Sony STR-DE335 de handleiding

Categorie
Aanvullende muziekapparatuur
Type
de handleiding
Voorbereidingen
2
NL
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet
bloot aan regen of vocht,
om gevaar voor brand of
een elektrische schok te
voorkomen.
Open nooit de behuizing, om gevaar
voor elektrische schokken te vermijden.
Laat reparaties aan de erkende
vakhandel over.
Plaats het appataat niet in een gesloten
ruimte, zoals een boekenrek of
ingebouwde kast.
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
Mocht er vloeistof of een voorwerp in
het apparaat terechtkomen, trek dan
de stekker uit het stopkontakt en laat
het apparaat eerst nakijken door een
deskundige, alvorens het weer in
gebruik te nemen.
Stroomvoorziening
Kontroleer voor het aansluiten van
het apparaat eerst of de
bedrijfspanning ervan wel
overeenkomt met de plaatselijke
netspanning. De bedrijfsspanning
staat aangegeven op het naamplaatje
aan de onderzijde van het apparaat.
Zolang het netsnoer op het
stopkontakt is aangesloten, blijft er
spanning op het apparaat staan, zelfs
nadat het apparaat is uitgeschakeld.
Trek de stekker van het netsnoer uit
het stopkontakt wanneer u denkt het
apparaat geruime tijd niet te zullen
gebruiken. Om de aansluiting op het
stopkontakt te verbreken, mag u
uitsluitend aan de stekker trekken;
trek nooit aan het snoer.
Indien het netsnoer vervangen moet
worden, mag dit alleen uitgevoerd
worden door een erkend
onderhoudscentrum.
De aan/uit-schakelaar bevindt zich
aan de voorkant van het apparaat.
Opstelling
Zet het apparaat op een goed
geventileerde plaats, met rondom
vrije luchtdoorstroming, om
oververhitting van de inwendige
onderdelen te voorkomen, in het
belang van een langdurige
betrouwbare werking.
Plaats het apparaat niet in de buurt
van een warmtebron of in direkt
zonlicht. Vermijd tevens plaatsen met
veel stof, vocht en mechanische
trillingen of schokken.
Zet niets bovenop het apparaat. De
ventilatie-openingen aan de
bovenzijde mogen niet geblokkeerd
worden, in het belang van een juist
funktioneren van het apparaat en een
langere levensduur van de
componenten.
Bediening
Zorg ervoor dat de stekkers van de
netsnoeren van de apparatuur niet in
het stopkontakt zitten, alvorens de
aansluitingen te maken. Sluit de
netsnoeren pas als allerlaatste aan.
Reiniging
Gebruik voor het reinigen van de
ombouw, het voorpaneel en de
bedieningsorganen een zachte doek,
licht bevochtigd met wat milde
vloeibare zeep. Gebruik geen
schuurspons, schuurmiddelen of
vluchtige stoffen zoals spiritus of
benzine.
Mocht u na het doorlezen van de
gebruiksaanwijzing nog vragen over
of problemen met het apparaat
hebben, aarzel dan niet kontakt op te
nemen met de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Voorbereidingen
3
NL
INHOUDSOPGAVE
Voorbereidingen
Uitpakken 4
Aansluit-overzicht 4
Aansluiten van de antennes 5
Aansluiten van audio-apparatuur 5
Aansluiten van video-apparatuur 6
Aansluiten van luidsprekers 7
Aansluiten van de stroomvoorziening 9
Alvorens u de tuner in gebruik neemt 10
Automatisch vastleggen van FM zenders in alfabetische volgorde
(“Auto-betical” voorinstelling) 10
Tuner/versterker bedieningsfunkties
Kiezen van audio/video-apparatuur 11
Radio-ontvangst 13
Voorinstellen van radiozenders 14
Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) 15
Opnemen 17
Gebruik van de Sleep Timer 17
Gebruik van de akoestiekfunkties
Kiezen van een akoestiek-instelling 18
Optimaal benutten van Dolby Pro Logic Surround geluid 19
Aanvullende informatie
Verhelpen van storingen 22
Technische gegevens 23
Verklarende woordenlijst 24
Index 25
Beschrijving van het achterpaneel 26
Beschrijving van de afstandsbediening 27
Beknopt bedieningsoverzicht 28
Omtrent deze
handleiding
De aanwijzingen in deze handleiding
gelden voor het model STR-DE335.
Kontroleer het model-nummer
rechtsboven op het voorpaneel van uw
tuner.
Ter verduidelijking
Alle aanwijzingen in de tekst
beschrijven de bediening met de
toetsen op de tuner/versterker zelf. U
kunt voor de bediening echter ook de
toetsen van de afstandsbediening
gebruiken die dezelfde of soortgelijke
namen dragen als de
bedieningsorganen op het apparaat.
Een “Beknopt bedieningsoverzicht”
treft u aan op bladzijde 28.
De “Beschrijving van de
afstandsbediening” op bladzijde 27
geeft een overzicht van de toetsen op
de afstandsbediening.
Op een aantal plaatsen in deze
gebruiksaanwijzing zult u de
onderstaande symbolen aantreffen:
Dit symbool verschijnt bij
funkties die tevens via de
afstandsbediening beschikbaar
zijn.
Dit symbool vestigt uw aandacht
op handige tips, die de bediening
vergemakkelijken.
Deze tuner/versterker is uitgerust met
Dolby Surround akoestiek.
Geproduceerd onder licentle van: Dolby
Laboratories Licensing Corporation.
“DOLBY”, “PRO LOGIC” op het
dubbele-D symbool a en PRO LOGIC
zijn handelsmerken van: Dolby
Laboratories Licensing Corporation.
GB
FR
NL
SE
DK
Voorbereidingen
4
NL
Uitpakken
Kontroleer of het onderstaande bijgeleverd toebehoren
inderdaad in de verpakking van de tuner/versterker
aanwezig is:
FM draadantenne (1)
AM kaderantenne (1)
Afstandsbediening (1)
R6 (AA-formaat) batterijen (2)
Aanbrengen van batterijen in de
afstandsbediening
Plaats de twee AA-formaat R6 batterijen in de
afstandsbediening, met de juiste polariteit van (+) en
(–) zoals is aangegeven in het batterijvak. Voor gebruik
van de afstandsbediening richt u deze op de g
afstandsbedieningssensor voorop de tuner/versterker.
Wanneer u de batterijen dient te vervangen
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer een
half jaar meegaan. Als de tuner/versterker niet meer
naar behoren op de afstandsbediening reageert, is het
tijd beide batterijen door nieuwe te vervangen.
Opmerkingen
Leg de afstandsbediening niet op een al te warme of
vochtige plaats.
Gebruik geen oude en nieuwe batterij naast elkaar.
Let op dat de afstandsbedieningssensor van de tuner/
versterker niet wordt blootgesteld aan rechtstreekse
zonnestraling of fel lamplicht, anders zal de
afstandsbediening niet naar behoren funktioneren.
Wanneer u denkt de afstandsbediening geruime tijd niet
te gebruiken, is het beter de batterijen eruit te verwijderen,
om eventuele beschadiging door batterijlekkage en
corrosie te voorkomen.
Aansluit-overzicht
Op dit apparaat kunt u de volgende antennes en video-
en audio-apparatuur aansluiten. Volg voor het
aansluiten de aanwijzingen op de tussen haakjes
aangegeven bladzijden. Zie voor de plaats en de
benaming van de aansluitingen de “Beschrijving van
het achterpaneel” op bladzijde 26.
Vóór het aansluiten
Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens
u begint met het aansluiten ervan.
Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het
stopkontakt aan nadat alle andere aansluitingen in
orde zijn.
Steek alle stekkers stevig over de volle lengte in de
aansluitbussen, om brom en andere bijgeluiden te
voorkomen.
Zorg bij het aansluiten van de audio/videosnoeren
dat u links en rechts niet verwisselt: sluit de gele
stekkers aan op de gele stekkerbussen (voor het
videosignaal); de witte stekkers op de witte
stekkerbussen (voor het linker kanaal) en de rode
stekkers op de rode stekkerbussen (voor het rechter
kanaal).
]
]
}
}
Voor-
luidspreker
(L)
Aansluiten
van
luidspreker
(7)
DVD-speler/
AC-3-decoder
Aansluiten van de
antennes (5)
AM/FM antenne
Voor-
luidspreker
(L)
Aansluiten van
video-apparatuur
(6)
Aktieve
woofer
CD speler
MD-Deck/
cassettedeck
Aansluiten van
video-apparatuur (5)
Midden-
luidspreker
Achterluid-
spreker
(R)
Achterluid-
spreker
(L)
TV of
videomonitor
TV-
afstemeenheid
LD Speler
Videorecorder
Voorbereidingen
5
NL
In gebieden met een problematische AM-ontvangst
In gebieden met slechte ontvangst kan het nodig zijn
naast de AM kaderantenne een (niet bijgeleverde)
geïsoleerde draadantenne van 6 tot 15 meter lang aan te
sluiten. Span de geïsoleerde draad zo mogelijk
buitenshuis, horizontaal en zo hoog mogelijk op.
Aansluiten van een aardleiding
Als u de tuner/versterker aansluit op een
buitenantenne, dient deze geaard te worden zoals in de
afbeelding links, ter bescherming tegen blikseminslag.
Sluit de aardingsdraad nooit aan op een gasleiding;
gezien de kans op een gasexplosie is dit uiterst
gevaarlijk.
Wat is de volgende stap?
Als u tevens andere apparatuur wilt aansluiten, lees dan
verder in de volgende paragraaf. Als u de tuner echter
slechts wilt gebruiken voor radio-ontvangst, ga dan door
naar “Aansluiten van luidsprekers” op blz. 7.
Aansluiten van audio-
apparatuur
Overzicht
Hieronder wordt beschreven hoe u geluidsapparatuur
op de tuner/versterker aansluit. Als u dit apparaat wilt
gebruiken als versterker, maak dan eerst de hieronder
beschreven aansluitingen. Zie voor de plaats van de
stekkerbussen de onderstaande afbeelding.
Benodigdheden
Audiosnoeren (niet bijgeleverd) (1 per CD-speler, 2 per
minidisc-recorder of cassettedeck)
Aansluiten van de antennes
Overzicht
Hieronder wordt beschreven hoe u de bijgeleverde AM
en FM antennes op de tuner aansluit. Als u deze tuner
wilt gebruiken voor radio-ontvangst, maak dan eerst
de hieronder beschreven aansluitingen en ga dan door
naar de volgende bladzijden. Zie voor de plaats van de
antenne-aansluitingen de onderstaande afbeelding.
Benodigdheden
Aansluitingen
FM draadantenne
In gebieden met een problematische FM-ontvangst
Sluit via een 75-ohm coaxiaalkabel (niet bijgeleverd) een
FM buitenantenne aan op de tuner/versterker, zoals
hieronder aangegeven.
FM draadantenne
(bijgeleverd) (1)
AM kaderantenne
(bijgeleverd) (1)
Tuner/
versterker
ANTENNA
AM
y
FM
75
COAXIAL
AM
kaderantenne
Na het aansluiten
van de draad-
antenne dient u
deze zo
horizontaal
mogelijk te
plaatsen.
ANTENNA
AM
FM
75
COAXIAL
y
(wordt vervolgd)
Rood (R)
Wit (L)Wit (L)
Rood (R)
Tuner/
versterker
FM buitenantenne
Aardleiding
(niet bijgeleverd)
Naar een aardpunt
ANTENNA
CD
MD/TAPE
Voorbereidingen
6
NL
Aansluitingen
De pijl ç geeft de richting van de signaalstroom
aan.
CD-speler
Minidisc-recorder of cassettedeck
Wat is de volgende stap?
Ga naar het volgende hoofdstuk voor de aansluiting van
videocomponenten en de weergave van surround sound bij
het bekijken/beluisteren van TV-programma’s of
videocassettes.
Aansluiten van video-
apparatuur
Overzicht
Hieronder wordt beschreven hoe u video-apparatuur
op de tuner/versterker kunt aansluiten.
Zie voor de plaats van de stekkerbussen de
onderstaande afbeelding.
CD-speler
CD
IN
L
R
OUTPUT
LINE
L
R
Tuner/versterker
Minidisc-recorder
of cassettedeck
Tuner/versterker
IN
OUTPUT
LINE
INPUT
LINE
L
R
MD/TAPE
REC OUT
L
R
Welke kabel heb ik nodig?
Audio/video (niet meegeleverd)(1 voor een TV tuner of
LD speler; 2 voor een videorecorder)
Videokabel (niet meegeleverd)(1 voor een TV monitor)
Aansluitingen
De pijl ç geeft de richting van de signaalstroom aan.
U kunt het geluid van een videorecorder of TV/LD
beluisteren door het audiosignaal van de
videorecorder of TV/LD in te receiver te voeren.
TV/LD
Monitor
Videorecorder
Gebruik de funktiekeuzetoetsen (TV/LD, CD, MD/
TAPE etc) om in te stellen op het VIDEO AUDIO OUT
signaal. U kunt dit geluidssignaal opnemen door een
opname-apparaat zoals een cassettedeck aan te sluiten
(op de VIDEO AUDIO OUT stekkerbussen).
Tuner/versterker
AUDIO IN
L
R
TV/LD
VIDEO IN
AUDIO
OUTPUT
VIDEO
L
R
TV-afstemeenheid/
LD speler
Tuner/versterker
MONITOR
VIDEO OUT
INPUT
VIDEO
TV of videomonitor
Tuner/versterker
Videorecorder
MONITORTV/LD5.1 CH/DVD
VIDEO
AUDIO IN
VIDEO
VIDEO IN
AUDIO
OUTPUT
VIDEO
AUDIO
INPUT
VIDEO
AUDIO OUT
L
R
VIDEO OUT
L
R
Geel
Wit (L)
Rood (R)
Geel
Wit (L)
Rood (R)
Geel
Geel
Voorbereidingen
7
NL
Aansluiten van luidsprekers
Overzicht
Hieronder wordt beschreven hoe u uw luidsprekers op
de tuner/versterker kunt aansluiten. Hoewel
voorluidsprekers (linker en rechter) vereist zijn, is
gebruik van midden- en achterluidsprekers niet strikt
noodzakelijk. Door toevoeging van midden- en
achterluidsprekers aan uw installatie echter, zult u van
geluid met akoestiek-effekten kunnen genieten.
Aansluiting van een aktieve woofer zal het lagetonen-
bereik verruimen. Zie voor de exakte plaats van de
aansluitingen de onderstaande afbeelding.
Voor een zo treffend mogelijk akoestisch effekt stelt u
de luidsprekers op zoals in onderstaande afbeelding is
aangegeven.
Benodigdheden
Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd) (1 per luidspreker)
Strip ongeveer 15 mm van de uiteinden van het snoer.
Let goed op dat het luidsprekersnoer met de juiste
polariteit (+ en –) wordt aangesloten. Als u bij één van
de luidsprekers de + en – polen verwisselt, zal het
geluid vervormd klinken en de lage tonen zullen niet
goed doorkomen.
45°
60 - 90 cm
Achter-
luidspreker
DVD-speler/AC-3-decoder
Benodigdheden?
Audio-aans/uitsnoeren (niet bijge leverd) (Eén stuks,
voor de 5.1 CH/DVD FRONT en REAR
aansluitingen.)
Mono-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd) (Eén stuks,
voor de 5.1 CH/DVD CENTER en WOOFER
aansluitingen.)
Videosnoer (niet bijgeleverd) (Eén snoer, voor de 5.1
CH/DVD VIDEO IN aansluiting.)
U kunt gedecodeerde Dolby Digital AC-3-geluidssporen
weergeven via de luidsprekers aangesloten op de
versterker.
Hebt u een Dolby Digital AC-3-decoder, dan kunt u een
gedecodeerd Dolby Digital AC-3-geluidsspoor
versterken met de volgende aansluitingen.
Wat is de volgende stap?
Lees verder in de volgende paragraaf voor het aansluiten van
de luidsprekers.
Dolby Digital AC-3
decoder, etc.
Tuner/versterker
FRONTREARCENTER
WOOFER
VIDEO
PRE OUT
5.1 CH/DVD
FRONT REAR CENTER
WOOFER
VIDEO
L
R
Wit (L)
Rood (R)
Wit (L)
Rood (R)
Zwart Zwart
Geel
Geel
WOOFER
SPEAKERS
FRONT A
SPEAKERS
CENTER
SPEAKERS REAR
SPEAKERS
FRONT B
(+)(+)
(–)
(–)
(wordt vervolgd)
Voorbereidingen
8
NL
WOOFER
AUDIO OUT
INPUT
Voorluidspreker
(R)
Voorluidspreker
(L)
Achter-
luidspreker
(R)
Tuner/versterker
Aansluitingen
Voorluidsprekers
Achter-en midenluidsprekers
Vermijd kortsluiting van de luidsprekers
De tuner/versterker wordt mogelijk beschadigd indien
de luidsprekers kortsluiting maken. Let op de
volgende voorzorgen bij het verbinden van de
luidsprekers zodat kortsluiting wordt voorkomen.
Controleer bij het aansluiten dat de ontblote uiteinden van
ieder luidsprekersnoer beslist geen contact maken met een
andere stekkerbus of een ander luidsprekersnoer.
Voorbeelden van een foute aansluiting van een
luidsprekersnoer:
Het ontblote uiteinde maakt contact met een andere
luidspreker-stekkerbus.
De ontblote uiteinden raken elkaar aan omdat er te veel
isolatie is verwijderd.
FRONT
SPEAKERS
B
R
+
A
B
FRONT
SPEAKERS
R
+
A
Controleer na het aansluiten van alle componenten, de
luidsprekers en het netsnoer dat de luidsprekers juist
werken. Geef hiervoor de testtoon via iedere
luidspreker weer. Zie “Instellen van het volume van de
luidsprekers” op blz. 20 voor details.
Indien u achterluidsprekers heeft aangesloten, moet u
op de 5.1 CH/DVD toets en zet het geluidsveld uit van
de tuner/versterker drukken voordat u de weergave
van de testtoon start zodat de testtoon afzonderlijk via
de linker- en rechterachterluidsprekers wordt
weergegeven.
Indien u geen geluid via een luidspreker hoort bij
weergave van de testtoon, of een testtoon via een
andere luidspreker dan de luidspreker waarvan de
naam op het uitleesvenster van de tuner/versterker
wordt getoond, maken de luidsprekers kortsluiting. U
moet in dat geval de aansluitingen van de luidsprekers
nogmaals controleren.
Aktieve woofer
Opmerking
Niet aansluiten op een andere component.
Als u beschikt over een extra
voorluidsprekersysteem
Sluit u deze luidsprekers aan op de SPEAKERS FRONT
B aansluitingen.
Als uw TV-monitor gebruik maakt van afzonderlijke
luidsprekers
Kunt u een ervan aansluiten op de SPEAKERS CENTER
aansluitingen voor gebruik met Dolby Pro Logic
Surround geluid (zie pagina 19).
SPEAKERS
FRONT
A
L
R
A
BB
Tuner/versterker
SPEAKERS
REAR
L
R
CENTER
Achter-
luidspreker
(L)
Midden-
luidspreker
Tuner/versterker
Aktieve woofer
Voorbereidingen
9
NL
Aansluiten van de
stroomvoorziening
Aansluiten van het netsnoer
Sluit het netsnoer van deze tuner/versterker en van
uw audio/video-apparatuur aan op een stopkontakt.
Als u andere geluidsapparatuur aansluit op de
geschakelde netspanningsuitgang (SWITCHED AC
OUTLET) van de tuner/versterker, loopt de
stroomvoorziening van de aangesloten apparatuur via
de tuner/versterker, hetgeen u in staat stelt de hele
installatie in en uit te schakelen wanneer u de tuner/
versterker in- en uitschakelt.
Voorzichtig
Let op dat het stroomverbruik van de apparatuur aangesloten
op de netuitgang van de tuner/versterker niet de 100 watt
overschrijdt. Sluit op deze netuitgang geen elektrische
huishoudelijke apparaten aan met een hoog stroomverbruik,
zoals een TV-toestel, een strijkijzer of een ventilator e.d.
Wat is de volgende stap?
Lees alvorens de installatie in gebruik te nemen de volgende
paragraaf door, om ervan verzekerd te zijn dat alle toetsen en
schakelaars juist staan ingesteld.
Kiezen van het gewenste luidsprekerpaar
Om te kiezen via welke luidsprekers het geluid wordt
weergegeven, drukt u de SPEAKERS toetsen als volgt
in:
Voor weergave via
Luidsprekerpaar A
(aangesloten op de
SPEAKERS FRONT A
stekkerbussen)
Luidsprekerpaar B
(aangesloten op de
SPEAKERS FRONT B
stekkerbussen)
Beide luidsprekerparen A en
B (in serie aangesloten)
Drukt u op SPEAKERS toets
A
B
A+B
Opmerkingen
Als u wilt genieten van rondom-akoestiek, dient u de
voorluidsprekers aan te sluiten op de SPEAKERS FRONT
A luidspreker-aansluitingen.
Er zal geen geluid worden weergegeven als u instelt op
SPEAKERS “A+B” terwijl er geen tweede luidsprekerpaar
B is aangesloten.
Wat is de volgende stap?
Ga naar “Aansluiten van de stroomvoorziening” op deze
pagina om uw systeem aan te vullen.
/
SWITCHED AC OUTLET
naar een stopkontakt
Voorbereidingen
10
NL
Automatisch vastleggen van
FM zenders in alfabetische
volgorde (“Auto-betical”
voorinstelling)
Met de “Auto-betical” automatische zenderopslag kunt
u maximaal 30 FM radiozenders en RDS informatie-
zenders in het afstemgeheugen van de tuner/
versterker vastleggen, in alfabetische volgorde. Alleen
de best doorkomende zenders worden door de “Auto-
betical” voorinstelling gekozen.
Als u de FM of AM (middengolf en langegolf) zenders
zelf wilt kiezen, om deze één voor één vast te leggen,
volg dan de aanwijzingen onder “Voorinstellen van
radiozenders” op blz. 14.
