Lowrance Link-9 Handleiding

Categorie
Telefoons
Type
Handleiding
NEDERLANDS
Link-9 VHF-radio
met vaste montage
Gebruikershandleiding
lowrance.com
2 |
| Link-9 gebruikershandleiding
Voorwoord
Disclaimer
Aangezien Navico dit product voortdurend verbetert, behouden wij
ons het recht voor om te allen tijde wijzigingen in het product aan
te brengen die mogelijk niet met deze versie van de handleiding
overeenkomen. Neem contact op met de dichtstbijzijnde
distributeur als u eventueel hulp nodig hebt.
De eigenaar is er persoonlijk verantwoordelijk voor dat de apparatuur
dusdanig wordt geïnstalleerd en gebruikt, dat er geen ongevallen,
persoonlijk letsel of schade aan eigendommen kan worden veroorzaakt.
De gebruiker van dit product is persoonlijk verantwoordelijk voor het
naleven van de regels voor goed zeemanschap.
NAVICO HOLDING EN HAAR DOCHTERMAATSCHAPPIJEN,
VESTIGINGEN EN FILIALEN WIJZEN ALLE AANSPRAKELIJKHEID AF
VOOR ENIG GEBRUIK VAN DIT PRODUCT DAT KAN LEIDEN TOT
ONGEVALLEN, SCHADE OF TOT WETSOVERTREDING.
Rechtsgeldige taal: deze verklaring, alle instructiehandleidingen,
gebruikershandleidingen en andere informatie met betrekking tot
het product (Documentatie) kunnen zijn vertaald in, of zijn vertaald
uit een andere taal (Vertaling). In het geval van enig conflict tussen
een Vertaling van de Documentatie, is de Engelstalige versie van de
Documentatie de officiële versie van de Documentatie.
Deze handleiding beschrijft het product ten tijde van het ter
perse gaan. Navico Holding AS en haar dochtermaatschappijen,
vestigingen en filialen behouden zich het recht voor de specificaties
te wijzigen zonder voorafgaande kennisgeving.
Copyright
Copyright © 2018 Navico Holding AS.
Garantie
De garantiekaart wordt als separaat document verstrekt.
Raadpleeg bij eventuele vragen de website van uw unit of systeem:
www.lowrance.com
Licentie-informatie
Navico adviseert de vergunningsvereisten voor radioverkeer in uw
land te controleren voordat u deze VHF-radio gebruikt. De gebruiker
is zelf verantwoordelijk voor correcte installatie en gebruik van de
marifoon.
| 3
| Link-9 gebruikershandleiding
In sommige regios/landen is een zendvergunning vereist en
het is uw verantwoordelijkheid om te bepalen of een dergelijke
vergunning vereist is voordat u de radio gebruikt.
De frequenties die door deze radio worden gebruikt, zijn alleen voor
nautisch gebruik en die frequenties moeten in uw zendvergunning
zijn opgenomen.
Er moet een geldig USER MMSI-nummer in de VHF-radio worden
ingevoerd voordat DSC-functies kunnen worden gebruikt. U
dient een MMSI-nummer aan te vragen dat meestal kan worden
verkregen van dezelfde autoriteit die de zendvergunning uitgeeft.
Neem contact op met de betreffende autoriteiten in uw land. Als u
niet weet met wie u contact moet opnemen, vraag dat dan aan uw
Lowrance dealer.
Er moet een geldige gebruikers-MMSI in de VHF-radio worden
ingevoerd voordat ATIS-functies kunnen worden gebruikt. Er is
een ATIS-ID-nummer vereist, dat wordt uitgegeven door Ofcom
wanneer u een of meerdere ATIS-apparaten toevoegt aan de
licentie van uw scheepsradio.
Belangrijke informatie
Deze Lowrance marifoon met DSC-functie is bedoeld voor het
doen van digitale maritieme noodoproepen voor hulp bij zoek- en
reddingsacties. Om effectief te zijn als veiligheidsinstrument, mag
deze marifoon alleen gebruikt worden binnen het geografisch
bereik van een maritiem VHF-kanaal 70 nood- en veiligheidssysteem
aan wal. Het geografisch bereik kan variëren, maar onder normale
omstandigheden is dit ca. 20 zeemijl.
Deze radio kan worden geconfigureerd voor gebruik in uw regio/
land. De gebruiker kan de regio/het land van gebruik selecteren
tijdens de eerste installatie van de radio. Deze functie hoeft slechts
eenmaal te worden uitgevoerd. Raadpleeg uw Lowrance dealer als u
de regio/het land wilt w
Complianceverklaringen
Europese Unie
Navico verklaart onder eigen verantwoordelijkheid dat de Link-9
voldoen aan de eisen van Richtlijn 2014/53/EU (RED).
Alle nalevingsdocumenten zijn te vinden in het productgedeelte op
de volgende website: www.lowrance.com
4 |
| Link-9 gebruikershandleiding
EU-kennisgeving inzake naleving van RF-blootstelling voor VHF-radio
met vaste montage
Om beschermd te zijn tegen alle geverifieerde negatieve effecten,
moet een afstand van ten minste 2,1 m worden bewaard tussen de
radioantenne van max. 6 dBi en alle personen.
Landen van beoogd gebruik in de EU
AT - Oostenrijk HU - Hongarije PL - Polen
BE - België IS - IJsland PT - Portugal
BG - Bulgarije IE - Ierland RO - Roemenië
CY - Cyprus IT - Italië SK - Slowakije
CZ - Tsjechië LV - Letland SI - Slovenië
DK - Denemarken LI - Liechtenstein ES - Spanje
EE - Estland LT - Litouwen SE - Zweden
FI - Finland LU - Luxemburg CH - Zwitserland
FR - Frankrijk MT - Malta TR - Turkije
DE - Duitsland NL - Nederland UK - Verenigd
Koninkrijk
GR - Griekenland NO - Noorwegen
Verenigde Staten
Deel 15 van de FCC-regels. Gebruik is onderworpen aan de
volgende voorwaarden: (1) dit toestel mag geen schadelijke
interferentie veroorzaken, en (2) dit toestel moet alle ontvangen
interferentie accepteren, ook als dat ten koste gaat van de werking
van het toestel.
Waarschuwing
De gebruiker wordt gewaarschuwd dat wijzigingen of aanpassingen
die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door de partij die verantwoor-
delijk is voor naleving ertoe kunnen leiden dat de bevoegdheid van
de gebruiker om de apparatuur te gebruiken komt te vervallen.
Waarschuwing RF-emissie
Deze apparatuur voldoet aan de blootstellingslimieten aan straling
van de FCC welke zijn opgesteld voor een ongecontroleerde
omgeving. De antenne van het apparaat dient geïnstalleerd te
worden volgens de bijgevoegde instructies en dient bediend te
worden met een afstand van minimaal 2,1 m tussen de antennes
en personen (behalve lichaamsuiteinden zoals handen, polsen en
voeten). Daarnaast mag deze zender niet samen worden geplaatst
of gebruikt met enige andere antenne of zender.
| 5
| Link-9 gebruikershandleiding
¼ Opmerking: Deze apparatuur is getest en voldoet aan de grens-
waarden voor een digitaal toestel van Class B, conform deel 15 van
de FCC-regels. Deze apparatuur genereert, gebruikt en veroorzaakt
mogelijke straling van radiofrequente energie en kan, indien niet
geïnstalleerd in overeenstemming met de instructies, schadelijke
interferentie veroorzaken aan radiocommunicatie. Er is echter geen
garantie dat er in een bepaalde installatie geen interferentie zal
optreden. Mocht deze apparatuur schadelijke interferentie veroor-
zaken met radio- of televisieontvangst, wat bepaald kan worden
door de apparatuur in en uit te schakelen, dan wordt de gebruiker
aangeraden te proberen de interferentie te corrigeren door één of
meer van de volgende maatregelen:
Verplaats de ontvangstantenne of richt deze opnieuw.
Vergroot de afstand tussen de apparatuur en de ontvanger.
Sluit de apparatuur aan op een stopcontact van een andere
groep dan waarop de ontvanger is aangesloten.
Raadpleeg de dealer of een ervaren technicus voor hulp.
Canada
Dit apparaat voldoet aan CAN ICES-3(B)/NMB-3(B) en bevat
licentievrije zender(s)/ontvanger(s) die voldoen aan de vrijgestelde
RSS(‘s) van Innovation, Science and Economic Development Canada.
De werking is onderhevig aan de volgende twee condities:
1. Dit apparaat mag geen interferentie veroorzaken.
2. Dit apparaat dient eventuele ontvangen interferentie te accepteren,
inclusief interferentie welke ongewenste werking kan veroorzaken.
Verklaring Industry Canada
Deze apparatuur voldoet aan de IC RSS-102 limieten voor blootstel-
ling aan straling, die zijn opgesteld voor een ongecontroleerde
omgeving. Deze zender mag niet worden geplaatst naast of
gebruikt met een andere antenne of zender. Deze apparatuur
moeten worden geïnstalleerd en bediend met een minimale
afstand van 2,1 m tussen de straler en uw lichaam.
Volgens de regels van Industry Canada mag deze radiozender
alleen worden gebruikt met een antennetype en met een maximale
(of lagere) versterking voor de zender waarvoor Industry Canada
goedkeuring heeft gegeven. Om de mogelijke radio-interferentie
voor andere gebruikers te verminderen, moeten het antennetype
en de versterking zodanig worden gekozen dat het equivalent
isotropisch uitgestraald vermogen (EIRP) niet meer is dan
6 |
| Link-9 gebruikershandleiding
noodzakelijk is voor succesvolle communicatie.
Deze radiozender is goedgekeurd door Industry Canada voor
gebruik met de hieronder vermelde typen antennes, en met
de maximaal toegestane versterking en de vereiste antenne-
impedantie voor elk aangegeven antennetype. Antennetypen die
niet in deze lijst staan en typen die een grotere versterking hebben
dan de maximale versterking die is aangegeven voor dat type, zijn
streng verboden voor gebruik met dit apparaat.
Australië & Nieuw Zeeland
Voldoet aan de vereisten van niveau-2 apparaten van de Radio
communications (Electromagnetic Compatibility) Standard 2017
en de Radio communications (VHF Radiotelephone Equipment –
Maritime Mobile Service) Standard 2014.
Handelsmerken
Lowrance® en Navico® zijn gedeponeerde handelsmerken van
Navico.
NMEA® en NMEA 2000® zijn gedeponeerde handelsmerken van de
National Marine Electronics Association.
DSC (Digital Selective Calling)
DSC biedt aanzienlijke voordelen op het gebied van veiligheid en
gemak ten opzichte van oudere marifoons die niet over deze functie
beschikken.
Er moet een geldige USER MMSI-nummer in deze VHF-radio worden
ingevoerd voor deze DSC-functies kunnen worden gebruikt.
Opmerking: veel landen hebben geen radioversterkers die heruit-
zending van berichten via DSC ondersteunen. DSC kan echter toch
nuttig zijn voor directe communicatie tussen schepen wanneer
het andere vaartuig ook is uitgerust met een marifoon met DSC-
functionaliteit.
Opmerking: DSC-noodoproepen die via deze radio worden
gedaan, hebben dezelfde bereikbeperkingen als reguliere VHF-
transmissies. Het vaartuig dat een noodoproep verzendt, kan
alleen gebruikmaken van DSC als het zich binnen het bereik van
een GMDSS-radiostation aan de wal bevindt. Het gangbare VHF-
bereik is mogelijk ongeveer 20 zeemijl, maar kan enorm variëren,
afhankelijk van de installatie, het antennetype, de meteorologische
omstandigheden, enz.
| 7
| Link-9 gebruikershandleiding
ATIS (Automatic Transmitter Identication
System)
ATIS is vereist voor vaartuigen die VHF-zendingen doen terwijl ze
zich bevinden op de binnenwateren van de landen die de Bazel-
overeenkomst (RAINWAT) hebben ondertekend.
De Baselovereenkomst is een overeenkomst voor het implemen-
teren van dezelfde principes en regels voor veilig vervoer van
mensen en goederen over binnenwateren.
De volgende landen hebben de overeenkomst ondertekend:
Oostenrijk, België, Bulgarije, Kroatië, Tsjechië, Frankrijk, Duitsland,
Hongarije, Luxemburg, Moldavië, Montenegro, Nederland, Polen,
Roemenië, Servië, Slowakije en Zwitserland.
Indien een VHF vereist is op de binnenwateren van de deelne-
mende landen, moeten hiermee ATIS-zendingen mogelijk zijn en
moet de functie zijn ingeschakeld.
Het gebruik van ATIS is verboden buiten de Europese binnen-
wateren die onder de Bazel-overeenkomst vallen.
MMSI en ATIS-id
De MMSI (Maritieme Mobiele Service-id) is een uniek nummer van
negen cijfers. Het wordt gebruikt op maritieme zendontvangers die
zijn uitgerust met DSC-functionaliteit (Digital Select Calling).
Een MMSI blijft altijd gekoppeld aan een vaartuig, ook als het
vaartuig wordt verkocht.
Uw MMSI van het schip moet door een erkende instantie aan
u worden toegewezen. Het is illegaal om een zelf toegewezen
(samengesteld) MMSI-nummer te gebruiken.
Een groepsoproep-id begint met ‘0’, gevolgd door acht cijfers
(0xxxxxxxx).
De MMSI van een walstation begint met ‘00’, gevolgd door zeven
cijfers (00xxxxxxx).
Het is wettelijk niet toegestaan uw MMSI te wijzigen nadat u deze in
de marifoon hebt ingevoerd. Daarom is er een bevestigingsscherm
bij het invoeren van de MMSI. Als de MMSI in de marifoon moet
worden gewijzigd, moet u deze naar de Lowrance dealer brengen.
Een ATIS-id is alleen vereist in bepaalde EU-landen bij het varen over
bepaalde binnenwateren. Dit is meestal een ander nummer dan uw
MMSI-nummer. Uw ATIS-ID moet aan u worden toegewezen door
een goedgekeurde autoriteit.
8 |
| Link-9 gebruikershandleiding
Over deze handleiding
Deze handleiding is een naslaggids voor de installatie en bediening
van de Link-9-marifoon. Belangrijke tekst die speciale aandacht van
de lezer behoeft, wordt als volgt aangegeven:
¼ Opmerking: Wordt gebruikt om de aandacht van de lezer te vesti-
gen op commentaar of belangrijke informatie.
Waarschuwing: Wordt gebruikt als het noodzakelijk is perso-
nen te waarschuwen voorzichtig te werk te gaan om letsel aan
personen en/of schade aan apparatuur te voorkomen.
!
| 9
Inhoud | Link-9 gebruikershandleiding
Inhoud
11 Algemene informatie
13 Menu's weergeven en hierin navigeren
16 Knopfuncties
22 Radiomenu's
22 Menu Scan (Scannen)
23 Menu Watch (Bewaken)
24 Menu Display (Scherm)
25 Menu Radio setup (Radio-instellingen)
30 Menu DSC/ATIS setup (DSC/ATIS-instellingen)
33 AIS-setup
33 Menu Alarms (Alarmen)
35 Diagnostics
36 Menu Reset (Resetten)
37 Menu DSC-oproep
37 DSC calls (DSC-oproepen)
40 Track buddy (Vriend volgen)
41 Contacts (Contacten)
43 AIS-menu
43 Over AIS
44 Gebruik van de AIS-ontvanger
45 AIS-informatie en display
48 Megafoon / misthoorn
48 De megafoonfunctie (PA) gebruiken
48 De misthoorn gebruiken
50 Mijn kanalen
51 Snelkoppelingen
52 Installatie
52 Checklist
53 Installatieopties
53 Een geschikte montagelocatie kiezen
10 |
Inhoud | Link-9 gebruikershandleiding
59 Configuratie bij eerste keer opstarten
62 Specicaties
66 Kanaaltabellen
66 Kanaaltabel EU en INTERNATIONAAL
74 Kanaaltabel VS
76 Kanaaltabel Canada
79 Maattekeningen
79 Link-9 vaste bevestiging VHF
80 Link-9 handmicrofoon
81 Lijst van met NMEA 2000 compatibele PGN's
| 11
Algemene informatie | Link-9 gebruikershandleiding
Algemene informatie
Uw Link-9 is uitgerust met de volgende handige functies:
Dual channel AIS ontvanger voor het ontvangen en weergeven van
AIS doelen
Afneembare handsetmicrofoon 6 toetsen en ingebouwde luidspreker.
