Documenttranscriptie
Voorbereidingen
Bediening
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet
bloot aan regen of vocht,
om gevaar voor brand of
een elektrische schok te
voorkomen.
Open nooit de behuizing, om gevaar
voor elektrische schokken te vermijden.
Laat reparaties aan de erkende
vakhandel over.
Plaats het appataat niet in een gesloten
ruimte, zoals een boekenrek of
ingebouwde kast.
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
• Mocht er vloeistof of een voorwerp in
het apparaat terechtkomen, trek dan
de stekker uit het stopkontakt en laat
het apparaat eerst nakijken door een
deskundige, alvorens het weer in
gebruik te nemen.
Stroomvoorziening
• Kontroleer voor het aansluiten van
het apparaat eerst of de
bedrijfspanning ervan wel
overeenkomt met de plaatselijke
netspanning. De bedrijfsspanning
staat aangegeven op het naamplaatje
aan de onderzijde van het apparaat.
• Zolang het netsnoer op het
stopkontakt is aangesloten, blijft er
spanning op het apparaat staan, zelfs
nadat het apparaat is uitgeschakeld.
• Trek de stekker van het netsnoer uit
het stopkontakt wanneer u denkt het
apparaat geruime tijd niet te zullen
gebruiken. Om de aansluiting op het
stopkontakt te verbreken, mag u
uitsluitend aan de stekker trekken;
trek nooit aan het snoer.
• Indien het netsnoer vervangen moet
worden, mag dit alleen uitgevoerd
worden door een erkend
onderhoudscentrum.
• De aan/uit-schakelaar bevindt zich
aan de voorkant van het apparaat.
Opstelling
• Zet het apparaat op een goed
geventileerde plaats, met rondom
vrije luchtdoorstroming, om
oververhitting van de inwendige
onderdelen te voorkomen, in het
belang van een langdurige
betrouwbare werking.
• Plaats het apparaat niet in de buurt
van een warmtebron of in direkt
zonlicht. Vermijd tevens plaatsen met
veel stof, vocht en mechanische
trillingen of schokken.
• Zet niets bovenop het apparaat. De
ventilatie-openingen aan de
bovenzijde mogen niet geblokkeerd
worden, in het belang van een juist
funktioneren van het apparaat en een
langere levensduur van de
componenten.
2NL
• Zorg ervoor dat de stekkers van de
netsnoeren van de apparatuur niet in
het stopkontakt zitten, alvorens de
aansluitingen te maken. Sluit de
netsnoeren pas als allerlaatste aan.
Reiniging
• Gebruik voor het reinigen van de
ombouw, het voorpaneel en de
bedieningsorganen een zachte doek,
licht bevochtigd met wat milde
vloeibare zeep. Gebruik geen
schuurspons, schuurmiddelen of
vluchtige stoffen zoals spiritus of
benzine.
Mocht u na het doorlezen van de
gebruiksaanwijzing nog vragen over
of problemen met het apparaat
hebben, aarzel dan niet kontakt op te
nemen met de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Voorbereidingen
Omtrent deze
handleiding
De aanwijzingen in deze handleiding
gelden voor het model STR-DE335.
Kontroleer het model-nummer
rechtsboven op het voorpaneel van uw
tuner.
Ter verduidelijking
• Alle aanwijzingen in de tekst
beschrijven de bediening met de
toetsen op de tuner/versterker zelf. U
kunt voor de bediening echter ook de
toetsen van de afstandsbediening
gebruiken die dezelfde of soortgelijke
namen dragen als de
bedieningsorganen op het apparaat.
• Een “Beknopt bedieningsoverzicht”
treft u aan op bladzijde 28.
• De “Beschrijving van de
afstandsbediening” op bladzijde 27
geeft een overzicht van de toetsen op
de afstandsbediening.
• Op een aantal plaatsen in deze
gebruiksaanwijzing zult u de
onderstaande symbolen aantreffen:
Dit symbool verschijnt bij
funkties die tevens via de
afstandsbediening beschikbaar
zijn.
Dit symbool vestigt uw aandacht
op handige tips, die de bediening
vergemakkelijken.
Deze tuner/versterker is uitgerust met
Dolby Surround akoestiek.
Geproduceerd onder licentle van: Dolby
Laboratories Licensing Corporation.
“DOLBY”, “PRO LOGIC” op het
dubbele-D symbool a en PRO LOGIC
zijn handelsmerken van: Dolby
Laboratories Licensing Corporation.
INHOUDSOPGAVE
Voorbereidingen
Uitpakken 4
Aansluit-overzicht 4
Aansluiten van de antennes 5
Aansluiten van audio-apparatuur 5
Aansluiten van video-apparatuur 6
Aansluiten van luidsprekers 7
Aansluiten van de stroomvoorziening 9
Alvorens u de tuner in gebruik neemt 10
Automatisch vastleggen van FM zenders in alfabetische volgorde
(“Auto-betical” voorinstelling) 10
Tuner/versterker bedieningsfunkties
Kiezen van audio/video-apparatuur 11
Radio-ontvangst 13
Voorinstellen van radiozenders 14
Gebruik van het Radio Data Systeem (RDS) 15
Opnemen 17
Gebruik van de Sleep Timer 17
GB
FR
NL
Gebruik van de akoestiekfunkties
SE
Kiezen van een akoestiek-instelling 18
Optimaal benutten van Dolby Pro Logic Surround geluid 19
DK
Aanvullende informatie
Verhelpen van storingen 22
Technische gegevens 23
Verklarende woordenlijst 24
Index 25
Beschrijving van het achterpaneel 26
Beschrijving van de afstandsbediening
Beknopt bedieningsoverzicht
27
28
3NL
Voorbereidingen
Uitpakken
Aansluit-overzicht
Kontroleer of het onderstaande bijgeleverd toebehoren
inderdaad in de verpakking van de tuner/versterker
aanwezig is:
• FM draadantenne (1)
• AM kaderantenne (1)
• Afstandsbediening (1)
• R6 (AA-formaat) batterijen (2)
Op dit apparaat kunt u de volgende antennes en videoen audio-apparatuur aansluiten. Volg voor het
aansluiten de aanwijzingen op de tussen haakjes
aangegeven bladzijden. Zie voor de plaats en de
benaming van de aansluitingen de “Beschrijving van
het achterpaneel” op bladzijde 26.
Aanbrengen van batterijen in de
afstandsbediening
Plaats de twee AA-formaat R6 batterijen in de
afstandsbediening, met de juiste polariteit van (+) en
(–) zoals is aangegeven in het batterijvak. Voor gebruik
van de afstandsbediening richt u deze op de g
afstandsbedieningssensor voorop de tuner/versterker.
Aansluiten
van
luidspreker
(7)
Voorluidspreker
(L)
Aansluiten van
video-apparatuur
(6)
TV of
videomonitor
TVafstemeenheid
LD Speler
DVD-speler/
AC-3-decoder
Aansluiten van de
antennes (5)
AM/FM antenne
Voorluidspreker
(L)
Videorecorder
]
}
}
]
Wanneer u de batterijen dient te vervangen
Bij normaal gebruik zal een stel batterijen ongeveer een
half jaar meegaan. Als de tuner/versterker niet meer
naar behoren op de afstandsbediening reageert, is het
tijd beide batterijen door nieuwe te vervangen.
Opmerkingen
• Leg de afstandsbediening niet op een al te warme of
vochtige plaats.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterij naast elkaar.
• Let op dat de afstandsbedieningssensor van de tuner/
versterker niet wordt blootgesteld aan rechtstreekse
zonnestraling of fel lamplicht, anders zal de
afstandsbediening niet naar behoren funktioneren.
• Wanneer u denkt de afstandsbediening geruime tijd niet
te gebruiken, is het beter de batterijen eruit te verwijderen,
om eventuele beschadiging door batterijlekkage en
corrosie te voorkomen.
4NL
CD speler
Midden- Aktieve
luidspreker woofer
AchterluidMD-Deck/
cassettedeck
spreker
(L)
Aansluiten van
video-apparatuur (5)
Achterluidspreker
(R)
Vóór het aansluiten
• Schakel eerst alle betrokken apparatuur uit, alvorens
u begint met het aansluiten ervan.
• Sluit de netsnoeren van de apparatuur pas op het
stopkontakt aan nadat alle andere aansluitingen in
orde zijn.
• Steek alle stekkers stevig over de volle lengte in de
aansluitbussen, om brom en andere bijgeluiden te
voorkomen.
• Zorg bij het aansluiten van de audio/videosnoeren
dat u links en rechts niet verwisselt: sluit de gele
stekkers aan op de gele stekkerbussen (voor het
videosignaal); de witte stekkers op de witte
stekkerbussen (voor het linker kanaal) en de rode
stekkers op de rode stekkerbussen (voor het rechter
kanaal).
Voorbereidingen
In gebieden met een problematische AM-ontvangst
Aansluiten van de antennes
Overzicht
Hieronder wordt beschreven hoe u de bijgeleverde AM
en FM antennes op de tuner aansluit. Als u deze tuner
wilt gebruiken voor radio-ontvangst, maak dan eerst
de hieronder beschreven aansluitingen en ga dan door
naar de volgende bladzijden. Zie voor de plaats van de
antenne-aansluitingen de onderstaande afbeelding.
ANTENNA
In gebieden met slechte ontvangst kan het nodig zijn
naast de AM kaderantenne een (niet bijgeleverde)
geïsoleerde draadantenne van 6 tot 15 meter lang aan te
sluiten. Span de geïsoleerde draad zo mogelijk
buitenshuis, horizontaal en zo hoog mogelijk op.
Aansluiten van een aardleiding
Als u de tuner/versterker aansluit op een
buitenantenne, dient deze geaard te worden zoals in de
afbeelding links, ter bescherming tegen blikseminslag.
Sluit de aardingsdraad nooit aan op een gasleiding;
gezien de kans op een gasexplosie is dit uiterst
gevaarlijk.
Wat is de volgende stap?
Als u tevens andere apparatuur wilt aansluiten, lees dan
verder in de volgende paragraaf. Als u de tuner echter
slechts wilt gebruiken voor radio-ontvangst, ga dan door
naar “Aansluiten van luidsprekers” op blz. 7.
Benodigdheden
• FM draadantenne
(bijgeleverd) (1)
• AM kaderantenne
(bijgeleverd) (1)
Aansluiten van audioapparatuur
Overzicht
Aansluitingen
FM draadantenne
Na het aansluiten
van de draadantenne dient u
deze zo
horizontaal
mogelijk te
plaatsen.
Tuner/
versterker
FM
75Ω
COAXIAL
AM
kaderantenne
Hieronder wordt beschreven hoe u geluidsapparatuur
op de tuner/versterker aansluit. Als u dit apparaat wilt
gebruiken als versterker, maak dan eerst de hieronder
beschreven aansluitingen. Zie voor de plaats van de
stekkerbussen de onderstaande afbeelding.
y
AM
ANTENNA
In gebieden met een problematische FM-ontvangst
Sluit via een 75-ohm coaxiaalkabel (niet bijgeleverd) een
FM buitenantenne aan op de tuner/versterker, zoals
hieronder aangegeven.
Tuner/
versterker
FM buitenantenne
y
ANTENNA
MD/TAPE
Benodigdheden
Audiosnoeren (niet bijgeleverd) (1 per CD-speler, 2 per
minidisc-recorder of cassettedeck)
Wit (L)
Rood (R)
FM
75Ω
COAXIAL
AM
CD
Wit (L)
Rood (R)
Aardleiding
(niet bijgeleverd)
Naar een aardpunt
(wordt vervolgd)
5NL
Voorbereidingen
Aansluitingen
Welke kabel heb ik nodig?