De FM RDS informatiezenders worden eerst
vastgelegd, in alfabetische volgorde van hun officiële
Program Service zendernaam, gevolgd door de
gewone FM radiozenders, in volgorde van
afstemfrekwentie. (Zie voor nadere bijzonderheden
over de RDS informatiefunkties blz. 15).
1 Druk op de 1/u (aan/uit) schakelaar om de
tuner/versterker uit te schakelen.
2 Druk op de MEMORY toets en houd deze
ingedrukt, en druk daarbij op de 1/u
(aan/uit) schakelaar om het apparaat weer in te
schakelen.
De aanduiding “AUTOBETICAL SELECT”
verschijnt en de tuner/versterker gaat dan op
zoek naar alle plaatselijk te ontvangen FM
radiozenders en FM RDS zenders en legt deze in
het afstemgeheugen vast.
Wanneer de tuner/versterker het vastleggen van
de FM en FM RDS zenders voltooid heeft, verschijnt
de aanduiding “FINISH” in het uitleesvenster.
Een vooringestelde code omprogrammeren voor een
andere zender
Zie “Voorinstellen van radiozenders” op pagina 11.
Onderbreken van de “Auto-betical” voorinstelling
voordat alle zenders zijn vastdegd
Druk op de 1/u (aan/uit) schakelaar om de tuner/
versterker uit te schakelen.
De radiozenders die reeds waren vastgelegd,
verschuiven nu naar de “hogere” nummers (naar C0) en
kunnen uit het afstemgeheugen worden gewist,
afhankelijk van het aantal zenders dat wordt gekozen
door de “Auto-betical” voorinstelling.
Opmerkingen
Als u verhuist naar een andere streek, kan het nodig zijn
deze procedure opnieuw uit te voeren, om de best te
ontvangen zenders in uw nieuwe woongebied vast te leggen.
Voor meer details over het afstemmen op
voorinstelzenders, zie pagina 14.
Wanneer “FINISH” verschijnt, zijn alle vorige
voorinstelgeheugens gewist. Programmeer opnieuw AM-
zenders indien nodig.
Alvorens u de tuner/versterker
in gebruik neemt
Voor inschakelen van de tuner/versterker, zorg eerst
dat:
de MASTER VOLUME regelaar helemaal naar
links is gedraaid (stand 0).
het gewenste luidsprekerpaar is gekozen. (Zie
“Kiezen van het gewenste luidsprekerpaar”
hierboven.)
de BALANCE regelaar in de middenstand is gezet.
Voor het eerste gebruik van de tuner/versterker of als
u eerder gemaakte instellingen wilt wissen, volgt u de
onderstaande aanwijzingen.
1 Schakel de tuner/versterker uit.
2 Hou 1/u (aan/uit) langer dan 4 seconden
ingedrukt.
De aanduiding “INITIAL” verschijnt in het
uitleesvenster en dan zijn de onderstaande
instellingen gewist of in de oorspronkelijke
uitgangsstand teruggesteld:
Alle voorkeurzenders zijn teruggesteld op de
fabrieksinstellingen.
Alle klankbeeld-parameters zijn teruggesteld op
de fabrieksinstelligen.
Alle vastgelegde namen (van voorkeurzenders
en beeld/geluidsbronnen) zijn gewist.
Alle instellingen gemaakt met de SET UP toets
zijn teruggesteld op de fabrieksinstellingen.
Alle klankbeelden die waren vastgelegd voor
voorkeurzenders en beeld/geluidsbronnen zijn
gewist.
Zet de tuner/versterker aan en controleer de volgende
indicator.
Druk op MUTING of op de MUTING toets van de
afstandsbediening als de MUTING indicator
aangaat.
1/u (aan/uit)
MUTING
Tuner/versterker bedieningsfunkties
11
NL
Kiezen van audio/video-
apparatuur
Voor het luisteren of kijken naar de weergave van
aangesloten apparatuur, dient u eerst met de
afstandsbediening op het gewenste apparaat in te
stellen.
Voordat u begint dient u te zorgen dat:
de apparatuur zorgvuldig op de juiste wijze is
aangesloten, zoals beschreven op bladzijden 5 t/m 9.
de MASTER VOLUME regelaar helemaal naar links
is gedraaid (stand 0), om te voorkomen dat de
luidsprekers beschadigd raken.
1 Druk op de 1/u (aan/uit) schakelaar om de
tuner/versterker in te schakelen.
2 Kies het gewenste apparaat door indrukken van
een van de funktiekeuzetoetsen:
3 Schakel het gekozen apparaat, bijvoorbeeld de CD-
speler, in en start het afspelen. Om op deze tuner/
versterker op radiozenders af te stemmen, wordt
verwezen naar “Radio-ontvangst” op bladzijde 13.
4 Stel de geluidssterkte naar wens in met de
MASTER VOLUME regelaar.
Om de geluidssterkte van de TV-luidsprekers in
te stellen, gebruikt u de volumeregelaar op de TV.
Voor TV-kijken of luisteren naar
Radio-uitzendingen
Compact discs (CD)
Minidiscs (MD) of audiocassettes
TV-programma's of laserdiscs
Videocassettes
DVD-speler/AC-3-decoder)
Funktiekeuzetoetsen
1/u (aan/uit)
Voor
Dempen van het geluid
Versterken van het
basgeluid
Bijregelen van de balans
Bijregelen van de
klankkleur
Doet u het volgende
Druk op MUTING of op de
MUTING toets van de
afstandsbediening. Druk nogmaals
om het geluid weer op het
oorspronkelijke niveau te brengen.
Drukt u op de BASS BOOST of op
de BASS BOOST toets van afstands-
bediening zodat de aanduiding
“BASS BOOST” oplicht.
Draait u de BALANCE regelaar naar
rechts of links.
Stel de BASS en TREBLE regelaars
in.
Voor luisteren via de hoofdtelefoon
Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES aansluiting
en zet de SPEAKERS toetsen op “OFF”.
Kijken/luisteren naar videoprogramma's
Wanneer u naar TV-uitzendingen of
videoprogramma’s kijkt, wordt aanbevolen het geluid
via de tuner/versterker in plaats van via de TV-
luidsprekers te laten klinken. Dit stelt u in staat de
voordelen van de akoestiek-effekten van de tuner/
versterker te benutten, zoals Dolby Pro Logic
Surround, en biedt u de mogelijkheid de
afstandsbediening van de tuner/versterker te
gebruiken voor het regelen van het geluid.
Schakel de TV-luidsprekers uit voordat u begint, zodat
u kunt genieten van het akoestiek-geluid van uw
tuner/versterker.
Voor het kijken/luisteren naar TV-uitzendingen, schakelt
u zowel het TV-toestel, of de TV-afstemeenheid, als de
tuner/versterker in en drukt u op de TV/LD toets van de
tuner/versterker.
Voor het bekijken van videoprogramma’s of laserdiscs,
gaat u als volgt te werk:
1 Druk op een funktiekeuzetoets om de gewenste
videocomponent te kiezen (bijvoorbeeld VIDEO).
2 Schakel de TV in en kies de video-stand voor het
ingangssignaal van de videorecorder.
3 Schakel de videocomponent (videorecorder of
laserdisc-speler) in en start de weergave.
Gebruik van de afstandsbediening
Met de afstandsbediening kunt u de tuner en de hierop
aangesloten Sony apparatuur op afstand bedienen.
Drukt u op
TUNER
CD
MD/TAPE
TV/LD
VIDEO
5.1 CH/DVD
MUTING
MASTER VOLUME
TREBLE
5.1 CH/DVD
BASS
BOOST
BASS
BALANCE
SYSTEM
STANDBY
Funktiekeuzetoetsen
(wordt vervolgd)
Tuner/versterker bedieningsfunkties
Tuner/versterker bedieningsfunkties
12
NL
Veranderen van de toewijzingen van
een funktiekeuzetoets
Als de toewijzingen van de FUNCTION toetsen
(hierboven) zoals deze in de fabriek zijn ingesteld, niet
overeenstemmen met die van uw apparatuur, is het
mogelijk om deze instellingen aan te passen. Als u
bijvoorbeeld over twee CD-spelers beschikt en u heeft
geen cassettedeck of minidisc-recorder, kunt u de MD/
TAPE toets toewijzen aan uw tweede CD-speler.
Het is echter niet mogelijk om de fabrieksinstelling van
de TUNER toets te veranderen.
1 Houd de Funktiekeuzetoetsen waarvan u de
toewijzing wilt veranderen, ingedrukt
(bijvoorbeeld MD/TAPE).
2 Druk op de nummertoets die overeenkomt met de
audio- of videocomponent waarvan u de toewijzing
van de Funktiekeuzetoetsen wilt veranderen
(bijvoorbeeld 1 voor de CD-speler).
Aan de nummertoetsen zijn als volgt funkties
toegewezen:
1 Druk op een van de Funktiekeuzetoetsen om de
audio- of videocomponent te kiezen die u wilt
gebruiken.
De Funktiekeuzetoetsen op de afstandsbediening
uit de fabriek staan bij aflevering als volgt
ingesteld:
Voor luisteren naar
Radioprogramma's
Compact discs (CD)
Minidiscs (MD) of
audiocassettes
TV-programma's
VHS videocassettes
(bedieningsstand VTR-3)
DVD-speler/
AC-3-decoder)
Om de fabrieksinstelling van een toets te wijzigen,
zie het volgende hoofdstuk.
De tuner/versterker en het gekozen apparaat
worden ingeschakeld.
Als de gekozen audio- of videocomponent niet
wordt ingeschakeld
Druk op de aan/uit-schakelaar van het betreffende
apparaat.
2 Start de weergave.
Voor nadere bijzonderheden wordt verwezen
naar “Beschrijving van de afstandsbediening” op
bladzijde 27.
Uitschakelen van de audio/video-apparatuur
Druk op de SYSTEM STANDBY toets. Hiermee schakelt u
alle op de geschakelde netspanningsuitgang (SWITCHED
AC OUTLET) aangesloten audio/video-apparatuur in één
keer uit.
Opmerking
Druk tegelijk op SYSTEM STANDBY en op de TUNER toets
om de SYSTEM STANDBY schakelaar zo in te stellen dat hij
enkel de receiver aan- of uitzet. Druk tegelijk op SYSTEM
STANDBY en de 5.1 CH toets om de SYSTEM STANDBY
schakelaar weer normaal te laten werken.
Nummertoetsen
* Sony videorecorders worden bediend in een VTR 1, 2 of 3
stand. Deze bedieningsstanden komen overeen met
resp. Beta, 8mm en VHS.
U kunt nu de MD/TAPE toets gebruiken voor het
bedienen van een tweede CD-speler.
Terugstellen op de fabrieksinstelling
Voer de bovenstaande procedure opnieuw uit.
Drukt u op
TUNER
CD
MD/TAPE
(INITIAL-MD MODE)
TV
VIDEO
5.1 CH
Funktiekeuze-
toetsen
Nummertoets
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
ENTER
Voor bedienen van
CD-speler
DAT deck
Minidisc-recorder
Cassettedeck A
Cassettedeck B
Laserdisc-speler
Videorecorder (bedieningsstand VTR 1*)
Videorecorder (bedieningsstand VTR 2*)
Videorecorder (bedieningsstand VTR 3*)
TV-toestel
DVD
Tuner/versterker bedieningsfunkties
13
NL
Radio-ontvangst
Op deze tuner kunt u de frekwentie van een
radiozender direkt invoeren met behulp van de
nummertoetsen (direkte afstemming). Zie ook
“Automatisch doorlopen van radiozenders
(automatische afstemming)”.
Alvorens u begint, let op dat u:
een FM/AM antenne op de tuner heeft aangesloten
zoals beschreven op bladzijde 5.
het gewenste luidsprekerpaar heeft gekozen. (Zie
“Kiezen van het gewenste luidsprekerpaar” op
bladzijde 9.)
1 Druk op de 1/u (aan/uit) toets om de tuner in te
schakelen.
2 Druk op de TUNER toets.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
radiozender.
3 Druk op FM/AM om FM of AM zenders te
kiezen.
4 Druk op de DIRECT toets.
5 Druk op de nummertoetsen om de frekwentie in
te voeren.
Voorbeeld 1: FM 102,50 MHz Voorbeeld 2: AM 1350 MHz
6 Bij het afstemmen op AM zenders verstelt u de
richting van de kaderantenne voor de beste
ontvangst.
Voor ontvangst van andere radiozenders
Herhaal de stappen 3 t/m 5.
Als de STEREO indikator gedoofd blijft
Druk bij ontvangst van een FM stereo-uitzending op de
FM MODE toets.
Nummer-
toetsen1/u (aan/uit)
Als een FM stereo-uitzending met veel storing
doorkomt
De STEREO indikator knippert. Druk op de FM MODE
toets om op MONO in te stellen. Het stereo effekt zal nu
verloren gaan, maar het geluid zal minder vervormd
klinken. Om weer terug te schakelen naar stereo
ontvangst drukt u nogmaals op deze toets.
Als u niet op de zender kunt afstemmen en de
ingevoerde cijfers knipperen
Kontroleer of u wel de juiste afstemfrekwentie hebt
ingevoerd. Is er sprake van een vergissing, druk dan
weer op de DIRECT toets en voer de juiste frekwentie
in. Knipperen de cijfers nu nog en wordt er geen
radiozender ontvangen, dan is de gekozen
afstemfrekwentie in uw woongebied niet in gebruik.
Kijken naar TV-programma’s waarvan het geluid
gelijktijdig via FM wordt uitgezonden
Zorg dat u zowel op de TV (of de videorecorder) als op
de tuner op de TV-uitzending afstemt.
Als u voor de frekwentie een getal invoert dat niet
deelbaar is door het geldende afsteminterval
In dat geval wordt het door u gekozen getal
automatisch afgerond naar de dichtstbijzijnde waarde
die wel deelbaar is door het afsteminterval.
Automatisch doorlopen van radiozenders
(automatische afstemming)
Als u de afstemfrekwentie van de gewenste zender niet
weet, kunt u de tuner alle zenders die in uw gebied te
ontvangen zijn, laten doorlopen tot u de gewenste
zender vindt.
1 Druk op de TUNER toets.
De tuner stemt af op de laatst ontvangen zender.
2 Druk op FM/AM om FM of AM te kiezen.
3 Druk op de TUNING + of – toets.
Druk op de + toets voor een zender met een
hogere frekwentie; op de – toets voor een zender
met een lagere frekwentie. Wanneer het einde van
een afstemband wordt bereikt, springt de tuner
automatisch naar de andere kant van de band.
Zodra een zender doorkomt, stopt de
automatische afstemming. Om dan verder te
zoeken, drukt u de toets nogmaals in.
MASTER VOLUME
TUNER
FM/AM
FM
MODE
DIRECT
TUNING +/–
1 3 5 0
1 0 2 5 0
Afstemintervallen voor direkte afstemming:
FM: 50 kHz interval
AM: 9 kHz interval
Tuner/versterker bedieningsfunkties
14
NL
Voorinstellen van radiozenders
U zult waarschijnlijk uw favoriete radiozenders in het
geheugen van de tuner willen vastleggen zodat u
hierop snel kunt afstemmen. In het tuner-geheugen
kunnen in totaal 30 FM or AM zenders worden
opgeslagen. De zenders legt u vast onder een code
bestaande uit een letter (A, B of C) en een cijfer (0 t/m
9). Zo kunt u bijvoorbeeld een zender vastleggen onder
code A1, B6 of C9, etc.
1 Druk op de TUNER toets.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
radiozender.
2 Stem op de zender af die u in het geheugen wilt
vastleggen.
Op deze en de vorige bladzijde onder “Radio-
ontvangst” staat beschreven hoe u op zenders
kunt afstemmen.
3 Druk op de MEMORY toets.
De aanduiding “MEMORY” verschijnt enige
sekonden lang in het uitleesvenster. Zorg dat u de
stappen 4 en 5 uitvoert voordat de “MEMORY”
aanduiding dooft.
4 Druk op de SHIFT toets om een letter (A, B of C)
te kiezen.
Iedere keer dat u op de SHIFT toets drukt
verschijnt een letter, “A”, “B” of “C”, in het
uitleesvenster.
Als de “MEMORY” aanduiding dooft, begint u
opnieuw vanaf stap 3.
5 Druk, terwijl de “MEMORY” aanduiding brandt,
op het nummer (0 t/m 9) dat u wilt invoeren.
6 Herhaal de stappen 2 t/m 5 voor het voorinstellen
van andere radiozenders.
Vastleggen van een nieuwe zender onder een code
Leg de nieuwe zender onder de code vast en de eerder
vastgelegde zender wordt gewist.
Opmerking
Als de stroomvoorziening van de tuner langer dan ongeveer
een week wordt verbroken (stekker uit het stopkontakt),
zullen de vooringestelde zenders uit het geheugen gewist
worden. In dat geval dient u de zenders opnieuw vast te
leggen.
Nummertoetsen
MEMORY ENTERSHIFT TUNER
PRESET/PTY
SELECT +/–
NAME
+/–
n A1 ˜ A2 ˜˜ A0 ˜ B1 ˜ B2 ˜˜ B0 N
n C0 ˜˜ C2 ˜ C1 N
Afstemmen op vooringestelde zenders
(geheugen-afstemming)
U kunt direkt op een radiozender afstemmen door
invoeren van de bijbehorende code. Als u niet weet
welke zenders onder de codes zijn vastgelegd, kunt u
de tuner alle vooringestelde zenders laten doorlopen.
1 Druk op de TUNER toets.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender.
2
Druk op de SHIFT toets om een letter (A, B of C) te
kiezen, en druk vervolgens op een nummertoets.
Kies bijvoorbeeld A en druk dan op nummertoets
7 om op de zender vastgelegd onder code A7 af te
stemmen.
Automatisch doorlopen van de vooringestelde
zenders
Druk eerst op de TUNER toets en dan op de PRESET/
PTY SELECT + of – toets om de gewenste zender te
kiezen. Iedere keer dat u op de betreffende toets drukt,
veranderen de codes als volgt:
Naamgeving van vooringestelde zenders
De mogelijkheid bestaat om vooringestelde zenders
(met uitzondering van FM RDS zenders) van een naam
of trefwoord te voorzien, maximaal bestaande uit 8
letters en/of cijfers. Wanneer de naam eenmaal in het
geheugen is vastgelegd, verschijnt in het uitleesvenster
de zendernaam in plaats van de frekwentie telkens
wanneer u op de betreffende zender afstemt.
De lettertekens die u kunt gebruiken, omvatten letters,
cijfers en symbolen.
1 Stem af op de zender die u van een naam wilt
voorzien.
2 Druk op de NAME toets.
De cursor knippert in het uitleesvenster.
3 Gebruik de + of – toets om de gewenste letter of
het cijfer in te voeren.
4 Druk op de NAME toets om de cursor een positie
naar rechts op te schuiven voor de volgende letter.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 tot maximaal 8 letters/
cijfers zijn ingevoerd.
6 Druk op ENTER om de namen te slaan.
Indien u een vergissing maakt
Druk enkele malen op de NAME toets tot de letter of het
cijfer dat u wilt veranderen in het uitleesvenster begint te
knipperen. Voer dan het juiste letterteken in met de + of – toets.
Opmerkingen
U kunt ook een naam van maximum 8 tekens invoeren als
weergavebron. Kies de gewenste weergavebron en herhaal
de stappen 2 tot 6.
Om de naam van een programmabron te wissen, drukt u
op NAME en vervolgens opdezelfde
programmabrontoets. Druk op ENTER om de naam te
wissen (behalve TUNER).
Tuner/versterker bedieningsfunkties
15
NL
Aangegeven
informatie
Zendernaam**
Afstemfrekwentie**
Programmatype
Radiotekst
Juiste tijd (24-uurs
cyclus)
Hiermee kunt u:
De zender aan de hand van de
zendernaam (bijv. WDR) in plaats van
via de frekwentie opzoeken.
De zender aan de hand van de
frekwentie opzoeken.
Een bepaald programmatype opsporen.
(Zie bladzijde 16 voor de
programmatypes waaruit u kunt kiezen.)
De tekstberichten aangeven die door de
RDS zender worden uitgezonden.
De huidige tijd aangeven.
Opmerkingen
Als er een speciale mededeling of waarschuwingsbericht
van overheidswege doorkomt, zal in het uitleesvenster de
aanduiding “ALARM” gaan knipperen.
Als een aanduiding uit 9 of meer letters bestaat, zal de
tekst van rechts naar links over het scherm lopen.
Gebruik van het Radio Data
Systeem (RDS)
Welke mogelijkheden biedt het RDS
informatiesysteem?
RDS (Radio Data Systeem) is een digitaal radio-
informatiesysteem waarmee radiozenders naast de
gewone radio-uitzending allerlei nuttige informatie
kunnen uitzenden. Deze tuner biedt u drie handige
RDS funkties: RDS informatie in het uitleesvenster;
paraatstand voor verkeersinformatie, nieuwsberichten
of andere speciale uitzendingen; en keuze van
radiozenders aan de hand van het soort programma
dat ze uitzenden. RDS is alleen beschikbaar voor FM
zenders.*
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn, als
de zender waarop u hebt afgestemd niet goed doorkomt of
als de signaalsterkte onvoldoende is.
* Niet alle FM radiozenders geven RDS informatie door, en
de zenders die dit wel doen bieden niet alle dezelfde
soorten informatie. Voor nadere bijzonderheden omtrent
de in uw woongebied beschikbare RDS informatie kunt u
het best kontakt opnemen met de plaatselijk aktieve
radiozenders.
Ontvangst van RDS uitzendingen
Kies eenvoudigweg een radiozender uit de FM band.
Bij afstemming op een zender die RDS informatie
uitzendt, licht de RDS indicator op en verschijnt de
zendernaam in het uitleesvenster.
Aangeven van RDS informatie in het
uitleesvenster
Druk op de DISPLAY toets. Iedere keer dat u op de
DISPLAY toets drukt, verspringen de aanduidingen in
het uitleesvenster stap voor stap, om de volgende
informatie aan te geven.
** Deze informatie wordt ook aangegeven voor FM
radiozenders die geen RDS informatie uitzenden.
