Clarion CC-2011E Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

CC-2 011E
Owner’s manual & Installation manual
Mode d’emploi et manuel d’installation
Bedienungs- und Montageanleitung
Manuale di istruzioni e di installazione
Gebruiksaanwijzing & Montagehandleiding
Manual de instrucciones y manual de instalación
Bruksanvisning & installationsanvisningar
Manual do utilizador & Manual de Instalação
Vehicular Rear-View Color Camera
Caméra couleur de rétrovision pour véhicule
Farbheckkamera für Fahrzeuge
Telecamera a colori per la visione posteriore
Achteruitkijk-kleurencamera voor voertuigen
Cámara en color de visión posterior para vehículos
Bakåtriktad färgkamera för fordon
Câmara a Cores Retrovisora para Veículos
284-0877-01
CC-2011E 35
Nederlands
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Clarion product.
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door voordat u de apparatuur gebruikt.
Bewaar de gebruiksaanwijzing op een plaats waar u deze steeds snel bij de hand hebt (bijv. in het
handschoenenkastje).
Controleer het bijgevoegde garantiebewijs en bewaar dit samen met de gebruiksaanwijzing.
Inhoudsopgave
1. KENMERKEN ............................................................................................................................... 35
2. VOORZORGSMAATREGELEN .................................................................................................... 36
3. TECHNISCHE GEGEVENS .......................................................................................................... 37
Inhoud van de verpakkingsdoos .................................................................................................... 37
4. GEBRUIK ...................................................................................................................................... 38
Gebruik van het Clarion achteruitkijk-camerasysteem .................................................................. 38
Problemen oplossen ...................................................................................................................... 38
5. MONTAGE..................................................................................................................................... 39
Voordat u met de montage begint .................................................................................................39
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van het tweezijdig kleefband voor de montage ....................... 39
Monteren/aansluiten van de camera ............................................................................................. 39
6. BEDRADING ................................................................................................................................. 41
1. KENMERKEN
1/4-inch solid-state CCD-kleurenbeeldelement met zeer hoge prestaties
Groothoeklens voor een breed beeld
Glazen objectief met hoge resolutie voor een hoogwaardige beeldkwaliteit
Spiegelbeeld-omkeerfunctie voor een optimale weergave van het achteruitkijkbeeld
(dezelfde rechts-links oriëntatie als bij het kijken in de achteruitkijkspiegel)
Compact en lichtgewicht voor een gemakkelijke montage
36 CC-2011E
284-0877-01
Nederlands
Dit apparaat is uitsluitend ontworpen voor
gebruik met een achteruitkijk-
televisiesysteem voor voertuigen. Gebruik
het apparaat niet voor andere doeleinden.
Maak de negatieve (–) accukabel van het
voertuig los voordat u begint met het
aansluiten van de bedrading.
Probeer het apparaat niet te demonteren
en breng er ook geen wijzigingen in aan.
Als er gaten in het voertuig geboord
moeten worden in verband met de montage
van het apparaat, controleer dan eerst of de
boor of de bedrading van de camera niet in
contact komt met de leidingen,
benzinetank, elektrische bedrading of
andere belangrijke onderdelen van het
voertuig.
•Vertrouw niet enkel op het monitorbeeld bij
het achteruitrijden van het voertuig.
De achteruitkijkmonitor is een hulpmiddel
waarmee op de aanwezigheid van obstakels
aan de achterkant van het voertuig kan
worden gecontroleerd, maar deze monitor
heeft een beperkt bereik. De monitor moet in
combinatie met directe visuele waarneming
worden gebruikt.
Rijd altijd langzaam wanneer u
achteruitrijdt.
De achteruitkijkmonitor toont een breedbeeld-
weergave, wat betekent dat de feitelijke
afstand anders kan zijn dan het subjectieve
beeld op de monitor aangeeft.
Gebruik het apparaat niet wanneer het
beeldelement of andere onderdelen niet
juist werken.
•Wanneer de montage en de aansluitingen
zijn voltooid, moet u controleren of de
claxon, remmen en waarschuwingslichten,
en ook de andere elektrische apparatuur
van het voertuig, juist werken.
2. VOORZORGSMAATREGELEN
INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER:
.
VERANDERINGEN OF MODIFICATIES AAN DIT PRODUCT DIE NIET DOOR DE FABRIKANT ZIJN
GOEDGEKEURD MAKEN DE GARANTIE ONGELDIG.
LET OPWAARSCHUWING
•Voer de montage uit zoals beschreven in
de montagehandleiding.
Monteer de bijgeleverde onderdelen zoals
beschreven.
