Alienware Area 51 de handleiding

Categorie
Notitieboekjes
Type
de handleiding
01
01
/
HANDLEIDING ALIENWARE
®
-DESKTOP
02
02
/
De inhoud van dit document kan zonder voorafgaande mededeling worden
gewijzigd.
© 2009 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Verveelvoudiging in welke vorm dan ook zonder de schriftelijke toestemming
van Dell Inc. is strikt verboden.
Gebruikte merken in deze handleiding: Alienware, AlienRespawn, AlienFX en het
AlienHead-logo zijn merken of gedeponeerde merken van Alienware Corporation.
Dell, het DELL-logo en ExpressCharge zijn merken van Dell Inc.; Microsoft,
Windows, Windows Vista en het Windows Vista-startknoplogo zijn merken of
gedeponeerde merken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en
andere landen. Intel en SpeedStep zijn gedeponeerde merken en Core is een
merk van Intel Corporation in de V.S. en andere landen. Blu-ray Disc is een merk
van de Blu-ray Disc Association. Bluetooth is een merk van Bluetooth SIG, Inc. en
wordt onder licentie gebruikt door Dell Inc.
Voor overige merken en handelsnamen die in deze handleiding gebruikt worden,
zie de entiteiten die aanspraak maken op deze merken en namen of hun producten.
Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere
merken of handelsnamen dan haar eigen merken en handelsnamen.
Model: D0IX Type: D0IX001 O/N: K955R Rev: A00 Augustus 2009
Opmerkingen, waarschuwingen en gevaarmeldingen
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een
beter gebruik van de computer.
WAARSCHUWING: Een WAARSCHUWING geeft mogelijke schade aan
hardware of gegevensverlies aan en vertelt u hoe u het probleem kunt
voorkomen.
GEVAAR: Een GEVAAR-melding geeft een kans op schade aan
eigendommen, persoonlijk letsel of de dood aan.
03
03
/
INHOUD
INLEIDING ............................................................. 5
HOOFDSTUK 1: UW DESKTOP INSTELLEN ................................ 6
Voordat u uw desktop gaat instellen ............................... 7
Het beeldscherm aansluiten.......................................8
Sluit het toetsenbord en de muis aan ..............................9
Sluit de netwerkkabel aan (optioneel) ..............................9
Sluit de stroomkabel aan .........................................10
Druk op de aan/uit-knop..........................................10
Microsoft Windows instellen.......................................11
Verbinding met het internet maken (optioneel) .....................11
HOOFDSTUK 2: UW DESKTOP LEREN KENNEN ...........................13
Functies aan de voorzijde......................................... 14
Kenmerken achterkant ........................................... 15
Connectoren op het achterpaneel................................. 16
Functies in bovenaanzicht.........................................17
HOOFDSTUK 3: APPARATEN AANSLUITEN ...............................19
Printers aansluiten............................................... 21
USB-apparaten aansluiten .......................................22
IEEE 1394 (FireWire)-apparaten aansluiten ........................22
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN ...............................23
Alienware Command Center ......................................24
Omgaan met RAID ...............................................24
Prestatie optimaliseren ..........................................27
Het BIOS congureren............................................28
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN
INSTALLEREN ...................................................35
Voordat u begint . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Het zijpaneel openen en sluiten ..................................38
Binnenaanzicht van de computer .................................39
Geheugenmodules verwijderen en vervangen .....................40
Vaste schijven verwijderen en vervangen..........................42
Uitbreidingskaarten verwijderen en terugplaatsen.................44
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN................................46
Basishints en tips ................................................47
Reservekopie en algemeen onderhoud ............................47
Softwarediagnosehulpprogramma’s...............................48
Antwoorden op veel voorkomende problemen .....................50
04
04
/
HOOFDSTUK 7: SYSTEEMHERSTEL .....................................58
AlienRespawn v2.0...............................................59
Herstelopties ....................................................60
Wachtwoordbeveiliging .......................................... 61
AlienRespawn v2.0-schijf.........................................62
Dell DataSafe Local Backup .......................................62
HOOFDSTUK 8: BASISSPECIFICATIES ...................................64
BIJLAGE A: ALGEMENE EN ELEKTRISCHE
VEILIGHEIDSMAATREGELEN .....................................68
BIJLAGE B: CONTACT OPNEMEN MET ALIENWARE.......................70
BIJLAGE C: BELANGRIJKE INFORMATIE..................................71
NVIDIA GeForce GTX 295-videokaarten .............................71
INLEIDING
05
05
/
Geachte klant van Alienware,
Welkom bij de Alienware-familie. Wij zijn blij om u te kunnen verwelkomen bij het
groeiende aantal slimme gebruikers van hoogwaardige computers.
De Alienware-technici die uw apparaat hebben samengesteld, hebben ervoor
gezorgd dat uw krachtige computer correct is geoptimaliseerd en maximaal
gebruik maakt van de mogelijkheden. Wij bouwen computers met slechts één
enkele, nooit veranderende doelstelling: te bouwen alsof het je eigen apparaat
is. De technici zullen niet rusten totdat uw nieuwe computer aan onze zeer hoge
eisen voldoet of deze zelfs overschrijdt!
Wij hebben uw computer uitgebreid getest om ervoor te zorgen dat u kunt
genieten van de hoogst mogelijke prestaties. Naast een standaard inwerkperiode
is uw computer getest met realistische hulpmiddelen zoals synthetische
prestatiebenchmarks.
Wij nodigen u uit om uw ervaringen met uw nieuwe zeer krachtige computer met
ons te delen. Aarzel dus niet om Alienware te mailen of te bellen met vragen of
problemen. De hele staf deelt uw enthousiasme voor nieuwe technologie en we
hopen dat u net zoveel van uw nieuwe computer geniet als Alienware geniet van
het bouwen ervan.
Met vriendelijke groet,
Alienware-medewerkers
INLEIDING
INLEIDING
HOOFDSTUK 1: UW DESKTOP INSTELLEN
06
06
/
HOOFDSTUK 1: UW DESKTOP INSTELLEN
HOOFDSTUK 1: UW DESKTOP INSTELLEN
07
07
/
HOOFDSTUK 1: UW DESKTOP INSTELLEN
Productdocumentatie en media
De documentatie die bij uw Alienware
®
is bijgesloten, is bedoeld om vele vragen
te beantwoorden die kunnen rijzen wanneer u de mogelijkheden van uw desktop
aan het verkennen bent. U kunt de documentatie raadplegen voor technische
informatie of voor algemeen gebruik om toekomstige vragen te beantwoorden
of om u te helpen bij het vinden van antwoorden en oplossingen. In sommige
delen van de documentatie wordt verwezen naar de media die bij de desktop zijn
meegeleverd. Deze kunnen nodig zijn om bepaalde taken uit te voeren. Zoals
altijd staat ons technisch ondersteuningspersoneel klaar om u te helpen.
De plaatsing van uw desktop
GEVAAR: Plaats de desktop niet in de buurt van of boven een radiator of
warmtebron. Als u de desktop geheel of gedeeltelijk in een kast plaatst,
zorg dan voor voldoende ventilatie. Plaats de desktop niet op een
vochtige plek of op een plek waar hij blootgesteld kan raken aan regen
of water. Let erop dat u nooit vloeistof morst op of in de desktop.
Wanneer u de desktop plaatst, moet u ervoor zorgen dat:
Deze op een horizontaal, stabiel oppervlak staat; •
Het netsnoer of andere kabelconnectoren niet tussen de desktop en een •
muur of ander object bekneld raken;
Niets de luchtstroom voor, achter of naast de desktop blokkeert;•
De desktop genoeg ruimte heeft zodat optische stations en andere externe •
opslagstations gemakkelijk bereikbaar zijn.
Voordat u uw desktop gaat instellen
Gefeliciteerd met uw aanschaf van een Alienware
®
Area-51!
Lees alstublieft alle veiligheids- en installatieaanwijzingen voordat u uw desktop
aansluit. Begin met de doos voorzichtig te openen en alle geleverde componenten
eruit te halen. Controleer voordat u uw desktop of componenten installeert of er
geen onderdelen beschadigd zijn geraakt tijdens het vervoer.
Zie de bijgevoegde factuur om te controleren of alle bestelde items aanwezig
zijn. Meld eventuele ontbrekende componenten binnen 5 dagen na ontvangst bij
de klantenservice. Meld ontbrekende onderdelen binnen vijf dagen na ontvangst,
anders wordt uw melding niet gehonoreerd. Onderdelen waarop vaak moet
worden gecontroleerd, zijn:
Computer•
U vindt de cd-key van Microsoft•
®
aan de achterkant van de desktop
Toetsenbord (indien besteld)•
Muis (indien besteld)•
Multimediaspeakers en subwoofer (indien besteld)•
Joystick (indien besteld)•
U hebt misschien een kleine platte en/of kruiskopschroevendraaier nodig om
verbindingskabels op uw desktop aan te sluiten.
08
08
/
HOOFDSTUK 1: UW DESKTOP INSTELLEN
Verbindingstype Computer Kabel Beeldscherm
DVI-naar-DVI
(DVI-kabel)
DVI-naar-VGA
(DVI-naar-VGA-
adapter + VGA-
kabel)
HDMI-naar-HDMI
(HDMI-kabel)
HDMI-naar-DVI
(HDMI-naar-DVI-
adapter + DVI-
kabel)
DisplayPort-
naar-DisplayPort
(DisplayPort-
kabel)
Het beeldscherm aansluiten
Verbind het beeldscherm met de connector van de videokaart van uw computer.
OPMERKING: Er is mogelijk een DVI-, HDMI- of DisplayPort-connector
beschikbaar op de door u gekochte videokaart.
U kunt de DVI-naar-VGA-adapter, HDMI-naar-DVI-adapter en extra HDMI- of DVI-
kabels bestellen op de Dell-website op www.dell.com.
Gebruik de juiste kabel voor uw computer en beeldscherm.
OPMERKING: Wanneer u de computer op een enkel beeldscherm aansluit,
dient u dit beeldscherm op EEN van de connectoren van uw computer aan
te sluiten.
09
09
/
HOOFDSTUK 1: UW DESKTOP INSTELLEN
Sluit de netwerkkabel aan (optioneel)
Sluit het toetsenbord en de muis aan
010
010
/
HOOFDSTUK 1: UW DESKTOP INSTELLEN
Druk op de aan/uit-knop
Druk op de aan/uit-knop boven aan de computer.
Sluit de stroomkabel aan
GEVAAR: Stroomconnectoren en stekkerdozen variëren per land. Het
gebruik van een incompatibele kabel of een onjuiste aansluiting van de
kabel op een stekkerdoos of stopcontact kan resulteren in brand of
schade aan de computer.
011
011
/
HOOFDSTUK 1: UW DESKTOP INSTELLEN
Een draadloze verbinding instellen
OPMERKING: Zie de documentatie die bij de router is meegeleverd voor
informatie over het instellen van de draadloze router.
Voordat u uw draadloze internetverbinding kunt gebruiken, moet u de draadloze
router op de computer aansluiten.
U kunt als volgt een verbinding met een draadloze router instellen:
Windows Vista
®
Zorg ervoor dat draadloze verbindingen zijn ingesteld op uw computer.1.
Sla alle open bestanden op en sluit deze en sluit alle open programma’s.2.
Klik op 3. Start Verbinding maken met.
Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.4.
Windows
®
7
Zorg ervoor dat draadloze verbindingen zijn ingesteld op uw computer.1.
Sla alle open bestanden op en sluit deze en sluit alle open programma’s.2.
Klik op 3. Start Conguratiescherm Network and Internet (Netwerk en
internet) Network and Sharing Center (Netwerkverbindingen en delen)
Connect to a network (Verbinding maken met een netwerk).
Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien.4.
Microsoft Windows instellen
WAARSCHUWING: Onderbreek het installatieproces van het
besturingssysteem niet. Hierdoor zou uw desktop onbruikbaar kunnen
worden.
Uw computer is vooraf gecongureerdmet debesturingssysteem-instellingen
die u hebt geselecteerd toen u de computer bestelde. Volg de instructies op uw
schermomderesterendeinstellingentecongureren.
Verbinding met het internet maken (optioneel)
Een draadloze verbinding instellen
Als u een inbelverbinding gebruikt, moet u de telefoonlijn op een externe •
USB-modem (optioneel) en op het telefooncontact aansluiten alvorens u uw
internetverbinding instelt.
Als u een ADSL- of kabel-/satellietverbinding gebruikt, moet u contact •
opnemen met uw internetprovider of mobiele provider voor instructies over
het instellen van de computer.
Volg de instructies in “Uw internetverbinding instellen” op pagina 12 als u het
instellen van uw kabel-internetverbinding wilt voltooien.
012
012
/
HOOFDSTUK 1: UW DESKTOP INSTELLEN
OPMERKING: Als u niet weet welk type verbinding u moet selecteren, klikt
u op Help me kiezen of neemt u contact op met uw internetprovider.
Volg de instructies op het scherm en gebruik de installatieinformatie die
door uw internetprovider werd geleverd om de installatie te voltooien.
Windows
®
7
Klik op 1. Start
Conguratiescherm.
