Documenttranscriptie
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 56
Voorwoord
S. v. p. opletten:
Geachte klant!
• De flitser 28AF-3 C digital is alleen geschikt
voor Canon-camera’s met TTL-flitsregeling, c.q.
E-TTL-flitsregeling.
Wij zijn blij, dat u gekozen hebt voor onze flash
28 AF-3 digital.
Om u de omgang met deze flitser te vergemakkelijken, geven wij u op de volgende bladzijden een
gebruiksaanwijzing voor het bedienen van de flitser en een kort overzicht over de verschillende gebruiksmogelijkheden ervan.
Å„ Lees de gebruiksaanwijzing s.v.p. nauwkeurig
door, ook al lijkt een en ander op het eerste gezicht wellicht niet zo interessant. Wij hebben er bij
de constructie op gelet, het werken met de flitser
zo eenvoudig mogelijk te houden, maar de camera’s waarop de flitser kan worden gebruikt bieden
zeer veel mogelijkheden.
Sla s.v.p. ook de fotobladzijden aan het einde
van deze gebruiksaanwijzing open.
Wij wensen u veel plezier van uw nieuwe flitser.
56
• De flitser 28AF-3 M digital is alleen geschikt voor
Konica/Minolta-Dynax/Maxxum camera’s met
TTL-flitsregeling en voor digitale Konica/Minolta
Dimage-camera’s met lichtmeting via flits vooraf,
c.q. de ADI-flitsregeling.
• De flitser 28AF-3 N digital is alleen geschikt
voor Nikon-camera’s met TTL-flitsregeling, c.q.
i-TTL-flitsregeling.
• De flitser 28AF-3 O digital is alleen geschikt
voor digitale Olympus Camedia-camera’s.
☞ Voor camera’s van andere fabrikanten is het
hierboven genoemde flitsapparaat niet geschikt! Gebruik de flitser alleen met de camera’s uit de hierboven vermelde camerasystemen!
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 57
Inhoud:
1.
2.
2.1
2.2
2.3
2.4
3.
4.
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
4.6
Veiligheidsinstructies. . . . . . . . . . . . 59
Voorbereiden . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Stroomverzorging . . . . . . . . . . . . . . 60
Inleggen en uitnemen van de batterijen . 60
Opzetten / afnemen van de flitser . . 61
In - en uitschakelen van de flitser . . . 61
Verlichtingshoek en reflectorvoorzetschijven . . . . . . . . . . . . . . . 62
Flitsfuncties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
TTL-flitsfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Alleen 28 AF-3 C digital:
Canon E-TTL-flitsfunctie . . . . . . . . . . 65
Alleen 28 AF-3 M digital:
TTL-meting via flits vooraf en
ADI-flitsmeting . . . . . . . . . . . . . . . . 66
Alleen 28 AF-3 N digital:
i-TTL en i-TTL-BL-flitsfunctie . . . . . . . . 67
Alleen 28 AF-3 O digital:
TTL met meetflits vooraf voor
digitale Camedia-camera’s . . . . . . . 68
Met de hand in te stellen (Manual)
flitsfuncties M en MLo . . . . . . . . . . . 69
5.
5.1
5.2
5.3
Dedicated-flitsfuncties . . . . . . . . . . . 69
Aanduiding dat de flitser opgeladen is . 69
Aanduiding van de belichtingscontrole . 70
Automatische omschakeling naar de
flitssynchronisatietijd . . . . . . . . . . . . 70
5.4 Met de hand in te stellen
correctie op de TTL-flitsbelichting . . . 71
5.5 Flitssynchronisatie . . . . . . . . . . . . . . 72
5.6 Autofocus-meetflits . . . . . . . . . . . . . 73
5.7 Automatische aanduiding van de
reikwijdte van de flits. . . . . . . . . . . . 74
5.8 Flits vooraf tegen het ’rode ogen-effect’
(Red-Eye-Reduction) . . . . . . . . . . . . 75
5.9 Automatisch flitsen / Ontsteeksturing
(AUTO-FLASH) . . . . . . . . . . . . . . . . 76
6. Bijzondere functies . . . . . . . . . . . . . 76
6.1 Deactivieren van de AF-meetflits. . . . 76
6.1.1Reactivieren van de AF-meetflits . . . . 77
6.2 Meter-feet-omschakeling (m - ft) . . . . 77
6.3 Terugzetten van de flitserinstellingen
in de default-instellingen . . . . . . . . . 77
7. Fouten en remedie, klantenservice . 78
8. Technische gegevens. . . . . . . . . . . . 80
57
Å„
58
28 AF-3
Nikon
28 AF-3
Olympus
•
x
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
x
•
x
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
x
•
•
•
•
•
•
•
x
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• = Deze dedicated-flitsfunctie wordt door de flitser ondersteund.
x = Deze dedicated-flitsfunctie wordt niet door de camera ondersteund.
Å„
Aanduiding flitsparaatheid in zoeker/monitor/display van de cam.
Aanduiding belichtingscontrole in zoeker/monitor/display van de cam.
Automatische omschakeling naar flitssynchronisatietijd
TTL-flitsregeling (standaard-TTL zonder meetflits vooraf)
Automatisch invulflitsen bij daglicht
Canon E-TTL-flitsregeling (Canon-specifiek)
Canon FE-opslaan van de flitsbelichting (Canon-specifiek)
Konica/Minolta Dimage TTL-meting met flits vooraf (Kon./Min.-specifiek)
Konica/Minolta Dimage ADI-flitsmeting (Konica/Minolta-specifiek)
Nikon i-TTL-flitsregeling (Nikon-specifiek)
Nikon i-TTL-BL-flitsregeling (Nikon-specifiek)
Olympus TTL-flitsregeling met meetflits vooraf (Olympus-specifiek)
Met de hand in te stellen correctie op de flitsbelichting
Synchronisatie bij het open-, c.q. dichtgaan van de sluiter (REAR)
Synchronisatie bij lange belichtingen (SLOW)
Autofocus-meetflitsregeling
Automatische aanduiding van de reikwijdte in het LC-display
Flits vooraf-functie voor vermindering van het ‘rode ogen-effect’
Automatisch flitsen / ontsteeksturing (AUTO-FLASH)
Wake-Up-Functie
28 AF-3
Kon./Min.
Tabel 1: Dedicated-flitsfuncties
28 AF-3
Canon
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 58
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 59
☞ Let er op, dat de betreffende dedicated-flitsfunctie bovendien door de camera moet worden ondersteund om uitgevoerd te kunnen
worden. Lees de gebruiksaanwijzing van uw
camera om te zien of uw camera de betreffende functie ondersteunt!
1. Veiligheidsinstructies
• De flitser is alleen bedoeld en toegelaten voor
gebruik in de fotografie.
