Samsung AM128KN4DEH/EU Installatie gids

Type
Installatie gids
Airconditioner
Installatiehandleiding
AM✴✴✴KN4DEH
Dank u voor uw aankoop van deze airconditioner van Samsung.
Voordat u het apparaat bedient, verzoeken wij u deze handleiding zorgvuldig te lezen en
te bewaren voor raadpleging in de toekomst.
2 Nederlands
Inhoud
Veiligheidsinformatie 3
Installatieprocedure 5
Stap 1 Accessoires controleren en voorbereiden
Stap 2 De installatielocatie kiezen
Stap 3 optioneel: Isoleren van het frame van de indoor unit
Stap 4 Installeren van de indoor unit
Stap 5 Inert gas doorspuiten uit de binnenunit
Stap 6 Snijden en affakkelen van de leidingen
Stap 7 De montageleidingen installeren en aansluiten op de koelmiddelleidingen (montageleiding)
Stap 8 Uitvoeren van gaslektesten
Stap 9 Isoleren van de koelmiddelleidingen
Stap 10 De afvoerslang en de afvoerpijp installeren
Stap 11 Uitvoeren van afvoertesten
Stap 12 Het stroomsnoer en de communicatiekabels aansluiten
Stap 13 optioneel: het stroomsnoer verlengen
Stap 14 Instellen van de binnenunit-adressen en de installatie-opties
Bijlagen 43
Probleemoplossing
3Nederlands
Veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
• Risico's of onveilige praktijken die kunnen leiden tot
ernstig persoonlijk letsel of overlijden.
LET OP
• Risico's of onveilige praktijken die kunnen leiden tot licht
persoonlijk letsel of materiële schade.
• Volg de onderstaande voorzorgsmaatregelen zorgvuldig.
Deze zijn van essentieel belang om de veiligheid van de
apparatuur te garanderen.
WAARSCHUWING
• Koppel de stroomtoevoer naar de airconditioner altijd
los voordat onderhoud wordt gepleegd of toegang wordt
verkregen tot de interne onderdelen.
• Controleer of het installeren en testen worden
uitgevoerd door gekwalificeerd personeel.
• Controleer of de airconditioner niet wordt geplaatst op
een zeer toegankelijke locatie.
Algemene informatie
WAARSCHUWING
• Lees de inhoud van deze handleiding zorgvuldig door
voordat de airconditioner wordt geïnstalleerd en bewaar
de handleiding op een veilige plaats zodat deze na
installatie kan dienen als referentie.
• Voor maximale veiligheid moeten personen die de
unit installeren, de volgende waarschuwingen altijd
zorgvuldig lezen.
• Bewaar de werkings- en installatiehandleiding op een
veilige plaats en geef deze bij verkoop of overdracht van
de airconditioner aan de nieuwe eigenaar.
• Deze handleiding legt de installatie uit van een
binnenunit met een gesplitst systeem met twee units van
SAMSUNG. Het gebruik van andere typen eenheden met
verschillende beheersystemen kan de units beschadigen
en de garantie ongeldig maken. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor schade als gevolg van het gebruik
van niet-conforme units.
• De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die
voortkomt uit ongeautoriseerde aanpassingen of
onjuiste elektrische aansluitingen en de vereisten
zoals uiteengezet in de tabel 'Werkingslimieten' in de
handleiding. Dergelijke wijzigingen maken de garantie
onmiddellijk ongeldig.
• De airconditioner mag alleen worden gebruikt voor de
toepassingen waarvoor het apparaat is ontworpen: de
binnenunit is niet geschikt voor installatie in ruimten die
worden ingezet als wasruimte.
• Gebruik de units niet als deze zijn beschadigd. Als er
problemen optreden, schakel de unit dan uit en koppel
deze los van de stroomtoevoer.
• Om elektrische schok, brand en letsel te
voorkomen, moet de unit altijd worden gestopt,
de beschermingsschakelaar worden uitgeschakeld
en contact worden opgenomen met de technische
ondersteuning van SAMSUNG als de unit rook
produceert, als het stroomsnoer heet of beschadigd is of
als de unit veel lawaai maakt.
• Zorg ervoor dat de unit, elektrische aansluitingen,
leidingen met koelmiddel en beschermingen regelmatig
worden geïnspecteerd. Deze bewerkingen mogen alleen
door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
• De unit bevat bewegende delen, die te allen tijde buiten
bereik van kinderen moeten worden gehouden.
• Probeer de unit niet zelf te repareren, te verplaatsen, te
wijzigen of opnieuw te installeren. Als deze bewerkingen
worden uitgevoerd door niet-geautoriseerd personeel,
kunnen deze elektrische schokken of brand veroorzaken.
• Plaats geen containers met vloeistof of andere objecten
op de unit.
• Alle materialen die zijn gebruikt voor het vervaardigen
en verpakken van de airconditioner kunnen worden
gerecycled.
• Het verpakkingsmateriaal en gebruikte batterijen
van de afstandsbediening (optioneel) moeten in
overeenstemming met de huidige wetgeving worden
afgevoerd.
• De airconditioner bevat koelmiddel dat als speciaal afval
moet worden afgevoerd. Aan het eind van de levensduur
moet de airconditioner worden afgevoerd naar hiertoe
uitgeruste centra of worden geretourneerd naar de
verkoper zodat deze op juiste en veilige wijze kan
worden afgevoerd.
Veiligheidsinformatie
Veiligheidsinformatie
4
Veiligheidsinformatie
Nederlands
Veiligheidsinformatie
De unit installeren
WAARSCHUWING
BELANGRIJK:Bij het installeren van de unit moeten
altijd eerst de koelingsleidingen worden aangesloten en
daarna de elektrische verbindingen.
• Demonteer de elektrische verbindingen voordat de
koelingsbuizen worden gedemonteerd.
• Inspecteer het product bij ontvangst om te verzekeren
dat het niet is beschadigd tijdens het transport. Als het
product beschadigd lijkt, INSTALLEER HET DAN NIET
en meld de schade onmiddellijk bij de transporteur of
de verkoper (als de installateur of de geautoriseerde
technicus het materiaal bij de verkoper heeft opgehaald).
• Voer na het afronden van de installatie altijd een
functionele test uit. Leg de gebruiker ook uit hoe de
airconditioner moet worden bediend.
• Gebruik de airconditioner niet in omgevingen met
gevaarlijke substanties of in de buurt van apparatuur
waarbij open vlammen vrijkomen, om brand, explosies
en/of letsel te voorkomen.
• Onze units moeten worden geïnstalleerd volgens
de ruimtevereisten zoals aangegeven in de
installatiehandleiding, om de toegankelijkheid van beide
zijden te garanderen en de uitvoering van onderhoud en
reparaties mogelijk te maken. De onderdelen van de unit
moeten toegankelijk en eenvoudig te demonteren zijn,
zonder mensen en voorwerpen in gevaar te brengen.
Om deze reden worden kosten voor toegang
tot en reparatie van de units (onder VEILIGE
OMSTANDIGHEDEN, zoals beschreven in geldende
regelgevingen) met harnassen, ladders, steigers of
een ander hefsysteem, indien niet is voldaan aan de
voorwaarden in deze installatiehandleiding, NIET gedekt
door de garantie en worden aan de eindklant doorbelast.
Stroomtoevoerleiding, zekering of
beveiligingsschakelaar
WAARSCHUWING
• Zorg er altijd voor dat de voeding in overeenstemming
is met huidige veiligheidsnormen. Installeer de
airconditioner altijd in overeenstemming met de huidige
plaatselijke veiligheidsnormen.
• Controleer altijd of een geschikte aardingsaansluiting
beschikbaar is.
• Controleer of de spanning en frequentie van de voeding
overeenkomt met de specificaties en of de geïnstalleerde
stroom voldoende is om de werking van elk ander
huishoudelijk apparaat te waarborgen dat op dezelfde
elektrische leidingen is aangesloten.
• Controleer altijd of de uitschakel- en
beschermingsschakelaars de juiste afmetingen hebben.
• Controleer of de airconditioner op de voeding is
aangesloten in overeenstemming met de instructies
in het bedradingsdiagram dat in de handleiding is
opgenomen.
• Controleer altijd of de elektrische aansluitingen
(kabelinvoer, kabelsplitsingen, beschermingen...) in
overeenstemming zijn met de elektrische specificaties en
met de instructies in het bedradingsschema. Controleer
altijd of alle aansluitingen in overeenstemming zijn met
de normen die van toepassing zijn op de installatie van
airconditioners.
• Apparaten die van de stroomtoevoer ontkoppeld zijn,
moeten geheel ontkoppeld zijn volgens de voorwaarden
van de overspanningscategorie.
LET OP
Zorg ervoor dat de kabels geaard zijn.
• De aarddraad niet met de gasleiding, waterleiding,
lichtpaal of telefoondraad verbinden. Een elektrische
schok kan optreden, als de aarding niet voltooid is.
Installeer de stroomverbreker.
• Een elektrische schok kan optreden, als de
stroomverbreker niet geïnstalleerd is.
Zorg ervoor dat het afdruipende gecondenseerde water
van de afvoerslang goed en veilig wegloopt.
Installeer de spanningskabel en communicatiekabel
van de binnen- en buitenunit ten minste 1 m vanaf de
elektrische toestel.
Installeer de binnenunit uit de buurt van de
verlichtingsapparaten met behulp van de ballast.
• Als de draadloze afstandsbesturing wordt gebruikt,
mogelijk verbindingsfouten kunnen optreden als gevolg
van de ballast van de verlichtingsinrichting.
5
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Installatieprocedure
De airconditioner niet op de volgende plaatsen installeren.
• Op plaatsen waar zich minerale olie of arseenzuur
bevindt. Waar vlambare harsdelen en de accessoires
kunnen vallen of water kan lekken. De capaciteit van de
warmtewisselaar kan verminderen of de airconditioner
is niet in orde.
• De plaats waar bijtende gassen zoals zwavelzuur gas
genereert uit de ontluchtingspijp of luchtuitlaat.
• De koperen leiding of aansluitleiding kan roesten en
koelmiddel kan lekken.
• De plaats waar een machine elektromagnetische golven
genereert. De airconditioner mogelijk niet normaal werkt
als gevolg van het besturingssysteem.
• De plaats waar er gevaar van bestaande brandbaar gas,
koolstofvezel of brandbare stof is.
• De plaats waar thinner of benzine wordt verwerkt.
Lekkend gas en kan brand veroorzaken.
Stap 1 Accessoires controleren en
voorbereiden
De volgende accessoires worden geleverd met de
binnenunit. Het type en de hoeveelheid kan verschillen,
afhankelijk van de specificaties.
