Alienware Area-51 ALX de handleiding

Type
de handleiding
HANDLEIDING ALIENWARE
®
-DESKTOP
De inhoud van dit document kan zonder voorafgaande mededeling
worden gewijzigd.
© 2009-2010 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Verveelvoudiging in welke vorm dan ook zonder de schriftelijke toestemming
van Dell Inc. is strikt verboden.
Gebruikte merken in deze handleiding: Alienware, AlienRespawn, AlienFX en het
AlienHead-logo zijn merken of gedeponeerde merken van Alienware Corporation.
Dell, het DELL-logo en ExpressCharge zijn merken van Dell Inc.; Microsoft,
Windows, Windows Vista en het Windows Vista-startknoplogo zijn handelsmerken
of gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten
en andere landen. Intel en SpeedStep zijn gedeponeerde handelsmerken en Core
is een handelsmerk van Intel Corporation in de VS en andere landen. Blu-ray Disc
is een handelsmerk van de Blu-ray Disc Association. Bluetooth is een handelsmerk
van Bluetooth SIG, Inc. en wordt onder licentie gebruikt door Dell Inc.
Voor overige handelsmerken en handelsnamen die in deze handleiding gebruikt
worden, zie de entiteiten die aanspraak maken op deze handelsmerken en namen
of hun producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten
aanzien van andere merken of handelsnamen dan haar eigen handelsmerken en
handelsnamen.
Model: D0IX Type: D0IX001 O/N: C4WYY Rev: A01 Oktober 2010
Opmerkingen, waarschuwingen en gevaarmeldingen
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een
beter gebruik van de computer.
WAARSCHUWINGEN: Een WAARSCHUWING geeft mogelijke schade aan
hardware of gegevensverlies aan en vertelt u hoe u het probleem kunt
voorkomen.
GEVAAR: Een GEVAAR-melding geeft een kans op schade aan
eigendommen, persoonlijk letsel of de dood aan.
Dit onderdeel bevat auteursrechtelijk beschermde technologie waarvan Rovi
Corporation de eigenaar is van de octrooien in de Verenigde Staten en andere
intellectuele eigendommen. Het is ten strengste verboden revesre engineering
op dit product te plegen of het product te demonteren.
3
INHOUD
INHOUD
INLEIDING ................................................................5
HOOFDSTUK 1: UW DESKTOP INSTELLEN ................................... 7
Voordat u uw desktop instelt .........................................8
Het beeldscherm aansluiten..........................................9
Aansluiting van het toestenbord en de muis..........................10
Aansluiting van de netwerkkabel (optioneel) .........................10
Aansluiting van het netsnoer ........................................ 11
De aan/uit-knop .................................................... 11
Microsoft Windows instellen.........................................12
Verbinding met het internet maken (optioneel) .......................12
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW DESKTOP .................... 15
Functionaliteiten aan de voorzijde ...................................16
Functionaliteiten aan de achterzijde .................................17
Aansluitingen op het achterpaneel...................................18
Knop achterbelichting...............................................19
Functionaliteiten bovenop...........................................19
HOOFDSTUK 3: APPARATEN AANSLUITEN ................................. 21
Printers aansluiten..................................................23
USB-apparaten aansluiten ..........................................24
IEEE 1394 (FireWire)-apparaten aansluiten ...........................24
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN .................................25
Alienware Command Center .........................................26
Omgaan met RAID ..................................................26
Prestatie optimaliseren .............................................29
Het BIOS congureren.............................................. 30
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN . . . . . . 37
Voordat u begint . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Het zijpaneel openen en sluiten .................................... 40
Binnenaanzicht van de computer ....................................41
Geheugenmodules verwijderen en vervangen ........................42
Vaste schijven verwijderen en vervangen............................ 44
Uitbreidingskaarten verwijderen en terugplaatsen................... 46
4
INHOUD
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN...................................49
Basishints en tips .................................................. 50
Reservekopie en algemeen onderhoud .............................. 50
Hulpprogramma’s voor softwarediagnose ............................51
Antwoorden op veel voorkomende problemen ....................... 53
HOOFDSTUK 7: SYSTEEMHERSTEL ........................................ 61
AlienRespawn/DataSafe Local Backup................................62
Mijn Dell-downloads ............................................... 64
HOOFDSTUK 8: BASISSPECIFICATIES ......................................65
BIJLAGE A: ALGEMENE EN ELEKTRISCHE VEILIGHEIDSMAATREGELEN.......69
BIJLAGE B: CONTACT OPNEMEN MET ALIENWARE...........................71
BIJLAGE C: BELANGRIJKE INFORMATIE....................................72
NVIDIA GeForce GTX 295-videokaarten ...............................72
5
INLEIDING
Geachte klant van Alienware,
Welkom bij de Alienware-familie. Wij zijn blij om u te kunnen verwelkomen bij het
groeiende aantal slimme gebruikers van hoogwaardige computers.
De Alienware-technici die uw apparaat hebben samengesteld, hebben ervoor
gezorgd dat uw krachtige computer correct is geoptimaliseerd en maximaal
gebruik maakt van de mogelijkheden. Wij bouwen computers met slechts één
enkele, nooit veranderende doelstelling: te bouwen alsof het je eigen apparaat
is. De technici zullen niet rusten totdat uw nieuwe computer aan onze zeer hoge
eisen voldoet of deze zelfs overschrijdt!
Wij hebben uw computer uitgebreid getest om ervoor te zorgen dat u kunt
genieten van de hoogst mogelijke prestaties. Naast een standaard inwerkperiode
is uw computer getest met realistische hulpmiddelen zoals synthetische
prestatiebenchmarks.
Wij nodigen u uit om uw ervaringen met uw nieuwe zeer krachtige computer met
ons te delen. Aarzel dus niet om Alienware te mailen of te bellen met vragen of
problemen. De hele staf deelt uw enthousiasme voor nieuwe technologie en we
hopen dat u net zoveel van uw nieuwe computer geniet als Alienware geniet van
het bouwen ervan.
Met vriendelijke groet,
Alienware-medewerkers
INLEIDING
INLEIDING
6
INLEIDING
7
HOOFDSTUK 1: UW DESKTOP INSTELLEN
HOOFDSTUK 1: UW DESKTOP INSTELLEN
HOOFDSTUK 1: UW DESKTOP INSTELLEN
8
HOOFDSTUK 1: UW DESKTOP INSTELLEN
Productdocumentatie en media
De documentatie die bij uw Alienware
®
is bijgesloten, is samengesteld met het doel
om vele vragen te beantwoorden die kunnen rijzen wanneer u de mogelijkheden
van uw desktop aan het verkennen bent. U kunt de documentatie raadplegen
als u later vragen hebt en op zoek bent naar technische informatie of informatie
over algemeen gebruik, of als u op zoek bent naar antwoorden en oplossingen.
In sommige delen van de documentatie wordt verwezen naar de media die met
de desktop zijn meegeleverd. Deze kunnen nodig zijn om bepaalde taken uit te
voeren. En natuurlijk staan de medewerkers van technische ondersteining zoals
altijd voor u klaar.
Uw desktop opstellen
GEVAAR: Plaats de desktop niet in de buurt van of boven een radiator of
warmtebron. Als u de desktop geheel of gedeeltelijk in een kast plaatst,
zorg dan voor voldoende ventilatie. Plaats de desktop niet op een
vochtige plek of op een plek waar hij blootgesteld kan raken aan regen
of water. Let erop dat u nooit vloeistof morst op of in de desktop.
Wanneer u de desktop plaatst, moet u ervoor zorgen dat:
Deze op een horizontaal, stabiel oppervlak staat; •
Het netsnoer of andere kabelconnectoren niet tussen de desktop en een •
muur of ander object bekneld raken;
Niets de luchtstroom voor, achter of naast de desktop belemmert;•
De desktop genoeg ruimte heeft zodat optische stations en andere externe •
opslagstations goed toegankelijk zijn.
Voordat u uw desktop instelt
Gefeliciteerd met uw aanschaf van een Alienware
®
Area-51!
Lees alle veiligheids- en installatieaanwijzingen voordat u uw desktop aansluit.
Begin met de doos voorzichtig te openen en alle geleverde componenten eruit
te halen. Controleer voordat u uw desktop of componenten installeert of er geen
onderdelen beschadigd zijn geraakt tijdens het vervoer.
Zie de bijgevoegde factuur om te controleren of alle bestelde artikelen aanwezig
zijn.Vergeet niet de klantenservice in te lichten over de ontbrekende artikelen.
Doe dit wel binnen vijf dagen na ontvangst. Er worden geen ontbrekende artikelen
nagestuurd wanneer de melding na deze vijf dagen wordt gedaan. Veelgeleverde
artikelen die u op aanwezigheid moet controleren, zijn:
Computer•
U vindt de cd-key van Microsoft•
®
aan de achterkant van de desktop
Toetsenbord (indien besteld)•
Muis (indien besteld)•
Multimedialuidsprekers en subwoofer (indien besteld)•
Joystick (indien besteld)•
Mogelijk hebt u een kleine platte en/of kruiskopschroevendraaier nodig om
verbindingskabels op uw desktop aan te sluiten.
9
HOOFDSTUK 1: UW DESKTOP INSTELLEN
Verbindingstype Computer Kabel Beeldscherm
DVI-naar-DVI
(DVI-kabel)
DVI-naar-VGA
(DVI-naar-VGA-
adapter +
VGA-kabel)
HDMI-naar-HDMI
(HDMI-kabel)
HDMI-naar-DVI
(HDMI-naar-DVI-
adapter +
DVI-kabel)
DisplayPort-
naar-DisplayPort
(DisplayPort-
kabel)
Het beeldscherm aansluiten
Verbind het beeldscherm met de connector van de videokaart van uw computer.
OPMERKING: Er is mogelijk een DVI-, HDMI- of DisplayPort-connector
beschikbaar op de door u gekochte videokaart.
U kunt de DVI-naar-VGA-adapter, HDMI-naar-DVI-adapter en extra HDMI- of DVI-
kabels bestellen op de Dell-website op www.dell.com.
Gebruik de juiste kabel voor uw computer en beeldscherm.
OPMERKING: Wanneer u de computer op één beeldscherm aansluit, sluit
dit beeldscherm dan aan op MAAR ÉÉN connector op de computer.
10
HOOFDSTUK 1: UW DESKTOP INSTELLEN
Aansluiting van de netwerkkabel (optioneel)
Aansluiting van het toestenbord en de muis
11
HOOFDSTUK 1: UW DESKTOP INSTELLEN
De aan/uit-knop
Druk op de aan/uit-knop bovenop de computer.
Aansluiting van het netsnoer
GEVAAR: Elektriciteitsaansluitingen en stekkerdozen verschillend per
land. Het gebruik van een incompatibele kabel of een onjuiste aansluiting
van de kabel op een stekkerdoos of stopcontact kan brand of schade aan
de pc tot gevolg hebben.
12
HOOFDSTUK 1: UW DESKTOP INSTELLEN
Een draadloze verbinding instellen
OPMERKING: Zie de documentatie die bij de router is meegeleverd voor
informatie over het instellen van de draadloze router.
Voordat u uw draadloze internetverbinding kunt gebruiken, moet u de draadloze
router op de computer aansluiten.
U kunt als volgt een verbinding met een draadloze router instellen:
Windows Vista
®
Zorg ervoor dat draadloze verbindingen zijn ingesteld op uw computer.1.
Sla alle open bestanden op en sluit deze en sluit alle open programma’s.2.
Klik op 3. Start
Verbinding maken met.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.4.
Windows
®
7
Zorg ervoor dat draadloze verbindingen zijn ingesteld op uw computer.1.
Sla alle open bestanden op en sluit deze en sluit alle open programma’s.2.
Klik op 3. Start
Conguratiescherm Network and Internet (Netwerk en
internet) Network and Sharing Center (Netwerkverbindingen en delen)
Connect to a network (Verbinding maken met een netwerk).
Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.4.
Microsoft Windows instellen
WAARSCHUWINGEN: Onderbreek het installatieproces van het
besturingssysteem niet. Als u dit wel doet, is het mogelijk dat uw
computer vervolgens niet meer naar behoren werkt.
Uwcomputerisvoorafgecongureerdwaarbijhetbesturingssysteemisingesteld
volgens uw opgave tijdens de bestelling van de pc. Volg de instructies op uw
schermomderesterendeinstellingentecongureren.