De volgende aanduidingen kunnen verschijnen als een
zender een bepaald type RDS informatie niet uitzendt:
“NO PTY” (er wordt geen programmatype-informatie
uitgezonden);
“NO TEXT” (er wordt geen radiotekst uitgezonden);
“NO TIME” (de juiste tijd wordt niet uitgezonden).
Afhankelijk van de methode die door de radiozender
wordt gebruikt om de tekst door te sturen, is het mogelijk
dat bepaalde tekstboodschappen onvolledig zijn.
Automatisch afstemmen op doorkomende
nieuwsberichten, verkeersinformatie enz.
(EON)
Met de EON zendernetwerk-overschakelfunctie kunt u
de tuner/versterker automatisch laten overschakelen
naar een zender die op dat moment
verkeersinformatie, nieuws e.d. uitzendt. Wanneer een
dergelijke uitzending begint op een radiozender die
behoort tot hetzelfde zendernetwerk als de
vooringestelde FM RDS zender, stemt de tuner/
versterker automatisch af op die andere zender.
Na afloop van de informatie-uitzending keert de
tuner/versterker automatisch terug naar de eerder
ontvangen voorkeurzender of de oorspronkelijk
beluisterde geluidsbron.
1 Stem af op een vooringestelde FM radiozender
die RDS informatie uitzendt.
2 Druk op de RDS EON toets om in te stellen op het
soort programma dat u wilt volgen.
Telkens wanneer u op de RDS EON toets drukt,
verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als
volgt:
Na uw keuze komt de tuner in de EON paraatstand te
staan.
De aanduidingen “NO TA”, “NO NEWS” of “NO
INFO” kunnen verschijnen als u op de RDS EON toets
drukt voordat er is afgestemd op een FM radiozender
die RDS informatie uitzendt.
Wanneer een radiozender begint een programma van
het door u gekozen type uit te zenden, schakelt de
tuner/versterker over naar die zender, verschijnt er
een mededeling (bijv. “NOW TA”) in het uitleesvenster
en gaat de bijbehorende aanduiding (bijv “TA”)
knipperen. Na afloop van de speciale uitzending
schakelt de tuner weer automatisch terug naar de
radiozender waar u oorspronkelijk naar luisterde (of
naar de gebruikte geluidsbron).
(wordt vervolgd)
/TA (Verkeersinformatie)
.
NEWS (Nieuws)
.
INFO (Informatie)
.
OFF (Er licht geen enkele aanduiding op)
Tuner/versterker bedieningsfunkties
16
NL
Stoppen met volgen van speciale uitzendingen
Druk eenmaal op de RDS EON toets.
Als u een bepaalde radio-uitzending ongestoord wilt
volgen of op cassette wilt opnemen, let er dan op dat de
EON funktie uitgeschakeld is; dit geldt vooral ook als u
het opnemen van radio-uitzendingen met een
schakelklok wilt starten.
Opmerkingen
Deze funktie kan alleen gebruikt worden als van te voren
FM RDS zenders in het geheugen zijn opgeslagen.
Als de gevonden EON zender niet krachtig genoeg
doorkomt, verschijnt de aanduiding “WEAK SIG” en dan
keert de tuner/versterker terug naar de vorige
radiozender of geluidsbron.
Opzoeken van een radiozender aan de
hand van het programmatype (PTY)
U kunt een radiozender van uw keuze opzoeken door
in te stellen op het gewenste programmatype. De tuner
stemt dan af op een uitzending van het gekozen type,
verzorgd door een van de FM RDS zenders die zijn
vastgelegd in het afstemgeheugen van de tuner.
1 Druk op RDS PTY om het huidige PTY type weer
te geven. Druk op PRESET/PTY SELECT + of –
tot het gewenste programmatype in het
uitleesvenster verschijnt. Hieronder vindt u een
overzicht van de beschikbare programmatypes.
2 Druk op de RDS PTY toets terwijl het
programmatype in het uitleesvenster wordt
aangegeven.
De tuner doorloopt dan de vooringestelde FM
RDS radiozenders op zoek naar het gekozen soort
programma. (De aanduiding “SEARCH” en het
programmatype verschijnen afwisselend in het
uitleesvenster.)
Wanneer de tuner/versterker een programma
van het door u gekozen type vindt, stopt het
apparaat met zoeken. Dan knippert het
voorinstelnummer van de radiozender die het
gekozen soort programma uitzendt, en
vervolgens schakelt de tuner/versterker over op
ontvangst en weergave van de betreffende
uitzending.
Opmerking
De aanduiding “NO PTY” verschijnt wanneer het door u
gekozen programmatype niet wordt uitgezonden; de tuner
keert dan weer terug naar de oorspronkelijke zender.
U heeft de keuze uit de volgende programmatypes:
Programmatype-
categorie
AFFAIRS
INFO
SPORT
EDUCATE
DRAMA
CULTURE
SCIENCE
VARIED
POP M
ROCK M
EASY M
LIGHT M
CLASSICS
OTHER M
WEATHER
FINANCE
CHILDREN
SOCIAL
RELIGION
PHONE IN
TRAVEL
LEISURE
JAZZ
COUNTRY
NATION M
OLDIES
FOLK M
DOCUMENT
Programmatype-
categorie
NONE
NEWS
U luistert naar
Aktualiteitenprogramma’s over
onderwerpen die recentelijk in het nieuws
zijn.
Uitzendingen over consumentenzaken,
medisch advies, weersinformatie, etc.
Sportuitzendingen.
Educatieve programma’s en uitzendingen
met advies op verschillende gebieden.
Hoorspelen en radioseries.
Radio-uitzendingen over nationale of
regionale culturele aangelegenheden,
zoals religie, taal en sociale vraagstukken.
Programma’s over natuurwetenschappen
en technologie.
Gevarieerd amusement, zoals interviews
met bekende persoonlijkheden,
quizprogramma's en komedies.
Populaire muziek.
Rockmuziek.
Easy listening ("middle of the road"
muziek).
Lichte klassieke muziek, zowel
instrumentaal als vokaal.
Uitvoeringen van klassieke muziek door
grote orkesten, kamermuziek, opera, enz.
Muziek die in geen enkele van de
bovenstaande categorieën thuishoort,
zoals bijvoorbeeld rhythm & blues en
reggae.
Weerberichten.
Beursberichten en financieel-economische
programma's.
Jongerenprogramma's.
Programma's over sociologie,
geschiedenis, aardrijkskunde,
psychologie, en
maatschappijwetenschappen.
Programma's over religieuze
aangelegenheden.
Meningsuiting via telefoon of
panelgesprekken.
Informatieprogramma's over reizen.
Vrijetijdsprogramma's waar luisteraars
aan kunnen deelnemen.
Polyfonische, gesyncopeerde muziek.
Muziek uit het zuiden van de VS.
Hedendaagse populaire muziek uit land
of streek.
"Golden age" muziek.
Muziek die stamt uit de muziekcultuur
van een bepaald land.
Duidingsprogramma's.
U luistert naar
Ieder type uitzending dat niet onder een
van de volgende categorieën valt.
Nieuwsberichten
Tuner/versterker bedieningsfunkties
17
NL
Opnemen
Deze tuner/versterker maakt opnemen naar en van
apparatuur die hierop is aangesloten bijzonder
eenvoudig. U hoeft de audio/video-apparatuur voor
weergave en opname niet direkt op elkaar aan te
sluiten: als eenmaal een weergavebron op de tuner/
versterker is gekozen, is maken en monteren van
opnamen mogelijk op dezelfde wijze als u zou doen
met gebruik van de bedieningsorganen op elk
apparaat.
Kontroleer, alvorens u begint, of alle apparatuur naar
behoren is aangesloten.
ç: Audio-signaalstroom
c: Video-signaalstroom
1 Druk op TV/LD om de programmabron te
selecteren.
2 Zet de betreffende apparatuur klaar voor
weergave. Bijvoorbeeld de TV en TV-tuner
aanzetten.
3 Breng een onbespeelde videocassette in de
videorecorder voor opname.
4 Begin met opnemen op de videorecorder.
U kunt bij het monteren van een videocassette
geluid vervangen
Op het punt waar u een ander geluid wilt beginnen
toevoegen, drukt u op een andere funktietoets
(bijvoorbeeld voor de CD) en begint de weergave. Het
geluid van de geselecteerde apparatuur zal over het
oorspronkelijke geluid worden opgenomen.
Om weer verder te gaan met opname van het
oorspronkelijke geluid, drukt u op de TV/LD
funktietoets.
Opmerking
U kunt geen audio- en videosignaal opnemen in de 5.1 CH/
DVD stand.
Gebruik van de Sleep Timer
U kunt de versterker instellen om automatisch uit te
schakelen op een opgegeven tijdstip.
Druk op SLEEP toets van de afstandsbediening terwijl het
toestel aan staat. Telkens wanneer u op SLEEP drukt,
verandert de tijd zoals hieronder aangegeven.
Het uitleesvenster dimt nadat u het tijdstip heeft opgegeven.
U kunt nagaan hoeveel tijd er nog rest voordat de
versterker zal uitschakelen
Druk op SLEEP toets van de afstandsbediening.
De resterende tijd verschijnt dan in het uitleesvenster.
Funktiekeuzetoetsen
Opnemen op een minidisc of audiocassette
Via deze tuner/versterker kunt u muziek op een
minidisc of geluidscassette opnemen. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van uw minidisc-recorder of
cassettedeck voor nadere bijzonderheden.
1 Druk op een van de funktiekeuzetoetsen om de
gewenste weergavebron te kiezen.
2 Maak het gekozen apparaat gereed voor
weergave.
Voor de CD-speler bijvoorbeeld, plaatst u een
compact disc.
3 Steek een onbespeelde minidisc of cassette in het
cassettedeck voor opname en stel zonodig het
opnamenivo in.
4 Start het opnemen op het opnamedeck en start het
afspelen van de weergavebron.
Opnemen op videocassette
Met behulp van een receiver kunt u opnemen van een
TV of LD-speler. U kunt bij het monteren van een
videocassette ook geluid afkomstig uit diverse
audiobronnen toevoegen. Raadpleeg indien nodig de
handleiding van uw videorecorder.
Opname-apparaat
(Minidisc-recorder,
cassettedeck,
videorecorder)
Apparaat voor
weergave
(weergavebron)
SLEEP
n 2:00:00 n 1:30:00 n 1:00:00 n 0:30:00 n OFF
Gebruik van de akoestiekfunkties
18
NL
Kiezen van een akoestiek-
instelling
U kunt genieten van surround sound door gewoon een
voorgeprogrammeerde akoestiek-instelling te kiezen
afhankelijk van de muziek die u wenst te beluisteren.
1 Druk op SOUND FIELD ON/OFF om de
akoestiek-instelling aan te schakelen.
Eén van de akoestiek-instellingsindicatoren licht op.
2 Druk herhaaldelijk op SOUND FIELD ON/OFF
tot de gewenste akoestiek-instelling verschijnt in
het uitleesvenster. Kies de akoestiek-instelling als
volgt:
* De aanduiding “DOLBY” verschijnt in het
uitleesvenster.
** Allen bij grebruik van 5.1 CH/DVD.
Bij gebruik van de afstandsbediening
Bij elke druk op SOUND FIELD MODE +/– verandert
de akoestiek-instelling als volgt:
Bij het kiezen van de weergavebron
Allen bij grebruik van 5.1 CH/DVD
C. STUDIO ˜ V SURR
* De aanduiding “DOLBY” verschijnt in het
uitleesvenster.
De akoestiek-instelling uitschakelen
Druk op de SOUND FIELD ON/OFF toets.
De tuner/versterker "onthoudt" voor elke
geluidsbron het laatst gekozen klankbeeld
(Geheugen-klankbeeld)
Wanneer u een bepaalde geluidsbron kiest, wordt
automatisch het laatst daarvoor gebruikte klankbeeld
ingeschakeld. Als u bijvoorbeeld een CD beluistert met
het HALL klankbeeld en dan overchakelt op een andere
geluidsbron, dan zal bij weer terugschakelen naar CD-
weergave automatisch het HALL klankbeeld weer
gelden. In het geheugen van de tuner worden de
klankbeelden voor de AM en FM afstemband en voor
alle voorkeurzenders afzonderlijk onthouden.
Op de verpakking kunt u meestal zien of het geluid
is opgenomen met Dolby Surround codering
Sommige videocassettes of laserdiscs kunnen wel zijn
opgenomen met Dolby Surround geluid, ook al staat dit
niet op de verpakking aangegeven.
Opmerking
Let op dat u met de SPEAKER A toets instelt op
luidsprekerpaar A, anders is verkrijgen van een akoestiek-
effekt niet mogelijk.
SOUND FIELD
MODE +/–
SET UP
SOUND FIELD
ON/OFF
Akoestiek-
instellingsindicatoren
+/–
EFFECT/
DELAY
SOUND FIELD
MODE +/–
SOUND FIELD
ON/OFF
EFFECT/
DELAY
Type
CINEMA
VIRTUAL
MODE (klankbeeld)
PRO LOGIC*
C(inema) STUDIO
V DOLBY
V SURR**
Effecten
Weergave van
bleedmateriaal met
Dolby Pro Logic
Surround geluid.
Geeft de akoestiek van
een bioscoopzaal. Goed
voor alle soorten
speelfilms.
Gebruik de
voorluidsprekers om
surround sound
effecten te creëren.
Gebruik de
voorluidsprekers en de
middenluidspreker om
surround sound
effecten te creëren.
Type
MUSIC
MODE (klankbeeld)
HALL
Effecten
Geeft de akoestiek van
een gewone
rechthoekige
concertzaqal. Ideaal
voor zachtere
akoestische muziek.
n PRO LOGIC* ˜ C. STUDIO N
n HALL ˜ V DOLBY N
Gebruik van de akoestiekfunkties
19
NL
Instellen van het effektnivo (behalve PRO
LOGIC)
Desgewenst kunt u het akoestiekeffekt meer
geprononceerd maken, door verhogen van het EFFECT
nivo. Met deze instelling kunt u de “aanwezigheid”
van het akoestiekeffekt in zes stappen (1-6) naar wens
bijregelen.
1 Start de weergave van de geluidsbron.
2 Druk op de EFFECT/DELAY. Het effektniveau
(“EFFECT 1” … “EFFECT 6”) wordt weergegeven
in het uitleesvenster.
3 Druk op +/– om het gewenste niveau te kiezen.
Bij gebruik van de afstandsbediening
Bij elke durk op EFFECT/DELAY verandert het
effectniveau als volgt:
Opmerking
Wijzigen van het effektnivo kan onder bepaalde
omstandigheden en met bepaalde geluidsbronnen wel eens
weinig verschil maken.
Optimaal benutten van Dolby
Pro Logic Surround geluid
Om het Dolby Pro Logic Surround geluid zo goed
mogelijk tot zijn recht te laten komen, dient u eerst de
CENTER MODE instelling te kiezen die het beste past
bij uw luidspreker-opstelling. Vervolgens stelt u de
geluidssterkte en de vertragingstijd van elke
luidspreker af.
Let op dat u tenminste over één extra paar luidsprekers
dient te beschikken voor het maken van de
onderstaande instellingen.
Kiezen van de CENTER MODE instelling
Deze tuner/versterker biedt u de keuze uit vier
verschillende CENTER MODE instellingen:
“Phantom”, “Normal”, “Wide” en “3 Stereo”. Elke
instelling is voor een bepaalde luidspreker-opstelling
ontworpen. Kies de CENTER MODE instelling die het
beste past bij uw luidspreker-opstelling:
1 Druk op SOUND FIELD ON/OFF om de
akoestiek-instelling aan te schakelen.
2 Druk herhaaldelijk op de SOUND FIELD MODE
+/– toets om het Dolby rondom-akoestiekeffekt
(PRO LOGIC of THEATER akoestiek) te kiezen.
3 Druk herhaaldelijk op SET UP tot “CTR MODE”
verschijnt in het uitleesvenster.
REAR
SET UP
CENTEREFFECT/DELAY
+/–
SOUND FIELD
MODE +/–
SOUND FIELD
ON/OFF
ENTER
TEST TONE
SOUND FIELD
MODE +/–
LEVEL
CENTER +/–
EFFECT/
DELAY
SOUND FIELD
ON/OFF
LEVEL
REAR +/–
(wordt vervolgd)
n EFFECT 1 n EFFECT 2 n ....
EFFECT 6 N EFFECT 5 N
Gebruik van de akoestiekfunkties
20
NL
4 Druk herhaaldelijk op +/– tot de gewenste center
mode verschijnt in het uitleesvenster. Kies de
midden-stand als volgt:
Als u beschikt
over
Voor- en
achterluidsprekers,
maar geen
middenluidspreker
Voor- en
achterluidsprekers,
en een kleine
middenluidspreker
Voor- en
achterluidsprekers,
en een grote
middenluidspreker
Voor- en
middenluidsprekers,
maar geen
achterluidspreker
Zodat
Het geluid van het
middenkanaal via de
voorluidsprekers
wordt weergegeven.
Het basgeluid van het
middenkanaal via de
voorluidsprekers
wordt weergegeven
(omdat een kleine
middenluidspreker
onvoldoende
basgeluid kan
produceren).
Een “kompleet”
Dolby Pro Logic
Surround geluid
klinkt.
Het geluid van het
achterkanaal via de
voorluidsprekers
wordt weergegeven.
Kiest u
PHANTOM
NORMAL
WIDE
3 STEREO
(3 Channel Logic)
Afstellen van de geluidssterkte van de
luidsprekers
Met behulp van de testtoon-funktie kunt u de
geluidssterkte van uw luidsprekers op hetzelfde nivo
afstellen. (Als al uw luidsprekers reeds hetzelfde
geluidsvolume te horen geven, is afstellen niet
noodzakelijk.)
Met de toetsen op de afstandsbediening kunt u de
luidsprekeraansluiting testen en het volumeniveau
bijstellen vanuit uw luisterpositie.
1 Druk op de SOUND FIELD ON/OFF toets om de
klankbeeldfunctie in te schakelen.
Druk enkele malen op de SOUND FIELD MODE
+/– toets om in te stellen op het “PRO LOGIC”
klankbeeld.
2 Druk op de TEST TONE toets van de
afstandsbediening.
De testtoon is achtereenvolgens via elk van de
luidsprekers hoorbaar.
3 Zorg dat het geluid van alle luidsprekers vanaf
uw luisterpositie overal even luid doorkomt.
Om het geluidsnivo van de middenluidspreker
af te stellen, drukt u op de LEVEL CENTER
+ of – toets van de afstandsbediening.
Om het geluidsnivo van de achterluidsprekers
af te stellen, drukt u op de LEVEL REAR + of –
toets van de afstandsbediening.
4 Druk op de TEST TONE toets van de
afstandsbediening om de testtoon uit te
schakelen.
Alle luidsprekers kunnen tegelijkertijd afgesteld
worden
Hiervoor gebruikt u de MASTER VOLUME regelaar op
de tuner/versterker of MASTER VOL toets op de
afstandsbediening.
Het geluidsnivo van de luidsprekers kan ook
afgesteld worden met de toetsen op de tuner/
versterker
Nadat u op TEST TONE op de afstandsbediening hebt
gedrukt:
Druk op CENTER om de middenluidspreker te
kiezen.
Druk op +/– om het niveau te regelen.
Druk op REAR om de achterluidspreker te kiezen.
Druk op +/– om het niveau te regelen.
Het uitgangsnivo van de achterluidsprekers kan
verhoogd worden
Het instelbereik van de achterluidsprekers loopt van
–15 tot +10, maar het is mogelijk om dit bereik met 5
nivo’s (–10 tot +15) te verschuiven.
Druk herhaaldelijk op SET UP tot “REAR SET UP”
verschijnt in het uitleesvenster.
Druk herhaaldelijk op +/– tot “GAIN UP” verschijnt
in het uitleesvenster.
De waarden voor het geluidsnivo van de
achterluidsprekers die in het uitleesvenster worden
aangegeven, blijven tussen –15 en +10 staan, maar in het
daadwerkelijke uitgangsnivo zult u verschil horen.
Om het instelbereik van de achterluidsprekers weer
terug te stellen, herhaalt u deze procedure tot de
aanduiding “NORMAL” in het uitleesvenster verschijnt.
Instellen van de vertragingstijd van de
achterluidsprekers
Het akoestiek-geluid kan effektiever gemaakt worden
door het geluid dat via de achterluidsprekers klinkt te
vertragen (vertragingstijd). U heeft de keuze uit drie
verschillende vertragingstijden, S (15 mS), M (20 mS)
en L (30 mS). Bijvoorbeeld voor een ruime kamer of
wanneer de achterluidsprekers ver van de
luisterpositie vandaan staan opgesteld, maakt u de
vertragingstijd korter.
1 Start de weergave van een videobron die met
Dolby Surround akoestiek is opgenomen.
2 Druk herhaaldelijk op de EFFECT/DELAY of de
EFFECT/DELAY toets van de afstandsbediening
om de vertragingstijd in te stellen. De
vertragingstijd waarop het laatst was ingesteld
verschijnt in het uitleesvenster, zoals “DELAY S”,
“DELAY M” of “DELAY L”.
Opmerking
Stel in op PRO LOGIC akoestiek voor het instellen van de
vertragingstijd met de EFFECT/DELAY toets op de tuner/
versterker.
Gebruik van de akoestiekfunkties
21
NL
Klankbeelden-weergave
Uitgeschakeld
Ingeschaked
Instelbare parameters voor elke akoestiek-instelling bij het kiezen van een programmabron
Klankbeelden-weergave
Uitgeschakeld
Ingeschaked
Type
––
CINEMA
VIRTUAL
Instelbare parameters voor elk klankbeeld bij gebruik van 5.1 CH/DVD.
MODE
––
C STUDIO
V SURR
Testtoon-weergave
In onderstaande volgorde:
linksvoor, midden, rechtsvoor ,
rectsachter, linksachter
Afwisselend van de voor- en
middenluidsprekers
a) Alleen instelbaar wanneer de middenkanaal-aanpassing is
ingesteld op PHANTOM, NORMAL of WIDE (zie blz.20).
b) Alleen instelbaar wanneer de middenkanaal-aanpassing is
ingesteld op 3 STEREO, NORMAL of WIDE (zie blz.20).