Klik op 2. Network and Internet (Netwerk en internet) Network and Sharing
Center (Netwerkverbindingen en delen)Stel een verbinding of netwerk
in Maak een verbinding met het internet.
Het venster Verbinding met het internet maken wordt weergegeven.
OPMERKING: Als u niet weet welk type verbinding u moet selecteren, klikt
u op Help me kiezen of neemt u contact op met uw internetprovider.
Volg de instructies op het scherm en gebruik de installatieinformatie die door uw
internetprovider is geleverd om de installatie te voltooien.
Een internetverbinding instellen
ISP’s en hun pakketten variëren van land tot land. Neem contact op met uw
internetprovider voor aanbiedingen die in uw land beschikbaar zijn.
Als u geen verbinding kunt maken met het internet terwijl u dat in het verleden
wel kon, is er mogelijk een storing bij de internetprovider (ISP). Neem contact
op met de ISP om de servicestatus te controleren of probeer later opnieuw
verbinding te maken.
Zorg dat u de gegevens van de internetprovider bij de hand hebt. Als u geen
internetprovider hebt, kunt u er een vinden met behulp van de wizard Connect to
the Internet (Verbinding maken met het internet).
Windows Vista
®
OPMERKING: De volgende instructies zijn van toepassing op de
standaardweergave van Windows en zijn mogelijk niet van toepassing als
u de computer op de klassieke Windows-weergave hebt ingesteld.
Sla alle open bestanden op en sluit deze en sluit alle open programma’s.1.
Klik op 2. Start
Conguratiescherm.
Klik op 3. Network and Internet (Netwerk en internet) Network and Sharing
Center (Netwerkverbindingen en delen)Stel een verbinding of netwerk
in Maak een verbinding met het internet.
Het venster Verbinding met het Internet maken wordt weergegeven.
013
013
/
HOOFDSTUK 2: UW DESKTOP LEREN KENNEN
In dit hoofdstuk vindt u informatie over uw nieuwe desktop waarmee u de
verschillende functies leert kennen, zodat u snel aan de slag kunt.
HOOFDSTUK 2: UW DESKTOP
LEREN KENNEN
HOOFDSTUK 2: UW DESKTOP LEREN KENNEN
014
014
/
HOOFDSTUK 2: UW DESKTOP LEREN KENNEN
1
Aan/uit-knop — Druk deze knop in om de computer aan of uit te
zetten. Deze knop wordt verlicht om aan te geven dat de computer aan
staat. De kleur van de knoprand geeft de energiestatus aan.
Uit •
de computer staat uit, staat in de slaapstand, of krijgt geen
stroom.
Gestaag wit •
De computer staat aan.
Knipperend wit •
de computer staat in the stand-bymodus.
2 Optisch station
Hiermee speelt u cd’s, dvd’s en Blu-ray-discs af of neemt
u deze op.
3 Optische stationsvakken (2) — Ondersteunen extra optische stations.
4 Alienhead
Area-51 Standard•
Druk op de Alienhead en laat het stationspaneel
dan handmatig zakken of sluit het handmatig.
Area-51 ALX• — Druk op de Alienhead om het stationspaneel te laten
zakken of sluiten met de gemotoriseerde deur.
Wanneer de computer uit staat, drukt u het stationspaneel omlaag om
het te laten zakken.
5 Stationspaneel — Bedekt het optische station/de optische stations of de
vakken voor deze stations.
6 Optisch station uitwerpknop — Hiermee werpt u de lade van het optische
station uit.
Functies aan de voorzijde
3
2
1
6
4
5
015
015
/
HOOFDSTUK 2: UW DESKTOP LEREN KENNEN
1 Sleuf voor beveiligingskabel – Hiermee kunt u een in de winkel
verkrijgbare beveiligingskabel aan uw computer bevestigen.
OPMERKING: Voordat u een beveiligingskabel koopt, moet u nagaan of
deze werkt in combinatie met de vergrendelingssleuf op uw computer.
2 Aansluitingen op het achterpaneel — Hiermee sluit u USB-, audio- en
andere apparaten aan op de juiste connector.
Zie de sectie “Aansluitingen op het achterpaneel” op pagina 16.
3 Kaartsleuven — Toegangsconnectoren voor geïnstalleerde PCI- en PCI
Express-kaarten.
4 Stroomconnector — Hierop wordt de stroomkabel aangesloten.
5 Grendel — Hiermee sluit of opent u de vergrendelingssleuf en vergrendelt
of ontgrendelt u het vrijgavepaneel. Schuif de grendel naar links om de
vergrendelingssleuf te openen en het vrijgavepaneel te vergrendelen.
Zie “Het zijpaneel openen en sluiten” op pagina 38 voor meer informatie
over het zijpaneel.
Kenmerken achterkant
1
4
2
3
5
016
016
/
HOOFDSTUK 2: UW DESKTOP LEREN KENNEN
1 PS/2-toetsenbordconnector Hiermee sluit u een standaard-PS2-
toetsenbord aan.
2
Optische S/PDIF-connector Hierop sluit u versterkers, speakers of
TV’s aan voor digitale audio-uitvoer via optische digitale kabels. Dit type
is in staat om een audiosignaal over te dragen zonder door een analoog
audioconversieproces te gaan.
3
USB 2.0-connectoren (6) — Hierop kunt u USB-apparaten aansluiten,
zoals een muis, toetsenbord, printer, extern station of MP3-speler.
4
eSATA-connector Hierop sluit u met eSATA compatibele
opslagapparaten aan, zoals externe vaste schijven of optische stations.
5 Audioconnectoren
Hiermee sluit u speakers, microfoon en koptelefoons
aan.
OPMERKING: Zie “Externe speakers aansluiten” op pagina 20 voor meer
informatie over audioconnectoren.
6
Netwerkconnectoren (2) Hiermee sluit u de computer aan op een
netwerk of breedbandapparaat.
7
IEEE 1394-connector Hiermee sluit u seriële multimedia-apparaten
met hoge snelheid aan, zoals digitale videocamera’s.
8
Coaxiale S/PDIF-connector Hiermee sluit u versterkers, speakers
of TV’s aan voor digitale audio-uitvoer via digitale coaxkabels. Dit type
is in staat om een audiosignaal over te dragen zonder door een analoog
audioconversieproces te gaan.
9 PS/2-muisconnector
Hiermee sluit u een standaard-PS2-muis aan.
Connectoren op het achterpaneel
9
8
6
4
3
1
5
2
7
017
017
/
HOOFDSTUK 2: UW DESKTOP LEREN KENNEN
Functies in bovenaanzicht
De connectoren van het bovenpaneel gebruiken
Druk het bovenpaneel omlaag om bij de connectoren van het bovenpaneel te
komen.
1
1 Bovenpaneel
Knop achterbelichting
Druk op de knop voor achterbelichting om het licht aan te zetten zodat u
de connectoren op het achterpaneel kunt weergeven. Dit licht zet zichzelf
automatisch na een paar seconden uit.
018
018
/
HOOFDSTUK 2: UW DESKTOP LEREN KENNEN
Connectoren bovenpaneel
1
2
3
4
5
1
USB 2.0-connectoren (3) Hiermee sluit u USB-apparaten aan, zoals
een muis, toetsenbord, printer, extern station of MP3-speler.
2
eSATA-connector Hierop sluit u met eSATA compatibele
opslagapparaten aan, zoals externe vaste schijven of optische stations.
3
IEEE 1394 — Hiermee kunt u seriële multimedia-apparaten met hoge
snelheid aansluiten, zoals digitale videcamera’s.
4
Connector koptelefoon — Hiermee sluit u koptelefoons aan.
OPMERKING: Als u een van stroom voorziene speaker of geluidssysteem wilt
aansluiten, dient u de audio out-connector of een van de S/PDIF-connectoren
aan de achterkant van de computer te gebruiken.
5
Microfoonconnector — Hiermee sluit u een microfoon aan voor spraak-
of audio-invoer voor een geluids- of telefoonprogramma.
019
019
/
HOOFDSTUK 3: APPARATEN AANSLUITEN
In dit hoofdstuk vindt u informatie over het aansluiten van optionele apparaten op
uw desktop waarmee u uw audio-, video- en digitale ervaring kunt verbeteren.
HOOFDSTUK 3: APPARATEN
AANSLUITEN
HOOFDSTUK 3: APPARATEN AANSLUITEN
020
020
/
HOOFDSTUK 3: APPARATEN AANSLUITEN
Externe speakers aansluiten
Uw Alienware-desktop heeft vijf geïntegreerde audio-uitgangen en één audio-
ingang. De audio-uitgangen leveren kwaliteitsgeluid en ondersteunen 7.1-
surroundaudio. U kunt de audio-ingang gebruiken van een stereo-installatie of
speakersysteem voor een betere spel- en mediaervaring.
OPMERKING: Op computers met een geluidskaart moet u de connector op
de kaart gebruiken.
1
2
3
5
6
4
1
L/R surround-connector zijkant Hierop sluit u de L/R-
surroundspeakers voor de zijkant aan.
2
L/R surround-connector achterkant Hierop sluit u de L/R-
surroundspeakers voor de achterkant aan.
3
Connector midden/subwoofer Hierop sluit u een middenspeaker of
subwoofer aan.
4
Line-in-connector — Hiermee sluit u een opname- of afspeelapparaat
aan, zoals een microfoon, cassettespeler, cd-speler of videorecorder.
5
L/R surround-connector voorkant Hierop sluit u de L/R-
surroundspeakers voor de voorkant aan.
6
Microfoon-connector — Hiermee sluit u een microfoon aan voor
spraak- of audio-invoer voor een geluids- of telefoonprogramma.
021
021
/
HOOFDSTUK 3: APPARATEN AANSLUITEN
Printers aansluiten
Een plug-en-playprinter aansluiten
Als uw printer plug-en-play ondersteunt, zal uw besturingssysteem deze
detecteren en proberen de printer automatisch te installeren. In sommige gevallen
heeft Windows een stuurprogramma voor de printer nodig. Dit stuurprogramma
vindt u op de software-cd die bij de printer is meegeleverd.
Sluit de USB-kabel van de printer aan op een beschikbare USB-connector op 1.
uw desktop.
Sluit het netsnoer van de printer aan op een geaard stekkerblok, een UPS of 2.
een stopcontact.
Zet de printer aan en Microsoft Windows zal deze automatisch detecteren 3.
en het juiste stuurprogramma installeren.
Twee typen audioconnector:
1 2
1 Stereoaansluiting Uw koptelefoonaansluiting moet dit type connector
hebben.
2 Mono-aansluiting
Uw microfoon moet dit type connector hebben.
022
022
/
HOOFDSTUK 3: APPARATEN AANSLUITEN
Een niet-plug-en-playprinter aansluiten
Windows Vista
®
Klik op 1. Start Conguratiescherm.
Klik op 2. Hardware and Sound (Hardware en geluid)Printer toevoegen.
Volg de instructies op het scherm. 3.
Windows
®
7
Klik op 1. Start Conguratiescherm.
Klik op 2. Hardware and Sound (Hardware en geluid)Devices and Printers
(Apparaten en printers)Printer toevoegen.
Volg de instructies op het scherm. 3.
Zie de documentatie die bij de printer is meegeleverd voor meer informatie.
USB-apparaten aansluiten
Sluit USB-apparaten aan op een niet-gebruikte USB-connector op uw desktop.
Microsoft Windows detecteert het apparaat en zal proberen het juiste
stuurprogramma automatisch te installeren. In sommige gevallen heeft Windows
een stuurprogramma nodig. Dit stuurprogramma vindt u op de software-cd die is
meegeleverd met het apparaat.
Als uw toetsenbord of muis een USB-connector heeft, dient u deze op een
beschikbare USB-connector op de desktop aan te sluiten.
IEEE 1394 (FireWire)-apparaten aansluiten
Sluit het IEEE 1394-apparaat aan op de IEEE 1394-connector op uw desktop.
Uw besturingssysteem detecteert het apparaat en zal proberen het juiste
stuurprogramma automatisch te installeren. In sommige gevallen heeft Windows
een stuurprogramma nodig. Dit stuurprogramma vindt u op de software-cd die is
meegeleverd met het apparaat.
Zie de documentatie die bij het apparaat is meegeleverd voor meer informatie.
023
023
/
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
024
024
/
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
ermal Controls (warmtebesturing)
Met ermal Controls kunt u de warmte- en ventilatiemogelijkheden van de
computer besturen door het wijzigen van de ventilatorsnelheid en het gedrag
van de ventilatieopeningen boven op de computer.
Omgaan met RAID
Een RAID (Redundant Array of Independent Disks - redundante rij onafhankelijke
schijven) is een schijfopslagconguratie waarbij prestaties worden verbeterd
of gegevens worden verdubbeld. In deze sectie worden vier basis-RAID-niveaus
besproken.
RAID-niveau 0 wordt aanbevolen voor betere prestaties (snellere doorvoer). •
RAID-niveau 1 wordt aanbevolen voor gebruikers die een hoog niveau van •
gegevensintegriteit nodig hebben.