Isolatiebuis (3 st.) Kabelbinder (6 st.)
Afvoerslang (1 st.) Installatiehandleiding (1 st.)
Beugel (1 st.) Gebruikershandleiding (1 st.)
Installatiesjabloon (1 st.) Lengtemaat (1 st.)
Stap 2 De installatielocatie kiezen
Vereisten voor de installatielocatie
• Er mogen zich geen obstakels bevinden naast de
luchtinlaat en -uitlaat.
• Plaats de binnenunit op een plafond dat het gewicht kan
dragen.
• Houdt voldoende ruimte rondom de binnenunit vrij.
• Controleer voor het installeren van de binnenunit of de
gekozen locatie goed gedraineerd wordt.
• De binnenunit moet zodanig worden geïnstalleerd, dat
het buiten publiek geen toegang kan krijgen en het niet
kan worden aangeraakt door de gebruikers.
6
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Afmetingen binnenunit
Categorie Vierkant paneel Rond paneel
Voorkant
1000
358
Afmetingen plafondopening
960 (950 - 960)
Afmetingen plafondopening
960 (950 - 960)
116
1050
883
Groot
385
166
66
357
404
128
181
190
317
100
153
162
289
138
94
Klein
385
166
66
357
404
128
181
190
233
100
153
162
205
138
94
Standaard
646
646
942
787
80
ø100
H1
H1 Groot: 180, Klein: 150
H2 Groot: 152, Klein: 122
H2
Vierkant paneel Rond paneel
Model
AM045KN4DEH*
AM056KN4DEH*
AM071KN4DEH*
AM090KN4DEH*
AM112KN4DEH*
AM128KN4DEH*
AM140KN4DEH*
Behuizing Klein Groot
Netto afmetingen
(L × B × H)
mm 947 x 947 x 281 947 x 947 x 281 947 x 947 x 365
7
Installatieprocedure
Nederlands
Nettogewicht kg 21,0 21,0 24,0
Aansluiting vloeistofleiding ø6,35 ø9,52 ø9,52
Aansluiting gasleiding ø12,7 ø15,88 ø15,88
Aansluiting afvoerslang mm Buitendiameter: ø32, Binnendiameter: ø26,5
A
A : 1.500 mm of meer
A
A
A
'H2' mm
Binnenunit
2500 mm of meer
Obstructie
20 mm
1500 mm of
meer
10 mm
Eenheid: mm
Model
AM045KN4DEH*
AM056KN4DEH*
AM071KN4DEH*
AM090KN4DEH*
AM112KN4DEH*
AM128KN4DEH*
AM140KN4DEH*
H2 261 261 345
Ruimte benodigdheden
• Het ronde paneel is standaard beschikbaar in een
opbouwinstallatie.
• Maak inspectiegaten in het plafond om de installatie
en het onderhoud te vereenvoudigen, zoals in de tabel
weergegeven. (De grootte van een inspectiegat moet
minstens 450 mm x 450 mm zijn.)
• Een verlaagd plafond kan de inspectiegaten vervangen.
Categorie
Inspectiegat
Inbouwinstallatie
Opbouwinstallatie
Geïntegreerd
verlaagd
Vierkant paneel
1 st.
-
Rond paneel
2 st.
•
Voor de inbouwinstallatie van het ronde paneel
Leiding voor
koelmiddel
Verbindingsdeel van
de afvoerslang
Scherm
binnenunit
Inspectiegat
1050
883
ø1010 ~ 1020
Diameter van
plafondopening
ø1010 ~ 1020
Inspectiegat
OPMERKING
De vrije ruimte tussen het paneel en het inspectiegat is
15 tot 20 mm aan de zijkant.
8
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
LET OP
• De binnenunit moet volgend de gespecificeerde afstanden
worden geïnstalleerd om van ieder zijde toegang te verkrijgen,
om goede werking te garanderen en reparatie van de unit.
De binnenunit moet volgend de gespecificeerde afstanden
worden geïnstalleerd om van ieder zijde toegang te verkrijgen,
om goede werking te garanderen en reparatie van de unit.
• Niet de uitlaat vasthouden tijdens het dragen van de
binnenunit om de mogelijkheid van breken te voorkomen.
• U moet de hangerplaat op de hoek vasthouden en de
binnenunit dragen.
Stap 3 optioneel: Isoleren van het
frame van de indoor unit
Bij het installeren van een type cassette binnenunit aan
het plafond wanneer de temperatuur boven 27°C en de
luchtvochtigheid meer dan 80% is, moet u een extra 10
mm dik polyethyleen isolatie of een vergelijkbaar type
isolatie om het lichaam van de binnenunit van toepassen.
Snijdt het deel waar de leidingen worden uitgetrokken
voor het isolatiewerk eruit.
A
Isoleer het einde van de leiding en een aantal buigingen
via afzonderlijke isolatie.
OPMERKING
• A: Referentie voor de buitenomtrek van de unit
(Bij het isoleren van de kast van de binnenunit, gebruikt
u A als referentie voor de buitenomtrek.)
Binnenunit type en modellen Afmetingen
Alle soorten
cassettes
<S>
(947 x 947 x 281)
AM045KN4DEH*
AM056KN4DEH*
AM071KN4DEH*
AM090KN4DEH*
2610 x 130
Alle soorten
cassettes
<L>
(947 x 947 x 365)
AM112KN4DEH*
AM128KN4DEH*
AM140KN4DEH*
2610 x 215
Stap 4 Installeren van de indoor unit
Bij de beslissing over de locatie van de airconditioner
dienen met de volgende beperkingen rekening te
worden gehouden.
1 Bepaal de positie van het gat van de buis en van de
afvoerslang zoals weergegeven in het patroonblad,
en boor het gat met een binnendiameter van 14 mm.
OPMERKING
• Het diagram is van papier gemaakt en kan licht krimpen
of uitrekken door temperatuur of vochtigheid. Zorg
daarom ervoor dat de juiste afmetingen tussen de
markeringen worden behouden, voordat de gaten
worden geboord.
9
Installatieprocedure
Nederlands
2 Voer de volgende stappen uit om de inspectiegaten te
installeren overeenkomstig het soort paneel.
a Voor de inbouwinstallatie van het vierkante
paneel.
• Installeer een inspectiegat in de richting van de
verbindingsdelen van de koelmiddelleiding en de
afvoerslang. (1 punt)
Scherm binnenunit
Leiding voor koelmiddel
Inspectiegat
b Voor de inbouwinstallatie van het ronde paneel
• Installeer inspectiegaten in beide richtingen van
het verbindingsdeel van de koelmiddelleiding en de
afvoerslang en van het scherm van de binnenunit.
(2 punten)
Leiding voor koelmiddel
Scherm binnenunit
Inspectiegat
Inspectiegat
3 Steek bout ankers, met gebruik making van bestaande
plafondsteunen of bouw een geschikte drager, zoals
weergegeven in figuur.
Beton
Gat in anker
Gat in
aansluiting
Ophangbout(M10)-commercieel leverbaar
Invoegen
4 Installeer de ophangbouten, afhankelijk van het type
plafond.
Plafondsteun
LET OP
• Zorg dat het plafond sterk genoeg is om het gewicht van de
binnenunit te dragen. Voordat de unit wordt opgehangen,
test de sterkte van elk verbonden ophangbout.
• Bedraagt de lengte van de ophangbout meer dan 1,5
meter, dient u trillingen te voorkomen.
5 Schroef acht moeren en sluitringen op de
ophangbouten, waardoor er plek ontstaat voor het
ophangen van de binnenunit.
LET OP
• Allee ophangstaven moeten worden geïnstalleerd.
• Het is belangrijk om voldoende ruimte te laten in het
verlaagde plafond, om toegang voor onderhoud of
reparaties aan de drainagebuis verbinding te hebben,
de koelmiddelleiding verbinding, of om het apparaat
zonodig te verwijderen.
6 Hang de binnenunit aan de ophangbouten tussen
twee moeren op. Draai de moeren aan om het
apparaat op vast te zetten. Een stootkussen uitsnijden
en plaats deze nu op het frame
1
2
2
10
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
7 Het apparaat op de juiste positie instellen, rekening
houdend met de opstellingsruimte van het voorpaneel.
• Plaats het patroonblad op de binnenunit.
• Pas de ruimte tussen het plafond en de binnenunit
aan met behulp van een afstandsmeter.
• De binnenunit stevig bevestigen na het aanpassen van
het niveau van de unit met behulp van een waterpas.
• Verwijder het patroonblad en installeer het
voorpaneel.
Voor de inbouwinstallatie van
het vierkante paneel: 11,5 mm
Voor de inbouwinstallatie van
het ronde paneel: 41,5 mm
Binnenunit
Plafond
Afmetingensjabloon
Stap 5 Inert gas doorspuiten uit de
binnenunit
De binnenunit wordt geleverd met stikstofgas (inert gas)
ingebracht in de fabriek. Daarom moeten alle inert gas
worden gespoeld alvorens het leidingwerk te monteren.
Schroef de knijpbuis aan het einde van elke
koelmiddelleiding.
Vloeistofkant
Gaskant
Contactblok
OPMERKING
• Om vuil of vreemde voorwerpen in de leidingen tijdens
de installatie te voorkomen, de knijpbuis niet geheel
verwijderen totdat u klaar bent om de leidingen aan te
sluiten.
Stap 6 Snijden en affakkelen van de
leidingen
1 Zorg ervoor dat u de benodigde gereedschappen
beschikbaar hebt: pijpsnijder, ruimer, affakkel
gereedschap en pijphouder.
2 Wilt u de leidingen verkorten, snijd ze met een
pijpsnijder, en zorg ervoor dat de snijrand op
een hoek van 90° blijft naar de kant van de buis.
Raadpleeg de onderstaande illustraties voor
voorbeelden van juist en onjuist afgesneden randen.
Buissnijder
Leiding
Schuin
Ruw
Braam
3 Om gaslekken te voorkomen, verwijdert u alle
bramen van de afgesneden kant van de leiding met
een frees.
4 Plaats een wartelmoer op de buis en wijzig de flare.
Leiding
Wartel
D
A
Wartel
R 0.4 tot 0.8 mm
D
L
90° ±2°
45° ±2°
Buitendiameter (D) Diepte (A) Afmetingen wartel (L)
Ø6,35 mm 1,3 mm 8,7 tot 9,1 mm
Ø9,52 mm 1,8 mm 12,8 tot 13,2 mm
Ø12,70 mm 2,0 mm 16,2 tot 16,6 mm
Ø15,88 mm 2,2 mm 19,3 tot 19,7 mm
Ø19,05 mm 2,2 mm 23,6 tot 24,0 mm
11
Installatieprocedure
Nederlands
5 Controleer de juiste flare, raadpleeg de onderstaande
illustraties voor voorbeelden van onjuist flaren.
