CONSTRUCTA CF2346.4 Handleiding

Categorie
Ovens
Type
Handleiding
'
[nl] Gebruiksaanwijzing 2
[en] Instruction manual 24
Inbouwoven CF2346.4
Built-in oven CF2346.4
2
é Inhoudsopgave
[nl]Gebruiksaanwijzing
Belangrijke veiligheidsvoorschriften ....................................... 2
Energie en milieutips................................................................ 4
Uw nieuwe apparaat .................................................................. 4
De toebehoren............................................................................ 5
Voor het eerste gebruik............................................................. 6
Apparaat bedienen..................................................................... 7
Elektronische klok ..................................................................... 8
Kinderslot ................................................................................. 10
Bakken ...................................................................................... 11
Braden ...................................................................................... 13
Grillen........................................................................................ 15
Hetelucht eco ........................................................................... 16
Ontdooien................................................................................. 17
Bereiden met stoom ................................................................ 17
Yoghurt ..................................................................................... 18
Reiniging en onderhoud.......................................................... 18
Storingen en reparaties........................................................... 21
Testgerechten........................................................................... 23
: Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Alleen dan kunt u uw apparaat goed
en veilig bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om
door te geven aan een volgende eigenaar.
Dit apparaat is alleen bestemd voor inbouw.
Neem het speciale installatievoorschrift in
acht.
Controleer het apparaat na het uitpakken.
Niet aansluiten in geval van
transportschade.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting
maakt u geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het uitsluitend voor het
bereiden van gerechten en drank. Zorg
ervoor dat het apparaat onder toezicht
gebruikt wordt. Het toestel alleen gebruiken
in gesloten ruimtes.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 2.000 meter boven
zeeniveau.
Dit toestel kan worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar en door personen met
beperkte fysieke, sensorische of geestelijke
vermogens of personen die gebrek aan
kennis of ervaring hebben, wanneer zij
onder toezicht staan van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of
geleerd hebben het op een veilige manier
te gebruiken en zich bewust zijn van de
risico's die het gebruik van het toestel met
zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Reiniging en onderhoud van het
toestel mogen niet worden uitgevoerd door
kinderen, tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en
onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of
de aansluitkabel.
Toebehoren altijd op de juiste manier in de
binnenruimte plaatsen. Zie beschrijving
toebehoren in de gebruiksaanwijzing.
Aluminium kan als gevolg van mechanische
slijtage en zuur-, loog- of zouthoudende
levensmiddelen, bijv. vruchtensap of
looggebak, losraken van de aluminium
bakplaat. Levensmiddelen niet direct op de
bakplaat leggen.De bakplaat met bakpapier
bedekken. Gebruik geen metalen, puntige
voorwerpen. Gebruik geen scherpe of
schurende reinigingsmiddelen.
Risico van brand!
Brandbare voorwerpen die in de
binnenruimte worden bewaard kunnen
vlam vatten. Bewaar geen brandbare
voorwerpen in de binnenruimte. Open
nooit de deur wanneer er sprake is van
rookontwikkeling in het apparaat. Het
toestel uitschakelen en de stekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen.
Risico van brand!
3
Wanneer de apparaatdeur geopend wordt,
ontstaat er een luchtstroom. Het
bakpapier kan dan de
verwarmingselementen raken en vlam
vatten. Tijdens het voorverwarmen mag er
nooit bakpapier los op de toebehoren
liggen. Verzwaar het bakpapier altijd met
een vorm. Bakpapier alleen op het
benodigde oppervlak leggen. Het
bakpapier mag niet uitsteken over de
toebehoren.
Risico van verbranding!
Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete
vlakken in de binnenruimte of
verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
Toebehoren of vormen worden zeer heet.
Neem hete toebehoren en vormen altijd
met behulp van een pannenlap uit de
binnenruimte.
Risico van verbranding!
Alcoholdampen kunnen in de
binnenruimte vlam vatten. Nooit gerechten
klaarmaken die een hoog percentage
alcohol bevatten. Alleen kleine
hoeveelheden drank met een hoog
alcoholpercentage gebruiken. De deur
van het toestel voorzichtig openen.
Kans op verbranding!
Tijdens het gebruik worden de
toegankelijke onderdelen heet. De hete
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
Bij het openen van de apparaatdeur kan
hete stoom vrijkomen. De deur van het
toestel voorzichtig openen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Kans op verbrandingen!
Door water in de hete binnnruimte kan
hete waterdamp ontstaan. Nooit water in
de hete binnenruimte gieten.
Risico van letsel!
Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen
schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn
gevaarlijk.Reparaties mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door technici die zijn
geïnstrueerd door de klantenservice.Is het
apparaat defect, haal dan de stekker uit
het stopcontact of schakel de zekering in
de meterkast uit. Contact opnemen met
de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
De kabelisolatie van hete
toestelonderdelen kan smelten. Zorg
ervoor dat er nooit aansluitkabels van
elektrische toestellen in contact komen
met hete onderdelen van het apparaat.
Kans op een elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
Bij vervanging van de lamp in de
binnenruimte staan de contacten van de
lampfitting onder stroom. Trek voordat u
tot vervanging overgaat de netstekker uit
het stopcontact trekken of schakel de
zekering in de meterkast uit.
Kans op een elektrische schok!
Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
Oorzaken van schade
Attentie!
Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de bodem van de
binnenruimte: Geen toebehoren op de bodem van de
binnenruimte leggen. Geen bakpapier of folie, van welk type
dan ook, op de bodem van de binnenruimte leggen. Geen
vorm op de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer
een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is. Er
ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De bak- en
braadtijden kloppen niet meer en het email wordt
beschadigd.
Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de hete
binnenruimte gieten. Er ontstaat dan waterdamp. Door de
verandering van temperatuur kan schade aan het email
ontstaan.
Vochtige levensmiddelen: Geen vochtige levensmiddelen
langere tijd in de afgesloten binnenruimte bewaren. Het email
raakt dan beschadigd.
Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig vruchtengebak niet
te overvloedig bedekken. Vruchtensap dat van de bakplaat
druppelt, laat vlekken achter die niet meer kunnen worden
verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede.
Afkoelen met open apparaatdeur: De binnenruimte alleen
laten afkoelen wanneer deze afgesloten is. Ook wanneer de
deur slechts op een kier openstaat, kan de voorzijde van
aangrenzende meubels op den duur worden beschadigd.
Sterk vervuilde deurdichting: is de deurdichting sterk vervuild,
dan sluit de apparaatdeur tijdens het gebruik niet meer goed.
De voorzijde van aangrenzende meubels kan worden
beschadigd.Zorg ervoor dat de deurdichting altijd schoon is.
Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te plaatsen:
niets op de apparaatdeur leggen of plaatsen en er niets aan
hangen. Geen vormen of toebehoren op de apparaatdeur
plaatsen.
Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type toestel
kunnen de toebehoren krassen geven op de deur.
Toebehoren altijd tot de aanslag in de binnenruimte schuiven.
Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de deurgreep
vasthouden of dragen. De deurgreep houdt op den duur het
gewicht van het apparaat niet en kan afbreken.
4
Energie en milieutips
Hier krijgt u tips over de manier waarop u bij het bakken en
braden kunt besparen op energie en het apparaat op de juiste
manier afvoert.
Aanwijzing: Voor dit apparaat is een energie-verbruikswaarde
conform DIN EN 50304/DIN EN 60350 vastgesteld. Deze
energie-verbruikswaarde ligt 30% onder de waarde voor
energie-efficiëntieklasse A.
Energie besparen
De oven alleen voorverwarmen als dit in het recept of in de
tabellen van de gebruiksaanwijzing is opgegeven.
Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bakvormen.
Deze nemen de hitte bijzonder goed op.
Open de apparaatdeur tijdens het garen, bakken of braden zo
weinig mogelijk.
Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na elkaar bakken.
De oven is dan nog warm. Hierdoor kan de baktijd voor de
tweede taart of cake korter zijn.
Bij langere bereidingstijden kunt u de oven 10 minuten voor het
einde van de bereidingstijd uitzetten en de restwarmte
gebruiken voor het afbakken..
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Uw nieuwe apparaat
In dit hoofdstuk vindt u informatie over het toestel.
Bedieningspaneel
Druk op de indrukbare bedieningsknoppen om ze in en uit te
klikken.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met
de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(waste electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU
geldige terugneming en verwerking van oude
apparaten.
Bedieningselement Gebruik
Elektronische klok
1 Klokdisplay Klok of klokfunctie wordt weergegeven
2 KJ Klokfunctietoets Klokfunctie kiezen (zie het hoofdstuk: Elektronische klok)
3 Draaiknop Instellingen binnen een klokfunctie uitvoeren
Oven
4 Functiekeuzeknop Functie kiezen (zie het hoofdstuk: Apparaat bedienen)
Temperatuurdisplay
5 Temperatuurdisplay Temperatuur of instelling wordt weergegeven
6 ± Info-toets Ingeschakeld apparaat: Actuele temperatuur tijdens het opwarmen weergeven
Uitgeschakeld apparaat: Basisinstellingen opvragen (zie
het hoofdstuk: Basisinstellingen wijzigen)
7 Temperatuurkeuzeknop Ingeschakeld apparaat: Temperatuur kiezen
Uitgeschakeld apparaat: Basisinstellingen wijzigen (zie het hoofdstuk: Basisinstellingen
wijzigen)
5
Functies
De toebehoren
In dit hoofdstuk krijgt u informatie over de toebehoren, de
plaatsing van de toebehoren in de binnenruimte, de
inschuifhoogtes en de speciale toebehoren.
Toebehoren
Bij de levering van uw apparaat zijn de volgende toebehoren
inbegrepen:
Aanwijzingen
Levensmiddelen niet direct op de aluminium bakplaat leggen.
De aluminium bakplaat bedekken met bakpapier.
Als gevolg van grote temperetuurvershillen (bijv. wanneer
diepvriesproducten in de hete binnenruimte worden
geplaatst) kunnen de bakplaat en braadslede kromtrekken.
Toebehoren inschuiven
De toebehoren zijn voorzien van een vergrendelingsfunctie. De
vergrendelingsfunctie voorkomt dat de toebehoren kantelen
wanneer ze worden verwijderd. De toebehoren dienen op de
juiste wijze in de binnenruimte te worden geschoven, zodat de
kantelbeveiliging goed werkt.
Let er bij het inschuiven van het rooster op
dat de ontgrendelnok (a) naar beneden wijst
dat de ontgrendelnok (a) zich achter het rooster bevindt
Let er bij het inschuiven van de bakplaat of de braadslede op
dat de ontgrendelnok (a) zich achter de toebehoren bevindt
dat de schuine kant van de toebehoren tijdens het inschuiven
naar de deur van het toestel is gericht
Functie Toepassing
3
Hete lucht Voor het bakken en braden op één of meerdere niveaus
Hetelucht Eco* Om energiegeoptimaliseerd te bakken en braden op één niveau, zonder voor te ver-
warmen.
%
Boven- en onderwarmte Voor het bakken en braden op één niveau. Bijzonder geschikt voor taarten met een
vochtige bedekking (bijv. kwarktaart)
0
Pizzastand Voor kant-en-klare diepvriesproducten en voor gerechten die veel warmte van de
onderkant nodig hebben. (zie het hoofdstuk: Bakken)
ë
Broodbakstand Voor bakwaren die bij een hoge temperatuur gebakken moeten worden
$
Onderwarmte Voor gerechten en bakwaren die aan de onderkant sterker gebruind of krokant moeten
worden. Schakel de onderwarmte aan het einde van de baktijd slechts kort in.
4
Thermogrillen voor gevogelte en grotere stukken vlees
+
Grill, groot Voor grote hoeveelheden vlakke, kleine gerechten van de grill (bijv. steaks, worstjes)
(
Grill, klein Voor kleine hoeveelheden platte, kleine gerechten van de grill (bijv. steaks, toast)
é
Stoomstand Voor het gezond bereiden van groente, vlees en vis
De stoomstand é kan alleen samen met het mega systeemstoomapparaat (als extra
accessoire in de vakhandel verkrijgbaar) worden gebruikt.
>
Hydro Clean® Vergemakkelijkt het reinigen van de binnenruimte
\
Verlichting van de binnenruimte als hulp bij het onderhoud en schoonmaken van de binnenruimte
* Verwarmingsmethode waarbij de energie-efficiëntieklasse overeenkomt met EN50304
Bakplaat, aluminium
voor het bakken van plaatgebak en
klein gebak
Rooster
voor het bakken in vormen, het
braden in braadservies en het
grillen
Braadslede, geëmailleerd
voor het bakken van vochtig gebak,
voor het braden, het grillen en het
opvangen van afdruipende vloeistof
D
D
6
Inschuifhoogtes
De binnenruimte heeft vier inschuifhoogtes. De inschuifhoogtes
worden van beneden naar boven geteld.
Bij het bakken en braden met hete lucht 3 inschuifhoogte 2
niet gebruiken. Dit heeft invloed op de luchtcirculatie, met als
gevolg een slechter bak- en braadresultaat.
Extra toebehoren
Extra toebehoren kunt u kopen bij de klantenservice of in
speciaalzaken.
Voor het eerste gebruik
Stel de tijd in en maak het apparaat schoon voor de eerste keer
dat u het gebruikt.
Tijd instellen
Aanwijzing: Wanneer u op de klokfunctietoets KJ drukt, heeft
u 3 seconden de tijd om de tijd met de draaiknop in te stellen.
Was dit te kort, dan kunt u de tijd later nog veranderen.
Op het klokdisplay knippert :‹‹.
1. Klokfunctietoets KJ kort indrukken om naar de instelmodus
te gaan.
De symbolen KJ en 3 zijn verlicht. Op het klokdisplay
verschijnt ‚ƒ:‹‹.
2. Met de draaiknop de actuele tijd instellen.
Uw instelling wordt na 3 seconden automatisch
overgenomen.
Tijd wijzigen
Om de tijd achteraf te veranderen, drukt u zo vaak op de
klokfunctietoets KJ tot de symbolen KJ en 3 weer verlicht
zijn. Met de draaiknop de tijd wijzigen.
Apparaat reinigen
Maak het apparaat voor het eerste gebruik schoon
1. Toebehoren en verpakkingsresten uit de binnenruimte
verwijderen.
2. Toebehoren en binnenruimte schoonmaken met warm
zeepsop (zie het hoofdstuk: Reiniging en onderhoud).
3. Boven- en onderwarmte % op 240 °C 60 minuten lang
verwarmen.
4. De afgekoelde binnenruimte met warm zeepsop afnemen.
5. Reinig de buitenkant van het apparaat met een zachte,
vochtige doek en zeepsop.
D
D
Toebehoren Bestelnr.
Bakplaat, aluminium CZ 1332 X0
Bakplaat, geëmailleerd CZ 1342 X0
Braadslede met inzetrooster CZ 1242 X1
Inzetrooster om te braden en te grillen, voor
gebruik in de braadslede
740766
Bak- en braadrooster CZ 1432 X1
Pizzavorm CZ 1352 X0
Systeem-stoomapparaat CZ 1282 X3
2voudige telescopische uitschuifvoorziening CZ 1702 X2
3voudige telescopische uitschuifvoorziening CZ 1742 X2
4voudige volledig uitschuifbare telescopi-
sche voorziening
CZ 1755 X2
7
Apparaat bedienen
In dit hoofdstuk leest u hoe u het apparaat bedient, de
basisinstellingen wijzigt en wanneer uw apparaat automatisch
wordt uitgeschakeld.
Apparaat inschakelen
1. Aan de functiekeuzeknop draaien tot het symbool voor de
gewenste functie verlicht is.
Op het temperatuurdisplay verschijnt een voorgestelde
temperatuur.
2. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien om de voorgestelde
temperatuur te veranderen.
Het apparaat begint op te warmen.
Aanwijzingen
De functies Stoomstand é en Hydro Clean® > kunt u alleen
starten wanneer op het temperatuurdisplay geen of œ wordt
weergegeven.
Wordt er geen voorgestelde temperatuur weergegeven, dan
is de temperatuur van de gekozen functie een vaste
instelling. U kunt deze temperatuur niet veranderen.
Actuele temperatuur
Druk op de infotoets ±. De actuele temperatuur verschijnt
gedurende 3 seconden.
Aanwijzing: De actuele temperatuur kan alleen worden
weergegeven bij functies met een temperatuurvoorstel.
Verwarmingscontrole
De verwarmingscontrole geeft de temperatuurstijging in de
binnenruimte weer.
Temperatuur bereikt (Afbeelding A)
Apparaat warmt na (Afbeelding B)
Apparaat uitschakelen.
Draai de functiekeuzeknop naar de stand Û terug. Het apparaat
is uitgeschakeld.
Het apparaat heeft een koelventilator. Na het uitschakelen kan
de koelventilator nalopen.
Op het temperatuurdisplay ziet u of de restwarmte in de
binnenruimte hoog of laag is.
Basisinstellingen wijzigen
Uw apparaat heeft verschillende standaard basisinstellingen. U
kunt deze basisinstellingen naar wens veranderen.
Het apparaat moet uitgeschakeld en mag niet geblokkeerd zijn.
1. Infotoets ± 3 seconden lang indrukken om in het
menu Basisinstellingen te komen.
Op het temperatuurdisplay verschijnt ™‚‹.
2. Infotoets ± zo vaak kort indrukken tot het instelsymbool van
de actuele basisinstelling van een submenu op het
temperatuurdisplay wordt weergegeven (bijv. ™„ƒ).
3. Met de temperatuurkeuzeknop de gewenste basisinstelling
binnen een submenu instellen (bijv. ™„„).
4. Infotoets ± 3 seconden lang indrukken.
Uw basisinstelling wordt opgeslagen.
U kunt de volgende basisinstellingen wijzigen.
Functie Voorgestelde
temperatuur in
°C
Temperatuur-
bereik in °C
3 Hete lucht 160 40 - 200
Hetelucht Eco 160 40 - 200
% Boven- en onderwarmte 170 50 - 275
0 Pizzastand 220 50 - 275
ë Broodbakstand 200 180 - 220
$ Onderwarmte 200 50 - 225
4 Rondomgrillen 170 50 - 250
+ Grill, groot 220 50 - 275
( Grill, klein 180 50 - 275
é Stoomstand Vaste instelling -
> Hydro Clean® Vaste instelling -
\ Ovenverlichting Vaste instelling -
Temperatuurdis-
play
Betekenis
Restwarmte hoog (boven de 120 ºC)
œ Restwarmte laag (tussen
60 °C en 120 °C)
Menu Basisinstellingen
Submenu Basisinstelling Instel-sym-
bool
Kinderslot Apparaat gedeblokkeerd ™‚‹
Apparaat geblokkeerd ™‚‚
Apparaat permanent
geblokkeerd
™ƒ‚
Geluidssignaal Geluidssignaal uit ™„‹
Geluidssignaal 30 secon-
den.
™„‚
Geluidssignaal 2 minuten ™„ƒ
Geluidssignaal 10 minuten ™„„
$ %
8
Automatische veiligheidsuitschakeling
De automatische veiligheidsuitschakeling wordt geactiveerd
wanneer u langere tijd geen instellingen op uw ingeschakelde
apparaat uitvoert.