Opmerking
Om de geluidssterkte van de diverse luidsprekers af te
stellen met behulp van de testtoon, zoals beschreven op
blz.20, kiest u het PRO LOGIC klankbeeld. Bij alle andere
klankbeelden dient de testtoon alleen om te controleren of
de diverse luidspekers al dan net geluid weergeven.
Type
––
CINEMA
VIRTUAL
MUSIC
MODE
––
PRO LOGIC
C STUDIO
V DOLBY
HALL
Parameters
DELAY EFFECT REAR CENTER
rr
a)
r
b)
rr
a)
r
b)
r
rr r
Testtoon-weergave
Geen geluid
Afhankelijk van de
middenkanaal-aanpassing (zie
blz. 20)
Geen geluid
Beurtelings via de voor-en
achterluidsprekers
Parameters
DELAY EFFECT REAR CENTER
rr
rr r
rr
Aanvullende informatie
22
NL
Verhelpen van storingen
Als u een van de volgende problemen ondervindt bij
de bediening van de tuner, kunt u deze lijst van
kontrolepunten doorlopen om aan de hand hiervan het
probleem te verhelpen. Mocht het probleem
onopgelost blijven, neemt u dan a.u.b. kontakt op met
uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Er klinkt geen geluid of de geluidssterkte blijft te gering.
/ Kontroleer of de luidsprekers en audio/
videocomponenten goed zijn aangesloten.
/ Kontroleer of op de tuner/versterker het
juiste apparaat is gekozen.
/ Kontroleer of de SPEAKERS toets in de juiste
stand staat (zie blz 9).
/ Druk op MUTING of op de MUTING toets
van de afstandsbediening als de MUTING
indicator aangaat.
/ Er is kortsluiting opgetreden, waardoor het
beveiligingscircuit is ingeschakeld (de
aanduiding “PROTECT” knippert). Schakel
de tuner uit, los het probleem dat kortsluiting
veroorzaakt op en schakel het apparaat dan
weer in.
Geluid van links en rechts is verwisseld.
/ Kontroleer of de luidsprekers en audio/
video-componenten goed zijn aangesloten.
/ Stel de BALANCE regelaar bij.
Er klinkt een hinderlijke bromtoon of andere storende
achtergrondgeluiden.
/ Kontroleer of de luidsprekers en audio/
video-componenten goed zijn aangesloten.
/ Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een
transformator of motor en tenminste 3 meter
van een TV-toestel of TL-verlichting.
/ Plaats de geluidsinstallatie niet te dicht in de
buurt van een ingeschakelde TV.
/ Sluit een aardedraad aan op de de antenne-
aardaansluiting.
/ De stekkers en aansluitbussen zijn vuil.
Reinig de stekkers en aansluitbussen met een
doekje, licht bevochtigd met wat alkohol.
De RDS werkt niet.
/ Kontroleer of wel op een FM zender is
afgestemd.
/ Stem af op een beter doorkomende FM zender.
De gewenste aanduidingen of informatie verschijnen niet
in het uitleesvenster.
/ Neem kontakt op met de radiozender en
informeer of deze wel of geen RDS signalen
uitzendt. Het kan voorkomen dat de RDS
dienstverlening tijdelijk buiten werking is.
De zender of de afgespeelde geluidsbron wordt door een
andere zender onderbroken, of de tuner begint
automatisch naar zenders te zoeken.
/ De EON funktie is in werking getreden. Zorg
dat de EON funktie is uitgeschakeld als u niet
wilt dat de afgestemde zender of de
geluidsbron wordt onderbroken.
De zendernaam verschijnt niet in het uitleesvenster.
/ Druk op de DISPLAY toets tot de
zendernaam verschijnt.
Afstemmen op een bepaalde frekwentie lukt niet.
/ Kontroleer of de antennes goed zijn
aangesloten. Verstel zonodig de stand van de
antennes en sluit een buitenantenne aan.
/ Mogelijk is de signaalsterkte te gering om
door de antenne van de tuner opgepikt te
worden (bij gebruik van de automatische
afstemming). Gebruik de direkte afstemming.
/ Er zijn geen zenders in het afstemgeheugen
vastgelegd, of de vooringestelde zenders zijn
gewist (bij geheugen-afstemming). Leg de
zenders in het geheugen vast (zie blz. 14).
Uit de achterluidsprekers klinkt geen geluid of de
geluidssterkte blijft te gering.
/ Kies de CENTER MODE instelling die past bij
uw luidspreker-opstelling (zie blz. 19).
/ Stel de geluidssterkte van de luidsprekers op
het juiste nivo af (zie blz. 20).
/ Let op dat de akoestiekfunktie is
ingeschakeld en een instelling is gekozen.
Er komt geen geluid uit de middenluidspreker.
/ Kies de CENTER MODE instelling die past bij
uw luidspreker-opstelling (zie blz. 19).
/ Stel de geluidssterkte van de luidsprekers op
het juiste nivo af (zie blz. 20).
Het geluid wordt niet met akoestiek-effekt
weergegeven.
/ Kontroleer of de akoestiekfunktie wel is
ingeschakeld.
/ Zorg dat de voorluidsprekers zijn aangesloten
op de SPEAKERS A luidspreker-
aansluitingen.
/ Zorg bij gebruik van twee paar
voorluidsprekers dat de SPEAKERS A en B
toetsen beide zijn ingedrukt.
Er verschijnt geen beeld of een onduidelijk beeld op het
TV-scherm.
/ Kies de juiste funktie op de tuner/versterker.
/ Zet uw TV verder weg van de
audioapparatuur.
Opnemen is niet mogelijk.
/ Controleer of de apparatuur correct is
aangesloten.
/ U kunt geen geluid opnemen van een
programmabron die is aangesloten op de 5.1
CH/DVD aansluitingen.
De afstandsbediening werkt niet.
/ Richt de afstandsbediening recht op de
afstandsbedieningssensor g van de tuner/
versterker.
/ Er bevindt zich een obstakel tussen het
apparaat en de kop van de afstandsbediening.
/ Vervang beide batterijen in de
afstandsbediening door nieuwe.
/ Kontroleer of u de juiste funktie voor
bediening van het gewenste apparaat op de
afstandsbediening heeft gekozen.
Aanvullende informatie
Aanvullende informatie
23
NL
AM tuner-gedeelte
Tuner-gedeelte
FM Stereo, FM/AM superheterodyne
afstemming
Technische gegevens
Versterker-gedeelte
Uitgangen
Demping
BASS BOOST
TONE
Afstembereik
Antenne-
aansluitingen
Tussenfrequentie
Gevoeligheid
Bruikbare
gevoeligheid
Signaal/
ruisverhouding
Harmonische
vervorming bij
1 kHz
Scheiding
Frekwentiebereik
Selektiviteit
Uitgangs-
vermogen
Stereo
weergave
Met
akoestiekeffekt
5.1 CH/DVD
stand
Frekwentie-
karakteristiek
Ingangen
(DIN, bij 1 kHz, 4 ohm)
80 W+80 W
(DIN, bij 1 kHz, 4 ohm)
Voorluidsprekers:
70 W/ch
Middenluidspreker:
70 W
(alleen bij de PRO
LOGIC instelling)
Achterluidsprekers:
70 W/ch
(DIN, 1 kHz, 4 ohm)
Voorluidsprekers:
70 W/ch
Middenluidspreker:
70 W
Achterluidsprekers:
70 W/ch
TV/LD, CD, MD/TAPE,
VIDEO , 5.1 CH/DVD:
10 Hz - 50 kHz ±1 dB
MD/TAPE REC OUT:
Uitgangsspanning:
150 mV
Uitgangsimpedantie:
10 kOhm
VIDEO AUDIO OUT:
Uitgangsspanning:
150 mV
Uitgangsimpedantie:
10 kOhm
WOOFER:
Uitgangsspanning: 2 V
Uitgangsimpedantie:
1 kOhm
PHONES: Voor het
aansluiten van hoog-
en laagohmige
hoofdtelefoons
Volledige geluiddemping
+10 dB bij 70 Hz
±8 dB bij 100 Hz en
10 kHz
87,5 - 108,0 MHz
75 ohm, asymmetrisch
10,7 MHz
Mono: 18,3 dBf,
2,2 µV/75 ohm
Stereo: 38,3 dBf,
22,5 µV/75 ohm
11,2 dBf,
1 µV/75 ohm (IHF)
Mono: 76 dB
Stereo: 70 dB
Mono: 0,3 %
Stereo: 0,5 %
45 dB bij 1 kHz
30 Hz - 15 kHz dB
60 dB bij 400 kHz
Afstembereik
Antenne
Tussenfrequentie
Bruikbare
gevoeligheid
Signaal/
ruisverhouding
Harmonische
vervorming
Selektiviteit
Ingangen
Uitgangen
Afstemsysteem
Voeding
Stroomverbruik
Netstroomuit-
gang
Afmetingen
Gewicht
Bijgeleverd
toebehoren
531 - 1602 kHz
Kaderantenne
450 kHz
50 dB/m (bij 999 kHz)
54 dB (bij 50 mV/m)
0,5% (50 mV/m,
400 kHz)
35 dB
VIDEO, TV/LD, 5.1 CH/
DVD:
1 Vp-p 75 ohm
VIDEO, MONITOR:
1 Vp-p 75 ohm
Tuner-gedeelte: PLL
kwartsgekoppeld
digitaal
synthesizersysteem
Voorversterker-gedeelte:
Lage-ruis NF type
equalizer-versterker
Eindversterker-gedeelte:
Zuiver
komplementaire SEPP
230 V wisselstroom,
50/60 Hz
225 W
Geschakeld, 100 watt max
Ca. 430 x 144 x 306 mm
7,7 kg
FM draadantenne (1)
AM kaderantenne (1)
Afstandsbediening (1)
R6 (AA-formaat)
batterijen (2)
Algemeen
+0,5
–2
FM tuner-gedeelte
Videogedeelte
Gevoeligheid
150 mV
Impedantie
50
kOhm
Signaal/
ruisverhouding
80 dB
CD,
5.1 CH/
DVD,
MD/TAPE,
TV/LD,
VIDEO
De vermelde technische gegevens zijn
gemeten bij 230 V AC, 50 Hz.
Wijzigingen zonder kennisgeving in
ontwerp en technische gegevens
voorbehouden.
Aanvullende informatie
24
NL
3 STEREO instelling
Kies de 3 STEREO instelling als u beschikt
over voor- en middenluidsprekers, maar
niet over achterluidsprekers. Het geluid
van het achterkanaal wordt via de
voorluidsprekers weergegeven, zodat u
enige mate van akoestiek kunt verkrijgen
zonder achterluidsprekers te gebruiken.
Vertragingstijd
De vertragingstijd is het tijdsverschil tussen de
akoestiek-weergave van de voorluidsprekers en
die van de achterluidsprekers. Door de
vertragingstijd van de achterluidsprekers in te
stellen, kunt u de sfeer van verschillende
luisterruimtes nabootsen. Als u uw
achterluidsprekers in een kleine kamer of dicht
in de buurt van uw luisterpositie heeft
opgesteld, maakt u de vertragingstijd langer.
Voor een ruime kamer of wanneer de
achterluidsprekers ver van de luisterpositie
vandaan staan opgesteld, maakt u de
vertragingstijd korter.
Direkte afstemming
Deze afstemmethode stelt u in staat de
afstemfrekwentie van een zender direkt in te
voeren met behulp van de nummertoetsen.
Gebruik deze wijze van afstemming als u de
frekwentie van de gewenste zender weet.
Dolby Pro Logic Surround
Een van de decodeersystemen voor Dolby
Surround geluid, waarmee een twee-kanaals
geluidsspoor wordt omgezet in vier
gescheiden kanalen. Vergeleken met het
eerdere Dolby Surround systeem, zorgt de
Dolby Pro Logic Surround voor een meer
natuurlijk klankbeeld met vloeienddeer
verlopende bewegingen en precieser
gelokaliseerd geluid. Om de voordelen van
Dolby Pro Logic Surround optimaal te horen,
heeft u een paar achterluidsprekers en een
middenluidspreker noding. De
achterluidsprekers gaven het geluid in mono
weer.
5.1 CH/DVD
Deze stekkerbussen dienen voor de ontvangst
van gedecodeerde Dolby Digital (AC-3)
geluidssignalen, zodat u kunt genieten van
de ruimtelijke 5.1 kanaals akoestiek-
weergave. Op deze stekkerbussen kunt u een
Dolby Digital (AC-3) decodeereenheid
aansluiten of een DVD videospeler met
ingebouwde AC-3 decodeertrap.
Vooringestelde radiozenders
Dit zijn zenders die onder een letter-plus-
cijfer code in het afstemgeheugen van de
tuner zijn vastgelegd. Wanneer een zender
eenmaal is vooringesteld worden tijdrovende
bedieningshandelingen voor afstemming
overbodig. U kunt snel op de vooringestelde
zender afstemmen door eenvoudigweg de
toegewezen code in te voeren.
Akoestisch rondom-geluid
Dit geluid bestaat uit drie
geluidscomponenten: rechtstreeks geluid,
vroeg weerkaatst geluid en een nagalm. De
akoestiek van de ruimte waarin u zich
bevindt beïnvloeden de wijze waarop deze
drie geluidscomponenten te horen zijn. De
tuner/versterker kombineert deze
geluidscomponenten op een dusdanige
manier dat diverse luisteromgevingen, zoals
bijvoorbeeld een concertzaal, kunnen worden
nagebootst.
Zaal-geluidscomponenten
Overgang van het geluid van de
achterluidsprekers
Testtoon
Het geluidssignaal dat de tuner te horen geeft
aan de hand waarvan u de geluidssterkte van
de luidsprekers kunt afstellen. De testtoon is
als volgt via elk van de luidsprekers te horen:
Bij een geluidsinstallatie met een
middenluidspreker (NORMAL/WIDE/3
STEREO instellingen)
De testtoon wordt achtereenvolgens
weergegeven via de linker
voorluidspreker, de middenluidspreker,
de rechter voorluidspreker en de
achterluidsprekers.
Bij een geluidsinstallatie zonder
middenluidspreker (PHANTOM
instelling)
De testtoon wordt afwisselend via de voor-
en achterluidsprekers weergegeven.
Verklarende
woordenlijst
CENTER MODE
Instelling voor luidspreker-opstelling om het
Dolby Pro Logic Surround geluid optimaal tot
zijn recht te laten komen. Voor een zo fraai
mogelijke akoestiek, kiest u één van de
volgende vier CENTER MODE instellingen,
afhankelijk van de opstelling van uw
luidsprekers.
NORMAL instelling
Kies de NORMAL instelling als u beschikt
over voor- en achterluidsprekers en een
kleine middenluidspreker. Aangezien een
kleine middenluidspreker onvoldoende
basgeluid kan produceren, wordt het
basgeluid van het middenkanaal via de
voorluidsprekers weergegeven.
WIDE instelling
Kies de WIDE instelling als u beschikt over
voor- en achterluidsprekers en een grote
middenluidspreker. Met de WIDE
instelling kunt u het Dolby Surround
geluid optimaal benutten.
PHANTOM instelling
Kies de PHANTOM instelling als u
beschikt over voor- en achterluidsprekers,
maar niet over een middenluidspreker.
Het geluid van het middenkanaal wordt
via de voorluidsprekers weergegeven.
Nagalm
Vroege weerkaatsingen
Rechtstreeks
geluid
Middenluidspreker
Voorluidspreker
(L)
Voorluidspreker
(R)
Achterluidspreker (R)
Achterluidspreker (L)
Middenluidspreker
Voorluidspreker
(L)
Voorluidspreker
(R)
Middenluidspreker
Voorluidspreker
(R)
Achterluidspreker (R)
Voorluidspreker
(L)
Achterluidspreker (L)
Voorluidspreker
(R)
Achterluidspreker (R)
Voorluidspreker
(L)
Achterluidspreker (L)
Tijd
Vroege weerkaatsingstijd
Nivo
Nagalm
Vroege
weerkaatsingen
Rechtstreeks geluid
3 STEREO
Midden
Voor (L)
NORMAL/WIDE
Voor (R)
Achter (L, R)
PHANTOM
Voor (L, R)
Achter (L, R)
25
NL
Index
A
Aansluiten: Zie Aansluitingen
Aansluiten van audio-apparatuur
5, 6
Aansluitingen
antennes 5
audio-apparatuur 5
luidsprekers 7
netsnoer 9
overzicht 4
video-apparatuur 6
Achterpaneel 5, 6, 7, 8, 26
Afstandsbedieningstoetsen 11, 17,
27
Afstemming: Zie Radio-ontvangst
Akoestiek 19, 20, 21, 24
Antenne-aansluitingen 5
Automatische afstemming 13
B
Beknopt bedieningsoverzicht 28
C
CENTER MODE instelling 19, 24
3 STEREO 19, 24
NORMAL instelling 19, 24
PHANTOM 19, 24
WIDE 19, 24
D
Direkte afstemming 13, 24
Dolby Pro Logic
optimaal benutten 19
Surround 19, 24
CENTER MODE instelling
19, 24
Doorlopen van
radiozenders 14
vooringestelde zenders 14
3 STEREO instelling 19, 24
E, F
Effektnivo 19
EON 15
G, H
Geheugen-afstemming 14
I, J
Instellen
effektnivo 19
geluidsnivo 11
luidspreker-geluidssterkte 20
vertragingstijd 20
K
Kiezen van een weergavebron 11,
17
met de afstandsbediening 11,
12
Kijken/luisteren naar
videoprogramma’s 11
Kopiëren: Zie Opnemen
L
Letters/cijfers 14
Luidsprekers
aansluiting 7, 8
kiezen van luidsprekerpaar 9
opstelling 7
M
Monteren van opnamen: Zie
Opnemen
N
Naamgeving van vooringestelde
zenders 14
NORMAL instelling 19, 24
O
Opnemen
op audiocassette 17
P, Q
PHANTOM instelling 19, 24
PTY 16
R, S
Radio-ontvangst
direkte afstemming 13
vooringestelde radiozenders
14
RDS 15
T
Testtoon 20
U
Uitleesvenster 15
Uitpakken 4
V
Vastleggen van radiozenders:
Zie voorinstellen van
radiozenders
Verhelpen van storingen 22
Vertragingstijd 20, 24
Video-apparatuur aansluiten 6
Vooringestelde zenders 24
Voorinstellen van
radiozenders 14
W, X, Y, Z
WIDE instelling 19, 24
26
NL
Beschrijving van het achterpaneel
1 Antenne-aansluitingen
[ANTENNA (FM/AM)]
2 CD-speler aansluiting (CD)
3 Minidisc-recorder/cassettedeck
aansluiting (MD/TAPE)
4 5.1 CH/DVD
5 TV/laserdisc-speler aansluiting
(TV/LD)
Voorluidspreker-aansluitingen
[SPEAKERS FRONT (A/B)]
!™ Aansluiting voor akoestiek-
middenluidspreker (SPEAKERS
CENTER)
Aansluiting voor akoestiek-
achterluidsprekers (SPEAKERS
REAR)
6 Videorecorder-aansluiting
(VIDEO)
7 MONITOR
8 WOOFER
9 SWITCHED AC OUTLET
Netsnoer
1
4567 9
!º
!™832
!£
!¡
27
NL
Hieronder volgt een overzicht van de toetsen op de afstandsbediening die niet zijn genoemd op de voorgaande
bladzijden en de toetsen die verschillen van die op de tuner/versterker zelf.
Beschrijving van de afstandsbediening
Toets
ENTER
TV/VIDEO
AV
1/u (aan/uit)
-/- -
POSITION
SWAP
P IN P
MASTER
VOL +/–
MUTING
ANT TV/
VTR
Voor
bediening van
TV/
videorecorder/
CD
TV/
videorecorder
TV/VCR/
LD-speler/
DVD-speler
TV
TV
TV
TV
TV
TV
Videorecorder
Toets
0-9
>10
CH/
PRESET
+/–
D. SKIP
DISC
0/)
=/+
P
(
p
9
r
r + (
Funktie
Kiezen van kanaalnummers, in
kombinatie met de 0 t/m 9
nummertoetsen.
Kiezen van het ingangssignaal:
TV-signaal of
videoprogramma.
In/uitschakelen van de
stroom.
Om met de nummertoetsen
kanaalnummers te kunnen
kiezen, bestaande uit één of
twee cijfers.
Veranderen van de plaats van
het inzetbeeld.*
Verwisselen van het inzetbeeld
en het gewone beeld.*
In werking stellen van de
beeld-in-beeld funktie.*
Gewoonlijk voor het instellen
van het totaalvolume van de
tuner/versterker.
Gewoonlijk voor het dempen
van de geluidsweergave van
de tuner/versterker.
Kiezen van het
uitgangssignaal van de
antenne-aansluiting: TV-
signaal of videoprogramma.
* Uitsluitend voor Sony TV’s voorzien van de beeld-in-
beeld funktie.
Opmerking
Bepaalde Sony apparatuur is niet geschikt voor deze
afstandsbediening en zal niet reageren op de
bovengenoemde bedieningstoetsen.
Voor
bediening van
Tuner
CD-speler/
minidisc-recorder
DVD-speler
TV/videorecorder
CD-speler/
cassettedeck/
minidisc-recorder
Tuner
TV/VCR/CD
CD-speler
CD-speler
CD-speler/
DVD-speler
Cassettedeck/
minidisc-recorder/
videorecorder
CD-speler/
minidisc-recorder/
laserdisc-speler
CD-speler/
cassettedeck/
minidisc-recorder/
videorecorder
DVD-speler
CD-speler/
cassettedeck/
minidisc-recorder/
videorecorder/
DVD-speler
CD-speler/
cassettedeck/
minidisc-recorder/
videorecorder/
DVD-speler
Cassettedeck
Cassettedeck
Cassettedeck/
minidisc-recorder/
videorecorder
Funktie
Kiezen van vooringestelde
radiozenders.
