4
Veiligheidsinformatie
Nederlands
Veiligheidsinformatie
• Gebruik de airconditioner niet in omgevingen met gevaarlijke
substanties of in de buurt van apparatuur waarbij open vlammen
vrijkomen, om brand, explosies en/of letsel te voorkomen.
• Installeer het product niet op een plaats waar de
thermohygrostaat nodig is (zoals de serverruimte,
machinekamer, computerruimte enz.). Die plaatsen leveren
geen verzekerde bedrijfstoestand van het product, daarom
kunnen de prestaties op deze plaatsen tegenvallen.
• Installeer het product niet op een schip of in een voertuig (zoals
een camper). Zout, trillingen of andere omgevingsfactoren kunnen
leiden tot defecten in het product, elektrische schokken of brand.
• Onze units moeten worden geïnstalleerd in
overeenstemming met de ruimtespecificaties in de
installatiehandleiding, om de toegankelijkheid van beide
zijden te garanderen en de uitvoering van onderhoud en
reparaties mogelijk te maken. De onderdelen van de unit
moeten toegankelijk en eenvoudig te demonteren zijn,
zonder mensen en voorwerpen in gevaar te brengen. Om
deze reden worden kosten die moeten worden gemaakt voor
het bereiken en repareren van de unit (voor de veiligheid,
zoals vereist door regelgeving die van kracht is) met
koorden, vrachtwagens, steigers of andere hefmiddelen
niet inbegrepen bij de garantie en zullen deze kosten bij de
gebruiker in rekening worden gebracht als de installatie niet
is uitgevoerd zoals aangegeven in de installatiehandleiding.
Stroomtoevoerleiding, zekering of
beveiligingsschakelaar
WAARSCHUWING
• Zorg er altijd voor dat de voeding in overeenstemming is
met huidige veiligheidsnormen. Installeer de airconditioner
altijd in overeenstemming met de huidige plaatselijke
veiligheidsnormen.
• Controleer altijd of een geschikte aardingsaansluiting
beschikbaar is.
• Controleer of de spanning en frequentie van de voeding
overeenkomt met de specificaties en of de geïnstalleerde stroom
voldoende is om de werking van elk ander huishoudelijk apparaat
te waarborgen dat op dezelfde elektrische leidingen is aangesloten.
• Controleer altijd of de uitschakel- en
beschermingsschakelaars de juiste afmetingen hebben.
• Controleer of de airconditioner op de voeding is aangesloten in
overeenstemming met de instructies in het bedradingsdiagram
dat in de handleiding is opgenomen.
• Controleer altijd of de elektrische aansluitingen (kabelinvoer,
kabelsplitsingen, beschermingen...) in overeenstemming zijn
met de elektrische specificaties en met de instructies in het
bedradingsschema. Controleer altijd of alle aansluitingen in
overeenstemming zijn met de normen die van toepassing zijn
op de installatie van airconditioners.
• Apparaten die van de stroomtoevoer ontkoppeld zijn,
moeten geheel ontkoppeld zijn volgens de voorwaarden van
de overspanningscategorie.
• Zorg ervoor dat u het stroomsnoer niet wijzigt, de draad
niet verlengt en geen meerdere draden aansluit.
– Dit kan elektrische schokken of brand veroorzaken
wegens slechte aansluiting, slechte isolatie of
overschrijding van de stroomgrens.
– Wanneer de draad moet worden verlengd wegens schade
aan het stroomsnoer, raadpleeg dan Stap 14 Optioneel:
het stroomsnoer verlengen in de installatiehandleiding.
LET OP
Zorg ervoor dat de kabels geaard zijn.
• De aarddraad niet met de gasleiding, waterleiding,
lichtpaal of telefoondraad verbinden. Een elektrische
schok kan optreden, als de aarding niet voltooid is.
Installeer de stroomverbreker.
• Een elektrische schok kan optreden, als de
stroomverbreker niet geïnstalleerd is.
Zorg ervoor dat het afdruipende gecondenseerde water
van de afvoerslang goed en veilig wegloopt.
Installeer de spanningskabel en communicatiekabel
van de binnen- en buitenunit ten minste 1 m vanaf de
elektrische toestel.
Installeer de binnenunit uit de buurt van de
verlichtingsapparaten met behulp van de ballast.
• Als de draadloze afstandsbesturing wordt gebruikt,
mogelijk verbindingsfouten kunnen optreden als gevolg
van de ballast van de verlichtingsinrichting.
De airconditioner niet op de volgende plaatsen installeren.
• Op plaatsen waar zich minerale olie of arseenzuur bevindt.
Waar vlambare harsdelen en de accessoires kunnen vallen
of water kan lekken. De capaciteit van de warmtewisselaar
kan verminderen of de airconditioner is niet in orde.
• De plaats waar bijtende gassen zoals zwavelzuur gas
genereert uit de ontluchtingspijp of luchtuitlaat.
• De koperen leiding of aansluitleiding kan roesten en
koelmiddel kan lekken.
• De plaats waar een machine elektromagnetische golven
genereert. De airconditioner mogelijk niet normaal werkt
als gevolg van het besturingssysteem.
• De plaats waar er gevaar van bestaande brandbaar gas,
koolstofvezel of brandbare stof is.
• De plaats waar thinner of benzine wordt verwerkt.
Lekkend gas en kan brand veroorzaken.