RAID-niveau 5 wordt aanbevolen voor betere prestaties en foutentolerantie.•
RAID-niveau 10 wordt aanbevolen voor betere prestaties en •
gegevensintegriteit.
OPMERKING: RAID vereist meerdere vaste schijven. Het aantal vaste
schijvendatnodigis,hangtafvandeRAID-conguratie.
Alienware Command Center
Alienware
®
Command Center biedt toegang tot Alienware’s exclusieve software
en is een conguratiepaneel dat voortdurend kan worden bijgewerkt. Als
Alienware nieuwe programma’s publiceert, worden deze rechtstreeks gedownload
naar het Command Center, waardoor u een bibliotheek kunt opbouwen met
systeembeheer-, optimalisatie- en aanpassingshulpmiddelen.
U opent het Command Center door achtereenvolgens te klikken op Start
Alle programma’s Alienware Command Center Command Center.
AlienFX
AlienFX stelt u ertoe in staat het gedrag van de lampjes op uw computer zelf
in te stellen. U kunt gedrag van lampjes toewijzen aan gebeurtenissen als het
ontvangen van nieuwe e-mail, het in de stand-bymodus gaan van de computer
en het openen van een nieuwe toepassing.
AlienFusion
AlienFusion geeft u toegang tot de energiebeheerbesturing van uw Alienware-
computeromutehelpenenergieefciëntertegebruiken.
025
025
/
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
RAID-niveau 0
WAARSCHUWING: RAID-niveau 0 biedt geen redundantie. Een fout in
één van de vaste schijven betekent dan ook verlies van alle gegevens.
Maak regelmatig reservekopieën om uw gegevens te beveiligen.
RAID-niveau 0 maakt gebruik van “data striping” om de toegangstijden naar
gegevens te verhogen. Data striping is een methode waarbij achtereenvolgende
segmenten gegevens, stripes genoemd, worden weggeschreven naar de fysieke
schijven zodat één grote virtuele schijf ontstaat. Hierdoor kan een van de schijven
gegevens lezen terwijl de andere schijf naar het volgende blok zoekt of bezig is
met het lezen daarvan.
Schijf 1
Schijf 0
RAID 0 gebruikt de volledige opslagcapaciteit van beide stations. Zo zullen twee
schijven met een capaciteit van 2 GB samen 4 GB aan schijfruimte voor het
opslaan van gegevens bieden.
OPMERKING: IneenRAID0-conguratieisdecapaciteitvandeconguratie
gelijk aan de capaciteit van het kleinste station, vermenigvuldigd met het
aantalschijvenbinnendeconguratie.
RAID-niveau 1
Bij RAID-niveau 1 worden gegevens gespiegeld om de gegevensintegriteit te
verhogen. Wanneer gegevens naar de primaire vaste schijf worden geschreven,
worden deze tegelijkertijd gedupliceerd, oftewel gespiegeld, op de secundaire
vasteschijfbinnendeconguratie.RAID-niveau1ruilthogeregegevenssnelheden
in voor gegevensredundantie.
Schijf 1
Schijf 0
Als er een storing op één vaste schijf plaatsvindt, worden daaropvolgende
lees- en schrijfbewerkingen naar de nog functionerende schijf overgedragen.
Vervolgens kan een vervangende schijf worden ingericht met de gegevens van
de overgebleven schijf.
OPMERKING: Binnen een RAID-niveau1-conguratiekomt de capaciteit
vandeconguratieovereenmetdecapaciteitvandekleinsteschijfbinnen
deconguratie.
026
026
/
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
RAID-niveau 10
RAID 10, een combinatie van RAID 1 en RAID 0, gebruikt diskstriping over gespiegelde
schijven. Het biedt hoge gegevensdoorvoer en volledige gegevensredundantie.
RAID 10 ondersteunt maximaal acht spans en maximaal 32 fysieke schijven per
span.
A1
Schijf 0
RAID 1+0
RAID 1RAID 1
A3
A5
A7
A1
A3
A5
A7
A2
A4
A6
A8
A2
A4
A6
A8
Schijf 1 Schijf 2 Schijf 3
RAID-niveau 5
Bij RAID-niveau 5 wordt gegevenspariteit gebruikt. Bij RAID-niveau 5 worden
gegevens- en pariteitsinformatie segmentsgewijs over drie of meer stations
verdeeld (data striping). Het biedt data striping op byteniveau en ook
stripefoutcorrectie-informatie (roterende pariteitsarray). Dit resulteert in
uitstekende prestaties en goede foutentolerantie.
Als er een storing op de vaste schijf plaatsvindt, zullen daaropvolgende lees-
en schrijfbewerkingen naar de overlevende schijven worden overgedragen.
Vervolgens kan een vervangende schijf worden ingericht met de gegevens van de
overlevende schijven. Aangezien gegevens worden gedupliceerd op de primaire
en extra stations, leiden vier stations van 120 GB gezamenlijk tot een maximum
van 360 GB voor gegevensopslag.
A1
Schijf 0 Schijf 1 Schijf 2 Schijf 3
B1
C1
Dp
A2
B2
Cp
D1
A3
Bp
C2
D2
Ap
B3
C3
D3
RAID 5
027
027
/
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
Voor computers met de Intel
®
Core™i7 Extreme Edition-processor bevat het
BIOS vooraf ingestelde overklokniveaus die het u mogelijk maken de computer
makkelijk te overklokken. De volgende opties zijn beschikbaar op de pagina
Frequency/Voltage Control van de Systeemsetup:
Level 1 OC Setting•
Level 2 OC Setting•
Level 3 OCSetting•
Zie“HetBIOScongureren”oppagina27 voor meer informatie.
Prestatie-jnafstemming op softwarebasis
Op uw computer kunnen bij levering hulpprogramma’s als Intel Extreme
Tuning Utility geïnstalleerd zijn, die u helpen de prestatie van de computer te
optimaliseren.
Zie het Help-bestand van het hulpprogramma voor meer informatie over de
beschikbare opties.
Prestatie optimaliseren
Uw computer is gecongureerd om optimaal te werken met een breed scala
aan toepassingen.Afhankelijk vande door u gekochte conguratie, kan op de
computer overklokken zijn toegepast bij de fabriek om maximale prestatie te
bereiken bij toepassingen die zwaar gebruik maken van de systeembronnen,
zoals spellen en multimedia-ontwikkeling.
WAARSCHUWING: Technische ondersteuning verieert de volledige
functionaliteit van de computer met de instellingen die bij de fabriek
zijn gecongureerd. Alienware biedt geen technische ondersteuning
voor enige hardware- of softwareproblemen die voorkomen uit het
instellen van de computer op waarden die anders zijn dan de
fabrieksinstellingen.
Prestatieafstemming op basis van systeemsetup
WAARSCHUWING: Het wordt niet aangeraden om de processor of enige
andere systeemonderdelen te laten werken bij hogere instellingen dan
de vooraf ingestelde BIOS-instellingen. Als u dit toch doet, kan dit leiden
tot systeeminstabiliteit, verminderde levensduur van onderdelen of
permanente schade aan onderdelen.
028
028
/
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
Het BIOS congureren
Systeem-setup
Met de opties van Systeem-setup kunt u:
Desysteemconguratiegegevenswijzigennadatuhardwarehebt•
toegevoegd, gewijzigd of verwijderd;
Een door de gebruiker te selecteren optie instellen of wijzigen;•
De geïnstalleerde hoeveelheid geheugen weergeven of het type •
geïnstalleerde vaste schijf instellen.
Voordat u gebruik maakt van het systeemsetupprogramma, wordt u aangeraden
om de informatie in het scherm van het systeemsetupprogramma te noteren
voor later.
WAARSCHUWING: U mag de instellingen van het systeemsetupprogramma
alleen wijzigen als u een ervaren computergebruiker bent. Bepaalde
wijzigingen kunnen ertoe leiden dat uw computer niet langer naar behoren
functioneert.
Systeemsetup openen
Start (of herstart) uw desktop.1.
Druk terwijl de computer wordt opgestart onmiddellijk op <F2> voordat 2.
het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven om zo het BIOS-
setupprogramma BIOS Setup Utility te openen.
OPMERKING: Als er tijdens de POST (Power On Self Test - zelftest bij
opstarten) een fout optreedt, drukt u op <F2> wanneer de prompt wordt
weergegeven om het programma BIOS-setupprogramma te openen.
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem
verschijnt, moet u blijven wachten tot het bureaublad van Microsoft
®
Windows
®
wordt weergegeven. Vervolgens moet u de computer uitzetten
en het opnieuw proberen.
OPMERKING: Als een toets gedurende lange tijd wordt ingedrukt, kan dit
leiden tot een storing van het toetsenbord. Om een storing van het
toetsenbord te voorkomen, moet u in gelijkmatige intervallen op <F2>
drukken totdat het hoofdmenu van het systeemsetupprogramma
verschijnt.
De schermen van Systeem-setup
Het venster van het BIOS-setupprogramma geeft huidige of veranderbare
conguratiegegevensvooruwnotebookweer.
Onder aan het venster van het BIOS-setupprogramma staan functietoetsen en
hun werking binnen het actieve veld.
029
029
/
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
Systeem-setupopties
OPMERKING: De items in deze sectie worden mogelijk niet exact
weergegeven als vermeld, afhankelijk van het model van uw computer en
de geïnstalleerde apparaten.
OPMERKING: Zie de onderhoudshandleiding op support.dell.com/
manuals voor de bijgewerkte systeeminformatie.
Systeeminformatie
Product Name
(productnaam)
Geeft de productnaam weer.
BIOS Version
(BIOS-versie)
Geeft het versienummer en de datum van het BIOS
weer.
Input Service Tag
Hier kunt u het servicelabel invoeren.
Service Tag
Geeft het servicelabel van de computer weer.
Asset Tag
(inventarislabel)
Geeft het inventarislabel van de computer weer.
Memory Installed
Hier wordt weergegeven hoeveel geheugen in de
computer is geïnstalleerd.
Memory Available
Geeft de hoeveelheid geheugen weer die in uw
computer beschikbaar is.
Memory Technology
Geeft het gebruikte type geheugentechnologie
weer.
Systeeminformatie
Memory Speed
(geheugensnelheid)
Geeft de snelheid van het geheugen weer.
CPU ID/uCode ID
Geeft de processor-id weer.
CPU Speed (CPU-
snelheid)
Geeft de snelheid van de processor weer.
Current QPI Speed
Geeft de QPI-snelheid weer.
Cache L2
Geeft de L2-cachegrootte van de processor weer.
Cache L3
Geeft de L3-cachegrootte van de processor weer.
Standaard CMOS-functies
System Time
(hh:mm:ss)
Geeft de huidige tijd weer.
System Date
(mm:dd:yy)
Geeft de huidige datum weer.
SATA 1
Geeft het SATA 1-station weer dat in uw computer is
geïntegreerd.
SATA 2
Geeft het SATA 2-station weer dat in uw computer is
geïntegreerd.
SATA 3
Geeft het SATA 3-station weer dat in uw computer is
geïntegreerd.
030
030
/
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
Standaard CMOS-functies
SATA 4
Geeft het SATA4-station weer dat in uw computer is
geïntegreerd.
SATA 5
Geeft het SATA 5-station weer dat in uw computer is
geïntegreerd.
SATA 6
Geeft het SATA 6-station weer dat in uw computer is
geïntegreerd.
SATA 7
Geeft het SATA 7-station weer dat in uw computer is
geïntegreerd.
SATA 8
Geeft het SATA 8-station weer dat in uw computer is
geïntegreerd.
IDE Master
Geeft het IDE-hoofdstation (master) weer dat in uw
computer is geïntegreerd.
IDE Slave
Geeft het ondergeschikte IDE-station (slave) weer dat
in uw computer is geïntegreerd.
Wait For ‘F1’
If Error
Als deze functie is ingeschakeld, geeft de computer
fouten weer die tijdens POST zijn gedetecteerd. Druk op
<F1> om door te gaan.
Gevanceerde BIOS-functies
Bootup Num-Lock
Selecteert de stroom-aan status voor num-lock.
ACPI APIC support
Neemt de ACPI APIC-tabelaanwijzer op in de
RSDT-aanwijzerlijst.
OptionRom Display
Screen
Stel de weergavemodus in voor het venster
Raid Option Rom.
(Hide = verbergen; Display = weergeven)
CD/DVD Drives
Stelt de opstartvolgorde in voor de cd-/dvd-
stations.
Functies opstartconguratie
1st Boot Device
Geeft het eerste opstartapparaat weer.
2nd Boot Device
Geeft het tweede opstartapparaat weer.
Hard Disk Drives
Stelt de opstartvolgorde voor de vaste
schijven in. De weergegeven items worden
dynamisch bijgewerkt conform the
aangetroenvasteschijven.
CD/DVD Drives
Stelt de opstartvolgorde in voor de cd-/dvd-
stations.
031
031
/
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
Conguratie CPU
XD Bit Capability
Schakelt XD Bit Capability in om de
processor ertoe in staat te stellen te
onderscheiden welke stukken code
kunnen worden uitgevoerd en welke
niet kunnen worden uitgevoerd.
