Sartorius MW1 Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Sartorius MW1 Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
2
English – page 3
Deutsch – Seite 16
Français – page 29
Italiano – pagina 42
Español – página 55
Português – página 68
Nederlands – pagina 81
Dansk – side 94
Sverige – sidan 107
22
Dokumente
Veiligheidsinstructies
en waarschuwingen
81 Apparaatbeschrijving
81 Inhoud
81 Gebruiksdoel
81 Veiligheidsinstructies en waarschuwingen
82 Opstelinstructies
83 In bedrijf stellen
85 Aarding
85 Netaansluiting
86 Verzorging en onderhoud
86 Afdanking
87 Documenten
Gebruiksdoel
Midrics-modellen (optie Y2)
De Midrics-modellen voldoen aan de hoogste eisen op het
gebied van betrouwbaarheid van de weegresultaten.
Met de optie Y2 zijn de Midrics-modellen als elektrische
bedrijfsmiddelen van categorie II 3 GD geschikt voor gebruik
in zone 2 (gassen) en zone 22 (niet-geleidend stof).
Opmerking:
Lees de installatie- en veiligheidsinstructies aandachtig door
alvorens de Midrics-modellen aan te sluiten en in bedrijf te
stellen.
Bij interpretatieproblemen is de Duitse taal doorslaggevend.
Verklaring van tekens
In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt:
§ staat bij handelingsinstructies
$ staat bij handelingsinstructies die alleen onder bepaalde voor-
waarden moeten worden uitgevoerd
> beschrijft wat er na de uitgevoerde handeling gebeurt
staat bij een opsommingspunt
! wijst op een gevaar
Opmerking:
Onjuist gebruik kan tot lichamelijk letsel en schade aan goederen
leiden. Laat het apparaat uitsluitend door gekwalificeerd perso-
neel installeren en bedienen. Bij installatie, gebruik, onderhoud
en reparatie van het apparaat dienen de veiligheidsinstructies en
waarschuwingen in hun geheel opgevolgd te worden. Neem de
wetten, normen, verordeningen, ongevalpreventievoorschriften
en ook de milieubeschermingsregels van het desbetreffende land
in acht. Alle betrokkenen dienen deze instructies te begrijpen en
ze steeds bij de hand te hebben. De veiligheidsinstructies en
waarschuwingen in de documentatie van de aangesloten elektri-
sche apparaten, zoals accessoires, dienen opgevolgd te worden.
Deze veiligheids- en waarschuwingsinstructies dient de gebruiker
zo nodig aan te vullen. Het bedienende personeel dient dien-
overeenkomstig geïnstrueerd te worden. Zorg dat de installaties
altijd vrij toegankelijk zijn!
Algemene bepalingen voor de installatie
van de Midrics-modellen (optie Y2)
De Midrics-modellen met optie Y2 voldoen aan de eisen van
EG-richtlijn 94/9/EG voor apparaten van apparatengroep II en
zijn geschikt voor gebruik in explosiegevaarlijke ruimten van
zone 2 en 22 volgens conformiteitsverklaring, zie onder
documenten: SAG 06ATEX005 X.
Voorts voldoen de Midrics-modellen aan de eisen van de EG-
richtlijnen voor elektromagnetische compatibiliteit en elektrische
veiligheid (zie documenten).
Het toepassingsgebied van de Midrics-modellen is in de
meegeleverde documentatie gedefinieerd. Alle daar genoemde
beperkingen dienen in acht genomen te worden. Gebruik van de
Midrics-modellen buiten deze beperkingen is niet toegestaan en
geldt als onjuist gebruik. De veiligheidsinstructies volgens
tekening, zie onder documenten: 36418-741-16-A4 dienen te
worden opgevolgd.
Het apparaat is beschermd tegen het binnendringen van vaste
vreemde deeltjes (IP67-bescherming).
81
Inhoud
Opstelinstructies
Opstelplaats
Kies een geschikte opstelplaats zonder tocht, warmtestraling, vocht en trillingen.
