Kaysun Compak KHP 15/190 ACS2 Handleiding

Merk: Kaysun

Model: Compak KHP 15/190 ACS2

Type: Handleiding

Hartelijk dank voor het kopen van ons product.

Lees voordat u uw toestel gaat gebruiken deze handleiding zorgvuldig en bewaar

het voor raadpleging in de toekomst.

KHP-15/190 ACS2

Luchtwarmtepompboiler

EIGENAARS- EN INSTALLATIEHANDLEIDING

Uw veiligheid is voor ons het allerbelangrijkste!

WAARSCHUWING

ATTENTIE

Dit apparaat moet betrouwbaar

worden geaard voordat het wordt

gebruikt, anders kan het letsel

veroorzaken.

Als u er niet zeker van bent dat de stroomvoorziening van uw huis goed is geaard, installeer het

apparaat dan niet. Laat de betrouwbare aarding en installatie van het apparaat uitvoeren door een

gekwalificeerd persoon. Voorbeelden van gekwalificeerde personen zijn: erkende loodgieters,

bevoegd personeel van elektriciteitsbedrijven en bevoegd onderhoudspersoneel.

• Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het apparaat spelen.

• Als het netsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door de fabrikant of diens serviceagent of

een vergelijkbaar gekwalificeerd persoon.

• AFVOER: Gooi dit product niet weg als huishoudelijk ongesorteerd stedelijk afval.

Dergelijk afval moet apart worden ingezameld voor speciale behandeling.

• Gooi elektrische apparaten niet bij ongesorteerd huisvuil, maar gebruik een aparte

inzamelfaciliteit.

• Neem contact op met de plaatselijke overheid voor informatie over de beschikbare

inzamelsystemen.

• Als elektrische apparaten op vuilnisbelten of stortplaatsen terechtkomen, kunnen er gevaarlijke stoffen in

het grondwater lekken en in de voedselketen terechtkomen, wat schadelijk is voor uw gezondheid en

welzijn.

• De bedrading moet worden uitgevoerd door professionele technici in overeenstemming met de nationale

regelgeving inzake bedrading en dit schakelschema.

• Een alpolige scheidingsschakelaar met een scheidingsafstand van ten minste 3 mm in alle polen en een

aardlekschakelaar (RCD) met een nominale stroomsterkte van niet meer dan 30 mA moeten worden

opgenomen in de vaste bedrading volgens de nationale voorschriften.

• De hendel van de druk- en temperatuurontlastingsklep (PTR) moet eens per half jaar uitgetrokken worden

om er zeker van te zijn dat de klep niet vastloopt.

• De afvoerpijp moet goed geïsoleerd zijn om te voorkomen dat het water in de buis bevriest bij koud weer.

• Dit apparaat kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en personen met verminderde fysieke,

zintuiglijke of mentale vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, indien zij onder toezicht staan of

instructies hebben gekregen over het gebruik van het apparaat op een veilige manier en de gevaren ervan

begrijpen. Reiniging en onderhoud mag niet door kinderen worden uitgevoerd zonder toezicht. (VOOR

EN-NORM)

• Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met verminderde lichamelijke,

zintuiglijke of geestelijke vermogens of met gebruik aan ervaring en kennis, tenzij zij onder toezicht staan

van of instructies hebben gekregen over het gebruik van het apparaat van een persoon die verantwoordelijk

is voor hun veiligheid.

• Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet met het apparaat spelen.

• De afvoerpijp die op de PTR-klep wordt aangesloten, moet in een continu neerwaartse richting worden

geïnstalleerd.

• Het water kan uit de afvoerpijp van de overdrukinrichting druppen en deze leiding moet open blijven voor

de atmosfeer.

• Raadpleeg de onderstaande paragrafen in de handleiding voor informatie over het aftappen van de

warmtepomp.

NAMEN VAN ONDERDELEN

OPMERKING

Geef bij het bestellen van reparatieonderdelen altijd

de volgende informatie:

1) Model, serienummer en productnummer.

2) Naam van de onderdelen.

Voordeksel

Elektronische schakelkast

Compressor

Display

Afdekking

(elektrische verwarmer)

Decoratieve voorplaat

Afdekking (TCO)

TCO

ATCO

Elektrische

verwarmer

PT-klep

Wateruitlaat

Achterdeksel

Aansluitdoos

Deksel aansluitdoos

Bovenkap

Luchtuitlaat

Ventilator

Verdamper

Filter

Luchtinlaat

Waterinlaat

Anodestaaf

Afvoerpijp

Alle afbeeldingen in deze handleiding dienen uitsluitend ter uitleg. Ze kunnen enigszins

verschillen van de warmtepompboiler die u hebt gekocht (afhankelijk van het model). Raad-

pleeg het echte voorbeeld in plaats van de afbeelding in deze handleiding.

INHOUD PAGINA

ATTENTIE

GEVAAR

WAARSCHUWING

1. VEILIGHEIDSINFORMATIE

0123456 7

Warmtepomp

boiler

Gasbrander

E-verwarmer

Operationele kosten USD

OPMERKING

Afb. 0-1

0. BASISPRINCIPE VAN DE WERKING

Tabel 0-1

Warmtepompboiler

Energiebron Lucht,

elektriciteit

Overdrachts

factor 860kCal/KW*h 24000kCal/m³860kCal/kW*h

Gemiddelde

efficiëntie

(W/W)

3.9 0.8 0.95

Kosten

per eenheid 0.09 USD/kW*h 2.84 USD/m³0.09 USD/kW*h

Operationele

kosten USD 4.42 5.91.1

11.93kW*h 2.08m³49.13 kW*h

Energieverbruik

Gasbrander E-verwarmer

Gas Elektriciteit

WAAR-

SCHUWING

BASISPRINCIPE VAN DE WERKING.................................................... 1

VEILIGHEIDSINFORMATIE.................................................................. 1

VÓÓR DE INSTALLATIE ...................................................................... 3

INSTALLATIE...................................................................................... 5

PROEFDRAAIEN ................................................................................ 9

WERKING......................................................................................... 12

FOUTOPSPORING............................................................................. 16

ONDERHOUD.................................................................................... 18

SPECIFICATIES ............................................................................... 19

Zoals we uit eigen ervaring weten, beweegt de natuurlijke warmtestroom zich

van een bron met een hogere naar een bron met een lagere temperatuur. De

warmtepomp kan warmte met een hoog rendement van een bron met een

lagere temperatuur naar een bron met een hogere temperatuur verplaatsen.

Het voordeel van een warmtepompboiler is dat deze meer warmte-energie

kan leveren, normaal gesproken 3 keer meer dan de input van elektrische

energie, door de warmte op een vrije manier aan de atmosfeer te onttrekken

om sanitair warm water te maken, in vergelijking met traditionele boilers,

zoals elektrische boilers of gasboilers, waarvan het rendement normaal

gesproken minder dan 1 is. Dit betekent dat de rekening van het dagelijkse

sanitaire warme water van een huishouden drastisch verlaagd zal worden

door de toepassing van warmtepompen.

Vergelijking van stroomverbruik onder dezelfde omstandigheden om 1 ton

water van 15˚C tot 55˚C te verwarmen

De equivalente warmtebelasting Q=CM(T1-T2)=1 (kCal/kg*ºC) X1000 (kg)*

(55-15)ºC=40000 kCal=46,67 kW*h

Bovenstaande berekening is gebaseerd op de ideale

toestand. De uiteindelijke kosten zullen anders zijn als

gevolg van de werkelijke gebruiksomstandigheden,

zoals de gebruiksperiode, omgevingstemperatuur, enz.

• Het apparaat moet goed geaard zijn.

• Naast de voeding moet een stroomonderbreker

worden geïnstalleerd.

• Verwijder, bedek of beschadig geen permanente

instructies, etiketten of gegevenslabels van de

buitenkant van het apparaat of aan de binnenkant

van de platen van het apparaat.

• Vraag een gekwalificeerd persoon om de installatie

van dit apparaat uit te voeren in overeenstemming

met de plaatselijke nationale voorschriften en deze

handleiding.