OPMERKING: Zie support.dell.com/MyNewDell voor meer informatie over
het besturingssysteem en de functies daarvan.
OPMERKING: U kunt het beste een volledige reservekopie van uw
systeem maken zodra u Microsoft Windows hebt ingesteld. Wilt u
een volledige reservekopie van het systeem maken, raadpleeg dan
"AlienRespawn/DataSafe Local Backup" op pagina 62.
Verbinding met het internet maken (optioneel)
Een draadloze verbinding instellen
Als u een inbelverbinding gebruikt, moet u de telefoonlijn op een externe •
USB-modem (optioneel) en op het telefooncontact aansluiten alvorens u uw
internetverbinding instelt.
Als u een ADSL- of kabel-/satellietverbinding gebruikt, moet u contact •
opnemen met uw internetprovider of mobiele provider voor instructies over
het instellen van de computer.
Volg de instructies in "Uw internetverbinding instellen" op pagina 13 als u het
instellen van uw kabel-internetverbinding wilt voltooien.
13
HOOFDSTUK 1: UW DESKTOP INSTELLEN
OPMERKING: Als u niet weet welk type verbinding u moet selecteren, klikt
u op Help me kiezen of neemt u contact op met uw internetprovider.
Volg de instructies op het scherm en gebruik de installatieinformatie die door uw
internetprovider werd geleverd om de installatie te voltooien.
Windows
®
7
Klik op 1. Start Conguratiescherm.
Klik op 2. Network and Internet (Netwerk en internet)
Network and Sharing
Center (Netwerkverbindingen en delen)Stel een verbinding of netwerk
in Maak een verbinding met het internet.
Het venster Verbinding met het internet maken wordt weergegeven.
OPMERKING: Als u niet weet welk type verbinding u moet selecteren, klikt
u op Help me kiezen of neemt u contact op met uw internetprovider.
Volg de instructies op het scherm en gebruik de installatieinformatie die door uw
internetprovider is geleverd om de installatie te voltooien.
Een internetverbinding instellen
ISP’s en hun pakketten variëren van land tot land. Neem contact op met uw
internetprovider voor het aanbod dat in uw land beschikbaar is.
Als u geen verbinding kunt maken met het internet terwijl u dat in het verleden
wel kon, is er mogelijk een storing bij de internetprovider (ISP). Neem contact
op met de ISP om de servicestatus te controleren of probeer later opnieuw
verbinding te maken.
Zorg dat u de gegevens van de internetprovider bij de hand hebt. Als u geen
internetprovider hebt, kunt u er een vinden met behulp van de wizard Connect to
the Internet (Verbinding maken met het internet).
Windows Vista
®
OPMERKING: De volgende instructies zijn van toepassing op de
standaardweergave van Windows en zijn mogelijk niet van toepassing als
u de computer op de klassieke Windows-weergave hebt ingesteld.
Sla alle open bestanden op en sluit deze en sluit alle open programma’s.1.
Klik op 2. Start
Conguratiescherm.
Klik op 3. Network and Internet (Netwerk en internet)
Network and Sharing
Center (Netwerkverbindingen en delen)Stel een verbinding of netwerk
in Maak een verbinding met het internet.
Het venster Verbinding met het Internet maken wordt weergegeven.
14
HOOFDSTUK 1: UW DESKTOP INSTELLEN
15
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW DESKTOP
In dit hoofdstuk vindt u informatie over uw nieuwe desktop zodat u zich vertrouwd
kunt maken met de verschillende functies ervan en er snel mee aan de slag kunt
gaan.
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET
UW DESKTOP
HOOFDSTUK 2: UW DESKTOP LEREN KENNEN
16
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW DESKTOP
1
Aan/uit-knop — Druk deze knop in om de computer aan of uit te
zetten. Deze knop wordt verlicht om aan te geven dat de computer aan
staat. De kleur van de knoprand geeft de energiestatus aan.
Uit •
de computer staat uit, staat in de slaapstand, of krijgt geen
stroom.
Ononderbroken wit •
de computer staat aan.
Knipperend wit •
de computer staat in the stand-bymodus.
2 Optisch station
Hiermee speelt u cd’s, dvd’s en Blu-ray-discs af of neemt
u deze op.
3 Optische stationsvakken (2) — Ondersteunen extra optische stations.
4 Alienhead
Area-51 Standard•
Druk op de Alienhead en laat het stationspaneel
dan handmatig zakken of sluit het handmatig.
Area-51 ALX• — Druk op de Alienhead om het stationspaneel te laten
zakken of sluiten met de gemotoriseerde deur.
Wanneer de computer uit staat, drukt u het stationspaneel omlaag om
het te laten zakken.
5 Stationspaneel — Bedekt het optische station/de optische stations of de
vakken voor deze stations.
6 Optisch station uitwerpknop — Hiermee werpt u de lade van het optische
station uit.
Functionaliteiten aan de voorzijde
3
2
1
6
4
5
17
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW DESKTOP
1 Sleuf voor beveiligingskabel – Hiermee kunt u een in de winkel
verkrijgbare beveiligingskabel aan uw computer bevestigen.
OPMERKING: Voordat u een beveiligingskabel koopt, moet u nagaan of
deze werkt in combinatie met de vergrendelingssleuf op uw computer.
2 Aansluitingen op het achterpaneel — Hiermee sluit u USB-, audio- en
andere apparaten aan op de juiste connector.
Zie de sectie "Aansluitingen op het achterpaneel" op pagina 18.
3 Kaartsleuven — Toegangsconnectoren voor geïnstalleerde PCI- en PCI
Express-kaarten.
4 Stroomconnector — Hierop wordthet netsnoer aangesloten.
5 Grendel — Hiermee sluit of opent u de vergrendelingssleuf en vergrendelt
of ontgrendelt u het vrijgavepaneel. Schuif de grendel naar links om de
vergrendelingssleuf te openen en het vrijgavepaneel te vergrendelen.
Zie "Het zijpaneel openen en sluiten" op pagina 40 voor meer informatie
over het zijpaneel.
Functionaliteiten aan de achterzijde
1
4
2
3
5
18
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW DESKTOP
1 PS/2-toetsenbordaansluiting Hiermee sluit u een standaard-PS2-
toetsenbord aan.
2
Optische S/PDIF-aansluiting Hierop sluit u versterkers, luidsprekers
of TV aan voor digitale audio-uitvoer via optische digitale kabels. Dit type
is in staat om een audiosignaal over te dragen zonder door een analoog
audioconversieproces te gaan.
3
USB 2.0-aansluitingen (6) — Hierop kunt u USB-apparaten aansluiten,
zoals een muis, toetsenbord, printer, extern station of MP3-speler.
4
eSATA-aansluiting Hierop sluit u met eSATA compatibele
opslagapparaten aan, zoals externe vaste schijven of optische stations.
5 Audioaansluitingen
Hiermee sluit u luidsprekers, microfoon en
koptelefoons aan.
OPMERKING: Zie "Externe luidsprekers aansluiten" op pagina 22 voor meer
informatie over audioconnectoren.
6
Netwerkaansluitingen (2) Hiermee sluit u de computer aan op een
netwerk of breedbandapparaat.
7
IEEE 1394-aansluiting Hiermee sluit u seriële multimedia-apparaten
met hoge snelheid aan, zoals digitale videocamera’s.
8
Coaxiale S/PDIF-aansluiting Hiermee sluit u versterkers,
luidsprekers of TV aan voor digitale audio-uitvoer via digitale coaxkabels.
Dit type is in staat om een audiosignaal over te dragen zonder door een
analoog audioconversieproces te gaan.
9 PS/2-muisaansluiting
Hiermee sluit u een standaard-PS2-muis aan.
Aansluitingen op het achterpaneel
9
8
6
4
3
1
5
2
7
19
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW DESKTOP
Knop achterbelichting
Druk op de knop voor achterbelichting om het licht aan te zetten zodat u de
aansluitingen op het achterpaneel beter kunt zien. Dit licht wordt na een paar
seconden automatisch uitgeschakeld.
Functionaliteiten bovenop
De aansluitingen van het bovenpaneel gebruiken
Druk het bovenpaneel omlaag om bij de aansluitingenvan het bovenpaneel
te komen.
1
1 Bovenpaneel
20
HOOFDSTUK 2: VERTROUWD RAKEN MET UW DESKTOP
Aansluitingen bovenpaneel
1
2
3
4
5
1
USB 2.0-aansluitingen (3) Hiermee sluit u USB-apparaten aan, zoals
een muis, toetsenbord, printer, extern station of MP3-speler.
2
eSATA-aansluiting Hierop sluit u met eSATA compatibele
opslagapparaten aan, zoals externe vaste schijven of optische stations.
3
IEEE 1394 — Hiermee kunt u seriële multimedia-apparaten met hoge
snelheid aansluiten, zoals digitale videcamera’s.
4
Aansluiting koptelefoon — Hiermee sluit u koptelefoons aan.
OPMERKING: Als u een van stroom voorziene luidspreker of geluidssysteem
wilt aansluiten, dient u de audio out-aansluiting of een van de S/PDIF-
aansluitingen aan de achterkant van de computer te gebruiken.
5
Microfoonaansluiting — Hiermee sluit u een microfoon aan voor
spraak- of audio-invoer voor een geluids- of telefoonprogramma.
21
HOOFDSTUK 3: APPARATEN AANSLUITEN
In dit hoofdstuk vindt u informatie over andere apparaten die u desgewenst kunt
aansluiten op uw desktop voor extra audio-, video- en digitale kwaliteit.
HOOFDSTUK 3: APPARATEN
AANSLUITEN
HOOFDSTUK 3: APPARATEN AANSLUITEN
22
HOOFDSTUK 3: APPARATEN AANSLUITEN
Externe luidsprekers aansluiten
Uw Alienware-desktop heeft vijf geïntegreerde audio-uitgangen en één audio-
ingang. De audio-uitgangen leveren een hoogstaande kwaliteit geluid en
ondersteunen 7.1-surroundaudio. U kunt de audio-ingang gebruiken van een stereo-
installatie of luidsprekerysteem voor een betere gaming- en mediaervaring.
OPMERKING: Op computers met een geluidskaart moet u de aansluiting
op de kaart gebruiken.
1
2
3
5
6
4
1
L/R surround-aansluiting zijkant Hierop sluit u de L/R-
surroundluidsprekers voor de zijkant aan.
2
L/R surround-aansluiting achterkant Hierop sluit u de L/R-
surroundluidsprekers voor de achterkant aan.
3
Aansluiting midden/subwoofer Hierop sluit u een
middenluidsprekers of subwoofer aan.
4
Line-in-aansluiting — Hiermee sluit u een opname- of
afspeelapparaat aan, zoals een microfoon, cassettespeler, cd-speler of
videorecorder.
5
L/R surround-aansluiting voorkant Hierop sluit u de L/R-
surroundluidsprekers voor de voorkant aan.
6
Microfoon-aansluiting — Hiermee sluit u een microfoon aan voor
spraak- of audio-invoer voor een geluids- of telefoonprogramma.
23
HOOFDSTUK 3: APPARATEN AANSLUITEN
Printers aansluiten
Een plug-en-playprinter aansluiten
Als uw printer plug-en-play ondersteunt, zal uw besturingssysteem deze
detecteren en proberen de printer automatisch te installeren. In sommige gevallen
heeft Windows een stuurprogramma voor de printer nodig. Dit stuurprogramma
vindt u op de software-cd die bij de printer is meegeleverd.
Sluit de USB-kabel van de printer aan op een beschikbare USB-aansluiting 1.
op uw desktop.
Sluit het netsnoer van de printer aan op een geaard stekkerblok, een UPS of 2.
een stopcontact.
Zet de printer aan en Microsoft Windows zal deze automatisch detecteren 3.
en het juiste stuurprogramma installeren.
Twee typen audioaansluiting:
1 2
1 Stereoaansluiting Uw koptelefoonaansluiting moet dit type aansluiting
hebben.
2 Monoaansluiting
Uw microfoon moet dit type aansluiting hebben.
24
HOOFDSTUK 3: APPARATEN AANSLUITEN
Een niet-plug-en-playprinter aansluiten
Windows Vista
®
Klik op 1. Start Conguratiescherm.
Klik op 2. Hardware and Sound (Hardware en geluid)
Printer toevoegen.
