Inhoudsopgave
Specificaties op pagina 69
Algemene informatie op pagina 69
Installatie op pagina 71
Configuratie op pagina 79
Specificaties
Specificaties kunnen zonder kennisgeving vooraf worden gewijzigd.
Specificatie Details
Stroom 23 mA maximum
Lineariteit ± 0,05 % van het bereik
Lusweerstand Voeding 12–18 V DC: 0–250 Ω; voeding 18–24 V DC: 250–500 Ω
Kabels Draadmaat: 0,08 tot 1,5 mm
2
(28 tot 16 AWG) met een isolatieklasse van 300 VAC of
hoger
1
Bedrijfstemperatuur –20 tot 60 °C (–4 tot 140 °F); 95 % relatieve vochtigheid, zonder condensatie
Opslagtemperatuur –20 tot 70 °C (–4 tot 158 °F); 95 % relatieve vochtigheid, zonder condensatie
Certificering Door ETL gecertificeerd conform FM- en CSA-veiligheidsnormen voor gebruik met de
SC4200c-controller voor gevaarlijke locaties van Klasse 1, Divisie 2, Groep A, B, C en D,
Zone 2, Groep IIC
Algemene informatie
De fabrikant kan onder geen enkele omstandigheid aansprakelijk worden gesteld voor directe,
indirecte, speciale, incidentele of continue schade die als gevolg van enig defect of onvolledigheid in
deze handleiding is ontstaan. De fabrikant behoudt het recht om op elk moment, zonder verdere
melding of verplichtingen, in deze handleiding en de producten die daarin worden beschreven,
wijzigingen door te voeren. Gewijzigde versies zijn beschikbaar op de website van de fabrikant.
Veiligheidsinformatie
L E T O P
De fabrikant is niet verantwoordelijk voor enige schade door onjuist toepassen of onjuist gebruik van dit product
met inbegrip van, zonder beperking, directe, incidentele en gevolgschade, en vrijwaart zich volledig voor
dergelijke schade voor zover dit wettelijk is toegestaan. Uitsluitend de gebruiker is verantwoordelijk voor het
identificeren van kritische toepassingsrisico's en het installeren van de juiste mechanismen om processen te
beschermen bij een mogelijk onjuist functioneren van apparatuur.
Lees deze handleiding voor het uitpakken, installeren of gebruiken van het instrument. Let op alle
waarschuwingen. Wanneer u dit niet doet, kan dit leiden tot ernstig persoonlijk letsel of schade aan
het instrument.
Controleer voor gebruik of het instrument niet beschadigd is. Het instrument mag op geen andere
wijze gebruikt worden dan als in deze handleiding beschreven.
1
Gebruik geen andere draadgrootten dan 0,08 tot 1,5 mm
2
(28 tot 16 AWG), tenzij de draden
gescheiden kunnen worden gehouden van de hoofdvoedings- en relaiscircuits.
Nederlands 69