AMS 375 Snelstartgids

Type
Snelstartgids
EERSTE
INSTALLATIE
NLD
2
Inleiding
3
© 2009 Emerson Process Management. Alle rechten voorbehouden.
HART is een gedeponeerd handelsmerk van de HART Communication Foundation.
F
OUNDATION is een handelsmerk van de Fieldbus Foundation.
IrDA is een gedeponeerd handelsmerk van de Infrared Data Association.
Het Emerson-logo is een handelsmerk en een servicemerk van Emerson Electric Co.
Alle andere merken zijn eigendom van de respectieve eigenaars.
INLEIDING
De 375-veldcommunicator maakt uw werk gemakkelijker en efficiënter door in de pro-
cessen interactieve communicatie met HART
®
-
en FOUNDATION fieldbus-apparatuur
mogelijk te maken. Voordat u de 375-veldcommunicator gaat gebruiken, dient u een
aantal voorbereidende stappen te nemen en de veiligheidsmaatregelen op te volgen.
BELANGRIJKE KENNISGEVING
In het document “Eerste gebruik” staan beknopte richtlijnen voor 375-veldcommuni-
cators. Het bevat geen gedetailleerde instructies voor configuratie, diagnostiek,
onderhoud, service, probleemoplossing of intrinsiek veilige (intrinsically safe; I.S.)
installatie.
Raadpleeg de gebruikshandleiding van de 375-veldcommunicator voor nadere aan-
wijzingen. Aanvullende documentatie voor de 375-veldcommunicator is te vinden op
www.fieldcommunicator.com.
WAARSCHUWING
Explosies kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken:
Bij gebruik in een explosiegevaarlijke omgeving moeten de toepasselijke plaatse-
lijke, landelijke en internationale normen, voorschriften en procedures worden
gevolgd. Raadpleeg het gedeelte over productcertificering in de gebruikshandlei-
ding van de 375-veldcommunicator voor bepalingen in verband met veilig gebruik.
Elektrische schokken kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken.
Productoverzicht en voorzorgsmaatregelen
4
PRODUCTOVERZICHT EN VOORZORGSMAATREGELEN
De 375-veldcommunicator ondersteunt HART- en FOUNDATION fieldbus-apparatuur en
wordt in de praktijk gebruikt om configuraties uit te voeren en problemen op te lossen.
Bij het gebruik van de 375-veldcommunicator voor communicatie met instrumenten
dienen alle normen en procedures die van toepassing zijn op de locatie te worden
nageleefd. Als dit wordt nagelaten, kan dat leiden tot schade aan apparatuur en/of
persoonlijk letsel. Lees de volgende punten aandachtig en houd u eraan:
Een IS-goedgekeurde 375-veldcommunicator kan worden gebruikt in locaties van
Zone 0 (uitsluitend FM en CSA), Zone 1 of Zone 2, Divisie 1 en Divisie 2
(uitsluitend de KL-optie).
Een IS-goedgekeurde 375-veldcommunicator kan worden aangesloten op kringen
en segmenten die onderdeel vormen van apparatuur die zich bevindt in Zone 0,
Zone 1, Zone 2, Zone 20, Zone 21, Zone 22, Divisie 1 en Divisie 2 (uitsluitend
de KL-optie).
De 375-veldcommunicator bevat een FSTN-LCD met touchscreen, een
NiMH-batterijpakket of een lithium-ion voedingsmodule, een SH3-processor,
geheugenonderdelen en geïntegreerde communicatie- en meetschakelingen.
Boven op de 375-veldcommunicator bevinden zich drie aansluitpunten. De rode
aansluitpunten zijn positieve aansluitpunten, elk voor een eigen protocol. Het zwarte
aansluitpunt wordt gedeeld door beide protocollen. Een toegangsklepje zorgt ervoor
dat altijd maar één paar aansluitpunten toegankelijk is. Diverse markeringen geven
aan voor welk protocol een bepaald paar aansluitpunten is bestemd.
