid.  Bedien uw iPod/iPhone om het afspelen te starten. OVERLOAD: het USB-apparaat is overbelast.  Koppel het USB-apparaat los en selecteer een andere bron door op SRC te drukken.  Het USB-apparaat vertoont een storing of er is een niet-ondersteund apparaat aangesloten. READ: bezig met het lezen van informatie.  Wacht totdat het lezen is voltooid en het afspelen automatisch wordt gestart. Afhankelijk van de discstructuur kan dit enige tijd duren. USB ERROR: Het USB-apparaat kan niet worden afgespeeld.  Sluit het USB-apparaat weer aan. USB NO DEV: er is geen USB-apparaat aangesloten of het apparaat wordt niet herkend.  Controleer dat het USB-apparaat of de USB-kabel goed is aangesloten. USB NO MUSIC: er is geen afspeelbaar bestand.  Sluit een USB-apparaat aan waarop afspeelbare bestanden staan (pagina 26). USB NO SUPRT: het USB-apparaat wordt niet ondersteund.  Ga naar de ondersteuningssite die op het achterblad wordt vermeld voor meer informatie over de compatibiliteit van het USB-apparaat. of disc is bereikt. : het begin of het einde van de (onderstrepingsteken): het teken kan niet worden weergegeven. Voor RDS/DAB-bedrijf: NO AF: Geen alternatieve frequenties.  Druk op SEEK +/– terwijl de programmaservicenaam knippert. Het apparaat gaat zoeken naar een andere frequentie met dezelfde PI-gegevens (programma-identificatie) ([PI SEEK] wordt weergegeven). NO DATA: Geen DAB-service voor het geselecteerde programmatype.  Druk op (terug). NO INFO: Geen labelinformatie voor de huidige DAB-service. NO SERV: Het DAB-signaal kan niet worden ontvangen.  Voer een automatische scan uit (pagina 11).  Controleer de aansluiting van de DAB-antenne.  Controleer of [SET ANT-PWR] is ingesteld op [ON] (pagina 21). NO TP: Geen verkeersprogramma's.  Het apparaat blijft zoeken naar beschikbare TPzenders. RECEIVING: De DAB-band is geselecteerd en het toestel wacht op de ontvangst van een service. Voor de BLUETOOTH-functie: BTA NO DEV: er is geen BLUETOOTH-toestel aangesloten of herkend.  Zorg ervoor dat het BLUETOOTH-toestel goed verbonden is of dat er een BLUETOOTHverbinding tot stand gebracht is met het BLUETOOTH-toestel. ERROR: de geselecteerde handeling kon niet uitgevoerd worden.  Wacht even en probeer het opnieuw. 31NL NO DEVICE: het BLUETOOTH-apparaat dat HFP (Handsfree Profile) ondersteund, is niet aangesloten of wordt niet herkend.  Controleer of het BLUETOOTH-apparaat degelijk is aangesloten en of de HFP-verbinding met het BLUETOOTH-apparaat tot stand is gebracht. UNKNOWN: een naam of telefoonnummer kan niet weergegeven worden. WITHHELD: het telefoonnummer wordt verborgen door de beller. Voor de werking van SongPal: APP --------: er wordt geen verbinding gemaakt met de toepassing.  Breng de "SongPal"-verbinding opnieuw tot stand (pagina 17). APP DISCNCT: de toepassing is losgekoppeld.  Breng de "SongPal"-verbinding tot stand (pagina 17). APP DISPLAY: een scherm met scherminstellingen van de toepassing wordt weergegeven.  Verlaat het scherm met scherminstellingen van de toepassing zodat bediening met de toetsen mogelijk is. APP LIST: de lijst met de inhoud van de CD/USB wordt weergegeven.  Verlaat de lijst van de toepassing zodat bediening met de toetsen mogelijk is. APP MENU: een scherm met instellingen van de toepassing wordt weergegeven.  Verlaat het scherm met instellingen van de toepassing zodat bediening met de toetsen mogelijk is. APP NO DEV: het toestel waarop de toepassing geïnstalleerd is, is niet verbonden of wordt niet herkend.  Breng een BLUETOOTH-verbinding tot stand en breng de "SongPal"-verbinding opnieuw tot stand (pagina 17). APP SOUND: een scherm met geluidsinstellingen van de toepassing wordt weergegeven.  Verlaat het scherm met geluidsinstellingen van de toepassing zodat bediening met de toetsen mogelijk is. OPEN APP: de "SongPal"-toepassing is niet geactiveerd.  Start de toepassing. 32NL Voor bediening van de stuurafstandsbediening: ERROR: er heeft zich een fout voorgedaan tijdens de registratie van de functie.  Start de registratie opnieuw vanaf de functie waar de fout zich heeft voorgedaan (pagina 20). TIMEOUT: de registratie van de functie is mislukt door een time-out.  Probeer de registratie te voltooien terwijl [REGISTER] knippert (ongeveer 6 seconden) (pagina 20). Vraag uw Sony-leverancier advies als deze oplossingen niet helpen. Als u het apparaat ter reparatie wegbrengt omdat CD's niet goed worden afgespeeld, kunt u het best de disc meenemen waarmee het probleem is begonnen. Aansluiting/installatie Opgelet  Breng alle aardingskabels naar een gemeenschappelijk aardingspunt.  