Kan voor of achter worden aangesloten op de radio met optionele
verlengkabel
Ingebouwde GPS-ontvanger en antenne met aansluiting voor
optionele externe GPS-antenne
Misthoorn- en megafoonfuncties
NAV/MOB-knop om speciale navigatie of Man Overboord-schermen
weer te geven
TRI-knop om scannen in dubbele/drievoudige modus te selecteren
Specifieke Wx-knop (weer)
Lijst met favoriete kanalen om uw lijst met veelgebruikte kanalen
samen te stellen
Lijst met snelkoppelingen om uw lijst met veelgebruikte radio-
functies samen te stellen
Toegang tot alle op dit moment beschikbare maritieme VHF-
kanaalbanken (VS, Canada, internationaal) inclusief beschikbare
weerkanalen (afhankelijk van model)
Speciale knop voor kanaal 16 of 9 voor snelle toegang tot het
prioriteitkanaal (internationaal noodkanaal)
DSC (Digital Selective Calling) functie die voldoet aan de wereld-
wijde normen van DSC-klasse D
DISTRESS (noodoproep)-knop om automatisch de MMSI en positie
te verzenden totdat er een bevestiging ontvangen wordt
ATIS voor binnenwateren (EU-modus)
Automatische DSC-overschakeling kan worden uitgeschakeld, DSC-
testfunctie
Contactenlijst met maximaal 50 contacten met MMSI-nummers
Contactenlijst met maximaal 20 groepen met MMSI-nummers
Functie voor Group Call (groepsoproep) en All Ships Call (oproep
aan alle schepen)
Weerswaarschuwing, waar beschikbaar (VS-modus)
Kanaal wordt duidelijk getoond
Aanpasbare contrastinstellingen voor het LCD-scherm
Aanpasbaar backlight van toetsenbord voor gebruik in het donker
Waterdicht en onderdompelbaar, voldoet aan IPx7
1
12 |
Algemene informatie | Link-9 gebruikershandleiding
Keuze tussen hoog (25 W) of laag (1 W) zendvermogen
Krachtige 4 W externe audio-uitgang
Weergave van GPS-breedtegraad en -lengtegraad (LL) en de tijd (bij
geldige GPS-bron)
LL positie-pollinginformatie
| 13
Algemene informatie | Link-9 gebruikershandleiding
Menu's weergeven en hierin navigeren
1
4
3
2
5
1. Gesplitst scherm - met hoofdmenu.
2. Gesplitst scherm - met kanalenscherm.
3. Als er een schuifbalk wordt weergegeven, zijn er boven en/of onder
de weergegeven tekst meer opties beschikbaar.
4. Huidige menuoptie wordt geselecteerd met de kanaalknop.
5. Pijl geeft extra submenu-items aan binnen deze menuoptie.
¼ Opmerking: Druk op de knop Exit (X) om naar de vorige menupagi-
na te gaan of om de menu's helemaal af te sluiten.
Alfanumerieke gegevens invoeren
Draai de kanaalknop om door de lijst met alfanumerieke tekens te
bladeren.
Druk op de kanaalknop om een teken te selecteren en door te gaan
naar het volgende teken.
Als u terug wilt gaan, drukt u op de knop MENU. Druk op X om de
invoer te annuleren en terug te gaan naar het vorige menu.
Betekenissen van LCD-symbolen
Wanneer u de Link-9 opstart, worden kort de merknaam, het model,
de regio, softwareversie en het MMSI-nummer weergegeven.
14 |
Algemene informatie | Link-9 gebruikershandleiding
Tijdens normaal gebruik worden mogelijk de volgende pictogram-
men weergegeven op het scherm (afhankelijk van de configuratie):
Symbool Betekenis
Radio bezig met verzenden
Ontvanger bezig met inkomend signaal
Laag zendvermogen geselecteerd (1W)
Hoog zendvermogen geselecteerd (25W)
Huidig kanaal is Duplex (Simplex wanneer uitgeschakeld)
Huidig kanaal is alleen voor ontvangst
Lokale modus ingeschakeld (gebruikt in gebieden met veel
radioverkeer, bijvoorbeeld in een binnenhaven)
Kanaal is als favoriet opgeslagen
Kanaal wordt tijdens een scan overgeslagen
Door gebruiker opgeslagen weerkanaal (alleen EU/
Internationaal)
Kanaalbank is ingesteld op VS
Kanaalbank is ingesteld op internationaal (Beschikbare kanalen
zijn afhankelijk van de geselecteerde landmodus)
Kanaalbank is ingesteld op Canada
Alleen op EU-modellen. Moet ingeschakeld zijn wanneer het
vaartuig zich in Europese binnenwateren bevindt.
DSC-functie is ingeschakeld
DSC-functie is ingeschakeld, automatische overschakeling is
uitgeschakeld
AIS-functie is ingeschakeld
Interne GPS is ingeschakeld, met geldige 3D positiebepaling
Interne GPS is ingeschakeld, geen positiebepaling
Externe GPS is ingeschakeld, met geldige 3D positiebepaling
Externe GPS is ingeschakeld, geen positiebepaling
Weerwaarschuwing ingeschakeld (alleen VS/Canada)
Gemiste DSC-oproep
Waarschuwing accu bijna leeg (wordt geactiveerd bij 10,5 V).
De functie Track your Buddy (Vriend volgen) is actief
TRI watch or DUAL scan is actief
GPS-simulator is actief
| 15
Algemene informatie | Link-9 gebruikershandleiding
Een gangbaar display:
2 1 18 15 19 17 16 14 13
9 22 20 10
24
5
12
7
11
3
6
4
23
21
8
1. Kanaal is ingesteld op hoog zendvermogen
2. Gemiste oproep in het DSC-oproepenlog
3. Kanaal bevindt zich in de verzendmodus. Zal veranderen in BUSY
(BEZIG) bij ontvangst
4. Volume wordt actief beheerd
5. Huidig kanaal is opgeslagen in 'My Channels' (Mijn kanalen)
6. Track your buddy (Vriend volgen) is ingeschakeld
7. Het huidige kanaal wordt tijdens een scan overgeslagen
8. Volume-indicator
9. Tijd (afgeleid van GPS) - tijdverschil met UTC is toegepast
10. Breedte-/lengtegraad
11. Indicator ruisblokkeringsniveau
12. Kanaalnummer (2 of 4 cijfers)
13. De kanaalbank van de VS is actief
14. DSC-functie is ingeschakeld, maar automatische overschakeling is
uitgeschakeld
15. De functie voor weerswaarschuwingen is ingeschakeld
16. Interne GPS is ingeschakeld, met 3D positiebepaling
17. AIS-ontvanger is ingeschakeld
18. Waarschuwing lage spanning
19. Gevoeligheidsmodus is ingesteld op lokaal
20. Huidig kanaal is Duplex
21. GPS-simulatiemodus is actief
22. Huidig kanaal is ingesteld als het weerkanaal (gebruik Wx-knop om
te selecteren)
16 |
Algemene informatie | Link-9 gebruikershandleiding
23. Huidig kanaal is ingesteld als het bewakingskanaal (gebruik TRI-
knop om te selecteren)
24. MOB-waypoint is actief.
Knopfuncties
Hieronder worden de directe functies van de knoppen beschreven.
Aanvullende informatie over de menu's die u opent met de
knoppen staat vermeld in de opvolgende hoofdstukken.
1
5
7
4
3
2
8 9 10 11 12 13 18
6
20
14
1616
15
17
12
19
1. Kanaalknop/Push to Select
Draai de knop om een kanaal te selecteren, door menu's te
bladeren, alfanumerieke tekens in te voeren en de sterkte van de
achtergrondverlichting gedetailleerd af te stellen (afhankelijk van
het actieve menu).
Druk kort om in menu's selecties te maken.
Druk lang om MY CHANNELS (MIJN KANALEN) te openen.
2. VOL/SQL
Volume en ruisblokkering.
Druk kort op de knop om te selecteren welke regelaar u wilt aan-
passen. De momenteel geselecteerde regelaar wordt aangege-
ven met een kleine driehoekige pijl boven de niveaubalk van
elke optie. Draai de knop met de klok mee om de instelling te
verhogen of draai tegen de klok in om de instelling te verlagen.
De volumeregeling is gelijk voor zowel de interne als externe
luidspreker.
Druk lang om SHORTCUTS (Snelkoppelingen) te openen.
3. X (EXIT)
Druk op X tijdens het navigeren door menu's, om onjuiste invoer te
verwijderen, een menu te verlaten zonder wijzigingen op te slaan
en om terug te keren naar een vorig scherm.
| 17
Algemene informatie | Link-9 gebruikershandleiding
4. DSC-oproep / MENU selecteren)
Druk kort op deze knop om naar het DSC-oproepenmenu te gaan
en DSC-oproepen te verzenden.
Druk lang om de pagina MENU SELECT (Menu selecteren) te
openen.
5. AIS / IC
Druk kort om de AIS modus (Automatic Identification System) in
te schakelen. Zie pagina 33 voor AIS instellingen of pagina 33
voor AIS functionaliteit.
Druk lang om de modus Megafoon / Misthoorn in te schakelen.
Zie pagina 48 voor misthoorn / megafoon-functionaliteit.
6. Zoom-toetsen
Gebruikt in AIS modus.
Druk op TRI (inzoomen) of SCAN (uitzoomen) om de schaal van de
AIS plotter te wijzigen. De beschikbare schalen zijn: 1, 2, 4, 8, 16, 32
nm.
7. Aan/uit en achtergrondverlichting
Druk kort om de achtergrondverlichting in stappen aan te passen.
Druk herhaaldelijk kort op de aan-uitknop om de achtergrondver-
lichting in grote stappen aan te passen. Met de kanaalknop kunt u
de fijnafstelling doen.
Druk lang om de marifoon in of uit te schakelen.
8. NAV / MOB
Druk kort om de modus NAV (Navigatie) in te schakelen. Het
scherm schakelt over naar de navigatiemodus en toont de huidige
SOG en COG van het vaartuig.
Druk op X om de NAV-modus af te sluiten en terug te keren naar de
normale werking van de radio.
Druk lang om de huidige locatie te markeren met een Man-Over-
boord (MOB) waypoint. Het scherm schakelt over naar de MOB-
navigatiemodus en helpt u om terug te varen naar de MOB-locatie:
18 |
Algemene informatie | Link-9 gebruikershandleiding
DST (Afstand tot MOB-waypoint).
BTW (Koers naar MOB-waypoint) en richtingaanduidingen, met
voor wenden naar bakboord, voor recht vooruit en voor
wenden naar stuurboord.
Druk lang op X om MOB-navigatie af te sluiten. Er verschijnt een
pop-upscherm met 2 keuzes:
1. KEEP CURRENT MOB (Houd huidige MOB aan): om naar de nor-
male gebruiksmodus terug te gaan zonder de MOB-navigatie te
annuleren.
2. CANCEL CURRENT MOB (Huidige MOB annuleren): om de huidige
MOB-navigatie te annuleren en terug te keren naar de normale
werking van de marifoon.
Of druk kort op X om de pop-up te sluiten en de huidige MOB-
navigatie te hervatten.
Druk lang op NAV/MOB om een nieuw MOB-waypoint in te stellen
op de huidige locatie. Er verschijnt een pop-upscherm met 2
keuzes:
| 19
Algemene informatie | Link-9 gebruikershandleiding
1. RESUME CURRENT MOB (Huidige MOB hervatten): om de pop-up
te sluiten en de huidige MOB-navigatie te hervatten.
2. CREATE NEW MOB (Nieuwe MOB maken): om de huidige MOB-
navigatie te annuleren en een nieuw Man-Over-Board (MOB)
waypoint te maken op de huidige locatie. Of druk kort op X om de
pop-up te sluiten en de huidige MOB-navigatie te hervatten.
9. Weerkanaal
Druk kort (model VS/Canada) om naar het laatst geselecteerde
NOAA- of Canadese weerstation te luisteren.
Voor alle andere modellen kunt u hiermee het kanaal instellen op
een door de gebruiker geprogrammeerd station.
Druk lang (alle modellen behalve VS/Canada) om het huidige
kanaal op te slaan als het weerkanaal.
10. SCAN / ZOOM-
Normale radiomodus:
Druk kort om de modus ALL SCAN (Alles scannen) in te schakelen.
In deze modus worden alle kanalen één voor één gescand op
activiteit. Als er een signaal wordt ontvangen, stopt het scannen bij
dat kanaal en verschijnt het pictogram BUSY (BEZIG) op het scherm.
Als het signaal langer dan 5 seconden wordt onderbroken, begint
het scannen opnieuw.
Draai aan de kanaalknop om een bezet kanaal tijdelijk over te
slaan (uit te sluiten) en het scannen te hervatten. Of het scannen
omhoog of omlaag langs de kanaalnummers verloopt (vooruit of
achteruit), is afhankelijk van de draairichting. Als het kanaal nog
steeds bezet is wanneer het scannen van de volledige cyclus is
voltooid, wordt weer bij dit kanaal gestopt. Het is niet mogelijk om
het prioriteitkanaal over te slaan.
Druk op ENT om het kanaal permanent over te slaan. Voor dit
kanaal wordt het pictogram SKIP (OVERSLAAN) op het LCD-scherm
weergegeven.
Als u een overgeslagen kanaal wilt selecteren, selecteert u het
kanaal terwijl de normale modus geactiveerd is (niet-scanmodus)
en drukt u vervolgens op de knop ENT. Het pictogram SKIP
(OVERSLAAN) verdwijnt. Nadat de marifoon is uitgeschakeld en
weer ingeschakeld, worden alle overgeslagen kanalen hersteld.
Druk tijdens het scannen op SCAN of X om bij het huidige kanaal te
stoppen en terug te keren naar normale werking.
Druk lang op SCAN tijdens normale werking om het menu SCAN
(SCANNEN) te openen.
20 |
Algemene informatie | Link-9 gebruikershandleiding
AIS modus:
Druk kort op om de schaal van de AIS plotter met één schaal tege-
lijk uit te zoomen. De beschikbare schalen zijn: 1, 2, 4, 8, 16, 32 nm.
11. TRI / ZOOM+
Normale radiomodus:
Druk kort om DUAL WATCH (Dubbele bewaking) of TRI WATCH
(Drievoudige bewaking) te starten (als kanaalbewaking is ingesteld)
Druk lang om het huidige kanaal in te stellen als het te bewaken
kanaal.
Wanneer u kort op de knop TRI drukt, schakelt de marifoon naar de
bewakingsmodus DUAL (DUBBEL) of TRI (DRIEVOUDIG), afhankelijk
van het feit of er een bewakingskanaal is ingesteld.
Als er geen bewakingskanaal is ingesteld, wordt DUAL WATCH
(Dubbele bewaking) geactiveerd, waarbij de bewaakte kanalen
het huidige kanaal en het prioriteitkanaal zijn (in de meeste landen
is dit het noodkanaal, kanaal 16). Als er een bewakingskanaal is
ingesteld, is TRI WATCH (Drievoudige bewaking) geactiveerd, waarbij
de bewaakte kanalen het huidige kanaal, het bewakingskanaal en
het prioriteitkanaal zijn (in de meeste landen is dit het noodkanaal,
kanaal 16). Als op de marifoon de instelling voor 'Country' (Land) is
ingesteld op 'USA' (VS), worden er twee prioriteitkanalen bewaakt:
kanaal 9 en 16.
AIS modus:
Druk kort op om de schaal van de AIS plotter met één schaal tege-
lijk in te zoomen De beschikbare schalen zijn: 1, 2, 4, 8, 16, 32 nm.
12. 16 / 9 (Radio en handsetmicrofoon)
Druk kort om over te schakelen naar het prioriteitkanaal. Druk
nogmaals om terug te gaan naar het oorspronkelijke kanaal. Het
prioriteitkanaal is standaard ingesteld op kanaal 16.
Voor Amerikaanse modellen: druk lang om kanaal 09 in te stellen
als prioriteitkanaal.
13. DISTRESS
Druk kort om een noodoproep te starten. Vervolgens moet u het
type noodgeval in een lijst selecteren.
Druk lang om een niet-gespecificeerde noodoproep te doen.
Deze noodoproep wordt verzonden naar alle radio's die zijn
uitgerust met DSC, waardoor op elke DSC-radio binnen het bereik
een alarm wordt gegenereerd. Als er positie-informatie beschikbaar
is, wordt deze meegezonden.
| 21
Algemene informatie | Link-9 gebruikershandleiding
14. H/L (Zendvermogen) (Alleen handsetmicrofoon)
Druk om te schakelen tussen hoog (25 W) en laag (1 W) zendver-
mogen voor de hele kanaalbank. De selectie HI (Hoog) of LO (Laag)
wordt getoond op het LCD-scherm.
Op sommige kanalen is alleen laag zendvermogen beschikbaar.
Er klinken foutpieptonen als u probeert het zendvermogen te
wijzigen terwijl is afgestemd op een van deze kanalen.
Op sommige kanalen is in het begin alleen verzending op laag
zendvermogen mogelijk, maar hierop kan hoog vermogen
worden gebruikt door (lang) te drukken op H/L nadat u PTT hebt
losgelaten. Als u weer wilt verzenden op hoog vermogen, houdt u
de knop H/L ingedrukt nadat u de knop PTT hebt losgelaten.
15. Kanaalwijziging
Druk kort op () om een kanaal omhoog te gaan en druk kort
op () om een kanaal omlaag te gaan. Als u een van de knoppen
ingedrukt houdt, wordt na een korte vertraging snel door de
kanalen gebladerd. Afhankelijk van het actieve scherm worden deze
toetsen ook gebruikt voor het bladeren door menus, alfanumerieke
invoer en aanpassing van het achtergrondlichtniveau.
16. VOL +/- (Volume) (Alleen handsetmicrofoon)
Wijzigt het volume van de handsetmicrofoon.
Druk kort op (+) om het volume te verhogen of op (-) om het
volume te verlagen.
17. PTT (Push-to-talk)
Druk op de knop om te verzenden. Laat de knop alleen los gedur-
ende de tijd die nodig is om het bericht te verzenden. De marifoon
kan geen signalen ontvangen terwijl deze bezig is met verzenden.
18. Aansluiting voor handset microfoon (voorzijde). Sluit de afneembare
handsetmicrofoon aan. Deze kan ook worden aangesloten op de
achterkant van de radio.
19. MIC (Microfoon)
De microfoon kan worden aangesloten op de voorste MIC-
connector of de achterste MIC-connector. Een optionele verleng-
kabel van 5 m of 10 m is verkrijgbaar voor montage van de micro-
foon op een andere locatie.