Juist
Oplopend
Beschadigd
oppervlak
Gebarsten
Oneven
dikte
Stap 7 De montageleidingen
installeren en aansluiten op de
koelmiddelleidingen (montageleiding)
Er zijn twee koelmiddelleidingen met verschillende
diameters:
• Een kleiner exemplaar voor het vloeibare koelmiddel.
• Een groter exemplaar voor het gasvormige koelmiddel. De
binnenkant van de koperen buis moet schoon zijn en bevat
geen stof.
1 Verwijder de knijpbuis op de leidingen en sluit de
montagepijpen aan op elke leiding, de moeren vastdraaien,
eerst handmatig en vervolgens met een momentsleutel,
een sleutel met het de volgende koppelmoment.
Momentsleutel
Wartelmoer
Spanner
Verbinding
1
2
3
3
Buitendiameter (mm) Torsie (N•m)
ø6,35 14 tot 18
Ø9,52 34 tot 42
Ø12,70 49 tot 61
Ø15,88 68 tot 82
Ø19,05 100 tot 120
(1N•m=10kgf•cm)
OPMERKING
• Als de leidingen moet worden ingekort, zie Stap 6
Snijden en affakkelen van de leidingen on page 10.
2 Zorg ervoor dat een isolatie wordt gebruikt dat dik
genoeg is om de koelmiddelleiding te bedekken
om het vallende condenswater op de grond aan
de buitenzijde van de buis te beschermen en het
rendement van de unit te verbeteren.
3 Snijd de resterende schuimisolatie af.
4 Zorg ervoor dat er geen scheuren of golven op het
gebogen gebied zijn.
5 Het kan nodig zijn om de isolatiedikte (10 mm of
meer) te verdubbelen om condensatie te voorkomen,
zelfs op de isolatie indien het geïnstalleerde gebied
warm en vochtig is.
6 Gebruik geen verbindingen of uitbreidingen voor de
leidingen aan te sluiten op de binnen- en buitenunits.
De enige toegestane aansluitingen zijn die waarvoor
de units zijn ontworpen.
12
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
LET OP
• Sluit de binnenunit en de buitenunit aan met behulp van
leidingen met wartelaansluitingen (niet meegeleverd).
Gebruik voor de leidingen, geïsoleerd, ongelaste, ontvet
en gedesoxideerd koperen pijp (Cu DHP type volgens ISO
1337 of UNI EN 12735-1), geschikt voor werkdrukken
van tenminste 4.2 MPa en voor een barstdruk van ten
minste 20.7 MPa. Koperleidingen voor sanitair gebruik
zijn hiervoor niet geschikt.
• Voor afmetingen en limieten (hoogteverschil,
leidinglengte, max. bochten, koelmiddel, etc.) zie de
installatiehandleiding van de buitenunit.
• Alle koelmiddel aansluitingen moet toegankelijk zijn, om
ofwel onderhoud van de unit of volledige verwijdering
mogelijk te maken.
• Als de leidingen gesoldeerd dienen te worden, zorg
ervoor dat zuurstofvrije stikstof (OFN) door het systeem
stroomt.
• Het blaasdrukbereik van stikstof is 0,02 tot 0,05 MPa.
Stap 8 Uitvoeren van gaslektesten
Controleer de verbindingslas van elke koelmiddelleiding
met een lek detector R-410A, om potentiële gaslekken
op de binnenunit te identificeren.
Voor het trekken van het vacuüm en recirculeren van
het koelgas moet u het hele systeem onder druk zetten
met stikstof (met behulp van een cilinder met een
drukregelaar) bij een druk boven 4 MPa, om lekken
van het koelmiddel op de koelmiddelverbindingen
onmiddellijk te kunnen detecteren.
Maak het vacuüm gedurende 15 minuten en zet het
systeem met stikstof onder druk.
Vloeistofkant
Gaskant
Contactblok
Stap 9 Isoleren van de
koelmiddelleidingen
Zodra u het systeem op lekken hebt gecontroleerd, kunt
u de leidingen en slang isoleren.
1 Om condensatie te voorkomen, plaats acrylonitril
butadieën rubber afzonderlijk rond elke
koelmiddelleiding.
Geen
opening
NBR
OPMERKING
• Zorg er altijd voor de naad van de leidingen naar boven
wijzen.
LET OP
• De isolatie in volledige overeenstemming met de
Europese verordening EEG / EG 2037/2000 waarbij
het gebruik van omhulsels isolatie zonder gebruik van
CFK gassen voor de gezondheid en het milieu wordt
geproduceerd.
2 Wind isolerende tape rond de leidingen en de
afvoerslang het voor het vermijden van het te veel
samendrukken van de isolatie.
3 Rol isolerend tape rond de andere leidingen die naar
de buitenunit leiden.
4 De leidingen en elektrische kabels die de binnenunit
met de buitenunit verbinden, moeten aan de muur
met geschikte kanalen worden bevestigd.
Binnenunit
Leidingisolatie
Isolatieleiding
Zorg ervoor dat u de
isolatie laat overlappen.
13
Installatieprocedure
Nederlands
LET OP
• Installeer de isolatie zo dat deze niet breder wordt en
maak gebruik van tape op het verbindingsdeel om dat
voorkomen dat er vocht kan binnentreden.
• Wikkel de koelmiddelleiding met isolatietape wanneer deze
wordt blootgesteld aan zonlicht.
• Installeer de koelmiddelleiding zo dat de isolatie niet
dunner wordt bij het gebogen deel of de hanger van de
leiding.
• Voeg de extra isolatie toe als de isolatieplaat dunner wordt.
Isolatie van koelmiddelleiding
Hanger
Extra isolatie
a
a x 3
• Moet strak tegen het frame zitten, zonder enige
tussenruimte.
• Alle koelmiddel aansluitingen moet toegankelijk zijn, om
ofwel onderhoud van de unit of verwijdering mogelijk
te maken.
5 Selecteer de isolatie van de koelmiddelleiding.
• Isoleer de leiding van de gas kant en vloeibare
kant, wijzend op de dikte van de isolatie die moeten
verschillen afhankelijk van de buismaat.
• Standaard: Minder dan een binnentemperatuur van
30°C, met een luchtvochtigheid van 85%. Als de
installatie in een vochtige omgeving wordt geplaatst,
gebruik dan een graad dikkere isolatie volgens
onderstaande tabel. Gebruik een dikkere als de
installatie in een ongunstige omgeving komt te staan.
• De warmteweerstand temperatuur van de isolator
moet meer dan 120°C bedragen.
Leiding Leidingafmeting
Isolatie type (Verwarmen/Koelen)
Opmerkingen
Standaard
[30 °C, 85%]
Hoge vochtigheid
[30 °C, meer dan 85%]
EPDM, NBR
Vloeistofleiding
Ø6,35 tot Ø9,52 9t
Interne temperatuur
hoger dan 120 °C
Ø12,7 tot Ø50,80 13t
Gasleiding
ø6,35 13t 19t
Ø9,52 tot Ø25,40
19t
25t
Ø28,58 tot Ø44,45 32t
Ø50,80 25t 38t
14
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
• Gebruik dezelfde isolatie dat genomen is voor hoge
luchtvochtigheid condities bij het installeren op de
plaasten en condities als hieronder aangegeven.
<Geologische omstandigheid>
Locaties met hoge luchtvochtigheid zoals kustlijnen,
hete bronnen, meer- of rivieroevers en nokken (als
een deel van het gebouw bedekt is met aarde en
zand)
<Bestemmingslocatie>
Plafond van een restaurant, sauna, zwembad enz.
<Staat van het gebouw>
Vloeren die regelmatig aan vocht en koeling worden
blootgesteld zijn niet gedekt. Bijvoorbeeld, leidingen
geïnstalleerd in een gang van een slaapzaal en studio
naast een uitgang dat regelmatig open en dicht gaat.
Plaatsen (waar leidingen zijn geïnstalleerd) die erg
vochtig zijn wegens gebrek aan ventilatie.
Stap 10 De afvoerslang en de
afvoerpijp installeren
1 Duw de geleverde afvoerslang zo ver mogelijk over
de afvoermof.
2 Zet de metalen klem vast zoals in de afbeelding
weergegeven.
3 Wikkel de geleverde lange afdichtbekleding over de
metalen klem en afvoerslang om te isoleren en zet
vast met klemmen.
4 Isoleer de gehele afvoerleiding binnen het gebouw
(veld levering).
Als de afvoerslang niet voldoende schuin gelegd
kan worden, voorzie de slang dan met verhoogde
afvoerleiding (veld levering).
5 Schuif de afvoerslang tot aan de isolatie als de
afvoerslang op de afvoermof aangesloten wordt.
Metalen klem
Afvoeraansluiting
Afvoerslang
Groot afdichtingsblok
Afvoerbuis
Zorg ervoor dat u de
afvoerslang en de
hoofdleiding goed
verbindt.
Afvoerslang
Verbinding pvc-buis
+ VP25 (Buitendiameter: 32 mm,
binnendiameter: 25 mm)
Afvoerbuis
LET OP
Controleer of de binnenunit evenwijdig is aan het
plafond met behulp van de waterpas.
• Installeer de ventilatie om condensatie vlot af te voeren.
Luchtventilatie
Plafond
• Als het nodig is om de hoogte van de afvoerbuis te
verhogen, dan de afvoerbuis recht binnen 300 mm
vanaf de ingang van de afvoerslang installeren. Wordt
het hoger dan 550 mm, dan kunnen er waterlekken
ontstaan.
Bandpakking
300 mm of
minder
20 mm of meer
Afvoerslang
Plafond
300 tot 550 mm
15
Installatieprocedure
Nederlands
• Geef de slang geen opwaartse helling voorbij de
aansluitopening. Dit veroorzaakt het teruglopen van
het water als de unit wordt gestopt en resulteert in
waterlekken.
Onderhoek
Plafond
• Gebruik geen kracht op de buizen van de unit wanneer
de afvoerslang wordt aangesloten. De slang niet laten
loshangen van zijn aansluiting op de unit. Bevestig de
slang zo dicht mogelijk bij de unit op een muur, frame of
andere ondersteuning.
Steunelementen
1 tot 1,5 m
1/100 of meer
Plafond
• Horizontaal installeren.
