Simrad RS20 Handleiding

Categorie
Telefoons
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

NEDERLANDS
RS20
Gebruikershandleiding
simrad-yachting.com
2 |
| Bedieningshandleiding RS20
Voorwoord
Disclaimer
Aangezien Navico dit product voortdurend verbetert, behouden wij
ons het recht voor om te allen tijde wijzigingen in het product aan
te brengen die mogelijk niet met deze versie van de handleiding
overeenkomen. Neem contact op met de dichtstbijzijnde
distributeur als u hulp nodig hebt.
De eigenaar is er persoonlijk verantwoordelijk voor dat de
apparatuur dusdanig wordt geïnstalleerd en gebruikt, dat er geen
ongevallen, persoonlijk letsel of schade aan eigendommen kan
worden veroorzaakt. De gebruiker van dit product is persoonlijk
verantwoordelijk voor het naleven van de regels voor goed
zeemanschap.
NAVICO HOLDING EN HAAR DOCHTERMAATSCHAPPIJEN,
VESTIGINGEN EN FILIALEN WIJZEN ALLE AANSPRAKELIJKHEID AF
VOOR ENIG GEBRUIK VAN DIT PRODUCT DAT KAN LEIDEN TOT
ONGEVALLEN, SCHADE OF TOT WETSOVERTREDING.
Rechtsgeldige taal: deze verklaring, alle instructiehandleidingen,
gebruikershandleidingen en andere informatie met betrekking tot
het product (Documentatie) kunnen zijn vertaald in, of zijn vertaald
uit een andere taal (Vertaling). In het geval van enig conflict tussen
een Vertaling van de Documentatie, is de Engelstalige versie van de
Documentatie de officiële versie van de Documentatie.
Deze handleiding beschrijft het product ten tijde van het ter
perse gaan. Navico Holding AS en haar dochtermaatschappijen,
vestigingen en filialen behouden zich het recht voor de specificaties
te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving.
Copyright
Copyright © 2017 Navico Holding AS.
Garantie
De garantiekaart wordt als separaat document verstrekt.
Raadpleeg bij eventuele vragen de website van uw unit of systeem:
www.simrad-yachting.com
Waarschuwing RF-emissie
Deze apparatuur voldoet aan de blootstellingslimieten aan straling
van de FCC welke zijn opgesteld voor een ongecontroleerde
| 3
| Bedieningshandleiding RS20
omgeving. De antenne van het apparaat dient geïnstalleerd te
worden volgens de bijgevoegde instructies en dient bediend te
worden met een afstand van minimaal 1,8 m tussen de antennes
en personen (behalve lichaamsuiteinden zoals handen, polsen en
voeten). Daarnaast mag deze zender niet samen worden geplaatst
of gebruikt met enige andere antenne of zender.
FCC-verklaring
Deze apparatuur voldoet aan deel 15 van de FCC-regels. Gebruik
is onderworpen aan de volgende voorwaarden: (1) dit toestel mag
geen schadelijke interferentie veroorzaken, en (2) dit toestel moet
alle ontvangen interferentie accepteren, ook als dat ten koste gaat
van de werking van het toestel.
¼ Opmerking: Deze apparatuur is getest en voldoet aan de grens-
waarden voor een digitaal toestel van Klasse B, in overeenstemming
met deel 15 van de FCC-regels. Deze beperkingen zijn bedoeld om
een redelijke bescherming te bieden tegen schadelijke interferentie
in een normale opstelling. Deze apparatuur genereert, gebruikt en
veroorzaakt mogelijke straling van radiofrequente energie en kan,
indien niet geïnstalleerd in overeenstemming met de instructies,
schadelijke interferentie veroorzaken aan radiocommunicatie. Er is
echter geen garantie dat er in een bepaalde installatie geen inter-
ferentie zal optreden. Mocht deze apparatuur schadelijke interfe-
rentie veroorzaken met radio- of televisieontvangst, wat bepaald
kan worden door de apparatuur in en uit te schakelen, dan wordt
de gebruiker aangeraden te proberen de interferentie te corrigeren
door één of meer van de volgende maatregelen:
Verplaats de ontvangstantenne of richt deze opnieuw
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger
Sluit de apparatuur aan op een contact dat op een andere groep zit
dan dat waarop de ontvanger is aangesloten.
Raadpleeg de dealer of een ervaren technicus voor hulp
Bij aansluiting van randapparatuur op de seriële poorten moet een
afgeschermde kabel gebruikt worden.
Naleving van ISED-normen (Innovation,
Science & Economic Development Canada)
Deze apparatuur voldoet aan de blootstellingslimieten aan
RF-straling van ISED Canada, die zijn opgesteld voor een
ongecontroleerde omgeving. Deze zender mag niet worden
geplaatst naast of gebruikt met een andere antenne of zender.
4 |
| Bedieningshandleiding RS20
Dit apparaat moeten worden geïnstalleerd en bediend met een
minimale afstand van 1,8 m tussen de straler en uw lichaam.
Verklaring over voldoen aan CE-norm
Dit product voldoet aan de CE, onder richtlijn 2014/53/EU. U vindt
de relevante overeenstemmingsverklaring op de volgende website
in het onderdeel modeldocumentatie: www.simrad-yachting.com
Waarschuwing
De gebruiker wordt gewaarschuwd dat wijzigingen of aanpassingen
die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de partij die
verantwoordelijk is voor naleving ertoe kunnen leiden dat de
bevoegdheid van de gebruiker om de apparatuur te gebruiken komt
te vervallen. Deze apparatuur genereert, gebruikt en veroorzaakt
mogelijke straling van radiofrequente energie en kan, indien niet
geïnstalleerd in overeenstemming met de instructies, schadelijke
interferentie veroorzaken aan radiocommunicatie. Er is echter
geen garantie dat er in een bepaalde installatie geen interferentie
zal optreden. Mocht deze apparatuur schadelijke interferentie
veroorzaken met radio- of televisieontvangst, wat bepaald kan
worden door de apparatuur in en uit te schakelen, dan wordt de
gebruiker aangeraden te proberen de interferentie te corrigeren
door één of meer van de volgende maatregelen:
Verplaats de ontvangstantenne of richt deze opnieuw
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger
Sluit de apparatuur aan op een stroomvoorziening die op een
andere groep zit dan die waarop de ontvanger is aangesloten
Raadpleeg de dealer of een ervaren technicus voor hulp.
| 5
| Bedieningshandleiding RS20
Landen van beoogd gebruik in de EU
AT - Oostenrijk HU - Hongarije PL - Polen
BE - België IS - IJsland PT - Portugal
BG - Bulgarije IE - Ierland RO - Roemenië
CY - Cyprus IT - Italië SK - Slowakije
CZ - Tsjechië LV - Letland SI - Slovenië
DK - Denemarken LI - Liechtenstein ES - Spanje
EE - Estland LT - Litouwen SE - Zweden
FI - Finland LU - Luxemburg CH - Zwitserland
FR - Frankrijk MT - Malta TR - Turkije
DE - Duitsland NL - Nederland UK - Verenigd
Koninkrijk
GR - Griekenland NO - Noorwegen
Handelsmerken
Simrad® en Navico® zijn gedeponeerde handelsmerken van Navico.
NMEA® en NMEA 2000® zijn gedeponeerde handelsmerken van de
National Marine Electronics Association.
Navico adviseert de vergunningsvereisten voor radioverkeer in uw
land te controleren voordat u deze marifoon gebruikt. De gebruiker
is zelf verantwoordelijk voor correcte installatie en gebruik van de
marifoon.
Opmerkingen over MMSI en DSC
De MMSI (Maritieme Mobiele Service-id) is een uniek nummer van
negen cijfers. Het wordt gebruikt op maritieme zendontvangers die
zijn uitgerust met DSC-functionaliteit (Digital Select Calling). DSC
biedt aanzienlijke voordelen op het gebied van veiligheid en gemak
ten opzichte van oudere marifoons die niet over deze functie
beschikken.
¼ Opmerking: Veel landen hebben geen radioversterkers die heruit-
zending van berichten via DSC ondersteunen. DSC kan echter toch
nuttig zijn voor directe communicatie tussen schepen wanneer het
andere vaartuig ook is uitgerust met een marifoon met DSC-functi-
onaliteit.
Als u de DSC-functies wilt gebruiken, moet u een MMSI-nummer
verkrijgen en dit invoeren in uw marifoon. Neem contact op met
6 |
| Bedieningshandleiding RS20
de autoriteiten in uw land om een MMSI-nummer aan te vragen.
Mogelijk worden hiervoor kosten in rekening gebracht. Als u niet
weet met wie u contact moet opnemen, vraag dat dan aan uw
Simrad-dealer.
¼ Opmerking: DSC-noodoproepen die door deze marifoon wor-
den gedaan, hebben dezelfde bereikbeperkingen als reguliere
VHF-transmissies. Het vaartuig dat een noodoproep verzendt, kan
alleen gebruikmaken van DSC als het zich binnen het bereik van een
GMDSS-radiostation aan de wal bevindt. Het gangbare VHF-bereik is
mogelijk ongeveer 20 zeemijl, maar kan enorm variëren, afhankelijk
van de installatie, het antennetype, de meteorologische omstandig-
heden, enz.
Over deze handleiding
Deze handleiding is een naslaggids voor de installatie en bediening
van de RS20-marifoon. Belangrijke tekst die speciale aandacht van
de lezer behoeft, wordt als volgt aangegeven:
¼ Opmerking: wordt gebruikt om de aandacht van de lezer te vesti-
gen op commentaar of belangrijke informatie.
Waarschuwing: Wordt gebruikt als het noodzakelijk is perso-
nen te waarschuwen voorzichtig te werk te gaan om letsel aan
personen en/of schade aan apparatuur te voorkomen.
!
| 7
Inhoud | Bedieningshandleiding RS20
Inhoud
8 Algemene informatie
9 Menu's weergeven en hierin navigeren
12 Toetsfuncties
15 Radiomenu's
15 Menu Scan (Scannen)
16 Menu Watch (Bewaken)
17 Menu Display (Scherm)
18 Menu Radio setup (Radio-instellingen)
22 Menu DSC setup (DSC-instellingen)
24 Menu Alarms (Alarmen)
26 Menu Reset (Resetten)
27 DSC-oproep
27 DSC calls (DSC-oproepen)
30 Track buddy (Vriend volgen)
31 Contacts (Contacten)
32 Mijn kanalen
33 Snelkoppelingen
34 Installatie
34 Checklist
35 Installatieopties
35 Een geschikte montagelocatie kiezen
39 Configuratie bij eerste keer opstarten
42 Specicaties
45 Kanaaltabellen
45 Kanaaltabel EU en INTERNATIONAAL
53 Kanaaltabel VS
55 Kanaaltabel Canada
58 Maattekeningen
59 Lijst van met NMEA 2000 compatibele PGN's
8 |
Algemene informatie | Bedieningshandleiding RS20
Algemene informatie
Uw RS20 is uitgerust met de volgende handige functies:
Kanaal wordt duidelijk getoond
Aanpasbare contrastinstellingen voor het LCD-scherm
Aanpasbaar backlight van toetsenbord voor gebruik in het donker
Waterdicht en onderdompelbaar, voldoet aan IPx7
Weergave van GPS-breedtegraad en -lengtegraad (LL) en de tijd
(indien aangesloten op een GPS-bron)
Keuze tussen hoog (25 W) of laag (1 W) zendvermogen
Handmicrofoon met 4 toetsen en ingebouwde luidspreker
Krachtige 4 W externe audio-uitgang
Toegang tot alle op dit moment beschikbare maritieme VHF-
kanaalbanken (VS, Canada, internationaal) inclusief beschikbare
weerkanalen (afhankelijk van model)
Speciale toets voor kanaal 16 of 9 voor snelle toegang tot het
prioriteitkanaal (internationaal noodkanaal)
TRI-toets om scannen in dubbele/drievoudige modus te selecteren
Specifieke Wx-toets (weer)
DSC (Digital Selective Calling) die voldoet aan de wereldwijde
normen van DSC-klasse D
Aparte, ingebouwde CH70-ontvanger
DISTRESS (noodoproep)-knop om automatisch de MMSI en positie
te verzenden totdat er een bevestiging ontvangen wordt
Lijst met contacten waarin u 50 namen en het bijbehorende MMSI-
nummer kunt opslaan
MMSI-opslag voor drie favoriete groepen
Functie voor Group Call (groepsoproep) en All Ships Call (oproep
aan alle schepen).
LL positie-pollinginformatie
Weerswaarschuwing, waar beschikbaar (VS-modus)
ATIS voor binnenwateren (EU-modus)
Automatische DSC-overschakeling kan worden uitgeschakeld, DSC-
testfunctie.
1
| 9
Algemene informatie | Bedieningshandleiding RS20
Menu's weergeven en hierin navigeren
Met de meeste knoppen en beide draaiknoppen kunt u menu's
openen die meerdere opties bevatten.
Met de kanaalknop bladert u door de opties. De momenteel
geselecteerde optie wordt gemarkeerd met een zwarte balk en de
tekst is wit.
U kunt een gemarkeerde optie selecteren door op de kanaalknop te
drukken.
Als een lijst met opties te groot is voor de pagina, wordt er aan de
rechterzijde van het scherm een schuifbalk weergegeven. Met de
zwarte rechthoek op de schuifbalk wordt de relatieve positie van de
gemarkeerde opties in de lijst aangegeven.
