Toro 53cm Heavy-Duty 60V Recycler/Rear Bagger Lawn Mower Handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
Handleiding
FormNo.3440-604RevA
53cmHeavy-Duty60VRecycler®/RearBaggerLawnMower
22275and22275T
Professioneller60VRasenmähermitRecycler®bzw.Heckfänger
(53cm)
22275and22275T
CortacéspeddeserviciopesadoRecycler®60Vde53cmcon
reciclado/ensacadotrasero
22275and22275T
TondeusegrandrendementRecycler®60Vde53cm/bacarrière
22275and22275T
Tosaerbaprofessionaleda60VRecycler®da53cmconraccolta
posteriore
22275and22275T
Zwaaruitgevoerde60Vgazonmaaiervan53cmmet
Recycler®/grasvanger
22275and22275T
53cmHeavy-Duty60VRecycler®-gressklippermedoppsamling
bak
22275and22275T
WysokowydajnakosiarkaRecycler®60Voszerokości53cmz
tylnymkoszem
22275and22275T
Recycler®-gräsklippareförtungdriftmedbakreuppsamlare,53
cm,60V
22275and22275T
www.T oro.com.
*3440-604*
FormNo.3440-586RevA
Zwaaruitgevoerde60V
gazonmaaiervan53cmmet
Recycler
®
/grasvanger
Modelnr.:22275—Serienr.:400000000enhoger
Modelnr.:22275T—Serienr.:400000000enhoger
Registreeruwproductopwww.Toro.com.
Vertalingvandeoorspronkelijketekst(NL)
*3440-586*
DitproductvoldoetaanallerelevanteEuropese
richtlijnen;zievoordetailsdeaparteproductspeciî‚¿eke
conformiteitsverklaring.
Inleiding
Dezeloopmaaiermetdraaiendemessenisbedoeld
voorgebruikdoorparticulierenofprofessionele
bestuurders.Demachineisvoornamelijkontworpen
voorhetmaaienvangrasopgoedonderhouden
particuliereofcommerciëlegazons.Zeisontwikkeld
voorgebruikmetlithiumion-accupackmodellen81875
(meegeleverdmetmodel22275),81825,81850of
81860.Dezeaccupackszijnontworpenomuitsluitend
dooracculadermodellen81802(meegeleverdmet
model22275)of81805tewordenopgeladen.Deze
productengebruikenvooranderedoeleindendan
hetbedoeldegebruikkanvooruofvooromstanders
gevaarlijkzijn.
Model22275Tbeschiktnietovereenaccuofeen
lader.
Ganaarwww.toro.comvoormeerinformatie,inclusief
veiligheidstips,instructiemateriaal,informatieover
accessoires,hulpbijhetvindenvaneendealerofom
uwproductteregistreren.
Alsuservice,origineleonderdelenvandefabrikant
ofaanvullendeinformatienodighebt,kuntucontact
opnemenmeteenerkendeservicedealerofmetde
klantenservicevandefabrikant.Zorgervoordatuhet
model-enserienummervanuwproductbijdehand
hebt.Delocatievanhetplaatjemethetmodelnummer
enhetserienummervanhetproductisaangegeven
opFiguur1.Ukuntdenummersnotereninderuimte
hieronder.
Belangrijk:Ukuntmetuwmobielapparaatde
QR-codeophetplaatjemethetserienummer
(indienaanwezig)scannenomtoegangte
krijgentotdegarantie,onderdelenenandere
productinformatie
g226623
Figuur1
1.Plaatsvanmodelnummerenserienummer
Modelnr.:
Serienr.:
Erwordenindezehandleidingeenaantalmogelijke
gevareneneenaantalveiligheidsberichtengenoemd
(Figuur2)metdevolgendewaarschuwingssymbolen,
dieduidenopeengevaarlijkesituatiediezwaar
lichamelijkletselofdedoodtotgevolgkanhebben
wanneerdeveiligheidsvoorschriftennietinacht
wordengenomen.
g000502
Figuur2
Waarschuwingssymbool
Erwordenindezehandleidingtweewoordengebruikt
omuwaandachtopbijzondereinformatietevestigen.
Belangrijkattendeertuopbijzonderetechnische
informatieenOpmerkingduidtalgemeneinformatie
aandiebijzondereaandachtverdient.
©2020—TheToro®Company
8111LyndaleAvenueSouth
Bloomington,MN55420
2
Ukuntcontactmetonsopnemenopwww.Toro.com.
GedruktindeVS
Allerechtenvoorbehouden
Inhoud
Veiligheid..................................................................3
Veiligheids-eninstructiestickers........................6
Montage....................................................................8
1Deacculadermonteren(optioneel)..................8
2Dekabelbeschermingverwijderen...................9
3Dehandgreepbevestigen................................9
4Dekabelbeschermingmonteren....................10
5Degrasvangermonteren................................11
Algemeenoverzichtvandemachine.......................12
Speciî‚¿caties....................................................12
Voorgebruik........................................................13
Hetaccupackmonteren....................................13
Demaaihoogteinstellen...................................14
Hoogtevanhandgreepinstellen.......................14
Tijdensgebruik....................................................15
Demachinestarten..........................................15
Maaiselrecyclen...............................................15
Hetmaaiselopvangen......................................15
Derijaandrijvinggebruiken..............................17
Demachineuitschakelen..................................17
Hetaccupackuitdemachine
verwijderen...................................................17
Tipsvoorbedieningengebruik.........................18
Nagebruik...........................................................18
Hetaccupackopladen......................................18
Deonderkantvandemachinereinigen.............19
Onderhoud..............................................................21
Aanbevolenonderhoudsschema.........................21
Onderhoudvanhetmaaimes............................22
Schoonmakenvandewielen...........................24
Hetaccupackklaarmakenvoor
recycling........................................................24
Stalling....................................................................25
Problemen,oorzaakenremedie.............................26
Veiligheid
BELANGRIJKE
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
WAARSCHUWING–Wanneerueenelektrische
machinegebruikt,leesdanaltijddebasis
veiligheidswaarschuwingenen-instructiesenvolg
dezeopomhetrisicoopbrand,elektrischeschok
ofletseltebeperken.Hierondervolgenenkele
veiligheidswaarschuwingenen-instructies:
I.Training
1.Debestuurdervandemachineis
verantwoordelijkvoorongevallenofschadeaan
anderepersonenofhuneigendommen.
2.Laatkinderennietspelenmetdemachine,het
accupackofdeacculaderoflaathendezeniet
gebruiken;plaatselijkevoorschriftenkunnen
nadereeisenstellenaandeleeftijdvandegene
diemethettoestelwerkt.
3.Laatmensenmetbeperktefysieke,sensorische
ofgeestelijkecapaciteitenofzonderervaring
enkennisdemachine,hetaccupackofde
acculadernietgebruikentenzijertoezichtwordt
gehoudenofaanwijzingenwordengegeven
overhoedezeveiligkunnenwordengebruikten
zedegevarenbegrijpendieinherentzijnaan
hetgebruikervan.
4.Leesalleinstructiesenwaarschuwingenop
dezeproductenvoordatudemachine,het
accupackendeacculadergebruikt.
5.Wordvertrouwdmetdebedieningsorganenen
hetjuistegebruikvandemachine,hetaccupack
endeacculader.
II.Vóóringebruikname
1.Houomstanders,vooralkinderenenhuisdieren,
uitdebuurtvanhetwerkgebied.
2.Gebruikdemachineenkelalsdenodige
schermenenanderebeveiligingsmiddelen,
zoalsgeleidersengrasvangers,opdemachine
aanwezigzijnennaarbehorenwerken.
3.Controleerhetwerkgebiedenverwijderalle
voorwerpendiehetgebruikvandemachine
zoudenkunnenhinderenofdiedemachinezou
kunnenuitwerpen.
4.Controleervoordatudemachinegebruikthet
mes,demesboutendemeseenheidaltijdop
slijtageofbeschadiging.Vervangbeschadigde
ofonleesbarelabels.
5.GebruikenkelhetaccupackdatdoorT orowordt
gespeciî‚¿ceerd.Indienuandereaccessoiresen
werktuigengebruikt,kandithetrisicoopletsel
enbrandverhogen.
3
6.Hetaansluitenvandeacculaderopeen
stopcontactmeteenspanningandersdan100
tot240Vkanleidentotbrandofeenelektrische
schok.Sluitdeacculadernietaanopeen
stopcontactmeteenspanningandersdan100
tot240V.Vooreenandersoortaansluitingdient
umogelijkeenadapterstekkervanhetjuiste
typetegebruiken.
7.Gebruikgeenbeschadigdofaangepast
accupackofbeschadigdeofaangepaste
acculader.Dezekunnenonverwachtgedrag
vertonen,watkanleidentotbrand,explosieof
lichamelijkletsel.
8.Alshetstroomsnoervandeacculader
beschadigdis,neemdancontactopmeteen
erkendeservicedealeromhettevervangen.
9.Gebruikgeenniet-oplaadbarebatterijen.
10.Laadhetaccupackenkelopmetdeacculader
diedoorT oroisgespeciî‚¿ceerd.Eenladerdie
geschiktisvoorhetenetypeaccupackkan
incombinatiemeteenanderaccupackvoor
brandgevaarzorgen.
11.Laadhetaccupackalleenopineengoed
verluchteruimte.
12.Stelhetaccupackofdeacculadernietblootaan
eenbrandofaantemperaturenhogerdan68°C.
13.Volgalleinstructiesaangaandehetladen
enlaadhetaccupacknietopbuitenhet
temperatuurbereikdatwordtgespeciî‚¿ceerd
indeinstructies.Anderskuntuhetaccupack
beschadigenenhetrisicoopbrandverhogen.
14.Draaggepastekleding–Draaggeschikte
kledingenuitrusting,zoalsoogbescherming,
eenlangebroek,stevigeschoenenmeteen
gripvastezool(nietblootvoetsofgeensandalen)
engehoorbescherming.Draaglanghaar
nietlosendraaggeenlossejuwelendie
vastkunnenkomentezitteninbewegende
onderdelen.Draageenstofmaskerinstofî‚¿ge
gebruiksomstandigheden.
III.Bediening
1.Contactmeteenbewegendmesveroorzaakt
ernstigletsel.Houduwhandenenvoetenuitde
buurtvanhetmaaigedeelteenallebewegende
onderdelenvandemachine.Blijfaltijduitde
buurtvanafvoeropeningen.
2.Dezemachinegebruikenvoorandere
doeleindendanwaarvoorzijbedoeldis,kan
gevaarlijkzijnvooruenvooromstanders.
3.Schakeldezelfaandrijvinguit(indienaanwezig)
voordatudemachinestart.
4.Kanteldemachinenietalsudemotorstart.
5.Voorkomdatudemachineongewildstart–Zorg
ervoordatdeelektrischestartknopisverwijderd
vandeontstekingvoordatuhetaccupack
aansluitendemachinehanteert.
6.Geefuwvolledigeaandachtalsudemachine
gebruikt.Zorgervoordatumetnietsanders
bezigbentwaardoorukuntwordenafgeleid,
anderskanerletselontstaanofkaneigendom
wordenbeschadigd.
7.Alsudebedieningsstangloslaat,moetende
motorenhetmesbinnen3secondenstoppen.
Alsditniethetgevalis,magudemachineniet
meergebruikenenmoetucontactopnemen
meteenerkendeservicedealer.
8.Stopdemachine,verwijderdeelektrische
startknop,verwijderhetaccupackvande
machineenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomenvoordatu
demachineafstelt,erservicewerkzaamheden
aanverricht,demachineschoonmaaktofstalt.
9.Verwijderhetaccupackendeelektrische
startknopvandemachinewanneeru
dezeonbeheerdachterlaatofvoordatude
accessoiresverandert.
10.Forceerdemachineniet–Demachinedoethet
werkbeterenveiligerinhettempowaarvoorze
bedoeldis.
11.Blijfalert–Letopwatudoetengebruik
uwgezondverstandwanneerudemachine
gebruikt.Gebruikdemachinenietalsuziek
ofmoebentofonderdeinvloedvanalcoholof
drugsbent.
12.Gebruikdemachineenkelbijeen
goedezichtbaarheideningeschikte
weersomstandigheden.Gebruikdemachine
nietalshetkanbliksemen.
13.Gavoorzichtigtewerkalsudemachineomkeert
ofnaarutoetrekt.
14.Zorgdatuteallentijdestevigenevenwichtig
staat,vooralophellingen.Maaimetdehelling
mee,nooithellingopenaf.Gazeerzorgvuldig
tewerkalsuvanrichtingverandertopeen
helling.Maainietopaltesteilehellingen.Loop;
rennooitmetdemachine.
15.Hetmateriaaldatafgevoerdwordtnietnaar
iemandrichten.Voorkomhetafvoerenvan
materiaaltegeneenmuurofafscherming;het
materiaalkannaaruterugketsen.Zethet
mes/demessenstilbijhetoverstekenvan
grindoppervlakken.
16.Kijkuitvoorgaten,geulen,hobbels,stenenof
andereverborgenobjecten.Oponeffenterrein
kuntuuwevenwichtverliezenofwegglijden.
17.Alsunatgrasennattebladerenmaait,kunt
uuitglijden,inaanrakingkomenmethetmes
enernstigletseloplopen.Gebruikdemachine
4
nietinvochtigeomstandighedenofwanneerhet
regent.
18.Alsdemachineeenvoorwerpraaktofbegint
tetrillen,schakeldemachinedanonmiddellijk
uit,verwijderdeelektrischestartknop,verwijder
hetaccupackenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomenvoordatu
demachinecontroleertopbeschadiging.Voer
allenoodzakelijkereparatiesuitvoordatude
machineweeringebruikneemt.
19.Stopdemachineenverwijderdeelektrische
startknopvoordatudemachinelaadtvoor
transport.
20.Bijverkeerdgebruikkanvloeistofuithet
accupacklekken;vermijdcontacthiermee.Als
uperongelukincontactkomtmetdevloeistof,
moetuspoelenmetwater.Alsdevloeistofinuw
ogenterechtkomt,moetunaareenartsgaan.
Vloeistofdieuitdeaccuontsnapt,kanirritatie
vandehuidofbrandwondenveroorzaken.
IV.Onderhoudenopslag
1.Stopdemachine,verwijderdeelektrische
startknop,verwijderhetaccupackvande
machineenwachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomenvoordatu
demachineafstelt,erservicewerkzaamheden
aanverricht,demachineschoonmaaktofstalt.
2.Probeerdemachinenietteherstellenbehalve
alsditaangegevenisindeinstructies.Laateen
erkendeservicedealerservicewerkzaamheden
uitvoerenaandemachineenzorgervoordat
hij/zijidentiekevervangingsonderdelengebruikt.
3.Draaghandschoenenenoogbescherming
wanneeruservicewerkzaamhedenverricht.
4.Slijpeenbotmesaanbeideuiteindenomde
balanstebehouden.Maakhetmesschoonen
controleerofhetuitgebalanceerdis.
5.Vervanghetmesalsditverbogen,versleten
ofgescheurdis.Eenniet-uitgebalanceerd
mesveroorzaakttrillingen,watdemotor
kanbeschadigenofpersoonlijkletselkan
veroorzaken.
6.Wanneeruservicewerkzaamhedenuitvoertaan
hetmes,moetuzichervanbewustzijndathet
mesnogkanwordenbewogenzelfswanneerde
stroomaansluitingislosgekoppeld.
7.Controleerdegrasvangerzakregelmatigop
slijtageenbeschadiging,envervangeen
versletenzakmeteenToro[vervangings]zak.
8.Gebruikalleenoriginelevervangingsonderdelen
enaccessoiresvanT orovoordebeste
prestaties.Gebruiknooitandere
vervangingsonderdelenenaccessoires,
omdatditgevaarlijkkanzijn.Ditkanertoeleiden
datdegarantieophetproductkomttevervallen.
9.Onderhouddemachine–Houdsnijranden
scherpenschoonvoordebesteenveiligste
prestaties.Houdhandgrependroog,schoonen
vrijvanolieensmeervet.Laatdebeveiligingen
zittenenzorgdatzenaarbehorenwerken.
Houddemessenscherp.Gebruikenkel
identiekevervangingsmessen.
10.Controleerdemachineopbeschadigde
onderdelen–Alserbeschadigde
beschermkappenofanderebeschadigde
onderdelenzijn,bepaaldanofdemachine
naarbehorenzalwerken.Controleerop
foutuitgelijndeenvastlopendebewegende
onderdelen,defecteonderdelen,bevestigingen
enanderesituatiesdiedewerkingnadelig
kunnenbeïnvloeden.Tenzijandersaangegeven
indeinstructiesmoetueenerkende
servicedealereenbeschadigdebeschermkap
ofbeschadigdonderdeellatenherstellenof
vervangen.
11.Alshetaccupacknietwordtgebruikt,hou
hetdanuitdebuurtvanmetalenvoorwerpen
zoalspaperclips,muntjes,sleutels,nagelsen
schroevendieeenbrugkunnenvormentussen
depolen.Kortsluitingtussendeaccupolenkan
brandwondenenbrandveroorzaken.
12.Controleerregelmatigofhetmesende
montageboutenvandemotorstevigvastzitten.
13.Slademachinebinnenopineendroge,veilige
plekbuitenhetbereikvankinderenwanneeru
demachinenietgebruikt.
14.OPGELET–Eenverkeerdbehandeldaccupack
kanbrandofchemischebrandwonden
veroorzaken.Demonteerhetaccupackniet.
Verhithetaccupacknietboven68°Cen
verbranddezeniet.Vervanghetaccupack
alleendooreenorigineelT oroaccupack,het
gebruikvaneenanderaccupackkanleidentot
brandofeenexplosie.Houaccupacksbuiten
hetbereikvankinderenenindeoriginele
verpakkingtotdatuzegaatgebruiken.
15.Deaccunietverbranden.Decelkanontploffen.
Controleeroferplaatselijkevoorschriftengelden
omdeaccuaftevoeren.
BEWAARDEZE
INSTRUCTIES
5
Veiligheids-eninstructiestickers
Veiligheidsstickersenveiligheidsinstructieszijngemakkelijkzichtbaarvoordebestuurder
enbevindenzichbijplaatsenwaargevaarkanontstaan.Vervangallebeschadigdeof
ontbrekendestickers.
decal137-9490
137-9490
1.Leesde
Gebruikershandleiding.
4.Uitdebuurtvanopenvuur
houden.
2.Recyclen5.Nietblootstellenaan
regen.
3.Bevatlithiumionen;niet
weggooien.
decal116-7583
116-7583
1.Waarschuwing–LeesdeGebruikershandleiding;gebruik
dezemachineuitsluitendalsuhieringetraindbent.
4.Gevaarvoorhetafsnijdenvanhandenenvoeten–Blijfuit
debuurtvanbewegendedelen,houdalleschermenophun
plaats.
2.Gevaaropweggeslingerdeobjecten–Houdomstandersop
eenafstand.
5.Waarschuwing–Draaggehoorbescherming.
3.Demachinekanvoorwerpenuitwerpen–Gebruikdemaaier
nietzonderdeafsluitervandeachterafvoerofdegrasvanger.
6.Voetenofhandenkunnenwordengesneden/geamputeerd
doorhetmaaimes–Maainooitheuvelopwaartsen
heuvelafwaarts;gebruikdemachinedwarsophellingen;zet
demotorafvoordatudemachineverlaat;raapafvalop
voordatugaatmaaien;kijkachteromalsuachteruitloopt.
6
decal137-9495
137-9495
1.LeesdeGebruikershandleiding.
3.Voorgebruikbinnenshuis.
2.Nietweggooien.4.Dubbelgeïsoleerd
decal137-9463
137-9463
1.Hetaccupacklaadtop.
2.Hetaccupackisvolledigopgeladen.
3.Hetaccupackisbovenofonderhetgeschiktetemperatuurbereik.
4.Laadstoringvanaccupack
decal112-8760
112-8760
1.Gevaaropweggeslingerdeobjecten–Houdomstanders
opeenafstand.
2.Handenofvoetenkunnenwordengesneden/geamputeerd
doorhetmaaimes–Blijfuitdebuurtvanbewegende
onderdelen.
decal137-9461
137-9461
1.Laadstatusvanaccu
7
Montage
Losseonderdelen
Gebruikonderstaandelijstomtecontrolerenofalleonderdelenzijngeleverd.
Procedure
Omschrijving
Hoeveel-
heid
Gebruik
1
Bevestigingselementen(niet
meegeleverd)
2
Deacculadermonteren(optioneel).
3
Geenonderdelenvereist
–
Dehandgreepbevestigen.
4
Geenonderdelenvereist
–
Dekabelbeschermingmonteren.
5
Geenonderdelenvereist
–
Degrasvangermonteren.
Belangrijk:Verwijderhetplasticwaarmeede
motorisafgedekteneventueelanderplasticof
verpakkingsmateriaalopdemachine.
Opmerking:Hetaccupackisnietvolledigopgeladen
bijaankoop.RaadpleegHetaccupackopladen
(bladz.18)voordatudemachinevoordeeerstekeer
gebruikt.
1
Deacculadermonteren
(optioneel)
Benodigdeonderdelenvoordezestap:
2
Bevestigingselementen(nietmeegeleverd)
Procedure
Indiengewenst,kuntudeacculaderveiligaaneen
muurhangenmetdegatenvoormuurbevestiging
achteraandelader.
Monteerdeladerbinnen(zoalseengarageofandere
drogeplek)indebuurtvaneenstroomaansluitingen
buitenhetbereikvankinderen.
RaadpleegFiguur3voorhulpbijhetmonterenvan
delader.
Schuifdeladeroverdebevestigingsmiddelenom
deladeroptehangen(bevestigingsmiddelenniet
meegeleverd).
g290534
Figuur3
8
2
Dekabelbeschermingverwijderen
Geenonderdelenvereist
Procedure
g328502
Figuur4
9
3
Dehandgreepbevestigen
Geenonderdelenvereist
Procedure
g328505
Figuur5
10
4
Dekabelbeschermingmonteren
Geenonderdelenvereist
Procedure
g331968
Figuur6
5
Degrasvangermonteren
Geenonderdelenvereist
Procedure
g238450
Figuur7
11
Algemeenoverzicht
vandemachine
g331969
Figuur8
1.Stangvoorzelfaandrijving
5.Achteruitworpgeleider
2.Handgreep6.Accucompartiment
3.Bedieningsstangvoor
maaimes
7.Maaihoogtehendel(4)
4.Elektrischestartknop
8.Grasvanger
g292995
Figuur9
1.Acculadermodel88602
(meegeleverdmetmodel
22275)
2.Accupackmodel88675
(meegeleverdmetmodel
22275)
Speciî‚¿caties
Geschikttemperatuurbereik
Laad/bewaarhetaccupackbij
eentemperatuurvan
5°Ctot40°C*
Gebruikhetaccupackbijeen
temperatuurvan
-30°Ctot49°C*
Gebruikdemachinebijeen
temperatuurvan
0°Ctot49°C*
*Deoplaadtijdzallangerinbeslagnemenalsuhet
accupacknietbinnenditbereikoplaadt.
Slademachine,hetaccupackendeacculaderopin
eenafgeslotenschone,drogeruimte.
12
Gebruiksaanwijzing
Voorgebruik
Hetaccupackmonteren
Belangrijk:Gebruikhetaccupackalleenbijtemperaturendiebinnenhetgepastetemperatuurbereik
liggen;zieSpeciî‚¿caties(bladz.12).
1.Zorgervoordatergeenstofofvuilligtopdeopeningenindeaccu.
2.Tilhetdekselvanhetaccucompartimentop(AvanFiguur10).
3.Lijndeholteinhetaccupackuitmetdekoppelingopdemachineenschuifhetaccupackinhet
compartimenttothetvastklikt(BvanFiguur10).
4.Sluithetdekselvanhetaccucompartiment(CvanFiguur10).
g303151
Figuur10
13
Demaaihoogteinstellen
Zetdemaaihoogteopdegewenstestand.Stelallewielenopdezelfdemaaihoogtein(Figuur11).
g303150
Figuur11
Hoogtevanhandgreepinstellen
Ukuntdehandgreep1of3standenhogeroflagerzettenineenstanddieucomfortabelvindt(Figuur12).
g331956
Figuur12
1.Verwijderdebeidehandgreepboutenenovereenkomendemoeren.
2.Zetdehandgreepindegewenstehoogte.
3.Bevestigdehandgreepmetdeeerderverwijderdeboutenenovereenkomendemoeren.
14
Tijdensgebruik
Demachinestarten
1.Zorgervoordathetaccupackisgemonteerdindemachine;zieHetaccupackmonteren(bladz.13).
2.Plaatsdeelektrischestartknopindeelektrischestarterschakelaar(AvanFiguur13).
3.Knijpdebedieningsstanginenhouddezetegendehandgreep(BvanFiguur13).
4.Drukopdeelektrischestartknopenhouddezeingedrukttotdemotorstart(CvanFiguur13).
g331970
Figuur13
Maaiselrecyclen
Demachinekanmaaiselenbladafvaloverhetgazonverspreiden(recycling).
Alsdegrasvangeropdemachinezit,moetudieverwijderenalvorenshetmaaiselterecyclen.ZieDe
grasvangerverwijderen(bladz.16).
Hetmaaiselopvangen
Gebruikdegrasvangeralsumaaiselenbladafvalwiltverzamelen.
WAARSCHUWING
Eenversletengrasvangerkankleinesteentjesenanderevoorwerpenuitwerpen,waardooruof
omstandersernstiglichamelijkofdodelijkletselkunnenoplopen.
Controleerdegrasvangerregelmatig.Plaatseennieuwegrasvangervandefabrikantalsde
oudeisbeschadigd.
WAARSCHUWING
Demaaimessenzijnscherp;demaaimessenaanrakenkanernstiglichamelijkletsel
veroorzaken.
Schakeldemachineuitenwachttotdatallebewegendeonderdelentotstilstandzijngekomen
voordatudebestuurderspositieverlaat.
Montagevandegrasvanger
1.Schakeldemachineuitenwachttotdatallebewegendeonderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Zetdeachteruitworpgeleideromhoogenhoudhemindezestand(AvanFiguur14).
3.Verwijderdeafsluitervandeachterafvoerdoordevergrendelingmetuwduimintedrukkenendeafsluiter
uitdemachinetetrekken(BenCvanFiguur14).
15
4.Brengdeuiteindenvandegrasvangerstangaanindeinkepingenonderaandehandgreepenschudde
grasvangerheenenweeromzekertezijndatdestanghelemaalindebeideinkepingenzit(Dvan
Figuur14).
5.Laatdeafvoergeleideraandeachterzijdezakkentotdezeopdegrasvangerligt.
g303153
Figuur14
Degrasvangerverwijderen
GEVAAR
Demachinekanmaaiselenanderevoorwerpenuitwerpendooreenopeningindebehuizing
vandemachine.Voorwerpendiemetgenoegkrachtwordenweggeslingerdkunnenernstig
ofzelfsdodelijkletseltoebrengenaanuofaanomstanders.
•Neemdegrasvangernooitwegalsuvanplanbentdemachinetestartenzonderdatde
afvoerafsluiteropdemachinegemonteerdis.
•Opennooitdeafvoergeleideraandeachterzijdevandemachineterwijldemachinenog
draait.
1.Schakeldemachineuitenwachttotdatallebewegendeonderdelentotstilstandgekomenzijn.
2.Brengdeafvoergeleideraandeachterzijdeomhoog.
3.Neemdegrasvangerstanguitdeinkepingenonderaandehandgreep(AvanFiguur14).
4.Monteerdeafvoerafsluiter(BvanFiguur14).
5.Brengdeafvoergeleideraandeachterzijdeomlaag(CvanFiguur14).
16
Derijaandrijvinggebruiken
Omdezelfaandrijvinginteschakelen,moetude
stangvandezelfaandrijvingnaardehendelknijpen
envasthouden(Figuur15).
g331972
Figuur15
1.Stangvoorzelfaandrijving
Omdezelfaandrijvinguitteschakelenlaatudestang
los.
Opmerking:Demachineisvoorzienvan
vrijloopkoppelingen,waardoorhetmakkelijkeris
omdemachinenaarachterentetrekken.Omde
koppelingenuitteschakelen,moetudemachine
ongeveer2,5cmofmeernaarvorenduwennadatu
destangvoordezelfaandrijvinghebtlosgelaten.
Demachineuitschakelen
1.Laatdebedieningsstangvanhetmaaimeslos
(AvanFiguur16).
2.Verwijderdeelektrischestartknopuitde
elektrischestarter(BvanFiguur16).
3.Verwijderhetaccupack;zieHetaccupackuitde
machineverwijderen(bladz.17).
Opmerking:Wanneerudemachine
nietgebruikt,moetusteedshetaccupack
verwijderen.
g331971
Figuur16
Hetaccupackuitde
machineverwijderen
1.Tilhetdekselvanhetaccucompartimentop.
2.Drukopdeaccupackvergrendelingomhet
accupacklostemakenenverwijderhet
accupack.
3.Sluithetdekselvanhetaccucompartiment.
17
Tipsvoorbedieningen
gebruik
Algemenemaaitips
•Zorgervoordathetmesgeenvastevoorwerpen
raakt.Maainooitmetopzetovervoorwerpen.
•Debesteresultatenkrijgtudooreennieuwmeste
monterenvoordathetmaaiseizoenbegint.
•VervangindiennodighetmaaimesdooreenT oro
mes.
Grasmaaien
•Hettempowaarmeehetgrasgroeit,varieertper
jaargetijde.Hartjezomerkuntuinhetalgemeen
hetgrashetbestemaaienbijeenmaaihoogte
van64mm,76mmof89mm.Maaitelkensniet
meerdanongeveereenderdevandelengtevan
hetgrasaf.Maainietmeteenstandlagerdan
64mmtenzijdegrasmatdunis,ofalshetlaat
inhetnajaariswanneerhetgraslangzamer
beginttegroeien.Maaihetgrasmeteenhogere
maaihoogtevooreenbeteregangtijd.
•Alsugraswiltmaaiendatlangerdan15cmis,
moetueerstmaaienopdemaximalemaaihoogte
enmeteenlangzameresnelheid.Vervolgensgaat
umaaienopeenlageremaaihoogtevooreenzo
goedmogelijkmaaibeeld.Alshetgrastelangis
eninhoopjesachterblijftophetgazon,kande
maaimachinegeblokkeerdraken,waardoorde
motorafslaat.
•Natgrasennattebladerengaanaankoeken,
waardoordemachineverstoptkanrakenofde
motorkanafslaan.Gebruikdemachinenietin
vochtigeomstandigheden.
•Weesbedachtophetrisicovanbrandinzeer
drogeomstandigheden;neemalleplaatselijke
brandwaarschuwingeninachtenhouddemachine
vrijvandrooggrasenbladafval.
•Maaisteedsinwisselenderichtingen.Hierdoor
wordthetmaaiselbeteroverhetgazonverstrooid,
zodathetgazongelijkmatigwordtbemest.
Alsumethetuiterlijkvanhetvoltooidegazonniet
tevredenbent,probeerdaneenofmeervande
volgendestappen:
•Slijphetmes.
•Maaimetlageresnelheid.
•Steldemaaimachineinopeenhogere
maaihoogte.
•Maaihetgrasvaker.
•Laatdemaaibanenoverlappeninplaatsvan
steedseenvolledignieuwebaantemaaien.
Bladerenî‚¿jnmaken
•Nahetmaaienmoetaltijd50%vanhetgazon
zichtbaarblijvendoordebladerlaag.Ditkaneenof
meerdererondgangenoverdebladerenvereisen.
•Alsereenlaagbladerenvanmeerdan13cm
ophetgazonligt,moetueerstmeteenhogere
maaihoogtewerkenenvervolgensnogmaals
maaienopdegewenstehoogte.
•Alsdemaaimachinedebladerennietjngenoeg
maakt,ishetbeteromwatlangzamertemaaien.
Nagebruik
Hetaccupackopladen
Belangrijk:Hetaccupackisnietvolledig
opgeladenbijaankoop.Voordatuhet
gereedschapvoorheteerstgebruikt,plaatstu
hetaccupackindeladerenlaatuhetopladentot
hetleddisplayaangeeftdathetaccupackvolledig
opgeladenis.Leesalleveiligheidsrichtlijnen.
Belangrijk:Laadhetaccupackalleenop
bijtemperaturendiebinnenhetgepaste
temperatuurbereikliggen;zieSpeciî‚¿caties(bladz.
12).
Opmerking:Drukophetevenwelkmomentop
deknopvandeindicatorvandeaccuspanningop
hetaccupackomdehuidigeladingweertegeven
(ledindicators).
1.Zorgervoordatergeenstofofvuilligtopde
openingenindeaccuendelader.
g290533
Figuur17
1.Holtevanaccupack5.Ledindicators
(ladingstoestand)
2.Luchtopeningenvan
accupack
6.Duwboom
3.Contactenvanaccupack
7.Ledindicatielampjelader
4.Knopvanindicatorvan
accuspanning
8.Luchtopeningenlader
18
2.Lijndeholteinhetaccupack(Figuur17)uitmet
dekoppelingopdelader.
3.Schuifhetaccupackindeladertothetvolledig
opzijnplaatszit(Figuur17).
4.Omhetaccupackteverwijderen,schuiftude
accunaarachterenuitdelader.
5.Devolgendetabelgeeftaanwatdetoestandvan
hetledindicatielampjeopdeacculaderbetekent.
Indi-
catie-
lampje
Betekenis
Uit
Geenaccupackingebracht
Groen,
knippe-
rend
Accuwordtgeladen
Groen
Accuisgeladen
Rood
Hetaccupacken/ofdeacculaderzijn/isbovenof
onderhetgeschiktetemperatuurbereik
Rood,
knippe-
rend
Laadstoringvanaccupack*
*RaadpleegSpeciî‚¿caties(bladz.12)voormeer
informatie.
Belangrijk:Gaatueenmachinemetkorte
tussenperiodesverschillendekerengebruiken,
dankuntudeaccuindeladerlatenzitten.
Alsudeacculangetijdnietgaatgebruiken,haal
deaccudanuitdelader;zieSpeciî‚¿caties(bladz.
12).
Deonderkantvande
machinereinigen
Onderhoudsinterval:Naelkgebruik
Omdebestemaairesultatenteverkrijgen,moetude
onderkantvandemachineschoonhoudenenonder
demachineschoonmakenkortnadatuklaarbent
metmaaien.Letvooralopdatergeenvuilofaande
uitstoterszit(Figuur18).
g240549
Figuur18
1.Uitstoters
Wassen
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikofdagelijks
WAARSCHUWING
Erkanmateriaallosrakendatzitvastgekoekt
aandeonderkantvandemaaimachine.
•Draagoogbescherming.
•Blijfindebedieningspositie(achterde
handgreep)staanalsdemachineloopt.
•Houdomstandersuitdebuurt.
1.Zetdemachineinzijnlaagstemaaistand.
2.Plaatsdemachineopeenverhardhorizontaal
oppervlak.
3.Zetdemachineaanenstelhetmesinwerking.
4.Houdeentuinslangterhoogtevande
handgreepenrichtdewaterstraalvóórhet
rechterachterwiel(Figuur19).
Opmerking:Hetopspattendewaterkomt
danindebaanvanhetmaaimesenspoelthet
maaiselweg.
19
g002600
Figuur19
1.Rechterachterwiel
5.Alsergeenmaaiselmeerondervandaankomt,
draaitudekraandichtenbrengtudemachine
naareendrogeplaats.
6.Laatdemotoreenpaarminutenlopenomde
onderzijdevandemachinetedrogen.
Schrapen
Alsunietalhetvuilaandeonderkantvande
maaimachinekuntwegwassen,moetudemachine
schoonschrapen.
1.Schakeldemachineuitenwachttotdatalle
bewegendeonderdelentotstilstandgekomen
zijn.
2.Verwijderdeelektrischestartknopendeaccu
uitdemachine.
3.Kanteldemaaimachineopdezijkant.
4.Verwijdervuilenmaaiselmeteenhardhouten
schraper.Vermijdbramenenscherperanden.
5.Zetdemaaimachineterugindebedrijfsstand.
20
Onderhoud
Aanbevolenonderhoudsschema
OnderhoudsintervalOnderhoudsprocedure
Nadeeerste25bedrijfsuren
•Draailosbevestigingsmateriaalvast.
Bijelkgebruikofdagelijks
•Verwijdermaaiselenvuilvandeonderkantvandemachine.
•Controleerhetmaaimesopslijtageofbeschadigingen.
•Controleerhetgaspedaalopslijtageofbeschadigingen.
•Controleerdestoptijdvandemesrem.Hetmaaimesmoetbinnen3secondenna
hetloslatenvandebedieningsstangtotstilstandkomen.Gebeurtditniet,neemdan
contactopmeteenerkendeServiceDealer.
Naelkgebruik
•Onderkantvandemachineschoonmaken.
Omde40bedrijfsuren
•Maakdewielenentandwielenschoon.
Omde50bedrijfsuren
•Hetmesslijpenofvervangen.Voerditonderhoudvakeruitinruweofzanderige
maaiomstandigheden:hierbijwordtderandnamelijksnellerbot.
Omde100bedrijfsuren
•Draailosbevestigingsmateriaalvast.
21
Onderhoudvanhet
maaimes
Maaialtijdmeteenscherpmes.Eenscherpmes
snijdthetgrasgoedafzonderhettescheurenofte
kwetsen.
1.Schakeldemachineuitenwachttotdatalle
bewegendeonderdelentotstilstandgekomen
zijn.
2.Verwijderhetaccupack;zieHetaccupackuitde
machineverwijderen(bladz.17).
3.Kanteldemachineopdezijkantzoalsgetoond
inFiguur20.
g240550
Figuur20
1.Mes3.Mesboutenborgring
2.Versneller
Hetmescontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Controleerhetmaaimes
opslijtageofbeschadigingen.
Controleervoorzichtighetmaaimesopscherpteen
slijtage,inhetbijzonderopdeplaatswaarhetplatte
enhetgekromdedeelsamenkomen(Figuur21A).
Omdathetmetaaldathetplatteenhetgebogen
deelvanhetmesverbindt,kanwegslijtendoorzand
enanderschurendmateriaal,moetuditsteeds
controlerenvoordatugaatmaaien.Alsueensleufof
slijtplekziet(Figuur21BenFiguur21C),moetuhet
mesvervangen;zieHetmaaimesverwijderen(bladz.
23).
g002278
Figuur21
1.Vleugel
3.Slijtage
2.Plattedeelvanhetmes
4.Groefvorming
Opmerking:Debesteresultatenkrijgtudooreen
nieuwmestemonterenvoordathetmaaiseizoen
begint.Indeloopvanhetjaarvijltudankleine
inkepingenofdeukenweg,zodatueengoedesnijkant
blijfthouden.
GEVAAR
Eenversletenofbeschadigdmeskan
brekeneneenstukvanhetmeskanworden
uitgeworpeninderichtingvandegebruiker
ofomstandersenzoernstiglichamelijkof
dodelijkletseltoebrengen.
•Controleerdemessenopgezettetijdenop
slijtageofbeschadigingen.
•Vervangeenversletenofbeschadigdmes.
Hetgaspedaalcontroleren
Onderhoudsinterval:Bijelkgebruikof
dagelijks—Controleerhetgaspedaal
opslijtageofbeschadigingen.
22
Controleerhetgaspedaalzorgvuldigopovermatige
slijtage(Figuur22).Omdathetmetaalkanwegslijten
doorzandenschurendmateriaal(vooralindezone
getoondalsitem2inFiguur22),dientuhetgaspedaal
tecontrolerenvoordatudemachinegebruikt.Indien
uvaststeltdateenlipophetgaspedaalisafgesleten
toteenscherperandofalsereenscheuris,dientu
hetgaspedaaltevervangen.
g027496
Figuur22
1.Gaspedaal
3.Lip
2.Slijtagegevoeligeplek4.Gevormdescheur
WAARSCHUWING
Eenversletenofbeschadigdgaspedaal
kanbrekeneneenstukvanhetgaspedaal
kanwordenuitgeworpeninderichtingvan
degebruikerofomstandersenzoernstig
lichamelijkofdodelijkletseltoebrengen.
•Controleerhetgaspedaalregelmatigop
slijtageofbeschadigingen.
•Vervangeenversletenofbeschadigd
gaspedaal.
Hetmaaimesverwijderen
1.Pakhetuiteindevanhetmesvastmeteenlap
ofeendikkehandschoen.
2.Verwijderdemesbout,deklemring,deversneller
enhetmes(Figuur21).
Hetmaaimesslijpen
Onderhoudsinterval:Omde50bedrijfsuren—Het
messlijpenofvervangen.Voer
ditonderhoudvakeruitinruweof
zanderigemaaiomstandigheden:
hierbijwordtderandnamelijksneller
bot.
Vijldebovenkantvanhetmesbij,zodatde
oorspronkelijkesnijhoek(Figuur23A)enbinnenste
snijkantradius(Figuur23B)gehandhaafdblijven.Het
mesblijftinbalansalsuevenveelmateriaalweghaalt
vanbeidesnijkanten.
g002279
Figuur23
1.Slijphetmesalleenonder
dezehoek.
2.Behoudhierde
oorspronkelijkeradius.
Balancerenvanhetmes
1.Controleerdebalansvanhetmesdoorde
openinginhetmiddenvanhetmesboveneen
spijkerofdesteelvaneenschroevendraaierte
houden,diehorizontaalineenbankschroefis
geklemd(Figuur24).
g002280
Figuur24
Opmerking:Ukuntdebalansookcontroleren
metbehulpvaneenvoorcommerciële
doeleindenvervaardigdemesbalans.
2.Alséénvandeuiteindenvanhetmesomlaag
draait,vijltuaandiekantmateriaalweg(niet
vandesnijrandofhetuiteindebijdesnijrand)
tothetmesinevenwichtblijft.
Hetmaaimesmonteren
1.Monteereenscherp,gebalanceerdT oro-mes,
deversneller,deklemringendemesbout.De
vleugelvanhetmesmoetnaardebovenkant
vandemaaikastwijzenomhetmesopdejuist
wijzetemonteren.
Opmerking:Draaidemesboutvastmeteen
torsievan82N·m.
WAARSCHUWING
Alsudemaaimachinezonderversneller
gebruikt,kanhetmesverbuigen,
kromtrekkenofbreken.Hierdoorkan
ernstigofzelfsdodelijkletselworden
toegebrachtaanuofaanomstanders.
Gebruikdemachinenooitzonderdatde
versnellerisgeplaatst.
2.Zetdemaaimachineterugindebedrijfsstand.
23
Schoonmakenvande
wielen
Onderhoudsinterval:Omde40bedrijfsuren
1.Verwijderdeachterwielenenverwijdervervuiling
inditgebied.
g033535
Figuur25
1.Tandwielen
2.Brengnahetschoonmakeneenkleine
hoeveelheidanti-seizemiddelaanopde
tandwielen.
Opmerking:Alsudemachineonderextreme
omstandighedengebruikt,zalhetschoonmakenvan
dewielenmetkorteretussenpozendelevensduurvan
detandwielenverlengen.
Opmerking:Gebruikgeenhogedrukreinigeropde
lagersomschadeaandeafdichtingenvandelagers
tevoorkomen.
Hetaccupackklaarmaken
voorrecycling
Belangrijk:Neemhetaccupackvanhet
gereedschapenbedekdecontactenmetstevig
plakband.Probeernietomhetaccupackte
vernietigenoftedemonteren,ofonderdelenervan
teverwijderen.
Neemcontactopmetuwplaatselijkegemeenteofuw
erkendeT oroverdelervoormeerinformatieoverhoe
udeaccuopeenverantwoordemanierkuntrecyclen.
24
Stalling
Omdemaaimachineklaartemakenvoordestalling
buitenhetmaaiseizoen,moetendeaanbevolen
onderhoudsprocedureswordenuitgevoerd;raadpleeg
Onderhoud(bladz.21).
Zetdemachinealtijdaf,wachttotdatallebewegende
onderdelentotstilstandzijngekomenenlaatde
machineafkoelenvoordatudemachineafstelt,
reinigt,staltoferonderhoudswerkzaamhedenaan
verricht.
Staldemaaimachineopeenkoele,schone,droge
plaats.Dekdemachineafomdezeschoontehouden
entebeschermen.
Belangrijk:Slademachine,hetaccupacken
deladeralleenopbijtemperaturendiebinnen
hetgepastetemperatuurbereikliggen;zie
Speciî‚¿caties(bladz.12).
Belangrijk:Alsuhetaccupackopslaatnahet
sneeuwseizoen,laadhetdanoptoter2of3
ledindicatorsopdeaccugroenworden.Bergeen
volledigopgeladenofvolledigelegeaccunietop.
Wanneerudemachineweernodighebt,laadtu
hetaccupackoptotdathetindicatielampjelinks
opdeladergroenoplichtofalle4deledindicators
opdeaccugroenoplichten.
1.Koppeldemachinelosvandevoedingsbron
(d.w.z.verwijderhetaccupack)encontroleerop
beschadigingnagebruik.
2.Slademachinenietopterwijlhetaccupack
gemonteerdis.
3.Slademachine,hetaccupackendeacculader
opineengesloten,schone,droge,goed
verluchteruimtedieniettoegankelijkisvoor
kinderen.
4.Houddemachine,hetaccupackendeacculader
uitdebuurtvanbijtendeproducten,zoals
tuinchemicaliënenstrooizout.
5.Omhetrisicoopernstiglichamelijkletselte
verkleinenmaguhetaccupacknietbuitenof
ineenvoertuigstallen.
6.Verwijdermaaisel,vuilenroetvandebuitenste
motoronderdelen,deuitlaatringendebovenkant
vandemaaikast.
7.Deonderkantvandemachinereinigen;
raadpleegDeonderkantvandemachine
reinigen(bladz.19).
8.Controleerdestaatvanhetmaaimes;raadpleeg
Hetmescontroleren(bladz.22).
9.Controleerdestaatvanhetgaspedaal;zieHet
gaspedaalcontroleren(bladz.22).
10.Draaiallemoeren,boutenenschroevengoed
aan.
11.Werkallegeroesteofafgebladderde
verfoppervlakkenbijmetlakdieverkrijgbaaris
bijeenerkendeservicedealer.
25
Problemen,oorzaakenremedie
Voeralleendestappenuitdiezijnomschrevenindezeinstructies.Allebijkomendecontroles,onderhouds-
enherstelwerkzaamhedenmoetenwordenuitgevoerddooreenerkendservicecentrumofeengelijkaardig
gekwaliî‚¿ceerdespecialistalsuhetprobleemnietzelfkuntoplossen.
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
1.Deaccuisnietvollediggemonteerdin
demachine.
1.Verwijderdeaccuenvervang
vervolgensdeaccuindemachine;
zorgerhierbijvoordatdezevolledig
gemonteerdenvergrendeldis.
2.Hetaccupackisnietopgeladen.2.Verwijderhetaccupackuitdemachine
enlaadhetop.
3.Hetaccupackisbeschadigd.3.Vervanghetaccupack.
Demachinelooptnietofnietcontinu.
4.Eriseenanderelektrischprobleem
metdemachine.
4.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealer.
1.Delaadcapaciteitvanhetaccupackis
telaag.
1.Verwijderhetaccupackuitdemachine
enlaadhetaccupackvolledigop.
Demachinekannietopvollekracht
draaien.
2.Deonderkantvandemachineis
bedektmetmaaiselenvuil.
2.Onderkantvandemachine
schoonmaken.
1.Hetmesisverbogenofuitbalans.
1.Hetmesbalanceren.Hetmes
vervangenalsditisverbogen.
2.Demontagemoerenvanhetmaaimes
zittenlos.
2.Demontagemoerenvastdraaien.
3.Deonderkantvandemachineis
bedektmetmaaiselenvuil.
3.Onderkantvandemachine
schoonmaken.
Demachineofmotortriltovermatigof
maaktovermatigveellawaai.
4.Debevestigingsboutenvandemotor
zittenlos.
4.Debevestigingsboutenvandemotor
vastdraaien.
1.Allevierwielenstaannietopdezelfde
hoogte.
1.Allevierdewieleninstellenopdezelfde
hoogte.
2.Hetmesisbot.2.Messlijpenenbalanceren.
3.Umaaitsteedsinhetzelfdepatroon.
3.Ineenanderpatroonmaaien.
Ongelijkmatigmaaipatroon.
4.Deonderkantvandemachineis
bedektmetmaaiselenvuil.
4.Onderkantvandemachine
schoonmaken.
1.DegashendelstaatnietopSNEL.1.ZetdegashendelopSNEL.
2.Demaaihoogteistelaag.2.Instellenopeenhogeremaaistand.
3.Umaaittesnel.3.Verminderuwsnelheid.
4.Hetgrasisnat.4.Hetgraseerstlatendrogenvoordatu
gaatmaaien.
Hetuitwerpkanaalraaktverstopt.
5.Deonderkantvandemachineis
bedektmetmaaiselenvuil.
5.Onderkantvandemachine
schoonmaken.
1.Dekabelvandezelfaandrijvingis
ontsteldofbeschadigd.
1.Dekabelvandezelfaandrijving
afstellen.Dekabelvervangenindien
ditnodigis.
Dezelfaandrijvingvandemaaimachine
werktniet.
2.Erzitvuilonderdedrijfriemkap.
2.Hetvuilonderdedrijfriemkap
verwijderen.
1.Hetaccupackisbovenofonderhet
geschiktetemperatuurbereik.
1.Verplaatshetaccupacknaareen
locatiewaarhetdroogisende
temperatuurtussen5en40°Cligt.
Hetaccupackverliestsneldelading.
2.Demachinewordttezwaarbelast.2.Maaimetlageresnelheid.
26
ProbleemMogelijkeoorzaakRemedie
1.Deacculaderisbovenofonderhet
geschiktetemperatuurbereik.
1.Koppeldeacculaderafenverplaats
dezenaareenlocatiewaarhetdroog
isendetemperatuurtussen5en40°C
ligt.
Deacculaderwerktniet.
2.Hetstopcontactwaarindeacculader
zitheeftnietgenoegstroom.
2.Neemcontactopmetuwbevoegde
elektricienomhetstopcontactte
herstellen.
Hetledindicatielampjeopdeacculaderis
rood.
1.Hetaccupacken/ofdeacculader
zijn/isbovenofonderhetgeschikte
temperatuurbereik.
1.Koppeldeacculaderafenverplaats
deacculaderenhetaccupacknaar
eenlocatiewaarhetdroogisende
temperatuurtussen5en40°Cligt.
1.Eriseenfoutindecommunicatie
tussenhetacucpackendelader.
1.Verwijderhetaccupackvande
acculader,haaldeacculaderuithet
stopcotnactenwacht10seconden.
Sluitdeacculaderopnieuwaan
ophetstopcontactenplaatshet
accupackopdeacculader.Alshet
ledindicatielampjeopdeacculader
nogsteedsroodknippert,moetu
dezeprocedureherhalen.Alshet
ledindicatielampjeopdeacculaderna
2pogingennogsteedsroodknippert,
moetuhetaccupackvolgensde
gepasteprocedureafvoerenineen
recyclingcentrum.
Hetledindicatielampjeopdeacculader
knippertrood.
2.Hetaccupackiszwak.2.Neemcontactopmeteenerkende
servicedealeralsdeaccuingarantie
isofvoerhetaccupackafvolgens
degepasteprocedureineen
recyclingcentrum.
27
PrivacyverklaringvoorEuropa
DeinformatiedieToroverzamelt
ToroWarrantyCompany(T oro)respecteertuwprivacy.Omuwaanspraakopgarantietebehandelenencontactmetuoptenemeninhetgevalvaneen
terugroepactievragenwijombepaaldepersoonlijkeinformatie,hetzijdirectofviauwlokaleT orodealer.
HetT orogarantiesysteemwordtgehostopserversindeVerenigdeStaten,waardeprivacywetmogelijknietdezelfdebeschermingbiedtalsinuwland.
DOORUWPERSOONLIJKEGEGEVENSMETONSTEDELENSTEMTUINMETDEVERWERKINGVANUWPERSOONSGEGEVENSZOALS
BESCHREVENINDEZEPRIVACYVERKLARING.
HoeToroinformatiegebruikt
Torokanuwpersoonsgegevensgebruikenomuwaanspraakopgarantietebehandelen,contactmetuoptenemeninhetgevalvaneenterugroepactie,
ofvooreenanderdoeleindewaarvanweuopdehoogtebrengen.Torokanuwinformatiedelenmetzijnafdelingen,dealersofanderezakenpartnersin
verbandmetdezeactiviteiten.Weverkopenuwpersoonsgegevensnietaananderebedrijven.Webehoudenonshetrechtvoorompersoonsgegevenste
delenteneindetevoldoenaangeldendewettenenverzoekenvandeaangewezenautoriteiten,opdatwijonzesystemennaarbehorenkunnengebruiken
ofmethetoogoponzeeigenbeschermingofdievananderegebruikers.
Behoudvanuwpersoonlijkeinformatie
Wijbewarenuwpersoonsgegevenszolangalsnodigisvoordedoeleindenwaarvoorzeoorspronkelijkwerdenverzameldofvooranderelegitieme
doeleinden(zoalsnalevingvanvoorschriften),ofzolangalsvereistisdoordevantoepassingzijndewet.
Toro'sengagementvoordebeschermingvanuwpersoonlijkeinformatie
Wijnemenredelijkevoorzorgenomuwpersoonlijkeinformatietebeschermen.Weproberenbovendiendenauwkeurigheidengeldigheidvan
persoonlijkegegevenstewaarborgen.
Toegangtotenwijzigingvanuwpersoonsgegevens
Alsutoegangwilttotuwpersoonsgegevensofdezewiltwijzigen,gelievedaneene-mailtesturennaar[email protected].
Australischeconsumentenwet
AustralischeklantenkunnenvoorinformatieoverdeAustralischeconsumentenwet(AustralianConsumerLaw)terechtbijdelokaleToroverdelerofze
kunnendezeinformatieindedoosvinden.
374-0282RevC

Documenttranscriptie

Form No. 3440-604 Rev A 53cm Heavy-Duty 60V Recycler®/Rear Bagger Lawn Mower 22275 and 22275T Professioneller 60 V Rasenmäher mit Recycler®bzw. Heckfänger (53 cm) 22275 and 22275T Cortacésped de servicio pesado Recycler® 60 V de 53 cm con reciclado/ensacado trasero 22275 and 22275T Tondeuse grand rendement Recycler® 60 V de 53 cm/bac arrière 22275 and 22275T Tosaerba professionale da 60 V Recycler® da 53 cm con raccolta posteriore 22275 and 22275T Zwaar uitgevoerde 60 V gazonmaaier van 53 cm met Recycler®/grasvanger 22275 and 22275T 53 cm Heavy-Duty 60 V Recycler®-gressklipper med oppsamling bak 22275 and 22275T Wysokowydajna kosiarka Recycler® 60 V o szerokoÅ›ci 53 cm z tylnym koszem 22275 and 22275T Recycler®-gräsklippare för tung drift med bakre uppsamlare, 53 cm, 60 V 22275 and 22275T www.Toro.com. *3440-604* Form No. 3440-586 Rev A Zwaar uitgevoerde 60 V gazonmaaier van 53 cm met Recycler®/grasvanger Modelnr.: 22275—Serienr.: 400000000 en hoger Modelnr.: 22275T—Serienr.: 400000000 en hoger Registreer uw product op www.Toro.com. Vertaling van de oorspronkelijke tekst (NL) *3440-586* Belangrijk: U kunt met uw mobiel apparaat de Dit product voldoet aan alle relevante Europese richtlijnen; zie voor details de aparte productspecifieke conformiteitsverklaring. QR-code op het plaatje met het serienummer (indien aanwezig) scannen om toegang te krijgen tot de garantie, onderdelen en andere productinformatie Inleiding Deze loopmaaier met draaiende messen is bedoeld voor gebruik door particulieren of professionele bestuurders. De machine is voornamelijk ontworpen voor het maaien van gras op goed onderhouden particuliere of commerciële gazons. Ze is ontwikkeld voor gebruik met lithiumion-accupack modellen 81875 (meegeleverd met model 22275), 81825, 81850 of 81860. Deze accupacks zijn ontworpen om uitsluitend door acculadermodellen 81802 (meegeleverd met model 22275) of 81805 te worden opgeladen. Deze producten gebruiken voor andere doeleinden dan het bedoelde gebruik kan voor u of voor omstanders gevaarlijk zijn. g226623 Figuur 1 1. Plaats van modelnummer en serienummer Modelnr.: Serienr.: Er worden in deze handleiding een aantal mogelijke gevaren en een aantal veiligheidsberichten genoemd (Figuur 2) met de volgende waarschuwingssymbolen, die duiden op een gevaarlijke situatie die zwaar lichamelijk letsel of de dood tot gevolg kan hebben wanneer de veiligheidsvoorschriften niet in acht worden genomen. Model 22275T beschikt niet over een accu of een lader. Ga naar www.toro.com voor meer informatie, inclusief veiligheidstips, instructiemateriaal, informatie over accessoires, hulp bij het vinden van een dealer of om uw product te registreren. Als u service, originele onderdelen van de fabrikant of aanvullende informatie nodig hebt, kunt u contact opnemen met een erkende servicedealer of met de klantenservice van de fabrikant. Zorg ervoor dat u het model- en serienummer van uw product bij de hand hebt. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1. U kunt de nummers noteren in de ruimte hieronder. © 2020—The Toro® Company 8111 Lyndale Avenue South Bloomington, MN 55420 g000502 Figuur 2 Waarschuwingssymbool Er worden in deze handleiding twee woorden gebruikt om uw aandacht op bijzondere informatie te vestigen. Belangrijk attendeert u op bijzondere technische informatie en Opmerking duidt algemene informatie aan die bijzondere aandacht verdient. 2 U kunt contact met ons opnemen op www.Toro.com. Gedrukt in de VS Alle rechten voorbehouden Inhoud Veiligheid Veiligheid .................................................................. 3 Veiligheids- en instructiestickers ........................ 6 Montage .................................................................... 8 1 De acculader monteren (optioneel) .................. 8 2 De kabelbescherming verwijderen ................... 9 3 De handgreep bevestigen................................ 9 4 De kabelbescherming monteren .................... 10 5 De grasvanger monteren ................................11 Algemeen overzicht van de machine ....................... 12 Specificaties .................................................... 12 Voor gebruik ........................................................ 13 Het accupack monteren.................................... 13 De maaihoogte instellen ................................... 14 Hoogte van handgreep instellen ....................... 14 Tijdens gebruik .................................................... 15 De machine starten .......................................... 15 Maaisel recyclen............................................... 15 Het maaisel opvangen ...................................... 15 De rijaandrijving gebruiken .............................. 17 De machine uitschakelen.................................. 17 Het accupack uit de machine verwijderen ................................................... 17 Tips voor bediening en gebruik ......................... 18 Na gebruik ........................................................... 18 Het accupack opladen ...................................... 18 De onderkant van de machine reinigen ............. 19 Onderhoud .............................................................. 21 Aanbevolen onderhoudsschema ......................... 21 Onderhoud van het maaimes............................ 22 Schoonmaken van de wielen ........................... 24 Het accupack klaarmaken voor recycling........................................................ 24 Stalling .................................................................... 25 Problemen, oorzaak en remedie ............................. 26 BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES WAARSCHUWING – Wanneer u een elektrische machine gebruikt, lees dan altijd de basis veiligheidswaarschuwingen en -instructies en volg deze op om het risico op brand, elektrische schok of letsel te beperken. Hieronder volgen enkele veiligheidswaarschuwingen en -instructies: I. Training 1. 2. 3. 4. 5. De bestuurder van de machine is verantwoordelijk voor ongevallen of schade aan andere personen of hun eigendommen. Laat kinderen niet spelen met de machine, het accupack of de acculader of laat hen deze niet gebruiken; plaatselijke voorschriften kunnen nadere eisen stellen aan de leeftijd van degene die met het toestel werkt. Laat mensen met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke capaciteiten of zonder ervaring en kennis de machine, het accupack of de acculader niet gebruiken tenzij er toezicht wordt gehouden of aanwijzingen worden gegeven over hoe deze veilig kunnen worden gebruikt en ze de gevaren begrijpen die inherent zijn aan het gebruik ervan. Lees alle instructies en waarschuwingen op deze producten voordat u de machine, het accupack en de acculader gebruikt. Word vertrouwd met de bedieningsorganen en het juiste gebruik van de machine, het accupack en de acculader. II. Vóór ingebruikname 1. 2. 3. 4. 5. 3 Hou omstanders, vooral kinderen en huisdieren, uit de buurt van het werkgebied. Gebruik de machine enkel als de nodige schermen en andere beveiligingsmiddelen, zoals geleiders en grasvangers, op de machine aanwezig zijn en naar behoren werken. Controleer het werkgebied en verwijder alle voorwerpen die het gebruik van de machine zouden kunnen hinderen of die de machine zou kunnen uitwerpen. Controleer voordat u de machine gebruikt het mes, de mesbout en de meseenheid altijd op slijtage of beschadiging. Vervang beschadigde of onleesbare labels. Gebruik enkel het accupack dat door Toro wordt gespecificeerd. Indien u andere accessoires en werktuigen gebruikt, kan dit het risico op letsel en brand verhogen. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. Het aansluiten van de acculader op een stopcontact met een spanning anders dan 100 tot 240 V kan leiden tot brand of een elektrische schok. Sluit de acculader niet aan op een stopcontact met een spanning anders dan 100 tot 240 V. Voor een ander soort aansluiting dient u mogelijk een adapterstekker van het juiste type te gebruiken. Gebruik geen beschadigd of aangepast accupack of beschadigde of aangepaste acculader. Deze kunnen onverwacht gedrag vertonen, wat kan leiden tot brand, explosie of lichamelijk letsel. Als het stroomsnoer van de acculader beschadigd is, neem dan contact op met een erkende servicedealer om het te vervangen. Gebruik geen niet-oplaadbare batterijen. Laad het accupack enkel op met de acculader die door Toro is gespecificeerd. Een lader die geschikt is voor het ene type accupack kan in combinatie met een ander accupack voor brandgevaar zorgen. Laad het accupack alleen op in een goed verluchte ruimte. Stel het accupack of de acculader niet bloot aan een brand of aan temperaturen hoger dan 68 °C. Volg alle instructies aangaande het laden en laad het accupack niet op buiten het temperatuurbereik dat wordt gespecificeerd in de instructies. Anders kunt u het accupack beschadigen en het risico op brand verhogen. Draag gepaste kleding – Draag geschikte kleding en uitrusting, zoals oogbescherming, een lange broek, stevige schoenen met een gripvaste zool (niet blootvoets of geen sandalen) en gehoorbescherming. Draag lang haar niet los en draag geen losse juwelen die vast kunnen komen te zitten in bewegende onderdelen. Draag een stofmasker in stoffige gebruiksomstandigheden. van de ontsteking voordat u het accupack aansluit en de machine hanteert. 6. Geef uw volledige aandacht als u de machine gebruikt. Zorg ervoor dat u met niets anders bezig bent waardoor u kunt worden afgeleid, anders kan er letsel ontstaan of kan eigendom worden beschadigd. 7. Als u de bedieningsstang loslaat, moeten de motor en het mes binnen 3 seconden stoppen. Als dit niet het geval is, mag u de machine niet meer gebruiken en moet u contact opnemen met een erkende servicedealer. 8. Stop de machine, verwijder de elektrische startknop, verwijder het accupack van de machine en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de machine afstelt, er servicewerkzaamheden aan verricht, de machine schoonmaakt of stalt. 9. Verwijder het accupack en de elektrische startknop van de machine wanneer u deze onbeheerd achterlaat of voordat u de accessoires verandert. 10. Forceer de machine niet – De machine doet het werk beter en veiliger in het tempo waarvoor ze bedoeld is. 11. Blijf alert – Let op wat u doet en gebruik uw gezond verstand wanneer u de machine gebruikt. Gebruik de machine niet als u ziek of moe bent of onder de invloed van alcohol of drugs bent. 12. Gebruik de machine enkel bij een goede zichtbaarheid en in geschikte weersomstandigheden. Gebruik de machine niet als het kan bliksemen. 13. Ga voorzichtig te werk als u de machine omkeert of naar u toe trekt. 14. Zorg dat u te allen tijde stevig en evenwichtig staat, vooral op hellingen. Maai met de helling mee, nooit helling op en af. Ga zeer zorgvuldig te werk als u van richting verandert op een helling. Maai niet op al te steile hellingen. Loop; ren nooit met de machine. 15. Het materiaal dat afgevoerd wordt niet naar iemand richten. Voorkom het afvoeren van materiaal tegen een muur of afscherming; het materiaal kan naar u terugketsen. Zet het mes/de messen stil bij het oversteken van grindoppervlakken. 16. Kijk uit voor gaten, geulen, hobbels, stenen of andere verborgen objecten. Op oneffen terrein kunt u uw evenwicht verliezen of wegglijden. 17. Als u nat gras en natte bladeren maait, kunt u uitglijden, in aanraking komen met het mes en ernstig letsel oplopen. Gebruik de machine III. Bediening 1. 2. 3. 4. 5. Contact met een bewegend mes veroorzaakt ernstig letsel. Houd uw handen en voeten uit de buurt van het maaigedeelte en alle bewegende onderdelen van de machine. Blijf altijd uit de buurt van afvoeropeningen. Deze machine gebruiken voor andere doeleinden dan waarvoor zij bedoeld is, kan gevaarlijk zijn voor u en voor omstanders. Schakel de zelfaandrijving uit (indien aanwezig) voordat u de machine start. Kantel de machine niet als u de motor start. Voorkom dat u de machine ongewild start – Zorg ervoor dat de elektrische startknop is verwijderd 4 omdat dit gevaarlijk kan zijn. Dit kan ertoe leiden dat de garantie op het product komt te vervallen. niet in vochtige omstandigheden of wanneer het regent. 18. Als de machine een voorwerp raakt of begint te trillen, schakel de machine dan onmiddellijk uit, verwijder de elektrische startknop, verwijder het accupack en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de machine controleert op beschadiging. Voer alle noodzakelijke reparaties uit voordat u de machine weer in gebruik neemt. 19. Stop de machine en verwijder de elektrische startknop voordat u de machine laadt voor transport. 20. Bij verkeerd gebruik kan vloeistof uit het accupack lekken; vermijd contact hiermee. Als u per ongeluk in contact komt met de vloeistof, moet u spoelen met water. Als de vloeistof in uw ogen terechtkomt, moet u naar een arts gaan. Vloeistof die uit de accu ontsnapt, kan irritatie van de huid of brandwonden veroorzaken. 9. Onderhoud de machine – Houd snijranden scherp en schoon voor de beste en veiligste prestaties. Houd handgrepen droog, schoon en vrij van olie en smeervet. Laat de beveiligingen zitten en zorg dat ze naar behoren werken. Houd de messen scherp. Gebruik enkel identieke vervangingsmessen. 10. Controleer de machine op beschadigde onderdelen – Als er beschadigde beschermkappen of andere beschadigde onderdelen zijn, bepaal dan of de machine naar behoren zal werken. Controleer op fout uitgelijnde en vastlopende bewegende onderdelen, defecte onderdelen, bevestigingen en andere situaties die de werking nadelig kunnen beïnvloeden. Tenzij anders aangegeven in de instructies moet u een erkende servicedealer een beschadigde beschermkap of beschadigd onderdeel laten herstellen of vervangen. IV. Onderhoud en opslag 1. Stop de machine, verwijder de elektrische startknop, verwijder het accupack van de machine en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de machine afstelt, er servicewerkzaamheden aan verricht, de machine schoonmaakt of stalt. 11. Als het accupack niet wordt gebruikt, hou het dan uit de buurt van metalen voorwerpen zoals paperclips, muntjes, sleutels, nagels en schroeven die een brug kunnen vormen tussen de polen. Kortsluiting tussen de accupolen kan brandwonden en brand veroorzaken. 2. Probeer de machine niet te herstellen behalve als dit aangegeven is in de instructies. Laat een erkende servicedealer servicewerkzaamheden uitvoeren aan de machine en zorg ervoor dat hij/zij identieke vervangingsonderdelen gebruikt. 12. Controleer regelmatig of het mes en de montagebouten van de motor stevig vastzitten. 13. Sla de machine binnen op in een droge, veilige plek buiten het bereik van kinderen wanneer u de machine niet gebruikt. 3. Draag handschoenen en oogbescherming wanneer u servicewerkzaamheden verricht. 14. 4. Slijp een bot mes aan beide uiteinden om de balans te behouden. Maak het mes schoon en controleer of het uitgebalanceerd is. 5. Vervang het mes als dit verbogen, versleten of gescheurd is. Een niet-uitgebalanceerd mes veroorzaakt trillingen, wat de motor kan beschadigen of persoonlijk letsel kan veroorzaken. OPGELET – Een verkeerd behandeld accupack kan brand of chemische brandwonden veroorzaken. Demonteer het accupack niet. Verhit het accupack niet boven 68 °C en verbrand deze niet. Vervang het accupack alleen door een origineel Toro accupack, het gebruik van een ander accupack kan leiden tot brand of een explosie. Hou accupacks buiten het bereik van kinderen en in de originele verpakking totdat u ze gaat gebruiken. 6. Wanneer u servicewerkzaamheden uitvoert aan het mes, moet u zich ervan bewust zijn dat het mes nog kan worden bewogen zelfs wanneer de stroomaansluiting is losgekoppeld. 15. De accu niet verbranden. De cel kan ontploffen. Controleer of er plaatselijke voorschriften gelden om de accu af te voeren. 7. Controleer de grasvangerzak regelmatig op slijtage en beschadiging, en vervang een versleten zak met een Toro [vervangings]zak. 8. Gebruik alleen originele vervangingsonderdelen en accessoires van Toro voor de beste prestaties. Gebruik nooit andere vervangingsonderdelen en accessoires, BEWAAR DEZE INSTRUCTIES 5 Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of ontbrekende stickers. decal137-9490 137-9490 1. Lees de Gebruikershandleiding. 4. Uit de buurt van open vuur houden. 2. Recyclen 5. Niet blootstellen aan regen. 3. Bevat lithiumionen; niet weggooien. decal116-7583 116-7583 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding; gebruik deze machine uitsluitend als u hierin getraind bent. 4. Gevaar voor het afsnijden van handen en voeten – Blijf uit de buurt van bewegende delen, houd alle schermen op hun plaats. 2. Gevaar op weggeslingerde objecten – Houd omstanders op een afstand. 3. De machine kan voorwerpen uitwerpen – Gebruik de maaier niet zonder de afsluiter van de achterafvoer of de grasvanger. 5. Waarschuwing – Draag gehoorbescherming. 6. Voeten of handen kunnen worden gesneden/geamputeerd door het maaimes – Maai nooit heuvelopwaarts en heuvelafwaarts; gebruik de machine dwars op hellingen; zet de motor af voordat u de machine verlaat; raap afval op voordat u gaat maaien; kijk achterom als u achteruitloopt. 6 decal137-9495 137-9495 1. Lees de Gebruikershandleiding. 3. Voor gebruik binnenshuis. 2. Niet weggooien. 4. Dubbel geïsoleerd decal137-9463 137-9463 1. Het accupack laadt op. 2. Het accupack is volledig opgeladen. 3. Het accupack is boven of onder het geschikte temperatuurbereik. 4. Laadstoring van accupack decal112-8760 112-8760 1. Gevaar op weggeslingerde objecten – Houd omstanders op een afstand. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd door het maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. decal137-9461 137-9461 1. Laadstatus van accu 7 Montage Losse onderdelen Gebruik onderstaande lijst om te controleren of alle onderdelen zijn geleverd. Procedure 1 3 4 5 Hoeveelheid Omschrijving Gebruik Bevestigingselementen (niet meegeleverd) 2 De acculader monteren (optioneel). Geen onderdelen vereist – De handgreep bevestigen. Geen onderdelen vereist – De kabelbescherming monteren. Geen onderdelen vereist – De grasvanger monteren. Belangrijk: Verwijder het plastic waarmee de motor is afgedekt en eventueel ander plastic of verpakkingsmateriaal op de machine. Opmerking: Het accupack is niet volledig opgeladen bij aankoop. Raadpleeg Het accupack opladen (bladz. 18) voordat u de machine voor de eerste keer gebruikt. g290534 Figuur 3 1 De acculader monteren (optioneel) Benodigde onderdelen voor deze stap: 2 Bevestigingselementen (niet meegeleverd) Procedure Indien gewenst, kunt u de acculader veilig aan een muur hangen met de gaten voor muurbevestiging achteraan de lader. Monteer de lader binnen (zoals een garage of andere droge plek) in de buurt van een stroomaansluiting en buiten het bereik van kinderen. Raadpleeg Figuur 3 voor hulp bij het monteren van de lader. Schuif de lader over de bevestigingsmiddelen om de lader op te hangen (bevestigingsmiddelen niet meegeleverd). 8 2 De kabelbescherming verwijderen Geen onderdelen vereist Procedure g328502 Figuur 4 9 3 De handgreep bevestigen Geen onderdelen vereist Procedure g328505 Figuur 5 10 4 De kabelbescherming monteren Geen onderdelen vereist Procedure g331968 Figuur 6 5 De grasvanger monteren Geen onderdelen vereist Procedure g238450 Figuur 7 11 Algemeen overzicht van de machine Specificaties Geschikt temperatuurbereik Laad/bewaar het accupack bij een temperatuur van 5 °C tot 40 °C* Gebruik het accupack bij een temperatuur van -30 °C tot 49 °C* Gebruik de machine bij een temperatuur van 0 °C tot 49 °C* * De oplaadtijd zal langer in beslag nemen als u het accupack niet binnen dit bereik oplaadt. Sla de machine, het accupack en de acculader op in een afgesloten schone, droge ruimte. g331969 Figuur 8 1. Stang voor zelfaandrijving 5. Achteruitworpgeleider 2. Handgreep 6. Accucompartiment 3. Bedieningsstang voor maaimes 4. Elektrische startknop 7. Maaihoogtehendel (4) 8. Grasvanger g292995 Figuur 9 1. Acculadermodel 88602 (meegeleverd met model 22275) 2. Accupackmodel 88675 (meegeleverd met model 22275) 12 Gebruiksaanwijzing Voor gebruik Het accupack monteren Belangrijk: Gebruik het accupack alleen bij temperaturen die binnen het gepaste temperatuurbereik liggen; zie Specificaties (bladz. 12). 1. Zorg ervoor dat er geen stof of vuil ligt op de openingen in de accu. 2. Til het deksel van het accucompartiment op (A van Figuur 10). 3. Lijn de holte in het accupack uit met de koppeling op de machine en schuif het accupack in het compartiment tot het vastklikt (B van Figuur 10). 4. Sluit het deksel van het accucompartiment (C van Figuur 10). g303151 Figuur 10 13 De maaihoogte instellen Zet de maaihoogte op de gewenste stand. Stel alle wielen op dezelfde maaihoogte in (Figuur 11). g303150 Figuur 11 Hoogte van handgreep instellen U kunt de handgreep 1 of 3 standen hoger of lager zetten in een stand die u comfortabel vindt (Figuur 12). g331956 Figuur 12 1. Verwijder de beide handgreepbouten en overeenkomende moeren. 2. Zet de handgreep in de gewenste hoogte. 3. Bevestig de handgreep met de eerder verwijderde bouten en overeenkomende moeren. 14 Tijdens gebruik De machine starten 1. Zorg ervoor dat het accupack is gemonteerd in de machine; zie Het accupack monteren (bladz. 13). 2. Plaats de elektrische startknop in de elektrische starterschakelaar (A van Figuur 13). 3. Knijp de bedieningsstang in en houd deze tegen de handgreep (B van Figuur 13). 4. Druk op de elektrische startknop en houd deze ingedrukt tot de motor start (C van Figuur 13). g331970 Figuur 13 Maaisel recyclen De machine kan maaisel en bladafval over het gazon verspreiden (recycling). Als de grasvanger op de machine zit, moet u die verwijderen alvorens het maaisel te recyclen. Zie De grasvanger verwijderen (bladz. 16). Het maaisel opvangen Gebruik de grasvanger als u maaisel en bladafval wilt verzamelen. WAARSCHUWING Een versleten grasvanger kan kleine steentjes en andere voorwerpen uitwerpen, waardoor u of omstanders ernstig lichamelijk of dodelijk letsel kunnen oplopen. Controleer de grasvanger regelmatig. Plaats een nieuwe grasvanger van de fabrikant als de oude is beschadigd. WAARSCHUWING De maaimessen zijn scherp; de maaimessen aanraken kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken. Schakel de machine uit en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat. Montage van de grasvanger 1. Schakel de machine uit en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. 2. Zet de achteruitworpgeleider omhoog en houd hem in deze stand (A van Figuur 14). 3. Verwijder de afsluiter van de achterafvoer door de vergrendeling met uw duim in te drukken en de afsluiter uit de machine te trekken (B en C van Figuur 14). 15 4. Breng de uiteinden van de grasvangerstang aan in de inkepingen onderaan de handgreep en schud de grasvanger heen en weer om zeker te zijn dat de stang helemaal in de beide inkepingen zit (D van Figuur 14). 5. Laat de afvoergeleider aan de achterzijde zakken tot deze op de grasvanger ligt. g303153 Figuur 14 De grasvanger verwijderen GEVAAR De machine kan maaisel en andere voorwerpen uitwerpen door een opening in de behuizing van de machine. Voorwerpen die met genoeg kracht worden weggeslingerd kunnen ernstig of zelfs dodelijk letsel toebrengen aan u of aan omstanders. • Neem de grasvanger nooit weg als u van plan bent de machine te starten zonder dat de afvoerafsluiter op de machine gemonteerd is. • Open nooit de afvoergeleider aan de achterzijde van de machine terwijl de machine nog draait. 1. Schakel de machine uit en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. 2. Breng de afvoergeleider aan de achterzijde omhoog. 3. Neem de grasvangerstang uit de inkepingen onderaan de handgreep (A van Figuur 14). 4. Monteer de afvoerafsluiter (B van Figuur 14). 5. Breng de afvoergeleider aan de achterzijde omlaag (C van Figuur 14). 16 De rijaandrijving gebruiken Om de zelfaandrijving in te schakelen, moet u de stang van de zelfaandrijving naar de hendel knijpen en vasthouden (Figuur 15). g331971 Figuur 16 Het accupack uit de machine verwijderen g331972 Figuur 15 1. Stang voor zelfaandrijving Om de zelfaandrijving uit te schakelen laat u de stang los. Opmerking: De machine is voorzien van vrijloopkoppelingen, waardoor het makkelijker is om de machine naar achteren te trekken. Om de koppelingen uit te schakelen, moet u de machine ongeveer 2,5 cm of meer naar voren duwen nadat u de stang voor de zelfaandrijving hebt losgelaten. De machine uitschakelen 1. Laat de bedieningsstang van het maaimes los (A van Figuur 16). 2. Verwijder de elektrische startknop uit de elektrische starter (B van Figuur 16). 3. Verwijder het accupack; zie Het accupack uit de machine verwijderen (bladz. 17). Opmerking: Wanneer u de machine niet gebruikt, moet u steeds het accupack verwijderen. 17 1. Til het deksel van het accucompartiment op. 2. Druk op de accupackvergrendeling om het accupack los te maken en verwijder het accupack. 3. Sluit het deksel van het accucompartiment. Tips voor bediening en gebruik Bladeren fijnmaken Algemene maaitips • • Na het maaien moet altijd 50% van het gazon • Zorg ervoor dat het mes geen vaste voorwerpen raakt. Maai nooit met opzet over voorwerpen. • De beste resultaten krijgt u door een nieuw mes te • monteren voordat het maaiseizoen begint. zichtbaar blijven door de bladerlaag. Dit kan een of meerdere rondgangen over de bladeren vereisen. Als er een laag bladeren van meer dan 13 cm op het gazon ligt, moet u eerst met een hogere maaihoogte werken en vervolgens nogmaals maaien op de gewenste hoogte. Als de maaimachine de bladeren niet fijn genoeg maakt, is het beter om wat langzamer te maaien. • Vervang indien nodig het maaimes door een Toro mes. Na gebruik Gras maaien Het accupack opladen • Het tempo waarmee het gras groeit, varieert per jaargetijde. Hartje zomer kunt u in het algemeen het gras het beste maaien bij een maaihoogte van 64 mm, 76 mm of 89 mm. Maai telkens niet meer dan ongeveer eenderde van de lengte van het gras af. Maai niet met een stand lager dan 64 mm tenzij de grasmat dun is, of als het laat in het najaar is wanneer het gras langzamer begint te groeien. Maai het gras met een hogere maaihoogte voor een betere gangtijd. Belangrijk: Het accupack is niet volledig opgeladen bij aankoop. Voordat u het gereedschap voor het eerst gebruikt, plaatst u het accupack in de lader en laat u het opladen tot het leddisplay aangeeft dat het accupack volledig opgeladen is. Lees alle veiligheidsrichtlijnen. Belangrijk: Laad het accupack alleen op bij temperaturen die binnen het gepaste temperatuurbereik liggen; zie Specificaties (bladz. 12). • Als u gras wilt maaien dat langer dan 15 cm is, moet u eerst maaien op de maximale maaihoogte en met een langzamere snelheid. Vervolgens gaat u maaien op een lagere maaihoogte voor een zo goed mogelijk maaibeeld. Als het gras te lang is en in hoopjes achterblijft op het gazon, kan de maaimachine geblokkeerd raken, waardoor de motor afslaat. Opmerking: Druk op het even welk moment op de knop van de indicator van de accuspanning op het accupack om de huidige lading weer te geven (ledindicators). 1. Zorg ervoor dat er geen stof of vuil ligt op de openingen in de accu en de lader. • Nat gras en natte bladeren gaan aankoeken, waardoor de machine verstopt kan raken of de motor kan afslaan. Gebruik de machine niet in vochtige omstandigheden. • Wees bedacht op het risico van brand in zeer droge omstandigheden; neem alle plaatselijke brandwaarschuwingen in acht en houd de machine vrij van droog gras en bladafval. • Maai steeds in wisselende richtingen. Hierdoor wordt het maaisel beter over het gazon verstrooid, zodat het gazon gelijkmatig wordt bemest. Als u met het uiterlijk van het voltooide gazon niet tevreden bent, probeer dan een of meer van de volgende stappen: g290533 • Slijp het mes. • Maai met lagere snelheid. • Stel de maaimachine in op een hogere Figuur 17 maaihoogte. • Maai het gras vaker. • Laat de maaibanen overlappen in plaats van steeds een volledig nieuwe baan te maaien. 18 1. Holte van accupack 5. Ledindicators (ladingstoestand) 2. Luchtopeningen van accupack 6. Duwboom 3. Contacten van accupack 7. Ledindicatielampje lader 4. Knop van indicator van accuspanning 8. Luchtopeningen lader 2. Lijn de holte in het accupack (Figuur 17) uit met de koppeling op de lader. 3. Schuif het accupack in de lader tot het volledig op zijn plaats zit (Figuur 17). 4. Om het accupack te verwijderen, schuift u de accu naar achteren uit de lader. 5. De volgende tabel geeft aan wat de toestand van het ledindicatielampje op de acculader betekent. Indicatielampje Betekenis Uit Geen accupack ingebracht Groen, knipperend Accu wordt geladen Groen Accu is geladen Rood Het accupack en/of de acculader zijn/is boven of onder het geschikte temperatuurbereik Rood, knipperend Laadstoring van accupack* De onderkant van de machine reinigen Onderhoudsinterval: Na elk gebruik Om de beste maairesultaten te verkrijgen, moet u de onderkant van de machine schoonhouden en onder de machine schoonmaken kort nadat u klaar bent met maaien. Let vooral op dat er geen vuil of aan de uitstoters zit (Figuur 18). g240549 *Raadpleeg Specificaties (bladz. 12) voor meer informatie. Figuur 18 1. Uitstoters Belangrijk: Gaat u een machine met korte tussenperiodes verschillende keren gebruiken, dan kunt u de accu in de lader laten zitten. Als u de accu lange tijd niet gaat gebruiken, haal de accu dan uit de lader; zie Specificaties (bladz. 12). Wassen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks WAARSCHUWING Er kan materiaal losraken dat zit vastgekoekt aan de onderkant van de maaimachine. • Draag oogbescherming. • Blijf in de bedieningspositie (achter de handgreep) staan als de machine loopt. • Houd omstanders uit de buurt. 1. Zet de machine in zijn laagste maaistand. 2. Plaats de machine op een verhard horizontaal oppervlak. 3. Zet de machine aan en stel het mes in werking. 4. Houd een tuinslang ter hoogte van de handgreep en richt de waterstraal vóór het rechter achterwiel (Figuur 19). Opmerking: Het opspattende water komt dan in de baan van het maaimes en spoelt het maaisel weg. 19 g002600 Figuur 19 1. Rechter achterwiel 5. Als er geen maaisel meer onder vandaan komt, draait u de kraan dicht en brengt u de machine naar een droge plaats. 6. Laat de motor een paar minuten lopen om de onderzijde van de machine te drogen. Schrapen Als u niet al het vuil aan de onderkant van de maaimachine kunt wegwassen, moet u de machine schoon schrapen. 1. Schakel de machine uit en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. 2. Verwijder de elektrische startknop en de accu uit de machine. 3. Kantel de maaimachine op de zijkant. 4. Verwijder vuil en maaisel met een hardhouten schraper. Vermijd bramen en scherpe randen. 5. Zet de maaimachine terug in de bedrijfsstand. 20 Onderhoud Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Na de eerste 25 bedrijfsuren Bij elk gebruik of dagelijks Na elk gebruik Onderhoudsprocedure • Draai los bevestigingsmateriaal vast. • • • • Verwijder maaisel en vuil van de onderkant van de machine. Controleer het maaimes op slijtage of beschadigingen. Controleer het gaspedaal op slijtage of beschadigingen. Controleer de stoptijd van de mesrem. Het maaimes moet binnen 3 seconden na het loslaten van de bedieningsstang tot stilstand komen. Gebeurt dit niet, neem dan contact op met een erkende Service Dealer. • Onderkant van de machine schoonmaken. Om de 40 bedrijfsuren • Maak de wielen en tandwielen schoon. Om de 50 bedrijfsuren • Het mes slijpen of vervangen. Voer dit onderhoud vaker uit in ruwe of zanderige maaiomstandigheden: hierbij wordt de rand namelijk sneller bot. Om de 100 bedrijfsuren • Draai los bevestigingsmateriaal vast. 21 Het mes controleren Onderhoud van het maaimes Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer het maaimes op slijtage of beschadigingen. Maai altijd met een scherp mes. Een scherp mes snijdt het gras goed af zonder het te scheuren of te kwetsen. 1. Schakel de machine uit en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. 2. Verwijder het accupack; zie Het accupack uit de machine verwijderen (bladz. 17). 3. Kantel de machine op de zijkant zoals getoond in Figuur 20. Controleer voorzichtig het maaimes op scherpte en slijtage, in het bijzonder op de plaats waar het platte en het gekromde deel samenkomen (Figuur 21A). Omdat het metaal dat het platte en het gebogen deel van het mes verbindt, kan wegslijten door zand en ander schurend materiaal, moet u dit steeds controleren voordat u gaat maaien. Als u een sleuf of slijtplek ziet (Figuur 21B en Figuur 21C), moet u het mes vervangen; zie Het maaimes verwijderen (bladz. 23). g002278 Figuur 21 g240550 Figuur 20 1. Mes 1. Vleugel 3. Slijtage 2. Platte deel van het mes 4. Groefvorming 3. Mesbout en borgring Opmerking: De beste resultaten krijgt u door een nieuw mes te monteren voordat het maaiseizoen begint. In de loop van het jaar vijlt u dan kleine inkepingen of deuken weg, zodat u een goede snijkant blijft houden. 2. Versneller GEVAAR Een versleten of beschadigd mes kan breken en een stuk van het mes kan worden uitgeworpen in de richting van de gebruiker of omstanders en zo ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen. • Controleer de messen op gezette tijden op slijtage of beschadigingen. • Vervang een versleten of beschadigd mes. Het gaspedaal controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Controleer het gaspedaal op slijtage of beschadigingen. 22 Controleer het gaspedaal zorgvuldig op overmatige slijtage (Figuur 22). Omdat het metaal kan wegslijten door zand en schurend materiaal (vooral in de zone getoond als item 2 in Figuur 22), dient u het gaspedaal te controleren voordat u de machine gebruikt. Indien u vaststelt dat een lip op het gaspedaal is afgesleten tot een scherpe rand of als er een scheur is, dient u het gaspedaal te vervangen. g002279 Figuur 23 1. Slijp het mes alleen onder deze hoek. 2. Behoud hier de oorspronkelijke radius. Balanceren van het mes 1. g027496 Figuur 22 1. Gaspedaal 3. Lip 2. Slijtagegevoelige plek 4. Gevormde scheur Controleer de balans van het mes door de opening in het midden van het mes boven een spijker of de steel van een schroevendraaier te houden, die horizontaal in een bankschroef is geklemd (Figuur 24). WAARSCHUWING g002280 Een versleten of beschadigd gaspedaal kan breken en een stuk van het gaspedaal kan worden uitgeworpen in de richting van de gebruiker of omstanders en zo ernstig lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen. Figuur 24 Opmerking: U kunt de balans ook controleren met behulp van een voor commerciële doeleinden vervaardigde mesbalans. • Controleer het gaspedaal regelmatig op slijtage of beschadigingen. 2. • Vervang een versleten of beschadigd gaspedaal. Het maaimes verwijderen 1. Pak het uiteinde van het mes vast met een lap of een dikke handschoen. 2. Verwijder de mesbout, de klemring, de versneller en het mes (Figuur 21). Als één van de uiteinden van het mes omlaag draait, vijlt u aan die kant materiaal weg (niet van de snijrand of het uiteinde bij de snijrand) tot het mes in evenwicht blijft. Het maaimes monteren 1. Monteer een scherp, gebalanceerd Toro-mes, de versneller, de klemring en de mesbout. De vleugel van het mes moet naar de bovenkant van de maaikast wijzen om het mes op de juist wijze te monteren. Opmerking: Draai de mesbout vast met een torsie van 82 N·m. Het maaimes slijpen Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren—Het mes slijpen of vervangen. Voer dit onderhoud vaker uit in ruwe of zanderige maaiomstandigheden: hierbij wordt de rand namelijk sneller bot. WAARSCHUWING Als u de maaimachine zonder versneller gebruikt, kan het mes verbuigen, kromtrekken of breken. Hierdoor kan ernstig of zelfs dodelijk letsel worden toegebracht aan u of aan omstanders. Vijl de bovenkant van het mes bij, zodat de oorspronkelijke snijhoek (Figuur 23A) en binnenste snijkantradius (Figuur 23B) gehandhaafd blijven. Het mes blijft in balans als u evenveel materiaal weghaalt van beide snijkanten. Gebruik de machine nooit zonder dat de versneller is geplaatst. 2. 23 Zet de maaimachine terug in de bedrijfsstand. Schoonmaken van de wielen Het accupack klaarmaken voor recycling Onderhoudsinterval: Om de 40 bedrijfsuren Belangrijk: Neem het accupack van het gereedschap en bedek de contacten met stevig plakband. Probeer niet om het accupack te vernietigen of te demonteren, of onderdelen ervan te verwijderen. 1. Verwijder de achterwielen en verwijder vervuiling in dit gebied. Neem contact op met uw plaatselijke gemeente of uw erkende Toro verdeler voor meer informatie over hoe u de accu op een verantwoorde manier kunt recyclen. g033535 Figuur 25 1. Tandwielen 2. Breng na het schoonmaken een kleine hoeveelheid anti-seize middel aan op de tandwielen. Opmerking: Als u de machine onder extreme omstandigheden gebruikt, zal het schoonmaken van de wielen met kortere tussenpozen de levensduur van de tandwielen verlengen. Opmerking: Gebruik geen hogedrukreiniger op de lagers om schade aan de afdichtingen van de lagers te voorkomen. 24 Stalling 11. Om de maaimachine klaar te maken voor de stalling buiten het maaiseizoen, moeten de aanbevolen onderhoudsprocedures worden uitgevoerd; raadpleeg Onderhoud (bladz. 21). Zet de machine altijd af, wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand zijn gekomen en laat de machine afkoelen voordat u de machine afstelt, reinigt, stalt of er onderhoudswerkzaamheden aan verricht. Stal de maaimachine op een koele, schone, droge plaats. Dek de machine af om deze schoon te houden en te beschermen. Belangrijk: Sla de machine, het accupack en de lader alleen op bij temperaturen die binnen het gepaste temperatuurbereik liggen; zie Specificaties (bladz. 12). Belangrijk: Als u het accupack opslaat na het sneeuwseizoen, laad het dan op tot er 2 of 3 ledindicators op de accu groen worden. Berg een volledig opgeladen of volledige lege accu niet op. Wanneer u de machine weer nodig hebt, laadt u het accupack op totdat het indicatielampje links op de lader groen oplicht of alle 4 de ledindicators op de accu groen oplichten. 1. Koppel de machine los van de voedingsbron (d.w.z. verwijder het accupack) en controleer op beschadiging na gebruik. 2. Sla de machine niet op terwijl het accupack gemonteerd is. 3. Sla de machine, het accupack en de acculader op in een gesloten, schone, droge, goed verluchte ruimte die niet toegankelijk is voor kinderen. 4. Houd de machine, het accupack en de acculader uit de buurt van bijtende producten, zoals tuinchemicaliën en strooizout. 5. Om het risico op ernstig lichamelijk letsel te verkleinen mag u het accupack niet buiten of in een voertuig stallen. 6. Verwijder maaisel, vuil en roet van de buitenste motoronderdelen, de uitlaatring en de bovenkant van de maaikast. 7. De onderkant van de machine reinigen; raadpleeg De onderkant van de machine reinigen (bladz. 19). 8. Controleer de staat van het maaimes; raadpleeg Het mes controleren (bladz. 22). 9. Controleer de staat van het gaspedaal; zie Het gaspedaal controleren (bladz. 22). 10. Draai alle moeren, bouten en schroeven goed aan. 25 Werk alle geroeste of afgebladderde verfoppervlakken bij met lak die verkrijgbaar is bij een erkende servicedealer. Problemen, oorzaak en remedie Voer alleen de stappen uit die zijn omschreven in deze instructies. Alle bijkomende controles, onderhoudsen herstelwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd door een erkend servicecentrum of een gelijkaardig gekwalificeerde specialist als u het probleem niet zelf kunt oplossen. Probleem De machine loopt niet of niet continu. De machine kan niet op volle kracht draaien. De machine of motor trilt overmatig of maakt overmatig veel lawaai. Ongelijkmatig maaipatroon. Het uitwerpkanaal raakt verstopt. Mogelijke oorzaak 1. De accu is niet volledig gemonteerd in de machine. 1. Verwijder de accu en vervang vervolgens de accu in de machine; zorg er hierbij voor dat deze volledig gemonteerd en vergrendeld is. 2. Het accupack is niet opgeladen. 3. Het accupack is beschadigd. 4. Er is een ander elektrisch probleem met de machine. 2. Verwijder het accupack uit de machine en laad het op. 3. Vervang het accupack. 4. Neem contact op met een erkende servicedealer. 1. De laadcapaciteit van het accupack is te laag. 1. Verwijder het accupack uit de machine en laad het accupack volledig op. 2. De onderkant van de machine is bedekt met maaisel en vuil. 2. Onderkant van de machine schoonmaken. 1. Het mes is verbogen of uit balans. 1. Het mes balanceren. Het mes vervangen als dit is verbogen. 2. De montagemoeren van het maaimes zitten los. 3. De onderkant van de machine is bedekt met maaisel en vuil. 4. De bevestigingsbouten van de motor zitten los. 2. De montagemoeren vastdraaien. 1. Alle vier wielen staan niet op dezelfde hoogte. 1. Alle vier de wielen instellen op dezelfde hoogte. 2. Het mes is bot. 3. U maait steeds in hetzelfde patroon. 4. De onderkant van de machine is bedekt met maaisel en vuil. 2. Mes slijpen en balanceren. 3. In een ander patroon maaien. 4. Onderkant van de machine schoonmaken. 1. De gashendel staat niet op SNEL. 1. Zet de gashendel op SNEL. 2. De maaihoogte is te laag. 3. U maait te snel. 4. Het gras is nat. 2. Instellen op een hogere maaistand. 3. Verminder uw snelheid. 4. Het gras eerst laten drogen voordat u gaat maaien. 5. Onderkant van de machine schoonmaken. 5. De onderkant van de machine is bedekt met maaisel en vuil. De zelfaandrijving van de maaimachine werkt niet. Het accupack verliest snel de lading. Remedie 3. Onderkant van de machine schoonmaken. 4. De bevestigingsbouten van de motor vastdraaien. 1. De kabel van de zelfaandrijving is ontsteld of beschadigd. 1. De kabel van de zelfaandrijving afstellen. De kabel vervangen indien dit nodig is. 2. Er zit vuil onder de drijfriemkap. 2. Het vuil onder de drijfriemkap verwijderen. 1. Het accupack is boven of onder het geschikte temperatuurbereik. 1. Verplaats het accupack naar een locatie waar het droog is en de temperatuur tussen 5 en 40 °C ligt. 2. De machine wordt te zwaar belast. 2. Maai met lagere snelheid. 26 Probleem De acculader werkt niet. Mogelijke oorzaak Remedie 1. De acculader is boven of onder het geschikte temperatuurbereik. 1. Koppel de acculader af en verplaats deze naar een locatie waar het droog is en de temperatuur tussen 5 en 40 °C ligt. 2. Het stopcontact waarin de acculader zit heeft niet genoeg stroom. 2. Neem contact op met uw bevoegde elektricien om het stopcontact te herstellen. Het ledindicatielampje op de acculader is rood. 1. Het accupack en/of de acculader zijn/is boven of onder het geschikte temperatuurbereik. 1. Koppel de acculader af en verplaats de acculader en het accupack naar een locatie waar het droog is en de temperatuur tussen 5 en 40 °C ligt. Het ledindicatielampje op de acculader knippert rood. 1. Er is een fout in de communicatie tussen het acucpack en de lader. 1. Verwijder het accupack van de acculader, haal de acculader uit het stopcotnact en wacht 10 seconden. Sluit de acculader opnieuw aan op het stopcontact en plaats het accupack op de acculader. Als het ledindicatielampje op de acculader nog steeds rood knippert, moet u deze procedure herhalen. Als het ledindicatielampje op de acculader na 2 pogingen nog steeds rood knippert, moet u het accupack volgens de gepaste procedure afvoeren in een recyclingcentrum. 2. Het accupack is zwak. 2. Neem contact op met een erkende servicedealer als de accu in garantie is of voer het accupack af volgens de gepaste procedure in een recyclingcentrum. 27 Privacyverklaring voor Europa De informatie die Toro verzamelt Toro Warranty Company (Toro) respecteert uw privacy. Om uw aanspraak op garantie te behandelen en contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie vragen wij om bepaalde persoonlijke informatie, hetzij direct of via uw lokale Toro dealer. Het Toro garantiesysteem wordt gehost op servers in de Verenigde Staten, waar de privacywet mogelijk niet dezelfde bescherming biedt als in uw land. DOOR UW PERSOONLIJKE GEGEVENS MET ONS TE DELEN STEMT U IN MET DE VERWERKING VAN UW PERSOONSGEGEVENS ZOALS BESCHREVEN IN DEZE PRIVACYVERKLARING. Hoe Toro informatie gebruikt Toro kan uw persoonsgegevens gebruiken om uw aanspraak op garantie te behandelen, contact met u op te nemen in het geval van een terugroepactie, of voor een ander doeleinde waarvan we u op de hoogte brengen. Toro kan uw informatie delen met zijn afdelingen, dealers of andere zakenpartners in verband met deze activiteiten. We verkopen uw persoonsgegevens niet aan andere bedrijven. We behouden ons het recht voor om persoonsgegevens te delen teneinde te voldoen aan geldende wetten en verzoeken van de aangewezen autoriteiten, opdat wij onze systemen naar behoren kunnen gebruiken of met het oog op onze eigen bescherming of die van andere gebruikers. Behoud van uw persoonlijke informatie Wij bewaren uw persoonsgegevens zo lang als nodig is voor de doeleinden waarvoor ze oorspronkelijk werden verzameld of voor andere legitieme doeleinden (zoals naleving van voorschriften), of zo lang als vereist is door de van toepassing zijnde wet. Toro's engagement voor de bescherming van uw persoonlijke informatie Wij nemen redelijke voorzorgen om uw persoonlijke informatie te beschermen. We proberen bovendien de nauwkeurigheid en geldigheid van persoonlijke gegevens te waarborgen. Toegang tot en wijziging van uw persoonsgegevens Als u toegang wilt tot uw persoonsgegevens of deze wilt wijzigen, gelieve dan een e-mail te sturen naar [email protected]. Australische consumentenwet Australische klanten kunnen voor informatie over de Australische consumentenwet (Australian Consumer Law) terecht bij de lokale Toro verdeler of ze kunnen deze informatie in de doos vinden. 374-0282 Rev C
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256

Toro 53cm Heavy-Duty 60V Recycler/Rear Bagger Lawn Mower Handleiding

Categorie
Grasmaaiers
Type
Handleiding