Vega VEGAPULS 62 Productinformatie

VEGAPULS 62
Merk
Vega
Model
VEGAPULS 62
Type
Productinformatie

Deze handleiding is ook geschikt voor

Product information
Radar
Niveaumeting in vloeistoen
VEGAPULS WL 61
VEGAPULS 61
VEGAPULS 62
VEGAPULS 63
VEGAPULS 64
VEGAPULS 65
VEGAPULS 66
Document ID: 29019
2
Inhoudsopgave
Radar
29019-NL-180917
Inhoudsopgave
1 Meetprincipe ........................................................................................................................................................................................................... 3
2 Type-overzicht ........................................................................................................................................................................................................ 4
3 Instrumenten en toepassingen ............................................................................................................................................................................ 6
4 Keuzecriteria ..........................................................................................................................................................................................................8
5 Meetbereikinstelling .............................................................................................................................................................................................. 9
6 Overzicht behuizingen .........................................................................................................................................................................................10
7 Montage ................................................................................................................................................................................................................11
8 Elektronica - 4 … 20 mA/HART - tweedraads ....................................................................................................................................................13
9 Elektronica - 4 … 20 mA/HART - vierdraads .....................................................................................................................................................14
10 Elektronica-ProbusPA ....................................................................................................................................................................................15
11 Elektronica - Foundation Fieldbus ..................................................................................................................................................................... 16
12 Elektronica-, modbus-, Levelmaster-protocol ................................................................................................................................................... 17
13 Bediening ..............................................................................................................................................................................................................18
14 Afmetingen ...........................................................................................................................................................................................................20
Veiligheidsinstructies voor Ex-toepassingen aanhouden
Houd bij Ex-toepassingen de Ex-specieke veiligheidsinstructies aan, die u onder www.vega.com vindt en die met ieder instrument worden
meegeleverd. In explosiegevaarlijke omgeving moeten de geldende voorschriften, conformiteits- en typebeproevingscerticaten van de sen-
soren en de voedingsapparaten worden aangehouden. De sensoren mogen alleen op intrinsiekveilige stroomcircuits worden aangesloten. De
toegestane elektrische specicaties zijn vermeld in de certicering.
3
Meetprincipe
Radar
29019-NL-180917
1 Meetprincipe
Meetprincipe VEGAPULS WL 61, 61, 62, 65, 66
Extreem korte microgolfpulsen worden door het antennesysteem naar
het te meten product gestraald, door het oppervlak daarvan gereec-
teerd en door het antennesysteem weer opgevangen. De tijd van zenden
tot ontvangen van de signalen hangt af van het niveau in de tank. Een
speciale tijdvertragingsmethode maakt betrouwbare en nauwkeurige
meting van de extreem korte tijd mogelijk en de omrekening naar de
niveauwaarde.
Deze radarsensoren werken met een laag zendvermogen in het C- en
K-band-frequentiebereik.
Meetprincipe VEGAPULS 64
Het instrument zendt via de antenne een continu, hoogfrequent radar-
signaal uit. Het verzonden signaal wordt door het productoppervlak
gereecteerd en door de antenne als echo ontvangen.
Het verschil tussen het verzonden en ontvangen signaal wordt door
speciale algoritmes in de sensorelektronica bepaald en in het niveau
omgerekend.
De VEGAPULS 64 werkt met gering zendvermogen in het W-band
frequentiegebied.
Toepassingeninvloeistoen
Laagfrequentie C-bandsensoren worden voor continue niveaumeting van
vloeistoen onder zware procesomstandigheden toegepast. Deze zijn
geschikt voor toepassingen in opslagtanks, procestanks of standpijpen
en zijn dankzij verschillende antenne-uitvoeringen universeel toepasbaar.
De hoogfrequente K-bandsensoren zijn geschikt voor continue niveau-
meting van vloeistoen. Deze zijn toepasbaar in opslagtanks, reactoren
en procestanks, ook onder zware procesomstandigheden. De instru-
menten zijn met verschillende antenne-uitvoeringen en materialen de
optimale oplossing voor nagenoeg alle toepassingen en processen.
De hoogfrequente W-bandsensoren zijn bedoeld voor de continue ni-
veaumeting van vloeistoen. Voor bijzondere voordelen zorgen de kleine
procesaansluitingen bij kleine tanks of weinig beschikbare ruimte. De
zeer goede signaalfocussering maakt toepassing mogelijk in tanks met
vele ingebouwde onderdelen, zoals bijv. roerwerken en verwarmingsslan-
gen.
Voordelen
De contactloze radartechniek wordt gekenmerkt door een bijzonder hoge
meetnauwkeurigheid. De meting wordt niet beïnvloed door variërende
producteigenschappen of wisselende procesomstandigheiden zoals
druk en temperatuur.
Ingangsgrootheden
De meetgrootheid is de afstand tussen de procesaansluiting van de
sensor en het mediumoppervlak. Het referentievlak is afhankelijk van de
uitvoering van de sensor het afdichtingsoppervlak op het zeskant resp.
de onderzijde van de ens.