Druk op de knop Exit om naar de vorige menupagina te gaan of om
de menu's af te sluiten.
Alfanumerieke gegevens invoeren
Draai de kanaalknop om door de lijst met alfanumerieke tekens te
bladeren.
Druk op de kanaalknop om een teken te selecteren en door te gaan
naar het volgende teken.
Als u terug wilt gaan, drukt u op de knop MENU. Druk op X om de
invoer te annuleren en terug te gaan naar het vorige menu.
Betekenissen van LCD-symbolen
Wanneer u de RS20 opstart, worden
kort de merknaam, het model, de
regio, softwareversie en het MMSI-
nummer weergegeven.
Als er een schuifbalk
wordt weergegeven, zijn
er boven en/of onder de
weergegeven tekst meer
opties beschikbaar.
10 |
Algemene informatie | Bedieningshandleiding RS20
Tijdens normaal gebruik worden mogelijk de volgende pictogrammen
weergegeven op het scherm (afhankelijk van de configuratie):
Symbool Betekenis
Zenden
Zendvermogen
Door gebruiker opgeslagen weerkanaal (alleen EU/
Internationaal)
Weerswaarschuwingen ingeschakeld
Ontvanger bezig met een inkomend signaal
Gemiste DSC-oproep
Duplexkanaal geselecteerd (uitgeschakeld bij
simplexkanaal)
Lokale modus ingeschakeld (gebruikt in gebieden met veel
radioverkeer, bijvoorbeeld in een binnenhaven)
Op kanaal kan alleen worden ontvangen
DSC-functie is ingeschakeld
DSC-functie is ingeschakeld, automatische overschakeling is
uitgeschakeld
Alleen op EU-modellen. Moet ingeschakeld zijn wanneer
het vaartuig zich in Europese binnenwateren bevindt.
Waarschuwing accu bijna leeg (wordt geactiveerd bij 10,5 V)
Kanaalbank is ingesteld op VS
Kanaalbank is ingesteld op internationaal (Welke kanalen
beschikbaar zijn, is afhankelijk van het land waarvoor de
marifoon is gekloond)
Kanaalbank is ingesteld op Canada
Weerkanaalbank actief (VS/Canada), komt tijdelijk in de
plaats van het pictogram voor de kanaalbank
Kanaal is opgeslagen in de lijst MY CHANNELS (MIJN
KANALEN)
De functie Track your Buddy (Vriend volgen) is actief
Drievoudige bewaking of dubbel scannen is actief
GPS-simulator is actief
| 11
Algemene informatie | Bedieningshandleiding RS20
Een gangbaar display:
1. Kanaal is ingesteld op hoog zendvermogen.
2. Gemiste oproep in het DSC-oproepenlog.
3. Kanaal is bezet.
4. Volume wordt actief beheerd.
5. Huidig kanaal is opgeslagen in 'My Channels' (Mijn kanalen).
6. Track your buddy (Vriend volgen) is ingeschakeld.
7. Het huidige kanaal wordt tijdens een scan overgeslagen.
8. Volume-indicator.
9. Tijd (afgeleid van GPS) - tijdverschil met UTC is toegepast.
10. Breedte-/lengtegraad
11. Indicator ruisblokkeringsniveau.
12. Kanaalnummer (2 of 4 cijfers).
13. De kanaalbank van de VS is actief.
14. DSC-functie is ingeschakeld, maar automatische overschakeling is
uitgeschakeld.
15. De functie voor weerswaarschuwingen is ingeschakeld.
12 |
Algemene informatie | Bedieningshandleiding RS20
Toetsfuncties
Hieronder worden de directe functies van de toetsen beschreven.
Aanvullende informatie over de menu's die u opent met de toetsen
staat vermeld in de opvolgende hoofdstukken.
6
1
2
3
4
5 7 8 9 10
9
11
12
13
1. Kanaalknop/Push to Select
Draai de knop om een kanaal te selecteren, door menu's te
bladeren, alfanumerieke tekens in te voeren en de sterkte van de
achtergrondverlichting gedetailleerd af te stellen (afhankelijk van het
actieve menu).
Druk kort om in menu's selecties te maken.
Druk lang om MY CHANNELS (MIJN KANALEN) te openen.
2. VOL/SQL
Volume en ruisblokkering.
Druk kort op de knop om te selecteren welke regelaar u wilt aanpassen.
De momenteel geselecteerde regelaar wordt aangegeven met een kleine
driehoekige pijl boven de niveaubalk van elke optie. Draai de knop met
de klok mee om de instelling te verhogen of draai tegen de klok in om de
instelling te verlagen. De volumeregeling is gelijk voor zowel de interne als
externe luidspreker.
Druk lang om SHORTCUTS (SNELKOPPELINGEN) te openen.
3. EXIT
Druk tijdens het navigeren door menu's op EXIT om onjuiste invoer te
verwijderen, een menu te verlaten zonder wijzigingen op te slaan en om
terug te keren naar een vorig scherm.
4. DSC-OPROEP/MENU SELECTEREN
Druk kort op deze toets om naar het DSC-oproepenmenu te gaan en DSC-
oproepen te verzenden.
Druk lang om de pagina MENU SELECT (MENU SELECTEREN) te openen.
5. Aan/uit en achtergrondverlichting
Druk kort om de achtergrondverlichting in stappen aan te passen.
Als u de aan-/uitknop herhaaldelijk kort indrukt, wordt de
achtergrondverlichting in grote stappen aangepast. Met de kanaalknop
| 13
Algemene informatie | Bedieningshandleiding RS20
kunt u de fijnafstelling doen.
Druk lang om de marifoon in of uit te schakelen.
6. Weerkanaal
Druk kort (model VS/Canada) om naar het laatst geselecteerde NOAA- of
Canadese weerstation te luisteren.
Voor alle andere modellen kunt u hiermee het kanaal instellen op een door
de gebruiker geprogrammeerd station.
Druk lang (alle modellen behalve VS/CAN) om het huidige kanaal op te
slaan als het weerkanaal.
7. SCAN
Druk kort om de modus ALL SCAN (ALLES SCANNEN) in te schakelen.
In deze modus worden alle kanalen één voor één gescand op activiteit.
Als er een signaal wordt ontvangen, stopt het scannen bij dat kanaal en
verschijnt het pictogram BUSY (BEZIG) op het scherm. Als het signaal
langer dan 5 seconden wordt onderbroken, begint het scannen opnieuw.
Draai aan de kanaalknop om een bezet kanaal tijdelijk over te slaan (uit te
sluiten) en het scannen te hervatten. Of het scannen omhoog of omlaag
langs de kanaalnummers verloopt (vooruit of achteruit), is afhankelijk van
de draairichting. Als het kanaal nog steeds bezet is wanneer het scannen
van de volledige cyclus is voltooid, wordt weer bij dit kanaal gestopt. Het is
niet mogelijk om het prioriteitkanaal over te slaan.
Druk op ENT om het kanaal permanent over te slaan. Voor dit kanaal wordt
het pictogram SKIP (OVERSLAAN) op het LCD-scherm weergegeven.
Als u een overgeslagen kanaal wilt selecteren, selecteert u het kanaal
terwijl de normale modus geactiveerd is (niet-scanmodus) en drukt u
vervolgens op de toets ENT. Het pictogram SKIP (OVERSLAAN) verdwijnt.
Nadat de marifoon is uitgeschakeld en weer ingeschakeld, worden alle
overgeslagen kanalen hersteld.
Druk tijdens het scannen op SCAN of EXIT om bij het huidige kanaal te
stoppen en terug te keren naar normale werking.
Druk lang op SCAN tijdens normale werking om het menu SCAN
(SCANNEN) te openen.
8. TRI
Druk kort om DUAL WATCH (DUBBELE BEWAKING) of TRI WATCH
(DRIEVOUDIGE BEWAKING) te starten (als kanaalbewaking is ingesteld)
Druk lang om het huidige kanaal in te stellen als het te bewaken kanaal.
Wanneer u kort op de toets TRI drukt, schakelt de marifoon naar de
bewakingsmodus DUAL (DUBBEL) of TRI (DRIEVOUDIG), afhankelijk van het
feit of er een bewakingskanaal is ingesteld.
Als er geen bewakingskanaal is ingesteld, wordt DUAL WATCH (DUBBELE
BEWAKING) geactiveerd, waarbij de bewaakte kanalen het huidige kanaal
en het prioriteitkanaal zijn (in de meeste landen is dit het noodkanaal,
kanaal 16).
Als er een bewakingskanaal is ingesteld, is TRI WATCH (DRIEVOUDIGE
BEWAKING) geactiveerd, waarbij de bewaakte kanalen het huidige kanaal,
het bewakingskanaal en het prioriteitkanaal zijn (in de meeste landen is dit
14 |
Algemene informatie | Bedieningshandleiding RS20
het noodkanaal, kanaal 16).
Als op de marifoon de instelling voor 'Country' (Land) is ingesteld op 'USA'
(VS), worden er twee prioriteitkanalen bewaakt: kanaal 9 en 16.
9. 16/9 (marifoon en handset)
Druk kort om over te schakelen naar het prioriteitkanaal. Druk nogmaals
om terug te gaan naar het oorspronkelijke kanaal.
Voor Amerikaanse modellen: druk lang om kanaal 09 in te stellen als
prioriteitkanaal.
Het prioriteitkanaal is standaard ingesteld op kanaal 16.
10. DISTRESS
Druk kort om een noodoproep te starten. Vervolgens moet u het type
noodgeval in een lijst selecteren.
Druk lang om een niet-gespecificeerde noodoproep te doen.
Deze oproep wordt verzonden naar alle radio's die zijn uitgerust met
DSC, waardoor op elke DSC-radio binnen het bereik een alarm wordt
gegenereerd.
Als er positie-informatie beschikbaar is, wordt deze meegezonden.
11. H/L (alleen handmicrofoon)
Zendvermogen.
Druk om te schakelen tussen hoog (25 W) en laag (1 W) zendvermogen
voor de hele kanaalbank. De selectie HI (HOOG) of LO (LAAG) wordt
getoond op het LCD-scherm.
Op sommige kanalen is alleen laag zendvermogen beschikbaar. Er klinken
foutpieptonen als u probeert het zendvermogen te wijzigen terwijl is
afgestemd op een van deze kanalen.
Op sommige kanalen is in het begin alleen verzending op laag
zendvermogen mogelijk, maar hierop kan hoog vermogen worden
gebruikt door (lang) te drukken op H/L nadat u PTT hebt losgelaten. Als
u weer wilt verzenden op hoog vermogen, houdt u de knop H/L ingedrukt
nadat u de knop PTT hebt losgelaten.
12. + / - (alleen handmicrofoon)
Wisselen van kanaal.
Druk kort op (+) om een kanaal omhoog te gaan en druk kort op (-) om
een kanaal omlaag te gaan. Als u een van de toetsen ingedrukt houdt,
wordt na een korte vertraging snel door de kanalen gebladerd.
13. PTT (alleen handmicrofoon)
Push-to-talk: indrukken om te spreken.
Druk op de knop om te verzenden. Laat de knop alleen los gedurende
de tijd die nodig is om het bericht te verzenden. De marifoon kan geen
signalen ontvangen terwijl deze bezig is met verzenden.
| 15
Radiomenu's | Bedieningshandleiding RS20
Radiomenu's
Als u de knop MENU ingedrukt houdt, wordt de pagina MENU
SELECT (MENU SELECTEREN) geopend. Hieronder ziet u een
overzicht van de menustructuur (alleen bovenste en tweede
niveau):
ALL SCAN
ALL CHANNELS + 16
MY CHANNELS
MY CHANNELS + 16
EDIT MY CHANNELS (choose channels)
DUAL WATCH
TRI WATCH
SET WATCH CHANNEL (choose channel)
TIME DISPLAY (ON / OFF)
POS DISPLAY (ON / OFF)
COG/SOG (ON / OFF)
BACKLIGHT (>)
CONTRAST (0-10)
SENSITIVITY (DISTANT/LOCAL)
UIC (USA/INT’L/CANADA)
POWER OUTPUT (HIGH/LOW)
CH NAME (>)
KEY BEEP (0-10)
UNITS (>)
INT SPEAKER (ON/OFF)
EXT SPEAKER (ON/OFF)
GPS (>)
TIME (>)
VESSEL CALLSIGN (>)
MENU TIMEOUT (>)
DSC FUNCTION (X)
USER MMSI (>)
ATIS FUNCTION (ON/OFF)
SEA/INLAND USE (SEA/INLAND)
ATIS MMSI (>)
INDIVIDUAL ACKN. (AUTO/MANUAL)
POS ACKNOWLEDGE (>)
AUTO SWITCH (ON/OFF)
TEST ACKNOWLEDGE (AUTO/MANUAL)
RX DISTR WHILE OFF (X)
DSC TIMEOUT (>)
WATCH
DISPLAY
SCAN
RADIO SETUP
DSC SETUP
ALARMS
GPS ALERT (>)
WX ALERT (>)
DSC ALARM (>)
RESET
(EU cloned radio only)
(EU cloned radio only)
(EU cloned radio only)
(US cloned radio only)
(YES/CANCEL)
Toets:
(>) meer menu-opties.
(X) selectie wijzigen. ‘X’ betekent dat de optie is ingeschakeld.