Lijn het weegplatform met een waterpas uit.
Lees de handleiding alvorens het apparaat aan het stroomnet aan te sluiten.
!Neem de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in acht.
Voor ijkwaardige modellen:
§ De luchtbel in de libel moet in het midden van de cirkel zitten.
82
°C
In bedrijf stellen
§ Verbind de verbindingskabel van het weegplatform met de indicator
Opmerking:
De kabelwartel is reeds voorgemonteerd. Alle werkzaamheden aan de wartel zeer
zorgvuldig uitvoeren!
Gebruik een momentsleutel.
Draaimoment van deze PG-wartel: 5 Nm
§ Strip de aansluitkabel en monteer hem.
Steek de kabel door de kabelwartel.
Monteer de kabelwartel correct.
Strip de kabel (volgens tekening). De afscherming (1) moet contact maken met
de klemmen (2).
Laat de aders (3) van de kabel ca. 15 cm lang, zodat ze gemonteerd kunnen worden.
Steek de kabel door de kabelwartel.
Controleer of de klemmen contact maken met de afscherming. De massaverbinding vindt
plaats via de afscherming!
§ Monteer de kabel van het weegplatform.
Strip de kabel. Laat de aders van de kabel ca. 5 cm lang, zodat ze gemonteerd kunnen
worden.
Strip de aders over ca. 1 cm en zet kabelschoentjes erop.
Steek een ferrietring over alle aders.
Schroef de aders vast op de klemmen
Aansluitbezetting van de indicator
Nr. Signaal Betekenis
1 BR_POS brugvoedingsspanning (+)
2 SENSE_POS sense (+)
brugvoedingsspanning
3 OUT_POS meetspanning positief
4 OUT_NEG meetspanning negatief
5 SENSE_NEG sense (-)
brugvoedingsspanning
6 BR_NEG brugvoedingsspanning (-)
83
84
Kleurcodes van de aansluitkabels van de weegplatformen, modellen MAPP..
Platformgrootte Aansluitbezetting van de terminal
in mm Typeaanduiding Nr.: 1 23456
320 + 240 DC blauw groen wit rood grijs zwart
400 + 300 ED blauw groen wit rood grijs zwart
500 + 400 FE blauw groen wit rood grijs zwart
650 + 500 GF blauw groen wit rood grijs zwart
800 + 600 IG blauw groen wit rood grijs zwart
800 + 800 II blauw groen wit rood grijs bruin
800 + 1000 LI blauw groen wit rood grijs bruin
1000 + 1000 LL blauw groen wit rood grijs bruin
1250 + 1000 NL blauw groen wit rood grijs bruin
1250 + 1250 NN blauw groen wit rood grijs bruin
1500 + 1250 RN blauw groen wit rood grijs bruin
1500 + 1500 RR blauw groen wit rood grijs bruin
2000 + 1500 WR blauw groen wit rood grijs bruin
Kleurcodes van de aansluitkabels van de weegplatformen, modellen MAPS..
Platformgrootte Aansluitbezetting van de terminal
in mm Typeaanduiding Nr.: 1 23456
320 x 240 DC blauw groen wit rood grijs zwart
400 x 300 ED blauw groen wit rood grijs zwart
500 x 400 FE blauw groen wit rood grijs zwart
650 x 500 GF groen blauw rood wit bruin zwart
800 x 600 IG groen blauw rood wit bruin zwart
800 x 800 II blauw groen wit rood grijs bruin
800 x 1000 LI blauw groen wit rood grijs bruin
1000 x 1000 LL blauw groen wit rood grijs bruin
1250 x 1000 NL blauw groen wit rood grijs bruin
1250 x 1250 NN blauw groen wit rood grijs bruin
1500 x 1250 RN blauw groen wit rood grijs bruin
1500 x 1500 RR blauw groen wit rood grijs bruin
2000 x 1500 WR blauw groen wit rood grijs bruin
Aarding
§ De indicator aarden.