Volg de instructies op het scherm. 3.
Windows
®
7
Klik op 1. Start Conguratiescherm.
Klik op 2. Hardware and Sound (Hardware en geluid)
Devices and Printers
(Apparaten en printers)Printer toevoegen.
Volg de instructies op het scherm. 3.
Zie de documentatie die bij de printer is meegeleverd voor meer informatie.
USB-apparaten aansluiten
Sluit USB-apparaten aan op een niet-gebruikte USB-aansluiting op uw
desktop. Microsoft Windows detecteert het apparaat en zal proberen het juiste
stuurprogramma automatisch te installeren. In sommige gevallen heeft Windows
een stuurprogramma nodig. Dit stuurprogramma vindt u op de software-cd die is
meegeleverd met het apparaat.
Als uw toetsenbord of muis een USB-aansluiting heeft, dient u deze op een
beschikbare USB-aansluiting op de desktop aan te sluiten.
IEEE 1394 (FireWire)-apparaten aansluiten
Sluit het IEEE 1394-apparaat aan op de IEEE 1394-aansluiting op uw desktop.
Uw besturingssysteem detecteert het apparaat en zal proberen het juiste
stuurprogramma automatisch te installeren. In sommige gevallen heeft Windows
een stuurprogramma nodig. Dit stuurprogramma vindt u op de software-cd die is
meegeleverd met het apparaat.
Zie de documentatie die bij het apparaat is meegeleverd voor meer informatie.
25
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
26
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
Alienware Command Center
Alienware
®
Command Center biedt toegang tot Alienware’s exclusieve software
en is een conguratiepaneel dat voortdurend kan worden bijgewerkt. Als
Alienware nieuwe programma’s publiceert, worden deze rechtstreeks gedownload
naar het Command Center, waardoor u een bibliotheek kunt opbouwen met
systeembeheer-, optimalisatie- en aanpassingshulpmiddelen.
U opent het Command Center door achtereenvolgens te klikken op Start
Alle programma’s Alienware Command Center Command Center.
AlienFX
AlienFX stelt u ertoe in staat het gedrag van de lampjes op uw computer zelf
in te stellen. U kunt gedrag van lampjes toewijzen aan gebeurtenissen als het
ontvangen van nieuwe e-mail, het in de stand-bymodus gaan van de computer
en het openen van een nieuwe toepassing.
AlienFusion
AlienFusion geeft u toegang tot de energiebeheerbesturing van uw Alienware-
computeromutehelpenenergieefciëntertegebruiken.
Thermal Controls (warmtebesturing)
Met ermal Controls kunt u de warmte- en ventilatiemogelijkheden van de
computer besturen door het wijzigen van de ventilatorsnelheid en het gedrag
van de ventilatieopeningen boven op de computer.
Omgaan met RAID
Een RAID (Redundant Array of Independent Disks - redundante rij onafhankelijke
schijven) is een schijfopslagconguratie waarbij prestaties worden verbeterd
of gegevens worden verdubbeld. In deze sectie worden vier basis-RAID-niveaus
besproken.
RAID-niveau 0 wordt aanbevolen voor betere prestaties (snellere doorvoer). •
RAID-niveau 1 wordt aanbevolen voor gebruikers die een hoog niveau van •
gegevensintegriteit nodig hebben.
RAID-niveau 5 wordt aanbevolen voor betere prestaties en foutentolerantie.•
RAID-niveau 10 wordt aanbevolen voor betere prestaties en •
gegevensintegriteit.
OPMERKING: RAID vereist meerdere vaste schijven. Het aantal vaste
schijvendatnodigis,hangtafvandeRAID-conguratie.
27
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
RAID-niveau 0
WAARSCHUWINGEN: RAID-niveau 0 biedt geen redundantie. Een fout in
een van de vaste schijven betekent dan ook verlies van alle gegevens.
Maak regelmatig reservekopieën om uw gegevens te beveiligen.
RAID-niveau 0 maakt gebruik van "data striping" om in kortere tijd toegang te
hebben tot gegevens. Data striping is een methode waarbij achtereenvolgende
segmenten gegevens, stripes genoemd, worden weggeschreven naar de fysieke
schijven zodat één grote virtuele schijf ontstaat. Hierdoor kan een van de schijven
gegevens lezen terwijl de andere schijf naar het volgende blok zoekt of bezig is
met het lezen daarvan.
Schijf 1
Schijf 0
RAID 0 gebruikt de volledige opslagcapaciteit van beide stations. Zo zullen twee
schijven met een capaciteit van 2 GB samen 4 GB aan schijfruimte voor het
opslaan van gegevens bieden.
OPMERKING: IneenRAID0-conguratieisdecapaciteitvandeconguratie
gelijk aan de capaciteit van het kleinste station, vermenigvuldigd met het
aantalschijvenbinnendeconguratie.
RAID-niveau 1
Bij RAID-niveau 1 worden gegevens gespiegeld voor een hogere gegevensintegri
teit. Wanneer gegevens naar de primaire vaste schijf worden geschreven, worden
deze tegelijkertijd gedupliceerd, oftewel gespiegeld, op de secundaire vaste schijf
binnen de conguratie. RAID-niveau1ruilt hogere gegevenssnelheden in voor
gegevensredundantie.
Schijf 1
Schijf 0
Als er een storing op één vaste schijf plaatsvindt, worden daaropvolgende
lees- en schrijfbewerkingen naar de nog functionerende schijf overgedragen.
Vervolgens kan een vervangende schijf worden ingericht met de gegevens van
de overgebleven schijf.
OPMERKING: BinneneenRAID-niveau1-conguratiekomtde capaciteit
vandeconguratieovereenmetdecapaciteitvandekleinsteschijfbinnen
deconguratie.
28
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
RAID-niveau 5
Bij RAID-niveau 5 wordt gegevenspariteit gebruikt. Bij RAID-niveau 5 worden
gegevens- en pariteitsinformatie segmentsgewijs over drie of meer stations
verdeeld (data striping). Het biedt data striping op byteniveau en ook
stripefoutcorrectie-informatie (roterende pariteitsarray). Dit resulteert in
uitstekende prestaties en goede foutentolerantie.
Als er een storing op de vaste schijf plaatsvindt, zullen daaropvolgende lees-
en schrijfbewerkingen naar de overlevende schijven worden overgedragen.
Vervolgens kan een vervangende schijf worden ingericht met de gegevens van de
overlevende schijven. Aangezien gegevens worden gedupliceerd op de primaire
en extra stations, leiden vier stations van 120 GB gezamenlijk tot een maximum
van 360 GB voor gegevensopslag.
A1
Schijf 0 Schijf 1 Schijf 2 Schijf 3
B1
C1
Dp
A2
B2
Cp
D1
A3
Bp
C2
D2
Ap
B3
C3
D3
RAID 5
RAID-niveau 10
RAID 10, een combinatie van RAID 1 en RAID 0, gebruikt diskstriping over gespiegelde
schijven. Het biedt hoge gegevensdoorvoer en volledige gegevensredundantie. RAID
10 ondersteunt maximaal acht spans en maximaal 32 fysieke schijven per span.
A1
Schijf 0
RAID 1+0
RAID 1RAID 1
A3
A5
A7
A1
A3
A5
A7
A2
A4
A6
A8
A2
A4
A6
A8
Schijf 1 Schijf 2 Schijf 3
29
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
Prestatie optimaliseren
Uwcomputerisgecongureerdomoptimaaltewerkenmeteenbreedscalaaan
toepassingen.Afhankelijkvandedoorugekochteconguratie,kanopdecomputer
overklokken zijn toegepast op de fabriek om maximale prestatie te bereiken bij
toepassingen die een heel groot beslag leggen op de systeembronnen, zoals
games en multimedia-ontwikkeling.
WAARSCHUWINGEN: Technische ondersteuning verieert de volledige
functionaliteit van de computer met de instellingen die op de fabriek
zijn gecongureerd. Alienware biedt geen technische ondersteuning
voor enige hardware- of softwareproblemen die het gevolg zijn van
het instellen van andere waarden op de pc dan die op de fabriek zijn
ingesteld.
Prestatieafstemming op basis van systeemsetup
WAARSCHUWING: We raden het u af om de processor of enige andere
systeemonderdelen op hogere instellingen te laten werken dan de
vooraf ingestelde BIOS-instellingen. Als u dit toch doet, kan dit leiden
tot systeeminstabiliteit, verminderde levensduur van onderdelen of
permanente schade aan onderdelen.
Voor computers met de Intel
®
Core™i7 Extreme Edition-processor bevat het
BIOS vooraf ingestelde overklokniveaus die het u mogelijk maken de computer
makkelijk te overklokken. De volgende opties zijn beschikbaar op de pagina
Frequency/Voltage Control van de Systeemsetup:
Level 1 OC Setting•
Level 2 OC Setting•
Level 3 OCSetting•
Zie"HetBIOScongureren"oppagina30 voor meer informatie.
Prestatie-fijnafstemming op softwarebasis
Op uw computer kunnen bij levering hulpprogramma’s als Intel Extreme
Tuning Utility geïnstalleerd zijn, die u helpen de prestatie van de computer te
optimaliseren.
Zie het Help-bestand van het hulpprogramma voor meer informatie over de
beschikbare opties.
30
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
Het BIOS configureren
Systeem-setup
Met de opties van Systeem-setup kunt u:
Desysteemconguratiegegevenswijzigennadatuhardwarehebt•
toegevoegd, gewijzigd of verwijderd;
Een door de gebruiker te selecteren optie instellen of wijzigen;•
De geïnstalleerde hoeveelheid geheugen weergeven of het type •
geïnstalleerde vaste schijf instellen.
Voordat u gebruik maakt van het systeemsetupprogramma, wordt u aangeraden
om de informatie in het scherm van het systeemsetupprogramma te noteren
voor later.
WAARSCHUWINGEN: U mag de instellingen van het
systeemsetupprogramma alleen wijzigen als u een ervaren
computergebruiker bent. Bepaalde wijzigingen kunnen ertoe leiden dat
uw computer niet langer naar behoren functioneert.
Systeemsetup openen
Start (of herstart) uw desktop.1.
Druk terwijl de computer wordt opgestart onmiddellijk op <F2> voordat 2.
het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven om zo het BIOS-
setupprogramma BIOS Setup Utility te openen.
OPMERKING: Als er tijdens de POST (Power On Self Test - zelftest bij
opstarten) een fout optreedt, drukt u op <F2> wanneer de prompt wordt
weergegeven om het programma BIOS-setupprogramma te openen.
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem
verschijnt, moet u blijven wachten tot het bureaublad van Microsoft
®
Windows
®
wordt weergegeven. Vervolgens moet u de computer uitzetten
en het opnieuw proberen.
OPMERKING: Als een toets gedurende lange tijd wordt ingedrukt, kan
dit leiden tot een storing van het toetsenbord. Om een storing van het
toetsenbord te voorkomen, moet u in gelijkmatige intervallen op <F2>
drukken totdat het hoofdmenu van het systeemsetupprogramma
verschijnt.
De schermen van Systeem-setup
Het venster van het BIOS-setupprogramma geeft huidige of veranderbare
conguratiegegevensvooruwnotebookweer.
Onderin het venster van het BIOS-setupprogramma staan functietoetsen en hun
werking binnen het actieve veld.
31
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
Systeem-setupopties
OPMERKING: Afhankelijk van uw computer en de daarop geïnstalleerde
apparaten worden de items in dit gedeelte mogelijk niet weergegeven of
niet op exact dezelfde wijze als hier vermeld.
OPMERKING: Zie de onderhoudshandleiding op
support.dell.com/manuals voor de bijgewerkte systeeminformatie.
Systeeminformatie
Product Name
(productnaam)
Geeft de productnaam weer.
BIOS Version
(BIOS-versie)
Geeft het versienummer en de datum van het BIOS
weer.
Input Service Tag
Hier kunt u het servicelabel invoeren.
Service Tag
Geeft het servicelabel van de computer weer.
Asset Tag
(inventarislabel)
Geeft het inventarislabel van de computer weer.
Memory Installed
Hier wordt weergegeven hoeveel geheugen in de
computer is geïnstalleerd.
Memory Available
Geeft de hoeveelheid geheugen weer die in uw
computer beschikbaar is.
Memory Technology
Geeft het gebruikte type geheugentechnologie
weer.