20. LCD (Display)
22 |
Radiomenu's | Link-9 gebruikershandleiding
Radiomenu's
Als u de knop MENU ingedrukt houdt, wordt de pagina MENU
SELECT (MENU SELECTEREN) geopend. Hieronder ziet u een
overzicht van de menustructuur (alleen bovenste en tweede
niveau):
ALL SCAN
ALL CHANNELS + 16
MY CHANNELS
MY CHANNELS + 16
EDIT MY CHANNELS (kanalen kiezen)
DUAL WATCH
TRI WATCH
SET WATCH CHANNEL (kanaal kiezen)
TIME DISPLAY (ON / OFF)
POS DISPLAY (ON / OFF)
COG/SOG (ON / OFF)
BACKLIGHT (>)
CONTRAST (0-10)
SENSITIVITY (DISTANT/LOCAL)
UIC (>)
POWER OUTPUT (HIGH/LOW)
CH NAME (>)
KEY BEEP (0-10)
UNITS (>)
INT SPEAKER (ON/OFF)
EXT SPEAKER (ON/OFF)
GPS (>)
COM PORT (>)
TIME (>)
VESSEL CALLSIGN (>)
AUTO POWER ON (AUTO/MANUAL)
MENU TIMEOUT (0-15 MINS)
DSC FUNCTION (X)
USER MMSI (>)
ATIS FUNCTION (ON/OFF)
SEA/INLAND MODE (SEA/INLAND)
ATIS ID (>)
INDIVIDUAL ACK (AUTO/MANUAL)
POS ACK (OFF/AUTO/MANUAL)
AUTO SWITCH (ON/OFF)
TEST ACK (AUTO/MANUAL)
RX DISTR WHILE OFF (X)
DSC TIMEOUT (>)
WATCH
DISPLAY
SCAN
RADIO SETUP
DSC SETUP
ALARMS
GPS ALERT (>)
WX ALERT (>)
DSC ALARM (>)
CPA ALARM (>)
RESET
(EU-modus)
(EU-modus)
(EU-modus)
(US/CAN-modus)
(YES/CANCEL)
AIS SETUP
AIS FUNCTION (X)
AIS DISPLAY (MMSI/NAME)
CPA (>)
TCPA (>)
(US/CAN/INT-modus)
DIAGNOSTICS
GPS STATUS (>)
SYSTEM DIAGNOSTICS (>)
Knop:
(>) meer menuopties
(X) selectie wijzigen. ‘X’ betekent dat de optie is ingeschakeld.
Menu Scan (Scannen)
In dit menu kiest u een scanmodus en selecteert u de kanalen die
worden gescand volgens de lijst MY CHANNELS (MIJN KANALEN).
¼ Opmerking: scannen is niet mogelijk als de ATIS-modus is geacti-
veerd.
2
| 23
Radiomenu's | Link-9 gebruikershandleiding
All scan (Alles scannen)
Hiermee scant u alle kanalen op volgorde.
All channels + 16 (Alle kanalen + 16)
Hiermee scant u alle kanalen op volgorde en wordt na elke kanaal-
stap het prioriteitkanaal gecontroleerd.
My channels (Mijn kanalen)
Hiermee scant u alle kanalen die zijn geselecteerd in EDIT MY
CHANNELS (MIJN KANALEN BEWERKEN).
My channels + 16 (Mijn kanalen + 16)
Hiermee scant u alle kanalen die zijn geselecteerd in EDIT MY
CHANNELS (MIJN KANALEN BEWERKEN) en wordt na elke kanaalstap
het prioriteitkanaal gecontroleerd.
Edit my channels (Mijn kanalen bewerken)
Hiermee kunt u een aangepaste lijst met kanalen maken. Deze lijst
wordt gebruikt tijdens een scan in MY CHANNELS (MIJN KANALEN).
Menu Watch (Bewaken)
In dit menu kiest u een bewakingsmodus en selecteert u het
bewakingskanaal. De bewakingsmodus kan worden beschouwd
als een kanaalscan op een subset kanalen, waarbij om de drie
seconden kort naar de gescande kanalen wordt 'geluisterd' om te
bepalen of er actieve radiocommunicatie is.
¼ Opmerking: bewakingsmodi zijn niet beschikbaar als de ATIS-mo-
dus is geactiveerd.
Dual watch (Dubbele bewaking)
Selecteer dit om het huidige kanaal en het prioriteitkanaal (kanaal
16) te bewaken.
24 |
Radiomenu's | Link-9 gebruikershandleiding
TRI watch (Drievoudige bewaking)
Selecteer dit om het huidige kanaal, het door de gebruiker
geselecteerde bewakingskanaal en het prioriteitkanaal (kanaal 16)
te bewaken.
Set Watch Channel (Bewakingskanaal instellen)
Hiermee kunt u een bewakingskanaal selecteren uit alle beschikbare
kanalen. Het geselecteerde kanaal wordt gebruikt door de modus
TRI WATCH (DRIEVOUDIGE BEWAKING).
¼ Opmerking: als de marifoon is geconfigureerd voor de Amerikaanse
markt, worden er twee prioriteitkanalen bewaakt: kanaal 9 en 16.
Menu Display (Scherm)
In dit menu kan de gebruiker de weergegeven scherminformatie
gedeeltelijk aanpassen en het scherm aanpassen voor de beste
zichtbaarheid, afhankelijk van de gebruiker en de bedienings-
omstandigheden.
Time display (Tijdweergave)
Selecteer dit om de tijdweergave in te stellen op ON (AAN) of OFF
(UIT).
Als dit is ingesteld op ON (AAN), wordt de weergave van COG/
SOG (Koers over grond/Grondsnelheid) uitgeschakeld vanwege
ruimtegebrek op het scherm.
LOC (Lokale tijd) wordt onder de tijd weergegeven als er een UTC-
afwijking is ingevoerd. Als er geen UTC-afwijking is toegepast, wordt
op deze plaats UTC weergegeven.
POS display (Positieweergave)
Selecteer dit om de weergave van de positie die wordt verkregen
van het aangesloten GPS-systeem in te stellen op ON (AAN) of OFF
(UIT). Als er geen GPS-systeem is aangesloten en er een handmatige
invoer is gedaan, wordt de weergegeven positie voorafgegaan door
een 'M'.
COG/SOG
Selecteer dit om de weergave van de COG/SOG (Koers over grond/
Snelheid over grond) die wordt verkregen van geselecteerde GPS-
bron in te stellen op ON (AAN) of OFF (UIT).
Als dit is ingesteld op ON (AAN), wordt de tijdweergave ingesteld op
OFF (UIT) vanwege ruimtegebrek op het scherm.
| 25
Radiomenu's | Link-9 gebruikershandleiding
Backlight (Achtergrondverlichting)
Backlight level (Niveau achtergrondverlichting)
Selecteer dit om het niveau van de achtergrondverlichting aan te
passen met de kanaalknop. Als het bereik is ingesteld een waarde
van 1 t/m 10 instellen.
Druk op de knop MENU SELECT (MENU SELECTEREN) om de
nachtmodus te activeren (de displaykleuren worden omgekeerd).
Network group (Netwerkgroep)
Stel deze waarde in op dezelfde waarde als die van andere
Lowrance-apparaten in het NMEA 2000 netwerk, zodat u de niveaus
van de achtergrondverlichting tegelijkertijd kunt instellen. Als u de
achtergrondverlichting afzonderlijk wilt instellen, stelt u een waarde
in die nergens anders wordt gebruikt.
Contrast
Selecteer dit om het schermcontrast aan te passen met de kanaal-
knop. Het bereik is 00 t/m 10.
Menu Radio setup (Radio-instellingen)
In het menu Radio setup (Radio-instellingen) staan de instellingen
die normaalgesproken worden geconfigureerd tijdens installatie en
die zelden hoeven te worden gewijzigd.
Sensitivity (Gevoeligheid)
Gebruik LOCAL/DIST (Lokaal/Afstand) om de gevoeligheid van
de ontvanger lokaal (LOCAL) of over lange afstanden (DIST) te
verbeteren.
LOCAL wordt niet aanbevolen voor gebruik op open zee. Dit is
bedoeld voor gebruik in gebieden met veel radioruis, bijvoorbeeld
in de buurt van een drukke haven of stad.
UIC
Kies tussen de kanaalbanken USA, INT (International) of CAN
(Canada). De geselecteerde kanaalbank wordt op het LCD-scherm
getoond samen met het laatst gebruikte kanaal. Alle kanaaltabellen
kunt u vinden in hoofdstuk 10.
¼ Opmerking: UIC is niet op alle modellen beschikbaar.
26 |
Radiomenu's | Link-9 gebruikershandleiding
Power output (Uitgangsvermogen)
Selecteer dit om te schakelen tussen HI (hoog, 25 W) en LO (laag, 1
W) zendvermogen voor de hele kanaalbank. De of wordt
op het LCD-scherm weergegeven, afhankelijk van uw keuze. Bij een
laag zendvermogen wordt aanzienlijk minder stroom van de accu
verbruikt (ongeveer 1/4). Dit wordt aanbevolen voor communicatie
over korte afstand en wanneer de accucapaciteit beperkt is.
¼ Opmerking: sommige kanalen kunnen niet worden ingesteld op
een hoog vermogen en hierbij wordt LO (Laag) weergegeven, on-
geacht de instelling voor het uitgangsvermogen in het menu.
CH name (Kanaalnaam)
Met CH NAME (KANAALNAAM) kunt u de beschrijvingen van de
kanaalnamen op het scherm bewerken of verwijderen. Selecteer dit
om de huidige beschrijving van het momenteel gebruikte kanaal te
bewerken. De maximale lengte is 12 tekens.
Key beep (Toetstoon)
Selecteer dit om het volume van de toetstonen te wijzigen.
U kunt het volume instellen op een waarde van 00 - 10 (00 is geen
geluid en 10 is het luidst).
Units (Eenheden)
Selecteer SPEED (Snelheid) om te kiezen of de snelheid wordt
weergegeven in KNOTS (Knopen), MPH (Mijl/u) of KPH (Km/u).
Selecteer COURSE (Koers) om te schakelen tussen weergave in
MAGNETIC (Magnetisch) of TRUE (Werkelijk).
Een werkelijke noordelijke koers wordt gecorrigeerd voor magne-
tische variatie. Een magnetische noordelijke koersbron moet ook
gegevens over de magnetische afwijking uitvoeren als de koers
moet worden weergegeven als een werkelijke noordelijke waarde.
Int speaker (Interne luidspreker)
Selecteer dit om de interne luidspreker van de marifoon in te stellen
op ON (AAN) of OFF (UIT).
Ext speaker (Externe luidspreker)
Selecteer dit om de externe luidspreker van de marifoon in te
stellen op ON (AAN) of OFF (UIT).
| 27
Radiomenu's | Link-9 gebruikershandleiding
GPS
Manual (Handmatig)
Selecteer MANUAL (Handmatig) om een GPS-positie (en de tijd)
in te voeren vanaf een andere bron wanneer de marifoon geen
positiegegevens ontvangt van een interne bron of netwerkbron.
De handmatig ingevoerde GPS-positie kan worden gebruikt in DSC-
oproepen.
Als POS Display (Positieweergave) is ingesteld op ON (Aan), worden
de breedtegraad en lengtegraad op het scherm weergegeven met
het voorvoegsel 'M', dat staat voor handmatige invoer.
¼ Opmerking: de handmatige invoer wordt automatisch vervangen
wanneer er een werkelijke GPS-positie wordt ontvangen via NMEA
0183, NMEA 2000 of interne GPS, afhankelijk van de instelling GPS
SOURCE (GPS-bron).
GPS source (GPS-bron)
Kies NMEA 2000 voor GPS via NMEA 2000 netwerk. Een lijst met
beschikbare apparaten geïnstalleerd op uw NMEA 2000 netwerk
wordt weergegeven. Kies AUTO SELECT (Automatisch selecteren)
om de beste GPS-bron te kiezen die wordt weergegeven op NMEA
2000 of een ander vermeld apparaat.
Kies NMEA 0183 om de marifoon te laten luisteren naar GPS-
gegevens op de seriële NMEA 0183 poort.
Kies BUILT-IN (Ingebouwd) om het interne GPS-systeem te gebrui-
ken. Vervolgens hebt u de keuze om de interne GPS-antenne van de
marifoon te gebruiken, of een optionele externe GPS-antenne die is
aangesloten op de SMA-poort voor de externe GPS-antenne.
U kunt een externe (netwerkbron) of interne GPS-bron selecteren.
Een geldige GPS-bron is vereist voor DSC, AIS en navigatiefuncties:
Networked (Netwerkbron)
Als een netwerkbron is geselecteerd, wordt het symbool
weergegeven.
Zodra een geldige fix is verkregen, wordt weergegeven:
Kies NMEA 2000 voor GPS via NMEA 2000 netwerk.
28 |
Radiomenu's | Link-9 gebruikershandleiding
Intern
Als een externe GPS-bron niet beschikbaar is, selecteert u het
interne GPS-systeem, aangegeven door het pictogram.
Zodra een geldige fix is verkregen, verandert het pictogram in
Kies BUILT-IN om het interne GPS-systeem te gebruiken. Kies
vervolgens de GPS-antenne die u wilt gebruiken:
Selecteer INTERNAL ANTENNA om de in de radio ingebouwde
GPS-antenne te gebruiken
Selecteer EXTERNAL ANTENNA om de optionele GPS-antenne te
gebruiken die op de radio is aangesloten via de SMA-poort van
de GPS-antenne.
GPS SIM
Selecteer dit om de functie in te stellen op ON (Aan) of OFF (Uit).
Als de GPS-simulator is ingesteld op ON (Aan), worden de
gesimuleerde grondsnelheid (SOG), koers over de grond (COG)
en de LL-positie op het scherm weergegeven. Dit is alleen voor
demonstratie. Het pictogram SIM wordt weergegeven om de
gebruiker te waarschuwen als deze modus is geactiveerd.
¼ Opmerkingen:
Het is in simulatormodus niet mogelijk een DSC-oproep te ver-
zenden.
De GPS-simulator wordt ingesteld op OFF (Uit) wanneer de radio
wordt uitgeschakeld en vervolgens weer wordt ingeschakeld, of
wanneer werkelijke GPS-gegevens beschikbaar zijn.
COM-poort
De NMEA 0183 COM-poort wordt gebruikt door de radio om gege-
vens te verzenden en te ontvangen. Dit is een globale instelling
voor de GPS-, DSC- en AIS-functies van de radio.
Baudrate
Selecteer 38400 of 4800 baud.
¼ Opmerking: AIS vereist in het algemeen 38400 Baud. De stan-
daardinstelling is 38400; als 4800 wordt geselecteerd, wordt een
waarschuwing gegeven dat 'data verloren kunnen gaan'.
Checksum
Selecteer dit om de functie in te stellen op ON (Aan) of OFF (Uit).
Indien ingeschakeld, worden ontvangen NMEA 0183 gegevens
| 29
Radiomenu's | Link-9 gebruikershandleiding
gevalideerd. Als de checksum niet overeenkomt, worden de gege-
vens genegeerd.
Indien uitgeschakeld, is er geen controle op corrupte gegevens.
Time (Tijd)
Time oset (Tijdsverschil)
Selecteer TIME OFFSET (Tijdsverschil) om het verschil tussen UTC
en de lokale tijd in te voeren. U kunt stappen van 15 minuten
gebruiken, met een maximaal verschil van + of - 13 uur.
¼ Opmerking: dit wordt niet automatisch aangepast voor de zomer-
tijd.
Time format (Tijdformaat)
Selecteer dit om te schakelen tussen de 12- en 24-uurs notatie.
Vessel call sign (Roepnaam vaartuig)
Selecteer dit om de roepnaam van het vaartuig in te voeren.
Gebruikt door de MOB- en AIS-functies.
Auto power ON (Automatisch inschakelen (AUTO))
Selecteer AUTO om te zorgen dat de radio altijd wordt ingeschakeld
als de stroom wordt aangezet.
Menu timeout (Menutime-out)
U kunt een inactiviteittime-out instellen om de marifoon terug te
zetten op de normale bedrijfsmodus als er geen activiteit van de
gebruiker wordt geconstateerd terwijl op de marifoon een menu
wordt weergegeven.
Selecteer tussen NONE (Geen), 5 MINS (5 min), 10 MINS (10 min) en
15 MINS (15 min).
(De standaardwaarde is 10 MINS (10 min)).
¼ Opmerking: er wordt een andere time-out gebruikt wanneer de
marifoon geen activiteit merkt tijdens een DSC-oproep. Zie “DSC
timeout (DSC-time-out)” op pagina 32.
30 |
Radiomenu's | Link-9 gebruikershandleiding
Menu DSC/ATIS setup (DSC/ATIS-instellin-
gen)
DSC-functie
Het wordt aanbevolen de DSC-functie altijd ingeschakeld te laten,
tenzij het vaartuig wordt gebruikt binnen een ATIS-regio. U moet in
de marifoon een MMSI-nummer invoeren voordat u de DSC-functie
kunt inschakelen. Indien ingeschakeld, wordt het symbool
weergegeven.
User MMSI (MMSI van gebruiker)
Voer een MMSI-nummer in om de DSC-functie van de marifoon te
kunnen openen. Deze unieke id moet worden verstrekt door een
lokale radiospectrumautoriteit. Voer GEEN willekeurig 'verzonnen'
nummer in.
¼ Opmerking: neem contact op met een Lowrance dealer als u het
MMSI-nummer na de eerste invoer wilt wijzigen.