Sluit de kabel aan de aardklem aan.
Montage:
kartelringetje
kabel
kartelringetje
moer
contramoer
§ Het weegplatform aarden.
Sluit de kabel stevig aan de aardklem aan; gebruik eventueel een contramoer!
Netaansluiting
!De hierop vermelde spanningswaarde moet overeenkomen met de plaatselijke
netspanning. Indien de vermelde netspanning niet overeenkomt met de bij u gebruikte
norm, neem dan s.v.p. contact op met de dichtstbijzijnde Sartorius-vertegenwoordiging
of met uw leverancier.
!Neem de veiligheidsinstructies in acht!
§ Aansluiting op het net.
85
Verzorging en onderhoud Afdanking
Reiniging
!Geconcentreerde zuren en logen mogen niet worden gebruikt,
evenmin als oplosmiddelen en zuivere alcohol.
$ Vloeistof mag niet in de weegschaal binnendringen.
$ Reinig de weegschaal met een penseel of een droge, zachte en
pluisvrije doek.
Opslag- en transportcondities
$ Tijdens het transport worden onze apparaten zoveel mogelijk
door de verpakking beschermd. Bewaar alle verpakkingsdelen
voor het geval dat de weegschaal opgeslagen of teruggestuurd
moet worden.
$ Opslagtemperatuur: – 20 °C ... + 75°C
$ Toelaatbare vochtigheid tijdens opslag: max. 90%
$ Houdt u zich aan de instructies zoals beschreven onder
»Veiligheidscontrole«.
Veiligheidscontrole
Als u denkt dat het apparaat misschien niet meer veilig gebruikt
kan worden:
Wanneer de verbindingskabel zichtbaar beschadigd is
Wanneer het apparaat niet meer werkt
Na langdurige opslag onder ongunstige condities
Na zware transportbelasting
§ Houdt u zich aan de veiligheidsinstructies en waarschuwingen!
Neem contact op met de Sartorius klantenservice.
Herstelmaatregelen mogen uitsluitend worden uitgevoerd
door vakbekwame deskundigen die toegang hebben tot de
benodigde reparatiedocumentatie en -instructies en die hiertoe
opgeleid zijn.
!De op het apparaat aangebrachte verzegelingen houden in
dat het apparaat uitsluitend door bevoegde deskundigen mag
worden geopend en onderhouden, opdat een onberispelijk en
veilig gebruik van het apparaat gegarandeerd is en de garantie
geldig blijft.
In Duitsland en enkele andere landen, zie op:
www.sartorius.com
Download-gedeelte Service
voert Sartorius AG of door ons hiermee belaste organisaties de
correcte terugname en afvoer volgens de wettelijke voorschriften
van uw bij Sartorius AG gekochte elektrische en elektronische
producten zelf uit.
Neem in landen, die geen lid zijn van de Europese Economische
Ruimte of waar geen Sartorius-vestigingen zijn, contact op met
de lokale overheid of uw afvalverwijderingsbedrijf.
Deze producten mogen niet – ook niet door kleine bedrijven –
als huisvuil of bij verzamelpunten van de lokale openbare
afvalverwijderingsbedrijven worden afgevoerd.
Neem met betrekking tot het afvoeren
daarom zowel in Duitsland als in de lidstaten van de Europese
Economische Ruimte contact op met onze servicemedewerkers
ter plekke of met ons servicecentrum in Göttingen:
Sartorius AG
Servicecentrum
Weender Landstrasse 94-108
D-37075 Göttingen
Vóór het afdanken c.q. verschroten
van het apparaat moeten de accu’s worden verwijderd en bij
een inzamelpunt worden ingeleverd.
Met gevaarlijke stoffen verontreinigde
apparaten (ABC-verontreiniging) worden noch voor reparatie
noch voor afdanking teruggenomen.