De tijdsduur waarna uw apparaat uitgaat, is afhankelijk van uw
instellingen.
Op het temperatuurdisplay knippert ‹‹‹. De werking van het
apparaat wordt onderbroken.
Draai de functiekeuzeknop naar de stand Û terug om het te
deactiveren.
Elektronische klok
In dit hoofdstuk leest u
hoe u de kookwekker instelt
hoe u het apparaat automatisch uitschakelt
hoe u het apparaat automatisch in- en uitschakelt
(voorkeuze-functie)
hoe u de tijd instelt
hoe u de snelvoorverwarming inschakelt
Klokdisplay
Aanwijzingen
Tussen ƒƒ:‹‹ en :†Š uur wordt het klokdisplay verduisterd
wanneer u in deze tijd niets instelt of als er geen klokfunctie
geactiveerd is.
Bij het instellen van een klokfunctie wordt het tijdsinterval
langer wanneer u hogere waarden instelt (bijv. gebruiksduur
tot:‹‹œ met een precisie van één minuut, hoger dan :‹‹œ
met een precisie van 5 minuten in te stellen).
Bij de klokfuncties Kookwekker Q, Gebruiksduur x,
Gebruikseinde y en Voorkeuzefunctie klinkt na afloop van
de instellingen een signaal en het symbool Q resp. y
knippert. Wilt u het geluidssignaal voortijdig beëindigen, druk
dan op de klokfunctietoets KJ.
Druk steeds maar slechts kort op de klokfunctietoets KJ om
een klokfunctie te kiezen. U heeft dan 3 seconden de tijd om
de geselecteerde klokfunctie in te stellen. Hierna wordt de
instelmodus automatisch verlaten.
Klokdisplay uit- en inschakelen
1. Klokfunctietoets KJ 6 seconden lang indrukken.
Het klokdisplay gaat uit. Is er een klokfunctie actief, dan blijft
het bijbehorende symbool verlicht.
2. Klokfunctietoets KJ kort indrukken.
Het klokdisplay gaat aan.
Kookwekker
1. KLokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de symbolen KJ
en Q verlicht zijn.
2. Met de draaiknop de tijdsduur instellen (bijv. :‹‹ minuten).
De instelling wordt automatisch overgenomen. Hierna wordt
weer de tijd weergegeven en de kookwekker loopt af.
.ORNIXQFWLHWRHWV 'UDDLNQRS
Klokfunctie Gebruik
Q Kookwekker U kunt de wekker gebruiken als een kook- of eierwekker. Het apparaat gaat niet automa-
tisch aan of uit.
x Gebruiksduur Het apparaat gaat na een ingestelde gebruiksduur (bijv. :„‹ uur) automatisch uit
y Gebruikseinde Het apparaat gaat op een ingesteld tijdstip (bijv. ‚ƒ:„‹ uur) automatisch uit
Voorkeuzefunctie Het apparaat wordt automatisch in- en uitgeschakeld. Gebruiksduur en gebruikseinde
worden gecombineerd
3 Tijd Tijd instellen
f Snel voorverwarmen Opwarmtijd verkorten
9
Gebruiksduur
Automatisch uitschakelen na een ingestelde tijdsduur.
1. Functie en temperatuur instellen.
Het apparaat warmt op.
2. Klokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de symbolen KJ
en x verlicht zijn.
3. Met de draaiknop de gebruiksduur instellen (bijv. :„‹ uur).
De instelling wordt automatisch overgenomen. Hierna wordt
weer de tijd weergegeven en de ingestelde gebruiksduur
loopt af.
Na afloop van de gebruiksduur schakelt het apparaat
automatisch uit.
1. Functie- en temperatuurkeuzeknop weer in de stand Û
draaien.
2. Klokfunctietoets KJ indrukken om de klokfunctie te
beëindigen.
Gebruikseinde
Automatisch uitschakelen op een ingesteld tijdstip.
1. Functie en temperatuur instellen.
Het apparaat warmt op.
2. KLokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de symbolen KJ
en y verlicht zijn.
3. Met de draaiknop het gebruikseinde instellen
(bijv. ‚ƒ:„‹ uur).
De instelling wordt automatisch overgenomen. Hierna wordt
weer de tijd weergegeven.
Op het tijdstip van het ingestelde gebruikseinde schakelt het
apparaat automatisch uit.
1. Functie- en temperatuurkeuzeknop weer in de stand Û
draaien.
2. Klokfunctietoets KJ indrukken om de klokfunctie te
beëindigen.
Voorkeuzefunctie
Het apparaat schakelt automatisch in en op het tijdstip van het
gekozen gebruikseinde uit. Combineer hiervoor de klokfuncties
Gebruiksduur en Gebruikseinde.
Let erop dat levensmiddelen die snel bederven niet te lang in
de binnenruimte mogen staan.
1. Functie en temperatuur instellen.
Het apparaat warmt op.
2. Klokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de symbolen KJ
en x verlicht zijn.
3. Met de draaiknop de gebruiksduur instellen (bijv. :„‹ uur).
De instelling wordt automatisch overgenomen.
4. KLokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de symbolen KJ
en y verlicht zijn.
5. Met de draaiknop het gebruikseinde instellen
(bijv. ‚ƒ:„‹ uur).
Het apparaat schakelt uit en wacht op het juiste tijdstip om in
te schakelen (in het voorbeeld om ‚‚:‹‹ uur). Op het
ingestelde gebruikseinde schakelt het apparaat automatisch
uit (‚ƒ:„‹ uur).
6. Functie- en temperatuurkeuzeknop weer in de stand Û
draaien.
7. Klokfunctietoets KJ indrukken om de klokfunctie te
beëindigen.
Tijd instellen
U kunt de tijd alleen wijzigen wanneer er geen andere
klokfunctie actief is.
1. Klokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de symbolen KJ
en 3 verlicht zijn.
2. Met de draaiknop de tijd instellen.
De instelling wordt automatisch overgenomen.
Snelvoorverwarming
Bij de functie Hete lucht 3 en Broodbakstand ë kunt u de
opwarmduur verkorten wanneer de ingestelde temperatuur
hoger dan 100 ºC is.
Aanwijzing: Plaats tijdens het snel voorverwarmen zolang het
symbool f verlicht is geen gerecht in de binnenruimte.
1. Functie en temperatuur instellen.
Het apparaat warmt op.
2. Klokfunctietoets zo vaak indrukken tot de symbolen KJ en f
verlicht zijn en Πop het klokdisplay verschijnt.
3. Met de draaiknop naar rechts draaien.
Op het klokdisplay wordt Ž weergegeven en het symbool f
is verlicht. De functie Snel voorverwarmen wordt
bijgeschakeld.
10
Na het bereiken van de ingestelde temperatuur schakelt de
functie Snel voorverwarmen uit. Het symbool f verdwijnt.
Instellingen controleren, corrigeren of wissen
1. Om uw instellingen te controleren drukt u zo vaak op de
klokfunctietoets KJ tot het betreffende symbool verlicht is.
2. Zo nodig kunt u de instelling met de draaiknop corrigeren.
3. Wanneer u de instelling wilt wissen, draait u de draaiknop
naar links terug op de oorspronkelijke waarde.
Kinderslot
In dit hoofdstuk leest u
hoe u het apparaat blokkeert
hoe u het apparaat permanent blokkeert
Aanwijzing: Een event. aangesloten kookplaat wordt niet
beïnvloed door het kinderslot op de oven.
Blokkering
Het vergrendelde apparaat kan niet per ongelijk of door
onbevoegden (bijv. spelende kinderen) worden ingeschakeld.
Om het apparaat weer in te schakelen moet u het deblokkeren.
Na gebruik wordt het apparaat niet automatisch geblokkeerd.
Blokkeer het eventueel opnieuw of activeer de permanente
blokkering.
Apparaat blokkeren
1. Apparaat uitschakelen.
2. Infotoets ± ingedrukt houden tot ™‚‹ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
3. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien tot ™‚‚ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
4. Infotoets ± ingedrukt houden tot het symbool op het
temperatuurdisplay verschijnt.
Aanwijzing: Wordt geprobeerd het geblokkeerde apparaat in
te schakelen, dan verschijnt -- op het temperatuurdisplay.
Apparaat deblokkeren
1. Infotoets ± ingedrukt houden tot ™‚‚ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
2. Aan de temperatuurknop draaien tot ™‚‹ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
3. Infotoets ± ingedrukt houden tot het symbool verdwijnt.
Permanente blokkering
Het permanent geblokkeerde apparaat kan niet per ongeluk of
door onbevoegden (bijv. spelende kinderen) worden
ingeschakeld.
Om het apparaat in te schakelen moet u de permanente
blokkering tijdelijk onderbreken. Nadat u het apparaat
uitgeschakeld heeft, wordt het weer automatisch geblokkeerd.
Apparaat permanent blokkeren
1. Apparaat uitschakelen.
2. Infotoets ± ingedrukt houden tot ™‚‹ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
3. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien tot ™ƒ‚ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
4. Infotoets ± 3 seconden indrukken.
Uw apparaat wordt na 30 seconden geblokkeerd. Op het
temperatuurdisplay verschijnt het symbool .
Aanwijzing: Wordt geprobeerd het geblokkeerde apparaat in
te schakelen, dan verschijnt -†˜ op het temperatuurdisplay.
Permanente blokkering onderbreken .
1. Infotoets ± ingedrukt houden tot ™ƒ‚ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
2. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien tot ™ƒ‹ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
3. Infotoets ± ingedrukt houden tot het symbool verdwijnt.
De permanente blokkering is onderbroken.
4. Apparaat binnen 30 seconden inschakelen.
Na het uitschakelen wordt de permanente blokkering na
30 seconden weer geactiveerd.
Apparaat permanent deblokkeren .
1. Infotoets ± ingedrukt houden tot ™ƒ‚ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
2. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien tot ™ƒ‹ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
3. Infotoets ± ingedrukt houden tot het symbool verdwijnt.
4. Binnen 30 seconden de infotoets opnieuw 3 seconden lang
indrukken.
5. Aan de temperatuurknop draaien tot ™‚‹ op het
temperatuurdisplay verschijnt.
6. Infotoets ± 3 seconden indrukken.
Het apparaat is permanent gedeblokkeerd.
11
Bakken
Bij het bakken met hete lucht 3 inschuifhoogte 2 niet
gebruiken. Dit heeft invloed op de luchtcirculatie, met als
gevolg een slechter bak- en braadresultaat.
Toebehoren voor het bakken
Bakvormen
Gebruik donkere bakvormen van metaal. Blikken en glazen
vormen verlengen de baktijd en het gebak bruint niet
gelijkmatig. Wilt u met blikken vormen en boven- en
onderwarmte % bakken, gebruik dan inschuifhoogte 1.
Plaats een rechthoekige vorm altijd diagonaal en een ronde
bakvorm altijd in het midden van het rooster.
Bakplaten
Wij raden u aan uitsluitend de originele bakplaten te gebruiken,
omdat deze optimaal op de binnenruimte en de functies zijn
afgestemd.
Schuif de bakplaten altijd voorzichtig in tot de aanslag. Let erop
dat de schuine kant van de bakplaat altijd naar de
apparaatdeur wijst.
Aanwijzing: Levensmiddelen niet direct op de aluminium
bakplaat leggen. De aluminium bakplaat bedekken met
bakpapier.
Bakken op meerdere niveaus
Gebruik bij het bakken op meerdere niveaus bij voorkeur
bakplaten en schuif deze tegelijkertijd in.
Houd er rekening mee dat uw gebak op de verschillende
niveaus niet even snel bruin wordt. Het gebak op het onderste
niveau wordt het snelst bruin en kan vroeger uit de oven
worden genomen.
Wilt u bij het bakken op twee niveaus een bakplaat en een
braadslede gebruiken, schuif de bakplaat dan op
inschuifhoogte 3 en de braadslede op inschuifhoogte 1 in.
Baktabel voor basisdeeg
De opgaven in de tabel zijn richtwaarden, die gelden voor
bakplaten van aluminium en donkere bakvormen. De waarden
kunnen variëren, afhankelijk van de soort en hoeveelheid deeg
en de bakvorm.
Wij raden u aan om de eerste keer de laagste van de
opgegeven temperaturen in te stellen. In principe levert de
laagste temperatuur de meest gelijkmatige bruining op.
Wanneer u gerechten bakt volgens eigen recept, houd dan de
waarden van gelijksoortig gebak in de tabel aan.
Neem de aanwijzingen voor het voorverwarmen in de tabel in
acht.
Hete lucht 3 Boven- en
onderwarmte %
Basisdeeg Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Tijdsduur in minu-
ten
Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Roerdeeg
Plaatgebak met bedekking 1 160 - 170 30 - 40 1 180 - 190
1 + 3 160 - 170 45 - 60 - -
Spring/rechthoekige vorm 1 150 - 160 60 - 80 2 160 - 170
Zandtaartdeeg
Plaatgebak met droge bedekking, bijv. strooisel 1 170 - 180 40 - 55 1 190 - 200
1 + 3 160 - 170 55 - 65 - -
Plaatgebak met vochtige bedekking, bijv. roomglazuur 1 170 - 180 60 - 90 1 180 - 190
Springvorm, bijv. kwarktaart 1 150 - 160 50 - 90 2 160 - 180
Vorm vruchtentaartbodem 1 150 - 160* 20 - 35 2 170 - 180*
Biscuitbeslag
Biscuitrol 1 180 - 190* 10 - 15 1 200 - 210*
Biscuit (6 eieren) 1 150 - 160 30 - 45 1 160 - 170
Biscuit (3 eieren) 1 160 - 170* 30 - 40 1 160 - 170*
Gistdeeg
Plaatgebak met droge bedekking, bijv. strooisel 1 160 - 180 40 - 55 1 180 - 200
1 + 3 160 - 170 45 - 65 - -
Gistkrans/-vlecht (500 g) 1 160 - 170 35 - 45 1 180 - 190
Springvorm 1 160 - 170 30 - 40 2 160 - 170
Tulbandvorm 1 160 - 170 35 - 45 2 170 - 180
* Oven voorverwarmen
12
Broodbakstand
De opgaven in de tabel zijn richtwaarden. Ze kunnen al
naargelang het soort en de hoeveelheid deeg variëren.
De waarden voor brooddeeg gelden zowel voor deeg op de
bakplaat als voor deeg in een rechthoekige vorm.
Stel de eerste keer de laagste opgegeven temperatuur in. In
principe levert de laagste temperatuur de meest gelijkmatige
bruining op.
Neem de aanwijzingen voor het voorverwarmen in de tabel in
acht.
Baktabel voor gerechten en kant-en-klare
diepvriesproducten
De pizzastand 0 is zeer geschikt voor het bereiden van verse
gerechten, waarvoor veel warmte van de onderkant nodig is, en
voor kant-en-klare diepvriesproducten.
Let op de volgende punten:
Bekleed de bakplaat met bakpapier
Leg frites niet op elkaar
Keer diepvries-aardappelproducten na de helft van de baktijd
om.
Kruid diepvries-aardappelproducten pas na het bakken
Zorg ervoor dat er wat ruimte tussen voorgebakken broodjes
is wanneer u deze afbakt. Leg er niet te veel op de bakplaat
Neem de aanwijzingen van de fabrikant in acht
De opgaven in de tabel zijn richtwaarden, die gelden voor
bakplaten van aluminium. De waarden kunnen variëren,
afhankelijk van de soort en hoeveelheid deeg en de bakvorm.
Wij raden u aan om de eerste keer de laagste opgegeven
temperatuur in te stellen. In principe levert de laagste
temperatuur de meest gelijkmatige bruining op.
De opgaven in de tabel gelden voor producten die in de
onverwarmde oven worden geplaatst.
Met de pizzastand 0 kunt u niet op meerdere niveaus bakken.
Hete lucht 3 Boven- en
onderwarmte %
Klein gebak Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Tijdsduur in
minuten
Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Gistdeeg 1 160 - 170 15 - 25 2 180 - 190
1 + 3 160 - 170 20 - 30 - -
Baisermassa 1 80 160 - 180 2 80
1 + 3 80 180 - 200 - -
Bladerdeeg/soezendeeg 1 190 - 200* 30 - 40 1 200 - 220*
1 + 3 190 - 200* 35 - 45 - -
Roerdeeg, bijv. muffins 1 150 - 160* 25 - 35 1 170 - 180*
1 + 3 150 - 160* 25 - 35 - -
Zandtaartdeeg, bijv. boterkoekjes 1 140 - 150* 15 - 20 2 150 - 160*
1 + 3 140 - 150* 20 - 30 - -
* Oven voorverwarmen
Broodbakstand ë Boven- en
onderwarmte %
Brood/broodjes Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Tijdsduur in minu-
ten
Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Broodjes 1 200* 15 25 1 240*
Plat rond brood 1 220* 15 25 1 240*
Brooddeeg 750 1000 g
Afbakken 1 220* 35 - 40 2 220*
Brooddeeg 1000 1250 g
Voorbakken 1 220* 10 - 15 2 240*
Afbakken 1 180 40 - 45 2 200
Brooddeeg 1250 1500 g
Voorbakken 1 220* 10 - 15 2 240*
Afbakken 1 180 40 - 50 2 200
* Oven voorverwarmen
Broodbakstand ë Pizzastand 0
Gerechten Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Tijdsduur in minu-
ten
Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Pizza, vers 1 180 - 190* 25 - 35 1 170 - 180*
1 + 3 180 - 190 35 - 45 - -
* Oven voorverwarmen
13
Tips en trucs
Braden
: Kans op letsel door gebruik van niet hittebestendige
schalen!
Gebruik alleen braadvormen die speciaal voor de oven
bestemd zijn.
Bij het braden met hete lucht 3 inschuifhoogte 2 niet
gebruiken. Dit heeft invloed op de luchtcirculatie, met als
gevolg een slechter braadresultaat.
Open braden
Voor het open braden wordt een vorm zonder deksel gebruikt.
Giet zo nodig wat vloeistof in de braadvorm. Tijdens het braden
verdampt de vloeistof. Voeg zo nodig voorzichtig hete vloeistof
toe.
Keer het vlees bij het braden met boven- en onderwarmte %
om nadat ca. de helft of twee derde van de braadtijd verstreken
is.
Flammkuchen 1 210 - 230* 15 - 20 1 200 - 220*
Quiche 1 180 - 200 50 - 60 1 170 - 190
Taart 1 190 - 210* 35 - 45 1 190 - 210*
Zwitserse vruchtentaart 1 190 - 210 45 - 55 1 180 - 200
Gegratineerde aardappels van ongekookte aardappels 1 180 - 200 50 - 60 1 170 - 190
Strudel, diepvries 1 200 - 220 35 - 45 1 180 - 200
Pizza, diepvries 1 180 - 200 15 - 25 1 200 - 220
1 + 3 180 - 190 25 - 35 - -
Aardappelproducten, diepvries
Frites 1 200 - 220 20 - 30 1 210 - 230
1 + 3 180 - 200 30 - 40 - -
Kroketten/rösti 1 180 - 200 20 - 30 1 200 - 220
Brood en banket
Broodjes, diepvries 1 180 - 200 10 - 20 1 180 - 200
Voorgebakken broodjes, diepvries 1 180 - 190 5 - 15 1 180 - 200
Voorgebakken broodjes 1 180 - 200 5 - 15 1 200 - 220
Het gebak is te licht Inschuifhoogte en aanbevolen bakgerei controleren. De bakvorm op het rooster en niet
op de bakplaat plaatsen. Langere baktijd of hogere temperatuur aanhouden.