ATIS function (ATIS-functie) (alleen ATIS-radio's in de EU)
ATIS moet ingeschakeld zijn bij het varen over binnenwateren van
de landen die de Baselovereenkomst (RAINWAT) hebben onder-
tekend. Gebruik het NIET buiten deze landen. De DSC-functie
kan niet worden gebruikt wanneer ATIS is ingeschakeld. Indien
ingeschakeld, wordt het symbool weergegeven.
Sea/Inland use (Zee/binnenwater gebruik)
(alleen ATIS-radio's in EU)
Hiermee schakelt u tussen de modus DSC (zee) en ATIS (binnen-
water). Deze modi kunnen niet gelijktijdig geselecteerd zijn.
ATIS ID (ATIS-id) (alleen ATIS-radio's in de EU)
Voer een ATIS-nummer in om de ATIS-functie van de marifoon te
kunnen openen. Deze unieke id moet worden verstrekt door een
lokale radiospectrumautoriteit. Voer GEEN willekeurig 'verzonnen'
nummer in.
¼ Opmerking: neem contact op met een Lowrance dealer als u de
ATIS-id na de eerste invoer wilt wijzigen.
| 31
Radiomenu's | Link-9 gebruikershandleiding
Individual acknowledge (Individuele bevestiging)
U kunt op de marifoon instellen of een inkomende 'individuele'
oproep automatisch wordt bevestigd of dat er handmatige actie
nodig is:
Automatisch
Na een vertraging van 15 seconden schakelt de marifoon over naar
het gevraagde kanaal en verzendt een automatische bevestiging
dat de marifoon gereed is voor het gesprek. Standaard bij model
voor VS.
Manual (Handmatig)
De gebruiker moet handmatig kiezen of hij een bevestiging
wil verzenden en moet ook handmatig overschakelen naar het
gevraagde kanaal. Standaard bij model voor EU.
¼ Opmerking: dit is niet van toepassing op andere typen oproepen
dan 'Individual' (Individueel).
Position acknowledge (Positie bevestigen) (verzoek)
U kunt op de marifoon instellen of een inkomend positieverzoek
automatisch wordt bevestigd, of handmatige actie vereist is voor
bevestiging, of dat de verzoeken worden genegeerd.
AUTO (Automatisch)
Hiermee verzendt u de huidige positie automatisch naar de radio
die de oproep heeft gedaan.
MANUAL (Handmatig)
De gebruiker moet handmatig kiezen of hij positie-informatie wil
verzenden.
OFF (Uit)
Alle inkomende positieverzoeken worden genegeerd.
Auto switch (channel) (Automatische overschakeling
(kanaal))
Deze instelling is alleen van toepassing op een oproep naar alle
schepen en DSC-groepsoproepen.
Een ontvangen DSC-oproep bevat mogelijk een verzoek om voor
verdere communicatie over te schakelen naar een specifiek kanaal.
Wanneer AUTO SWITCH (Automatische overschakeling) is ingesteld
op ON (Aan), schakelt de marifoon na een vertraging van 10 secon-
32 |
Radiomenu's | Link-9 gebruikershandleiding
den over naar een ander kanaal. Op de marifoon worden ook opties
weergegeven om onmiddellijk over te schakelen of om het verzoek
te negeren en op het huidige kanaal te blijven.
Met AUTO SWITCH (Automatische overschakeling) op OFF (Uit):
Elk verzoek om kanaaloverschakeling vereist handmatige
bevestiging.
Het volgende symbool wordt weergegeven:
Test acknowledge (Testoproep bevestigen)
U kunt op de marifoon instellen of een inkomende testoproep
automatisch wordt bevestigd of dat er handmatige actie nodig is:
Manual (Handmatig)
De gebruiker moet handmatig kiezen of hij en bevestiging wil ver-
zenden.
Automatic (Automatisch)
De DSC-testoproep wordt automatisch bevestigd na een vertraging
van 10 seconden.
Receive distress while o (Noodoproep ontvangen
wanneer uitgeschakeld)
Als u deze functie inschakelt, wordt op de marifoon een
waarschuw-ing voor DSC-noodoproepen weergegeven, ook
wanneer de DSC-functie is uitgeschakeld. Voor deze functie maakt
het niet uit of er een MMSI-nummer is ingevoerd of niet.
DSC timeout (DSC-time-out)
U kunt een inactiviteittime-out instellen om de marifoon terug te
zetten op de normale bedrijfsmodus als er geen activiteit van de
gebruiker wordt geconstateerd terwijl de marifoon bezig is met een
DSC-oproep.
Noodoproepen hebben een aparte timer die wordt gebruikt voor
alle andere DSC-oproepen:
Distress (Nood)
Selecteer tussen NONE (GEEN), 5 MINS (5 MIN), 10 MINS (10 MIN)
en 15 MINS (15 MIN). (De standaardwaarde is NO TIMEOUT (GEEN
TIME-OUT)).
| 33
Radiomenu's | Link-9 gebruikershandleiding
Non Distress (Geen nood)
Selecteer tussen NONE (GEEN), 5 MINS (5 MIN), 10 MINS (10 MIN) en
15 MINS (15 MIN). (De standaardwaarde is 15 MINS (10 MIN)).
AIS-setup
Deze radio heeft een AIS-ontvanger die informatie kan ontvangen
van andere schepen die AIS-informatie verzenden.
AIS-functie
Schakel het selectievakje in om de AIS-ontvanger te activeren.
Indien ingeschakeld, wordt het symbool
weergegeven.
AIS-display
Op het AIS-plotterscherm kunnen AIS-doelen worden weergegeven
met de naam of MMSI van het vaartuig.
CPA
Stel de afstand tot het dichtstbijzijnde naderingspunt (CPA) in. Het
dichtstbijzijnde naderingspunt (CPA) is de minimumafstand tussen
u en een doelvaartuig bij de huidige snelheid en koers. U kunt de
minimale afstand instellen in stappen van 0,1 Nm tussen 0,1 Nm en
25 Nm.
U moet CPA ALARM ingesteld hebben op ON (Aan) in het menu
ALARMEN. Als deze optie is ingesteld op OFF, zijn er geen CPA-
alarmen, ongeacht de bovenstaande instellingen.
TCPA
Stel de Tijd tot dichtstbijzijnde benaderingspunt (TCPA) in. TCPA is
het minimale tijdsbestek om de CPA-afstand af te leggen voordat
het CPA-alarm wordt geactiveerd. U kunt het minimale tijdsbestek
instellen met intervallen van 30 seconden van 1 MIN tot 30 MIN.
Menu Alarms (Alarmen)
GPS alert (GPS-waarschuwing)
De GPS-waarschuwing is een waarschuwing aan de gebruiker dat
de geselecteerde GPS-bron geen geldige positiegegevens levert.
Het bestaat uit een geluidsalarm en een visueel alarm (scherm
knippert en waarschuwingstekst).
34 |
Radiomenu's | Link-9 gebruikershandleiding
GPS alert function (GPS-waarschuwingsfunctie)
Hiermee schakelt u alle waarschuwingen in of uit voor ontbrekende
GPS-gegevens, waaronder een geluidsalarm, knipperend scherm en
waarschuwingstekst.
Alert volume (Waarschuwingsvolume)
Selecteer HIGH (HOOG), LOW (LAAG) of OFF (UIT).
Screen ash (Knipperend scherm)
Selecteer ON (AAN) of OFF (UIT).
WX alert (WX-waarschuwing) (alleen VS/Canada)
De WX-waarschuwing is een melding aan de gebruiker dat er een
speciale waarschuwing van een weerstation is ontvangen.
Deze bestaat uit een geluidsalarm en een visueel alarm.
WX alert function (WX-waarschuwingsfunctie)
Hiermee stelt u de respons van de marifoon op weerswaarschuw-
ingen in op ON (AAN) of OFF (UIT). Deze omvat automatische
overschakeling naar het laatst gebruikte weerkanaal, een geluids-
alarm, een melding op het scherm en knipperende achtergrond-
verlichting.
Alert volume (Waarschuwingsvolume)
Selecteer HIGH (HOOG), LOW (LAAG) of OFF (UIT).
Screen ash (Knipperend scherm)
Selecteer ON (AAN) of OFF (UIT).
DSC-alarm
Voor sommige typen inkomende oproepen kunt u het waarschuw-
ingsvolume en de schermknippering aanpassen. Voor oproepen van
het type SAFETY (VEILIGHEID), ROUTINE en URGENCY (SPOED) kunt
u apart de volgende instellingen configureren:
Alert volume (Waarschuwingsvolume)
HIGH (HOOG), LOW (LAAG) of OFF (UIT).
Screen ash (Knipperend scherm)
ON (AAN) of OFF (UIT).
¼ Opmerking: het is niet mogelijk de waarschuwingsinstellingen voor
noodoproepen te wijzigen.
| 35
Radiomenu's | Link-9 gebruikershandleiding
CPA-alarm
Het CPA-alarm informeert de gebruiker over mogelijk gevaarlijke
situaties waarin een ander vaartuig binnen een bepaalde afstand
van uw schip kan komen. Deze waarde wordt ingesteld in het menu
AIS-setup . pagina 33
Schakelt het CPA-alarm in. Als deze optie is ingesteld op OFF, zijn
er geen T/CPA-alarmen, ongeacht de instellingen. Het bestaat
uit een geluidsalarm en een visueel alarm (scherm knippert en
waarschuwingstekst).
Alert volume (Waarschuwingsvolume)
HIGH (HOOG), LOW (LAAG) of OFF (UIT).
Screen ash (Knipperend scherm)
ON (AAN) of OFF (UIT).
Diagnostics
GPS status
Selecteer om de status van het interne GPS-systeem van de radio
weer te geven met behulp van de interne (ingebouwde) GPS-
antenne of een externe GPS-antenne. GPS-details worden niet
weergegeven als de geselecteerde GPS-bron NMEA 2000,
NMEA 0183 of Manual is:
SNR B4: Signaal-ruisverhouding van de beste vier satellieten in
zicht.
SNR AVG: Gemiddelde signaal-ruisverhouding van alle zichtbare
satellieten.
TIME and DATE: TIJD en DATUM, weergegeven in GMT.
36 |
Radiomenu's | Link-9 gebruikershandleiding
Systeem diagnostics
Selecteer om de diagnose van radio-, DSC- en AIS-systemen te
bekijken:
DSC FUNCTION: Toont resultaat van uitgevoerde DSC hardware
zelftest bij het inschakelen. OK indien geslaagd, anders FAIL.
AIS-RX: Toont het resultaat van de zelftest van de AIS-ontvanger
hardware bij het inschakelen. OK indien geslaagd, anders FAIL.
CH-A RX:, CH-B RX: Geeft het aantal AIS-berichten weer dat is
ontvangen door de tweekanaals ontvanger.
Menu Reset (Resetten)
Hiermee stelt u alle instellingen terug op de standaardfabrieks-
instellingen, behalve alle MMSI-instellingen, de invoer in uw
vriendenlijst en eventuele aangepaste kanaalnamen.
| 37
Menu DSC-oproep | Link-9 gebruikershandleiding
Menu DSC-oproep
DSC (Digital Selective Calling) is een semi-automatische methode
voor het zenden van VHF, MF en HF marifoonoproepen. Een groot
voordeel van radio's met DSC is dat zij oproepen van andere
DSC-radio's kunnen ontvangen zonder dat zij zijn afgestemd op
hetzelfde kanaal als de radio die de oproep doet. De radio die de
oproep doet, geeft details over naar welk kanaal moet worden
overgeschakeld zodat de spraakcommunicatie kan worden gestart.
Er zijn verschillende typen DSC-oproepen. Het type oproep dat
wordt gedaan, is bepalend voor welke informatie met de oproep
wordt verzonden en hoe andere radio's reageren op de inkomende
oproep.
Druk kort op de DSC-knop voor de volgende opties:
DSC calls (DSC-oproepen)
Track buddy (Vriend volgen)
Lijst met contactpersonen
DSC calls (DSC-oproepen)
Er zijn vier typen oproepen, met bijbehorende opties, die u vanuit
dit menu kunt openen.
Individual (Individueel)
Hiermee doet u een oproep naar één ander vaartuig.
U kunt de oproep starten door een bestaand vaartuig te selecteren
in de lijst CONTACTS (CONTACTEN), door het MMSI-nummer van
een ander vaartuig in te voeren via MANUAL (HANDMATIG) of door
een vaartuig te selecteren in de lijst RECENT.
Wanneer de pagina SEND TO (VERZENDEN NAAR) wordt weerge-
geven, draait u aan de kanaalknop om het kanaal te selecteren dat u
wilt gebruiken voor spraakcommunicatie.
Distress (Nood)
U kunt het menu Distress (Nood) openen via het menu DSC Calls
(DSC-oproepen) of u kunt het rechtstreeks openen door de knop
Distress aan de voorzijde van de marifoon kort in te drukken.
U moet de aard van de noodoproep selecteren in de lijst met opties.
Dit wordt weergegeven op andere radio's die de oproep ontvangen.
3
38 |
Menu DSC-oproep | Link-9 gebruikershandleiding
Nadat de noodoproep is verzonden, wacht de marifoon op een
bevestiging.
De noodoproep wordt elke 3,5 tot 4,5 minuten automatisch
opnieuw verzonden totdat er een bevestiging van de noodoproep
wordt ontvangen.
De gebruiker kan ook het volgende selecteren:
RESEND (Opnieuw verzenden) onder OPTION (Optie). U opent
dit door op de menuknop of de knop DSC te drukken. Hiermee
verzendt u de noodoproep onmiddellijk opnieuw.
PAUSE (Pauzeren) onder OPTION (Optie). U opent dit door op de
menuknop of de knop DSC te drukken. Hiermee pauzeert u de
timer voor automatische herverzending van de noodoproep.
CANCEL (Annuleren) Druk op de knop 'X' om de noodoproep te
annuleren.
Als een noodoproep wordt geannuleerd, wordt op het display PTT
--> REASON (PTT --> REDEN) weergegeven en moet de gebruiker
de reden voor de annulering opgeven.
Nadat er een bevestiging van een noodoproep (DISTRESS ACK) is
ontvangen, moet u de waarschuwing stoppen en de reden voor de
noodoproep duidelijk doorgeven. Hiertoe drukt u op de microfoon
| 39
Menu DSC-oproep | Link-9 gebruikershandleiding
de knop 'PTT' in en spreekt u de reden in.
De volgende informatie (indien beschikbaar) moet deel uitmaken
van de noodoproep:
Type noodgeval (indien geselecteerd).
Positie-informatie (de laatste positie die is verkregen van het
GPS-systeem of de handmatig ingevoerde positie wordt 23,5 uur
bewaard of tot het apparaat wordt uitgeschakeld).
Group (Groep)
Hiermee doet u een oproep aan een bekende groep vaartuigen die
allemaal het zelfde GCID-nummer (groepsoproep-id) gebruiken.
U kunt de oproep starten door een bestaande groep te selecteren in
de groepslijst, door een nieuwe GCID in te voeren of door een groep
te selecteren in de lijst RECENT.
Wanneer de pagina SEND TO (Verzenden naar) wordt weergegeven,
draait u aan de kanaalknop om het kanaal te selecteren dat u wilt
gebruiken voor spraakcommunicatie.
All ships (Alle schepen)
Hiermee doet u een oproep aan alle vaartuigen met een DSC-radio
die zich binnen het bereiken bevinden, vergelijkbaar met een
noodoproep. U moet het type oproep selecteren: SAFETY (Veilig-
heid) of URGENCY (Spoed).
Wanneer de pagina SEND TO (Verzenden naar) wordt weergegeven,
draait u aan de kanaalknop om het kanaal te selecteren dat u wilt
gebruiken voor spraakcommunicatie.
Call logs (Oproeplogs)
Dit bevat een lijst oproepen van het type SENT (Verzonden),
RECEIVED (Ontvangen) en DISTRESS (Nood).
POS request (Positieverzoek)
Hiermee verzendt u een positieverzoek naar een ander vaartuig. U
kunt de oproep starten door een bestaand vaartuig te selecteren
in de lijst CONTACTS (Contacten), door het MMSI-nummer van een
ander vaartuig in te voeren via MANUAL (Handmatig) of door een
vaartuig te selecteren in de lijst RECENT.
Er is geen spraakcommunicatie vereist en daarom wordt er geen
optie gegeven om een kanaal tussen schepen te selecteren.
40 |
Menu DSC-oproep | Link-9 gebruikershandleiding
POS report (Positierapport)
Hiermee verzendt u een positierapport naar het vaartuig waarnaar u
een oproep doet.
DSC test (DSC-test)
Hiermee doet u een testoproep naar één ander vaartuig. U kunt de
oproep starten door een bestaand vaartuig te selecteren in de lijst
CONTACTS (Contacten), door het MMSI-nummer van een ander
vaartuig in te voeren via MANUAL (Handmatig) of door een vaartuig
te selecteren in de lijst RECENT.
U kunt het communicatiekanaal niet selecteren.
MMSI/GPS
Hier ziet u het ingevoerde MMSI-nummer en de GPS fix-informatie.
Track buddy (Vriend volgen)
Druk kort de DSC-knop om toegang te krijgen tot de Track Buddy-
functie.
U kunt naar maximaal vijf vaartuigen in de lijst Contacts (Contacten)
herhalende positieverzoeken verzenden, met een aanpasbare tijds-
interval. De vriendenlijst wordt opgeslagen in het geheugen en u
kunt volgen naar wens in- of uitschakelen.