Bij het boren van gaten in het voertuig
voor de montage van de bedrading, dienen
altijd geïsoleerde doorvoertules in de
gaten te worden gebruikt, om
beschadiging van de bedrading te
voorkomen.
Als er gaten in het voertuig worden
geboord om de camera te monteren, of
wanneer de bedrading wordt gelegd, moet
u siliconen-afdichtmiddel gebruiken om
eventuele openingen af te dichten.
•Wees voorzichtig dat de bedrading van de
camera niet wordt beschadigd.
Nadat het aansluiten van de camera is
voltooid, gebruikt u kabelklemmen of
isolatieband om de bedrading samen te
bundelen.
Het beeld dat u ziet op de
achteruitkijkmonitor is rechts-links
gedraaid, zodat dit hetzelfde is als het
beeld dat u in de achteruitkijkspiegel van
het voertuig ziet. Het beeld kan verschillen
afhankelijk van het voertuigtype.
Gebruik geen hogedruk-autowasinrichting
in de buurt van de camera.
De camera is een uiterst nauwkeurig
vervaardigd instrument en mag niet worden
blootgesteld aan een harde waterstraal.
Controleer regelmatig of de
montageschroeven goed vastzitten en
draai de schroeven indien nodig opnieuw
vast.
284-0877-01
CC-2011E 37
Nederlands
3. TECHNISCHE GEGEVENS
Stroomvoorziening/bedrijfsspanning: 9 V gelijkstroom (±0,5 V)
Stroomverbruik: 120 mA of minder
Beeldsensor: 1/4-inch solid-state kleuren-CCD
Kijkhoek: Ongeveer 130° (horizontaal)
Ongeveer 97° (verticaal)
Minimale verlichting van onderwerp: 3 LUX of minder (2 LUX ±1 LUX)
Signaal/ruisverhouding: 48 dB of meer (AGC-OFF)
Gewicht: Ongeveer 136 gram (beugel en 0,5 meter kabel)
Afmetingen: 27 (B) × 25 (H) × 28,3 (D) mm
Opmerking:
• Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens op basis van doorgevoerde verbeteringen voorbehouden,
zonder voorafgaande kennisgeving.
Inhoud van de verpakkingsdoos
1 Camera (met 0,5 meter kabel) .................... 1
2 Montagebeugel A ........................................ 1
3 Montagebeugel B ........................................ 1
4 Montagebeugel C........................................ 1
5 Montageschroeven
(inbus-schroefkop M3 x 6) .......................... 4
6 Montageschroeven
(afgeknotte schroefkop M3 x 6) .................. 2
7 Reinigingsvloeistof
(voor schoonmaken van het oppervlak
voor het tweezijdig kleefband) .................... 1
8 Kabelhouders .............................................. 7
9 Kabelklemmen ............................................ 3
0 Gebruiksaanwijzing &
Montagehandleiding.................................... 1
0
23
5
8
9
7
4
6
1
38 CC-2011E
284-0877-01
Nederlands
4. GEBRUIK
Gebruik van het Clarion achteruitkijk-camerasysteem
Het achteruitkijkbeeld wordt weergegeven wanneer de versnelling in de achteruit wordt gezet of
wanneer de handbedieningschakelaar wordt gebruikt.
Problemen oplossen
De volgende symptomen duiden niet op een defect. Controleer de volgende punten voordat u het
apparaat voor reparatie wegbrengt.
Symptoom
Geen beeld
Slechte
beeldkwaliteit
Oorzaak
De aansluitingen zijn verkeerd
gemaakt of de bedrading zit los.
Er is een zekering doorgebrand.
De buitenkant van de lens is vuil.
Zonlicht of de koplampen van een
voertuig achter u schijnen
rechtstreeks in de camera.
De omgeving is te donker.
De sterkte van de verlichting buiten
het voertuig is plotseling veranderd.
1. Wanneer u van een goed verlichte
naar een donkere plaats rijdt
(bijvoorbeeld vanaf helder zonlicht
naar de schaduw), is het mogelijk
dat het beeld erg donker wordt.
2. Wanneer u van een donkere naar
een goed verlichte plaats rijdt
(bijvoorbeeld vanuit de schaduw
naar helder zonlicht), is het
mogelijk dat het beeld erg helder
wordt.
Oplossing
Controleer de bedrading en corrigeer
de aansluitingen.
Bij gebruik van een afzonderlijk
voedingskastje moet u de zekering
controleren en deze indien nodig
vervangen door een nieuwe zekering
met hetzelfde amperage (1 A). Als de
zekering herhaaldelijk doorbrandt,
neem dan contact op met uw dealer
of het dichtstbijzijnde Clarion
servicecentrum.
Veeg de lens lichtjes met een zachte,
vochtige doek schoon. Wrijf niet hard
met een droge doek want dit kan
resulteren in krassen.