3
4
2
1
Fig. 1: Data voor de ingangsgrootheid bij VEGAPULS 62
1 Referentievlak
2 Meetgrootheid, max. meetbereik
3 Antennelengte
4 Eectiefmeetbereik
4
Type-overzicht
Radar
29019-NL-180917
2 Type-overzicht
VEGAPULS WL 61 VEGAPULS 61 VEGAPULS 62
Toepassingen Waterbehandeling, pompstations, over-
loopbekkens, owmeting in open goten
en peilbewaking
Agressieve vloeistoen in kleine tanks on-
der eenvoudige procesomstandigheden
Opslagtanks en procestanks onder
zwaardere procesomstandigheden
Max. meetbereik 15 m (49.21 ft) 35 m (114.8 ft) 35 m (114.8 ft)
Antenne/materiaal Kunststof hoornantenne Kunststof hoornantenne/compleet in
PVDF-gekapseld
Hoornantenne of standpijpantenne
½"/316L
Procesaansluiting/materiaal Schroefdraad G1½/PBT of montagebeu-
gel/316L
Schroefdraad G1½ /PVDF, montagebeu-
gel/316L of ens/PP
Schroefdraad G1½/316L conform DIN
3852-A of ens/316L, AlloyvC22 (2.4602)
Procestemperatuur -40 … +80 °C
-40 … +176 °F)
-40 … +80 °C
(-40 … +176 °F)
-196 … +450 °C
(-321 … +842 °F)
Procesdruk -1 … +2 bar/-100 … +200 kPa
(-14.5 … +29.0 psi)
-1 … +3 bar/-100 … +300 kPa
(-14.5 … +43.5 psi)
-1 … +160 bar/-100 … +16000 kPa
(-14.5 … +2320 psig)
Meetafwijking ≤ 2 mm ≤ 2 mm ≤ 2 mm
Frequentiegebied K-band K-band K-band
Signaaluitgang
•
4 … 20 mA/HART - tweedraads
•
Probus PA
•
Foundation Fieldbus
•
4 … 20 mA/HART - tweedraads
•
4 … 20 mA/HART - vierdraads
•
Probus PA
•
Foundation Fieldbus
•
Modbus- en Levelmaster-protocol
Display/bediening
•
PACTware
•
VEGADIS 62
•
PLICSCOM
•
PACTware
•
VEGADIS 81
•
VEGADIS 62
Toelatingen
•
ATEX
•
IEC
•
ATEX
•
IEC
•
Scheepsbouw
•
Overvulbeveiliging
•
FM
•
CSA
•
EAC (Gost)
5
Type-overzicht
Radar
29019-NL-180917
VEGAPULS 63 VEGAPULS 64 VEGAPULS 65 VEGAPULS 66
Agressieve vloeistoen onder zwaar-
dere procesomstandigheden
Vloeistoen onder zwaardere proces-
omstandigheden
Agressieve vloeistoen onder eenvou-
dige procesomstandigheden
Opslagtanks en procestanks onder
zwaardere procesomstandigheden
35 m (114.83 ft) 30 m (98.43 ft) 35 m (114.83 ft) 35 m (114.83 ft)
Compleet gekapseld antennesysteem/
PTFE, PFA of PVDF
Schroefdraad met geïntegreerde
hoornantenne/PEEK en 316L resp.
alloy C22 (2.4602), kunststof hoor-
nantenne/PP, ens met gekapseld
antennesysteem/PTFE en PFA
Staafantenne, PVDF- of PTFE-gekap-
seld, PFA-geplatteerd
Hoornantenne of standpijpantenne
2", 316L
Flens of hygiënische aansluiting/316L,
alloy 400 (2.4360)
Montagebeugel/316L, schroef-
draad/316L resp. alloy C22 (2.4602),
ens/316L, hygiënische aanslui-
ting/316
Schroefdraad G1½ conform
DIN 3852-A/PVDF of 316L, ens/PT-
FE-geplatteerd
Flens/316L, Alloy C22 (2.4602)
-196 … +200 °C (-321 … +392 °F) -196 … +200 °C (-321 … +392 °F) -40 … +150 °C (-40 … +302 °F) -60 … +400 °C (-76 … +752 °F)
-1 … +16 bar/-100 … +1600 kPa
(-14.5 … +232 psig)
-1 … 25 bar/-100 … 2500 kPa
(-14.5 … 362.5 psig)
-1 … +16 bar/-100 … +1600 kPa
(-14.5 … +232 psig)
-1 … +160 bar/-100 … +16000 kPa
(-14.5 … +2321 psi)
≤ 2 mm ≤ 1 mm ≤ 8 mm ≤ 8 mm
K-band W-band C-band C-band
•
4 … 20 mA/HART - tweedraads
•
4 … 20 mA/HART - vierdraads
•
Probus PA
•
Foundation Fieldbus
•
Modbus- en Levelmaster-protocol
•
4 … 20 mA/HART - tweedraads
•
4 … 20 mA/HART - tweedraads
•
4 … 20 mA/HART - vierdraads
•
Probus PA
•
Foundation Fieldbus
•
Modbus- en Levelmaster-protocol
•
PLICSCOM
•
PACTware
•
VEGADIS 81
•
VEGADIS 62
•
PLICSCOM
•
PACTware
•
VEGADIS 81
•
VEGADIS 82
•
PLICSCOM
•
PACTware
•
VEGADIS 81
•
VEGADIS 62
•
ATEX
•
IEC
•
Scheepsbouw
•
Overvulbeveiliging
•
FM
•
CSA
•
EAC (Gost)
•
ATEX
•
IEC
•
Scheepsbouw
•
Overvulbeveiliging
•
FM
•
CSA
•
EAC (Gost)
•
ATEX
•
IEC
•
Scheepsbouw
•
Overvulbeveiliging
•
FM
•
CSA
6
Instrumenten en toepassingen
Radar
29019-NL-180917
3 Instrumenten en toepassingen
VEGAPULS WL 61
De VEGAPULS WL 61 is de ideale sensor voor alle toepassingen in wa-
ter en afvalwater. Het instrument is bijzonder goed geschikt voor niveau-
meting in de waterbehandeling, in pompstations en in overloopbekkens,
voor owmeting in open kanalen en voor peilbewaking. De VEGAPULS
WL 61 is dankzij de vele en eenvoudige montagemogelijkheden een
economische oplossing. De waterdichte IP68-behuizing waarborgt een
onderhoudsvrij bedrijf.
VEGAPULS 61
De VEGAPULS 61 is een sensor voor continue niveaumeting van
vloeistoen onder eenvoudige procesomstandigheden. De VEGAPULS
61 is vanwege de eenvoudige en vele montagemogelijkheden een
economische oplossing. Het gekapselde antennesysteem waarborgt een
onderhoudsvrij bedrijf.
De uitvoering met gekapseld antennesysteem is bijzonder goed geschikt
voor de niveaumeting van agressieve vloeistoen in kleine tanks. De
uitvoering met kunststofantenne is bijzonder goed geschikt voor de ow-
meting in open goten of de peilmeting in oppervlaktewater.
VEGAPULS 62
De VEGAPULS 62 is een universeel toepasbare sensor voor continue
niveaumeting van vloeistoen. Deze is geschikt voor toepassing in op-
slagtanks, reactoren en procestanks, ook onder moeilijke procesomstan-
digheden. De VEGAPULS 62 is met verschillende antenne-uitvoeringen
en materialen de optimale oplossing voor nagenoeg alle toepassingen
en processen. Dankzij het grote temperatuur- en drukbereik is een een-
voudige planning en projectering gewaarborgd.
De uitvoering met hoornantenne is bijzonder goed geschikt voor opslag-
tanks en procestanks voor het meten van producten zoals oplosmidde-
len, koolwaterstoen en drijfstoen. De uitvoering met paraboolantenne
is bijzonder goed geschikt voor het meten van producten met lage
ε
r
-waarde bij grote meetafstanden.
VEGAPULS 63
De VEGAPULS 63 is een sensor voor continue niveaumeting van agres-
sieve vloeistoen of onder hygiënische omstandigheden. Het instrument
is geschikt voor toepassingen in opslagtanks, procestanks, doseertanks
en reactoren. Het gekapselde antennesysteem van de VEGAPULS 63
beschermt tegen vervuiling en garandeert onderhoudsvrij bedrijf. De
vlakke montage waarborgt optimale reiniging ook bij hoge hygiënische
eisen.
