56
AFSTANDSBEDIENING
Gebruik van de afstandsbediening:
- De Aan/Uit-knop schakelt de stroomtoevoer naar de autoradio aan of uit.
- Bron maakt het mogelijk van de ene naar de andere modus te schakelen: modus Tuner,
CD/MP3 en vervolgens Phone.
- In de modus CD/MP3 kunt u met de pijlen vooruit en achteruit van het ene nummer naar het
volgende schakelen met een korte druk op de knop. Deze worden ook gebruikt om binnen een
nummer eenvoudig vooruit/achteruit te gaan. In de modus Tuner maken deze het mogelijk om
vooruit te gaan of terug te gaan bij het kiezen van uw radiostations.
- De knop afspelen/pauze bedient het lezen van een CD.
- Wanneer een oproep binnenkomt, drukt u op de groene knop om de oproep aan te nemen
en op de rode knop om op te hangen.
- U kunt ook een telefoonnummer op de afstandsbediening vormen. Daarvoor gaat u naar de
modus Phone (met behulp van de knop source of door direct op
Phone te drukken op de voorkant van de autoradio, en vervolgens
vormt u uw nummer door op het toetsenbord te drukken. Zodra het
nummer is gevormd, drukt u op de groene knop om de oproep te
starten.
Opmerking:
De '+' wordt verkregen door 2 secondes op de knop Nul te drukken.
Vervangen van de batterij van de afstandsbediening:
Als de afstandsbediening niet goed meer functioneert of als u moeilij-
kheden heeft om de autoradio te bedienen met de afstandsbediening,
vervang dan de batterij van de afstandsbediening. Controleer dat de
+ en de - kant van de nieuwe batterij goed worden gerespecteerd.
1. Haal het deksel van het batterijvakje door op de knop te drukken.
2. Plaats de nieuwe batterij met de + naar u gekeerd. Plaats het deksel op de juiste plaats.
OPGELET:
De batterij moet op een plaats worden opgeborgen die niet door kinderen kan worden bereikt.
Als een kind per ongeluk een batterij inslikt, raadpleeg dan onmiddellijk een arts.
Niet opnieuw opladen, openen, verwarmen of in het vuur werpen. Hierdoor kunnen vonken of
kan brand ontstaan. De batterij niet samen met andere metalen opslaan. Hierdoor kunnen von-
ken of brand ontstaan.De batterij niet met een epileerpincet hanteren. Hierdoor kunnen vonken
of brand ontstaan.
DE VERSCHILLENDE MANIEREN VAN FUNCTIONEREN
Schakel eerst de autoradio aan. De autoradio wordt aangeschakeld door op de draaiknop
te drukken. Om de autoradio uit te schakelen, drukt u 2 seconden op dezelfde knop.
Er zijn 3 hoofdfuncties, die direct vanaf de interface van de autoradio toegankelijk zijn:
De modi Tuner, CD/MP3 en Phone.
Iedere modus maakt een ander gebruik van de autoradio mogelijk:
MODUS TUNER (OF RADIO)
Druk op de knop Tuner om naar de radio te luisteren. Met de pijlen vooruit
en achteruit kunt u stap voor stap de radiostations zoeken.
Als u continu op één van de toetsen blijft drukken, zoekt het systeem
automatisch het volgende station. Als u een station heeft gevonden, drukt
op een cijfer van het toetsenbord op de voorkant (lang drukken) om dit met
een sneltoets te verbinden. Vervolgens kunt u eenvoudig op deze toets
drukken om naar een in het geheugen opgeslagen station te gaan.
Als het station in het geheugen is opgeslagen, wordt de toegekende
sneltoets tegelijk weergegeven met de frequentie van het station.
M
ODUS CD/MP3 (OF AFSPELEN VAN DE CD'S) :
Druk op CD/mp3 om naar de modus voor het spelen van een CD te gaan.
U kunt op de cd-rom van nummer naar nummer gaan door op de pijlen vooruit
en achteruit te drukken. Om snel vooruit of achteruit te gaan, houdt u de pijlen
vooruit of achteruit langer dan een 0,5 seconde ingedrukt.
Bij het lezen van een MP3-cd, geeft het LCD-scherm de volgende informaties
weer: titel van het nummer, album en artiest, en de verstreken tijd.
U kunt tevens direct het nummer op uw CD met het toetsenbord kiezen.
M
ODUS PHONE (TELEFOON) :
Druk op Phone om het systeem in de modus voor de telefoon te zetten.
Zodra u met uw telefoon Bluetooth® bent verbonden,
krijgt u de informatie wat betreft het niveau van de batterij en het netwerk
van uw mobiel te zien. Ook wordt uw operator weergegeven (*).
U krijgt eenvoudig toegang tot uw telefoonboek door aan de draaiknop te
draaien. U navigeert door het alfabet.
Kies uw letter om toegang te krijgen tot uw contacten. Als uw contacten
meer dan één telefoonnummer hebben, drukt u opnieuw op de draaiknop
om toegang te krijgen tot die nummers, en drukt u op de groene knop om te
bellen.
Om uw belhistorie te raadplegen, drukt u op de draaiknop. De appels uit
gegane, gemiste en binnengekomen oproepen worden weergegeven.
(*) Estas funções dependem do seu telemóvel.