Menu Scan (Scannen)
In dit menu kiest u een scanmodus en selecteert u de kanalen die
worden gescand volgens de lijst MY CHANNELS (MIJN KANALEN).
¼ Opmerking: scannen is niet mogelijk als de ATIS-modus is geacti-
veerd.
All scan (Alles scannen)
Hiermee scant u alle kanalen op volgorde.
2
16 |
Radiomenu's | Bedieningshandleiding RS20
All channels + 16 (Alle kanalen + 16)
Hiermee scant u alle kanalen op volgorde en wordt na elke
kanaalstap het prioriteitkanaal gecontroleerd.
My channels (Mijn kanalen)
Hiermee scant u alle kanalen die zijn geselecteerd in EDIT MY
CHANNELS (MIJN KANALEN BEWERKEN).
My channels + 16 (Mijn kanalen + 16)
Hiermee scant u alle kanalen die zijn geselecteerd in EDIT MY
CHANNELS (MIJN KANALEN BEWERKEN) en wordt na elke kanaalstap
het prioriteitkanaal gecontroleerd.
Edit my channels (Mijn kanalen bewerken)
Hiermee kunt u een aangepaste lijst met kanalen maken. Deze lijst
wordt gebruikt tijdens een scan in MY CHANNELS (MIJN KANALEN).
Menu Watch (Bewaken)
In dit menu kiest u een bewakingsmodus en selecteert u het
bewakingskanaal. De bewakingsmodus kan worden beschouwd
als een kanaalscan op een subset kanalen, waarbij om de drie
seconden kort naar de gescande kanalen wordt 'geluisterd' om te
bepalen of er actieve radiocommunicatie is.
¼ Opmerking: bewakingsmodi zijn niet beschikbaar als de ATIS-mo-
dus is geactiveerd.
Dual watch (Dubbele bewaking)
Selecteer dit om het huidige kanaal en het prioriteitkanaal (kanaal
16) te bewaken.
| 17
Radiomenu's | Bedieningshandleiding RS20
TRI watch (Drievoudige bewaking)
Selecteer dit om het huidige kanaal, het door de gebruiker
geselecteerde bewakingskanaal en het prioriteitkanaal (kanaal 16)
te bewaken.
Set watch channel (Bewakingskanaal instellen)
Hiermee kunt u een bewakingskanaal selecteren uit alle beschikbare
kanalen. Het geselecteerde kanaal wordt gebruikt door de modus
TRI WATCH (DRIEVOUDIGE BEWAKING).
¼ Opmerking: als de marifoon is geconfigureerd voor de Amerikaanse
markt, worden er twee prioriteitkanalen bewaakt: kanaal 9 en 16.
Menu Display (Scherm)
In dit menu kan de gebruiker de weergegeven scherminformatie
gedeeltelijk aanpassen en het scherm aanpassen voor de
beste zichtbaarheid, afhankelijk van de gebruiker en de
bedieningsomstandigheden.
Time display (Tijdweergave)
Selecteer dit om de tijdweergave in te stellen op ON (AAN) of OFF
(UIT).
Als dit is ingesteld op ON (AAN), wordt de weergave van COG/
SOG (Koers over grond/Grondsnelheid) uitgeschakeld vanwege
ruimtegebrek op het scherm.
LOC (Lokale tijd) wordt onder de tijd weergegeven als er een UTC-
afwijking is ingevoerd. Als er geen UTC-afwijking is toegepast, wordt
op deze plaats UTC weergegeven.
POS display (Positieweergave)
Selecteer dit om de weergave van de positie die wordt verkregen
van het aangesloten GPS-systeem in te stellen op ON (AAN) of OFF
(UIT). Als er geen GPS-systeem is aangesloten en er een handmatige
invoer is gedaan, wordt de weergegeven positie voorafgegaan door
een 'M'.
COG/SOG
Selecteer dit om de weergave van de COG/SOG (Koers over grond/
Grondsnelheid) die wordt verkregen van het aangesloten GPS-
systeem in te stellen op ON (AAN) of OFF (UIT).
Als dit is ingesteld op ON (AAN), wordt de tijdweergave ingesteld op
OFF (UIT) vanwege ruimtegebrek op het scherm.
18 |
Radiomenu's | Bedieningshandleiding RS20
Backlight (Achtergrondverlichting)
Backlight level (Niveau achtergrondverlichting)
Selecteer dit om het niveau van de achtergrondverlichting aan te
passen met de kanaalknop. Als het bereik is ingesteld op OFF (UIT),
kunt u een waarde van 1 t/m 10 instellen.
Druk op de knop MENU SELECT (MENU SELECTEREN) om de
nachtmodus te activeren (de displaykleuren worden omgekeerd).
Network group (Netwerkgroep)
Stel deze waarde in op dezelfde waarde als die van andere B&G
apparaten in het NMEA 2000 netwerk zodat u de niveaus van
de achtergrondverlichting gezamenlijk kunt instellen. Als u de
achtergrondverlichting afzonderlijk wilt instellen, stelt u een waarde
in die nergens anders wordt gebruikt.
Contrast
Selecteer dit om het schermcontrast aan te passen met de
kanaalknop. Het bereik is 00 t/m 10.
Menu Radio setup (Radio-instellingen)
In het menu Radio setup (Radio-instellingen) staan de instellingen
die normaalgesproken worden geconfigureerd tijdens installatie en
die zelden hoeven te worden gewijzigd.
Local/Dist (Lokaal/afstand)
Gebruik LOCAL/DIST (LOKAAL/AFSTAND) om de gevoeligheid van
de ontvanger lokaal (LOCAL) of over lange afstanden (DIST) te
verbeteren.
LOKAAL wordt niet aanbevolen voor gebruik op open zee. Dit is
bedoeld voor gebruik in gebieden met veel radioruis, bijvoorbeeld
in de buurt van een drukke haven of stad.
UIC
Kies tussen de kanaalbank voor de VS, International of Canada.
De geselecteerde kanaalbank wordt op het LCD-scherm getoond
samen met het laatst gebruikte kanaal. Alle kanaaltabellen kunt u
vinden in “Kanaaltabellen op pagina 45.
¼ Opmerking: UIC is mogelijk niet op alle modellen beschikbaar.
| 19
Radiomenu's | Bedieningshandleiding RS20
Power Output (Uitgangsvermogen)
Selecteer dit om te schakelen tussen hoog (25 W) en laag (1 W)
zendvermogen voor de hele kanaalbank. De selectie HI (Hoog)
of LO (Laag) wordt getoond op het LCD-scherm. Bij een laag
zendvermogen wordt aanzienlijk minder stroom van de accu
verbruikt (ongeveer 1/4). Dit wordt aanbevolen voor communicatie
over korte afstand en wanneer de accucapaciteit beperkt is.
¼ Opmerking: sommige kanalen kunnen niet worden ingesteld op
een hoog vermogen en hierbij wordt LO (Laag) weergegeven, on-
geacht de instelling voor het uitgangsvermogen in het menu.
CH name (Kanaalnaam)
Met CH NAME (KANAALNAAM) kunt u de beschrijvingen van de
kanaalnamen op het scherm bewerken of verwijderen.
Selecteer dit om de huidige beschrijving van het momenteel
gebruikte kanaal te bewerken. De maximale lengte is 12 tekens.
Key beep (Toetstoon)
Selecteer dit om het volume van de toetstonen te wijzigen.
U kunt het volume instellen op een waarde van 00 - 10 (00 is geen
geluid en 10 is het luidst).
Units (Eenheden)
Selecteer SPEED (SNELHEID) om te kiezen of de snelheid wordt
weergegeven in KNOTS (KNOPEN), MPH (MIJL/U) of KPH (KM/U)
Selecteer COURSE (KOERS) om te schakelen tussen weergave in
MAGNETIC (MAGNETISCH) of TRUE (WERKELIJK).
Een werkelijke noordelijke koers wordt gecorrigeerd voor
magnetische afwijking.
Een magnetische noordelijke koersbron moet ook gegevens over
de magnetische afwijking uitvoeren als de koers moet worden
weergegeven als een werkelijke noordelijke waarde.
Int speaker (Interne luidspreker)
Selecteer dit om de interne luidspreker van de marifoon in te stellen
op ON (AAN) of OFF (UIT).
Inkomende spraakoproepen en DSC-geluidswaarschuwingen
worden voorkomen, maar de toets piept en alarmen zijn nog steeds
hoorbaar.
20 |
Radiomenu's | Bedieningshandleiding RS20
Ext speaker (Externe luidspreker)
Selecteer dit om de externe luidspreker van de marifoon in te stellen
op ON (AAN) of OFF (UIT).
Inkomende spraakoproepen en DSC-waarschuwingen worden
voorkomen, maar de toets piept en alarmen zijn nog steeds
hoorbaar.
GPS
MANUAL (HANDMATIG)
Selecteer MANUAL (HANDMATIG) om een GPS-positie (en de tijd)
in te voeren vanaf een andere bron wanneer de marifoon geen
positiegegevens ontvangt van een externe antenne of er geen
antenne is aangesloten.
De handmatig ingevoerde GPS-positie kan worden gebruikt in DSC-
oproepen.
Als POS Display (Positieweergave) is ingesteld op ON (AAN), worden
de breedtegraad en lengtegraad op het scherm weergegeven, met
het voorvoegsel 'M', dat staat voor handmatige invoer.
¼ Opmerking: de handmatige invoer wordt automatisch vervangen
wanneer er een werkelijke GPS-positie wordt ontvangen via de
NMEA 0183 of NMEA 2000 poort, afhankelijk van de instelling GPS
SOURCE (GPS-BRON).
GPS SOURCE (GPS-BRON)
Kies AUTO SELECT (AUTOMATISCH SELECTEREN) om de beste GPS-
bron te kiezen die wordt weergegeven op de NMEA 2000.
Kies NMEA 0183 om de marifoon te laten luisteren naar GPS-
gegevens op de seriële NMEA 0183 ingang.
Alle geschikte NMEA 2000 positiebronnen worden ook afzonderlijk
vermeld zodat u deze handmatig kunt selecteren.
CHECKSUM
Selecteer dit om de functie in te stellen op ON (AAN) of OFF (UIT).
Wanneer dit is ingeschakeld en de controlesom niet overeenkomt
(geen tolerantie voor gegevenscorruptie), worden de gegevens
genegeerd.
| 21
Radiomenu's | Bedieningshandleiding RS20
GPS SIM
Selecteer dit om de functie in te stellen op ON (AAN) of OFF (UIT).
Als de GPS-simulator is ingesteld op ON (AAN), worden de
gesimuleerde grondsnelheid (SOG), koers over de grond (COG)
en de LL-positie op het scherm weergegeven. Dit is alleen voor
demonstratie. Het pictogram SIM wordt weergegeven om de
gebruiker te waarschuwen als deze modus is geactiveerd.
¼ Opmerking: Het is in de simulatormodus niet mogelijk een DSC-op-
roep te verzenden.
¼ Opmerking: De GPS-simulator wordt ingesteld op OFF (UIT) wan-
neer de marifoon wordt uitgeschakeld en vervolgens weer wordt
ingeschakeld, of wanneer werkelijke GPS-gegevens beschikbaar zijn
via de communicatiepoort.
Time (Tijd)
Time Oset (Tijdsverschil)
Selecteer TIME OFFSET (TIJDSVERSCHIL) om het verschil tussen
UTC en de lokale tijd in te voeren. U kunt stappen van 15 minuten
gebruiken, met een maximaal verschil van + of - 13 uur. Dit wordt
niet automatisch aangepast voor de zomertijd.
Time Format (Tijdnotatie)
Selecteer dit om te schakelen tussen de 12- en 24-uurs notatie.
Vessel call sign (Roepnaam vaartuig)
Selecteer dit om de roepnaam van het vaartuig in te voeren. Deze
wordt niet gebruikt door de marifoon maar is alleen bedoeld voor
de eigen administratie.
Menu timeout (Menutime-out)
U kunt een inactiviteittime-out instellen om de marifoon terug te
zetten op de normale bedrijfsmodus als er geen activiteit van de
gebruiker wordt geconstateerd terwijl op de marifoon een menu
wordt weergegeven.
Selecteer tussen NONE (GEEN), 5 MINS (5 MIN), 10 MINS (10 MIN) en
15 MINS (15 MIN).
(De standaardwaarde is 10 MINS (10 MIN)).
¼ Opmerking: er wordt een andere time-out gebruikt wanneer de
marifoon geen activiteit merkt tijdens een DSC-oproep. Zie “DSC
timeout (DSC-time-out)” op pagina 24.
22 |
Radiomenu's | Bedieningshandleiding RS20
Menu DSC setup (DSC-instellingen)
DSC Function (DSC-functie)
Het wordt aanbevolen de DSC-functie altijd ingeschakeld te laten,
tenzij het vaartuig wordt gebruikt binnen een ATIS-regio. U moet in
de marifoon een MMSI-nummer invoeren voordat u de DSC-functie
kunt inschakelen.
User MMSI (MMSI van gebruiker)
Voer een MMSI-nummer in om de DSC-functie van de marifoon te
kunnen openen. Deze unieke id moet worden verstrekt door een
lokale radiospectrumautoriteit. Voer GEEN willekeurig 'verzonnen'
nummer in.
¼ Opmerking: neem contact op met een Simrad dealer als u het
MMSI-nummer na de eerste invoer wilt wijzigen.