Kiezen van muziekstuk-
nummers. Met 0 kiest u
muziekstuk-nummer 10.
Kiezen van kanaalnummers.
Kiezen van muziekstuk-
nummers boven de 10.
Doorlopen en kiezen van
vooringestelde zenders.
Kiezen van kanalen
Overslaan van compact discs
(alleen voor een CD-speler
met een multi-disc wisselaar).
Enkel Mega Storage-CD-
speler.
Zoeken van muziekstukken
(voorwaarts of terugwaarts).
Vooruitspoelen of
terugspoelen.
Overslaan van
muziekstukken.
Tijdelijk onderbreken van de
weergave of opname. (Teven
voor het starten van de
opname van apparatuur die
in de opname-pauzestand
staat.)
Starten van de weergave.
Stoppen van de weergave.
Starten van de weergave van
de achterkant van de cassette.
In de opname-pauzestand
zetten van cassettedecks.
Starten van de opname
wanneer de ( (of 9 op het
cassettedeck) wordt
ingedrukt.
28
NL
Beknopt bedieningsoverzicht
Radio-ontvangst
(direkte afstemming)
Voorbeeld:Afstemmen op
FM 102,50 MHz
Voorinstellen van
radiozenders
Voorbeeld:Voorinstellen van
een zender onder
code A7
Kiezen van audio/
video-apparatuur
Voorbeeld 1: Afspelen van een
compact disc
Uitleesvenster
Gebruik van
voorgeprogrammeerde
akoestiek-
instellingen
Voorbeeld: Bekijken van een
laserdisc van een
met Dolby
Surround akoestiek
opgenomen film
Afstemmen op
vooringestelde
zenders
Voorbeeld: Afstemmen op de
zender vastgelegd
onder A7
Doorlopen van
radiozenders
(automatische afstemming)
Voorbeeld:Doorlopen van
FM zenders
Doorlopen van
vooringestelde
zenders
Voorbeeld 2: Bekijken van een
videocassette
Select FM.
10250
TUNER
FM/AM
DIRECT
Stel in op FM.
MHz
Select A.
Tune in the station you want.
TUNER
MEMORY
SHIFT
7
Stem af op de gewenste zender.
Kies A.
Turn on the CD player.
Start playing.
Turn on the VCR.
Start playing.
CD
VIDEO
Schakel de CD-speler in.
Start de weergave.
Schakel de videorecorder in.
Start de weergave.
Select FM.
To continue
scanning.
TUNING
+
TUNING
+
FM/AM
TUNER
Stel in op FM.
Om verder te
zoeken.
Select A.
TUNER
SHIFT
7
Kies A.
PRESET/
PTY SELECT
+
TUNER
SOUND FIELD
SOUND FIELD
Turn on the LD player.
Select PRO
LOGIC.
Start playing.
TV/LD
ON/OFF
+
MODE
MODE
Stel in op
PRO LOGIC.
Schakel de laserdisc-speler in.
Start de weergave.

Documenttranscriptie

Voorbereidingen Bediening WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar voor brand of een elektrische schok te voorkomen. Open nooit de behuizing, om gevaar voor elektrische schokken te vermijden. Laat reparaties aan de erkende vakhandel over. Plaats het appataat niet in een gesloten ruimte, zoals een boekenrek of ingebouwde kast. Voorzorgsmaatregelen Veiligheid • Mocht er vloeistof of een voorwerp in het apparaat terechtkomen, trek dan de stekker uit het stopkontakt en laat het apparaat eerst nakijken door een deskundige, alvorens het weer in gebruik te nemen. Stroomvoorziening • Kontroleer voor het aansluiten van het apparaat eerst of de bedrijfspanning ervan wel overeenkomt met de plaatselijke netspanning. De bedrijfsspanning staat aangegeven op het naamplaatje aan de onderzijde van het apparaat. • Zolang het netsnoer op het stopkontakt is aangesloten, blijft er spanning op het apparaat staan, zelfs nadat het apparaat is uitgeschakeld. • Trek de stekker van het netsnoer uit het stopkontakt wanneer u denkt het apparaat geruime tijd niet te zullen gebruiken. Om de aansluiting op het stopkontakt te verbreken, mag u uitsluitend aan de stekker trekken; trek nooit aan het snoer. • Indien het netsnoer vervangen moet worden, mag dit alleen uitgevoerd worden door een erkend onderhoudscentrum. • De aan/uit-schakelaar bevindt zich aan de voorkant van het apparaat. Opstelling • Zet het apparaat op een goed geventileerde plaats, met rondom vrije luchtdoorstroming, om oververhitting van de inwendige onderdelen te voorkomen, in het belang van een langdurige betrouwbare werking. • Plaats het apparaat niet in de buurt van een warmtebron of in direkt zonlicht. Vermijd tevens plaatsen met veel stof, vocht en mechanische trillingen of schokken. • Zet niets bovenop het apparaat. De ventilatie-openingen aan de bovenzijde mogen niet geblokkeerd worden, in het belang van een juist funktioneren van het apparaat en een langere levensduur van de componenten. 2NL • Zorg ervoor dat de stekkers van de netsnoeren van de apparatuur niet in het stopkontakt zitten, alvorens de aansluitingen te maken. Sluit de netsnoeren pas als allerlaatste aan. Reiniging • Gebruik voor het reinigen van de ombouw, het voorpaneel en de bedieningsorganen een zachte doek, licht bevochtigd met wat milde vloeibare zeep. Gebruik geen schuurspons, schuurmiddelen of vluchtige stoffen zoals spiritus of benzine. Mocht u na het doorlezen van de gebruiksaanwijzing nog vragen over of problemen met het apparaat hebben, aarzel dan niet kontakt op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony handelaar. Voorbereidingen Omtrent deze handleiding De aanwijzingen in deze handleiding gelden voor het model STR-DE335. Kontroleer het model-nummer rechtsboven op het voorpaneel van uw tuner. Ter verduidelijking • Alle aanwijzingen in de tekst beschrijven de bediening met de toetsen op de tuner/versterker zelf. U kunt voor de bediening echter ook de toetsen van de afstandsbediening gebruiken die dezelfde of soortgelijke namen dragen als de bedieningsorganen op het apparaat. • Een “Beknopt bedieningsoverzicht” treft u aan op bladzijde 28. • De “Beschrijving van de afstandsbediening” op bladzijde 27 geeft een overzicht van de toetsen op de afstandsbediening. • Op een aantal plaatsen in deze gebruiksaanwijzing zult u de onderstaande symbolen aantreffen: Dit symbool verschijnt bij funkties die tevens via de afstandsbediening beschikbaar zijn. Dit symbool vestigt uw aandacht op handige tips, die de bediening vergemakkelijken. Deze tuner/versterker is uitgerust met Dolby Surround akoestiek. Geproduceerd onder licentle van: Dolby Laboratories Licensing Corporation. “DOLBY”, “PRO LOGIC” op het dubbele-D symbool a en PRO LOGIC zijn handelsmerken van: Dolby Laboratories Licensing Corporation. INHOUDSOPGAVE Voorbereidingen Uitpakken 4 Aansluit-overzicht 4 Aansluiten van de antennes 5 Aansluiten van audio-apparatuur 5 Aansluiten van video-apparatuur 6 Aansluiten van luidsprekers 7 Aansluiten van de stroomvoorziening 9 Alvorens u de tuner in gebruik neemt 10 Automatisch vastleggen van FM zenders in alfabetische volgorde (“Auto-betical” voorinstelling) 10 Tuner/versterker bedieningsfunkties Kiezen van audio/video-apparatuur 11 Radio-ontvangst 13 Voorinstellen van radiozenders 14 Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) 15 Opnemen 17 Gebruik van de Sleep Timer 17 GB FR NL Gebruik van de akoestiekfunkties SE Kiezen van een akoestiek-instelling 18 Optimaal benutten van Dolby Pro Logic Surround geluid 19 DK Aanvullende informatie Verhelpen van storingen 22 Technische gegevens 23 Verklarende woordenlijst 24 Index 25 Beschrijving van het achterpaneel 26 Beschrijving van de afstandsbediening Beknopt bedieningsoverzicht 27 28 3NL Voorbereidingen Uitpakken Aansluit-overzicht Kontroleer of het onderstaande bijgeleverd toebehoren inderdaad in de verpakking van de tuner/versterker aanwezig is: • FM draadantenne (1) • AM kaderantenne (1) • Afstandsbediening (1) • R6 (AA-formaat) batterijen (2) Op dit apparaat kunt u de volgende antennes en videoen audio-apparatuur aansluiten. Volg voor het aansluiten de aanwijzingen op de tussen haakjes aangegeven bladzijden. Zie voor de plaats en de benaming van de aansluitingen de “Beschrijving van het achterpaneel” op bladzijde 26. Aanbrengen van batterijen in de afstandsbediening Plaats de twee AA-formaat R6 batterijen in de afstandsbediening, met de juiste polariteit van (+) en (–) zoals is aangegeven in het batterijvak. Voor gebruik van de afstandsbediening richt u deze op de g afstandsbedieningssensor voorop de tuner/versterker. Aansluiten van luidspreker (7) Voorluidspreker (L) Aansluiten van video-apparatuur (6) TV of videomonitor TVafstemeenheid LD Speler DVD-speler/ AC-3-decoder Aansluiten van de antennes (5) AM/FM antenne Voorluidspreker (L) Videorecorder ] } } ] Wanneer u de batterijen dient te vervangen Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer een half jaar meegaan. Als de tuner/versterker niet meer naar behoren op de afstandsbediening reageert, is het tijd beide batterijen door nieuwe te vervangen. Opmerkingen • Leg de afstandsbediening niet op een al te warme of vochtige plaats. • Gebruik geen oude en nieuwe batterij naast elkaar. • Let op dat de afstandsbedieningssensor van de tuner/ versterker niet wordt blootgesteld aan rechtstreekse zonnestraling of fel lamplicht, anders zal de afstandsbediening niet naar behoren funktioneren. • Wanneer u denkt de afstandsbediening geruime tijd niet te gebruiken, is het beter de batterijen eruit te verwijderen, om eventuele beschadiging door batterijlekkage en corrosie te voorkomen. 4NL CD speler Midden- Aktieve luidspreker woofer AchterluidMD-Deck/ cassettedeck spreker (L) Aansluiten van video-apparatuur (5) Achterluidspreker (R) Vóór het aansluiten • Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens u begint met het aansluiten ervan. • Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het stopkontakt aan nadat alle andere aansluitingen in orde zijn. • Steek alle stekkers stevig over de volle lengte in de aansluitbussen, om brom en andere bijgeluiden te voorkomen. • Zorg bij het aansluiten van de audio/videosnoeren dat u links en rechts niet verwisselt: sluit de gele stekkers aan op de gele stekkerbussen (voor het videosignaal); de witte stekkers op de witte stekkerbussen (voor het linker kanaal) en de rode stekkers op de rode stekkerbussen (voor het rechter kanaal). Voorbereidingen In gebieden met een problematische AM-ontvangst Aansluiten van de antennes Overzicht Hieronder wordt beschreven hoe u de bijgeleverde AM en FM antennes op de tuner aansluit. Als u deze tuner wilt gebruiken voor radio-ontvangst, maak dan eerst de hieronder beschreven aansluitingen en ga dan door naar de volgende bladzijden. Zie voor de plaats van de antenne-aansluitingen de onderstaande afbeelding. ANTENNA In gebieden met slechte ontvangst kan het nodig zijn naast de AM kaderantenne een (niet bijgeleverde) geïsoleerde draadantenne van 6 tot 15 meter lang aan te sluiten. Span de geïsoleerde draad zo mogelijk buitenshuis, horizontaal en zo hoog mogelijk op. Aansluiten van een aardleiding Als u de tuner/versterker aansluit op een buitenantenne, dient deze geaard te worden zoals in de afbeelding links, ter bescherming tegen blikseminslag. Sluit de aardingsdraad nooit aan op een gasleiding; gezien de kans op een gasexplosie is dit uiterst gevaarlijk. Wat is de volgende stap? Als u tevens andere apparatuur wilt aansluiten, lees dan verder in de volgende paragraaf. Als u de tuner echter slechts wilt gebruiken voor radio-ontvangst, ga dan door naar “Aansluiten van luidsprekers” op blz. 7. Benodigdheden • FM draadantenne (bijgeleverd) (1) • AM kaderantenne (bijgeleverd) (1) Aansluiten van audioapparatuur Overzicht Aansluitingen FM draadantenne Na het aansluiten van de draadantenne dient u deze zo horizontaal mogelijk te plaatsen. Tuner/ versterker FM 75Ω COAXIAL AM kaderantenne Hieronder wordt beschreven hoe u geluidsapparatuur op de tuner/versterker aansluit. Als u dit apparaat wilt gebruiken als versterker, maak dan eerst de hieronder beschreven aansluitingen. Zie voor de plaats van de stekkerbussen de onderstaande afbeelding. y AM ANTENNA In gebieden met een problematische FM-ontvangst Sluit via een 75-ohm coaxiaalkabel (niet bijgeleverd) een FM buitenantenne aan op de tuner/versterker, zoals hieronder aangegeven. Tuner/ versterker FM buitenantenne y ANTENNA MD/TAPE Benodigdheden Audiosnoeren (niet bijgeleverd) (1 per CD-speler, 2 per minidisc-recorder of cassettedeck) Wit (L) Rood (R) FM 75Ω COAXIAL AM CD Wit (L) Rood (R) Aardleiding (niet bijgeleverd) Naar een aardpunt (wordt vervolgd) 5NL Voorbereidingen Aansluitingen Welke kabel heb ik nodig? De pijl ç geeft de richting van de signaalstroom aan. CD-speler Tuner/versterker CD-speler CD OUTPUT IN LINE L Geel Wit (L) Rood (R) • Videokabel (niet meegeleverd)(1 voor een TV monitor) Geel R Geel Aansluitingen Minidisc-recorder of cassettedeck Minidisc-recorder of cassettedeck MD/TAPE REC OUT Geel Wit (L) Rood (R) L R Tuner/versterker • Audio/video (niet meegeleverd)(1 voor een TV tuner of LD speler; 2 voor een videorecorder) IN OUTPUT INPUT LINE LINE De pijl ç geeft de richting van de signaalstroom aan. U kunt het geluid van een videorecorder of TV/LD beluisteren door het audiosignaal van de videorecorder of TV/LD in te receiver te voeren. TV/LD L L R R Tuner/versterker TV-afstemeenheid/ LD speler TV/LD OUTPUT VIDEO IN VIDEO AUDIO IN AUDIO Wat is de volgende stap? Ga naar het volgende hoofdstuk voor de aansluiting van videocomponenten en de weergave van surround sound bij het bekijken/beluisteren van TV-programma’s of videocassettes. L L R R Monitor Aansluiten van videoapparatuur Tuner/versterker TV of videomonitor MONITOR INPUT VIDEO OUT VIDEO Overzicht Hieronder wordt beschreven hoe u video-apparatuur op de tuner/versterker kunt aansluiten. Zie voor de plaats van de stekkerbussen de onderstaande afbeelding. 5.1 CH/DVD TV/LD Videorecorder Tuner/versterker Videorecorder VI D EO OUTPUT INPUT VIDEO OUT VIDEO IN 6NL VIDEO AUDIO AUDIO MONITOR AUDIO OUT AUDIO IN VIDEO VIDEO L L R R Gebruik de funktiekeuzetoetsen (TV/LD, CD, MD/ TAPE etc) om in te stellen op het VIDEO AUDIO OUT signaal. U kunt dit geluidssignaal opnemen door een opname-apparaat zoals een cassettedeck aan te sluiten (op de VIDEO AUDIO OUT stekkerbussen). Voorbereidingen DVD-speler/AC-3-decoder Aansluiten van luidsprekers Benodigdheden? • Audio-aans/uitsnoeren (niet bijge leverd) (Eén stuks, voor de 5.1 CH/DVD FRONT en REAR aansluitingen.) Wit (L) Rood (R) Wit (L) Rood (R) • Mono-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd) (Eén stuks, voor de 5.1 CH/DVD CENTER en WOOFER aansluitingen.) Zwart Zwart • Videosnoer (niet bijgeleverd) (Eén snoer, voor de 5.1 CH/DVD VIDEO IN aansluiting.) Geel Geel Overzicht Hieronder wordt beschreven hoe u uw luidsprekers op de tuner/versterker kunt aansluiten. Hoewel voorluidsprekers (linker en rechter) vereist zijn, is gebruik van midden- en achterluidsprekers niet strikt noodzakelijk. Door toevoeging van midden- en achterluidsprekers aan uw installatie echter, zult u van geluid met akoestiek-effekten kunnen genieten. Aansluiting van een aktieve woofer zal het lagetonenbereik verruimen. Zie voor de exakte plaats van de aansluitingen de onderstaande afbeelding. SPEAKERS REAR SPEAKERS FRONT A U kunt gedecodeerde Dolby Digital AC-3-geluidssporen weergeven via de luidsprekers aangesloten op de versterker. Hebt u een Dolby Digital AC-3-decoder, dan kunt u een gedecodeerd Dolby Digital AC-3-geluidsspoor versterken met de volgende aansluitingen. WOOFER Dolby Digital AC-3 decoder, etc. Tuner/versterker 5.1 CH/DVD FRONT REAR CENTER PRE OUT VIDEO CENTER REAR FRONT L VIDEO WOOFER SPEAKERS CENTER SPEAKERS FRONT B Voor een zo treffend mogelijk akoestisch effekt stelt u de luidsprekers op zoals in onderstaande afbeelding is aangegeven. R Achterluidspreker WOOFER 45° 60 - 90 cm Wat is de volgende stap? Lees verder in de volgende paragraaf voor het aansluiten van de luidsprekers. Benodigdheden Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd) (1 per luidspreker) (+) (+) (–) (–) Strip ongeveer 15 mm van de uiteinden van het snoer. Let goed op dat het luidsprekersnoer met de juiste polariteit (+ en –) wordt aangesloten. Als u bij één van de luidsprekers de + en – polen verwisselt, zal het geluid vervormd klinken en de lage tonen zullen niet goed doorkomen. (wordt vervolgd) 7NL Voorbereidingen Aansluitingen Voorluidsprekers Voorluidspreker (R) Tuner/versterker SPEAKERS Voorluidspreker (L) Controleer na het aansluiten van alle componenten, de luidsprekers en het netsnoer dat de luidsprekers juist werken. Geef hiervoor de testtoon via iedere luidspreker weer. Zie “Instellen van het volume van de luidsprekers” op blz. 20 voor details. FRONT L R A A B B Achter-en midenluidsprekers Achterluidspreker (R) AchterMidden- luidspreker luidspreker (L) Tuner/versterker SPEAKERS REAR R CENTER L Indien u achterluidsprekers heeft aangesloten, moet u op de 5.1 CH/DVD toets en zet het geluidsveld uit van de tuner/versterker drukken voordat u de weergave van de testtoon start zodat de testtoon afzonderlijk via de linker- en rechterachterluidsprekers wordt weergegeven. Indien u geen geluid via een luidspreker hoort bij weergave van de testtoon, of een testtoon via een andere luidspreker dan de luidspreker waarvan de naam op het uitleesvenster van de tuner/versterker wordt getoond, maken de luidsprekers kortsluiting. U moet in dat geval de aansluitingen van de luidsprekers nogmaals controleren. Aktieve woofer Tuner/versterker Vermijd kortsluiting van de luidsprekers De tuner/versterker wordt mogelijk beschadigd indien de luidsprekers kortsluiting maken. Let op de volgende voorzorgen bij het verbinden van de luidsprekers zodat kortsluiting wordt voorkomen. Controleer bij het aansluiten dat de ontblote uiteinden van ieder luidsprekersnoer beslist geen contact maken met een andere stekkerbus of een ander luidsprekersnoer. Voorbeelden van een foute aansluiting van een luidsprekersnoer: SPEA + KERS FRON T R – Aktieve woofer WOOFER INPUT AUDIO OUT Opmerking Niet aansluiten op een andere component. Als u beschikt over een extra voorluidsprekersysteem Sluit u deze luidsprekers aan op de SPEAKERS FRONT B aansluitingen. A Als uw TV-monitor gebruik maakt van afzonderlijke luidsprekers B Kunt u een ervan aansluiten op de SPEAKERS CENTER aansluitingen voor gebruik met Dolby Pro Logic Surround geluid (zie pagina 19). Het ontblote uiteinde maakt contact met een andere luidspreker-stekkerbus. + SPEA KER FRON S T R – A B De ontblote uiteinden raken elkaar aan omdat er te veel isolatie is verwijderd. 8NL Voorbereidingen Kiezen van het gewenste luidsprekerpaar Om te kiezen via welke luidsprekers het geluid wordt weergegeven, drukt u de SPEAKERS toetsen als volgt in: Voor weergave via Drukt u op SPEAKERS toets Luidsprekerpaar A (aangesloten op de SPEAKERS FRONT A stekkerbussen) Luidsprekerpaar B (aangesloten op de SPEAKERS FRONT B stekkerbussen) Beide luidsprekerparen A en B (in serie aangesloten) A B A+B Aansluiten van de stroomvoorziening Aansluiten van het netsnoer Sluit het netsnoer van deze tuner/versterker en van uw audio/video-apparatuur aan op een stopkontakt. Als u andere geluidsapparatuur aansluit op de geschakelde netspanningsuitgang (SWITCHED AC OUTLET) van de tuner/versterker, loopt de stroomvoorziening van de aangesloten apparatuur via de tuner/versterker, hetgeen u in staat stelt de hele installatie in en uit te schakelen wanneer u de tuner/ versterker in- en uitschakelt. SWITCHED AC OUTLET Opmerkingen • Als u wilt genieten van rondom-akoestiek, dient u de voorluidsprekers aan te sluiten op de SPEAKERS FRONT A luidspreker-aansluitingen. • Er zal geen geluid worden weergegeven als u instelt op SPEAKERS “A+B” terwijl er geen tweede luidsprekerpaar B is aangesloten. / naar een stopkontakt Wat is de volgende stap? Ga naar “Aansluiten van de stroomvoorziening” op deze pagina om uw systeem aan te vullen. Voorzichtig Let op dat het stroomverbruik van de apparatuur aangesloten op de netuitgang van de tuner/versterker niet de 100 watt overschrijdt. Sluit op deze netuitgang geen elektrische huishoudelijke apparaten aan met een hoog stroomverbruik, zoals een TV-toestel, een strijkijzer of een ventilator e.d. Wat is de volgende stap? Lees alvorens de installatie in gebruik te nemen de volgende paragraaf door, om ervan verzekerd te zijn dat alle toetsen en schakelaars juist staan ingesteld. 