De touchscreen mag uitsluitend met een bot voorwerp worden aangeraakt, bij
voorkeur met de stift die bij de 375-veldcommunicator wordt meegeleverd. Door het
gebruik van scherpe voorwerpen, zoals een schroevendraaier, kan de touchscreen
defect raken en komt de garantie te vervallen. De touchscreen kan alleen worden
gerepareerd door het gehele display van de 375-veldcommunicator te vervangen,
wat enkel in een geautoriseerd servicecentrum kan worden uitgevoerd.
Zorg wanneer u de 375-veldcommunicator op een actief F
OUNDATION
fieldbus-segment aansluit dat er voldoende extra stroomcapaciteit is om de
fieldbus-circuits van de 375-veldcommunicator te voeden. Het stroomverbruik
van de 375-veldcommunicator bedraagt ongeveer 17 mA.
Via de infraroodpoort en de kaartlezer kan de 375-veldcommunicator of de
systeemkaart ervan communiceren met een pc.
Gebruik voor het invoeren van gegevens in de 375-veldcommunicator het
toetsenblok of de touchscreen.
Een uitbreidingsmodule (EM) (gelabeld Expansion Module) is een verwijderbare
geheugenkaart die in de uitbreidingspoort vastklikt. De EM mag op een gevaarlijke
locatie verwijderd of aangebracht worden.
Alleen de uitbreidingsmodule of de uitbreidingspoortafsluiter mogen in de uitbrei-
dingspoort worden gestoken. Er mogen geen systeemkaarten, SD-kaarten of andere
voorwerpen in de uitbreidingspoort worden gestoken. Als dit niet wordt opgevolgd,
vervallen de IS-goedkeuring en de garantie.
Productoverzicht en voorzorgsmaatregelen
5
In de systeempoort moeten SD-kaarten worden gebruikt die worden geleverd door
de fabrikant van de 375-veldcommunicator. Als dit niet wordt opgevolgd, vervallen
de IS-goedkeuring en de garantie.
De 375-veldcommunicator ondersteunt twee typen batterijen: het NiMH-batterijpak-
ket of de lithium-ion-voedingsmodule. Het NiMH-batterijpakket heeft een zwarte,
4-pens voedings-/laderaansluiting en de lithium-ion-voedingsmodule heeft een
groene, 6-pens aansluiting. Zie afbeelding 1 voor de aansluitplaats. In deze handlei-
ding wordt de term “batterij” gebruikt om de functionaliteit te beschrijven die voor
beide typen batterijen normaal is. Eventuele verschillen worden aangegeven.
Volg bij het transport van een lithium-ion-voedingsmodule alle toepasselijke
voorschriften.
De batterij mag in een explosiegevaarlijke omgeving verwijderd en aangebracht
worden.
De batterij mag niet worden opgeladen in een explosiegevaarlijke omgeving.
Gebruik de voeding/lader van de 375-veldcommunicator (00375-0003-0005)
uitsluitend met de 375-veldcommunicator.
Gebruik voor het opladen van de batterij alleen de voeding/lader. Als dit niet wordt
opgevolgd, kan dat leiden tot permanente schade aan uw 375-veldcommunicator
en vervallen de IS-goedkeuring en de garantie.
Bescherm de batterij en de voeding/lader tegen vocht en houd u aan de limieten
voor de bedrijfs- en opslagtemperatuur.
De batterij of de voeding/lader mag niet afgedekt, aan direct zonlicht blootgesteld of
op of naast warmtegevoelig materiaal geplaatst worden.
Open de batterij of de voeding/lader niet en modificeer deze niet. Ze bevatten geen
beveiligingselementen of onderdelen die door de gebruiker zelf kunnen worden
gerepareerd. Door het openen of modificeren komt de garantie te vervallen.