Zorg ervoor dat de kabels niet tussen een schroef geklemd zitten of vast komen te zitten in bewegende delen (bv. zetelrail).  Voor u aansluitingen maakt, zet u het contact van de auto uit om kortsluiting te voorkomen.  Sluit de voedingskabel  aan op de unit en de luidsprekers voor u deze aansluit op de auxiliaire voedingsaansluiting.  Uit veiligheidsoverwegingen moet u eventuele losse, niet-verbonden kabels met isolatietape isoleren. Lijst met onderdelen voor de installatie   ×2       Voorzorgsmaatregelen  Kies de installatieplaats zorgvuldig zodat het apparaat de bestuurder niet kan hinderen tijdens het rijden.  Installeer het apparaat niet op plaatsen waar het wordt blootgesteld aan stof, vuil, overmatige trillingen of hoge temperaturen (bv. in direct zonlicht of nabij een verwarmingstoestel).  Gebruik enkel de bijgeleverde montagehardware voor een veilige en correcte installatie. Opmerking over de voedingskabel (geel) Wanneer u dit apparaat samen met andere stereoapparaten aansluit, moet de ampèrewaarde van het autocircuit waarop het apparaat aangesloten is hoger zijn dan de som van de ampèrewaarden van de zekering van elke component. Aanpassing van de montagehoek Zorg voor een montagehoek van minder dan 45°.  Niet alle onderdelen uit de verpakking zijn in deze lijst opgenomen.  De beugel  en de beschermende rand  worden in de fabriek aan het apparaat bevestigd. Voor u het apparaat installeert, gebruikt u de ontgrendelingssleutels  om de beugel  van het apparaat te verwijderen. Zie "De beschermende rand en de beugel verwijderen" (pagina 36) voor meer informatie.  Bewaar de ontgrendelingssleutels  voor toekomstig gebruik. U hebt deze immers opnieuw nodig als u het apparaat uit de auto wilt verwijderen. 33NL Aansluiting Subwoofer*1 *3 *3 *3 Eindversterker*1 afkomstig van een afstandsbediening met kabel (niet bijgeleverd)*4  *2 Zie "Aansluitingen tot stand brengen" (pagina 35) voor meer informatie. Zie "Voedingsaansluitingsschema" (pagina 35) voor meer details. *6 afkomstig van een autoantenne*5 van DAB-antenne (niet bijgeleverd)*7 *1 *2 *3 *4 Niet bijgeleverd Luidsprekerimpedantie: 4 Ω – 8 Ω × 4 RCA-kabel (niet bijgeleverd) Afhankelijk van het type auto moet u een adapter gebruiken voor een afstandsbediening met kabel (niet bijgeleverd). Voor meer informatie over het gebruik van de bekabelde afstandsbediening zie "De bekabelde afstandsbediening gebruiken" (pagina 36). *5 Afhankelijk van het type auto moet u een adapter (niet bijgeleverd) gebruiken als de antenneaansluiting niet past. *6 Ongeacht of de microfoon al dan niet wordt gebruikt, dient u de microfooningangskabel te plaatsen zodat deze u niet hindert tijdens het rijden. Maak de kabel vast met een klem enz. als deze rond uw voeten geïnstalleerd is. Raadpleeg "De microfoon installeren" (pagina 36) voor meer informatie over het installeren van de microfoon. 34NL *7 Stel [SET ANT-PWR] in op [ON] (standaard) of [OFF] afhankelijk van het soort DAB-antenne (pagina 21). Max. voedingsstroom 0,1 A Aansluitingen tot stand brengen Als uw auto uitgerust is met een elektrisch bediende antenne zonder relaisdoos, kan de antenne beschadigd raken als u dit apparaat aansluit met de bijgeleverde voedingskabel .  Naar de luidsprekeraansluiting van de auto Opmerkingen  De achterluidsprekerkabels moeten voorbereid zijn.  Voorkom beschadiging van de unit door een subwoofer met een impedantie van 4 Ω tot 8 Ω en met voldoende vermogen te gebruiken. Aansluiting voor in stand houden van het geheugen Als de gele voedingskabel aangesloten is, wordt het geheugencircuit altijd gevoed, zelfs wanneer het contact van de auto uitgeschakeld is. Luidsprekeraansluiting 1 2 3 4 5 6 7 8 Achterluidspreker (rechts) Voorluidspreker (rechts) Voorluidspreker (links) Achterluidspreker (links)  Paars  Paars/zwart gestreept  Grijs  Grijs/zwart gestreept  Wit  Wit/zwart gestreept  Groen  Groen/zwart gestreept  Schakel het apparaat uit voor u de luidsprekers aansluit.  