Het beeld zal weer normaal worden
wanneer het licht dat in de lens valt
verdwijnt.
Het beeld zal 's avonds of bij weinig
verlichting minder goed zijn.
Het beeld zal weer normaal worden
zodra er meer licht is.
[Bij gebruik van een afzonderlijk
voedingskastje]
In de automatische
gebruiksstand
Stop het voertuig en zet de
versnelling in de vrijstand en daarna
opnieuw in de achteruit.
In de handmatige gebruiksstand
Druk op de AUTO/MANUAL
schakelaar om het apparaat in de
AUTO gebruiksstand te zetten en
druk dan nog een keer op de
schakelaar voor de MANUAL
gebruiksstand. Als de versnelling in
de achteruit staat, zet u deze eerst in
de vrijstand voordat u op de
schakelaar drukt.
284-0877-01
CC-2011E 39
Nederlands
5. MONTAGE
Voordat u met de
montage begint
Lees alle veiligheidswaarschuwingen
zorgvuldig door voordat u de camera monteert
en de bedrading aansluit.
Voordat de camera definitief wordt
gemonteerd, gebruikt u kleefband om de
camera op de voorgenomen plaats aan te
brengen en dan controleert u of het beeld op
de monitor correct is alvorens de camera te
bevestigen.
Maak de negatieve (–) accukabel van het
voertuig los voordat u begint met het
aansluiten van de bedrading.
Voorzorgsmaatregelen bij
gebruik van het tweezijdig
kleefband voor de montage
Monteer de camera niet op gedeelten van
de ruit of carrosserie die behandeld zijn
met fluorharsen of andere
waterafstotende middelen.
Monteer de camera niet binnen het bereik
van de achterruitenwisser of in de buurt
van het mondstuk van de ruitensproeier.
Neem de volgende punten in acht om
verzwakking van de kleefkracht van de
montageband te voorkomen:
•Voer de montage bij voorkeur op een
heldere, zonnige dag uit.
Gedurende de eerste 24 uur na de
montage mag het apparaat niet aan vocht
(water, regen, mist, sneeuw enz.) of aan
sterke stoten of schokken worden
blootgesteld.
•Wanneer de montage bij lage temperatuur
wordt uitgevoerd (lager dan 20°C), moet
een haardroger worden gebruikt om het
oppervlak van de beugel te verwarmen
waar het tweezijdig kleefband wordt
aangebracht.
Raak het gedeelte van het tweezijdig
kleefband waar de beugel wordt
aangebracht niet aan en verander ook niet
de plaats van het kleefband nadat dit is
aangebracht.
Monteren/aansluiten van
de camera
1. Montagebeugel B bevestigen
Gebruik de bijgeleverde reinigingsvloeistof om
de plaats van het voertuig schoon te maken
waar de beugel wordt aangebracht, verwijder
dan de beschermlaag van het bevestigingsvlak
van beugel B en druk de beugel vervolgens
stevig tegen het voertuig aan.
Opmerkingen:
Lees zorgvuldig het etiket op de bijgeleverde
reinigingsvloeistof voordat u deze gebruikt.
Breng geen reinigingsvloeistof op de camera aan,
want dit kan resulteren in verkleuring of andere
beschadigingen.
•Voordat u de beschermlaag van de beugel
verwijdert, plaatst u de beugel op de
voorgenomen plaats van het voertuig en
controleert dan zorgvuldig of de oppervlakken
nauwkeurig en zonder openingen op elkaar
aansluiten.
Bij gebruik van schroeven voor de montage van
de beugel dienen de rechts-links schroefgaten op
beugel B te worden gebruikt.
Montagebeugel B
Beschermlaag
WAARSCHUWING
40 CC-2011E
284-0877-01
Nederlands
Monteren/aansluiten van de camera
2. Montagebeugel A bevestigen
Gebruik de bijgeleverde 2 montageschroeven
(inbus-schroefkop M3 x 6) en bevestig daarmee
beugel A aan beugel B.
Bij het vastdraaien van de schroeven moet de
hoek van beugel A zo worden afgesteld dat
een optimale camerahoek wordt verkregen.
Om de camera precies horizontaal te
monteren, bevestigt u de ingegraveerde
richtstreep (——) van beugel A tegenover het
midden van de montageschroeven wanneer
deze worden vastgedraaid.
Montagebeugel A
Montagebeugel B
Montageschroeven
(inbus-schroefkop)
Richting voor hoekafstelling
3. Montagebeugel C aan de camera
bevestigen
Gebruik de twee montageschroeven met
afgeknotte schroefkop (M3 x 6) en bevestig
hiermee de camera aan montagebeugel C en
gebruik de twee montageschroeven met inbus-
schroefkop (M3 x 6) om de camera/beugel C
combinatie aan montagebeugel A te bevestigen,
zoals afgebeeld.