• Flits nooit vanaf korte afstand rechtstreeks in de
ogen! Rechtstreeks in de ogen van personen of
dieren flitsen kan leiden tot beschadiging aan
het netvlies en daardoor ernstige zichtstoringen
veroorzaken - tot blindheid toe!
• In de omgeving van ontvlambare gassen of vloeistoffen (benzine, oplosmiddelen enz.) mag de flitser in geen geval worden ontstoken. GEVAAR
VOOR EXPLOSIE!
• Fotografeer nooit berijders van auto, bus of motorfiets, fietsers of treinbestuurders tijdens de rit
met een flitser. Door de verblinding kan de berijder een ongeluk krijgen dan wel veroorzaken!
• Gebruik uitsluitend de in de handleiding aangegeven en toegelaten stroombronnen.
• Batterijen niet openen of kortsluiten!
• Stel de batterijen nooit bloot aan hoge temperaturen zoals intensieve zonnestraling, vuur of dergelijke!
• Haal lege batterijen onmiddellijk uit het apparaat! Uit verbruikte batterijen kunnen chemicaliën lekken (het zogenaamde uitlopen) die tot
beschadiging van het apparaat leiden!
• Batterijen mogen niet worden opgeladen!
• Stel het apparaat niet bloot aan drup- of spatwater!
• Bescherm uw flitser tegen grote hitte en hoge
luchtvochtigheid! Bewaar hem bijvoorbeeld niet
in het handschoenenvakje van uw auto.
• Raak na meervoudig flitsen de voorzetschijf niet
aan. Gevaar voor brandwonden!
• Bij serieflitsen met vol vermogen en korte flitsvolgtijden telkens na 20 flitsen een pauze van
minstens 30 minuten aanhouden!
59
Å„
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 60
• Als u de flitser ontsteekt mag er zich geen licht
niet doorlatend materiaal vlak voor of op het
reflectorvenster (flitsvenster) liggen. Het zou vanwege de grote energieafgifte kunnen verbranden of er zouden vlekken op het materiaal of het
reflectorvenster kunnen ontstaan.
• Demonteer de flitser niet! HOOGSPANNING!
Reparaties kunnen uitsluitend door een geautoriseerde service worden uitgevoerd.
Raak de elektrische contacten van de flitser niet
Å„ • aan.
• Als het apparaat zo sterk beschadigd is dat het
binnenwerk open ligt, mag de flitser niet meer
worden gebruikt. Haal de batterijen eruit!
• Gebruik geen beschadigde batterijen of accu’s!
2. Voorbereiden
2.1 Stroomverzorging
De flitser kan naar keuze worden gebruikt met:
• 2 alkalimangaanbatterijen 1,5 V, type IEC LR03
(AAA / Micro), onderhoudsvrije stroombron voor
gemiddelde prestaties.
60
• 2 Nikkel-metaalhydride accu’s 1,2 V, type IEC HR03
(AAA / Micro), duidelijk grotere capaciteit dan
NiCd-accu’s en minder belastend voor het milieu
dan NiCd-accu’s omdat ze geen cadmium bevatten.
Ze bieden zeer korte flitsvolgtijden en zijn spaarzaam in het gebruik omdat ze opgeladen kunnen
worden.
• 2 NiCd-accu’s 1,2 V, type IEC KR03
(AAA / Micro).
☞ De batterijen zijn leeg c.q. verbruikt als de
flitsvolgtijd bij flitsen met vol vermogen langer wordt dan 60 sec. Wanneer u denkt de
flitser gedurende langere tijd niet te gebruiken, neem dan s.v.p. de batterijen uit het
apparaat.
2.2 Inleggen en uitnemen van de batterijen
• Schakel de flitser via zijn hoofdschakelaar uit.
• Schuif het deksel van het batterijvak naar de
buitenkant van de flitser.
• Leg de batterijen in, overeenkomstig de symbolen aan de binnenkant van het deksel van het
batterijvak.
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 61
☞ Let er bij het inleggen van de batterijen op,
dat de + pool en de - pool als door de symbolen aangegeven liggen. Verwisselde polen
kunnen tot gevolg hebben dat de flitser kapot
gaat! Vervang altijd beide batterijen tegelijk
door gelijke batterijen van een zelfde fabrikant en met gelijke capaciteit! Verbruikte batterijen horen niet in het huisvuil! Werp lege
batterijen in de daarvoor bestemde bussen op
de betreffende verzamelplaatsen.
• Sluit het batterijvak door het deksel ervan tegen
de voet van de flitser te schuiven.
2.3 Opzetten / afnemen van de flitser
☞ Schakel de flitser vóór het opzetten of afnemen uit.
2.4 In - en uitschakelen van de flitser
Zet de schakelaar in de stand ’ON’ om de flitser
in te schakelen. Schuif de schakelaar naar beneden om de flitser uit te schakelen.
☞ Om de dedicated-flitsfuncties uit te kunnen
voeren, moeten camera en flitser ingeschakeld zijn. Bovendien moet er een uitwisseling
van gegevens tussen camera en flitser hebben plaatsgevonden. Daarvoor is het vereist,
even de ontspanknop op de camera aan te
tippen.
Automatische uitschakeling van de flitser AUTO-OFF
In de fabriek is de flitser zo ingesteld, dat hij na
ong. 3 minuten
Opzetten
- na het inschakelen,
• Druk op de ontgrendelknop aan de achterzijde
van de flitser en schuif hem tegelijkertijd tot de
aanslag in de flitsschoen van de camera.
- na een instelling,
Afnemen
• Druk op de ontgrendelknop aan de achter zijde
van de flitser en schuif hem tegelijkertijd uit de
flitsschoen van de camera.
- of na het ontsteken van een flits
naar de energiebesparende Standby-functie omschakelt (AUTO-OFF) om de stroombronnen tegen
voortijdig ontladen te beschermen.
61
Å„
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 62
De aanduiding dat de flitser gereed is en de aanduidingen in het LC-display verdwijnen. De laatst
gebruikte functie-instelling blijft na het automatisch
uitschakelen behouden en is onmiddellijk na het
weer inschakelen ter beschikking.
De flitser kan met een willekeurige toets of door
het aantippen van de ontspanknop op de camera
weer worden ingeschakeld (Wake-Up-functie).
Å„
☞ Als u de flitser langere tijd niet gebruikt,
moet hij in principe altijd via zijn hoofdschakelaar worden uitgeschakeld!
3. Verlichtingshoek en reflectorvoorzetschijven
De flitser licht zonder reflectorvoorzetschijf normale kleinbeeldopnamen (24 x 36 mm) met objectieven met een brandpuntsafstand van 35 mm en
langer geheel uit. Door het aanbrengen van de
groothoekvoorzetschijf (dikte 2,5 mm) voor de
flitsreflector worden opnamen met objectieven met
een brandpuntsafstand van 24 mm en langer uitgelicht. Door het aanbrengen van de televoorzetschijf (dikte 7 mm) voor de flitsreflector worden
62
opnamen met objectieven met een brandpuntsafstand van 85 mm en langer uitgelicht. De voorzetschijven kunnen van boven af op de flitser geschoven worden.