Voorkom beschadiging van de unit door luidsprekers met een impedantie van 4 Ω tot 8 Ω en met voldoende vermogen te gebruiken. Voedingsaansluitingsschema Controleer de auxiliaire voedingsaansluiting van uw auto en zorg ervoor dat de kabels afhankelijk van de auto correct aangesloten zijn. Auxiliaire voedingsaansluiting  Naar de voedingsaansluiting van de auto Gewone aansluiting Rood Rood Geel Geel 12 Continue voeding Geel 13 Bediening elektrische Blauw/wit antenne/eindversterker gestreept (REM OUT) 14 Geschakelde voeding voor verlichting Oranje/wit gestreept 15 Geschakelde voeding Rood 12 Continue voeding Geel 16 Aarding Zwart 15 Geschakelde voeding Rood Eenvoudige subwooferaansluiting U kunt een subwoofer zonder eindversterker gebruiken door deze aan te sluiten op een achterluidsprekerkabel. Wanneer de posities van de rode en gele kabels omgekeerd zijn Rood Rood Geel Geel Voorluidspreker Subwoofer 12 Geschakelde voeding Geel 15 Continue voeding Rood 35NL Wanneer de auto geen ACC-positie heeft Rood Rood De bekabelde afstandsbediening gebruiken 1 Geel Geel Na het afstemmen van de verbindingen en het correct schakelen van de voedingskabels, sluit u het apparaat aan op de voeding van de auto. Met alle vragen en problemen over het aansluiten van dit apparaat die niet aan bod komen in deze gebruiksaanwijzing, kunt u terecht bij uw autodealer. De microfoon installeren Om uw stem op te vangen terwijl u handenvrij belt, dient u de microfoon  te installeren. Installatie De beschermende rand en de beugel verwijderen Verwijder, voor u de unit installeert, de beschermende rand  en de beugel  van de unit. 1  U kunt de bekabelde afstandsbediening inschakelen door [STR CONTROL] bij [SET STEERING] in te stellen op [PRESET] (pagina 20). Duw de zijkanten van de beschermende rand  naar binnen en trek de beschermende rand naar buiten.  Klem (niet bijgeleverd)   2 Plaats beide ontgrendelingssleutels  tot deze vastklikken, trek de beugel  omlaag en trek vervolgens het apparaat omhoog om ze te scheiden.   Het is extreem gevaarlijk als de kabel tijdens het rijden rond de stuurkolom of versnellingspook gedraaid raakt. Zorg er dus voor dat geen enkel voorwerp u bij het besturen van de wagen belemmert.  Indien uw wagen uitgerust is met airbags of andere schokabsorberende apparatuur, neem dan voor het installeren contact op met de winkel waar u dit apparaat gekocht hebt of met uw autodealer. Opmerking Voordat u de dubbelzijdige tape  bevestigt, dient u het oppervlak van het dashboard met een droge doek schoon te maken. 36NL   Opgelet Richt de haak naar binnen. Het apparaat in het dashboard monteren Het voorpaneel verwijderen en vastmaken Voor u het apparaat installeert, moet u ervoor zorgen dat de klemmen aan beide kanten van de beugel  2 mm naar binnen gebogen zijn. 1 Plaats de beugel  in het dashboard en buig de klauwen naar buiten zodat de beugel stevig vastzit. Zie "Het voorpaneel verwijderen" (pagina 6) voor meer informatie. Het apparaat opnieuw instellen Zie "De unit resetten" (pagina 7) voor meer informatie. 182 mm Zekeringen vervangen 53 mm  2 Klem Plaats het apparaat in de beugel  en bevestig vervolgens de beschermende rand . Vervang een zekering altijd door Zekering (10 A) een identiek exemplaar. Als de zekering doorbrandt, moet u de voedingsaansluiting controleren en de zekering vervangen. Brandt de zekering vervolgens nogmaals door, dan kan er sprake zijn van een defect in het apparaat. Raadpleeg in dat geval de dichtstbijzijnde Sony-leverancier.     Opmerkingen  Als de klemmen recht of naar buiten gebogen zijn, zal het apparaat niet stevig geïnstalleerd zijn en kan het losspringen.  Zorg ervoor dat de vier lipjes op de beschermende rand  goed vastzitten in de sleuven in het apparaat. 37NL Support site Support-Website If you have any questions or for the latest support information on this product, please visit the web site below: Wenn Sie Fragen haben oder die neuesten Support-Informationen zu diesem Produkt abrufen möchten, rufen Sie bitte folgende Website auf: Site d’assistance Sito di assistenza clienti Si vous avez des questions ou si vous souhaitez consulter les toutes dernières informations techniques sur ce produit, rendez-vous sur le site Web suivant : In caso di domande o per le informazioni più aggiornate sul presente prodotto, visitare il seguente sito Web: Ondersteuningssite Als u vragen hebt of de recentste ondersteuningsinformatie over dit product wilt hebben, gaat u naar de onderstaande website: http://www.sony.eu/support Register your product online now at: Registrieren Sie Ihr Produkt jetzt bei: Merci d’enregister votre produit en ligne sur : Registra online il tuo prodotto su: Registreer uw product nu online via: http://www.sony.eu/mysony http://www.sony.net/ ©2017 Sony Corporation Printed in Thailand
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184

Sony MEX-N6002BD de handleiding

Categorie
Auto media-ontvangers
Type
de handleiding