Intel
®
Speedstep
tech
Als deze optie is ingeschakeld, worden
de snelheid van de processorklok en
het kernvoltage dynamisch aangepast
op basis van de processorbelasting.
Intel
®
C State Tech
Indien ingeschakeld wordt C State:
Processor idle ingesteld op C2/C3/C4.
Geïntegreerde apparaten
USB Functions
Hiermee kunt u de geïntegreerde
USB-controller in- en uitschakelen.
HD Audio Controller
Hiermee kunt u de geïntegreerde
audiocontroller in- en uitschakelen.
Onboard IEEE1394 Controller
Hiermee kunt u de geïntegreerde
IEEE1394-controller in- en
uitschakelen.
LAN1 BCM5784 Device
Hiermee kunt u de geïntegreerde
LAN-controller in- en uitschakelen.
Geïntegreerde apparaten
LAN1 Option ROM
Hiermee kunt u de opstartoptie
voor de netwerkcontroller in- of
uitschakelen.
LAN2 BCM5784 Device
Hiermee kunt u de geïntegreerde
LAN2-controller in- en uitschakelen.
LAN2 Option ROM
Hiermee kunt u de opstartoptie
voor de netwerkcontroller in- en
uitschakelen.
JMicron 363 ATA Controller
Hiermee kunt u de geïntegreerde ATA-
controller in- en uitschakelen.
SiL3132 E-Sata Device
Hiermee kunt u de e-SATA-controller
in- en uitschakelen.
Congure SATA#1-6 as
Hiermee kunt u de geïntegreerde
vasteschijf-controllercongureren
als AHCI en RAID.
AHCI CD/DVD Boot Time out
Hiermee kunt u de wachttijd instellen
voor SATA of CD/DVD in AHCI-modus.
032
032
/
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
Energiebeheerinstellingen
Suspend Mode
Hiermee stelt u de
energiebesparingsmodus van de
ACPI-functie in.
AC Recovery
Instellen wat de computer doet
wanneer de stroomtoevoer wordt
hersteld.
Remote Wakeup
Stelt het systeem in om te activeren
vanaf een ingebouwde LAN, PCIE-X1
LAN-kaart of een PCI LAN-kaart.
Auto Power On
Hiermee laat u de computer op een
bepaalde tijd opstarten.
Frequency/Voltage Control
CPU Speed (CPU-snelheid)
Geeft de huidige snelheid van de
processor weer.
Memory Speed
(geheugensnelheid)
Geeft de huidige snelheid van het
geheugen weer.
Current QPI Speed
Geeft de huidige QPI-snelheid weer.
QPI Frequency
Hiermee kunt u de QPI-frequentie
wijzigen.
Memory Ratio
Hiermee kunt u de
geheugenverhouding wijzigen.
Frequency/Voltage Control
CPU Core (Non-Turbo) Ratio
Geeft de verhouding weer tussen
de processorkernklok en de FSB-
frequentie.
Advance DRAM Conguration
Hiermee kunt u het submenu Advance
DRAMCongurationopenen
Overclock Conguration
Hiermee kunt u het submenu
OverclockCongurationopenen
Overvoltage Conguration
Hiermee kunt u het submenu
OvervoltageCongurationopenen
Load Level 1 OC Setting
Hiermee kunt u de Level
1-overklokinstellingen herstellen die
bij de fabriek zijn ingesteld. Worden
alleen weergegeven met een XE-
processor.
Load Level 2 OC Setting
Hiermee kunt u de Level
2-overklokinstellingen herstellen die
bij de fabriek zijn ingesteld. Worden
alleen weergegeven met een XE-
processor.
Load Level 3 OC Setting
Hiermee kunt u de Level
3-overklokinstellingen herstellen die
bij de fabriek zijn ingesteld. Worden
alleen weergegeven met een XE-
processor.
033
033
/
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
Submenu Advance DRAM Conguration (geavanceerde DRAM-conguratie)
Memory-Z
Hiermee opent u een submenu
omdeSPD-conguratievoorelke
geheugenmodule weer te geven.
Advanced Memory
Settings (geavanceerde
geheugeninstellingen)
Hiermee kunt u de handmatige
modus in- en uitschakelen en kunt u
alle timingparameters instellen.
tCL
Hiermee geeft u de CAS-latentie weer
(bewerkbaar in handmatige modus).
tRCD
Hiermee geeft u de timing van
RAS- naar CAS-vertraging weer
(bewerkbaar in handmatige modus).
tRP
Hiermee geeft u de timing van RAS
Precharge weer (bewerkbaar in
handmatige modus).
tRAS
Hiermee geeft u de RAS-timing weer
(bewerkbaar in handmatige modus).
tRFC
Hiermee geeft u de timing weer van
de cyclustijd vernieuwe naar archief/
vernieuwen.
tWR
Hiermee geeft u de timing van
schrijfherstel weer (bewerkbaar in
handmatige modus).
Submenu Advance DRAM Conguration (geavanceerde DRAM-conguratie)
tWTR
Hiermee geeft u de vertraging tussen
schrijven en lezen weer (bewerkbaar
in handmatige modus).
tRRD
Hiermee geeft u de vertraging van
RAS naar RAS weer (bewerkbaar in
handmatige modus).
tRTP
Hiermee geeft u de vertraging tussen
lezen en voorladen van opdracht weer
(bewerkbaar in handmatige modus).
1T/2T Timing
Hiermee geeft u de opdrachtsnelheid
weer (bewerkbaar in handmatige
modus).
Submenu Overclock Conguration (overklokconguratie)
Adjust CPU BClk (MHz)
Hiermee kunt u de BClk van de
processor aanpassen.
Spread Spectrum
Spread Spectrum-modulatie in-/
uitschakelen.
Adjust PCI Frequency (MHz)
Hiermee kunt u de PCI-frequentie
aanpassen.
Adjust PCI-E Frequency (MHz)
Hiermee kunt u de PCI-E-frequentie
aanpassen.
034
034
/
HOOFDSTUK 4: UW DESKTOP GEBRUIKEN
Submenu Overclock Conguration (overklokconguratie)
Intel® Turbo Mode tech
Als dit is ingeschakeld, kan de
processor met snellere frequenties
werken dan aangegeven.
[1-4] Core CPU Turbo Ratio
Limit
Beperkt de verhouding voor kern 1-4.
Turbo Mode TDC Limit
Override
Hiermee kunt u de huidige drempels
voor de processor programmeren
terwijl deze in de turbomodus werkt.
Turbo Mode TDP Limit
Override
Hiermee kunt u de stroomdrempels
voor de processor programmeren
terwijl deze in de turbomodus werkt.
Submenu Overvoltage Conguration (overvoltageconguratie)
CPU Temperature Sensor
Geeft de processortemperatuur weer
in Celsius en Fahrenheit.
VCore
Geeft het kernvoltage van de
processor weer.
Dynamic CPU VCore Offset
Voltageosetprocessorkern.
DDR3 Memory Voltage
Het voltage voor het DDR3-geheugen
aanpassen.
IOH Voltage
Het IOH-voltage aanpassen.
Submenu Overvoltage Conguration (overvoltageconguratie)
QPI and Uncore Voltage
Het QPI- en Uncore-voltage
aanpassen.
Beveiligingsfuncties BIOS
Change Supervisor Password
Hiermee kunt u het
supervisorwachtwoord instellen of
wijzigen.
Change User Password
Hiermee kunt u het
gebruikerswachtwoord
instellen of wijzigen. U kunt het
gebruikerswachtwoord niet gebruiken
om de BIOS-instellingen te wijzigen.
Exit (Afsluiten)
Exit Options
Biedt opties voor het opslaan van
wijzigingen en afsluiten (Save Changes
and Exit), het negeren van wijzigingen
en afsluiten (Discard Changes and
Exit) en het laden van optimale
standaardwaarden (Load Optimal
Defaults).
035
035
/
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
In dit hoofdstuk vindt u richtlijnen en aanwijzingen voor het vergroten van de
processorprestaties en de opslagruimte door het upgraden van apparatuur. U kunt
onderdelen voor uw desktop kopen op www.dell.com of www.alienware.com.
OPMERKING: Zie de onderhoudshandleiding op support.dell.com/manuals
voor installatie-instructies voor alle door de gebruiker te onderhouden
onderdelen. Onderdelen die u bij Dell en Alienware koopt, worden geleverd
metspeciekeinstallatieaanwijzingen.
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF
VERVANGENDE ONDERDELEN
INSTALLEREN
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE
ONDERDELEN INSTALLEREN
036
036
/
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
Voordat u begint
In deze sectie worden de procedures beschreven voor het verwijderen en
installeren van onderdelen voor uw desktop. Tenzij anders vermeld gaat elke
procedure ervan uit dat er sprake is van de volgende omstandigheden:
U hebt de stappen uitgevoerd die beschreven zijn onder “Uw desktop •
uitzetten” en “Voordat u uw desktop open maakt” in deze sectie.
U hebt de veiligheidsinformatie gelezen die is meegeleverd met uw desktop.•
U kunt een onderdeel vervangen of, indien los aangekocht, installeren door •
de verwijderingsprocedure in omgekeerde volgorde uit te voeren.
De desktop uitzetten
WAARSCHUWING: Als u gegevensverlies wilt voorkomen, moet u alle
open bestanden opslaan en sluiten en alle geopende programma’s
sluiten voordat u de desktop uitzet.
Sla alle geopende bestanden op en sluit ze en sluit alle geopende 1.
programma’s af.
Klik op 2. Start
Afsluiten.
De desktop wordt uitgezet nadat het besturingssysteem is afgesloten.
Controleer of de desktop en alle daaraan gekoppelde apparaten uit staan. 3.
Als de desktop en de daarop aangesloten apparaten niet automatisch
werden uitgeschakeld toen u het besturingssysteem afsloot, moet u de aan/
uit-knop ten minste 8 tot 10 seconden ingedrukt houden totdat de desktop
wordt uitgeschakeld.
037
037
/
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
WAARSCHUWING: Maak een kabel los door aan de stekker of aan het
treklipje te trekken en niet aan de kabel zelf. Sommige kabels zijn
voorzien van connectoren met borglippen. Als u dit type kabel
loskoppelt, moet u de borglippen ingedrukt houden voordat u de kabel
verwijdert. Als u de connectoren van elkaar los trekt, moet u ze op
evenwijdige wijze uit elkaar houden om te voorkomen dat een van de
stekkerpinnen wordt verbogen. Ook moet u voordat u een kabel
verbindt, controleren of beide connectoren op juiste wijze zijn
opgesteld en uitgelijnd.
Om schade aan de computer te voorkomen moet u de volgende instructies
opvolgen voordat u binnen de computer gaat werken.
Zorg ervoor dat het werkoppervlak vlak en schoon is om te voorkomen dat 1.
de behuizing van de desktop krassen oploopt.
Zet de desktop uit (zie “De desktop uitzetten” op pagina 2. 36 voor meer
informatie).
WAARSCHUWING: Om een netwerkkabel te ontkoppelen moet u de kabel
van de desktop loskoppelen en deze vervolgens van het netwerkapparaat
loskoppelen.
Verwijder de stekkers van alle telefoon- en netwerkkabels uit de computer. 3.
Haal alle stekkers van de computer en daaraan gekoppelde apparaten uit 4.
het stopcontact.
Druk op de aan/uit-knop om het moederbord te aarden.5.
Voordat u de desktop open maakt
Volg de onderstaande veiligheidsrichtlijnen om uw eigen veiligheid te garanderen
en de desktop en de werkomgeving te beschermen tegen mogelijke schade.
GEVAAR: Voordat u in de desktop aan het werk gaat, moet u de
veiligheidsinstructies lezen in de gids “Veiligheid, milieu en regelgeving”
die bij uw computer is meegeleverd. Zie de website van Dell voor de
naleving van de wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_
compliance voor meer veiligheidstips.
WAARSCHUWING: Ga voorzichtig met componenten en kaarten om.
Raak de componenten en de contacten op kaarten niet aan. Houd een
kaart vast bij de rand. Houd onderdelen zoals een processor vast bij de
zijkant en niet bij de pinnetjes
WAARSCHUWING: Alleen een bevoegde onderhoudsmonteur mag
reparaties aan uw computer uitvoeren. Schade als gevolg van
onderhoudswerkzaamheden die niet door Dell zijn goedgekeurd, valt
niet onder de garantie.
WAARSCHUWING: Voorkom elektrostatische ontlading door u te aarden
met behulp van een aardingspolsband of door zo nu en dan een ongeverfd
metalen oppervlak aan de achterzijde van de computer aan te raken.
038
038
/
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
Het zijpaneel openen en sluiten
WAARSCHUWING: Voordat u het zijpaneel opent, moet u de stroomkabel
van uw desktop loskoppelen.
Volg de aanwijzingen onder “Voordat u begint” op pagina 1. 36.
OPMERKING: Zorg ervoor dat eventueel bevestigde veiligheidskabels
worden verwijderd voordat u probeert het vrijgavepaneel op te tillen.
Til het vrijgavepaneel op om het zijpaneel te openen.2.