Productoverzicht en voorzorgsmaatregelen
6
Afbeelding 1. 375-veldcommunicator
IrDA
®
-interface (bovenkant)
touchscreen
tab-toets
navigatietoetsen
(vier pijltoetsen)
HART- en F
OUNDATION fieldbus-
communicatieaansluitpunten (bovenkant)
uitbreidingspoort
(zijkant)
enter-toets
functietoets
(voor toetscombinaties)
alfanumeriek
toetsenblok
aan/uit-toets
afsteltoets
schermverlichting
voedings-/laderaanslui-
ting (zijkant) op batterij
(groen gekleurd voor
lithium-ion-voedings-
module of zwart voor
NiMH-batterijpakket)
batterij (zwart) en
systeemkaart
(inwendig)
stift (achterkant)
multifunctionele
LED
Monteren
7
MONTEREN
Controleer voor het gebruik van de 375-veldcommunicator het volgende:
of de 375-veldcommunicator niet is beschadigd.
of de batterij zich volledig op zijn plaats bevindt.
of alle schroeven voldoende zijn vastgedraaid.
of er een uitbreidingsmodule of uitbreidingspoortafsluiter is geplaatst.
of de uitsparing voor het communicatieaansluitpunt vrij is van vuil en gruis.
BATTERIJ OPLADEN
LET OP
De vroegere 4-pens voeding/lader is niet geschikt voor gebruik met de lithium-ion-
voedingsmodule.
Laad de batterij volledig op voordat u het apparaat voor het eerst mobiel gaat gebrui-
ken. De voeding/lader geschikt voor gebruik met de lithium-ion-voedingsmodule en
het NiMH-batterijpakket. Voor het opladen van het NiMH-batterijpakket met de voe-
ding/lader moet echter de NiMH-verloopkabel worden gebruikt. De voeding/lader heeft
een groene aansluiting en komt zo overeen met de desbetreffende connector aan de
lithium-ion-voedingsmodule of de NiMH-verloopkabel. Zie afbeelding 2.
De batterij kan afzonderlijk worden geladen of terwijl deze zich in de 375-veldcommu-
nicator bevindt. Bij volledige lading gaat het groene lampje op de voeding/lader con-
stant branden; opladen duurt twee tot drie uur. De 375-veldcommunicator is tijdens
het laden volledig functioneel.
Afbeelding 2. NiMH-verloopkabel voor opladen van NiMH-batterijpakket
NiMH-verloopkabel
lampjes
voeding/lader
groene
aansluiting aan
voeding/lader
Systeemkaart en batterij aanbrengen
8
Afbeelding 3. Achterkant van 375-veldcommunicator
SYSTEEMKAART EN BATTERIJ AANBRENGEN
1. Plaats de 375-veldcommunicator met de voorkant naar beneden op een horizon-
taal, stabiel oppervlak.
2. Zet de standaard in de ophangstand vast. Om de standaard langs de staande stand
te kunnen draaien, knijpt u deze bij het scharnier samen. Zie afbeelding 3.
3. Plaats, terwijl de batterij verwijderd is, de systeemkaart (met het etiket “System
Card”) met de contactjes op de kaart naar boven gericht, op de geleideribben voor
de systeemkaart (deze bevinden zich direct onder de batterijaansluiting). Schuif de
systeemkaart naar voren de systeembus in totdat deze stevig op zijn plaats zit.
4. Laat de 375-veldcommunicator met de voorkant naar beneden liggen en zorg
ervoor dat de twee schroefkoppen van de batterijborgschroeven gelijk liggen met
de bovenkant van het apparaat. Breng de batterij aan door de zijkanten van de
batterij en het apparaat op elkaar uit te lijnen en de batterij voorzichtig naar voren
te schuiven tot deze goed vastzit.
LET OP
Als de batterij en de 375-veldcommunicator niet goed op elkaar worden uitgelijnd,
kunnen de aansluitpennen beschadigd raken.
5. Draai de twee batterijborgschroeven voorzichtig met de hand vast om de batterij
vast te zetten. (Niet te strak aanhalen; maximaal aanhaalmoment is 0,5 Nm.)
De schroefkoppen moeten nagenoeg gelijk komen te liggen met de groef voor
de standaard.
WAARSCHUWING
De systeemkaart mag niet in de uitbreidingspoort worden gestoken. Als dit niet
wordt opgevolgd, kan de hardware beschadigd raken en vervallen de IS-goedkeu-
ring en de garantie.
borgschroeven batterij
batterij
systeemkaart
standaard
hoofdetiket
IS-etiket
(KL-optie)
375-veldcommunicator opstarten
9
375-VELDCOMMUNICATOR OPSTARTEN
1. Houd op het toetsenblok de aan/uit-toets ingedrukt tot de multifunctionele LED
gaat knipperen (ongeveer twee seconden). De 375-veldcommunicator controleert
tijdens het opstarten of de systeemkaart software-upgrades bevat en informeert
u als er een upgrade moet worden uitgevoerd. Daarna wordt het Main Menu
(hoofdmenu) van de 375 weergegeven.
2. Selecteer met de pijltoetsen omhoog/omlaag in het Main Menu (hoofdmenu) van
de 375 de menu-items en open deze met de rechter pijltoets. Instellingen en
systeeminformatie zijn beschikbaar in het menu Settings (Instellingen). Zie
voor nadere gegevens de nieuwste editie van de gebruikshandleiding van de
375-veldcommunicator.
BATTERIJ EN SYSTEEMKAART VERWIJDEREN
1. Plaats de uitgeschakelde 375-veldcommunicator met de voorkant naar beneden
op een horizontaal, stabiel oppervlak.
2. Draai de twee batterijborgschroeven los tot de beide schroefkoppen gelijk liggen
met de bovenkant van de 375-veldcommunicator.
3. Schuif de batterij uit het apparaat.
LET OP
Trek de batterij niet omhoog, omdat hierdoor de aansluitpennen beschadigd kunnen raken.
4. Pak de lip van de systeemkaart vast en schuif deze recht uit de 375-veldcommunicator.
LET OP
Trek de systeemkaart niet omhoog, omdat hierdoor de kaart of de systeembus
beschadigd kunnen raken.
COMMUNICATIEAANSLUITPUNTEN
Het toegangsklepje boven op de 375-veldcommunicator kan in twee standen worden
gezet. Kies aan de hand van de markeringen op het toegangsklepje en tussen de
aansluitpunten het gewenste protocol. Gebruik de meegeleverde dradenset om de
375-veldcommunicator op de kring of het segment aan te sluiten. Raadpleeg voor
meer informatie de nieuwste editie van de gebruikshandleiding van de
375-veldcommunicator.
LET OP
Alleen aansluitingen op een HART-kring of een F
OUNDATION fieldbus-segment zijn
toegestaan.
TECHNISCHE ONDERSTEUNING
Neem contact op met uw leverancier of ga naar
http://www.fieldcommunicator.com/supp.htm voor contactinformatie
voor technische ondersteuning.
Onderhoud, reparatie en probleemoplossing
10
ONDERHOUD, REPARATIE EN PROBLEEMOPLOSSING
Elke vorm van onderhoud, reparatie of vervanging van onderdelen die niet hieronder
wordt genoemd, moet altijd worden verricht door speciaal opgeleid personeel in
een geautoriseerd servicecentrum. U kunt de onderstaande, veel voorkomende
onderhoudsprocedures voor de 375-veldcommunicator zelf uitvoeren:
De buitenkant reinigen. Gebruik uitsluitend een pluisvrije doek, die vochtig is
gemaakt met een milde zeepoplossing.
Opladen, verwijderen en vervangen van de batterij.
Verwijderen en vervangen van de systeemkaart.
Verwijderen en vervangen van de uitbreidingsmodule of de uitbreidingspoortafsluiter.
Verwijderen en vervangen van het steunplaatje en de standaard.
Controleren of alle schroeven aan de buitenkant goed zijn vastgedraaid.
Controleren of de uitsparing voor het communicatieaansluitpunt vrij is van vuil en gruis.
AFVALVERWERKING
Producten met het volgende etiket voldoen aan de vereisten van de richtlijn Buiten
gebruik gestelde elektrische en elektronische apparatuur (AEEA) 2002/96/EG, die
uitsluitend geldt voor lidstaten van de Europese Unie (EU).
Het etiket geeft aan dat dit product gerecycleerd moet worden en niet als huis-
houdelijk afval mag worden verwerkt. Klanten in lidstaten van de EU dienen
contact op te nemen met de verkoopvertegenwoordiger van Emerson voor
informatie over het afvoeren van onderdelen van de 375-veldcommunicator.
Als het ooit nodig mocht blijken om een of meer onderdelen van de 375-veldcommuni-
cator weg te werpen, dan dienen klanten buiten de EU de plaatselijk geldende voor-
schriften voor afvalverwerking te volgen.