Uitvoerige informatie met serviceadressen voor het aannemen
van uw apparaat voor reparatie kunt u op onze website
(www.sartorius.com)
vinden of via de Sartorius-service opvragen.
Als de verpakking niet meer nodig is,
geef deze dan aan de plaatselijke vuilnis-
ophaaldienst mee.
De verpakking bestaat geheel uit milieu-
vriendelijke materialen, die als waardevolle
secundaire grondstoffen dienen.
86
90
Blad
4
van
1
36418-740-16-A4
Veiligheidsinstructies
07.12.06
07.12.06
07.12.06
Datum
Klausgrete
Klausgrete
Klausgrete
Naam
Tekening nr.
Benaming
Revisie
00
1. Netaansluiting
Ex-gebied zone 2 of zone 22Niet-ex-gebied
Indicator MIS. of
complete weger MW...-
......-...... telkens + Optie
Y2
2. Gegevenstransmissie
PC printer SPS
enz.
alleen gegevenstransmissie en eventueel verzorging van het
aangesloten apparaat (bijv. printer), geen verzorgingsspanning van
het aangesloten apparaat naar de indicator/ complete weger
Deze apparaten mogen ook in
zone 2 of 22 geinstalleerd worden
als ze volgens ATEX-richtlijnen
voor categorie 3 geschikt zijn.
Gas: Gasgroep IIC, temperatuurklasse T4 Stof: oppervlak
tetemperatuur van de apparaten max. 80° C
Omgevingstemperatuur: -10°C ... +40°C
Beveilig de stekker van de
leveringsomvang tegen
uittrekken. Controleer de
noodstop.
Stekker van de
leveringsomvang
Aansluitalternatie
ven
Gebruik een Ex-stekker
Potentiaalvereffening
Potentiaalvereffening
6)
6)
Indicator MIS. of
complete weger MW...-
......-...... telkens + Optie
Y2
Uitgegeve n door
Gecontrol eerd
Opgesteld door
91
Blad
4
van
2
36418-740-16-A4
Veiligheidsinstructies
07.12.06
07.12.06
07.12.06
Datum
Klausgrete
Klausgrete
Klausgrete
Naam
Tekening nr.
Benaming
Revisie
00
Ex-gebied zone 2 of zone 22
Analoge weegplatvormen (draagcellen) van
de Serie MAP...-...-... + Optie Y2 of andere
voor zone 2 of 22 (categorie 3G of 3D)
geschikte weegplatvormen, die met
breukenspanningen van tenminste 9 Vdc
verzorgt mogen worden.
ADU-uitgang met
nominale brugspanning-
voedingsspanning
<9Vdc
3. Aansluiting analoge weegcellen
Gas: Gasgroep IIB, temperatuurklasse T4 Stof: oppervlak
tetemperatuur van de apparaten max. 80°C
Omgevingstemperatuur: -10° C ... +40°C
4. Aansluiting voor vreemde indicator
Potentiaalvereffening
Potentiaalvereffening
6)
6)
IndicatorMIS + optie Y2
Analoge weegplatvormen (draagcellen) van
de SerieMAP...-...-.... + optie Y2
Ex-omgeving zone 2 of zone 22
Gas: Gasgroep IIB, temperatuurklasse T4Stof: oppervlak
tetemperatuur van de apparaten max. 80 C
Omgevingstemperatuur: -10°C ... +50°C
Indicator met
nominale
brugspanning-
voedingsspanning
< 12Vdc
Indicator met
nominale
brugspanning-
voedingsspanning
< 12Vdc
6)
6)
6)
Aansluitalternat
ieven
Uitgegeve n door
Gecontrol eerd
Opgesteld door
92
Blad
4
van
3
36418-740-16-A4
Veiligheidsinstructies
07.12.06
07.12.06
07.12.06
Datum
Klausgrete
Klausgrete
Klausgrete
Naam
Tekening nr.