Het gebak is te donker Inschuifhoogte controleren. Een kortere baktijd of lagere temperatuur aanhouden.
Het gebak in de bakvorm is ongelijkma-
tig bruin geworden
Inschuifhoogte en temperatuur controleren. Bakvorm niet direct voor de luchtuitlaat van
de achterwand van de binnenruimte plaatsen. Controleer of de bakvorm goed op het
rooster staat.
Het gebak op de bakplaat is ongelijkma-
tig bruin geworden
Inschuifhoogte en temperatuur controleren. Bij het bakken van klein gebak gelijke groot-
tes en diktes aanhouden.
Het gebak is te droog. Een kortere baktijd en een wat hogere temperatuur aanhouden.
Het gebak is van binnen te vochtig Temperatuur verlagen Let op: baktijden kunnen door hogere temperaturen niet korter
worden (van buiten gaar, van binnen niet). Baktijd verlengen en het deeg langer laten rij-
zen. Minder vloeistof aan het deeg of beslag toevoegen.
Het gebak zakt in nadat u het uit de
oven heeft genomen.
Minder vloeistof aan het deeg of beslag toevoegen. Baktijd verlengen of de temperatuur
verlagen.
De opgegeven baktijd is niet juist Controleer bij klein gebak de hoeveelheid op de bakplaat. Klein gebak mag elkaar niet
raken.
Diepvriesproduct is na het bakken niet
overal gelijkmatig bruin geworden
Wanneer diepvriesproducten na het voorbakken in ongelijke mate bruin zijn geworden
blijft dit zo na het bakken.
Diepvriesproduct is niet bruin, niet knap-
perig of de opgegeven tijd is niet juist
Verwijder voor het bakken het ijs van het diepvriesproduct. Gebruik geen sterk met ijs
bedekte diepvriesproducten.
Broodbakstand ë Pizzastand 0
Gerechten Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Tijdsduur in minu-
ten
Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
* Oven voorverwarmen
14
Bakken in de braadslede
Tijdens het braden in de braadslede ontstaat braadsap. Dit
braadsap kunt u als basis voor een smakelijke saus gebruiken.
Bij het braden in de braadslede kunt u ook bijgerechten (bijv.
groenten) mee laten garen.
Bij kleinere stukken vlees kunt u in plaats van de braadslede
een kleinere braadvorm gebruiken. Plaats deze direct op het
rooster.
Gesloten braden
Voor het gesloten braden wordt een braadvorm met deksel
gebruikt. Gesloten braden is zeer geschikt voor stoofgerechten.
Braadtabel
De braadtijd en temperatuur zijn afhankelijk van de grootte, de
hoogte, de kwaliteit en het soort vlees.
In het algemeen geldt: Hoe groter het braadstuk, des te lager
de temperatuur en des te langer de braadduur.
De opgaven in de tabel zijn richtwaarden en gelden voor het
braden zonder deksel. De waarden kunnen variëren, afhankelijk
van het soort en de hoeveelheid vlees en de braadvorm.
Stel de eerste keer de laagste opgegeven temperatuur in. In
principe levert de laagste temperatuur de meest gelijkmatige
bruining op.
Laat het vlees na afloop van de braadtijd nog ca. 10 minuten
rusten in de uitgeschakelde, gesloten binnenruimte. Bij de
opgegeven braadtijd is de aanbevolen rusttijd niet inbegrepen.
De opgaven in de tabel gelden voor het inschuiven in de
onverwarmde oven en voor vlees dat direct uit de koelkast
komt.
Tips en trucs
Hete lucht 3 Boven- en
onderwarmte %
Vlees Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Braadtijd in
minuten
Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Gehakt (van 500 g vlees) 1 170 180 60 70 2 200 210
Vis, heel (300 g) 1 160 170 30 40 3 180 200
Vis, heel (700 g) 1 160 170 40 50 2 180 200
Varkensvlees
Filet, medium (400 g) 1 170 180 30 45 3 200 220
Braadstuk met zwoerd (1,5 kg) 1 160 170 120 150 2 190 210
Braadstuk, doorregen, zonder zwoerd, bijv. nek (1,5 kg) 1 160 170 100 130 2 190 210
Braadstuk mager (1 kg) 1 170 180 80 100 2 200 220
Casselerrib 1 160 - 180 60 80 2 190 210
Rundvlees
Filet, medium (1 kg) 1 180 190 40 60 2 200 220
Rosbief, medium (1,5 kg) 1 180 190 30 45 2 200 220
Stoofvlees (1,5 kg)* 1 170 180 120 150 2 200 220
Kalfsvlees
Kalfsvlees/borst (1,5 kg) 1 160 170 90 120 2 180
200
Schenkel 1 160 170 100 130 2 190 210
Gevogelte (ongevuld)
Kip, heel (1 kg) 1 170 180 60 70 2 200 220
Eend, heel (2 3 kg) 1 160 - 170 90 120 2 190 210
Gans, heel (3 4 kg) 1 150 160 130 180 2** 180 200
* Stoofvlees gesloten braden
** bij een hoog gerecht inschuifhoogte 1 gebruiken
Korst te dik en/of vlees te droog Inschuifhoogte controleren. Lagere temperatuur of kortere braadtijd aanhouden.
Korst te dun Temperatuur verhogen of na afloop van de braadtijd de grill even inschakelen.
Het vlees is van binnen niet gaar Neem de toebehoren die niet nodig zijn uit de binnenruimte. Braadtijd verlengen. Contro-
leer met behulp van een vleesthermometer de kerntemperatuur van het vlees.
Waterdamp in de binnenruimte slaat
neer op de apparaatdeur
Wanneer het apparaat aan is, verdwijnt de waterdamp geleidelijk. Bij zeer veel water-
damp kunt u kort en voorzichtig de apparaatdeur openen, zodat hij sneller verdwijnt.
15
Grillen
Attentie!
Schade door hoge temperaturen: In de binnenruimte ontstaat
een zeer hoge temperatuur. Laat de deur van het apparaat
tijdens het grillen gesloten. Nooit met een geopende
apparaatdeur grillen.
Gebruik om te grillen altijd het rooster en de braadslede. Plaats
het rooster op de inschuifhoogte die in de grilltabel wordt
aangegeven. Om verontreiniging te voorkomen plaatst u de
braadslede een niveau lager. Leg de te grillen producten altijd
in het midden van het rooster.
Aanwijzing: De braadslede altijd in de normale toestand (niet
omgekeerd) gebruiken.
Let erop dat bij het grillen van meerdere stukken vlees gelijke
vleessoorten met gelijke dikte en gewicht wordt gebruikt.
Rondom-grillen
Rondom grillen 4 is bijzonder geschikt voor gevogelte of vlees
(bijv. varkensvlees met zwoerd), dat rondom knapperig gegrild
moet worden.
Keer de gerechten van de grill na ca. de helft tot twee derde
van de grilltijd om.
Steek bij eend en gans het vel onder de vleugels en bouten
vast, zodat het vet er goed uit kan braden.
Bij het rondom-grillen op het rooster kan al naargelang het te
grillen gerecht de binnenruimte sterker vervuild raken. Maak de
binnenruimte na gebruik daarom altijd schoon, zodat het vuil
niet inbrandt.
De gegevens in de tabel zijn richtwaarden, die gelden voor de
geëmailleerde braadslede met rooster. De waarden kunnen al
naargelang het soort en de hoeveelheid gerechten variëren.
Stel de eerste keer de laagste opgegeven temperatuur in. In
principe levert de laagste temperatuur de meest gelijkmatige
bruining op.
Laat de gerechten van de grill aan het einde nog ca.
10 minuten rusten in de uitgeschakelde, gesloten oven. Bij de
opgegeven grilltijd is de aanbevolen rusttijd niet inbegrepen.
De opgaven gelden voor het inschuiven in de onverwarmde
oven en voor vlees dat direct uit de koelkast komt.
Vlakgrillen
Gebruik voor grote hoeveelheden platte grillproducten het grote
grilloppervlak +.
Gebruik voor kleine hoeveelheden platte grillproducten het
kleine grilloppervlak (. Leg de te grillen producten op het
midden van het rooster. Door het kleine grilloppervlak te
gebruiken bespaart u energie.
Bestrijk het te grillen product indien gewenst licht met olie.
Keer het te grillen vlees na de helft tot twee derde van de
grilltijd.
De opgaven in de tabellen zijn richtwaarden. De waarden
kunnen al naargelang het soort en de hoeveelheid gerechten
variëren. Deze gelden uitsluitend voor het plaatsen in een
koude oven en voor vlees direct uit de koelkast.
Gerechten van de grill Inschuifhoogte Temperatuur in °C Grilltijd in minuten
Rosbief, medium 2 220 - 240 40 - 50
Lamsbout zonder been, medium 2 170 - 190 120 - 150
Varkensvlees
Gebraden varkensvlees met zwoerd 2 170 - 190 140 - 160
Varkensschenkel 2 180 - 200 120 - 150
Gevogelte (niet gevuld)
Halve kippen, 1 - 2 stuks 2 210 - 230 40 - 50
Kip, heel (1 - 2 stuks) 2 200 - 220 60 - 80
Eend, heel (2 3 kg) 2 180 - 200 90 - 120
Gans, heel (3 4 kg) 2 150 - 170 130 - 160
Gerechten van de grill Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Grilltijd in
minuten
Aanwijzingen
Worsten 4 250 10 - 14 Licht insnijden
Groente 4 270 15 - 20
Toast met bedekking 3 220 10 - 15 De inschuifhoogte wordt bepaald door de hoogte van
het product
Varkensvlees
Filetsteaks, medium (3 cm dik) 4 270 12 - 15
Steak, doorbakken (2 cm dik) 4 270 15 - 20
Rundvlees
Filetsteaks (3 - 4 cm dik) 4 270 15 - 20 Afhankelijk van de gewenste garing kunnen grilltijden
worden verkort of verlengd
Tournedos 4 270 12 - 15
16
Hetelucht eco
Met de functie Hetelucht Eco kunt u gerechten
energiegeoptimaliseerd klaarmaken op één niveau.
Aanwijzingen
Plaats de gerechten in de onverwarmde, lege binnenruimte
Open de apparaatdeur tijdens de bereiding alleen wanneer
dit beslist noodzakelijk is
In de tabel vindt u een keur aan gerechten die het best geschikt
zijn voor Hetelucht eco .
De opgaven in de tabel zijn richtwaarden en geldig voor
geëmailleerde bakplaten, braadsledes en donkere bakvormen.
De waarden kunnen variëren, afhankelijk van de soort en
hoeveelheid van het gerecht en de bakvorm.
Wij raden u aan om de eerste keer de laagste van de
opgegeven temperaturen in te stellen. In principe levert de
laagste temperatuur de meest gelijkmatige bruining op.
Lamsvlees
Filets 4 270 8 - 12 Afhankelijk van de gewenste garing kunnen grilltijden
worden verkort of verlengd
Koteletten 4 270 10 - 15
Gevogelte
Kippenbouten 3 250 25 - 30 Door de huid in te steken kan blaasvorming bij het
grillen worden voorkomen
Kleine kipdelen 3 250 25 - 30
Vis
Steaks 4 220 15 - 20 Delen moeten even dik zijn
Koteletten 4 220 15 - 20
Hele vis 3 220 20 - 25
Gerechten van de grill Inschuif-
hoogte
Tempera-
tuur in °C
Grilltijd in
minuten
Aanwijzingen
Gerechten met hetelucht Eco Toebehoren Inschuifhoogte Tempera-
tuur in °C
Tijdsduur
in minuten
Taart, cake en gebak
Roerdeeg met droge bedekking Bakplaat 1 170 - 190 25 - 30
in vormen Spring/rechthoekige
vorm
1 160 - 170 60 - 80
in vormen Vorm vruchtentaartbo-
dem
1 160 - 170 20 - 30
Klein gebak, bijv. muffins Muffinplaat 1 170 - 180 20 - 30
Zandtaartdeeg met droge bedekking, bijv. notenpunten Bakplaat 1 180 - 200 25 - 30
Klein gebak, bijv. boterkoekjes Bakplaat 1 140 - 150 20 - 25
Biscuitmengsel Biscuitrol Bakplaat 1 180 - 190 15 - 20
in vormen (6 eieren) Springvorm 1 160 - 170 40 - 50
in vormen Vorm vruchtentaartbo-
dem
1 160 - 170 20 - 30
Gistdeeg met droge bedekking Bakplaat 1 170 - 190 30 - 45
in vormen Tulbandvorm 1 170 - 180 40 - 50
Klein gebak Bakplaat 1 180 - 190 20 - 30
Bladerdeeg Klein gebak Bakplaat 1 190 - 200 30 - 35
Soezendeeg Klein gebak Bakplaat 1 190 - 200 35 - 45
Kantenklare diepvriesproducten
Pizza, diepvries met dunne bodem Braadslede 1 180 - 200 15 - 25
met dikke bodem Braadslede 1 180 - 200 20 - 30
Frites Braadslede 1 190 - 200 20 - 30
Broodjes/Baguette voorgebakken Braadslede 1 180 - 200 10 - 20
Ovenschotels
Gegratineerde aard-
appels
van ongekookte aardappels Ovenschaal op het
rooster
1 180 - 200 60 - 80
17
Ontdooien
Gebruik voor het ontdooien en garen van diepvriesproducten
de functie Hete lucht 3.
Ontdooien met hete lucht
Gebruik voor het ontdooien en garen van diepvriesproducten
de functie Hete lucht 3.
Houd hierbij rekening met het volgende:
Ontdooide diepvriesproducten (vooral vlees) hebben kortere
bereidingstijden nodig dan verse producten
De bereidingstijd van diepvriesvlees wordt verlengd met de
tijd die nodig is voor het ontdooien
Diepvriesgevogelte dient u voor de bereiding altijd te
ontdooien om de ingewanden te kunnen verwijderen
Maak diepvriesvis op dezelfde temperatuur klaar als verse vis
U kunt kant-en-klare diepvriesgroente in aluminiumschalen in
grotere hoeveelheden gelijktijdig in de binnenruimte plaatsen
Gebruik bij het ontdooien op één niveau inschuifhoogte 1 en
op twee niveaus inschuifhoogte 1 + 3
Houd u bij diepvrieslevensmiddelen aan de aanwijzingen van
de fabrikant
Bereiden met stoom
De stoomstand é kan alleen samen met het
systeemstoomapparaat (als extra accessoire in de vakhandel
verkrijgbaar) worden gebruikt.
Schakel de stoomstand alleen in wanneer de binnenruimte
volledig is afgekoeld (kamertemperatuur). Wanneer op het
temperatuurdisplay afwisselend en ¨©¨verschijnt, is de
binnenruimte niet volledig afgekoeld. Wacht tot de binnenruimte
afgekoeld is en schakel de stoomstand opnieuw in. Het
stoomproces wordt automatisch geregeld.
Aanwijzingen
Gebruik voor de bereiding met stoom alleen de stoomstand
samen met het systeemstoomapparaat.
Gebruik de stoomstand niet samen met de klokvoorkeuze-
functie
Verdere nuttige aanwijzingen vindt u in de gebruiksaanwijzing
bij het systeemstoomapparaat
Lasagne Ovenschaal op het
rooster
1 180 - 190 50 - 60
Zoete ovenschotels Ovenschaal op het
rooster
1 170 - 180 50 - 60
Vlees
Gestoofd rundvlees 1 kg Vorm gesloten op het
rooster
1 190 - 200 120 - 150
Varkensnek 1 kg Braadslede 1 180 - 190 110 - 130
Gebraden kalfsvlees 1 kg Braadslede 1 180 - 190 100 - 120
Vis
Forel ca.400 g Braadslede 1 160 -170 25 - 30
Gerechten met hetelucht Eco Toebehoren Inschuifhoogte Tempera-
tuur in °C
Tijdsduur
in minuten
Diepvriesgerecht Tempera-
tuur in °C
Ontdooitijd
in minuten
Rauwe diepvriesproducten/ diep-
vrieslevensmiddelen
50 30 - 90
Brood/broodjes (750 - 1500 g) 50 30 - 60
Droog diepvriesplaatgebak 60 45 - 60
Vochtig diepvriesplaatgebak 50 50 - 70
18
Yoghurt
Met uw apparaat kunt u de yoghurt ook zelf maken. Hiervoor
wordt de warmte van de ovenverlichting \ gebruikt.
1. Toebehoren en inhangroosters, telescooprails of
afzonderlijke insteeksystemen verwijderen.
2. 1 Liter gesteriliseerde melk (3,5 % vet) of gepasteuriseerde
melk tot 40 °C opwarmen
of
1 Liter gepasteuriseerde melk één keer opkoken en tot
40 °C laten afkoelen.
3. 150 g yoghurt bij de warme melk doen, er doorheen roeren
en hier gelijkmatig potjes of kommen mee vullen. Niet meer
dan 200 ml per glas/schaaltje.
4. De potjes of kommen met een passend deksel of plasticfolie
afdekken.
5. Oven met groot grill-oppervlak + 15 minuten bij 100 °C
voorverwarmen.
6. Vervolgens de functiekeuzeknop op Ovenverlichting \
zetten.
7. Vormen op gelijke afstand van elkaar verdelen over de hele
bodem van de binnenruimte en de apparaatdeur sluiten.
8. Na 8 uur de ovenverlichting uitschakelen en de vormpjes
minimaal 12 uur in de koelkast plaatsen.
Reiniging en onderhoud
: Risico van kortsluiting!
Gebruik geen hogedrukreiniger of stoomstraalapparaat om uw
apparaat schoon te maken.
Attentie!
Schade aan het oppervlak door verkeerde reiniging: Gebruik
geen
scherpe of schurende schoonmaakmiddelen
alcoholhoudende schoonmaakmiddelen
schurende reinigingshulpen zoals staalwol of schuursponzen.
Houd u aan de opgaven in de tabellen.
Aanwijzing: Via de klantenservice kunt u bijzonder
aanbevelenswaardige schoonmaak- en onderhoudsmiddelen
betrekken. Neem de betreffende aanwijzingen van de fabrikant
in acht.
Het apparaat van buiten reinigen
Om te voorkomen dat de verschillende oppervlakken door
verkeerde schoonmaakmiddelen beschadigd raken, dient u
zich te houden aan de opgaven in de tabel.
Was nieuwe vaatdoekjes voor het gebruik goed uit.
Binnenruimte reinigen
Attentie!
Schade aan het oppervlak! Maak geen gebruik van speciaal
voor ovens bestemde schoonmaakmiddelen.
Aanwijzingen
Op het email kunnen om technische redenen kleurverschillen
te zien zijn. Dit heeft geen invloed op de werking.
De randen van dunne platen kunnen ruw zijn. De
bescherming tegen corrosie is echter gegarandeerd.