VEGAPULS 64
De VEGAPULS 64 is een radarsensor voor continue niveaumeting van
vloeistoen.
Bijzondere voordelen hebben de kleine procesaansluitingen bij kleine
tanks en de zeer goede focussering bij toepassingen in grote tanks. Dit
is mogelijk dankzij de hoge zendfrequentie van 80 GHz met bijzonder
kleine stralingshoek.
VEGAPULS 65
De VEGAPULS 65 is een sensor voor continue meting van vloeistoen
onder eenvoudige procesomstandigheden. Het instrument is in het bij-
zonder geschikt voor niveaumeting in tanks met kleine procesaansluitin-
gen en onder eenvoudige procesomstandigheden. De slanke staafanten-
ne maakt inbouw in kleine tankopeningen mogelijk.
VEGAPULS 66
De VEGAPULS 66 is een sensor voor continue niveaumeting van vloei-
stoen onder zware procesomstandigheden. Het instrument is geschikt
voor toepassingen in opslagtanks, procestanks of standpijpen. De
VEGAPULS 66 is dankzij verschillende antenne-uitvoeringen universeel
toepasbaar.
Toepassingsgebieden
De hier beschreven radarsensoren uit de serie VEGAPULS worden
gebruikt voor contactloze niveaumeting van vloeistoen. Deze meten
vloeistoen van elk type, ook onder hoge druk en bij extreme tempera-
turen. Daarbij kunnen deze zowel in eenvoudige als ook in agressieve
vloeistoen worden toegepast en zijn geschikt voor toepassingen met de
hoogste hygiënische eisen.
Niveaumeting in tanks
Bij de niveaumeting in tanks met een conische bodem kan het een
voordeel zijn, de sensor in het midden van de tank te monteren, omdat
de meting dan tot op de bodem mogelijk is.
Fig.9:Niveaumetingintanksmetconischebodem
Meting in dippijp
Door de toepassing in een dippijp in de tank zijn invloeden van inge-
bouwde tankonderdelen en turbulentie uitgesloten. Onder deze omstan-
digheden is de meting van producten met lage diëlektrische constante
(ε
r
-waarde ≥ 1,6) mogelijk. In producten, die sterk neigen tot aanhechten,
is de meting in de dippijp niet zinvol.
0%
100%
1
2
3
1
2
3
4
5
8
6
7
9
Fig. 10: Opbouw dippijp
1 Radarsensor
2 Markering van de polarisatie
3 Schroefdraadresp.ensopinstrument
4 Ontluchtingsgat
5 Gaten
6 Lasnaad
7 Voorlasens
8 Kogelkraan met volledige doorlaat
9 Bevestiging van de dippijp
7
Instrumenten en toepassingen
Radar
29019-NL-180917
Flowmeting
De doorstroming in open goten met een gedenieerde vernauwing, zoals
bijvoorbeeld met een rechthoekige overstort, kan met een niveaumeting
worden gemeten.
h
max
≥ 2 x h
max
90°
4
3 ... 4 h
max
90°
2 3
1
Fig.11:Flowmetingmetrechthoekigeoverstort:d
min.
= minimale afstand sensor;
h
max.
=max.vullingrechthoekigeoverstort
1 Overstortgoten(zijaanzicht)
2 Bovenstroom
3 Benedenstrooms
4 Overstortgoot(aanzichtvanafbenedenstrooms)
Meting bij zwaardere toepassingen
De elektronica-uitvoering met verhoogde gevoeligheid maakt toepassing
mogelijk van het instrument ook in toepassingen met zeer slechte reec-
tie-eigenschappen en bij stortgoederen met lage ε
r
-waarde.
8
Keuzecriteria
Radar
29019-NL-180917
4 Keuzecriteria
VEGAPULS
WL 61 61 62 63 64 65 66
Tank Kleine tank ● ● – ● ● – –
Opslagtanks ● ● ● ● ● ● ●
Procestank – – ● ● ● – ●
Proces Eenvoudige procesomstandigheden ● ● ● ● ● ● ●
Zware procesomstandigheden – – ● ● ● – ●
Agressieve vloeistoen – ● – ● ● ● ●
Bel- of schuimvorming – – – – ● ● ●
Golfbeweging aan het oppervlak – – – – ● ● ●
Stoom- of condensaatvorming ● ● ● ● ● – ●
Aanhechtingen ● ● ● ● ● – ●
Flowmeting ● ● ● – ● – –
Inbouw Vlakke inbouw ● ● – ● ● – –
Schroefdraadaansluitingen ● ● ● – ● ● –
Flensaansluitingen ● ● ● ● ● ● ●
Hygienische aansluitingen – ● – ● ● ● –
Montagebeugel ● ● – – ● – –
Antenne Antenneverlenging – – ● – – – ●
Standpijpantenne – – ● – – – ●
Smalle zendbundel – – ● ● ● – –
Meting in bypass- of dippijp ● ● ● ● – – ●
Spoelluchtaansluiting – – ● – – – ●
Geschiktheid voor branches-
pecieketoepassingen
Chemie – – ● ● ● – –
Energie-opwekking ● ● – ● ● – –
Levensmiddelen – – – ● ● – –
Metaalwinning – – ● – – – –
Oshore – – – – ● – ●
Papier – ● ● ● ● – –
Petrochemie – – ● ● ● – ●
Farmacie – ● – ● ● – –
Scheepsbouw – – – ● ● – ●
Milieu en recycling – – ● ● ● – ●
Water, afvalwater ● ● – – ● – ●
Cementindustrie – – ● – – – –
9
Meetbereikinstelling
Radar
29019-NL-180917
5 Meetbereikinstelling
Tank
Toepassingen Opslagtank Opslagtank met productcirculatie Roerwerktank
VEGAPULS 62 DN 50 (antenne-ø
48 mm)
DN 80 (antenne-ø
75 mm)
DN 100 (antenne-ø
95 mm)
DN 50 (antenne-ø
48 mm)
DN 80 (antenne-ø
75 mm)
DN 100 (antenne-ø
95 mm)
DN 50 (antenne-ø
48 mm)
DN 80 (antenne-ø
75 mm)
DN 100 (antenne-ø
95 mm)
VEGAPULS 63 DN 50 DN 80, DN 100 DN 50 DN 80, DN 100 DN 50 DN 80, DN 100
Diëlektrische constante <3 tot 20 m (65.62 ft) tot 35 m (114.83 ft) tot 20 m (65.62 ft) tot 35 m (114.83 ft) tot 10 m (32.81 ft) tot 20 m (65.62 ft)
Diëlektrische constante
3 … 10
tot 20 m (65.62 ft) tot 35 m (114.83 ft) tot 20 m (65.62 ft) tot 35 m (114.83 ft) tot 10 m (32.81 ft) tot 20 m (65.62 ft)
Diëlektrische constan-
te > 10
tot 20 m (65.62 ft) tot 35 m (114.83 ft) tot 20 m (65.62 ft) tot 35 m (114.83 ft) tot 20 m (65.62 ft) tot 35 m (114.83 ft)
Meetbuizen
Toepassingen Dippijp Bypass
VEGAPULS 62 DN 50 (antenne-ø
48 mm)
DN 80 (antenne-ø
75 mm)
DN 100 (antenne-ø
95 mm)
DN 50 (antenne-ø
48 mm)
DN 80 (antenne-ø
75 mm)
DN 100 (antenne-ø
95 mm)
1)
VEGAPULS 63 DN 50 DN 80, DN 100 DN 50 DN 80, DN 100
Diëlektrische constante <3 tot 30 m (98.43 ft) tot 35 m (114.83 ft) tot 30 m (98.43 ft) tot 35 m (114.83 ft)
Diëlektrische constante
3 … 10
tot 30 m (98.43 ft) tot 35 m (114.83 ft) tot 30 m (98.43 ft) tot 35 m (114.83 ft)
Diëlektrische constan-
te > 10
tot 30 m (98.43 ft) tot 35 m (114.83 ft) tot 30 m (98.43 ft) tot 35 m (114.83 ft)
1)
Vrijstralende radar mogelijk, aanbevolen wordt echter de geleide radar vanwege de geringere invloed door bypass-openingen.
10
Overzicht behuizingen
Radar
29019-NL-180917
6 Overzicht behuizingen
Kunststof PBT
Beschermingsgraad IP 66/IP 67 IP 66/IP 67
Uitvoering Eenkamer Tweekamer
Toepassingsgebied Industriële omgeving Industriële omgeving
Aluminium
Beschermingsgraad IP 66/IP 67, IP 66/IP 68 (1 bar) IP 66/IP 67, IP 66/IP 68 (1 bar)
Uitvoering Eenkamer Tweekamer
Toepassingsgebied Industriële omgeving met verhoogde mecha-
nische belasting
Industriële omgeving met verhoogde mecha-
nische belasting
RVS 316L
Beschermingsgraad IP 66/IP 67 IP 66/IP 67, IP 66/IP 68 (1 bar) IP 66/IP 67, IP 66/IP 68 (1 bar)
Uitvoering Eenkamer geanodiseerd Eénkamer gietwerk Tweekamer jngietmateriaal
Toepassingsgebied Agressieve omgeving, levensmiddelen, far-
macie
Agressieve omgeving, sterke mechanische
belasting
Agressieve omgeving, sterke mechanische
belasting
11
Montage
Radar
29019-NL-180917
7 Montage
Inbouwpositie
De sensor wordt op een positie gemonteerd, die minimaal op 200 mm
afstand van de tankwand ligt. Wanneer de sensor in het midden van
tanks met bol of rond dak wordt gemonteerd, kunnen veelvoudige echo's
ontstaan, die echter door een inregeling kunnen worden onderdrukt.
> 200 mm
(7.87
")
Fig. 24: Montage van de radarsensor op ronde tankdaken
Montagevoorbeelden
De volgende afbeeldingen tonen montagevoorbeelden en meetopstellin-
gen voor de afzonderlijke sensoren.
Pompschacht
61 %
Fig.25:NiveaumetinginpompschachtmetVEGAPULSWL61
Juist bij weinig beschikbare ruimte biedt het sterk gebundelde meetsig-
naal van de VEGAPULS WL 61 aanmerkelijke voordelen. Zelfs bij schuim
en afzettingen aan de schachtwand werkt de sensor betrouwbaar.
Zuurtank
Fig. 26: Niveaumeting in een zuurtank met VEGAPULS 61
Voor de niveaumeting in een zuurtank is een contactloze meetmethode
bijzonder goed geschikt.
De VEGAPULS 61 wordt gekenmerkt door een kleine procesaansluiting
en een PVDF-gekapselde antenne. De sensor is ongevoelig voor tempe-
ratuurvariaties en optredende gasfasen.
Reactor
Fig.27:NiveaumetingineenreactormetVEGAPULS62
Bij de fabricage van harsen worden verschillende basisproducten met
oplosmiddelen gemengd en door toevoer van proceswarmte tot een
reactie gebracht.
De contactloze meting met de radarsensor VEGAPULS 62 is ideaal ge-
schikt voor de toepassing bij de productie van reactieproducten. Omdat
de meting zonder direct contact met het medium plaatsvindt, ontstaan
aan de sensor zo goed als geen afzettingen.
12
Montage
Radar
29019-NL-180917
Suikerverdamper
Fig. 28: Niveaumeting in een suikerverdamper met VEGAPULS 63
Voor de niveaumeting in een suikerverdamper is de radarsensor VEGA-
PULS 63 bijzonder goed geschikt.
De PTFE-gekapselde hoornantenne is beschermd tegen vervuiling of
verkleving door het sap. Het instrument is onderdruk- en overdrukbesten-
dig, ook bij dynamische drukken en zuigslag.
Procestank
Fig.29:NiveaumetingineenkleineprocestankmetVEGAPULS64
Juist bij kleine procestanks in de levensmiddelenindustrie heeft het sterk
gebundelde meetsignaal van de VEGAPULS 64 aanmerkelijke voorde-
len. Zelfs bij regelmatig vullen en aftappen werkt de sensor betrouwbaar.
Opslagtank
Fig. 30: Niveaumeting in een opslagtank met VEGAPULS 65
Voor de niveaumeting in een opslagtank is de radarsensor VEGAPULS
65 bijzonder goed geschikt.
Pulpopslag
Fig. 31: Niveaumeting in een pulpopslag met VEGAPULS 66
Voor de niveaumeting in een pulpopslag voor papiersuspensie is de
radarsensor VEGAPULS 66 bijzonder goed geschikt.
Met de grote antenne en het laagfrequente meetsysteem werkt deze ook
bij dampvorming en een onrustig productoppervlak.
13
Elektronica - 4 … 20 mA/HART - tweedraads
Radar
29019-NL-180917
8 Elektronica - 4 … 20 mA/HART - tweedraads
Opbouw van de elektronica
De steekbare elektronica is in de elektronicaruimte van het instrument
ingebouwd en kan in geval van service door de gebruiker worden vervan-
gen. Ter bescherming tegen trillingen en vocht is deze volledig ingegoten.
Aan de bovenzijde van de elektronica bevinden zich de aansluitklemmen
voor de voedingsspanning en contactpennen met I²C-interface voor
parametrering. Bij tweekamerbehuizingen zijn de aansluitklemmen in een
separate aansluitruimte ondergebracht.
Voedingsspanning
De voedingsspanning en het stroomsignaal worden via dezelfde
twee-aderige kabel overgedragen. De bedrijfsspanning kan afhankelijk
van de uitvoering van het instrument variëren.
De gegevens voor de voedingsspanning vindt u in hoofdstuk "Technische
gegevens" van de handleiding van het betreende instrument.
Zorg voor een veilige scheiding van het voedingscircuit van de netvoe-
dingscircuits conform DIN EN 61140 VDE 0140-1
Gegevens voedingsspanning:
•
Bedrijfsspanning
– 9,6 … 35 V DC
– 12 … 35 V DC
•
Toegestane restrimpelspanning - Niet-Ex- Ex-ia-instrument
– voor 9,6 V< U
N
< 14 V: ≤ 0,7 V
e
(16 … 400 Hz)
– voor 18 V< U
N
< 35 V: ≤ 1,0 V
e
(16 … 400 Hz)
Houdt rekening met de volgende extra invloeden voor de voedingsspan-
ning:
•
Lagere uitgangsspanning van het voedingsapparaat onder nomi-
nale belasting (bijv. bij een sensorstroom van 20,5 mA of 22 mA bij
storingsmelding)
•
Invloed van andere instrumenten in het circuit (zie belastingswaarde
in hoofdstuk "Technischegegevens" van de handleiding van het
betreende instrument)
Verbindingskabel
Het instrument word met standaard 2-aderige kabel zonder afscherming
aangesloten. Indien elektromagnetische instrooiingen worden verwacht,
die boven de testwaarden van de EN 61326-1 voor industriële omgeving
liggen, moet afgeschermde kabel worden gebruikt.
In HART-Multidropbedrijf bevelen wij u aan, afgeschermde kabel te
gebruiken.
Kabelafscherming en aarding
Wanneer afgeschermde kabel noodzakelijk is, adviseren wij, de kabe-
lafscherming aan beide zijden op het aardpotentiaal aan te sluiten. In
de sensor moet de afscherming direct op de interne aardklem worden
aangesloten. De externe aardklem op de behuizing moet laagohmig met
het aardpotentiaal zijn verbonden.
Aansluiting
Eenkamerbehuizing
5
1
2
+
( )
(-)
678
4...20mA
2
3
4
1
Fig.32:Elektronica-enaansluitruimtebijeenkamerbehuizing
1 Voedingsspanning/signaaluitgang
2 Voordisplay-enbedieningsmoduleresp.interface-adapter
3 Voorexternedisplay-enbedieningseenheid
4 Aardklemvooraansluitingvandekabelafscherming.
Tweekamerbehuizing
4...20mA
2
3
1
2
+
( )
(-)
1
Fig. 33: Aansluitruimte tweekamerbehuizing
1 Voedingsspanning/signaaluitgang
2 Voordisplay-enbedieningsmoduleresp.interface-adapter
3 Aardklemvooraansluitingvandekabelafscherming.
Aderbezetting aansluitkabel VEGAPULS WL 61
1
2
Fig. 34: Aderbezetting vast aangesloten aansluitkabel
1 Br(+)enbl(-)voorvoedingsspanningresp.naarmeetversterker.
2 Afscherming
14
Elektronica - 4 … 20 mA/HART - vierdraads
Radar
29019-NL-180917
9 Elektronica - 4 … 20 mA/HART - vierdraads
Opbouw van de elektronica
De steekbare elektronica is in de elektronicaruimte van het instrument
ingebouwd en kan in geval van service door de gebruiker worden vervan-
gen. Ter bescherming tegen trillingen en vocht is deze volledig ingegoten.
Aan de bovenkant van de elektronica bevinden zich contactpennen met
I²C-interface voor de parametrering. De aansluitklemmen voor de voe-
ding zijn ondergebracht in een afzonderlijke aansluitruimte.
Voedingsspanning
De voedingsspanning en de stroomuitgang worden via afzonderlijke
tweeaderige aansluitkabels aangesloten bij de eis voor een veilige
scheiding.
•
Bedrijfsspanning bij uitvoering voor laagspanning
– 9,6 … 48 V DC, 20 … 42 V AC, 50/60 Hz
•
Bedrijfsspanning bij uitvoering voor netspanning
– 90 … 253 V AC, 50/60 Hz
Verbindingskabel
De 4...20 mA stroomuitgang word met standaard 2-aderige kabel zonder
afscherming aangesloten. Indien elektromagnetische instrooiingen
worden verwacht, die boven de testwaarden van de EN 61326 voor indu-
striele omgeving liggen, moet afgeschermde kabel worden gebruikt.
voor de voedingsspanning moet een toegelaten installatiekabel met
PE-leider worden gebruikt.
Kabelafscherming en aarding
Wanneer afgeschermde kabel noodzakelijk is, adviseren wij, de kabe-
lafscherming aan beide zijden op het aardpotentiaal aan te sluiten. In
de sensor moet de afscherming direct op de interne aardklem worden
aangesloten. De externe aardklem op de behuizing moet laagohmig met
het aardpotentiaal zijn verbonden.
Aansluitruimte tweekamerbehuizing
power supply
4...20mA
active
passive
common
IS GND
5
1
/L
/N
PE
2
+
( )
(-)
67 8
Fig. 35: Aansluitruimte tweekamerbehuizing
1 Voedingsspanning
2 4…20mA-signaaluitgangactief
3 4…20mA-signaaluitgangpassief
Klem Functie Polariteit
1 Voedingsspanning +/L
2 Voedingsspanning -/N
5 4 … 20 mA-uitgang (actief) +
6 4 … 20 mA-uitgang (passief) +
7 Massa uitgang -
8 Functie-aarde bij installatie con-
form CSA
15
Elektronica - Probus PA
Radar
29019-NL-180917
10 Elektronica-ProbusPA
Opbouw van de elektronica
De steekbare elektronica is in de elektronicaruimte van het instrument
ingebouwd en kan in geval van service door de gebruiker worden vervan-
gen. Ter bescherming tegen trillingen en vocht is deze volledig ingegoten.
Aan de bovenzijde van de elektronica bevinden zich de aansluitklemmen
voor de voedingsspanning en een stekker met I²C-interface voor para-
metrering. Bij tweekamerbehuizingen zijn deze aansluitklemmen in een
separate aansluitruimte ondergebracht.