ATIS function (ATIS-functie) (alleen ATIS-radio's in de EU)
ATIS moet ingeschakeld zijn bij het varen over binnenwateren
van de landen die de Baselovereenkomst (RAINWAT) hebben
ondertekend. Gebruik het NIET buiten deze landen. De DSC-functie
kan niet worden gebruikt wanneer ATIS is ingeschakeld.
Sea/Inland mode (Zee/binnenwater modus) (alleen
ATIS-radio's in EU)
Hiermee schakelt u tussen de modus DSC (zee) en ATIS
(binnenwater). Deze modi kunnen niet gelijktijdig geselecteerd zijn.
ATIS ID (ATIS-id) (alleen ATIS-radio's in de EU)
Voer een ATIS-nummer in om de ATIS-functie van de marifoon te
kunnen openen. Deze unieke id moet worden verstrekt door een
lokale radiospectrumautoriteit. Voer GEEN willekeurig 'verzonnen'
nummer in.
¼ Opmerking: neem contact op met een Simrad dealer als u de ATIS-
id na de eerste invoer wilt wijzigen.
INDIVIDUAL ACK (APARTE BEVESTIGING)
U kunt op de marifoon instellen of een inkomende 'individuele'
oproep automatisch wordt bevestigd of dat er handmatige actie
nodig is:
| 23
Radiomenu's | Bedieningshandleiding RS20
AUTO (AUTOMATISCH)
Na een vertraging van 15 seconden schakelt de marifoon over naar
het gevraagde kanaal en verzendt een automatische bevestiging
dat de marifoon gereed is voor het gesprek.
Standaard bij model voor VS.
MANUAL (HANDMATIG)
De gebruiker moet handmatig kiezen of hij een bevestiging
wil verzenden en moet ook handmatig overschakelen naar het
gevraagde kanaal. Standaard bij model voor EU.
¼ Opmerking: dit is niet van toepassing op andere typen oproepen
dan 'Individual' (Individueel).
POS ACK (BEVESTIGING POSITIEVERZOEK)
U kunt op de marifoon instellen of een inkomend positieverzoek
automatisch wordt bevestigd, of handmatige actie vereist is voor
bevestiging, of dat de verzoeken worden genegeerd.
AUTO (AUTOMATISCH)
Hiermee verzendt u de huidige positie automatisch naar de radio
die de oproep heeft gedaan.
MANUAL (HANDMATIG)
De gebruiker moet handmatig kiezen of hij positie-informatie wil
verzenden.
OFF (UIT)
Alle inkomende positieverzoeken worden genegeerd.
AUTO SWITCH (AUTOMATISCHE OVERSCHAKELING)
Deze instelling is alleen van toepassing op een oproep naar alle
schepen en DSC-groepsoproepen.
Een ontvangen DSC-oproep bevat mogelijk een verzoek om voor
verdere communicatie over te schakelen naar een specifiek kanaal.
Wanneer AUTO SWITCH (AUTOMATISCHE OVERSCHAKELING) is
ingesteld op ON (AAN), schakelt de marifoon na een vertraging van
10 seconden over naar een ander kanaal. Op de marifoon worden
ook opties weergegeven om onmiddellijk over te schakelen of om
het verzoek te negeren en op het huidige kanaal te blijven.
Wanneer AUTO SWITCH (AUTOMATISCHE OVERSCHAKELING)
is ingesteld op OFF (UIT), is voor verzoeken tot kanaalwijziging
handmatige bevestiging nodig.
24 |
Radiomenu's | Bedieningshandleiding RS20
TEST ACK (TEST BEVESTIGEN)
U kunt op de marifoon instellen of een inkomende testoproep
automatisch wordt bevestigd of dat er handmatige actie nodig is:
MANUAL (HANDMATIG)
De gebruiker moet handmatig kiezen of hij en bevestiging wil
verzenden.
AUTO (AUTOMATISCH)
De DSC-testoproep wordt automatisch bevestigd na een vertraging
van 10 seconden.
Receive distress while o (Noodoproep ontvangen
wanneer uitgeschakeld)
Als u deze functie inschakelt, wordt op de marifoon een
waarschuwing voor DSC-noodoproepen weergegeven, ook
wanneer de DSC-functie is uitgeschakeld. Voor deze functie maakt
het niet uit of er een MMSI-nummer is ingevoerd of niet.
DSC timeout (DSC-time-out)
U kunt een inactiviteittime-out instellen om de marifoon terug te
zetten op de normale bedrijfsmodus als er geen activiteit van de
gebruiker wordt geconstateerd terwijl de marifoon bezig is met een
DSC-oproep.
Noodoproepen hebben een aparte timer die wordt gebruikt voor
alle andere DSC-oproepen:
Distress (Nood)
Selecteer NONE (GEEN), 5 MINS (5 MIN), 10 MINS (10 MIN) of 15
MINS (15 MIN).
(De standaardwaarde is NO TIMEOUT (GEEN TIME-OUT)).
Non Distress (Geen nood)
Selecteer tussen NONE (GEEN), 5 MINS (5 MIN), 10 MINS (10 MIN) en
15 MINS (15 MIN).
(De standaardwaarde is 15 MINS (10 MIN)).
Menu Alarms (Alarmen)
GPS alert (GPS-waarschuwing)
De GPS-waarschuwing is een melding aan de gebruiker dat er geen
GPS-systeem is aangesloten of dat het aangesloten GPS-systeem
| 25
Radiomenu's | Bedieningshandleiding RS20
geen positiegegevens uitvoert.
Het bestaat uit een geluidsalarm en een visueel alarm (scherm
knippert en waarschuwingstekst).
GPS alert (GPS-waarschuwing)
Hiermee schakelt u alle waarschuwingen in of uit voor ontbrekende
GPS-gegevens, waaronder een geluidsalarm, knipperend scherm en
waarschuwingstekst.
Alert volume (Waarschuwingsvolume)
Selecteer HIGH (HOOG), LOW (LAAG) of OFF (UIT).
Screen ash (Knipperend scherm)
Selecteer ON (AAN) of OFF (UIT).
WX alert (WX-waarschuwing) (alleen modellen voor VS/
Canada)
De WX-waarschuwing is een melding aan de gebruiker dat er een
speciale waarschuwing van een weerstation is ontvangen.
Deze bestaat uit een geluidsalarm en een visueel alarm.
WX alert (WX-waarschuwing)
Hiermee stelt u de respons van de marifoon op
weerswaarschuwingen in op ON (AAN) of OFF (UIT). Deze omvat
automatische overschakeling naar het laatst gebruikte weerkanaal,
een geluidsalarm, een melding op het scherm en knipperende
achtergrondverlichting.
Alert volume (Waarschuwingsvolume)
Selecteer HIGH (HOOG), LOW (LAAG) of OFF (UIT).
Screen ash (Knipperend scherm)
Selecteer ON (AAN) of OFF (UIT).
DSC Alarm (DSC-alarm)
Voor sommige typen inkomende oproepen kunt u het
waarschuwingsvolume en de schermknippering aanpassen.
Voor oproepen van het type SAFETY (VEILIGHEID), ROUTINE
en URGENCY (SPOED) kunt u apart de volgende instellingen
configureren:
Alert volume (Waarschuwingsvolume)
HIGH (HOOG), LOW (LAAG) of OFF (UIT).
26 |
Radiomenu's | Bedieningshandleiding RS20
Screen ash (Knipperend scherm)
ON (AAN) of OFF (UIT).
¼ Opmerking: het is niet mogelijk de waarschuwingsinstellingen voor
noodoproepen te wijzigen.
Menu Reset (Resetten)
Hiermee stelt u alle instellingen terug op de
standaardfabrieksinstellingen, behalve alle MMSI-instellingen, de
invoer in uw vriendenlijst en eventuele aangepaste kanaalnamen.
| 27
DSC-oproep | Bedieningshandleiding RS20
DSC-oproep
DSC (Digital Selective Calling) is een semi-automatische methode
voor het zenden van VHF, MF en HF marifoonoproepen. Een groot
voordeel van radio's met DSC is dat zij oproepen van andere
DSC-radio's kunnen ontvangen zonder dat zij zijn afgestemd op
hetzelfde kanaal als de radio die de oproep doet. De radio die de
oproep doet, geeft details over naar welk kanaal moet worden
overgeschakeld zodat de spraakcommunicatie kan worden gestart.
Er zijn verschillende typen DSC-oproepen. Het type oproep dat
wordt gedaan, is bepalend voor welke informatie met de oproep
wordt verzonden en hoe andere radio's reageren op de inkomende
oproep.
Wanneer u op de DSC-knop drukt, zijn de volgende opties
beschikbaar:
DSC calls (DSC-oproepen)
Er zijn vier typen oproepen, met bijbehorende opties die u vanuit
dit menu kunt openen.
Individual (Individueel)
Hiermee doet u een oproep naar één ander vaartuig.
U kunt de oproep starten door een bestaand vaartuig te selecteren
in de lijst CONTACTS (CONTACTEN), door het MMSI-nummer van
een ander vaartuig in te voeren via MANUAL (HANDMATIG) of door
een vaartuig te selecteren in de lijst RECENT.
Wanneer de pagina SEND TO (VERZENDEN NAAR) wordt
weergegeven, draait u aan de kanaalknop om het kanaal te
selecteren dat u wilt gebruiken voor spraakcommunicatie.
Distress (Nood)
U kunt het menu Distress (Nood) openen via het menu DSC Calls
(DSC-oproepen) of u kunt het rechtstreeks openen door de toets
Distress aan de voorzijde van de marifoon kort in te drukken.
U moet de aard van de noodoproep
selecteren in de lijst met opties.
Dit wordt weergegeven op andere
radio's die de oproep ontvangen.
Nadat de noodoproep is verzonden,
wacht de marifoon op een
bevestiging.
3
28 |
DSC-oproep | Bedieningshandleiding RS20
De noodoproep wordt elke 3,5 tot
4,5 minuten automatisch opnieuw
verzonden totdat er een bevestiging
van de noodoproep wordt
ontvangen.
De gebruiker kan ook het volgende selecteren:
RESEND (OPNIEUW VERZENDEN) onder OPTION (OPTIE). U opent
dit door op de menuknop of de knop DSC te drukken. Hiermee
verzendt u de noodoproep onmiddellijk opnieuw.
PAUSE (PAUZEREN) onder OPTION (OPTIE). U opent dit door op de
menuknop of de knop DSC te drukken. Hiermee pauzeert u de timer
voor automatische herverzending van de noodoproep.
CANCEL Druk op de knop 'X' om de noodoproep te annuleren.
Als een noodoproep wordt
geannuleerd, wordt op het display
PTT --> REASON (PTT --> REDEN)
weergegeven en moet de gebruiker
de reden voor de annulering
opgeven.
Nadat er een bevestiging van een noodoproep (DISTRESS ACK) is
ontvangen, moet u de waarschuwing stoppen en de reden voor de
noodoproep duidelijk doorgeven. Hiertoe drukt u op de microfoon
de knop 'PTT' in en spreekt u de reden in.
De volgende informatie (indien beschikbaar) moet deel uitmaken
van de noodoproep:
Type noodgeval (indien geselecteerd)
Positie-informatie (de laatste positie die is verkregen van het
GPS-systeem of de handmatig ingevoerde positie wordt 23,5 uur
bewaard of tot het apparaat wordt uitgeschakeld).
Group (Groep)
Hiermee doet u een oproep aan een bekende groep vaartuigen die
allemaal het zelfde GCID-nummer (groepsoproep-id) gebruiken.
U kunt de oproep starten door een bestaande groep te selecteren in
de groepslijst, door een nieuwe GCID in te voeren of door een groep
te selecteren in de lijst RECENT.
| 29
DSC-oproep | Bedieningshandleiding RS20
Wanneer de pagina SEND TO (VERZENDEN NAAR) wordt
weergegeven, draait u aan de kanaalknop om het kanaal te
selecteren dat u wilt gebruiken voor spraakcommunicatie.
All ships (Alle schepen)
Hiermee doet u een oproep aan alle vaartuigen met een DSC-
radio die zich binnen het bereiken bevinden, vergelijkbaar met
een noodoproep. U moet het type oproep selecteren: SAFETY
(VEILIGHEID) of URGENCY (SPOED).
Wanneer de pagina SEND TO (VERZENDEN NAAR) wordt
weergegeven, draait u aan de kanaalknop om het kanaal te
selecteren dat u wilt gebruiken voor spraakcommunicatie.
Call logs (Oproeplogs)
Dit bevat een lijst oproepen van het type SENT (VERZONDEN),
RECEIVED (ONTVANGEN) en DISTRESS (NOOD).
POS request (Positieverzoek)
Hiermee verzendt u een positieverzoek naar een ander vaartuig. U
kunt de oproep starten door een bestaand vaartuig te selecteren in
de lijst CONTACTS (CONTACTEN), door het MMSI-nummer van een
ander vaartuig in te voeren via MANUAL (HANDMATIG) of door een
vaartuig te selecteren in de lijst RECENT.
Er is geen spraakcommunicatie vereist en daarom wordt er geen
optie gegeven om een kanaal tussen schepen te selecteren.
POS report (Positierapport)
Hiermee verzendt u een positierapport naar het vaartuig waarnaar
u een oproep doet.
