AUDIOSERVICE Icon 12 G5 Handleiding

Type
Handleiding
GEBRUIKSAANWIJZING
IN-HET-OOR-
HOORSYSTEMEN
2
INHOUDSOPGAVE
Welkom 4
Uw hoortoestellen 5
Type toestel 5
Vertrouwd raken met uw hoortoestellen 5
Componenten en benamingen 6
Bedieningsregelaars 8
Instellingen 10
Batterijen 12
Batterijformaat en hanteertips 12
Batterijen vervangen 13
Dagelijks gebruik 14
In- en uitschakelen 14
De hoortoestellen plaatsen en verwijderen 16
Het volume aanpassen 19
Het kiezen van een luisterprogramma 19
Bijkomende aanpassingen (optioneel) 20
Bijzondere luistersituaties 21
Aan de telefoon 21
AudioSpot variëren 23
3
Onderhoud en behandeling 25
Hoortoestellen 25
Professioneel onderhoud 27
Meer informatie 28
Veiligheidsinformatie 28
Draadloze functie 28
Accessoires 28
In dit document gebruikte symbolen 29
Problemen oplossen 29
Service en garantie 31
4
WELKOM
Hartelijk dank dat u hebt gekozen voor onze hoortoestellen.
Natuurlijk heeft u, net zoals met alle nieuwigheden, even tijd
nodig om hiermee vertrouwd te raken.
Deze handleiding zal u samen met de ondersteuning van
uw audicien helpen om meer te weten te komen over de
voordelen en de betere levenskwaliteit die uw hoortoestellen
u zullen bieden.
Om zo veel mogelijk uit uw hoortoestellen te halen, is het
aanbevolen om ze elke dag een hele dag lang te dragen.
Hierdoor zal u ze snel gewoon zijn.
VOORZICHTIG
Lees deze gebruikershandleiding en de veiligheids-
handleiding grondig en volledig door. Volg de veilig-
heidsinformatie om schade of letsel te vermijden.
5
UW HOORTOESTELLEN
Deze gebruikershandleiding beschrijft optionele func-
ties waarover uw hoortoestellen al dan niet kunnen
beschikken.
Vraag uw audicien om aan te geven welke functies
geldig zijn voor uw hoortoestellen.
TYPE TOESTEL
Uw hoortoestellen zijn op maat gemaakt en dus speciaal
afgestemd op de anatomie van uw oren. Ze worden direct
in het oor gedragen, in het komvormige deel van het oor of
diep in de gehoorgang. Ze zijn niet bedoeld voor kinderen
jonger dan 3 jaar of personen met een verstandelijk niveau
lager dan dat van een 3-jarige.
VERTROUWD RAKEN MET UW HOORTOESTELLEN
Het is aan te bevelen dat u zich vertrouwd maakt met uw
nieuwe hoortoestellen. Terwijl u de hoortoestellen in uw
hand houdt, probeert u de bedieningsregelaars te gebruiken
en gaat u na waar ze zich op het instrument bevinden. Op
die manier kunt u de bedieningsregelaars gemakkelijker
terugvinden en bedienen wanneer u de hoortoestellen
draagt.
Als u problemen heeft om de bedieningsregelaars van
uw hoortoestellen te bedienen terwijl u de toestellen
draagt, kunt u bij uw audicien terecht voor een optio-
nele afstandsbediening.
6
COMPONENTEN EN BENAMINGEN
Deze gebruiksaanwijzing beschrijft meerdere types
hoortoestellen. Gebruik de onderstaande afbeeldingen om
het door u gebruikte type hoortoestel te identiceren.
Wij wijzen u erop dat de positie van de drukknop, de
wipschakelaar en de ventilatieopening speciek is voor uw
hoortoestellen voor een optimale aanpassing aan uw oren.
Het is dus mogelijk dat uw hoortoestellen er anders uitzien
dan de afgebeelde hoortoestellen.
ICON
VEGA
SINA
IDA
*
*
ILEA
*
**
**
**
**
*
*
7
Batterijladeklepje met geïnte-
greerde drukknop en wipscha-
kelaar*, door uw audicien te
programmeren als
programmakeuzetoets
programmakeuzetoets met
aan-/uit-functie
volumeregelaar (alleen bij
Ida en hoortoestellen met
draadloze functie)
klankregelaar (Ida)
*Afhankelijk van het model
**Optioneel
Trekkoordje
Luid spreker lters
(blauw/rood)
1. microfoon
2. microfoon
Drukknop
Volumeregelaar
Ventilatiekanaal
8
BEDIENINGSREGELAARS
Met de bedieningsregelaars kunt u bijvoorbeeld het volume
of het luisterprogramma instellen. Uw hoortoestellen zijn
uitgerust met een drukknop of een wipschakelaar, of zijn
helemaal niet voorzien van een bedieningsregelaar.
Uw audicien heeft de gewenste functies geprogrammeerd in
de bedieningsregelaars.
Bedieningsregelaar Links Rechts
Drukknop
Wipschakelaar
Geen bedieningsregelaar
De meeste hoortoestellen kunt u optioneel ook via een
afstandsbediening of een smartphone-app bedienen.
Functie drukknop L R
Druk kort:
Programmawisseling
Volume harder
Volume zachter
Tinnitus-noiser harder
Tinnitus-noiser zachter
9
Functie drukknop L R
Druk lang:
Stand-by/inschakelen
L = Links, R = Rechts
Functie tuimelschakelaar L R
Druk kort:
Programma omhoog/omlaag
Volume harder/zachter
Tinnitus-noiserniveau omhoog/omlaag
Klankkleur licht/donker
AudioSpot variëren
Druk lang:
Stand-by/inschakelen
Programma omhoog/omlaag
Druk heel lang:
Stand-by/inschakelen
L = Links, R = Rechts
10
INSTELLINGEN
Luisterprogramma's
1
2
3
4
5
6
Lees meer in hoofdstuk „Het luisterprogramma wijzigen“.
11
Functies
Dankzij de inschakelvertraging kunt u hoortoestellen
zonder uitgeluiden inbrengen.
Lees meer in hoofdstuk „In- en uitschakelen“.
AutoPhone schakelt automatisch naar het
telefoonprogramma wanneer de telefoonluidspreker
dicht bij het oor wordt gebracht.
Lees meer in hoofdstuk „Aan de telefoon“.
2earPhone verzendt het telefoongesprek naar beide
oren wanneer de telefoonontvanger tegen een van de
oren wordt gehouden.
Lees meer in hoofdstuk „Aan de telefoon“.
De Tinnitus-noiser genereert een geluid dat u aeidt
van uw tinnitus.
Met binaurale synchronisatie kunt u beide
hoortoestellen tegelijkertijd instellen.
Lees meer in hoofdstuk „Draadloze functie“.
12
BATTERIJEN
Wanneer de batterij bijna leeg is, wordt het geluid zwakker
en/of hoort u een waarschuwingssignaal. Het type batterij zal
bepalen wanneer u de batterij dient te vervangen.
BATTERIJFORMAAT EN HANTEERTIPS
Vraag uw audicien naar de aanbevolen batterijen.
Batterijformaat: 10 312
Gebruik steeds het juiste batterijformaat voor uw
hoortoestellen.
Neem de batterijen uit als u de hoortoestellen enkele
dagen niet wilt gebruiken.
Draag steeds reservebatterijen bij u.
Verwijder lege batterijen onmiddellijk en volg uw
plaatselijk regelgeving met betrekking tot het verwijderen
van batterijen.
13
BATTERIJEN VERVANGEN
De batterij verwijderen:
Open de batterijlade.
Verwijder de batterij
handmatig.
De batterij plaatsen:
Als de batterij een beschermende folie heeft,
dient u deze pas te verwijderen wanneer u klaar
bent om ze te gebruiken.
Plaats de batterij zo dat het
„+“-symbool naar boven wijst.
Sluit de batterijlade voorzichtig. Als u een weerstand
voelt, is de batterij niet goed geplaatst.
Gebruik niet veel kracht bij het sluiten van de batterijlade.
De lade zou beschadigd kunnen raken.
14
DAGELIJKS GEBRUIK
IN EN UITSCHAKELEN
U heeft de volgende mogelijkheden om uw hoortoestellen in
of uit te schakelen.
Via de batterijlade:
Inschakelen: Sluit de batterijlade.
Het standaard volume en luisterprogramma zijn
ingesteld.
Uitschakelen: Open de batterijlade tot de eerste stop.
Drukknop of wipschakelaar:
Houd de drukknop of wipschakelaar enkele seconden
ingedrukt. Raadpleeg het hoofdstuk „Bedieningsregelaars“
om uw drukknop of wipschakelaar in te stellen.
Na het inschakelen blijven het eerder gebruikte volume
en luisterprogramma ingesteld.
Via de afstandsbediening:
Volg de instructies in de gebruiksaanwijzing van de
afstandsbediening op.
Na het inschakelen blijven het eerder gebruikte volume
en luisterprogramma ingesteld.
15
Wanneer u de hoortoestellen draagt, kan een optionele
signaaltoon aangeven wanneer een toestel in- of
uitgeschakeld wordt.
Wanneer de inschakelvertraging geactiveerd is, schakelen
de hoortoestellen met enkele seconden vertraging in.
Gedurende die tijd kunt u de hoortoestellen plaatsen zonder
een vervelend uitgeluid te horen.
De „inschakelvertraging“ kan door uw audicien worden
geactiveerd.
16
DE HOORTOESTELLEN PLAATSEN EN
VERWIJDEREN
Uw hoortoestellen zijn afgesteld op uw rechter en linker oor.
De kleur van het opschrift of het luidsprekerlter geeft aan
voor welk oor een hoortoestel is bestemd:
rood label = rechteroor
blauw label = linkeroor
AANWIJZING
Bij Icon en Sina herkent u de inbrengpositie bovendien
aan een gekleurde punt op de schaal van het hoortoe-
stel. Deze markering moet zich bij het inbrengen aan
de bovenkant bevinden.
Een hoortoestel plaatsen:
Plaats het hoortoestel
voorzichtig in de
gehoorgang.
Draai het lichtjes tot het
goed zit.
Open en sluit uw mond
om te voorkomen
dat er zich lucht in de
gehoorgang ophoopt.
17
Let op het trekkoordje, dat de onderkant aangeeft.
Het kan handig zijn om het rechter hoortoestel met
de rechter hand en het linker hoortoestel met de
linker hand te plaatsen.
Als u problemen hebt met het inbrengen van het
hoortoestel, gebruikt u uw andere hand om uw
oorlel voorzichtig omlaag te trekken. Hierdoor
gaat de gehoorgang open en kan het hoortoestel
gemakkelijker worden ingebracht.
18
Een hoortoestel verwijderen:
AANWIJZING
Trek nooit aan het batterijladeklepje om het hoortoe-
stel te verwijderen. Dit zou uw hoortoestel kunnen
beschadigen.
Druk zacht tegen de achterkant van uw oor om het
hoortoestel los te werken.
Wanneer uw hoortoestel voorzien is van een
verwijderingskoord, verwijdert u het hoortoestel door aan
het koord te trekken naar de achterzijde van uw hoofd.
Voor alle andere
hoortoestellen: Pak
het hoortoestel in de
gehoorgang vast met
twee vingers en trek het
voorzichtig uit het oor.
Reinig en droog uw hoortoestellen na gebruik. Lees meer in
hoofdstuk „Onderhoud en behandeling“.
19
HET VOLUME AANPASSEN
Uw hoortoestellen passen automatisch het volume aan de
luistersituatie aan.
Als u het volume liever handmatig wilt aanpassen, kunt u
kort op de drukknop of de wipschakelaar drukken of een
afstandsbediening gebruiken.
Raadpleeg het hoofdstuk „Bedieningsregelaars“ om uw
bedieningsregelaars in te stellen.
Een optionele signaaltoon kan de volumewijziging
aangeven. Van zodra het maximale of het minimale volume
bereikt is, hoort u mogelijk een optionele signaaltoon.
HET KIEZEN VAN EEN LUISTERPROGRAMMA
Afhankelijk van de luistersituatie passen uw hoortoestellen
het geluid automatisch aan.
Uw hoortoestellen hebben mogelijk ook een aantal
luisterprogramma's waarmee u het geluid, indien
nodig, kunt wijzigen. Een optionele signaaltoon kan de
programmawijziging aangeven.
Om een ander luisterprogramma te kiezen, drukt u kort
op de drukknop of de wipschakelaar of gebruikt u een
afstandsbediening.
Raadpleeg het hoofdstuk „Bedieningsregelaars“ om uw
bedieningsregelaars in te stellen. Raadpleeg de paragraaf
„Instellingen“ voor een lijst van uw hoorprogramma's.
20
Als de AutoPhone-functie geactiveerd is, schakelt het
luisterprogramma automatisch naar een telefoonpro-
gramma wanneer de telefoonluidspreker zich dicht bij
het hoortoestel bevindt.
Meer informatie vindt u in het hoofdstuk „Aan de
telefoon“.
BIJKOMENDE AANPASSINGEN OPTIONEEL
Met de bedieningsregelaars van uw hoortoestel kunt u
bijvoorbeeld ook de lage en hoge tonen en het volume van
de Tinnitus-noiser instellen.
Raadpleeg het hoofdstuk „Bedieningsregelaars“ om uw
bedieningsregelaars in te stellen.
21
BIJZONDERE LUISTERSITUATIES
AAN DE TELEFOON
Houd de telefoonluidspreker bij het
telefoneren enigszins gedraaid, zodat hij
het oor niet volledig bedekt.