☞ Houd er rekening mee, dat de reikwijdte van
de flits door de inzet van de groothoekvoorzetschijf kleiner wordt, c.q. door de inzet van
de televoorzetschijf groter wordt. Let bij digitale camera’s s.v.p. op de naar kleinbeeldformaat omgerekende brandpuntsafstanden
(zie de gebruiksaanwijzing van de camera)!
Voor een correcte aanduiding van de reikwijdte in
het LC-display van de flitser is het nodig, de reflectorstatus op de flitser in te stellen. Daarmee ’ziet’
de camera of de flitser met of zonder voorzetschijf
op de reflector wordt gebruikt.
Gebruik met de groothoekvoorzetschijf (’WIDE’)
Bij gebruik van de 24 mm groothoekvoorzetschijf
(dikte 2,5 mm) op de flitser, zo vaak op de toets
’ZOOM’ drukken, dat in het LC-display ’WIDE’
wordt aangegeven.
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 63
Gebruik met de televoorzetschijf (’TELE’)
4. Flitsfuncties
Bij gebruik van de 85 mm televoorzetschijf (dikte
7 mm) op de flitser, zo vaak op de toets ’ZOOM’
drukken, dat in het LC-display ’TELE’ wordt aangegeven.
Door herhaald op de functietoets ’MODE’ te drukken wordt tussen de verschillende flitsfuncties, bijv.
TTL, flitsinstelling met de hand (Manual) M en MLo
gekozen. De gekozen flitsfunctie wordt direct knipperend in het LC-display van de flitser aangegeven.
Gebruik zonder voorzetschijf
Bij gebruik zonder reflectorvoorzetschijf op de flitser, zo vaak op de toets ’ZOOM’ drukken, dat in
het LC-display de aanduidingen ’TELE’ en ’WIDE’
verdwijnen.
De instelling treedt onmiddellijk in werking en
wordt automatisch opgeslagen.
☞ Sommige camera’s sturen geen digitale gegevens naar de flitser. Daar er in dat geval
geen aanduiding van de reikwijdte plaatsvindt, is de instelling van de reflectorstatus
niet mogelijk, c.q. niet nodig.
4.1 TTL-flitsfunctie
In de TTL-flitsfunctie bereikt u op eenvoudige wijze
zeer goede flitsopnamen. In deze flitsfunctie wordt
de belichtingsmeting uitgevoerd door een sensor
in de camera. Deze meet in de camera de hoeveelheid door het objectief (TTL = ’Through The
Lens’) binnenvallende licht. Bij het bereiken van de
vereiste hoeveelheid licht zendt de elektronica in
de camera een stopsignaal naar de flitser en die
onderbreekt onmiddellijk het uitzenden van flitslicht. Het voordeel van deze flitsfunctie ligt hierin,
dat alle factoren die de belichting kunnen beïnvloeden (opnamefilters, veranderingen van diafragmawaarde vanwege het veranderen van de
brandpuntsafstand bij zoomobjectieven, lange uittrek bij dichtbij- of macro-opnamen enz.) automatisch bij de regeling van het flitslicht in acht wor63
Å„
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 64
den genomen. U hoeft zich niet te bekommeren
om de flitsinstelling, de elektronica in de camera
zorgt automatisch voor de juiste dosering van het
flitslicht. Voor de reikwijdte van het flitslicht moet u
op de aanduiding in het LC-display van de flitser
letten (zie paragraaf 5.7). Bij een correct belichte
flitsopname verschijnt gedurende ong. 3 s. in het
LC-display van de flitser de ’o.k.’-aanduiding (zie
paragraaf 5.2).
TTL-flitsfunctie wordt door alle camerafuncties,
Å„ De
bijv. Program ’P’ (geheel geprogrammeerd, c.q.
’groene instelling’), tijdautomatiek (’A’ c.q. ’ Av’ ),
diafragma-automatiek (’T’, ’Tv’ of ’S’), onderwerpsprogramma’s (landschap, portret, sport
enz.), Manual ’M’ enz. ondersteund.
☞ Sommige digitale camera’s ondersteunen de
’normale’ TTL-flitsfunctie niet. In dat geval
moet de betreffende doorontwikkelde variant
op de TTL -flitsfunctie worden gekozen!
Instelling op de flitser
• Schakel de flitser via zijn hoofdschakelaar in.
• Druk zo vaak op de toets ’MODE’, dat in het
display ’TTL’ knippert.
64
De instelling treedt onmiddellijk in werking en
wordt na 5 s. automatisch opgeslagen.
Automatisch TTL-invulflitsen
Bij de meeste cameratypen wordt bij geheel geprogrammeerd P en de vari- c.q. onderwerpsprogramma’s bij daglicht de automatische invulflitsfunctie geactiveerd (zie de gebruiksaanwijzing
van de camera).
Met de invulflits kunt u vervelende schaduwen
wegwerken en bij tegenlichtopnamen een uitgebalanceerde verlichting van onderwerp en achtergrond bereiken. Een computergestuurd meetsysteem van de camera zorgt voor de geschikte
combinatie van belichtingstijd, werkdiafragma en
flitsvermogen.
☞ Let er op, dat de bron van het tegenlicht niet
rechtstreeks in het objectief schijnt. Het meetsysteem in de camera zou daardoor gestoord kunnen worden!
Op de flitser hoeft u niets in te stellen en er vindt
geen aanduiding van deze functie plaats.
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 65
4.2 Alleen 28 AF-3 C digital:
Canon E-TTL-flitsfunctie
De E-TTL-flitsfunctie is een doorontwikkelde variant
van Canon op de ’normale’ TTL-flitsfunctie. Bij de
opname wordt eerst, via een meetflits vooraf, de
reflectie van het onderwerp gemeten. Het gereflecteerde licht van de vooraf-flits wordt door de camera geëvalueerd. Overeenkomstig de uitslag
daarvan wordt de er na volgende flitsbelichting
automatisch door de camera optimaal aangepast
aan de opnamesituatie (zie de gebruiksaanwijzing
van de camera). De meetflits vooraf draagt niet bij
aan de eigenlijke belichting.
Instellingen en aanduidingen
• Schakel de flitser in.
• Tip de ontspanknop op de camera even aan,
zodat er een uitwisseling van gegevens tussen
camera en flitser plaats kan vinden.
• Druk zo vaak op de toets ’MODE’ op de flitser,
dat in het display ’E-TTL’ knippert.
• De instelling treedt onmiddellijk in werking en
wordt na 5 s. automatisch opgeslagen.