Montagebeugel A
Montageschroeven
(inbus-schroefkop)
Montagebeugel C
Camera
Montageschroeven
(afgeknotte schroefkop)
Stel de camerahoek naar wens af wanneer de
schroeven voor montagebeugel C worden
vastgedraaid.
De positie van de camera kan afgesteld
worden door een van de drie paar gaten aan
de zijkanten van montagebeugel A te kiezen.
of
Een van deze drie
g
aten
g
ebruiken.
Bovendien kan montagebeugel A
omgedraaid worden (ondersteboven
monteren) om een groter bereik voor
de montage van de camera te
verkrijgen.
Montagebeugel A omdraaien
Bij het afstellen van de positie van de
camera moet u ervoor zorgen dat de
camerakabel niet te los hangt of te strak
getrokken wordt.
Controleer regelmatig of de
montageschroeven goed vastzitten en
draai de schroeven indien nodig opnieuw
vast.
LET OP
284-0877-01
CC-2011E 41
Nederlands
Stel de hoek van
de beugels A+B af
overeenkomstig de
montagepositie.
Stel de horizontale hoek
af terwijl u naar het beeld
op de monitor kijkt.
Monteren/aansluiten van de camera
Wanneer de camerahoek veranderd wordt,
zal het bereik veranderen van het beeld dat
op de monitor wordt weergegeven.
Controleer wat u op de monitor ziet ook
rechtstreeks door zelf te kijken wanneer u
achteruit met het voertuig rijdt.
Afstellen van de camerahoek (voorbeeld)
6. BEDRADING
Bedrading
1 Laat de camerakabel naar binnen lopen en
dan langs de afdichtstrook van het voertuig.
Gebruik indien nodig de bijgeleverde
kabelhouders om de bedrading op de plaats
vast te maken en te voorkomen dat de
bedrading klemgedrukt wordt in scharnieren
of dempers.
Kabelhouders
2 Gebruik een los verkrijgbare verlengkabel
om de camerakabel onder de voertuigvloer
(vloerbedekking) te laten lopen en op een
Clarion achteruitkijkmonitor of afzonderlijk
voedingskastje (CAA-188) aan te sluiten.
Bevestig de kabel met de
vereiste speling in dit gebied
om te voorkomen dat de kabel
uitgerekt of klemgedrukt wordt
in het scharnier wanneer de
achterklep geopend of gesloten
wordt.
Leid de kabel altijd vanaf de
onderkant (vloer) het voertuig
binnen. Wanneer de kabel vanaf de
bovenkant of zijkant van de
achterklep naar binnen wordt geleid,
kan er water naar binnen komen.
Kabelhouders
LET OP
42 CC-2011E
284-0877-01
Nederlands
Bedrading
Exclusieve waterdichte relaiskabel (los verkocht)
Binnen het voertuig
Buiten het voertuig
Draai de connectors stevig aan.
CCD-camera
Voedingskastje van
CCD-camera
of
Clarion
achteruitkijkmonitor
ADJ
POWER
SELECT IRIS
ZOOM
CAM1/DIM
MODE
CCA-532-100 (7 m)
CCA-533-100 (10 m)
CCA-534-100 (15 m)
Opmerking:
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de
monitor wordt geleverd voor informatie
betreffende de bedrading, bediening en uitvoering
van de monitor.
Bevestiging van de waterdichte connectors en waarschuwingen
1 w merkteken:Breng de twee pijltjes op de
stekkers tegenover elkaar om de kabel aan
te sluiten.
Exclusieve waterdichte
relaiskabel (contrastekker)
Camerasnoer
(penstekker)
2 Houd de twee stekkers bij elkaar en draai de
ring op de stekker van het camerasnoer
totdat deze niet meer verder gaat.
Draai de ring in de richting van
de pijl terwijl u de stekkers bij
elkaar houdt.
Draai aan de gele ring totdat er geen spleet
meer tussen de ring en de stekker is.
Als er nog een spleet tussen de ring en de
stekker is,draait u aan de ring totdat de spleet
verdwenen is.
Spleet
LET OP
Clarion Co., Ltd.
All Rights Reserved. Copyright © 2006: Clarion Co., Ltd.
Printed in Japan / Imprimé en Japon /Gedruckt in Japan
Stampato in Giappone / Gedrukt in Japan
/
Impreso en Japón
Tryckt i Japan / Impresso no Japão
2006/10
CC-2011E
284-0877-01
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10

Clarion CC-2011E Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor