25
Tabellen
Aanwijzing:
De gegevens in de volgende tabel zijn richtlijnen. Welke instelling no-
dig is, hangt af van de kwaliteit van de pan en van soort en hoeveel-
heid van de levensmiddelen.
Richtlijnen voor het instellen van de kookzones
3
Wij raden u aan om voor het aan de kook brengen of aanbraden de
hoogste stand te kiezen en gerechten met een langere kooktijd daarna
op de betreffende doorkookstand verder gaar te laten worden.
Schakelstand geschikt voor
3 aan de kook brengen
aan de kook brengen van grote hoe-
veelheden water, deegwaren koken
•
sterk aanbraden
frituren van patates frites,
aanbraden van vlees, bijv. goulasch,
bakken, bijv. aardappelkoekjes,
braden van lendenstuk, steak
2 voorzichtig braden
braden van vlees, schnitzel,
cordon bleu, karbonade, omelet,
gehaktballen, roux, voorzichtig
braden, braadworst, lever, eieren,
oliebollen frituren.
•
koken
stoven
smoren
koken van grotere hoeveelheden,
éénpansmaaltijden en soep,
koken van aardappelen,
bouillon trekken
stoven van groente of
smoren van vlees
rijstepap koken
1 wellen
wellen van rijst en melkgerechten,
stoven van kleinere hoeveelheden aard-
appelen of groenten, verhitten van kant-
en-klare gerechten.
•
smelten
schuimomelet, bouillon met ei,
sauce hollandaise, warmhouden
van gerechten, smelten van boter, cho-
colade, gelatine
0 nawarmte, uit-stand