Systeeminformatie
Memory Speed
(geheugensnelheid)
Geeft de snelheid van het geheugen weer.
CPU ID/uCode ID
Geeft de processor-id weer.
CPU Speed (CPU-
snelheid)
Geeft de snelheid van de processor weer.
Current QPI Speed
Geeft de QPI-snelheid weer.
Cache L2
Geeft de L2-cachegrootte van de processor weer.
Cache L3
Geeft de L3-cachegrootte van de processor weer.
Standaard CMOS-functies
System Time
(hh:mm:ss)
Geeft de huidige tijd weer.
System Date
(mm:dd:yy)
Geeft de huidige datum weer.
SATA 1
Geeft het SATA 1-station weer dat in uw computer is
geïntegreerd.
SATA 2
Geeft het SATA 2-station weer dat in uw computer is
geïntegreerd.
SATA 3
Geeft het SATA 3-station weer dat in uw computer is
geïntegreerd.
32
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
Standaard CMOS-functies
SATA 4
Geeft het SATA4-station weer dat in uw computer is
geïntegreerd.
SATA 5
Geeft het SATA 5-station weer dat in uw computer is
geïntegreerd.
SATA 6
Geeft het SATA 6-station weer dat in uw computer is
geïntegreerd.
SATA 7
Geeft het SATA 7-station weer dat in uw computer is
geïntegreerd.
SATA 8
Geeft het SATA 8-station weer dat in uw computer is
geïntegreerd.
IDE Master
Geeft het IDE-hoofdstation (master) weer dat in uw
computer is geïntegreerd.
IDE Slave
Geeft het ondergeschikte IDE-station (slave) weer dat
in uw computer is geïntegreerd.
Wait For ‘F1’
If Error
Als deze functie is ingeschakeld, geeft de computer
fouten weer die tijdens POST zijn gedetecteerd. Druk op
<F1> om door te gaan.
Gevanceerde BIOS-functies
Bootup Num-Lock
Selecteert de stroom-aan status voor num-lock.
ACPI APIC support
Neemt de ACPI APIC-tabelaanwijzer op in de
RSDT-aanwijzerlijst.
OptionRom Display
Screen
Stel de weergavemodus in voor het venster
Raid Option Rom.
(Hide = verbergen; Display = weergeven)
CD/DVD Drives
Stelt de opstartvolgorde in voor de cd-/dvd-
stations.
Functies opstartconguratie
1st Boot Device
Geeft het eerste opstartapparaat weer.
2nd Boot Device
Geeft het tweede opstartapparaat weer.
Hard Disk Drives
Stelt de opstartvolgorde voor de vaste
schijven in. De weergegeven items worden
dynamisch bijgewerkt conform the
aangetroenvasteschijven.
CD/DVD Drives
Stelt de opstartvolgorde in voor de cd-/dvd-
stations.
33
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
Conguratie CPU
XD Bit Capability
Schakelt XD Bit Capability in om de
processor ertoe in staat te stellen te
onderscheiden welke stukken code
kunnen worden uitgevoerd en welke
niet kunnen worden uitgevoerd.
Intel
®
Speedstep
tech
Als deze optie is ingeschakeld, worden
de snelheid van de processorklok en
het kernvoltage dynamisch aangepast
op basis van de processorbelasting.
Intel
®
C State Tech
Indien ingeschakeld wordt C State:
Processor idle ingesteld op C2/C3/C4.
Geïntegreerde apparaten
USB Functions
Hiermee kunt u de geïntegreerde
USB-controller in- en uitschakelen.
HD Audio Controller
Hiermee kunt u de geïntegreerde
audiocontroller in- en uitschakelen.
Onboard IEEE1394 Controller
Hiermee kunt u de geïntegreerde
IEEE1394-controller in- en
uitschakelen.
LAN1 BCM5784 Device
Hiermee kunt u de geïntegreerde
LAN-controller in- en uitschakelen.
Geïntegreerde apparaten
LAN1 Option ROM
Hiermee kunt u de opstartoptie
voor de netwerkcontroller in- of
uitschakelen.
LAN2 BCM5784 Device
Hiermee kunt u de geïntegreerde
LAN2-controller in- en uitschakelen.
LAN2 Option ROM
Hiermee kunt u de opstartoptie
voor de netwerkcontroller in- en
uitschakelen.
JMicron 363 ATA Controller
Hiermee kunt u de geïntegreerde ATA-
controller in- en uitschakelen.
SiL3132 E-Sata Device
Hiermee kunt u de e-SATA-controller
in- en uitschakelen.
Congure SATA#1-6 as
Hiermee kunt u de geïntegreerde
vasteschijf-controllercongureren
als AHCI en RAID.
AHCI CD/DVD Boot Time out
Hiermee kunt u de wachttijd instellen
voor SATA of CD/DVD in AHCI-modus.
34
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
Energiebeheerinstellingen
Suspend Mode
Hiermee stelt u de
energiebesparingsmodus van de
ACPI-functie in.
AC Recovery
Instellen wat de computer doet
wanneer de stroomtoevoer wordt
hersteld.
Remote Wakeup
Stelt het systeem in om te activeren
vanaf een ingebouwde LAN, PCIE-X1
LAN-kaart of een PCI LAN-kaart.
Auto Power On
Hiermee laat u de computer op een
bepaalde tijd opstarten.
Frequency/Voltage Control
CPU Speed (CPU-snelheid)
Geeft de huidige snelheid van de
processor weer.
Memory Speed
(geheugensnelheid)
Geeft de huidige snelheid van het
geheugen weer.
Current QPI Speed
Geeft de huidige QPI-snelheid weer.
QPI Frequency
Hiermee kunt u de QPI-frequentie
wijzigen.
Memory Ratio
Hiermee kunt u de
geheugenverhouding wijzigen.
Frequency/Voltage Control
CPU Core (Non-Turbo) Ratio
Geeft de verhouding weer tussen
de processorkernklok en de FSB-
frequentie.
Advance DRAM Conguration
Hiermee kunt u het submenu Advance
DRAMCongurationopenen
Overclock Conguration
Hiermee kunt u het submenu
OverclockCongurationopenen
Overvoltage Conguration
Hiermee kunt u het submenu
OvervoltageCongurationopenen
Load Level 1 OC Setting
Hiermee kunt u de Level
1-overklokinstellingen herstellen die
bij de fabriek zijn ingesteld. Worden
alleen weergegeven met een XE-
processor.
Load Level 2 OC Setting
Hiermee kunt u de Level
2-overklokinstellingen herstellen die
bij de fabriek zijn ingesteld. Worden
alleen weergegeven met een XE-
processor.
Load Level 3 OC Setting
Hiermee kunt u de Level
3-overklokinstellingen herstellen die
bij de fabriek zijn ingesteld. Worden
alleen weergegeven met een XE-
processor.
35
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
Submenu Advance DRAM Conguration (geavanceerde DRAM-conguratie)
Memory-Z
Hiermee opent u een submenu
omdeSPD-conguratievoorelke
geheugenmodule weer te geven.
Advanced Memory
Settings (geavanceerde
geheugeninstellingen)
Hiermee kunt u de handmatige
modus in- en uitschakelen en kunt u
alle timingparameters instellen.
tCL
Hiermee geeft u de CAS-latentie weer
(bewerkbaar in handmatige modus).
tRCD
Hiermee geeft u de timing van
RAS- naar CAS-vertraging weer
(bewerkbaar in handmatige modus).
tRP
Hiermee geeft u de timing van RAS
Precharge weer (bewerkbaar in
handmatige modus).
tRAS
Hiermee geeft u de RAS-timing weer
(bewerkbaar in handmatige modus).
tRFC
Hiermee geeft u de timing weer van
de cyclustijd vernieuwe naar archief/
vernieuwen.
tWR
Hiermee geeft u de timing van
schrijfherstel weer (bewerkbaar in
handmatige modus).
Submenu Advance DRAM Conguration (geavanceerde DRAM-conguratie)
tWTR
Hiermee geeft u de vertraging tussen
schrijven en lezen weer (bewerkbaar
in handmatige modus).
tRRD
Hiermee geeft u de vertraging van
RAS naar RAS weer (bewerkbaar in
handmatige modus).
tRTP
Hiermee geeft u de vertraging tussen
lezen en voorladen van opdracht weer
(bewerkbaar in handmatige modus).
1T/2T Timing
Hiermee geeft u de opdrachtsnelheid
weer (bewerkbaar in handmatige
modus).
Submenu Overclock Conguration (overklokconguratie)
Adjust CPU BClk (MHz)
Hiermee kunt u de BClk van de
processor aanpassen.
Spread Spectrum
Spread Spectrum-modulatie in-/
uitschakelen.
Adjust PCI Frequency (MHz)
Hiermee kunt u de PCI-frequentie
aanpassen.
Adjust PCI-E Frequency (MHz)
Hiermee kunt u de PCI-E-frequentie
aanpassen.
36
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
Submenu Overvoltage Conguration (overvoltageconguratie)
QPI and Uncore Voltage
Het QPI- en Uncore-voltage
aanpassen.
Beveiligingsfuncties BIOS
Change Supervisor Password
Hiermee kunt u het
supervisorwachtwoord instellen of
wijzigen.
Change User Password
Hiermee kunt u het
gebruikerswachtwoord
instellen of wijzigen. U kunt het
gebruikerswachtwoord niet gebruiken
om de BIOS-instellingen te wijzigen.
Exit (Afsluiten)
Exit Options
Biedt opties voor het opslaan van
wijzigingen en afsluiten (Save Changes
and Exit), het negeren van wijzigingen
en afsluiten (Discard Changes and
Exit) en het laden van optimale
standaardwaarden (Load Optimal
Defaults).
Submenu Overclock Conguration (overklokconguratie)
Intel® Turbo Mode tech
Als dit is ingeschakeld, kan de
processor met snellere frequenties
werken dan aangegeven.
[1-4] Core CPU Turbo Ratio
Limit
Beperkt de verhouding voor kern 1-4.
Turbo Mode TDC Limit
Override
Hiermee kunt u de huidige drempels
voor de processor programmeren
terwijl deze in de turbomodus werkt.
Turbo Mode TDP Limit
Override
Hiermee kunt u de stroomdrempels
voor de processor programmeren
terwijl deze in de turbomodus werkt.
Submenu Overvoltage Conguration (overvoltageconguratie)
CPU Temperature Sensor
Geeft de processortemperatuur weer
in Celsius en Fahrenheit.
VCore
Geeft het kernvoltage van de
processor weer.
Dynamic CPU VCore Offset
Voltageosetprocessorkern.
DDR3 Memory Voltage
Het voltage voor het DDR3-geheugen
aanpassen.
IOH Voltage
Het IOH-voltage aanpassen.
37
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
In dit hoofdstuk vindt u richtlijnen en aanwijzingen voor het vergroten van de
processorprestaties en de opslagruimte door het upgraden van apparatuur. U kunt
onderdelen voor uw desktop kopen op www.dell.com of www.alienware.com.
OPMERKING: Zie de onderhoudshandleiding op support.dell.com/manuals
voor installatie-instructies voor alle door de gebruiker te onderhouden
onderdelen. Onderdelen die u bij Dell en Alienware koopt, worden geleverd
metspeciekeinstallatieaanwijzingen.
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF
VERVANGENDE ONDERDELEN
INSTALLEREN
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE
ONDERDELEN INSTALLEREN
38
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
Voordat u begint
In deze sectie worden de procedures beschreven voor het verwijderen en
installeren van onderdelen voor uw desktop. Tenzij anders vermeld gaat elke
procedure ervan uit dat er sprake is van de volgende omstandigheden:
U hebt de stappen uitgevoerd die beschreven zijn onder "Uw desktop •
uitzetten" en "Voordat u uw desktop open maakt" in deze sectie.
U hebt de veiligheidsinformatie gelezen die is meegeleverd met uw desktop.•
U kunt een onderdeel vervangen of, indien los aangekocht, installeren door •
de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
De desktop uitzetten
WAARSCHUWINGEN: Als u gegevensverlies wilt voorkomen, moet u
alle open bestanden opslaan en sluiten en alle geopende programma’s
sluiten voordat u de desktop uitzet.
Sla alle geopende bestanden op en sluit ze en sluit alle geopende 1.
programma’s af.
Klik op 2. Start
Afsluiten.
De desktop wordt uitgezet nadat het besturingssysteem is afgesloten.