OPMERKING: Wanneer het zijpaneel wordt verwijderd, gaat automatisch
theaterverlichting aan. De theaterverlichting werkt op batterijen.
OPMERKING: Til het vrijgavepaneel aan de rechterkant op om het zijpaneel
aan de rechterkant te openen.
U sluit het zijpaneel door dit tegen de zijkant van de computer te drukken tot het
op zijn plaats klikt.
1
2
1 vrijgavepaneel 2 zijpaneel
039
039
/
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
Binnenaanzicht van de computer
1
2
1 geheugenmoduleconnectoren (3) 2 uitbreidingskaartsleuven (6)
040
040
/
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
U plaats geheugenmodules als volgt terug::
Lijn de inkeping aan de onderkant van de geheugenmodule uit met het lipje 1.
op de geheugenmoduleconnector.
1
2
3
5
4
1 geheugenmoduleconnector 4 vastzetclips (2)
2 lipje 5 geheugenmodule
3 inkeping
Geheugenmodules verwijderen en vervangen
Volg de aanwijzingen onder “Voordat u begint” op pagina 1. 36.
Open het zijpaneel (zie “Het zijpaneel openen en sluiten” op pagina 2. 38).
Localiseer de geheugenmoduleconnectoren op het moederbord (zie 3.
“Binnenaanzicht van de computer” op pagina 39).
WAARSCHUWING: Geheugenmodules kunnen tijdens normale werking
erg heet worden. Laat de geheugenmodule(s) afkoelen voordat u deze
aanraakt.
OPMERKING: Verwijder de videokaart (als het een lange betreft) voor
betere toegang tot de geheugenmodule(s).
Druk de borgklemmen aan de uiteinden van de geheugemoduleconnector 4.
naar buiten.
Til de geheugenmodule uit de geheugenmoduleconnector. Als de 5.
geheugenmodule moeilijk te verwijderen is, moet u deze zachtjes heen en
weer bewegen om deze uit de connector te verwijderen.
041
041
/
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
Tijdens het opstarten zal de computer het extra geheugen detecteren en
automatischdeconguratie-informatievandecomputerbijwerken.Ukuntals
volgt de geheugencapaciteit van uw computer raadplegen:
Windows Vista
®
Klik op Start Conguratiescherm Systeem en onderhoud.
Windows
®
7
Klik op Start Conguratiescherm Systeem en beveiligingSysteem.
WAARSCHUWING: Voorkom schade aan de geheugenmodule door deze
recht omlaag te drukken in de connector, terwijl u gelijkmatige druk
uitoefent op de uiteinden van de module.
Druk de geheugenmodule in de connector tot deze op zijn plaats klikt.2.
OPMERKING: Als de geheugenmodule niet op de juiste wijze is geïnstalleerd,
start de computer mogelijk niet meer op.
Als u de geheugenmodule op juiste wijze aanbrengt, zullen de 3.
bevestigingsklemmen vastklikken in de uitsparingen aan elk uiteinde van
de module.
Sluit het zijpaneel (zie “Het zijpaneel openen en sluiten“ op pagina 4. 38).
Sluit de stroomkabel en alle externe randapparatuur weer op de computer 5.
aan.
Zet de computer aan.6.
042
042
/
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
Druk de twee vrijgavelipjes naar elkaar toe en schuif de vaste schijf omhoog 3.
en uit de computer.
1
2
1 ontgrendellipjes (2) 2 vaste schijf
Vaste schijven verwijderen en vervangen
Volg de aanwijzingen onder “Voordat u begint” op pagina 1. 36.
Til het vrijgavepaneel op om het zijpaneel aan de rechterkant te openen. 2.
2
1
1 zijpaneel 2 vrijgavepaneel
043
043
/
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
U vervangt als volgt een vaste schijf:
Zie de documentatie die bij uw nieuwe vaste schijf is meegestuurd om te 1.
controlerenofdezevooruwcomputerisgecongureerd.
Schuif de nieuwe vaste schijf in het vaste schijf-compartiment en druk deze 2.
omlaag tot de vaste schijf op zijn plaats klikt.
Sluit het rechterzijpaneel.3.
Sluit de stroomkabel en alle externe randapparatuur weer op de computer 4.
aan.
Zet de computer aan.5.
044
044
/
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
Uitbreidingskaarten verwijderen en
terugplaatsen
Volg de aanwijzingen onder “Voordat u begint” op pagina 1. 36.
Open het zijpaneel (zie “Het zijpaneel openen en sluiten” op pagina 2. 38).
Druk op de knop van de bedekking om deze vrij te geven en draai de 3.
bedekking dan weg van de computer.
Lokaliseer de uitbreidingskaart op het moederbord (zie “Binnenaanzicht van 4.
de computer” op pagina 39).
Koppel alle kabels los die op de kaart zijn aangesloten.5.
Verwijder de kaart. 6.
Voor een PCI- of PCI Express x1-kaart: pak de kaart vast bij de bovenste
hoeken en trek hem voorzichtig uit de connector.
Voor een PCI Express x16-kaart: druk op het vasthoudmechanisme op de
kaartconnector terwijl u de kaart bij de bovenste hoeken vasthoudt en trek
deze dan voorzichtig uit de connector.
1
3
2
1 uitbreidingskaart 3 bedekking
2 bedekkingsknop
045
045
/
HOOFDSTUK 5: EXTRA OF VERVANGENDE ONDERDELEN INSTALLEREN
2
3
1
1 PCI Express x16-kaart 3 PCI Express x16-connector
2 bevestigingsmechanisme
OPMERKING: Als u de kaart niet terugplaatst of vervangt, moet u een
vulbeugel in de lege kaartsleufopening installeren. U vervangt als volgt
een kaart:
Verwijder de vulbeugel om een kaartsleufopening te maken (indien van 1.
toepassing).
Zie de documentatie die bij de kaart is verzonden voor informatie over het 2.
congureren,aanpassenenmakenvaninterneverbindingenopdekaart.
Lijn de kaart uit met de connector op het moederbord.3.
Plaats de kaart in de connector en druk deze stevig aan. Ga na of de kaart 4.
stevig in de connector is aangebracht.
Als u de PCI Express-kaart in de x16-kaartconnector installeert, moet u
zachtjes op het vasthoudmechanisme drukken en moet u de kaart in de
connector plaatsen.
Sluit alle kabels aan die op de kaart zouden moeten zijn aangesloten (indien 5.
van toepassing).
Druk op de bedekking tot deze op haar plaats klikt.6.
Sluit het zijpaneel (zie “Het zijpaneel openen en sluiten“ op pagina 7. 38).
Sluit de computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens 8.
aan.
046
046
/
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
047
047
/
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
Wanneer u problemen op uw computer op probeert te lossen, volg dan altijd de
volgende veiligheidsrichtlijnen:
Raak voordat u interne componenten van uw computer aanraakt, een •
ongeverfd deel van de behuizing aan. Hierdoor voert u statische elektriciteit
af die uw computer zou kunnen beschadigen.
Zet uw computer en aangesloten randapparatuur uit. •
Maak randapparatuur los van uw computer. •
Dingen die u moet controleren voordat u de probleemoplossingsprocedure start:
Ga na of de stroomkabel goed op de computer en op het stopcontact is •
aangesloten Controleer of het stopcontact werkt.
Controleer of UPS of stekkerblok aan staan (indien van toepassing). •
Als uw randapparatuur (bijv. toetsenbord, muis, printer enz.) niet werken, •
controleer dan of alle connectoren goed vast zitten.
Als u computercomponenten hebt toegevoegd of verwijderd voordat •
het probleem ontstond, dient u te controleren of u de installatie- of
verwijderingsprocedure goed hebt gevolgd.
Als er een foutmelding op het scherm verschijnt, dient u deze exact over te •
schrijven voordat u de technische ondersteuning van Alienware belt voor
hulp bij diagnose en oplossen van uw probleem.
Alsereenfoutoptreedtbinneneenspeciekprogramma,moetude•
documentatie voor het programma raadplegen.
Basishints en tips
De computer gaat niet aan: Is uw computer goed aangesloten op een •
werkend stopcontact? Indien aangesloten op een stekkerblok, werkt het
stekkerblok goed?
Aansluitingen: Controleer alle kabels om te zien of er geen losse •
connectoren zijn.
Energiebeheer: Controleer of de computer niet in slaap- of stand-bystand •
staat door de aan/uit-knop minder dan 4 seconden lang in te drukken. De
aan/uit-lamp verkleurt van blauw naar zwart in de stand-bymodus. In de
slaapstand staat deze lamp uit.
Reservekopie en algemeen onderhoud
Maak regelmatig een reservekopie (back-up) van uw belangrijke gegevens •
en bewaar kopieën van uw besturingssysteem en software op een veilige
plek. Vergeet niet om de serienummers op te schrijven als u ze buiten de
originele dozen bewaart, bijvoorbeeld in een cd-map.
Gebruik onderhoudsprogramma’s zo vaak mogelijk. U kunt de programma’s •
zo instellen dat ze draaien op momenten dat u uw computer niet gebruikt.
U kunt de programma’s gebruiken die bij uw besturingssysteem horen, of u
kunthiervoorkrachtigerspecialeprogramma’saanschaen.
Schrijf wachtwoorden op en bewaar ze op een veilige plek (niet in de •
buurt van uw computer). Dit is vooral belangrijk als u het BIOS en
besturingssysteem van uw computer met een wachtwoord wilt beveiligen.
Documenteer belangrijke instellingen zoals die van netwerk, •
inbelverbinding, e-mail en internet.
048
048
/
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
“Do you want to run the remaining memory tests?” (Wilt u de
overige geheugentests uitvoeren?) “This will take about 30 minutes
or more” (Dit neemt 30 minuten of langer in beslag). Do you want to
continue?” (Wilt u verdergaan?) “(Recommended)” (Aanbevolen).
Druk op <y> om door te gaan als u een geheugenprobleem hebt. Druk 5.
anders op <n> om de PSA-tests te voltooien. U ziet het volgende bericht
wordt uw scherm.
“Pre-boot System Assessment complete. No Diagnostic Utility
Partition identied.” (PSA is voltooid. Er is geen partitie met diagnostisch
hulpprogramma gevonden). “Select OK to reboot your computer”
(Selecteer OK om de computer opnieuw te starten).”
Druk op <o> om de computer opnieuw te starten.6.
Softwarediagnosehulpprogramma’s
Pre-Boot System Assessment (PSA - systeemcontrole
vóór opstarten)
De Pre-boot System Assessment (systeemanalyse) wordt uitgevoerd. Dit is een
reeks initiële tests van uw moederbord, toetsenbord, beeldscherm, geheugen,
vaste schijf etc.
U start de PSA als volgt:
Start de computer opnieuw op.1.
Druk op <F12> om het 2. opstartmenu te openen.
Selecteer 3. Diagnostics en druk dan op <Enter>.
Beantwoord tijdens de beoordeling alle vragen die op het scherm worden 4.
weergegeven.
Alseenstoringineenonderdeelwordtaangetroen,stopdecomputer•
en hoort u een piepsignaal. U stopt de analyse en start de computer
opnieuw door op <n> te drukken; u gaat verder met de volgende test
door op <y> te drukken; druk op <r> om het onderdeel waar een fout
optrad, opnieuw te testen.
Als u foutcodes ziet tijdens de Pre-boot System Assessment, moet u •
deze noteren en moet u contact opnemen met Alienware (zie “Contact
opnemen met Alienware” op pagina 70).
Als de Pre-boot System Assessment succesvol wordt voltooid, ziet u het
volgende bericht op uw scherm.
049
049
/
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
OPMERKING: Met de volgende stappen wordt de opstartvolgorde slechts
één keer gewijzigd. De volgende keer dat u de computer start, gebeurt dat
volgens de instellingen die zijn gedenieerd in het
systeemsetupprogramma.
Wanneer de lijst met opstartbronnen verschijnt, markeert u 3. CD/DVD/CD-RW
en drukt u op <Enter>.
Selecteer 4. Boot from CD-ROM (opstarten vanaf cd-rom) in het menu en druk
op <Enter>.
Selecteer 5. Alienware Diagnostics in de genummerde lijst. Als er meerdere
versies worden aangegeven, moet u de versie selecteren die voor uw
computer van toepassing is.
Als het 6. hoofdmenu van Alienware Diagnostics wordt weergegeven,
selecteert u de test die u wilt uitvoeren.
OPMERKING: Noteer eventuele foutcodes en probleembeschrijvingen
precies zoals ze op het beeldscherm verschijnen en volg de instructies op
het scherm.
Als alle tests zijn voltooid, sluit u het testvenster om terug te keren naar het 7.
Main Menu (hoofdmenu) van Alienware Diagnostics.
Verwijder de 8. ondersteunings-cd/dvd en sluit dan het venster Main Menu om
Alienware Diagnostics te sluiten en de computer opnieuw te starten.
Alienware
®
Diagnostics
Als er een probleem optreedt met uw Alienware-desktop, dient u Alienware
Diagnostics uit te voeren. Het is aan te bevelen dat u deze procedures afdrukt
voordat u begint.