☞ De meeste digitale camera’s ondersteunen in
de camerafuncties ’geheel geprogrammeerd’
(c.q. ’AUTO’), Program ’P’, ’Av’, ’Tv ’en de
onderwerpsprogramma’s alleen de E-TTLflitsfunctie. Andere flitsfuncties, bijv. normaal
TTL of Manual M c.q. MLo zijn in deze camerafuncties niet mogelijk! De flitsfunctie Manual ’M’ c.q. ’MLo’ wordt door de digitale camera’s alleen in de camerafunctie ’M’
ondersteund. Zie hiervoor de aanwijzingen
in de gebruiksaanwijzing van de camera!
Instellen van de flitser
☞ Bij sommige camera’s wordt de E-TTL-flitsfunctie in het ’groene geheel geprogrammeerd’ c.q. in de onderwerpsprogramma’s
automatisch op de flitser geactiveerd!
Opslaan van de flitsbelichting FE
Een aantal Canon-camera’s biedt de mogelijkheid
van het opslaan van een flitsbelichting FE (FE =
flash-exposure). Deze mogelijkheid wordt door de
flitser in de E-TTL-flitsfunctie ondersteund.
65
Å„
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 66
Met het opslaan van de flitsbelichting in de E-TTLflitsfunctie kan, voorafgaand aan de eigenlijke opname, de dosering van de flitsbelichting voor de
eerstvolgende opname reeds worden vastgelegd. Dit
is zinvol als de flitsbelichting op een bepaald deel
van het onderwerp moet worden afgestemd, dat niet
absoluut identiek met het hoofdonderwerp is.
Å„
Richt het AF-kader in de camera op de uitsnede van
het onderwerp waarop de flitsbelichting moet worden afgestemd en stel scherp. Door op de FE-toets op
de camera te drukken (de aanduiding kan van camera tot camera anders zijn, zie de gebruiksaanwijzing
van de camera) zendt de flitser een FE-proefflits uit.
Met behulp van het gereflecteerde licht van deze FEproefflits legt de meetelektronica in de camera daarop de belichting, waarmee de aansluitende flitsopname gemaakt moet worden, vast. Op het eigenlijke
hoofdonderwerp kan dan met het AF-meetkader van
de camera worden scherpgegesteld. Na het bedienen van de ontspanknop op de camera wordt de
opname met de vooraf bepaalde energie van de flitser belicht!
66
Het systeem laat niet toe, dat veranderingen in de verlichtingssituatie, die na de FE-proefflits plaatsvinden
worden bij de opname in acht worden genomen!
Bij sommige camera’s wordt de opslag van de
flitsbelichting FE in het ’groene’ geheel geprogrammeerd c.q. de onderwerpsprogramma’s niet
ondersteund (zie de gebruiksaanwijzing van de
camera)!
4.3 Alleen 28 AF-3 M digital:
TTL-meting via flits vooraf en
ADI-flitsmeting
☞ Deze flitsfuncties zijn door het systeem bepaald en alleen met de digitale Konica/
Minolta Dimage-camera’s mogelijk!
TTL-meting via flits vooraf
De flitsfunctie met TTL-meting met flits vooraf is een
doorontwikkelde variant van Konica/Minolta op
de ’normale’ TTL-flitsfunctie. Bij de opname wordt
eerst, via een flits vooraf, de reflectie van het onderwerp gemeten. Het gereflecteerde licht van de
vooraf-flits wordt door de camera geëvolueerd.
Overeenkomstig de uitslag daarvan, wordt de er
na volgende flitsbelichting door de camera auto-
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 67
matisch optimaal aangepast aan de opnamesituatie (zie de gebruiksaanwijzing van de camera).
Een bijzondere aanduiding voor de ADI-flitsmeting wordt niet op de flitser getoond.
Instellingen en aanwijzingen
4.4 Alleen 28 AF-3 N digital:
i-TTL en i-TTL-BL-flitsfunctie
De flitser moet in de functie ’TTL’ worden gezet
(zie 4.1). Op de camera moet de flitsfunctie ’TTLmeting met flits vooraf’ ingesteld worden (zie de
gebruiksaanwijzing van de camera).
Een bijzondere aanduiding voor de TTL-meting
met flits vooraf wordt niet op de flitser getoond.
ADI-flitsmeting
(Advanced Distance Integration)
De ADI-flitsmeting is een TTL-meting met flits vooraf
(zie boven) die met een extra richtgetalsturing is uitgebreid. Bij deze flitsfunctie worden door de camera extragegevens betreffende de afstand van het
onderwerp aan de belichtingsmeting toegevoegd
(zie de gebruiksaanwijzing van de camera).
Instellingen en aanduidingen
De flitser moet in de functie ’TTL’ worden gezet
(zie 4.1). Op de camera moet de functie ’ADI-flitsmeting’ ingesteld worden (zie de gebruiksaanwijzing van de camera).
☞ Deze flitsfuncties zijn alleen samen met de
geschikte Nikon SLR-camera’s beschikbaar
(bijv. Nikon D70; zie de gebruiksaanwijzing
van de camera)!
i-TTL-flitsfunctie
De i-TTL-flitsfunctie is een doorontwikkelde variant
van Nikon op de ’normale’ TTL-flitsfunctie. Bij de
opname worden, voorafgaand aan eigenlijke belichting, meerdere vrijwel onzichtbare meetflitsen
ontstoken. Het gereflecteerde licht van deze meetflitsen wordt door de camera ge∂volueerd. Overeenkomstig de uitslag daarvan wordt de er na volgende flitsbelichting door de camera automatisch
optimaal aan de opnamesituatie aangepast (zie
de gebruiksaanwijzing van de camera).
Instellingen en aanduidingen
De flitser moet in de functie ’i TTL’ worden gezet.
• Druk zo vaak op de toets ’MODE’ van de flitser,
67
Å„
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 68
dat in het display ’TTL’ knippert.
i-TTL-BL-flitsfunctie
Voor de i-TTL-BL-flitsfunctie moeten camera en objectief beide het evolueren van de afstandsgegevens
ondersteunen (zie de gebruiksaanwijzing van de
camera en de technische gegevens van het objectief)!
Bij SPOT-belichtingsmeting wordt met verschillende
camera’s alleen de i-TTL-flitsfunctie ondersteund. De
i-TTL-BL-flitsfunctie kan dan niet worden geactiveerd!
Å„ Instellingen en aanduidingen
• Schakel de flitser in.
• Druk zo vaak op de toets ’MODE’ van de flitser,
dat in het display ’i TTL’ en het symbool
knipperen. Bij het gebruik met de geschikte camera’s
wordt daarbij op de flitser automatisch de i-TTL-BLflitsfunctie geactiveerd.
• De instelling treedt onmiddellijk in werking en
wordt na 5 s. automatisch opgeslagen.