Select buddy (Vriend selecteren)
Hiermee toont u bestaande vrienden die al zijn geselecteerd en
kunt u meer vrienden toevoegen. Als u een vriend selecteert die al
in de vriendenlijst staat, wordt deze verwijderd.
| 41
Menu DSC-oproep | Link-9 gebruikershandleiding
Kies ADD/UPDATE BUDDY (Vriend toevoegen/bijwerken) om de
volledige lijst met contacten weer te geven en te kiezen welke
vriend u wilt toevoegen om te volgen.
Start/Stop tracking (Volgen starten/stoppen)
Als u de optie START TRACKING (Volgen starten) selecteert, wordt
het volgen van vrienden gestart. Dit gebeurt alleen voor vrienden
van wie het volgen in de vriendenlijst is ingesteld op ON (Aan).
Op het scherm van de marifoon wordt aangegeven aan welke
vriend een oproep wordt gedaan. Als er geen bevestiging wordt
ontvangen, zal de marifoon de oproep na enkele seconden
opnieuw verzenden. Per volginterval wordt slechts één nieuwe
poging gedaan. Als het volgen al wordt uitgevoerd, wordt in de
plaats van de tekst START TRACKING (Volgen starten) de tekst STOP
TRACKING (Volgen stoppen) weergegeven.
Interval
De frequentie waarmee aan vrienden een positieverzoek wordt
verzonden, kunt u afstellen op 5, 15, 30 of 60 minuten.
Contacts (Contacten)
Wordt gebruikt voor het bijhouden en oproepen van individuele
contacten en groepen.
View/Add Contact (Contact weergeven/toevoegen)
Hiermee slaat u de namen en bijbehorende MMSI-nummers op van
maximaal 50 cheepscontacten die u regelmatig oproept via DSC.
Contacten worden opgeslagen op naam, in alfabetische volgorde.
Selecteer ADD NEW (Nieuwe toevoegen) om een nieuw contact toe
te voegen.
42 |
Menu DSC-oproep | Link-9 gebruikershandleiding
Als u een bestaande naam in de lijst met contacten selecteert, kunt
u een DSC-oproep doen, een positieverzoek verzenden en het
contact bewerken of verwijderen.
View/Add Group (Groep weergeven/toevoegen)
Hiermee kunt u maximaal 20 groepscontacten maken, bewerken
of verwijderen. Deze worden opgeslagen in alfabetische volgorde.
Voor het maken van een groep zijn alleen een naam en een
groepsoproep-id (GCID) vereist. Een GCID begint altijd met een 0.
De overige cijfers kunt u naar wens instellen. Alle vaartuigen die in
dezelfde groep moeten komen, moeten een geschikte DSC-radio
hebben en moeten dezelfde GCID ingevoerd hebben in hun radio.
Als u een bestaande naam selecteert in de groepslijst, kunt u de
groep bewerken, verwijderen of een oproep aan de groep doen.
¼ Opmerking: wanneer u een groep toevoegt aan deze lijst, zal de
marifoon een groepsoproep beantwoorden als die wordt gedaan
vanaf een andere radio waarvan het groepsnummer in het geheu-
gen staat.
| 43
AIS-menu | Link-9 gebruikershandleiding
AIS-menu
!
Waarschuwing: Om AIS-functies te kunnen gebruiken
moet deze radio zijn voorzien van geldige GPS-gegevens. De
PPI-functie van de plotter geeft doelen niet nauwkeurig weer
als onjuiste GPS-gegevens zijn ingevoerd.
Over AIS
Het maritieme Automatic Identification System (AIS) is een systeem
voor het melden van locatie- en vaartuiginformatie. Hiermee
uitgeruste vaartuigen kunnen hun positie, snelheid, koers en andere
informatie zoals de vaartuigidentiteit automatisch en dynamisch
delen en regelmatig updaten met vaartuigen die ook AIS hebben.
De positie wordt afgeleid uit het Global Positioning System (GPS)
en de communicatie tussen vaartuigen loopt via digitale Very High
Frequency (VHF) transmissie.
Er zijn verschillende typen AIS apparaten:
Klasse A
Op het schip gemonteerde AIS-zendontvanger (zenden en ontvan-
gen) die werkt met behulp van SOTDMA. Bij grote commerciële
schepen heeft SODTMA een zendontvanger nodig om een
constant bijgewerkte sleuvenkaart in zijn geheugen te houden,
zodat het systeem vooraf weet welke sleuven beschikbaar zijn
voor verzenden. SODTMA-zendontvangers maken vervolgens
vooraf melding van hun transmissie, waarmee hun zendsleuf wordt
gereserveerd. SODTMA-transmissies hebben daarom prioriteit in het
AIS-systeem. Dit wordt bereikt via 2 ontvangers in continu bedrijf.
Klasse A's moeten een geïntegreerd display hebben, uitzenden
op 12,5 W, interfaces hebben met meerdere scheepssystemen en
beschikken over geavanceerde eigenschappen en functies. De
standaardzendfrequentie is elke paar seconden. AIS-Klasse A type-
compatibele apparaten ontvangen alle soorten AIS
Klasse B
Op het schip gemonteerde AIS-zendontvanger (zenden en
ontvangen) die gebruik maakt van Carrier-Sense Time-Division
Multiple-Access (CSTDMA) of SOTDMA; er zijn nu 2 aparte IMO-
specificaties voor Klasse B. Bedoeld voor lichtere commerciële
en recreatieve markten. CSTDMA zendontvangers luisteren naar
de sleuvenkaart direct voorafgaand aan verzenden en zoeken
naar een sleuf waarvan het 'geluid' in de sleuf hetzelfde is of
vergelijkbaar met achtergrondgeluid, waarmee wordt aangegeven
dat de sleuf niet wordt gebruikt door een ander AIS-apparaat.
4
44 |
AIS-menu | Link-9 gebruikershandleiding
Klasse Bs zenden op 2 W en hoeven niet te zijn voorzien van een
geïntegreerd display: Klasse Bs kunnen worden aangesloten op de
meeste displaysystemen waarop de ontvangen berichten worden
weergegeven in lijsten of over kaarten heen worden geprojecteerd.
De standaardzendfrequentie is gewoonlijk elke 30 seconden,
maar dit kan variëren afhankelijk van de snelheid van het vaartuig
of de instructies van de basisstations. De Klasse B type standaard
vereist geïntegreerde GPS en bepaalde LED-indicatoren. Klasse B
apparatuur ontvangt alle soorten AIS-berichten.
AIS basisstations
AIS basisstations worden gebruikt door vaartuig-verkeerssystemen
om de uitzendingen van AIS transceivers te volgen en te
controleren.
Aids to Navigation (AtoN) transceivers
AtoN's zijn transceiver die zijn aangebracht op boeien of andere
gevaren voor de scheepvaart, die informatie over hun locatie naar
de omringende vaartuigen zenden.
AIS receivers
AIS receivers ontvangen in het algemeen uitzendingen van klasse
A transceivers, klasse B transceivers, AtoN's en AIS basis-stations,
maar verzenden geen informatie op het vaartuig waarop zij zijn
geïnstalleerd.
Deze radio bevat een AIS-ontvanger (alleen ontvanger).
Gebruik van de AIS-ontvanger
Mits zich andere vaartuigen met AIS-zendontvangers binnen radio-
bereik van uw vaartuig bevinden, ziet u hun gegevens op uw AIS-
plotterscherm verschijnen. Deze gegevens worden ook herhaald op
de NMEA-poorten voor weergave op een compatibele kaartplotter
/ MFD.
Specifieke informatie over hoe u uw kaartplotter zo configureert
dat deze gebruik kan maken van de functionaliteit van de AIS-
ontvanger wordt gegeven in de handleiding van uw kaartplotter.
Als u kaartsoftware op een pc gebruikt, raadpleeg dan de instructies
bij uw kaartsoftware voor het weergeven van AIS informatie.
| 45
AIS-menu | Link-9 gebruikershandleiding
AIS-informatie en display
!
Waarschuwing: Niet alle vaartuigen verzenden AIS-in-
formatie en dus worden niet alle vaartuigen weergegeven of
vermeld op de volgende AIS-schermen.
AIS-vaartuiggegevens kunnen worden weergegeven op het LCD-
scherm van de radio:
1. Druk kort op de AIS/IC-knop om het scherm van de AIS-plotter
weer te geven.
¼ Opmerking: U moet LAT/LON positie-informatie ontvangen om
doelen te kunnen weergeven op de plotter PPI (Plan Position Indi-
cator).
2. Aan de linkerkant van het scherm worden de gegevens van de
AIS-doelen weergegeven. De naam of MMSI van het vaartuig wordt
weergegeven (als de informatie beschikbaar is), afhankelijk van de
instelling die u hebt geselecteerd in sectie "AIS data display format
(AIS DISPLAY)". Ook de positie en de afstand van het doel t.o.v. u
worden weergegeven.
¼ Opmerking: Het kan enige tijd duren voordat AIS-doelen worden
weergegeven.
3. Een basis-PPI aan de rechterkant van het LCD-scherm toont de
locatie van de AIS-doelen ten opzichte van uw positie, namelijk in
het midden van de plotter PPI.
4. Druk op de toets Zoom In (TRI) of Zoom Out (Scan) om de schaal
van de plotter te wijzigen. De beschikbare schalen zijn 1, 2, 4, 8, 16,
32 Nm.
5. Druk nogmaals op de AIS/IC-toets om de weergave te wijzigen in
T/CPA Approach-scherm.
6. Draai de knop om een op het plotterscherm weergegeven AIS-doel
te markeren. Op het geselecteerde doel staat het doelsymbool.
46 |
AIS-menu | Link-9 gebruikershandleiding
7. Druk op ENT om de volledige details van het gemarkeerde doel te
bekijken, zoals MMSI, naam van het vaartuig, afstand, positie, koers,
ROT, COG, SOG, status en andere vaartuiginformatie.
T/CPA Approach-scherm
1. Druk in AIS-modus nogmaals op de AIS/IC-toets om te schakelen
tussen het standaard AIS-scherm en het T/CPA Approach-scherm.
2. In de TCPA Approach-modus worden de details van het naderende
AIS-doel weergegeven aan de linkerkant samen met de geogra-
fische positie ervan op de plotter PPI.
3. Het zoombereik wordt automatisch geselecteerd op het beste
bereik volgens het geselecteerde doel aan de linkerkant.
4. Druk op +/- toets of draai aan de CH-knop om het doel te selec-
teren, druk op de toets ENT om de gewenste informatie weer te
geven of druk op X om terug te keren naar het vorige display.
¼ Opmerking: Als de radio een T/CPA- of CPA-overschrijding detec-
teert, wordt automatisch het T/CPA Approach-scherm weergegeven
met een waarschuwingssignaal. Druk op X om het waarschuwings-
signaal te stoppen. Het alarm klinkt na 1 minuut opnieuw als het
AIS-alarm niet is opgelost.
| 47
AIS-menu | Link-9 gebruikershandleiding
Plottersymbolen en hun betekenis
Uw schip bevindt zich altijd in het midden van het plotterscherm.
U bent op het plotterscherm een rondje, met een dunne lijn om uw
positie t.o.v. het noorden aan te geven.
Alle andere vaartuigen of doelen worden op het plotterscherm
weergegeven door middel van een ruitvorm. Dit zijn doelen
rond uw schip die zich binnen de huidige zoomafstand-instelling
bevinden. De dunne lijn geeft de positie van de doelen aan.
Als een doel is geselecteerd, wordt het vertegenwoordigd door een
ingekleurde ruitvorm.
Voorbeelden:
U en het doelvaartuig varen weg van elkaar.
U en het doelvaartuig varen naar elkaar toe.
¼ Opmerking: Zeemijl is de enige eenheid die in de AIS-modus be-
schikbaar is.
48 |
Megafoon / misthoorn | Link-9 gebruikershandleiding
Megafoon / misthoorn
Er moet een geschikte megafoonluidspreker worden aangesloten
op de megafoonbedrading voordat de MEGAFOON- of
MISTHOORN-functies kunnen worden gebruikt.
De megafoonfunctie (PA) gebruiken
Met de megafoonfunctie kunt u via de handmicrofoon en de mega-
foonluidspreker op hoog volume iets mededelen aan anderen of
schepen.
De megafoonfunctie heeft ook een LUISTER-modus die de mega-
foonluidspreker gebruikt als microfoon om te luisteren of de hoof-
dradio antwoord ontvangt.
1. Druk lang op de AIS/IC-knop om de IC-modus te openen.
2. Selecteer MEGAFOON en druk op ENT.
Druk op PTT om te praten via de megafoon. Draai aan de volume-
knop om het volume te wijzigen. Het volume kan alleen worden
gewijzigd als de PTT-knop is ingedrukt.
Laat PTT los om te LUISTEREN of er wordt geantwoord.
Druk op X om terug te keren naar de normale radiomodus.
De misthoorn gebruiken
De misthoorn laat bepaalde internationale standaard misthoorn-
signalen klinken uit de megafoonluidspreker, afhankelijk van de
geselecteerde modus.
1. Druk lang de AIS/IC-knop om de megafoonmodus te activeren.
2. Selecteer FOG HORN (MISTHOORN) en druk op ENT.
5
| 49
Megafoon / misthoorn | Link-9 gebruikershandleiding
Er zijn 8 keuzes van internationaal erkende misthoornsignalen, en
timing:
HORN Hoorntoon Handbediening
UNDERWAY
(ONDERWEG)
1 lange toon Automatisch elke 2 mi-
nuten
STOP (STOPPEN) 2 lange tonen Automatisch elke 2 mi-
nuten
SAIL (VAREN) 1 lang, 2 kort Automatisch elke 2 mi-
nuten
ANCHOR (VOOR
ANKER)
1 lange golftoon Automatisch elke 2 mi-
nuten
TOW (SLEPEN) 1 lang, 3 kort Automatisch elke 2 mi-
nuten
AGROUND (AAN
DE GROND)
Reeks golftonen Automatisch elke 2 mi-
nuten
SIREN (SIRENE) Sirenetoon Handbediening
Scroll door het menu om een type misthoorn te selecteren en druk
vervolgens op ENT om de geselecteerde misthoorn te starten. Alle
signalen klinken automatisch, behalve HORN en SIREN.
De misthoorn gaat automatisch ongeveer elke twee minuten totdat
u op [X] drukt om te annuleren. Wanneer de misthoorn niet gaat, is
de LUISTER-modus geactiveerd.
Om HORN of SIRENE te laten klinken, houd u de knop ENT inge-
drukt, nadat u de signalen hebt geselecteerd. Het signaal klinkt
zolang u de ENT-knop ingedrukt houdt. U kunt ook PTT gebruiken
om te spreken via de megafoon.
Als de misthoorn afgaat, kunt u het volume wijzigen door aan de
volumeknop te draaien.
Druk op X om terug te keren naar de normale radiomodus.
50 |
Mijn kanalen | Link-9 gebruikershandleiding
Mijn kanalen
U opent de pagina MY CHANNELS (Mijn kanalen) door de
kanaalknop lang in te drukken.
Deze pagina bevat snelkoppelingen naar veelgebruikte kanalen.
Wanneer u deze pagina voor de eerste keer opent, wordt
de hele kanalenlijst weergegeven zodat u de gewenste
snelkoppelingskanalen kunt selecteren.
Wanneer u deze pagina een volgende keer opent, wordt een lijst
met alleen de geselecteerde kanalen weergegeven. Als u een van
de kanalen selecteert, wordt de pagina meteen gesloten en wordt
de marifoon afgestemd op dat kanaal.
U kunt de beschikbare snelkoppelingskanalen op elk moment
wijzigen via EDIT MY CHANNELS (Mijn kanalen bewerken).
¼ Opmerking: Kanalen op deze lijst worden ook gebruikt in sommige
scanopties. U kunt de lijst MY CHANNELS (Mijn kanalen) ook openen
vanuit het menu SCAN (Scannen).
6
| 51
Snelkoppelingen | Link-9 gebruikershandleiding
Snelkoppelingen
U opent de pagina Shortcuts (Snelkoppelingen) door de knop VOL/
SQL lang in te drukken.
Deze pagina bevat snelkoppelingen naar veelgebruikte instellingen.
Welke snelkoppelingen op deze pagina worden weergegeven,
is afhankelijk van de selecties die zijn gedaan in ADD/EDIT
SHORTCUTS (Snelkoppelingen toevoegen/bewerken).
Add/Edit shortcuts (Snelkoppelingen toevoegen/be-
werken)
Kies in de lijst met opties welke menu-opties u als snelkoppeling
wilt toevoegen:
¼ Opmerking: De pagina MY VHF (Mijn VHF) is alleen beschikbaar
voor de gebruiker wanneer deze is ingeschakeld als snelkoppeling.
Deze is niet toegankelijk via een ander menu.
Deze is alleen bedoeld voor het weergeven van radiogegevens op
één eenvoudig bereikbare locatie.
Hier staat informatie zoals het MMSI-nummer, de status van GPS-
gegevens en de roepnaam van het vaartuig (indien ingevoerd),
software- en hardwareversie en het serienummer van de radio
Nadat u de gewenste snelkoppelingen hebt geselecteerd, zijn deze
direct toegankelijk vanaf de pagina met snelkoppelingen:
7
52 |
Installatie | Link-9 gebruikershandleiding
Installatie
Deze Lowrance marifoon met DSC-functie is bedoeld voor het
doen van digitale maritieme noodoproepen voor hulp bij zoek- en
reddingsacties. Om effectief te zijn als veiligheidsinstrument, mag
deze marifoon alleen gebruikt worden binnen het geografisch
bereik van een maritiem VHF-kanaal 70 nood- en veiligheidssysteem
aan wal. Het geografisch bereik kan variëren, maar onder normale
omstandigheden is dit ca. 20 zeemijl.