Voedingsspanning
De voedingsspanning wordt verzorgd door een Probus-DP-/PA-seg-
mentkoppeling.
Gegevens voedingsspanning:
•
Bedrijfsspanning
– 9 … 32 V DC
•
Max. aantal sensoren per DP-/PA-segmentkoppelaar
– 32
Verbindingskabel
Aansluiting met afgeschermde kabel conform Probus-specicaties.
Let erop, dat de gehele installatie conform de Probus-specicatie wordt
uitgevoerd. Vooral het afsluiten van de bus via overeenkomstige afsluit-
weerstanden is belangrijk.
Kabelafscherming en aarding
Bij installaties met potentiaalvereening sluit u de kabelafscherming
direct aan op het aardpotentiaal op het voedingsapparaat, in de aansluit-
box en op de sensor. Daarvoor moet de afscherming in de sensor direct
op de interne aardklem worden aangesloten. De externe aardklem op de
behuizing moet laagimpedant op de potentiaalvereening zijn aangeslo-
ten.
Bij installaties zonder potentiaalvereening sluit u de kabelafscherming
op het voedingsapparaat en op de sensor direct op het aardpotentiaal
aan. In de aansluitbox resp. de T-verdeler mag de afscherming van de
korte aftakkabel naar de sensor niet met het aardpotentiaal of met een
andere kabelafscherming worden verbonden.
Aansluiting
Eenkamerbehuizing
5
00
5
1
6
2
7
3
8
4
9
0
5
1
6
2
7
3
8
4
9
1
0
1
678
Bus
2
3
4
5
1
2
+
( )
(-)
1
Fig.36:Elektronica-enaansluitruimtebijeenkamerbehuizing
1 Voedingsspanning/signaaluitgang
2 Voordisplay-enbedieningsmoduleresp.interface-adapter
3 Keuzeschakelaarvoorbusadres
4 Voorexternedisplay-enbedieningseenheid
5 Aardklemvooraansluitingvandekabelafscherming.
Aansluitruimte tweekamerbehuizing
Bus
5
1
2
+
( )
(-)
678
2
3
4
1
Fig. 37: Aansluitruimte tweekamerbehuizing
1 Voedingsspanning, signaaluitgang
2 Voordisplay-enbedieningsmoduleresp.interface-adapter
3 Voorexternedisplay-enbedieningseenheid
4 Aardklemvooraansluitingvandekabelafscherming.
Aderbezetting aansluitkabel VEGAPULS WL 61
1
2
Fig. 38: Aderbezetting vast aangesloten aansluitkabel
1 Br(+)enbl(-)voorvoedingsspanningresp.naarmeetversterker.
2 Afscherming
16
Elektronica - Foundation Fieldbus
Radar
29019-NL-180917
11 Elektronica - Foundation Fieldbus
Opbouw van de elektronica
De steekbare elektronica is in de elektronicaruimte van het instrument
ingebouwd en kan in geval van service door de gebruiker worden vervan-
gen. Ter bescherming tegen trillingen en vocht is deze volledig ingegoten.
Aan de bovenzijde van de elektronica bevinden zich de aansluitklemmen
voor de voedingsspanning en contactpennen met I²C-interface voor
parametrering. Bij tweekamerbehuizingen zijn de aansluitklemmen in een
separate aansluitruimte ondergebracht.
Voedingsspanning
De voedingsspanning wordt via de H1-veldbuskabel verzorgd.
Gegevens voedingsspanning:
•
Bedrijfsspanning
– 9 … 32 V DC
•
Max. aantal sensoren
– 32
Verbindingskabel
Aansluiting met afgeschermde kabel conform veldbusspecicaties.
Let erop, dat de gehele installatie conform de Fieldbus-specicatie wordt
uitgevoerd. Vooral het afsluiten van de bus via overeenkomstige afsluit-
weerstanden is belangrijk.
Kabelafscherming en aarding
Bij installaties met potentiaalvereening sluit u de kabelafscherming
direct aan op het aardpotentiaal op het voedingsapparaat, in de aansluit-
box en op de sensor. Daarvoor moet de afscherming in de sensor direct
op de interne aardklem worden aangesloten. De externe aardklem op de
behuizing moet laagimpedant op de potentiaalvereening zijn aangeslo-
ten.
Bij installaties zonder potentiaalvereening sluit u de kabelafscherming
op het voedingsapparaat en op de sensor direct op het aardpotentiaal
aan. In de aansluitbox resp. de T-verdeler mag de afscherming van de
korte aftakkabel naar de sensor niet met het aardpotentiaal of met een
andere kabelafscherming worden verbonden.
Aansluiting
Eenkamerbehuizing
1
2
( )
(-)
1
5
0
1
0
1
+
678
Bus
2
3
4
5
Fig.39:Elektronica-enaansluitruimtebijeenkamerbehuizing
1 Voedingsspanning/signaaluitgang
2 Contactpenvoordisplay-enbedieningsmoduleresp.interfaceadapter
3 Keuzeschakelaarvoorbusadres
4 Voorexternedisplay-enbedieningseenheid
5 Aardklemvooraansluitingvandekabelafscherming.
Aansluitruimte tweekamerbehuizing
Bus
5
1
2
+
( )
(-)
678
2
3
4
1
Fig. 40: Aansluitruimte tweekamerbehuizing
1 Voedingsspanning, signaaluitgang
2 Voordisplay-enbedieningsmoduleresp.interface-adapter
3 Voorexternedisplay-enbedieningseenheid
4 Aardklemvooraansluitingvandekabelafscherming.
Aderbezetting aansluitkabel VEGAPULS WL 61
1
2
Fig. 41: Aderbezetting vast aangesloten aansluitkabel
1 Br(+)enbl(-)voorvoedingsspanningresp.naarmeetversterker.
2 Afscherming
17
Elektronica-, modbus-, Levelmaster-protocol
Radar
29019-NL-180917
12 Elektronica-, modbus-, Levelmaster-protocol
Opbouw van de elektronica
De steekbare elektronica is in de elektronicaruimte van het instrument
ingebouwd en kan in geval van service door de gebruiker worden vervan-
gen. Ter bescherming tegen trillingen en vocht is deze volledig ingegoten.
Aan de bovenkant van de elektronica bevinden zich contactpennen met
I²C-interface voor de parametrering. De aansluitklemmen voor de voe-
ding zijn ondergebracht in een afzonderlijke aansluitruimte.
Voedingsspanning
De voedingsspanning volgt via de Modbus-Host (RTU)
•
Bedrijfsspanning
– 8 … 30 V DC
•
Max. aantal sensoren
– 32
Verbindingskabel
Het instrument word met standaard 2-aderige, getwiste kabel geschikt
voor RS 485 aangesloten. Indien elektromagnetische instrooiingen
worden verwacht, die boven de testwaarden van de EN 61326 voor indu-
striele omgeving liggen, moet afgeschermde kabel worden gebruikt.
Voor de voedingsspanning is een afzonderlijke tweeaderige kabel nodig.
Let erop, dat de gehele installatie conform de Fieldbus-specicatie wordt
uitgevoerd. Vooral het afsluiten van de bus via overeenkomstige afsluit-
weerstanden is belangrijk.
Kabelafscherming en aarding
Bij installaties met potentiaalvereening sluit u de kabelafscherming
direct aan op het aardpotentiaal op het voedingsapparaat, in de aansluit-
box en op de sensor. Daarvoor moet de afscherming in de sensor direct
op de interne aardklem worden aangesloten. De externe aardklem op de
behuizing moet laagimpedant op de potentiaalvereening zijn aangeslo-
ten.
Bij installaties zonder potentiaalvereening sluit u de kabelafscherming
op het voedingsapparaat en op de sensor direct op het aardpotentiaal
aan. In de aansluitbox resp. de T-verdeler mag de afscherming van de
korte aftakkabel naar de sensor niet met het aardpotentiaal of met een
andere kabelafscherming worden verbonden.
Aansluiting
Tweekamerbehuizing
+
+
power supply
MODBUS
D0
D1
IS GND
USB
1
2
4 3
1345
2off
on
( )
(
)
(-)
(-)
Fig. 42: Aansluitruimte
1 USB-poort
2 Schuifschakelaarvoorgeïntegreerdeafsluitweerstand(120Ω)
3 Modbus-signaal
4 Voedingsspanning
18
Bediening
Radar
29019-NL-180917
13 Bediening
13.1 Bediening op de meetplaats
Via de display- en bedieningsmodule met toetsen
De insteekbare display- en bedieningsmodule is bedoeld voor meetwaar-
de-aanwijzing, bediening en diagnose. Het is uitgerust met een verlicht
display met full-dot-matrix en vier toetsen voor bediening.
Fig.43:Display-enbedieningsmodulebijeenkamerbehuizing
Via de display- en bedieningsmodule met magneetstift
Bij de Bluetooth-uitvoering van de display- en bedieningsmodule wordt
de sensor als alternatief met een magneetstift bediend. Dit gebeurt door
het gesloten deksel met kijkvenster van de sensorbehuizing heen.
Fig.44:Display-enbedieningsmodule-metbedieningviamagneetstift
Via een PC met PACTware/DTM
Voor de aansluiting van de PC is de interface-omvormer VEGACON-
NECT nodig. Deze wordt in plaats van de display- en bedieningsmodule
op de sensor geplaatst en op de USB-interface van de PC aangesloten.
2
3
1
4
Fig. 45: Aansluiting van de PC via VEGACONNECT en USB
1 VEGACONNECT
2 Sensor
3 USB-kabelnaarPC
4 PC met PACTware/DTM
PACTware is een bedieningssoftware voor de conguratie, parametre-
ring, documentatie en diagnose van veldinstrumenten. De bijbehorende
drivers worden DTM's genoemd.
13.2 Bediening in de meetplaatsomgeving - draad-
loos via Bluetooth
Via een smartphone/tablet
De display- en bedieningsmodule met geïntegreerde Bluetooth-functie
maakt de draadloze verbinding van smartphones/tablets mogelijk met
iOS- of Android-besturingssysteem. De bediening volgt via de VEGA Tool
app uit de Apple App Store of de Google Play Store.
1
2
3
Fig. 46: Draadloze verbinding met Smartphones/tablets
1 Display-enbedieningsmodule
2 Sensor
3 Smartphone/Tablet
Via een PC met PACTware/DTM
De draadloze verbinding van PC en sensor wordt via de Blue-
tooth-USB-adapter en een display- en bedieningsmodule met geïnte-
greerde Bluetooth-functie gerealiseerd. De bediening volgt via de PC met
PACTware/DTM.
2
1
4
3
Fig.47:AansluitingvandePCviaBluetooth-USB-adapter
1 Display-enbedieningsmodule
2 Sensor
3 Bluetooth-USB-adapter
4 PC met PACTware/DTM
13.3 Bediening separaat van de meetplaats
- kabelgebonden
Via externe display- en bedieningseenheden
Hiervoor staan de externe display- en bedieningseenheden VEGADIS 81
en 82 ter beschikking. De bediening vindt plaats via de toetsen van de
daarin gemonteerde display- en bedieningsmodule.
De VEGADIS 81 wordt tot op 50 m afstand van de sensor gemonteerd
en direct op de elektronica van de sensor aangesloten. De VEGADIS 82
wordt op een willekeurige plaats direct in de signaalkabel opgenomen.
19
Bediening
Radar
29019-NL-180917
4
1
3
2
5
4
Fig. 48: Aansluiting van de VEGADIS 81 op de sensor
1 Voedingsspanning/signaaluitgang sensor
2 Sensor
3 Verbindingskabelsensor-externedisplay-enbedieningseenheid
4 Externedisplay-enbedieningseenheid
5 Display-enbedieningsmodule
4
5
3
1
2
Fig. 49: Aansluiting van de VEGADIS 82 op de sensor
1 Voedingsspanning/signaaluitgang sensor
2 Externedisplay-enbedieningseenheid
3 Display-enbedieningsmodule
4 4…20mA/HART-signaalkabel
5 Sensor
Via een PC met PACTware/DTM
De sensor wordt bediend via een PC met PACTware/DTM.
4
5
6
3
2
1
Fig. 50: Aansluiting van de VEGADIS 82 op de sensor, bediening via PC met
PACTwar e
1 Voedingsspanning/signaaluitgang sensor
2 Externedisplay-enbedieningseenheid
3 VEGACONNECT
4 4…20mA/HART-signaalkabel
5 Sensor
6 PC met PACTware/DTM
13.4 Bediening separaat van de meetplaats - draad-
loos via het mobiele netwerk
De radiograsche module PLICSMOBILE kan als optie in een plics
®
-sen-
sor met tweekamerbehuizing worden ingebouwd. Deze is bedoeld voor
de overdracht van meetwaarden en voor de parametrering van de sensor
op afstand.
Fig.51:Overdrachtvanmeetwaardenenparametreringopafstandvandesensor
via het mobiele netwerk
13.5 Alternatieve bedieningsprogramma's
DD-bedieningsprogramma's
Voor de instrumenten staan instrumentbeschrijvingen als Enhanced
Device Description (EDD) voor DD-bedieningsprogramma's zoals bijv.