9NL Voorbereidingen Alvorens u de tuner/versterker in gebruik neemt Voor inschakelen van de tuner/versterker, zorg eerst dat: • de MASTER VOLUME regelaar helemaal naar links is gedraaid (stand 0). • het gewenste luidsprekerpaar is gekozen. (Zie “Kiezen van het gewenste luidsprekerpaar” hierboven.) • de BALANCE regelaar in de middenstand is gezet. Voor het eerste gebruik van de tuner/versterker of als u eerder gemaakte instellingen wilt wissen, volgt u de onderstaande aanwijzingen. 1/u (aan/uit) Automatisch vastleggen van FM zenders in alfabetische volgorde (“Auto-betical” voorinstelling) Met de “Auto-betical” automatische zenderopslag kunt u maximaal 30 FM radiozenders en RDS informatiezenders in het afstemgeheugen van de tuner/ versterker vastleggen, in alfabetische volgorde. Alleen de best doorkomende zenders worden door de “Autobetical” voorinstelling gekozen. Als u de FM of AM (middengolf en langegolf) zenders zelf wilt kiezen, om deze één voor één vast te leggen, volg dan de aanwijzingen onder “Voorinstellen van radiozenders” op blz. 14. De FM RDS informatiezenders worden eerst vastgelegd, in alfabetische volgorde van hun officiële Program Service zendernaam, gevolgd door de gewone FM radiozenders, in volgorde van afstemfrekwentie. (Zie voor nadere bijzonderheden over de RDS informatiefunkties blz. 15). 1 Druk op de 1/u (aan/uit) schakelaar om de tuner/versterker uit te schakelen. 2 Druk op de MEMORY toets en houd deze ingedrukt, en druk daarbij op de 1/u (aan/uit) schakelaar om het apparaat weer in te schakelen. De aanduiding “AUTOBETICAL SELECT” verschijnt en de tuner/versterker gaat dan op zoek naar alle plaatselijk te ontvangen FM radiozenders en FM RDS zenders en legt deze in het afstemgeheugen vast. Wanneer de tuner/versterker het vastleggen van de FM en FM RDS zenders voltooid heeft, verschijnt de aanduiding “FINISH” in het uitleesvenster. MUTING 1 Schakel de tuner/versterker uit. 2 Hou 1/u (aan/uit) langer dan 4 seconden ingedrukt. De aanduiding “INITIAL” verschijnt in het uitleesvenster en dan zijn de onderstaande instellingen gewist of in de oorspronkelijke uitgangsstand teruggesteld: • Alle voorkeurzenders zijn teruggesteld op de fabrieksinstellingen. • Alle klankbeeld-parameters zijn teruggesteld op de fabrieksinstelligen. • Alle vastgelegde namen (van voorkeurzenders en beeld/geluidsbronnen) zijn gewist. • Alle instellingen gemaakt met de SET UP toets zijn teruggesteld op de fabrieksinstellingen. • Alle klankbeelden die waren vastgelegd voor voorkeurzenders en beeld/geluidsbronnen zijn gewist. Zet de tuner/versterker aan en controleer de volgende indicator. • Druk op MUTING of op de MUTING toets van de afstandsbediening als de MUTING indicator aangaat. 10NL Een vooringestelde code omprogrammeren voor een andere zender Zie “Voorinstellen van radiozenders” op pagina 11. Onderbreken van de “Auto-betical” voorinstelling voordat alle zenders zijn vastdegd Druk op de 1/u (aan/uit) schakelaar om de tuner/ versterker uit te schakelen. De radiozenders die reeds waren vastgelegd, verschuiven nu naar de “hogere” nummers (naar C0) en kunnen uit het afstemgeheugen worden gewist, afhankelijk van het aantal zenders dat wordt gekozen door de “Auto-betical” voorinstelling. Opmerkingen • Als u verhuist naar een andere streek, kan het nodig zijn deze procedure opnieuw uit te voeren, om de best te ontvangen zenders in uw nieuwe woongebied vast te leggen. • Voor meer details over het afstemmen op voorinstelzenders, zie pagina 14. • Wanneer “FINISH” verschijnt, zijn alle vorige voorinstelgeheugens gewist. Programmeer opnieuw AMzenders indien nodig. Tuner/versterker bedieningsfunkties Tuner/versterker bedieningsfunkties Kiezen van audio/videoapparatuur Voor het luisteren of kijken naar de weergave van aangesloten apparatuur, dient u eerst met de afstandsbediening op het gewenste apparaat in te stellen. Voordat u begint dient u te zorgen dat: • de apparatuur zorgvuldig op de juiste wijze is aangesloten, zoals beschreven op bladzijden 5 t/m 9. • de MASTER VOLUME regelaar helemaal naar links is gedraaid (stand 0), om te voorkomen dat de luidsprekers beschadigd raken. 1/u (aan/uit) MASTER VOLUME Voor Doet u het volgende Dempen van het geluid Druk op MUTING of op de MUTING toets van de afstandsbediening. Druk nogmaals om het geluid weer op het oorspronkelijke niveau te brengen. Versterken van het basgeluid Drukt u op de BASS BOOST of op de BASS BOOST toets van afstandsbediening zodat de aanduiding “BASS BOOST” oplicht. Bijregelen van de balans Draait u de BALANCE regelaar naar rechts of links. Bijregelen van de klankkleur TREBLE BASS BOOST BASS Stel de BASS en TREBLE regelaars in. Voor luisteren via de hoofdtelefoon Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES aansluiting en zet de SPEAKERS toetsen op “OFF”. Kijken/luisteren naar videoprogramma's Funktiekeuzetoetsen 5.1 CH/DVD MUTING BALANCE 1 Druk op de 1/u (aan/uit) schakelaar om de tuner/versterker in te schakelen. 2 Kies het gewenste apparaat door indrukken van een van de funktiekeuzetoetsen: Voor TV-kijken of luisteren naar Drukt u op Radio-uitzendingen TUNER Compact discs (CD) CD Minidiscs (MD) of audiocassettes MD/TAPE TV-programma's of laserdiscs TV/LD Videocassettes VIDEO DVD-speler/AC-3-decoder) 5.1 CH/DVD 3 Schakel het gekozen apparaat, bijvoorbeeld de CDspeler, in en start het afspelen. Om op deze tuner/ versterker op radiozenders af te stemmen, wordt verwezen naar “Radio-ontvangst” op bladzijde 13. 4 Stel de geluidssterkte naar wens in met de MASTER VOLUME regelaar. Om de geluidssterkte van de TV-luidsprekers in te stellen, gebruikt u de volumeregelaar op de TV. Wanneer u naar TV-uitzendingen of videoprogramma’s kijkt, wordt aanbevolen het geluid via de tuner/versterker in plaats van via de TVluidsprekers te laten klinken. Dit stelt u in staat de voordelen van de akoestiek-effekten van de tuner/ versterker te benutten, zoals Dolby Pro Logic Surround, en biedt u de mogelijkheid de afstandsbediening van de tuner/versterker te gebruiken voor het regelen van het geluid. Schakel de TV-luidsprekers uit voordat u begint, zodat u kunt genieten van het akoestiek-geluid van uw tuner/versterker. Voor het kijken/luisteren naar TV-uitzendingen, schakelt u zowel het TV-toestel, of de TV-afstemeenheid, als de tuner/versterker in en drukt u op de TV/LD toets van de tuner/versterker. Voor het bekijken van videoprogramma’s of laserdiscs, gaat u als volgt te werk: 1 Druk op een funktiekeuzetoets om de gewenste videocomponent te kiezen (bijvoorbeeld VIDEO). 2 Schakel de TV in en kies de video-stand voor het ingangssignaal van de videorecorder. 3 Schakel de videocomponent (videorecorder of laserdisc-speler) in en start de weergave. Gebruik van de afstandsbediening Met de afstandsbediening kunt u de tuner en de hierop aangesloten Sony apparatuur op afstand bedienen. SYSTEM STANDBY Funktiekeuzetoetsen (wordt vervolgd) 11NL Tuner/versterker bedieningsfunkties 1 Druk op een van de Funktiekeuzetoetsen om de audio- of videocomponent te kiezen die u wilt gebruiken. De Funktiekeuzetoetsen op de afstandsbediening uit de fabriek staan bij aflevering als volgt ingesteld: Voor luisteren naar Drukt u op Radioprogramma's TUNER Compact discs (CD) CD Minidiscs (MD) of audiocassettes MD/TAPE (INITIAL-MD MODE) TV-programma's TV VHS videocassettes (bedieningsstand VTR-3) VIDEO DVD-speler/ AC-3-decoder) 5.1 CH Om de fabrieksinstelling van een toets te wijzigen, zie het volgende hoofdstuk. De tuner/versterker en het gekozen apparaat worden ingeschakeld. Als de gekozen audio- of videocomponent niet wordt ingeschakeld Druk op de aan/uit-schakelaar van het betreffende apparaat. 2 Start de weergave. Voor nadere bijzonderheden wordt verwezen naar “Beschrijving van de afstandsbediening” op bladzijde 27. Veranderen van de toewijzingen van een funktiekeuzetoets Als de toewijzingen van de FUNCTION toetsen (hierboven) zoals deze in de fabriek zijn ingesteld, niet overeenstemmen met die van uw apparatuur, is het mogelijk om deze instellingen aan te passen. Als u bijvoorbeeld over twee CD-spelers beschikt en u heeft geen cassettedeck of minidisc-recorder, kunt u de MD/ TAPE toets toewijzen aan uw tweede CD-speler. Het is echter niet mogelijk om de fabrieksinstelling van de TUNER toets te veranderen. Funktiekeuzetoetsen Nummertoetsen 1 Houd de Funktiekeuzetoetsen waarvan u de toewijzing wilt veranderen, ingedrukt (bijvoorbeeld MD/TAPE). 2 Druk op de nummertoets die overeenkomt met de audio- of videocomponent waarvan u de toewijzing van de Funktiekeuzetoetsen wilt veranderen (bijvoorbeeld 1 voor de CD-speler). Aan de nummertoetsen zijn als volgt funkties toegewezen: Nummertoets Uitschakelen van de audio/video-apparatuur Druk op de SYSTEM STANDBY toets. Hiermee schakelt u alle op de geschakelde netspanningsuitgang (SWITCHED AC OUTLET) aangesloten audio/video-apparatuur in één keer uit. Opmerking Druk tegelijk op SYSTEM STANDBY en op de TUNER toets om de SYSTEM STANDBY schakelaar zo in te stellen dat hij enkel de receiver aan- of uitzet. Druk tegelijk op SYSTEM STANDBY en de 5.1 CH toets om de SYSTEM STANDBY schakelaar weer normaal te laten werken. Voor bedienen van 1 CD-speler 2 DAT deck 3 Minidisc-recorder 4 Cassettedeck A 5 Cassettedeck B 6 Laserdisc-speler 7 Videorecorder (bedieningsstand VTR 1*) 8 Videorecorder (bedieningsstand VTR 2*) 9 Videorecorder (bedieningsstand VTR 3*) 0 TV-toestel ENTER DVD * Sony videorecorders worden bediend in een VTR 1, 2 of 3 stand. Deze bedieningsstanden komen overeen met resp. Beta, 8mm en VHS. U kunt nu de MD/TAPE toets gebruiken voor het bedienen van een tweede CD-speler. Terugstellen op de fabrieksinstelling 12NL Voer de bovenstaande procedure opnieuw uit. Tuner/versterker bedieningsfunkties Als een FM stereo-uitzending met veel storing doorkomt Radio-ontvangst De STEREO indikator knippert. Druk op de FM MODE toets om op MONO in te stellen. Het stereo effekt zal nu verloren gaan, maar het geluid zal minder vervormd klinken. Om weer terug te schakelen naar stereo ontvangst drukt u nogmaals op deze toets. Op deze tuner kunt u de frekwentie van een radiozender direkt invoeren met behulp van de nummertoetsen (direkte afstemming). Zie ook “Automatisch doorlopen van radiozenders (automatische afstemming)”. Als u niet op de zender kunt afstemmen en de ingevoerde cijfers knipperen Alvorens u begint, let op dat u: • een FM/AM antenne op de tuner heeft aangesloten zoals beschreven op bladzijde 5. • het gewenste luidsprekerpaar heeft gekozen. (Zie “Kiezen van het gewenste luidsprekerpaar” op bladzijde 9.) Nummer1/u (aan/uit) toetsen FM/AM Kontroleer of u wel de juiste afstemfrekwentie hebt ingevoerd. Is er sprake van een vergissing, druk dan weer op de DIRECT toets en voer de juiste frekwentie in. Knipperen de cijfers nu nog en wordt er geen radiozender ontvangen, dan is de gekozen afstemfrekwentie in uw woongebied niet in gebruik. MASTER VOLUME Kijken naar TV-programma’s waarvan het geluid gelijktijdig via FM wordt uitgezonden Zorg dat u zowel op de TV (of de videorecorder) als op de tuner op de TV-uitzending afstemt. Als u voor de frekwentie een getal invoert dat niet deelbaar is door het geldende afsteminterval TUNING +/– DIRECT FM MODE In dat geval wordt het door u gekozen getal automatisch afgerond naar de dichtstbijzijnde waarde die wel deelbaar is door het afsteminterval. TUNER 1 Druk op de 1/u (aan/uit) toets om de tuner in te schakelen. 2 Druk op de TUNER toets. Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen radiozender. Automatisch doorlopen van radiozenders (automatische afstemming) 3 Druk op FM/AM om FM of AM zenders te kiezen. Als u de afstemfrekwentie van de gewenste zender niet weet, kunt u de tuner alle zenders die in uw gebied te ontvangen zijn, laten doorlopen tot u de gewenste zender vindt. 4 Druk op de DIRECT toets. 5 Druk op de nummertoetsen om de frekwentie in te voeren. Voorbeeld 1: FM 102,50 MHz Voorbeeld 2: AM 1350 MHz 1 6 0 2 5 0 1 3 5 0 Bij het afstemmen op AM zenders verstelt u de richting van de kaderantenne voor de beste ontvangst. Voor ontvangst van andere radiozenders Herhaal de stappen 3 t/m 5. Afstemintervallen voor direkte afstemming: FM: 50 kHz interval AM: 9 kHz interval 1 Druk op de TUNER toets. De tuner stemt af op de laatst ontvangen zender. 2 Druk op FM/AM om FM of AM te kiezen. 3 Druk op de TUNING + of – toets. Druk op de + toets voor een zender met een hogere frekwentie; op de – toets voor een zender met een lagere frekwentie. Wanneer het einde van een afstemband wordt bereikt, springt de tuner automatisch naar de andere kant van de band. Zodra een zender doorkomt, stopt de automatische afstemming. Om dan verder te zoeken, drukt u de toets nogmaals in. Als de STEREO indikator gedoofd blijft Druk bij ontvangst van een FM stereo-uitzending op de FM MODE toets. 13NL Tuner/versterker bedieningsfunkties Voorinstellen van radiozenders U zult waarschijnlijk uw favoriete radiozenders in het geheugen van de tuner willen vastleggen zodat u hierop snel kunt afstemmen. In het tuner-geheugen kunnen in totaal 30 FM or AM zenders worden opgeslagen. De zenders legt u vast onder een code bestaande uit een letter (A, B of C) en een cijfer (0 t/m 9). Zo kunt u bijvoorbeeld een zender vastleggen onder code A1, B6 of C9, etc. Nummertoetsen PRESET/PTY SELECT +/– Afstemmen op vooringestelde zenders (geheugen-afstemming) U kunt direkt op een radiozender afstemmen door invoeren van de bijbehorende code. Als u niet weet welke zenders onder de codes zijn vastgelegd, kunt u de tuner alle vooringestelde zenders laten doorlopen. 1 Druk op de TUNER toets. Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender. 2 Druk op de SHIFT toets om een letter (A, B of C) te kiezen, en druk vervolgens op een nummertoets. Kies bijvoorbeeld A en druk dan op nummertoets 7 om op de zender vastgelegd onder code A7 af te stemmen. NAME Automatisch doorlopen van de vooringestelde zenders Druk eerst op de TUNER toets en dan op de PRESET/ PTY SELECT + of – toets om de gewenste zender te kiezen. Iedere keer dat u op de betreffende toets drukt, veranderen de codes als volgt: SHIFT 1 MEMORY TUNER +/– ENTER Druk op de TUNER toets. Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen radiozender. 2 Stem op de zender af die u in het geheugen wilt vastleggen. Op deze en de vorige bladzijde onder “Radioontvangst” staat beschreven hoe u op zenders kunt afstemmen. 3 Druk op de MEMORY toets. De aanduiding “MEMORY” verschijnt enige sekonden lang in het uitleesvenster. Zorg dat u de stappen 4 en 5 uitvoert voordat de “MEMORY” aanduiding dooft. 4 Druk op de SHIFT toets om een letter (A, B of C) te kiezen. Iedere keer dat u op de SHIFT toets drukt verschijnt een letter, “A”, “B” of “C”, in het uitleesvenster. Als de “MEMORY” aanduiding dooft, begint u opnieuw vanaf stap 3. 5 Druk, terwijl de “MEMORY” aanduiding brandt, op het nummer (0 t/m 9) dat u wilt invoeren. 6 Herhaal de stappen 2 t/m 5 voor het voorinstellen van andere radiozenders. Vastleggen van een nieuwe zender onder een code Leg de nieuwe zender onder de code vast en de eerder vastgelegde zender wordt gewist. Opmerking Als de stroomvoorziening van de tuner langer dan ongeveer een week wordt verbroken (stekker uit het stopkontakt), zullen de vooringestelde zenders uit het geheugen gewist worden. In dat geval dient u de zenders opnieuw vast te leggen. 14NL n A1 ˜ A2 ˜… ˜ A0 ˜ B1 ˜ B2 ˜ … ˜ B0 N n C0 ˜ … ˜ C2 ˜ C1 N Naamgeving van vooringestelde zenders De mogelijkheid bestaat om vooringestelde zenders (met uitzondering van FM RDS zenders) van een naam of trefwoord te voorzien, maximaal bestaande uit 8 letters en/of cijfers. Wanneer de naam eenmaal in het geheugen is vastgelegd, verschijnt in het uitleesvenster de zendernaam in plaats van de frekwentie telkens wanneer u op de betreffende zender afstemt. De lettertekens die u kunt gebruiken, omvatten letters, cijfers en symbolen. 1 Stem af op de zender die u van een naam wilt voorzien. 2 Druk op de NAME toets. De cursor knippert in het uitleesvenster. 3 Gebruik de + of – toets om de gewenste letter of het cijfer in te voeren. 4 Druk op de NAME toets om de cursor een positie naar rechts op te schuiven voor de volgende letter. 5 Herhaal de stappen 3 en 4 tot maximaal 8 letters/ cijfers zijn ingevoerd. 6 Druk op ENTER om de namen te slaan. Indien u een vergissing maakt Druk enkele malen op de NAME toets tot de letter of het cijfer dat u wilt veranderen in het uitleesvenster begint te knipperen. Voer dan het juiste letterteken in met de + of – toets. Opmerkingen • U kunt ook een naam van maximum 8 tekens invoeren als weergavebron. Kies de gewenste weergavebron en herhaal de stappen 2 tot 6. • Om de naam van een programmabron te wissen, drukt u op NAME en vervolgens opdezelfde programmabrontoets. Druk op ENTER om de naam te wissen (behalve TUNER). Tuner/versterker bedieningsfunkties Opmerkingen Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) Welke mogelijkheden biedt het RDS informatiesysteem? RDS (Radio Data Systeem) is een digitaal radioinformatiesysteem waarmee radiozenders naast de gewone radio-uitzending allerlei nuttige informatie kunnen uitzenden. Deze tuner biedt u drie handige RDS funkties: RDS informatie in het uitleesvenster; paraatstand voor verkeersinformatie, nieuwsberichten of andere speciale uitzendingen; en keuze van radiozenders aan de hand van het soort programma dat ze uitzenden. RDS is alleen beschikbaar voor FM zenders.