Vervuiling vermijden
Maak de binnenruimte na gebruik altijd schoon, omdat het vuil
bij later gebruik inbrandt en moeilijk kan worden verwijderd.
Verwijder kalk-, vet-, zetmeel- en eiwitvlekken altijd onmiddellijk.
Gebruik zo mogelijk de functie Hete lucht 3. Bij deze functie
treedt minder vervuiling op
Apparaatonderdeel/
Oppervlak
Reinigingsmiddel/-hulp
Roestvrijstalen
oppervlakken
Schoonmaakmiddelen met een zachte,
vochtige doek of zeem opbrengen; met
een zachte doek nadrogen. Gebruik bij
sterke vervuiling een reinigingsmiddel
voor gematteerd roestvrij staal.
Bedieningspaneel Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen. Geen
glasreiniger of schraper gebruiken.
Ruiten van de deur Glasreinigings- of schoonmaakmiddelen
met een zachte, vochtige doek of zeem
opbrengen; met een zachte doek nadro-
gen.
De binnenste deurruit van de apparaat-
deur heeft een coating die een lichte uit-
straling kan hebben.
Apparaatonder-
deel
Reinigingsmiddel/-hulp
Emaillen vlakken
(glad oppervlak)
Schoonmaakmiddelen of azijnwater met
een zachte, vochtige doek of zeem
opbrengen; met een zachte doek nadro-
gen. Ingebrande voedselresten met een
vochtige doek en schoonmaakmiddel los-
weken. De binnenruimte na het schoon-
maken open laten om te drogen.
Bij sterke verontreiniging adviseren wij
het gebruik van een ovenreiniger. Bij het
schoonmaken met ovenreiniger dient u
zich te houden aan de opgaven van de
fabrikant.
Zelfreinigende
oppervlakken
(ruw oppervlak)
Houd u aan de aanwijzingen in het hoofd-
stuk: Zelfreinigende oppervlakken
Deurdichting Warm zeepsop
Inhangroosters Warm zeepsop:
laten weken en reinigen met een schoon-
maakdoekje of borstel.
Toebehoren Weken in warm zeepsop. Met borstel en
spons schoonmaken of in de vaatwasma-
chine reinigen.
19
Zelfreinigende oppervlakken
De achterwand in de binnenruimte is voorzien van een laagje
zelfreinigend email. Spetters die ontstaan bij het bakken en
braden worden hiervan tijdens het gebruik van de oven
opgezogen en afgebroken.
Grotere spetters verdwijnen pas nadat de oven meerdere keren
gebruikt is.
Verkleuringen op de achterwand hebben geen invloed op de
zelfreinigende functie.
Attentie!
Oppervlakteschade op de zelfreinigende oppervlakken door
het opbrengen van een ovenreiniger. Behandel de
zelfreinigende oppervlakken nooit met ovenreiniger.
Komt er per ongeluk ovenreiniger op de zelfreinigende
oppervlakken, verwijder deze dan direct met een spons en
voldoende water.
Attentie!
Oppervlakteschade op de zelfreinigende oppervlakken door
het gebruik van schurende en zuurhoudende
reinigingsmiddelen en -hulpen!
Gebruik geen reinigingsmiddelen die schurende stoffen of
zuren bevatten.
Gebruik geen schurende reinigingshulpen zoals bijv. staalwol of
schuursponsjes.
Hydro clean®
Om de binnenruimte gemakkelijker schoon te kunnen maken,
is uw apparaat voorzien van de reinigingshulp hydro clean® >.
Door een automatisch gestuurde verdamping van zeepsop
lossen de vuilresten, zodat ze vervolgens gemakkelijker kunnen
worden verwijderd.
Bij sterkere verontreiniging kunt u
het zeepsop enige tijd voor het inschakelen van de
reinigingshulp laten inwerken
de vervuilde plaatsen voor het inschakelen van de
reinigingshulp met een schoonmaakmiddel inwrijven
de reinigingshulp na het afkoelen van de binnenruimte
herhalen
Voorbereiden en inschakelen
Hydro clean® start alleen wanneer de binnenruimte is
afgekoeld.
Wanneer na het inschakelen van hydro clean® op het
temperatuurdisplay afwisselend of œ en ’–verschijnen, is de
binnenruimte niet volledig afgekoeld. Wacht tot de binnenruimte
afgekoeld is en schakel hydro clean® opnieuw in.
: Risico van brand en beschadiging van oppervlakken!
Nooit water in de hete binnenruimte gieten. Er ontstaat
waterdamp en als gevolg van de plotselinge
temperatuursverandering kan het email beschadigd raken.
1. Toebehoren uit de binnenruimte nemen.
2. 0,4 liter water (niet gedistilleerd) met wat schoonmaakmiddel
voorzichtig in de bodembak van de binnenruimte gieten
(Afbeelding A).
3. Apparaatdeur sluiten.
4. Hydro clean® >
Op het temperatuurdisplay verschijnt ’–. Na afloop van de
reinigingshulp wordt de ovenverlichting ingeschakeld. Er
klinkt een signaal.
5. Klokfunctietoets indrukken om de klokfunctie te beëindigen.
Uitschakelen en nareinigen
Laat het restwater niet lange tijd in de binnenruimte staan (bijv.
's nachts).
1. Deur van het apparaat openen en het restwater met een
goed opnemende sponsdoek opnemen (figuur B).
2. Binnenruimte met een sponsdoek, zachte borstel of een
kunststof schuursponsje reinigen. Nog aanwezige,
hardnekkige resten verwijderen met een schraper voor
glaskeramiek.
3. Kalkranden met een in azijn gedrenkte doek verwijderen,
daarna met schoon water afnemen en met een zachte doek
droogwrijven, ook onder de deurafdichting.
4. Functiekeuzeknop in de stand Û terugdraaien.
5. De deur van het apparaat na de reiniging nog ca. 1 uur op
een kier laten staan (ca. 30°), zodat de emaillen
oppervlakken in de binnenruimte goed kunnen drogen.
Sneldrogen
1. De deur van het apparaat na de reiniging op een kier (ca.
30°) geopend laten.
2. Hete lucht 3 met 50 °C instellen.
3. Na 5 minuten het apparaat uitschakelen en de apparaatdeur
sluiten.
Apparaatdeur verwijderen en inbrengen
Om gemakkelijker schoon te maken kunt u de apparaatdeur
verwijderen.
: Risico van letsel!
De scharnieren van de apparaatdeur kunnen met grote kracht
terugklappen. Klap de blokkeerhendels van de scharnieren om
de deur te kunnen verwijderen altijd helemaal open en na het
inbrengen weer helemaal dicht. Kom niet met uw handen aan
het scharnier.
: Risico van letsel!
Hangt de apparaatdeur er aan één kant uit, kom dan niet met
uw handen aan het scharnier. Het scharnier kan met grote
kracht terugklappen. Neem contact op met de klantenservice.
Apparaatdeur verwijderen
1. Apparaatdeur helemaal openen.
2. Blokkeerhendels links en rechts helemaal openklappen.
De scharnieren zijn beveiligd en kunnen niet dichtklappen.
3. De apparaatdeur zó ver sluiten tot u merkt dat er een
weerstand is (Afbeelding A).
$ %
20
4. Met beide handen links en rechts vastpakken, iets verder
sluiten en eruit trekken (Afbeelding B).
Apparaatdeur inbrengen
1. De scharnieren in de houders links en rechts plaatsen
(Afbeelding C).
De keep van beide scharnieren moet inklikken.
2. Apparaatdeur helemaal openen.
3. Blokkeerhendels links en rechts helemaal dichtklappen
(Afbeelding D).
De apparaatdeur is beveiligd en kan niet meer worden
verwijderd.
4. Apparaatdeur sluiten.
Ruiten van de deur schoonmaken
Om ze gemakkelijker schoon te maken kunt u de binnenste
ruiten van de apparaatdeur verwijderen.
: Risico van letsel!
De componenten van de apparaatdeur kunnen scherpe randen
hebben. Hierdoor kunt u snijwonden oplopen. Draag
veiligheidshandschoenen.
: Risico van letsel!
Gebruik het apparaat pas weer wanneer de ruiten en de
apparaatdeur naar behoren zijn aangebracht.
Deurruit verwijderen
Aanwijzing: Let er voordat u de ruit verwijdert op in welke
positie hij is ingebracht, zodat u hem later niet verkeerd plaatst.
1. Apparaatdeur verwijderen en met de voorkant naar beneden
op een zachte, schone ondergrond leggen (zie het hoofdstuk:
Apparaatdeur verwijderen en inbrengen).
2. De afscherming bovenaan de apparaatdeur afnemen.
Hiervoor links en rechts het lipje met de vingers indrukken
(Afbeelding A).
3. Deurruit licht optillen en naar buiten trekken (Afbeelding B).
Middelste ruit verwijderen
Middelste ruit iets optillen en er naar voren uittrekken.
Reinigen
Reinig de deurruiten met glasreiniger en een zachte doek.
: Risico van letsel!
Wanneer er krassen op het glas van de apparaatdeur zitten,
kan dit springen. Geen schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Middelste ruit inbrengen
Aanwijzing: Let er bij het inbrengen op dat “right above“
linksonder ondersteboven staat.
Middelste ruit schuin naar achteren tot de aanslag inschuiven.
Deurruit inbrengen
1. Deurruit schuin naar achteren in beide houders inschuiven tot
de aanslag. Het gladde vlak moet zich aan de buitenkant
bevinden.
2. De afscherming plaatsen en aandrukken tot hij vergrendeld
is.
3. Apparaatdeur weer inbrengen.
$ %
& '
%$
21
Plafond van de binnenruimte reinigen
Om het plafond van de binnenruimte eenvoudig en snel te
reinigen kunt u het grillelement naar beneden klappen.
: Risico van verbranding door hete onderdelen in de
binnenruimte!
Wacht tot de binnenruimte afgekoeld is.
1. Beugel van het grillelement naar voren trekken en naar boven
drukken tot het grillelement hoorbaar ontgrendelt
(Afbeelding A).
2. Grillelement vasthouden en naar beneden klappen
(Afbeelding B).
3. Plafond van de binnenruimte reinigen.
4. Beugel naar voren trekken en naar boven ingedrukt houden.
5. Grillelement naar boven klappen tot het inklikt.
Inhangroosters reinigen
U kunt de inhangroosters verwijderen om ze gemakkelijker
schoon te maken.
: Risico van verbranding door hete onderdelen in de
binnenruimte!
Wacht tot de binnenruimte afgekoeld is.
1. Inhangroosters aan de voorkant naar boven drukken en naar
opzij verwijderen (Afbeelding A).
2. Inhangroosters aan de achterkant naar voren trekken en naar
opzij verwijderen (Afbeelding B).
3. Inhangroosters met afwasmiddel en spons of een borstel
reinigen.
4. De inhangroosters altijd met de welving (a) naar beneden
inbrengen, zodat de inschuifhoogtes kloppen.
5. Inhangroosters achter tot de aanslag inbrengen en naar
achteren drukken (Afbeelding C).
6. Inhangroosters voor tot de aanslag inbrengen en naar
beneden drukken (Afbeelding D).
Storingen en reparaties
Ga voordat u de klantenservice belt na of de tips in de
volgende tabellen van nut kunnen zijn.
: Kans op een elektrische schok!
Werkzaamheden aan de elektronica van het apparaat mogen
alleen door een vakman worden uitgevoerd.
Bij het werken aan de elektronica van het apparaat beslist de
netstekker uit het stopcontact halen. Automatische
beveiliging activeren of de zekering in de meterkast van uw
woning eruit draaien.
$%
$ %
D
D
& '
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
Elektrische functie vertoont een storing
(bijv. indicatielampjes branden niet meer)
Zekering defect Zekeringen in de meterkast controleren,
eventueel vervangen
Vloeistof of dunvloeibaar deeg wordt zeer
eenzijdig verdeeld
Apparaat niet waterpas ingebouwd Inbouw van het apparaat controleren
(zie Installatievoorschrift)
Apparaat functioneert niet meer, op het
klokdisplay knippert:‹‹
Stroomtoevoer is onderbroken Tijd opnieuw instellen (zie het
hoofdstuk: Elektronische klok)
Op het klokdisplay knippert :‹‹, op het
temperatuurdisplay verschijnt “rrr“
De stroomtoevoer is onderbroken terwijl
het apparaat in gebruik was
Klokfunctietoets KJ indrukken. Tijd
opnieuw instellen (zie het
hoofdstuk: Elektronische klok)
Op het temperatuurdisplay verschijnt
“E011“
Permanente bezetting van een toets Permanente bezetting van de toets ophef-
fen en de klokfunctietoets KJ indrukken
22
Ovenlamp vervangen
Een defecte ovenlamp dient te worden vervangen.
Reservelampen kunt u krijgen bij de klantenservice of uw
speciaalzaak: E14, 220 - 240 V, 40 W, hittebestendig tot
300 °C. Gebruik uitsluitend originele ovenlampen.
: Kans op een elektrische schok!
Maak het apparaat stroomloos. Activeer de zekeringsautomaat
of draai de zekering van de meterkast van uw woning eruit.
1. Theedoek in de koude binnenruimte leggen, om schade te
voorkomen.
2. Glazen afscherming naar links draaien en afnemen.
3. Ovenlamp vervangen door een van hetzelfde type.
4. Glazen afscherming er weer inschroeven.
5. Theedoek eruit nemen en de zekering inschakelen.
Aanwijzing: Gebruik rubberhandschoenen wanneer de glazen
afscherming er niet afgedraaid kan worden. Of bestel een
demontagehulp bij de klantendienst (Bestelnr. 613634).
Deurdichting vervangen
Is de deurdichting defect, dan moet deze worden vervangen.
Vervangende afdichtingen zijn verkrijgbaar bij de
klantenservice.
De deurdichting is op vier punten bevestigd (Afbeelding A). Om
de dichting te vervangen de haken op alle vier de plaatsen
losmaken resp. bevestigen (Afbeelding B).
De bevestiging van de dichting vooral in de hoeken nog eens
controleren.
Op het temperatuurdisplay verschijnt
“EXXX“, bijv. E300
Interne fout van de apparaatelektronica Klokfunctietoets KJ indrukken. Verdwijnt
de melding niet, haal de stekker dan uit
het stopcontact en steek hem er na ca.
10 seconden weer in
Het apparaat kan niet worden bediend, op
het temperatuurdisplay verschijnen D en -
-
Apparaat is geblokkeerd Blokkering deactiveren (zie
het hoofdstuk: Kinderslot)
Het apparaat kan niet worden bediend, op
het temperatuurdisplay verschijnen D en -
†˜
Apparaat is permanent geblokkeerd Permanente blokkering deactiveren
(zie het hoofdstuk: Kinderslot)
Apparaat warmt niet op, op het klokdisplay
knippert de dubbele punt, op het tempera-
tuurdisplay verschijnt bijv. ‚‡‹©
Er is een toetscombinatie gebruikt Apparaat uitschakelen, infotoets ±
3 seconden lang indrukken, vervolgens
de klokfunctietoets KJ 4 seconden lang
indrukken, tenslotte de infotoets ±opnieuw
3 seconden lang indrukken
Elektronisch gestuurde functies werken
niet
Energetische impulsen
(bijv. blikseminslag)
Betreffende functie opnieuw instellen
Bij het inschakelen van een functie
verschijntof œ op het temperatuurdisplay
Apparaat is niet volledig afgekoeld Wachten tot het apparaat afgekoeld is,
vervolgens de functie opnieuw inschake-
len
Apparaat is automatisch uitgeschakeld, op
het temperatuurdisplay knippert ‹‹‹
Apparaat is als beveiliging tegen overver-
hitting uitgeschakeld
Functieschakelaar in de stand Û terug-
draaien
Bij het braden of grillen ontstaat een walm Vet op het grillelement verbrandt Verder grillen of braden tot het vet op het
grillelement verbrand is
Rooster of braadslede verkeerd ingescho-
ven
Inschuifhoogtes controleren (zie het
hoofdstuk: Braden of grillen)
In de binnenruimte treedt meer con-
denswater op
Normaal verschijnsel (bijv. bij gebak met
zeer vochtige vulling of een groot braad-
stuk)
Apparaatdeur tijdens het gebruik af en toe
kort openen
Geëmailleerde toebehoren vertonen matte,
lichte vlekken
Normaal verschijnsel door afdruipend
vlees- of vruchtensap
Niet mogelijk
Deurruiten zijn beslagen Normaal verschijnsel, dat ontstaat door
temperatuurverschillen
Apparaat bij 100 °C opwarmen en na
5 minuten weer uitschakelen
Storing Mogelijke oorzaak Oplossing
$ %
23
Servicedienst
Bij storingen en reparaties die u niet zelf kunt oplossen, staat
de servicedienst voor u klaar.
De contactgegevens vindt u in de lijst met
klantenservicebureaus
Aanwijzing: Het kost u geld wanneer u wegens een
bedieningsfout contact opneemt met de klantenservice.
Wanneer u contact opneemt met de klantenservice het
Enummer en FDnummer opgeven.
U vindt deze op het typeplaatje achter de apparaatdeur
linksonder aan de zijkant.
Produktinfo
Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en
diensten vindt u op het internet: www.constructa.de en in de
online-shop: www.constructa-eshop.com
Testgerechten
Deze tabellen zijn gemaakt voor onderzoeksinstituten om het
controleren en testen van verschillende apparaten te
vergemakkelijken.
Testgerechten volgens de norm EN 50304/EN 60350 (2009)
resp. IEC 60350.
Neem de aanwijzingen voor het voorverwarmen in de tabellen
in acht. De waarden in de tabel zijn van toepassing zonder
snelvoorverwarming.
Aanwijzing: Gebruik voor het bakken eerst de laagste
opgegeven temperatuur.
Aanwijzingen
Gebruik bij het bakken eerst de laagste opgegeven
temperatuur.