De pijl ç geeft de richting van de signaalstroom
aan.
CD-speler
Tuner/versterker
CD-speler
CD
OUTPUT
IN
LINE
L
Geel
Wit (L)
Rood (R)
• Videokabel (niet meegeleverd)(1 voor een TV monitor)
Geel
R
Geel
Aansluitingen
Minidisc-recorder of cassettedeck
Minidisc-recorder
of cassettedeck
MD/TAPE
REC OUT
Geel
Wit (L)
Rood (R)
L
R
Tuner/versterker
• Audio/video (niet meegeleverd)(1 voor een TV tuner of
LD speler; 2 voor een videorecorder)
IN
OUTPUT
INPUT
LINE
LINE
De pijl ç geeft de richting van de signaalstroom aan.
U kunt het geluid van een videorecorder of TV/LD
beluisteren door het audiosignaal van de
videorecorder of TV/LD in te receiver te voeren.
TV/LD
L
L
R
R
Tuner/versterker
TV-afstemeenheid/
LD speler
TV/LD
OUTPUT
VIDEO IN
VIDEO
AUDIO IN
AUDIO
Wat is de volgende stap?
Ga naar het volgende hoofdstuk voor de aansluiting van
videocomponenten en de weergave van surround sound bij
het bekijken/beluisteren van TV-programma’s of
videocassettes.
L
L
R
R
Monitor
Aansluiten van videoapparatuur
Tuner/versterker
TV of videomonitor
MONITOR
INPUT
VIDEO OUT
VIDEO
Overzicht
Hieronder wordt beschreven hoe u video-apparatuur
op de tuner/versterker kunt aansluiten.
Zie voor de plaats van de stekkerbussen de
onderstaande afbeelding.
5.1 CH/DVD
TV/LD
Videorecorder
Tuner/versterker
Videorecorder
VI D EO
OUTPUT INPUT
VIDEO OUT VIDEO IN
6NL
VIDEO
AUDIO
AUDIO
MONITOR
AUDIO OUT AUDIO IN
VIDEO
VIDEO
L
L
R
R
Gebruik de funktiekeuzetoetsen (TV/LD, CD, MD/
TAPE etc) om in te stellen op het VIDEO AUDIO OUT
signaal. U kunt dit geluidssignaal opnemen door een
opname-apparaat zoals een cassettedeck aan te sluiten
(op de VIDEO AUDIO OUT stekkerbussen).
Voorbereidingen
DVD-speler/AC-3-decoder
Aansluiten van luidsprekers
Benodigdheden?
• Audio-aans/uitsnoeren (niet bijge leverd) (Eén stuks,
voor de 5.1 CH/DVD FRONT en REAR
aansluitingen.)
Wit (L)
Rood (R)
Wit (L)
Rood (R)
• Mono-aansluitsnoeren (niet bijgeleverd) (Eén stuks,
voor de 5.1 CH/DVD CENTER en WOOFER
aansluitingen.)
Zwart
Zwart
• Videosnoer (niet bijgeleverd) (Eén snoer, voor de 5.1
CH/DVD VIDEO IN aansluiting.)
Geel
Geel
Overzicht
Hieronder wordt beschreven hoe u uw luidsprekers op
de tuner/versterker kunt aansluiten. Hoewel
voorluidsprekers (linker en rechter) vereist zijn, is
gebruik van midden- en achterluidsprekers niet strikt
noodzakelijk. Door toevoeging van midden- en
achterluidsprekers aan uw installatie echter, zult u van
geluid met akoestiek-effekten kunnen genieten.
Aansluiting van een aktieve woofer zal het lagetonenbereik verruimen. Zie voor de exakte plaats van de
aansluitingen de onderstaande afbeelding.
SPEAKERS REAR
SPEAKERS
FRONT A
U kunt gedecodeerde Dolby Digital AC-3-geluidssporen
weergeven via de luidsprekers aangesloten op de
versterker.
Hebt u een Dolby Digital AC-3-decoder, dan kunt u een
gedecodeerd Dolby Digital AC-3-geluidsspoor
versterken met de volgende aansluitingen.
WOOFER
Dolby Digital AC-3
decoder, etc.
Tuner/versterker
5.1 CH/DVD
FRONT
REAR
CENTER
PRE OUT
VIDEO
CENTER
REAR
FRONT
L
VIDEO
WOOFER
SPEAKERS
CENTER
SPEAKERS
FRONT B
Voor een zo treffend mogelijk akoestisch effekt stelt u
de luidsprekers op zoals in onderstaande afbeelding is
aangegeven.
R
Achterluidspreker
WOOFER
45°
60 - 90 cm
Wat is de volgende stap?
Lees verder in de volgende paragraaf voor het aansluiten van
de luidsprekers.
Benodigdheden
Luidsprekersnoeren (niet bijgeleverd) (1 per luidspreker)
(+)
(+)
(–)
(–)
Strip ongeveer 15 mm van de uiteinden van het snoer.
Let goed op dat het luidsprekersnoer met de juiste
polariteit (+ en –) wordt aangesloten. Als u bij één van
de luidsprekers de + en – polen verwisselt, zal het
geluid vervormd klinken en de lage tonen zullen niet
goed doorkomen.
(wordt vervolgd)
7NL
Voorbereidingen
Aansluitingen
Voorluidsprekers
Voorluidspreker
(R)
Tuner/versterker
SPEAKERS
Voorluidspreker
(L)
Controleer na het aansluiten van alle componenten, de
luidsprekers en het netsnoer dat de luidsprekers juist
werken. Geef hiervoor de testtoon via iedere
luidspreker weer. Zie “Instellen van het volume van de
luidsprekers” op blz. 20 voor details.
FRONT
L
R
A
A
B
B
Achter-en midenluidsprekers
Achterluidspreker
(R)
AchterMidden- luidspreker
luidspreker
(L)
Tuner/versterker
SPEAKERS
REAR
R
CENTER
L
Indien u achterluidsprekers heeft aangesloten, moet u
op de 5.1 CH/DVD toets en zet het geluidsveld uit van
de tuner/versterker drukken voordat u de weergave
van de testtoon start zodat de testtoon afzonderlijk via
de linker- en rechterachterluidsprekers wordt
weergegeven.
Indien u geen geluid via een luidspreker hoort bij
weergave van de testtoon, of een testtoon via een
andere luidspreker dan de luidspreker waarvan de
naam op het uitleesvenster van de tuner/versterker
wordt getoond, maken de luidsprekers kortsluiting. U
moet in dat geval de aansluitingen van de luidsprekers
nogmaals controleren.
Aktieve woofer
Tuner/versterker
Vermijd kortsluiting van de luidsprekers
De tuner/versterker wordt mogelijk beschadigd indien
de luidsprekers kortsluiting maken. Let op de
volgende voorzorgen bij het verbinden van de
luidsprekers zodat kortsluiting wordt voorkomen.
Controleer bij het aansluiten dat de ontblote uiteinden van
ieder luidsprekersnoer beslist geen contact maken met een
andere stekkerbus of een ander luidsprekersnoer.
Voorbeelden van een foute aansluiting van een
luidsprekersnoer:
SPEA
+
KERS
FRON
T
R
–
Aktieve woofer
WOOFER
INPUT
AUDIO OUT
Opmerking
Niet aansluiten op een andere component.
Als u beschikt over een extra
voorluidsprekersysteem
Sluit u deze luidsprekers aan op de SPEAKERS FRONT
B aansluitingen.
A
Als uw TV-monitor gebruik maakt van afzonderlijke
luidsprekers
B
Kunt u een ervan aansluiten op de SPEAKERS CENTER
aansluitingen voor gebruik met Dolby Pro Logic
Surround geluid (zie pagina 19).
Het ontblote uiteinde maakt contact met een andere
luidspreker-stekkerbus.
+
SPEA
KER
FRON S
T
R
–
A
B
De ontblote uiteinden raken elkaar aan omdat er te veel
isolatie is verwijderd.
8NL
Voorbereidingen
Kiezen van het gewenste luidsprekerpaar
Om te kiezen via welke luidsprekers het geluid wordt
weergegeven, drukt u de SPEAKERS toetsen als volgt
in:
Voor weergave via
Drukt u op SPEAKERS toets
Luidsprekerpaar A
(aangesloten op de
SPEAKERS FRONT A
stekkerbussen)
Luidsprekerpaar B
(aangesloten op de
SPEAKERS FRONT B
stekkerbussen)
Beide luidsprekerparen A en
B (in serie aangesloten)
A
B
A+B
Aansluiten van de
stroomvoorziening
Aansluiten van het netsnoer
Sluit het netsnoer van deze tuner/versterker en van
uw audio/video-apparatuur aan op een stopkontakt.
Als u andere geluidsapparatuur aansluit op de
geschakelde netspanningsuitgang (SWITCHED AC
OUTLET) van de tuner/versterker, loopt de
stroomvoorziening van de aangesloten apparatuur via
de tuner/versterker, hetgeen u in staat stelt de hele
installatie in en uit te schakelen wanneer u de tuner/
versterker in- en uitschakelt.
SWITCHED AC OUTLET
Opmerkingen
• Als u wilt genieten van rondom-akoestiek, dient u de
voorluidsprekers aan te sluiten op de SPEAKERS FRONT
A luidspreker-aansluitingen.
• Er zal geen geluid worden weergegeven als u instelt op
SPEAKERS “A+B” terwijl er geen tweede luidsprekerpaar
B is aangesloten.
/
naar een stopkontakt
Wat is de volgende stap?
Ga naar “Aansluiten van de stroomvoorziening” op deze
pagina om uw systeem aan te vullen.
Voorzichtig
Let op dat het stroomverbruik van de apparatuur aangesloten
op de netuitgang van de tuner/versterker niet de 100 watt
overschrijdt. Sluit op deze netuitgang geen elektrische
huishoudelijke apparaten aan met een hoog stroomverbruik,
zoals een TV-toestel, een strijkijzer of een ventilator e.d.
Wat is de volgende stap?
Lees alvorens de installatie in gebruik te nemen de volgende
paragraaf door, om ervan verzekerd te zijn dat alle toetsen en
schakelaars juist staan ingesteld.
9NL
Voorbereidingen
Alvorens u de tuner/versterker
in gebruik neemt
Voor inschakelen van de tuner/versterker, zorg eerst
dat:
• de MASTER VOLUME regelaar helemaal naar
links is gedraaid (stand 0).
• het gewenste luidsprekerpaar is gekozen. (Zie
“Kiezen van het gewenste luidsprekerpaar”
hierboven.)
• de BALANCE regelaar in de middenstand is gezet.
Voor het eerste gebruik van de tuner/versterker of als
u eerder gemaakte instellingen wilt wissen, volgt u de
onderstaande aanwijzingen.
1/u (aan/uit)
Automatisch vastleggen van
FM zenders in alfabetische
volgorde (“Auto-betical”
voorinstelling)
Met de “Auto-betical” automatische zenderopslag kunt
u maximaal 30 FM radiozenders en RDS informatiezenders in het afstemgeheugen van de tuner/
versterker vastleggen, in alfabetische volgorde. Alleen
de best doorkomende zenders worden door de “Autobetical” voorinstelling gekozen.
Als u de FM of AM (middengolf en langegolf) zenders
zelf wilt kiezen, om deze één voor één vast te leggen,
volg dan de aanwijzingen onder “Voorinstellen van
radiozenders” op blz. 14.