Checklist
De volgende artikelen dienen in de verpakking aanwezig te zijn.
Controleer dit voordat u met de installatie begint en neem contact
op met uw dealer als er een onderdeel ontbreekt.
¼ Opmerking: Een VHF-antenne wordt niet meegeleverd. Neem con-
tact op met uw Lowrance dealer voor advies over het kiezen van de
juiste antenne voor uw installatie:
1
2 3
4
5
6
7
8
9
10
11
1. VHF-radio
2. Verwisselbare handmicrofoon
3. Beugel voor montage met draaisteun
4. Pakking voor inbouwmontage
5. Zonnescherm
6. Knoppen voor beugel
7. Omlijsting
8. 8 A (3 AG) reserverzekering
9. Steun voor wandmontage van de handmicrofoon
8
ENGLISH
Installation Manual
bandg.com
ENGLISH
Installation Manual
bandg.com
ENGLISH
Installation Manual
bandg.com
ENGLISH
VHF RADIO
User Guide
www.bandg.com | www.simrad-yachting.com | www.lowrance.com
12
| 53
Installatie | Link-9 gebruikershandleiding
10. 2 stuks 3,5 x 20 mm roestvrijstalen bolkop kruiskopschroeven
11. 8 stuks 4 x 25 mm roestvrijstalen bolkop kruiskopschroeven.
12. Documenten: gebruikershandleiding, garantiekaart,
montagesjabloon.
Installatieopties
Er zijn twee installatieopties voor de marifoon.
Montage met beugel:
Als u de meegeleverde draaibeugelsteun gebruikt, kunt u de
marifoon staand op of hangend aan elk plat horizontaal oppervlak
monteren. De marifoon kan verwijderd worden om te worden
opgeborgen en de zichthoek kan aangepast worden.
Inbouwmontage:
De marifoon bevindt zich in een uitsparing en alleen de voorzijde
van de radio is zichtbaar. De bevestiging van de marifoon is
permanent en de zichthoek kan niet aangepast worden.
Een geschikte montagelocatie kiezen
Welke installatiemethode u ook kiest, controleer het volgende voordat
u gaat snijden of boren. De gekozen locatie moet aan de volgende
voorwaarden voldoen:
Minimaal 1 m verwijderd zijn van de VHF-antenne
De achterzijde van de marifoon moet eenvoudig bereikbaar zijn
voor het aansluiten van de 12 V DC voedingsbron, de antenne en
eventuele netwerkkabels.
Is minimaal 45 cm verwijderd van een kompas om magnetische
storing aan het kompas te voorkomen
Heeft dichtbij een geschikte plaats voor wandmontage van de
microfoon.
Biedt makkelijke toegang tot de regelaars op het voorpaneel.
Als u de ingebouwde GPS-antenne wilt gebruiken, moet deze zich
op een locatie bevinden die optimale GPS-prestaties biedt, zie
Aandachtspunten ingebouwde GPS” op pagina 54.
Kijkhoek
De marifoon heeft een groot LCD-scherm. De optimale horizontale
en verticale kijkhoek is minder dan ongeveer +/-20 graden. Zorg dat
de gebruiker vanaf de gekozen locatie een goed zicht heeft op het
display. Idealiter zit de gebruiker direct voor het display of niet meer
dan ca. 20 graden van de voorkant van het display.
54 |
Installatie | Link-9 gebruikershandleiding
¼ Opmerking: als u twijfelt, schakelt u de marifoon tijdelijk in en con-
troleert u of de locatie geschikt is.
20°
20°
20°
20°
Aandachtspunten ingebouwde GPS
1. De ingebouwde GPS-antenne bevindt zich in de voorkant van deze
marifoon boven het luidsprekerrooster.
2. Als u de ingebouwde GPS-antenne wilt gebruiken, moet deze zich
op een locatie bevinden die optimale GPS-prestaties biedt.
3. Er mogen zich geen metalen of grote obstakels bevinden in het pad
tussen de radio en de hemel. Hoe meer obstakels in de weg zitten,
hoe zwakker het GPS-signaal van de antenne.
4. Als de radio is gemonteerd in een romp met een aluminiumlegering
of een ijzerhoudende romp, of benedendeks, dan wordt gebruik van
een externe GPS-antenne aanbevolen. Win professioneel advies in
als u twijfelt.
Installatie met beugel
De draaibeugelsteun biedt een aanpasbare kijkhoek met een
kantelingshoek van 20 graden. Zorg er dus voor dat de gekozen
montagelocatie de gewenste zicht- en bedieningsomstandigheden
biedt.
1. Houd de beugel op de gekozen plaats en gebruik een zacht potlood
| 55
Installatie | Link-9 gebruikershandleiding
om de plaats van de schroefgaatjes op het montageoppervlak af te
tekenen.
2. Boor de vier geleidegaten met een boor van 3 mm.
3. Zet de beugel op de montagelocatie vast met de meegeleverde
4 x 25 mm zelftappende schroeven. Gebruik hiervoor een
kruiskopschroevendraaier.
4. Plaats de marifoon in de beugel.
5. Steek de bevestigingsknoppen door de gaatjes en zet ze voldoende
vast om de marifoon in de gewenste zichthoek te houden.
6.
Plaats de omlijsting op de voorzijde van de marifoon om de ope-
ningen van de montageschroeven in het dashboard te bedekken.
Inbouwmontage
1. Plak de montagesjabloon met plakband op de gekozen montage-
locatie.
2. Snijd of zaag het gebied uit dat is aangegeven met de effen
donkere lijn (met de stippellijn wordt het totale gebied aangegeven
dat na installatie wordt bedekt door het frontstuk van de marifoon).
3. Boor de vier geleidegaten met een boor van 2,5 mm.
4. Verwijder de montagesjabloon.
5. Plaats de pakking op de marifoon.
6. Plaats de marifoon in de open ruimte.
7. Zet de marifoon op de montagelocatie vast met de meegeleverde
3,5 x 20 mm zelftappende schroeven. Gebruik hiervoor een
kruiskopschroevendraaier.
8.
Plaats de omlijsting zodat de 4 montageschroeven worden afgedekt.
56 |
Installatie | Link-9 gebruikershandleiding
De wandsteun van de microfoon installeren
1. Houd de wandsteun voor de microfoon op de gekozen locatie en
markeer de posities voor de schroefgaten op het montageopper-
vlak.
¼ Opmerking: controleer VOORDAT u gaat boren of het krulsnoer van
de microfoon deze plaats goed kan bereiken.
2. Boor de twee geleidegaten met een boor van 2,5 mm.
3. Zet de microfoonbeugel op de montagelocatie
vast met de meegeleverde 3,5 x 20 mm zelf-
tappende schroeven. Gebruik hiervoor een
kruiskopschroevendraaier.
4. Hang de handmicrofoon op de steun.
Installeren van de externe GPS-antenne-500 (optioneel)
Het is niet raadzaam de GPS-antenne tegen een mast te monteren,
waar de antenne door de bewegingen van het vaartuig heen en
weer zwaait en de nauwkeurigheid van de GPS-positie potentieel
vermindert.
Bevestig de GPS-antenne niet binnen 1 m van zendende apparatuur.
Monteer de GPS-500 op een paal of hard oppervlak en leid de kabel
naar de transceiver. Zorg er altijd voor dat de geselecteerde locatie
de antenne een direct, onbelemmerd zicht op de hemel biedt.
Om de externe GPS-antenne op een paal te kunnen monteren,
hebt u een paal van 1 inch met 14 TPI schroefdraad nodig:
Schroef de paaladapter op het schroefdraadgedeelte van de paal.
Voer de kabel die bevestigd is aan de GPS-antenne door de adapter
en de paal.
| 57
Installatie | Link-9 gebruikershandleiding
Bevestig de paal op zijn plaats.
Bevestig de GPS-antenne op de paaladapter met de 2 kleine
schroeven.
Voor oppervlaktemontage van de externe GPS 500-antenne zoekt
u een vlakke, schone plaats met onbelemmerd zicht op de hemel.
Monteer de antenne met de meegeleverde pakking en de 2 kleine
schroeven:
Markeer en boor de 2 bevestigingsgaten en nog een derde gat als u
dat nodig hebt voor de GPS-kabel.
Monteer de pakking door eerst de kabel door het midden van de
pakking te halen.
Schroef de GPS-antenne op het montageoppervlak.
¼ Opmerking: Zorg dat het montagegebied schoon en vrij van vuil is,
zonder verfresten of gruis.
Leid de GPS-kabel naar de transceiver:
Leid de kabel naar uw marifoon en gebruik eventueel verlengkabels.
Sluit de kabel van de GPS-antenne aan op de GPS-connector (SMA)
op de marifoon zoals hierna getoond.
De marifoonkabels aansluiten
Alle kabels op de marifoon moeten worden aangesloten
terwijl de stroomtoevoer vanaf het vaartuig is uitgeschakeld.
De marifoonvoeding heeft polariteitbeveiliging en de zekering
springt als de voeding verkeerd wordt aangesloten. Zorg dat niet-
gebruikte blootliggende draden van elkaar worden gescheiden
om een mogelijke kortsluiting te voorkomen. Als u de NMEA
2000-aansluiting gebruikt, zorg dan dat de regels voor de
netwerktopologie strikt worden opgevolgd.
!
Waarschuwing: gebruik de marifoon nooit terwijl de an-
tenne niet is aangesloten. Hierdoor kan de zender beschadigd
raken.
58 |
Installatie | Link-9 gebruikershandleiding
De connectoren zitten als volgt aan de achterkant van de basisunit:
+
_
T
T
1
2
34 75
6
8
NMEA
0183
Mega-
foonluidspreker
Externe
luidspre-
ker
GPS-
antenne
Kaartplotter
VHF-
antenne
GPS-
antenne
Batterij (+) 12
V DC (nom)
Batterij (-)
1. Accu - (ZWART): sluit deze aan op de negatieve spanningsrail van
het vaartuig.
2. Accu + (ROOD): sluit deze aan op de 12 V DC voeding van het
vaartuig, via een schakelpaneel of een stroomonderbreker (is
voorzien van een inline 8 amp zekering).
3. Aux-poortaansluitingen als volgt:
Draadkleur Apparaat Verbinden met
GRIJS Externe luidspreker + Pluspool van de optionele
externe luidspreker.
GRIJS/
ZWART
Externe luidspreker - Minpool van de optionele
externe luidspreker.
GEEL NMEA 0183 RX_A TX_A van kaartplotter of
actieve GPS-antenne.
GROEN NMEA 0183 RX_B TX_B van kaartplotter of
actieve GPS-antenne.
WIT NMEA 0183 TX_A RX_A van kaartplotter.
BRUIN NMEA 0183 TX_B RX_B van kaartplotter.
| 59
Installatie | Link-9 gebruikershandleiding
BLAUW Megafoonluidspreker + Pluspool van de optionele
megafoonluidspreker.
BLAUW/
ZWART
Magefoonluidspreker - Minpool van de optionele
megafoonluidspreker.
4. Antenne: sluit aan op een maritieme VHF-antenne met behulp van
een 50 ohm kabel waarop een PL259-connector is bevestigd.
5. GND: Optionele aardverbinding. Deze is mogelijk nuttig bij het
verhelpen van geluidsproblemen als gevolg van inductie.
6. GPS-antenne (SMA): zansluiten op externe passieve GPS-antenne.
7. NMEA 2000 netwerkaansluiting. Deze kunt u aansluiten op een
NMEA 2000 compatibele MFD met ingebouwde GPS of een externe
GPS-antenne.
8. Aansluiting handsetmicrofoon (achter): Alternatieve aansluiting
voor de uitneembare handsetmicrofoon. Optionele 1 m en 5 m
verlengkabel beschikbaar.
¼ Opmerking: Aansluiten van externe luidspreker, megafoon, passieve
GPS-antenne en plotter is optioneel.
Conguratie bij eerste keer opstarten
Wanneer de marifoon voor de eerste keer wordt ingeschakeld,
wordt de gebruiker gevraagd een aantal instellingen te
configureren zodat de marifoon optimaal kan functioneren.
Sommige stappen zijn verplicht en andere stappen zijn optioneel
en deze kunt u ook later voltooien.
Druk op de knop DSC/MENU om de cursor één positie naar links
te verplaatsen; druk op de knop TRI om dit scherm over te slaan
en naar het volgende scherm te gaan; druk op de knop X om één
scherm terug te gaan.
De stappen worden hieronder uitgelegd:
1.
Selecteer de regio en het land waar de marifoon zal worden gebruikt:
60 |
Installatie | Link-9 gebruikershandleiding
2. Voer het MMSI-nummer in, indien bekend, of ga door naar de
volgende stap. Voer het nummer opnieuw in om de juiste invoer te
bevestigen:
¼ Opmerking: U kunt de MMSI-invoer slechts eenmaal uitvoeren. Als
u het MMSI-nummer wilt wijzigen, moet u de marifoon naar een
Lowrance dealer brengen.
3. Als u EU hebt geselecteerd als landmodus, vereisen sommige
EU-regio's dat u ATIS instelt. Voer het ATIS-ID-nummer in. Voer het
nummer opnieuw in om de juiste invoer te bevestigen:
4. Voer de roepnaam van het vaartuig in, indien bekend, of ga door
naar de volgende stap:
5. Selecteer een GPS-bron:
6. Stel het tijdsverschil voor uw regio in. Kies of u de tijd wilt weer-
geven in 12- of 24-uurs notatie:
| 61
Installatie | Link-9 gebruikershandleiding
7. Selecteer de indeling 12 HOUR of 24 HOUR:
8. Selecteer CONFIGURE AIS om het AIS-systeem AAN of UIT te zetten:
62 |
Specicaties | Link-9 gebruikershandleiding
Specicaties
ALGEMEEN
Voeding: 12 V DC accu
Nominale bedrijfsspanning + 13,6 V DC
Waarschuwing bij laag
accuniveau: 10,5 V DC +/- 0,5 V
Overspanningsbeveiliging: > 15,8 V +/- 0,5 V
Stroomopname (Zenden): ≤ 6 A @ 25 W / 1,5 A @ 1 W (12 V DC)
Stroomopname
(Ontvangen): Minder dan 820 mA in standby
Vervangende zekering: 8 A, glas type 3 AG; 32 mm
Temperatuurbereik: -20 ºC tot +55 ºC
Bruikbare kanalen: Internationaal, VS, Canada, Weer
(landspecifiek)
Modus: 16K0G3E (FM) / 16K0G2B (DSC)
DSC-modus: Klasse D (wereldwijd) met dubbele
ontvanger (individueel kanaal 70)
Normen - EU: EN 60945:2002, EN 60950-1:2006
+A11:2009+, A1:2010+A12:2011
+A2:2013, EN 62311:2008, EN 301
843-1 V2.2.1, EN 301 489-1 V2.1.1,
Draft EN 301 489-5 V2.2.0, EN 301
489-17 V3.1.1, Draft EN 301 489-19
V2.1.0, EN 301 025 V2.2.1, EN 300
698 V2.2.1, EN 303 413 V1.1.1,
EN 300 328 V2.1.1
Normen - VS/Canada: US/CAN: FCC Part 80, RSS-Gen Issue
5, RSS-182 Issue 5
Normen - internationaal: AS/NZS ETSI EN 301 025
Normen - AIS: ITU-R M.1371-5
Frequentiebereik,
- Zender:
- Ontvanger:
156,025 - 157,425 MHz
156,050 - 163,275 MHz
Kanaalafstand: 25 KHz
Frequentiestabiliteit: ±5 ppm
9
| 63
Specicaties | Link-9 gebruikershandleiding
Frequentieregeling: PLL
Softwareversie (op het
moment van uitgave): v3.47
Apparatuurcategorie:: B (beveiligd)
FYSIEK
LCD-display: FSTN 256x160 pixels, monochroom
Contrastregeling: Ja
Schermverlichting
synchroniseren: Ja, via NMEA 2000 netwerk
Achtergrondverlichting: Witte LED; instelbaar op 10 niveaus;
dag- en nachtstand
VHF antenneconnector: SO-239 (50 ohm)
GPS-antenneconnector: SMA (vrouwelijk)
Waterdichtheid: IPx7
Afmetingen: W=208,3 mm x H=107,2 mm x
D=163,4 mm - zonder beugel
Gewicht: 1,46 kg
Veilige kompasafstand: 0,5 m
NMEA 0183 poort: Ja
NMEA 0183 ingang: RMC, GGA, GLL, GNS
NMEA 0183 uitgang: Ja, DSC (voor DSC-oproep), DSE
(voor gedetailleerde positie), MOB
NMEA 2000 poort: Ja, zie hoofdstuk 12 voor
ondersteunde PGN’s
Externe luidspreker: Ja - 4 ohm, minimaal 4 W
Megafoonluidspreker: Ja - 4 ohm, minimaal 30 W
Handsetmicrofoon: Uitneembaar.
Connector vóór of achter
KENMERKEN
Inbouwmontageset Ja
Lokale/lange-
afstandsregeling: Ja
Positie-polling: Ja
Groepsoproep: Ja
64 |
Specicaties | Link-9 gebruikershandleiding
Oproeplogs: Ja, 20 individuele en 10 nood
Kanaalbenoeming: Ja
Drievoudige bewaking: Ja
Favoriete kanalen scannen: Ja
Alles scannen: Ja
Door gebruikers
programmeerbare MMSI: Ja
MMSI en NAAM-directory Ja, 50 scheepscontacten en 20
groepscontacten.