Controleer of de desktop en alle daaraan gekoppelde apparaten uit staan. 3.
Als de desktop en de daarop aangesloten apparaten niet automatisch
werden uitgeschakeld toen u het besturingssysteem afsloot, moet u de aan/
uit-knop ten minste 8 tot 10 seconden ingedrukt houden totdat de desktop
wordt uitgeschakeld.
39
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
WAARSCHUWINGEN: Maak een kabel los door aan de stekker of aan
het treklipje te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels
zijn voorzien van connectoren met borglippen. Als u dit type kabel
loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de
kabel verwijdert. Als u de connectoren van elkaar los trekt, moet u
ze op evenwijdige wijze uit elkaar houden om te voorkomen dat een
van de stekkerpinnen wordt verbogen. Ook moet u voordat u een
kabel verbindt, controleren of beide connectoren op juiste wijze zijn
opgesteld en uitgelijnd.
Om schade aan de computer te voorkomen moet u de volgende instructies
opvolgen voordat u binnen de computer gaat werken.
Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is om te voorkomen dat 1.
de behuizing van de desktop krassen oploopt.
Zet de desktop uit (zie "De desktop uitzetten" op pagina 2. 38 voor meer
informatie).
WAARSCHUWINGEN: Om een netwerkkabel te ontkoppelen moet u
de kabel van de desktop loskoppelen en deze vervolgens van het
netwerkapparaat loskoppelen.
Verwijder de stekkers van alle telefoon- en netwerkkabels uit de computer. 3.
Haal alle stekkers van de computer en daaraan gekoppelde apparaten uit 4.
het stopcontact.
Druk op de aan/uit-knop om het moederbord te aarden.5.
Voordat u de desktop open maakt
Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen
en de desktop en de werkomgeving te beschermen tegen mogelijke schade.
GEVAAR: Voordat u in de desktop aan het werk gaat, moet u
de veiligheidsinstructies lezen in de gids "Veiligheid, milieu
en regelgeving" die met uw computer is meegeleverd. Zie de
website van Dell voor de naleving van de wet- en regelgeving op
www.dell.com/regulatory_compliance voor meer veiligheidstips.
WAARSCHUWINGEN: Ga voorzichtig met componenten en kaarten om.
Raak de componenten en de contacten op kaarten niet aan. Houd een
kaart vast bij de rand. Houd onderdelen zoals een processor vast bij de
zijkant en niet bij de pinnetjes
WAARSCHUWINGEN: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur
mag reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van
onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt
niet onder de garantie.
WAARSCHUWINGEN: Voorkom elektrostatische ontlading door u te
aarden met behulp van een aardingspolsband of door zo nu en dan een
ongeverfd metalen oppervlak aan de achterzijde van de computer aan
te raken.
40
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
Het zijpaneel openen en sluiten
WAARSCHUWINGEN: Voordat u het zijpaneel opent, moet u het netsnoer
van uw desktop loskoppelen.
Volg de aanwijzingen onder "Voordat u begint" op pagina 1. 38.
OPMERKING: Zorg ervoor dat eventueel bevestigde veiligheidskabels
worden verwijderd voordat u probeert het vrijgavepaneel op te tillen.
Til het vrijgavepaneel op om het zijpaneel te openen.2.
OPMERKING: Wanneer het zijpaneel wordt verwijderd, gaat automatisch
theaterverlichting aan. De theaterverlichting werkt op batterijen.
OPMERKING: Til het vrijgavepaneel aan de rechterkant op om het zijpaneel
aan de rechterkant te openen.
U sluit het zijpaneel door dit tegen de zijkant van de computer te drukken tot het
op zijn plaats klikt.
1
2
1 vrijgavepaneel 2 zijpaneel
41
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
Binnenaanzicht van de computer
1
2
1 geheugenmoduleconnectoren (3) 2 uitbreidingskaartsleuven (6)
42
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
U plaats geheugenmodules als volgt terug::
Lijn de inkeping aan de onderkant van de geheugenmodule uit met het lipje 1.
op de geheugenmoduleconnector.
1
2
3
5
4
1 geheugenmoduleconnector 4 vastzetclips (2)
2 lipje 5 geheugenmodule
3 inkeping
Geheugenmodules verwijderen en vervangen
Volg de aanwijzingen onder "Voordat u begint" op pagina 1. 38.
Open het zijpaneel (zie "Het zijpaneel openen en sluiten" op pagina 2. 40).
Localiseer de geheugenmoduleconnectoren op het moederbord 3.
(zie "Binnenaanzicht van de computer" op pagina 41).
WAARSCHUWINGEN: Geheugenmodules kunnen tijdens normale
werking erg heet worden. Laat de geheugenmodule(s) afkoelen voordat
u deze aanraakt.
OPMERKING: Verwijder de videokaart (als het een lange betreft) voor
betere toegang tot de geheugenmodule(s).
Druk de borgklemmen aan de uiteinden van de geheugemoduleconnector 4.
naar buiten.
Til de geheugenmodule uit de geheugenmoduleconnector. Als de 5.
geheugenmodule moeilijk te verwijderen is, moet u deze zachtjes heen en
weer bewegen om deze uit de connector te verwijderen.
43
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
WAARSCHUWINGEN: Voorkom schade aan de geheugenmodule door
deze recht omlaag te drukken in de connector, terwijl u gelijkmatige
druk uitoefent op de uiteinden van de module.
Druk de geheugenmodule in de connector tot deze op zijn plaats klikt.2.
OPMERKING: Als de geheugenmodule niet op de juiste wijze is geïnstalleerd,
start de computer mogelijk niet meer op.
Als u de geheugenmodule op juiste wijze aanbrengt, zullen de 3.
bevestigingsklemmen vastklikken in de uitsparingen aan elk uiteinde van
de module.
Sluit het zijpaneel (zie "Het zijpaneel openen en sluiten" op pagina 4. 40).
Sluit de stroomkabel en alle externe randapparatuur weer op de computer 5.
aan.
Zet de computer aan.6.
Tijdens het opstarten zal de computer het extra geheugen detecteren en
automatischdeconguratie-informatievandecomputerbijwerken.Ukuntals
volgt de geheugencapaciteit van uw computer raadplegen:
Windows Vista
®
Klik op Start Conguratiescherm Systeem en onderhoud.
Windows
®
7
Klik op Start Conguratiescherm Systeem en beveiligingSysteem.
44
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
Druk de twee vrijgavelipjes naar elkaar toe en schuif de vaste schijf omhoog 3.
en uit de computer.
1
2
1 ontgrendellipjes (2) 2 vaste schijf
Vaste schijven verwijderen en vervangen
Volg de aanwijzingen onder "Voordat u begint" op pagina 1. 38.
Til het vrijgavepaneel op om het zijpaneel aan de rechterkant te openen. 2.
2
1
1 zijpaneel 2 vrijgavepaneel
45
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
U vervangt als volgt een vaste schijf:
Zie de documentatie die bij uw nieuwe vaste schijf is meegestuurd om te 1.
controlerenofdezevooruwcomputerisgecongureerd.
Schuif de nieuwe vaste schijf in het vasteschijfcompartiment en druk deze 2.
omlaag tot de vaste schijf op zijn plaats klikt.
Sluit het rechterzijpaneel.3.
Sluit het netsnoer en alle externe randapparatuur weer op de computer aan.4.
Zet de computer aan.5.
46
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
1
3
2
1 uitbreidingskaart 3 bedekking
2 bedekkingsknop
Uitbreidingskaarten verwijderen en terugplaatsen
Volg de aanwijzingen onder "Voordat u begint" op pagina 1. 38.
Open het zijpaneel (zie "Het zijpaneel openen en sluiten" op pagina 2. 40).
Druk op de knop van de bedekking om deze vrij te geven en draai de 3.
bedekking dan weg van de computer.
Lokaliseer de uitbreidingskaart op het moederbord (zie "Binnenaanzicht van 4.
de computer" op pagina 41).
Koppel alle kabels los die op de kaart zijn aangesloten.5.
Verwijder de kaart. 6.
Voor een PCI- of PCI Express x1-kaart: pak de kaart vast bij de bovenste
hoeken en trek hem voorzichtig uit de aansluiting.
Voor een PCI Express x16-kaart: druk op het vasthoudmechanisme op de
kaartaansluiting terwijl u de kaart bij de bovenste hoeken vasthoudt en trek
deze dan voorzichtig uit de aansluiting.
47
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
Plaats de kaart in de aansluiting en druk deze stevig aan. Ga na of de kaart 4.
stevig in de aansluiting is aangebracht.
Als u de PCI Express-kaart in de x16-kaartaansluiting installeert, moet u
zachtjes op het vasthoudmechanisme drukken en moet u de kaart in de
aansluiting plaatsen.
Sluit alle kabels aan die op de kaart zouden moeten zijn aangesloten (indien 5.
van toepassing).
Druk op de bedekking tot deze op haar plaats klikt.6.
Sluit het zijpaneel (zie "Het zijpaneel openen en sluiten" op pagina 7. 40).
Sluit de computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens 8.
aan.
2
3
1
1 PCI Express x16-kaart 3 PCI Express x16-aansluiting
2 bevestigingsmechanisme
OPMERKING: Als u de kaart niet terugplaatst of vervangt, moet u een
vulbeugel in de lege kaartsleufopening installeren. U vervangt als volgt
een kaart:
Verwijder de vulbeugel om een kaartsleufopening te maken (indien van 1.
toepassing).
Zie de documentatie die bij de kaart is verzonden voor informatie over het 2.
congureren,aanpassenenmakenvaninterneverbindingenopdekaart.
Lijn de kaart uit met de connector op het moederbord.3.
48
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
49
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
50
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
Wanneer u problemen op uw computer op probeert te lossen, volg dan altijd de
volgende veiligheidsrichtlijnen:
Raak voordat u interne componenten van uw computer aanraakt, een •
ongeverfd deel van de behuizing aan. Hierdoor voert u statische elektriciteit
af die uw computer zou kunnen beschadigen.
Zet uw computer en aangesloten randapparatuur uit. •
Maak randapparatuur los van uw computer. •
Dingen die u moet controleren voordat u de probleemoplossingsprocedure start:
Ga na of de stroomkabel goed op de computer en op het stopcontact is •
aangesloten Controleer of het stopcontact werkt.
Controleer of UPS of stekkerblok aan staan (indien van toepassing). •
Als uw randapparatuur (bijv. toetsenbord, muis, printer enz.) niet werken, •
controleer dan of alle connectoren goed vast zitten.
Als u computercomponenten hebt toegevoegd of verwijderd voordat •
het probleem ontstond, dient u te aansluitingen of u de installatie- of
verwijderingsprocedure goed hebt gevolgd.
Als er een foutmelding op het scherm verschijnt, dient u deze exact over te •
schrijven voordat u de technische ondersteuning van Alienware belt voor
hulp bij diagnose en oplossen van uw probleem.
Alsereenfoutoptreedtbinneneenspeciekprogramma,moetude•
documentatie voor het programma raadplegen.
Basishints en tips
De computer gaat niet aan: Is uw computer goed aangesloten op een •
werkend stopcontact? Indien aangesloten op een stekkerblok, werkt het
stekkerblok goed?
Aansluitingen: Controleer alle kabels om te zien of er geen losse •
connectoren zijn.
Energiebeheer: Controleer of de computer niet in slaap- of stand-bystand •
staat door de aan/uit-knop minder dan 4 seconden lang in te drukken. De
aan/uit-lamp verkleurt van blauw naar zwart in de stand-bymodus. In de
slaapstand staat deze lamp uit.
Reservekopie en algemeen onderhoud
Maak regelmatig een reservekopie (back-up) van uw belangrijke gegevens •
en bewaar kopieën van uw besturingssysteem en software op een veilige
plek. Vergeet niet om de serienummers op te schrijven als u ze buiten de
originele dozen bewaart, bijvoorbeeld in een cd-map.
Gebruik onderhoudsprogramma’s zo vaak mogelijk. U kunt de programma’s •
zo instellen dat ze draaien op momenten dat u uw computer niet gebruikt.
U kunt de programma’s gebruiken die bij uw besturingssysteem horen, of u
kunthiervoorkrachtigerspecialeprogramma’saanschaen.