De FM RDS informatiezenders worden eerst
vastgelegd, in alfabetische volgorde van hun officiële
Program Service zendernaam, gevolgd door de
gewone FM radiozenders, in volgorde van
afstemfrekwentie. (Zie voor nadere bijzonderheden
over de RDS informatiefunkties blz. 15).
1
Druk op de 1/u (aan/uit) schakelaar om de
tuner/versterker uit te schakelen.
2
Druk op de MEMORY toets en houd deze
ingedrukt, en druk daarbij op de 1/u
(aan/uit) schakelaar om het apparaat weer in te
schakelen.
De aanduiding “AUTOBETICAL SELECT”
verschijnt en de tuner/versterker gaat dan op
zoek naar alle plaatselijk te ontvangen FM
radiozenders en FM RDS zenders en legt deze in
het afstemgeheugen vast.
Wanneer de tuner/versterker het vastleggen van
de FM en FM RDS zenders voltooid heeft, verschijnt
de aanduiding “FINISH” in het uitleesvenster.
MUTING
1
Schakel de tuner/versterker uit.
2
Hou 1/u (aan/uit) langer dan 4 seconden
ingedrukt.
De aanduiding “INITIAL” verschijnt in het
uitleesvenster en dan zijn de onderstaande
instellingen gewist of in de oorspronkelijke
uitgangsstand teruggesteld:
• Alle voorkeurzenders zijn teruggesteld op de
fabrieksinstellingen.
• Alle klankbeeld-parameters zijn teruggesteld op
de fabrieksinstelligen.
• Alle vastgelegde namen (van voorkeurzenders
en beeld/geluidsbronnen) zijn gewist.
• Alle instellingen gemaakt met de SET UP toets
zijn teruggesteld op de fabrieksinstellingen.
• Alle klankbeelden die waren vastgelegd voor
voorkeurzenders en beeld/geluidsbronnen zijn
gewist.
Zet de tuner/versterker aan en controleer de volgende
indicator.
• Druk op MUTING of op de MUTING toets van de
afstandsbediening als de MUTING indicator
aangaat.
10NL
Een vooringestelde code omprogrammeren voor een
andere zender
Zie “Voorinstellen van radiozenders” op pagina 11.
Onderbreken van de “Auto-betical” voorinstelling
voordat alle zenders zijn vastdegd
Druk op de 1/u (aan/uit) schakelaar om de tuner/
versterker uit te schakelen.
De radiozenders die reeds waren vastgelegd,
verschuiven nu naar de “hogere” nummers (naar C0) en
kunnen uit het afstemgeheugen worden gewist,
afhankelijk van het aantal zenders dat wordt gekozen
door de “Auto-betical” voorinstelling.
Opmerkingen
• Als u verhuist naar een andere streek, kan het nodig zijn
deze procedure opnieuw uit te voeren, om de best te
ontvangen zenders in uw nieuwe woongebied vast te leggen.
• Voor meer details over het afstemmen op
voorinstelzenders, zie pagina 14.
• Wanneer “FINISH” verschijnt, zijn alle vorige
voorinstelgeheugens gewist. Programmeer opnieuw AMzenders indien nodig.
Tuner/versterker bedieningsfunkties Tuner/versterker bedieningsfunkties
Kiezen van audio/videoapparatuur
Voor het luisteren of kijken naar de weergave van
aangesloten apparatuur, dient u eerst met de
afstandsbediening op het gewenste apparaat in te
stellen.
Voordat u begint dient u te zorgen dat:
• de apparatuur zorgvuldig op de juiste wijze is
aangesloten, zoals beschreven op bladzijden 5 t/m 9.
• de MASTER VOLUME regelaar helemaal naar links
is gedraaid (stand 0), om te voorkomen dat de
luidsprekers beschadigd raken.
1/u (aan/uit)
MASTER VOLUME
Voor
Doet u het volgende
Dempen van het geluid Druk op MUTING of op de
MUTING toets van de
afstandsbediening. Druk nogmaals
om het geluid weer op het
oorspronkelijke niveau te brengen.
Versterken van het
basgeluid
Drukt u op de BASS BOOST of op
de BASS BOOST toets van afstandsbediening zodat de aanduiding
“BASS BOOST” oplicht.
Bijregelen van de balans Draait u de BALANCE regelaar naar
rechts of links.
Bijregelen van de
klankkleur
TREBLE
BASS
BOOST
BASS
Stel de BASS en TREBLE regelaars
in.
Voor luisteren via de hoofdtelefoon
Sluit een hoofdtelefoon aan op de PHONES aansluiting
en zet de SPEAKERS toetsen op “OFF”.
Kijken/luisteren naar videoprogramma's
Funktiekeuzetoetsen 5.1 CH/DVD
MUTING BALANCE
1
Druk op de 1/u (aan/uit) schakelaar om de
tuner/versterker in te schakelen.
2
Kies het gewenste apparaat door indrukken van
een van de funktiekeuzetoetsen:
Voor TV-kijken of luisteren naar
Drukt u op
Radio-uitzendingen
TUNER
Compact discs (CD)
CD
Minidiscs (MD) of audiocassettes
MD/TAPE
TV-programma's of laserdiscs
TV/LD
Videocassettes
VIDEO
DVD-speler/AC-3-decoder)
5.1 CH/DVD
3
Schakel het gekozen apparaat, bijvoorbeeld de CDspeler, in en start het afspelen. Om op deze tuner/
versterker op radiozenders af te stemmen, wordt
verwezen naar “Radio-ontvangst” op bladzijde 13.
4
Stel de geluidssterkte naar wens in met de
MASTER VOLUME regelaar.
Om de geluidssterkte van de TV-luidsprekers in
te stellen, gebruikt u de volumeregelaar op de TV.
Wanneer u naar TV-uitzendingen of
videoprogramma’s kijkt, wordt aanbevolen het geluid
via de tuner/versterker in plaats van via de TVluidsprekers te laten klinken. Dit stelt u in staat de
voordelen van de akoestiek-effekten van de tuner/
versterker te benutten, zoals Dolby Pro Logic
Surround, en biedt u de mogelijkheid de
afstandsbediening van de tuner/versterker te
gebruiken voor het regelen van het geluid.
Schakel de TV-luidsprekers uit voordat u begint, zodat
u kunt genieten van het akoestiek-geluid van uw
tuner/versterker.
Voor het kijken/luisteren naar TV-uitzendingen, schakelt
u zowel het TV-toestel, of de TV-afstemeenheid, als de
tuner/versterker in en drukt u op de TV/LD toets van de
tuner/versterker.
Voor het bekijken van videoprogramma’s of laserdiscs,
gaat u als volgt te werk:
1
Druk op een funktiekeuzetoets om de gewenste
videocomponent te kiezen (bijvoorbeeld VIDEO).
2
Schakel de TV in en kies de video-stand voor het
ingangssignaal van de videorecorder.
3
Schakel de videocomponent (videorecorder of
laserdisc-speler) in en start de weergave.
Gebruik van de afstandsbediening
Met de afstandsbediening kunt u de tuner en de hierop
aangesloten Sony apparatuur op afstand bedienen.
SYSTEM
STANDBY
Funktiekeuzetoetsen
(wordt vervolgd)
11NL
Tuner/versterker bedieningsfunkties
1
Druk op een van de Funktiekeuzetoetsen om de
audio- of videocomponent te kiezen die u wilt
gebruiken.
De Funktiekeuzetoetsen op de afstandsbediening
uit de fabriek staan bij aflevering als volgt
ingesteld:
Voor luisteren naar
Drukt u op
Radioprogramma's
TUNER
Compact discs (CD)
CD
Minidiscs (MD) of
audiocassettes
MD/TAPE
(INITIAL-MD MODE)
TV-programma's
TV
VHS videocassettes
(bedieningsstand VTR-3)
VIDEO
DVD-speler/
AC-3-decoder)
5.1 CH
Om de fabrieksinstelling van een toets te wijzigen,
zie het volgende hoofdstuk.
De tuner/versterker en het gekozen apparaat
worden ingeschakeld.
Als de gekozen audio- of videocomponent niet
wordt ingeschakeld
Druk op de aan/uit-schakelaar van het betreffende
apparaat.
2
Start de weergave.
Voor nadere bijzonderheden wordt verwezen
naar “Beschrijving van de afstandsbediening” op
bladzijde 27.
Veranderen van de toewijzingen van
een funktiekeuzetoets
Als de toewijzingen van de FUNCTION toetsen
(hierboven) zoals deze in de fabriek zijn ingesteld, niet
overeenstemmen met die van uw apparatuur, is het
mogelijk om deze instellingen aan te passen. Als u
bijvoorbeeld over twee CD-spelers beschikt en u heeft
geen cassettedeck of minidisc-recorder, kunt u de MD/
TAPE toets toewijzen aan uw tweede CD-speler.
Het is echter niet mogelijk om de fabrieksinstelling van
de TUNER toets te veranderen.
Funktiekeuzetoetsen
Nummertoetsen
1
Houd de Funktiekeuzetoetsen waarvan u de
toewijzing wilt veranderen, ingedrukt
(bijvoorbeeld MD/TAPE).
2
Druk op de nummertoets die overeenkomt met de
audio- of videocomponent waarvan u de toewijzing
van de Funktiekeuzetoetsen wilt veranderen
(bijvoorbeeld 1 voor de CD-speler).
Aan de nummertoetsen zijn als volgt funkties
toegewezen:
Nummertoets
Uitschakelen van de audio/video-apparatuur
Druk op de SYSTEM STANDBY toets. Hiermee schakelt u
alle op de geschakelde netspanningsuitgang (SWITCHED
AC OUTLET) aangesloten audio/video-apparatuur in één
keer uit.
Opmerking
Druk tegelijk op SYSTEM STANDBY en op de TUNER toets
om de SYSTEM STANDBY schakelaar zo in te stellen dat hij
enkel de receiver aan- of uitzet. Druk tegelijk op SYSTEM
STANDBY en de 5.1 CH toets om de SYSTEM STANDBY
schakelaar weer normaal te laten werken.
Voor bedienen van
1
CD-speler
2
DAT deck
3
Minidisc-recorder
4
Cassettedeck A
5
Cassettedeck B
6
Laserdisc-speler
7
Videorecorder (bedieningsstand VTR 1*)
8
Videorecorder (bedieningsstand VTR 2*)
9
Videorecorder (bedieningsstand VTR 3*)
0
TV-toestel
ENTER
DVD
* Sony videorecorders worden bediend in een VTR 1, 2 of 3
stand. Deze bedieningsstanden komen overeen met
resp. Beta, 8mm en VHS.
U kunt nu de MD/TAPE toets gebruiken voor het
bedienen van een tweede CD-speler.
Terugstellen op de fabrieksinstelling
12NL
Voer de bovenstaande procedure opnieuw uit.
Tuner/versterker bedieningsfunkties
Als een FM stereo-uitzending met veel storing
doorkomt
Radio-ontvangst
De STEREO indikator knippert. Druk op de FM MODE
toets om op MONO in te stellen. Het stereo effekt zal nu
verloren gaan, maar het geluid zal minder vervormd
klinken. Om weer terug te schakelen naar stereo
ontvangst drukt u nogmaals op deze toets.
Op deze tuner kunt u de frekwentie van een
radiozender direkt invoeren met behulp van de
nummertoetsen (direkte afstemming). Zie ook
“Automatisch doorlopen van radiozenders
(automatische afstemming)”.
Als u niet op de zender kunt afstemmen en de
ingevoerde cijfers knipperen
Alvorens u begint, let op dat u:
• een FM/AM antenne op de tuner heeft aangesloten
zoals beschreven op bladzijde 5.
• het gewenste luidsprekerpaar heeft gekozen. (Zie
“Kiezen van het gewenste luidsprekerpaar” op
bladzijde 9.)
Nummer1/u (aan/uit) toetsen FM/AM
Kontroleer of u wel de juiste afstemfrekwentie hebt
ingevoerd. Is er sprake van een vergissing, druk dan
weer op de DIRECT toets en voer de juiste frekwentie
in. Knipperen de cijfers nu nog en wordt er geen
radiozender ontvangen, dan is de gekozen
afstemfrekwentie in uw woongebied niet in gebruik.
MASTER VOLUME
Kijken naar TV-programma’s waarvan het geluid
gelijktijdig via FM wordt uitgezonden
Zorg dat u zowel op de TV (of de videorecorder) als op
de tuner op de TV-uitzending afstemt.
Als u voor de frekwentie een getal invoert dat niet
deelbaar is door het geldende afsteminterval
TUNING +/–
DIRECT FM
MODE
In dat geval wordt het door u gekozen getal
automatisch afgerond naar de dichtstbijzijnde waarde
die wel deelbaar is door het afsteminterval.
TUNER
1
Druk op de 1/u (aan/uit) toets om de tuner in te
schakelen.
2
Druk op de TUNER toets.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
radiozender.
Automatisch doorlopen van radiozenders
(automatische afstemming)
3
Druk op FM/AM om FM of AM zenders te
kiezen.
Als u de afstemfrekwentie van de gewenste zender niet
weet, kunt u de tuner alle zenders die in uw gebied te
ontvangen zijn, laten doorlopen tot u de gewenste
zender vindt.
4
Druk op de DIRECT toets.
5
Druk op de nummertoetsen om de frekwentie in
te voeren.
Voorbeeld 1: FM 102,50 MHz Voorbeeld 2: AM 1350 MHz
1
6
0
2
5
0
1
3
5
0
Bij het afstemmen op AM zenders verstelt u de
richting van de kaderantenne voor de beste
ontvangst.
Voor ontvangst van andere radiozenders
Herhaal de stappen 3 t/m 5.
Afstemintervallen voor direkte afstemming:
FM: 50 kHz interval
AM: 9 kHz interval
1
Druk op de TUNER toets.
De tuner stemt af op de laatst ontvangen zender.
2
Druk op FM/AM om FM of AM te kiezen.
3
Druk op de TUNING + of – toets.
Druk op de + toets voor een zender met een
hogere frekwentie; op de – toets voor een zender
met een lagere frekwentie. Wanneer het einde van
een afstemband wordt bereikt, springt de tuner
automatisch naar de andere kant van de band.
Zodra een zender doorkomt, stopt de
automatische afstemming. Om dan verder te
zoeken, drukt u de toets nogmaals in.
Als de STEREO indikator gedoofd blijft
Druk bij ontvangst van een FM stereo-uitzending op de
FM MODE toets.
13NL
Tuner/versterker bedieningsfunkties
Voorinstellen van radiozenders
U zult waarschijnlijk uw favoriete radiozenders in het
geheugen van de tuner willen vastleggen zodat u
hierop snel kunt afstemmen. In het tuner-geheugen
kunnen in totaal 30 FM or AM zenders worden
opgeslagen. De zenders legt u vast onder een code
bestaande uit een letter (A, B of C) en een cijfer (0 t/m
9). Zo kunt u bijvoorbeeld een zender vastleggen onder
code A1, B6 of C9, etc.
Nummertoetsen
PRESET/PTY
SELECT +/–
Afstemmen op vooringestelde zenders
(geheugen-afstemming)
U kunt direkt op een radiozender afstemmen door
invoeren van de bijbehorende code. Als u niet weet
welke zenders onder de codes zijn vastgelegd, kunt u
de tuner alle vooringestelde zenders laten doorlopen.
1
Druk op de TUNER toets.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen zender.
2
Druk op de SHIFT toets om een letter (A, B of C) te
kiezen, en druk vervolgens op een nummertoets.
Kies bijvoorbeeld A en druk dan op nummertoets
7 om op de zender vastgelegd onder code A7 af te
stemmen.
NAME
Automatisch doorlopen van de vooringestelde
zenders
Druk eerst op de TUNER toets en dan op de PRESET/
PTY SELECT + of – toets om de gewenste zender te
kiezen. Iedere keer dat u op de betreffende toets drukt,
veranderen de codes als volgt:
SHIFT
1
MEMORY TUNER
+/–
ENTER
Druk op de TUNER toets.
Er wordt afgestemd op de laatst ontvangen
radiozender.
2
Stem op de zender af die u in het geheugen wilt
vastleggen.
Op deze en de vorige bladzijde onder “Radioontvangst” staat beschreven hoe u op zenders
kunt afstemmen.
3
Druk op de MEMORY toets.
De aanduiding “MEMORY” verschijnt enige
sekonden lang in het uitleesvenster. Zorg dat u de
stappen 4 en 5 uitvoert voordat de “MEMORY”
aanduiding dooft.
4
Druk op de SHIFT toets om een letter (A, B of C)
te kiezen.
Iedere keer dat u op de SHIFT toets drukt
verschijnt een letter, “A”, “B” of “C”, in het
uitleesvenster.
Als de “MEMORY” aanduiding dooft, begint u
opnieuw vanaf stap 3.
5
Druk, terwijl de “MEMORY” aanduiding brandt,
op het nummer (0 t/m 9) dat u wilt invoeren.
6
Herhaal de stappen 2 t/m 5 voor het voorinstellen
van andere radiozenders.
Vastleggen van een nieuwe zender onder een code
Leg de nieuwe zender onder de code vast en de eerder
vastgelegde zender wordt gewist.
Opmerking
Als de stroomvoorziening van de tuner langer dan ongeveer
een week wordt verbroken (stekker uit het stopkontakt),
zullen de vooringestelde zenders uit het geheugen gewist
worden. In dat geval dient u de zenders opnieuw vast te
leggen.
14NL
n A1 ˜ A2 ˜… ˜ A0 ˜ B1 ˜ B2 ˜ … ˜ B0 N
n C0 ˜ … ˜ C2 ˜ C1 N
Naamgeving van vooringestelde zenders
De mogelijkheid bestaat om vooringestelde zenders
(met uitzondering van FM RDS zenders) van een naam
of trefwoord te voorzien, maximaal bestaande uit 8
letters en/of cijfers. Wanneer de naam eenmaal in het
geheugen is vastgelegd, verschijnt in het uitleesvenster
de zendernaam in plaats van de frekwentie telkens
wanneer u op de betreffende zender afstemt.
De lettertekens die u kunt gebruiken, omvatten letters,
cijfers en symbolen.
1
Stem af op de zender die u van een naam wilt
voorzien.
2
Druk op de NAME toets.
De cursor knippert in het uitleesvenster.
3
Gebruik de + of – toets om de gewenste letter of
het cijfer in te voeren.
4
Druk op de NAME toets om de cursor een positie
naar rechts op te schuiven voor de volgende letter.
5
Herhaal de stappen 3 en 4 tot maximaal 8 letters/
cijfers zijn ingevoerd.
6
Druk op ENTER om de namen te slaan.
Indien u een vergissing maakt
Druk enkele malen op de NAME toets tot de letter of het
cijfer dat u wilt veranderen in het uitleesvenster begint te
knipperen. Voer dan het juiste letterteken in met de + of – toets.
Opmerkingen
• U kunt ook een naam van maximum 8 tekens invoeren als
weergavebron. Kies de gewenste weergavebron en herhaal
de stappen 2 tot 6.
• Om de naam van een programmabron te wissen, drukt u
op NAME en vervolgens opdezelfde
programmabrontoets. Druk op ENTER om de naam te
wissen (behalve TUNER).
Tuner/versterker bedieningsfunkties
Opmerkingen
Gebruik van het Radio Data
Systeem (RDS)
Welke mogelijkheden biedt het RDS
informatiesysteem?
RDS (Radio Data Systeem) is een digitaal radioinformatiesysteem waarmee radiozenders naast de
gewone radio-uitzending allerlei nuttige informatie
kunnen uitzenden. Deze tuner biedt u drie handige
RDS funkties: RDS informatie in het uitleesvenster;
paraatstand voor verkeersinformatie, nieuwsberichten
of andere speciale uitzendingen; en keuze van
radiozenders aan de hand van het soort programma
dat ze uitzenden. RDS is alleen beschikbaar voor FM
zenders.*
Opmerking
De RDS informatie zal niet altijd goed te ontvangen zijn, als
de zender waarop u hebt afgestemd niet goed doorkomt of
als de signaalsterkte onvoldoende is.
* Niet alle FM radiozenders geven RDS informatie door, en
de zenders die dit wel doen bieden niet alle dezelfde
soorten informatie. Voor nadere bijzonderheden omtrent
de in uw woongebied beschikbare RDS informatie kunt u
het best kontakt opnemen met de plaatselijk aktieve
radiozenders.
Ontvangst van RDS uitzendingen
Kies eenvoudigweg een radiozender uit de FM band.
Bij afstemming op een zender die RDS informatie
uitzendt, licht de RDS indicator op en verschijnt de
zendernaam in het uitleesvenster.
Aangeven van RDS informatie in het
uitleesvenster
Druk op de DISPLAY toets. Iedere keer dat u op de
DISPLAY toets drukt, verspringen de aanduidingen in
het uitleesvenster stap voor stap, om de volgende
informatie aan te geven.
Aangegeven
informatie
Hiermee kunt u:
Zendernaam**
De zender aan de hand van de
zendernaam (bijv. WDR) in plaats van
via de frekwentie opzoeken.
Afstemfrekwentie** De zender aan de hand van de
frekwentie opzoeken.
Programmatype
Een bepaald programmatype opsporen.
(Zie bladzijde 16 voor de
programmatypes waaruit u kunt kiezen.)
Radiotekst
De tekstberichten aangeven die door de
RDS zender worden uitgezonden.
Juiste tijd (24-uurs
cyclus)
De huidige tijd aangeven.
** Deze informatie wordt ook aangegeven voor FM
radiozenders die geen RDS informatie uitzenden.
• Als er een speciale mededeling of waarschuwingsbericht
van overheidswege doorkomt, zal in het uitleesvenster de
aanduiding “ALARM” gaan knipperen.
• Als een aanduiding uit 9 of meer letters bestaat, zal de
tekst van rechts naar links over het scherm lopen.
• De volgende aanduidingen kunnen verschijnen als een
zender een bepaald type RDS informatie niet uitzendt:
“NO PTY” (er wordt geen programmatype-informatie
uitgezonden);
“NO TEXT” (er wordt geen radiotekst uitgezonden);
“NO TIME” (de juiste tijd wordt niet uitgezonden).
• Afhankelijk van de methode die door de radiozender
wordt gebruikt om de tekst door te sturen, is het mogelijk
dat bepaalde tekstboodschappen onvolledig zijn.
Automatisch afstemmen op doorkomende
nieuwsberichten, verkeersinformatie enz.
(EON)
Met de EON zendernetwerk-overschakelfunctie kunt u
de tuner/versterker automatisch laten overschakelen
naar een zender die op dat moment
verkeersinformatie, nieuws e.d. uitzendt. Wanneer een
dergelijke uitzending begint op een radiozender die
behoort tot hetzelfde zendernetwerk als de
vooringestelde FM RDS zender, stemt de tuner/
versterker automatisch af op die andere zender.
Na afloop van de informatie-uitzending keert de
tuner/versterker automatisch terug naar de eerder
ontvangen voorkeurzender of de oorspronkelijk
beluisterde geluidsbron.
1
Stem af op een vooringestelde FM radiozender
die RDS informatie uitzendt.
2
Druk op de RDS EON toets om in te stellen op het
soort programma dat u wilt volgen.
Telkens wanneer u op de RDS EON toets drukt,
verspringt de aanduiding in het uitleesvenster als
volgt:
/ TA (Verkeersinformatie)
.
NEWS (Nieuws)
.
INFO (Informatie)
.
OFF (Er licht geen enkele aanduiding op)
Na uw keuze komt de tuner in de EON paraatstand te
staan.
De aanduidingen “NO TA”, “NO NEWS” of “NO
INFO” kunnen verschijnen als u op de RDS EON toets
drukt voordat er is afgestemd op een FM radiozender
die RDS informatie uitzendt.
Wanneer een radiozender begint een programma van
het door u gekozen type uit te zenden, schakelt de
tuner/versterker over naar die zender, verschijnt er
een mededeling (bijv. “NOW TA”) in het uitleesvenster
en gaat de bijbehorende aanduiding (bijv “TA”)
knipperen. Na afloop van de speciale uitzending
schakelt de tuner weer automatisch terug naar de
radiozender waar u oorspronkelijk naar luisterde (of
naar de gebruikte geluidsbron).
(wordt vervolgd)
15NL
Tuner/versterker bedieningsfunkties
Stoppen met volgen van speciale uitzendingen
Druk eenmaal op de RDS EON toets.
Programmatype- U luistert naar
categorie
AFFAIRS
Aktualiteitenprogramma’s over
onderwerpen die recentelijk in het nieuws
zijn.
INFO
Uitzendingen over consumentenzaken,
medisch advies, weersinformatie, etc.
Opmerkingen
SPORT
Sportuitzendingen.
• Deze funktie kan alleen gebruikt worden als van te voren
FM RDS zenders in het geheugen zijn opgeslagen.
• Als de gevonden EON zender niet krachtig genoeg
doorkomt, verschijnt de aanduiding “WEAK SIG” en dan
keert de tuner/versterker terug naar de vorige
radiozender of geluidsbron.
EDUCATE
Educatieve programma’s en uitzendingen
met advies op verschillende gebieden.
DRAMA
Hoorspelen en radioseries.
CULTURE
Radio-uitzendingen over nationale of
regionale culturele aangelegenheden,
zoals religie, taal en sociale vraagstukken.
Opzoeken van een radiozender aan de
hand van het programmatype (PTY)
SCIENCE
Programma’s over natuurwetenschappen
en technologie.
VARIED
Gevarieerd amusement, zoals interviews
met bekende persoonlijkheden,
quizprogramma's en komedies.
POP M
Populaire muziek.
ROCK M
Rockmuziek.
Druk op RDS PTY om het huidige PTY type weer
te geven. Druk op PRESET/PTY SELECT + of –
tot het gewenste programmatype in het
uitleesvenster verschijnt. Hieronder vindt u een
overzicht van de beschikbare programmatypes.
EASY M
Easy listening ("middle of the road"
muziek).
LIGHT M
Lichte klassieke muziek, zowel
instrumentaal als vokaal.
CLASSICS
Uitvoeringen van klassieke muziek door
grote orkesten, kamermuziek, opera, enz.
Druk op de RDS PTY toets terwijl het
programmatype in het uitleesvenster wordt
aangegeven.
De tuner doorloopt dan de vooringestelde FM
RDS radiozenders op zoek naar het gekozen soort
programma. (De aanduiding “SEARCH” en het
programmatype verschijnen afwisselend in het
uitleesvenster.)
Wanneer de tuner/versterker een programma
van het door u gekozen type vindt, stopt het
apparaat met zoeken. Dan knippert het
voorinstelnummer van de radiozender die het
gekozen soort programma uitzendt, en
vervolgens schakelt de tuner/versterker over op
ontvangst en weergave van de betreffende
uitzending.
OTHER M
Muziek die in geen enkele van de
bovenstaande categorieën thuishoort,
zoals bijvoorbeeld rhythm & blues en
reggae.
WEATHER
Weerberichten.
FINANCE
Beursberichten en financieel-economische
programma's.
CHILDREN
Jongerenprogramma's.
SOCIAL
Programma's over sociologie,
geschiedenis, aardrijkskunde,
psychologie, en
maatschappijwetenschappen.
RELIGION
Programma's over religieuze
aangelegenheden.
PHONE IN
Meningsuiting via telefoon of
panelgesprekken.
TRAVEL
Informatieprogramma's over reizen.
LEISURE
Vrijetijdsprogramma's waar luisteraars
aan kunnen deelnemen.
JAZZ
Polyfonische, gesyncopeerde muziek.
COUNTRY
Muziek uit het zuiden van de VS.
NATION M
Hedendaagse populaire muziek uit land
of streek.
OLDIES
"Golden age" muziek.
FOLK M
Muziek die stamt uit de muziekcultuur
van een bepaald land.
DOCUMENT
Duidingsprogramma's.
Als u een bepaalde radio-uitzending ongestoord wilt
volgen of op cassette wilt opnemen, let er dan op dat de
EON funktie uitgeschakeld is; dit geldt vooral ook als u
het opnemen van radio-uitzendingen met een
schakelklok wilt starten.
U kunt een radiozender van uw keuze opzoeken door
in te stellen op het gewenste programmatype. De tuner
stemt dan af op een uitzending van het gekozen type,
verzorgd door een van de FM RDS zenders die zijn
vastgelegd in het afstemgeheugen van de tuner.
1
2
Opmerking
De aanduiding “NO PTY” verschijnt wanneer het door u
gekozen programmatype niet wordt uitgezonden; de tuner
keert dan weer terug naar de oorspronkelijke zender.
U heeft de keuze uit de volgende programmatypes:
Programmatype- U luistert naar
categorie
16NL
NONE
Ieder type uitzending dat niet onder een
van de volgende categorieën valt.
NEWS
Nieuwsberichten
Tuner/versterker bedieningsfunkties
Opnemen
Deze tuner/versterker maakt opnemen naar en van
apparatuur die hierop is aangesloten bijzonder
eenvoudig. U hoeft de audio/video-apparatuur voor
weergave en opname niet direkt op elkaar aan te
sluiten: als eenmaal een weergavebron op de tuner/
versterker is gekozen, is maken en monteren van
opnamen mogelijk op dezelfde wijze als u zou doen
met gebruik van de bedieningsorganen op elk
apparaat.
Kontroleer, alvorens u begint, of alle apparatuur naar
behoren is aangesloten.
Funktiekeuzetoetsen
1
Druk op TV/LD om de programmabron te
selecteren.
2
Zet de betreffende apparatuur klaar voor
weergave. Bijvoorbeeld de TV en TV-tuner
aanzetten.
3
Breng een onbespeelde videocassette in de
videorecorder voor opname.
4
Begin met opnemen op de videorecorder.
U kunt bij het monteren van een videocassette
geluid vervangen
Op het punt waar u een ander geluid wilt beginnen
toevoegen, drukt u op een andere funktietoets
(bijvoorbeeld voor de CD) en begint de weergave. Het
geluid van de geselecteerde apparatuur zal over het
oorspronkelijke geluid worden opgenomen.
Om weer verder te gaan met opname van het
oorspronkelijke geluid, drukt u op de TV/LD
funktietoets.
Apparaat voor
weergave
(weergavebron)
Opname-apparaat
(Minidisc-recorder,
cassettedeck,
videorecorder)
Opmerking
U kunt geen audio- en videosignaal opnemen in de 5.1 CH/
DVD stand.
ç: Audio-signaalstroom
c: Video-signaalstroom
Opnemen op een minidisc of audiocassette
Via deze tuner/versterker kunt u muziek op een
minidisc of geluidscassette opnemen. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van uw minidisc-recorder of
cassettedeck voor nadere bijzonderheden.
Gebruik van de Sleep Timer
U kunt de versterker instellen om automatisch uit te
schakelen op een opgegeven tijdstip.
SLEEP
1
Druk op een van de funktiekeuzetoetsen om de
gewenste weergavebron te kiezen.
2
Maak het gekozen apparaat gereed voor
weergave.
Voor de CD-speler bijvoorbeeld, plaatst u een
compact disc.
3
Steek een onbespeelde minidisc of cassette in het
cassettedeck voor opname en stel zonodig het
opnamenivo in.
4
Start het opnemen op het opnamedeck en start het
afspelen van de weergavebron.
Opnemen op videocassette
Met behulp van een receiver kunt u opnemen van een
TV of LD-speler. U kunt bij het monteren van een
videocassette ook geluid afkomstig uit diverse
audiobronnen toevoegen. Raadpleeg indien nodig de
handleiding van uw videorecorder.
Druk op SLEEP toets van de afstandsbediening terwijl het
toestel aan staat. Telkens wanneer u op SLEEP drukt,
verandert de tijd zoals hieronder aangegeven.
n 2:00:00 n 1:30:00 n 1:00:00 n 0:30:00 n OFF
Het uitleesvenster dimt nadat u het tijdstip heeft opgegeven.
U kunt nagaan hoeveel tijd er nog rest voordat de
versterker zal uitschakelen
Druk op SLEEP toets van de afstandsbediening.
De resterende tijd verschijnt dan in het uitleesvenster.
17NL
Gebruik van de akoestiekfunkties
Kiezen van een akoestiekinstelling
Type
MODE (klankbeeld)
Effecten
MUSIC
HALL
Geeft de akoestiek van
een gewone
rechthoekige
concertzaqal. Ideaal
voor zachtere
akoestische muziek.
U kunt genieten van surround sound door gewoon een
voorgeprogrammeerde akoestiek-instelling te kiezen
afhankelijk van de muziek die u wenst te beluisteren.
AkoestiekSOUND FIELD SOUND FIELD
instellingsindicatoren
MODE +/–
ON/OFF
* De aanduiding “DOLBY” verschijnt in het
uitleesvenster.
** Allen bij grebruik van 5.1 CH/DVD.
Bij gebruik van de afstandsbediening
Bij elke druk op SOUND FIELD MODE +/– verandert
de akoestiek-instelling als volgt:
Bij het kiezen van de weergavebron
EFFECT/
DELAY
+/–
SET UP
n PRO LOGIC* ˜ C. STUDIO N
n HALL ˜ V DOLBY N
SOUND FIELD
ON/OFF
Allen bij grebruik van 5.1 CH/DVD
SOUND FIELD
MODE +/–
EFFECT/
DELAY
C. STUDIO ˜ V SURR
* De aanduiding “DOLBY” verschijnt in het
uitleesvenster.
De akoestiek-instelling uitschakelen
1
2
Druk op SOUND FIELD ON/OFF om de
akoestiek-instelling aan te schakelen.
Eén van de akoestiek-instellingsindicatoren licht op.
Druk herhaaldelijk op SOUND FIELD ON/OFF
tot de gewenste akoestiek-instelling verschijnt in
het uitleesvenster. Kies de akoestiek-instelling als
volgt:
Type
MODE (klankbeeld)
Effecten
CINEMA
PRO LOGIC*
Weergave van
bleedmateriaal met
Dolby Pro Logic
Surround geluid.
C(inema) STUDIO Geeft de akoestiek van
een bioscoopzaal. Goed
voor alle soorten
speelfilms.
VIRTUAL
18NL
V DOLBY
Gebruik de
voorluidsprekers om
surround sound
effecten te creëren.
V SURR**
Gebruik de
voorluidsprekers en de
middenluidspreker om
surround sound
effecten te creëren.
Druk op de SOUND FIELD ON/OFF toets.