Software-updates: Ja, via NMEA 2000
ZENDER
Frequentiefout: ≤± 1,5 KHz
Uitgangsvermogen: 25 W (23 ± 2) / 1 W (0,8 ± 0,2)
Zenderbescherming: Open stroomkring/kortsluiting van
antenne
Max. frequentieafwijking: ≤± 5
Hoge en lage waarde van
onechte/harmonische
emissies:
≤ 0,25 µ W
Modulatievervorming ±3
KHz:
≤ 10 %
S/N bij 3 kHz afwijking: ≥ 40 dB
Audioreactie bij 1 KHz: +1 tot -3dB van 6 dB/octaaf van 300
Hz tot 3 kHz
DSC TX-afwijking,
- bij 1,3K:
- bij 2,1K:
2,6 ± 0,26 KHz
4,2 ± 0,42 KHz
ATIS TX-afwijking,
- bij 1,3 KHz:
- bij 2,1 KHz:
1,3 ± 0,13 KHz
2,1 ± 0,21 KHz
ONTVANGER
12dB SINAD gevoeligheid: 0,25 µV (afstand) / 0,8 µV (lokaal)
20db SINAD gevoeligheid: 0,35 µV
Nabuurkanaalselectiviteit: meer dan 70 db
| 65
Specicaties | Link-9 gebruikershandleiding
Respons restproducten: meer dan 70 db
Intermodulatie afwijzing: meer dan 68 db
Niveau restgeluid: meer dan -40 db niet onderdrukt
Uitgangsvermogen audio: 2 W (met 8 ohm bij 10% vervorming)
4 W (met externe luidspreker van 4
ohm)
INGEBOUWDE GPS-ONTVANGER
Ontvangstfrequentie: 1575,42 MHz
Volgcode: C/A-code
Aantal kanalen: 72 kanalen
Horizontale
nauwkeurigheid: <10 m
Positiebepalingstijd: Warme start: 30s / Koude start: 90s
Positie-update-interval: Meestal 1 seconde
MEGAFOON
Audio-uitgangsvermogen: 30 W @ 4 ohm
AIS
AIS-functie: Ja, dubbele ontvangers (alleen
ontvangen)
Frequentie ontvanger: 161,975 MHz (kanaal 87) &
162,025 MHz (kanaal 88)
Ondersteunde AIS-
informatie:
Status; bestemming; ETA; Naam
vaartuig; Type vaartuig; roepnaam;
MMSI-nummer; IMO-nummer;
Ontwerp/Grootte vaartuig; Positie
vaartuig; SOG/COG/Wendsnelheid/
Koers
AIS-doelen: Maximaal 150
¼ Opmerking: specificaties zijn onderhevig aan wijziging zonder voor-
afgaande kennisgeving.
66 |
Kanaaltabellen | Link-9 gebruikershandleiding
Kanaaltabellen
De volgende kanaaltabellen worden alleen verstrekt ter referentie
en zijn mogelijk niet voor alle regio's correct. Het is de verantwoor-
delijkheid van de gebruiker om voor lokale reguleringen de correcte
kanalen en frequenties te gebruiken.
Kanaaltabel EU en INTERNATIONAAL
De volgende tabel bevat de zendfrequenties op de maritieme
mobiele VHF-band.
¼ Opmerking: voor uitleg van de tabel ziet u onderstaande opmerkin-
gen a) t/m zz). (WRC-15)
¼ Opmerking: In onderstaande tabel staan de kanaalnummers voor
maritieme VHF-communicatie op basis van een kanaalafstand van
25 kHz en gebruik van diverse duplexkanalen. De kanaalnummering
en de omzetting van kanalen met twee frequenties voor gebruik
met één frequentie zal worden gedaan conform aanbeveling ITU-R
M.1084-5, bijlage 4, tabellen 1 en 3. In onderstaande tabel staan
ook de geharmoniseerde kanalen waarbij de digitale technologie-
en konden worden toegepast die zijn gedefinieerd in de nieuwste
versie van aanbeveling ITU-R M.1842. (WRC-15)
10
| 67
Kanaaltabellen | Link-9 gebruikershandleiding
Zendfrequenties (MHz)
Kanaal-
nummer
Vanaf
scheepsstations
Vanaf
walstations
S/D/R Naam kanaal Beperking Opmerkingen
01 156,050 160,650 D TELEFOON m)
02 156,100 160,700 D TELEFOON m)
03 156,150 160,750 D TELEFOON m)
04 156,200 160,800 D HAVENACT m)
05 156,250 160,850 D HAVENACT/VTS m)
06 156,300 156,300 S VEILIGHEID f)
07 156,350 160,950 D HAVENACT m)
08 156,400 156,400 S COMMERCIEEL
09 156,450 156,450 S OPROEPEN i)
10 156,500 156,500 S COMMERCIEEL h), q)
11 156,550 156,550 S VTS q)
12 156,600 156,600 S HAVENACT/VTS
13 156,650 156,650 S BRUG COM k)
14 156,700 156,700 S HAVENACT/VTS
15 156,750 156,750 S HAVENACT 1W g)
16 156,800 156,800 S NOOD f)
17 156,850 156,850 S SAR 1W g)
18 156,900 161,500 D HAVENACT m)
19 156,950 161,550 D SCHIP-KUST t), u), v)
20 157,000 161,600 D HAVENACT t), u), v)
21 157,050 161,650 D HAVENACT w), y)
22 157,100 161,700 D HAVENACT w), y)
23 157,150 161,750 D TELEFOON w), x), y)
24 157,200 161,800 D TELEFOON w), ww), x), y)
25 157,250 161,850 D TELEFOON w), ww), x), y)
26 157,300 161,900 D TELEFOON w), ww), x), y)
27 157,350 161,950 D TELEFOON z)
28 157,400 162,000 D TELEFOON z)
60 156,025 160,625 D TELEFOON m)
61 156,075 160,675 D HAVENACT m)
62 156,125 160,725 D HAVENACT m)
63 156,175 160,775 D HAVENACT m)
64 156,225 160,825 D TELEFOON m)
65 156,275 160,875 D HAVENACT m)
66 156,325 160,925 D HAVENACT m)
67 156,375 156,375 S BRUG COM h)
68 156,425 156,425 S SCHIP-SCHIP
69 156,475 156,475 S HAVENACT
68 |
Kanaaltabellen | Link-9 gebruikershandleiding
71 156,575 156,575 S HAVENACT
72 156,625 156,625 S SCHIP-SCHIP i)
73 156,675 156,675 S HAVENACT h), i)
74 156,725 156,725 S HAVENACT
75 156,775 156,775 S HAVENACT 1W n), s)
76 156,825 156,825 S SCHIP-SCHIP 1W n), s)
77 156,875 156,875 S SCHIP-SCHIP
78 156,925 161,525 D SCHIP-KUST t), u), v)
79 156,975 161,575 D HAVENACT t), u), v)
80 157,025 161,625 D HAVENACT w), y)
81 157,075 161,675 D TELEFOON w), y)
82 157,125 161,725 D TELEFOON w), x), y)
83 157,175 161,775 D TELEFOON w), x), y)
84 157,225 161,825 D TELEFOON w), ww), x), y)
85 157,275 161,875 D TELEFOON w), ww), x), y)
86 157,325 161,925 D TELEFOON w), ww), x), y)
87 157,375 157,375 S TELEFOON z)
88 157,425 157,425 S TELEFOON z)
1019 156,950 156,950 S TELEFOON
1020 157,000 157,000 S TELEFOON
1078 156,925 156,925 S TELEFOON
1079 156,975 156,975 S TELEFOON
2006 160,900 160,900 S TELEFOON r)
2019 161,550 161,550 S TELEFOON
2020 161,600 161,600 S TELEFOON
2078 161,525 161,525 S TELEFOON
2079 161,575 161,575 S TELEFOON
Redactionele opmerking: onderstaande nummering van opmer-
kingen is voorlopig en zal worden aangepast tijdens de definitieve
opstelling van de nieuwe editie van het radioreglement (Radio
Regulations).
Opmerkingen over de tabel
Algemene opmerkingen:
a) Autoriteiten kunnen frequenties toewijzen voor communicatie
tussen schepen, havenactiviteiten en scheepsverplaatsingen voor
gebruik door lichte vliegtuigen en helikopters zodat deze kunnen
communiceren met schepen of deelnemende walstations in
voornamelijk maritieme hulpacties onder de omstandigheden
die zijn gedefinieerd in nummer 51.69, 51.73, 51.74, 51.75,
| 69
Kanaaltabellen | Link-9 gebruikershandleiding
51.76, 51.77 en 51.78. Voor het gebruik van kanalen die worden
gedeeld met openbare communicatie moet echter eerst vooraf
overeenkomst worden bereikt tussen de betrokken autoriteiten.
b) De kanalen van de huidige bijlage, met uitzondering van kanaal 06,
13, 15, 16, 17, 70, 75 en 76, kunnen ook worden gebruikt voor snelle
gegevensverzending en faxverzendingen indien hierover speciale
overeenkomsten zijn bereikt tussen de betrokken autoriteiten.
c) De kanalen van de huidige bijlage, met uitzondering van kanaal
06, 13, 15, 16, 17, 70, 75 en 76, kunnen ook worden gebruikt voor
telegrafie met directe uitschrijving en gegevensverzending indien
hierover speciale overeenkomsten zijn bereikt tussen de betrokken
autoriteiten. (WRC-12)
d) De frequenties in deze tabel kunnen ook worden gebruikt voor
radiocommunicatie op binnenwateren, overeenkomstig de voor-
waarden die zijn gedefinieerd in nummer 5.226.
e) Autoriteiten kunnen bij een kanaalafstand van 25 kHz op een
afstand van 12,5 kHz een kanaal tussenvoegen mits er geen inter-
ferentie plaatsvindt, overeenkomstig de nieuwste versie van aanbe-
veling ITU-R M.1084, en mits aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
er is geen invloed op de 25 kHz kanalen van de frequenties
uit de huidige bijlage, frequenties voor maritieme mobiele
nood- en veiligheidsoproepen, de frequentie van het
automatische identificatiesysteem (AIS) en frequenties voor
gegevensuitwisseling, met name kanaal 06, 13, 15, 16, 17, 70, AIS
1 en AIS 2, en er is ook geen invloed op de technische eigen-
schappen die zijn uiteengezet in aanbeveling ITU-R M.489-2 voor
deze kanalen;
het tussenvoegen van een kanaal op een afstand van 12,5 kHz en
de bijbehorende nationale vereisten moeten worden afgestemd
met de betrokken autoriteiten. (WRC-12)
Specieke opmerkingen
f) De frequenties 156.300 MHz (kanaal 06), 156.525 MHz (kanaal 70),
156.800 MHz (kanaal 16), 161.975 MHz (AIS 1) en 162.025 MHz (AIS
2) kunnen ook worden gebruikt door vliegtuigstations voor zoek-
en reddingsacties en andere veiligheidgerelateerde communicatie.
(WRC-07)
g) Kanaal 15 en 17 kunnen ook worden gebruikt voor communicatie
aan boord, mits de ERP (effective radiated power/effectief
afgestraald vermogen) niet hoger is dan 1W, en mits de nationale
voorschriften van de betrokken autoriteiten worden nageleefd bij
gebruik van deze kanalen in hun territoriale wateren.
70 |
Kanaaltabellen | Link-9 gebruikershandleiding
h) Binnen het Europese maritieme gebied en in Canada mogen deze
frequenties (kanaal 10, 67, 73) indien nodig ook worden gebruikt
door de individuele betrokken autoriteiten voor communicatie
tussen scheepsstations, vliegtuigstations en deelnemende
landstations die meedoen aan een gecoördineerde zoek- en
reddingsactie of vervuilingsbestrijding in lokale gebieden, onder
de voorwaarden die zijn gedefinieerd in nr. 51.69, 51.73, 51.74,
51.75, 51.76, 51.77 en 51.78.
i) De eerste drie voorkeursfrequenties voor het doel dat staat vermeld
in opmerking a) zijn 156,450 MHz (kanaal 09), 156,625 MHz (kanaal
72) en 156,675 MHz (kanaal 73).
j) Kanaal 70 mag alleen worden gebruikt voor bepaalde digitale
noodoproepen en veiligheidsoproepen.
k) Kanaal 13 is toegewezen voor wereldwijd gebruik als communi-
catiekanaal voor scheepvaartveiligheid, voornamelijk voor
communicatie voor scheepvaartveiligheid tussen schepen. Dit
kanaal kan ook worden gebruikt voor scheepsverplaatsingen
een havenactiviteiten, waarbij de nationale voorschriften van de
betrokken autoriteiten moeten worden nageleefd.
l) Deze kanalen (AIS 1 en AIS 2) worden gebruikt voor een auto-
matisch identificatiesysteem (AIS) dat wereldwijd kan worden
gebruikt, tenzij voor dit doel in bepaalde regio's andere frequenties
zijn toegewezen. Dergelijk gebruik moet in overeenstemming zijn
met de nieuwste versie van aanbeveling ITU-RM.1371. (WRC-07)
m) Deze kanalen kunnen worden gebruikt als kanalen met één
frequentie, mits dit wordt afgestemd met de betrokken autoriteiten.
De volgende voorwaarden gelden voor gebruik met één frequentie:
Scheeps- en walstations kunnen het deel met de laagste
frequenties gebruiken als kanalen met één frequentie.
Verzending via het deel met de hoogste frequenties is alleen
toegestaan voor walstations.
Indien toegestaan door de autoriteiten en gedefinieerd in
nationale voorschriften, mogen scheepsstations het deel met de
hoogste frequenties gebruiken voor verzending. U moet er alles
aan doen om schadelijke interferentie van kanaal AIS 1, AIS 2,
2027* en 2028* te voorkomen. (WRC-15)
* Vanaf 1 januari 2019 wordt kanaal 2027 toegewezen als ASM 1
en kanaal 2028 als ASM 2.
n) Met uitzondering van AIS mogen deze kanalen (75 en 76) alleen
worden gebruikt voor scheepvaartgerelateerde communicatie en
u moet er alles aan doen om schadelijke interferentie van kanaal
| 71
Kanaaltabellen | Link-9 gebruikershandleiding
16 te voorkomen door het uitgangsvermogen te beperken tot 1 W.
(WRC-12)
o) (SUP - WRC-12)
p) Verder kunnen AIS 1 en AIS 2 worden gebruikt voor de satelliet-
diensten voor mobiele communicatie (van aarde naar ruimte) voor
de ontvangst van AIS-zendingen vanaf schepen. (WRC-07)
q) Wanneer u deze kanalen (10 en 11) gebruikt, moet u er alles aan
doen om schadelijke interferentie met kanaal 70 te voorkomen.
(WRC-07)
r) Voor de maritieme mobiele communicatie is deze frequentie gere-
serveerd voor experimenteel gebruik voor toekomstige applicaties
of systemen (bijv. nieuwe AIS-applicaties, MOB-systemen (man
overboord), enz.). Als het gebruik door de autoriteiten is toegestaan
voor experimenteel gebruik, mag dit niet leiden tot schadelijke
interferentie aan of claims voor bescherming van stations die
communicatie via vaste lijnen en mobiele verbindingen bieden.
(WRC-12)
s) Kanaal 75 en 76 zijn ook toegewezen aan de satellietservice voor
mobiele communicatie (van aarde naar ruimte) voor de ontvangst
van via AIS verzonden berichten over lange afstand vanaf schepen
(Bericht 27: zie de nieuwste versie van aanbeveling ITU-RM.1371).
(WRC-12)
w. In regio 1 en 3:
Tot 1 januari 2017 kunnen de frequentiebanden 157,200 - 157,325
MHz en 161,800 - 161,925 MHz (kanaal 24, 84, 25, 85, 26 en 86)
worden gebruikt voor digitaal gemoduleerde zendingen, mits
afgestemd met de betrokken autoriteiten. Stations die voor digitaal
gemoduleerde zendingen gebruikmaken van deze kanalen of fre-
quentiebanden, mogen geen schadelijke interferentie veroorzaken
aan of bescherming claimen van andere stations die werken
overeenkomstig artikel 5.
Vanaf 1 januari 2017 zijn de frequentiebanden 157,200 - 157,325
MHz en 161,800 - 161,925 MHz (kanaal 24, 84, 25, 85, 26 en 86)
aangewezen voor het gebruik van het VHF Data Exchange System
(VDES) dat is beschreven in de nieuwste versie van aanbeveling
ITU-R M.2092. Deze frequentiebanden mogen ook worden gebruikt
voor de analoge modulatie die is beschreven in de nieuwste versie
van aanbeveling ITU-R M.1084 door autoriteiten die dit willen
doen, mits er geen schadelijke interferentie wordt veroorzaakt aan
of bescherming wordt geclaimd van andere stations die gebruik-
maken van de maritieme mobiele communicatieservice middels
digitaal gemoduleerde zendingen, en mits dit wordt afgestemd met
72 |
Kanaaltabellen | Link-9 gebruikershandleiding
de betrokken autoriteiten. (WRC-15)
ww. In regio 2 zijn de frequentiebanden 157,200 - 157,325 MHz
en 161,800 - 161,925 MHz (kanaal 24, 84, 25, 85, 26 en 86)
aangewezen voor digitaal gemoduleerde zendingen, overeen-
komstig de nieuwste versie van aanbeveling ITU-R M.1842.