• Een verkeerde installatie kan waterlekkage, elektri-

sche schokken of brand veroorzaken.

• Vraag een gekwalificeerd persoon om het apparaat

te verplaatsen, te repareren en te onderhouden in

plaats van het zelf te doen.

• Een verkeerde installatie kan waterlekkage, elektri-

sche schokken of brand veroorzaken.

• Elektrische aansluitingen moeten worden uitge-

voerd volgens de instructies van het plaatselijke

elektriciteitsbedrijf en deze handleiding.

• Gebruik nooit kabels en zekeringen met een

verkeerde nominale stroomsterkte, anders kan het

apparaat defect raken en bovendien brand veroor-

zaken.

• Steek geen vingers, stokken of andere voorwerpen

in de luchtinlaat of -uitlaat.

• Als de ventilator op hoge snelheid draait, kan hij

letsel veroorzaken.

• Gebruik nooit een brandbare spray zoals haarlak of

een verfspuit in de buurt van de unit.

• Dit kan brand veroorzaken.

• Als het netsnoer beschadigd is, moet het worden

vervangen door de fabrikant of diens serviceagent

of een vergelijkbaar gekwalificeerd persoon.

• De minimale waterdruk van het waterleidingsys-

teem is 0,15 MPa en de maximale waterdruk is

1,0 MPa.

• De waterinlaattemperatuur van het apparaat mag

niet lager zijn dan 6°C en de maximale watertem-

peratuur van de apparatuur kan worden ingesteld

op 70°C.

U kunt gewond raken als u de

instructies niet opvolgt.

Het niet opvolgen van de instructies

kan tot de dood of ernstig letsel

leiden.

Het niet opvolgen van de instructies

kan tot de onmiddellijke dood of

ernstig letsel leiden.

Lees alle instructies aandachtig door voordat u het apparaat installeert of

gebruikt.

Het volgende veiligheidssymbool is erg belangrijk, lees en volg alle

veiligheidssymbolen altijd op:

near the tap at the time it is open.

ATTENTIE

• AFVOER: Gooi dit product niet

weg als huishoudelijk ongesorteerd

stedelijk afval. Dergelijk afval moet

apart worden ingezameld voor

speciale behandeling.

Gooi elektrische apparaten niet

bij ongesorteerd huisvuil, maar

gebruik een aparte inzamelfaciliteit.

Neem contact op met de plaatselijke overheid

voor informatie over de beschikbare inzamelsys-

temen. Als elektrische apparaten op vuilnisbelten

of stortplaatsen terechtkomen, kunnen er

gevaarlijke stoffen in het grondwater lekken en

in de voedselketen terechtkomen, wat schadelijk

is voor uw gezondheid en welzijn.

• De aardingspool van het stopcontact moet goed

geaard zijn. Zorg ervoor dat het stopcontact en

de stekker droog genoeg zijn en goed vastzitten.

• Hoe controleert u of het stopcontact en de

stekker geschikt zijn? Schakel de stroomvoorzie-

ning (voeding) in en laat het apparaat een half

uur draaien, schakel dan de stroomtoevoer uit

en steek de stekker in het stopcontact. Contro-

leer of het stopcontact en de stekker warm zijn

of niet.

• Voordat u het apparaat schoonmaakt, moet u

het uitschakelen en de stroomonderbreker

uitzetten of de stekker uit het stopcontact halen.

Anders kunt u een elektrische schok krijgen en

letsel oplopen.

• Een watertemperatuur van meer dan 50ºC kan

ernstige brandwonden

veroorzaken.

• Kinderen, mensen met een

beperking en ouderen lopen

het grootste risico op

verbrandingen. Controleer de

temperatuur van het water

voordat u een bad of douche

neemt. Er wordt aanbevolen om watertempera-

tuurregelkleppen te gebruiken.

• Gebruik het apparaat niet met natte handen.

Anders kunt u een elektrische schok krijgen.

• De installatiehoogte van de voeding moet meer

dan 1,8 m zijn. Als er water op de voeding spat,

scheidt u deze van het water.

• Aan de waterinlaatzijde moet een eenwegsklep

worden geïnstalleerd, die verkrijgbaar is bij de

accessoires. Zie het gedeelte "accessoires" in de

handleiding.

• Het is normaal als er tijdens het gebruik wat

water uit het gat van de PT-klep druppelt. Maar

als er veel water uitkomt, bel dan de serviceme-

dewerker voor instructies.

• Controleer na langdurig gebruik de ondergrond

en montageonderdelen van het apparaat.

• Bij beschadiging kan het apparaat wegzakken en

letsel veroorzaken.

• Plaats de afvoerpijp zodanig dat het afvoeren

soepel verloopt.

• Een onjuiste afvoer kan ertoe leiden dat het

gebouw, meubilair, enz. nat wordt.

• Raak de binnenkant van de controller/bediening

niet aan.

• Verwijder het voorpaneel niet. Sommige onder-

delen binnenin zijn gevaarlijk om aan te raken.

Dit kan ervoor zorgen dat de machine defect

raakt.

• Schakel de voeding niet uit. Het systeem stopt of

herstart de verwarming automatisch. Er is een

continue stroomvoorziening voor waterverwar-

ming nodig, behalve voor service en onderhoud.

• Als het apparaat lange tijd niet gebruikt is (2

weken of langer), ontstaat er waterstofgas in het

waterleidingsysteem.

• Waterstofgas is uiterst brandbaar. Om het risico

op letsel onder deze omstandigheden te vermin-

deren, wordt aanbevolen om de warmwater-

kraan bij de gootsteen enkele minuten open te

zetten voordat u een elektrisch apparaat

gebruikt dat op het warmwatersysteem is

aangesloten.

• Als er waterstof aanwezig is, zal er waarschijnlijk

een ongewoon geluid te horen zijn, zoals lucht

die door de pijp ontsnapt wanneer het water

begint te stromen.

• Er mag niet gerookt worden of open vuur zijn in

de buurt van de kraan op het moment dat deze

geopend is.

• Controleer de veiligheid van de installatieruimte

(muren, vloeren, enz.) zonder verborgen gevaren

zoals water, elektriciteit en gas. Voordat u begint

met het aanleggen van bedrading/leidingen.

• Controleer voor de installatie of de voeding van

de gebruiker voldoet aan de elektrische installa-

tievereisten van de unit (met inbegrip van

betrouwbare aarding, lekkage en draaddiameter

elektrische belasting, enz.). Als niet wordt

voldaan aan de elektrische installatievereisten

van het product, is de installatie van het product

verboden tot het product aan de eisen voldoet.

• Als u meerdere airconditioners gecentraliseerd

installeert, controleer dan de lastverdeling van de

driefasige voeding. Voorkom dat meerdere units

op dezelfde fase van de driefasige voeding

worden aangesloten.

• Het product moet stevig worden bevestigd.

Neem indien nodig maatregelen ter versterking.

GEVAAR

Voorkomt dat water

terugstroomt

Naam accessoire Hoev. Doel

Eigenaars- en

installatiehandleiding

Installatie- en gebruiks-

aanwijzing Deze handleiding

Eenwegsklep

Afvoer condenswater

Vastgemaakt apparaat om omvallen te voorkomen

Pijp (kort) voor

watercondensatie

Afvoerpijp voor

watercondensatie

Filter

Ring

Vaste strook

ATTENTIE

WAARSCHUWING

2.1.2 Hoe te vervoeren

2.2 Locatievereisten

2.1 Uitpakken

2.1.1 Accessoires

2. VÓÓR DE INSTALLATIE

>75°

Gradiëntlimiet>75°

ATTENTIE

Tabel 2-1

Scherp

• Bij het installeren van dit apparaat moet ook

rekening worden gehouden met de omgevings-

temperatuur; in de warmtepompmodus moet de

omgevingstemperatuur hoger zijn dan -7ºC en

lager dan 43ºC. Als de omgevingstemperatuur

buiten deze boven- en ondergrenzen valt,

worden de elektrische elementen geactiveerd

om aan de warmwatervraag te voldoen en werkt

de warmtepomp niet.

• Het apparaat moet zich op een plaats bevinden

waar het niet kan vriezen. Als het apparaat zich

in niet-geconditioneerde ruimten (bijv. garages,

kelders, enz.) bevindt, kan het nodig zijn om de

waterleidingen, condensleidingen en afvoerpij-

pen te isoleren tegen bevriezing.

Als u het apparaat op een van de volgende plaat-

sen installeert, kan dit leiden tot storingen (als dit

onvermijdelijk is, neem dan contact op met de

leverancier).

• De locatie bevat minerale oliën zoals smeermid-

del voor snijmachines.

• Aan zee waar de lucht veel zout bevat.

• Gebied met hete bronnen waar corrosieve

gassen voorkomen, bijv. sulfidegas.

• Fabrieken waar de netspanning ernstig

fluctueert.

• In een auto of cabine.

• Een plaats met direct zonlicht en andere warm-

tebronnen. Als er geen manier is om deze locatie

te vermijden, installeer dan een afdekking.

• Plaats zoals een keuken waar olie doordringt.

• Plaats waar sterke elektromagnetische golven

voorkomen.

• Plaats waar brandbare gassen of materialen

aanwezig zijn.

• Plaats waar zure of alkalische gassen verdampen.

• Andere speciale omgevingen.

• Het apparaat moet stevig bevestigd worden,

anders kan het lawaai veroorzaken en gaan

schudden.

• Zorg ervoor dat er geen obstakels rond het

apparaat zijn.

• Bevestig het apparaat op plaatsen waar het hard

waait, zoals aan zee, op een tegen de wind

beschutte plaats.

1. Breng beschermplaten aan op het contactoppervlak om

krassen of vervorming van het oppervlak van het

apparaat te voorkomen. De schoepen niet met

de vingers en andere dingen aanraken. Het

apparaat tijdens het verplaatsen niet meer dan

75° kantelen en het bij de installatie

rechtop houden.

2. Dit apparaat is zwaar en moet door twee of

meer personen gedragen worden, anders kan het letsel en schade

veroorzaken.

1. Er moet voldoende ruimte overblijven voor installatie en onderhoud.

2. De luchtinlaat en -uitlaat moeten vrij zijn van obstakels en beschermd

tegen harde wind.

3. De ondergrond moet vlak zijn, mag niet meer dan 2° hellen, moet het

gewicht van het apparaat kunnen dragen en moet geschikt zijn om het

apparaat te installeren zonder lawaai of trillingen te veroorzaken.

4. Het geluid dat het apparaat voortbrengt en de uitgestoten luchtstroom

mogen niet tot last zijn van buren.

5. Er lekt geen brandbaar gas in de buurt.

6. Het is geschikt voor het aanleggen van leidingen en bedrading.

7. Als het apparaat in een binnenruimte wordt geïnstalleerd, kan de

binnentemperatuur dalen en kan er lawaai ontstaan. Neem hiervoor

preventieve maatregelen.

8. Als het apparaat op een metalen deel van een gebouw geïnstalleerd moet

worden, zorg dan voor een goede elektrische isolatie die voldoet aan de

relevante plaatselijke elektrische norm.

2.4 Indien geïnstalleerd in een gesloten ruimte

De boiler moet zich in een ruimte >15m³ bevinden en moet een

onbelemmerde luchtstroom hebben. Een kamer met een plafond

van 2,5 hoog en een lengte van 3 meter bij een breedte van

2 meter zou bijvoorbeeld een oppervlakte van 15 m³ hebben.

2.5 Omtrekafmeting apparaat

(eenheid: mm)

2.3 Vereiste onderhoudsruimte

(eenheid: mm)

Afb.2-1

Display

Barrière

≥600

600

≥600 ≥600

Luchtinlaat

Afb.2-2

≥600

≥800

Afb.2-4

Φ560

Afb.2-3

363

1071

1787

554

Luchtuitlaat

3. INSTALLATIE

3.1 Aanleg waterleidingsysteem

Afb.3-2

50 mm langer dan de dia.

van het apparaat

Max.22mm Warmtepompboiler

Afb.3-1

WAARSCHUWING

EXPLOSIE

ATTENTIE

Hendel

Afvoerpijp

Gebruiker

Waterinlaat

Vatafvoer

Afsluitklep

Afvoerpijp

Expansievat voor drukontlasting

(aanbevolen)

Bovenste

condensuitlaat

Onderste

condensuitlaat

Wateruitlaat

PT-klep

Kraanwater

Eenwegsklep

Afsluitklep

De circulerende lucht voor elke unit moet meer dan 350 m3/u bedragen. Zorg voor voldoende installatieruimte. Tekening omtrekafmetingen (zie afb. 2-3 en 2-4)

Waterinlaat- of uitlaatleidingen: De specificaties van de waterinlaat- of

-uitlaatdraad zijn RC3/4" (buitendraad).

1. Leidingen moeten goed warmtegeïsoleerd zijn. Installatie van de leiding

voor PT-klep: De specificaties van de klepverbindingsdraad zijn RC3/4"

(buitendraad). Na de installatie moet worden bevestigd dat de afvoerpijp

blootgesteld is aan de lucht.

2. Installatie van de eenwegsklep: De specificaties van de schroefdraad van

de eenwegsklep in accessoires zijn RC3/4". Het wordt gebruikt om te

voorkomen dat water terugstroomt.

3. Zet, nadat de leidingen van het watersysteem zijn aangelegd, de

koudwaterinlaatklep en de warmwateruitlaatklep aan en begin de tank

leeg te pompen. Wanneer het water soepel uit de uitlaatpijp (kraanwater-

uitlaat) stroomt en de tank vol is, zet dan alle kleppen uit en controleer de

pijpleiding om er zeker van te zijn dat er geen lekkage is.

4. Als de waterinlaatdruk lager is dan 0,15 MPa, moet er een pomp worden

geïnstalleerd bij de waterinlaat. Om de veiligheid van de tank te

garanderen als de druk van de waterinlaat hoger is dan 0,65 MPa, moet er

een drukregelaar worden geïnstalleerd bij de waterinlaatpijp.

5. Er kan condens uit het apparaat lekken als de afvoerpijp geblokkeerd is of

als het apparaat in een zeer vochtige omgeving werkt:

• Aanleg van waterleidingsysteem zoals in de

bovenstaande afbeelding. Bij installatie op een

plaats waar de buitentemperatuur onder het

vriespunt ligt, moeten alle hydraulische compo-

nenten geïsoleerd worden.

• De hendel van de druk- en temperatuurontlas-

tingsklep (PT) moet eens per half jaar uitgetrokken

worden om er zeker van te zijn dat de klep niet

vastloopt. Pas op voor verbranding, pas op voor

het hete water uit de kraan. De

afvoerpijp moet goed geïsoleerd

zijn om te voorkomen dat het

water in de buis bevriest bij koud weer.

Demonteer de PT-klep niet. Blokkeer

de afvoerpijp niet. Dit veroorzaakt

een explosie en letsel als u de

bovenstaande instructies niet

opvolgt.

Opmerking:

De watertemperatuurregelklep

wordt aanbevolen voor het mengen

van koud water bij de inlaat met

warm water bij de uitlaat om

brandwonden door heet water te

voorkomen.

3.2 Aansluiting luchtbuis

Het wordt aanbevolen om het apparaat op deze manier

in de winter te installeren als er een andere warmtebron

in de ruimte is.

≤2 ≤2

≤5 ≤5

≤2 ≤2

≤5 ≤5

Rechtlijnige lengte (m)

Drukval kromming (Pa)

Aantal krommingen

Rechtlijnige drukval

(Pa/m)

Beschrijving buis

Buis Ronde

buis

Rechthoekige

buis

Φ160 160X160

Afmeting (mm)

Luchtinlaat Luchtuitlaat

Afb.3-4

160mm 160mm

Luchtinlaat Luchtuitlaat

Luchtuitlaat

Het wordt aanbevolen om het apparaat op deze manier in

de zomer te installeren, zodat er frisse lucht in de kamer komt.

Afb.3-5

Afb.3-3

Luchtinlaat

2) Luchtinlaat zonder buis, luchtuitlaat wordt aangesloten op buis.

(A≤5m)

1) Luchtinlaat en -uitlaat met buis (A+B≤5m) 3) Luchtinlaat wordt aangesloten op buis, luchtuitlaat zonder buis.

(A≤5m)

Tabel

3-1

WAARSCHUWING

OPMERKING

Afb.3-6

Unit

Regen

Afb.3-7

Regen

Afdak

Unit

Afb.3-10

Afb.3-16

Afvoer

≤2

Afvoer

Afb.3-8

Filter

Inlaat Uitlaat

≥ 2.5D

ΦD

Afb.3-9

Filter

De eigenaar moet het filter

zelf installeren; en de maaswijdte

is ongeveer 1,2 mm.

Vaste strook

Aan de muur bevestigd

met expansiebouten

5. Filter installeren bij de inlaat van het apparaat Bij het apparaat met buis

moet het filter op de positie van de buisinlaat worden aangebracht.

(Afb. 3-8/3-9)

6. Installeer het apparaat op een vlakke ondergrond om het condensaat uit

het apparaat te kunnen afvoeren. Zorg er anders voor dat de afvoerope-

ning zich op de laagste positie bevindt. Aanbevolen wordt dat de

hellingshoek van het apparaat ten opzichte van de grond niet meer dan 2°

bedraagt.

7. Om omvallen te voorkomen, kunt u het beste een bevestigingsstrip

gebruiken. De installatiemethode van de bevestigingsstrips wordt getoond

in afb. 3-16 en beide zijden worden met expansiebouten aan de muur

bevestigd.

• De weerstand van de buis vermindert de lucht-

stroomsnelheid, waardoor de capaciteit van het

apparaat afneemt.

• Bij een apparaat met buis, mag de totale lengte

van de buis niet meer dan 5 m zijn of mag de

maximale statische druk niet meer dan 25 Pa

zijn. Het aantal krommingen mag niet meer dan

5 zijn.

• Bij luchtuitlaat van het apparaat met buis

ontstaat condens buiten de buis als het appa-

raat in werking is. Let op de afwatering. Wij

raden aan om de thermisch geïsoleerde laag aan

de zijkant van de buis te wikkelen.

• Het wordt aanbevolen om het apparaat in een

binnenruimte te installeren. Het is niet toege-

staan om het apparaat te installeren op een plek

waar het regent.

• Als er regen binnendringt in de interne onderde-

len van het apparaat, kan dat onderdeel bescha-

digd raken of lichamelijk gevaar veroorzaken.

(afb. 3-6)

• Als het apparaat wordt aangesloten op een buis

die naar buiten loopt, moet een betrouwbare

waterbestendige maatregel op de buis worden

aangebracht om te voorkomen dat er water

naar binnen kan stromen en in het apparaat

terecht kan komen. (afb. 3-7)

Tabel

3-2

3.3.1 Specificaties van de voeding

30/25

30 mA

≤

0.1sec

Stroomonderbreker

Aardingskabel (mm2)

Handschakelaar (A) Capaciteit/zekering (A)

Naam model

Voeding

Min. diameter van

voedingskabel (mm2)

220-240V～50Hz

KHP-15/190 ACS2

3.3 Elektrische aansluiting 3.3.2 Schakelaarinstellingen

Afb.3-12

Afb.3-13

Afb.3-11

3.3.3 Elektrische lekbeveiliging

GND

Netsnoer met

stroomonderbreker

Creepagebeveiliging

Voeding

3.4.1 Locatie

3.4 Checklist voor installatie

Afb.3-14

Kies het model door S1 op het moederbord te kiezen.

1 2 3 4

3.3.4 Wanneer Modbus en afstandsschakelaar optioneel zijn:

ATTENTIE

WAARSCHUWING

• De voeding moet een onafhankelijk circuit

zijn met een nominale spanning.

• Het voedingscircuit moet goed geaard zijn.

• De bedrading moet worden uitgevoerd door

professionele technici in overeenstemming

met de nationale regelgeving inzake bedra-

ding en dit schakelschema.

• Een alpolige scheidingsschakelaar met een

scheidingsafstand van ten minste 3 mm in

alle polen en een aardlekschakelaar (RCD)

met een nominale stroomsterkte van niet

meer dan 10mA moeten worden opgenomen

in de vaste bedrading volgens de nationale

voorschriften.

• Stel de elektrische lekbeveiliging in volgens

de relevante elektrische normen van de staat.

• Het netsnoer en het signaalsnoer moeten

netjes en op de juiste manier worden aange-

legd, zonder dat ze elkaar in de weg liggen

of in contact komen met de verbindingspijp

of de klep.

• Controleer na het aansluiten van de bedra-

ding nogmaals of alles correct is voordat u de

stroom inschakelt.

Het apparaat moet worden geïnstalleerd met een

stroomonderbreker in de buurt van de voeding

en moet effectief worden geaard.

• Kies het netsnoer aan de hand van de bovenstaande tabel. Het moet

voldoen aan de plaatselijke elektrische norm.

• Het aanbevolen model netsnoer is H05RN-F.

• Voeg bij het bedraden van de voeding een extra isolatiemantel toe op de

plaats zonder rubberen isolatielaag.

1. Zet na het invoeren van de zwakstroomkabels de groep zwakstroomkabels

vast met de twee kabelbinders aan de rechterkant van de aansluitdoos.

Zie afb. 3-13

2. De contrastekker moet aan de bovenkant worden aangebracht om te

voorkomen dat deze nat wordt door het condensaat in de afvoerbak.

3. Leid de zwakstroomkabels en de voedingskabel door de twee gaten in het

deksel van de aansluitdoos. Zie afb. 3-14

4. Voor MODBUS- en afstandsschakelaarfuncties moeten aansluitdraden

worden aangeschaft. De lengte van elke draad is 6 m. Selecteer en koop

het overeenkomstige aantal draden dat nodig is.

• De vloer onder de boiler moet het gewicht van het apparaat

kunnen dragen wanneer het met water gevuld is (meer dan

286 kg).

• Binnenshuis geplaatst (zoals in een kelder of garage) en in een

verticale positie. Beschut tegen temperaturen onder nul.

• Voorzieningen om de ruimte te beschermen tegen waterschade.

Metalen afvoerbak geïnstalleerd en aangesloten op een

geschikte afvoer.

• Voldoende ruimte om onderhoud aan de boiler uit te voeren.

• Voldoende lucht voor de warmtepomp om te kunnen functione-

ren. Hij moet zich in een ruimte >15m³ bevinden en moet een

onbelemmerde luchtstroom hebben.

3.4.4 Elektrische aansluitingen

3.4.5 Beoordeling na installatie

3.4.2

Aanleg waterleidingsysteem

3.4.3

Installatie condensafvoerleiding

OPMERKING

4.1 Water afgieten vóór de inbedrijfstelling

4. PROEFDRAAIEN

Water afgieten

Warmwateruitlaat

Dicht

Uitstroom water

Wanneer er water uit de wateruitloop

stroomt, is de tank vol. Draai de

warmwateruitlaatklep dicht en het water

afgieten is klaar.

Open

Open de koudwaterinlaatklep en

de warmwateruitlaatklep.

Koudwaterinlaat Warmwateruitlaat

Open

Afb.4-1

Dicht

Open

Afsluitklep afvoerpijp

Open

Koudwaterinlaat

Sluit de koudwaterinlaatklep, open de

warmwateruitlaatklep en open de afvoerpijp.

Warmwateruitlaat

ATTENTIE

Voor optimale efficiëntie en onderhoudsgemak moeten de volgende

afstanden worden aangehouden: 800 mm aan de luchtinlaatkant, 800 mm

aan de luchtuitlaatkant, 600 mm aan de achterkant en 600 mm aan de

voorkant.

• Het apparaat mag niet in een kast of kleine behuizing worden

geplaatst.

• De locatie moet vrij zijn van corrosieve elementen in de atmosfeer,

zoals zwavel, fluor en chloor. Deze elementen worden aangetroffen

in spuitbussen, wasmiddelen, bleekmiddelen, schoonmaakmidde-

len, luchtverfrissers, verf- en lakverwijderaars, koelmiddelen en vele

andere commerciële en huishoudelijke producten. Bovendien

kunnen overmatig stof en pluizen de werking van het apparaat

beïnvloeden en moet u het vaker schoonmaken.

• De temperatuur van de omgevingslucht moet hoger zijn dan -7ºC en

lager dan 43ºC. Als de temperatuur van de omgevingslucht buiten

deze boven- en ondergrenzen valt, worden de elektrische

elementen geactiveerd om aan de vraag naar warm water te

voldoen.

• PT-klep (temperatuur- en drukontlastingsklep) goed geïnstalleerd

met een afvoerpijp die naar een geschikte afvoer loopt en

beschermd is tegen bevriezing.

• Alle leidingen correct geïnstalleerd en lekvrij.

• Apparaat volledig gevuld met water.

• Watertemperatuurbegrenzer of mengkraan (aanbevolen) geïnstal-

leerd volgens de instructies van de fabrikant.

• Moet geplaatst worden met toegang tot een geschikte afvoer of

condensaatpomp.

• Condensatieafvoerleidingen geïnstalleerd en aangesloten op een

geschikte afvoer of condenspomp.

• Voor een goede werking van de warmtepomp is 220-240 VAC

nodig.

• De afmetingen en aansluitingen van de bedrading voldoen aan alle

plaatselijke toepasselijke voorschriften en vereisten van deze

handleiding.

• Warmtepomp en elektrische voeding zijn correct geaard.

• Er is een geschikte zekering of stroomonderbreker geïnstalleerd.

• Begrijp hoe u de gebruikersinterfacemodule kunt gebruiken om de

verschillende modi en functies in te stellen.

• Begrijp het belang van routine-inspectie/onderhoud van de

condensafvoerbak en -leidingen. Dit om te voorkomen dat de

afvoerleiding verstopt raakt en de condensbak overloopt.

• BELANGRIJK: Als er water uit de plastic kap komt, is dit een

indicatie dat beide condensafvoerleidingen verstopt kunnen zijn. Er

is dan onmiddellijke actie vereist.

• Voor een optimale werking moet u het luchtfilter controleren,

verwijderen en reinigen.

Volg de onderstaande stappen voordat u dit apparaat gebruikt.

Water afgieten: Als het apparaat voor de eerste keer gebruikt wordt of

nadat de tank geleegd is opnieuw gebruikt wordt, zorg er dan voor dat

de tank vol water is voordat u het apparaat aanzet.

Methode: zie afb. 4-1

• Gebruik zonder water in de watertank kan

leiden tot beschadiging van de elektronische

bijverwarming. De fabrikant is niet aansprakelijk

voor schade die door dit probleem wordt

veroorzaakt.

• Na het inschakelen licht het display op. Gebrui-

kers kunnen het apparaat bedienen met de

knoppen onder het display.

• Laten leeglopen: Als het apparaat schoonge-

maakt of verplaatst moet worden, moet de tank

geleegd worden. Methode: zie afb. 4-2:

Pats

Afb.4-2

Laten leeglopen

Afsluitklep afvoerpijp

Dicht

Breng na het legen de moer van de

afvoerpijp weer aan.

4.2 Proefdraaien

4.2.1 Controlelijst vóór de ingebruikname.

T4＜-7

70 70 70 70 70

60 70

-7≤T4＜-2 -2≤T4＜22≤T4＜43 43≤T4

Omgevings

temp. (T4)

Max. temp.

(warmtepomp)

Max. temp.

(e-verwarmer)

Tabel

4-1

4.2.2 Werking

Tank

Temperatuursensor (T5U)

Elektrische verwarmer

Waterinlaat

Wateruitlaat

Afb.4-3

OPMERKING

Temperatuursensor (T5L)

OPMERKING

1) Controlelijst vóór het proefdraaien.

2) Correcte installatie van het systeem.

3) Correcte aansluiting van water/luchtleidingen en bedrading.

4) Condensafvoer met soepele, goede isolatie voor alle hydraulische

onderdelen.

5) Correcte voeding.

6) Geen lucht in de waterleiding en alle kleppen geopend.

7) Effectieve installatie van elektrische lekbeveiliging.

8) Voldoende inlaatwaterdruk (tussen 0,15 MPa en 0,65 MPa).

1) Afbeelding van de systeemstructuur

Het apparaat heeft twee soorten warmtebronnen: warmtepomp

(compressor) en elektrische verwarmer.

Het apparaat selecteert automatisch warmtebronnen om het water tot

de gewenste temperatuur te verwarmen.

2) Watertemperatuurdisplay

De op het display weergegeven temperatuur is afhankelijk van de

bovenste sensor. Het is dus normaal dat de temperatuur op het display

de gewenste temperatuur heeft bereikt, maar dat de compressor nog

steeds draait, omdat de lagere watertemperatuur de gewenste tempera-

tuur nog niet heeft bereikt.

3 De modi worden automatisch geselecteerd door het apparaat. Handmati-

ge modusselectie is niet mogelijk.

• Bedrijfstemperatuurbereik

Streefwaarde watertemperatuur instellen: 38~70ºC.

Bereik omgevingstemperatuur tijdens bedrijf e-verwarmer: -20~45ºC.

Bereik omgevingstemperatuur tijdens bedrijf warmtepomp: -7~43ºC.

Watertemperatuurgrenzen:

4) Wisseling verwarmingsbron

• De standaard verwarmingsbron is een warmtepomp. Als de omgevings-

temperatuur buiten het bereik van de warmtepomp komt, stopt de

warmtepomp met werken en schakelt het apparaat automatisch over naar

de e-verwarmer. Als de omgevingstemperatuur weer binnen het bereik

van de warmtepomp komt, stopt de e-verwarmer en schakelt het apparaat

automatisch weer over naar de warmtepomp.

• Als de ingestelde watertemperatuur hoger is dan de maximumtempera-

tuur (warmtepomp), zal het apparaat eerst de warmtepomp activeren tot

de maximumtemperatuur, dan de warmtepomp stoppen en de e-verwar-

mer activeren om het water continu tot de gewenste temperatuur te

verwarmen.

• Als u de e-verwarmer handmatig activeert terwijl de warmtepomp in

werking is, zullen de e-verwarmer en de warmtepomp samenwerken

totdat de watertemperatuur de gewenste temperatuur bereikt. Dus als u

snel wilt verwarmen, activeer dan handmatig de e-verwarmer.

Als het systeem storingen vertoont, wordt de foutcode "E7" en op het

display weergegeven, waarna de warmtepomp stopt met werken en het

apparaat automatisch de e-verwarmer activeert als back-up warmtebron. De

foutcodes "E7" en worden weergegeven totdat de stroom wordt

uitgeschakeld.

• Ontdooien tijdens waterverwarming

Tijdens de werking van de warmtepomp, als de verdamper bevroren is bij

een lagere omgevingstemperatuur, zal het systeem automatisch

ontdooien om effectieve prestaties te behouden (ongeveer 3~10 min).

Tijdens het ontdooien (als de omgevingstemperatuur onder 5 uitkomt),

stopt de ventilatormotor, maar de compressor blijft draaien.

• Opwarmtijd

Er zijn verschillende opwarmtijden bij verschillende omgevingstemperatu-

ren. Normaal gesproken resulteert een lagere omgevingstemperatuur in

een langere opwarmtijd vanwege een lagere effectieve prestatie.

• De e-verwarmer wordt eenmaal geactiveerd voor het

huidige verwarmingsproces. Als u de e-verwarmer

opnieuw wilt gebruiken, druk dan op de -knop

om over te schakelen naar de E-HEATER-modus

(e-verwarmer).

• Als u alleen de e-verwarmer gebruikt, wordt er

ongeveer slechts 75 liter water verwarmd, dus u

moet een hogere gewenste temperatuur van het

water instellen als de omgevingstemperatuur buiten

het werkbereik van de warmtepomp ligt.