De tuner/versterker "onthoudt" voor elke
geluidsbron het laatst gekozen klankbeeld
(Geheugen-klankbeeld)
Wanneer u een bepaalde geluidsbron kiest, wordt
automatisch het laatst daarvoor gebruikte klankbeeld
ingeschakeld. Als u bijvoorbeeld een CD beluistert met
het HALL klankbeeld en dan overchakelt op een andere
geluidsbron, dan zal bij weer terugschakelen naar CDweergave automatisch het HALL klankbeeld weer
gelden. In het geheugen van de tuner worden de
klankbeelden voor de AM en FM afstemband en voor
alle voorkeurzenders afzonderlijk onthouden.
Op de verpakking kunt u meestal zien of het geluid
is opgenomen met Dolby Surround codering
Sommige videocassettes of laserdiscs kunnen wel zijn
opgenomen met Dolby Surround geluid, ook al staat dit
niet op de verpakking aangegeven.
Opmerking
Let op dat u met de SPEAKER A toets instelt op
luidsprekerpaar A, anders is verkrijgen van een akoestiekeffekt niet mogelijk.
Gebruik van de akoestiekfunkties
Instellen van het effektnivo (behalve PRO
LOGIC)
Desgewenst kunt u het akoestiekeffekt meer
geprononceerd maken, door verhogen van het EFFECT
nivo. Met deze instelling kunt u de “aanwezigheid”
van het akoestiekeffekt in zes stappen (1-6) naar wens
bijregelen.
1
Start de weergave van de geluidsbron.
2
Druk op de EFFECT/DELAY. Het effektniveau
(“EFFECT 1” … “EFFECT 6”) wordt weergegeven
in het uitleesvenster.
3
Optimaal benutten van Dolby
Pro Logic Surround geluid
Om het Dolby Pro Logic Surround geluid zo goed
mogelijk tot zijn recht te laten komen, dient u eerst de
CENTER MODE instelling te kiezen die het beste past
bij uw luidspreker-opstelling. Vervolgens stelt u de
geluidssterkte en de vertragingstijd van elke
luidspreker af.
Let op dat u tenminste over één extra paar luidsprekers
dient te beschikken voor het maken van de
onderstaande instellingen.
Druk op +/– om het gewenste niveau te kiezen.
SOUND FIELD
MODE +/–
SOUND FIELD
ON/OFF
SET UP
Bij gebruik van de afstandsbediening
Bij elke durk op EFFECT/DELAY verandert het
effectniveau als volgt:
n EFFECT 1 n EFFECT 2 n ....
EFFECT 6 N EFFECT 5 N
EFFECT/DELAY
Opmerking
Wijzigen van het effektnivo kan onder bepaalde
omstandigheden en met bepaalde geluidsbronnen wel eens
weinig verschil maken.
SOUND FIELD
ON/OFF
EFFECT/
DELAY
LEVEL
REAR +/–
CENTER
ENTER
+/–
REAR
TEST TONE
SOUND FIELD
MODE +/–
LEVEL
CENTER +/–
Kiezen van de CENTER MODE instelling
Deze tuner/versterker biedt u de keuze uit vier
verschillende CENTER MODE instellingen:
“Phantom”, “Normal”, “Wide” en “3 Stereo”. Elke
instelling is voor een bepaalde luidspreker-opstelling
ontworpen. Kies de CENTER MODE instelling die het
beste past bij uw luidspreker-opstelling:
1
Druk op SOUND FIELD ON/OFF om de
akoestiek-instelling aan te schakelen.
2
Druk herhaaldelijk op de SOUND FIELD MODE
+/– toets om het Dolby rondom-akoestiekeffekt
(PRO LOGIC of THEATER akoestiek) te kiezen.
3
Druk herhaaldelijk op SET UP tot “CTR MODE”
verschijnt in het uitleesvenster.
(wordt vervolgd)
19NL
Gebruik van de akoestiekfunkties
4
Alle luidsprekers kunnen tegelijkertijd afgesteld
worden
Druk herhaaldelijk op +/– tot de gewenste center
mode verschijnt in het uitleesvenster. Kies de
midden-stand als volgt:
Als u beschikt
over
Kiest u
Hiervoor gebruikt u de MASTER VOLUME regelaar op
de tuner/versterker of MASTER VOL toets op de
afstandsbediening.
Zodat
Voor- en
PHANTOM
achterluidsprekers,
maar geen
middenluidspreker
Het geluid van het
middenkanaal via de
voorluidsprekers
wordt weergegeven.
NORMAL
Voor- en
achterluidsprekers,
en een kleine
middenluidspreker
Het basgeluid van het
middenkanaal via de
voorluidsprekers
wordt weergegeven
(omdat een kleine
middenluidspreker
onvoldoende
basgeluid kan
produceren).
WIDE
Voor- en
achterluidsprekers,
en een grote
middenluidspreker
Een “kompleet”
Dolby Pro Logic
Surround geluid
klinkt.
3 STEREO
Voor- en
middenluidsprekers, (3 Channel Logic)
maar geen
achterluidspreker
Het geluid van het
achterkanaal via de
voorluidsprekers
wordt weergegeven.
Het geluidsnivo van de luidsprekers kan ook
afgesteld worden met de toetsen op de tuner/
versterker
Nadat u op TEST TONE op de afstandsbediening hebt
gedrukt:
• Druk op CENTER om de middenluidspreker te
kiezen.
Druk op +/– om het niveau te regelen.
• Druk op REAR om de achterluidspreker te kiezen.
Druk op +/– om het niveau te regelen.
Het uitgangsnivo van de achterluidsprekers kan
verhoogd worden
Het instelbereik van de achterluidsprekers loopt van
–15 tot +10, maar het is mogelijk om dit bereik met 5
nivo’s (–10 tot +15) te verschuiven.
• Druk herhaaldelijk op SET UP tot “REAR SET UP”
verschijnt in het uitleesvenster.
• Druk herhaaldelijk op +/– tot “GAIN UP” verschijnt
in het uitleesvenster.
De waarden voor het geluidsnivo van de
achterluidsprekers die in het uitleesvenster worden
aangegeven, blijven tussen –15 en +10 staan, maar in het
daadwerkelijke uitgangsnivo zult u verschil horen.
Afstellen van de geluidssterkte van de
luidsprekers
Met behulp van de testtoon-funktie kunt u de
geluidssterkte van uw luidsprekers op hetzelfde nivo
afstellen. (Als al uw luidsprekers reeds hetzelfde
geluidsvolume te horen geven, is afstellen niet
noodzakelijk.)
Met de toetsen op de afstandsbediening kunt u de
luidsprekeraansluiting testen en het volumeniveau
bijstellen vanuit uw luisterpositie.
1
Druk op de SOUND FIELD ON/OFF toets om de
klankbeeldfunctie in te schakelen.
Druk enkele malen op de SOUND FIELD MODE
+/– toets om in te stellen op het “PRO LOGIC”
klankbeeld.
2
Druk op de TEST TONE toets van de
afstandsbediening.
De testtoon is achtereenvolgens via elk van de
luidsprekers hoorbaar.
3
4
20NL
Zorg dat het geluid van alle luidsprekers vanaf
uw luisterpositie overal even luid doorkomt.
• Om het geluidsnivo van de middenluidspreker
af te stellen, drukt u op de LEVEL CENTER
+ of – toets van de afstandsbediening.
• Om het geluidsnivo van de achterluidsprekers
af te stellen, drukt u op de LEVEL REAR + of –
toets van de afstandsbediening.
Druk op de TEST TONE toets van de
afstandsbediening om de testtoon uit te
schakelen.
Om het instelbereik van de achterluidsprekers weer
terug te stellen, herhaalt u deze procedure tot de
aanduiding “NORMAL” in het uitleesvenster verschijnt.
Instellen van de vertragingstijd van de
achterluidsprekers
Het akoestiek-geluid kan effektiever gemaakt worden
door het geluid dat via de achterluidsprekers klinkt te
vertragen (vertragingstijd). U heeft de keuze uit drie
verschillende vertragingstijden, S (15 mS), M (20 mS)
en L (30 mS). Bijvoorbeeld voor een ruime kamer of
wanneer de achterluidsprekers ver van de
luisterpositie vandaan staan opgesteld, maakt u de
vertragingstijd korter.
1
Start de weergave van een videobron die met
Dolby Surround akoestiek is opgenomen.
2
Druk herhaaldelijk op de EFFECT/DELAY of de
EFFECT/DELAY toets van de afstandsbediening
om de vertragingstijd in te stellen. De
vertragingstijd waarop het laatst was ingesteld
verschijnt in het uitleesvenster, zoals “DELAY S”,
“DELAY M” of “DELAY L”.
Opmerking
Stel in op PRO LOGIC akoestiek voor het instellen van de
vertragingstijd met de EFFECT/DELAY toets op de tuner/
versterker.
Gebruik van de akoestiekfunkties
Instelbare parameters voor elke akoestiek-instelling bij het kiezen van een programmabron
Klankbeelden-weergave Type
MODE
Uitgeschakeld
––
––
Ingeschaked
CINEMA
PRO LOGIC
Parameters
DELAY
EFFECT
REAR
Testtoon-weergave
CENTER
Geen geluid
r
C STUDIO
r
VIRTUAL
V DOLBY
r
MUSIC
HALL
r
ra)
rb)
a)
b)
r
r
Afhankelijk van de
middenkanaal-aanpassing (zie
blz. 20)
Geen geluid
r
r
Beurtelings via de voor-en
achterluidsprekers
Instelbare parameters voor elk klankbeeld bij gebruik van 5.1 CH/DVD.
Parameters
Klankbeelden-weergave Type
MODE
Uitgeschakeld
––
––
Ingeschaked
CINEMA
C STUDIO
r
VIRTUAL
V SURR
r
DELAY
EFFECT
REAR
CENTER
r
r
r
r
r
Testtoon-weergave
In onderstaande volgorde:
linksvoor, midden, rechtsvoor ,
rectsachter, linksachter
Afwisselend van de voor- en
middenluidsprekers
a) Alleen instelbaar wanneer de middenkanaal-aanpassing is
ingesteld op PHANTOM, NORMAL of WIDE (zie blz.20).
b) Alleen instelbaar wanneer de middenkanaal-aanpassing is
ingesteld op 3 STEREO, NORMAL of WIDE (zie blz.20).
Opmerking
Om de geluidssterkte van de diverse luidsprekers af te
stellen met behulp van de testtoon, zoals beschreven op
blz.20, kiest u het PRO LOGIC klankbeeld. Bij alle andere
klankbeelden dient de testtoon alleen om te controleren of
de diverse luidspekers al dan net geluid weergeven.
21NL
Aanvullende informatie
Verhelpen van storingen
Als u een van de volgende problemen ondervindt bij
de bediening van de tuner, kunt u deze lijst van
kontrolepunten doorlopen om aan de hand hiervan het
probleem te verhelpen. Mocht het probleem
onopgelost blijven, neemt u dan a.u.b. kontakt op met
uw dichtstbijzijnde Sony handelaar.
Er klinkt geen geluid of de geluidssterkte blijft te gering.
/ Kontroleer of de luidsprekers en audio/
videocomponenten goed zijn aangesloten.
/ Kontroleer of op de tuner/versterker het
juiste apparaat is gekozen.
/ Kontroleer of de SPEAKERS toets in de juiste
stand staat (zie blz 9).
/ Druk op MUTING of op de MUTING toets
van de afstandsbediening als de MUTING
indicator aangaat.
/ Er is kortsluiting opgetreden, waardoor het
beveiligingscircuit is ingeschakeld (de
aanduiding “PROTECT” knippert). Schakel
de tuner uit, los het probleem dat kortsluiting
veroorzaakt op en schakel het apparaat dan
weer in.