Benaming
Revisie
00
Uitgegeve n door
Gecontrol eerd
Opgesteld door
Deze veiligheidsaanwijzing geldt voor installatie, bedrijf, onderhoud en reparatie
1. Het apparaat mag in explosiegevaarlijke omgevingen van zone 2 en 22 ingezet worden. Het gebruik in
explosiegevaarlijke ruimten van Zone 22 is alleen toegestaan voor niet-geleidende stoffen. De veilige
omgevingstemperatuur bedraagt –10 °C... +40 °C (weegplatvormen tot +50 °C). Het apparaat mag
alleen binnen gebouwen gebruikt worden.
2. Het apparaat niet als draagbaar apparaat gebruiken.
3. Installatie, bedrijf, onderhoud en reparatie moeten volgens de geldende wetten, voorschriften,
verordeningen en normen door een daarvoor geschikte vakman gedaan worden. In het bijzonder zijn
de normen EN 60079-14 (voor gasgevaarlijke omgevingen) en EN 50281-1-2 (omgevingen met brand-
baar stof) in acht te nemen. Installatie-, onderhouds-, reinigings- en reparatiewerkzaamheden mogen
alleen in spanningsvrije toestand van het apparaat worden uitgevoerd.
4. Let speciaal op de aanwijzingen in de meegeleverde handleidingen voor installatie, bedrijf, onderhoud
en reparatie.
5. De kabelconnectors moeten met een draaimoment van 5 Nm worden vastgedraaid. De kabelconnector
van het netsnoer met slechts 3 Nm. Externe aansluitkabels dienen indien mogelijk vast te worden aan-
gelegd, ter voorkoming van beschadigingen en trekbelastingen. De kabelaansluitingen in het ex-
gebied dienen geborgd te zijn tegen losgaan.
6. Alle metalen onderdelen (behuizing, statief, etc.) moeten galvanisch met de potentiaalvereffening (PA)
verbonden zijn, om eventuele elektrostatische opladingen weg te leiden. De gebruiker dient hiertoe
een geleider van minimaal 4 mmÇ doorsnede op de PA-aansluiting aan de achterkant (gemarkeerd
met het aardingssymbool) aan te sluiten. Deze verbinding op de PA-klem dient bij de installatie
te worden gecontroleerd op voldoende laagohmigheid. Bij het bevestigen van de kabel aan de schroef-
draadbout (indicator), moeten twee moeren en borgringen gebruikt worden, om het losgaan van de
verbinding door trekken aan de aardingskabel te voorkomen. De afschermingen van de elektrische
verbindingskabels mogen alleen met aarde worden verbonden, als hierdoor geen ongeoorloofde
spanningsverschillen kunnen ontstaan en de afscherming de desbetreffende vereffeningsstromen kan
verwerken.
7. Voordat u het apparaat opent, dient de voeding uitgeschakeld te worden, of controleer het
gebied op explosieveiligheid! Verbindingen van kabels in het ex-gebied mogen niet onder
spanning aangebracht of losgemaakt worden!
8. Het apparaat uitsluitend binnen de genoemde temperatuurbereiken gebruiken. Het apparaat niet
blootstellen aan niet-toegestane warmte- of koudebronnen. Vermijd warmtestuwing. Voor een goede
ventilatie van het apparaat zorgen.
9. Invloed van zwerfstroom (b.v. door magnetische velden) dient door middel van een correcte installatie
te worden voorkomen.
10. De indicator (aanwijseenheid van het complete apparaat) zodanig installeren dat alleen een lage mate
van mechanische bedreiging van de IP-bescherming bestaat.
11. De installatie en het gebruik van het apparaat dienen zodanig te worden uitgevoerd dat er geen
ontoelaatbare UV-straling kan optreden (blootstelling aan direct zonlicht voorkomen).
12. De netaansluiting moet aan de bepalingen van het land waar het gebruikt wordt, voldoen.
Let op de correcte netaansluiting.