* Opmerking De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn, als de zender waarop u hebt afgestemd niet goed doorkomt of als de signaalsterkte onvoldoende is. * Niet alle FM radiozenders geven RDS informatie door, en de zenders die dit wel doen bieden niet alle dezelfde soorten informatie. Voor nadere bijzonderheden omtrent de in uw woongebied beschikbare RDS informatie kunt u het best kontakt opnemen met de plaatselijk aktieve radiozenders. Ontvangst van RDS uitzendingen Kies eenvoudigweg een radiozender uit de FM band. Bij afstemming op een zender die RDS informatie uitzendt, licht de RDS indicator op en verschijnt de zendernaam in het uitleesvenster. Aangeven van RDS informatie in het uitleesvenster Druk op de DISPLAY toets. Iedere keer dat u op de DISPLAY toets drukt, verspringen de aanduidingen in het uitleesvenster stap voor stap, om de volgende informatie aan te geven. Aangegeven informatie Hiermee kunt u: Zendernaam** De zender aan de hand van de zendernaam (bijv. WDR) in plaats van via de frekwentie opzoeken. Afstemfrekwentie** De zender aan de hand van de frekwentie opzoeken. Programmatype Een bepaald programmatype opsporen. (Zie bladzijde 16 voor de programmatypes waaruit u kunt kiezen.) Radiotekst De tekstberichten aangeven die door de RDS zender worden uitgezonden. Juiste tijd (24-uurs cyclus) De huidige tijd aangeven. ** Deze informatie wordt ook aangegeven voor FM radiozenders die geen RDS informatie uitzenden. • Als er een speciale mededeling of waarschuwingsbericht van overheidswege doorkomt, zal in het uitleesvenster de aanduiding “ALARM” gaan knipperen. • Als een aanduiding uit 9 of meer letters bestaat, zal de tekst van rechts naar links over het scherm lopen. • De volgende aanduidingen kunnen verschijnen als een zender een bepaald type RDS informatie niet uitzendt: “NO PTY” (er wordt geen programmatype-informatie uitgezonden); “NO TEXT” (er wordt geen radiotekst uitgezonden); “NO TIME” (de juiste tijd wordt niet uitgezonden). • Afhankelijk van de methode die door de radiozender wordt gebruikt om de tekst door te sturen, is het mogelijk dat bepaalde tekstboodschappen onvolledig zijn. Automatisch afstemmen op doorkomende nieuwsberichten, verkeersinformatie enz. (EON) Met de EON zendernetwerk-overschakelfunctie kunt u de tuner/versterker automatisch laten overschakelen naar een zender die op dat moment verkeersinformatie, nieuws e.d. uitzendt. Wanneer een dergelijke uitzending begint op een radiozender die behoort tot hetzelfde zendernetwerk als de vooringestelde FM RDS zender, stemt de tuner/ versterker automatisch af op die andere zender. Na afloop van de informatie-uitzending keert de tuner/versterker automatisch terug naar de eerder ontvangen voorkeurzender of de oorspronkelijk beluisterde geluidsbron. 1 Stem af op een vooringestelde FM radiozender die RDS informatie uitzendt. 2 Druk op de RDS EON toets om in te stellen op het soort programma dat u wilt volgen. Telkens wanneer u op de RDS EON toets drukt, verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als volgt: / TA (Verkeersinformatie) . NEWS (Nieuws) . INFO (Informatie) . OFF (Er licht geen enkele aanduiding op) Na uw keuze komt de tuner in de EON paraatstand te staan. De aanduidingen “NO TA”, “NO NEWS” of “NO INFO” kunnen verschijnen als u op de RDS EON toets drukt voordat er is afgestemd op een FM radiozender die RDS informatie uitzendt. Wanneer een radiozender begint een programma van het door u gekozen type uit te zenden, schakelt de tuner/versterker over naar die zender, verschijnt er een mededeling (bijv. “NOW TA”) in het uitleesvenster en gaat de bijbehorende aanduiding (bijv “TA”) knipperen. Na afloop van de speciale uitzending schakelt de tuner weer automatisch terug naar de radiozender waar u oorspronkelijk naar luisterde (of naar de gebruikte geluidsbron). (wordt vervolgd) 15NL Tuner/versterker bedieningsfunkties Stoppen met volgen van speciale uitzendingen Druk eenmaal op de RDS EON toets. Programmatype- U luistert naar categorie AFFAIRS Aktualiteitenprogramma’s over onderwerpen die recentelijk in het nieuws zijn. INFO Uitzendingen over consumentenzaken, medisch advies, weersinformatie, etc. Opmerkingen SPORT Sportuitzendingen. • Deze funktie kan alleen gebruikt worden als van te voren FM RDS zenders in het geheugen zijn opgeslagen. • Als de gevonden EON zender niet krachtig genoeg doorkomt, verschijnt de aanduiding “WEAK SIG” en dan keert de tuner/versterker terug naar de vorige radiozender of geluidsbron. EDUCATE Educatieve programma’s en uitzendingen met advies op verschillende gebieden. DRAMA Hoorspelen en radioseries. CULTURE Radio-uitzendingen over nationale of regionale culturele aangelegenheden, zoals religie, taal en sociale vraagstukken. Opzoeken van een radiozender aan de hand van het programmatype (PTY) SCIENCE Programma’s over natuurwetenschappen en technologie. VARIED Gevarieerd amusement, zoals interviews met bekende persoonlijkheden, quizprogramma's en komedies. POP M Populaire muziek. ROCK M Rockmuziek. Druk op RDS PTY om het huidige PTY type weer te geven. Druk op PRESET/PTY SELECT + of – tot het gewenste programmatype in het uitleesvenster verschijnt. Hieronder vindt u een overzicht van de beschikbare programmatypes. EASY M Easy listening ("middle of the road" muziek). LIGHT M Lichte klassieke muziek, zowel instrumentaal als vokaal. CLASSICS Uitvoeringen van klassieke muziek door grote orkesten, kamermuziek, opera, enz. Druk op de RDS PTY toets terwijl het programmatype in het uitleesvenster wordt aangegeven. De tuner doorloopt dan de vooringestelde FM RDS radiozenders op zoek naar het gekozen soort programma. (De aanduiding “SEARCH” en het programmatype verschijnen afwisselend in het uitleesvenster.) Wanneer de tuner/versterker een programma van het door u gekozen type vindt, stopt het apparaat met zoeken. Dan knippert het voorinstelnummer van de radiozender die het gekozen soort programma uitzendt, en vervolgens schakelt de tuner/versterker over op ontvangst en weergave van de betreffende uitzending. OTHER M Muziek die in geen enkele van de bovenstaande categorieën thuishoort, zoals bijvoorbeeld rhythm & blues en reggae. WEATHER Weerberichten. FINANCE Beursberichten en financieel-economische programma's. CHILDREN Jongerenprogramma's. SOCIAL Programma's over sociologie, geschiedenis, aardrijkskunde, psychologie, en maatschappijwetenschappen. RELIGION Programma's over religieuze aangelegenheden. PHONE IN Meningsuiting via telefoon of panelgesprekken. TRAVEL Informatieprogramma's over reizen. LEISURE Vrijetijdsprogramma's waar luisteraars aan kunnen deelnemen. JAZZ Polyfonische, gesyncopeerde muziek. COUNTRY Muziek uit het zuiden van de VS. NATION M Hedendaagse populaire muziek uit land of streek. OLDIES "Golden age" muziek. FOLK M Muziek die stamt uit de muziekcultuur van een bepaald land. DOCUMENT Duidingsprogramma's. Als u een bepaalde radio-uitzending ongestoord wilt volgen of op cassette wilt opnemen, let er dan op dat de EON funktie uitgeschakeld is; dit geldt vooral ook als u het opnemen van radio-uitzendingen met een schakelklok wilt starten. U kunt een radiozender van uw keuze opzoeken door in te stellen op het gewenste programmatype. De tuner stemt dan af op een uitzending van het gekozen type, verzorgd door een van de FM RDS zenders die zijn vastgelegd in het afstemgeheugen van de tuner. 1 2 Opmerking De aanduiding “NO PTY” verschijnt wanneer het door u gekozen programmatype niet wordt uitgezonden; de tuner keert dan weer terug naar de oorspronkelijke zender. U heeft de keuze uit de volgende programmatypes: Programmatype- U luistert naar categorie 16NL NONE Ieder type uitzending dat niet onder een van de volgende categorieën valt. NEWS Nieuwsberichten Tuner/versterker bedieningsfunkties Opnemen Deze tuner/versterker maakt opnemen naar en van apparatuur die hierop is aangesloten bijzonder eenvoudig. U hoeft de audio/video-apparatuur voor weergave en opname niet direkt op elkaar aan te sluiten: als eenmaal een weergavebron op de tuner/ versterker is gekozen, is maken en monteren van opnamen mogelijk op dezelfde wijze als u zou doen met gebruik van de bedieningsorganen op elk apparaat. Kontroleer, alvorens u begint, of alle apparatuur naar behoren is aangesloten. Funktiekeuzetoetsen 1 Druk op TV/LD om de programmabron te selecteren. 2 Zet de betreffende apparatuur klaar voor weergave. Bijvoorbeeld de TV en TV-tuner aanzetten. 3 Breng een onbespeelde videocassette in de videorecorder voor opname. 4 Begin met opnemen op de videorecorder. U kunt bij het monteren van een videocassette geluid vervangen Op het punt waar u een ander geluid wilt beginnen toevoegen, drukt u op een andere funktietoets (bijvoorbeeld voor de CD) en begint de weergave. Het geluid van de geselecteerde apparatuur zal over het oorspronkelijke geluid worden opgenomen. Om weer verder te gaan met opname van het oorspronkelijke geluid, drukt u op de TV/LD funktietoets. Apparaat voor weergave (weergavebron) Opname-apparaat (Minidisc-recorder, cassettedeck, videorecorder) Opmerking U kunt geen audio- en videosignaal opnemen in de 5.1 CH/ DVD stand. ç: Audio-signaalstroom c: Video-signaalstroom Opnemen op een minidisc of audiocassette Via deze tuner/versterker kunt u muziek op een minidisc of geluidscassette opnemen. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw minidisc-recorder of cassettedeck voor nadere bijzonderheden. Gebruik van de Sleep Timer U kunt de versterker instellen om automatisch uit te schakelen op een opgegeven tijdstip. SLEEP 1 Druk op een van de funktiekeuzetoetsen om de gewenste weergavebron te kiezen. 2 Maak het gekozen apparaat gereed voor weergave. Voor de CD-speler bijvoorbeeld, plaatst u een compact disc. 3 Steek een onbespeelde minidisc of cassette in het cassettedeck voor opname en stel zonodig het opnamenivo in. 4 Start het opnemen op het opnamedeck en start het afspelen van de weergavebron. Opnemen op videocassette Met behulp van een receiver kunt u opnemen van een TV of LD-speler. U kunt bij het monteren van een videocassette ook geluid afkomstig uit diverse audiobronnen toevoegen. Raadpleeg indien nodig de handleiding van uw videorecorder. Druk op SLEEP toets van de afstandsbediening terwijl het toestel aan staat. Telkens wanneer u op SLEEP drukt, verandert de tijd zoals hieronder aangegeven. n 2:00:00 n 1:30:00 n 1:00:00 n 0:30:00 n OFF Het uitleesvenster dimt nadat u het tijdstip heeft opgegeven. U kunt nagaan hoeveel tijd er nog rest voordat de versterker zal uitschakelen Druk op SLEEP toets van de afstandsbediening. De resterende tijd verschijnt dan in het uitleesvenster. 17NL Gebruik van de akoestiekfunkties Kiezen van een akoestiekinstelling Type MODE (klankbeeld) Effecten MUSIC HALL Geeft de akoestiek van een gewone rechthoekige concertzaqal. Ideaal voor zachtere akoestische muziek. U kunt genieten van surround sound door gewoon een voorgeprogrammeerde akoestiek-instelling te kiezen afhankelijk van de muziek die u wenst te beluisteren. AkoestiekSOUND FIELD SOUND FIELD instellingsindicatoren MODE +/– ON/OFF * De aanduiding “DOLBY” verschijnt in het uitleesvenster. ** Allen bij grebruik van 5.1 CH/DVD. Bij gebruik van de afstandsbediening Bij elke druk op SOUND FIELD MODE +/– verandert de akoestiek-instelling als volgt: Bij het kiezen van de weergavebron EFFECT/ DELAY +/– SET UP n PRO LOGIC* ˜ C. STUDIO N n HALL ˜ V DOLBY N SOUND FIELD ON/OFF Allen bij grebruik van 5.1 CH/DVD SOUND FIELD MODE +/– EFFECT/ DELAY C. STUDIO ˜ V SURR * De aanduiding “DOLBY” verschijnt in het uitleesvenster. De akoestiek-instelling uitschakelen 1 2 Druk op SOUND FIELD ON/OFF om de akoestiek-instelling aan te schakelen. Eén van de akoestiek-instellingsindicatoren licht op. Druk herhaaldelijk op SOUND FIELD ON/OFF tot de gewenste akoestiek-instelling verschijnt in het uitleesvenster. Kies de akoestiek-instelling als volgt: Type MODE (klankbeeld) Effecten CINEMA PRO LOGIC* Weergave van bleedmateriaal met Dolby Pro Logic Surround geluid. C(inema) STUDIO Geeft de akoestiek van een bioscoopzaal. Goed voor alle soorten speelfilms. VIRTUAL 18NL V DOLBY Gebruik de voorluidsprekers om surround sound effecten te creëren. V SURR** Gebruik de voorluidsprekers en de middenluidspreker om surround sound effecten te creëren. Druk op de SOUND FIELD ON/OFF toets. De tuner/versterker "onthoudt" voor elke geluidsbron het laatst gekozen klankbeeld (Geheugen-klankbeeld) Wanneer u een bepaalde geluidsbron kiest, wordt automatisch het laatst daarvoor gebruikte klankbeeld ingeschakeld. Als u bijvoorbeeld een CD beluistert met het HALL klankbeeld en dan overchakelt op een andere geluidsbron, dan zal bij weer terugschakelen naar CDweergave automatisch het HALL klankbeeld weer gelden. In het geheugen van de tuner worden de klankbeelden voor de AM en FM afstemband en voor alle voorkeurzenders afzonderlijk onthouden. Op de verpakking kunt u meestal zien of het geluid is opgenomen met Dolby Surround codering Sommige videocassettes of laserdiscs kunnen wel zijn opgenomen met Dolby Surround geluid, ook al staat dit niet op de verpakking aangegeven. Opmerking Let op dat u met de SPEAKER A toets instelt op luidsprekerpaar A, anders is verkrijgen van een akoestiekeffekt niet mogelijk. Gebruik van de akoestiekfunkties Instellen van het effektnivo (behalve PRO LOGIC) Desgewenst kunt u het akoestiekeffekt meer geprononceerd maken, door verhogen van het EFFECT nivo. Met deze instelling kunt u de “aanwezigheid” van het akoestiekeffekt in zes stappen (1-6) naar wens bijregelen. 1 Start de weergave van de geluidsbron. 2 Druk op de EFFECT/DELAY. Het effektniveau (“EFFECT 1” … “EFFECT 6”) wordt weergegeven in het uitleesvenster. 3 Optimaal benutten van Dolby Pro Logic Surround geluid Om het Dolby Pro Logic Surround geluid zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen, dient u eerst de CENTER MODE instelling te kiezen die het beste past bij uw luidspreker-opstelling. Vervolgens stelt u de geluidssterkte en de vertragingstijd van elke luidspreker af. Let op dat u tenminste over één extra paar luidsprekers dient te beschikken voor het maken van de onderstaande instellingen. Druk op +/– om het gewenste niveau te kiezen. SOUND FIELD MODE +/– SOUND FIELD ON/OFF SET UP Bij gebruik van de afstandsbediening Bij elke durk op EFFECT/DELAY verandert het effectniveau als volgt: n EFFECT 1 n EFFECT 2 n .... EFFECT 6 N EFFECT 5 N EFFECT/DELAY Opmerking Wijzigen van het effektnivo kan onder bepaalde omstandigheden en met bepaalde geluidsbronnen wel eens weinig verschil maken. SOUND FIELD ON/OFF EFFECT/ DELAY LEVEL REAR +/– CENTER ENTER +/– REAR TEST TONE SOUND FIELD MODE +/– LEVEL CENTER +/– Kiezen van de CENTER MODE instelling Deze tuner/versterker biedt u de keuze uit vier verschillende CENTER MODE instellingen: “Phantom”, “Normal”, “Wide” en “3 Stereo”. Elke instelling is voor een bepaalde luidspreker-opstelling ontworpen. Kies de CENTER MODE instelling die het beste past bij uw luidspreker-opstelling: 1 Druk op SOUND FIELD ON/OFF om de akoestiek-instelling aan te schakelen. 2 Druk herhaaldelijk op de SOUND FIELD MODE +/– toets om het Dolby rondom-akoestiekeffekt (PRO LOGIC of THEATER akoestiek) te kiezen. 3 Druk herhaaldelijk op SET UP tot “CTR MODE” verschijnt in het uitleesvenster. (wordt vervolgd) 19NL Gebruik van de akoestiekfunkties 4 Alle luidsprekers kunnen tegelijkertijd afgesteld worden Druk herhaaldelijk op +/– tot de gewenste center mode verschijnt in het uitleesvenster. Kies de midden-stand als volgt: Als u beschikt over Kiest u Hiervoor gebruikt u de MASTER VOLUME regelaar op de tuner/versterker of MASTER VOL toets op de afstandsbediening. Zodat Voor- en PHANTOM achterluidsprekers, maar geen middenluidspreker Het geluid van het middenkanaal via de voorluidsprekers wordt weergegeven. NORMAL Voor- en achterluidsprekers, en een kleine middenluidspreker Het basgeluid van het middenkanaal via de voorluidsprekers wordt weergegeven (omdat een kleine middenluidspreker onvoldoende basgeluid kan produceren). WIDE Voor- en achterluidsprekers, en een grote middenluidspreker Een “kompleet” Dolby Pro Logic Surround geluid klinkt. 3 STEREO Voor- en middenluidsprekers, (3 Channel Logic) maar geen achterluidspreker Het geluid van het achterkanaal via de voorluidsprekers wordt weergegeven. Het geluidsnivo van de luidsprekers kan ook afgesteld worden met de toetsen op de tuner/ versterker Nadat u op TEST TONE op de afstandsbediening hebt gedrukt: • Druk op CENTER om de middenluidspreker te kiezen. Druk op +/– om het niveau te regelen. • Druk op REAR om de achterluidspreker te kiezen. Druk op +/– om het niveau te regelen. Het uitgangsnivo van de achterluidsprekers kan verhoogd worden Het instelbereik van de achterluidsprekers loopt van –15 tot +10, maar het is mogelijk om dit bereik met 5 nivo’s (–10 tot +15) te verschuiven. • Druk herhaaldelijk op SET UP tot “REAR SET UP” verschijnt in het uitleesvenster. • Druk herhaaldelijk op +/– tot “GAIN UP” verschijnt in het uitleesvenster. De waarden voor het geluidsnivo van de achterluidsprekers die in het uitleesvenster worden aangegeven, blijven tussen –15 en +10 staan, maar in het daadwerkelijke uitgangsnivo zult u verschil horen. Afstellen van de geluidssterkte van de luidsprekers Met behulp van de testtoon-funktie kunt u de geluidssterkte van uw luidsprekers op hetzelfde nivo afstellen. (Als al uw luidsprekers reeds hetzelfde geluidsvolume te horen geven, is afstellen niet noodzakelijk.) Met de toetsen op de afstandsbediening kunt u de luidsprekeraansluiting testen en het volumeniveau bijstellen vanuit uw luisterpositie. 1 Druk op de SOUND FIELD ON/OFF toets om de klankbeeldfunctie in te schakelen. Druk enkele malen op de SOUND FIELD MODE +/– toets om in te stellen op het “PRO LOGIC” klankbeeld. 2 Druk op de TEST TONE toets van de afstandsbediening. De testtoon is achtereenvolgens via elk van de luidsprekers hoorbaar. 3 4 20NL Zorg dat het geluid van alle luidsprekers vanaf uw luisterpositie overal even luid doorkomt. • Om het geluidsnivo van de middenluidspreker af te stellen, drukt u op de LEVEL CENTER + of – toets van de afstandsbediening. • Om het geluidsnivo van de achterluidsprekers af te stellen, drukt u op de LEVEL REAR + of – toets van de afstandsbediening. Druk op de TEST TONE toets van de afstandsbediening om de testtoon uit te schakelen. Om het instelbereik van de achterluidsprekers weer terug te stellen, herhaalt u deze procedure tot de aanduiding “NORMAL” in het uitleesvenster verschijnt. Instellen van de vertragingstijd van de achterluidsprekers Het akoestiek-geluid kan effektiever gemaakt worden door het geluid dat via de achterluidsprekers klinkt te vertragen (vertragingstijd). U heeft de keuze uit drie verschillende vertragingstijden, S (15 mS), M (20 mS) en L (30 mS). Bijvoorbeeld voor een ruime kamer of wanneer de achterluidsprekers ver van de luisterpositie vandaan staan opgesteld, maakt u de vertragingstijd korter. 1 Start de weergave van een videobron die met Dolby Surround akoestiek is opgenomen. 2 Druk herhaaldelijk op de EFFECT/DELAY of de EFFECT/DELAY toets van de afstandsbediening om de vertragingstijd in te stellen. De vertragingstijd waarop het laatst was ingesteld verschijnt in het uitleesvenster, zoals “DELAY S”, “DELAY M” of “DELAY L”. Opmerking Stel in op PRO LOGIC akoestiek voor het instellen van de vertragingstijd met de EFFECT/DELAY toets op de tuner/ versterker. Gebruik van de akoestiekfunkties Instelbare parameters voor elke akoestiek-instelling bij het kiezen van een programmabron Klankbeelden-weergave Type MODE Uitgeschakeld –– –– Ingeschaked CINEMA PRO LOGIC Parameters DELAY EFFECT REAR Testtoon-weergave CENTER Geen geluid r C STUDIO r VIRTUAL V DOLBY r MUSIC HALL r ra) rb) a) b) r r Afhankelijk van de middenkanaal-aanpassing (zie blz. 20) Geen geluid r r Beurtelings via de voor-en achterluidsprekers Instelbare parameters voor elk klankbeeld bij gebruik van 5.1 CH/DVD. Parameters Klankbeelden-weergave Type MODE Uitgeschakeld –– –– Ingeschaked CINEMA C STUDIO r VIRTUAL V SURR r DELAY EFFECT REAR CENTER r r r r r Testtoon-weergave In onderstaande volgorde: linksvoor, midden, rechtsvoor , rectsachter, linksachter Afwisselend van de voor- en middenluidsprekers a) Alleen instelbaar wanneer de middenkanaal-aanpassing is ingesteld op PHANTOM, NORMAL of WIDE (zie blz.20). b) Alleen instelbaar wanneer de middenkanaal-aanpassing is ingesteld op 3 STEREO, NORMAL of WIDE (zie blz.20). Opmerking Om de geluidssterkte van de diverse luidsprekers af te stellen met behulp van de testtoon, zoals beschreven op blz.20, kiest u het PRO LOGIC klankbeeld. Bij alle andere klankbeelden dient de testtoon alleen om te controleren of de diverse luidspekers al dan net geluid weergeven. 