Geluid van links en rechts is verwisseld.
/ Kontroleer of de luidsprekers en audio/
video-componenten goed zijn aangesloten.
/ Stel de BALANCE regelaar bij.
Er klinkt een hinderlijke bromtoon of andere storende
achtergrondgeluiden.
/ Kontroleer of de luidsprekers en audio/
video-componenten goed zijn aangesloten.
/ Houd de aansluitsnoeren uit de buurt van een
transformator of motor en tenminste 3 meter
van een TV-toestel of TL-verlichting.
/ Plaats de geluidsinstallatie niet te dicht in de
buurt van een ingeschakelde TV.
/ Sluit een aardedraad aan op de de antenneaardaansluiting.
/ De stekkers en aansluitbussen zijn vuil.
Reinig de stekkers en aansluitbussen met een
doekje, licht bevochtigd met wat alkohol.
De RDS werkt niet.
/ Kontroleer of wel op een FM zender is
afgestemd.
/ Stem af op een beter doorkomende FM zender.
De gewenste aanduidingen of informatie verschijnen niet
in het uitleesvenster.
/ Neem kontakt op met de radiozender en
informeer of deze wel of geen RDS signalen
uitzendt. Het kan voorkomen dat de RDS
dienstverlening tijdelijk buiten werking is.
De zender of de afgespeelde geluidsbron wordt door een
andere zender onderbroken, of de tuner begint
automatisch naar zenders te zoeken.
/ De EON funktie is in werking getreden. Zorg
dat de EON funktie is uitgeschakeld als u niet
wilt dat de afgestemde zender of de
geluidsbron wordt onderbroken.
De zendernaam verschijnt niet in het uitleesvenster.
/ Druk op de DISPLAY toets tot de
zendernaam verschijnt.
22NL
Afstemmen op een bepaalde frekwentie lukt niet.
/ Kontroleer of de antennes goed zijn
aangesloten. Verstel zonodig de stand van de
antennes en sluit een buitenantenne aan.
/ Mogelijk is de signaalsterkte te gering om
door de antenne van de tuner opgepikt te
worden (bij gebruik van de automatische
afstemming). Gebruik de direkte afstemming.
/ Er zijn geen zenders in het afstemgeheugen
vastgelegd, of de vooringestelde zenders zijn
gewist (bij geheugen-afstemming). Leg de
zenders in het geheugen vast (zie blz. 14).
Uit de achterluidsprekers klinkt geen geluid of de
geluidssterkte blijft te gering.
/ Kies de CENTER MODE instelling die past bij
uw luidspreker-opstelling (zie blz. 19).
/ Stel de geluidssterkte van de luidsprekers op
het juiste nivo af (zie blz. 20).
/ Let op dat de akoestiekfunktie is
ingeschakeld en een instelling is gekozen.
Er komt geen geluid uit de middenluidspreker.
/ Kies de CENTER MODE instelling die past bij
uw luidspreker-opstelling (zie blz. 19).
/ Stel de geluidssterkte van de luidsprekers op
het juiste nivo af (zie blz. 20).
Het geluid wordt niet met akoestiek-effekt
weergegeven.
/ Kontroleer of de akoestiekfunktie wel is
ingeschakeld.
/ Zorg dat de voorluidsprekers zijn aangesloten
op de SPEAKERS A luidsprekeraansluitingen.
/ Zorg bij gebruik van twee paar
voorluidsprekers dat de SPEAKERS A en B
toetsen beide zijn ingedrukt.
Er verschijnt geen beeld of een onduidelijk beeld op het
TV-scherm.
/ Kies de juiste funktie op de tuner/versterker.
/ Zet uw TV verder weg van de
audioapparatuur.
Opnemen is niet mogelijk.
/ Controleer of de apparatuur correct is
aangesloten.
/ U kunt geen geluid opnemen van een
programmabron die is aangesloten op de 5.1
CH/DVD aansluitingen.
De afstandsbediening werkt niet.
/ Richt de afstandsbediening recht op de
afstandsbedieningssensor g van de tuner/
versterker.
/ Er bevindt zich een obstakel tussen het
apparaat en de kop van de afstandsbediening.
/ Vervang beide batterijen in de
afstandsbediening door nieuwe.
/ Kontroleer of u de juiste funktie voor
bediening van het gewenste apparaat op de
afstandsbediening heeft gekozen.
Aanvullende informatie
Uitgangen
Technische gegevens
Versterker-gedeelte
Uitgangsvermogen
Stereo
weergave
(DIN, bij 1 kHz, 4 ohm)
80 W+80 W
Met
(DIN, bij 1 kHz, 4 ohm)
akoestiekeffekt Voorluidsprekers:
70 W/ch
Middenluidspreker:
70 W
(alleen bij de PRO
LOGIC instelling)
Achterluidsprekers:
70 W/ch
5.1 CH/DVD
stand
Frekwentiekarakteristiek
(DIN, 1 kHz, 4 ohm)
Voorluidsprekers:
70 W/ch
Middenluidspreker:
70 W
Achterluidsprekers:
70 W/ch
TV/LD, CD, MD/TAPE,
VIDEO , 5.1 CH/DVD:
10 Hz - 50 kHz ±1 dB
Demping
MD/TAPE REC OUT:
Uitgangsspanning:
150 mV
Uitgangsimpedantie:
10 kOhm
VIDEO AUDIO OUT:
Uitgangsspanning:
150 mV
Uitgangsimpedantie:
10 kOhm
WOOFER:
Uitgangsspanning: 2 V
Uitgangsimpedantie:
1 kOhm
PHONES: Voor het
aansluiten van hoogen laagohmige
hoofdtelefoons
Volledige geluiddemping
BASS BOOST
+10 dB bij 70 Hz
TONE
±8 dB bij 100 Hz en
10 kHz
Tuner-gedeelte
FM Stereo, FM/AM superheterodyne
afstemming
AM tuner-gedeelte
Afstembereik
531 - 1602 kHz
Antenne
Kaderantenne
Tussenfrequentie 450 kHz
Bruikbare
gevoeligheid
50 dB/m (bij 999 kHz)
Signaal/
ruisverhouding
54 dB (bij 50 mV/m)
Harmonische
vervorming
0,5% (50 mV/m,
400 kHz)
Selektiviteit
35 dB
Videogedeelte
Ingangen
VIDEO, TV/LD, 5.1 CH/
DVD:
1 Vp-p 75 ohm
Uitgangen
VIDEO, MONITOR:
1 Vp-p 75 ohm
Algemeen
Afstemsysteem
Tuner-gedeelte: PLL
kwartsgekoppeld
digitaal
synthesizersysteem
Voorversterker-gedeelte:
Lage-ruis NF type
equalizer-versterker
Eindversterker-gedeelte:
Zuiver
komplementaire SEPP
Mono: 18,3 dBf,
2,2 µV/75 ohm
Stereo: 38,3 dBf,
22,5 µV/75 ohm
Voeding
230 V wisselstroom,
50/60 Hz
Stroomverbruik
225 W
Bruikbare
gevoeligheid
11,2 dBf,
1 µV/75 ohm (IHF)
Netstroomuitgang
Geschakeld, 100 watt max
Signaal/
ruisverhouding
Mono: 76 dB
Stereo: 70 dB
Afmetingen
Ca. 430 x 144 x 306 mm
Gewicht
Mono: 0,3 %
Stereo: 0,5 %
7,7 kg
Harmonische
vervorming bij
1 kHz
Bijgeleverd
toebehoren
Scheiding
45 dB bij 1 kHz
FM draadantenne (1)
AM kaderantenne (1)
Afstandsbediening (1)
R6 (AA-formaat)
batterijen (2)
FM tuner-gedeelte
Afstembereik
87,5 - 108,0 MHz
Antenneaansluitingen
75 ohm, asymmetrisch
Ingangen
Gevoeligheid Impedantie Signaal/
ruisverhouding
CD,
5.1 CH/
DVD,
150 mV
MD/TAPE,
TV/LD,
VIDEO
Tussenfrequentie 10,7 MHz
50
kOhm
80 dB
Gevoeligheid
+0,5
Frekwentiebereik 30 Hz - 15 kHz –2 dB
Selektiviteit
60 dB bij 400 kHz
De vermelde technische gegevens zijn
gemeten bij 230 V AC, 50 Hz.
Wijzigingen zonder kennisgeving in
ontwerp en technische gegevens
voorbehouden.
23NL
Aanvullende informatie
• 3 STEREO instelling
Kies de 3 STEREO instelling als u beschikt
over voor- en middenluidsprekers, maar
niet over achterluidsprekers. Het geluid
van het achterkanaal wordt via de
voorluidsprekers weergegeven, zodat u
enige mate van akoestiek kunt verkrijgen
zonder achterluidsprekers te gebruiken.
Verklarende
woordenlijst
CENTER MODE
Instelling voor luidspreker-opstelling om het
Dolby Pro Logic Surround geluid optimaal tot
zijn recht te laten komen. Voor een zo fraai
mogelijke akoestiek, kiest u één van de
volgende vier CENTER MODE instellingen,
afhankelijk van de opstelling van uw
luidsprekers.
Middenluidspreker
Voorluidspreker
Voorluidspreker
(L)
(R)
Akoestisch rondom-geluid
Dit geluid bestaat uit drie
geluidscomponenten: rechtstreeks geluid,
vroeg weerkaatst geluid en een nagalm. De
akoestiek van de ruimte waarin u zich
bevindt beïnvloeden de wijze waarop deze
drie geluidscomponenten te horen zijn. De
tuner/versterker kombineert deze
geluidscomponenten op een dusdanige
manier dat diverse luisteromgevingen, zoals
bijvoorbeeld een concertzaal, kunnen worden
nagebootst.
• Zaal-geluidscomponenten
Vroege weerkaatsingen
Nagalm
• NORMAL instelling
Kies de NORMAL instelling als u beschikt
over voor- en achterluidsprekers en een
kleine middenluidspreker. Aangezien een
kleine middenluidspreker onvoldoende
basgeluid kan produceren, wordt het
basgeluid van het middenkanaal via de
voorluidsprekers weergegeven.
Middenluidspreker
Voorluidspreker
Voorluidspreker
(L)
(R)
Vertragingstijd
De vertragingstijd is het tijdsverschil tussen de
akoestiek-weergave van de voorluidsprekers en
die van de achterluidsprekers. Door de
vertragingstijd van de achterluidsprekers in te
stellen, kunt u de sfeer van verschillende
luisterruimtes nabootsen. Als u uw
achterluidsprekers in een kleine kamer of dicht
in de buurt van uw luisterpositie heeft
opgesteld, maakt u de vertragingstijd langer.
Voor een ruime kamer of wanneer de
achterluidsprekers ver van de luisterpositie
vandaan staan opgesteld, maakt u de
vertragingstijd korter.
Direkte afstemming
Achterluidspreker (L) Achterluidspreker (R)
• WIDE instelling
Kies de WIDE instelling als u beschikt over
voor- en achterluidsprekers en een grote
middenluidspreker. Met de WIDE
instelling kunt u het Dolby Surround
geluid optimaal benutten.
Middenluidspreker
Voorluidspreker
Voorluidspreker
(L)
(R)
Achterluidspreker (L) Achterluidspreker (R)
• PHANTOM instelling
Kies de PHANTOM instelling als u
beschikt over voor- en achterluidsprekers,
maar niet over een middenluidspreker.
Het geluid van het middenkanaal wordt
via de voorluidsprekers weergegeven.
Voorluidspreker
(L)
Voorluidspreker
(R)
Deze afstemmethode stelt u in staat de
afstemfrekwentie van een zender direkt in te
voeren met behulp van de nummertoetsen.