DSC test (DSC-test)
Hiermee doet u een testoproep naar één ander vaartuig. U kunt
de oproep starten door een bestaand vaartuig te selecteren in de
lijst CONTACTS (CONTACTEN), door het MMSI-nummer van een
ander vaartuig in te voeren via MANUAL (HANDMATIG) of door een
vaartuig te selecteren in de lijst RECENT.
U kunt het communicatiekanaal niet selecteren.
MMSI/GPS
Hier ziet u het ingevoerde MMSI-nummer en de GPS fix-informatie.
30 |
DSC-oproep | Bedieningshandleiding RS20
Track buddy (Vriend volgen)
U kunt naar maximaal vijf vaartuigen in de lijst Contacts (Contacten)
herhalende positieverzoeken verzenden, met een aanpasbare
tijdsinterval. De vriendenlijst wordt permanent opgeslagen in het
geheugen en u kunt het volgen naar wens in- of uitschakelen.
Select buddy (Vriend selecteren)
Hiermee toont u bestaande vrienden die al zijn geselecteerd en
kunt u meer vrienden toevoegen. Als u een vriend selecteert die al
in de vriendenlijst staat, wordt deze verwijderd.
Kies ADD/UPDATE BUDDY (VRIEND TOEVOEGEN/BIJWERKEN) om
de volledige lijst met contacten weer te geven en te kiezen welke
vriend u wilt toevoegen om te volgen.
Start tracking / Stop tracking (Volgen starten / Volgen
stoppen)
Als u de optie START TRACKING (VOLGEN STARTEN) selecteert,
wordt het volgen van vrienden gestart. Dit gebeurt alleen voor
vrienden van wie het volgen in de vriendenlijst is ingesteld op ON
(AAN). Op het scherm van de marifoon wordt aangegeven aan
welke vriend een oproep wordt gedaan. Als er geen bevestiging
wordt ontvangen, zal de marifoon de oproep na enkele seconden
opnieuw verzenden. Per volginterval wordt slechts één nieuwe
poging gedaan.
Als het volgen al wordt uitgevoerd, wordt in de plaats van de tekst
START TRACKING (VOLGEN STARTEN) de tekst STOP TRACKING
(VOLGEN STOPPEN) weergegeven.
| 31
DSC-oproep | Bedieningshandleiding RS20
Interval
De frequentie waarmee aan vrienden een positieverzoek wordt
verzonden, kunt u afstellen op een waarde van 5 t/m 60 minuten.
Contacts (Contacten)
Wordt gebruikt voor het bijhouden en oproepen van individuele
contacten en groepen.
View/Add Contact (Contact weergeven/toevoegen)
Hiermee slaat u de namen en bijbehorende MMSI-nummers op
van maximaal 50 vaartuigen die u regelmatig oproept via DSC.
Contacten worden opgeslagen op naam, in alfabetische volgorde.
Selecteer ADD NEW (NIEUWE TOEVOEGEN) om een nieuw contact
toe te voegen.
Als u een bestaande naam in de lijst met contacten selecteert, kunt
u een DSC-oproep doen, een positieverzoek verzenden en het
contact bewerken of verwijderen.
View/Add Group (Groep weergeven/toevoegen)
Hiermee kunt u maximaal 20 vaartuiggroepen maken, bewerken
of verwijderen. Deze worden opgeslagen in alfabetische volgorde.
Voor het maken van een groep zijn alleen een naam en een
groepsoproep-id (GCID) vereist. Een GCID begint altijd met een 0.
De overige cijfers kunt u naar wens instellen. Alle vaartuigen die in
dezelfde groep moeten komen, moeten een geschikte DSC-radio
hebben en moeten dezelfde GCID ingevoerd hebben in hun radio.
Als u een bestaande naam selecteert in de groepslijst, kunt u de
groep bewerken, verwijderen of een oproep aan de groep doen.
¼ Opmerking: wanneer u een groep toevoegt aan deze lijst, zal de
marifoon een groepsoproep beantwoorden als die wordt gedaan
vanaf een andere radio waarvan het groepsnummer in het geheu-
gen staat.
32 |
Mijn kanalen | Bedieningshandleiding RS20
Mijn kanalen
U opent de pagina MY CHANNELS (MIJN KANALEN) door de
kanaalknop lang in te drukken.
Deze pagina bevat snelkoppelingen naar veelgebruikte kanalen.
Wanneer u deze pagina voor de eerste keer opent, wordt
de hele kanalenlijst weergegeven zodat u de gewenste
snelkoppelingskanalen kunt selecteren.
Wanneer u deze pagina een volgende keer opent, wordt een lijst
met alleen de geselecteerde kanalen weergegeven. Als u een van
de kanalen selecteert, wordt de pagina meteen gesloten en wordt
de marifoon afgestemd op dat kanaal.
U kunt de beschikbare snelkoppelingskanalen op elk moment
wijzigen via EDIT MY CHANNELS (MIJN KANALEN BEWERKEN).
¼ Opmerking: Kanalen op deze lijst worden ook gebruikt in sommi-
ge scanopties. U kunt de lijst MY CHANNELS (MIJN KANALEN) ook
openen vanuit het menu SCAN (SCANNEN).
4
| 33
Snelkoppelingen | Bedieningshandleiding RS20
Snelkoppelingen
U opent de pagina Shortcuts (Snelkoppelingen) door de knop VOL/
SQL lang in te drukken.
Deze pagina bevat snelkoppelingen naar veelgebruikte instellingen.
Welke snelkoppelingen op deze pagina worden weergegeven,
is afhankelijk van de selecties die zijn gedaan in ADD/EDIT
SHORTCUTS (SNELKOPPELINGEN TOEVOEGEN/BEWERKEN).
Add/Edit shortcuts (Snelkoppelingen toevoegen/be-
werken)
Kies in de lijst met opties welke menu-opties u als snelkoppeling
wilt toevoegen.
¼ Opmerking: De pagina MY VHF (MIJN VHF) is alleen beschikbaar
voor de gebruiker wanneer deze is ingeschakeld als snelkoppeling.
Deze is niet toegankelijk via een ander menu.
Deze is alleen bedoeld voor het weergeven van radiogegevens op
één eenvoudig bereikbare locatie.
Hier staat informatie zoals het MMSI-nummer, de status van GPS-ge-
gevens en de roepnaam van het vaartuig (indien ingevoerd).
Nadat u de gewenste snelkoppelingen hebt geselecteerd, zijn deze
direct toegankelijk vanaf de pagina met snelkoppelingen:
5
34 |
Installatie | Bedieningshandleiding RS20
Installatie
Deze Simrad marifoon met DSC-functie is bedoeld voor het doen
van digitale maritieme noodoproepen voor hulp bij zoek- en
reddingsacties. Om effectief te zijn als veiligheidsinstrument, mag
deze marifoon alleen gebruikt worden binnen het geografisch
bereik van een maritiem VHF-kanaal 70 nood- en veiligheidssysteem
aan wal. Het geografisch bereik kan variëren, maar onder normale
omstandigheden is dit ca. 20 zeemijl.
Checklist
De volgende artikelen dienen in de verpakking aanwezig te zijn.
Controleer dit voordat u met de installatie begint en neem contact
op met uw dealer als er een onderdeel ontbreekt.
¼ Opmerking: het product wordt geleverd zonder antenne. Neem
contact op met uw Simrad dealer voor advies over het kiezen van
de juiste antenne voor uw installatie:
ENGLISH
Installation Manual
bandg.com
ENGLISH
Installation Manual
bandg.com
ENGLISH
Installation Manual
bandg.com
ENGLISH
VHF RADIO
User Guide
www.bandg.com | www.simrad-yachting.com | www.lowrance.com
5
1
2
11
10
8
7
9
6
3
4
1. Marifoon met handmicrofoon.
2. Beugel voor montage met draaisteun.
3. Pakking voor inbouwmontage.
4. Zonnescherm.
5. Documenten:
- gebruikershandleiding
- garantiekaart
- montagesjabloon.
6. Knoppen voor beugel.
7. Omlijsting.
8. 8 A (3 AG) reserverzekering.
9. Steun voor wandmontage van de handmicrofoon.
10. 6 stuks 3,5 x 20 mm roestvrijstalen bolkop kruiskopschroeven.
11. 4 stuks 4 x 25 mm roestvrijstalen bolkop kruiskopschroeven.
6
| 35
Installatie | Bedieningshandleiding RS20
Installatieopties
Er zijn twee installatieopties voor de marifoon:
Montage met beugel:
Als u de meegeleverde draaibeugelsteun gebruikt, kunt u de
marifoon staand op of hangend aan elk plat horizontaal oppervlak
monteren. De marifoon kan verwijderd worden om te worden
opgeborgen en de zichthoek kan aangepast worden.
Inbouwmontage:
De marifoon bevindt zich in een uitsparing en alleen de voorzijde
van de radio is zichtbaar. De bevestiging van de marifoon is
permanent en de zichthoek kan niet aangepast worden.
Een geschikte montagelocatie kiezen
Welke installatiemethode u ook kiest, controleer het volgende
voordat u gaat snijden of boren. De gekozen locatie moet aan de
volgende voorwaarden voldoen:
Minimaal 1 m verwijderd zijn van de antenne
De achterzijde van de marifoon moet eenvoudig bereikbaar zijn
voor het aansluiten van de 12 V DC voedingsbron, de antenne en
eventuele netwerkkabels
Is minimaal 45 cm verwijderd van een kompas om magnetische
storing aan het kompas te voorkomen
Heeft dichtbij een geschikte plaats voor wandmontage van de
microfoon
Biedt makkelijke toegang tot de regelaars op het voorpaneel.
Kijkhoek
De marifoon heeft een groot LCD-scherm. De optimale horizontale
en verticale kijkhoek is minder dan ongeveer +/-20 graden. Zorg dat
de gebruiker vanaf de gekozen locatie een goed zicht heeft op het
display. Idealiter zit de gebruiker direct voor het display of niet meer
dan ca. 20 graden van de voorkant van het display.
¼ Opmerking: als u twijfelt, schakelt u de marifoon tijdelijk in en con-
troleert u of de locatie geschikt is.
20°
20°
20°
20°
36 |
Installatie | Bedieningshandleiding RS20
Installatie met beugel
De draaibeugelsteun biedt een aanpasbare kijkhoek met een
kantelingshoek van 20 graden. Zorg er dus voor dat de gekozen
montagelocatie de gewenste zicht- en bedieningsomstandigheden
biedt:
1.
Houd de beugel op de gekozen plaats en gebruik een zacht potlood om
de plaats van de schroefgaatjes op het montageoppervlak af te tekenen.
2. Boor de vier geleidegaten met een boor van 3 mm.
3. Zet de beugel op de montagelocatie vast met de meegeleverde 4 x 25 mm
zelftappende schroeven. Gebruik hiervoor een kruiskopschroevendraaier.
4. Plaats de marifoon in de beugel.
5. Steek de bevestigingsknoppen door de gaatjes en zet ze voldoende vast
om de marifoon in de gewenste zichthoek te houden.
6. Plaats de omlijsting op de voorzijde van de marifoon om de openingen
van de montageschroeven in het dashboard te bedekken.
| 37
Installatie | Bedieningshandleiding RS20
Inbouwmontage
1. Plak de montagesjabloon met plakband op de gekozen montagelocatie.
2. Snijd of zaag het gebied uit dat is aangegeven met de effen donkere lijn
(met de stippellijn wordt het totale gebied aangegeven dat na installatie
wordt bedekt door het frontstuk van de marifoon).
3. Boor de vier geleidegaten met een boor van 2,5 mm.
4. Verwijder de montagesjabloon.
5. Plaats de pakking op de marifoon.
6. Plaats de marifoon in de open ruimte.
7. Zet de marifoon op de montagelocatie vast met de meegeleverde
3,5 x 20 mm zelftappende schroeven. Gebruik hiervoor een
kruiskopschroevendraaier.
8. Plaats de omlijsting zodat de 4 montageschroeven worden afgedekt.
De wandsteun van de microfoon installeren
1. Houd de wandsteun voor de microfoon op de gekozen locatie en markeer
de posities voor de schroefgaten op het montageoppervlak.
¼ Opmerking: controleer VOORDAT u gaat boren of het krulsnoer van
de microfoon deze plaats goed kan bereiken.
2.
Boor de twee geleidegaten met een boor van 2,5 mm.
3. Zet de microfoonbeugel op de montagelocatie
vast met de meegeleverde 3,5 x 20 mm
zelftappende schroeven. Gebruik hiervoor een
kruiskopschroevendraaier..
4. Hang de handmicrofoon op de steun.
38 |
Installatie | Bedieningshandleiding RS20
De marifoonkabels aansluiten
Alle kabels op de marifoon moeten worden aangesloten
terwijl de stroomtoevoer vanaf het vaartuig is uitgeschakeld.
De marifoonvoeding heeft polariteitbeveiliging en de zekering
springt als de voeding verkeerd wordt aangesloten. Zorg dat niet-
gebruikte blootliggende draden van elkaar worden gescheiden
om een mogelijke kortsluiting te voorkomen. Als u de NMEA
2000-aansluiting gebruikt, zorg dan dat de regels voor de
netwerktopologie strikt worden opgevolgd.
!
Waarschuwing: gebruik de marifoon nooit terwijl de an-
tenne niet is aangesloten. Hierdoor kan de zender beschadigd
raken.
De connectoren zitten als volgt aan de achterkant van de basisunit:
+
_
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
1
T
T
+
_
1. NMEA 2000 netwerkaansluiting. Deze kunt u aansluiten op een NMEA 2000
compatibele MFD met ingebouwde GPS of een externe GPS-antenne.