68
4.5 Alleen 28 AF-3 O digital:
TTL met meetflits vooraf voor
digitale Camedia-camera’s
De TTL-flitsfunctie met meetflits vooraf is een doorontwikkelde variant van Olympus op de ’normale’
TTL-flitsfunctie. Voorafgaand aan de opname
wordt eerst via een vooraf-flits de reflectie van het
onderwerp gemeten. Het gereflecteerde licht van
de vooraf-flits wordt door de camera geëvolueerd.
Overeenkomstig de uitslag daarvan wordt de er
na volgende flitsbelichting dor de camera automatisch optimaal aangepast aan de opnamesituatie
(zie de gebruiksaanwijzing van de camera).
Instellingen en aanduidingen
De flitser moet in de functie ’TTL’ gezet worden
(zie 4.1). De flitser geeft geen bijzondere aanduiding.
☞ Bepaald door het camerasysteem is een ’normale’ TTL-flitsregeling zonder flits vooraf, niet
mogelijk.
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 69
4.6 Met de hand in te stellen (Manual)
flitsfuncties M en MLo
In deze functie geeft de flitser een niet-geregelde
flits af met vol vermogen P 1/1 bij ’ M’ of 1/8
deel van het vermogen P 1/8 bij ’MLo’.
De aanpassing aan de opnamesituatie vindt door
het kiezen van de diafragmawaarde op de camera, c.q. door het instellen van het deelvermogen.
In het LC-display van de flitser wordt de afstand
van flitser tot onderwerp aangegeven, zoals deze
voor een correct belichte opname moet worden
aangehouden (zie 5.7).
Het instellen
• Druk zo vaak op de toets ’MODE’ van de flitser,
dat in het display ’M’, c.q. ’MLo’ knippert. De
instelling reedt onmiddellijk in werking en wordt
na 5 s. automatisch opgeslagen.
☞ Bij sommige camera’s wordt de manual flitsfunctie ’M’, c.q. ’MLo’ van de flitser alleen
ondersteund in de manual camerafunctie ’M’
(zie de gebruiksaanwijzing van de camera)!
5. Dedicated-flitsfuncties
☞ De dedicated-flitsfuncties zijn speciaal op het
betreffende camerasysteem (Canon, Konica/
Minolta, Nikon, Olympus) afgestemde flitsfuncties (zie Tabel 1). Afhankelijk van het
type camera worden daarbij verschillende
flitsfuncties ondersteund. Binnen het kader
van deze gebruiksaanwijzing is het niet mogelijk, alle cameratypen van de verschillende
fabrikanten met elk hun eigen dedicated flitsfuncties gedetailleerd te beschrijven. Let
s.v.p. op de aanwijzingen betreffende het
gebruik van externe flitsers in de gebruiksaanwijzing van uw camera.
5.1 Aanduiding dat de flitser opgeladen is
Zodra de flitscondensator opgeladen is, verschijnt
in het LC-display van de flitser en geeft daarmee aan, dat de flitser klaar is voor de opname.
Dat betekent, dat bij de eerstvolgende opname
flitslicht gebruikt gaat worden. Het signaal dat de
flitser gereed is, wordt ook doorgegeven naar de
camera en zorgt ervoor, dat in de zoeker van de
camera c.q. in het cameradisplay een overeen69
Å„
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 70
Å„
komstige aanduiding (zie de gebruiksaanwijzing
van de camera) verschijnt.
LC-display van de flitser op de aanduiding van de
reikwijdte (zie 5.7).
Wordt een opname gemaakt vóórdat de aanduiding is verschenen dat de flitser gereed is dan
wordt de flitser niet ontspannen en zal de opname
onder bepaalde omstandigheden verkeerd belicht
worden, als de camera reeds op de flitssynchronisatietijd is omgeschakeld (zie 5.3).
Afhankelijk van het type camera geeft de flitser het
signaal voor de status van de aanduiding van de
belichtingscontrole door naar de camera en zorgt
deze voor de betreffende aanduiding in de zoeker
van de camera, c.q. het cameradisplay (niet bij de
camera’s van Canon en Olympus).
☞ Bij een opgeladen flitser kan met de hand-
Bij de manualfunctie ’M’, c.q. ’MLo’ vindt geen
controle op de belichting plaats.
ontspanknop
ken.
een proefflits worden ontsto-
5.2 Aanduiding van de belichtingscontrole
De aanduiding van de belichtingscontrole ’o.k.’
wordt gedurende ong. 3 s. in het LC-display van de
flitser aangegeven als de opname in de TTL- flitsfunctie, c.q. de overeenkomstige doorontwikkelde
variant op de TTL-flitsfunctie, correct werd belicht.
Wordt de aanduiding van de belichtingscontrole
’o.k.’ niet getoond, dan wordt de opname te krap
belicht en moet u het eerstvolgend lagere diafragmagetal instellen (bijv. in plaats van diafragma 5,6
diafragma 4 nemen) of de afstand tot het onderwerp verkleinen en de opname herhalen. Let in het
70
5.3 Automatische omschakeling naar de
flitssynchronisatietijd
Afhankelijk van het type camera en de camerafunctie wordt, zodra de flitser opgeladen is, de
ingestelde belichtingstijd omgeschakeld naar de
flitssynchronisatietijd (zie de gebruiksaanwijzing
van de camera).
Kortere tijden dan de flitssynchronisatietijd kunnen
niet worden ingesteld, c.q. worden naar de flitssynchronisatietijd omgeschakeld. Sommige camera’s hebben een bereik van flitssynchronisatietijden,
bijv. 1/30 s tot 1/125 s (zie de gebruiksaanwijzing van de camera). Welke synchronisatietijd de
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 71
camera dan kiest, is afhankelijk van de camerafunctie, van de omgevingshelderheid en de gebruikte brandpuntsafstand van het objectief.
absorbeert of een lichte achtergrond die stek reflecteert kunnen aanleiding geven tot over- c.q.
onderbelichte opnamen.
Langere belichtingstijden dan de flitssynchronisatietijd kunnen, afhankelijk van de camerafunctie
en gekozen flitssynchronisatie (zie 5.5) worden
gebruikt.
Om bovengenoemd effect te compenseren, kan bij
enkele camera’s de TTL-flitsbelichting met de hand
met een correctiewaarde op de opname worden
aangepast. De hoogte van die correctiewaarde is
van het contrast tussen onderwerp en achtergrond
afhankelijk!
☞ Sommige digitale camera’s zijn uitgerust met
een centraalsluiter. Bij deze camera’s kan
met alle belichtingstijden worden geflitst en
hebben daarom geen specifieke flitssynchronisatietijd. Met die camera’s is een omschakeling naar een flitssynchronisatietijd niet
nodig kan dus niet plaatsvinden! Als u denkt
dat u het volle vermogen van de flitser nodig
heeft, kunt u beter geen kortere belichtingstijd dan 1/300 s instellen.