Gebruik deze wijze van afstemming als u de
frekwentie van de gewenste zender weet.
Dolby Pro Logic Surround
Een van de decodeersystemen voor Dolby
Surround geluid, waarmee een twee-kanaals
geluidsspoor wordt omgezet in vier
gescheiden kanalen. Vergeleken met het
eerdere Dolby Surround systeem, zorgt de
Dolby Pro Logic Surround voor een meer
natuurlijk klankbeeld met vloeienddeer
verlopende bewegingen en precieser
gelokaliseerd geluid. Om de voordelen van
Dolby Pro Logic Surround optimaal te horen,
heeft u een paar achterluidsprekers en een
middenluidspreker noding. De
achterluidsprekers gaven het geluid in mono
weer.
5.1 CH/DVD
Deze stekkerbussen dienen voor de ontvangst
van gedecodeerde Dolby Digital (AC-3)
geluidssignalen, zodat u kunt genieten van
de ruimtelijke 5.1 kanaals akoestiekweergave. Op deze stekkerbussen kunt u een
Dolby Digital (AC-3) decodeereenheid
aansluiten of een DVD videospeler met
ingebouwde AC-3 decodeertrap.
Vooringestelde radiozenders
Achterluidspreker (L) Achterluidspreker (R)
Dit zijn zenders die onder een letter-pluscijfer code in het afstemgeheugen van de
tuner zijn vastgelegd. Wanneer een zender
eenmaal is vooringesteld worden tijdrovende
bedieningshandelingen voor afstemming
overbodig. U kunt snel op de vooringestelde
zender afstemmen door eenvoudigweg de
toegewezen code in te voeren.
Rechtstreeks
geluid
• Overgang van het geluid van de
achterluidsprekers
Rechtstreeks geluid
Vroege
weerkaatsingen Nagalm
Nivo
Vroege weerkaatsingstijd
Tijd
Testtoon
Het geluidssignaal dat de tuner te horen geeft
aan de hand waarvan u de geluidssterkte van
de luidsprekers kunt afstellen. De testtoon is
als volgt via elk van de luidsprekers te horen:
• Bij een geluidsinstallatie met een
middenluidspreker (NORMAL/WIDE/3
STEREO instellingen)
De testtoon wordt achtereenvolgens
weergegeven via de linker
voorluidspreker, de middenluidspreker,
de rechter voorluidspreker en de
achterluidsprekers.
Voor (L)
Voor (R)
Midden
3 STEREO
Achter (L, R)
NORMAL/WIDE
• Bij een geluidsinstallatie zonder
middenluidspreker (PHANTOM
instelling)
De testtoon wordt afwisselend via de vooren achterluidsprekers weergegeven.
Voor (L, R)
PHANTOM
Achter (L, R)
24NL
Index
A
E, F
Aansluiten: Zie Aansluitingen
Aansluiten van audio-apparatuur
5, 6
Aansluitingen
antennes 5
audio-apparatuur 5
luidsprekers 7
netsnoer 9
overzicht 4
video-apparatuur 6
Achterpaneel 5, 6, 7, 8, 26
Afstandsbedieningstoetsen 11, 17,
27
Afstemming: Zie Radio-ontvangst
Akoestiek 19, 20, 21, 24
Antenne-aansluitingen 5
Automatische afstemming 13
O
Effektnivo 19
EON 15
G, H
Opnemen
op audiocassette 17
P, Q
Geheugen-afstemming 14
I, J
Instellen
effektnivo 19
geluidsnivo 11
luidspreker-geluidssterkte 20
vertragingstijd 20
K
Kiezen van een weergavebron 11,
17
met de afstandsbediening 11,
12
Kijken/luisteren naar
videoprogramma’s 11
Kopiëren: Zie Opnemen
B
Beknopt bedieningsoverzicht 28
C
CENTER MODE instelling 19, 24
3 STEREO 19, 24
NORMAL instelling 19, 24
PHANTOM 19, 24
WIDE 19, 24
L
Direkte afstemming 13, 24
Dolby Pro Logic
optimaal benutten 19
Surround 19, 24
CENTER MODE instelling
19, 24
Doorlopen van
radiozenders 14
vooringestelde zenders 14
3 STEREO instelling 19, 24
M
R, S
Radio-ontvangst
direkte afstemming 13
vooringestelde radiozenders
14
RDS 15
T
Testtoon 20
U
Uitleesvenster 15
Uitpakken 4
V
Letters/cijfers 14
Luidsprekers
aansluiting 7, 8
kiezen van luidsprekerpaar 9
opstelling 7
D
PHANTOM instelling 19, 24
PTY 16
Monteren van opnamen: Zie
Opnemen
Vastleggen van radiozenders:
Zie voorinstellen van
radiozenders
Verhelpen van storingen 22
Vertragingstijd 20, 24
Video-apparatuur aansluiten 6
Vooringestelde zenders 24
Voorinstellen van
radiozenders 14
W, X, Y, Z
N
WIDE instelling 19, 24
Naamgeving van vooringestelde
zenders 14
NORMAL instelling 19, 24
25NL
Beschrijving van het achterpaneel
1
4
567
9
!º
23
1 Antenne-aansluitingen
[ANTENNA (FM/AM)]
2 CD-speler aansluiting (CD)
3 Minidisc-recorder/cassettedeck
aansluiting (MD/TAPE)
4 5.1 CH/DVD
5 TV/laserdisc-speler aansluiting
(TV/LD)
26NL
8 !£
!™
6 Videorecorder-aansluiting
(VIDEO)
7 MONITOR
8 WOOFER
9 SWITCHED AC OUTLET
!º Netsnoer
!¡
!¡ Voorluidspreker-aansluitingen
[SPEAKERS FRONT (A/B)]
!™ Aansluiting voor akoestiekmiddenluidspreker (SPEAKERS
CENTER)
!£ Aansluiting voor akoestiekachterluidsprekers (SPEAKERS
REAR)
Beschrijving van de afstandsbediening
Hieronder volgt een overzicht van de toetsen op de afstandsbediening die niet zijn genoemd op de voorgaande
bladzijden en de toetsen die verschillen van die op de tuner/versterker zelf.
Toets
Voor
bediening van
Funktie
Toets
Voor
Funktie
bediening van
0-9
Tuner
Kiezen van vooringestelde
radiozenders.
ENTER
CD-speler/
minidisc-recorder
DVD-speler
Kiezen van muziekstuknummers. Met 0 kiest u
muziekstuk-nummer 10.
TV/
Kiezen van kanaalnummers, in
videorecorder/ kombinatie met de 0 t/m 9
CD
nummertoetsen.
TV/VIDEO
TV/
videorecorder
TV/videorecorder
Kiezen van kanaalnummers.
>10
CD-speler/
cassettedeck/
minidisc-recorder
Kiezen van muziekstuknummers boven de 10.
CH/
PRESET
+/–
Tuner
Doorlopen en kiezen van
vooringestelde zenders.
TV/VCR/CD
Kiezen van kanalen
D. SKIP
CD-speler
Overslaan van compact discs
(alleen voor een CD-speler
met een multi-disc wisselaar).
DISC
CD-speler
Enkel Mega Storage-CDspeler.
0/)
CD-speler/
DVD-speler
Zoeken van muziekstukken
(voorwaarts of terugwaarts).
Vooruitspoelen of
Cassettedeck/
minidisc-recorder/ terugspoelen.
videorecorder
Overslaan van
=/+ CD-speler/
minidisc-recorder/ muziekstukken.
laserdisc-speler
P
(
CD-speler/
cassettedeck/
minidisc-recorder/
videorecorder
DVD-speler
Tijdelijk onderbreken van de
weergave of opname. (Teven
voor het starten van de
opname van apparatuur die
in de opname-pauzestand
staat.)
Starten van de weergave.
CD-speler/
cassettedeck/
minidisc-recorder/
videorecorder/
DVD-speler
p
Stoppen van de weergave.
CD-speler/
cassettedeck/
minidisc-recorder/
videorecorder/
DVD-speler
9
Cassettedeck
Starten van de weergave van
de achterkant van de cassette.
r
Cassettedeck
In de opname-pauzestand
zetten van cassettedecks.
r+(
Starten van de opname
Cassettedeck/
minidisc-recorder/ wanneer de ( (of 9 op het
cassettedeck) wordt
videorecorder
ingedrukt.
TV/VCR/
AV
1/u (aan/uit) LD-speler/
DVD-speler
Kiezen van het ingangssignaal:
TV-signaal of
videoprogramma.
In/uitschakelen van de
stroom.
-/- -
TV
Om met de nummertoetsen
kanaalnummers te kunnen
kiezen, bestaande uit één of
twee cijfers.
POSITION
TV
Veranderen van de plaats van
het inzetbeeld.*
SWAP
TV
Verwisselen van het inzetbeeld
en het gewone beeld.*
P IN P
TV
In werking stellen van de
beeld-in-beeld funktie.*
MASTER
VOL +/–
TV
Gewoonlijk voor het instellen
van het totaalvolume van de
tuner/versterker.
MUTING
TV
Gewoonlijk voor het dempen
van de geluidsweergave van
de tuner/versterker.
ANT TV/
VTR
Videorecorder Kiezen van het
uitgangssignaal van de
antenne-aansluiting: TVsignaal of videoprogramma.
* Uitsluitend voor Sony TV’s voorzien van de beeld-inbeeld funktie.
Opmerking
Bepaalde Sony apparatuur is niet geschikt voor deze
afstandsbediening en zal niet reageren op de
bovengenoemde bedieningstoetsen.
27NL
Beknopt bedieningsoverzicht
Radio-ontvangst
(direkte afstemming)
Voorbeeld: Afstemmen op
FM 102,50 MHz
TUNER
Voorinstellen van
radiozenders
Kiezen van audio/
video-apparatuur
Voorbeeld: Voorinstellen van
een zender onder
code A7
Voorbeeld 1: Afspelen van een
compact disc
CD
TUNER
Turn onde
theCD-speler
CD player.
Schakel
in.
FM/AM
Stel in op FM.
Select FM.
0
Start
deplaying.
weergave.
Start
MEMORY
DIRECT
1
Tuneafinop
the
youzender.
want.
Stem
destation
gewenste
2
5
0
Voorbeeld 2: Bekijken van een
videocassette
SHIFT
Kies
A. A.
Select
Uitleesvenster
VIDEO
7
Turn
the VCR. in.
Schakel
de on
videorecorder
MHz
Start
deplaying.
weergave.
Start
Doorlopen van
radiozenders
(automatische afstemming)
Voorbeeld: Doorlopen van
FM zenders
TUNER
Afstemmen op
vooringestelde
zenders
Voorbeeld: Afstemmen op de
zender vastgelegd
onder A7
TUNER
FM/AM
Select
FM.
Stel
in op
FM.
Gebruik van
voorgeprogrammeerde
akoestiekinstellingen
Voorbeeld: Bekijken van een
laserdisc van een
met Dolby
Surround akoestiek
opgenomen film
SHIFT
Kies
A. A.
Select
–
TV/LD
TUNING +
7
Toverder
continue
Om
te
scanning.
zoeken.
–
SOUND FIELD
ON/OFF
TUNING +
Doorlopen van
vooringestelde
zenders
TUNER
SOUND FIELD
–
MODE
+
MODE
Stel inPRO
op
Select
PRO LOGIC.
LOGIC.
Schakel
dethe
laserdisc-speler
Turn on
LD player. in.
Start
deplaying.
weergave.
Start
PRESET/
– PTY SELECT +
28NL