OPMERKING: Maak een reservekopie (back-up) van alle gegevens voordat
u systeemherstel uitvoert. U kunt met AlienRespawn™ v2.0 een
reservekopie maken, maar als voorzorg kunt u beter belangrijke bestanden
op externe media opslaan voordat u met herstel begint.
OPMERKING: De ondersteunings-cd/dvd bevat stuurprogramma’s voor
uw computer. U kunt ook de nieuwste stuurprogramma’s en software voor
uw computer downloaden vanaf support.dell.com.
Raadpleegdeconguratiegegevensvooruw desktopen ga na of het apparaat
dat u wilt testen in het systeemsetupprogramma wordt weergegeven en is
geactiveerd. Start Alienware Diagnostics (Alienware-diagnostiek) vanaf de
ondersteunings-cd/dvd.
Alienware Diagnostics starten vanaf de ondersteunings-cd/dvd
Plaats de 1. ondersteunings-cd/dvd.
Zet de desktop uit en start deze opnieuw. 2.
Druk zodra het Alienware-logo verschijnt op <F12>.
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem
verschijnt, moet u blijven wachten tot het bureaublad van Microsoft
®
Windows
®
wordt weergegeven. Zet vervolgens de computer uit en probeer
het opnieuw.
050
050
/
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
Antwoorden op veel voorkomende problemen
Cd-rom, dvd-rom, cd-r/w, dvd±r/w of
Blu-ray Disc™-station
De computer herkent de schijf of het station niet:
Controleer of de schijf goed in het station ligt met het opschrift naar boven. •
Probeer een andere schijf. •
Zet de computer uit en start deze opnieuw. •
Reinig de schijf. •
Start de computer opnieuw en open het BIOS door op <F2> te drukken •
terwijl de computer opnieuw wordt opgestart.
Controleer in het BIOS of de SATA-controllers zijn ingeschakeld. Controleer •
destationsconguratieomtecontrolerenofdezecorrectis;raadpleegde
documentatie bij uw station.
GEVAAR: Voordat u in de desktop aan het werk gaat, moet u de
veiligheidsinstructies lezen in de gids “Veiligheid, milieu en regelgeving”
die bij uw computer is meegeleverd. Zie de website van Dell voor de
naleving van de wet- en regelgeving op www.dell.com/regulatory_
compliance voor meer veiligheidstips.
Zet de computer uit, haal de stekker uit het stopcontact en open de •
computer. Zorg ervoor dat de kabels goed op het station zijn aangesloten op
het station en op de SATA-connector op uw moederbord of controller (zie de
onderhoudshandleiding).
Een audio-cd geeft geen geluid:
Controleer of de audio-cd goed in het station ligt met het opschrift naar •
boven.
Controleer de volumeknoppen om te zien of ze niet uit staan. •
Controleer of het geluid misschien is uitgeschakeld. •
Controleer de speakerkabels om te zien of ze goed zijn aangesloten op de •
audioconnectoren.
Reinig de cd.•
Als de computer twee cd-stations heeft, probeer dan de cd in het andere •
station af te spelen.
Zet de computer uit en start deze opnieuw. •
Installeer de audio-stuurprogramma’s opnieuw. •
Een dvd- of Blu-ray-lm kan niet worden afgespeeld:
Zet de computer uit en start deze opnieuw. •
Reinig de schijf. •
Installeer de dvd- of Blu-ray-afspeelsoftware opnieuw. •
Probeereenandereschijf.Sommigeschijvenkunneneenconictmethet•
station hebben als de codering op de dvd of Blu-ray-schijf niet overeenkomt
met de codering die door het station wordt herkend.
051
051
/
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
De computer reageert niet meer of u ziet een blauw scherm:
GEVAAR: Als u het besturingssysteem niet normaal kunt afsluiten,
bestaat de kans dat u gegevens kwijtraakt.
Als de computer niet reageert op het indrukken van een toets op uw toetsenbord
of het bewegen van uw muis, moet u de aan/uit-knop gedurende ten minste 6
seconden ingedrukt houden totdat de computer wordt uitgeschakeld en de
computer vervolgens opnieuw opstarten.
Een programma reageert niet meer of loopt herhaaldelijk vast
Beëindig het programma:
Druk tegelijkertijd op <Ctrl><Shift><Esc>. 1.
Klik op het tabblad 2. Toepassingen en selecteer het programma dat niet
meer reageert.
Klik op 3. Taak beëindigen.
Controleer de softwaredocumentatie.
Indien nodig maakt u de installatie van het programma ongedaan en installeert
u het opnieuw.
Computer
De computer komt niet door de POST heen:
De POST van de computer (Power On Self Test, ofwel zelftest tijdens opstarten)
zorgt ervoor dat alle hardware goed werkt voordat de rest van het opstartproces
wordt opgestart. Als de POST slaagt, zal de computer normaal verder opstarten.
Als de computer echter niet door de POST heenkomt, zal deze een reeks piepjes
te horen geven tijdens het opstarten als de monitor fouten en problemen niet kan
weergeven. De volgende zichzelf herhalende piepcodes helpen u problemen met de
computer op te lossen. Neem contact op met Alienware als u hulp nodig hebt (zie
“Contact opnemen met Alienware” op pagina 70 voor details).
OPMERKING: Zie de
onderhoudshandleiding
op
support.dell.com/manuals als u onderdelen wilt vervangen.
Piepcode Mogelijk probleem
Een Mogelijke storing van het moederbord - checksumfout BIOS-ROM
Twee Kan geen RAM vinden
OPMERKING: Als u de geheugenmodule hebt geïnstalleerd of
vervangen, moet u nagaan of de geheugenmodule goed vast zit.
Drie Mogelijke storing moederbord - Chipsetfout
Vier Lees-/schrijoutRAM
Vijf Storing in de computerklok (real-time klok)
Zes Storing in videokaart
052
052
/
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
Andere softwareproblemen
Maak meteen een reservekopie van uw bestanden.
Gebruik een antivirusprogramma om de vaste schijf of cd’s te controleren
Bewaar en sluit alle open bestanden of programma’s en sluit de computer af via
het menu Start.
Scan de computer op spyware:
Als uw computer zeer traag is, vaak last heeft van pop-upadvertenties of als er
problemen zijn met het opzetten van een internetverbinding, is uw computer
mogelijk geïnfecteerd met spyware. Gebruik een virusscanner met bescherming
tegen spyware (mogelijk is voor uw programma een upgrade nodig) om de
computer te scannen en eventuele spyware te verwijderen.
Raadpleeg de documentatie voor de software of neem contact op met de
softwarefabrikant voor informatie met betrekking tot probleemoplossing:
Ga na of het programma compatibel is met het besturingssysteem dat op •
de computer is geïnstalleerd.
Controleer of de computer voldoet aan de minimale hardwarevereisten voor •
de software. Zie de softwarehandleiding voor meer informatie.
Controleer of het programma op de juiste wijze is geïnstalleerd en •
gecongureerd.
Controleerofdestuurprogramma’svoorhetapparaatgeenconicthebben•
met het programma.
Indien nodig maakt u de installatie van het programma ongedaan en •
installeert u het opnieuw.
Een programma is ontwikkeld voor een eerdere versie van
Microsoft
®
Windows
®
Voer de Wizard Programmacompatibiliteit uit:
De Wizard Programmacompatibiliteitcongureerteenprogrammaopzodanige
wijze dat het in een omgeving kan worden uitgevoerd die lijkt op een niet-
Windows-besturingssysteemomgeving.
Windows Vista
®
Klik op 1. Start Conguratiescherm Programma’s Een ouder
programma met deze versie van Windows gebruiken.
Klik in het welkomstscherm op 2. Volgende.
Volg de instructies op het scherm.
Windows
®
7
Klik op 1. Start Conguratiescherm Programma’s Programma’s en
functiesEen ouder programma met deze versie van Windows gebruiken.
Klik in het welkomstscherm op 2. Volgende.
Volg de instructies op het scherm.
053
053
/
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
Internet
Kan niet op het internet surfen of het foutbericht “Unable to
locate host (Kan host niet vinden) wordt weergegeven
Controleer of u verbinding hebt met het internet. •
Controleer of het internetadres dat u in de adresbalk hebt getypt, correct is. •
Probeer een ander internetadres of URL.
Als de foutmelding nog steeds verschijnt, verbreek dan de verbinding met •
de internetaanbieder (ISP) en sluit de browser. Maak opnieuw verbinding en
open de browser.
Als het probleem blijft aanhouden, kan het zijn dat uw provider een •
technische storing heeft.
De internetverbinding is traag
De internetprestaties hangen af van de volgende factoren:
De conditie van de gebruikte telefoon- of netwerkkabels. •
De conditie van de netwerkapparatuur van uw internetaanbieder. •
Degrascheofmultimedia-elementenopwebpagina’s.•
De hoeveelheid browsers, downloads of programma’s die geopend zijn op uw •
computer.
De PSA-diagnostiek uitvoeren:
Als alle tests met succes zijn afgewerkt, ligt de foutmelding aan een
softwareprobleem.
Problemen met vaste schijven
Laat de computer afkoelen voordat u deze aanzet.
Een verhitte vaste schijf kan ervoor zorgen dat het besturingssysteem niet
opstart. Probeer de computer naar kamertemperatuur terug te laten keren
voordat u deze aanzet.
Voer Schijfcontrole uit
Windows Vista
®
of Windows
®
7
Klik op 1. Start
Computer.
Klik met de rechtermuisknop op 2. Lokale schijf C:
Klik op 3. Eigenschappen Extra Nu controleren.
Als het venster Gebruikersaccount wordt weergegeven, klikt u op Doorgaan.
Volg de instructies op het scherm.4.
054
054
/
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
Geheugen
Geheugenfouten gedetecteerd bij het opstarten:
Controleer de geheugenmodules. Zitten ze goed vast en zijn ze in de •
goede richting geplaatst? Plaats de geheugenmodules opnieuw in hun
connectoren indien van toepassing. Zie “Geheugenmodules verwijderen en
terugplaatsen” op pagina 40 voor meer informatie.
Bijcomputersmeteentweekanaalsgeheugenconguratiemoetende•
geheugenmodules in paren worden geïnstalleerd. Als u hulp nodig hebt,
neem dan contact op met de technische ondersteuning van Alienware (zie
“CONTACT OPNEMEN MET ALIENWARE“ op pagina 70 voor meer informatie).
Toetsenbord
Het toetsenbord reageert niet
Maak het toetsenbord schoon met een spuitbus of perslucht met een goede
spuitmond om stof en vuil te verwijderen dat onder de toetsen zit.
Een teken op het toetsenbord blijft zich herhalen:
Controleer of er niets op de toetsen ligt. •
Controleer of er geen toets vastzit in het toetsenbord. Druk op een •
willekeurige toets om toetsen los te maken die misschien vastzitten en
start uw computer opnieuw.
Morsen op het toetsenbord:
Als u een of andere vloeistof op het toetsenbord morst, zet dan de computer uit.
Maak het toetsenbord schoon met de juiste reinigingsmiddelen en leg het op zijn
kop om het goed leeg te laten lopen. Als het toetsenbord is droog is, zet u de
computer aan. Als het toetsenbord niet werkt, moet het worden vervangen.
Morsen op het toetsenbord valt niet onder de garantie.
055
055
/
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
Beeldscherm
Als het beeldscherm leeg is
De computer staat mogelijk in een stroombesparingsmodus.
Druk op een toets op het toetsenbord of druk op de aan/uit-knop om de computer
uit de stand-bymodus te halen.
Test het stopcontact:
Controleer of het stopcontact werkt door het te testen in combinatie met een
ander apparaat, zoals bijvoorbeeld een lamp.
Als het beeldscherm moeilijk te lezen is
Stel de Windows-instellingen voor het beeldscherm bij:
Windows Vista
®
Klik op 1. Start Conguratiescherm Hardware en Software
Persoonlijk proel Weergave-instellingen.
Wijzig waar nodig de instellingen voor 2. Resolutie en Kleuren.
Windows
®
7
Klik op 1. Start
Conguratiescherm Weergave en persoonlijke
instellingen Beeldscherm.
Wijzig waar nodig de instellingen voor 2. Resolutie en Kleurkalibratie.
Muis
De muis werkt niet:
Controleer of de muis goed is aangesloten op de USB-connector van uw •
computer.
Controleer of de muiskabel beschadigd is. Als de muiskabel beschadigd is, •
zult u de muis moeten vervangen.
Start de computer opnieuw. •
Probeer een muis waarvan u weet dat die goed werkt op dezelfde connector •
om te controleren of de USB-connector goed werkt.
Installeer het apparaatstuurprogramma opnieuw.•
056
056
/
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
Stroom
Wanneer u op de aan/uit-knop drukt, gaat de computer niet aan
Als de computer op een piekbeveiliging of een UPS is aangesloten, moet •
u controleren of de piekbeveiliging of UPS goed op het stopcontact is
aangesloten, aan staat en correct werkt.
Controleer of het stopcontact goed werkt door een ander apparaat te •
proberen, bijvoorbeeld een radio of lamp waarvan u weet dat die werkt. Als
het stopcontact niet werkt, neem dan contact op met een elektricien of uw
energieleverancier voor verdere hulp.