5.4 Met de hand in te stellen correctie op
de TTL-flitsbelichting
De TTL-flitsbelichtingsautomatiek van de meeste
camera’s is op een reflectiegraad van 25 % (gemiddelde reflectiegraad van flitsonderwerpen)
afgestemd. Een donkere achtergrond die veel licht
Donker onderwerp tegen een lichte achtergrond:
Positieve correctiewaarde.
Licht onderwerp tegen een donkere achtergrond:
Negatieve correctiewaarde.
Bij het instellen van een correctiewaarde kan de
aanduiding van de reikwijdte in het LC-display
van de flitser veranderen en aangepast worden
aan de correctiewaarde (afhankelijk van het type
camera).
Een belichtingscorrectie door veranderen van de
diafragmawaarde van het objectief heeft geen
zin, omdat de elektronica in de camera die veranderde waarde weer als werkdiafragma ziet.
71
Å„
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 72
☞ Vergeet niet de correctie op de TTL-flitsbelichting na de opname weer op de camera terug
te zetten!
5.5 Flitssynchronisatie
Normale synchronisatie
Å„
Bij de normale synchronisatie wordt de flitser aan
het begin van de opname ontstoken (synchronisatie bij het opengaan van de sluiter). De normale
synchronisatie is de standaardfunctie en wordt
door alle camera’s uitgevoerd. Hij is voor de
meeste flitsopnamen geschikt. De camera wordt,
afhankelijk van de er op ingestelde functie naar
de flitssynchronisatietijd omgeschakeld. Gebruikelijk zijn tijden tussen 1/30 s en 1/125 s (zie de
gebruiksaanwijzing van de camera). Op de flitser
verschijnt geen extra-aanduiding voor deze functie en er hoeft niets op te worden ingesteld.
Synchronisatie bij het dichtgaan van de sluiter
(REAR)
Enkele camera’s bieden de mogelijkheid tot synchronisatie bij het dichtgaan van de sluiter (REARfunctie). Daarbij wordt de flitser pas aan het einde
72
van de belichtingstijd ontstoken. Dit is vooral bij
belichtingen met lange belichtingstijden (langer
dan bijv. 1/30 seconde) en bewegende onderwerpen met een eigen lichtbron een voordeel, omdat de bewegende lichtbron dan een lichtstaart
achter zich aantrekt, in plaats van, zoals bij synchronisatie bij het opengaan van de sluiter, voor
zich opbouwt. Met het synchroniseren bij het
dichtgaan van de sluiter geven bewegende een
’natuurlijker’ weergave van de opnamesituatie!
Afhankelijk van de daarop ingestelde functie stelt
de camera een langere belichtingstijd dan zijn
flitssynchronisatietijd in.
De REAR-functie moet op de camera ingesteld
worden (zie de gebruiksaanwijzing van de camera). Op de flitser hoeft voor deze functie niets te
worden ingesteld en wordt er ook niets op aangegeven.
☞ Bij sommige camera’s is in bepaalde functies
(bijv. geheel geprogrammeerd, bepaalde
vari- c.q. onderwerpsprogramma’s of bij vermindering van het rode ogen-effect,de REARfunctie niet mogelijk. De REAR-functie is dan
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 73
niet te kiezen, c.q. de REAR-functie wordt
automatisch uitgeschakeld (zie de gebruiksaanwijzing van de camera).
Synchronisatie bij lange belichtingstijden (SLOW)
Sommige camera’s bieden in bepaalde functies de
mogelijkheid voor flitsen bij een lange belichtingstijd ’SLOW’. Deze functie biedt de mogelijkheid,
bij geringe omgevingshelderheid de achtergrond
sterker in de opname tot uitdrukking te brengen.
Dit wordt bereikt door belichtingstijden die aangepast zijn aan de helderheid van de omgeving.
Daarbij worden door de camera automatisch belichtingstijden ingesteld die langer zijn dan de
flitssynchronisatietijd. Bij sommige camera’s wordt
de synchronisatie bij lange belichtingstijden in bepaalde cameraprogramma’s (bijv. nachtopnameprogramma enz.) automatisch geactiveerd (zie de
gebruiksaanwijzing van de camera).
☞ Gebruik bij lange belichtingen een statief om
bewogen opnamen te vermijden!
5.6 Autofocus-meetflits
Zodra het voor automatisch scherpstellen te donker
wordt, wordt door de elektronica in de camera de
autofocus-meetflits geactiveerd. Daarvoor wordt er,
afhankelijk van het type camera, door camera en
flitser een serie korte flitsen ontstoken, c.q. de ingebouwde AF-schijnwerper (alleen op de 28 AF-3 O
digital) geactiveerd.
Om de AF-meetflits te activeren moet het objectief
op de camera op AF staan. Op de camera moet de
autofocus-functie ’Single-AF’, c.q. ’ONE-SHOT-AF’
ingesteld zijn. Bij camera’s met meerdere AF-kaders bevelen wij aan, alleen het centrale meetveld,
c.q. het middelste AF-kader te activeren. Als de
fotograaf met de hand of de camera automatisch
een decentraal AF-meetkader kiest, wordt soms de
AF-meetflits niet geactiveerd. Enkele camera’s gebruiken in dat geval de in de camera ingebouwde
AF-schijnwerper voor de AF-meetflits.
☞ Bij sommige camera’s wordt alleen de in de
camera ingebouwde AF-schijnwerper geactiveerd, c.q. wordt, afhankelijk van de helderheid van de omgeving, de af-meetflits van de
73
Å„
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 74
flitser of die van de camera geactiveerd! Lichtzwakke zoomobjectieven, converters en filters
beperken de reikwijdte van de AF-meetflits
soms flink! Zie voor de instellingen op de camera de betreffende aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing van uw camera!
5.7 Automatische aanduiding van de
reikwijdte van de flits
de camera de gegevens van de lichtgevoeligń Als
heid ISO en de diafragmawaarde automatisch
naar de flitser overdraagt verschijnt, in de flitsfuncties TTL, Manual M en MLo, in het LC-display
van de flitser een aanduiding van de reikwijdte
van de flits, c.q. van de aan te houden afstand tot
het onderwerp. De aanduiding van de reikwijdte
verschijnt daarbij pas, als er een uitwisseling van
gegevens tussen camera en flitser heeft plaatsgevonden. Tip daarvoor bij ingeschakelde camera
en flitser de ontspanknop van de camera even
aan.
Als uw type camera deze gegevens niet overdraagt, verschijnt er geen aanduiding van reikwijdte of flitsafstand!
74
☞ Voor een correcte aanduiding is het nodig,
op de flitser de reflectorstatus (werken met
groothoek- of televoorzetschijf c.q. zonder
voorzetschijf) met de hand op de overeenkomstige camerawaarden af te stellen (zie
hoofdstuk 3). De aanduiding van de reikwijdte kan naar keuze in meter (m) of feet (ft)
plaatsvinden (zie paragraaf 6.2).
Aanduiding van de reikwijdte in de TTL-functie
In het LC-display van de flitser wordt de waarde
voor de maximale reikwijdte van het flitslicht aangegeven. De aangegeven waarde heeft betrekking
op een reflectiegraad van 25 % van het onderwerp, wat voor de meeste opnamesituaties correct
is. Sterke afwijkingen van de reflectie, bijv. een
zeer sterk of zeer zwak reflecterend onderwerp
kan de reikwijdte van de flits beïnvloeden.
Let bij het opnemen op de aanduiding van de
reikwijdte in het LC-display van de flitser. Het onderwerp zou zich in een bereik van ongeveer
40 % tot 70 % van de aangegeven waarde moeten bevinden om de elektronica voldoende speelruimte te geven. De minimum afstand tot het on-
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 75
derwerp mag niet minder zijn dan 10 % van de
aangegeven waarde om overbelichting te voorkomen! De aanpassing aan de betreffende opnamesituatie kan door veranderen van het diafragma in
het objectief worden bereikt.
Afstandsopgave bij flitsen met handinstelling M
en MLo
In het LC-display van de flitser wordt de afstand
aangegeven die voor een correcte belichting van
het onderwerp moet worden aangehouden. De
aanpassing aan de betreffende opnamesituatie
kan door veranderen van het diafragma in het objectief en door te kiezen tussen vol vermogen M en
het deelvermogen MLo (P 1/8) worden bereikt (zie
paragraaf 4.6).
Overschrijding van het bereik van de aanduiding
van de reikwijdte
In het LC-display van de flitser kunnen reikwijdten tot
maximaal 199 m c.q. 199 ft aangegeven worden. In
de feet-instelling (ft) kan bij hoge ISO-waarden en
grote diafragmaopeningen het aanduidingbereik
daarbij overschreden worden. Dit wordt door het
knipperen van de aanduiding ’199 ft’ gesignaleerd.
5.8 Flits vooraf tegen het ’rode ogen-effect’
(Red-Eye-Reduction)
Bij het ’rode ogen-effect’ gaat het in principe om
een natuurkundig effect. Dit effect treedt altijd op,
als de te fotograferen persoon meer of minder
recht in de camera kijkt, er weinig omgevingslicht
is en de flitser zich op vlak naast de camera bevindt. De flits verlicht daarbij de achtergrond in
het oog. Het met bloed gevulde netvlies wordt
door de pupil heen zichtbaar en door de camera
als een rode vlek of rode punt geregistreerd.
De functie van de flits vooraf ter vermindering van
het ’rode ogen-effect’ (Red-Eye-Reduction) brengt
hierin een duidelijke verbetering. Bij gebruik van
deze functie ontsteekt de flitser, voorafgaand aan
de eigenlijke belichting, een of meer (afhankelijk
van het type camera) nauwelijks zichtbare, zwakke flitsen die door de hoofdflits wordt gevolgd.
Deze flitsen vooraf leiden er toe, dat de pupillen
van de personen zich iets meer sluiten en waardoor het effect van de rode ogen duidelijk minder
wordt.
75
Å„
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 76
De functie van de flits vooraf wordt op de camera
ingesteld. De geactiveerde functie van flits vooraf
wordt in het LC-display van de camera met een
overeenkomstig symbool aangegeven (zie de gebruiksaanwijzing van de camera)! Op de flitser
hoeft niets te worden ingesteld en er vindt geen
aanduiding plaats.
☞ De functie van flits vooraf ter vermindering
van het ’rode ogen-effect’ is alleen mogelijk
me camera’s, die deze functie samen met de
flitser ondersteunen.
Å„
☞ Bij sommige camera’s wordt in de functie
van flits vooraf ter vermindering van het
’rode ogen-effect’ alleen de in de camera
ingebouwde flitser c.q. een schijnwerper in
de camerabody ondersteund. De flitser geeft
in dat geval geen flits vooraf (zie de gebruiksaanwijzing van de camera)!
☞ Bij sommige camera’s is de functie van flits
vooraf niet mogelijk als de synchronisatie is
ingesteld op bij het dichtgaan van de sluiter
(REAR)!
5.9 Automatisch flitsen / Ontsteeksturing
(AUTO-FLASH)
Als er voldoende omgevingslicht is voor een belichting in de normale modus, dan verhindert de
camera dat de flitser een flits ontsteekt. Bij het bedienen van de ontspanner van de camera wordt
geen flits afgevuurd. De ontsteeksturing werkt bij
verschillende camera’s alleen in de functie ’automatisch geprogrammeerd’ flitsen of Program ’P’
c.q. moet op de camera worden geactiveerd (zie
de gebruiksaanwijzing van de camera).
6. Bijzondere functies
6.1 Deactivieren van de AF-meetflits
Indien nodig kan de AF-meetflits van de flitser
28 AF-3 C, 28 AF-3 M en 28 AF-3 N gedeactiveerd worden:
• Schakel de flitser uit.
• Druk op de toets ’MODE’ en de handontspanknop en houd deze beide ingedrukt.
• Schakel de flitser in.
• In het display wordt ’AF / - - ’ aangegeven.
76
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 77
6.1.1 Reactivieren van de AF-meetflits
• Schakel de flitser uit.
6.3 Terugzetten van de flitserinstellingen
in de default-instellingen
• Druk op de toets ’MODE’ en de handontspanknop en houd deze beide ingedrukt.
• Schakel de flitser via zijn hoofdschakelaar in.
• Schakel de flitser in.
De volgende instellingen worden teruggezet:
• In het display wordt ’AF / On’ aangegeven.
• De status van de AF-meetflits wordt geactiveerd.
☞ De AF-meetflits van de flitser wordt alleen in-
• De reflectorstatus wordt op de verlichtingshoek
voor 35 mm zonder voorzetschijf gezet.
geschakeld als de camera deze functie ondersteunt.
6.2 Meter-feet-omschakeling (m - ft)
Om de aanduiding m / ft te veranderen gaat u
als volgt te werk:
• Houd de toets ’MODE’ ong. 5 s lang ingedrukt.
• De afstandsaanduiding wordt op meter ’m’
geschakeld.
• De flitsfunctie TTL wordt geactiveerd.
• Schakel de flitser via zijn hoofdschakelaar uit.
• Druk op de toets ’ZOOM’ en houd deze ingedrukt.
• Schakel de flitser via zijn hoofdschakelaar in.
• Laat de voorkeuzetoets los.
De aanduiding wisselt nu van ’m’ naar ’ft’ c.q.
van ’ft’ naar ’m’. Het gekozen aanduidingformaat
blijft ook na uitschakelen van de flitser en het verwisselen van batterijen behouden.