TELEFOONPROGRAMMA
U prefereert een bepaald volume wanneer u de telefoon
gebruikt. Vraag uw audicien om een telefoonprogramma te
congureren.
Schakel naar het telefoonprogramma wanneer
u telefoneert of gebruik de automatische
programmaschakelaar (Auto Phone).
In het hoofdstuk „Instellingen“ is aangegeven
of een telefoonprogramma of de automatische
programmaschakelaar (Auto Phone) voor uw
hoortoestellen is gecongureerd.
22
AUTOMATISCHE PROGRAMMAOMSCHAKELING
Auto Phone OF 2earPhone, AFHANKELIJK VAN HET MODEL
Uw hoortoestel kan automatisch het telefoonprogramma
selecteren wanneer u de telefoonhandset dicht bij uw oor
houdt. Wanneer u gedaan hebt met spreken, beweegt u de
handset weg van het hoortoestel en zal de microfoonmodus
zichzelf opnieuw instellen.
Als u deze functie wilt gebruiken, vraagt u aan uw audicien
het volgende te doen:
AutoPhone of 2earPhone activeren.
Het magnetisch veld van de telefoonluidspreker
controleren.
Voor de automatische programma-omschakeling
detecteert uw hoortoestel het magnetisch veld van de
telefoonluidspreker. Niet alle telefoons genereren een
magnetisch veld dat sterk genoeg is om de AutoPhone-
functie te activeren. In dit geval gebruikt u de AutoPhone-
magneet, die als accessoire leverbaar is en die u op de
telefoonluidspreker bevestigt.
Zie de gebruikershandleiding van de AutoPhone-magneet
voor instructies over het positioneren van de magneet.
AANWIJZING
Gebruik alleen de goedgekeurde AutoPhone-magneet.
Raadpleeg voor dit accessoire uw audicien.
23
AUDIOSPOT VARIËREN
OPTIONEEL, AFHANKELIJK VAN HET MODEL
Of u zich nu meer op uw gesprekspartner vóór u wilt richten,
of in het algemeen uw omgeving meer wilt horen, met de
functie „AudioSpot variëren“ kunt u het horen sturen.
U kunt verschillende niveaus kiezen: van „AudioSpot naar
voren“ (linkerafbeelding) via „Middeninstelling“ (middelste
afbeelding) tot „Omgeving horen“ (rechterafbeelding).
Voorwaarden:
U moet twee hoorsystemen dragen.
Op een van uw hoortoestellen moet de wipschakelaar
voor de functie „AudioSpot variëren“ zijn
geprogrammeerd.
Raadpleeg de instellingen van de wipschakelaar in het
hoofdstuk „Bedieningsregelaars“.
Met de draadloze afstandsbediening Smart Connect en
smartphone-apps hebt u nog meer mogelijkheden voor
instellingen.
24
AUDIOSPOT HANDMATIG VARIËREN
MET WIPSCHAKELAAR OP HET HOORTOESTEL
Als u meerdere gehoorprogramma's hebt, schakelt u over
naar Gehoorprogramma 1.
Druk op de wipschakelaar die is geprogrammeerd voor
„AudioSpot variëren“.
Standaard is het middelste niveau actief.
Druk op het bovenste deel van de wipschakelaar om de
AudioSpot meer naar voren te richten of op het onderste
deel om meer van de omgeving te horen.
Deze functie is bedoeld voor bijzondere en kortdurende
hoorsituaties. Het hoorsysteem schakelt daarom vanzelf
terug naar de automatische instelling van Gehoor pro-
gramma 1: Ofwel zodra de hoorsituatie sterk verandert ofwel
na ongeveer 45 minuten. U kunt „AudioSpot variëren“ ook
zelf beëindigen.
„AUDIOSPOT VARIËREN“ BEËINDIGEN
Stel het minimale of het maximale niveau in.
Naar wens kan er een signaal klinken als het minimale of
maximale niveau is bereikt.
Schakel één niveau verder.
Het signaal voor het omschakelen van gehoorprogramma's
klinkt. Dit geeft aan dat u de functie „AudioSpot variëren“
hebt beëindigd.
25
ONDERHOUD EN BEHANDELING
Om schade te vermijden is het belangrijk dat u zorg draagt
voor uw hoortoestellen en dat u een aantal basisregels volgt.
Deze zullen gauw deel gaan uitmaken van uw dagelijkse
routine.
HOORTOESTELLEN
DROGEN EN BEWAREN
Droog uw hoortoestellen 's nachts.
