Johannus symphonica 450 Handleiding

Type
Handleiding
Handleiding Symphonica 450
1
350
Handleiding Symphonica 450
2
Fabrikant Johannus Orgelbouw B.V.
Adres Keplerlaan 2
6716 BS EDE
Land Nederland
Telefoon +31 (0)318 63 74 03
Fax +31 (0)318 62 22 38
Website www.johannus.com
Documentversie 1.0
Datum December 2014
© 2014 Johannus Orgelbouw B.V.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd,
opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in
enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën,
opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van Johannus Orgelbouw B.V.
Handleiding Symphonica 450
3
INHOUDSOPGAVE
1 VEILIGHEID .................................................................................... 5
1.1 Veiligheidsvoorschriften ............................................................................. 5
1.2 Symbolen op het orgel ................................................................................ 5
1.3 Symbolen in deze handleiding .................................................................... 5
1.4 Transport en opslag .................................................................................... 5
2 INSTALLATIE................................................................................... 6
2.1 Plaatsen en aansluiten ................................................................................ 6
2.1.1 Installatie orgel ............................................................................................. 6
2.1.2 Installatie lessenaar ...................................................................................... 7
2.2 Inschakelen ................................................................................................. 7
3 BESCHRIJVING VAN HET ORGEL ...................................................... 8
3.1 Overzicht hoofdonderdelen........................................................................ 8
3.2 Overzicht speeltafel .................................................................................... 9
3.3 Aansluiten en inschakelen van randapparatuur ....................................... 10
3.4 Externe aansluitingen ............................................................................... 10
4 BEDIENING ....................................................................................11
4.1 Volume instellingen .................................................................................. 11
4.2 Zweltreden ................................................................................................ 11
4.3 Akoestiek .................................................................................................. 11
4.4 Adaptive Ambiance System ...................................................................... 12
4.5 Intonaties .................................................................................................. 12
4.6 Registers ................................................................................................... 13
4.7 Koppels ..................................................................................................... 13
4.8 Speelhulpen .............................................................................................. 14
4.9 Voorgeprogrammeerde geheugenplaatsen ............................................. 16
4.10 Setzer geheugenplaatsen ......................................................................... 16
4.11 Crescendo pedaal ..................................................................................... 17
4.12 Quick Access ............................................................................................. 17
4.12.1 Programmeermodus crescendo pedaal ..................................................... 17
4.12.2 Klaviertoewijzing orchestrals ..................................................................... 18
5 JOHANNUS MENU .........................................................................19
5.1 Ambiance .................................................................................................. 19
5.2 Crescendo ................................................................................................. 19
5.3 Datadump ................................................................................................. 20
5.4 Demo Songs .............................................................................................. 21
5.5 Expression Pedals ..................................................................................... 21
5.6 Keyboard Config ....................................................................................... 22
5.7 Key Volumes ............................................................................................. 23
5.8 MIDI Config ............................................................................................... 25
5.9 Orchestrals ................................................................................................ 25
5.10 Reset Procedures ...................................................................................... 26
5.11 Reverb Settings ......................................................................................... 27
5.12 Startup Settings ........................................................................................ 27
5.13 Temperaments.......................................................................................... 30
5.14 Tracker Action ........................................................................................... 31
5.15 Tuning ....................................................................................................... 32
Handleiding Symphonica 450
4
5.16 Tweeter Settings ....................................................................................... 32
5.17 Version ...................................................................................................... 33
6 OPTIONELE VOICE PAKKETTEN ......................................................34
6.1 Premium Voice Pakket .............................................................................. 34
6.2 Platinum Voice Pakket .............................................................................. 34
6.3 Eigenschappen per stem........................................................................... 34
6.4 Uitsluitingen .............................................................................................. 41
7 ONDERHOUD, STORINGEN EN GARANTIE ......................................42
7.1 Onderhoud ................................................................................................ 42
7.1.1 Onderhoud meubel .................................................................................... 42
7.1.2 Onderhoud manualen ................................................................................ 42
7.2 Storingen ................................................................................................... 42
7.3 Garantie .................................................................................................... 42
8 MIDI IMPLEMENTATIES .................................................................43
8.1 MIDI implementatiekaart ......................................................................... 43
8.2 MIDI specificaties ...................................................................................... 44
Handleiding Symphonica 450
5
1 VEILIGHEID
1.1 Veiligheidsvoorschriften
1.2 Symbolen op het orgel
Waarschuwing
Waarschuwing voor elektrische schok
Waarschuwing voor elektrostatisch gevoelige componenten
1.3 Symbolen in deze handleiding
Waarschuwing of belangrijke informatie
Opmerking
1.4 Transport en opslag
Let bij transport en opslag op de volgende aspecten:
1. Verwijder de lessenaar en het pedaal van het orgel.
2. Relatieve luchtvochtigheid binnen de opslagruimte: 40 tot 60%.
Plaats het orgel op een horizontale en stabiele ondergrond.
Sluit het orgel aan op een wandcontactdoos met randaarde.
Schakel het orgel uit als het niet in gebruik is.
Plaats het orgel niet in een vochtige ruimte.
Stel het orgel niet bloot aan vloeistoffen.
Volg de aanwijzingen en voorschriften in deze gebruikershandleiding.
Bewaar deze gebruikershandleiding bij het orgel.
Alleen een door Johannus Orgelbouw B.V. geautoriseerde technicus mag het
orgel openen. Het orgel bevat elektrostatisch gevoelige componenten. De
garantie vervalt als niet-geautoriseerden het orgel openen.
Handleiding Symphonica 450
6
2 INSTALLATIE
2.1 Plaatsen en aansluiten
2.1.1 Installatie orgel
1. Plaats het orgel op een horizontale en stabiele ondergrond.
2. Laat het orgel iets naar achter hellen.
3. Schuif het pedaal (D) tegen het orgel aan.
4. Zet het orgel recht.
5. Installeer de lessenaar (A) op het bovenblad van het orgel. Zie §2.1.2
installatie lessenaar.
6. Plaats de orgelbank (C) over het pedaal (D).
7. Controleer of de netspanning van het orgel overeenkomt met de netspanning
van uw stroomnet. Zie serieplaat (B).
8. Sluit het orgel aan op een wandcontactdoos met randaarde.
Handleiding Symphonica 450
7
2.1.2 Installatie lessenaar
2.2 Inschakelen
Schakel het orgel in met de sleutelschakelaar
rechts naast de manualen.
Wacht enkele seconden. Het opstarten van de
bedieningsfuncties en de instellingen kost enige
tijd.
De lampjes van de SET- en de 0-knoppen en de
standaard ingestelde functies gaan branden.
De instellingen verschijnen op de display.
1. Draai de bijgeleverde schroeven (A)
handmatig in de opening van de
lessenaar lat (B), tot ze 2mm aan de
onderkant uitsteken (C).
2. Plaats de lessenaar op de juiste positie
op het orgel met de schroefpunten in
de voorgeboorde schroefgaten.
3. Draai de schroeven met een
schroevendraaier verder vast, totdat de
lessenaar stevig bevestigd is.
Het gebruik van een elektrische schroevendraaier wordt afgeraden.
Handleiding Symphonica 450
8
3 BESCHRIJVING VAN HET ORGEL
3.1 Overzicht hoofdonderdelen
A
Lessenaar
B
Hogetonenluidsprekers
C
Luidsprekers
D
Orgelbank
E
Zweltreden
F
Crescendo pedaal
G
Pedaal
H
Surround luidsprekers
I
Subwoofer systeem
Handleiding Symphonica 450
9
3.2 Overzicht speeltafel
Pedaalregisters
S
TRANS.: Transpositeur
Positiefregisters
T
- en + knoppen
Hoofdwerkregisters
U
CR: Crescendo
Zwelwerkregisters
V
MENU
Tremulanten
W
0: Recall/Cancel
Display
X
Manuaal Positief
Koppels
Y
Manuaal Hoofdwerk
VOL.: Generaal Volume
Z
Manuaal Zwelwerk
REV.: Galm Volume
AA
Sleutelschakelaar
SET
AB
Solostemmen
KW: Klavierwissel
(Premium/Platinum Voice Pakket)
Setzer geheugenplaatsen
AC
MIDI registers
Voorgeprogrammeerde
geheugenplaatsen
AD
Orkeststemmen
(Platinum Voice Pakket)
0: Recall/Cancel
AE
Intonatiestijlen
TA: Tongwerken Af
AF
Intonatievariaties
CH: Chorus
AG
S/S: Generaal Zwel
MB: Manuaal Bas
AH
SEQ- en SEQ+ knoppen
CF: Cantus Firmus
Handleiding Symphonica 450
10
3.3 Aansluiten en inschakelen van randapparatuur
U kunt randapparatuur (bijvoorbeeld een MIDI-apparaat) aansluiten op het orgel.
1. Schakel het orgel en de randapparatuur uit.
2. Sluit de randapparatuur aan op het orgel.
3. Schakel de randapparatuur in.
4. Schakel het orgel in.
3.4 Externe aansluitingen
De externe aansluitingen bevinden zich links onder de speeltafel.
MIDI IN: Een ingang bestemd voor het ontvangen van MIDI-codes van andere
apparaten.
MIDI MOD: Een programmeerbare MIDI-uitgang om bijvoorbeeld een sound
module of expander aan te sluiten.
MIDI SEQ: Een niet-programmeerbare MIDI-uitgang om bijvoorbeeld een
Johannus MIDI Sequencer+ of PC (met bijvoorbeeld het optionele Johannus
Intonat programma) aan te sluiten.
AUX IN: Een stereo audio ingang bestemd om het geluid van een extern apparaat
via de versterkers van het orgel te laten klinken. Zo kan bijvoorbeeld een
expander, die via de MIDI MOD. op het orgel is aangesloten, via de luidsprekers
van het orgel worden weergegeven.
AUX OUT: Een stereo audio uitgang bestemd voor het aansluiten van een extern
apparaat (bijvoorbeeld versterker of opname apparaat).
PHONES: Een hoofdtelefoonaansluiting, geschikt voor een hoofdtelefoon met een
impedantie van 30 Ω of hoger (zie specificaties hoofdtelefoon).
Volg de instructies beschreven in de documentatie van de randapparatuur.
Bij het gebruik van de hoofdtelefoon worden de luidsprekers van het orgel
automatisch uitgeschakeld.
Handleiding Symphonica 450
11
4 BEDIENING
4.1 Volume instellingen
Generaal volume: Met de duimschakelaar VOL. kan het totale volume van het
orgel ingesteld worden (1-30).
1. Druk de VOL.-knop in.
2. Stel met de en de + knoppen het gewenste volume in. Het ingestelde
volume verschijnt op de display.
Galm volume: Met de duimschakelaar REV. kan het volume van het akoestiek
effect ingesteld worden (1-30).
1. Druk de REV.-knop in.
2. Stel met de en de + knoppen het gewenste galm volume in. Het
ingestelde volume verschijnt op de display.
4.2 Zweltreden
Het orgel beschikt in de standaard uitvoering over twee zweltreden waarvan
standaard een is ingesteld als zwelpedaal voor het Zwelwerk en een als crescendo
pedaal. Via het Johannus Menu is de functie van beide zweltreden te wijzigen, zie
§ 5.5 Expression Pedals.
Bediening van een zweltrede met zwelpedaalfunctie geeft naast een
volumewijziging ook een klankkleur wijziging. Hiermee wordt het effect van de
zwelkast van het pijporgel gesimuleerd.
Extra zweltrede (optioneel)
Indien het orgel is uitgevoerd met een optioneel Deluxe Pakket is er een extra
zweltrede aanwezig. Deze extra zweltrede is standaard ingesteld als zwelpedaal
voor het Positief, Hoofdwerk en Pedaal. Via het Johannus Menu is deze functie te
wijzigen, zie § 5.5 Expression Pedals.
4.3 Akoestiek
Het orgel is uitgevoerd met het LIVEreverb akoestieksysteem waarmee een
natuurgetrouw akoestiekeffect wordt gerealiseerd door gebruik te maken van
galmopnames van bestaande kerken en concertzalen.
Druk de duimschakelaar REV. in en stel met behulp van de en de + knoppen het
gewenste volume van de galm in. Het ingestelde volume verschijnt op de display.
Met behulp van het Johannus Menu, de functie Reverb Settings, kunt u
kiezen uit 12 verschillende kerken en concertzalen.
In volgorde van galmlengte zijn dit:
Het instellen van het volume is alleen mogelijk zolang de VOL./REV.-knop brandt.
Handleiding Symphonica 450
12
St. Salviuskerk, Limbricht 2,5s
Zuidervermaning, Westzaan 2,5s
Feike Asmazaal, Johannus Ede 3,5s
Frogner Kirke, Oslo 3,5s
St. Jozef, Utrecht 4,5s
Plantagekerk, Zwolle 4,5s
Oude Kerk, Ede 5s
Oude Kerk, Amsterdam 5,5s
St. Peter, Bonn-Vilich 6s
Kruisverheffingskerk, Raalte 6,5s
Bovenkerk, Kampen 7,5s
Église Notre Dame, La Grand-Combe 8s
Zie § 5.11 Reverb Settings, punt b, voor de keuze van een kerk of concertzaal per
intonatiestijl en -variatie.
4.4 Adaptive Ambiance System
Adaptive Ambiance System is een functie die u in combinatie met LIVEreverb
het gevoel van de omgeving, de ruimte waarin u zich bevindt laat ervaren.
Het Adaptive Ambiance System laat u als het ware kiezen waar u in de kerk wilt
zitten om van de klank van uw orgel te genieten. Zoals u bij het bezoeken van een
orgelconcert de juiste plaats in de kerk uitzoekt waar de orgelklank het mooist
uitkomt. Voor de één is dat meer vooraan om ieder detail van de klank te horen,
voor de ander weer meer achter in de kerk om van de versmelting van de nagalm
met de orgelklank te genieten.
Er is keuze uit vier locaties:
Location Organ Console: u zit aan de speeltafel van het orgel
Location Front: u zit voorin de kerk
Location Center: u zit in het midden van de kerk
Location Rear: u zit achterin de kerk
Naast de keuze van de locatie heeft u ook de mogelijkheid om via de
duimschakelaar REV., het galm volume, de balans tussen de orgelklank en de
ambiance te regelen. Hoe meer nagalmvolume u geeft, hoe meer u de ingestelde
ambiance ervaart.
Met behulp van het Johannus Menu kunt u kiezen op welke locatie in de kerk u
wilt gaan ‘zitten’ om van uw orgel te genieten, zie § 5.1 Ambiance.
4.5 Intonaties
Het orgel beschikt over 12 intonaties, verdeeld in vier stijlen en drie variaties per stijl.
Handleiding Symphonica 450
13
De vier intonatiestijlen:
Romantisch (ROM.)
Symfonisch (SYM.)
Barok (BAR.)
Historisch (HIS.)
De drie intonatievariaties per stijl:
Standaard
Solo (SOLO)
Trio (TRIO)
Selecteer een intonatiestijl door de knop ROM., SYM., BAR. of HIS. in te drukken,
selecteer een intonatievariatie door de knop SOLO of TRIO in te drukken.
4.6 Registers
De registers worden geactiveerd via de trekregisters, via het
voorgeprogrammeerd geheugen of via het setzergeheugen. Het lampje van de
registerknop brandt als het betreffende register actief is.
De volgende hoofdgroepen registers zijn te onderscheiden:
Pedaal: Activeert de registers die bij het Pedaal horen.
Positief: Activeert de registers die bij het Positief horen.
Hoofdwerk: Activeert de registers die bij het Hoofdwerk horen.
Zwelwerk: Activeert de registers die bij het Zwelwerk horen.
Solo- en orkeststemmen (optioneel)
Indien het orgel is uitgevoerd met het optionele Premium of Platinum Voice
Pakket heeft u de beschikking over een aantal solo- en orkeststemmen.
Deze solo- en orkeststemmen worden geactiveerd via duimschakelaars tussen de
manualen. Het lampje van de duimschakelaar brandt als de desbetreffende solo-
of orkeststem actief is.
Zie hoofdstuk 6 Optionele Voice Pakketten voor meer informatie over de solo- en
orkeststemmen.
De solo- en orkeststemmen zijn standaard bespeelbaar vanaf een door de fabriek
bepaald klavier. Dit is door de gebruiker te wijzigen via Quick Access, zie § 4.12.2
Klaviertoewijzing orchestrals, en het Johannus Menu, zie § 5.9 Orchestrals.
4.7 Koppels
Manuaalkoppels:
POSITIEF HOOFDWERK (PS-HW):
Koppelt de toetsen van het Positief aan het Hoofdwerk.
Als SOLO of TRIO niet geactiveerd zijn is automatisch de standaard intonatie
gekozen.
Handleiding Symphonica 450
14
ZWELWERK HOOFDWERK (ZW-HW):
Koppelt de toetsen van het Zwelwerk aan het Hoofdwerk.
ZWELWERK POSITIEF (ZW-PS):
Koppelt de toetsen van het Zwelwerk aan het Positief.
Pedaalkoppels:
POSITIEF PEDAAL (PS-PD):
Koppelt de toetsen van het Positief aan het Pedaal.
HOOFDWERK PEDAAL (HW-PD):
Koppelt de toetsen van het Hoofdwerk aan het Pedaal.
ZWELWERK PEDAAL (ZW-PD):
Koppelt de toetsen van het Zwelwerk aan het Pedaal.
4.8 Speelhulpen
Generaal Zwel (S/S):
De Generaal Zwel laat het zwelpedaal voor het zwelwerk voor het gehele orgel
functioneren. Activeer de Generaal Zwel via de S/S-knop.
Sequence - en + (SEQ-, SEQ+)
Sequence is een functie om stapsgewijs setzergeheugenplaatsen op te roepen.
1. Kies de geheugenplaats van waaruit u wilt gaan stappen
(bijvoorbeeld geheugen niveau 2, plaats 2).
2. Druk op de SEQ- of SEQ+ -knop om naar de vorige respectievelijk volgende
geheugenplaats te gaan.
Klavierwissel (KW):
Klavierwissel is een functie om de manualen van het Positief en het Hoofdwerk
om te wisselen. Bij inschakeling is manuaal 1 het Hoofdwerk klavier en manuaal 2
het Positief klavier. Activeer de Klavierwissel via de KW-knop.
Tongwerken Af (TA):
Tongwerken Af is een functie om alle tongwerken in één keer uit te schakelen.
Zolang de functie is geactiveerd kunnen geen tongwerken worden ingeschakeld.
Bij het uitschakelen van de functie worden de tongwerken die aanstonden weer
ingeschakeld. Activeer de functie Tongwerken Af via de TA-knop.
Chorus (CH):
Chorus is een functie voor het licht verstemmen van de registers van het orgel om
het een bredere en meer levendige klank te geven. Activeer de Chorus via de CH-
knop.
Manuaal Bas (MB):
Koppelt het Pedaal monofoon aan het Hoofdwerk. Alleen de laagst gespeelde
toets op het Hoofdwerk wordt van het Pedaal naar het Hoofdwerk gekoppeld.
Als geen van de zweltreden is ingesteld als zwelpedaal voor het Zwelwerk is
de knop S/S niet te activeren.
Handleiding Symphonica 450
15
Wordt alleen de laagste toets van een akkoord losgelaten, valt de door de
Manuaal Bas geactiveerde toets weg totdat opnieuw een laagste toets gespeeld
wordt. Dit om hinderlijk "springen" van bastoetsen te voorkomen.
Activeer de Manuaal Bas via de MB-knop.
Cantus Firmus (CF):
Cantus firmus: Latijn voor ‘vaste stem’ of ‘uitkomende stem’.
Koppelt het Zwelwerk monofoon aan het Hoofdwerk. Alleen de hoogst gespeelde
toets op het Hoofdwerk wordt van het Zwelwerk naar het Hoofdwerk gekoppeld.
Met gebruik van een soloregistratie op het Zwelwerk wordt, spelend op alleen het
Hoofdwerk, een solo gehoord.
Wordt alleen de hoogste toets van een akkoord losgelaten, valt de door de Cantus
Firmus geactiveerde toets weg totdat opnieuw een hoogste toets gespeeld wordt.
Dit om hinderlijk "springen" van solo toetsen te voorkomen.
Activeer de Cantus Firmus via de CF-knop.
Transpositeur (TRANS.):
De functie Transpositeur verschuift de toonhoogte in
halve toonafstanden (van -8 tot +8). De ingestelde
verschuiving is op de display af te lezen (Trans: …).
1. Druk de TRANS.-knop in.
2. Stel met de - en de + knoppen de gewenste
toonhoogte in.
3. Indien de wijziging vastgezet dient te worden: druk de SET-knop in zolang de
TRANS.-knop brandt.
Crescendo (CR):
Is een functie voor het in- en uitschakelen van het Crescendo pedaal. Zie § 4.11
Crescendo Pedaal.
Recall / Cancel functie (0):
Met de 0-knop kunnen registraties op twee niveaus ongedaan gemaakt worden:
1. De 0-knop kort indrukken: alleen de laatste wijziging wordt geannuleerd.
2. De 0-knop lang indrukken: Alle registraties worden uitgeschakeld.
Gebruik de Manuaal Bas niet gelijktijdig met pedaalspel om dubbele pedaaltonen
te voorkomen.
Gebruik de Cantus Firmus niet gelijktijdig met de koppel ZWELWERK -
HOOFDWERK. Hierdoor wordt de solofunctie van de Cantus Firmus ongedaan
gemaakt.
Handleiding Symphonica 450
16
4.9 Voorgeprogrammeerde geheugenplaatsen
Voorgeprogrammeerde geheugenplaatsen zijn beschikbaar via de knoppen PP t/m
T. Deze zes geheugenplaatsen hebben een fabrieksinstelling (preset) passend bij
het zachte pianissimo tot het sterke tutti.
Oproepen van een voorgeprogrammeerde geheugenplaats:
Druk een voorgeprogrammeerde geheugenplaats (PP t/m T) in. De actieve
registers lichten op.
Programmeren van een voorgeprogrammeerde geheugenplaats:
1. Selecteer de gewenste registers.
2. Druk de SET-knop in en houd deze ingedrukt.
3. Druk de gewenste voorgeprogrammeerde geheugenplaats (PP-T) in.
4. Laat de SET-knop los.
4.10 Setzer geheugenplaatsen
Met behulp van het setzergeheugen kan met één
knop een registratie actief gemaakt worden. Het
setzergeheugen bestaat uit 75 niveaus. Deze niveaus
zijn op de display te zien (Mem:). Elk niveau heeft
acht geheugenplaatsen (knoppen 1 t/m 8). De in
totaal 600 setzergeheugenplaatsen zijn leeg bij
aanvang en zelf te programmeren.
Programmeren van een setzergeheugenplaats:
1. Selecteer de gewenste registers.
2. Kies met de - en + knoppen voor een niveau (1-75) op de display.
3. Druk de SET-knop in en houd deze vast.
4. Druk de gewenste geheugenplaats (1-8) in.
5. Laat de SET-knop los.
Oproepen van een setzergeheugenplaats:
1. Kies met de - en + knoppen voor een niveau (1-75) op de display.
2. Druk de gewenste geheugenplaats (1-8) in. De actieve registers lichten op.
De huidige instelling van de voorgeprogrammeerde geheugenplaats gaat verloren.
Hoewel het mogelijk is elke willekeurige registratie onder een knop van een
voorgeprogrammeerde geheugenplaats op te slaan is het aan te raden een
registratie passend bij de tekst van de knop te kiezen.
De instelling van de setzergeheugenplaats gaat verloren.
Handleiding Symphonica 450
17
4.11 Crescendo pedaal
Met een crescendo pedaal kunnen verschillende registraties in 20 stappen
worden ingeschakeld. Deze registraties beginnen bij zeer zacht (pianissimo) tot
zeer sterk (tutti).
De standaard ingestelde registercombinaties van de crescendo pedaal stappen
kunnen worden gewijzigd door de gebruiker. Zie § 5.2 Crescendo.
Activeren van het crescendo pedaal
Als het crescendo pedaal niet is geactiveerd staat de
melding Cresc:Off op de display.
Activeer het crescendo pedaal door de CR-knop in te
drukken. De display geeft aan welke stap is ingesteld.
Crescendo pedaal als extra zwelpedaal
Het crescendo pedaal kan ook als zwelpedaal worden ingesteld. Zie hiervoor § 5.5
Expression Pedals. Als het crescendo pedaal als zwelpedaal is ingesteld zijn alle
functies van het crescendo pedaal uitgeschakeld.
4.12 Quick Access
Quick Access (snelle toegang) is een functie om snel toegang te krijgen tot
bepaalde functies van het orgel.
4.12.1 Programmeermodus crescendo pedaal
Het tegelijk indrukken van de SET- en de CR-knop brengt u direct in de
programmeermodus van het crescendo pedaal. Zie § 5.2 Crescendo, punt 4 voor
de vervolgstappen.
Met de knoppen SEQ- en SEQ+ kunnen in stappen van één een lagere
respectievelijk hogere geheugenplaats gekozen worden. De verlichte
geheugenplaatsknop en de display geven aan welke plaats geselecteerd is.
Deze functie is niet beschikbaar als het crescendo pedaal is ingesteld
als zwelpedaal.
Handleiding Symphonica 450
18
4.12.2 Klaviertoewijzing orchestrals
Druk de SET-knop in tegelijk met een knop van een
solo- of orkeststem, bijvoorbeeld Panfluit. Op de
display verschijnt de ingestelde toewijzing.
Druk een toets in van het manuaal of pedaal waaraan
de betreffende solo- of orkeststem moet worden
toegewezen, of druk de SET- of MENU-knop in om de
toewijzing ongewijzigd te laten.
Deze functie is alleen beschikbaar als het orgel is voorzien van het
optionele Premium of Platinum Voice Pakket.
Handleiding Symphonica 450
19
5 JOHANNUS MENU
In het Johannus Menu kunnen diverse functies van het orgel ingesteld worden.
Druk de MENU-knop in om het Johannus Menu op de display te activeren.
Gebruik de - en + knoppen om in het menu te navigeren.
Gebruik de SET-knop om een keuze te bevestigen.
Gebruik de MENU-knop om te annuleren of een stap terug in het menu te doen.
Het Johannus Menu bestaat uit de volgende functies:
Functies
Nederlandse vertaling
Meer informatie
Ambiance
Ruimtebeleving
§ 5.1
Crescendo
Crescendo
§ 5.1
Datadump
Gegevens dump
§ 5.3
Demo Songs
Muziek demo’s
§ 5.4
Expression Pedals
Zweltreden
§ 5.5
Keyboard Config
Manuaal instelling
§ 5.6
Key Volumes
Toets volumes
§ 5.7
MIDI Config
MIDI instelling
§ 5.8
Orchestrals
Orkeststemmen
§ 5.9
Reset Procedures
Herstel procedures
§ 5.10
Reverb Settings
Akoestiek instellingen
§ 5.11
Startup Settings
Opstart instellingen
§ 5.12
Temperaments
Stemmingen
§ 5.13
Tracker action
Mechaniek
§ 5.14
Tuning
Toonhoogte
§ 5.15
Tweeter settings
Hogetonenluidspreker instellingen
§ 5.16
Version
Versie
§ 5.17
5.1 Ambiance
Adaptive Ambiance System is een functie die in combinatie met LIVEreverb de orgelklank in
de ruimte plaatst. Er is keuze uit vier locaties: aan de speeltafel, voor-, midden- of achterin de
kerk.
1. Druk de MENU-knop in.
2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Ambiance op de display.
3. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnen de vier keuzemogelijkheden
met een pijl voor de actuele keuze.
4. Selecteer met de - en + knoppen de gewenste keuze.
5. Druk de SET-knop in ter bevestiging.
6. Druk de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
5.2 Crescendo
Het crescendo pedaal heeft 20 vooringestelde registraties, oplopend van zeer zacht
(pianissimo) tot zeer sterk (tutti). Deze vooringestelde registraties kunnen gewijzigd worden.
Stap 0 van het crescendo pedaal is niet te wijzigen.
Handleiding Symphonica 450
20
1. Druk de MENU-knop in.
2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Crescendo op de display.
3. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt de eerste stap van het
crescendo pedaal.
4. Selecteer met de - en + knoppen de stap die gewijzigd moet worden.
5. Wijzig de registratie en druk op de SET-knop om de wijziging in het geheugen
vast te leggen.
6. Herhaal punten 4 en 5 als nog meer crescendo pedaal stappen gewijzigd
moeten worden.
7. Druk twee maal de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
5.3 Datadump
De functie Datadump zendt een aantal instellingen van het orgel via de MIDI SEQ.- uitgang
naar een opslagmedium (bijvoorbeeld de Johannus MIDI Sequencer+). Zie § 3.4 Externe
aansluitingen.
De instellingen die gezonden worden zijn: de inhoud van alle setzer geheugenplaatsen en alle
instellingen die u via het Johannus Menu kunt programmeren uitgezonderd de Key Volumes
(toets volumes). Key Volumes instellingen zijn een onderdeel van de intonatiegegevens. Deze
kunnen door de optionele Johannus Intonat software worden ontvangen.
a. Instellingen zenden
1. Druk de MENU-knop in.
2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Datadump op de display.
3. Druk de SET-knop in. De tekst Press SET to send data verschijnt
op de display.
4. Controleer of het opslagmedium, bijvoorbeeld Johannus MIDI Sequencer+,
goed is aangesloten.
5. Druk de SET-knop in. Gedurende het versturen van de data verschijnt op de
display Sending data. Het versturen van de data duurt enige tijd.
6. Als de datadump compleet is wordt automatisch terug gegaan naar het
hoofdmenu.
7. Druk de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
b. Instellingen ontvangen
Verzeker u ervan alleen databestanden te gebruiken die van hetzelfde
instrument afkomstig zijn. Het ontvangen van databestanden van andere
instrumenten kan leiden tot ernstige verstoring van de werking van het
instrument.
Gebruik het orgel niet als de tekst Sending data op de display staat.
Het ontvangen van een data pakket door het orgel staat los van het
Johannus Menu en kan gedaan worden op ieder moment dat het orgel
aan staat, behalve tijdens het afspelen van een muziek demo.
Handleiding Symphonica 450
21
1. Controleer of het opslagmedium, bijvoorbeeld Johannus MIDI Sequencer+,
met het eerder opgenomen databestand goed is aangesloten.
2. Start het verzenden van het databestand op de sequencer. Op de display van
het orgel verschijnt de melding dat een databestand wordt ontvangen.
3. Als het ontvangen van het databestand gereed is wordt automatisch terug
gekeerd naar het basisscherm.
5.4 Demo Songs
De functie Demo Songs speelt twaalf verschillende muziek demo’s af.
1. Druk de MENU-knop in.
2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Demo Songs op de display.
3. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt een lijst met beschikbare
muziek demo’s.
4. Kies met de - en + knoppen een van de twaalf muziek demo’s.
5. Druk de SET-knop in om de muziek demo te selecteren.
6. Kies met de - en + knoppen of alleen de geselecteerde muziek demo
afgespeeld moet worden (play one demo) of alle muziek demo’s (play
all demo’s).
7. Druk de SET-knop in om het afspelen van de geselecteerde muziek demo(’s)
te starten. Op de display verschijnen de titel en de componist van de muziek
demo.
8. Druk na het afspelen van de muziek demo(’s) twee maal de MENU-knop in
om het Johannus Menu te verlaten.
5.5 Expression Pedals
De Symphonica 450 is uitgevoerd met PEPC™ (Programmable Expression Pedal Configuration).
Hiermee zijn de zweltreden naar eigen inzicht te configureren.
We onderscheiden twee soorten zweltreden:
Zwelpedaal: dynamiek door toe- en afname van volume. In een pijporgel
wordt dit bereikt door de lamellen van een zwelkast dicht of
open te doen. Zie ook § 4.2 Zweltreden.
Crescendo pedaal: dynamiek door toe- en afname van registers. Zie ook § 4.11
Crescendo pedaal.
Tijdens het afspelen van een muziek demo worden de bedieningsfuncties
van het orgel buiten gebruik gesteld, behalve de volgende functies:
a. Met de 0-knop is het afspelen van de demo song te stoppen.
b. Met de duimschakelaar VOL. is het totale orgelvolume aan te passen.
c. Met de duimschakelaar REV. is het galmvolume aan te passen.
Handleiding Symphonica 450
22
1. Druk de MENU-knop in.
2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Expression Pedals op de
display.
3. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnen de beschikbare zweltreden.
4. Selecteer met de - en + knoppen de zweltrede waarvan de instelling gewijzigd
moet worden.
5. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnen de beschikbare
mogelijkheden. Achter de mogelijkheden wordt met een ‘√’ de actuele
instelling aangegeven.
6. Selecteer met de - en + knoppen de gewenste instelling.
Ch: Zwelpedaal voor het Positief
Gt/Pd: Zwelpedaal voor het Hoofdwerk/Pedaal
Sw: Zwelpedaal voor het Zwelwerk
Cresc: Crescendo pedaal
7. Druk de SET-knop in. De pijl verspringt naar de keuze positie.
8. Selecteer met de - en + knoppen de gewenste werking van de zweltrede.
9. Druk de SET-knop in ter bevestiging.
10. Druk de MENU-knop in om terug te keren naar het Expression Pedals menu.
11. Herhaal eventueel stappen 4 tot en met 10 voor de overige zweltreden.
12. Druk twee maal de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
5.6 Keyboard Config
De functie Keyboard Config stelt de werking van de manuaaltoetsen in.
1. Druk de MENU-knop in.
2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Keyboard Config op de
display.
3. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnen de beschikbare manualen.
4. Kies met de - en + knoppen het manuaal waarvan de instelling gewijzigd
moet worden.
Choir: Positief
Great: Hoofdwerk
Swell: Zwelwerk
5. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnen de beschikbare opties.
6. Kies met de - en + knoppen een instelling voor de werking van de toetsen.
Automatic: Het manuaal is ingesteld op High. Als er een
programmeerbaar MIDI-register of optionele solo- of
orkeststem wordt geactiveerd, wordt het manuaal
automatisch ingesteld op Velocity.
High: De toetsen spreken aan als ze gering worden ingedrukt.
Low: De toetsen spreken aan als ze verder worden ingedrukt.
a. Een zweltrede kan voor meerdere werken tegelijk als zwelpedaal
ingesteld worden.
b. Een werk kan maar aan één zweltrede tegelijk gekoppeld worden.
c. Een zweltrede kan niet tegelijk als zwelpedaal en crescendo pedaal
ingesteld worden.
Handleiding Symphonica 450
23
Velocity: De toetsen zijn aanslaggevoelig.
7. Druk de SET-knop in. De manuaalinstelling wordt nu opgeslagen in het
geheugen. Op de display verschijnen weer de beschikbare manualen.
8. Herhaal stappen 4 - 7 om de instellingen van een ander manuaal te wijzigen
of druk twee maal de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
5.7 Key Volumes
Met de functie Key Volumes kan per register het toetsvolume worden aangepast.
De functie Key Volumes bestaat uit de volgende subfuncties:
a. Adjust: aanpassen toetsvolumes
b. Reset one stop: herstellen toetsvolumes van een register
c. Reset ALL stops: herstellen toetsvolumes van alle registers
a. Adjust
De subfunctie Adjust stelt het volume per toets, register en intonatiestijl in.
1. Schakel alle registers uit.
2. Selecteer een intonatiestijl of -variatie.
3. Druk de MENU-knop in.
4. Selecteer met de - en + knoppen de functie Key Volumes op de display.
5. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnen de subfuncties van de functie
Key Volumes.
6. Selecteer met de - en + knoppen de subfunctie Adjust en druk de SET-
knop in. Op de display verschijnt de vraag een register te kiezen waarvan de
toetsvolumes gewijzigd moeten worden.
7. Activeer één register. Op de display verschijnt de vraag een toets in te
drukken.
8. Druk één toets in op het corresponderende werk en houd de toets vast. Op
de display verschijnt achter Key: de toetsindicatie en achter Volume: het
volume.
9. Kies met de - en + knoppen het gewenste volume.
10. Druk de SET-knop in om de wijziging op te slaan. Op de display verschijnt de
vraag om bevestiging. Kies met de - en + knoppen voor No of Yes.
11. Druk de SET-knop in ter bevestiging.
12. Druk de MENU-knop in om terug te keren naar het Key Volumes menu.
13. Als de wijziging niet is opgeslagen verschijnt in de display Discard
changes?. Kies met de - en + knoppen voor Yes indien de wijzigingen niet
opgeslagen moeten worden en druk de SET-knop in. Ga naar punt 17.
Toetsvolumes van de optionele solo- en orkeststemmen kunnen niet
worden aangepast.
Als er om een pincode wordt gevraagd, is
de functie Key Volumes beveiligd op
verzoek van de eigenaar. Neem contact op
met de eigenaar of dealer om de pincode te achterhalen. Voer deze in door
gebruik te maken van de knoppen van het setzergeheugen en druk daarna
op de SET-knop.
Enter Code:
_ _ _ _
Handleiding Symphonica 450
24
14. Kies met de - en + knoppen voor No indien de wijzigingen alsnog opgeslagen
moeten worden en druk de SET-knop in.
15. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt de vraag of de wijzigingen
opgeslagen moeten worden.
16. Kies met de - en + knoppen voor Yes. Druk de SET-knop in ter bevestiging.
17. Druk drie maal de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
b. Reset one stop
De subfunctie Reset one stop herstelt de toetsvolumes voor één register in één
intonatiestijl of -variatie naar de fabrieksinstellingen.
1. Schakel alle registers uit.
2. Selecteer een intonatiestijl of -variatie.
3. Druk de MENU-knop in.
4. Selecteer met de - en + knoppen de functie Key Volumes op de display.
5. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnen de subfuncties van de functie
Key Volumes.
6. Selecteer met de - en + knoppen de subfunctie Reset one stop op de
display.
7. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt de vraag een register te kiezen
om te herstellen.
8. Activeer één register. Op de display verschijnt de vraag om bevestiging.
9. Kies met de - en + knoppen voor No of Yes.
10. Druk de SET-knop in ter bevestiging en om terug te keren naar het Key
Volumes menu.
11. Druk twee maal de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
c. Reset ALL stops
De subfunctie Reset ALL stops herstelt de toetsvolumes van alle registers in één
intonatiestijl of - variatie naar de fabrieksinstelling.
1. Selecteer een intonatiestijl of -variatie.
2. Druk de MENU-knop in.
3. Selecteer met de - en + knoppen de functie Key Volumes op de display.
4. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnen de subfuncties van de functie
Key Volumes.
Het is mogelijk meerdere toetsvolumes te wijzigen door een andere toets in
te drukken of een ander register te kiezen.
Als er om een pincode wordt gevraagd, is
de functie Key Volumes beveiligd op
verzoek van de eigenaar. Neem contact op
met de eigenaar of dealer om de pincode te achterhalen. Voer deze in door
gebruik te maken van de knoppen van het setzergeheugen en druk daarna
op de SET-knop.
Enter Code:
_ _ _ _
Handleiding Symphonica 450
25
5. Selecteer met de - en + knoppen de subfunctie Reset ALL stops op de
display.
6. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt de vraag om bevestiging.
7. Kies met de - en + knoppen voor No of Yes.
8. Druk de SET-knop in ter bevestiging en om terug te keren naar het Key
Volumes menu.
9. Druk twee maal de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
5.8 MIDI Config
MIDI is een protocol voor communicatie tussen het orgel en andere apparatuur, zoals
computer, Johannus MIDI Sequencer+ of andere muziekinstrumenten.
Met de programmeerbare MIDI-registers kunt u een willekeurige modulestem via een
willekeurig MIDI-kanaal (1-16) aansturen.
De vier programmeerbare delen van de MIDI-code zijn: Channel, MSB, LSB en Voice.
1. Druk de MENU-knop in.
2. Selecteer met de - en + knoppen de functie MIDI Config op de display.
3. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt de vraag een MIDI register te
activeren.
4. Selecteer het MIDI-register dat geprogrammeerd moet worden. Op de
display verschijnen nu de instellingen van het desbetreffende MIDI register
met de pijl bij de waarde van het MIDI-kanaal.
5. Selecteer met de - en + knoppen het gewenste MIDI-kanaal.
6. Druk de SET-knop in. De pijl verspringt naar de MSB waarde.
7. Selecteer met de - en + knoppen de gewenste MSB waarde.
8. Druk de SET-knop in. De pijl verspringt naar de LSB waarde.
9. Selecteer met de - en + knoppen de gewenste LSB waarde.
10. Druk de SET-knop in. De pijl verspringt naar de Voice waarde.
11. Selecteer met de - en + knoppen de gewenste Voice waarde.
12. Druk de SET-knop in. De gekozen waarden worden nu opgeslagen in het
geheugen. De pijl verspringt weer naar de waarde van het MIDI-kanaal.
13. Druk twee keer de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
5.9 Orchestrals
Menu item ‘ Orchestrals’ is alleen beschikbaar als het orgel is voorzien van
een Premium of Platinum Voice Pakket.
Als er om een pincode wordt gevraagd, is
de functie Key Volumes beveiligd op
verzoek van de eigenaar. Neem contact op
met de eigenaar of dealer om de pincode te achterhalen. Voer deze in door
gebruik te maken van de knoppen van het setzergeheugen en druk daarna
op de SET-knop.
Enter Code:
_ _ _ _
Handleiding Symphonica 450
26
Met een optionele Premium of Platinum Voice Pakket is het orgel voorzien van een aantal
solo- en orkeststemmen.
De solo- en orkeststemmen zijn standaard bespeelbaar vanaf een door de fabriek bepaald
klavier. Via het Johannus Menu is dit door de gebruiker te wijzigen.
1. Druk de MENU-knop in.
2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Orchestrals op de display.
3. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnen de solo- en orkeststemmen.
4. Selecteer met de - en + knoppen de solo- of orkeststem waarvan het klavier
gewijzigd moet worden.
5. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt de huidige klaviertoewijzing
van de solo- of orkeststem.
6. Druk een toets in van het klavier of pedaal waaraan u de solo- of orkeststem
wilt toewijzen. Op de display verschijnt de nieuwe toewijzing.
7. Druk drie maal de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
5.10 Reset Procedures
Met de functie Reset Procedures kunnen een aantal instellingen terug gezet worden naar de
fabrieksinstellingen.
1. Druk de MENU-knop in.
2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Reset Procedures op de
display.
3. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt een lijst van functies die naar
de fabrieksinstelling terug gezet kan worden.
4. Selecteer met de - en + knoppen de gewenste reset procedure:
Crescendo default: Zet de fabrieksinstelling van de 20
registercombinaties van het crescendo
pedaal terug.
Cust. Temperament def.: Zet de programmeerbare stemming naar
neutraal (gelijkzwevend).
Expression Pedals def.: Zet de fabrieksinstelling van de
zweltreden terug.
Memory default: Maakt het gehele setzergeheugen leeg.
MIDI default: Zet de fabrieksinstelling van de MIDI-
registers terug.
Preset default: Zet de fabrieksinstellingen van het
voorgeprogrammeerd geheugen terug.
Reverb default: Zet de fabrieksinstellingen van de galm
terug.
Tracker Action default: Zet de fabrieksinstelling van de
mechaniekgeluiden terug.
Tweeter Volume default: Zet de fabrieksinstelling van de
hogetonenluidsprekers terug.
Toewijzing van een solo- of orkeststem aan een klavier kan ook via de
functie Quick Access. Zie ook § 4.12 Quick Access.
Handleiding Symphonica 450
27
De volgende Reset procedures zijn alleen beschikbaar als het orgel is
voorzien van een optioneel Premium of Platinum Voice Pakket:
Orchestrals default: Zet de fabrieksinstelling van de solo- en
orkeststemmen terug.
Special Stop mode def.: Zet de speciale instellingen voor
sommige orkeststemmen terug naar de
fabrieksinstelling.
5. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt een vraag om bevestiging.
6. Kies met de - en + knoppen voor No of Yes en druk de SET-knop in ter
bevestiging en om terug te keren naar het Reset Procedures menu.
7. Druk twee maal de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
5.11 Reverb Settings
De Symphonica 450 is standaard uitgerust met het LIVEreverb nagalmsysteem. Met dit
systeem is het mogelijk om per intonatiestijl en -variatie een bijpassende nagalm te kiezen. Het
LIVEreverb systeem maakt gebruik van opnames van de akoestische eigenschappen van
beroemde kerken en concertzalen waardoor een zeer realistische nagalm wordt bereikt.
1. Gebruik de ROM., SYM., BAR., HIS., SOLO en TRIO knoppen om een
intonatiestijl of -variatie te activeren waarvan de galm gewijzigd moet
worden.
2. Druk de MENU-knop in.
3. Selecteer met de - en + knoppen de functie Reverb Settings op de
display.
4. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt een lijst met beschikbare
kerken en concertzalen met een pijl voor de ingestelde kerk of concertzaal.
5. Selecteer met de - en + knoppen de gewenste kerk of concertzaal.
6. Druk de SET-knop in om de keuze te bevestigen en om terug te keren naar
het Johannus Menu.
7. Druk de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
5.12 Startup Settings
Met de functie Startup Settings kunnen de volgende opstart instellingen gemaakt worden:
a. Chorus On/Off: Chorus aan of uit
b. Default Intonation: Intonatiestijl waarin het orgel opstart
c. Headphones / Aux-Out: Volume van de hoofdtelefoon / Aux-uitgang
d. Side Speakers: Volume Surround luidsprekers
e. Special Stops Mode: Instellingen voor speciale orkeststemmen
a. Chorus On/Off
Met Startup Setting Chorus On/Off wordt bepaald of de functie Chorus bij het
inschakelen van het orgel automatisch moet worden ingeschakeld.
1. Druk de MENU-knop in.
2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Startup Settings op de
display.
3. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt een lijst met opstart
instellingen.
Handleiding Symphonica 450
28
4. Selecteer met de - en + knoppen de instelling Chorus On/Off.
5. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt de ingestelde keuze. De
standaardkeuze is On.
6. Selecteer met de - en + knoppen de gewenste instelling.
7. Druk de SET-knop in ter bevestiging en om terug te keren naar het Startup
Settings menu.
8. Druk twee maal de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
b. Default Intonation
Met Startup Setting Default Intonation wordt bepaald welke intonatiestijl bij het
inschakelen van het orgel automatisch moet worden ingeschakeld.
1. Druk de MENU-knop in.
2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Startup Settings op de
display.
3. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt een lijst met opstart
instellingen.
4. Selecteer met de - en + knoppen de instelling Default Intonation.
5. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt een lijst met intonatiestijlen
met een pijl voor de ingestelde intonatiestijl.
6. Selecteer met de - en + knoppen de gewenste intonatiestijl.
7. Druk de SET-knop in ter bevestiging en om terug te keren naar het Startup
Settings menu.
8. Druk twee maal de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
c. Headphones / Aux-Out
Met Startup Setting Headphone / Aux-Out wordt bepaald op welke niveau het volume
van de hoofdtelefoon / Aux-uitgang tijdens het inschakelen van het orgel wordt
ingesteld.
1. Druk de MENU-knop in.
2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Startup Settings op de
display.
3. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt een lijst met opstart
instellingen.
4. Selecteer met de - en + knoppen de instelling Headphones / Aux out.
5. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt het ingestelde niveau.
6. Selecteer met de - en + knoppen het gewenste niveau.
7. Druk de SET-knop in ter bevestiging en om terug te keren naar het Startup
Settings menu.
8. Druk twee maal de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
d. Side Speakers
Met Startup Setting Side Speakers wordt bepaald op welke niveau het volume van
de Surround luidsprekers tijdens het inschakelen van het orgel wordt ingesteld.
1. Druk de MENU-knop in.
2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Startup Settings op de
display.
Handleiding Symphonica 450
29
3. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt een lijst met opstart
instellingen.
4. Selecteer met de - en + knoppen de functie Side Speakers.
5. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnen de instellingen voor de linker-
en rechterluidspreker.
6. Selecteer met de - en + knoppen de zijde waarvan het niveau gewijzigd moet
worden.
7. Druk de SET-knop in. De aanwijzer verspringt naar het ingestelde niveau.
8. Selecteer met de - en + knoppen het gewenste niveau.
9. Druk de SET-knop in ter bevestiging en om terug te keren naar het Side
Speakers menu.
10. Druk drie maal de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
e. Special Stops Mode
Met Startup Setting Special Stops Mode kunnen speciale instellingen gemaakt
worden die worden ingeschakeld bij gebruik van de Harpsichord, Harp en Piano.
Als eerste kan bepaald worden of de functie Special Stops Mode moet worden
ingeschakeld.
Na inschakeling zijn de volgende functies in te stellen:
Reverb Program: galmprogrammakeuze
Reverb Volume : galmvolume
Tweeter Settings: volume hogetonenluidsprekers
1. Druk de MENU-knop in.
2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Startup Settings op de
display.
3. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt een lijst met opstart
instellingen.
4. Selecteer met de - en + knoppen de functie Special Stops Mode.
5. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt de mogelijkheid tot het in- of
uitschakelen van de functie Special Stops Mode. Ga door met punt 6 als de
functie Special Stops Mode moet worden ingeschakeld. Ga naar punt 12 als
de functie Special Stops Mode niet moet worden ingeschakeld.
6. Selecteer met de - en + knoppen Enabled om de functie Special Stops
Mode in te schakelen.
7. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt een lijst met functies.
8. Selecteer met de - en + knoppen de functie waarvan de instelling veranderd
moet worden.
9. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt de ingestelde waarde voor de
gekozen functie.
Deze functie is alleen beschikbaar als het orgel voorzien is van het optionele
Platinum Voice Pakket.
Om een juiste balans van de surround sound te behouden is het raadzaam
beide zijden op een gelijk niveau in te stellen. Gebruik alleen ongelijke
niveaus om volumeverschillen door bijvoorbeeld reflecterende voorwerpen
aan een zijde te corrigeren.
Handleiding Symphonica 450
30
10. Selecteer met de - en + knoppen de gewenste waarde van de gekozen
functie. Druk de SET-knop in ter bevestiging en om terug te keren naar het
Special Stops Mode menu.
11. Druk twee maal de MENU-knop in om terug te keren naar het Startup
Settings menu. Ga naar punt 14.
12. Selecteer met de - en + knoppen Disabled om de functie Special Stops
Mode uit te schakelen.
13. Druk de SET-knop in ter bevestiging en om terug te keren naar het Startup
Settings menu.
14. Druk twee maal de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
5.13 Temperaments
De functie Temperaments stelt de stemmingskeuze in. De gekozen stemming is af te lezen op
de display achter de tekst Temp:.
Er kan uit elf stemmingen gekozen worden:
Equal (normale of gelijkzwevende stemming)
Young II
Vallotti
Kirnberger III
Kirnberger II
Neidhardt III
Werckmeister III
1/6 Meantone (1/6 komma middentoonstemming)
1/5 Meantone (1/5 komma middentoonstemming)
1/4 Meantone (1/4 komma middentoonstemming)
Pythagorean
Naast deze elf stemmingen is het mogelijk een eigen stemming te maken:
Custom (vrij programmeerbare stemming)
Kiezen van een stemming:
1. Druk de MENU-knop in.
2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Temperaments op de display.
3. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt een lijst met beschikbare
stemmingen. De pijl laat zien welke stemming actueel is.
4. Selecteer met de - en + knoppen de gewenste stemming.
5. Druk de SET-knop in om de wijziging op te slaan en om terug te keren naar
het Johannus Menu.
6. Druk de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
Maken van een eigen stemming:
Met deze functie is het mogelijk een eigen stemming te maken. Elke toets kan in
stappen van 1 cent worden verstemd met een minimum van -50 en een maximum
van 50 cents.
Handleiding Symphonica 450
31
1. Druk de MENU-knop in.
2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Temperaments op de display.
3. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt een lijst met beschikbare
stemmingen. De pijl laat zien welke stemming actueel is.
4. Selecteer met de - en + knoppen de functie Custom Programming.
5. Druk de SET-knop in.
6. Druk een toets in van het middelste octaaf van het Hoofdwerk en houd deze
ingedrukt. Op de display is de ingedrukte toets af te lezen met de
stemmingsafwijking. Deze afwijking is aangegeven in cents ten opzichte van
de gelijkzwevende temperatuur.
7. Kies met behulp van de - en + knoppen de gewenste toonhoogte van de
ingedrukte toets.
8. Herhaal eventueel stappen 6 en 7 voor de overige toetsen van het middelste
octaaf.
9. Druk twee maal de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
5.14 Tracker Action
Met Tracker Action worden samples van het klepperen’ van de toetsmechaniek van pijporgels
afgespeeld bij het indrukken van toetsen.
Met de functie Tracker Action kan per intonatiestijl en manuaal het volume van de Tracker
Action worden ingesteld.
1. Kies met behulp van de knoppen ROM., SYM., BAR. of HIS. een intonatiestijl.
2. Druk de MENU-knop in.
3. Selecteer met de - en + knoppen de functie Tracker Action op de
display.
4. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt een lijstje van de werken met
daarachter het ingestelde volume van de tracker action.
5. Selecteer met de - en + knoppen het werk waarvan het volume van de
tracker action gewijzigd moet worden.
6. Druk de SET-knop in. De pijl verspringt naar het ingestelde volume.
7. Kies met de - en + knoppen het gewenste volume.
8. Druk de SET-knop in om het ingestelde volume te programmeren. De pijl
springt terug naar de werkkeuze.
9. Herhaal eventueel stappen 5 tot en met 8 om het volume van de tracker
action van een ander werk te wijzigen of druk op de knop van een andere
intonatiestijl om de instellingen van die stijl te veranderen.
10. Druk twee maal de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
Tracker Action is niet hoorbaar als op het desbetreffende klavier of pedaal een
solo- of orkeststem is ingeschakeld.
De programmeerbare stemming is via de reset procedure Cust.
Temperament def.
weer terug te zetten naar gelijkzwevend temperatuur. Zie
§ 5.10 Reset Procedures.
De veranderingen die op het middelste klavier van het hoofdwerk gemaakt
zijn worden automatisch doorgevoerd op het gehele orgel.
Handleiding Symphonica 450
32
5.15 Tuning
Met de functie Tuning kan de toonhoogte van het orgel in stappen van 1 Hz verschoven
worden van 426 Hz tot 454 Hz (standaard toonhoogte is a = 440 Hz).
De ingestelde toonhoogte is op de display af te lezen direct achter de transpositeur instelling.
1. Druk de MENU-knop in.
2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Tuning op de display.
3. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt de huidige tuning-instelling
achter de actuele transposer instelling (Tune: ...Hz).
4. Kies met de - en + knoppen de gewenste toonhoogte.
5. Druk de SET-knop in. De gekozen instelling wordt opgeslagen in het geheugen
en er wordt terug gekeerd naar het Johannus Menu.
6. Druk de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
5.16 Tweeter Settings
Met de functie Tweeter Settings kan per intonatiestijl het volume en de functionaliteit van de
hogetonenluidsprekers worden ingesteld.
a. Volume hogetonenluidsprekers aanpassen
1. Druk de MENU-knop in.
2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Tweeter Settings op de
display.
3. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt de huidige instelling van de
functionaliteit van de hogetonenluidsprekers.
4. Selecteer met de knoppen ROM., SYM., BAR. of HIS. de gewenste
intonatiestijl. Kies met de - en + knoppen voor On (default).
5. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt het ingestelde volume van de
hogetonenluidsprekers.
6. Selecteer met de - en + knoppen het gewenste volume.
7. Druk de SET-knop in. De gekozen instelling wordt opgeslagen in het geheugen
en er wordt terug gekeerd naar het Johannus Menu.
8. Herhaal eventueel stap 3 - 7 om de instelling van een andere intonatiestijl te
wijzigen of druk de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
b. Hogetonenluidsprekers uitschakelen
1. Druk de MENU-knop in.
2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Tweeter Settings op de
display.
3. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnt de huidige instelling van de
functionaliteit van de hogetonenluidsprekers.
4. Selecteer met de knoppen ROM., SYM., BAR. of HIS. de gewenste
intonatiestijl. Kies met de - en + knoppen voor Off.
5. Druk de SET-knop in. De gekozen instelling wordt opgeslagen in het geheugen
en er wordt terug gekeerd naar het Johannus Menu.
6. Herhaal eventueel stap 3 - 5 om de instelling van een andere intonatiestijl te
wijzigen of druk de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
Handleiding Symphonica 450
33
5.17 Version
Met de functie Version kan het versienummer van de software van het orgel uitgelezen
worden.
1. Druk de MENU-knop in.
2. Selecteer met de - en + knoppen de functie Version op de display.
3. Druk de SET-knop in. Op de display verschijnen de gegevens over de
softwareversie van het orgel.
4. Druk twee maal de MENU-knop in om het Johannus Menu te verlaten.
Handleiding Symphonica 450
34
6 OPTIONELE VOICE PAKKETTEN
Indien het orgel is uitgevoerd met het optionele Premium of Platinum Voice Pakket heeft u de
beschikking over een aantal solo- en orkeststemmen (Orchestrals).
6.1 Premium Voice Pakket
Het Premium Voice Pakket bestaat uit de volgende solostemmen:
Chimes: buisklokken
Flute: fluit
Panflute: panfluit
Tuba: tuba
Trumpet: trompet
Oboe: hobo
Clarinet: klarinet
6.2 Platinum Voice Pakket
Het Platinum Voice Pakket bestaat uit de solostemmen van het Premium Voice Pakket
aangevuld met de volgende orkeststemmen:
Gospel Organ I: gospel orgel met ‘full organ’ geluid, met Leslie effect
Gospel Organ II: gospel orgel met ‘jazz organ’ geluid, met Leslie effect
Piano I: vleugel met bereik van 5 octaven
Piano extended: vleugel met bereik van 7 octaven
Harp: harp
Harpsichord: klavecimbel
Strings: strijkorkest
De solo- en orkeststemmen zijn standaard bespeelbaar vanaf een door de fabriek bepaald
klavier. Dit is door de gebruiker te wijzigen via Quick Access, zie § 4.12.2 Klaviertoewijzing
orchestrals, en het Johannus Menu, zie § 5.9 Orchestrals.
6.3 Eigenschappen per stem
Verklaring gebruikte begrippen:
- De omvang van de solo- of orkeststemmen wordt als volgt aangegeven:
Eerste octaaf orgelklavier: Groot octaaf C - B
Tweede octaaf orgelklavier: Klein octaaf c - b
Derde octaaf orgelklavier: Eén-gestreept octaaf c’ - b’
Vierde octaaf orgelklavier: Twee-gestreept octaaf c’’ - b’’
Vijfde octaaf orgelklavier: Drie-gestreept octaaf c’’’ - b’’’
Hoogste c (zesde octaaf): Vier-gestreept octaaf c’’’’
- Velocity gedrag: hoe gedraagt de solo- of orkeststem zich bij de verschillende
aanslagsterkten van de toets.
Verschillend Velocity gedrag is alleen hoorbaar als de werking van de
manuaaltoetsen is ingesteld op ‘Automatic’ of ‘Velocity’. Als de werking van de
manuaaltoetsen in ingesteld op ‘High’ of ‘Low’ klinkt de solo- of orkeststem altijd
met een gemiddelde klank en volume. Zie § 5.6 Keyboard Config
voor het instellen
van de werking van de manuaaltoetsen.
Handleiding Symphonica 450
35
Chimes
Nederlandse benaming:
buisklokken
Omvang:
c - c’’’
Gebruik met koppels:
normaal
Velocity gedrag:
zwakke aanslag:
- zacht volume
- ronde klank
sterke aanslag:
- sterk volume
- heldere klank
Bijzonderheden:
---
Flute
Nederlandse benaming:
fluit, dwarsfluit
Omvang:
c - c’’’’
Gebruik met koppels:
normaal
Velocity gedrag:
zwakke aanslag:
- zacht volume
- ronde klank
- langere tijd tot vibratie
- weinig toonaanzet
sterke aanslag:
- sterk volume
- heldere klank
- kortere tijd tot vibratie
- meer toonaanzet
Bijzonderheden:
---
Panflute
Nederlandse benaming:
panfluit
Omvang:
g - c’’’’
Gebruik met koppels:
normaal
Velocity gedrag:
zwakke aanslag:
- zacht volume
- ronde klank
sterke aanslag:
- sterk volume
- heldere klank
Bijzonderheden:
---
Tuba
Nederlandse benaming:
tuba
Omvang:
C - f’’’
Gebruik met koppels:
normaal
Velocity gedrag:
zwakke aanslag:
- zacht volume
- ronde klank
sterke aanslag:
- sterk volume
- heldere klank
Bijzonderheden:
---
Handleiding Symphonica 450
36
Trumpet
Nederlandse benaming:
trompet
Omvang:
c - c’’’’
Gebruik met koppels:
normaal
Velocity gedrag:
zwakke aanslag:
- zacht volume
- ronde klank
sterke aanslag:
- sterk volume
- heldere klank
Bijzonderheden:
---
Oboe
Nederlandse benaming:
hobo
Omvang:
c - c’’’’
Gebruik met koppels:
normaal
Velocity gedrag:
zwakke aanslag:
- zacht volume
- ronde klank
sterke aanslag:
- sterk volume
- heldere klank
Bijzonderheden:
---
Clarinet
Nederlandse benaming:
klarinet
Omvang:
C - c’’’’
Gebruik met koppels:
normaal
Velocity gedrag:
zwakke aanslag:
- zacht volume
- ronde klank
sterke aanslag:
- sterk volume
- heldere klank
Bijzonderheden:
---
Handleiding Symphonica 450
37
Gospel Organ I
Nederlandse benaming:
Gospel orgel
Omvang:
C - c’’’’
Gebruik met koppels:
- Koppeling naar een ander manuaal is niet mogelijk
- Koppeling naar het pedaal schakelt op het pedaal een
speciale Gospel Organ pedaalklank in. De manuaalklank
van de Gospel Organ wordt niet gekoppeld naar het
pedaal.
Velocity gedrag:
---
Bijzonderheden:
Klank:
‘ Full Organ’-klank
Leslie:
De Gospel Organ klank is mede
karakteristiek door het tremolerende
effect van de Leslie-box. Dit effect kent
twee standen: langzaam en snel.
Als de Leslie-knop niet is geactiveerd
klinkt de Gospel Organ met een
langzaam tremolo effect. Door de Leslie-
knop in te drukken wordt overgegaan
naar het snelle tremolo effect.
Let op: Als geen van beide Gospel
Organs is ingeschakeld kan de Leslie-
knop niet geactiveerd worden.
Gospel Organ II
Nederlandse benaming:
Gospel orgel
Omvang:
C - c’’’’
Gebruik met koppels:
- Koppeling naar een ander manuaal is niet mogelijk
- Koppeling naar het pedaal schakelt op het pedaal een
speciale Gospel Organ pedaalklank in. De manuaalklank
van de Gospel Organ wordt niet gekoppeld naar het
pedaal.
Velocity gedrag:
---
Bijzonderheden:
Klank:
‘ Jazz Organ’-klank met percussie
Leslie:
De Gospel Organ klank is mede
karakteristiek door het tremolerende
effect van de Leslie-box. Dit effect kent
twee standen: langzaam en snel.
Als de Leslie-knop niet is geactiveerd
klinkt de Gospel Organ met een
langzaam tremolo effect. Door de Leslie-
knop in te drukken wordt overgegaan
naar het snelle tremolo effect.
Let op: Als geen van beide Gospel
Organs is ingeschakeld kan de Leslie-
knop niet geactiveerd worden.
Handleiding Symphonica 450
38
Piano I
Nederlandse benaming:
piano
Omvang:
C - c’’’’
Gebruik met koppels:
normaal
Velocity gedrag:
zwakke aanslag:
- zacht volume
- ronde klank
sterke aanslag:
- sterk volume
- heldere klank
Bijzonderheden:
Special Stops
Mode:
Bij gebruik van de piano worden speciale
instellingen voor nagalm en
hogetonenluidsprekers ingeschakeld. Zie
ook § 5.12 Startup Settings, punt e:
Special Stops Mode.
Sustainpedaal:
Een essentieel onderdeel van pianospel
is het gebruik van het sustainpedaal.
Om dit op een orgel te realiseren wordt
de f# van het pedaal gebruikt als
sustainpedaal.
De onderliggende f mag ingedrukt
worden om de hak van de voet op te
laten rusten.
De toetsen C - e van het pedaal blijven
normaal functioneren.
De omschakeling van het pedaal wordt
bij het inschakelen van de piano kort
aangeduid in de display.
Handleiding Symphonica 450
39
Piano Extended
Nederlandse benaming:
piano
Omvang:
‘C - c’’’’’
Gebruik met koppels:
---
Velocity gedrag:
zwakke aanslag:
- zacht volume
- ronde klank
sterke aanslag:
- sterk volume
- heldere klank
Bijzonderheden:
Omvang:
De Piano Extended (uitgebreide piano)
heeft een omvang van 85 toetsen,
verdeeld over 3 klavieren. Het middelste
klavier klinkt op de normale toonhoogte.
Het onderste klavier een octaaf lager en
het bovenste klavier een octaaf hoger.
Op deze manier is het mogelijk de
grotere klavieromvang van een piano te
bespelen.
Special Stops
Mode:
Bij gebruik van de piano worden speciale
instellingen voor nagalm en
hogetonenluidsprekers ingeschakeld. Zie
ook § 5.12 Startup Settings, punt e:
Special Stops Mode.
Sustainpedaal:
Een essentieel onderdeel van pianospel
is het gebruik van het sustainpedaal.
Om dit op een orgel te realiseren wordt
de f# van het pedaal gebruikt als
sustainpedaal.
De onderliggende f mag ingedrukt
worden om de hak van de voet op te
laten rusten.
De toetsen C - e van het pedaal blijven
normaal functioneren.
De omschakeling van het pedaal wordt
bij het inschakelen van de piano kort
aangeduid in de display.