Bakplaten die gelijktijdig in de oven worden geplaatst,
hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
Enr. FD
Bakken Inschuif-
hoogte
Func-
tie
Temperatuur
in °C
Tijdsduur in minu-
ten
Sprits 2 % 160 - 170* 25 - 35
1 150 - 160 20 - 40
1 3 140 - 150* 20 - 30
1 + 3 3 140 - 150* 25 - 35
Small cakes (20 stuks per plaat) 2 % 170 - 180** 20 - 30
1 160 - 180 25 - 35
1 3 160 - 170** 20 - 30
1 + 3 3 150 - 160** 30 - 40
Waterbiscuit 1 % 160 - 170* 30 - 40
1 3 160 - 170* 25 - 35
Bedekte appeltaart (vormen naast elkaar, afbeelding A) 1 0 170 - 180 60 - 70*
1 180 - 190 75 - 85
Bedekte appeltaart (vormen diagonaal geplaatst,
afbeelding B)
1 + 3 3 170 - 180 65 - 75*
* Oven voorverwarmen
** 10 minuten voorverwarmen
$ %
Grillen Inschuifhoogte Functie Temperatuur
in °C
Grilltijd in
minuten
Toast (braadslede + rooster) 3 + 4 + 275* 1 - 2
Beefsteaks, 12 stuks (braadslede + rooster) 3 + 4 + 275 20 25**
* 10 minuten voorverwarmen
** na Z van de tijd keren

Documenttranscriptie

' [nl] Gebruiksaanwijzing [en] Instruction manual Inbouwoven CF2346.4 Built-in oven CF2346.4 2 24 é Inhoudsopgave gni z j iwna skiurbeG] ln[ Belangrijke veiligheidsvoorschriften ....................................... 2 Energie­ en milieutips................................................................ 4 Uw nieuwe apparaat .................................................................. 4 De toebehoren............................................................................ 5 Voor het eerste gebruik ............................................................. 6 Apparaat bedienen..................................................................... 7 Elektronische klok ..................................................................... 8 Kinderslot ................................................................................. 10 Bakken ...................................................................................... 11 Braden ...................................................................................... 13 Grillen........................................................................................ 15 Hetelucht eco ........................................................................... 16 Ontdooien ................................................................................. 17 Bereiden met stoom ................................................................ 17 Yoghurt ..................................................................................... 18 Reiniging en onderhoud.......................................................... 18 Storingen en reparaties........................................................... 21 Testgerechten........................................................................... 23 : Belangrijke veiligheidsvoorschriften Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Alleen dan kunt u uw apparaat goed en veilig bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om door te geven aan een volgende eigenaar. Dit apparaat is alleen bestemd voor inbouw. Neem het speciale installatievoorschrift in acht. Controleer het apparaat na het uitpakken. Niet aansluiten in geval van transportschade. Alleen een daartoe bevoegd vakman mag apparaten zonder stekker aansluiten. Bij schade door een verkeerde aansluiting maakt u geen aanspraak op garantie. Dit apparaat is alleen bestemd voor huishoudelijk gebruik en de huiselijke omgeving. Gebruik het uitsluitend voor het bereiden van gerechten en drank. Zorg ervoor dat het apparaat onder toezicht gebruikt wordt. Het toestel alleen gebruiken in gesloten ruimtes. Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op hoogten van maximaal 2.000 meter boven zeeniveau. Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke vermogens of personen die gebrek aan kennis of ervaring hebben, wanneer zij onder toezicht staan van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of geleerd hebben het op een veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn van de risico's die het gebruik van het toestel met zich meebrengt. 2 Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud van het toestel mogen niet worden uitgevoerd door kinderen, tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en onder toezicht staan. Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of de aansluitkabel. Toebehoren altijd op de juiste manier in de binnenruimte plaatsen. Zie beschrijving toebehoren in de gebruiksaanwijzing. Aluminium kan als gevolg van mechanische slijtage en zuur-, loog- of zouthoudende levensmiddelen, bijv. vruchtensap of looggebak, losraken van de aluminium bakplaat. Levensmiddelen niet direct op de bakplaat leggen.De bakplaat met bakpapier bedekken. Gebruik geen metalen, puntige voorwerpen. Gebruik geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen. Risico van brand! ■ Brandbare voorwerpen die in de binnenruimte worden bewaard kunnen vlam vatten. Bewaar geen brandbare voorwerpen in de binnenruimte. Open nooit de deur wanneer er sprake is van rookontwikkeling in het apparaat. Het toestel uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen of de zekering in de meterkast uitschakelen. Risico van brand! ■ Wanneer de apparaatdeur geopend wordt, ontstaat er een luchtstroom. Het bakpapier kan dan de verwarmingselementen raken en vlam vatten. Tijdens het voorverwarmen mag er nooit bakpapier los op de toebehoren liggen. Verzwaar het bakpapier altijd met een vorm. Bakpapier alleen op het benodigde oppervlak leggen. Het bakpapier mag niet uitsteken over de toebehoren. Risico van verbranding! Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete vlakken in de binnenruimte of verwarmingselementen aanraken. Het apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn. ■ Toebehoren of vormen worden zeer heet. Neem hete toebehoren en vormen altijd met behulp van een pannenlap uit de binnenruimte. ■ Alcoholdampen kunnen in de binnenruimte vlam vatten. Nooit gerechten klaarmaken die een hoog percentage alcohol bevatten. Alleen kleine hoeveelheden drank met een hoog alcoholpercentage gebruiken. De deur van het toestel voorzichtig openen. ■ Risico van verbranding! De kabelisolatie van hete toestelonderdelen kan smelten. Zorg ervoor dat er nooit aansluitkabels van elektrische toestellen in contact komen met hete onderdelen van het apparaat. ■ Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of stoomreiniger gebruiken. ■ Bij vervanging van de lamp in de binnenruimte staan de contacten van de lampfitting onder stroom. Trek voordat u tot vervanging overgaat de netstekker uit het stopcontact trekken of schakel de zekering in de meterkast uit. ■ Een defect toestel kan een schok veroorzaken. Een defect toestel nooit inschakelen. De netstekker uit het stopcontact halen of de zekering in de meterkast uitschakelen. Contact opnemen met de klantenservice. ■ Kans op een elektrische schok! Kans op een elektrische schok! Kans op een elektrische schok! Oorzaken van schade Risico van verbranding! Kans op verbranding! Tijdens het gebruik worden de toegankelijke onderdelen heet. De hete onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn. ■ Bij het openen van de apparaatdeur kan hete stoom vrijkomen. De deur van het toestel voorzichtig openen. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn. ■ Door water in de hete binnnruimte kan hete waterdamp ontstaan. Nooit water in de hete binnenruimte gieten. ■ Risico van verbranding! Attentie! ■ ■ ■ ■ Kans op verbrandingen! Risico van letsel! Wanneer er krassen op het glas van de apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen schraper, scherpe of schurende schoonmaakmiddelen gebruiken. Kans op een elektrische schok! ■ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn geïnstrueerd door de klantenservice.Is het apparaat defect, haal dan de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering in de meterkast uit. Contact opnemen met de klantenservice. ■ ■ ■ ■ ■ Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de bodem van de binnenruimte: Geen toebehoren op de bodem van de binnenruimte leggen. Geen bakpapier of folie, van welk type dan ook, op de bodem van de binnenruimte leggen. Geen vorm op de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is. Er ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De bak- en braadtijden kloppen niet meer en het email wordt beschadigd. Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de hete binnenruimte gieten. Er ontstaat dan waterdamp. Door de verandering van temperatuur kan schade aan het email ontstaan. Vochtige levensmiddelen: Geen vochtige levensmiddelen langere tijd in de afgesloten binnenruimte bewaren. Het email raakt dan beschadigd. Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig vruchtengebak niet te overvloedig bedekken. Vruchtensap dat van de bakplaat druppelt, laat vlekken achter die niet meer kunnen worden verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede. Afkoelen met open apparaatdeur: De binnenruimte alleen laten afkoelen wanneer deze afgesloten is. Ook wanneer de deur slechts op een kier openstaat, kan de voorzijde van aangrenzende meubels op den duur worden beschadigd. Sterk vervuilde deurdichting: is de deurdichting sterk vervuild, dan sluit de apparaatdeur tijdens het gebruik niet meer goed. De voorzijde van aangrenzende meubels kan worden beschadigd.Zorg ervoor dat de deurdichting altijd schoon is. Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te plaatsen: niets op de apparaatdeur leggen of plaatsen en er niets aan hangen. Geen vormen of toebehoren op de apparaatdeur plaatsen. Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type toestel kunnen de toebehoren krassen geven op de deur. Toebehoren altijd tot de aanslag in de binnenruimte schuiven. Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de deurgreep vasthouden of dragen. De deurgreep houdt op den duur het gewicht van het apparaat niet en kan afbreken. Kans op een elektrische schok! 3 Energie­ en milieutips Hier krijgt u tips over de manier waarop u bij het bakken en braden kunt besparen op energie en het apparaat op de juiste manier afvoert. Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na elkaar bakken. De oven is dan nog warm. Hierdoor kan de baktijd voor de tweede taart of cake korter zijn. Aanwijzing: Voor dit apparaat is een energie-verbruikswaarde conform DIN EN 50304/DIN EN 60350 vastgesteld. Deze energie-verbruikswaarde ligt 30% onder de waarde voor energie-efficiëntieklasse A. Bij langere bereidingstijden kunt u de oven 10 minuten voor het einde van de bereidingstijd uitzetten en de restwarmte gebruiken voor het afbakken.. Milieuvriendelijk afvoeren Energie besparen Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af. De oven alleen voorverwarmen als dit in het recept of in de tabellen van de gebruiksaanwijzing is opgegeven. Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment - WEEE). Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bakvormen. Deze nemen de hitte bijzonder goed op. Open de apparaatdeur tijdens het garen, bakken of braden zo weinig mogelijk. De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige terugneming en verwerking van oude apparaten. Uw nieuwe apparaat In dit hoofdstuk vindt u informatie over het toestel. Bedieningspaneel Druk op de indrukbare bedieningsknoppen om ze in en uit te klikken.   Bedieningselement      Gebruik Elektronische klok 1 Klokdisplay Klok of klokfunctie wordt weergegeven 2 KJ Klokfunctietoets Klokfunctie kiezen (zie het hoofdstuk: Elektronische klok) 3 Draaiknop Instellingen binnen een klokfunctie uitvoeren Functiekeuzeknop Functie kiezen (zie het hoofdstuk: Apparaat bedienen) Oven 4 Temperatuurdisplay 5 Temperatuurdisplay Temperatuur of instelling wordt weergegeven 6 ± Info-toets Ingeschakeld apparaat: Actuele temperatuur tijdens het opwarmen weergeven Uitgeschakeld apparaat: Basisinstellingen opvragen (zie het hoofdstuk: Basisinstellingen wijzigen) 7 Temperatuurkeuzeknop Ingeschakeld apparaat: Temperatuur kiezen Uitgeschakeld apparaat: Basisinstellingen wijzigen (zie het hoofdstuk: Basisinstellingen wijzigen) 4 Functies Functie Toepassing 3 “ % 0 ë $ 4 + ( é Hete lucht Voor het bakken en braden op één of meerdere niveaus Hetelucht Eco* Om energiegeoptimaliseerd te bakken en braden op één niveau, zonder voor te verwarmen. Boven- en onderwarmte Voor het bakken en braden op één niveau. Bijzonder geschikt voor taarten met een vochtige bedekking (bijv. kwarktaart) Pizzastand Voor kant-en-klare diepvriesproducten en voor gerechten die veel warmte van de onderkant nodig hebben. (zie het hoofdstuk: Bakken) Broodbakstand Voor bakwaren die bij een hoge temperatuur gebakken moeten worden Onderwarmte Voor gerechten en bakwaren die aan de onderkant sterker gebruind of krokant moeten worden. Schakel de onderwarmte aan het einde van de baktijd slechts kort in. Thermogrillen voor gevogelte en grotere stukken vlees Grill, groot Voor grote hoeveelheden vlakke, kleine gerechten van de grill (bijv. steaks, worstjes) Grill, klein Voor kleine hoeveelheden platte, kleine gerechten van de grill (bijv. steaks, toast) Stoomstand Voor het gezond bereiden van groente, vlees en vis > \ Hydro Clean® De stoomstand é kan alleen samen met het mega systeem­stoomapparaat (als extra accessoire in de vakhandel verkrijgbaar) worden gebruikt. Vergemakkelijkt het reinigen van de binnenruimte Verlichting van de binnenruimte als hulp bij het onderhoud en schoonmaken van de binnenruimte * Verwarmingsmethode waarbij de energie-efficiëntieklasse overeenkomt met EN50304 De toebehoren In dit hoofdstuk krijgt u informatie over de toebehoren, de plaatsing van de toebehoren in de binnenruimte, de inschuifhoogtes en de speciale toebehoren. Toebehoren Bij de levering van uw apparaat zijn de volgende toebehoren inbegrepen: Bakplaat, aluminium voor het bakken van plaatgebak en klein gebak Toebehoren inschuiven De toebehoren zijn voorzien van een vergrendelingsfunctie. De vergrendelingsfunctie voorkomt dat de toebehoren kantelen wanneer ze worden verwijderd. De toebehoren dienen op de juiste wijze in de binnenruimte te worden geschoven, zodat de kantelbeveiliging goed werkt. Let er bij het inschuiven van het rooster op ■ dat de ontgrendelnok (a) naar beneden wijst ■ dat de ontgrendelnok (a) zich achter het rooster bevindt Rooster voor het bakken in vormen, het braden in braadservies en het grillen Braadslede, geëmailleerd voor het bakken van vochtig gebak, voor het braden, het grillen en het opvangen van afdruipende vloeistof Aanwijzingen ■ Levensmiddelen niet direct op de aluminium bakplaat leggen. De aluminium bakplaat bedekken met bakpapier. ■ Als gevolg van grote temperetuurvershillen (bijv. wanneer diepvriesproducten in de hete binnenruimte worden geplaatst) kunnen de bakplaat en braadslede kromtrekken. D D Let er bij het inschuiven van de bakplaat of de braadslede op ■ ■ dat de ontgrendelnok (a) zich achter de toebehoren bevindt dat de schuine kant van de toebehoren tijdens het inschuiven naar de deur van het toestel is gericht 5 Extra toebehoren D D Inschuifhoogtes De binnenruimte heeft vier inschuifhoogtes. De inschuifhoogtes worden van beneden naar boven geteld. Bij het bakken en braden met hete lucht 3 inschuifhoogte 2 niet gebruiken. Dit heeft invloed op de luchtcirculatie, met als gevolg een slechter bak- en braadresultaat. Extra toebehoren kunt u kopen bij de klantenservice of in speciaalzaken. Toebehoren Bestelnr. Bakplaat, aluminium CZ 1332 X0 Bakplaat, geëmailleerd CZ 1342 X0 Braadslede met inzetrooster CZ 1242 X1 Inzetrooster om te braden en te grillen, voor 740766 gebruik in de braadslede Bak- en braadrooster CZ 1432 X1 Pizzavorm CZ 1352 X0 Systeem-stoomapparaat CZ 1282 X3 2­voudige telescopische uitschuifvoorziening CZ 1702 X2 3­voudige telescopische uitschuifvoorziening CZ 1742 X2 4­voudige volledig uitschuifbare telescopische voorziening CZ 1755 X2 Voor het eerste gebruik Stel de tijd in en maak het apparaat schoon voor de eerste keer dat u het gebruikt. Apparaat reinigen Tijd instellen 1. Toebehoren en verpakkingsresten uit de binnenruimte Aanwijzing: Wanneer u op de klokfunctietoets KJ drukt, heeft u 3 seconden de tijd om de tijd met de draaiknop in te stellen. Was dit te kort, dan kunt u de tijd later nog veranderen. 2. Toebehoren en binnenruimte schoonmaken met warm Op het klokdisplay knippert ‹:‹‹. 3. Boven- en onderwarmte % op 240 °C 60 minuten lang 1. Klokfunctietoets KJ kort indrukken om naar de instelmodus te gaan. De symbolen KJ en 3 zijn verlicht. Op het klokdisplay verschijnt ‚ƒ:‹‹. 2. Met de draaiknop de actuele tijd instellen. Uw instelling wordt na 3 seconden automatisch overgenomen. Tijd wijzigen Om de tijd achteraf te veranderen, drukt u zo vaak op de klokfunctietoets KJ tot de symbolen KJ en 3 weer verlicht zijn. Met de draaiknop de tijd wijzigen. 6 Maak het apparaat voor het eerste gebruik schoon verwijderen. zeepsop (zie het hoofdstuk: Reiniging en onderhoud). verwarmen. 4. De afgekoelde binnenruimte met warm zeepsop afnemen. 