Controleer of alle apparaten goed op de computer zijn aangesloten en of de •
computer goed is aangesloten op de piekbeveiliging of UPS.
Als u hulp nodig hebt, neem dan contact op met de ondersteuningsdienst van
Alienware (zie “CONTACT OPNEMEN MET ALIENWARE“ op pagina 70 voor meer
informatie).
Printer
De printer gaat niet aan
Ga na of de stroomkabel goed op een stopcontact is aangesloten •
Controleer of het stopcontact goed werkt door een ander apparaat te •
proberen, bijvoorbeeld een radio of lamp waarvan u weet dat die werkt. Als
het stopcontact niet werkt, neem dan contact op met een elektricien of uw
energieleverancier voor verdere hulp.
De printer drukt niet af
Controleer of de stroomkabel goed is aangesloten en of de printer goed op •
de computer is aangesloten. Controleer of de printer aan staat.
Controleer of de printerkabel beschadigd is. Als de printerkabel beschadigd •
is, hebt u mogelijk een nieuwe kabel nodig.
Controleerofdeprinteronlineis.Alsdeprinterofineis,drukdanopde•
knoponlineofofineomhemonlinetezetten.
Als de printer niet de standaardprinter is, controleer dan of u de juiste •
printer hebt geselecteerd in de printerinstellingen.
Installeer het stuurprogramma voor de printer opnieuw.•
057
057
/
HOOFDSTUK 6: PROBLEMEN OPLOSSEN
Speakers
Er komt geen geluid uit de speakers
Controleer of de subwoofer (lagetonenspeaker) en de speakers aan staan:
Zie de documentatie die met uw speakers is meegestuurd. Als de speakers zijn
uitgerust met een volumeregeling, moet u het volume-, bas- of treble-niveau
regelenommogelijkestoringenopteheen.
Stel het Windows-volume bij:
Klik of dubbelklik op het speakerpictogram rechts onder in het scherm. Zorg
ervoor dat het volume is ingeschakeld en het geluid niet wordt gedempt.
Haal de koptelefoon uit de koptelefoonconnector:
Het geluid van de speakers wordt automatisch gedeactiveerd wanneer er een
koptelefoon op de koptelefoonconnector wordt aangesloten.
Test het stopcontact:
Controleer of het stopcontact werkt door het te testen in combinatie met een
ander apparaat, zoals bijvoorbeeld een lamp.
Installeer het audiostuurprogramma opnieuw.
De PSA-diagnostiek uitvoeren:
OPMERKING: De volumeregeling in sommige spelers kan de volume-
instellingen van Windows ongedaan maken. Ga na of u niet per ongeluk
het volume van de speler laag of zelfs uit hebt gezet.
Spelbesturing
De computer herkent de spelbesturing niet:
Controleer of de kabel tussen de spelbesturing en de computer niet •
beschadigd is en of hij goed is aangesloten.
Installeer het stuurprogramma van de spelbesturing opnieuw.•
058
058
/
HOOFDSTUK 7: SYSTEEMHERSTEL
Bij uw computer worden de volgende media meegeleverd:
Herstel-cd of -dvd• - Bevat installatiemedia voor het besturingssysteem.
Ondersteunings-cd of -dvd • — bevat stuurprogramma’s voor uw computer.
U kunt ook de nieuwste stuurprogramma’s en software voor uw computer
downloaden vanaf support.dell.com.
Optioneel • AlienRespawn v2.0-schijf (als besteld) — Bevat de AlienRespawn-
herstelimage.
OPMERKING: Uw computer wordt geleverd met AlienRespawn v2.0 of met
Dell DataSafe Local.
HOOFDSTUK 7: SYSTEEMHERSTEL
HOOFDSTUK 7: SYSTEEMHERSTEL
059
059
/
HOOFDSTUK 7: SYSTEEMHERSTEL
AlienRespawn v2.0
OPMERKING: Maak een reservekopie (back-up) van alle gegevens voordat
u systeemherstel uitvoert. U kunt met AlienRespawn™ v2.0 een
reservekopie maken, maar als voorzorg kunt u beter belangrijke bestanden
op externe media opslaan voordat u met herstel begint.
AlienRespawn v2.0 is een hersteloplossing waarmee vele software-gerelateerde
problemen kunnen worden opgelost, waaronder conguratiefouten in het
besturingssysteem, fouten met geïnstalleerde stuurprogramma’s, beschadigde
systeembestanden, spyware- of virusinfecties (indien gebruikt in combinatie met
antivirussoftware) en meer.
In tegenstelling tot andere herstelmethoden biedt AlienRespawn v2.0 de
mogelijkheid om uw computer terug te brengen naar de oorspronkelijke
instellingen zonder uw opgeslagen gegevens permanent kwijt te raken.
Als u met AlienRespawn v2.0 uw probleem niet kunt oplossen, neem dan contact
op met de technische ondersteuning van Alienware Technical Support (zie
“CONTACT OPNEMEN MET ALIENWARE“ op pagina 70 voor meer informatie).
AlienRespawn™ v2.0 gebruiken
Verwijder eventuele cd’s of dvd’s uit uw optische station. 1.
Zet de computer aan of start deze opnieuw op. 2.
OPMERKING: Wanneer uw computer opnieuw opstart, ziet u vijf seconden
lang een aanwijzing op het scherm voordat Windows geladen wordt. Druk
wanneer de prompt wordt weergegeven op <F10>.
Uw computer start nu op in de AlienRespawn v2.0-omgeving. Als 3.
dit de eerste keer is dat u AlienRespawn v2.0 gebruikt, moet u de
gebruiksrechtovereenkomst accepteren voordat u verder gaat.
060
060
/
HOOFDSTUK 7: SYSTEEMHERSTEL
Geavanceerd herstel
Met deze methode wordt uw vaste schijf volledig opnieuw geformatteerd en
wordt uw computer teruggebracht in zijn oorspronkelijke staat. Hiermee worden
allesoftware-enconguratieproblemenopgelost.Dezeoptieishetbestebijde
meeste problemen die met software te maken hebben.
Uw hele huidige vaste schijf wordt gekopieerd naar C:\BACKUP, vanwaar u
gegevensbestanden naar permanente locaties kunt kopiëren. Wanneer u alle
gewenste bestanden hebt opgehaald, kunt u de map veilig verwijderen.
In geval van virus/spyware-infectie, dient u C:\BACKUP grondig te scannen en
te reinigen voordat u er bestanden vanuit kopieert. Wij raden u daarom aan om
de antivirus-/antispywareprogramma’s van uw voorkeur te installeren en uit te
voeren voordat u uw gegevens gaat terughalen.
Als er virussen of spyware aanwezig waren voordat u AlienRespawn v2.0 startte,
dan bestaat er gevaar op herinfectie vanuit back-upbestanden als deze niet goed
zijn gereinigd.
Herstelopties
OPMERKING: Maak een reservekopie (back-up) van alle gegevens voordat
u systeemherstel uitvoert. U kunt met AlienRespawn™ v2.0 een
reservekopie maken, maar als voorzorg kunt u beter belangrijke bestanden
op externe media opslaan voordat u met herstel begint.
AlienRespawn v2.0 biedt drie methoden voor systeemherstel. Elke optie biedt
een unieke combinatie van herstel- en back-upfuncties. Hieronder worden de
diverse methoden nader beschreven.
Microsoft Systeemherstel
Deze optie biedt toegang tot Microsoft-systeemherstelpunten die op uw computer
zijn opgeslagen zonder dat u Windows zelf hoeft te starten. Voor meer informatie
over Systeemherstel raadpleegt u “Help en ondersteuning” binnen Windows.
Deze optie is het best geschikt in geval van kapotte bestanden in stuurprogramma’s
of besturingssysteem. Hiermee kunt u Systeemherstel uitvoeren zelfs als Windows
niet toegankelijk is. Veel problemen die met het besturingssysteem te maken
hebben, kunnen opgelost worden zonder gebruikersbestanden te wijzigen.
Systeemherstelpunten op uw vaste schijf moeten intact zijn. Als deze bestanden
of de vaste schijf zelf beschadigd zijn, kan Systeemherstel ontoegankelijk zijn.
Hoewel met Systeemherstel vele besturingssysteemproblemen kunnen worden
opgelost, kunnen grote problemen, zoals bepaalde virus-/spyware-infecties, ook
na herstel blijven bestaan.
061
061
/
HOOFDSTUK 7: SYSTEEMHERSTEL
Fabriekssysteemherstel
Deze optie is het laatste redmiddel voor systeemherstel.
Met deze methode wordt uw vaste schijf volledig opnieuw geformatteerd en
wordt uw computer teruggebracht naar zijn oorspronkelijke conguratie. Dit
is eencompleet systeemherstel– de gehele conguratie wordt teruggebracht
naardeoorspronkelijkestaat,waardoorallesoftware-enconguratieproblemen
worden opgelost. Virussen en spyware worden geëlimineerd. U moet wel nog alle
externe opslagmedia scannen om herinfectie te voorkomen.
Er wordt geen reservekopie gemaakt van gegevens. Alle opgeslagen gegevens
gaan verloren.
Wachtwoordbeveiliging
Aangezien met AlienRespawn v2.0 uw vaste schijf kan worden geformatteerd
zonder dat Windows gestart hoeft te worden, is voor uw veiligheid
wachtwoordbeveiliging ingebouwd.
Deze functie staat standaard uit, maar kan worden ingeschakeld in de toepassing
Respawn Settings (Respawn-instellingen) die hieronder wordt beschreven.
WAARSCHUWING: Als u uw wachtwoord vergeet, kunt u AlienRespawn
v2.0 niet meer openen, tenzij u opstart vanaf de optionele AlienRespawn
v2.0-schijf, zoals beschreven in “De AlienRespawn v2.0-schijf gebruiken
op pagina 62. De technische ondersteuning van Alienware kan u niet
helpen dit wachtwoord te achterhalen. Als u wachtwoordbeveiliging
inschakelt, dan doet u dat op eigen risico.
Zo schakelt u wachtwoordinstellingen in of wijzigt u ze
Start1. Alle programma’s AlienRespawn v2.0.
Klik op het pictogram 2. Respawn Settings (Respawn-instellingen).
De toepassing 3. Respawn Settings start.
Als u wachtwoordbeveiliging voor het eerst inschakelt, voert u het •
standaardwachtwoord “alienware” (hoofdlettergevoelig) in in het
daarvoor bestemde veld, en klikt u op Indienen.
Alsualeenwachtwoordhebtgedenieerd,danvoertuuwhuidige•
wachtwoord in in het daarvoor bestemde veld, en klikt u vervolgens op
Indienen.
Wilt u uw wachtwoord wijzigen, dan voert u het nieuwe wachtwoord in in 4.
beide velden van de sectie Wachtwoord wijzigen en klikt u op Toepassen.
Wilt u wachtwoordbeveiliging in- of uitschakelen, klik dan op het keuzevakje 5.
met de naam Respawn-wachtwoordbeveiliging inschakelen, en klik op
Toepassen.
Wanneer wachtwoordbeveiliging aan staat, krijgt u de vraag om het 6.
wachtwoord in te voeren nadat u op <F10> hebt gedrukt om AlienRespawn
v2.0 te starten, zoals beschreven onder “AlienRespawn™ v2.0 gebruiken” op
pagina 62).
062
062
/
HOOFDSTUK 7: SYSTEEMHERSTEL
Dell DataSafe Local Backup
Dell DataSafe Local Backup is een back-up- en herstelprogramma dat uw computer
kan herstellen als u gegevens kwijtraakt als gevolg van een virusaanval, als u
per ongeluk belangrijke bestanden of mappen verwijdert of als de vaste schijf
crasht.
U kunt met deze toepassing het volgende doen:
Bestanden en mappen herstellen•
De vaste schijf herstellen tot de werkingstoestand waarin deze verkeerde •
toen u de computer kocht, zonder de bestaande persoonlijke bestanden en
gegevens te wissen
U plant als volgt back-ups:
Dubbelklik op het pictogram 1.
Dell DataSafe Local Backup op de taakbalk.
Kies 2. Full System Backup (volledige systeem-back-up) om een automatische
back-up te maken en plannen van alle gegevens op uw computer.
AlienRespawn v2.0-schijf
Als u de optionele AlienRespawn v2.0-schijf hebt besteld, dan ontvangt u deze
samen met uw computer. Met deze schijf kunt u AlienRespawn v2.0 opnieuw
implementeren op een nieuwe vaste schijf indien de oude vaste schijf kapot is
gegaan.
De AlienRespawn v2.0-schijf gebruiken
OPMERKING: Het Alienware-herstelsysteem is zo ingesteld dat u vanaf
uw cd-romstation opstart. Controleer met behulp van de opstartsneltoets
(zie “Opstartmenu” op pagina 30) of uw computer zo is ingesteld dat hij
opstart vanaf het optische station.
Plaats de AlienRespawn v2.0-schijf in uw optische station (hoofdstation). 1.
Zet de computer aan of start deze opnieuw op.2.
Uw computer start automatisch op in de AlienRespawn v2.0-omgeving.3.