2. Externe luidspreker + (grijs): sluit deze aan op de positieve aansluiting van
een externe luidspreker van 4 Ohm en 4 Watt (minimaal).
3. Externe luidspreker - (grijs/zwart): sluit deze aan op de negatieve
aansluiting van een externe luidspreker van 4 Ohm en 4 Watt (minimaal).
| 39
Installatie | Bedieningshandleiding RS20
4. NMEA 0183 RX_A (geel): sluit deze aan op TX_A van een kaartplotter of
actieve GPS-antenne (RX = ontvanger, TX = zender).
5. NMEA 0183 RX_B (groen): sluit deze aan op TX_B van een kaartplotter of
actieve GPS-antenne.
6. NMEA 0183 TX_A (wit): sluit deze aan op RX_A van een kaartplotter.
7. NMEA 0183 TX_B (bruin): sluit deze aan op RX_B van een kaartplotter.
8. GND: Optionele aardverbinding. Deze is mogelijk nuttig bij het verhelpen
van geluidsproblemen als gevolg van inductie.
9. Antenne: sluit aan op een maritieme VHF-antenne met behulp van een 50
ohm kabel waarop een PL259-connector is bevestigd.
10. Accu + (rood): sluit deze aan op de 12 V DC voeding van het vaartuig, via
een schakelpaneel of een stroomonderbreker (is voorzien van een inline 8
amp zekering).
11. Accu - (zwart): sluit deze aan op de negatieve spanningsrail van het vaartuig.
¼ Opmerking: het aansluiten van de externe luidspreker en de kaart-
plotter is optioneel.
Conguratie bij eerste keer opstarten
Wanneer de marifoon voor de eerste keer wordt ingeschakeld,
wordt de gebruiker gevraagd een aantal instellingen te configureren
zodat de marifoon optimaal kan functioneren. Sommige stappen
zijn verplicht en andere stappen zijn optioneel en deze kunt u ook
later voltooien. De stappen worden hieronder uitgelegd:
Selecteer de regio en het land waar de marifoon zal worden
gebruikt.
Voer het MMSI-nummer in, indien bekend, of ga door naar de
volgende stap. Voer het nummer opnieuw in om de juiste invoer te
bevestigen.
40 |
Installatie | Bedieningshandleiding RS20
¼ Opmerking: U kunt de MMSI-invoer slechts eenmaal uitvoeren. Als
u het MMSI-nummer wilt wijzigen, moet u de marifoon naar een
Simrad dealer brengen.
Alleen voor marifoons uit bepaalde EU-regio's: Voer de ATIS-id in.
Voer het nummer opnieuw in om de juiste invoer te bevestigen.
Voer de roepnaam van het vaartuig in, indien bekend, of ga door
naar de volgende stap.
Stel het tijdsverschil voor uw regio in. Kies of u de tijd wilt
weergeven in 12- of 24-uurs notatie.
MMSI en ATIS-id
De MMSI is een uniek nummer van negen cijfers en de ATIS-id is
een nummer van tien cijfers. Deze worden gebruikt op maritieme
zendontvangers die zijn uitgerust met DSC-functionaliteit (Digital
Select Calling).
Een MMSI blijft altijd gekoppeld aan een vaartuig, ook als het
vaartuig wordt verkocht
Een MMSI bestaat uit negen cijfers (xxxxxxxxx). Uw MMSI mag niet
beginnen met een 0
Een groeps-MMSI begint met '0', gevolgd door acht cijfers
(0xxxxxxxx)
De MMSI van een walstation begint met '00', gevolgd door zeven
cijfers (00xxxxxxx)
| 41
Installatie | Bedieningshandleiding RS20
Het is wettelijk niet toegestaan uw MMSI te wijzigen nadat u deze in
de marifoon hebt ingevoerd. Daarom is er een bevestigingsscherm
bij het invoeren van de MMSI
Een ATIS-id is alleen vereist in bepaalde EU-landen bij het varen over
bepaalde binnenwateren. Dit is meestal een ander nummer dan uw
MMSI-nummer
Als de MMSI in de marifoon moet worden gewijzigd, moet u deze
naar de Simrad dealer brengen.
ATIS
ATIS (Automatic Transmitter Identification System) is vereist voor
vaartuigen die VHF-zendingen doen terwijl ze zich bevinden op de
binnenwateren van de landen die de Baselovereenkomst (RAINWAT)
hebben ondertekend.
De Baselovereenkomst is een overeenkomst voor het
implementeren van dezelfde principes en regels voor veilig vervoer
van mensen en goederen over binnenwateren. De volgende landen
hebben de overeenkomst ondertekend: Oostenrijk, België, Bulgarije,
Kroatië, Tsjechië, Frankrijk, Duitsland, Hongarije, Luxemburg,
Moldavië, Montenegro, Nederland, Polen, Roemenië, Servië,
Slowakije en Zwitserland.
Indien een VHF vereist is op de binnenwateren van de deelnemende
landen, moeten hiermee ATIS-zendingen mogelijk zijn en moet de
functie zijn ingeschakeld. Er is een ATIS-nummer vereist, dat wordt
uitgegeven door Ofcom wanneer u een of meerdere ATIS-apparaten
toevoegt aan de licentie van uw scheepsradio.
Als u geen gebruikers-MMSI of ATIS-id hebt, neemt u contact op
met de betreffende licentieautoriteiten in uw land. Als u niet weet
met wie u contact moet opnemen, vraag dat dan aan uw Simrad
dealer.
42 |
Specicaties | Bedieningshandleiding RS20
Specicaties
ALGEMEEN
Voeding: 12 V DC accu
Nominale bedrijfsspanning: + 13,6 V DC
Waarschuwing bij laag
accuniveau: 10,5 V DC +/- 0,5 V
Overspanningsbeveiliging: > 15,8 V +/- 0,5 V
Stroomopname (verzending): ≤ 6 A bij 25 W / 1,5 A bij 1W (12 V DC)
Stroomopname (ontvangst): Minder dan 450 mA in stand-by
Vervangende zekering: 8 A, glas, 3 AG; 32 mm
Temperatuurbereik: -20 ºC tot +55 ºC
Bruikbare kanalen: Internationaal, VS, Canada, weer
(landspecifiek)
Modus: 16K0G3E (FM) / 16K0G2B (DSC)
DSC-modus: klasse D (wereldwijd) met dubbele
ontvanger (individueel kanaal 70)
Normen - EU: EN60950-1, IEC 60529, EN 60945, EN
301 843-1 V2.1.1, EN301 843-2 V2.1.1,
EN 301 025 V2.1.1, EN 300 698 V2.1.1
Normen - VS/Canada: FCC Part 80, RSS-Gen Issue 4,
RSS-182 Issue 5
Normen - internationaal AS/NZS 4415.1:2003
Frequentiebereik (zender): 156.025 - 157.425 MHz
Frequentiebereik (ontvanger): 156.050 - 163.275 MHz
Kanaalafstand: 25 kHz
Frequentiestabiliteit: ± 5 ppm
Frequentiebeheer: PLL
FYSIEK
LCD-display (weergave): 42 mm x 34 mm, FSTN
Contrastregeling: Ja
Regeling achtergrond-
verlichting: Ja
Antenneaansluiting: SO-239 (50 ohm)
Waterdicht: IPx7
Afmetingen: B = 166,7 mm, H = 89,2 mm,
D = 161,4 mm, exclusief beugel
7
| 43
Specicaties | Bedieningshandleiding RS20
Gewicht: 1,18 kg (2,6 pond)
Veilige kompasafstand: 0.5 m (1,5 voet)
NMEA 0183 poort: Ja
NMEA 0183 ingang: RMC, GGA, GLL, GNS
NMEA 0183 uitgang: Ja, DSC (voor DSC-oproep),
DSE (voor gedetailleerde positie)
NMEA 2000 poort: Ja
Externe luidspreker: Ja
KENMERKEN
Inbouwmontageset: Ja
Lokale bediening/afstands-
bediening: Ja
Positie opvragen: Ja
Groepsoproep: Ja
Oproeplogs: Ja - 20 individuele en 10 nood
Naamgeving kanaal: Ja
Drievoudige bewaking: Ja
Favoriete kanalen scannen: Ja
Alles scannen: Ja
Door gebruiker instelbare
MMSI: Ja
MMSI- en namenlijst: Ja - 20 nummers en groep
ZENDER
Frequentiefout: ≤± 1,5 kHz
Uitgangsvermogen: 25 W (23 ± 2) / 1 W (0,8 ± 0,2)
Zenderbescherming: Open stroomkring/kortsluiting van
antenne
Max. frequentieafwijking: ≤± 5
Hoge en lage waarde van
onechte/harmonische
emissies: ≤ 0,25 µ W
Modulatievervorming ±3 kHz: ≤ 10 %
S/N bij 3 kHz afwijking: ≥ 40 dB
Audioreactie bij 1 kHz: +1 tot -3dB van 6 dB/octaaf van
300 Hz tot 3 kHz
44 |
Specicaties | Bedieningshandleiding RS20
DSC TX-afwijking bij 1,3 K: 2,6 ± 0,26 kHz
DSC TX-afwijking bij 2,1K: 4,2 ± 0,42 kHz
ATIS TX-afwijking bij 1,3 kHz: 1,3 ± 0,13 kHz
ATIS TX-afwijking bij 2,1 kHz: 2,1 ± 0,21 kHz
ONTVANGER
12 dB SINAD-gevoeligheid: 0,25 µV (afstand) / 0,8 µV (lokaal)
20 dB SINAD-gevoeligheid: 0,35 µV
Nabijheidsselectiviteit: Meer dan 70 db
Valse response: Meer dan 70 db
Intermodulaire afwijzing: Meer dan 68 db
Niveau restgeluid: Meer dan -40 db zonder
ruisblokkering
Uitgangsvermogen audio: 2 W (met 8 ohm bij 10% vervorming)
4 W (met externe luidspreker van
4 ohm)
¼ Opmerking: specificaties zijn onderhevig aan wijziging zonder
voorafgaande kennisgeving.
| 45
Kanaaltabellen | Bedieningshandleiding RS20
Kanaaltabellen
De volgende kanaaltabellen worden alleen verstrekt ter
referentie en zijn mogelijk niet voor alle regio's correct. Het is de
verantwoordelijkheid van de gebruiker om voor lokale reguleringen
de correcte kanalen en frequenties te gebruiken.
Kanaaltabel EU en INTERNATIONAAL
De volgende tabel bevat de zendfrequenties op de maritieme
mobiele VHF-band.
¼ Opmerking: voor uitleg van de tabel ziet u onderstaande opmerkin-
gen a) t/m zz). (WRC-15).
¼ Opmerking: In onderstaande tabel staan de kanaalnummers voor
maritieme VHF-communicatie op basis van een kanaalafstand van
25 kHz en gebruik van diverse duplexkanalen. De kanaalnummering
en de omzetting van kanalen met twee frequenties voor gebruik
met één frequentie zal worden gedaan in overeenstemming met
aanbeveling ITU-R M.1084-5, bijlage 4,
tabel 1 en 3. In onderstaande tabel staan ook de geharmoniseerde
kanalen waarbij de digitale technologieën konden worden toege-
past die zijn gedefinieerd in de nieuwste versie van aanbeveling
ITU-R M.1842. (WRC-15).
8
46 |
Kanaaltabellen | Bedieningshandleiding RS20
Zendfrequenties (MHz)
Kanaal-
nummer
Vanaf
scheepsstations
Vanaf
walstations
S/D/R Naam kanaal Beperking Opmerkingen
01 156,050 160,650 D TELEFOON m)
02 156,100 160,700 D TELEFOON m)
03 156,150 160,750 D TELEFOON m)
04 156,200 160,800 D HAVENACT m)
05 156,250 160,850 D HAVENACT/VTS m)
06 156,300 156,300 S VEILIGHEID f)
07 156,350 160,950 D HAVENACT m)
08 156,400 156,400 S COMMERCIEEL
09 156,450 156,450 S OPROEPEN i)
10 156,500 156,500 S COMMERCIEEL h), q)
11 156,550 156,550 S VTS q)
12 156,600 156,600 S HAVENACT/VTS
13 156,650 156,650 S BRUG COM k)
14 156,700 156,700 S HAVENACT/VTS
15 156,750 156,750 S HAVENACT 1W g)
16 156,800 156,800 S NOOD f)
17 156,850 156,850 S SAR 1W g)
18 156,900 161,500 D HAVENACT m)
19 156,950 161,550 D SCHIP-KUST t), u), v)
20 157,000 161,600 D HAVENACT t), u), v)
21 157,050 161,650 D HAVENACT w), y)
22 157,100 161,700 D HAVENACT w), y)
23 157,150 161,750 D TELEFOON w), x), y)
24 157,200 161,800 D TELEFOON w), ww), x), y)
25 157,250 161,850 D TELEFOON w), ww), x), y)
26 157,300 161,900 D TELEFOON w), ww), x), y)
27 157,350 161,950 D TELEFOON z)
28 157,400 162,000 D TELEFOON z)
60 156,025 160,625 D TELEFOON m)
61 156,075 160,675 D HAVENACT m)
62 156,125 160,725 D HAVENACT m)
63 156,175 160,775 D HAVENACT m)
64 156,225 160,825 D TELEFOON m)
65 156,275 160,875 D HAVENACT m)
66 156,325 160,925 D HAVENACT m)
67 156,375 156,375 S BRUG COM h)
68 156,425 156,425 S SCHIP-SCHIP
69 156,475 156,475 S HAVENACT
| 47
Kanaaltabellen | Bedieningshandleiding RS20
71 156,575 156,575 S HAVENACT
72 156,625 156,625 S SCHIP-SCHIP i)
73 156,675 156,675 S HAVENACT h), i)
74 156,725 156,725 S HAVENACT
75 156,775 156,775 S HAVENACT 1W n), s)
76 156,825 156,825 S SCHIP-SCHIP 1W n), s)
77 156,875 156,875 S SCHIP-SCHIP
78 156,925 161,525 D SCHIP-KUST t), u), v)
79 156,975 161,575 D HAVENACT t), u), v)
80 157,025 161,625 D HAVENACT w), y)
81 157,075 161,675 D TELEFOON w), y)
82 157,125 161,725 D TELEFOON w), x), y)
83 157,175 161,775 D TELEFOON w), x), y)
84 157,225 161,825 D TELEFOON w), ww), x), y)
85 157,275 161,875 D TELEFOON w), ww), x), y)
86 157,325 161,925 D TELEFOON w), ww), x), y)
87 157,375 157,375 S TELEFOON z)
88 157,425 157,425 S TELEFOON z)
1019 156,950 156,950 S TELEFOON
1020 157,000 157,000 S TELEFOON
1078 156,925 156,925 S TELEFOON
1079 156,975 156,975 S TELEFOON
2006 160,900 160,900 S TELEFOON r)
2019 161,550 161,550 S TELEFOON
2020 161,600 161,600 S TELEFOON
2078 161,525 161,525 S TELEFOON
2079 161,575 161,575 S TELEFOON
Redactionele opmerking: onderstaande nummering van
opmerkingen is voorlopig en zal worden aangepast tijdens de
definitieve opstelling van de nieuwe editie van het radioreglement
(Radio Regulations).