13. Tijdens de eerste inbedrijfname moet er op gelet worden dat de omgeving niet explosiegevaarlijk is.
14. Vermijd elektrostatische oplading! Reinig uitsluitend met een vochtige doek. Het voorkomen van
gevaar door elektrostatische oplading valt onder de verplichtingen van de gebruiker van de installatie.
15. Let bij achteraf aansluiten van kabels op dat de aansluitingen niet gecorrodeerd zijn.
93
Blad
4
van
4
36418-740-16-A4
Veiligheidsinstructies
07.12.06
07.12.06
07.12.06
Datum
Klausgrete
Klausgrete
Klausgrete
Naam
Tekening nr.
Benaming
Revisie
00
Uitgegeve n door
Gecontrol eerd
Opgesteld door
16. Alle externe kabels (ook kabels tussen draagcellen/weegcellen en aansluitenkasten/junctionbox)
zijn alleen voor vaste plaatsing geschikt en moeten vast gelegd worden. In andere gevallen moeten
kabelconnectors worden gebruikt, die afrondingen over een hoek van ten minste 75° hebben met een
radius, die ten minste een kwart van de kabeldiameter maar niet meer dan 3mm bedraagt.
17. Voor kabels van derden (vallen onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker) moet een geschik-
theidstest doorgevoerd worden. Een trekkracht van 10x de diameter van de kabel (in mm) in N, ten
minste echter 100 N gedurende 6 uur, mag de kabel er niet meer dan 6 mm uitrekken. Op pinbezetting
letten! Let op aansluitschema. Niet benodigde aansluitingen verwijderen.
18. Niet gebruikte openingen moeten door geschikte afsluitkappen (blinde stoppen) afgedicht zijn!
Niet onder spanning verwijderen.
19. Bij het gebruik van apparaten van derden in het ex-gebied van zone 2 de gasgroep en temperatuur-
klasse inachtnemen; voor zone 22 de maximale oppervlaktetemperatuur in acht nemen. De uitgangen
moeten zijn voorzien van EEx nA-stroomcircuits.
20. Chemicaliën die de pakkingen van de behuizing en kabelmantels kunnen aantasten, dienen uit de
buurt van het apparaat te worden gehouden. Hieronder vallen olie, vet, benzine, aceton en ozon.
Neem contact op met de fabrikant indien hierover onduidelijkheid bestaat.
21. Laat de installatie regelmatig door een daartoe opgeleide deskundige op juiste werking en veiligheid
controleren.
22. Het apparaat mag niet aan sterke schokken en vibraties blootgesteld worden.
23. Bij gebruik van een beschermend hoofddeksel tijdens het werken, opletten dat deze niet elektro-
statisch opgeladen wordt. Reinig uitsluitend met een vochtige doek.
24. Gebruik bij reparaties uitsluitend originele reserveonderdelen van de fabrikant!
25. Als de installatie niet zonder storingen werkt, deze direct van het lichtnet loskoppelen en tegen verder
gebruik beschermen!
26. Elke ingreep in het apparaat (tenzij uitgevoerd door monteurs die door Sartorius zijn geautoriseerd)
zal leiden tot verlies van de ex-conformiteit voor zone 2 en zone 22, bovendien vervallen in dergelijke
gevallen alle aanspraken op garantie. Zelfs het openen van het apparaat mag uitsluitend geschieden
door geautoriseerde deskundige monteurs.
27. Wijzigingen zijn uitsluitend toegestaan na schriftelijke goedkeuring (ook indien uitgevoerd door
medewerkers van Sartorius).
28. De datakabels naar de aangesloten apparaten gelden als niet-ontstekende stroomcircuits. De verbin-
dingen zijn beveiligd tegen onbedoelde loskoppeling en mogen alleen in spanningsvrije toestand aan-
gesloten of losgekoppeld worden. Ongebruikte uitgangen moeten dusdanig worden afgesloten, dat
beveiligingsklasse IP65 behouden blijft. Apparaat niet blootstellen aan overgangsspanningen.
100
Dokumenter
1/120