AMS™ en PDM ter beschikking.
De bestanden kunnen op www.vega.com/downloads en "Software"
worden gedownload.
Field Communicator 375, 475
Voor de instrumenten staan instrumentbeschrijvingen als EDD voor para-
metrering met de Field Communicator 375 resp. 475 ter beschikking.
Voor de integratie van de EDD in de Field Communicator 375 resp. 475
is de door de fabrikant leverbare software "Easy Upgrade Utility" nodig.
Deze software wordt via het internet geactualiseerd en nieuwe EDD's
worden na vrijgave door de fabrikant automatisch in de instrumentcata-
logus van deze software overgenomen. Deze kunnen dan naar een Field
Communicator worden overgedragen.
20
Afmetingen
Radar
29019-NL-180917
14 Afmetingen
Kunststof behuizing
~ 69 mm
(2.72")
ø 79 mm
(3.11")
112 mm
(4.41")
M20x1,5/
½ NPT
~ 84 mm
(3.31")
M16x1,5
112 mm
(4.41")
M20x1,5/
½ NPT
1
2
ø 79 mm
(3.11")
1 Eenkamerbehuizing
2 Tweekamerbehuizing
Aluminium behuizing
21
ø 86 mm
(3.39")
~ 116 mm
(4.57")
116 mm
(4.57")
M20x1,5
M20x1,5/
½ NPT
~ 87 mm
(3.43")
M16x1,5
ø 86 mm
(3.39")
120 mm
(4.72")
M20x1,5/
½ NPT
1 Eenkamerbehuizing
2 Tweekamerbehuizing
RVS-behuizing
~ 69 mm
(2.72")
ø 79 mm
(3.11")
117 mm
(4.61")
M20x1,5/
½ NPT
~ 59 mm
(2.32")
ø 80 mm
(3.15")
112 mm
(4.41")
M20x1,5/
½ NPT
~ 87 mm
(3.43")
ø 86 mm
(3.39")
120 mm
(4.72")
M20x1,5/
½ NPT
M16x1,5
321
1 Eenkamerbehuizingelektrolytischgepolijst
2 Eenkamerbehuizing gietwerk
2 Tweekamerbehuizing gietwerk
VEGAPULS WL 61
2
1
15 mm
(0.59")
98 mm
(3.86")
300 mm
(11.81")
42,5 mm
(1.67")
ø 75 mm
(2.95")
170 mm / 300 mm
(6.69" / 11.81")
ø 72 mm
(2.84")
G1 1/2
ø 115 mm
(4.53")
Fig. 55: Afmetingen VEGAPULS
1 Montagebeugel
2 Combi-overschuiens
VEGAPULS 61
2
4
3
1
43 mm
(1.69")
20 mm
(0.79")
78 mm
(3.07")
ø 39 mm
(1.54")
SW 50 mm
(1.97")
G1½ A
15 mm
(0.59")
98 mm
(3.86")
170 mm / 300 mm
(6.69" / 11.81")
19 mm
(0.75")
ø 75 mm
(2.95")
ø 115 mm
(4.53")
1 Uitvoeringmetgekapseldantennesysteem(ø40mm)
2 Uitvoeringmetkunststofhoornantenne(ø80mm)
3 Montagebeugel
4 Adapterens
21
Afmetingen
Radar
29019-NL-180917
VEGAPULS 62
1
2
3
G1½
37,5 mm
(1.4,8")
ø 40
mm
(1.58")
100 mm
(3.94")
22 mm
(0.87")
142 mm (5.59")
SW 46 mm
(1.81")
59,5 mm
(2.34")
1 Schroefdraaduitvoering
2 Schroefdraaduitvoeringmettemperatuurtussenstuktot250°C
3 Flensuitvoering
VEGAPULS 63
2
3
1
99,5 mm (3.92")
99 mm (3.90")
163 mm (6.42")
ø 44 mm
(1.73")
ø 75 mm
(2.95")
ø 64 mm
(2.52")
1 Flensuitvoering DN 50
2 Flensuitvoering DN 80
3 Clamp-uitvoering2"
VEGAPULS 64
1
2
3
25 mm
(0.98")
61 mm
(2.40")
ø 24 mm
(0.94")
SW 36 mm
(1.42")
G¾
89 mm
(3.50")
19 mm
(0.75")
ø45 mm
(1.77")
ø102 mm
(4.02")
ø 75 mm
(2.95")
ø115 mm
(4.53")
1 UitvoeringschroefdraadmetgeïntegreerdehoornantenneG¾
2 UitvoeringensmetgekapseldantennesysteemDN80
3 Uitvoering met kunststofhoornantenne DN 80
VEGAPULS 65
2
1
41 mm
(1.61")
352 mm (13.86")
22 mm
(0.87")
94 mm (3.7")
270 mm (10.63")
120 mm (4.72")
545 mm (21.46")
395 mm (15.55")
82 mm (3.23")
2 mm (0.08")
ø 33 mm
(1.3")
SW 50 mm
(1.97")
ø 40 mm
(1.58")
ø 33 mm
(1.3")
G1½ A
1 SchroefdraaduitvoeringG1½
2 Flensuitvoering DN 80
22
Afmetingen
Radar
29019-NL-180917
VEGAPULS 66
1
2
L
82 mm
(3.23")
205 mm
(8.07")
ø 145 mm
(5.71")
47 mm
(1.85")
ø 8 mm
(0.32")
ø 75 mm
(2.95")
ø 52 mm
(2.05")
1 Uitvoering met hoornantenne ø 145 mm
2 Uitvoering met standpijpantenne
De getoonde tekeningen geven slechts een gedeelte van de mo-
gelijke procesaansluitingen weer. Andere tekeningen zijn onder
www.vega.com/downloads en "Tekeningen" beschikbaar.
23
Notes
Radar
29019-NL-180917
VEGA Grieshaber KG
Am Hohenstein 113
77761 Schiltach
Germany
29019-NL-180917
De gegevens omtrent leveromvang, toepassing, gebruik en bedrijfsomstandigheden van de sensoren en weergavesystemen geeft de stand van zaken weer op het
moment van drukken.
Wijzigingen voorbehouden
© VEGA Grieshaber KG, Schiltach/Germany 2018
Phone +49 7836 50-0
Fax +49 7836 50-201
E-mail: [email protected]
www.vega.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Vega VEGAPULS 62 Productinformatie

VEGAPULS 62
Merk
Vega
Model
VEGAPULS 62
Type
Productinformatie
Deze handleiding is ook geschikt voor
Download PDF
rapport

Gerelateerde artikelen

Andere documenten