Binnenunit
Horizontaal zijn
Flexibele slang
• Max. Toegestane as ruimte
Binnenunit
Max. 20 mm
• Max. toegestane buigingshoek
Binnenunit
Max. 30˚
OPMERKING
• Bij installatie van een geconcentreerde afvoerbuis, zie
onderstaande figuur.
Gecentraliseerde horizontale
afvoerbuis (meer dan 1/100
helling)
Hoofd-afvoerbuis
Bouthanger met
volledige draad
1000 tot 1500 mm
300 tot 550
mm
200 mm
of meer
Individuele
ontluchter
Hoofd-ontluchter
(moet worden
geïnstalleerd)
• Als 3 of meer units zijn geïnstalleerd, installeert u de
hoofdontluchter aan de voorzijde van de verste binnenunit vanaf
de hoofdafvoerbuis.
• Om te voorkomen dat er water terugstroomt naar de binnenunits,
installeert u een individuele ontluchter aan de bovenzijde van
elke binnenunit.
De ontluchters moeten een T- of 7-vorm hebben om te
voorkomen dat stof of andere vreemde stoffen kunnen
binnenkomen.
Het is mogelijk niet nodig om een ontluchter te installeren als
de horizontale afvoerbuis zich in de juiste helling bevindt.
Stap 11 Uitvoeren van afvoertesten
1 Voer een lektest uit bij het verbindingsdeel van de flexibele
slang en de afvoerbuis:
a Sluit een algemene slang aan op het aansluitdeel van de
flexibele slang van de binnenunit en giet er water in.
Zuigslang
Flexibele slang
Controle-element
waterlek
16
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
b Na het ingieten van wat water, hermonteer de
rubberen kap op het aansluitdeel van een flexibele
slang van de binnenunit en stevig vastzetten met
een band om lekken te voorkomen.
c Controleer de lektest bij het deel waar het
hechtmiddel voor de flexibele slang en de
afvoerbuis is gebruikt.
LET OP
• De lektest moet minstens gedurende 24 uur worden
uitgevoerd.
2 Controleer de afvoer van het gecondenseerde water:
a Giet ongeveer 2 liter water in de afvoerplaat van
de binnenunit zoals weergegeven in de afbeelding.
b Wanneer de elektrische kabelaansluiting is voltooid
• De binnen- en buitenunit aanzetten.
• Werking in de Cool modus.
LET OP
• Alleen in de Cool modus kunt u de goede werking
van de afvoerpomp controleren.
Wanneer de elektrische kabelaansluiting niet is
voltooid
• Verwijder de deksel van de besturingskast van de
binnenunit.
• Sluit de voedingspanning (220V, 50 HZ) aan op de L
en N klemmen.
• Hermonteer de deksel van de besturingskast van de
binnenunit.
LET OP
• Als de vlotterschakelaar niet is gedecteerd wegens
onvoldoende water in de afvoerplaat, werkt de
afvoerpomp niet.
• Als de voedingsspanning direct op de L en N
klemmen wordt aangesloten, kan een communicatie
fout verschijnen.
• Na het controleren van de waterafvoer, de unit
uitzetten en loskoppelen van de voedingsspanning.
• Hermonteer de deksel van de besturingskast.
c Controleer of de afvoerpomp goed werkt.
d Controleer of de waterafvoer aan het einde van
de afvoerbuis goed werkt.
e Controleer op lekkages bij de afvoerbuis en het
aansluitdeel van de afvoerbuis.
f Wanneer een lek ontstaat, controleer dan of
de binnenunit horizontaal hangt en controleer
de aansluitdeel van de afvoerslang, afvoerbuis
aansluitdeel en afvoerpomp aansluiting.
g Is de controle van de afvoer voltooid en er blijft
gecondenseerd water achter op de afvoerplaat,
dan het water verwijderen.
Stap 12 Het stroomsnoer en de
communicatiekabels aansluiten
Aansluiten van stroomsnoer en communicatiekabel
F1 F2
L N
Voor het aansluiten van de stroom- en
communicatiesnoeren
Binnenunit
• Voor het aansluiten van de bedrading dient u alle stroom
uit te schakelen.
• Sluit het stroomsnoer en de communicatiekabel aan
tussen de units binnen de maximale lengte om de
spanningsval onder de 10% te houden.
• De hulpstroomverbreker (ELCB, MCCB, ELB) moet meer
capaciteit hebben wanneer een groot aantal binnenunits
is aangesloten vanaf één stroomverbreker.
• Sluit F3, F4 (voor communicatie) aan op de
communicatiekabel van de bedrade afstandsbediening.
17
Installatieprocedure
Nederlands
• Draai de elektrische draden met geschikt gereedschap
aan binnen de koppelgrens zodat ze stevig vastzitten, en
positioneer vervolgens de draden op zo'n manier dat er
geen buitendruk kan worden uitgeoefend op de afdekkingen
en andere onderdelen. Als u dit nalaat, kan dit leiden tot
oververhitting, elektrische schok of brand.
Aandraaimoment (N•m)
M3,5 0,8 tot 1,2
M4 1,2 tot 1,8
• Om het product te beschermen tegen water en mogelijke
schokken, moet u het stroomsnoer en de communicatiekabels
van de buiten- en de binnenunit binnen de ijzeren buis houden.
• Sluit het stroomsnoer aan op de hulpstroomonderbreker (ELCB,
MCCB, ELB).
• Houd een afstand van 50 mm of meer aan tussen het
stroomsnoer en de communicatiekabels.
•
Stroomsnoeren van onderdelen van apparatuur voor
buitengebruik mogen niet lichter zijn dan flexibele
polychloropreen-mantelsnoeren. (Codetoekenning IEC:60245 IEC
57 / CENELEC: H05RN-F of IEC:60245 IEC 66/CENELEC: H07RN-F)
• Schroeven op de klemmenstrook mogen niet losgedraaid
wordenmethetmomentkleinerdan12kgf•cm.
• Als de binnenunit in een computerruimte wordt geplaatst, maak
dan gebruik van de dubbel afgeschermde (aluminium tape /
polyester gevlochten + koper) kabel van het type FROHH2R.
F1 F2
1(L) 2(N)
F1 F2 F1 F2
F3 F4
1(L) 2(N) 1(L) 2(N)
MCCB
+ELB
ELCB
of
Bedrade
afstandsbediening
Binnenunit 1
Binnenunit 2 Binnenunit 3
Buitenunit
Het kiezen van de juiste krimpkabelschoen
1 Kies de krimpkabelschoen op basis van de nominale afmeting van het stroomsnoer.
2 Bedek het aansluitdeel van het stroomsnoer en de krimpkabelschoen om het te isoleren.
Zilversoldeer
F E
L
D
d1
B
d2
t
B
2
R
18
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Nominale
kabelafmetingen
(mm²)
Nominale
schroefafmetingen
(mm)
B D d1 E F L d2 t
Standaar-
dafmeting (mm)
Tolerantie
(mm)
Standaar-
dafmeting (mm)
Tolerantie
(mm)
Standaar-
dafmeting (mm)
Tolerantie
(mm)
Min. Min. Max.
Standaar-
dafmeting (mm)
Tolerantie
(mm)
Min.
1,5
4 6,6
± 0.2 3,4
+0,3
-0,2
1,7 ± 0.2 4,1 6 16 4,3
+0,2
0
0,7
4 8
2,5
4 6,6
± 0.2 4,2
+0,3
-0,2
2,3 ± 0.2 6 6 17,5 4,3
+0,2
0
0,8
4 8,5
4 4 9,5 ± 0.2 5,6
+0,3
-0,2
3,4 ± 0.2 6 5 20 4,3
+0,2
0
0,9
Specificaties van de klemmenblokken
Wisselstroom: M4 schroef
Communicatie: M3.5 schroef
11
13
7,5
9,0
18
13,8
Stroomtoevoer
(eenfasig)
MCCB ELB
Min : 198V
Max : 242V
XA
XA, 30 mA
0,1 s
Stroomsnoer Aardingskabel Communicatiekabel
2,5 mm of meer 2,5 mm² 0.75 tot 1.5 mm²
Bepaal de specificatie en maximumlengte van het
stroomsnoer middels formule 2.
1 Bepaal de capaciteit van ELB en MCCB middels
onderstaande formule.
De capaciteit van ELB, MCCB X[A] = 1,25 X 1,1 X ΣAi
OPMERKING
• X : de capaciteit van ELB, MCCB
• ΣAi : de som van de nominale stroom van elke
binnenunit.
Nominale stroom
Model Nominale stroom (A)
AM045KN4DEH* 0,18
AM056KN4DEH* 0,21
AM071KN4DEH* 0,25
AM090KN4DEH* 0,42
AM112KN4DEH* 0,41
AM128KN4DEH* 0,62
AM140KN4DEH* 0,75
2 Bepaal de specificatie en de maximale lengte van
het stroomsnoer om de spanningsval tussen de
binnenunits onder de 10% te houden.
n
Coëf×35.6×Lk
× ik)
< 10% van de
ingangsspanning [V]
∑ (
1000×Ak
k=1
OPMERKING
• Coëf: 1,55
• Lk: afstand tussen elke binnenunit [m], Ak: specificatie
van stroomsnoer [mm
2
]
• ik: nominale stroom van elke unit [A]
19
Installatieprocedure
Nederlands
Voorbeeld van installatie
TotalelengtevanstroomsnoerL=100(m),initiëleinvoerstroom=10[A],nominalestroomvanelkeunit=1[A],er
zijn in totaal 10 binnenunits geïnstalleerd
of
10 [A]
ELCB
MCCB+ELB
9 [A] 1 [A]
0[m] 10[m] 20[m] 100[m]
Binnenunit 1 Binnenunit 2 Binnenunit 10
• Gebruik de volgende formule.
n
Coëf×35,6×Lk×ik
∑ ( ) < 10% van ingangsspanning [V]
=1
1000×Ak
• Berekening
Installeren met 1 soort bedrading.
2,5 [mm2]
2,5 [mm2]
-2,2 [V] -2,0 [V]
220 [V]
-(2.2+2.0+1.8+1.5+1.3+1.1+0.9+0.7+0.4+0.2)=-11.2 [V]
208,8 [V] :
Toepasbaar
Tussen 198V
en 242V
······· 2,5 [mm2] ·······
Installeren met 2 verschillende soorten bedradingen.