Als er geen herstelpartitie wordt gedetecteerd op uw systeem, gaat •
AlienRespawn v2.0 meteen door naar de optie Compleet herstel, waarbij
uw systeem in de oorspronkelijke staat wordt hersteld.
Als er een bestaande AlienRespawn v2.0 herstelpartitie wordt •
gedetecteerd, dan wordt u gevraagd of u het herstelproces wilt starten
vanaf de vaste schijf of vanaf de schijf. Starten vanaf de vaste schijf
wordt aanbevolen; als dit echter mislukt, dan kan starten vanaf schijf
het probleem oplossen.
063
063
/
HOOFDSTUK 7: SYSTEEMHERSTEL
Gegevens herstellen:
Zet de computer uit.1.
Koppel alle apparaten los die op de computer zijn aangesloten (zoals het 2.
USB-station, de printer etc.) en verwijder eventueel aanwezige recent
toegevoegde interne hardware.
OPMERKING: Koppel de monitor, het toetsenbord, de muis en de
stroomkabel niet los.
Zet de computer uit.3.
Druk zodra het Alienware-logo verschijnt meerdere keren op <F8> om het 4.
venster Advanced Boot Options (geavanceerde opstartopties) te openen.
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem
verschijnt, moet u blijven wachten tot het bureaublad van Microsoft
®
Windows
®
wordt weergegeven. Zet vervolgens de computer uit en probeer
het opnieuw.
Selecteer 5. Repair your computer (De computer repareren).
Selecteer 6. Dell Factory Image Recovery (herstel fabrieksimage) en DataSafe
Options (DataSafe-opties) en volg de instructies op het scherm.
OPMERKING: Het herstelproces kan een uur of langer duren, afhankelijk
van de hoeveelheid gegevens die moet worden hersteld.
OPMERKING: Zie knowledge base-artikel 353560 op support.dell.com
voor meer informatie over Dell DataSafe Local Backup.
064
064
/
HOOFDSTUK 8: BASISSPECIFICATIES
Indithoofdstukvindtudebasisspecicatiesvanuwdesktop.ZiedeUitgebreide
specicaties op support.dell.com/manuals voor meer gedetailleerde
specicaties.
HOOFDSTUK 8: BASISSPECIFICATIES
HOOFDSTUK 8: BASISSPECIFICATIES
065
065
/
HOOFDSTUK 8: BASISSPECIFICATIES
Computermodel
Alienware Area-51
Afmetingen
Breedte 249 mm
Diepte 635 mm
Hoogte 557,6 mm (met ventilatieopeningen bovenzijde
gesloten)
595,5 mm (met ventilatieopeningen bovenzijde
geopend)
15,4 mm (meer hoogte als de achtervoet in
gebruik is)
Gewicht (begint op) 31,7 kg
OPMERKING: Het gewicht van uw desktop
varieert,afhankelijkvandeconguratieen
variaties in fabricage.
Processor en systeemchipset
Processor Intel
®
Core
i7
Chipset van de computer Intel X58 Express
Geheugen
Connectoren drie intern toegankelijke DDR3 DIMM-sockets
Capaciteiten 2 GB en 4 GB
Geheugentypes DDR3 en DDR3-XMP
Minimum 6 GB
Maximum 12 GB
Connectoren op het achterpaneel
IEEE 1394 een 6-pins seriële connector
Netwerkadapter twee 10/100/1000 Mbps RJ45-connectoren
USB zes 4-pins USB 2.0-connectoren
eSATA een 4-pins eSATA-connector
S/PDIF een optische en een coaxiale uitgangsconnector
PS/2 twee 6-pins PS/2-connectoren
Audio 7.1-kanaals lijnuitgang, stereomicrofoon en
sterero-lijningangsconnectoren
Uitbreidingssleuven acht openingen van volledige hoogte
voor uitbreidingskaarten naar zes fysieke
expansiesleufconnectoren op het moederbord
066
066
/
HOOFDSTUK 8: BASISSPECIFICATIES
Connectoren bovenpaneel
IEEE 1394 een 6-pins seriële connector
USB drie 4-pins USB 2.0-connectoren
Audio connectoren stereokoptelefoon en microfoon
eSATA een 4-pins eSATA-connector
Communicatie
Netwerkadapter 10/100/1000 Mbps Ethernet-LAN op moederbord
Draadloos (optioneel) draadloze WiFi-/Bluetooth-technologie
Stations
Extern toegankelijk drie 5,25-inch stationsvakken voor Blu-ray
Disc
-combo, Blu-ray Disc-schrijver, dvd+/-rw, of
dvd-combo
een 3,5-inch stationsvak voor mediakaartlezer
Intern toegankelijk zes 3,5-inch stationsvakken voor SATA-II vaste
drives
Uitbreidingsbus
PCI:
Connector een
Connectorgrootte 124-pins connector
PCI Express x1:
Connectors twee
Connectorgrootte 36-pinsconnector
PCI Express x16:
Connectors twee
Connectorgrootte 164-pinsconnectoren
Lanes 16
PCI Express x16:
Connector een
Connectorgrootte 164-pins connector
Lanes 4
067
067
/
HOOFDSTUK 8: BASISSPECIFICATIES
Computeromgeving
Niet in bedrijf 50G voor 26 ms met een snelheidswijziging
van 813 cm/s
Hoogte (maximum):
Tijdens bedrijf –15,2 tot 3.048 m
Tijdens opslag –15,2 tot 10.668 m
Niveau verontreinigende
stoenindelucht
G2oflager,zoalsgedenieerdin
ISA-S71.04-1985
Stroom
Spanning 100-240 V AC, 50-60 Hz
OPMERKING: Zie de veiligheidsinformatie
die bij uw computer is meegestuurd voor
informatie over voltage-instellingen.
Computeromgeving
Temperatuurbereik:
Bedrijfstemperatuur 10°C tot 35°C
Opslag –10°C tot 45°C
Relatieve luchtvochtigheid
(maximum)
20% tot 80% (niet-condenserend)
Maximale trilling (met behulp van een willekeurig vibratiespectrum dat de
gebruikersomgeving simuleert):
Tijdens bedrijf 0,25 GRMS
Niet in bedrijf 2,2 GRMS
Maximale schoktolerantie (gemeten bij een vaste schijf waarvan de koppen
zijn geparkeerd en bij een halve-sinuspuls van 2 ms):
Tijdens bedrijf 40G voor 2 ms met een snelheidswijziging
van 51 cm/s
068
068
/
BIJLAGE A: ALGEMENE EN ELEKTRISCHE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Morsgeenvloeistoenopofindecomputer.•
Voordat u de computer gaat verplaatsen, moet u alle netsnoeren, modem- •
en andere kabels loskoppelen van het stopcontact. Dit om elektrische
schokken te voorkomen.
Waarschuwing voor elektrostatische ontladingen (ESD -
ElectroStatic Discharge)
Elektrostatische ontladingen kunnen schade veroorzaken aan interne
systeemcomponenten als u geen voorzorgen neemt. ESD wordt veroorzaakt door
statische elektriciteit en de veroorzaakte schade is meestal permanent.
BIJLAGE A: ALGEMENE EN ELEKTRISCHE
VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Opstelling van de computer
Lees alle aanwijzingen op het product en in de documentatie voordat u de •
computer gaat gebruiken.
Bewaar alle veiligheids- en gebruikshandleidingen.•
Gebruik dit product nooit in de buurt van water of hittebronnen.•
Stel de computer alleen op op een stabiel werkvlak.•
Gebruik de computer alleen met het netvoedingstype dat op het typeplaatje •
staat vermeld.
Blokkeer de openingen of ventilatoren in de behuizing van de computer •
niet. Deze zijn noodzakelijk voor de ventilering.
Steek geen voorwerpen in de ventilatieopeningen.•
Let erop dat uw computer goed is geaard tijdens gebruik.•
Probeer vooral niet de computer aan te sluiten op een stopcontact dat niet •
goed is geaard.
Als u een verlengsnoer gebruikt voor de computer, let er dan op dat de •
vereiste stroomsterkte van de computer niet hoger is dan de maximum
stroomsterkte van het verlengsnoer.
Gebruik van de computer
Leg het netsnoer en alle andere kabels niet op plekken waar mensen er op •
kunnen trappen of over struikelen. Laat geen spullen liggen op het netsnoer.
069
069
/
BIJLAGE A: ALGEMENE EN ELEKTRISCHE VEILIGHEIDSMAATREGELEN
Neem contact op met Alienware als:
De stroomkabel of stekker beschadigd is. •
Er vloeistof gemorst is in uw computer; •
De computer is gevallen of de behuizing is beschadigd; •
De computer zich niet normaal gedraagt als u de aanwijzingen in de •
handleiding volgt.
Vervangen van componenten of accessoires
Het is aan te raden om alleen vervangende onderdelen en accessoires te •
gebruiken die door Alienware worden aanbevolen.
Bewaar alle dozen die u hebt ontvangen voor het geval dat u gekochte •
artikelen wilt retourneren.
Computertechnici dragen speciale polsbandjes waarmee ze zichzelf aarden aan
de computerbehuizing om ESD-schade te voorkomen. U kunt het risico op ESD
verminderen door het volgende te doen:
Zet de computer uit en wacht enkele minuten voordat u aan de slag gaat. •
Aard uzelf door de behuizing van de computer aan te raken. •
Raak alleen de onderdelen aan die vervangen moeten worden. •
Ga niet rondlopen terwijl u onderdelen in de kast vervangt, vooral niet als u •
tapijt hebt of bij lage temperaturen en lage vochtigheidsgraad.
Als u randapparatuurkaarten moet vervangen, leg ze dan op het deel van •
de computerbehuizing dat u hebt verwijderd. Raak de verbindingen op de
onderrand van de kaart waarmee deze in het systeem wordt gestoken, niet
aan.
Algemene veiligheidsvoorzorgen
Mechanische schokken: Uw computer mag nooit mechanische schokken •
ondervinden. On69e omgang met uw desktop kan schade veroorzaken.
Mechanische schokken worden niet gedekt door de garantie.
Elektrische schokken: Als u het systeem niet open maakt, hoeft u zich •
geen zorgen te maken. Uw computer beschermt zichzelf tegen de meeste
onregelmatigheden in de stroomtoevoer.
070
070
/
BIJLAGE B: CONTACT OPNEMEN MET ALIENWARE
Websites
Meer informatie over de producten en diensten van Alienware is beschikbaar op
de volgende websites:
www.dell.com•
www.dell.com/ap • (alleen landen in Azië/Stille Zuidzee-gebied)
www.dell.com/jp • (alleen Japan)
• www.euro.dell.com (alleen Europa)
www.dell.com/la• (landen in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied)
www.dell.ca • (alleen Canada)
U kunt Alienware-ondersteuning krijgen via de volgende websites:
support.dell.com•
support.jp.dell.com• (alleen Japan)
support.euro.dell.com • (alleen Europa)
support.la.dell.com• (Argentinië, Brazilië, Chili, Mexico)
BIJLAGE B: CONTACT OPNEMEN MET
ALIENWARE
OPMERKING: Als u niet over een actieve internetverbinding beschikt, kunt
u contactgegevens vinden op de factuur, de pakbon of in de productcatalogus
van Dell.
Dell biedt verschillende telefonische en online-ondersteuningsdiensten en
-mogelijkheden. Omdat de beschikbaarheid per land en product varieert, zijn
sommige diensten mogelijk niet in uw regio beschikbaar.
Om contact op te nemen met Dell voor zaken op het gebied van verkoop,
technische ondersteuning of klantenservice:
Ga naar 1. www.dell.com/contactdell.
Selecteer uw land of regio.2.
Selecteer de gewenste dienst- of ondersteuningslink.3.
Selecteer de voor u meest prettige methode om contact met Dell op te 4.
nemen.
071
071
/
BIJLAGE C: BELANGRIJKE INFORMATIE
BIJLAGE C: BELANGRIJKE INFORMATIE
NVIDIA GeForce GTX 295-videokaarten
Wanneer u twee NVIDIA GeForce GTX 295-videokaarten gebruikt in een •
QuadSLI-conguratie,wordtHDMI-uitvoernietondersteund.
OPMERKING: De HDMI-uitvoer van NVIDIA GeForce GTX 295-videokaarten
werktalleenbijconguratiesmetéénkaart.
Wanneer Quad SLI is ingeschakeld bij een GeForce GTX 295-videokaart, kan •
de videokwaliteit worden geoptimaliseerd via de Dual Link DVI.
Wanneer u een enkele GeForce GTX 295-videokaart met HDMI-uitvoer •
gebruikt, en niet DVI of VGA, wordt er ongeveer 30 seconden geen beeld
weergegeven tot Windows het videostuurprogramma heeft geladen.
U vindt meer informatie over de functionaliteit van de NVIDIA GeForce GTX295-
videokaart op de website van NVIDIA op http://nvidia.custhelp.com/cgi-bin/
nvidia.cfg/php/enduser/std_adp.php?p_faqid=2354.
Gedrukt in China.
Gedrukt op gerecycled papier.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72

Alienware Area 51 de handleiding

Categorie
Notitieboekjes
Type
de handleiding