GEVAARLIJKE STOFFEN
Producten met het volgende etiket zijn loodvrij en voldoen aan de vereisten van de
richtlijn Beperking gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur
(RoHS) 2002/95/EG, die uitsluitend geldt in lidstaten van de EU.
De richtlijn beoogt het gebruik van lood, cadmium, kwik, zeswaardig chroom
en polybroombifenylen (PBB’s) en polybroomdifenylethers (PBDE’s) als
vlamvertragers in elektronische apparatuur te beperken.
RoHS
Pb
Productcertificeringen
11
PRODUCTCERTIFICERINGEN
Overzicht
Alle 375-veldcommunicators hebben een standaard etikette (zie afbeelding 3).
Intrinsiek veilige 375-veldcommunicators (KL-optie) hebben tegenover het standaard
etikette nog een etiket. Als de 375-veldcommunicator dit etiket niet heeft (NA-optie),
moet deze worden beschouwd als niet goedgekeurd voor intrinsiek veilige installaties.
Goedgekeurde productielocaties
Emerson Process Management — Leicester, Engeland
Informatie over Europese richtlijnen
CE-conformiteit
Elektromagnetische compatibiliteit (2004/108/EG)
Getest volgens de specificaties van EN 61000-6-3, EN 61000-6-2 en
EN 61326-1.
ATEX-richtlijn (94/9/EG) (uitsluitend KL-optie)
Emerson Process Management voldoet aan de ATEX-richtlijn.
Dit document en de gebruikshandleiding van de 375-veldcommunicator bevat
specifieke informatie betreffende de ATEX-richtlijn.
Toepasselijke normen zijn EN 60079-0, EN 60079-11 en EN 60079-26.
Certificeringen explosiegevaarlijke locaties
(uitsluitend KL-optie)
Internationale certificeringen
IECEx
Certificatienr.: IECEx BVS 08.0044
Ex ia IIC T4 (–10 °C Ta 50 °C)
Certificeringen Noord-Amerika
Factory Mutual (FM)
Intrinsiek veilig voor explosiegevaarlijke locaties van klasse I, Divisie 1,
Groepen A, B, C en D en klasse I, Zone 0, AEx ia IIC T4 (Ta = 50 °C) indien
aangesloten zoals aangegeven in controletekening 00375-1130 in de
gebruikshandleiding van de 375-veldcommunicator. Zie de controletekening
voor ingangs- en uitgangsparameters.
Canadian Standards Association (CSA)
Intrinsiek veilig voor gebruik op explosiegevaarlijke locaties van klasse 1,
Zone 0, Ex ia IIC T4 indien aangesloten zoals aangegeven in controletekening
00375-1130 in de gebruikshandleiding van de 375-veldcommunicator. Zie de
controletekening voor ingangs- en uitgangsparameters.
Productcertificeringen
12
Europese certificeringen
ATEX intrinsieke veiligheid
Certificeringsnr.: BVS 03 ATEX E 347 II 2 G (1 GD)
Ex ia IIC T4 (–10 °C Ta +50 °C)
1180
Elektrische HART-parameters intrinsieke veiligheid
F
OUNDATION fieldbus
Ingangsparameters
U
i
= 30 Volt dc
I
i
= 200 mA
P
i
= 1,0 Watt
L
i
= 0
C
i
= 0
Uitgangsparameters
U
0
= 1,9 Volt gelijkstroom
I
0
= 32 µA
Intrinsiek veilig FISCO
U
iIIC
= 17,5 Volt gelijkstroom I
iIIC
= 215 mA P
iIIC
= 1,9 watt
U
iIIB
= 17,5 Volt gelijkstroom I
iIIB
= 380 mA P
iIIB
= 5,3 watt
U
0
= 1,9 Volt gelijkstroom I
0
= 32 µA
Intrinsiek veilig niet-FISCO
U
i
= 30 Volt gelijkstroom I
i
= 380 mA P
i
= 1,3 watt
U
0
= 1,9 Volt gelijkstroom I
0
= 32 µA
L
i
= 0 C
i
= 0
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12

AMS 375 Snelstartgids

Type
Snelstartgids