Schrijf wachtwoorden op en bewaar ze op een veilige plek (niet in de •
buurt van uw computer). Dit is vooral belangrijk als u het BIOS en
besturingssysteem van uw computer met een wachtwoord wilt beveiligen.
Documenteer belangrijke instellingen zoals die van netwerk, •
inbelverbinding, e-mail en internet.
51
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
Als de Pre-boot System Assessment succesvol wordt voltooid, ziet u het
volgende bericht op uw scherm.
"Do you want to run the remaining memory tests?" (Wilt u de
overige geheugentests uitvoeren?) "This will take about 30 minutes
or more" (Dit neemt 30 minuten of langer in beslag). Do you want to
continue?" (Wilt u verdergaan?) "(Recommended)" (Aanbevolen).
Druk op <y> om door te gaan als u een geheugenprobleem hebt. Druk 5.
anders op <n> om de PSA-tests te voltooien. U ziet het volgende bericht
wordt uw scherm.
"Pre-boot System Assessment complete. No Diagnostic Utility
Partition identied." (PSA is voltooid. Er is geen partitie met diagnostisch
hulpprogramma gevonden). "Select OK to reboot your computer"
(Selecteer OK om de computer opnieuw te starten)."
Druk op <o> om de computer opnieuw te starten.6.
Hulpprogramma’s voor softwarediagnose
Pre-Boot System Assessment (PSA - systeemcontrole
vóór opstarten)
De Pre-boot System Assessment (systeemanalyse) wordt uitgevoerd. Dit is een
reeks initiële tests van uw moederbord, toetsenbord, beeldscherm, geheugen,
vaste schijf etc.
U start de PSA als volgt:
Start de computer opnieuw op.1.
Druk op <F12> om het 2. opstartmenu te openen.
Selecteer 3. Diagnostics en druk dan op <Enter>.
Beantwoord tijdens de beoordeling alle vragen die op het scherm worden 4.
weergegeven.
Alseenstoringineenonderdeelwordtaangetroen,stopdecomputer•
en hoort u een piepsignaal. U stopt de analyse en start de computer
opnieuw door op <n> te drukken; u gaat verder met de volgende test
door op <y> te drukken; druk op <r> om het onderdeel waar een fout
optrad, opnieuw te testen.
Als u foutcodes ziet tijdens de Pre-boot System Assessment, moet •
u deze noteren en moet u contact opnemen met Alienware
(zie "CONTACT OPNEMEN MET ALIENWARE" op pagina 71).
52
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
OPMERKING: Met de volgende stappen wordt de opstartvolgorde
slechts één keer gewijzigd. De volgende keer dat u de computer
start, gebeurt dat volgens de instellingen die zijn gedenieerd in het
systeemsetupprogramma.
Wanneer de lijst met opstartbronnen verschijnt, markeert u 3. CD/DVD/CD-RW
en drukt u op <Enter>.
Selecteer 4. Boot from CD-ROM (opstarten vanaf cd-rom) in het menu en druk
op <Enter>.
Selecteer 5. Alienware Diagnostics in de genummerde lijst. Als er meerdere
versies worden aangegeven, moet u de versie selecteren die voor uw
computer van toepassing is.
Als het 6. hoofdmenu van Alienware Diagnostics wordt weergegeven,
selecteert u de test die u wilt uitvoeren.
OPMERKING: Noteer eventuele foutcodes en probleembeschrijvingen
precies zoals ze op het beeldscherm verschijnen en volg de instructies op
het scherm.
Als alle tests zijn voltooid, sluit u het testvenster om terug te keren naar het 7.
Main Menu (hoofdmenu) van Alienware Diagnostics.
Verwijder uw 8. Resource DVD en sluit het venster Main Menu (hoofdmenu)
om Alienware Diagnostics af te sluiten en de computer opnieuw te starten.
Alienware
®
Diagnostics
Als er een probleem optreedt met uw Alienware-desktop, dient u Alienware
Diagnostics uit te voeren. Het is aan te bevelen dat u deze procedures afdrukt
voordat u begint.
OPMERKING: Maak een reservekopie (back-up) van alle gegevens voordat
u systeemherstel uitvoert.
OPMERKING: De
Resource DVD
(hulpbronnen-dvd) bevat
stuurprogramma’s voor uw computer. U kunt ook de nieuwste
stuurprogramma’s en software voor uw computer downloaden vanaf
support.dell.com.
Raadpleegdeconguratiegegevens vooruwdesktop enganaof hetapparaat
dat u wilt testen in het systeemsetupprogramma wordt weergegeven en is
geactiveerd. Start Alienware Diagnostics vanaf de
Resource DVD
.
Alienware Diagnostics starten vanaf de Resource DVD
Plaats de 1.
Resource DVD
.
Zet de desktop uit en start deze opnieuw. 2.
Druk zodra het Alienware-logo verschijnt op <F12>.
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem
verschijnt, moet u blijven wachten tot het bureaublad van Microsoft
®
Windows
®
wordt weergegeven. Zet vervolgens de computer uit en probeer
het opnieuw.
53
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
Een audio-cd geeft geen geluid:
Controleer of de audio-cd goed in het station ligt met het opschrift naar •
boven.
Controleer de volumeknoppen om te zien of ze niet uit staan. •
Controleer of het geluid misschien is uitgeschakeld. •
Controleer de speakerkabels om te zien of ze goed zijn aangesloten op de •
audioconnectoren.
Reinig de cd.•
Als de computer twee cd-stations heeft, probeer dan de cd in het andere •
station af te spelen.
Zet de computer uit en start deze opnieuw. •
Installeer de audio-stuurprogramma’s opnieuw. •
Een dvd- of Blu-ray-film kan niet worden afgespeeld:
Zet de computer uit en start deze opnieuw. •
Reinig de schijf. •
Installeer de dvd- of Blu-ray-afspeelsoftware opnieuw. •
Probeereenandereschijf.Sommigeschijvenkunneneenconictmethet•
station hebben als de codering op de dvd of Blu-ray-schijf niet overeenkomt
met de codering die door het station wordt herkend.
Antwoorden op veel voorkomende problemen
Cd-rom, dvd-rom, cd-r/w, dvd±r/w of Blu-ray Disc™-station
De computer herkent de schijf of het station niet:
Controleer of de schijf goed in het station ligt met het opschrift naar boven. •
Probeer een andere schijf. •
Zet de computer uit en start deze opnieuw. •
Reinig de schijf. •
Start de computer opnieuw en open het BIOS door op <F2> te drukken •
terwijl de computer opnieuw wordt opgestart.
Controleer in het BIOS of de SATA-controllers zijn ingeschakeld. Controleer •
destationsconguratieomtecontrolerenofdezecorrectis;raadpleegde
documentatie bij uw station.
GEVAAR: Voordat u in de desktop aan het werk gaat, moet u de
veiligheidsinstructies lezen in de gids "Veiligheid, milieu en regelgeving"
die bij uw computer is meegeleverd. Zie de website van Dell voor de
naleving van de wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_
compliance voor meer veiligheidstips.
Zet de computer uit, haal de stekker uit het stopcontact en open de •
computer. Zorg ervoor dat de kabels goed op het station zijn aangesloten op
het station en op de SATA-connector op uw moederbord of controller (zie de
onderhoudshandleiding).
54
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
De computer reageert niet meer of u ziet een blauw scherm:
GEVAAR: Als u het besturingssysteem niet normaal kunt afsluiten,
bestaat de kans dat u gegevens kwijtraakt.
Als de computer niet reageert op het indrukken van een toets op uw toetsenbord
of het bewegen van uw muis, moet u de aan/uit-knop gedurende ten minste 6
seconden ingedrukt houden totdat de computer wordt uitgeschakeld en de
computer vervolgens opnieuw opstarten.
Een programma reageert niet meer of loopt herhaaldelijk vast
Beëindig het programma:
Druk tegelijkertijd op <Ctrl><Shift><Esc>. 1.
Klik op het tabblad 2. Toepassingen en selecteer het programma dat niet
meer reageert.
Klik op 3. Taak beëindigen.
Controleer de softwaredocumentatie.
Indien nodig maakt u de installatie van het programma ongedaan en installeert
u het opnieuw.
Computer
De computer komt niet door de POST heen:
De POST van de computer (Power On Self Test, ofwel zelftest tijdens opstarten)
zorgt ervoor dat alle hardware goed werkt voordat de rest van het opstartproces
wordt opgestart. Als de POST slaagt, zal de computer normaal verder opstarten.
Als de computer echter niet door de POST heenkomt, zal deze een reeks piepjes
te horen geven tijdens het opstarten als de monitor fouten en problemen niet kan
weergeven. De volgende zichzelf herhalende piepcodes helpen u problemen met de
computer op te lossen. Neem contact op met Alienware als u hulp nodig hebt (zie
"Contact opnemen met Alienware" op pagina 71 voor details).
OPMERKING: Zie de
onderhoudshandleiding
op
support.dell.com/manuals als u onderdelen wilt vervangen.
Piepcode Mogelijk probleem
Een Mogelijke storing van het moederbord - checksumfout BIOS-ROM
Twee Kan geen RAM vinden
OPMERKING: Als u de geheugenmodule hebt geïnstalleerd of
vervangen, moet u nagaan of de geheugenmodule goed vast zit.
Drie Mogelijke storing moederbord - Chipsetfout
Vier Lees-/schrijoutRAM
Vijf Storing in de computerklok (real-time klok)
Zes Storing in videokaart
55
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
Een programma is ontwikkeld voor een eerdere versie van
Microsoft
®
Windows
®
Voer de Wizard Programmacompatibiliteit uit:
De Wizard Programmacompatibiliteit congureert een programma op
zodanige wijze dat het in een omgeving kan worden uitgevoerd die lijkt op een
niet-Windows-besturingssysteemomgeving.
Windows Vista
®
Klik op 1. Start Conguratiescherm Programma’s Een ouder
programma met deze versie van Windows gebruiken.
Klik in het welkomstscherm op 2. Volgende.
Volg de instructies op het scherm.
Windows
®
7
Klik op 1. Start Conguratiescherm Programma’s Programma’s en
functiesEen ouder programma met deze versie van Windows gebruiken.
Klik in het welkomstscherm op 2. Volgende.
Volg de instructies op het scherm.
Andere softwareproblemen
Maak meteen een reservekopie van uw bestanden.
Gebruik een antivirusprogramma om de vaste schijf of cd’s te controleren
Bewaar en sluit alle open bestanden of programma’s en sluit de computer af via
het menu Start.
Scan de computer op spyware:
Als uw computer zeer traag is, vaak last heeft van pop-upadvertenties of als er
problemen zijn met het opzetten van een internetverbinding, is uw computer
mogelijk geïnfecteerd met spyware. Gebruik een virusscanner met bescherming
tegen spyware (mogelijk is voor uw programma een upgrade nodig) om de
computer te scannen en eventuele spyware te verwijderen.
Raadpleeg de documentatie voor de software of neem contact op met de
softwarefabrikant voor informatie met betrekking tot probleemoplossing:
Ga na of het programma compatibel is met het besturingssysteem dat op •
de computer is geïnstalleerd.
Controleer of de computer voldoet aan de minimale hardwarevereisten voor •
de software. Zie de softwarehandleiding voor meer informatie.
Controleer of het programma op de juiste wijze is geïnstalleerd en •
gecongureerd.
Controleerofdestuurprogramma’svoorhetapparaatgeenconicthebben•
met het programma.
Indien nodig maakt u de installatie van het programma ongedaan en •
installeert u het opnieuw.
De PSA-diagnostiek uitvoeren:
Als alle tests met succes zijn afgewerkt, ligt de foutmelding aan een
softwareprobleem.
56
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
Problemen met vaste schijven
Laat de computer afkoelen voordat u deze aanzet.
Een verhitte vaste schijf kan ervoor zorgen dat het besturingssysteem niet
opstart. Probeer de computer naar kamertemperatuur terug te laten keren
voordat u deze aanzet.
Voer Schijfcontrole uit
Windows Vista
®
of Windows
®
7
Klik op 1. Start Computer.
Klik met de rechtermuisknop op 2. Lokale schijf C:
Klik op 3. Eigenschappen
Extra Nu controleren.
Als het venster Gebruikersaccount wordt weergegeven, klikt u op Doorgaan.
Volg de instructies op het scherm.4.