5. Reinig de buitenkant van het apparaat met een zachte, vochtige doek en zeepsop. Apparaat bedienen In dit hoofdstuk leest u hoe u het apparaat bedient, de basisinstellingen wijzigt en wanneer uw apparaat automatisch wordt uitgeschakeld. Verwarmingscontrole Apparaat inschakelen ■ Temperatuur bereikt (Afbeelding A) ■ Apparaat warmt na (Afbeelding B) 1. Aan de functiekeuzeknop draaien tot het symbool voor de gewenste functie verlicht is. Op het temperatuurdisplay verschijnt een voorgestelde temperatuur. De verwarmingscontrole geeft de temperatuurstijging in de binnenruimte weer. $ % 2. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien om de voorgestelde temperatuur te veranderen. Het apparaat begint op te warmen. Apparaat uitschakelen. Draai de functiekeuzeknop naar de stand Û terug. Het apparaat is uitgeschakeld. Het apparaat heeft een koelventilator. Na het uitschakelen kan de koelventilator nalopen. Op het temperatuurdisplay ziet u of de restwarmte in de binnenruimte hoog of laag is. Aanwijzingen ■ De functies Stoomstand é en Hydro Clean® > kunt u alleen starten wanneer op het temperatuurdisplay geen • of œ wordt weergegeven. ■ Wordt er geen voorgestelde temperatuur weergegeven, dan is de temperatuur van de gekozen functie een vaste instelling. U kunt deze temperatuur niet veranderen. Functie Voorgestelde temperatuur in °C Temperatuurbereik in °C 3 Hete lucht 160 40 - 200 “ Hetelucht Eco 160 40 - 200 % Boven- en onderwarmte 170 50 - 275 0 Pizzastand 220 50 - 275 ë Broodbakstand 200 180 - 220 Temperatuurdisplay Betekenis • Restwarmte hoog (boven de 120 ºC) œ Restwarmte laag (tussen 60 °C en 120 °C) Basisinstellingen wijzigen Uw apparaat heeft verschillende standaard basisinstellingen. U kunt deze basisinstellingen naar wens veranderen. Het apparaat moet uitgeschakeld en mag niet geblokkeerd zijn. 1. Infotoets ± 3 seconden lang indrukken om in het menu Basisinstellingen te komen. Op het temperatuurdisplay verschijnt ™‚‹. 2. Info­toets ± zo vaak kort indrukken tot het instelsymbool van de actuele basisinstelling van een submenu op het temperatuurdisplay wordt weergegeven (bijv. ™„ƒ). 3. Met de temperatuurkeuzeknop de gewenste basisinstelling binnen een submenu instellen (bijv. ™„„). 4. Infotoets ± 3 seconden lang indrukken. Uw basisinstelling wordt opgeslagen. $ Onderwarmte 200 50 - 225 4 Rondom­grillen 170 50 - 250 + Grill, groot 220 50 - 275 Menu Basisinstellingen ( Grill, klein 180 50 - 275 Submenu Basisinstelling é Stoomstand Vaste instelling - > Hydro Clean® Vaste instelling - Kinderslot Apparaat gedeblokkeerd ™‚‹ \ Ovenverlichting Vaste instelling - Apparaat geblokkeerd ™‚‚ Apparaat permanent geblokkeerd ™ƒ‚ U kunt de volgende basisinstellingen wijzigen. Actuele temperatuur Druk op de infotoets ±. De actuele temperatuur verschijnt gedurende 3 seconden. Aanwijzing: De actuele temperatuur kan alleen worden weergegeven bij functies met een temperatuurvoorstel. Geluidssignaal Instel-symbool Geluidssignaal uit ™„‹ Geluidssignaal 30 seconden. ™„‚ Geluidssignaal 2 minuten ™„ƒ Geluidssignaal 10 minuten ™„„ 7 Automatische veiligheidsuitschakeling De automatische veiligheidsuitschakeling wordt geactiveerd wanneer u langere tijd geen instellingen op uw ingeschakelde apparaat uitvoert. De tijdsduur waarna uw apparaat uitgaat, is afhankelijk van uw instellingen. Op het temperatuurdisplay knippert ‹‹‹. De werking van het apparaat wordt onderbroken. Draai de functiekeuzeknop naar de stand Û terug om het te deactiveren. Elektronische klok Klokdisplay In dit hoofdstuk leest u ■ hoe u de kookwekker instelt ■ hoe u het apparaat automatisch uitschakelt ■ hoe u het apparaat automatisch in- en uitschakelt (voorkeuze-functie) ■ hoe u de tijd instelt ■ hoe u de snelvoorverwarming inschakelt .ORNIXQFWLHWRHWV Klokfunctie 'UDDLNQRS Gebruik Kookwekker U kunt de wekker gebruiken als een kook- of eierwekker. Het apparaat gaat niet automatisch aan of uit. x Gebruiksduur Het apparaat gaat na een ingestelde gebruiksduur (bijv. ‚:„‹ uur) automatisch uit y Gebruikseinde Het apparaat gaat op een ingesteld tijdstip (bijv. ‚ƒ:„‹ uur) automatisch uit Voorkeuze­functie Het apparaat wordt automatisch in- en uitgeschakeld. Gebruiksduur en gebruikseinde worden gecombineerd 3 Tijd Tijd instellen f Snel voorverwarmen Opwarmtijd verkorten Q Aanwijzingen ■ Tussen ƒƒ:‹‹ en †:†Š uur wordt het klokdisplay verduisterd wanneer u in deze tijd niets instelt of als er geen klokfunctie geactiveerd is. ■ ■ ■ Bij het instellen van een klokfunctie wordt het tijdsinterval langer wanneer u hogere waarden instelt (bijv. gebruiksduur tot‚:‹‹œ met een precisie van één minuut, hoger dan ‚:‹‹œ met een precisie van 5 minuten in te stellen). Bij de klokfuncties Kookwekker Q, Gebruiksduur x, Gebruikseinde y en Voorkeuzefunctie klinkt na afloop van de instellingen een signaal en het symbool Q resp. y knippert. Wilt u het geluidssignaal voortijdig beëindigen, druk dan op de klokfunctietoets KJ. Druk steeds maar slechts kort op de klokfunctietoets KJ om een klokfunctie te kiezen. U heeft dan 3 seconden de tijd om de geselecteerde klokfunctie in te stellen. Hierna wordt de instelmodus automatisch verlaten. Klokdisplay uit- en inschakelen 1. Klokfunctietoets KJ 6 seconden lang indrukken. Het klokdisplay gaat uit. Is er een klokfunctie actief, dan blijft het bijbehorende symbool verlicht. 2. Klokfunctietoets KJ kort indrukken. Het klokdisplay gaat aan. 8 Kookwekker 1. KLokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de symbolen KJ en Q verlicht zijn. 2. Met de draaiknop de tijdsduur instellen (bijv. †:‹‹ minuten). De instelling wordt automatisch overgenomen. Hierna wordt weer de tijd weergegeven en de kookwekker loopt af. Gebruiksduur Voorkeuze­functie Automatisch uitschakelen na een ingestelde tijdsduur. Het apparaat schakelt automatisch in en op het tijdstip van het gekozen gebruikseinde uit. Combineer hiervoor de klokfuncties Gebruiksduur en Gebruikseinde. 1. Functie en temperatuur instellen. Het apparaat warmt op. 2. Klokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de symbolen KJ en x verlicht zijn. 3. Met de draaiknop de gebruiksduur instellen (bijv. ‚:„‹ uur). De instelling wordt automatisch overgenomen. Hierna wordt weer de tijd weergegeven en de ingestelde gebruiksduur loopt af. Let erop dat levensmiddelen die snel bederven niet te lang in de binnenruimte mogen staan. 1. Functie en temperatuur instellen. Het apparaat warmt op. 2. Klokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de symbolen KJ en x verlicht zijn. 3. Met de draaiknop de gebruiksduur instellen (bijv. ‚:„‹ uur). De instelling wordt automatisch overgenomen. 4. KLokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de symbolen KJ en y verlicht zijn. 5. Met de draaiknop het gebruikseinde instellen (bijv. ‚ƒ:„‹ uur). Het apparaat schakelt uit en wacht op het juiste tijdstip om in te schakelen (in het voorbeeld om ‚‚:‹‹ uur). Op het ingestelde gebruikseinde schakelt het apparaat automatisch uit (‚ƒ:„‹ uur). 6. Functie- en temperatuurkeuzeknop weer in de stand Û draaien. Na afloop van de gebruiksduur schakelt het apparaat automatisch uit. 7. Klokfunctietoets KJ indrukken om de klokfunctie te 1. Functie- en temperatuurkeuzeknop weer in de stand Û Tijd instellen 2. Klokfunctietoets KJ indrukken om de klokfunctie te U kunt de tijd alleen wijzigen wanneer er geen andere klokfunctie actief is. draaien. beëindigen. Gebruikseinde Automatisch uitschakelen op een ingesteld tijdstip. 1. Functie en temperatuur instellen. beëindigen. 1. Klokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de symbolen KJ en 3 verlicht zijn. 2. Met de draaiknop de tijd instellen. De instelling wordt automatisch overgenomen. Het apparaat warmt op. 2. KLokfunctietoets KJ zo vaak indrukken tot de symbolen KJ en y verlicht zijn. 3. Met de draaiknop het gebruikseinde instellen (bijv. ‚ƒ:„‹ uur). De instelling wordt automatisch overgenomen. Hierna wordt weer de tijd weergegeven. Snelvoorverwarming Bij de functie Hete lucht 3 en Broodbakstand ë kunt u de opwarmduur verkorten wanneer de ingestelde temperatuur hoger dan 100 ºC is. Aanwijzing: Plaats tijdens het snel voorverwarmen zolang het symbool f verlicht is geen gerecht in de binnenruimte. Op het tijdstip van het ingestelde gebruikseinde schakelt het apparaat automatisch uit. 1. Functie- en temperatuurkeuzeknop weer in de stand Û draaien. 2. Klokfunctietoets KJ indrukken om de klokfunctie te beëindigen. 1. Functie en temperatuur instellen. Het apparaat warmt op. 2. Klokfunctietoets zo vaak indrukken tot de symbolen KJ en f verlicht zijn en Œ op het klokdisplay verschijnt. 3. Met de draaiknop naar rechts draaien. Op het klokdisplay wordt Ž weergegeven en het symbool f is verlicht. De functie Snel voorverwarmen wordt bijgeschakeld. 9 Na het bereiken van de ingestelde temperatuur schakelt de functie Snel voorverwarmen uit. Het symbool f verdwijnt. Instellingen controleren, corrigeren of wissen 1. Om uw instellingen te controleren drukt u zo vaak op de klokfunctietoets KJ tot het betreffende symbool verlicht is. 2. Zo nodig kunt u de instelling met de draaiknop corrigeren. 3. Wanneer u de instelling wilt wissen, draait u de draaiknop naar links terug op de oorspronkelijke waarde. Kinderslot In dit hoofdstuk leest u Apparaat permanent blokkeren ■ hoe u het apparaat blokkeert 1. Apparaat uitschakelen. ■ hoe u het apparaat permanent blokkeert 2. Infotoets ± ingedrukt houden tot ™‚‹ op het temperatuurdisplay verschijnt. Aanwijzing: Een event. aangesloten kookplaat wordt niet beïnvloed door het kinderslot op de oven. 3. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien tot ™ƒ‚ op het Blokkering 4. Infotoets ± 3 seconden indrukken. Het vergrendelde apparaat kan niet per ongelijk of door onbevoegden (bijv. spelende kinderen) worden ingeschakeld. Om het apparaat weer in te schakelen moet u het deblokkeren. Na gebruik wordt het apparaat niet automatisch geblokkeerd. Blokkeer het eventueel opnieuw of activeer de permanente blokkering. Apparaat blokkeren 1. Apparaat uitschakelen. 2. Infotoets ± ingedrukt houden tot ™‚‹ op het temperatuurdisplay verschijnt. 3. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien tot ™‚‚ op het temperatuurdisplay verschijnt. 4. Infotoets ± ingedrukt houden tot het symbool ‚ op het temperatuurdisplay verschijnt. Aanwijzing: Wordt geprobeerd het geblokkeerde apparaat in te schakelen, dan verschijnt -†- op het temperatuurdisplay. Apparaat deblokkeren temperatuurdisplay verschijnt. Uw apparaat wordt na 30 seconden geblokkeerd. Op het temperatuurdisplay verschijnt het symbool ‚. Aanwijzing: Wordt geprobeerd het geblokkeerde apparaat in te schakelen, dan verschijnt -†˜ op het temperatuurdisplay. Permanente blokkering onderbreken . 1. Infotoets ± ingedrukt houden tot ™ƒ‚ op het temperatuurdisplay verschijnt. 2. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien tot ™ƒ‹ op het temperatuurdisplay verschijnt. 3. Infotoets ± ingedrukt houden tot het symbool ‚ verdwijnt. De permanente blokkering is onderbroken. 4. Apparaat binnen 30 seconden inschakelen. Na het uitschakelen wordt de permanente blokkering na 30 seconden weer geactiveerd. Apparaat permanent deblokkeren . 1. Infotoets ± ingedrukt houden tot ™ƒ‚ op het temperatuurdisplay verschijnt. 1. Infotoets ± ingedrukt houden tot ™‚‚ op het 2. Aan de temperatuurkeuzeknop draaien tot ™ƒ‹ op het 2. Aan de temperatuurknop draaien tot ™‚‹ op het 3. Infotoets ± ingedrukt houden tot het symbool ‚ verdwijnt. temperatuurdisplay verschijnt. temperatuurdisplay verschijnt. 3. Infotoets ± ingedrukt houden tot het symbool ‚ verdwijnt. Permanente blokkering Het permanent geblokkeerde apparaat kan niet per ongeluk of door onbevoegden (bijv. spelende kinderen) worden ingeschakeld. Om het apparaat in te schakelen moet u de permanente blokkering tijdelijk onderbreken. Nadat u het apparaat uitgeschakeld heeft, wordt het weer automatisch geblokkeerd. 10 temperatuurdisplay verschijnt. 4. Binnen 30 seconden de info­toets opnieuw 3 seconden lang indrukken. 5. Aan de temperatuurknop draaien tot ™‚‹ op het temperatuurdisplay verschijnt. 6. Infotoets ± 3 seconden indrukken. Het apparaat is permanent gedeblokkeerd. Bakken Bakken op meerdere niveaus Bij het bakken met hete lucht 3 inschuifhoogte 2 niet gebruiken. Dit heeft invloed op de luchtcirculatie, met als gevolg een slechter bak- en braadresultaat. Gebruik bij het bakken op meerdere niveaus bij voorkeur bakplaten en schuif deze tegelijkertijd in. Houd er rekening mee dat uw gebak op de verschillende niveaus niet even snel bruin wordt. Het gebak op het onderste niveau wordt het snelst bruin en kan vroeger uit de oven worden genomen. Toebehoren voor het bakken Bakvormen Gebruik donkere bakvormen van metaal. Blikken en glazen vormen verlengen de baktijd en het gebak bruint niet gelijkmatig. Wilt u met blikken vormen en boven- en onderwarmte % bakken, gebruik dan inschuifhoogte 1. Wilt u bij het bakken op twee niveaus een bakplaat en een braadslede gebruiken, schuif de bakplaat dan op inschuifhoogte 3 en de braadslede op inschuifhoogte 1 in. Baktabel voor basisdeeg Plaats een rechthoekige vorm altijd diagonaal en een ronde bakvorm altijd in het midden van het rooster. De opgaven in de tabel zijn richtwaarden, die gelden voor bakplaten van aluminium en donkere bakvormen. De waarden kunnen variëren, afhankelijk van de soort en hoeveelheid deeg en de bakvorm. Bakplaten Wij raden u aan uitsluitend de originele bakplaten te gebruiken, omdat deze optimaal op de binnenruimte en de functies zijn afgestemd. Wij raden u aan om de eerste keer de laagste van de opgegeven temperaturen in te stellen. In principe levert de laagste temperatuur de meest gelijkmatige bruining op. Schuif de bakplaten altijd voorzichtig in tot de aanslag. Let erop dat de schuine kant van de bakplaat altijd naar de apparaatdeur wijst. Wanneer u gerechten bakt volgens eigen recept, houd dan de waarden van gelijksoortig gebak in de tabel aan. Aanwijzing: Levensmiddelen niet direct op de aluminium bakplaat leggen. De aluminium bakplaat bedekken met bakpapier. Neem de aanwijzingen voor het voorverwarmen in de tabel in acht. Hete lucht 3 Basisdeeg Boven- en onderwarmte % Inschuifhoogte Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten Inschuifhoogte Temperatuur in °C 1 160 - 170 30 - 40 1 180 - 190 1+3 160 - 170 45 - 60 - - 1 150 - 160 60 - 80 2 160 - 170 1 170 - 180 40 - 55 1 190 - 200 1+3 160 - 170 55 - 65 - - 1 170 - 180 60 - 90 1 180 - 190 Roerdeeg Plaatgebak met bedekking Spring­/rechthoekige vorm Zandtaartdeeg Plaatgebak met droge bedekking, bijv. strooisel Plaatgebak met vochtige bedekking, bijv. roomglazuur Springvorm, bijv. kwarktaart 1 150 - 160 50 - 90 2 160 - 180 Vorm vruchtentaartbodem 1 150 - 160* 20 - 35 2 170 - 180* Biscuitrol 1 180 - 190* 10 - 15 1 200 - 210* Biscuit (6 eieren) 1 150 - 160 30 - 45 1 160 - 170 Biscuit (3 eieren) 1 160 - 170* 30 - 40 1 160 - 170* 1 160 - 180 40 - 55 1 180 - 200 Biscuitbeslag Gistdeeg Plaatgebak met droge bedekking, bijv. strooisel 1+3 160 - 170 45 - 65 - - Gistkrans/-vlecht (500 g) 1 160 - 170 35 - 45 1 180 - 190 Springvorm 1 160 - 170 30 - 40 2 160 - 170 Tulbandvorm 1 160 - 170 35 - 45 2 170 - 180 * Oven voorverwarmen 11 Hete lucht 3 Klein gebak Inschuifhoogte Gistdeeg Temperatuur in °C Boven- en onderwarmte % Tijdsduur in minuten Inschuifhoogte Temperatuur in °C 1 160 - 170 15 - 25 2 180 - 190 1+3 160 - 170 20 - 30 - - 1 80 160 - 180 2 80 1+3 80 180 - 200 - - 1 190 - 200* 30 - 40 1 200 - 220* 1+3 190 - 200* 35 - 45 - - 1 150 - 160* 25 - 35 1 170 - 180* 1+3 150 - 160* 25 - 35 - - Baisermassa Bladerdeeg/soezendeeg Roerdeeg, bijv. muffins Zandtaartdeeg, bijv. boterkoekjes 1 140 - 150* 15 - 20 2 150 - 160* 1+3 140 - 150* 20 - 30 - - * Oven voorverwarmen Broodbakstand Stel de eerste keer de laagste opgegeven temperatuur in. In principe levert de laagste temperatuur de meest gelijkmatige bruining op. De opgaven in de tabel zijn richtwaarden. Ze kunnen al naargelang het soort en de hoeveelheid deeg variëren. Neem de aanwijzingen voor het voorverwarmen in de tabel in acht. De waarden voor brooddeeg gelden zowel voor deeg op de bakplaat als voor deeg in een rechthoekige vorm. Broodbakstand ë Brood/broodjes Boven- en onderwarmte % Inschuifhoogte Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten Inschuifhoogte Temperatuur in °C Broodjes 1 200* 15 ­ 25 1 240* Plat rond brood 1 220* 15 ­ 25 1 240* 1 220* 35 - 40 2 220* Voorbakken 1 220* 10 - 15 2 240* Afbakken 1 180 40 - 45 2 200 Voorbakken 1 220* 10 - 15 2 240* Afbakken 1 180 40 - 50 2 200 Brooddeeg 750 ­ 1000 g Afbakken Brooddeeg 1000 ­ 1250 g Brooddeeg 1250 ­ 1500 g * Oven voorverwarmen Baktabel voor gerechten en kant-en-klare diepvriesproducten ■ ■ De pizzastand 0 is zeer geschikt voor het bereiden van verse gerechten, waarvoor veel warmte van de onderkant nodig is, en voor kant-en-klare diepvriesproducten. Zorg ervoor dat er wat ruimte tussen voorgebakken broodjes is wanneer u deze afbakt. Leg er niet te veel op de bakplaat Neem de aanwijzingen van de fabrikant in acht De opgaven in de tabel zijn richtwaarden, die gelden voor bakplaten van aluminium. De waarden kunnen variëren, afhankelijk van de