4,0 [mm2]
4,0 [mm2]
-1,4 [V] -1,2 [V]
220 [V]
-(1.4+1.2+1.8+1.5+1.3+1.1+0.9+0.7+0.4+0.2)=-10.5 [V]
209,5 [V] :
Toepasbaar
Tussen 198V
en 242V
······· 2,5 [mm2] ·······
Stap 13 optioneel: het stroomsnoer
verlengen
1 Bereid de volgende hulpmiddelen voor.
Hulpmiddelen Spec. Vorm
Krimptang MH-14
Verbindingshuls
(mm)
20 x Ø 6,5
(H x BuD)
Isolatietape
Breedte 19
mm
Krimpbuisje (mm)
70 x Ø 8,0
(L x BuD)
2 Haal de afscherming los van het rubber en draad van het
stroomsnoer, zoals getoond in de afbeelding.
• Haal 20 mm draadafscherming los van de slang.
LET OP
• Raadpleeg de installatiehandleiding voor informatie
over de specificaties van stroomsnoeren voor
binnenen buitenunits.
• Na het loshalen van het draad moet een krimpbuisje
worden geplaatst.
Stroomsnoer
(Eenheid: mm)
20 20 20
60
120
180
3 Plaats de beide zijden van de kerndraad van het
stroomsnoer in de verbindingshuls.
• Methode 1: Duw de kerndraad door de huls vanaf
beide kanten.
• Methode 2: Draai de kernen samen en duw ze door
de huls.
Verbindingshuls Verbindingshuls
Methode 1 Methode 2
20
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
4 Comprimeer de twee punten met behulp van een krimptool;
draai om en comprimeer nog twee punten op dezelfde locatie.
• De compressiegrootte moet 8,0 zijn.
Afmeting
compressie
• Trek na het comprimeren aan beide zijden van de
draad om te controleren dat er goed samengedrukt is.
4 keer comprimeren.
5 mm
4 keer comprimeren.
5 mm
Methode 1 Methode 2
5 Omwikkel tweemaal of meer met isolatietape en plaats
het krimpbuisje in het midden van de isolatietape.
Minstens drie of meer lagen isolatie zijn vereist.
Methode 1 Methode 2
Isolatietape
40 mm
35 mm
Isolatietape
6 Pas hitte toe op het krimpbuisje, zodat het samenkrimpt.
Krimpbuisje
7 Omwikkel het buisje na het samenkrimpen met
isolatietape om het af te werken.
LET OP
• Zorg ervoor dat de verbindingsdelen niet zijn blootgesteld aan
de buitenomgeving.
• Zorg ervoor dat u isolatietape en een krimpbuisje uit
goedgekeurd versterkt isolatiemateriaal gebruikt dat hetzelfde
niveau van houdspanning voor het stroomsnoer heeft.
(Overeenkomstig met de lokale regelgeving voor extensies.)
Isolatietape
WAARSCHUWING
• In geval van het verlengen van de elektrische bedrading
mag GEEN rond gevormde drukaansluiting worden gebruikt.
Onvolledige draadaansluitingen kunnen een
elektrische schok of brand veroorzaken.
Stap 14 Instellen van de binnenunit-
adressen en de installatie-opties
De adressen van de binnenunit en de installatie-opties
kunnen niet in één keer worden ingesteld: stel beide apart in.
Algemene stappen voor het instellen van de
adressen en opties
AR-KH00E afstandsbediening (alleen voor 360 cassette)
Knop
Temperatuur
Knop Timer
Draaischijf
Knop Modus
Instellen
van de optie
waarden
De modus
ingeven voor
het instellen van
de opties
OPMERKING
• Het scherm van de afstandsbediening, kan, afhankelijk
van het model, variëren.
21
Installatieprocedure
Nederlands
1
Voer de modus in voor het instellen van de opties:
a Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening.
b Houd de knoppen
(Temp) en (Timer)
gelijktijdig ingedrukt en plaats de batterijen in de
afstandsbediening.
c Wees er zeker van dat u in de goede modus bent
voor het instellen van de opties:
2 De optie waarden instellen.
LET OP
• Het totaal aantal beschikbare nummers bedraagt 24:
SEG1 tot SEG24.
• Omdat SEG1, SEG7, SEG13, en SEG19 de pagina
opties zijn gebruikt door de vorige modellen
afstandsbediening, worden de modi om in te stellen voor
deze opties automatisch overgeslagen.
• Stel een 2-cijferige waarde in voor elke optie paar in de
volgende volgorde: SEG2 en SEG3 SEG4 en SEG5
SEG6 en SEG8 SEG9 en SEG10 SEG11 en SEG12
SEG14 en SEG15 SEG16 en SEG17 SEG18 en SEG20
SEG21 en SEG22 SEG23 en SEG24
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
0 X X X X X
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
1 X X X X X
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
2 X X X X X
SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
3 X X X X X
On (SEG1 tot SEG12) Off (SEG13 tot SEG24)
Neem de stappen die in de onderstaande tabel staan:
Stappen Scherm afstandsbediening
1 Instellen van de SEG2 en SEG3 waarden:
a Instellen van de SEG2 waarde door het wieltje linksom
te draaien tot de gewenste waarde op het scherm van
de afstandsbediening verschijnt.
SEG2
b Instellen van de SEG3 waarde door het wieltje
rechtsom te draaien tot de gewenste waarde op het
scherm van de afstandsbediening verschijnt.
SEG3
Bij het draaien van het wieltje verschijnen de waarden in de volgende volgorde:
2 Druk op de (Modus) knop. Cool en On verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
22
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Stappen Scherm afstandsbediening
3 Instellen van de SEG4 en SEG5 waarden:
a Instellen van de SEG4 waarde door het wieltje linksom
te draaien tot de gewenste waarde op het scherm van
de afstandsbediening verschijnt.
SEG4
b Instellen van de SEG5 waarde door het wieltje
rechtsom te draaien tot de gewenste waarde op het
scherm van de afstandsbediening verschijnt.
SEG5
Bij het draaien van het wieltje verschijnen de waarden in de volgende volgorde:
4 Druk op de
(Modus) knop. Dry en On verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
5 Instellen van de SEG6 en SEG8 waarden:
a Instellen van de SEG6 waarde door het wieltje linksom
te draaien tot de gewenste waarde op het scherm van
de afstandsbediening verschijnt.
SEG6
b Instellen van de SEG8 waarde door het wieltje
rechtsom te draaien tot de gewenste waarde op het
scherm van de afstandsbediening verschijnt.
SEG8
Bij het draaien van het wieltje verschijnen de waarden in de volgende volgorde:
6 Druk op de (Modus) knop. Fan en On verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
7 Instellen van de SEG9 en SEG10 waarden:
a Instellen van de SEG9 waarde door het wieltje linksom
te draaien tot de gewenste waarde op het scherm van
de afstandsbediening verschijnt.
SEG9
b Instellen van de SEG10 waarde door het wieltje
rechtsom te draaien tot de gewenste waarde op het
scherm van de afstandsbediening verschijnt.
SEG10
Bij het draaien van het wieltje verschijnen de waarden in de volgende volgorde:
23
Installatieprocedure
Nederlands
Stappen Scherm afstandsbediening
8 Druk op de (Modus) knop. Heat en On verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
9 Instellen van de SEG11 en SEG12 waarden:
a Instellen van de SEG11 waarde door het wieltje
linksom te draaien tot de gewenste waarde op het
scherm van de afstandsbediening verschijnt.
SEG11
b Instellen van de SEG12 waarde door het wieltje
rechtsom te draaien tot de gewenste waarde op het
scherm van de afstandsbediening verschijnt.
SEG12
Bij het draaien van het wieltje verschijnen de waarden in de volgende volgorde:
10 Druk op de (Modus) knop. Auto en Off verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
11 Instellen van de SEG14 en SEG15 waarden:
a Instellen van de SEG14 waarde door het wieltje
linksom te draaien tot de gewenste waarde op het
scherm van de afstandsbediening verschijnt.
SEG14
b Instellen van de SEG15 waarde door het wieltje
rechtsom te draaien tot de gewenste waarde op het
scherm van de afstandsbediening verschijnt.
SEG15
Bij het draaien van het wieltje verschijnen de waarden in de volgende volgorde:
12 Druk op de (Modus) knop. Cool en Off verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
24
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Stappen Scherm afstandsbediening
13 Instellen van de SEG16 en SEG17 waarden:
a Instellen van de SEG16 waarde door het wieltje
linksom te draaien tot de gewenste waarde op het
scherm van de afstandsbediening verschijnt.
SEG16
b Instellen van de SEG17 waarde door het wieltje
rechtsom te draaien tot de gewenste waarde op het
scherm van de afstandsbediening verschijnt.
SEG17
Bij het draaien van het wieltje verschijnen de waarden in de volgende volgorde:
14 Druk op de (Modus) knop. Dry en Off verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
15 Instellen van de SEG18 en SEG20 waarden:
a Instellen van de SEG18 waarde door het wieltje
linksom te draaien tot de gewenste waarde op het
scherm van de afstandsbediening verschijnt.
SEG18
b Instellen van de SEG20 waarde door het wieltje
rechtsom te draaien tot de gewenste waarde op het
scherm van de afstandsbediening verschijnt.
SEG20
Bij het draaien van het wieltje verschijnen de waarden in de volgende volgorde:
16 Druk op de (Modus) knop. Fan en Off verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
17 Instellen van de SEG21 en SEG22 waarden:
a Instellen van de SEG21 waarde door het wieltje
linksom te draaien tot de gewenste waarde op het
scherm van de afstandsbediening verschijnt.
SEG21
b Instellen van de SEG22 waarde door het wieltje
rechtsom te draaien tot de gewenste waarde op het
scherm van de afstandsbediening verschijnt.
SEG22
25
Installatieprocedure
Nederlands
Stappen Scherm afstandsbediening
Bij het draaien van het wieltje verschijnen de waarden in de volgende volgorde:
18 Druk op de (Modus) knop. Heat en Off verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
19 Instellen van de SEG23 en SEG24 waarden:
a Instellen van de SEG23 waarde door het wieltje
linksom te draaien tot de gewenste waarde op het
scherm van de afstandsbediening verschijnt.
SEG23
b Instellen van de SEG24 waarde door het wieltje
rechtsom te draaien tot de gewenste waarde op het
scherm van de afstandsbediening verschijnt.
SEG24
Bij het draaien van het wieltje verschijnen de waarden in de volgende volgorde:
3 Controleer of de optie waarden die u heeft ingesteld
juist zijn door het herhaaldelijk indrukken van de
(Modus) knop
[SEG2, SEG3]
[SEG11, SEG12]
[SEG21, SEG22]
[SEG4, SEG5]
[SEG14, SEG15]
[SEG23, SEG24]
[SEG6, SEG8]
[SEG16, SEG17]
[SEG9, SEG10]
[SEG18, SEG20]
4 Bewaar de optie waarden in de binnenunit:
Richt de afstandsbediening op de
afstandsbedieningssensor van de binnenunit en
druk vervolgens twee keer op de
(Aan/uit)-knop
op de afstandsbediening. Wees er zeker van dat dit
commando door de binnenunit wordt ontvangen.