Internet
Kan niet op het internet surfen of het foutbericht "Unable to
locate host" (Kan host niet vinden) wordt weergegeven
Controleer of u verbinding hebt met het internet. •
Controleer of het internetadres dat u in de adresbalk hebt getypt, correct is. •
Probeer een ander internetadres of URL.
Als de foutmelding nog steeds verschijnt, verbreek dan de verbinding met •
de internetaanbieder (ISP) en sluit de browser. Maak opnieuw verbinding en
open de browser.
Als het probleem blijft aanhouden, kan het zijn dat uw provider een •
technische storing heeft.
De internetverbinding is traag
De internetprestaties hangen af van de volgende factoren:
De conditie van de gebruikte telefoon- of netwerkkabels. •
De conditie van de netwerkapparatuur van uw internetaanbieder. •
Degrascheofmultimedia-elementenopwebpagina’s.•
De hoeveelheid browsers, downloads of programma’s die geopend zijn op uw •
computer.
57
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
Toetsenbord
Het toetsenbord reageert niet
Maak het toetsenbord schoon met een spuitbus of perslucht met een goede
spuitmond om stof en vuil te verwijderen dat onder de toetsen zit.
Een teken op het toetsenbord blijft zich herhalen:
Controleer of er niets op de toetsen ligt. •
Controleer of er geen toets vastzit in het toetsenbord. Druk op een •
willekeurige toets om toetsen los te maken die misschien vastzitten en
start uw computer opnieuw.
Morsen op het toetsenbord:
Als u een of andere vloeistof op het toetsenbord morst, zet dan de computer uit.
Maak het toetsenbord schoon met de juiste reinigingsmiddelen en leg het op zijn
kop om het goed leeg te laten lopen. Als het toetsenbord is droog is, zet u de
computer aan. Als het toetsenbord niet werkt, moet het worden vervangen.
Morsen op het toetsenbord valt niet onder de garantie.
Geheugen
Geheugenfouten gedetecteerd bij het opstarten:
Controleer de geheugenmodules. Zitten ze goed vast en zijn ze in de •
goede richting geplaatst? Plaats de geheugenmodules opnieuw in hun
connectoren indien van toepassing. Zie "Geheugenmodules verwijderen en
terugplaatsen" op pagina 42 voor meer informatie.
Bijcomputersmeteentweekanaalsgeheugenconguratiemoetende•
geheugenmodules in paren worden geïnstalleerd. Als u hulp nodig hebt,
neem dan contact op met de technische ondersteuning van Alienware (zie
"CONTACT OPNEMEN MET ALIENWARE" op pagina 71 voor meer informatie).
58
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
Windows
®
7
Klik op 1. Start Conguratiescherm Weergave en persoonlijke
instellingen Beeldscherm.
Wijzig waar nodig de instellingen voor 2. Resolutie en Kleurkalibratie.
Muis
De muis werkt niet:
Controleer of de muis goed is aangesloten op de USB-connector van uw •
computer.
Controleer of de muiskabel beschadigd is. Als de muiskabel beschadigd is, •
zult u de muis moeten vervangen.
Start de computer opnieuw. •
Probeer een muis waarvan u weet dat die goed werkt op dezelfde connector •
om te controleren of de USB-connector goed werkt.
Installeer het apparaatstuurprogramma opnieuw.•
Beeldscherm
Als het beeldscherm leeg is
De computer staat mogelijk in een stroombesparingsmodus.
Druk op een toets op het toetsenbord of druk op de aan/uit-knop om de computer
uit de stand-bymodus te halen.
Test het stopcontact:
Controleer of het stopcontact werkt door het te testen in combinatie met een
ander apparaat, zoals bijvoorbeeld een lamp.
Als het beeldscherm moeilijk te lezen is
Stel de Windows-instellingen voor het beeldscherm bij:
Windows Vista
®
Klik op 1. Start Conguratiescherm Hardware en Software
Persoonlijk proel Weergave-instellingen.
Wijzig waar nodig de instellingen voor 2. Resolutie en Kleuren.
59
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
Stroom
Wanneer u op de aan/uit-knop drukt, gaat de computer niet aan
Als de computer op een piekbeveiliging of een UPS is aangesloten, moet •
u controleren of de piekbeveiliging of UPS goed op het stopcontact is
aangesloten, aan staat en correct werkt.
Controleer of het stopcontact goed werkt door een ander apparaat te •
proberen, bijvoorbeeld een radio of lamp waarvan u weet dat die werkt. Als
het stopcontact niet werkt, neem dan contact op met een elektricien of uw
energieleverancier voor verdere hulp.
Controleer of alle apparaten goed op de computer zijn aangesloten en of de •
computer goed is aangesloten op de piekbeveiliging of UPS.
Als u hulp nodig hebt, neem dan contact op met de ondersteuningsdienst van
Alienware (zie "CONTACT OPNEMEN MET ALIENWARE" op pagina 71 voor meer
informatie).
Printer
De printer gaat niet aan
Ga na of de stroomkabel goed op een stopcontact is aangesloten •
Controleer of het stopcontact goed werkt door een ander apparaat te •
proberen, bijvoorbeeld een radio of lamp waarvan u weet dat die werkt. Als
het stopcontact niet werkt, neem dan contact op met een elektricien of uw
energieleverancier voor verdere hulp.
De printer drukt niet af
Controleer of de stroomkabel goed is aangesloten en of de printer goed op •
de computer is aangesloten. Controleer of de printer aan staat.
Controleer of de printerkabel beschadigd is. Als de printerkabel beschadigd •
is, hebt u mogelijk een nieuwe kabel nodig.
Controleerofdeprinteronlineis.Alsdeprinterofineis,drukdanopde•
knoponlineofofineomhemonlinetezetten.
Als de printer niet de standaardprinter is, controleer dan of u de juiste •
printer hebt geselecteerd in de printerinstellingen.
Installeer het stuurprogramma voor de printer opnieuw.•
60
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
Speakers
Er komt geen geluid uit de speakers
Controleer of de subwoofer (lagetonenspeaker) en de speakers aan staan:
Zie de documentatie die met uw speakers is meegestuurd. Als de speakers zijn
uitgerust met een volumeregeling, moet u het volume-, bas- of treble-niveau
regelenommogelijkestoringenopteheen.
Stel het Windows-volume bij:
Klik of dubbelklik op het speakerpictogram rechts onder in het scherm. Zorg
ervoor dat het volume is ingeschakeld en het geluid niet wordt gedempt.
Haal de koptelefoon uit de koptelefoonconnector:
Het geluid van de speakers wordt automatisch gedeactiveerd wanneer er een
koptelefoon op de koptelefoonconnector wordt aangesloten.
Test het stopcontact:
Controleer of het stopcontact werkt door het te testen in combinatie met een
ander apparaat, zoals bijvoorbeeld een lamp.
Installeer het audiostuurprogramma opnieuw.
De PSA-diagnostiek uitvoeren:
OPMERKING: De volumeregeling in sommige spelers kan de volume-
instellingen van Windows ongedaan maken. Ga na of u niet per ongeluk
het volume van de speler laag of zelfs uit hebt gezet.
Spelbesturing
De computer herkent de spelbesturing niet:
Controleer of de kabel tussen de spelbesturing en de computer niet •
beschadigd is en of hij goed is aangesloten.
Installeer het stuurprogramma van de spelbesturing opnieuw.•
61
HOOFDSTUK 7: SYSTEEMHERSTEL
HOOFDSTUK 7: SYSTEEMHERSTEL
HOOFDSTUK 7: SYSTEEMHERSTEL
Uw computer kent de volgende systeemherstelopties:
Herinstallatie-dvd voor besturingssysteem• — Bevat installatiemedia voor
het besturingssysteem.
AlienRespawn/Datasafe Local• Backup — Op uw computer is AlienRespawn/
DataSafe Local Backup vooraf geïnstalleerd (zie "AlienRespawn/DataSafe
Local Backup" op pagina 62).
Dell DataSafe Online • — Dell DataSafe Online is een online-gegevensback-
upservice (zie "Dell DataSafe Online Backup" op pagina 63).
Systeemstuurprogramma’s• — U kunt de nieuwste stuurprogramma’s voor
uw computer downloaden vanaf support.dell.com.
Resource DVD (hulpbronnen-dvd) • — Bevat stuurprogramma’s voor uw
computer. U kunt ook de nieuwste systeemstuurprogramma’s downloaden
van support.dell.com.
Systeemtoepassingen• — Voor sommige software die vooraf is geïnstalleerd
op uw computer is geen reservekopie-cd/dvd meegeleverd. Deze software is
beschikbaar op Mijn Dell-downloads (DownloadStore.dell.com/media).
OPMERKING: Mijn Dell-downloads zijn niet overal ter wereld beschikbaar.
62
HOOFDSTUK 7: SYSTEEMHERSTEL
AlienRespawn/DataSafe Local Backup
WAARSCHUWINGEN: Wanneer u AlienRespawn/DataSafe Local Backup
gebruikt, worden alle programma’s en stuurprogramma’s verwijderd
die u hebt geïnstalleerd sinds u uw computer ontving. Zorg voor
reservekopieën van toepassingen die u op uw computer nodig hebt
voordat u AlienRespawn/DataSafe Local Backup gebruikt. Gebruik
AlienRespawn/DataSafe Local Backup alleen als Systeemherstel het
probleem met het besturingssysteem niet heeft verholpen.
WAARSCHUWINGEN: Hoewel AlienRespawn/DataSafe Local Backup is
bedoeld om de gegevensbestanden op uw computer te behouden, kunt
u toch het beste reservekopieën van uw gegevens maken voordat u
AlienRespawn/DataSafe Local Backup gaat gebruiken.
OPMERKING: AlienRespawn/DataSafe Local Backup is niet overal ter
wereld beschikbaar.
U kunt met AlienDataSafe Local Backup uw harde schijf terugbrengen naar de staat
waarin deze was toen u de computer kocht, terwijl toch de gegevensbestanden
behouden blijven.
Met AlienRespawn/DataSafe Local Backup kunt u:
Een reservekopie maken van uw computer en deze terugbrengen naar een •
eerdere staat;
Systeemherstelmedia maken.•
AlienRespawn/DataSafe Local Backup
Zo herstelt u de fabriekskopie zonder gegevensbestanden te verliezen:
Zet de computer uit.1.
Koppel alle apparaten (USB-station, printer, enz.) af die aangesloten zijn op 2.
uw computer en verwijder alle later toegevoegde interne hardware.
Zet de computer uit.3.
Druk zodra het Alienware-logo verschijnt meerdere keren op <F8> om het 4.
venster Advanced Boot Options (geavanceerde opstartopties) te openen.
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem
verschijnt, moet u blijven wachten tot het bureaublad van
Microsoft
®
Windows
®
wordt weergegeven. Zet vervolgens de computer uit
en probeer het opnieuw.
Selecteer 5. De computer repareren.
Selecteer 6. AlienRespawn/DataSafe Restore and Emergency Backup
(AlienRespawn/DataSafe herstel- en noodreservekopie) in het menu
System Recovery Options (systeemherstelopties) en volg de aanwijzingen
op het scherm.
OPMERKING: Het herstelproces kan een uur of langer duren, afhankelijk
van hoeveel gegevens hersteld moeten worden.
OPMERKING: Voor meer informatie raadpleegt u kennisbankartikel
353560 op support.dell.com.
63
HOOFDSTUK 7: SYSTEEMHERSTEL
Opwaarderen naar AlienRespawn/DataSafe Local
Backup Professional
AlienRespawn biedt extra functies waarmee u:
Een reservekopie van uw computer kunt maken en herstellen op basis van •
bestandstypen;
Reservekopieën van bestanden kunt maken op een lokaal opslagapparaat;•
Automatische reservekopieën kunt plannen.•
Opwaarderen naar AlienRespawn/DataSafe Local Backup Professional:
Dubbelklik op het pictogram AlienRespawn 1.
in de taakbalk van uw
bureaublad.
Klik op 2. Upgrade Now! (nu opwaarderen).
Volg de instructies op het scherm.3.
Dell DataSafe Online Backup
OPMERKING: Dell DataSafe Online wordt alleen ondersteund door
Windows-besturingssystemen.
OPMERKING: Voor snelle upload- en downloadsnelheden wordt een
breedbandverbinding aangeraden.
Dell DataSafe Online is een geautomatiseerde reservekopie- en hersteldienst
waarmee u uw gegevens en andere belangrijke bestanden kunt beveiligen
tegen catastrofes zoals diefstal, brand of natuurrampen. U hebt toegang tot
de dienst vanaf uw computer door middel van een account die is beveiligd met
een wachtwoord.
Ga voor meer informatie naar delldatasafe.com. Reservekopieën plannen:
Dubbelklik op het pictogram 1.
Dell DataSafe Online op de taakbalk.
Volg de aanwijzingen op het scherm.2.
64
HOOFDSTUK 7: SYSTEEMHERSTEL
Mijn Dell-downloads
OPMERKING: Mijn Dell-downloads zijn niet overal ter wereld beschikbaar.
Sommige software die vooraf is geïnstalleerd op uw Dell-computer is niet voorzien
van een reserve-cd of -dvd. Deze software is beschikbaar op de webpagina Mijn
Dell-downloads. Op deze website kunt u beschikbare software downloaden om
deze opnieuw te installeren of om een reservekopieschijf te maken.
Zo registreert u zich voor Mijn Dell-downloads:
Ga naar 1. DownloadStore.dell.com/media.
Volg de aanwijzingen op het scherm om u te registreren en de software 2.
te downloaden.
Installeer de software opnieuw of maak een reservekopie schijf voor 3.
later gebruikt.
65
HOOFDSTUK 8: BASISSPECIFICATIES
Indithoofdstukvindtudebasisspecicatiesvanuwdesktop.ZiedeUitgebreide
specicaties op support.dell.com/manuals voor meer gedetailleerde
specicaties.
HOOFDSTUK 8: BASISSPECIFICATIES
HOOFDSTUK 8: BASISSPECIFICATIES
66
HOOFDSTUK 8: BASISSPECIFICATIES
Computermodel
Alienware Area-51
Afmetingen
Breedte 249 mm
Diepte 635 mm
Hoogte 557,6 mm (met ventilatieopeningen bovenzijde
gesloten)
595,5 mm (met ventilatieopeningen bovenzijde
geopend)
15,4 mm (meer hoogte als de achtervoet in
gebruik is)
Gewicht (begint op) 31,7 kg
OPMERKING: Het gewicht van uw desktop
varieert,afhankelijkvandeconguratieen
variaties in fabricage.
Processor en systeemchipset
Processor Intel
®
Core
i7
Chipset van de computer Intel X58 Express
Geheugen
Connectoren drie intern toegankelijke DDR3 DIMM-sockets
Capaciteiten 2 GB en 4 GB
Geheugentypes DDR3 en DDR3-XMP
Minimum 6 GB
Maximum 12 GB
Connectoren op het achterpaneel
IEEE 1394 een 6-pins seriële connector
Netwerkadapter twee 10/100/1000 Mbps RJ45-connectoren
USB zes 4-pins USB 2.0-connectoren
eSATA een 4-pins eSATA-connector
S/PDIF een optische en een coaxiale uitgangsconnector
PS/2 twee 6-pins PS/2-connectoren
Audio 7.1-kanaals lijnuitgang, stereomicrofoon en
sterero-lijningangsconnectoren
Uitbreidingssleuven acht openingen van volledige hoogte
voor uitbreidingskaarten naar zes fysieke
expansiesleufconnectoren op het moederbord
67
HOOFDSTUK 8: BASISSPECIFICATIES
Connectoren bovenpaneel
IEEE 1394 een 6-pins seriële connector
USB drie 4-pins USB 2.0-connectoren
Audio connectoren stereokoptelefoon en microfoon
eSATA een 4-pins eSATA-connector
Communicatie
Netwerkadapter 10/100/1000 Mbps Ethernet-LAN op moederbord
Draadloos (optioneel) draadloze WiFi-/Bluetooth-technologie
Stations
Extern toegankelijk drie 5,25-inch stationsvakken voor Blu-ray
Disc
-combo, Blu-ray Disc-schrijver, dvd+/-rw, of
dvd-combo
een 3,5-inch stationsvak voor mediakaartlezer
Intern toegankelijk zes 3,5-inch stationsvakken voor SATA-II vaste
drives
Uitbreidingsbus
PCI:
Connector een
Connectorgrootte 124-pins connector
PCI Express x1:
Connectors twee
Connectorgrootte 36-pinsconnector
PCI Express x16:
Connectors twee
Connectorgrootte 164-pinsconnectoren
Lanes 16
PCI Express x16:
Connector een
Connectorgrootte 164-pins connector
Lanes 4
68
HOOFDSTUK 8: BASISSPECIFICATIES
Computeromgeving
Maximale schoktolerantie (gemeten bij een vaste schijf waarvan de koppen
zijn geparkeerd en bij een halve-sinuspuls van 2 ms):
Tijdens bedrijf 40G voor 2 ms met een snelheidswijziging
van 51 cm/s
Niet in bedrijf 50G voor 26 ms met een snelheidswijziging
van 813 cm/s
Hoogte (maximum):
Tijdens bedrijf –15,2 tot 3.048 m
Tijdens opslag –15,2 tot 10.668 m
Niveau verontreinigende
stoenindelucht
G2oflager,zoalsgedenieerdin
ISA-S71.04-1985
Stroom
Spanning 100-240 V AC, 50-60 Hz
OPMERKING: Zie de veiligheidsinformatie
die bij uw computer is meegestuurd voor
informatie over voltage-instellingen.
Computeromgeving
Temperatuurbereik:
Bedrijfstemperatuur 10°C tot 35°C
Opslag –10°C tot 45°C
Relatieve luchtvochtigheid
(maximum)
20% tot 80% (niet-condenserend)
Maximale trilling (met behulp van een willekeurig vibratiespectrum dat de
gebruikersomgeving simuleert):
Tijdens bedrijf 0,25 GRMS
Niet in bedrijf 2,2 GRMS
69
BIJLAGE A: ALGEMENE EN ELEKTRISCHE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Gebruik van de computer
Leg het netsnoer en alle andere kabels niet op plekken waar mensen er op •
kunnen trappen of over struikelen. Laat geen spullen liggen op het netsnoer.
Morsgeenvloeistoenopofindecomputer.•
Voordat u de computer gaat verplaatsen, moet u alle netsnoeren, modem- •
en andere kabels loskoppelen van het stopcontact. Dit om elektrische
schokken te voorkomen.
Waarschuwing voor elektrostatische ontladingen
(ESD - ElectroStatic Discharge)
Elektrostatische ontladingen kunnen schade veroorzaken aan interne
systeemcomponenten als u geen voorzorgen neemt. ESD wordt veroorzaakt door
statische elektriciteit en de veroorzaakte schade is meestal permanent.
BIJLAGE A: ALGEMENE EN ELEKTRISCHE
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Opstelling van de computer
Lees alle aanwijzingen op het product en in de documentatie voordat u de •
computer gaat gebruiken.
Bewaar alle veiligheids- en gebruikshandleidingen.•
Gebruik dit product nooit in de buurt van water of hittebronnen.•
Stel de computer alleen op op een stabiel werkvlak.•
Gebruik de computer alleen met het netvoedingstype dat op het typeplaatje •
staat vermeld.
Blokkeer de openingen of ventilatoren in de behuizing van de computer •
niet. Deze zijn noodzakelijk voor de ventilering.
Steek geen voorwerpen in de ventilatieopeningen.•
Let erop dat uw computer goed is geaard tijdens gebruik.•
Probeer vooral niet de computer aan te sluiten op een stopcontact dat niet •
goed is geaard.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor de computer, let er dan op dat de •
vereiste stroomsterkte van de computer niet hoger is dan de maximum
stroomsterkte van het verlengsnoer.
70
BIJLAGE A: ALGEMENE EN ELEKTRISCHE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Neem contact op met Alienware als:
De stroomkabel of stekker beschadigd is. •
Er vloeistof gemorst is in uw computer; •
De computer is gevallen of de behuizing is beschadigd; •
De computer zich niet normaal gedraagt als u de aanwijzingen in de •
handleiding volgt.
Vervangen van componenten of accessoires
Het is aan te raden om alleen vervangende onderdelen en accessoires te •
gebruiken die door Alienware worden aanbevolen.
Bewaar alle dozen die u hebt ontvangen voor het geval dat u gekochte •
artikelen wilt retourneren.
Computertechnici dragen speciale polsbandjes waarmee ze zichzelf aarden aan
de computerbehuizing om ESD-schade te voorkomen. U kunt het risico op ESD
verminderen door het volgende te doen:
Zet de computer uit en wacht enkele minuten voordat u aan de slag gaat. •
Aard uzelf door de behuizing van de computer aan te raken. •
Raak alleen de onderdelen aan die vervangen moeten worden. •
Ga niet rondlopen terwijl u onderdelen in de kast vervangt, vooral niet als u •
tapijt hebt of bij lage temperaturen en lage vochtigheidsgraad.
Als u randapparatuurkaarten moet vervangen, leg ze dan op het deel van •
de computerbehuizing dat u hebt verwijderd. Raak de verbindingen op de
onderrand van de kaart waarmee deze in het systeem wordt gestoken, niet
aan.
Algemene veiligheidsvoorzorgen
Mechanische schokken: Uw computer mag nooit mechanische schokken •
ondervinden. On e omgang met uw desktop kan schade veroorzaken.
Mechanische schokken worden niet gedekt door de garantie.
Elektrische schokken: Als u het systeem niet open maakt, hoeft u zich •
geen zorgen te maken. Uw computer beschermt zichzelf tegen de meeste
onregelmatigheden in de stroomtoevoer.
71
BIJLAGE B: CONTACT OPNEMEN MET ALIENWARE
Websites
Meer informatie over de producten en diensten van Alienware is beschikbaar op
de volgende websites:
www.dell.com•
www.dell.com/ap • (alleen landen in Azië/Stille Zuidzee-gebied)
www.dell.com/jp • (alleen Japan)
www.euro.dell.com • (alleen Europa)
www.dell.com/la• (landen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied)
www.dell.ca • (alleen Canada)
U kunt Alienware-ondersteuning krijgen via de volgende websites:
support.dell.com•
support.jp.dell.com• (alleen Japan)
support.euro.dell.com • (alleen Europa)
support.la.dell.com• (Argentinië, Brazilië, Chili, Mexico)
BIJLAGE B: CONTACT OPNEMEN MET
ALIENWARE
OPMERKING: Als u niet over een actieve internetverbinding beschikt,
kunt u contactgegevens vinden op de factuur, de pakbon of in de
productcatalogus van Dell.
Dell biedt verschillende telefonische en online-ondersteuningsdiensten
en -mogelijkheden. Omdat de beschikbaarheid per land en product varieert, zijn
sommige diensten mogelijk niet in uw regio beschikbaar.
Om contact op te nemen met Dell voor zaken op het gebied van verkoop,
technische ondersteuning of klantenservice:
Ga naar 1. www.dell.com/contactdell.
Selecteer uw land of regio.2.
Selecteer de gewenste dienst- of ondersteuningslink.3.
Selecteer de voor u meest prettige methode om contact met Dell op te 4.
nemen.
72
BIJLAGE C: BELANGRIJKE INFORMATIE
BIJLAGE C: BELANGRIJKE INFORMATIE
NVIDIA GeForce GTX 295-videokaarten
Wanneer u twee NVIDIA GeForce GTX 295-videokaarten gebruikt in een •
QuadSLI-conguratie,wordtHDMI-uitvoernietondersteund.
OPMERKING: De HDMI-uitvoer van NVIDIA GeForce GTX 295-videokaarten
werktalleenbijconguratiesmetéénkaart.
Wanneer Quad SLI is ingeschakeld bij een GeForce GTX 295-videokaart, kan •
de videokwaliteit worden geoptimaliseerd via de Dual Link DVI.
Wanneer u een enkele GeForce GTX 295-videokaart met HDMI-uitvoer •
gebruikt, en niet DVI of VGA, wordt er ongeveer 30 seconden geen beeld
weergegeven tot Windows het videostuurprogramma heeft geladen.
U vindt meer informatie over de functionaliteit van de NVIDIA GeForce GTX295-
videokaart op de website van NVIDIA op http://nvidia.custhelp.com/cgi-bin/
nvidia.cfg/php/enduser/std_adp.php?p_faqid=2354.
73
BIJLAGE C: BELANGRIJKE INFORMATIE
Gedrukt in China.
Gedrukt op gerecycled papier.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74

Alienware Area-51 ALX de handleiding

Type
de handleiding