Informeer bij uw audicien naar aanbevolen
droogproducten.
Wanneer u uw hoortoestellen gedurende lange tijd
niet gebruikt, bewaart u ze met open batterijlade en
verwijderde batterijen in een droogsysteem, om de
schadelijke gevolgen van vocht te voorkomen.
26
REINIGEN
Reinig uw hoortoestellen dagelijks, doe dit om hygiënische
redenen en om de functionaliteit in stand te houden.
Reinig uw hoortoestellen dagelijks met een zachte, droge
doek.
Uw hoortoestellen hebben een
beschermend waslaagje. Dit
voorkomt het binnendringen
van oorsmeer. Pas op dat u het
beschermende waslaagje niet
beschadigd bij het reinigen van
uw hoortoestellen.
Gebruik nooit stromend water en dompel
de toestellen nooit onder in water.
Oefen nooit druk uit tijdens het reinigen.
Informeer bij uw audicien naar aanbevolen
reinigingsprocedures, speciale verzorgingssets en verdere
informatie over hoe u uw hoortoestellen in een optimale
toestand kunt houden.
27
PROFESSIONEEL ONDERHOUD
Uw audicien kan uw hoortoestellen grondig reinigen en
onderhouden.
Indien het beschermende waslaagje of de
microfoonbescherming (windscherm) moet worden
vervangen, dient dit op vakkundige wijze te geschieden.
Vraag uw audicien naar uw individuele onderhoudstermijnen
en ondersteuning.
28
MEER INFORMATIE
VEILIGHEIDSINFORMATIE
Meer informatie over de veiligheid vindt u in de
veiligheidshandleiding die met het toestel wordt geleverd.
DRAADLOZE FUNCTIE
Mogelijk beschikken uw hoortoestellen over een draadloze
functie. Hierdoor wordt synchronisatie voorzien tussen uw
twee hoortoestellen:
Als u het programma of volume op één toestel wijzigt,
wordt het andere automatisch ook gewijzigd.
Beide hoortoestellen passen automatisch gelijktijdig aan
de luistersituatie aan.
Raadpleeg het hoofdstuk „Instellingen“ om te zien of uw
hoortoestellen over een draadloze functie beschikken.
ACCESSOIRES
Het type beschikbare accessoires is afhankelijk van het type
toestel. Voorbeelden hiervan zijn: een afstandsbediening,
een toestel voor audiostreaming of een smartphone app
voor afstandsbediening.
Raadpleeg uw audicien voor meer informatie.
29
IN DIT DOCUMENT GEBRUIKTE SYMBOLEN
Wijst op een situatie die tot ernstige, middelzware of
onbeduidende letsels kan leiden.
Maakt u attent op mogelijke materiële schade.
Advies en tips over hoe u beter kunt omgaan met uw
toestel.
PROBLEMEN OPLOSSEN
Problemen en mogelijke oplossingen
Het geluid is zwak.
Verhoog het volume.
Sluit de batterijlade voorzichtig helemaal.
Reinig het hoortoestel.
Vervang de lege batterij.
Vraag uw audicien om de luidsprekerlter en/of de
microfoonbescherming te vervangen.
Het hoortoestel maakt een uitend geluid.
Plaats het hoortoestel opnieuw tot het goed zit.
Verlaag het volume.
Reinig het hoortoestel.
30
Problemen en mogelijke oplossingen
Het geluid klinkt vervormd.
Verlaag het volume.
Vervang de lege batterij.
Reinig het hoortoestel.
Vraag uw audicien om de luidsprekerlter en/of de
microfoonbescherming te vervangen.
Het hoortoestel geeft signaaltonen af.
Vervang de lege batterij.
Het hoortoestel werkt niet.
Schakel het hoortoestel in.
Sluit de batterijlade voorzichtig helemaal.
Vervang de lege batterij.
Controleer dat de batterij op de juiste manier is
geplaatst.
De inschakelvertraging is actief. Wacht enkele
seconden en controleer opnieuw.
Neem contact op met uw audicien als u verdere problemen
ondervindt.
31
SERVICE EN GARANTIE
Serienummers
Links:
Rechts:
Servicedatums
1: 4:
2: 5:
3: 6:
Garantie
Datum aankoop:
Garantieperiode in maanden:
Uw audicien
Art.nr. 109 43 394 / V2· 01.2021 · Technische veranderingen en fouten voorbehouden.
AS AUDIO-SERVICE GmbH
Alter Postweg 190 · 32584 Löhne · Germany
www.audioservice.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

AUDIOSERVICE Icon 12 G5 Handleiding

Type
Handleiding