In Canada en Barbados kunnen vanaf 1 januari 2019 de
frequentiebanden 157,200 - 157,275 en 161,800 - 161,875 MHz
(kanaal 24, 84, 25 en 85) worden gebruikt voor digitaal gemodu-
leerde zendingen, zoals de zendingen die zijn beschreven in de
nieuwste versie van aanbeveling ITU-R M.2092, mits dit wordt
afgestemd met de betrokken autoriteiten. (WRC-15)
x) Vanaf 1 januari 2017 zijn in Angola, Botswana, Lesotho, Madagaskar,
Malawi, Mauritius, Mozambique, Namibië, Congo-Kinshasa,
Seychellen, Zuid-Afrika, Swaziland, Tanzania, Zambia en Zimbabwe
de frequentiebanden 157,125 - 157,325 en 161,725 - 161,925 MHz
(kanaal 82, 23, 83, 24, 84, 25, 85, 26 en 86) toegewezen voor digitaal
gemoduleerde zendingen.
Vanaf 1 januari 2017 zijn in China de frequentiebanden 157,150 -
157,325 en 161,750 - 161,925 MHz (kanaal 23, 83, 24, 84, 25, 85, 26
en 86) toegewezen voor digitaal gemoduleerde zendingen. (WRC-
12)
y) Deze kanalen kunnen worden gebruikt als simplex- of duplex-
kanalen, mits dit wordt afgestemd met de betrokken autoriteiten.
(WRC-12)
z) Tot 1 januari 2019 mogen deze kanalen worden gebruikt voor
mogelijk testen van toekomstige AIS-applicaties mits er geen
schadelijke interferentie wordt veroorzaakt aan en geen bescher-
ming wordt geclaimd van bestaande applicaties en stations die
communicatie via vaste lijnen en mobiele verbindingen bieden.
Vanaf 1 januari 2019 worden deze kanalen gesplitst in twee
simplexkanalen. Kanaal 2027 en 2028 zijn toegewezen als ASM 1
en ASM 2, en worden gebruikt voor applicatiespecifieke berichten
(ASM), zoals beschreven in de nieuwste versie van aanbeveling
ITU-R M.2092. (WRC-15)
AAA) Vanaf 1 januari 2019 worden kanaal 24, 84, 25 en 85 mogelijk
samengevoegd om een uniek duplexkanaal te vormen met een
bandbreedte van 100 kHz voor het gebruik van de VDES-landcom-
ponent die is beschreven in de nieuwste versie van aanbeveling
ITU-RM.2092. (WRC-15)
mm) Zending op deze kanalen is alleen toegestaan door walstations.
Indien toegestaan door de autoriteiten en gedefinieerd in nationale
voorschriften, mogen scheepsstations deze kanalen gebruiken voor
| 73
Kanaaltabellen | Link-9 gebruikershandleiding
verzending. U moet er alles aan doen om schadelijke interferentie
van kanaal AIS 1, AIS 2, 2027* en 2028* te voorkomen. (WRC-15)
* Vanaf 1 januari 2019 wordt kanaal 2027 toegewezen als ASM 1 en
kanaal 2028 als ASM 2.
w1) In regio 1 en 3:
Tot 1 januari 2017 kunnen de frequentiebanden 157,025 - 157,175
MHz en 161,625 - 161,775 MHz (kanaal 80, 21, 81, 22, 82, 23 en
83) worden gebruikt voor digitaal gemoduleerde zendingen, mits
afgestemd met de betrokken autoriteiten. Stations die voor digitaal
gemoduleerde zendingen gebruikmaken van deze kanalen of
frequentiebanden, mogen geen schadelijke interferentie veroor-
zaken aan of bescherming claimen van andere stations die werken
overeenkomstig artikel 5.
Vanaf 1 januari 2017 zijn de frequentiebanden 157,025 - 157,100
MHz en 161,625 - 161,700 MHz (kanaal 80, 21, 81 en 22) aangewezen
voor het gebruik van de digitale systemen die zijn beschreven in
de nieuwste versie van aanbeveling ITU-R M.1842, met gebruik van
meerdere kanalen met een kanaalruimte van 25 kHz.
Vanaf 1 januari 2017 zijn de frequentiebanden 157,150 - 157,175
MHz en 161,750 - 161,775 MHz (kanaal 23 en 83) aangewezen voor
het gebruik van de digitale systemen die zijn beschreven in de
nieuwste versie van aanbeveling ITU-R M.1842, met gebruik van
twee kanalen met een kanaalruimte van 25 kHz. Vanaf 1 januari
2017 zijn de frequenties 157,125 MHz en 161,725 MHz (kanaal 82)
aangewezen voor het gebruik van de digitale systemen die zijn
beschreven in de nieuwste versie van aanbeveling ITU-R M.1842.
De frequentiebanden 157,025 - 157,175 MHz en 161,625 - 161,775
MHz (kanaal 80, 21, 81, 22, 82, 23 en 83) mogen ook worden
gebruikt voor de analoge modulatie die is beschreven in de
nieuwste versie van aanbeveling ITU-R M.1084 door autoriteiten
die dit willen doen, mits er geen bescherming wordt geclaimd
van andere stations die gebruikmaken van de maritieme mobiele
communicatieservice middels digitaal gemoduleerde zendingen, en
mits dit wordt afgestemd met de betrokken autoriteiten. (WRC-15)
zx) In de Verenigde Staten worden deze kanalen gebruikt voor com-
municatie tussen scheepsstations en walstations voor openbare
communicatie. (WRC-15)
zz) Vanaf 1 januari 2019 worden kanaal 1027, 1028, 87 en 88 gebruikt
als analoge kanalen met één frequentie voor havenactiviteiten en
scheepsverplaatsingen. (WRC-15)
Bron: ITU Radio Regulations (2016), gereproduceerd met toestemming van ITU
74 |
Kanaaltabellen | Link-9 gebruikershandleiding
Kanaaltabel VS
Zendfrequenties (MHz)
Kanaalnummer
Vanaf
scheepsstations
Vanaf walstations S/D/R Naam kanaal Beperkingen
6 156,300 156,300 S VEILIGHEID
8 156,400 156,400 S COMMERCIEEL
9 156,450 156,450 S OPROEPEN
10 156,500 156,500 S COMMERCIEEL
11 156,550 156,550 S VTS
12 156,600 156,600 S HAVENACT/VTS
13 156,650 156,650 S BRUG COM 1W
14 156,700 156,700 S HAVENACT/VTS
15 -- 156,750 R MILIEU ALLEEN RX
16 156,800 156,800 S NOOD
17 156,850 156,850 S SAR 1W
20 157,000 161,600 D HAVENACT
24 157,200 161,800 D TELEFOON
25 157,250 161,850 D TELEFOON
26 157,300 161,900 D TELEFOON
27 157,350 161,950 D TELEFOON
28 157,400 162,000 D TELEFOON
67 156,375 156,375 S BRUG COM 1W
68 156,425 156,425 S SCHIP-SCHIP
69 156,475 156,475 S SCHIP-SCHIP
71 156,575 156,575 S SCHIP-SCHIP
72 156,625 156,625 S SCHIP-SCHIP
73 156,675 156,675 S HAVENACT
74 156,725 156,725 S HAVENACT
75 156,775 156,775 S HAVENACT 1W
76 156,825 156,825 S HAVENACT 1W
77 156,875 156,875 S HAVENACT 1W
84 157,225 161,825 D TELEFOON
85 157,275 161,875 D TELEFOON
86 157,325 161,925 D TELEFOON
87 157,375 157,375 S TELEFOON
| 75
Kanaaltabellen | Link-9 gebruikershandleiding
88 157,425 157,425 S TUSSEN SCHEPEN
1001 156,050 156,050 S HAVENACT/VTS
1005 156,250 156,250 S HAVENACT/VTS
1007 156,350 156,350 S COMMERCIEEL
1018 156,900 156,900 S COMMERCIEEL
1019 156,950 156,950 S COMMERCIEEL
1020 157,000 157,000 S HAVENACT
1021 157,050 157,050 S KUSTWACHT VS
1022 157,100 157,100 S KUSTWACHT VS
1023 157,150 157,150 S KUSTWACHT VS
1063 156,175 156,175 S HAVENACT/VTS
1065 156,275 156,275 S HAVENACT
1066 156,325 156,325 S HAVENACT
1078 156,925 156,925 S SCHIP-SCHIP
1079 156,975 156,975 S COMMERCIEEL
1080 157,025 157,025 S COMMERCIEEL
1081 157,075 157,075 S BEPERKT
1082 157,125 157,125 S BEPERKT
1083 157,175 157,175 S BEPERKT
Weerkanalen VS
Zendfrequenties (MHz)
Kanaalnummer
Vanaf
scheepsstations
Vanaf walstations S/D/R Naam kanaal Beperkingen
WX1 -- 162,550 R NOAA WX1 ALLEEN RX
WX2 -- 162,400 R NOAA WX2 ALLEEN RX
WX3 -- 162,475 R NOAA WX3 ALLEEN RX
WX4 -- 162,425 R NOAA WX4 ALLEEN RX
WX5 -- 162,450 R NOAA WX5 ALLEEN RX
WX6 -- 162,500 R NOAA WX6 ALLEEN RX
WX7 -- 162,525 R NOAA WX7 ALLEEN RX
76 |
Kanaaltabellen | Link-9 gebruikershandleiding
Kanaaltabel Canada
Frequenties
Kanaalnummer MHz (schip) MHz (wal) S/D/R Naam kanaal: BEPERKINGEN
1 156,050 160,650 D TELEFOON
2 156,100 160,700 D TELEFOON
3 156,150 160,750 D TELEFOON
4 156,200 160,800 D CANADESE KW
5 156,250 160,850 D TELEFOON
6 156,300 156,300 S VEILIGHEID
7 156,350 160,950 D TELEFOON
8 156,400 156,400 S COMMERCIEEL
9 156,450 156,450 S VTS
10 156,500 156,500 S VTS
11 156,550 156,550 S VTS
12 156,600 156,600 S HAVENACT/VTS
13 156,650 156,650 S BRUG COM 1W
14 156,700 156,700 S HAVENACT/VTS
15 156,750 156,750 S COMMERCIEEL 1W
16 156,800 156,800 S NOOD
17 156,850 156,850 S SAR 1W
18 156,900 161,500 D TELEFOON
19 156,950 161,550 D CANADESE KW
20 157,000 161,600 D CANADESE KW 1W
21 157,050 161,650 D CANADESE KW
22 157,100 161,700 D TELEFOON
23 157,150 161,750 D TELEFOON
24 157,200 161,800 D TELEFOON
25 157,250 161,850 D TELEFOON
26 157,300 161,900 D TELEFOON
27 157,350 161,950 D TELEFOON
28 157,400 162,000 D TELEFOON
60 156,025 160,625 D TELEFOON
61 156,075 160,675 D CANADESE KW
62 156,125 160,725 D CANADESE KW
63 156,175 160,775 D TELEFOON
| 77
Kanaaltabellen | Link-9 gebruikershandleiding
64 156,225 160,825 D TELEFOON
65 156,275 160,875 D TELEFOON
66 156,325 160,925 D TELEFOON
67 156,375 156,375 S COMMERCIEEL
68 156,425 156,425 S SCHIP-SCHIP
69 156,475 156,475 S COMMERCIEEL
71 156,575 156,575 S VTS
72 156,625 156,625 S SCHIP-SCHIP
73 156,675 156,675 S COMMERCIEEL
74 156,725 156,725 S VTS
75 156,775 156,775 S HAVENACT 1W
76 156,825 156,825 S HAVENACT 1W
77 156,875 156,875 S HAVENACT 1W
78 156,925 161,525 D TELEFOON
79 156,975 161,575 D TELEFOON
80 157,025 161,625 D TELEFOON
81 157,075 161,675 D TELEFOON
82 157,125 161,725 D CANADESE KW
83 157,175 161,775 D CANADESE KW
84 157,225 161,825 D TELEFOON
85 157,275 161,875 D TELEFOON
86 157,325 161,925 D TELEFOON
87 157,375 157,375 S HAVENACT
88 157,425 157,425 S HAVENACT
1001 156,050 156,050 S COMMERCIEEL
1005 156,250 156,250 S HAVENACT/VTS
1007 156,350 156,350 S COMMERCIEEL
1018 156,900 156,900 S COMMERCIEEL
1019 156,950 156,950 S CANADESE KW
1020 157,000 157,000 S HAVENACT
1021 157,050 157,050 S BEPERKT
1022 157,100 157,100 S CANADESE KW
1024 157,200 157,200 S HAVENACT
1025 157,250 157,250 S HAVENACT
78 |
Kanaaltabellen | Link-9 gebruikershandleiding
1026 157,300 157,300 S HAVENACT
1027 157,350 157,350 S CANADESE KW
1061 156,075 156,075 S CANADESE KW
1062 156,125 156,125 S CANADESE KW
1063 156,175 156,175 S TELEFOON
1064 156,225 156,225 S BEPERKT
1065 156,275 156,275 S HAVENACT
1066 156,325 156,325 S HAVENACT
1078 156,925 156,925 S SCHIP-SCHIP
1079 156,975 156,975 S COMMERCIEEL
1080 157,025 157,025 S COMMERCIEEL
1083 157,175 157,175 S BEPERKT
1084 157,225 157,225 S HAVENACT
1085 157,275 157,275 S CANADESE KW
1086 157,325 157,325 S HAVENACT
2019 -- 161,550 R HAVENACT ALLEEN RX
2020 -- 161,600 R HAVENACT ALLEEN RX
2023 -- 161,750 R VEILIGHEID ALLEEN RX
2026 -- 161,900 R HAVENACT ALLEEN RX
2078 -- 161,525 R HAVENACT ALLEEN RX
2079 -- 161,575 R HAVENACT ALLEEN RX
2086 -- 161,925 R HAVENACT ALLEEN RX
Weerkanalen in Canada
Zendfrequenties (MHz)
Kanaalnummer
Vanaf
scheepsstations
Vanaf walstations S/D/R Naam kanaal Beperkingen
WX1 -- 162,550 R CANADA WX Alleen RX
WX2 -- 162,400 R CANADA WX Alleen RX
WX3 -- 162,475 R CANADA WX Alleen RX
| 79
Maattekeningen | Link-9 gebruikershandleiding
Maattekeningen
Link-9 vaste bevestiging VHF
11
155.9mm
[6.14"]
163.4mm
[6.43"]
123.3mm
[4.85"]
107.2mm
[4.22"]
64.1mm
[2.53"]
42.8mm
[1.68"]
208.3mm
[8.20"]
217.2mm
[8.55"]
232.8mm
[9.17"]
53.5mm
[2.11"]
79.5mm
[3.13"]
59.0mm
[2.32"]
69.7mm
[2.74"]
78.2mm
[3.08"]
155.9mm
[6.14"]
163.4mm
[6.43"]
123.3mm
[4.85"]
107.2mm
[4.22"]
64.1mm
[2.53"]
42.8mm
[1.68"]
208.3mm
[8.20"]
217.2mm
[8.55"]
232.8mm
[9.17"]
53.5mm
[2.11"]
79.5mm
[3.13"]
59.0mm
[2.32"]
69.7mm
[2.74"]
78.2mm
[3.08"]
80 |
Maattekeningen | Link-9 gebruikershandleiding
Link-9 handmicrofoon
88.5mm
[3.49"]
29.9mm
[1.18"]
59.9mm
[2.36"]
| 81
Lijst van met NMEA 2000 compatibele PGN's | Link -9 gebruik ershandleiding
Lijst van met NMEA 2000 compati-
bele PGN's
PGN Beschrijving RX TX
59392 ISO-bevestiging
59904 ISO-verzoek
60928 ISO-adresreservering
126208 NMEA -Groepsfunctie
126464 PGN-lijst
126993 Heartbeat
126996 Productinformatie
126998 Configuratiegegevens
127233 MOB-gegevens
127258 Magnetische variatie
129026 COG en SOG, snelle update
129029 GNSS-positiegegevens
129038 AIS, klasse A, positierapport
129039 AIS, klasse B, positierapport
129040 AIS, klasse B, uitgebreid positierapport
129041 Rapport AIS navigatiehulpmiddelen (AtoN)
129044 Referentievlak
129283 Koersafwijking
129284 Navigatiegegevens
129539 GNSS-DOPs
129540 GNSS-satellieten in beeld
129793 AIS UTC en datumrapport
129794 AIS, klasse A, vaste gegevens en
vaargegevens
129797 AIS binair uitgezonden bericht
129798 AIS SAR positierapport vliegtuigen
129799 Radiofrequentie/modus/vermogen
129801 AIS geadresseerd veiligheidsbericht
129802 AIS, veiligheidgerelateerd uitgezonden
bericht
129808 DSC Call-informatie
129809 AIS, klasse B, “CS”, rapport met vaste
gegevens, deel A
129810 AIS, klasse B, “CS”, rapport met vaste
gegevens, deel B
12
82 |
Lijst van met NMEA 2000 compatibele PGN's | Link-9 gebruikershandleiding
130074 Route en WP-service - WP-lijst - WP-naam en
-positie
130845 Hantering parameters
130850 Commando gebeurtenis
130851 Antwoord gebeurtenis
◊) Alleen als GPS-bron = intern
*988-12105-002*
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84

Lowrance Link-9 Handleiding

Categorie
Telefoons
Type
Handleiding