Opmerkingen over de tabel
Algemene opmerkingen:
a) Autoriteiten kunnen frequenties toewijzen voor communicatie
tussen schepen, havenactiviteiten en scheepsverplaatsingen voor
gebruik door lichte vliegtuigen en helikopters zodat deze kunnen
communiceren met schepen of deelnemende walstations in
voornamelijk maritieme hulpacties onder de omstandigheden
48 |
Kanaaltabellen | Bedieningshandleiding RS20
die zijn gedefinieerd in nummer 51.69, 51.73, 51.74, 51.75,
51.76, 51.77 en 51.78. Voor het gebruik van kanalen die worden
gedeeld met openbare communicatie moet echter eerst vooraf
overeenkomst worden bereikt tussen de betrokken autoriteiten.
b) De kanalen van de huidige bijlage, met uitzondering van kanaal 06,
13, 15, 16, 17, 70, 75 en 76, kunnen ook worden gebruikt voor snelle
gegevensverzending en faxverzendingen indien hierover speciale
overeenkomsten zijn bereikt tussen de betrokken autoriteiten.
c) De kanalen van de huidige bijlage, met uitzondering van kanaal
06, 13, 15, 16, 17, 70, 75 en 76, kunnen ook worden gebruikt voor
telegrafie met directe uitschrijving en gegevensverzending indien
hierover speciale overeenkomsten zijn bereikt tussen de betrokken
autoriteiten. (WRC-12)
d) De frequenties in deze tabel kunnen ook worden gebruikt voor
radiocommunicatie op binnenwateren, overeenkomstig de
voorwaarden die zijn gedefinieerd in nummer 5.226.
e) Autoriteiten kunnen bij een kanaalafstand van 25 kHz op een
afstand van 12,5 kHz een kanaal tussenvoegen mits er geen
interferentie plaatsvindt, overeenkomstig de nieuwste versie van
aanbeveling ITU-R M.1084, en mits aan de volgende voorwaarden
wordt voldaan:
er is geen invloed op de 25 kHz kanalen van de frequenties
uit de huidige bijlage, frequenties voor maritieme mobiele
nood- en veiligheidsoproepen, de frequentie van het
automatische identificatiesysteem (AIS) en frequenties voor
gegevensuitwisseling, met name kanaal 06, 13, 15, 16, 17, 70,
AIS 1 en AIS 2, en er is ook geen invloed op de technische
eigenschappen die zijn uiteengezet in aanbeveling ITU-R M.489-2
voor deze kanalen;
het tussenvoegen van een kanaal op een afstand van 12,5 kHz en
de bijbehorende nationale vereisten moeten worden afgestemd
met de betrokken autoriteiten. (WRC-12)
Specieke opmerkingen
f) De frequenties 156.300 MHz (kanaal 06), 156.525 MHz
(kanaal 70), 156.800 MHz (kanaal 16), 161.975 MHz (AIS 1) en 162.025
MHz (AIS 2) kunnen ook worden gebruikt door vliegtuigstations
voor zoek- en reddingsacties en andere veiligheidgerelateerde
communicatie. (WRC-07)
g) Kanaal 15 en 17 kunnen ook worden gebruikt voor communicatie
aan boord, mits de ERP (effective radiated power/effectief
afgestraald vermogen) niet hoger is dan 1 W, en mits de nationale
voorschriften van de betrokken autoriteiten worden nageleefd bij
| 49
Kanaaltabellen | Bedieningshandleiding RS20
gebruik van deze kanalen in hun territoriale wateren.
h) Binnen het Europese maritieme gebied en in Canada mogen deze
frequenties (kanaal 10, 67, 73) indien nodig ook worden gebruikt
door de individuele betrokken autoriteiten voor communicatie
tussen scheepsstations, vliegtuigstations en deelnemende
landstations die meedoen aan een gecoördineerde zoek- en
reddingsactie of vervuilingsbestrijding in lokale gebieden, onder
de voorwaarden die zijn gedefinieerd in nr. 51.69, 51.73, 51.74,
51.75, 51.76, 51.77 en 51.78.
i) De eerste drie voorkeursfrequenties voor het doel dat staat vermeld
in opmerking a) zijn 156,450 MHz (kanaal 09), 156,625 MHz (kanaal
72) en 156,675 MHz (kanaal 73).
j) Kanaal 70 mag alleen worden gebruikt voor bepaalde digitale
noodoproepen en veiligheidsoproepen.
k) Kanaal 13 is toegewezen voor wereldwijd gebruik als
communicatiekanaal voor scheepvaartveiligheid, voornamelijk
voor communicatie voor scheepvaartveiligheid tussen schepen.
Dit kanaal kan ook worden gebruikt voor scheepsverplaatsingen
een havenactiviteiten, waarbij de nationale voorschriften van de
betrokken autoriteiten moeten worden nageleefd.
l) Deze kanalen (AIS 1 en AIS 2) worden gebruikt voor een
automatisch identificatiesysteem (AIS) dat wereldwijd kan worden
gebruikt, tenzij voor dit doel in bepaalde regio's andere frequenties
zijn toegewezen. Dergelijk gebruik moet in overeenstemming zijn
met de nieuwste versie van aanbeveling ITU-RM.1371. (WRC-07)
m) Deze kanalen kunnen worden gebruikt als kanalen met één
frequentie, mits dit wordt afgestemd met de betrokken autoriteiten.
De volgende voorwaarden gelden voor gebruik met één frequentie:
Scheeps- en walstations kunnen het deel met de laagste
frequenties gebruiken als kanalen met één frequentie.
Verzending via het deel met de hoogste frequenties is alleen
toegestaan voor walstations.
Indien toegestaan door de autoriteiten en gedefinieerd in
nationale voorschriften, mogen scheepsstations het deel met de
hoogste frequenties gebruiken voor verzending. U moet er alles
aan doen om schadelijke interferentie van kanaal AIS 1, AIS 2,
2027* en 2028* te voorkomen. (WRC-15)
* Vanaf 1 januari 2019 wordt kanaal 2027 toegewezen als ASM 1
en kanaal 2028 als ASM 2.
n) Met uitzondering van AIS mogen deze kanalen (75 en 76) alleen
worden gebruikt voor scheepvaartgerelateerde communicatie en
u moet er alles aan doen om schadelijke interferentie van kanaal
50 |
Kanaaltabellen | Bedieningshandleiding RS20
16 te voorkomen door het uitgangsvermogen te beperken tot 1 W.
(WRC-12)
o) (SUP - WRC-12)
p) Verder kunnen AIS 1 en AIS 2 worden gebruikt voor de satelliet-
diensten voor mobiele communicatie (van aarde naar ruimte) voor
de ontvangst van AIS-zendingen vanaf schepen. (WRC-07)
q) Wanneer u deze kanalen (10 en 11) gebruikt, moet u er alles aan
doen om schadelijke interferentie met kanaal 70 te voorkomen.
(WRC-07)
r) Voor de maritieme mobiele communicatie is deze frequentie
gereserveerd voor experimenteel gebruik voor toekomstige
applicaties of systemen (bijv. nieuwe AIS-applicaties, MOB-systemen
(man overboord), enz.). Als het gebruik door de autoriteiten is
toegestaan voor experimenteel gebruik, mag dit niet leiden tot
schadelijke interferentie aan of claims voor bescherming van
stations die communicatie via vaste lijnen en mobiele verbindingen
bieden. (WRC-12)
s) Kanaal 75 en 76 zijn ook toegewezen aan de satellietservice voor
mobiele communicatie (van aarde naar ruimte) voor de ontvangst
van via AIS verzonden berichten over lange afstand vanaf schepen
(Bericht 27: zie de nieuwste versie van aanbeveling ITU-RM.1371).
(WRC-12)
w. In regio 1 en 3:
Tot 1 januari 2017 kunnen de frequentiebanden 157,200 - 157,325
MHz en 161,800 - 161,925 MHz (kanaal 24, 84, 25, 85, 26 en 86)
worden gebruikt voor digitaal gemoduleerde zendingen, mits
afgestemd met de betrokken autoriteiten. Stations die voor digitaal
gemoduleerde zendingen gebruikmaken van deze kanalen
of frequentiebanden, mogen geen schadelijke interferentie
veroorzaken aan of bescherming claimen van andere stations die
werken overeenkomstig artikel 5.
Vanaf 1 januari 2017 zijn de frequentiebanden 157,200 - 157,325
MHz en 161,800 - 161,925 MHz (kanaal 24, 84, 25, 85, 26 en 86)
aangewezen voor het gebruik van het VHF Data Exchange System
(VDES) dat is beschreven in de nieuwste versie van aanbeveling
ITU-R M.2092. Deze frequentiebanden mogen ook worden gebruikt
voor de analoge modulatie die is beschreven in de nieuwste versie
van aanbeveling ITU-R M.1084 door autoriteiten die dit willen
doen, mits er geen schadelijke interferentie wordt veroorzaakt
aan of bescherming wordt geclaimd van andere stations die
gebruikmaken van de maritieme mobiele communicatieservice
middels digitaal gemoduleerde zendingen, en mits dit wordt
| 51
Kanaaltabellen | Bedieningshandleiding RS20
afgestemd met de betrokken autoriteiten. (WRC-15)
ww. In regio 2 zijn de frequentiebanden 157,200 - 157,325 MHz
en 161,800 - 161,925 MHz (kanaal 24, 84, 25, 85, 26 en
86) aangewezen voor digitaal gemoduleerde zendingen,
overeenkomstig de nieuwste versie van aanbeveling ITU-R
M.1842.
In Canada en Barbados kunnen vanaf 1 januari 2019 de
frequentiebanden 157,200 - 157,275 en 161,800 - 161,875
MHz (kanaal 24, 84, 25 en 85) worden gebruikt voor digitaal
gemoduleerde zendingen, zoals de zendingen die zijn
beschreven in de nieuwste versie van aanbeveling ITU-R M.2092,
mits dit wordt afgestemd met de betrokken autoriteiten.
(WRC-15)
x) Vanaf 1 januari 2017 zijn in Angola, Botswana, Lesotho, Madagaskar,
Malawi, Mauritius, Mozambique, Namibië, Congo-Kinshasa,
Seychellen, Zuid-Afrika, Swaziland, Tanzania, Zambia en Zimbabwe
de frequentiebanden 157,125 - 157,325 en 161,725 - 161,925 MHz
(kanaal 82, 23, 83, 24, 84, 25, 85, 26 en 86) toegewezen voor digitaal
gemoduleerde zendingen.
Vanaf 1 januari 2017 zijn in China de frequentiebanden 157,150 -
157,325 en 161,750 - 161,925 MHz (kanaal 23, 83, 24, 84, 25, 85, 26 en
86) toegewezen voor digitaal gemoduleerde zendingen. (WRC-12)
y) Deze kanalen kunnen worden gebruikt als simplex- of
duplexkanalen, mits dit wordt afgestemd met de betrokken
autoriteiten. (WRC-12)
z) Tot 1 januari 2019 mogen deze kanalen worden gebruikt
voor mogelijk testen van toekomstige AIS-applicaties mits er
geen schadelijke interferentie wordt veroorzaakt aan en geen
bescherming wordt geclaimd van bestaande applicaties en stations
die communicatie via vaste lijnen en mobiele verbindingen bieden.