77
Å„
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 78
7. Fouten en remedie, klantenservice
Probleem:
Voordat u een beroep doet op de klantenservice
kunt u eerst de volgende aanwijzingen in acht
nemen:
De flitsopnamen worden overbelicht.
Probleem:
• Zet de flitser in de functie TTL!
De flitser geeft geen flitslicht af.
• De afstand tot het onderwerp mag niet minder
dan 10 % van de maximale reikwijdte van de
flits bedragen!
Vraag:
Verschijnt de aanduiding dat de flitser opgeladen is?
Å„ • Neen:
- Is de flitser ingeschakeld?
- Heeft de flitser zich automatisch uitgeschakeld?
- Zijn de batterijen / accu’s goed gepoold ingelegd?
• Controleer of de flitser goed in de accessoireschoen van de camera is aangebracht!
• Kies een lagere lichtgevoeligheid ISO op de digitale camera c.q. van het filmmateriaal of een
hogere diafragmawaarde!
• Heeft u op de camera een correctie op de belichting voor flitslichtopnamen ingesteld?
Probleem:
- Zijn de batterijen vers / de accu’s opgeladen?
De flitsopnamen worden onderbelicht.
• Ja:
• Controleer of de flitser goed in de accessoireschoen van de camera is aangebracht!
- Activeer de flits van de camera!
- Controleer of de flitser goed in de accessoireschoen van de camera is aangebracht!
78
• Zet de flitser in de functie TTL!
• De afstand tot het onderwerp mag niet groter
zijn dan de maximale reikwijdte van de flits!
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 79
• Stel een hogere gevoeligheid ISO in op de digitale camera c.q. van het filmmateriaal of een
kleinere diafragmawaarde!
• Heeft u op de camera een correctie op de flitsbelichting ingesteld?
Probleem:
De flitsopnamen worden aan de randen niet geheel uitgelicht.
Probleem:
De AF-meetflits in de flitser wordt niet geactiveerd.
• Controleer of u de flitser goed in de accessoireschoen van de camera heeft staan!
• De omgevingshelderheid is te groot.
• De camera bevindt zich niet in de functie ’Single-AF’ c.q. ’One-Shot-AF’.
• Gebruik de groothoekvoorzetschijf!
• De AF-meetflits werd met de hand op de flitser
gedeactiveerd.
• Gebruik voor uw opname een langere brandpuntsafstand!
• De camera ondersteunt in principe de AF-meetflits van de flitser niet.
Probleem:
Probleem:
In het LC-display staat geen aanduiding voor de
reikwijdte.
E-TTL / i-TTL / i-TTL BL is niet op de flitser te activeren.
• Controleer of u de flitser goed in de accessoireschoen van de camera heeft staan!
• Controleer of u de flitser goed in de accessoireschoen van de camera heeft staan!
• Er heeft geen uitwisseling van gegevens tussen
camera en flitser plaatsgevonden. Tip de ontspanknop op de camera aan!
• De camera ondersteunt deze functie niet.
• Uw type camera geeft de gegevens van de diafragma- c.q. ISO-waarde niet door aan de flitser!
• De camera is uitgeschakeld.
• Er heeft geen uitwisseling van gegevens tussen
camera en flitser plaatsgevonden. Tip de ontspanknop op de camera aan!
79
Å„
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 80
• Schakel op de camera de REAR-functie en de
SPOT-belichtingsmeting uit!
Fout zoeken zonder succes
• Schakel de flitser via zijn hoofdschakelaar uit,
wacht korte tijd en schakel ham weer in.
• Zet de flitserinstellingen terug in de default-instellingen (zie paragraaf 6.3).
Å„
Als de flitser, ondanks alle gegeven aanwijzingen
nog steeds niet functioneert, ga er dan mee naar
uw fotohandelaar.
Formeren van de flitscondensator
Om technische redenen is het noodzakelijk, de flitser elk kwartaal ong 10 minuten lang in te schakelen (de in de flitser ingebouwde condensator ondergaat een natuurkundige verandering als het
apparaat lange tijd niet wordt gebruikt).
De batterijen c.q. accu’s moeten hierbij minstens
zo viel energie leveren, dat de aanduiding dat de
flitser gereed is, uiterlijk 1 minuut na het inschakelen verschijnt.
80
8. Technische gegevens
Richtgetal bei ISO 100 / 21°:
28 (met televoorzetschijf, dikte 7 mm)
22 (zonder voorzetschijf)
16 (met groothoekvoorzetschijf, dikte 2,5 mm)
flitsfuncties:
TTL, Manual M en MLo
en bovendien ...
met 28 AF-3 C digital:
Canon E-TTL, opslaan van de flitsbelichting FE
met 28 AF-3 N digital:
Nikon i-TTL, i-TTL-BL
met 28 AF-3 M digital:
Konica/Minolta ADI- en flits-vooraf techniek voor
digitale camera’s
met 28 AF-3 O digital:
Olympus TTL voor Camedia-digitale camera’s
... altijd afhankelijk van het type camera!
Met de hand in te stellen vermogen:
P 1/1, P 1/8
Lichtgevoeligheid:
ISO 6 ... ISO 6400
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 81
Kleurtemperatuur:
ong. 5600 K
Flitsduur: 1/300 s ... 1/45000 s bij TTL
Flitsvolgtijd bij vol vermogen:
Met alkalimangaanbatterijen ong. 8 s
Met NiCd-accu’s ong. 6 s
Met NiMH-accu’s ong. 6 s
Aantal flitsen met vol vermogen:
Met alkalimangaanbatterijen > 100
Met NiCd-accu’s (250 mAh)
> 35
Met NiMH-accu’s (700 mAh) > 100
Verlichting:
rechthoekig
Brandpuntsafstand (berekend naar kleinbeeldformaat (24 x 36 mm):
Vanaf 24 mm met groothoekvoorzetschijf
(horizontaal 75°, verticaal ong. 55°)
Vanaf 35 mm zonder voorzetschijf
(horizontaal ong. 56°, verticaal ong. 40°)
Vanaf 85 mm met televoorzetschijf
(horizontaal ong. 25°, verticaal ong. 18°)
Gewicht: ong. 100 g (zonder batterijen)
Maten (B x H x D): 58 mm x 85 mm x 32,5 mm
Levering omvat:
Flitser, voorzetschijven, gebruiksaanwijzing
Å„
81
703 47 0173-A2 28 AF-3 25.01.2005 15:53 Uhr Seite 161
28 AF-3 C
digital
Änderungen und Irrtümer vorbehalten !
Sous réserve de modifications et d’erreus !
Onder voorbehoudvan wijzigingen en vergissingen !
Errors excepted. Subject to changes!
Riserva di modifiche e disponibilità di fornitura.
Con reserva de modificaciones y posibilidades de entrega.