soort en hoeveelheid deeg en de bakvorm. Let op de volgende punten: ■ Bekleed de bakplaat met bakpapier ■ Leg frites niet op elkaar Wij raden u aan om de eerste keer de laagste opgegeven temperatuur in te stellen. In principe levert de laagste temperatuur de meest gelijkmatige bruining op. Keer diepvries-aardappelproducten na de helft van de baktijd om. De opgaven in de tabel gelden voor producten die in de onverwarmde oven worden geplaatst. Kruid diepvries-aardappelproducten pas na het bakken Met de pizzastand 0 kunt u niet op meerdere niveaus bakken. ■ ■ Broodbakstand ë Gerechten Pizza, vers * Oven voorverwarmen 12 Pizzastand 0 Inschuifhoogte Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten Inschuifhoogte Temperatuur in °C 1 180 - 190* 25 - 35 1 170 - 180* 1+3 180 - 190 35 - 45 - - Broodbakstand ë Gerechten Inschuifhoogte Temperatuur in °C Flammkuchen 1 210 - 230* Quiche 1 180 - 200 Taart 1 190 - 210* Zwitserse vruchtentaart 1 Gegratineerde aardappels van ongekookte aardappels 1 Strudel, diepvries 1 Pizza, diepvries Pizzastand 0 Tijdsduur in minuten Inschuifhoogte Temperatuur in °C 15 - 20 1 200 - 220* 50 - 60 1 170 - 190 35 - 45 1 190 - 210* 190 - 210 45 - 55 1 180 - 200 180 - 200 50 - 60 1 170 - 190 200 - 220 35 - 45 1 180 - 200 1 180 - 200 15 - 25 1 200 - 220 1+3 180 - 190 25 - 35 - - 1 200 - 220 20 - 30 1 210 - 230 1+3 180 - 200 30 - 40 - - 1 180 - 200 20 - 30 1 200 - 220 1 180 - 200 10 - 20 1 180 - 200 Aardappelproducten, diepvries Frites Kroketten/rösti Brood en banket Broodjes, diepvries Voorgebakken broodjes, diepvries 1 180 - 190 5 - 15 1 180 - 200 Voorgebakken broodjes 1 180 - 200 5 - 15 1 200 - 220 * Oven voorverwarmen Tips en trucs Het gebak is te licht Inschuifhoogte en aanbevolen bakgerei controleren. De bakvorm op het rooster en niet op de bakplaat plaatsen. Langere baktijd of hogere temperatuur aanhouden. Het gebak is te donker Inschuifhoogte controleren. Een kortere baktijd of lagere temperatuur aanhouden. Het gebak in de bakvorm is ongelijkma- Inschuifhoogte en temperatuur controleren. Bakvorm niet direct voor de luchtuitlaat van tig bruin geworden de achterwand van de binnenruimte plaatsen. Controleer of de bakvorm goed op het rooster staat. Het gebak op de bakplaat is ongelijkma- Inschuifhoogte en temperatuur controleren. Bij het bakken van klein gebak gelijke groottig bruin geworden tes en diktes aanhouden. Het gebak is te droog. Een kortere baktijd en een wat hogere temperatuur aanhouden. Het gebak is van binnen te vochtig Temperatuur verlagen Let op: baktijden kunnen door hogere temperaturen niet korter worden (van buiten gaar, van binnen niet). Baktijd verlengen en het deeg langer laten rijzen. Minder vloeistof aan het deeg of beslag toevoegen. Het gebak zakt in nadat u het uit de oven heeft genomen. Minder vloeistof aan het deeg of beslag toevoegen. Baktijd verlengen of de temperatuur verlagen. De opgegeven baktijd is niet juist Controleer bij klein gebak de hoeveelheid op de bakplaat. Klein gebak mag elkaar niet raken. Diepvriesproduct is na het bakken niet overal gelijkmatig bruin geworden Wanneer diepvriesproducten na het voorbakken in ongelijke mate bruin zijn geworden blijft dit zo na het bakken. Diepvriesproduct is niet bruin, niet knap- Verwijder voor het bakken het ijs van het diepvriesproduct. Gebruik geen sterk met ijs perig of de opgegeven tijd is niet juist bedekte diepvriesproducten. Braden : Kans op letsel door gebruik van niet hittebestendige schalen! Gebruik alleen braadvormen die speciaal voor de oven bestemd zijn. Bij het braden met hete lucht 3 inschuifhoogte 2 niet gebruiken. Dit heeft invloed op de luchtcirculatie, met als gevolg een slechter braadresultaat. Open braden Voor het open braden wordt een vorm zonder deksel gebruikt. Giet zo nodig wat vloeistof in de braadvorm. Tijdens het braden verdampt de vloeistof. Voeg zo nodig voorzichtig hete vloeistof toe. Keer het vlees bij het braden met boven- en onderwarmte % om nadat ca. de helft of twee derde van de braadtijd verstreken is. 13 In het algemeen geldt: Hoe groter het braadstuk, des te lager de temperatuur en des te langer de braadduur. Bakken in de braadslede Tijdens het braden in de braadslede ontstaat braadsap. Dit braadsap kunt u als basis voor een smakelijke saus gebruiken. De opgaven in de tabel zijn richtwaarden en gelden voor het braden zonder deksel. De waarden kunnen variëren, afhankelijk van het soort en de hoeveelheid vlees en de braadvorm. Bij het braden in de braadslede kunt u ook bijgerechten (bijv. groenten) mee laten garen. Stel de eerste keer de laagste opgegeven temperatuur in. In principe levert de laagste temperatuur de meest gelijkmatige bruining op. Bij kleinere stukken vlees kunt u in plaats van de braadslede een kleinere braadvorm gebruiken. Plaats deze direct op het rooster. Laat het vlees na afloop van de braadtijd nog ca. 10 minuten rusten in de uitgeschakelde, gesloten binnenruimte. Bij de opgegeven braadtijd is de aanbevolen rusttijd niet inbegrepen. Gesloten braden Voor het gesloten braden wordt een braadvorm met deksel gebruikt. Gesloten braden is zeer geschikt voor stoofgerechten. De opgaven in de tabel gelden voor het inschuiven in de onverwarmde oven en voor vlees dat direct uit de koelkast komt. Braadtabel De braadtijd en temperatuur zijn afhankelijk van de grootte, de hoogte, de kwaliteit en het soort vlees. Hete lucht 3 Vlees Inschuifhoogte Temperatuur in °C Boven- en onderwarmte % Braadtijd in minuten Inschuifhoogte Temperatuur in °C Gehakt (van 500 g vlees) 1 170 ­ 180 60 ­ 70 2 200 ­ 210 Vis, heel (300 g) 1 160 ­ 170 30 ­ 40 3 180 ­ 200 Vis, heel (700 g) 1 160 ­ 170 40 ­ 50 2 180 ­ 200 Varkensvlees Filet, medium (400 g) 1 170 ­ 180 30 ­ 45 3 200 ­ 220 Braadstuk met zwoerd (1,5 kg) 1 160 ­ 170 120 ­ 150 2 190 ­ 210 Braadstuk, doorregen, zonder zwoerd, bijv. nek (1,5 kg) 1 160 ­ 170 100 ­ 130 2 190 ­ 210 Braadstuk mager (1 kg) 1 170 ­ 180 80 ­ 100 2 200 ­ 220 Casselerrib 1 160 - 180 60 ­ 80 2 190 ­ 210 1 180 ­ 190 40 ­ 60 2 200 ­ 220 Rundvlees Filet, medium (1 kg) Rosbief, medium (1,5 kg) 1 180 ­ 190 30 ­ 45 2 200 ­ 220 Stoofvlees (1,5 kg)* 1 170 ­ 180 120 ­ 150 2 200 ­ 220 Kalfsvlees/­borst (1,5 kg) 1 160 ­ 170 90 ­ 120 2 180 ­ 200 Schenkel 1 160 ­ 170 100 ­ 130 2 190 ­ 210 Kip, heel (1 kg) 1 170 ­ 180 60 ­ 70 2 200 ­ 220 Eend, heel (2 ­ 3 kg) 1 160 - 170 90 ­ 120 2 190 ­ 210 Gans, heel (3 ­ 4 kg) 1 150 ­ 160 130 ­ 180 2** 180 ­ 200 Kalfsvlees Gevogelte (ongevuld) * Stoofvlees gesloten braden ** bij een hoog gerecht inschuifhoogte 1 gebruiken Tips en trucs Korst te dik en/of vlees te droog Inschuifhoogte controleren. Lagere temperatuur of kortere braadtijd aanhouden. Korst te dun Temperatuur verhogen of na afloop van de braadtijd de grill even inschakelen. Het vlees is van binnen niet gaar Neem de toebehoren die niet nodig zijn uit de binnenruimte. Braadtijd verlengen. Controleer met behulp van een vleesthermometer de kerntemperatuur van het vlees. Waterdamp in de binnenruimte slaat neer op de apparaatdeur Wanneer het apparaat aan is, verdwijnt de waterdamp geleidelijk. Bij zeer veel waterdamp kunt u kort en voorzichtig de apparaatdeur openen, zodat hij sneller verdwijnt. 14 Grillen Keer de gerechten van de grill na ca. de helft tot twee derde van de grilltijd om. Attentie! Schade door hoge temperaturen: In de binnenruimte ontstaat een zeer hoge temperatuur. Laat de deur van het apparaat tijdens het grillen gesloten. Nooit met een geopende apparaatdeur grillen. Steek bij eend en gans het vel onder de vleugels en bouten vast, zodat het vet er goed uit kan braden. Gebruik om te grillen altijd het rooster en de braadslede. Plaats het rooster op de inschuifhoogte die in de grilltabel wordt aangegeven. Om verontreiniging te voorkomen plaatst u de braadslede een niveau lager. Leg de te grillen producten altijd in het midden van het rooster. Aanwijzing: De braadslede altijd in de normale toestand (niet omgekeerd) gebruiken. De gegevens in de tabel zijn richtwaarden, die gelden voor de geëmailleerde braadslede met rooster. De waarden kunnen al naargelang het soort en de hoeveelheid gerechten variëren. Stel de eerste keer de laagste opgegeven temperatuur in. In principe levert de laagste temperatuur de meest gelijkmatige bruining op. Laat de gerechten van de grill aan het einde nog ca. 10 minuten rusten in de uitgeschakelde, gesloten oven. Bij de opgegeven grilltijd is de aanbevolen rusttijd niet inbegrepen. Let erop dat bij het grillen van meerdere stukken vlees gelijke vleessoorten met gelijke dikte en gewicht wordt gebruikt. Rondom-grillen Rondom grillen 4 is bijzonder geschikt voor gevogelte of vlees (bijv. varkensvlees met zwoerd), dat rondom knapperig gegrild moet worden. Gerechten van de grill Bij het rondom-grillen op het rooster kan al naargelang het te grillen gerecht de binnenruimte sterker vervuild raken. Maak de binnenruimte na gebruik daarom altijd schoon, zodat het vuil niet inbrandt. De opgaven gelden voor het inschuiven in de onverwarmde oven en voor vlees dat direct uit de koelkast komt. Inschuifhoogte Temperatuur in °C Grilltijd in minuten Rosbief, medium 2 220 - 240 40 - 50 Lamsbout zonder been, medium 2 170 - 190 120 - 150 Varkensvlees Gebraden varkensvlees met zwoerd 2 170 - 190 140 - 160 Varkensschenkel 2 180 - 200 120 - 150 Halve kippen, 1 - 2 stuks 2 210 - 230 40 - 50 Kip, heel (1 - 2 stuks) 2 200 - 220 60 - 80 Eend, heel (2 ­ 3 kg) 2 180 - 200 90 - 120 Gans, heel (3 ­ 4 kg) 2 150 - 170 130 - 160 Vlakgrillen Bestrijk het te grillen product indien gewenst licht met olie. Gevogelte (niet gevuld) Gebruik voor grote hoeveelheden platte grillproducten het grote grilloppervlak +. Keer het te grillen vlees na de helft tot twee derde van de grilltijd. Gebruik voor kleine hoeveelheden platte grillproducten het kleine grilloppervlak (. Leg de te grillen producten op het midden van het rooster. Door het kleine grilloppervlak te gebruiken bespaart u energie. De opgaven in de tabellen zijn richtwaarden. De waarden kunnen al naargelang het soort en de hoeveelheid gerechten variëren. Deze gelden uitsluitend voor het plaatsen in een koude oven en voor vlees direct uit de koelkast. Gerechten van de grill Inschuifhoogte Temperatuur in °C Grilltijd in minuten Aanwijzingen Worsten 4 250 10 - 14 Licht insnijden Groente 4 270 15 - 20 Toast met bedekking 3 220 10 - 15 Filetsteaks, medium (3 cm dik) 4 270 12 - 15 Steak, doorbakken (2 cm dik) 4 270 15 - 20 Filetsteaks (3 - 4 cm dik) 4 270 15 - 20 Tournedos 4 270 12 - 15 De inschuifhoogte wordt bepaald door de hoogte van het product Varkensvlees Rundvlees Afhankelijk van de gewenste garing kunnen grilltijden worden verkort of verlengd 15 Gerechten van de grill Inschuifhoogte Temperatuur in °C Grilltijd in minuten Aanwijzingen Filets 4 270 8 - 12 Koteletten 4 270 10 - 15 Kippenbouten 3 250 25 - 30 Kleine kipdelen 3 250 25 - 30 Door de huid in te steken kan blaasvorming bij het grillen worden voorkomen Delen moeten even dik zijn Lamsvlees Afhankelijk van de gewenste garing kunnen grilltijden worden verkort of verlengd Gevogelte Vis Steaks 4 220 15 - 20 Koteletten 4 220 15 - 20 Hele vis 3 220 20 - 25 Hetelucht eco Met de functie Hetelucht Eco “ kunt u gerechten energiegeoptimaliseerd klaarmaken op één niveau. Aanwijzingen ■ Plaats de gerechten in de onverwarmde, lege binnenruimte ■ Open de apparaatdeur tijdens de bereiding alleen wanneer dit beslist noodzakelijk is De opgaven in de tabel zijn richtwaarden en geldig voor geëmailleerde bakplaten, braadsledes en donkere bakvormen. De waarden kunnen variëren, afhankelijk van de soort en hoeveelheid van het gerecht en de bakvorm. Wij raden u aan om de eerste keer de laagste van de opgegeven temperaturen in te stellen. In principe levert de laagste temperatuur de meest gelijkmatige bruining op. In de tabel vindt u een keur aan gerechten die het best geschikt zijn voor Hetelucht eco “. Gerechten met hetelucht Eco “ Toebehoren Inschuifhoogte Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten met droge bedekking Bakplaat 1 170 - 190 25 - 30 in vormen Spring­/rechthoekige vorm 1 160 - 170 60 - 80 in vormen Vorm vruchtentaartbo- 1 dem 160 - 170 20 - 30 Klein gebak, bijv. muffins Muffinplaat 1 170 - 180 20 - 30 met droge bedekking, bijv. notenpunten Bakplaat 1 180 - 200 25 - 30 Klein gebak, bijv. boterkoekjes Bakplaat 1 140 - 150 20 - 25 Biscuitrol Bakplaat 1 180 - 190 15 - 20 in vormen (6 eieren) Springvorm 1 160 - 170 40 - 50 in vormen Vorm vruchtentaartbo- 1 dem 160 - 170 20 - 30 Taart, cake en gebak Roerdeeg Zandtaartdeeg Biscuitmengsel Gistdeeg met droge bedekking Bakplaat 1 170 - 190 30 - 45 in vormen Tulbandvorm 1 170 - 180 40 - 50 Klein gebak Bakplaat 1 180 - 190 20 - 30 Bladerdeeg Klein gebak Bakplaat 1 190 - 200 30 - 35 Soezendeeg Klein gebak Bakplaat 1 190 - 200 35 - 45 Kant­en­klare diepvriesproducten Pizza, diepvries met dunne bodem Braadslede 1 180 - 200 15 - 25 met dikke bodem Braadslede 1 180 - 200 20 - 30 Braadslede 1 190 - 200 20 - 30 Braadslede 1 180 - 200 10 - 20 Ovenschaal op het rooster 1 180 - 200 60 - 80 Frites Broodjes/Baguette voorgebakken Ovenschotels Gegratineerde aard- van ongekookte aardappels appels 16 Gerechten met hetelucht Eco “ Toebehoren Inschuifhoogte Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten Lasagne Ovenschaal op het rooster 1 180 - 190 50 - 60 Zoete ovenschotels Ovenschaal op het rooster 1 170 - 180 50 - 60 Vlees Gestoofd rundvlees 1 kg Vorm gesloten op het rooster 1 190 - 200 120 - 150 Varkensnek 1 kg Braadslede 1 180 - 190 110 - 130 Gebraden kalfsvlees 1 kg Braadslede 1 180 - 190 100 - 120 Braadslede 1 160 -170 25 - 30 Vis Forel ca.400 g Ontdooien Gebruik voor het ontdooien en garen van diepvriesproducten de functie Hete lucht 3. ■ ■ Ontdooien met hete lucht Gebruik voor het ontdooien en garen van diepvriesproducten de functie Hete lucht 3. Houd hierbij rekening met het volgende: ■ ■ ■ ■ Ontdooide diepvriesproducten (vooral vlees) hebben kortere bereidingstijden nodig dan verse producten De bereidingstijd van diepvriesvlees wordt verlengd met de tijd die nodig is voor het ontdooien Diepvriesgevogelte dient u voor de bereiding altijd te ontdooien om de ingewanden te kunnen verwijderen Maak diepvriesvis op dezelfde temperatuur klaar als verse vis ■ U kunt kant-en-klare diepvriesgroente in aluminiumschalen in grotere hoeveelheden gelijktijdig in de binnenruimte plaatsen Gebruik bij het ontdooien op één niveau inschuifhoogte 1 en op twee niveaus inschuifhoogte 1 + 3 Houd u bij diepvrieslevensmiddelen aan de aanwijzingen van de fabrikant Diepvriesgerecht Temperatuur in °C Ontdooitijd in minuten Rauwe diepvriesproducten/ diepvrieslevensmiddelen 50 30 - 90 Brood/broodjes (750 - 1500 g) 50 30 - 60 Droog diepvriesplaatgebak 60 45 - 60 Vochtig diepvriesplaatgebak 50 50 - 70 Bereiden met stoom De stoomstand é kan alleen samen met het systeem­stoomapparaat (als extra accessoire in de vakhandel verkrijgbaar) worden gebruikt. Schakel de stoomstand alleen in wanneer de binnenruimte volledig is afgekoeld (kamertemperatuur). Wanneer op het temperatuurdisplay afwisselend • en ¨©¨verschijnt, is de binnenruimte niet volledig afgekoeld. Wacht tot de binnenruimte afgekoeld is en schakel de stoomstand opnieuw in. Het stoomproces wordt automatisch geregeld. Aanwijzingen ■ Gebruik voor de bereiding met stoom alleen de stoomstand samen met het systeem­stoomapparaat. ■ ■ Gebruik de stoomstand niet samen met de klokvoorkeuzefunctie Verdere nuttige aanwijzingen vindt u in de gebruiksaanwijzing bij het systeem­stoomapparaat 17 Yoghurt Met uw apparaat kunt u de yoghurt ook zelf maken. Hiervoor wordt de warmte van de ovenverlichting \ gebruikt. 4. De potjes of kommen met een passend deksel of plasticfolie 1. Toebehoren en inhangroosters, telescooprails of 5. Oven met groot grill-oppervlak + 15 minuten bij 100 °C 2. 1 Liter gesteriliseerde melk (3,5 % vet) of gepasteuriseerde 6. Vervolgens de functiekeuzeknop op Ovenverlichting \ afdekken. voorverwarmen. afzonderlijke insteeksystemen verwijderen. melk tot 40 °C opwarmen of 1 Liter gepasteuriseerde melk één keer opkoken en tot 40 °C laten afkoelen. 3. 150 g yoghurt bij de warme melk doen, er doorheen roeren zetten. 7. Vormen op gelijke afstand van elkaar verdelen over de hele bodem van de binnenruimte en de apparaatdeur sluiten. 