4.2.3 Basisfunctie

Afb.4-4

4.2.4 Vraagfunctie

Tabel

4-2

-7 -5 2 7 20 25 30 32 35 40 45

Tijd(u)

Omgevingstemp. (ºC)

15-45

15-55

15-65

15-70

Nr.

Uur

laag

bit

Min.

hoog

bit

Min.

laag

bit

unit Uitleg

Temp. T5U

Temp. T5L

Temp. T3

Temp. T4

Temp. TP

Temp. Th

Laatste foutcode

Vorige 1e fout- of

beveiligingscode

Vorige 2e fout- of

beveiligingscode

Modelcode:

01 Europa 190

02Europe 300

03 Australië 190

04 Australië 300

Einde teken

Temp. T7

Temp. T1

Stroom Huidige waarde

elektrische verwarming

Ventilator

Elektronische

expansieklep 1/8

Elektroni

sche

expansie

klep

Warmwaterkraan

1/32

Warmwater

kraan

Compressorfrequentie

Frequentie

Versie hostsoftwareVersie

Softwareversie van

displaykaart

Versie

0OFF

1Ventilator laag

2/3: Ventilator hoog

OPMERKING

• Wanneer de omgevingstemperatuur lager is dan 2ºC, nemen de

warmtepomp en de e-verwarmer verschillende delen van de verwarmings-

capaciteit voor hun rekening, over het algemeen geldt: hoe lager de

omgevingstemperatuur, hoe lager het aandeel van de warmtepomp en hoe

hoger het aandeel van de e-verwarmer. Meer details vindt u in tabel 4-1.

• Over TCO en ATCO

Het vermogen van de compressor en de e-verwarmer wordt automatisch

uitgeschakeld of ingeschakeld door TCO en ATCO.

Als de temperatuur hoger is dan 78ºC, zal de ATCO automatisch de

compressor en de e-verwarmer uitschakelen, en deze inschakelen als de

temperatuur onder 68ºC zakt.

Als de watertemperatuur hoger is dan 85ºC, zal de TCO automatisch de

stroom van de compressor en de e-verwarmer uitschakelen. Daarna moet

het handmatig gereset worden.

• Opnieuw starten na een langdurige stop

Wanneer het apparaat opnieuw wordt opgestart nadat het lange tijd heeft

stilgestaan (ook tijdens het proefdraaien), is het normaal dat het

uitlaatwater onzuiver is. Houd de kraan open, laat het water eruit stromen

en al snel zal er schoon water uit stromen.

1. Wekelijkse desinfectiefunctie

Tijdens de desinfectie begint de eenheid onmiddellijk het water tot 70ºC te

verwarmen om de potentiële legionellabacteriën in het water van de tank

te doden. Tijdens de desinfectie licht het pictogram op het display op.

Het apparaat stopt met desinfecteren als de watertemperatuur hoger is

dan 70ºC en het pictogram gaat dan uit.

2. Vakantiefunctie:

Druk op de toets om VACATION (vakantie) te selecteren. Het

apparaat verwarmt het water automatisch tot 15 ºC om energie te

besparen tijdens vakantiedagen.

3. Functie voor uitschakeling op afstand:

Gebruikers kunnen een schakelaar aansluiten. Als de schakelaar gesloten

is, wordt het apparaat geforceerd gestopt. Als de schakelaar uitvalt, kan

het apparaat normaal werken volgens de instellingen.

4. Hoe werkt het apparaat:

Als het apparaat op OFF (uit) staat -> druk dan op -> het apparaat

wordt aangezet -> druk op om de gewenste watertemperatuur

in te stellen (38-70 ºC) -> druk op -> het apparaat selecteert

automatisch de warmtebron en begint het water tot de gewenste

temperatuur te verwarmen.

• Als de omgevingstemperatuur lager is dan

-7ºC, neemt het rendement van de warmte-

pomp drastisch af en schakelt het apparaat

automatisch over op de e-verwarmer.

• Voor het gemak van onderhoud en foutopsporing is de opvraagfunctie

beschikbaar door 3 knoppen tegelijk in te drukken: + +

, dan worden de lopende systeemparameters één voor één in

de volgende volgorde getoond bij elke druk op de - of -knop.

5. WERKING

5.1 Uitleg bedieningspaneel

5.2 Uitleg display

Afb.5-1

Afb.5-2

Tabel

5-1

① ② ③

④⑤⑥⑦⑧⑨⑩11

17 18

②

①

Nr.

Picto-

gram

Nr.

Picto-

gram

Gereserveerd

Display

Werking

Omschrijving

gaat branden als het scherm ontgrendeld is.

Het toont de watertemperatuur bij normaal; het

toont de resterende vakantiedagen bij vakantie; het

toont de insteltemperatuur bij instelling; het toont

de instel-/bedrijfsparameters van het apparaat en

de fout-/beveiligingscode bij opvragen.

Instellen van de tijd en klok

wordt door de klok getoond.

Als er een instelling voor de klok is, wordt SET

TIME (tijd instellen) verlicht.

Er kunnen zes timers worden ingesteld.

Als er een timer is ingesteld, licht het pictogram op

wanneer het scherm wordt ontgrendeld Als er

geen timer is ingesteld, blijft het pictogram uit.

Als er een timer is ingesteld, knippert dit pictogram

met een frequentie van 2 Hz en licht de ingestelde

timer op.

licht op als het apparaat aan het desinfecteren is.

Compressor:

licht op als de compressor draait, anders

gaat uit.

Vergrendeling:

Als de knop vergrendeld is, licht op, anders is

uit.

Zon:

licht op wanneer het apparaat is aangeslo-

ten op het zonnesignaal of op de zonnewaterpomp.

E-heat:

licht op als de e-verwarmer functioneert,

anders gaat uit.

Alarm hoge temp.

Als de watertemperatuur hoger is dan 50ºC, licht

op, anders gaat uit.

Fout:

licht op wanneer het apparaat onder bescher-

ming/fout staat.

VAKANTIESMODUS:

licht op als het apparaat in de modus

VACATION (vakantie) functioneert. De standaard

vakantiedagen van de vakantiemodus zijn 14

dagen. U kunt de dagen aanpassen van 1 tot 360.

De knop wordt na de vakantie gedesinfecteerd.

HYBRIDE MODUS:

licht op als het apparaat in de modus

HYBRID (hybride) functioneert.

E-HEAT-MODUS:

licht op als het apparaat in de modus E-HEAT

(elektronische verwarming) functioneert.

BESPARINGSMODUS:

licht op als het apparaat in de modus

ECONOMY (zuinig gebruik) functioneert.

Wanneer een toets ongeldig is, knippert dit

pictogram eenmaal.

Het pictogram licht op wanneer de watertempera-

tuur wordt ingesteld.

Het pictogram licht op wanneer de klok wordt

ingesteld.

WIFI:

licht op wanneer wifi verbonden is; gaat

uit wanneer wifi niet verbonden is;

knippert met een frequentie van 2 Hz bij het

instellen van wifi.

OPTIONEEL:

Houd drie toetsen tegelijkertijd 3

seconden ingedrukt, druk op of totdat "C08" op

het scherm verschijnt. Druk op om de FAN-functie

(ventilator) te bevestigen. Druk vervolgens op of

om de gewenste ventilatorsnelheid te kiezen: op het

scherm verschijnt 00, 01, 02, 03 (00 betekent stop de

FAN-functie, 01 betekent “LAGE ventilatorsnelheid”, 02

betekent "Middelhoge ventilatorsnelheid" en 03 betekent

“Hoge ventilatorsnelheid". Als "--" wordt weergegeven,

betekent dit dat deze FAN-functie niet wordt ondersteund.

Druk ten slotte op XX om te bevestigen.

Een druk op de knop is alleen effectief als de knop en het scherm

ontgrendeld zijn.

Tabel

5-2

Afb.5-3

① ③

④⑨

⑦ ⑥ ⑤

②

⑧

Nr.

Picto-

gram

MODE

Standaard HYBRID-modus

Overschakelen naar de E-HEATER-modus

MODE

Overschakelen naar de ECONOMY-modus

Overschakelen naar de VACATION-modus

Vakantiedagen aanpassen (1-360 dagen)

Overschakelen naar de HYBRID-modus

Gebruik deze toets om van modus te veranderen

MODE

① ③

④⑤

⑥ ⑦ ⑧ ⑨

②

CLOCK

TIMER

ON/OFF

DISINFECT

Nr.

Picto-

gram

CLOCK

CANCEL

DESINFECTEREN

Handmatig de desinfectiefunctie inschakelen

Wifi aan/uit

Omschrijving

VERHOGEN

Als het scherm ontgrendeld is, wordt de correspon-

derende waarde verhoogd door op te

drukken.

● Als u bij het instellen van de temperatuur langer

dan 1 seconde op drukt, zal de tempera-

tuurwaarde continu verhoogd worden;

● Als u bij het instellen van de klok/timer langer

dan 1 seconde op drukt, wordt de waarde

van de klok/timer continu verhoogd;

● Als u bij het instellen van de vakantiedagen

langer dan 1 seconde op drukt, wordt de

dagwaarde continu verhoogd; bij het opvragen

worden de controle-items weergegeven door op

te drukken.

Pictogram licht op. Vervolgens verwarmt

het apparaat het water tot minimaal 70ºC voor

desinfectie.

Wanneer de machine is gedesinfecteerd,

druk dan op de -knop om te annuleren.

Daarna gaat uit.

Druk gedurende 3 seconden op knop

om wifi in te schakelen.

Deze toets wordt gebruikt om alle

instellingen te annuleren en de instellingen-

status te verlaten. Als de wifi-verbinding

normaal is, druk dan langer dan 8

seconden op de knop CANCEL

(annuleren) om de wifi-verbinding te

beëindigen.

Druk op deze knop om de klokinstelling te

openen. SET TIME brandt en de uurwaarde

van de klok knippert.

Pas de uurwaarde van de klok aan

Bevestig de uurwaarde en voer de instelling

van de minuutwaarde in

Pas de minuutwaarde aan

Bevestig de instelling van de klok

BEVESTIGEN/ONTGRENDELEN

TIMER

ON/OFF

TIMER

ON/OFF

TIMER

ON/OFF

Timer-knop

5.3 Combination button

Nr. Pictogram Omschrijving

Instelling

sterilisatietijd

MODE

Kies 01

Kies 03

Foutcode

Voer de tijdsinstelling bestaande uit 6

segmenten in. Het pictogram 1ON brandt

altijd. Voer de instelling TIMER ON in,

waarna de uurwaarde knippert

Pas de uurwaarde aan

Bevestig de uurwaarde en voer de instelling

van de minuutwaarde in

Pas de minuutwaarde aan

Bevestig de minuutwaarde en voer de

TIMER OFF-setting in. Op dit moment

brandt het pictogram 1OFF altijd en knippert

de uurwaarde

Pas de uurwaarde aan

Bevestig het uur en stel de minuten in

Pas de minuutwaarde aan

Bevestig de minuutwaarde en voltooi de

instelling van de timer voor het 1e segment.

OPMERKING:

1. Druk tijdens het instelproces op de Timer /

ON/OFF-toets om de volgende ON/OFF-instelling in te

voeren

2. Druk tijdens het instellen op de Timer / ON/OFF-toets

om naar het volgende deel van dit segment te gaan

3. Druk tijdens het instelproces op de CANCEL-toets om

de ingestelde timing te annuleren en terug te keren naar

de hoofdinterface

4. Als er een conflict is in de ingestelde tijd, heeft de laatst

ingestelde tijd voorrang en wordt de vorige tijdsperiode

automatisch geannuleerd. Als de ingestelde ON/OFF-tijd

hetzelfde is, is de instelling van het segment ongeldig

Als het scherm en de knoppen ontgrendeld zijn, druk er dan

op om de instellingsparameters te uploaden nadat u een

parameter hebt ingesteld:

• Als u er langer dan 10 seconden op drukt, worden alle

parameters opnieuw ingesteld.

Als het scherm en de knoppen vergrendeld zijn, druk er dan 3

seconden op om ze te ontgrendelen.

VERLAGEN/OMLAAG

Als het scherm ontgrendeld is, wordt de corresponderende

waarde verlaagd door op te drukken.

• Als u bij het instellen van de temperatuur langer dan 1

seconde op drukt, zal de temperatuurwaarde continu

verlaagd worden;

• Als u bij het instellen van de klok/timer langer dan 1

seconde op drukt, wordt de waarde van de klok/timer

continu verlaagd;

• Als u bij het instellen van de vakantiedagen langer dan 1

seconde op drukt, wordt de dagwaarde continu

verhoogd; bij het opvragen worden de controle-items

weergegeven door op te drukken.

ON/OFF-knop en ledlampje

Als het apparaat in stand-by staat, druk dan op . Het

apparaat wordt uitgeschakeld (in OFF). Als het apparaat op ON

staat, druk can op . Het apparaat gaat uit (OFF).

Als het apparaat op OFF staat, druk can op . Het apparaat

gaat uit (ON). Ledlampje licht op als het apparaat op ON

of in stand-by staat en gaat uit wanneer het apparaat op OFF staat.

Druk op de bevestigings-

toets om te openen. Op dat

moment knipperen het

sterilisatiepictogram en de

eerste twee waarden van

8888 om aan te geven dat

het uur gewijzigd kan

worden; na het indrukken

van de bevestigingstoets

knipperen de laatste twee

waarden van 8888 om aan

te geven dat de minuten

gewijzigd kunnen worden.

Druk na het instellen op OK

om de instellingen op te

slaan en af te sluiten. (druk

op de CANCEL-knop om de

instelling van de sterilisatie-

tijd te verlaten) Als de klant

geen sterilisatietijd heeft

ingesteld, wordt de

sterilisatie standaard

uitgevoerd om 23:00 uur,

eens per 7 dagen. Als de

klant wel een sterilisatietijd

heeft ingesteld, wordt de

sterilisatie uitgevoerd

volgens de ingestelde

sterilisatiestarttijd, eens per

7 dagen.

Druk op de bevestigings-

toets. De zoemer geeft een

kort geluid en het apparaat

wist automatisch de

beveiligings- of foutcode

Nr.

Picto-

gram Omschrijving

Nr.

Picto-

gram Omschrijving

5.5 Automatisch herstarten

5.6 Automatische knopvergrendeling

5.7 Automatische schermvergrendeling

5.4 Gebruik uw apparaat met de Comfort Home-app

Controleer de volgende zaken voordat u begint:

1. Uw smartphone is verbonden met het wifi-netwerk thuis en u

kent het wachtwoord van het netwerk.

2. Zorg ervoor dat u zich naast huishoudelijke apparaten bevindt.

3. Het draadloze signaal van de 2,4 GHz (voorkeur) of 5 GHz

band is ingeschakeld op uw draadloze router.

De Comfort Home-app downloaden

Zoek naar "Comfort Home” in Google play (Android-appara-

ten) of App Store (iOS-apparaten) om de app te downloaden.

Account registreren of inloggen

Open de app en maak een gebruikersaccount aan. Als u er al

een hebt, log dan gewoon in.

Uw apparaat toevoegen

Tik op het "+"-pictogram om een huishoudelijk apparaat aan

uw Comfort Home-account toe te voegen.

Kies luchtwarmtepompboiler.

Kies Europa

Verbonden met het netwerk

Volg de instructies in de app om de wifi-verbinding in te

stellen. Als de netwerkverbinding mislukt, bekijk dan de tips in

de app voor de bediening.

Als de stroom uitvalt, kan het apparaat alle instellingsparameters

onthouden, zodat het teruggaat naar de vorige instelling als de stroom

weer hersteld is.

Als u de knop 1 minuut niet bedient, wordt deze vergrendeld, behalve

de ontgrendelknop . Druk 3 seconden op om de

knoppen te ontgrendelen.

Als u de knop 30 seconden lang niet bedient, wordt het scherm

vergrendeld (gedoofd), behalve de foutcode en het alarmlampje. Als u

op een willekeurige knop drukt, wordt het scherm ontgrendeld

(verlicht).

Tabel

6-1

6.2 Iets over zelfbescherming van het apparaat

6.3 Wanneer een fout is opgetreden

6.4 Foutopsporing

Fout Mogelijke reden Oplossing

6. FOUTOPSPORING

6.1 Non-error tips

V: Waarom kan de compressor niet meteen starten na het instellen?

A: Het apparaat wacht 3 minuten om de druk van het systeem in

evenwicht te brengen voordat de compressor opnieuw wordt gestart.

V: Waarom is de temperatuur die op het display wordt weergegeven

soms gedaald terwijl het apparaat in werking is?

A: Wanneer de temperatuur van de bovenste tank veel hoger is dan die

van de onderste tank, zal het hete water van de bovenste tank gemengd

worden met het koude water van de onderste tank, dat continu uit de

inlaatkraan stroomt, waardoor de temperatuur van de bovenste tank zal

dalen.

V: Waarom is de temperatuur die op het scherm wordt weergegeven

soms gedaald, maar blijft het apparaat nog steeds gesloten?

A: Om te voorkomen dat het apparaat vaak aan/uit gaat, zal het de

warmtebron alleen activeren als de temperatuur van de onderste tank

minstens 5 ºC lager is dan de ingestelde temperatuur.

V: Waarom daalt de temperatuur die op het display wordt weergegeven

drastisch?

A: Omdat de tank onder druk staat, zal het warme water bij een grote

vraag naar warm water snel uit het bovenste gedeelte van de tank lopen

en zal het koude water snel in het onderste gedeelte van de tank lopen.

Als het koude wateroppervlak de bovenste temperatuursensor bereikt,

zal de temperatuur op het display drastisch dalen.

V: Waarom is de temperatuur die op het display wordt weergegeven

soms veel lager, maar kan er nog steeds warm water worden afgetapt?

A: Omdat de bovenste watersensor zich op de bovenste 1/4 tank bevindt,

betekent het aftappen van warm water dat er minstens 1/4 tank warm

water beschikbaar is.

V: Waarom staat er soms "LA" op het scherm?

A: Wanneer het apparaat geen elektrische verwarmingsfunctie heeft, is

het beschikbare omgevingsbereik van de warmtepomp -7-43. Als de

omgevingstemperatuur buiten dit bereik komt, geeft het systeem

bovenstaand signaal weer om de gebruiker hiervan op de hoogte te

stellen.

V: Waarom wordt er niets weergegeven op het display?

A: Voor een langere levensduur van het beeldscherm gaat het

display, behalve het ledlampje, uit als er gedurende 30 seconden

geen knop wordt ingedrukt.

V: Waarom zijn de knoppen soms niet beschikbaar?

A: Als het paneel gedurende 1 minuut niet wordt bediend, zal het

apparaat het paneel vergrendelen en " " weergeven. Druk gedurende

3 seconden op de knop "ENTER” om het bedieningspaneel te

ontgrendelen.

V: Waarom stroomt er soms water uit de afvoerpijp van de PT-klep?

A: Omdat de tank drukbestendig is, zal het water wanneer dit in de tank

wordt verwarmd, uitzetten, zodat de druk in de tank toeneemt. Als de

druk meer dan 1,0 MPa wordt, zal de PT-klep worden geactiveerd om de

druk te verlagen en zal de warmwaterdruppel dienovereenkomstig

worden afgevoerd. Als er voortdurend waterdruppels uit de afvoerpijp van

de PT-klep stromen, is dit niet normaal. Laat het door gekwalificeerd

personeel repareren.

1. Wanneer de zelfbescherming in werking treedt, wordt het systeem

gestopt en start de zelfcontrole. Het systeem wordt opnieuw opgestart

wanneer de bescherming is opgeheven.

2. Wanneer de zelfbescherming in werking treedt, zoemt de zoemer om

de minuut, knippert en wordt de foutcode weergegeven op de

watertemperatuurindicator. Druk gedurende 1 seconde op de

-knop om het zoemen te stoppen, maar de en foutcode

verdwijnen pas als de bescherming is opgeheven.

3. In de volgende omstandigheid kan zelfbescherming plaatsvinden: De

luchtinlaat of -uitlaat is verstopt; de verdamper is bedekt met te veel

stof; onjuiste stroomvoorziening (buiten het bereik van 220-240V).

1. Als er een normale fout optreedt, schakelt het apparaat

automatisch over naar de e-verwarmer voor dringende sanitaire

warmwatervoorziening. Neem dan contact op met gekwalifi-

ceerd personeel voor reparatie.

2. Als er een ernstige fout optreedt, start het apparaat niet. Neem

dan contact op met gekwalificeerd personeel voor reparatie.

3. Als er fouten optreden, zoemt de zoemer 3 keer om de minuut

en knippert snel. Druk gedurende 1 seconde op

om de zoemer te stoppen, maar het alarmpictogram blijft

knipperen.

1. Slechte verbinding

tussen de stekker en het

stopcontact;

2. Instelling watertempera-

tuur te laag;

3. Temperatuursensor

kapot; PCB van indicator

kapot.

1. De openbare watervoor-

ziening is gestopt;

2. Koudwaterinlaatdruk te

laag (<0,15 MPa);

3. Koudwaterinlaatklep

gesloten.

Hydraulische leidingverbin-

dingen zijn niet goed

afgedicht.

1. Stekker in het

stopcontact steken;

2. Instelling watertemp.

verhogen;

3. Neem contact op met

het servicecentrum.

1. Wacht op herstel

openbare watervoorzie-

ning;

2. Wacht op verhoging van

de inlaatwaterdruk;

3. Open de waterinlaatklep.

Controleer alle verbindin-

gen en dicht ze opnieuw af.

Koud water

afgetapt en

beeldscherm

uit

Geen warm

water afgetapt

Waterlekkage

Tabel

6-2

6.5 Foutcodetabel

Omschrijving van storing Corrigerende maatregel Display

OPMERKING

Fout van sensor T5U (bovenste watertemperatuur-

sensor)

Fout van sensor T5L (onderste watertemperatuur-

sensor)

Communicatiefout tank en draadgestuurde

bediening

Fout temperatuursensor verdamper T3

Fout omgevingstemperatuursensor T4

Fout perstemperatuursensor van de compressor

Elektrische lekfout

Als de printplaat current_induction_circuit het

stroomverschil tussen L, N > 14 mA controleert,

beschouwt het systeem dit als een "elektrische lekfout”

Fout aanzuigtemperatuursensor van de

compressor TH

Open-circuitfout van de e-verwarmer (IEH(Stroom-

verschil E-heater ON en E-heater OFF) < 2A)

Hogedrukbeveiliging systeem ≥ 3,0 MPa actief;≤

2,4 MPa inactief

Bescherming tegen hoge perstemperatuur

Tp>115ºC,Beveiliging actief Tp<90ºC,Beveiliging

inactief

Bescherming tegen abnormaal stoppen van

compressor

De perstemperatuur is niet zo hoog als de

verdampertemperatuur nadat de compressor een

tijdje gedraaid heeft.

Overbelastingsbeveiliging van de compressor (10

seconden na het opstarten van de compressor begint

de stroomcontrole,

1) alleen de compressor draait; als deze >7A is, wordt

de compressor gestopt en beveiligd). 2) Compressor

+ e-verwarmer draait; als deze >IEH+7 is, wordt de

compressor gestopt en beveiligd).

Wanneer de omgevingstemperatuur T4 buiten het

bedrijfsbereik van de warmtepomp (-743ºC) is, stopt

de warmtepomp. Het apparaat toont LA in de positie

van de klok op het display totdat T4 terugkeert naar

(-743ºC). Dit geldt alleen voor het apparaat zonder

e-verwarmer. Apparaat met e-verwarmer zal nooit

"LA" tonen.

Misschien is de verbinding tussen de sensor en de printplaat

losgeraakt of is de sensor kapot. Neem contact op met een