Als het succesvol is ontvangen, hoort u een kort
geluid vanaf de binnenunit. Als het commando niet
is ontvangen, druk dan nogmaals op de (Aan/uit)-
knop.
5 Controleer of de airco werkt volgens de door u
ingestelde optie waarden:
a Reset de binnenunit door het losmaken en
vervolgens heraansluiten van de voedingskabel
van de binnenunit of door het indrukken van de
RESET knop op de buitenunit.
b Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening,
plaats deze opnieuw en druk vervolgens op de
(Aan/uit) knop van de afstandsbediening.
26
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
MR-EC00 en MR-EH00 afstandsbedieningen
Knop Temp Laag
Knop Temp Hoog
Knop Modus
Knop Fan Laag
Knop Fan Hoog
Instellen
van de optie
waarden
De modus
ingeven voor
het instellen van
de opties
OPMERKING
• Het scherm van de afstandsbediening en knoppen
kunnen, afhankelijk van het model, variëren.
1 Voer de modus in voor het instellen van de opties:
a Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening
en plaats deze opnieuw.
b Houdt de knoppen
(Temp Hoog) en (Temp
Laag) gelijktijdig ingedrukt, plaats de batterijen in
de afstandsbediening.
c Wees er zeker van dat u in de goede modus bent
voor het instellen van de opties:
2 De optie waarden instellen.
LET OP
• Het totaal aantal beschikbare nummers bedraagt 24:
SEG1 tot SEG24.
• Omdat SEG1, SEG7, SEG13, en SEG19 de pagina
opties zijn gebruikt door de vorige modellen
afstandsbediening, worden de modi om in te stellen voor
deze opties automatisch overgeslagen.
• Stel een 2-cijferige waarde in voor elke optie paar in de
volgende volgorde: SEG2 en SEG3 SEG4 en SEG5
SEG6 en SEG8 SEG9 en SEG10 SEG11 en SEG12
SEG14 en SEG15 SEG16 en SEG17 SEG18 en SEG20
SEG21 en SEG22 SEG23 en SEG24
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
0 X X X X X
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
1 X X X X X
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
2 X X X X X
SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
3 X X X X X
On (SEG1 tot SEG12) Off (SEG13 tot SEG24)
27
Installatieprocedure
Nederlands
Neem de stappen die in de onderstaande tabel staan:
Stappen Scherm afstandsbediening
1 Instellen van de SEG2 en SEG3 waarden:
a Instellen van de SEG2 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG2
b Instellen van de SEG3 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop (Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG3
2 Druk op de (Modus) knop. Cool en On verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
3 Instellen van de SEG4 en SEG5 waarden:
a Instellen van de SEG4 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG4
b Instellen van de SEG5 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop (Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG5
4 Druk op de (Modus) knop. Dry en On verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
5 Instellen van de SEG6 en SEG8 waarden:
a Instellen van de SEG6 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG6
b Instellen van de SEG8 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
c
SEG8
Wanneer u op de knop (Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
28
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Stappen Scherm afstandsbediening
6 Druk op de (Modus) knop. Fan en On verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
7 Instellen van de SEG9 en SEG10 waarden:
a Instellen van de SEG9 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG9
b Instellen van de SEG10 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop (Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG10
8 Druk op de (Modus) knop. Heat en On verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
9 Instellen van de SEG11 en SEG12 waarden:
a Instellen van de SEG11 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG11
b Instellen van de SEG12 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop (Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG12
10 Druk op de (Modus) knop. Auto en Off verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
29
Installatieprocedure
Nederlands
Stappen Scherm afstandsbediening
11 Instellen van de SEG14 en SEG15 waarden:
a Instellen van de SEG14 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG14
b Instellen van de SEG15 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop (Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG15
12 Druk op de (Modus) knop. Cool en Off verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
13 Instellen van de SEG16 en SEG17 waarden:
a Instellen van de SEG16 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG16
b Instellen van de SEG17 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop (Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG17
14 Druk op de (Modus) knop. Dry en Off verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
15 Instellen van de SEG18 en SEG20 waarden:
a Instellen van de SEG18 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG18
30
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Stappen Scherm afstandsbediening
b Instellen van de SEG20 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop (Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG20
16 Druk op de (Modus) knop. Fan en Off verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
17 Instellen van de SEG21 en SEG22 waarden:
a Instellen van de SEG21 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG21
b Instellen van de SEG22 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop (Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG22
18 Druk op de (Modus) knop. Heat en Off verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
19 Instellen van de SEG23 en SEG24 waarden:
a Instellen van de SEG23 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
SEG23
b Instellen van de SEG24 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de
afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u op de knop (Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de
waarden in de volgende volgorde:
SEG24
31
Installatieprocedure
Nederlands
3 Controleer of de optie waarden die u heeft ingesteld
juist zijn door het herhaaldelijk indrukken van de
(Modus) knop
[SEG2, SEG3]
[SEG11, SEG12]
[SEG21, SEG22]
[SEG4, SEG5]
[SEG14, SEG15]
[SEG23, SEG24]
[SEG6, SEG8]
[SEG16, SEG17]
[SEG9, SEG10]
[SEG18, SEG20]
4 Bewaar de optie waarden in de binnenunit:
Richt de afstandsbediening op de
afstandsbedieningssensor van de binnenunit en
druk vervolgens twee keer op de
(Aan/uit)-knop
op de afstandsbediening. Wees er zeker van dat dit
commando door de binnenunit wordt ontvangen.
Als het succesvol is ontvangen, hoort u een kort
geluid vanaf de binnenunit. Als het commando niet
is ontvangen, druk dan nogmaals op de (Aan/uit)-
knop.
5 Controleer of de airco werkt volgens de door u
ingestelde optie waarden:
a Reset de binnenunit door het losmaken en
vervolgens heraansluiten van de voedingskabel
van de binnenunit of door het indrukken van de
RESET knop op de buitenunit.
b Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening,
plaats deze opnieuw en druk vervolgens op de
(Aan/uit) knop van de afstandsbediening.
Het instellen van de binnenunit-adressen
(hoofdadres en RMC)
1 Wees er zeker van dat de stroom naar de binnenunit
wordt geleverd.
• Als de binnenunit niet is aangesloten, moet het een
stroomvoorziening bevatten.
2 Zorg ervoor dat het paneel of scherm aangesloten
is op de binnenunit, zodat deze de opties kan
ontvangen.
Binnenunit
F1 F2
L N
3 Stel een adres (hoofd- of RMC-adres) in voor elke
binnenunit met behulp van de afstandsbediening,
volgens uw airconditioningssysteem.
• De binnenunit adressen (hoofd en RMC adressen) zijn
standaard ingesteld op 0A0000-100000-200000-
300000.
Optie nr. voor een binnenunit adres: 0AXXXX-1XXXXX-2XXXXX-3XXXXX
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Functie Pagina Modus
Hoofdadres
instellen
100 tekens van
een binnenunit-
adres
10 tekens van
een binnenunit-
adres
Het ene teken
van een
binnenunit
Indicatie
en
details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
0 A
0
Geen
hoofdadres
0 tot
9
10
tekens
0 tot 9
Een
enkele
digit
0 tot 3
Een
enkele
digit
1
Hoofdadres
instelmodus
32
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Optie SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Functie Pagina -
RMC adres
instellen
-
Groepskanaal
(x16)
Groepsadres
Indicatie
en
details
Indicatie
Details
-
Indicatie
Details
-
Indicatie
Details
Indicatie
Details
1
0
Geen RMC
adres
RMC1 0 tot F RMC2
0 tot
F
1
RMC adres
instelmodus
LET OP
• Als u A tot F invoert voor de optie SEG5 of SEG6, wordt het hoofdadres van de binnenunit niet gewijzigd.
• Als u 0 invoert voor SEG3, behoudt de binnenunit het vorige hoofdadres ook al voert u de optiewaarde voor SEG5 of
SEG6 in.
• Als u 0 invoert voor SEG9, behoudt de binnenunit het vorige RMC-adres ook al voert u de optiewaarde voor SEG11 of
SEG12 in.
• U kunt de optie SEG11 of SEG12 niet op hetzelfde moment instellen op de F-waarde.
Het instellen van de installatieoptie van de
binnenunits (geschikt voor het bepalen van elke
installatielocatie)
1 Wees er zeker van dat de stroom naar de binnenunit
wordt geleverd.
• Als de binnenunit niet is aangesloten, moet het een
stroomvoorziening bevatten.
2 Zorg ervoor dat het paneel of scherm aangesloten
is op de binnenunit, zodat deze de opties kan
ontvangen
Binnenunit
F1 F2
L N
3 Stel een adres in voor elke binnenunit met
behulp van de afstandsbediening, volgens uw
airconditioningssysteem.
• De binnenunitadressen zijn standaard ingesteld op
020010-100000-200000-300000.
• De optie SEG20, afzonderlijke bediening met
de afstandsbediening, staat toe om meerdere
binnenunits afzonderlijk te bedienen met behulp van
de afstandsbediening.
33
Installatieprocedure
Nederlands
Installatie-opties voor de 02-serie
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
0 2 -
Gebruik van de externe
temperatuursensor
/ De werking van de
ventilator minimaliseren
wanneer de thermostaat is
uitgeschakeld
Gebruik van
centrale regeling
Compensatie
van de
ventilator TPM
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
1
Gebruik van de
afvoerpomp
Gebruik van het
heetwatertoestel
-
EEV-stap als
de verwarming
stopt
-
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
2
Gebruik van
externe regeling
Instellen van de uitgang
van externe regeling
/ Aan/Uit-signaal van
externe warmteopwekker
- Zoemer regeling
Maximale filter
gebruikstijd
SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
3
Afzonderlijke
bediening met de
afstandsbediening
Instellen van de
verwarmingscompensatie
/ Verwijderen van
condenswater in de Heat-
modus
EEV-stap van gestopte
unit tijdens de
olieterugvoer of de
ontdooimodus
Bewegingssensor
Cyclustijd van
Draaien
• Zelf als u het gebruik van de optie afvoerpomp (SEG8) op 0 instelt, wordt deze automatisch ingesteld op 2 (de afvoer
pomp wordt gebruikt met 3 minuten vertraging).
• Als u de optie maximale filter gebruikstijd (SEG18) instelt op een waarde anders dan 2 en 6, wordt deze automatisch
ingesteld op 2 (1000 uren).
• Als u een optie instelt met een waarde die buiten het bereik ligt zoals hierboven aangegeven, wordt de optie automatisch
standaard ingesteld op 0.
• De optie SEG5 (Gebruik van centrale regeling) wordt standaard ingesteld op 1 (Gebruik). U hoeft daarom de optie
SEG5 niet zelf meer in te stellen. Let op: ook als het centrale regelingssysteem niet is aangesloten, worden geen fouten
weergegeven. Als u wilt dat een bepaalde binnenunit niet wordt bediend door het centrale regelingssysteem, stel de SEG-
optie van de betreffende binnenunit dan in op 0 (Onbruik).
• De externe uitgang van SEG15 wordt gegenereerd via de MIM-B14-verbinding. (Raadpleeg de handleiding van de
MIM-B14.)
• Als u de optie afzonderlijke bediening met de afstandsbediening (SEG20) instelt op een waarde anders dan 0 tot 4, wordt
deze automatisch ingesteld op 0 (binnen 1).
34
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Installatie-opties voor de 02-serie (in detail)
Optie nr. voor een binnenunit adres: 02XXXX-1XXXXX-2XXXXX-3XXXXX
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Functie Pagina Modus -
Gebruik van de externe temperatuursensor / De
werking van de ventilator minimaliseren wanneer
de thermostaat is uitgeschakeld
Gebruik van centrale
regeling
Compensatie van de
ventilator TPM
Indicatie
en details
Indicatie Details Indicatie Details
-
Indicatie
Details
Indicatie Details Indicatie
Details
Gebruik
van externe
temperatuur
sensor
De werking van
de ventilator
minimaliseren
wanneer de
thermostaat is
uitgeschakeld
0 2
0 Onbruik
(Koeling, Verwarming)
Onbruik
0 Onbruik 0
Onbruik
(inbouwinstallatie)
1 Gebruik
(Koeling, Verwarming)
Onbruik
2 Onbruik
(Verwarming)
Gebruik (*2)
1 Gebruik
1
Modus hoog
plafond
(inbouwinstallatie)
3 Gebruik
(Verwarming)
Gebruik (*2)
4 Onbruik (Koeling) Gebruik
4
Onbruik
(opbouwinstallatie)
5 Gebruik (Koeling) Gebruik
6 Onbruik
(Koeling, Verwarming)
Gebruik (*2)
5
Modus hoog
plafond
(opbouwinstallatie)
7 Gebruik
(Koeling, Verwarming)
Gebruik (*2)
35
Installatieprocedure
Nederlands
Optie SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Functie Pagina
Gebruik van de
afvoerpomp
Gebruik van het
heetwatertoestel
-
EEV-stap als de
verwarming stopt
-
Instelling
en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie
Details
-
Indicatie
Details
-
1
0 Onbruik 0
Onbruik
0 Standaard
1 Gebruik 1
Gebruik
(*3)
1
Instellen van
geluidsreductie
2
Gebruik
met 3
minuten
vertraging
2
-
3
Gebruik
(*3)
Optie SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
Functie Pagina
Gebruik van externe
regeling
Instellen van de uitgang van
externe regeling / Aan/Uit-signaal
van externe warmteopwekker
S-Plasma ion Zoemer regeling
Maximale filter
gebruikstijd
Indicatie
en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie
Details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
De
uitgang
instellen
van
externe
regeling
Aan/Uit-
signaal van
de warmte-
opwekker
2
0 Onbruik 0
Ther-
mostaat
aan
- 0 Onbruik 0
Gebruik van
zoemer
2 1000 uur
1
Aan/Uit-
regeling
1
Werking
aan
-
1 Gebruik 1
Onbruik
van zoemer
6 2000 uur
2
Regeling
uit
2
-
Gebruik (*4)
3
Scherm
van Aan/
Uit-
regeling
3
-
Gebruik (*4)
36
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Optie SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
Functie Pagina
Afzonderlijke
bediening met de
afstandsbediening
Instellen van de
verwarmingscompensatie /
Verwijderen van condenswater in
de Heat-modus
EEV-stap van gestopte unit tijdens de
olieterugvoer of de ontdooimodus
Bewegingssensor Cyclustijd van Draaien
Indicatie
en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie
Details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
Instellen
van de
verwarmings-
compensatie
Verwijderen van
condenswater in
de Heat-modus
3
0 of 1 Binnen 1
0
Standaard
(*5)
Onbruik 0 Standaard 0 Onbruik 0
34 seconden
(standaard)
1 2 °C Onbruik
1
Olieterugvoer of
Geluidsreductie in de
ontdooimodus
1
Uitschakelen
binnen 30
min. zonder
beweging
1 30 seconden
2 Binnen 2 2 5 °C Onbruik 2
Uitschakelen
binnen 60
min. zonder
beweging
2 38 seconden
3 Binnen 3 3
Standaard
(*5)
Gebruik (*6)
1
Olieterugvoer of
Geluidsreductie in de
ontdooimodus
3
Uitschakelen
binnen 120
min. zonder
beweging
4 Binnen 4
4 2 °C Gebruik (*6) 4
Uitschakelen
binnen 180
min. zonder
beweging
5 5 °C Gebruik (*6)
5
Uitschakelen
binnen 30 min.
zonder beweging
of geavanceerde
functie (*1)
6
Uitschakelen
binnen 60 min.
zonder beweging
of geavanceerde
functie (*1)
7
Uitschakelen
binnen 120 min.
zonder beweging
of geavanceerde
functie (*1)
8
Uitschakelen
binnen 180 min.
zonder beweging
of geavanceerde
functie (*1)
37
Installatieprocedure
Nederlands
(*1) Geavanceerde functie: Ofwel het regelen van de koelings- of verwarmingsstroom, ofwel energiebesparing door
bewegingsdetectie.
(*2) De werking van de ventilator minimaliseren wanneer de thermostaat is uitgeschakeld: De ventilator werkt
gedurende 20 seconden met een interval van 5 minuten in de Heat-modus.
(*3) 1: De ventilator wordt continu ingeschakeld wanneer het heetwatertoestel ingeschakeld is; 3: De ventilator wordt
uitgeschakeld wanneer het heetwatertoestel ingeschakeld is met een binnenunit voor alleen koelen.
(Binnenunit voor alleen koelen: Voor het gebruik van deze optie installeert u de schakelaar 'Modus selecteren'
(MCM-C200) op de buitenunit en zet u deze in de Cool-modus.)
(*4) Als een van onderstaande punten 2 of 3 wordt gebruikt als Aan/Uit-signaal van de externe warmteopwekker, zal
het signaal voor de externe contactregeling niet worden uitgevoerd.
2: De ventilator wordt continu ingeschakeld wanneer de externe warmteopwekker ingeschakeld is.
3: De ventilator wordt uitgeschakeld wanneer de externe warmteopwekker ingeschakeld is met een binnenunit
voor alleen koelen
(Binnenunit voor alleen koelen: Voor het gebruik van deze optie installeert u de schakelaar 'Modus selecteren'
(MCM-C200) op de buitenunit en zet u deze in de Cool-modus.)
OPMERKING
• AlsdeventilatorisuitgeschakeldvooreenbinnenunitvooralleenkoelendoorhetinstellenvandeoptieSEG9=3of
SEG15=3,hebtueenexternesensornodigomdeexactebinnentemperatuurtekunnenbepalen.
(*5) Standaard instelwaarde 5 °C
(*6) Als de airconditioner opereert in de Heat-modus onmiddellijk na het einde van het koelen, wordt het
condenswater in de afvoerbak omgezet in waterstoom door de hitte van de warmtewisselaar van de binnenunit.
Aangezien de waterstoom kan condenseren op de binnenunit en in een woonruimte kan neervallen, gebruikt u
deze functie om de waterstoom uit de binnenunit te verwijderen door de ventilator te laten draaien (maximaal 20
minuten), ook al is de binnenunit uitgeschakeld nadat de Cool-modus is omgeschakeld naar de Heat-modus.
Installatie-opties voor de 05-serie
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
0 5
Gebruik van de
HR-specifieke
automatische
omschakelfunctie in
de Auto-modus
(Bij het instellen van
SEG3)
Compensatie voor de
referentietemperatuur
voor verwarming
(Bij het instellen van
SEG3)
Compensatie voor de
referentietemperatuur
voor koeling
(Bij het instellen van
SEG3)
Referentie voor
omschakeling van
Heat-modus naar
Cool-modus
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
1
(Bij het instellen
van SEG3)
Referentie voor
omschakeling van
Cool-modus naar
Heat-modus
(Bij het instellen van
SEG3)
Tijd die nodig is voor
moduswijziging
Compensatie-
optie voor een
lange buis en het
hoogteverschil
tussen binnenunits
- -
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
2 - - - -
Variabelen bepalen
wanneer het
heetwatertoestel
of een externe
warmteopwekker
wordt gebruikt
SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
3 - - - - -
38
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Installatie-opties voor de 05-serie (in detail)
Optie-nr.: 05XXXX-1XXXXX-2XXXXX-3XXXXX
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Functie Pagina Modus
Gebruik van de
HR-specifieke
automatische
omschakelfunctie in de
Auto-modus
(Bij het instellen van
SEG3)
Compensatie voor de
referentietemperatuur
voor verwarming
(Bij het instellen van
SEG3)
Compensatie voor de
referentietemperatuur
voor koeling
(Bij het instellen van
SEG3)
Referentie voor
omschakeling van Heat-
modus naar Cool-modus
Indicatie
en details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
0 5
0
De
productopties
worden
opgevolgd.
0
0
0
0 0 1
1
De HR-specifieke
automatische
omschakelfunctie
wordt gebruikt.
1
0,5
1
0,5 1 1,5
2
1
2
1 2 2
3
1,5
3
1,5 3 2,5
4
2
4
2 4 3
5
2,5
5
2,5 5 3,5
6
3
6
3 6 4
7
3,5
7
3,5 7 4,5
Optie SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Functie Pagina
(Bij het
instellen van
SEG3)
Referentie voor
omschakeling
van Cool-modus
naar Heat-modus
(Bij het instellen van
SEG3)
Tijd die nodig is voor
moduswijziging
Compensatie-
optie voor een
lange buis en het
hoogteverschil
tussen
binnenunits
- -
Indicatie
en details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
- -
1
0 1 0 5 min.
0
De stan-
daard-
waarde
wordt
gebruikt.
1 1,5 1 7 min.
1
1) Het
hoog-
tevers-chil
(*1) is meer
dan 30 m.
- of -
2) De
afstand (*2)
is meer dan
110 m.
2 2 2 9 min.
3 2,5 3 11 min.
39
Installatieprocedure
Nederlands
Indicatie
en details
1
4 3 4 13 min.
2
1) Het
hoog-tever-
schil (*1)
is 15 tot
30 m.
- of -
2) De
afstand (*2)
is 50 tot
110 m.
-
-
5 3,5 5 15 min.
6 4 6 20 min.
7 4,5 7 30 min.
Optie SEG18(*3)
Functie Variabelen bepalen wanneer het heetwatertoestel of een externe warmteopwekker wordt gebruikt
Indicatie
en details
Indicatie
Details
Compensatietemperatuur voor warmteopwekker
aan
Vertragingstijd voor warmteopwekker aan
0 Tegelijkertijd met thermostaat aan Geen vertraging
1 Tegelijkertijd met thermostaat aan 10 min.
2 Tegelijkertijd met thermostaat aan 20 min.
3 1,5°C Geen vertraging
4 1,5°C 10 min.
Indicatie
en details
5 1,5°C 20 min.
6 3,0°C Geen vertraging
7 3,0°C 10 min.
8 3,0°C 20 min.
9 4,5°C Geen vertraging
A 4,5°C 10 min.
B 4,5°C 20 min.
C 6,0°C Geen vertraging
D 6,0°C 10 min.
E 6,0°C 20 min.
40
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
(*1) Hoogteverschil: Het verschil in hoogte tussen de doel-binnenunit en de binnenunit die geïnstalleerd is op de
laagste plaats. Bijvoorbeeld: als de doel-binnenunit 40 meter hoger is geïnstalleerd dan de binnenunit die
geïnstalleerd is op de laagste plaats, stelt u de optie in op 1.
(*2) Afstand: Het verschil tussen de buislengte van de doel-binnenunit tot de buitenunit en de buislengte van de
binnenunit die geïnstalleerd is op de verste plaats tot de buitenunit. Bijvoorbeeld: als de langste buislengte 100
meterisendebuislengtevandedoel-binnenunit40meter,steltudeoptieinop2.(100–40=60m)
(*3) De werking van de warmteopwekker wanneer de optie SEG9 van de 02-serie is ingesteld op ‘het heetwatertoestel
wordt gebruikt’, of wanneer de optie SEG15 is ingesteld op ‘een externe warmteopwekker wordt gebruikt’.
Voorbeeld 1: Wanneer de optie SEG9 van de 02-serie is ingesteld op 1 of wanneer de optie SEG18 van de
05-serie is ingesteld op 0:
Het heetwatertoestel wordt onmiddellijk ingeschakeld als de verwarmingsthermostaat wordt ingeschakeld, en
wordt onmiddellijk uitgeschakeld als de verwarmingsthermostaat wordt uitgeschakeld.
Voorbeeld 2: Wanneer de optie SEG15 van de 02-serie is ingesteld op 2 of wanneer de optie SEG18 van de
05-serie is ingesteld op A:
Als de situatie “kamertemperatuur ≤ ingestelde temperatuur + f (compensatietemperatuur voor verwarming)
-4,5
°C” optreedt gedurende 10 minuten, wordt de externe warmteopwekker ingeschakeld.
Als de situatie “kamertemperatuur > ingestelde temperatuur + f (compensatietemperatuur voor verwarming)
-4,5 °C + 1 °C” optreedt, wordt de externe warmteopwekker uitgeschakeld, waarbij 1 °C de hysterese is voor het
bepalen of de externe warmteopwekker in- of uitgeschakeld dient te worden.
Meer informatie over SEG 3, 4, 5, 6, 8, 9
Wanneer SEG3 is ingesteld op 1 en de HR-specifieke omschakelfunctie wordt uitgevoerd, werkt de binnenunit zoals
weergeven in onderstaande afbeelding:
C
Temperatuur
b
d
c
A
D
B
a
Ts
Ingestelde
temperatuur
voor
Auto-modus
Referentietem-
peratuur voor
koeling
Referentietemperatuur voor verwarming
Referentietemperatuur voor omschakeling
van verwarming naar koeling
Referentietemperatuur
voor koeling
Koelingsthermostaat uit
Koelingsthermostaat aan
Verwarmingsthermostaat uit
Verwarmingsthermostaat aan
A: Ingesteld op SEG4 (˚C)
B: Ingesteld op SEG5 (˚C)
C: Ingesteld op SEG6 (˚C)
D: Ingesteld op SEG8 (˚C)
De modusomschakeling tussen de Cool- en Heat-modus wordt alleen gemaakt als de 'thermostaat uit'-stand wordt
gehandhaafd gedurende de tijdsperiode die is ingesteld met optie SEG9.
41
Installatieprocedure
Nederlands
Het afzonderlijk wijzigen van de adressen en opties
Als u de waarde van een specifieke optie wilt wijzigen zie de volgende tabel en volg de stappen in Algemene stappen
voor het instellen van de adressen en opties op pagina 20.
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Functie Pagina Modus
Te wijzigen optie
type
Tientallen positie
van de optie
nummer
Eenheden positie
van de optie
nummer
Nieuwe waarde
Indicatie en
details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
0 D
Optie
type
0 tot F
Tientallen
positie
waarde
0 tot 9
Eenheden
positie
waarde
0 tot 9
Nieuwe
waarde
0 tot F
Voorbeeld: De optie Zoemerregeling (SEG17) van de installatie-opties wijzigen naar 1 ongebruik.
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Functie Pagina Modus
Te wijzigen optie
type
Tientallen
positie van de
optie nummer
Eenheden
positie van de
optie nummer
Nieuwe waarde
Indicatie
0 D 2 1 7 1
LET OP
• Als uw binnenunits zowel koeling als verwarming ondersteunen, is de gecombineerde werking (twee of meer
binnenunits werken tegelijkertijd in verschillende modi) niet mogelijk wanneer de binnenunits zijn aangesloten op
dezelfde buitenunit. Als u een binnenunit instelt als de hoofd-binnenunit met behulp van de afstandsbediening, werkt de
buitenunit automatisch in de huidige modus van de hoofd-binnenunit.Voor de installatie van het ronde paneel
42
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Voor de installatie van het ronde
paneel
Maak een ronde opening in het plafond
Gebruik een papieren passer die op de verpakking van
de binnenunit is afgedrukt. (binnenin vastgemaakt aan
het bovenste deel)
1 Gebruik een bout of een pen om het draaipunt van
de papieren passer vast te zetten in het midden van
het plafond. (In het midden van de plaats waar u de
installatie gaat uitvoeren)
2 Plaats een potlood aan de tegenoverliggende kant
van het draaipunt.
3 Draai de papieren passer rond het draaipunt om een
lijn op het plafond te tekenen.
4 Draai de papieren passer langs de diameter om een
cirkel op het plafond te tekenen.
Voor het verven van het paneel
• Zorg ervoor dat u alleen verf en vernis voor hars (ABS,
HIPS) of verfverdunner gebruikt.
• Als u lak voor algemeen gebruik aanbrengt op het
paneel, kan dit leiden tot verkleuring of aantasting van
het oppervlak van het paneel.
43Nederlands
Bijlagen
Probleemoplossing
Bijlagen
Toestand van de binnenunit Foutcode
Binnen unit scherm indicaties
IJsblauw
Geel
groen
Blauw Rood
Stroom resetten (knippert eenmaal per 2 seconden) Geen fout
X X X
In de ontdooi-functie (knippert eenmaal per 10 seconden) Geen fout
X X X
Open- of kortsluitingsfout van de binnentemperatuursensor E121
X X X
Open- of kortsluitingsfout van de verdamper-in-sensor E122
X X
Open- of kortsluitingsfout van de verdamper-uit-sensor E123
Fout van de ventilator in de binnenunit E154
X X
1. Open- of kortsluitingsfout van de buitentemperatuursensor E221
X X X
2. Open- of kortsluitingsfout van de condensatorsensor E237
3. Open- of kortsluitingsfout van de ontlaadsensor E251
Fouten van sensors van de buitenunit anders dan de hierboven
genoemde fouten
1. Fout als gevolg van de geopende EEV (2e detectie) E151
2. Fout als gevolg van de gesloten EEV (2e detectie) E152
3. De verdamper-in-sensor is ontkoppeld. E128
4. De verdamper-uit-sensor is ontkoppeld. E129
5. De condensator-middensensor is ontkoppeld. E241
6. Lekkage van koelmiddel (2e detectie) E554
7. Abnormaal hoge temperatuur van de condensator (2e detectie) E554
8. Lagedrukschakelaar (2e detectie) E451
9. Abnormaal hoge temperatuur van de lucht die uit de buitenunit komt
(2e detectie)
E416
10. De binnenunit stopt vanwege een onbekende fout van de
buitenunit.
E559
11. Foutmelding van detectie van een omgekeerde fase E425
12. De compressor stopt als gevolg van detectie van bevriezing (6e
detectie)
E403
13. De hogedruksensor is ontkoppeld. E301
14. De lagedruksensor is ontkoppeld. E306
44 Nederlands
Bijlagen
Toestand van de binnenunit Foutcode
Binnen unit scherm indicaties
IJsblauw
Geel
groen
Blauw Rood
15. Fout van de compressieverhouding van de buitenunit E428
X X X
16. Buitencarter down_1 prevention control E413
17. Uitschakeling van compressor als gevolg van de lagedruksensor
prevention control_1
E410
18. Gelijktijdig openen van de MCU SOL-afsluiters van de koeling en
verwarming (1e detectie)
E180
19. Gelijktijdig openen van de MCU SOL-afsluiters van de koeling en
verwarming (2e detectie)
E181
Zelf gediagnosticeerde fouten anders dan de hierboven genoemde
fouten
Er is geen communicatie tussen de binnen- en de buitenunit gedurende
2 minuten.
E101
X X X
Communicatiefout ontvangen van de buitenunit E102
Fout van 3 minuten tracking op de buitenunit E202
Het aantal geïnstalleerde binnenunits dat na de tracking via
communicatie wordt overgedragen wijkt af.
E201
Fout van dubbele communicatieadressen (alleen NASA) E108
Het communicatieadres is niet bevestigd. (alleen NASA) E109
Communicatiefouten anders dan de hierboven genoemde fouten
Fout van de tweede detectie van de vlotterschakelaar E153
X X
EEPROM fout E162
X
EEPROM optie fout E163
Foutmelding van incompatibiliteit van de binnenunit E164
X X
Fout van gecombineerde werking E161
X X
Fout van de open stroomkring van de thermische zekering E198
X X
: Aan, : Knipperen, X : Uit
45Nederlands
Bijlagen
MEMO
DB68-05952A-02
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46

Samsung AM128KN4DEH/EU Installatie gids

Type
Installatie gids