21NL Aanvullende informatie Verhelpen van storingen Als u een van de volgende problemen ondervindt bij de bediening van de tuner, kunt u deze lijst van kontrolepunten doorlopen om aan de hand hiervan het probleem te verhelpen. Mocht het probleem onopgelost blijven, neemt u dan a.u.b. kontakt op met uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Er klinkt geen geluid of de geluidssterkte blijft te gering. / Kontroleer of de luidsprekers en audio/ videocomponenten goed zijn aangesloten. / Kontroleer of op de tuner/versterker het juiste apparaat is gekozen. / Kontroleer of de SPEAKERS toets in de juiste stand staat (zie blz 9). / Druk op MUTING of op de MUTING toets van de afstandsbediening als de MUTING indicator aangaat. / Er is kortsluiting opgetreden, waardoor het beveiligingscircuit is ingeschakeld (de aanduiding “PROTECT” knippert). Schakel de tuner uit, los het probleem dat kortsluiting veroorzaakt op en schakel het apparaat dan weer in. Geluid van links en rechts is verwisseld. / Kontroleer of de luidsprekers en audio/ video-componenten goed zijn aangesloten. / Stel de BALANCE regelaar bij. Er klinkt een hinderlijke bromtoon of andere storende achtergrondgeluiden. / Kontroleer of de luidsprekers en audio/ video-componenten goed zijn aangesloten. / Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een transformator of motor en tenminste 3 meter van een TV-toestel of TL-verlichting. / Plaats de geluidsinstallatie niet te dicht in de buurt van een ingeschakelde TV. / Sluit een aardedraad aan op de de antenneaardaansluiting. / De stekkers en aansluitbussen zijn vuil. Reinig de stekkers en aansluitbussen met een doekje, licht bevochtigd met wat alkohol. De RDS werkt niet. / Kontroleer of wel op een FM zender is afgestemd. / Stem af op een beter doorkomende FM zender. De gewenste aanduidingen of informatie verschijnen niet in het uitleesvenster. / Neem kontakt op met de radiozender en informeer of deze wel of geen RDS signalen uitzendt. Het kan voorkomen dat de RDS dienstverlening tijdelijk buiten werking is. De zender of de afgespeelde geluidsbron wordt door een andere zender onderbroken, of de tuner begint automatisch naar zenders te zoeken. / De EON funktie is in werking getreden. Zorg dat de EON funktie is uitgeschakeld als u niet wilt dat de afgestemde zender of de geluidsbron wordt onderbroken. De zendernaam verschijnt niet in het uitleesvenster. / Druk op de DISPLAY toets tot de zendernaam verschijnt. 22NL Afstemmen op een bepaalde frekwentie lukt niet. / Kontroleer of de antennes goed zijn aangesloten. Verstel zonodig de stand van de antennes en sluit een buitenantenne aan. / Mogelijk is de signaalsterkte te gering om door de antenne van de tuner opgepikt te worden (bij gebruik van de automatische afstemming). Gebruik de direkte afstemming. / Er zijn geen zenders in het afstemgeheugen vastgelegd, of de vooringestelde zenders zijn gewist (bij geheugen-afstemming). Leg de zenders in het geheugen vast (zie blz. 14). Uit de achterluidsprekers klinkt geen geluid of de geluidssterkte blijft te gering. / Kies de CENTER MODE instelling die past bij uw luidspreker-opstelling (zie blz. 19). / Stel de geluidssterkte van de luidsprekers op het juiste nivo af (zie blz. 20). / Let op dat de akoestiekfunktie is ingeschakeld en een instelling is gekozen. Er komt geen geluid uit de middenluidspreker. / Kies de CENTER MODE instelling die past bij uw luidspreker-opstelling (zie blz. 19). / Stel de geluidssterkte van de luidsprekers op het juiste nivo af (zie blz. 20). Het geluid wordt niet met akoestiek-effekt weergegeven. / Kontroleer of de akoestiekfunktie wel is ingeschakeld. / Zorg dat de voorluidsprekers zijn aangesloten op de SPEAKERS A luidsprekeraansluitingen. / Zorg bij gebruik van twee paar voorluidsprekers dat de SPEAKERS A en B toetsen beide zijn ingedrukt. Er verschijnt geen beeld of een onduidelijk beeld op het TV-scherm. / Kies de juiste funktie op de tuner/versterker. / Zet uw TV verder weg van de audioapparatuur. Opnemen is niet mogelijk. / Controleer of de apparatuur correct is aangesloten. / U kunt geen geluid opnemen van een programmabron die is aangesloten op de 5.1 CH/DVD aansluitingen. De afstandsbediening werkt niet. / Richt de afstandsbediening recht op de afstandsbedieningssensor g van de tuner/ versterker. / Er bevindt zich een obstakel tussen het apparaat en de kop van de afstandsbediening. / Vervang beide batterijen in de afstandsbediening door nieuwe. / Kontroleer of u de juiste funktie voor bediening van het gewenste apparaat op de afstandsbediening heeft gekozen. Aanvullende informatie Uitgangen Technische gegevens Versterker-gedeelte Uitgangsvermogen Stereo weergave (DIN, bij 1 kHz, 4 ohm) 80 W+80 W Met (DIN, bij 1 kHz, 4 ohm) akoestiekeffekt Voorluidsprekers: 70 W/ch Middenluidspreker: 70 W (alleen bij de PRO LOGIC instelling) Achterluidsprekers: 70 W/ch 5.1 CH/DVD stand Frekwentiekarakteristiek (DIN, 1 kHz, 4 ohm) Voorluidsprekers: 70 W/ch Middenluidspreker: 70 W Achterluidsprekers: 70 W/ch TV/LD, CD, MD/TAPE, VIDEO , 5.1 CH/DVD: 10 Hz - 50 kHz ±1 dB Demping MD/TAPE REC OUT: Uitgangsspanning: 150 mV Uitgangsimpedantie: 10 kOhm VIDEO AUDIO OUT: Uitgangsspanning: 150 mV Uitgangsimpedantie: 10 kOhm WOOFER: Uitgangsspanning: 2 V Uitgangsimpedantie: 1 kOhm PHONES: Voor het aansluiten van hoogen laagohmige hoofdtelefoons Volledige geluiddemping BASS BOOST +10 dB bij 70 Hz TONE ±8 dB bij 100 Hz en 10 kHz Tuner-gedeelte FM Stereo, FM/AM superheterodyne afstemming AM tuner-gedeelte Afstembereik 531 - 1602 kHz Antenne Kaderantenne Tussenfrequentie 450 kHz Bruikbare gevoeligheid 50 dB/m (bij 999 kHz) Signaal/ ruisverhouding 54 dB (bij 50 mV/m) Harmonische vervorming 0,5% (50 mV/m, 400 kHz) Selektiviteit 35 dB Videogedeelte Ingangen VIDEO, TV/LD, 5.1 CH/ DVD: 1 Vp-p 75 ohm Uitgangen VIDEO, MONITOR: 1 Vp-p 75 ohm Algemeen Afstemsysteem Tuner-gedeelte: PLL kwartsgekoppeld digitaal synthesizersysteem Voorversterker-gedeelte: Lage-ruis NF type equalizer-versterker Eindversterker-gedeelte: Zuiver komplementaire SEPP Mono: 18,3 dBf, 2,2 µV/75 ohm Stereo: 38,3 dBf, 22,5 µV/75 ohm Voeding 230 V wisselstroom, 50/60 Hz Stroomverbruik 225 W Bruikbare gevoeligheid 11,2 dBf, 1 µV/75 ohm (IHF) Netstroomuitgang Geschakeld, 100 watt max Signaal/ ruisverhouding Mono: 76 dB Stereo: 70 dB Afmetingen Ca. 430 x 144 x 306 mm Gewicht Mono: 0,3 % Stereo: 0,5 % 7,7 kg Harmonische vervorming bij 1 kHz Bijgeleverd toebehoren Scheiding 45 dB bij 1 kHz FM draadantenne (1) AM kaderantenne (1) Afstandsbediening (1) R6 (AA-formaat) batterijen (2) FM tuner-gedeelte Afstembereik 87,5 - 108,0 MHz Antenneaansluitingen 75 ohm, asymmetrisch Ingangen Gevoeligheid Impedantie Signaal/ ruisverhouding CD, 5.1 CH/ DVD, 150 mV MD/TAPE, TV/LD, VIDEO Tussenfrequentie 10,7 MHz 50 kOhm 80 dB Gevoeligheid +0,5 Frekwentiebereik 30 Hz - 15 kHz –2 dB Selektiviteit 60 dB bij 400 kHz De vermelde technische gegevens zijn gemeten bij 230 V AC, 50 Hz. Wijzigingen zonder kennisgeving in ontwerp en technische gegevens voorbehouden. 23NL Aanvullende informatie • 3 STEREO instelling Kies de 3 STEREO instelling als u beschikt over voor- en middenluidsprekers, maar niet over achterluidsprekers. Het geluid van het achterkanaal wordt via de voorluidsprekers weergegeven, zodat u enige mate van akoestiek kunt verkrijgen zonder achterluidsprekers te gebruiken. Verklarende woordenlijst CENTER MODE Instelling voor luidspreker-opstelling om het Dolby Pro Logic Surround geluid optimaal tot zijn recht te laten komen. Voor een zo fraai mogelijke akoestiek, kiest u één van de volgende vier CENTER MODE instellingen, afhankelijk van de opstelling van uw luidsprekers. Middenluidspreker Voorluidspreker Voorluidspreker (L) (R) Akoestisch rondom-geluid Dit geluid bestaat uit drie geluidscomponenten: rechtstreeks geluid, vroeg weerkaatst geluid en een nagalm. De akoestiek van de ruimte waarin u zich bevindt beïnvloeden de wijze waarop deze drie geluidscomponenten te horen zijn. De tuner/versterker kombineert deze geluidscomponenten op een dusdanige manier dat diverse luisteromgevingen, zoals bijvoorbeeld een concertzaal, kunnen worden nagebootst. • Zaal-geluidscomponenten Vroege weerkaatsingen Nagalm • NORMAL instelling Kies de NORMAL instelling als u beschikt over voor- en achterluidsprekers en een kleine middenluidspreker. Aangezien een kleine middenluidspreker onvoldoende basgeluid kan produceren, wordt het basgeluid van het middenkanaal via de voorluidsprekers weergegeven. Middenluidspreker Voorluidspreker Voorluidspreker (L) (R) Vertragingstijd De vertragingstijd is het tijdsverschil tussen de akoestiek-weergave van de voorluidsprekers en die van de achterluidsprekers. Door de vertragingstijd van de achterluidsprekers in te stellen, kunt u de sfeer van verschillende luisterruimtes nabootsen. Als u uw achterluidsprekers in een kleine kamer of dicht in de buurt van uw luisterpositie heeft opgesteld, maakt u de vertragingstijd langer. Voor een ruime kamer of wanneer de achterluidsprekers ver van de luisterpositie vandaan staan opgesteld, maakt u de vertragingstijd korter. Direkte afstemming Achterluidspreker (L) Achterluidspreker (R) • WIDE instelling Kies de WIDE instelling als u beschikt over voor- en achterluidsprekers en een grote middenluidspreker. Met de WIDE instelling kunt u het Dolby Surround geluid optimaal benutten. Middenluidspreker Voorluidspreker Voorluidspreker (L) (R) Achterluidspreker (L) Achterluidspreker (R) • PHANTOM instelling Kies de PHANTOM instelling als u beschikt over voor- en achterluidsprekers, maar niet over een middenluidspreker. Het geluid van het middenkanaal wordt via de voorluidsprekers weergegeven. Voorluidspreker (L) Voorluidspreker (R) Deze afstemmethode stelt u in staat de afstemfrekwentie van een zender direkt in te voeren met behulp van de nummertoetsen. Gebruik deze wijze van afstemming als u de frekwentie van de gewenste zender weet. Dolby Pro Logic Surround Een van de decodeersystemen voor Dolby Surround geluid, waarmee een twee-kanaals geluidsspoor wordt omgezet in vier gescheiden kanalen. Vergeleken met het eerdere Dolby Surround systeem, zorgt de Dolby Pro Logic Surround voor een meer natuurlijk klankbeeld met vloeienddeer verlopende bewegingen en precieser gelokaliseerd geluid. Om de voordelen van Dolby Pro Logic Surround optimaal te horen, heeft u een paar achterluidsprekers en een middenluidspreker noding. De achterluidsprekers gaven het geluid in mono weer. 5.1 CH/DVD Deze stekkerbussen dienen voor de ontvangst van gedecodeerde Dolby Digital (AC-3) geluidssignalen, zodat u kunt genieten van de ruimtelijke 5.1 kanaals akoestiekweergave. Op deze stekkerbussen kunt u een Dolby Digital (AC-3) decodeereenheid aansluiten of een DVD videospeler met ingebouwde AC-3 decodeertrap. Vooringestelde radiozenders Achterluidspreker (L) Achterluidspreker (R) Dit zijn zenders die onder een letter-pluscijfer code in het afstemgeheugen van de tuner zijn vastgelegd. Wanneer een zender eenmaal is vooringesteld worden tijdrovende bedieningshandelingen voor afstemming overbodig. U kunt snel op de vooringestelde zender afstemmen door eenvoudigweg de toegewezen code in te voeren. Rechtstreeks geluid • Overgang van het geluid van de achterluidsprekers Rechtstreeks geluid Vroege weerkaatsingen Nagalm Nivo Vroege weerkaatsingstijd Tijd Testtoon Het geluidssignaal dat de tuner te horen geeft aan de hand waarvan u de geluidssterkte van de luidsprekers kunt afstellen. De testtoon is als volgt via elk van de luidsprekers te horen: • Bij een geluidsinstallatie met een middenluidspreker (NORMAL/WIDE/3 STEREO instellingen) De testtoon wordt achtereenvolgens weergegeven via de linker voorluidspreker, de middenluidspreker, de rechter voorluidspreker en de achterluidsprekers. Voor (L) Voor (R) Midden 3 STEREO Achter (L, R) NORMAL/WIDE • Bij een geluidsinstallatie zonder middenluidspreker (PHANTOM instelling) De testtoon wordt afwisselend via de vooren achterluidsprekers weergegeven. Voor (L, R) PHANTOM Achter (L, R) 24NL Index A E, F Aansluiten: Zie Aansluitingen Aansluiten van audio-apparatuur 5, 6 Aansluitingen antennes 5 audio-apparatuur 5 luidsprekers 7 netsnoer 9 overzicht 4 video-apparatuur 6 Achterpaneel 5, 6, 7, 8, 26 Afstandsbedieningstoetsen 11, 17, 27 Afstemming: Zie Radio-ontvangst Akoestiek 19, 20, 21, 24 Antenne-aansluitingen 5 Automatische afstemming 13 O Effektnivo 19 EON 15 G, H Opnemen op audiocassette 17 P, Q Geheugen-afstemming 14 I, J Instellen effektnivo 19 geluidsnivo 11 luidspreker-geluidssterkte 20 vertragingstijd 20 K Kiezen van een weergavebron 11, 17 met de afstandsbediening 11, 12 Kijken/luisteren naar videoprogramma’s 11 Kopiëren: Zie Opnemen B Beknopt bedieningsoverzicht 28 C CENTER MODE instelling 19, 24 3 STEREO 19, 24 NORMAL instelling 19, 24 PHANTOM 19, 24 WIDE 19, 24 L Direkte afstemming 13, 24 Dolby Pro Logic optimaal benutten 19 Surround 19, 24 CENTER MODE instelling 19, 24 Doorlopen van radiozenders 14 vooringestelde zenders 14 3 STEREO instelling 19, 24 M R, S Radio-ontvangst direkte afstemming 13 vooringestelde radiozenders 14 RDS 15 T Testtoon 20 U Uitleesvenster 15 Uitpakken 4 V Letters/cijfers 14 Luidsprekers aansluiting 7, 8 kiezen van luidsprekerpaar 9 opstelling 7 D PHANTOM instelling 19, 24 PTY 16 Monteren van opnamen: Zie Opnemen Vastleggen van radiozenders: Zie voorinstellen van radiozenders Verhelpen van storingen 22 Vertragingstijd 20, 24 Video-apparatuur aansluiten 6 Vooringestelde zenders 24 Voorinstellen van radiozenders 14 W, X, Y, Z N WIDE instelling 19, 24 Naamgeving van vooringestelde zenders 14 NORMAL instelling 19, 24 25NL Beschrijving van het achterpaneel 1 4 567 9 !º 23 1 Antenne-aansluitingen [ANTENNA (FM/AM)] 2 CD-speler aansluiting (CD) 3 Minidisc-recorder/cassettedeck aansluiting (MD/TAPE) 4 5.1 CH/DVD 5 TV/laserdisc-speler aansluiting (TV/LD) 26NL 8 !£ !™ 6 Videorecorder-aansluiting (VIDEO) 7 MONITOR 8 WOOFER 9 SWITCHED AC OUTLET !º Netsnoer !¡ !¡ Voorluidspreker-aansluitingen [SPEAKERS FRONT (A/B)] !™ Aansluiting voor akoestiekmiddenluidspreker (SPEAKERS CENTER) !£ Aansluiting voor akoestiekachterluidsprekers (SPEAKERS REAR) Beschrijving van de afstandsbediening Hieronder volgt een overzicht van de toetsen op de afstandsbediening die niet zijn genoemd op de voorgaande bladzijden en de toetsen die verschillen van die op de tuner/versterker zelf. Toets Voor bediening van Funktie Toets Voor Funktie bediening van 0-9 Tuner Kiezen van vooringestelde radiozenders. ENTER CD-speler/ minidisc-recorder DVD-speler Kiezen van muziekstuknummers. Met 0 kiest u muziekstuk-nummer 10. TV/ Kiezen van kanaalnummers, in videorecorder/ kombinatie met de 0 t/m 9 CD nummertoetsen. TV/VIDEO TV/ videorecorder TV/videorecorder Kiezen van kanaalnummers. >10 CD-speler/ cassettedeck/ minidisc-recorder Kiezen van muziekstuknummers boven de 10. CH/ PRESET +/– Tuner Doorlopen en kiezen van vooringestelde zenders. TV/VCR/CD Kiezen van kanalen D. SKIP CD-speler Overslaan van compact discs (alleen voor een CD-speler met een multi-disc wisselaar). DISC CD-speler Enkel Mega Storage-CDspeler. 0/) CD-speler/ DVD-speler Zoeken van muziekstukken (voorwaarts of terugwaarts). Vooruitspoelen of Cassettedeck/ minidisc-recorder/ terugspoelen. videorecorder Overslaan van =/+ CD-speler/ minidisc-recorder/ muziekstukken. laserdisc-speler P ( CD-speler/ cassettedeck/ minidisc-recorder/ videorecorder DVD-speler Tijdelijk onderbreken van de weergave of opname. (Teven voor het starten van de opname van apparatuur die in de opname-pauzestand staat.) Starten van de weergave. CD-speler/ cassettedeck/ minidisc-recorder/ videorecorder/ DVD-speler p Stoppen van de weergave. CD-speler/ cassettedeck/ minidisc-recorder/ videorecorder/ DVD-speler 9 Cassettedeck Starten van de weergave van de achterkant van de cassette. r Cassettedeck In de opname-pauzestand zetten van cassettedecks. r+( Starten van de opname Cassettedeck/ minidisc-recorder/ wanneer de ( (of 9 op het cassettedeck) wordt videorecorder ingedrukt. TV/VCR/ AV 1/u (aan/uit) LD-speler/ DVD-speler Kiezen van het ingangssignaal: TV-signaal of videoprogramma. In/uitschakelen van de stroom. -/- - TV Om met de nummertoetsen kanaalnummers te kunnen kiezen, bestaande uit één of twee cijfers. POSITION TV Veranderen van de plaats van het inzetbeeld.* SWAP TV Verwisselen van het inzetbeeld en het gewone beeld.* P IN P TV In werking stellen van de beeld-in-beeld funktie.* MASTER VOL +/– TV Gewoonlijk voor het instellen van het totaalvolume van de tuner/versterker. MUTING TV Gewoonlijk voor het dempen van de geluidsweergave van de tuner/versterker. ANT TV/ VTR Videorecorder Kiezen van het uitgangssignaal van de antenne-aansluiting: TVsignaal of videoprogramma. * Uitsluitend voor Sony TV’s voorzien van de beeld-inbeeld funktie. Opmerking Bepaalde Sony apparatuur is niet geschikt voor deze afstandsbediening en zal niet reageren op de bovengenoemde bedieningstoetsen. 27NL Beknopt bedieningsoverzicht Radio-ontvangst (direkte afstemming) Voorbeeld: Afstemmen op FM 102,50 MHz TUNER Voorinstellen van radiozenders Kiezen van audio/ video-apparatuur Voorbeeld: Voorinstellen van een zender onder code A7 Voorbeeld 1: Afspelen van een compact disc CD TUNER Turn onde theCD-speler CD player. Schakel in. FM/AM Stel in op FM. Select FM. 0 Start deplaying. weergave. Start MEMORY DIRECT 1 Tuneafinop the youzender. want. Stem destation gewenste 2 5 0 Voorbeeld 2: Bekijken van een videocassette SHIFT Kies A. A. Select Uitleesvenster VIDEO 7 Turn the VCR. in. Schakel de on videorecorder MHz Start deplaying. weergave. Start Doorlopen van radiozenders (automatische afstemming) Voorbeeld: Doorlopen van FM zenders TUNER Afstemmen op vooringestelde zenders Voorbeeld: Afstemmen op de zender vastgelegd onder A7 TUNER FM/AM Select FM. Stel in op FM. Gebruik van voorgeprogrammeerde akoestiekinstellingen Voorbeeld: Bekijken van een laserdisc van een met Dolby Surround akoestiek opgenomen film SHIFT Kies A. A. Select – TV/LD TUNING + 7 Toverder continue Om te scanning. zoeken. – SOUND FIELD ON/OFF TUNING + Doorlopen van vooringestelde zenders TUNER SOUND FIELD – MODE + MODE Stel inPRO op Select PRO LOGIC. LOGIC. Schakel dethe laserdisc-speler Turn on LD player. in. Start deplaying. weergave. Start PRESET/ – PTY SELECT + 28NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136

Sony STR-DE335 de handleiding

Categorie
Aanvullende muziekapparatuur
Type
de handleiding