Handleiding Symphonica 450
40
Harp
Nederlandse benaming:
harp
Omvang:
C - c’’’’
Gebruik met koppels:
normaal
Velocity gedrag:
zwakke aanslag:
- zacht volume
- dunne klank
sterke aanslag:
- sterk volume
- volle klank
Bijzonderheden:
Special Stops
Mode:
Bij gebruik van de harp worden speciale
instellingen voor nagalm en
hogetonenluidsprekers ingeschakeld. Zie
ook § 5.12 Startup Settings, punt e:
Special Stops Mode.
Demperpedaal:
Harptonen klinken van nature lang door.
Om de muziek niet teveel door elkaar te
laten lopen zal een harpist regelmatig
het uitsterven van de tonen met de
handen dempen.
Om dit op een orgel te realiseren wordt
de f# van het pedaal gebruikt als
demperpedaal waarmee de tonen
sneller gedempt worden.
De onderliggende f mag ingedrukt
worden om de hak van de voet op te
laten rusten.
De toetsen C - e van het pedaal blijven
normaal functioneren.
De omschakeling van het pedaal wordt
bij het inschakelen van de harp kort
aangeduid in de display.
Harpsichord
Nederlandse benaming:
klavecimbel
Omvang:
C - c’’’’
Gebruik met koppels:
normaal
Velocity gedrag:
---
Bijzonderheden:
Special Stops
Mode:
Bij gebruik van de harpsichord worden
speciale instellingen voor nagalm en
hogetonenluidsprekers ingeschakeld. Zie
ook § 5.12 Startup Settings, punt e:
Special Stops Mode.
Handleiding Symphonica 450
41
Strings
Nederlandse benaming:
strijkers
Omvang:
C - c’’’’
Gebruik met koppels:
- manuaaltoon wordt gekoppeld naar pedaal
- op pedaal komt een extra Contrabas 16´ bij
Velocity gedrag:
zwakke aanslag:
- zacht volume
- ronde klank
- milde toonaanzet
sterke aanslag:
- sterk volume
- heldere klank
- meer toonaanzet
Bijzonderheden:
- 4-delig
- klank verdeeld over orgel- en surroundluidsprekers
6.4 Uitsluitingen
Een aantal orkeststemmen kan niet tegelijkertijd gespeeld worden:
Harp, Piano I en Piano Extended kunnen niet tegelijkertijd gespeeld
worden.
Gospel Organ I en Gospel Organ II kunnen niet tegelijkertijd gespeeld
worden.
Wordt een orkeststem geactiveerd die niet tegelijkertijd met een andere
orkeststem kan spelen, dan wordt de andere orkeststem automatisch
uitgeschakeld.
Handleiding Symphonica 450
42
7 ONDERHOUD, STORINGEN EN GARANTIE
7.1 Onderhoud
Overzicht
Onderdeel
Onderhoud
Frequentie
Meubel
Schoonmaken. Zie § 7.1.1
Indien nodig
Manualen
Schoonmaken en krassen wegwerken.
Zie § 7.1.2
Indien nodig
7.1.1 Onderhoud meubel
1. Maak het meubel schoon met een licht bevochtigde doek.
2. Wrijf het meubel droog met een niet pluizende doek.
7.1.2 Onderhoud manualen
De manualen zijn in de standaarduitvoering van de Symphonica 450 van kunststof.
1. Maak de manualen schoon met een licht bevochtigde doek.
2. Wrijf de manualen droog met een niet pluizende doek.
3. Werk eventuele krassen weg met autopolish.
7.2 Storingen
Overzicht
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Pedaal werkt niet
volledig
De pedaalmagneet heeft slecht contact
met de magneetschakelaar achter het
pedaalpaneel.
Herplaats het
pedaal.
Orgelfuncties werken
niet optimaal
Het orgel is niet geaard.
Sluit het orgel aan op
een
wandcontactdoos
met randaarde.
7.3 Garantie
In het garantiebewijs zijn alle garantiebepalingen opgenomen. De garantie vervalt
bij veranderingen of reparaties aan het orgel door personen of instanties, die
hiertoe niet gemachtigd zijn door Johannus Orgelbouw B.V.
Gebruik geen meubel- of teakolie bij het poetsen van het orgelmeubel.
Door direct zonlicht kan het orgelmeubel verkleuren.
Gebruik geen agressieve vloeistoffen zoals thinner en aceton bij het verwijderen
van vlekken.
Handleiding Symphonica 450
43
8 MIDI IMPLEMENTATIES
8.1 MIDI implementatiekaart
JOHANNUS Organs
Date: December 2014
MIDI implementation card
Version 1.00
Functions
Transmitted
Recognized
Remarks
Basic
Channel
Default
Changes
See MIDI Specs
See MIDI Specs
See MIDI Specs
Y1
See MIDI Specs
Mode
Default
Messages
Altered
Mode 3
N
* * * * * * * *
Mode 3
N
N
Note
Number
True Voice
36 - 96
* * * * * * * *
Velocity
Note ON
Note OFF
9nH v=1 - 127
9nH (v=64)
9nH (v=0)
9nH v=1 - 127
9nH v=1 - 127
9nH v=0, 8nH v=*
Velocity ON
Velocity OFF
*=irrelevant
After
Touch
Keys
Channels
N
N
Pitch
Bend
N
Control
Change
7
11
100/101/6
100/101/6
Y
Y
Y
Y
General Volume
Expr. pedals
Pitch
Transposer
Program
Change
: True#
See MIDI Specs
* * * * * * * *
See MIDI Specs
See MIDI Specs
See MIDI Specs
See MIDI Specs
System
Exclusive
See MIDI Specs
See MIDI Specs
See MIDI Specs
Common
: Song Pos
: Song Sel
: Tune
N
N
N
N
N
N
System
Real Time
: Clock
: Commands
N
N
N
N
Aux
: Reset All Contr.
: Local ON/OFF
: All Notes OFF
: Active Sense
: Reset
N
N
Y
N
N
N
N
Y
N
N
Notes
1 Depends on number of divisions
Mode 1: OMNY ON, POLY
Mode 3: OMNY OFF, POLY
Mode 2: OMNY ON, MONO
Mode 4: OMNY OFF, MONO
Y=YES
N=NO
Handleiding Symphonica 450
44
8.2 MIDI specificaties
In deze paragraaf worden de specificaties die in de MIDI implementatiekaart staan
meer gedetailleerd uitgewerkt.
Default basic channels (transmitted/recognized)
1: Positief
2: Hoofdwerk
3: Zwelwerk
4: Pedaal
12: Registers
Basic channel changes (transmitted)
Programmeerbaar met behulp van MIDI Config. Zie § 5.8 MIDI Config.
Control changes (transmitted)
Controller 7 (07h) Generaal volume, met volumewaarden 40 (28h)
127 (7Fh).
Controller 11 (0Bh) Zwelpedaal, met volumewaarden 55 (37h)
127 (7Fh).
Controller 6 (06h) Pitch, met pitchwaarden 33 (21h) - 95 (5Fh).
De pitchwaarde 64 (40h) = A = 440Hz.
Voor de pitch geldt:
LSB 100 (64h) 1 (01h) en het MSB 101 (65h) 0(00h).
Transposer, met transposerwaarden 56(38h)-72(48h).
De transposerwaarde 64 (40h) = A = 440Hz.
Voor de transposer geldt:
LSB 100 (64h) 2 (02H) en het MSB 101 (65h) 0(00h).
Control changes (recognized)
Controller 7 (07h) Generaal volume, met volumewaarden 0 (00h) -
127 (7Fh). Volumewaarden kleiner dan 40 (28h) worden behandeld
als 40 (28h).
Controller 11 (0Bh) Zwelpedaal, met volumewaarden 0 (00Fh) -
127 (7Fh). Volumewaarden kleiner dan 55 (37h) worden behandeld
als 55 (37h).
Program changes (transmitted/recognized)
Orgel registers: Afhankelijk van het aantal registers en de registervolgorde.
MIDI-registers (programmeerbaar): 1-128. Zie § 5.8 MIDI Config.
System exclusive messages (transmitted/recognized)
Elke ‘sys ex’ (system exclusive) message ziet er voor het grootste gedeelte
hetzelfde uit. De eerste 7 bytes en de laatste byte zijn altijd hetzelfde. Alleen de
waarde van de 8e byte varieert. Dit is de algemene door Johannus gebruikte ‘sys
ex message’: F0 00 4A 4F 48 41 53 XX F7 (hexadecimaal). Bij de hieronder
beschreven ‘sys ex messages’ wordt daarom alleen de waarde van de 8e byte (XX)
vermeld en vanaf welke uitgang deze verzonden wordt.
Handleiding Symphonica 450
45
All stops off (alle registers uit)
De ‘all stops off’ sys ex code is 7F. Deze sys ex code wordt via de MIDI SEQ.-
uitgang verzonden bij het lang indrukken van de 0-knop. Bij het ontvangen van
een ‘all stops off’ sys ex code worden alle registers op het instrument uitgezet.
Drukknop waarden
Bij het indrukken van een knop wordt via de MIDI MOD.-uitgang een sys ex code
verzonden met de waarde van de knop die ingedrukt wordt (bijvoorbeeld PP = 00
P = 01).
Deze sys ex codes zijn alleen van belang wanneer u de Johannus Sound Module
CSM 128 op uw instrument heeft aangesloten.
Overige MIDI-codes (transmitted)
Druk de 0-knop in om via de MIDI SEQ.-uitgang de sys ex code, ‘all stops off’ en
alle volume-instellingen te versturen.
Handleiding Symphonica 450
46
Handleiding Symphonica 450
47
Handleiding Symphonica 450
48
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48

Johannus symphonica 450 Handleiding

Type
Handleiding