8. Na 8 uur de ovenverlichting uitschakelen en de vormpjes minimaal 12 uur in de koelkast plaatsen. en hier gelijkmatig potjes of kommen mee vullen. Niet meer dan 200 ml per glas/schaaltje. Reiniging en onderhoud : Risico van kortsluiting! Binnenruimte reinigen Gebruik geen hogedrukreiniger of stoomstraalapparaat om uw apparaat schoon te maken. Attentie! Attentie! Schade aan het oppervlak door verkeerde reiniging: Gebruik geen ■ scherpe of schurende schoonmaakmiddelen ■ alcoholhoudende schoonmaakmiddelen ■ schurende reinigingshulpen zoals staalwol of schuursponzen. Houd u aan de opgaven in de tabellen. Aanwijzing: Via de klantenservice kunt u bijzonder aanbevelenswaardige schoonmaak- en onderhoudsmiddelen betrekken. Neem de betreffende aanwijzingen van de fabrikant in acht. Schade aan het oppervlak! Maak geen gebruik van speciaal voor ovens bestemde schoonmaakmiddelen. Aanwijzingen ■ Op het email kunnen om technische redenen kleurverschillen te zien zijn. Dit heeft geen invloed op de werking. ■ De randen van dunne platen kunnen ruw zijn. De bescherming tegen corrosie is echter gegarandeerd. Apparaatonderdeel Reinigingsmiddel/-hulp Emaillen vlakken (glad oppervlak) Schoonmaakmiddelen of azijnwater met een zachte, vochtige doek of zeem opbrengen; met een zachte doek nadrogen. Ingebrande voedselresten met een vochtige doek en schoonmaakmiddel losweken. De binnenruimte na het schoonmaken open laten om te drogen. Het apparaat van buiten reinigen Om te voorkomen dat de verschillende oppervlakken door verkeerde schoonmaakmiddelen beschadigd raken, dient u zich te houden aan de opgaven in de tabel. Bij sterke verontreiniging adviseren wij het gebruik van een ovenreiniger. Bij het schoonmaken met ovenreiniger dient u zich te houden aan de opgaven van de fabrikant. Was nieuwe vaatdoekjes voor het gebruik goed uit. Apparaatonderdeel/ Reinigingsmiddel/-hulp Oppervlak Roestvrijstalen oppervlakken Bedieningspaneel Ruiten van de deur Schoonmaakmiddelen met een zachte, vochtige doek of zeem opbrengen; met een zachte doek nadrogen. Gebruik bij sterke vervuiling een reinigingsmiddel voor gematteerd roestvrij staal. Warm zeepsop: met een schoonmaakdoekje reinigen en met een zachte doek nadrogen. Geen glasreiniger of schraper gebruiken. Glasreinigings- of schoonmaakmiddelen met een zachte, vochtige doek of zeem opbrengen; met een zachte doek nadrogen. De binnenste deurruit van de apparaatdeur heeft een coating die een lichte uitstraling kan hebben. 18 Zelfreinigende oppervlakken (ruw oppervlak) Houd u aan de aanwijzingen in het hoofdstuk: Zelfreinigende oppervlakken Deurdichting Warm zeepsop Inhangroosters Warm zeepsop: laten weken en reinigen met een schoonmaakdoekje of borstel. Toebehoren Weken in warm zeepsop. Met borstel en spons schoonmaken of in de vaatwasmachine reinigen. Vervuiling vermijden Maak de binnenruimte na gebruik altijd schoon, omdat het vuil bij later gebruik inbrandt en moeilijk kan worden verwijderd. Verwijder kalk-, vet-, zetmeel- en eiwitvlekken altijd onmiddellijk. Gebruik zo mogelijk de functie Hete lucht 3. Bij deze functie treedt minder vervuiling op Zelfreinigende oppervlakken De achterwand in de binnenruimte is voorzien van een laagje zelfreinigend email. Spetters die ontstaan bij het bakken en braden worden hiervan tijdens het gebruik van de oven opgezogen en afgebroken. $ % Grotere spetters verdwijnen pas nadat de oven meerdere keren gebruikt is. Verkleuringen op de achterwand hebben geen invloed op de zelfreinigende functie. Attentie! Uitschakelen en nareinigen Oppervlakteschade op de zelfreinigende oppervlakken door het opbrengen van een ovenreiniger. Behandel de zelfreinigende oppervlakken nooit met ovenreiniger. Komt er per ongeluk ovenreiniger op de zelfreinigende oppervlakken, verwijder deze dan direct met een spons en voldoende water. Laat het restwater niet lange tijd in de binnenruimte staan (bijv. 's nachts). Attentie! Oppervlakteschade op de zelfreinigende oppervlakken door het gebruik van schurende en zuurhoudende reinigingsmiddelen en -hulpen! Gebruik geen reinigingsmiddelen die schurende stoffen of zuren bevatten. Gebruik geen schurende reinigingshulpen zoals bijv. staalwol of schuursponsjes. Hydro clean® Om de binnenruimte gemakkelijker schoon te kunnen maken, is uw apparaat voorzien van de reinigingshulp hydro clean® >. Door een automatisch gestuurde verdamping van zeepsop lossen de vuilresten, zodat ze vervolgens gemakkelijker kunnen worden verwijderd. Bij sterkere verontreiniging kunt u ■ ■ ■ het zeepsop enige tijd voor het inschakelen van de reinigingshulp laten inwerken de vervuilde plaatsen voor het inschakelen van de reinigingshulp met een schoonmaakmiddel inwrijven de reinigingshulp na het afkoelen van de binnenruimte herhalen Voorbereiden en inschakelen Hydro clean® start alleen wanneer de binnenruimte is afgekoeld. Wanneer na het inschakelen van hydro clean® op het temperatuurdisplay afwisselend • of œ en ’–verschijnen, is de binnenruimte niet volledig afgekoeld. Wacht tot de binnenruimte afgekoeld is en schakel hydro clean® opnieuw in. : Risico van brand en beschadiging van oppervlakken! Nooit water in de hete binnenruimte gieten. Er ontstaat waterdamp en als gevolg van de plotselinge temperatuursverandering kan het email beschadigd raken. 1. Toebehoren uit de binnenruimte nemen. 1. Deur van het apparaat openen en het restwater met een goed opnemende sponsdoek opnemen (figuur B). 2. Binnenruimte met een sponsdoek, zachte borstel of een kunststof schuursponsje reinigen. Nog aanwezige, hardnekkige resten verwijderen met een schraper voor glaskeramiek. 3. Kalkranden met een in azijn gedrenkte doek verwijderen, daarna met schoon water afnemen en met een zachte doek droogwrijven, ook onder de deurafdichting. 4. Functiekeuzeknop in de stand Û terugdraaien. 5. De deur van het apparaat na de reiniging nog ca. 1 uur op een kier laten staan (ca. 30°), zodat de emaillen oppervlakken in de binnenruimte goed kunnen drogen. Sneldrogen 1. De deur van het apparaat na de reiniging op een kier (ca. 30°) geopend laten. 2. Hete lucht 3 met 50 °C instellen. 3. Na 5 minuten het apparaat uitschakelen en de apparaatdeur sluiten. Apparaatdeur verwijderen en inbrengen Om gemakkelijker schoon te maken kunt u de apparaatdeur verwijderen. : Risico van letsel! De scharnieren van de apparaatdeur kunnen met grote kracht terugklappen. Klap de blokkeerhendels van de scharnieren om de deur te kunnen verwijderen altijd helemaal open en na het inbrengen weer helemaal dicht. Kom niet met uw handen aan het scharnier. : Risico van letsel! Hangt de apparaatdeur er aan één kant uit, kom dan niet met uw handen aan het scharnier. Het scharnier kan met grote kracht terugklappen. Neem contact op met de klantenservice. Apparaatdeur verwijderen 1. Apparaatdeur helemaal openen. 2. Blokkeerhendels links en rechts helemaal openklappen. 2. 0,4 liter water (niet gedistilleerd) met wat schoonmaakmiddel voorzichtig in de bodembak van de binnenruimte gieten (Afbeelding A). 3. Apparaatdeur sluiten. 4. Hydro clean® > Op het temperatuurdisplay verschijnt ’–. Na afloop van de reinigingshulp wordt de ovenverlichting ingeschakeld. Er klinkt een signaal. 5. Klokfunctietoets indrukken om de klokfunctie te beëindigen. De scharnieren zijn beveiligd en kunnen niet dichtklappen. 3. De apparaatdeur zó ver sluiten tot u merkt dat er een weerstand is (Afbeelding A). 19 4. Met beide handen links en rechts vastpakken, iets verder sluiten en eruit trekken (Afbeelding B). $ Middelste ruit verwijderen Middelste ruit iets optillen en er naar voren uittrekken. % Apparaatdeur inbrengen 1. De scharnieren in de houders links en rechts plaatsen (Afbeelding C). De keep van beide scharnieren moet inklikken. Reinigen Reinig de deurruiten met glasreiniger en een zachte doek. 2. Apparaatdeur helemaal openen. : Risico van letsel! 3. Blokkeerhendels links en rechts helemaal dichtklappen Wanneer er krassen op het glas van de apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen schraper, scherpe of schurende schoonmaakmiddelen gebruiken. (Afbeelding D). & ' Middelste ruit inbrengen Aanwijzing: Let er bij het inbrengen op dat “right above“ linksonder ondersteboven staat. Middelste ruit schuin naar achteren tot de aanslag inschuiven. De apparaatdeur is beveiligd en kan niet meer worden verwijderd. 4. Apparaatdeur sluiten. Ruiten van de deur schoonmaken Om ze gemakkelijker schoon te maken kunt u de binnenste ruiten van de apparaatdeur verwijderen. : Risico van letsel! Deurruit inbrengen De componenten van de apparaatdeur kunnen scherpe randen hebben. Hierdoor kunt u snijwonden oplopen. Draag veiligheidshandschoenen. 1. Deurruit schuin naar achteren in beide houders inschuiven tot de aanslag. Het gladde vlak moet zich aan de buitenkant bevinden. : Risico van letsel! Gebruik het apparaat pas weer wanneer de ruiten en de apparaatdeur naar behoren zijn aangebracht. Deurruit verwijderen Aanwijzing: Let er voordat u de ruit verwijdert op in welke positie hij is ingebracht, zodat u hem later niet verkeerd plaatst. 1. Apparaatdeur verwijderen en met de voorkant naar beneden op een zachte, schone ondergrond leggen (zie het hoofdstuk: Apparaatdeur verwijderen en inbrengen). 2. De afscherming bovenaan de apparaatdeur afnemen. Hiervoor links en rechts het lipje met de vingers indrukken (Afbeelding A). 3. Deurruit licht optillen en naar buiten trekken (Afbeelding B). $ 20 % 2. De afscherming plaatsen en aandrukken tot hij vergrendeld is. 3. Apparaatdeur weer inbrengen. Plafond van de binnenruimte reinigen $ Om het plafond van de binnenruimte eenvoudig en snel te reinigen kunt u het grillelement naar beneden klappen. % : Risico van verbranding door hete onderdelen in de binnenruimte! Wacht tot de binnenruimte afgekoeld is. 1. Beugel van het grillelement naar voren trekken en naar boven drukken tot het grillelement hoorbaar ontgrendelt (Afbeelding A). 2. Grillelement vasthouden en naar beneden klappen (Afbeelding B). $ 3. Inhangroosters met afwasmiddel en spons of een borstel reinigen. 4. De inhangroosters altijd met de welving (a) naar beneden inbrengen, zodat de inschuifhoogtes kloppen. % 5. Inhangroosters achter tot de aanslag inbrengen en naar achteren drukken (Afbeelding C). 6. Inhangroosters voor tot de aanslag inbrengen en naar beneden drukken (Afbeelding D). & ' 3. Plafond van de binnenruimte reinigen. 4. Beugel naar voren trekken en naar boven ingedrukt houden. D 5. Grillelement naar boven klappen tot het inklikt. D Inhangroosters reinigen U kunt de inhangroosters verwijderen om ze gemakkelijker schoon te maken. : Risico van verbranding door hete onderdelen in de binnenruimte! Wacht tot de binnenruimte afgekoeld is. 1. Inhangroosters aan de voorkant naar boven drukken en naar opzij verwijderen (Afbeelding A). 2. Inhangroosters aan de achterkant naar voren trekken en naar opzij verwijderen (Afbeelding B). Storingen en reparaties Ga voordat u de klantenservice belt na of de tips in de volgende tabellen van nut kunnen zijn. : Kans op een elektrische schok! ■ ■ Werkzaamheden aan de elektronica van het apparaat mogen alleen door een vakman worden uitgevoerd. Bij het werken aan de elektronica van het apparaat beslist de netstekker uit het stopcontact halen. Automatische beveiliging activeren of de zekering in de meterkast van uw woning eruit draaien. Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Elektrische functie vertoont een storing (bijv. indicatielampjes branden niet meer) Zekering defect Zekeringen in de meterkast controleren, eventueel vervangen Vloeistof of dunvloeibaar deeg wordt zeer eenzijdig verdeeld Apparaat niet waterpas ingebouwd Inbouw van het apparaat controleren (zie Installatievoorschrift) Apparaat functioneert niet meer, op het klokdisplay knippert ‹:‹‹ Stroomtoevoer is onderbroken Tijd opnieuw instellen (zie het hoofdstuk: Elektronische klok) Op het klokdisplay knippert ‹:‹‹, op het temperatuurdisplay verschijnt “rrr“ De stroomtoevoer is onderbroken terwijl het apparaat in gebruik was Klokfunctietoets KJ indrukken. Tijd opnieuw instellen (zie het hoofdstuk: Elektronische klok) Op het temperatuurdisplay verschijnt “E011“ Permanente bezetting van een toets Permanente bezetting van de toets opheffen en de klokfunctietoets KJ indrukken 21 Storing Mogelijke oorzaak Oplossing Op het temperatuurdisplay verschijnt “EXXX“, bijv. E300 Interne fout van de apparaatelektronica Klokfunctietoets KJ indrukken. Verdwijnt de melding niet, haal de stekker dan uit het stopcontact en steek hem er na ca. 10 seconden weer in Het apparaat kan niet worden bediend, op Apparaat is geblokkeerd het temperatuurdisplay verschijnen D en †- Blokkering deactiveren (zie het hoofdstuk: Kinderslot) Het apparaat kan niet worden bediend, op Apparaat is permanent geblokkeerd het temperatuurdisplay verschijnen D en †˜ Permanente blokkering deactiveren (zie het hoofdstuk: Kinderslot) Apparaat warmt niet op, op het klokdisplay Er is een toetscombinatie gebruikt knippert de dubbele punt, op het temperatuurdisplay verschijnt bijv. ‚‡‹© Apparaat uitschakelen, info­toets ± 3 seconden lang indrukken, vervolgens de klokfunctietoets KJ 4 seconden lang indrukken, tenslotte de info­toets ±opnieuw 3 seconden lang indrukken Elektronisch gestuurde functies werken niet Betreffende functie opnieuw instellen Energetische impulsen (bijv. blikseminslag) Bij het inschakelen van een functie Apparaat is niet volledig afgekoeld verschijnt • of œ op het temperatuurdisplay Wachten tot het apparaat afgekoeld is, vervolgens de functie opnieuw inschakelen Apparaat is automatisch uitgeschakeld, op Apparaat is als beveiliging tegen overver- Functieschakelaar in de stand Û terughet temperatuurdisplay knippert ‹‹‹ hitting uitgeschakeld draaien Bij het braden of grillen ontstaat een walm Vet op het grillelement verbrandt Verder grillen of braden tot het vet op het grillelement verbrand is Rooster of braadslede verkeerd ingescho- Inschuifhoogtes controleren (zie het ven hoofdstuk: Braden of grillen) In de binnenruimte treedt meer condenswater op Normaal verschijnsel (bijv. bij gebak met zeer vochtige vulling of een groot braadstuk) Apparaatdeur tijdens het gebruik af en toe kort openen Geëmailleerde toebehoren vertonen matte, Normaal verschijnsel door afdruipend lichte vlekken vlees- of vruchtensap Niet mogelijk Deurruiten zijn beslagen Apparaat bij 100 °C opwarmen en na 5 minuten weer uitschakelen Normaal verschijnsel, dat ontstaat door temperatuurverschillen Ovenlamp vervangen Deurdichting vervangen Een defecte ovenlamp dient te worden vervangen. Is de deurdichting defect, dan moet deze worden vervangen. Vervangende afdichtingen zijn verkrijgbaar bij de klantenservice. Reservelampen kunt u krijgen bij de klantenservice of uw speciaalzaak: E14, 220 - 240 V, 40 W, hittebestendig tot 300 °C. Gebruik uitsluitend originele ovenlampen. : Kans op een elektrische schok! Maak het apparaat stroomloos. Activeer de zekeringsautomaat of draai de zekering van de meterkast van uw woning eruit. De deurdichting is op vier punten bevestigd (Afbeelding A). Om de dichting te vervangen de haken op alle vier de plaatsen losmaken resp. bevestigen (Afbeelding B). $ % 1. Theedoek in de koude binnenruimte leggen, om schade te voorkomen. 2. Glazen afscherming naar links draaien en afnemen. De bevestiging van de dichting vooral in de hoeken nog eens controleren. 3. Ovenlamp vervangen door een van hetzelfde type. 4. Glazen afscherming er weer inschroeven. 5. Theedoek eruit nemen en de zekering inschakelen. Aanwijzing: Gebruik rubberhandschoenen wanneer de glazen afscherming er niet afgedraaid kan worden. Of bestel een demontagehulp bij de klantendienst (Bestelnr. 613634). 22 Servicedienst Bij storingen en reparaties die u niet zelf kunt oplossen, staat de servicedienst voor u klaar. De contactgegevens vindt u in de lijst met klantenservicebureaus U vindt deze op het typeplaatje achter de apparaatdeur linksonder aan de zijkant. E­nr. FD Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en diensten vindt u op het internet: www.constructa.de en in de online-shop: www.constructa-eshop.com Produktinfo Aanwijzing: Het kost u geld wanneer u wegens een bedieningsfout contact opneemt met de klantenservice. Wanneer u contact opneemt met de klantenservice het E­nummer en FD­nummer opgeven. Testgerechten Deze tabellen zijn gemaakt voor onderzoeksinstituten om het controleren en testen van verschillende apparaten te vergemakkelijken. Testgerechten volgens de norm EN 50304/EN 60350 (2009) resp. IEC 60350. Neem de aanwijzingen voor het voorverwarmen in de tabellen in acht. De waarden in de tabel zijn van toepassing zonder snelvoorverwarming. Bakken Sprits Small cakes (20 stuks per plaat) Waterbiscuit Bedekte appeltaart (vormen naast elkaar, afbeelding A) Bedekte appeltaart (vormen diagonaal geplaatst, afbeelding B) Aanwijzing: Gebruik voor het bakken eerst de laagste opgegeven temperatuur. Aanwijzingen Gebruik bij het bakken eerst de laagste opgegeven temperatuur. ■ ■ Bakplaten die gelijktijdig in de oven worden geplaatst, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn. Inschuifhoogte Functie Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten 2 % 160 - 170* 25 - 35 1 “ 150 - 160 20 - 40 1 3 140 - 150* 20 - 30 1+3 3 140 - 150* 25 - 35 2 % 170 - 180** 20 - 30 1 “ 160 - 180 25 - 35 1 3 160 - 170** 20 - 30 1+3 3 150 - 160** 30 - 40 1 % 160 - 170* 30 - 40 1 3 160 - 170* 25 - 35 1 0 170 - 180 60 - 70* 1 “ 180 - 190 75 - 85 1+3 3 170 - 180 65 - 75* * Oven voorverwarmen ** 10 minuten voorverwarmen $ % Grillen Inschuifhoogte Functie Temperatuur in °C Grilltijd in minuten Toast (braadslede + rooster) 3+4 + 275* 1-2 Beefsteaks, 12 stuks (braadslede + rooster) 3+4 + 275 20 ­ 25** * 10 minuten voorverwarmen ** na Z van de tijd keren 23
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

CONSTRUCTA CF2346.4 Handleiding

Categorie
Ovens
Type
Handleiding

in andere talen