Vanaf 1 januari 2019 worden deze kanalen gesplitst in twee
simplexkanalen. Kanaal 2027 en 2028 zijn toegewezen als ASM 1
en ASM 2, en worden gebruikt voor applicatiespecifieke berichten
(ASM), zoals beschreven in de nieuwste versie van aanbeveling
ITU-R M.2092. (WRC-15)
AAA) Vanaf 1 januari 2019 worden kanaal 24, 84, 25 en 85 mogelijk
samengevoegd om een uniek duplexkanaal te vormen met
een bandbreedte van 100 kHz voor het gebruik van de VDES-
landcomponent die is beschreven in de nieuwste versie van
aanbeveling ITU-RM.2092. (WRC-15)
mm) Zending op deze kanalen is alleen toegestaan door walstations.
Indien toegestaan door de autoriteiten en gedefinieerd in nationale
52 |
Kanaaltabellen | Bedieningshandleiding RS20
voorschriften, mogen scheepsstations deze kanalen gebruiken voor
verzending. U moet er alles aan doen om schadelijke interferentie
van kanaal AIS 1, AIS 2, 2027* en 2028* te voorkomen. (WRC-15)
* Vanaf 1 januari 2019 wordt kanaal 2027 toegewezen als ASM 1 en
kanaal 2028 als ASM 2.
w1) In regio 1 en 3:
Tot 1 januari 2017 kunnen de frequentiebanden 157,025 - 157,175
MHz en 161,625 - 161,775 MHz (kanaal 80, 21, 81, 22, 82, 23 en
83) worden gebruikt voor digitaal gemoduleerde zendingen,
mits afgestemd met de betrokken autoriteiten. Stations die voor
digitaal gemoduleerde zendingen gebruikmaken van deze kanalen
of frequentiebanden, mogen geen schadelijke interferentie
veroorzaken aan of bescherming claimen van andere stations die
werken overeenkomstig artikel 5.
Vanaf 1 januari 2017 zijn de frequentiebanden 157,025 - 157,100
MHz en 161,625 - 161,700 MHz (kanaal 80, 21, 81 en 22) aangewezen
voor het gebruik van de digitale systemen die zijn beschreven in
de nieuwste versie van aanbeveling ITU-R M.1842, met gebruik van
meerdere kanalen met een kanaalruimte van 25 kHz.
Vanaf 1 januari 2017 zijn de frequentiebanden 157,150 - 157,175
MHz en 161,750 - 161,775 MHz (kanaal 23 en 83) aangewezen voor
het gebruik van de digitale systemen die zijn beschreven in de
nieuwste versie van aanbeveling ITU-R M.1842, met gebruik van
twee kanalen met een kanaalruimte van 25 kHz. Vanaf 1 januari
2017 zijn de frequenties 157,125 MHz en 161,725 MHz (kanaal 82)
aangewezen voor het gebruik van de digitale systemen die zijn
beschreven in de nieuwste versie van aanbeveling ITU-R M.1842.
De frequentiebanden 157,025 - 157,175 MHz en 161,625 - 161,775
MHz (kanaal 80, 21, 81, 22, 82, 23 en 83) mogen ook worden
gebruikt voor de analoge modulatie die is beschreven in de
nieuwste versie van aanbeveling ITU-R M.1084 door autoriteiten
die dit willen doen, mits er geen bescherming wordt geclaimd
van andere stations die gebruikmaken van de maritieme mobiele
communicatieservice middels digitaal gemoduleerde zendingen, en
mits dit wordt afgestemd met de betrokken autoriteiten. (WRC-15)
zx) In de Verenigde Staten worden deze kanalen gebruikt voor
communicatie tussen scheepsstations en walstations voor openbare
communicatie. (WRC-15)
zz) Vanaf 1 januari 2019 worden kanaal 1027, 1028, 87 en 88 gebruikt
als analoge kanalen met één frequentie voor havenactiviteiten en
scheepsverplaatsingen. (WRC-15)
Bron: ITU Radio Regulations (2016), gereproduceerd met toestemming van ITU
| 53
Kanaaltabellen | Bedieningshandleiding RS20
Kanaaltabel VS
Zendfrequenties (MHz)
Kanaalnummer
Vanaf
scheepsstations
Vanaf walstations S/D/R Naam kanaal Beperkingen
6 156,300 156,300 S VEILIGHEID
8 156,400 156,400 S COMMERCIEEL
9 156,450 156,450 S OPROEPEN
10 156,500 156,500 S COMMERCIEEL
11 156,550 156,550 S VTS
12 156,600 156,600 S HAVENACT/VTS
13 156,650 156,650 S BRUG COM 1W
14 156,700 156,700 S HAVENACT/VTS
15 -- 156,750 R MILIEU ALLEEN RX
16 156,800 156,800 S NOOD
17 156,850 156,850 S SAR 1W
20 157,000 161,600 D HAVENACT
24 157,200 161,800 D TELEFOON
25 157,250 161,850 D TELEFOON
26 157,300 161,900 D TELEFOON
27 157,350 161,950 D TELEFOON
28 157,400 162,000 D TELEFOON
67 156,375 156,375 S BRUG COM 1W
68 156,425 156,425 S SCHIP-SCHIP
69 156,475 156,475 S SCHIP-SCHIP
71 156,575 156,575 S SCHIP-SCHIP
72 156,625 156,625 S SCHIP-SCHIP
73 156,675 156,675 S HAVENACT
74 156,725 156,725 S HAVENACT
75 156,775 156,775 S HAVENACT 1W
76 156,825 156,825 S HAVENACT 1W
77 156,875 156,875 S HAVENACT 1W
84 157,225 161,825 D TELEFOON
85 157,275 161,875 D TELEFOON
86 157,325 161,925 D TELEFOON
87 157,375 157,375 S TELEFOON
54 |
Kanaaltabellen | Bedieningshandleiding RS20
88 157,425 157,425 S TUSSEN SCHEPEN
1001 156,050 156,050 S HAVENACT/VTS
1005 156,250 156,250 S HAVENACT/VTS
1007 156,350 156,350 S COMMERCIEEL
1018 156,900 156,900 S COMMERCIEEL
1019 156,950 156,950 S COMMERCIEEL
1020 157,000 157,000 S HAVENACT
1021 157,050 157,050 S KUSTWACHT VS
1022 157,100 157,100 S KUSTWACHT VS
1023 157,150 157,150 S KUSTWACHT VS
1063 156,175 156,175 S HAVENACT/VTS
1065 156,275 156,275 S HAVENACT
1066 156,325 156,325 S HAVENACT
1078 156,925 156,925 S SCHIP-SCHIP
1079 156,975 156,975 S COMMERCIEEL
1080 157,025 157,025 S COMMERCIEEL
1081 157,075 157,075 S BEPERKT
1082 157,125 157,125 S BEPERKT
1083 157,175 157,175 S BEPERKT
Weerkanalen VS
Zendfrequenties (MHz)
Kanaalnummer
Vanaf
scheepsstations
Vanaf walstations S/D/R Naam kanaal Beperkingen
WX1 -- 162,550 R NOAA WX1 ALLEEN RX
WX2 -- 162,400 R NOAA WX2 ALLEEN RX
WX3 -- 162,475 R NOAA WX3 ALLEEN RX
WX4 -- 162,425 R NOAA WX4 ALLEEN RX
WX5 -- 162,450 R NOAA WX5 ALLEEN RX
WX6 -- 162,500 R NOAA WX6 ALLEEN RX
WX7 -- 162,525 R NOAA WX7 ALLEEN RX
| 55
Kanaaltabellen | Bedieningshandleiding RS20
Kanaaltabel Canada
Frequenties
Kanaalnummer MHz (schip) MHz (wal) S/D/R Naam kanaal: BEPERKINGEN
1 156,050 160,650 D TELEFOON
2 156,100 160,700 D TELEFOON
3 156,150 160,750 D TELEFOON
4 156,200 160,800 D CANADESE KW
5 156,250 160,850 D TELEFOON
6 156,300 156,300 S VEILIGHEID
7 156,350 160,950 D TELEFOON
8 156,400 156,400 S COMMERCIEEL
9 156,450 156,450 S VTS
10 156,500 156,500 S VTS
11 156,550 156,550 S VTS
12 156,600 156,600 S HAVENACT/VTS
13 156,650 156,650 S BRUG COM 1W
14 156,700 156,700 S HAVENACT/VTS
15 156,750 156,750 S COMMERCIEEL 1W
16 156,800 156,800 S NOOD
17 156,850 156,850 S SAR 1W
18 156,900 161,500 D TELEFOON
19 156,950 161,550 D CANADESE KW
20 157,000 161,600 D CANADESE KW 1W
21 157,050 161,650 D CANADESE KW
22 157,100 161,700 D TELEFOON
23 157,150 161,750 D TELEFOON
24 157,200 161,800 D TELEFOON
25 157,250 161,850 D TELEFOON
26 157,300 161,900 D TELEFOON
27 157,350 161,950 D TELEFOON
28 157,400 162,000 D TELEFOON
60 156,025 160,625 D TELEFOON
61 156,075 160,675 D CANADESE KW
62 156,125 160,725 D CANADESE KW
63 156,175 160,775 D TELEFOON
56 |
Kanaaltabellen | Bedieningshandleiding RS20
64 156,225 160,825 D TELEFOON
65 156,275 160,875 D TELEFOON
66 156,325 160,925 D TELEFOON
67 156,375 156,375 S COMMERCIEEL
68 156,425 156,425 S SCHIP-SCHIP
69 156,475 156,475 S COMMERCIEEL
71 156,575 156,575 S VTS
72 156,625 156,625 S SCHIP-SCHIP
73 156,675 156,675 S COMMERCIEEL
74 156,725 156,725 S VTS
75 156,775 156,775 S HAVENACT 1W
76 156,825 156,825 S HAVENACT 1W
77 156,875 156,875 S HAVENACT 1W
78 156,925 161,525 D TELEFOON
79 156,975 161,575 D TELEFOON
80 157,025 161,625 D TELEFOON
81 157,075 161,675 D TELEFOON
82 157,125 161,725 D CANADESE KW
83 157,175 161,775 D CANADESE KW
84 157,225 161,825 D TELEFOON
85 157,275 161,875 D TELEFOON
86 157,325 161,925 D TELEFOON
87 157,375 157,375 S HAVENACT
88 157,425 157,425 S HAVENACT
1001 156,050 156,050 S COMMERCIEEL
1005 156,250 156,250 S HAVENACT/VTS
1007 156,350 156,350 S COMMERCIEEL
1018 156,900 156,900 S COMMERCIEEL
1019 156,950 156,950 S CANADESE KW
1020 157,000 157,000 S HAVENACT
1021 157,050 157,050 S BEPERKT
1022 157,100 157,100 S CANADESE KW
1024 157,200 157,200 S HAVENACT
1025 157,250 157,250 S HAVENACT
| 57
Kanaaltabellen | Bedieningshandleiding RS20
1026 157,300 157,300 S HAVENACT
1027 157,350 157,350 S CANADESE KW
1061 156,075 156,075 S CANADESE KW
1062 156,125 156,125 S CANADESE KW
1063 156,175 156,175 S TELEFOON
1064 156,225 156,225 S BEPERKT
1065 156,275 156,275 S HAVENACT
1066 156,325 156,325 S HAVENACT
1078 156,925 156,925 S SCHIP-SCHIP
1079 156,975 156,975 S COMMERCIEEL
1080 157,025 157,025 S COMMERCIEEL
1083 157,175 157,175 S BEPERKT
1084 157,225 157,225 S HAVENACT
1085 157,275 157,275 S CANADESE KW
1086 157,325 157,325 S HAVENACT
2019 -- 161,550 R HAVENACT ALLEEN RX
2020 -- 161,600 R HAVENACT ALLEEN RX
2023 -- 161,750 R VEILIGHEID ALLEEN RX
2026 -- 161,900 R HAVENACT ALLEEN RX
2078 -- 161,525 R HAVENACT ALLEEN RX
2079 -- 161,575 R HAVENACT ALLEEN RX
2086 -- 161,925 R HAVENACT ALLEEN RX
Weerkanalen in Canada
Zendfrequenties (MHz)
Kanaalnummer
Vanaf
scheepsstations
Vanaf walstations S/D/R Naam kanaal Beperkingen
WX1 -- 162,550 R CANADA WX Alleen RX
WX2 -- 162,400 R CANADA WX Alleen RX
WX3 -- 162,475 R CANADA WX Alleen RX
58 |
Maattekeningen | Bedieningshandleiding RS20
Maattekeningen
165.9 mm (6.53”)
60 mm (2.36”)
123.4 mm (4.86”)
161.4 mm (6.35”)
89.2 mm (3.51”)
114.2 mm (4.5”)
9
| 59
Lijst van met NMEA 2000 compatibele PGN's | Bedieningshandleiding RS20
Lijst van met NMEA 2000 compati-
bele PGN's
PGN Beschrijving RX TX
59392 ISO-bevestiging x x
59904 ISO-verzoek x x
60928 ISO-adresreservering x x
126208 NMEA -Groepsfunctie x x
126464 PGN-lijst x
126993 Heartbeat x
126996 Productinformatie x x
126998 Configuratiegegevens x
127258 Magnetische variatie x
129026 COG en SOG, snelle update x
129029 GNSS-positiegegevens x
129044 Referentievlak x
129799 Radiofrequentie/modus/vermogen x
129808 DSC Call-informatie x
10
*988-11930-001*
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60

Simrad RS20 Handleiding

Categorie
Telefoons
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor