V-ZUG 23013 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Bedieningshandleiding
Combair-Steam SL
Combi-stoomoven
Hartelijk dank dat u voor een van onze producten hebt gekozen. Uw toestel voldoet aan
de hoogste eisen en de bediening is eenvoudig. Neemt u niettemin de tijd om deze be-
dieningshandleiding te lezen. Op die manier raakt u vertrouwd met uw toestel en kunt u
het optimaal en zonder storingen gebruiken.
Neem de veiligheidsvoorschriften in acht.
Wijzigingen
Tekst, afbeeldingen en gegevens komen overeen met de technische conditie van het
toestel ten tijde van het ter perse gaan van deze bedieningshandleiding. Wijzigingen in
de zin van verdere ontwikkeling blijven voorbehouden.
Geldigheidsbereik
Het modelnummer komt overeen met de eerste cijfers op het typeplaatje. Deze handlei-
ding geldt voor:
Modelnaam Modelnummer Type Maatsysteem
Combair-Steam SL 60 23012 CSSLZ60c 60-600
Combair-Steam SL 60 23012 CSSLZ60g 60-600
Combair-Steam SL 60 23013 CSSLZ60Yg 60-600
Afwijkingen tussen verschillende uitvoeringen worden in de tekst vermeld.
Een bedieningshandleiding in kleur kan via internet onder www.vzug.com worden ge-
download.
© V-ZUG Ltd, CH-6302 Zug, 2019
2
3
Inhoudsopgave
1 Veiligheidsvoorschriften 5
1.1 Gebruikte symbolen .............................................. 5
1.2 Algemene veiligheidsvoorschriften..................... 5
1.3 Toestelspecifieke veiligheidsvoorschriften........ 6
1.4 Gebruiksaanwijzingen........................................... 7
2 Eerste ingebruikneming 10
3 Beschrijving van het toestel 11
3.1 Opbouw .................................................................11
3.2 Bedienings- en display-elementen ...................11
3.3 Kookruimte............................................................12
3.4 Toebehoren...........................................................12
3.5 Bordverwarming...................................................14
4 Modi 14
4.1 Overzicht gebruikswijzen....................................14
4.2 Stomen ..................................................................14
4.3 Boven-/onderhitte ................................................15
4.4 Hete lucht ..............................................................15
4.5 Hete lucht & Stoom .............................................15
4.6 Regenereren.........................................................16
4.7 PizzaPlus ...............................................................16
4.8 Grill .........................................................................17
4.9 Grill-circulatielucht ...............................................17
4.10 Boven-/onderhitte vochtig..................................17
4.11 Hete lucht vochtig................................................18
4.12 Onderhitte .............................................................18
4.13 Snel opwarmen ....................................................18
5 Bediening 19
5.1 Waterreservoir vullen ..........................................19
5.2 Gebruikswijze kiezen en starten .......................20
5.3 Instellingen controleren en wijzigen .................20
5.4 Tijdsduur instellen................................................21
5.5 Uitgestelde start/einde instellen .......................21
5.6 Kerntemperatuur ..................................................22
5.7 Bedrijfsmodus annuleren/voortijdig beëindigen..
22
5.8 Gebruikswijze wijzigen........................................23
5.9 Timer .......................................................................23
5.10 Einde bedrijf...........................................................24
5.11 Toestel uitschakelen.............................................25
5.12 Waterreservoir leegmaken..................................26
6 GourmetGuide 26
6.1 Receptenboek .......................................................26
6.2 Eigen recepten ......................................................28
6.3 Vacuisine * .............................................................30
6.4 AutoBraad ..............................................................32
6.5 Profi-bakken...........................................................33
6.6 SlowCooking..........................................................34
6.7 RegeneratieAutomaat ..........................................36
6.8 Wellness * ..............................................................37
6.9 Hygiëne *................................................................38
6.10 Warmhouden * ......................................................38
7 EasyCook 39
7.1 Overzicht levensmiddelengroepen....................39
7.2 Levensmiddelen kiezen en starten....................39
8 Favorieten 40
8.1 Favorieten instellen...............................................40
8.2 Favorieten kiezen en starten ..............................40
8.3 Favorieten wijzigen ...............................................40
8.4 Favorieten verwijderen.........................................40
9 Tips en trucs 41
9.1 Garingsresultaat onbevredigend… ....................41
9.2 Algemene tips .......................................................41
9.3 Energie besparen .................................................42
10 Persoonlijke instellingen 42
10.1 Overzicht persoonlijke instellingen....................42
10.2 Persoonlijke instellingen aanpassen.................42
10.3 Taal..........................................................................43
10.4 Display ....................................................................43
10.5 Datum .....................................................................43
10.6 Klok .........................................................................43
10.7 Meldingen...............................................................44
10.8 Toestel ontkalken..................................................44
4
10.9 Waterhardheid......................................................44
10.10 Geluidssterkte ......................................................44
10.11 Ondersteunende functies...................................45
10.12 Temperatuur .........................................................45
10.13 Kinderbeveiliging .................................................46
10.14 Toestelgegevens..................................................46
10.15 Demo-modus ........................................................46
10.16 Aansluiting controleren *....................................46
10.17 Fabrieksinstellingen.............................................46
11 Verzorging en onderhoud 46
11.1 Buitenkant reinigen..............................................47
11.2 Kookruimte reinigen............................................47
11.3 Toesteldeur reinigen ...........................................47
11.4 Deurafdichting reinigen ......................................48
11.5 Deurafdichting vervangen ..................................48
11.6 Halogeenlamp vervangen ..................................48
11.7 Toebehoren en draagrooster reinigen.............48
11.8 Ontkalken ..............................................................49
12 Storingen zelf verhelpen 51
12.1 Wat te doen als....................................................51
12.2 Na een stroomonderbreking .............................54
13 Toebehoren en vervangingsonderdelen
55
13.1 Toebehoren...........................................................55
13.2 Speciaal toebehoren...........................................56
13.3 Onderdelen ...........................................................56
14 Technische gegevens 57
14.1 Aanwijzing voor testinstituten ............................57
14.2 Temperatuurmeting .............................................57
14.3 Gegevens van het product ................................57
14.4 EcoStandby...........................................................58
14.5 «Open source» licentie-verwijzing ....................58
15 Afvoer 58
16 Trefwoordenlijst 59
17 Notities 62
18 Service & Support 63
5
1 Veiligheidsvoorschriften
1.1 Gebruikte symbolen
Markeert alle voor de veiligheid be-
langrijke aanwijzingen.
Het negeren van deze aanwijzingen
kan letsel, schade aan het toestel of
aan de inrichting tot gevolg hebben!
Informatie en aanwijzingen die in
acht genomen moeten worden.
Informatie over afvoer en verwer-
king aan het einde van de levens-
duur
Informatie over de bedieningshand-
leiding
Markeert stappen die u achtereenvol-
gens moet uitvoeren.
Beschrijft de reactie van het toestel
op uw stap.
Markeert een opsomming.
1.2 Algemene
veiligheidsvoorschriften
Neem het toestel pas in ge-
bruik na het lezen van de be-
dieningshandleiding.
Deze toestellen kunnen door
kinderen vanaf 8 jaar en door
personen met beperkte fysie-
ke, sensorische of geestelijke
capaciteiten of die de erva-
ring of kennis daarvoor ontbe-
ren, worden gebruikt als zij
onder toezicht staan of aan-
wijzingen hebben gekregen
hoe zij het toestel moeten ge-
bruiken en de daaruit voortko-
mende gevaren hebben be-
grepen. Kinderen mogen niet
met het toestel spelen. Reini-
ging of onderhoud door de
gebruiker mag niet door kin-
deren zonder toezicht worden
uitgevoerd.
Als het toestel niet is voorzien
van een aansluitkabel en een
stekker of van andere midde-
len voor het ontkoppelen van
het stroomnet, die aan elke
pool een contactopening met
een breedte overeenkomstig
de voorwaarden van over-
spanning categorie III voor
volledige scheiding heeft,
moet een scheidingssysteem
volgens de installatievoor-
schriften in de vaste bedra-
ding worden ingebouwd.
Als de aansluitkabel van het
toestel is beschadigd, moet
deze door de fabrikant, diens
klantendienst of een gelijk ge-
kwalificeerd persoon worden
vervangen om gevaarlijke si-
tuaties te voorkomen.
1 Veiligheidsvoorschriften
6
1.3 Toestelspecifieke
veiligheidsvoorschriften
BELANGRIJKE VEILIGHEIDS-
AANWIJZINGEN ZORGVUL-
DIG DOORNEMEN EN BE-
WAREN VOOR LATER GE-
BRUIK
WAARSCHUWING: Tijdens
het gebruik worden het toe-
stel en de toegankelijke delen
heet. Wees voorzichtig om
aanraking van verhittingsele-
menten te vermijden. Kinde-
ren jonger dan 8 jaar moeten
op afstand worden gehouden,
tenzij er voortdurend toezicht
op hen wordt gehouden.
WAARSCHUWING: Toeganke-
lijke delen kunnen tijdens het
gebruik heet worden. Houd
kleine kinderen op afstand
van het toestel.
Dit toestel is bedoeld voor
huishoudelijk gebruik of soort-
gelijke toepassingen, zoals:
door personeel in keukens
van winkels, kantoren en an-
dere commerciële sectoren;
in landbouwbedrijven; door
klanten in hotels, motels en
andere woonvoorzieningen; in
B&B.
Een warmtelade en de inhoud
daarvan worden heet.
Geen agressieve schurende
reinigingsmiddelen of scher-
pe schraapijzers voor de rei-
niging van het glas van de
bakovendeur gebruiken, om-
dat er daardoor krassen op
het oppervlak kunnen ont-
staan. Dit kan het glas vernie-
len.
Bij toestellen met pyrolytische
zelfreiniging: Overmatige ver-
vuiling alsmede alle toebeho-
ren (vaatwerk, koekplaten, uit-
schuifbare delen, draagroos-
ters) moeten voor de pyrolyti-
sche zelfreiniging worden ver-
wijderd.
Gebruik voor deze bakoven
alleen de aanbevolen kern-
thermometer.
Gebruik nooit een stoomreini-
ger.
WAARSCHUWING: Om elek-
trische schokken te voorko-
men, dient u ervoor te zorgen
dat het toestel is uitgescha-
keld en losgekoppeld van de
netvoeding voordat u de lamp
vervangt.
Het toestel mag niet achter
een decordeur worden inge-
bouwd, om oververhitting te
voorkomen.
Het toestel is niet bedoeld
voor het gebruik in voertuigen
of aan boord van schepen of
vliegtuigen of in ruimten waar
1 Veiligheidsvoorschriften
7
bijzondere omstandigheden,
zoals corrosieve of explosieve
atmosfeer (stof, damp of gas)
of condenserende vochtig-
heid heersen.
WAARSCHUWING: Verwarm
nooit levensmiddelen of vloei-
stoffen in gesloten verpakkin-
gen zoals conservenblikken
of flessen. Deze kunnen ex-
ploderen door de overdruk
die hierdoor ontstaat.
Het correcte gebruik van de
inschuifelementen komt in het
hoofdstuk ‘Toebehoren’ aan
de orde.
1.4 Gebruiksaanwijzingen
Voor de eerste ingebruikneming
Het toestel mag uitsluitend volgens de
aparte installatiehandleiding worden ge-
monteerd en op de netstroom worden
aangesloten. Laat de benodigde werk-
zaamheden uitvoeren door een erkende
installateur/elektricien.
Reglementair gebruik
Het toestel is bedoeld voor het berei-
den van gerechten in het huishouden.
In de kookruimte mag in geen geval
worden geflambeerd of met veel vet
worden gebakken! Bij gebruik voor an-
dere doeleinden of verkeerde behande-
ling stellen wij ons niet aansprakelijk
voor eventuele schade.
Gebruik het toestel nooit voor het dro-
gen van dieren, textielwaren, papier
enz.!
Niet gebruiken om een ruimte te ver-
warmen.
Het toestel mag slechts bij omgevings-
temperaturen van 5 °C tot 35 °C wor-
den ingebouwd en gebruikt. Bij vorstge-
vaar kan het resterende water in de
pompen bevriezen en de pompen be-
schadigen.
Reparaties, wijzigingen of manipulaties
aan of in het toestel, in het bijzonder
aan spanningvoerende onderdelen, mo-
gen uitsluitend door de fabrikant, de
klantendienst van de fabrikant of een
soortgelijk gekwalificeerde persoon
worden uitgevoerd. Ondeskundige re-
paraties kunnen tot zware ongevallen,
schade aan het toestel en de inrichting
alsook tot bedrijfsstoringen leiden.
Neem bij een storing aan het toestel of
in geval van een reparatieopdracht de
aanwijzingen in het hoofdstuk «Service
& Support». in acht. Neem indien nodig
contact op met onze klantenservice.
Er mogen uitsluitend originele vervan-
gingsonderdelen worden gebruikt.
Bewaar de bedieningshandleiding zorg-
vuldig, zodat u deze steeds kunt raad-
plegen.
Het toestel voldoet aan de erkende re-
gels van de techniek en aan de gelden-
de veiligheidsvoorschriften. Om schade
en ongelukken te vermijden, is de cor-
recte omgang met het toestel een abso-
lute voorwaarde. Neem daarom de aan-
wijzingen in deze bedieningshandlei-
ding in acht.
Over het gebruik
Gebruik de mogelijkheden van de kin-
derbeveiliging.
Als het toestel zichtbare beschadigin-
gen vertoont, mag het toestel niet in ge-
bruik worden genomen en dient u con-
tact met onze klantendienst op te ne-
men.
Zodra er een functiestoring wordt ont-
dekt, moet het toestel van het stroom-
net worden losgekoppeld.
Controleer voor het sluiten van de toe-
steldeur of zich geen vreemde voorwer-
pen of huisdieren in de kookruimte be-
vinden.
1 Veiligheidsvoorschriften
8
Bewaar geen voorwerpen in de
kookruimte en de warmtelade die bij
onbedoelde inschakeling een gevaar
kunnen vormen. Bewaar geen levens-
middelen evenals temperatuurgevoelige
of brandgevaarlijke materialen, bijv. rei-
nigingsmiddelen, bakovensprays, enz.
in de kookruimte of in de warmtelade.
Bij toestellen met grill: houd bij het gril-
len de toesteldeur gesloten. Door de
hitte kan anders schade aan bedie-
nings- en display-elementen of aan de
zich daarboven bevindende inbouwkast
ontstaan.
Voorzichtig: gevaar voor verbranding!
Het toestel wordt bij gebruik zeer heet.
Ook de toesteldeur wordt opgewarmd.
Bij het openen van de toesteldeur kan
stoom en/of hete lucht uit de kookruim-
te ontsnappen.
Het verhitte toestel blijft na het uitscha-
kelen nog gedurende langere tijd heet
en koelt slechts langzaam tot kamer-
temperatuur af. Wacht tot het toestel is
afgekoeld voordat u bijvoorbeeld begint
met de reinigingswerkzaamheden.
Oververhitte vetten en oliën kunnen ge-
makkelijk vlam vatten. Het verhitten van
olie in de kookruimte voor het aanbra-
den van vlees is gevaarlijk en niet toe-
gestaan. Probeer nooit brandende olie
of brandend vet met water te blussen.
Explosiegevaar! Smoor een brand met
een brandblusdeken en houd deuren
en ramen gesloten.
Verhitte levensmiddelen mogen niet met
sterke drank (cognac, whisky, jenever
enz.) worden overgegoten. Explosiege-
vaar!
Laat het toestel niet onbewaakt achter
als u kruiden, brood, paddenstoelen
enz. droogt. Bij overmatige uitdroging
bestaat brandgevaar.
Houd de toesteldeur gesloten en onder-
breek de stroomtoevoer wanneer u
rook door een vermoedelijke brand in
het toestel of in de kookruimte waar-
neemt.
Het toebehoren in de kookruimte wordt
heet. Gebruik beschermende hand-
schoenen of pannenlappen.
Voorzichtig: risico op letsel!
Zorg ervoor dat niemand met de vin-
gers in de deurscharnieren grijpt. Bij het
bewegen van de toesteldeur bestaat an-
ders risico op letsel. Wees met name
voorzichtig in de aanwezigheid van kin-
deren.
Laat de toesteldeur in de kierstand
staan. Bij geopende toesteldeur bestaat
een risico op struikelen en beknelling!
Ga niet op de toesteldeur zitten of steu-
nen en gebruik de toesteldeur niet als
platform.
Bij fornuizen: ter bescherming van klei-
ne kinderen kan er een kinder-kachel-
bescherming worden aangebracht. De-
ze is bij de speciaalzaak verkrijgbaar.
Voorzichtig: levensgevaar!
Verstikkingsgevaar! Delen van de ver-
pakking, bijv. folie en geëxpandeerd po-
lystyreen, moeten op afstand van kinde-
ren gehouden worden. Delen van de
verpakking kunnen voor kinderen ge-
vaarlijk zijn.
Schade aan het toestel vermijden
Sla de toesteldeur niet dicht.
Bij toestellen met zichtbare onderhitte:
zet voorwerpen niet direct op de onder-
hitte.
Bij toestellen zonder zichtbare onderhit-
te (verwarmingselement) mag geen alu-
miniumfolie als beschermlaag worden
gebruikt.
Gebruik in de kookruimte geen voor-
werpen die kunnen roesten.
Het snijden met messen of snijwieltjes
in de bakplaat veroorzaakt zichtbare be-
schadigingen.
Laat de toesteldeur in de kierstand
staan totdat de kookruimte is afge-
koeld, om corrosie te vermijden.
1 Veiligheidsvoorschriften
9
Let er bij het reinigen op dat geen water
in het toestel binnendringt. Gebruik een
ietwat vochtige doek. Spuit het toestel
nooit van binnen of van buiten met wa-
ter af. Binnendringend water veroor-
zaakt schade.
2 Eerste ingebruikneming
Voordat het nieuw geïnstalleerde toestel de eerste keer wordt gebruikt, moeten de vol-
gende stappen worden uitgevoerd:
Verwijder verpakkings- en transportmaterialen en, indien aanwezig, de blauwe be-
schermende folie uit de kookruimte.
Reinig kookruimte en toebehoren.
Druk op de inschakelknop.
Het toestel schakelt zich in.
Uitvoering 1 *
* Afhankelijk van softwareversie
In het display verschijnen achtereenvolgens verschillende persoonlijke instellingen
zoals taal, tijd en temperatuureenheid die voor de werking nodig zijn.
Voer de instellingen uit en bevestig.
Vul het waterreservoir met vers, koud water en schuif het in het daarvoor bestemde
vak.
Taal en uurtijd moeten absoluut worden ingesteld om het toestel te kunnen gebrui-
ken.
Versie 2 *
* Afhankelijk van softwareversie
Tijd instellen (zie pagina 43).
Eventueel moet de waterhardheid in de persoonlijke instellingen worden aangepast
(zie pagina 44).
Vul het waterreservoir met vers, koud water en schuif het in het daarvoor bestemde
vak.
Eerste inbedrijfstelling afsluiten
Lege kookruimte (zonder rooster, platen enz.) met gebruikswijze bij 180°C ca.
30minuten verwarmen.
Omdat daarbij geuren vrijkomen en rook kan ontstaan, moet de ruimte gedurende
deze tijd goed worden geventileerd.
Alle vermelde temperaturen in deze handleiding staan vermeld in graden Celsius.
Bij de instelling «Graden Fahrenheit» (zie pagina 45) geldt de navenante omreke-
ning.
10
3 Beschrijving van het toestel
3 Beschrijving van het toestel
3.1 Opbouw
1
2
3
4
5
1
Bedienings- en display-elementen
2
Ventilatieopening
3
Deurgreep
4
Toesteldeur
5
Warmtelade *
* modelafhankelijk
3.2 Bedienings- en display-elementen
12:00
곋*HEUXLNVZLM]HQ
6WRPHQ
3
4
1
5
2
1
Display
4
Actietoetsen
2
Digitaal display (tijdsduur/timer/tijd)
5
Instelknop/toestel inschakelen
3
Menutoetsen
Overzicht sensortoetsen
Modi
GourmetGuide
EasyCook
Persoonlijke instellingen
Favorieten
Waterreservoir
Extra functies
Verlichting kookruimte
Uitschakelen
11
3 Beschrijving van het toestel
3.3 Kookruimte
Toestelschade door beschermingsinzetstuk of aluminiumfolie.
Leg geen beschermingsinzetstuk of aluminiumfolie op de bodem van de kookruim-
te.
6
5
12
13
1
2
3
4
9
2
4
1
10
8
7
11
3
1
Toesteldeur
8
Kookruimteventilatie
2
Deurafdichting
9
Vak voor waterreservoir
3
Klimaatsensor
10
Bovenhitte
4
Verlichting kookruimte
11
Stoomopening
5
Kartelmoer
12
Niveaus met opschrift
6
Heteluchtventilator
13
Stekkerbus voor kernthermometer
7
Temperatuursensor
De onderhitte bevindt zich onder de bodem van de kookruimte.
3.4 Toebehoren
Beschadiging door foutieve behandeling!
Snijd niet met een mes of snijwieltje in de toebehoren.
Bakplaat met DualEmail
Bakvorm, bijv. voor plaatkoek en koekjes
Opvangschaal in combinatie met het rooster
Wordt deze bij het bakken slechts ten dele bedekt, dan kan dat
leiden tot vervormingen. Dit is een normaal verschijnsel. Bij het af-
koelen zal de oorspronkelijke vorm terugkeren.
12
3 Beschrijving van het toestel
Niet geschikt voor de modi en voor en .
Gebruik in deze gevallen een roestvrijstalen plaat.
Minder geschikt voor de bedrijfsmodi en indien de tempera-
tuur lager wordt ingesteld als 150°C. Bij frequent gebruik kan de
optiek van het oppervlak veranderen. Dit heeft echter geen invloed
op de functionaliteit.
1
Let erop dat de «afschuining» 1 van de bakplaat in de kookruimte
naar achteren wijst.
Gebruik deze alleen in de normale stand – niet ondersteboven.
Roestvrijstalen plaat
Opvangschaal in combinatie met het rooster en de geperforeerde
gaarplaat
Bakvorm, bijv. voor amuses und guetzli
Wordt deze bij het bakken slechts ten dele bedekt, dan kan dat
leiden tot vervormingen. Dit is een normaal verschijnsel. Bij het af-
koelen zal de oorspronkelijke vorm terugkeren.
Minder geschikt voor de bedrijfsmodi en indien de tempera-
tuur hoger wordt ingesteld als 150°C.
Niet geschikt voor de modi en .
Gebruik deze alleen in de normale stand – niet ondersteboven.
Gaarplaat geperforeerd
Garen van verse of diepgevroren groenten, vlees en vis
Ondergrond voor flanvormpjes, steriliseerpotten etc.
Ontsappen van bessen, vruchten, etc.
Rooster
1
Niveau voor braadgerei en bakvormen
Niveau voor vlees, diepvriespizza, etc.
Zorg ervoor dat dwarsversteviging 1 in de kookruimte naar achte-
ren wijst. Zodoende kan het gerecht veilig uit de kookruimte wor-
den getrokken.
Afkoelen van gebak
Kernthermometer
Het meten van temperaturen in levensmiddelen
Voorgestelde waarden voor de kerntemperaturen staan beschreven in de «Easy-
Cook».
13
4 Modi
Niet geschikt voor temperaturen boven 230°C. De afstand tussen de kernthermo-
meter en de bovenkant van de kookruimte moet minstens 5cm zijn.
Speciaal toebehoren
Plaats toebehoren dat niet is meegeleverd op het rooster.
Speciaal toebehoren vindt u onder www.vzug.com
3.5 Bordverwarming
Indien het toestel uitgeschakeld is: druk eerst de instelknop in.
Schuif het rooster op niveau1 en plaats het serviesgoed op het rooster.
Raak de sensortoets aan.
Kies .
Stel de gewenste tijdsduur in.
Kies een tijdsduur van minmaal 1uur.
Stel indien gewenst het einde in.
Kies om de optie «Bordverwarming» in te schakelen.
Na afloop van de ingestelde tijdsduur gaat de optie «Bordverwarming» automatisch
uit.
4 Modi
4.1 Overzicht gebruikswijzen
Hierna worden alle bedrijfsmodi en snel opwarmen beschreven.
Neem de aanwijzingen onder «Tips en trucs» (zie pagina 41) en in «EasyCook» in
acht.
4.2 Stomen
Temperatuurbereik 30–100 °C
Voorgestelde waarde 100 °C
Niveau 1 tot 4
De kookruimte wordt gelijktijdig verhit met stoom en hete lucht. Het gerecht wordt door
stoom verhit resp. gegaard.
Toepassing
Garen van groenten, rijst, graanproducten, peulvruchten en eiergerechten
Pocheren van vlees, gevogelte en vis
Ontsappen van vruchten en bessen
Yoghurt maken
Inmaken
Gelijktijdig garen op meerdere niveaus is mogelijk.
Schuif de roestvrijstalen plaat onder de geperforeerde gaarplaat.
14
4 Modi
4.3 Boven-/onderhitte
Temperatuurbereik 30–230 °C
Voorgestelde waarde 200 °C
Niveau 2
De verwarming vindt plaats via de bovenste en onderste verwarmingselementen.
Toepassing
Klassieke gebruikswijze voor bakken en garen op een niveau
Koek, koekjes, brood en braadvlees
Gebruik voor een knapperig resultaat een donker geëmailleerde plaat of een vorm
van dun plaatstaal.
4.4 Hete lucht
Temperatuurbereik 30–230 °C
Voorgestelde waarde 180 °C
Niveau 2 of 1 + 3
De lucht in de kookruimte wordt verhit door de verwarmingselementen achter de achter-
wand van de kookruimte en door de heteluchtventilator gelijkmatig in de kookruimte ge-
circuleerd.
Toepassing
Bijzonder geschikt om klein gebak op meerdere niveaus tegelijk te bakken
Koek, brood en braadvlees
Kies de temperatuur ca. 20 °C lager dan bij , omdat de warmteoverdracht dan
efficiënter is.
4.5 Hete lucht & Stoom
Temperatuurbereik 80–230 °C
Voorgestelde waarde 180 °C
Niveau 2 of 1 + 3
De lucht in de kookruimte wordt door het verwarmingselement achter de achterwand van
de kookruimte opgewarmd en gelijkmatig gecirculeerd. Door de condenserende stoom
wordt de energie efficiënter aan het gerecht overgedragen dan bij het garen met hete
lucht, waardoor het kookproces wordt bespoedigd.
Stoom van meer dan 100°C is niet zichtbaar.
15
4 Modi
Toepassing
Bladerdeeg en gebak met gist, brood, vlecht
Ovenschotel, gratin
Vlees
Diepvries- en kant-en-klaar-producten
Bijzonder geschikt voor het vetarm garen van diepvriesproducten zoals ovenfrites
of loempia's.
Het bevochtigen kan tijdens het gebruik worden uit- en weer ingeschakeld.
Bedrijfsmodus starten.
Om de stoomtoevoer uit te schakelen «Bevochtigen uitschakelen» in de instellingen
van de bedrijfsmodus kiezen.
Het symbool gaat uit.
Om de stoomtoevoer weer in te schakelen «Bevochtigen inschakelen» kiezen.
Het symbool brandt.
4.6 Regenereren
Temperatuurbereik 80–200 °C
Voorgestelde waarde 120 °C
Niveau 1 tot 4
De kookruimte wordt verhit met stoom en hete lucht. Het gerecht wordt behoedzaam op-
gewarmd en droogt niet uit.
Toepassing
Opwarmen van voorgegaarde gerechten en kant-en-klaar producten
Gelijktijdig regenereren op meerdere niveaus mogelijk.
4.7 PizzaPlus
Temperatuurbereik 30–230 °C
Voorgestelde waarde 200 °C
Niveau 2
De verwarming vindt plaats via de hete lucht en onderhitte. De bodem van het bakgoed
wordt intensiever gebakken.
Toepassing
Pizza
Plaatkoeken en quiches
Gebruik voor een bijzonder knapperig resultaat een donker geëmailleerde plaat of
een vorm van dun plaatstaal zonder bakpapier.
16
4 Modi
4.8 Grill
Temperatuurbereik 4 standen
Voorgestelde waarde stand 3
Niveau 3 of 4
Het verwarmen vindt plaats via de verwarmingselementen van de grill.
Toepassing
Platte grilgerechten, bijv. steaks, koteletten, kipdelen, vis en worsten
Gratineren
Tosti
Plaats het grillgerecht direct op het rooster.
Bedek de bakplaat met aluminiumfolie en schuif deze onder het rooster.
Voor een optimaal resultaat de kookruimte 3 minuten voorverwarmen, alvorens het
gerecht erin te schuiven.
4.9 Grill-circulatielucht
Temperatuurbereik 30–250 °C
Voorgestelde waarde 200 °C
Niveau 2 of 3
Het verwarmen vindt plaats via de verwarmingselementen van de grill. De lucht in de
kookruimte wordt door de heteluchtventilator gelijkmatig gecirculeerd.
Toepassing
geschikt voor hele braadkip
hoge grillgerechten
Leg het grillgerecht in een porseleinen of glazen vorm of rechtstreeks op het rooster.
Bedek de bakplaat met aluminiumfolie en schuif deze onder het rooster.
4.10 Boven-/onderhitte vochtig
Temperatuurbereik 30–230 °C
Voorgestelde waarde 200 °C
Niveau 2
De verwarming vindt plaats via de bovenste en onderste verwarmingselementen. De
stoom die ontstaat, wordt minimaal uit de kookruimte afgevoerd. Het vocht van het ge-
recht blijft behouden.
17
4 Modi
Toepassing
Brood, vlecht, braadvlees en gratin op eenniveau
SlowCooking
4.11 Hete lucht vochtig
Temperatuurbereik 30–230 °C
Voorgestelde waarde 180 °C
Niveau 2 of 1 + 3
De lucht in de kookruimte wordt door het verwarmingselement achter de achterwand van
de kookruimte opgewarmd en gelijkmatig gecirculeerd. De stoom die ontstaat, wordt mi-
nimaal uit de kookruimte afgevoerd. Het vocht van het gerecht blijft behouden.
Toepassing
Klein gebak op 2 niveaus tegelijk
Gistgebak en brood op twee niveaus tegelijk
Gratin en ovenschotels
Kies de temperatuur ca. 20 °C lager dan bij , omdat de warmteoverdracht dan
efficiënter is.
4.12 Onderhitte
Temperatuurbereik 6 standen
Voorgestelde waarde stand 3
Niveau 2 (of 1)
De verwarming vindt plaats via de verwarmingselementen onder.
Toepassing
Nabakken van plaatkoekbodems
Inmaken
Gebruik voor een knapperig resultaat een donker geëmailleerde plaat of een vorm
van dun plaatstaal.
4.13 Snel opwarmen
Bij het snel opwarmen wordt de kookruimte met hete lucht en onderhitte verwarmd,
wat het voorverwarmen verkort. Snel opwarmen is mogelijk bij de volgende gebruikswij-
zen: en .
Kies de gewenste bedrijfsmodus en breng de instellingen aan.
Om de gebruikswijze te starten kiest u .
Kies in de instellingen van de gebruikswijze «Snel opwarmen inschakelen».
Boven brandt het symbool .
Er weerklinkt een geluidssignaal:
nu kan het gerecht in de oven worden geschoven.
18
5 Bediening
5 Bediening
De verschillende hoofdmenu's resp. functies kunnen gekozen worden door de betreffen-
de sensortoets aan te tippen. Geselecteerde sensortoetsen en functies lichten wit op; an-
dere selecteerbare functies lichten oranje op.
Instellingen en functies in de verschillende menu's die niet geselecteerd of gewijzigd kun-
nen worden, zijn grijs weergegeven.
De volgende sensortoetsen met de volgende hoofdmenu's resp. functies zijn beschik-
baar:
Modi
GourmetGuide
EasyCook
Persoonlijke instellingen
Favorieten
Waterreservoir
Extra functies
Verlichting kookruimte
Uitschakelen
Functies van de instelknop
Indrukken Het toestel inschakelen
Een submenu, instelling etc. selecteren/openen
Een melding bevestigen/sluiten
Een persoonlijke instelling activeren/deactiveren
Draaien Navigeren in de submenu's
Een waarde, een persoonlijke instelling wijzigen/instellen
5.1 Waterreservoir vullen
Gebruik geen gedemineraliseerd (gefilterd) of gedestilleerd water.
Indien het toestel is uitgeschakeld: druk eerst op de instelknop.
Raak de sensortoets aan.
Het waterreservoir wordt uitgestoten, indien geactiveerd.
Trek het waterreservoir eruit om het te vullen.
Vul het waterreservoir met vers, koud drinkwater en sluit het af met het deksel.
Schuif het gevulde waterreservoir in het daarvoor bestemde vak.
Water bijvullen
De inhoud van het waterreservoir is normaliter voldoende voor één keer garen.
Indien op het display «Water bijvullen» staat:
Het waterreservoir wordt uitgestoten, indien geactiveerd.
Een actieve bedrijfsmodus of toepassing wordt stopgezet, omdat er niet voldoende
water beschikbaar is.
Waterreservoir vullen, er weer inschuiven
Toepassing wordt voortgezet
Indien op het display «Vul water bij» staat:
19
5 Bediening
Het waterreservoir wordt niet uitgestoten.
Een actieve bedrijfsmodus of toepassing blijft actief.
Om de melding te sluiten kiest u .
Als er water moet worden bijgevuld:
Vul het waterreservoir maximaal met 0,5l water, anders kan er aan het einde van het
bedrijf water overlopen.
5.2 Gebruikswijze kiezen en starten
Indien het toestel is uitgeschakeld: druk eerst op de instelknop.
Indien het apparaat zich in een ander menu bevindt: Raak de sensortoets aan.
Op het display verschijnt het keuzemenu voor de bedrijfsmodi.
Bedrijfsmodus selecteren
De instellingen van de bedrijfsmodus verschijnen op het display; boven de tempe-
ratuur staat een voorgestelde waarde.
Naar behoefte waarden voor tijdsduur, einde, temperatuur resp. temperatuurstand en
doeltemperatuur instellen en bevestigen.
Tip and go
Zodra alle voor de bedrijfsmodus benodigde instellingen zijn aangebracht, is op het dis-
play gedurende 20seconden een aflopende balk te zien. Als er in deze tijd geen verdere
instellingen worden aangebracht, wordt de werking automatisch gestart. Als er een instel-
ling gewijzigd wordt, dan gaat Tip and go opnieuw van start.
U kunt de duur van Tip and go aanpassen (zie pagina 45) in de persoonlijke in-
stellingen of u kunt Tip and go deactiveren.
Om de werking direct te starten, d.w. z. zonder Tip and go, kiest u .
Indien ingesteld, vermeldt het display en het digitale display de aflopende restduur.
De ingestelde bedrijfsmodus kan na de start niet meer worden gewijzigd.
Bij toestellen zonder greep: de greep blijft zowel tijdens het bedrijf als na einde be-
drijf naar buiten geschoven. Deze wordt pas naar binnen geschoven als het toestel
voldoende is afgekoeld.
Overzicht display
곍+HWHOXFKW
7HPSHUDWXXULQVWHOOHQ
  
 K
4
6
5
3
2
1
1
Instellingen van de gebruikswijze
2
Huidige positie van de instelknop/
geselecteerde instelling
3
Tip and go
4
Gebruikswijze met symbool
5
Ingestelde waarden/voorgestelde waarden
6
Symbolen voor instellingen
5.3 Instellingen controleren en wijzigen
Symbool voor gewenste instelling kiezen.
Om de waarde te wijzigen: draai de instelknop naar rechts of links.
Bevestig de instelling door op de instelknop te drukken.
In het display verschijnen de instellingen van de gebruikswijze.
20
5 Bediening
Boven het betreffende symbool is de gewijzigde waarde zichtbaar.
Het einde kan alleen gedurende de eerste 60seconden van het bedrijf worden ge-
wijzigd.
5.4 Tijdsduur instellen
Zodra de ingestelde tijdsduur is afgelopen, wordt de gekozen gebruikswijze automatisch
beëindigd.
Kies de gewenste bedrijfsmodus.
Selecteer in de instellingen voor de modus.
Stel de gewenste tijdsduur – max. 9h 59min – in en bevestig.
In de instellingen van de gebruikswijze is de tijdsduur aangegeven en het daaruit
berekende einde bedrijf.
Einde bedrijf / tijdsduur afgelopen (zie pagina 24)
5.5 Uitgestelde start/einde instellen
De uitgestelde start is actief als bij de gekozen gebruikswijze naast de tijdsduur ook het
einde ingesteld is.
Het toestel schakelt zich automatisch in en op het gewenste tijdstip ook weer uit.
Als de kernthermometer wordt gebruikt, moet een geschatte tijdsduur worden ingesteld.
Richtwaarden vindt u in de «EasyCook». Het toestel schakelt met uitstel in en – als de in-
gestelde doeltemperatuur bereikt is – weer uit. Afhankelijk van de geschatte tijdsduur
kan dit iets vroeger of later dan het ingestelde einde zijn.
Laat snel bederfelijke levensmiddelen niet ongekoeld.
Voor het instellen van de uitgestelde start
Zet het gerecht in de kookruimte.
Kies de gewenste bedrijfsmodus.
Stel de temperatuur in.
Stel de tijdsduur in.
Uitgestelde start instellen
Selecteer in de instellingen voor de modus.
Het momentane, uit de duur berekende einde, wordt aangegeven.
Stel het gewenste einde in en bevestig.
Het display vermeldt de resterende duur tot de bedrijfsstart.
Na 3 minuten verdwijnt het display en de sensortoets licht wit op. Door op de in-
stelknop te drukken, kan het display echter te allen tijde weer worden opgeroepen.
Het toestel blijft tot 3 minuten voor de automatische bedrijfsstart uitgeschakeld.
Controleer en wijzig (zie pagina 20) de instellingen.
Voorbeeld
Kies gebruikswijze en 180 °C.
Stel om 8 uur een duur van 1uur en 15min. in.
Stel het einde op 11.30uur in.
Het toestel schakelt automatisch in om 10.15uur en weer uit om 11.30uur.
21
5 Bediening
5.6 Kerntemperatuur
Gebruik alleen de meegeleverde kernthermometer.
Reinig de kernthermometer niet in de vaatwasmachine en houd de stekker altijd
schoon.
Met behulp van de kernthermometer wordt de temperatuur binnen in het gerecht geme-
ten (de zogenaamde kerntemperatuur). Zodra het gerecht de gewenste doeltemperatuur
(de kerntemperatuur, die het gerecht aan het eind moet hebben) heeft bereikt, wordt het
bedrijf automatisch uitgeschakeld. De kerntemperatuur kan ook alleen gemeten worden,
zonder dat het bedrijf uitgeschakeld wordt.
Voor een correcte meting van de kerntemperatuur moet de kernthermometer zo
volledig mogelijk en centraal in het voedsel steken.
De optimale doeltemperatuur is afhankelijk van het stuk vlees en de gaarheid.
Neem de informatie over doeltemperaturen in de «EasyCook» in acht.
Instellen
Kies de gewenste gebruikswijze en stel de temperatuur in.
Kies in de instellingen van de bedrijfsmodus .
Stel de gewenste doeltemperatuur in en bevestig.
Om de werking te starten kiest u .
De werking kan alleen worden gestart, als de kernthermometer in het gerecht ge-
stoken is.
Controleer en wijzig (zie pagina 20) de instellingen.
Tijdens het garingsproces wordt de actuele kerntemperatuur in het bovenste deel
van de display aangegeven.
De ingestelde doeltemperatuur wordt boven aangegeven.
Na bereiken van de doeltemperatuur wordt het bedrijf automatisch beëindigd, zie
ook Einde bedrijf (zie pagina 24).
Als het vlees na het uitschakelen in de kookruimte wordt gelaten, stijgt de kern-
temperatuur door de restwarmte nog verder.
Kerntemperatuur alleen meten
Als u de kerntemperatuur alleen wilt meten, maar het bedrijf na het bereiken van de doel-
temperatuur niet automatisch moet worden uitgeschakeld, gaat u als volgt te werk:
Kies de gewenste gebruikswijze, stel de temperatuur en, indien gewenst, de tijdsduur
in.
Plaats de kernthermometer.
Start de gebruikswijze.
Tijdens het garingsproces wordt de actuele kerntemperatuur in het bovenste deel
van het display aangegeven.
5.7 Bedrijfsmodus annuleren/voortijdig beëindigen
Kies in de instellingen van de bedrijfsmodus of raak de sensortoets aan.
Er klinkt een geluidssignaal.
De ingestelde bedrijfsmodus wordt geannuleerd.
In het display staat: « restwarmte» evenals bijv.: « hete lucht geannuleerd».
22
5 Bediening
Indien de kernthermometer is aangebracht, wordt de kerntemperatuur
aangegeven. *
* Afhankelijk van softwareversie
Indien een nieuwe bedrijfsmodus moet worden gestart: raak de sensortoets aan.
Indien het toestel moet worden uitgeschakeld: raak de sensortoets aan.
5.8 Gebruikswijze wijzigen
Indien er geen gebruikswijze actief is:
kies in de instellingen van de momentane gebruikswijze .
Het menu van de bedrijfsmodi wordt weergegeven.
Indien er al een gebruikswijze actief is:
selecteer of raak de sensortoets aan.
De ingestelde bedrijfsmodus wordt geannuleerd.
Tip de sensortoets aan en selecteer de nieuwe gebruikswijze.
5.9 Timer
De timer werkt als een eierwekker. Deze kan altijd en onafhankelijk van alle andere func-
ties worden gebruikt.
Timer instellen en starten
Raak de sensortoets aan.
Selecteer .
Het display toont de voorgestelde waarde «10min».
Stel de gewenste tijdsduur in door aan de instelknop te draaien.
Het display toont de tijdsduur alsook het einde van de timer.
De instelling gebeurt:
tot 10 minuten in stappen van 10 seconden, bijv. 9min. 50sec.
vanaf 10 minuten in stappen van een minuut, bijv. 1h 12min.
vanaf 10 uur in stappen van een uur, bijv. 18h.
De maximale timer-tijdsduur bedraagt 99h.
Op de instelknop drukken om te bevestigen.
De timer wordt gestart.
Indien er geen gebruikswijze met ingestelde tijdsduur actief is, wordt de aflopende
restduur van de timer in het digitale display getoond.
De sensortoets brandt wit.
Indien het toestel zich vóór het instellen van de timer in een ander menu bevond,
bijv. gebruikswijzen: het menu resp. het daarin geselecteerde submenu wordt ge-
toond, bijv. een actieve gebruikswijze.
Indien het toestel zich niet in een ander menu bevond: het display wordt zwart.
Controleren en wijzigen
Raak de sensortoets aan.
Selecteer .
In het display wordt de aflopende restduur aangegeven.
Door aan de instelknop te draaien kan de tijdsduur verkort of verlengd worden.
Bevestig de verkorting / verlenging.
23
5 Bediening
Timer afgelopen
Na afloop van de ingestelde tijdsduur:
klinkt er een geluidssignaal.
vermeldt de display «timer afgelopen».
Om de melding te sluiten kiest u .
Timer voortijdig uitschakelen
Raak de sensortoets aan.
Selecteer .
In het display wordt de aflopende restduur aangegeven.
Zet de timer op 0 door aan de instelknop te draaien en bevestig.
Of, indien de timer de enige actieve functie is:
Raak de sensortoets aan.
Of, indien het toestel moet worden uitgeschakeld:
Raak de sensortoets 2 × aan.
5.10 Einde bedrijf
Na afloop van de ingestelde tijdsduur of, als de kernthermometer wordt gebruikt, bij be-
reiken van de ingestelde doeltemperatuur.
wordt de geselecteerde bedrijfsmodus automatisch beëindigd.
klinkt een geluidssignaal.
zijn er in het display drie keuzemogelijkheden te zien:
kies om een nieuwe bedrijfsmodus te selecteren
kies om de werking te verlengen
kies om het toestel uit te schakelen.
wordt het toestel na 3minuten zonder interactie automatisch uitgeschakeld.
U kunt de uitschakeltijd van het toestel naar wens aanpassen (zie pagina 43).
Zo lang de temperatuur hoger is dan 80°C staat op het display « restwarmte».
Indien de kernthermometer is aangebracht, wordt de kerntemperatuur
aangegeven. *
Met de restwarmte kunnen de gerechten nog een tijdje warm worden gehouden.
Zodra de temperatuur tot onder 80°C daalt, worden alle displays donker. Indien
de kernthermometer op dat moment nog is aangebracht, worden de displays pas
donker als de kernthermometer eruit wordt gehaald. *
De koelingsventilator kan blijven draaien.
* Afhankelijk van softwareversie
Bij toestellen zonder greep worden de displays en de sensortoetsen pas donker
als de greep weer naar binnen kan worden geschoven. « restwarmte» wordt zo-
lang weergegeven, ook als de restwarmte onder de 80°C is gezakt.
Bij alle modi met stoom kan aan het einde een stoomreductie plaatsvinden. Tijdens de
stoomreductie wordt er gedurende ca. 1 minuut stoom gedoseerd uit de kookruimte en
aan de omgeving afgegeven. Hierdoor wordt er voorkomen dat er veel stoom ontsnapt
als de toesteldeur wordt geopend; de deur kan echter te allen tijde worden geopend.
24
5 Bediening
Gerecht uitnemen
Risico op verbranding!
Bij het openen van de apparaatdeur kan hete stoom resp. hete lucht uit de
kookruimte ontsnappen.
Het toebehoren is heet. Gebruik beschermende handschoenen of
pannenlappen.
Het gerecht als het klaar is uit de kookruimte nemen.
Condensaat en bestanddelen van levensmiddelen in de kookruimte moeten – na ie-
der garingsproces met stoom – volledig verwijderd worden.
Om roest- en geurvorming te voorkomen waterresten en vuil met een zachte doek
wegvegen.
De apparaatdeur in de kierstand laten staan totdat de kookruimte afgekoeld en droog
is.
5.11 Toestel uitschakelen
Raak de sensortoets aan.
Er klinkt een geluidssignaal.
Een lopende bedrijfsmodus of toepassing wordt beëindigd; als timers, verlichting
van de kookruimte of bord verwarmen zijn ingeschakeld, blijven ze actief.
In het display staat « restwarmte».
Indien de kernthermometer is aangebracht, wordt de kerntemperatuur
aangegeven. *
* Afhankelijk van softwareversie
Na alle modi met stoom staat er op het display: «Toestel wordt leeggemaakt. Wa-
terreservoir niet verwijderen.»
Raak de sensortoets nogmaals aan.
Alle sensortoetsen worden donker.
Alle functies worden beëindigd en uitgeschakeld.
Of, bij bedrijfseinde:
Selecteer optie in het display.
Er klinkt een geluidssignaal.
Een lopende bedrijfsmodus of toepassing wordt beëindigd; als timers, verlichting
van de kookruimte of bord verwarmen zijn ingeschakeld, blijven ze actief.
In het display staat: « restwarmte».
Indien de kernthermometer is aangebracht, wordt de kerntemperatuur
aangegeven. *
* Afhankelijk van softwareversie
Raak de sensortoets aan.
Alle sensortoetsen worden donker.
Alle functies worden beëindigd en uitgeschakeld.
Het toestel is uitgeschakeld als er geen sensortoetsen meer branden en het dis-
play donker is.
De koelingsventilator kan verder draaien.
25
6 GourmetGuide
5.12 Waterreservoir leegmaken
Verbrandingsgevaar!
Het water in het waterreservoir kan heet zijn. Indien op het display staat: «Waterre-
servoir niet verwijderen», is de temperatuur van het resterende water te hoog. Ver-
wijder het waterreservoir niet!
Om veiligheidsredenen wordt het resterende water pas afgepompt wanneer het tot
onder een bepaalde temperatuur afgekoeld is.
Het resterende water wordt na het uitschakelen van het toestel teruggepompt naar het
waterreservoir.
Op het display staat: «Water wordt weggepompt». Na het terug pompen van het water:
Raak de sensortoets aan.
Het waterreservoir wordt uitgestoten, indien geactiveerd.
Verwijder, ledig en droog het waterreservoir.
Schuif het waterreservoir er weer in.
Het is altijd mogelijk een modus opnieuw te starten.
6 GourmetGuide
De GourmetGuide bevat meerdere programma's die het bereiden van gerechten zo
eenvoudig mogelijk maken. De volgende programma's kunnen worden opgeroepen:
Recepten Vacuisine *
AutoBraad Wellness *
Profi-bakken Hygiëne *
SlowCooking Warmhouden *
RegeneratieAutomaat
* Afhankelijk van softwareversie
6.1 Receptenboek
In een receptenboek zijn recepten te vinden die zijn afgestemd op het toestel. Ze zijn al
in het toestel geprogrammeerd en worden na het aanzetten automatisch opgestart.
De levering omvat ook een receptenboek, dat al is vrijgegeven in het toestel.
Voor zover uw toestel over de benodigde gebruikswijzen beschikt, kunt u extra recepten-
boeken bestellen (tegen betaling) en vervolgens vrijgeven in het toestel.
Voor uw toestel zijn de volgende receptenboeken verkrijgbaar:
Veelzijdig bakken
Overheerlijk stomen
Receptenboek vrijgeven
Met de koop van een receptenboek ontvangt u een wachtwoord om het receptenboek in
het toestel te kunnen vrijgeven. Na het vrijgeven worden de recepten in het toestel ge-
toond.
Indien het toestel uitgeschakeld is: druk eerst de instelknop in.
Tip de sensortoets aan.
Kies .
26
6 GourmetGuide
Kies het receptenboek dat vrijgegeven moet worden.
In het display staat: «Wilt u het receptenboek vrijgeven?»
Kies «Ja».
Voer het wachtwoord met het weergegeven toetsenveld in en bevestig met .
Het receptenboek is nu vrijgegeven.
Recept starten
Bij recepten zonder voorverwarmen moet het gerecht in de koude kookruimte wor-
den geschoven.
Indien het toestel is uitgeschakeld: druk eerst op de instelknop.
Vul het waterreservoir met vers, koud water en schuif het in het daarvoor bestemde
vak.
Raak de sensortoets aan.
Kies .
Kies het gewenste receptenboek of «Eigen recepten».
Om naar het overzicht van de recepten te gaan, kies .
Selecteer het recept.
In het display verschijnen de instellingen van het recept.
Indien gewenst, stel einde resp. uitgestelde start in.
Bij recepten uit receptenboeken is een uitgestelde start alleen mogelijk als de
kookruimte niet hoeft te worden voorverwarmd en het gerecht tussendoor bijvoor-
beeld niet omgeroerd of gekeerd moet worden.
Om het recept te starten, kies .
Het recept wordt gestart.
In het display zijn de op dat moment geldende receptstap, de resterende duur van
de stap, alsook de totale duur van het recept te zien.
In het digitale display is de resterende duur van de op dat moment geldende re-
ceptstap te zien.
Tijdens het verloop van het recept
Tijdens het verloop van het recept kan het noodzakelijk zijn de deur van het toestel te
openen, bijvoorbeeld om het voedsel te keren of om er een topping over te gieten. In
zo'n geval wordt er een pauze ingelast en in het display aangegeven, wat er nu gedaan
moet worden.
Om verder te gaan met het recept gaat u als volgt te werk:
Open de toesteldeur.
Voer de handeling uit, bijvoorbeeld het voedsel keren.
Sluit de toesteldeur en kies in het display .
Het recept gaat verder.
Recept afbreken
Kies in de instellingen van het recept .
In het display staat: «Wilt u het huidige recept afbreken?»
Kies «Ja» om het recept af te breken.
Het recept wordt afgebroken.
27
6 GourmetGuide
6.2 Eigen recepten
Er kunnen maximaal 24 willekeurige recepten naar eigen idee worden gecreëerd en op-
geslagen. Een recept kan uit meerdere stappen met willekeurige bedrijfsmodi (inclusief
Profi-bakken), pauzes en wachttijden bestaan, die na de start automatisch worden afge-
werkt. U kunt ook bestaande recepten wijzigen en opslaan.
Een eigen recept aanmaken
Indien het toestel is uitgeschakeld: druk eerst op de instelknop.
Raak de sensortoets aan.
Kies .
Kies .
Kies om een recept aan te maken.
Op het display verschijnt het keuzemenu voor de bedrijfsmodi incl. Profi-bakken.
Kies de gewenste bedrijfsmodus.
Doeltemperatuur, tijdsduur, temperatuur of temperatuurstand voor stap1 instellen.
Als alleen de temperatuur wordt ingesteld, duurt deze stap net zo lang tot de
kookruimte de temperatuur heeft bereikt.
Kies om de instellingen te bevestigen.
Kies om een nieuwe stap toe te voegen.
Stel een bedrijfsmodus, pauze of stoptijd voor stap 2 in.
Bij tussenstap «Wachten» blijft de verwarming aan, terwijl de temperatuur in de
kookruimte constant blijft. Bij de tussenstap «Pauze» wordt er niet meer ver-
warmd en daalt de temperatuur.
Na een stop of pauze kan het voorverwarmen worden ingesteld.
Kies om de instellingen op te slaan.
In het display verschijnt het overzicht van de ingestelde stappen.
Stel de volgende stappen op dezelfde wijze in. Een recept kan in totaal uit maximaal 9
stappen bestaan.
Kies om het recept op te slaan.
In het display verschijnt het overzicht van de beschikbare opslaglocaties.
Selecteer de gewenste (lege) opslaglocatie en bevestig.
Voer de naam van het recept in met behulp van het toetsenbord dat verschijnt en be-
vestig met .
Het recept is nu opgeslagen.
In het display staat: «Wilt u het recept uitvoeren?» Als u het recept niet wilt uitvoe-
ren, komt u in het hoofdmenu van de recepten terecht.
Tijdsduur van een stap
De tijdsduur van een stap is afhankelijk van de vraag of waarden bij doeltemperatuur,
tijdsduur, temperatuur of temperatuurstand zijn ingesteld. Als er meerdere waarden, bijv.
tijdsduur en temperatuur, zijn ingesteld, is slechts één daarvan bepalend voor de tijds-
duur van de stap.
De volgende tabel toont de prioriteiten in dalende volgorde:
28
6 GourmetGuide
Instelling
1 Doeltemperatuur
2 Tijdsduur
3 Temperatuur / temperatuurstand
Invoer/wijziging van het recept annuleren
Kies in het overzicht van de ingestelde stappen.
In het display staat: «Wilt u het invoeren van het recept werkelijk annuleren?»
Kies «Ja» om het invoeren van het recept te annuleren.
In het display verschijnt het menu met eigen recepten of, als een recept uit een re-
ceptenboek is gewijzigd, het menu van het receptenboek.
Stap voortijdig beëindigen
Is alleen mogelijk bij «Eigen recepten». Als u bijv. tijdens de bereiding van het recept
ontdekt dat uw gerecht of de kookruimte klaar is voor de volgende receptstap, hoewel
de stap van dat moment nog niet is voltooid, kunt u de stap voortijdig beëindigen.
In de instellingen van de bedrijfsmodus het symbool voor doeltemperatuur, tijdsduur,
temperatuur of temperatuurstand kiezen. Let daarbij op de prioriteiten voor de tijds-
duur van de stap, zoals beschreven onder «Tijdsduur van de stap».
De aangegeven waarde op 0 instellen of net zo lang verkleinen tot deze lager is dan
de op dat moment gemeten waarde.
Op de instelknop drukken om te bevestigen.
De stap wordt beëindigd.
Als het de laatste stap was, wordt ook het recept beëindigd.
Als het niet de laatste stap was, wordt de volgende stap gestart.
Recept wijzigen
Elk recept – zowel uit het receptenboek als een eigen recept – kan worden gekopieerd
en gewijzigd.
Kies het gewenste receptenboek of .
Kies .
Selecteer het recept.
In het display verschijnt het overzicht van de receptstappen.
Stap wijzigen
Selecteer de te veranderen stap.
Breng de instellingen aan en bevestig met .
Stap toevoegen
Kies .
Breng de instellingen aan en bevestig met .
Stap verwijderen
Kies .
In het display verschijnt het overzicht van de receptstappen.
Selecteer de stap.
In het display staat: «Wilt u deze stap verwijderen?»
Om de stap te verwijderen, kiest u «Ja».
De stap wordt verwijderd.
29
6 GourmetGuide
Gewijzigd recept opslaan
Kies .
Kies de opslaglocatie, voer de naam van het recept in en bevestig deze met .
Het gewijzigde recept is nu opgeslagen.
Een reeds bezette opslaglocatie kan worden overschreven.
Recepten uit receptenboeken worden bij wijzigingen niet in het receptenboek maar
onder «Eigen recepten» opgeslagen. Het oorspronkelijke recept blijft in het
desbetreffende receptenboek staan.
Eigen recept verwijderen
Elk recept onder «Eigen recepten» kan worden verwijderd.
Kies «Eigen recepten».
Kies .
Selecteer het recept dat moet worden verwijderd.
In het display staat: «Wilt u dit recept verwijderen?»
Kies «Ja» om het recept te verwijderen.
Het recept wordt verwijderd.
6.3 Vacuisine *
* Afhankelijk van softwareversie
Met Vacuisine kan vlees, vis, groente en fruit sous-vide worden bereid. De gevacu-
meerde levensmiddelen worden behoedzaam met stoom gegaard. Met de kernthermo-
meter kan de kerntemperatuur worden bewaakt. Als kerntemperatuur geldt hierbij de in-
gestelde kookruimtetemperatuur. Hierdoor bereiken de levensmiddelen altijd dezelfde
mate van gaarheid.
Temperatuurbereik 30–95 °C
Voorgestelde waarde 60 °C
Niveau 1 tot 4
Aanbevolen maximale gaartijd 48 uur
De kookruimte wordt gelijktijdig verhit met stoom en hete lucht. Het gerecht wordt door
stoom verhit resp. gegaard.
Aanwijzingen voor een optimaal resultaat
Gebruik alleen verse levensmiddelen. Dit geldt in het bijzonder voor vlees en vis. Le-
vensmiddelen, die reeds vóór het vacumeren langere tijd zijn bewaard, vertonen een
verhoogd kiemgehalte en zijn derhalve niet geschikt voor Vacuisine.
Vleeskwaliteit: U kunt zowel magere stukken vlees (bijv. filets), alsook doorregen stuk-
ken vlees met bindweefsel (bijv. ragout, varkensbuik) optimaal met Vacuisine berei-
den.
Levensmiddelen voorbereiden
Levensmiddelen vacumeren, zie aanwijzingen in de bedieningshandleiding van de va-
cuümlade, de homepage of receptbrochure.
Als u de kerntemperatuur van vlees met de kernthermometer wilt bewaken, moet de
insteekpositie van de kernthermometer (in de vacuümzak) met een afdichtpad (zie pa-
gina 56) worden afgedicht. Zo blijft het vacuüm in de diepvrieszak behouden.
30
6 GourmetGuide
Plak het afdichtpad op een schone en
droge zak van het gevacumeerde ge-
recht.
Steek de kernthermometer door de af-
dichtpad en de zak heen in het vlees.
Het meetpunt moet zich in het midden
van het dikste gedeelte bevinden.
Kies Vacuisine en start
Schuif de geperforeerde gaarplaat in en leg het gevacumeerde gerecht hierop.
Let erop dat de zakken naast elkaar en niet op elkaar liggen, zodat de stoom ge-
lijkmatig op de levensmiddelen komt.
Het gevulde waterreservoir moet in het daarvoor bedoelde vak geplaatst zijn.
Als de gewenste gaartijd langer is dan 10 uur, schuif dan de roestvrijstalen plaat
onder de geperforeerde gaarplaat.
Breng desnoods een kernthermometer aan op het toestel.
Indien het toestel is uitgeschakeld: druk eerst op de instelknop.
Raak de sensortoets aan.
Kies .
Gewenste instellingen uitvoeren.
Gebruik alleen de timer (zie pagina 23) om de gaartijd te controleren, als de gewens-
te gaartijd tussen 10 en 48 uur bedraagt. De toepassing “Vacuisine” loopt dan tot de-
ze handmatig wordt gestopt. Met de timer kan de gaartijd worden bewaakt.
Kies om Vacuisine te starten.
Bij de toepassing “Vacuisine” wordt de kernthermometer alleen gebruikt om de
kerntemperatuur te bewaken. De kerntemperatuur kan niet worden ingesteld. Als
de kernthermometer ter bewaking is ingestoken, wordt akoestisch gemeld, wan-
neer de kern van het stuk vlees ongeveer dezelfde temperatuur heeft als de
kookruimte.
Bewaking van de kerntemperatuur door middel van de kernthermometer
Als de kerntemperatuur ongeveer gelijk is aan die in de kookruimte:
klinkt er een geluidssignaal.
staat op het display “Gerecht heeft kerntemperatuur bereikt”.
is het vlees bereid. Het bedrijf wordt niet afgebroken.
Het vlees kan nog max. een uur langer in het toestel blijven.
Als de gekozen instelduur (niet de timer!) per ongeluk te kort was ingesteld en afloopt
voordat de kerntemperatuur is bereikt:
wordt de werking niet afgebroken.
klinkt er een geluidssignaal.
staat op het display “Gerecht heeft de kerntemperatuur nog niet bereikt. Modus
wordt voortgezet”.
31
6 GourmetGuide
6.4 AutoBraad
De AutoBraad bestaat uit toepassingen voor verschillende levensmiddelengroepen. De
grootte en vorm van het gerecht worden herkend en de tijdsduur en het klimaat in de
kookruimte worden automatisch aangepast. De AutoBraad kan voor de volgende ge-
rechten en levensmiddelen worden gebruikt:
Apérogebak vers Pizza diepgevroren *
Apérogebak diepgevroren * Plaatkoek
Gratin brood
Soufflé Vlecht
Aardappelen gebakken Gistgebak gevuld
Voorgefrituurde producten
diepgevroren (TK) *
Cake
Vlees gesmoord Muffins/plaatgebak
Pizza vers
* Afhankelijk van softwareversie
Bruineringsgraad
Bij bepaalde groepen levensmiddelen kan de bruiningsgraad worden ingesteld met
«lichte bruining», «gemiddelde bruining» of «sterke bruining».
Bij toepassingen voor diepvriesproducten moet in plaats van de bruiningsgraad de
geschatte tijdsduur worden gekozen die op de verpakking staat vermeld. Diep-
vriesproducten zijn verschillend vooraf behandeld.
Tijdsduur
De optimale tijdsduur wordt na de start door sensoren bepaald. De effectieve tijdsduur
wordt na ca. 10–15 minuten aangegeven.
Voor het bepalen van de optimale tijdsduur moet de kookruimte voor de start afge-
koeld en droog zijn.
De toesteldeur mag niet worden geopend zolang de tijdsduur wordt bepaald.
Voorverwarmen
Bij de levensmiddelengroep «Hartige taart» vindt na de start eerst een aparte voorver-
warming plaats. Schuif het gerecht pas naar binnen, als de voorverwarming is voltooid.
AutoBraad kiezen en starten
Het gevulde waterreservoir moet in het daarvoor bedoelde vak geplaatst zijn.
Een uitgestelde start is alleen mogelijk bij de toepassingen zonder voorverwarmen
en is alleen geschikt voor voedsel dat niet moet worden gekoeld of niet hoeft te rij-
zen.
Indien het toestel is uitgeschakeld: druk eerst op de instelknop.
Raak de sensortoets aan.
Kies .
Kies de gewenste toepassing.
32
6 GourmetGuide
Selecteer de bruiningsgraad of, bij diepvriesproducten, de passende informatie op de
verpakking.
In het display verschijnen de instellingen van de modus AutoBraad.
Stel indien nodig een einde resp. uitgestelde start in.
Kies om AutoBraad te starten.
Afhankelijk van de applicatie wordt eerst de kookruimte voorverwarmd.
Er een geluidssignaal te horen is en op het display verschijnt: «Schuif het gerecht
naar binnen. Kies om door te gaan.».
Schuif het gerecht op het juiste niveau.
Kies om de melding te bevestigen.
In het display staat « wordt bepaald.».
Het display en het digitale display tonen de aflopende restduur.
De toesteldeur mag niet worden geopend zolang de tijdsduur wordt bepaald. De
optimale tijdsduur en temperatuur worden anders niet correct berekend.
6.5 Profi-bakken
Bij het profi-bakken wordt de koude kookruimte door een stoomfase (ca. 10 minuten)
en een automatisch volgende hete lucht-fase opgewarmd. Hierdoor zal gistdeeg en bla-
derdeeg luchtig rijzen en een mooie, glanzende korst krijgen. Met de toepassing «Laten
rijzen» kunnen een hele deeg of reeds gevormde stukken deeg bij optimale temperatuur
en vochtigheid rijzen.
profi-bakken heeft de volgende toepassingsbereiken:
Brood
Vlecht
Bladerdeeg
Laten rijzen
Tijdens de stoomfase mag de toesteldeur niet worden geopend. Door het binnen-
stromen van koude lucht wordt de stoomfase verlengd en kan het brood van te-
veel stoom worden voorzien. Dit leidt tot een vlakkere vorm.
Tips
Laat brood, broodjes of ander gistgebak na het vormen nog ca. 15 minuten rijzen.
Schuif vervolgens op een met bakpapier beklede roestvrijstalen plaat in de koude
kookruimte en bak af.
De instelbare temperatuur komt overeen met die van de hete lucht-fase. De tempera-
tuur van de stoomfase is vastgelegd.
Voor een mooie, knapperige korst geldt: hoe kleiner het gebak, des te hoger de tem-
peratuur. De optimale temperatuur is bij broodjes meestal hoger dan bij een enkel
brood.
Bij de toepassing «Vlecht» wordt geadviseerd om het bakproduct eerst met ei te
bestrijken.
Profi-bakken selecteren en starten
Doe het gerecht erin.
Indien het apparaat uitgeschakeld is: Druk eerst de instelknop in.
Tip op de sensortoets .
Kies .
33
6 GourmetGuide
Kies de gewenste toepassing.
Op het display verschijnen de instellingen van de modus.
Stel temperatuur, duur en, indien nodig, einde resp. uitgestelde start in en bevestig.
Kies om het profi-bakken te starten.
Het gevulde waterreservoir moet in het daarvoor bedoelde vak geplaatst zijn.
6.6 SlowCooking
Werkingswijze
Met malsgaren kunnen hoogwaardige stukken vlees op behoedzame wijze worden be-
reid. Het einde van de bereiding kan nauwkeurig worden gekozen, ongeacht het gewicht
en de dikte van het vlees. De temperatuur wordt automatisch geregeld.
De gaartijd kan worden ingesteld tussen 2½ en 4½ uur voor «SlowCooking na aan-
braden» of tussen 1½ en 2½ uur voor «SlowCooking met stoom».
Aanwijzingen voor een optimaal resultaat
Haal het vlees ½ à 1 uur vóór het malsgaren uit de koelkast.
Gewicht van het vlees:
SlowCooking na aanbraden: 500–2000g
SlowCooking met stoom: 500–1500g
Kerntemperatuur van het vlees: tot maximaal 90°C
Dikte van het vlees: minstens 4cm
Kwaliteit: mager, hoogwaardig vlees
Tabel malsgaren voor «Malsgaren met stoom» en «Malsgaren aangebraden»
Stuk vlees Gaarheid Voorgestelde waarden
doeltemperatuur °C
Met stoom aangebraden
Kalfsfilet saignant
à point
54
58
58
62
Kalfslende, kalfsnierstuk à point 59 63
Runderfilet saignant
à point
49
53
53
57
Entrecôte, rosbief saignant
à point
49
53
53
57
Runderlende à point 59 63
Varkenslende, varkensnierstuk à point 61 65
Lamsbout saignant
à point
59
63
63
67
Vrije vleeskeuze 60 70
«SlowCooking na aanbraden»
Kruid of marineer het vlees.
Verwijder marinades met kruiden, mosterd, etc. voor het aanbraden. Deze be-
standdelen branden gemakkelijk aan.
34
6 GourmetGuide
Zout het vlees pas kort voor het aanbraden.
Braad het vlees kort max. 5 minuten rondom sterk aan.
Leg vervolgens het vlees in een glazen of porseleinen vorm.
Als u het vlees pas na het SlowCooking wilt aanbraden, verlaag dan de voorgestel-
de doeltemperatuur met ongeveer 3–4°C.
Plaats de kernthermometer zodanig in het vlees dat de punt zich in het midden van
het dikste gedeelte bevindt.
Voor een correcte meting van de kerntemperatuur moet de kernthermometer zo
volledig mogelijk en centraal in het voedsel steken. De temperatuur binnenin het
vlees is belangrijk voor een optimaal eindresultaat.
Schuif het rooster op niveau 2 en plaats de vorm er bovenop.
Steek de stekker van de kernthermometer in de aansluitbus.
«SlowCooking na aanbraden» starten (zie pagina 35).
«SlowCooking met stoom»
Bij «SlowCooking met stoom» wordt het vlees behoedzaam met stoom gegaard. Door
de betere energieoverdracht van de stoom is een kortere gaartijd en daardoor energie-
besparing mogelijk. Omdat door de stoom condens ontstaat, blijft er na het garen in de
kookruimte meer water over dan bij «SlowCooking na aanbraden».
Plaats de kernthermometer zodanig in het vlees dat de punt zich in het midden van
het dikste gedeelte bevindt.
Voor een correcte meting van de kerntemperatuur moet de kernthermometer zo
volledig mogelijk en centraal in het voedsel steken. De temperatuur in het binnen-
ste van het vlees is belangrijk voor een optimaal resultaat aan het einde van het
bedrijf.
Schuif de roestvrijstalen plaat op niveau 1 en de geperforeerde gaarplaat met het
vlees op niveau 2.
Door de geperforeerde gaarplaat kan het condenswater weglopen en wordt voor-
komen dat het vlees te gaar wordt.
Tip: Als u het vlees nog iets wilt aromatiseren, leg het dan op een bed van verse
kruiden of hooi.
Steek de stekker van de kernthermometer in de contactbus.
«SlowCooking met stoom» starten (zie pagina 35).
Braad het vlees na het SlowCooking gedurende in totaal 4–6 minuten behoedzaam
rondom aan.
Wikkel het gehele stuk vlees na het aanbraden in aluminiumfolie en laat ca. 5minuten
afgedekt staan.
Snijd het vlees en serveer het meteen.
Omdat het vlees om optische redenen pas na het SlowCooking wordt aangebra-
den, liggen de voorgestelde waarden van de doeltemperatuur 4°C lager dan bij
«SlowCooking na aanbraden».
SlowCooking kiezen en starten
Hoe langer de gaartijd, des te malser en sappiger het vlees. Dit geldt in het bijzon-
der voor dikkere stukken vlees.
Na de start kan de doeltemperatuur niet meer worden gewijzigd.
35
6 GourmetGuide
Indien het toestel uitgeschakeld is: druk eerst de instelknop in.
Tip de sensortoets aan.
Kies .
Selecteer de gewenste SlowCookingmethode.
Selecteer het soort dier.
Selecteer het soort vlees.
Als het gewenste soort dier of vlees niet als keuzemogelijkheid beschikbaar is,
kies dan «Vrije vleeskeuze».
Mate van gaarheid selecteren (niet mogelijk bij «Vrije vleeskeuze»).
In het display verschijnen de instellingen van de gebruikswijze.
Boven doeltemperatuur staat een voorgestelde waarde.
Pas, indien nodig, de voorgestelde waarde aan en stel desgewenst een uitgestelde
start in.
Kies om het SlowCooking te starten.
De kernthermometer moet erin zijn gestoken.
Het SlowCooking start.
Het display toont de ingestelde doeltemperatuur, de actuele kerntemperatuur, als-
ook de aflopende restduur.
Het digitale display toont de aflopende restduur.
Tijdens het bedrijf moet de deur van het toestel gesloten zijn. Als de deur van het
toestel tijdens het SlowCooking wordt geopend, wordt het bedrijf onderbroken en
korte tijd daarna afgebroken.
Per ongeluk onderbreken
Als tijdens het SlowCooking de sensortoets wordt aangeraakt, wordt het bedrijf ge-
pauzeerd.
In het display staat: «Wilt u dat wordt afgebroken?».
Als u het SlowCooking wilt voortzetten, kiest u «Nee».
Het bedrijf wordt voortgezet.
Malsgaren afbreken/voortijdig uitschakelen
Kies in de instellingen van het SlowCooking of sensortoets .
In het display staat: «Wilt u dat wordt afgebroken?».
Kies «Ja».
Het bedrijf wordt afgebroken.
Om het toestel uit te schakelen, tip de sensortoets aan.
Mocht u per ongeluk «Ja» hebben gekozen of het stuk vlees toch gaar wilt laten
worden, dan moet u sensortoets aantippen en een gebruikswijze kiezen. Het
«SlowCooking» kan niet worden gebruikt voor vlees dat al is gegaard.
6.7 RegeneratieAutomaat
Werkwijze
Met de RegeneratieAutomaat kunnen levensmiddelen zonder het instellen van een
modus, temperatuur en duur worden verwarmd. De hoeveelheid en vorm van het voedsel
wordt herkend en de duur van het regenereren en het klimaat van de kookruimte worden
individueel en automatisch aan het voedsel aangepast.
36
6 GourmetGuide
Vochtigheidsgraad
Bij de RegeneratieAutomaat kan een keuze worden gemaakt tussen «Regenereren
vochtig» en «Regenereren knapperig».
Vochtigheidsgraad Toepassing
Levensmiddelen die niet mogen uitdrogen bijv.groenten,
vlees, deegproducten
Levensmiddelen die na het regenereren knapperig moeten zijn
bijv.pizza, plaatkoek, apérogebak
Regeneratieduur
Sensoren herkennen, wanneer het product heet is.
De geschatte duur bij de meest frequente toepassingen bedraagt:
«Regenereren vochtig»: 10–14 minuten
«Regenereren knapperig»: 14–18 minuten
RegeneratieAutomaat kiezen en starten
Om de optimale duur te kunnen bepalen, moet de kookruimte vóór de start afge-
koeld en droog zijn.
De toesteldeur mag tijdens het bedrijf niet worden geopend.
Het gevulde waterreservoir moet in het daarvoor bedoelde vak geplaatst zijn.
Leg de levensmiddelen in/op hittebestendig serviesgoed, zet dit op een rooster en
schuif het in de koude kookruimte.
Indien het toestel is uitgeschakeld: druk eerst op de instelknop.
Raak de sensortoets aan.
Kies .
Selecteer de regeneratiegraad «Vochtig» of «Knapperig».
Stel indien nodig een einde resp. uitgestelde start in.
Voor de berekening van de uitgestelde start wordt een geschatte, gemiddelde
duur voor het regenereren toegepast. Het regenereren kan derhalve ook eerder of
later zijn afgerond.
Selecteer om te starten.
Het bedrijf wordt gestart.
In het display staat: « wordt bepaald».
Vervolgens staat op het display de aflopende resterende duur.
Het bedrijf kan na het einde van het regenereren niet worden verlengd.
6.8 Wellness *
* Afhankelijk van softwareversie
Met «Wellness» kunnen de volgende hulpmiddelen voor het persoonlijke welzijn wor-
den voorbereid:
Verfrissende doekjes
Hete wikkels
Hot stones voor massage
Kersenpit-/druivenpitzakjes
37
6 GourmetGuide
Voorzichtig: heet!
Voel de temperatuur van de verwarmde voorwerpen eerst met de hand, voordat u
ze op andere lichaamsdelen legt.
Verfrissende doekjes
Vóór het starten van de toepassing:
Bevochtig de doekjes en wring deze uit.
Plaats de doekjes open op de geperforeerde gaarplaat of:
Rol de doekjes tot de gewenste maat samen en plaats deze op de geperforeerde
gaarplaat.
Hete wikkels
Vóór het starten van de toepassing:
Plaats voorbereide doekjes zo uitgespreid mogelijk op de geperforeerde gaarplaat.
Hot Stones
Vóór het starten van de toepassing:
Doe de schone, gladde stenen in een geschikte bak en zet deze rechtstreeks op de
bodem van de kookruimte.
Kersenpit-/druivenpitzakjes
Vóór het starten van de toepassing:
Doe de kersenpit- of druivenpitzakjes in een geschikte bak en zet deze rechtstreeks
op de bodem van de kookruimte.
6.9 Hygiëne *
* Afhankelijk van softwareversie
Met «Hygiëne» kunnen bakken worden gesteriliseerd. De volgende toepassingen
staan ter beschikking:
«Babyflesjes ontsmetten» vervangt het uitkoken in water.
«Jampotten voorbereiden» vervangt de voorbehandeling van lege glazen door uit-
spoelen met heet water.
«Jam nasteriliseren» verbetert de houdbaarheid van jam.
Babyflesjes
Vóór de start van de toepassing:
Reinig de flessen.
Haal de flessen uit elkaar en leg alle onderdelen op de geperforeerde gaarplaat.
Na het einde van de toepassing:
Plaats de flessen ondersteboven op een schone theedoek en laat ze helemaal dro-
gen.
6.10 Warmhouden *
* Afhankelijk van softwareversie
Door middel van «Warmhouden» kunnen bereide gerechten warm worden gehouden.
38
7 EasyCook
Is de kookruimte reeds heet, laat deze dan vóór de start van «Warmhouden» 3 tot
4minuten met geopende toesteldeur afkoelen zodat de gerechten tijdens het
warmhouden niet te gaar worden.
Hoe langer de gerechten warm worden gehouden, des te sterker kan de consis-
tentie van de gerechten veranderen.
7 EasyCook
Met behulp van EasyCook kunnen allerlei soorten gerechten eenvoudig en gemakke-
lijk worden bereid. Na de keuze van de levensmiddelengroep en het levensmiddel stelt
het apparaat de daarbij behorende bedrijfsmodi of GourmetGuide-toepassingen inclusief
instellingen en toebehoren voor.
De gelijknamige brochure die u samen met de bedieningshandleiding hebt gekre-
gen, bevat dezelfde instelhulp in papieren vorm.
De aangegeven waarden voor temperatuur resp. temperatuurstanden en tijdsduur
zijn richtwaarden. Afhankelijk van het soort en de grootte van het gerecht en per-
soonlijke voorkeur kunnen deze afwijken.
7.1 Overzicht levensmiddelengroepen
De levensmiddelen zijn tot verschillende groepen samengevat; een levensmiddel kan in
meerdere groepen voorkomen.
De volgende levensmiddelengroepen kunnen worden geselecteerd:
groente vis en zeevruchten
vruchten en fruit hartige taart en pizza
kruiden bakwaren
paddenstoelen ovenschotels en gratins
peulvruchten bijgerechten
graan dessert
aardappelen zuivelproducten
vlees vlees
gevogelte kastanjes
7.2 Levensmiddelen kiezen en starten
Een uitgestelde start is alleen mogelijk bij de toepassingen zonder voorverwarmen
en is alleen geschikt voor voedsel dat niet moet worden gekoeld of niet hoeft te rij-
zen.
Indien het toestel is uitgeschakeld: druk eerst op de instelknop.
Raak de sensortoets aan.
In het display verschijnt het overzicht van de levensmiddelengroepen.
Selecteer de levensmiddelengroep.
Selecteer het gewenste levensmiddel.
Indien nodig: selecteer de vorm van het levensmiddel (geheel, in stukken enz.).
Indien nodig: selecteer de bereidingswijze (garen, bakken enz.).
In het display wordt diverse informatie gegeven over:
Temperatuur
39
8 Favorieten
Duur
voorverwarmen nodig/niet nodig
benodigde toebehoren
Niveau
eventuele tips
Kies .
Op het display verschijnt de samenvatting van de bedrijfsmodus.
Om de werking te starten kiest u .
U kunt de ingestelde waarden binnen bepaalde grenzen wijzigen.
8 Favorieten
Er kunnen maximaal 24 bedrijfsmodi, GourmetGuide- en EasyCook-toepassingen samen
met de aangebrachte instellingen als favorieten worden opgeslagen.
8.1 Favorieten instellen
Bedrijfsmodus, GourmetGuide- of EasyCook-toepassing kiezen.
Instellingen aanbrengen.
Sensortoets aanraken.
Het favorietenmenu wordt geopend.
Opslaglocatie kiezen en bevestigen.
Naam van de favoriet invoeren met behulp van het weergegeven toetsenbord en be-
vestigen.
De favoriet wordt opgeslagen.
8.2 Favorieten kiezen en starten
Tip de sensortoets aan.
Selecteer de gewenste favoriet en kies «Ja».
Om de favoriet te starten kiest u .
De favoriet wordt gestart.
8.3 Favorieten wijzigen
Selecteer de gewenste favoriet.
Pas de instellingen naar wens aan.
Raak de sensortoets aan.
Selecteer de opslaglocatie of selecteer de favoriet, die overschreven moet worden.
Voer de naam van de favoriet in resp. bevestig het overschrijven.
De gewijzigde favoriet wordt opgeslagen.
8.4 Favorieten verwijderen
Indien het toestel zich in een ander menu bevindt: tip de
sensortoets aan.
Kies .
Selecteer de te verwijderen favoriet.
In het display staat: «Wilt u deze favoriet verwijderen?»
Om de favoriet te verwijderen, kiest u «Ja».
De favoriet wordt verwijderd.
40
9 Tips en trucs
9 Tips en trucs
9.1 Garingsresultaat onbevredigend…
… bij gebak of braadvlees
Resultaat Oplossing
Gebak of gebraad ziet er van
buiten goed uit. Het midden is
echter deegachtig of niet gaar.
Stel de temperatuur de volgende keer lager in en
verleng de duur.
Het gebak zakt in. Vergelijk de instellingen met de «EasyCook».
Stel de temperatuur de volgende keer lager in en
verleng de duur.
Roer het roerdeeg voldoende lang en bak het di-
rect nadat het gereed is.
Klop bij biscuitdeeg het eigeel/eiwit langer schui-
mig, meng het voorzichtig onder de massa en bak
het direct nadat het gereed is.
Neem de aanwijzingen voor de hoeveelheid bak-
poeder in acht.
Resultaat Oplossing
Het bakgoed vertoont een ver-
schillende bruinering.
Stel de temperatuur de volgende keer lager in en
pas de duur aan.
Controleer bij , , en of de geselecteerde
niveaus met de «EasyCook» overeenstemmen.
Plaats bakvormen of hoog bakgoed niet direct
voor de achterwand van de kookruimte.
Het bakgoed is op de ene
plaats lichter van kleur dan op
de andere.
Vergelijk de instellingen met de «EasyCook».
Een verschil in bruinering is normaal. De bruinering wordt gelijkmatiger als u de
temperatuur lager instelt.
… bij geregenereerde gerechten
Resultaat Oplossing
Het geregenereerde gerecht
is uitgedroogd.
Stel de temperatuur de volgende keer lager in en
reduceer de duur.
Gebruik «RegeneratieAutomaat vochtig».
Teveel condensaat op of rond
een geregenereerd gerecht.
Stel de temperatuur de volgende keer hoger in en
verleng de tijdsduur.
Gebruik «RegeneratieAutomaat knapperig».
9.2 Algemene tips
Meerdere gerechten kunnen tegelijkertijd op energiebesparende wijze gaar gemaakt
worden, bijv. rijst of peulvruchten samen met groenten met een vergelijkbare gaartijd.
41
10 Persoonlijke instellingen
Kook graan, bijv. rijst of gierst en peulvruchten, bijv. linzen, direct met de passende
hoeveelheid vocht in geschikte serveerschalen.
Plaats serveerschalen direct op de geperforeerde gaarplaat of het rooster.
9.3 Energie besparen
De gebruikswijzen en verbruiken minder energie dan de gebruikswijzen en .
Frequent openen van de apparaatdeur vermijden.
Schakel de verlichting alleen bij behoefte in.
Bij gratins restwarmte gebruiken: vanaf een tijdsduur van 30minuten het apparaat 5–
10 minuten vóór het einde van het bakken uitschakelen.
Niet langer dan nodig voorverwarmen.
Kookruimte alleen voorverwarmen als het kook- of bakresultaat ervan afhankelijk is.
De laagste waarde van het stroomverbruik bereikt u door de persoonlijke instelling
«Tijdweergave onzichtbaar maken» te kiezen. Ondanks de EcoStandby blijven de
veiligheidsfuncties actief.
10 Persoonlijke instellingen
10.1 Overzicht persoonlijke instellingen
Taal Hulpfuncties
Display Temperatuur
Datum Kinderbeveiliging
Klok Toestelinformatie
Meldingen Demo-modus
Toestel ontkalken Aansluiting controleren
Waterhardheid Fabrieksinstellingen
Volume
10.2 Persoonlijke instellingen aanpassen
Indien het toestel uitgeschakeld is: druk eerst de instelknop in.
Tip de sensortoets aan.
In het display verschijnt het hoofdme-
nu van de persoonlijke instellingen:
괫3HUVRRQOLMNHLQVWHOOLQJHQ
7DDOLQVWHOOHQ
Kies de gewenste persoonlijke instelling resp. het gewenste submenu.
Breng de gewenste persoonlijke instelling aan en bevestig door op de instelknop te
drukken.
In het display verschijnt ofwel het hoofdmenu van de persoonlijke instellingen, ofwel
het betreffende submenu.
42
10 Persoonlijke instellingen
Om een submenu te verlaten en naar het hoofdmenu van de persoonlijke instellingen
te gaan, kiest u .
Om de persoonlijke instellingen te verlaten, tipt u een andere sensortoets of sensor-
toets aan.
Na een onderbreking van de energievoorziening blijven alle persoonlijke instellin-
gen behouden.
10.3 Taal
De taal in het display kan worden gewijzigd. U heeft de keuze uit verschillende talen.
10.4 Display
Helderheid
De helderheid van het display kan gewijzigd worden.
Achtergrondbeelden
De weergave van achtergrondbeelden kan in- en uitgeschakeld worden. Bij geactiveerde
achtergrondbeelden worden, al naar gelang het menu, verschillende achtergrondbeelden
weergegeven.
Startscherm *
* Afhankelijk van softwareversie
Met deze persoonlijke instelling kan het menu worden vastgelegd dat bij het starten van
het toestel op het display te zien is. De volgende menu's kunnen worden gekozen:
Bedrijfsmodi (af fabriek ingesteld)
GourmetGuide
EasyCook
Favorieten
Uitschakeltijd van het toestel
Als er geen gebruikswijze actief is, maar het toestel toch is ingeschakeld, wordt het na
een bepaalde tijd zonder toedoen van de gebruiker automatisch uitgeschakeld. Voor-
beeld: na afloop van een gebruikswijze.
De uitschakeltijd van het toestel kan tussen 3 en 30 minuten worden ingesteld; de fa-
brieksinstelling is 15 minuten.
10.5 Datum
De datum kan worden opgevraagd en gewijzigd.
10.6 Klok
De volgende klokfuncties zijn beschikbaar:
tijd
tijdnotatie
tijdweergave
netsynchronisatie
Tijdnotatie
De uurtijd kan in het Europese 24-uurs of het Amerikaanse 12-uurs-formaat (am/pm)
worden weergegeven.
43
10 Persoonlijke instellingen
Tijdweergave
Bij de instelling «Tijdweergave zichtbaar maken» (fabrieksinstelling) wordt de tijd tussen
00:00uur en 06:00uur (24-uursnotatie) resp. tussen 12:00a.m. en 06:00a.m. (12-
uursnotatie) met een lagere helderheid aangeduid.
Bij de instelling «Tijdweergave onzichtbaar maken» blijft de display donker als het toestel
uitgeschakeld is.
De laagste waarde van het stroomverbruik kan worden bereikt door het kiezen van
de persoonlijke instelling «Tijdweergave onzichtbaar maken». Ondanks de EcoS-
tandby blijven de veiligheidsfuncties actief.
Netsynchronisatie
De netsynchronisatie stemt de klok van het toestel op de netstroomfrequentie af. Bij on-
regelmatige netstroomfrequentie kan dit ertoe leiden dat de klok fout loopt. Bij uitgescha-
kelde netsynchronisatie wordt een interne klokschakeling gebruikt.
10.7 Meldingen
Signaaltonen en aanwijzingen kunnen uitgeschakeld resp. onderdrukt worden. Belangrij-
ke geluidssignalen (zoals bijv. timer, einde werking en toestel uitschakelen) kunnen niet
worden uitgeschakeld of onderdrukt.
10.8 Toestel ontkalken
Met deze functie kan het toestel worden ontkalkt of de resterende tijd tot de volgende
ontkalking worden opgevraagd.
Zie Ontkalken (zie pagina 49).
10.9 Waterhardheid
Het toestel beschikt over een systeem dat automatisch het juiste tijdstip voor het ontkal-
ken aangeeft. Dit systeem kan voor huishoudens met zacht water (ook met een onthar-
dingsinstallatie) en gemiddelde waterhardheid nog worden geoptimaliseerd door het
passende bereik van de waterhardheid in te stellen in de persoonlijke instellingen.
Er zijn drie instelbereiken voor de waterhardheid:
Bereik Waterhardheid [°fH] Waterhardheid [°dH] Waterhardheid [°eH]
hard 36 tot 50 21 tot 28 26 tot 35
gemiddeld 16 tot 35 9 tot 20 12 tot 25
zacht 1 tot 15 1 tot 8 1 tot 11
10.10 Geluidssterkte
De signaaltoon kan in twe verschillende geluidssterktes ingesteld of helemaal uitgescha-
keld worden.
Bij een storing klinkt een geluidssignaal, ook als de instelling «uit» ingesteld is.
Bij uitschakeling van het toestel is een kort geluidssignaal te horen, ook wanneer
de instelling «uit» ingesteld is (veiligheidsfunctie).
44
10 Persoonlijke instellingen
10.11 Ondersteunende functies
Verlichting
Bij de instelling «Automatisch» wordt de verlichting van de kookruimte ingeschakeld:
3 minuten vóór het einde van een gaarproces, bijv. bij een automatisch programma of
een bedrijfsmodus met ingestelde tijdsduur;
als de werking voortijdig wordt beëindigd, d.w.z. afgebroken (via of sensortoets );
als de apparaatdeur wordt geopend.
De verlichting kan te allen tijde door aanraken van de sensortoets in- of uitge-
schakeld worden.
Wordt de verlichting niet uitgeschakeld, dan gaat deze uiterlijk na 5 minuten uit om
stroom te sparen.
Deurgreep-automatiek
Geldt alleen voor toestellen zonder greep.
Bij ingeschakelde deurgreep-automatiek (fabrieksinstelling) wordt de deurgreep automa-
tisch naar buiten geschoven, bijv. bij het instellen of beëindigen van een gebruikswijze.
Daarna wordt deze weer naar binnen geschoven.
Bij uitgeschakelde deurgreep-automatiek blijft de deurgreep altijd naar buiten geschoven.
Snel opwarmen
Bij de instelling «automatisch» wordt het snel opwarmen waar mogelijk automatisch extra
ingeschakeld.
Waterreservoir
Bij de instelling «automatisch» wordt het waterreservoir automatisch uitgeschoven als het
leeg is.
Tip and go
«Tip and go» is de tijdsduur na afloop waarvan een bedrijfsmodus/programma auto-
matisch wordt gestart, voor zover alle benodigde instellingen beschikbaar zijn of aange-
bracht zijn. Elke keer na het uitvoeren van instellingen wordt de countdown opnieuw ge-
start.
«Tip and go» kan in- of uitgeschakeld worden.
Bij een geactiveerde «Tip and go» zijn waarden tussen 10 seconden en 1 minuut mo-
gelijk; de fabrieksinstelling is 20 seconden.
10.12 Temperatuur
Temperatuureenheid
De temperatuur kan in «°C» of «°F» worden weergegeven.
°C: graden Celsius
°F: graden Fahrenheit
Vooraf ingestelde waarde voor SlowCooking
De vooraf ingestelde waarde is de doeltemperatuur, die bij het SlowCooking automatisch
wordt ingesteld. Met deze persoonlijke instelling kan hij maximaal 4°C worden verhoogd
of verlaagd; de instelling geldt voor alle stukken vlees.
Voorbeeld: Bij «SlowCooking na aanbraden» en een verhoging van de vooraf ingestelde
waarde van 2°C wordt een runderfilet «à point» automatisch gaar gemaakt bij een doel-
temperatuur van 59°C in plaats van 57°C.
45
11 Verzorging en onderhoud
10.13 Kinderbeveiliging
De kinderbeveiliging dient ervoor om het toevallig inschakelen van het toestel door kin-
deren te voorkomen.
Als de kinderbeveiliging is ingeschakeld, kan het toestel alleen na invoer van een code
bediend worden. De code wordt tijdens het ontgrendelen in omgekeerde volgorde weer-
gegeven.
De kinderbeveiliging wordt telkens 3 minuten na het uitschakelen van het toestel
geactiveerd.
10.14 Toestelgegevens
Onder «Toestelgegevens» vindt u:
het artikel- en serienummer (SN) van uw toestel
de softwareversies van uw toestel en de momenteel gebruikte signaaltonen en achter-
grondbeelden (afhankelijk van het model)
de bedrijfsgegevens:
Aantal reeds uitgevoerde ontkalkingen
Datum en tijdstip van de laatste ontkalking
de bedrijfsduur tot nu toe met stoom
10.15 Demo-modus
In de demo-modus beschikt u over bijna alle toestelfuncties – maar u kunt niet met het
toestel koken. Bij productdemonstraties en advies kan op deze wijze de veiligheid bij de
bediening worden gegarandeerd.
Het in- en uitschakelen van de demo-modus is uitsluitend met een veiligheidscode moge-
lijk.
10.16 Aansluiting controleren *
* Afhankelijk van softwareversie
Deze functie wordt door test- en certificeringsorganisaties gebruikt om te controleren of
voor het toestel het vereiste aansluitingsvermogen beschikbaar is.
10.17 Fabrieksinstellingen
Indien een of meerdere persoonlijke instellingen zijn gewijzigd, kunnen deze weer wor-
den teruggezet naar de fabrieksinstellingen.
11 Verzorging en onderhoud
Verbrandingsgevaar door hete oppervlakken!
Laat het toestel en toebehoren vóór de reiniging afkoelen.
Grijp niet in het vak van het waterreservoir, zolang op het display staat: «Waterre-
servoir niet verwijderen.»
Schade aan het toestel door foutieve behandeling!
Gebruik geen schurende of zure reinigingsmiddelen, scherpe of krassende meta-
len schrapers, staalwol, schuursponzen enz. Deze producten bekrassen het opper-
vlak. Bekraste glasplaten kunnen barsten.
Reinig het toestel nooit met een stoomreiniger.
46
11 Verzorging en onderhoud
11.1 Buitenkant reinigen
Verwijder vervuilingen of resten van reinigingsmiddelen onmiddellijk.
Reinig de oppervlakken met een zachte, met spoelwater bevochtigde doek – bij meta-
len oppervlakken in slijprichting.
Wrijf droog met een zachte doek.
11.2 Kookruimte reinigen
Schade aan het toestel door foutieve behandeling!
Verbuig nooit de temperatuursensor en de verwarmingselementen.
Condens en bestanddelen van levensmiddelen moeten – na ieder garingsproces met
stoom – volledig worden verwijderd.
Om condens en bestanddelen van levensmiddelen tijdens het garen op te vangen, de
roestvrijstalen plaat onder de geperforeerde gaarplaat of het rooster schuiven.
Verontreinigingen indien mogelijk met een vochtige doek uit de kookruimte verwijde-
ren als die nog handwarm is. Een zachte, met afwaswater bevochtigde doek gebrui-
ken en nadrogen met een zachte doek.
Ingedroogd vuil kan gemakkelijker worden verwijderd als het apparaat vóór het reini-
gen gedurende ca.30minuten met de bedrijfsmodus en een temperatuur van
80°C wordt gebruikt. Op deze manier worden de verontreinigingen losgeweekt.
Bij hardnekkige verontreinigingen, bijv. door kip, de kookruimte reinigen met een vet-
oplossende spray of crèmereiniger volgens de voorschriften van de fabrikant.
11.3 Toesteldeur reinigen
Reinig de toesteldeur met een zachte, met spoelwater bevochtigde doek.
Let er op dat er bij toestellen zonder greep geen spoelwater in de greepopeningen
loopt.
Droog af met een zachte doek.
Toesteldeur verwijderen
Risico op verwondingen door bewegende delen!
Zorg ervoor dat niemand met de vingers in de deurscharnieren grijpt. De toestel-
deur is zwaar. Houd de toesteldeur bij verwijdering en terugplaatsing met beide
handen aan de zijkanten vast.
Open de toesteldeur volledig.
Klap aan beide scharnieren1 de beugels2 helemaal
naar voren.
2
3
1
47
11 Verzorging en onderhoud
Sluit de toesteldeur volledig tot aan de aanslag (ca.
30°).
Trek de toesteldeur er schuin naar boven uit.
Toesteldeur plaatsen
Schuif beide scharnieren 1 van voren in de opening 3.
Open de toesteldeur volledig en sluit de beugels 2 naar
achteren.
11.4 Deurafdichting reinigen
Reinig de deurafdichting met een zachte, met water bevochtigde doek, gebruik geen
reinigingsmiddel.
Droog de deurafdichting af met een zachte doek.
11.5 Deurafdichting vervangen
Om veiligheidstechnische redenen moet de deurafdichting door onze klantenservice wor-
den vervangen.
11.6 Halogeenlamp vervangen
Om veiligheidstechnische redenen moet de halogeenlamp door onze klantendienst wor-
den vervangen.
11.7 Toebehoren en draagrooster reinigen
Beschadiging door foutieve behandeling!
Reinig de kernthermometer en het waterreservoir niet in de
vaatwasmachine.
De roestvrijstalen plaat, de geperforeerde gaarplaat, het rooster en het draagrooster
kunnen in de vaatwasmachine worden gereinigd.
Waterresten in het waterreservoir kunnen met een normaal verkrijgbaar ontkalkings-
middel (niet afwasmiddel) worden verwijderd.
Reinig de kernthermometer met een zachte, met spoelwater bevochtigde doek.
Als het ventiel van het waterreservoir druppelt, moet het ventiel worden ontkalkt.
Draagroosters eruit nemen
Draai de kartelmoer 1 vooraan aan
het draagrooster linksom los.
Trek het draagrooster 2 iets zijdelings
weg van de schroef en neem het er
naar voren toe uit.
2
1
48
11 Verzorging en onderhoud
Draagrooster plaatsen
Plaats het draagrooster in de openingen van de achterwand van de kookruimte en leg
het op de schroef. Draai de kartelmoer rechtsom tot de aanslag op de schroef.
11.8 Ontkalken
Werkwijze
Bij iedere stoomvorming zet zich, afhankelijk van de plaatselijke waterhardheid (d.w.z.van
het kalkgehalte van het water), kalk in de stoomgenerator af.
Een systeem in het toestel herkent automatisch wanneer er moet worden ontkalkt en
geeft dit aan.
– Nadat de sensortoets is aangeraakt en na afloop van een gaarproces staat op het
display:
Wilt u het toestel nu ontkalken?
Dit proces moet worden begeleid.
Wij adviseren u het ontkalken meteen uit te voeren als deze melding verschijnt.
Wordt het toestel langere tijd niet ontkalkt, dan kunnen functies van het toestel of
het toestel zelf worden beschadigd. Het gehele ontkalkingsproces duurt ca. 45 mi-
nuten.
Ontkalkingsinterval
Het ontkalkingsinterval is afhankelijk van de waterhardheid en de regelmaat van het ge-
bruik. Bij 4× 30 minuten stomen per week moet afhankelijk van de waterhardheid als
volgt worden ontkalkt:
Waterhardheid Ontkalken na ca.
hard 5 maanden
gemiddeld 8 maanden
zacht 12 maanden
Resterende gebruiksduur opvragen
De resterende gebruiksduur met stoom tot de volgende ontkalking kan in de persoonlij-
ke instellingen onder «Ontkalken» worden opgevraagd.
Ontkalkingsmiddel
Durgol Swiss Steamer
Schade aan het toestel door fout ontkalkingsmiddel!
Gebruik voor het ontkalken uitsluitend «Durgol Swiss Steamer». Het ontkalkings-
middel bevat zeer effectieve zuren. Verwijder eventuele spatten onmiddellijk met
water. Neem de aanwijzingen van de fabrikant in acht.
Contactgegevens voor aankoop onder «Toebehoren en onderdelen».
49
11 Verzorging en onderhoud
«Durgol Swiss Steamer» is speciaal voor dit toestel ontwikkeld.
Gewone ontkalkingsmiddelen zijn niet geschikt, omdat deze schuim vor-
mende bestanddelen bevatten of niet effectief genoeg zijn.
Als er een ander ontkalkingsmiddel wordt gebruikt, kan dit
in de binnenruimte voor overmatig schuim zorgen
de verdamper onvoldoende ontkalken
in het uiterste geval het toestel beschadigen
Ontkalken starten
Vóór het ontkalken moet het apparaat zijn afgekoeld.
Verwijder het toebehoren, het kookgerei of andere voorwerpen uit de kookruimte.
Blijf in de buurt van het toestel: tijdens het ontkalken moeten er ontkalkingsmidde-
len in worden gedaan en het waterreservoir worden leeggemaakt. Tijdens het ont-
kalken moet u de toesteldeur gesloten houden.
Als de weergave «Wilt u het toestel nu ontkalken? U dient dit proces te begeleiden.» op
het display verschijnt:
«Ja» kiezen.
In het display staat: «Toestel wordt voor ontkalken voorbereid.»
Wanneer er een geluidssignaal klinkt en er op het display staat« Restwarmte te
hoog», is het toestel niet voldoende afgekoeld en kan het ontkalken niet worden
gestart.
Het apparaat laten afkoelen.
Zodra de betreffende melding op het display verschijnt: 0,5l ontkalkingsmiddel onver-
dund in het waterreservoir gieten, waterreservoir erin schuiven en kiezen.
Het ontkalken wordt gestart.
In het display staat: «Toestel wordt ontkalkt.»
Na de start kan het ontkalken om veiligheidsredenen niet worden gestopt.
Spoelvloeistof vervangen
Zodra de betreffende melding op het display verschijnt: Haal het waterreservoir eruit,
giet de spoelvloeistof weg en giet er 1l warm water in..
Schuif het waterreservoir er weer in.
De spoelfase start automatisch.
Op het display staat: «Toestel wordt gespoeld.»
Herhaal de procedure zo vaak als nodig.
Bij de laatste spoelgang wordt het water verhit, waardoor de toesteldeur kan be-
slaan.
Ontkalken beëindigen
Zodra de betreffende melding verschijnt: Verwijder, ledig en droog het waterreservoir.
Als zich vloeistof op de bodem van de kookruimte heeft verzameld, verwijder die dan
met een zachte doek.
50
12 Storingen zelf verhelpen
Selecteer om de melding te bevestigen.
Op het display staat: «Toestel is succesvol ontkalkt.»
Selecteer om de melding te bevestigen.
Het toestel is weer klaar voor gebruik.
Als na het ontkalken de gebruikswijzen , , of worden gebruikt, kan het
water in het waterreservoir na het einde van het garingsproces troebel zijn. Dit
heeft noch invloed op de gaareigenschappen, noch op de kwaliteit van het ge-
recht.
12 Storingen zelf verhelpen
12.1 Wat te doen als...
In dit hoofdstuk worden storingen behandeld die met behulp van de beschreven stappen
eenvoudig zelf kunnen worden verholpen. Als het om een andere storing gaat of als de
storing niet kan worden verholpen, bel dan de klantenservice.
Noteer, voordat u de service belt, de complete storingsmelding.
Fxx/Exxx zie bedieningshandleiding
SNxxxxx xxxxxx.
… het toestel niet functioneert
Mogelijke oorzaak Oplossing
Zekering van de huisinstallatie
heeft gereageerd.
Vervang de zekering.
Schakel de automatische zekering weer in.
Zekering blijft reageren. Bel de service.
Onderbreking in de stroomtoe-
voer.
Controleer de stroomtoevoer.
De demo-modus is ingescha-
keld.
De demo-modus kan alleen met een veiligheidscode
worden uitgeschakeld.
Bel de service.
Toestel is defect. Bel de service.
... alleen de verlichting functioneert niet
Mogelijke oorzaak Oplossing
Halogeenlamp defect. Bel de service.
… de gaartijd ongewoon lang lijkt te zijn
Mogelijke oorzaak Oplossing
Het toestel is slechts enkelfa-
sig aangesloten.
Sluit het toestel tweefasig aan.
51
12 Storingen zelf verhelpen
...bij het grillen sterke rookontwikkeling optreedt
Mogelijke oorzaak Oplossing
Gerechten bevinden zich te
dicht bij de verwarmingsele-
menten.
Controleer of het gekozen niveau met de «Easy-
Cook» overeenkomt.
Grillstand is te hoog. Verlaag de grillstand.
… bij het stomen wordt geen stoom geproduceerd
Mogelijke oorzaak Oplossing
De temperatuur in de
kookruimte bedraagt meer
dan 100°C.
Niet nodig om te verhelpen:
Stoom boven 100°C is niet zichtbaar.
... de kerntemperatuur niet wordt aangegeven
Mogelijke oorzaak Oplossing
De kernthermometer is niet
juist geplaatst.
Controleer of de kernthermometer op de juiste wij-
ze in de aansluitbus is gestoken.
Controleer of de kernthermometer op de juiste wij-
ze in het gerecht is gestoken: de punt moet zich in
het midden van het dikste gedeelte bevinden.
De kernthermometer kan niet
worden gebruikt in het gese-
lecteerde automatische pro-
gramma; het symbool
licht grijs op.
Indien de kernthermometer desondanks toch moet
worden gebruikt: schakel over naar het menu van
de gebruikswijzen en stel een passende be-
drijfsmodus in.
De kernthermometer of de
aansluitbus is defect.
Bel de service.
… het bedieningsveld beslaat
Mogelijke oorzaak Oplossing
Vrijkomende stoom bij modus
met stoom.
Kortdurend beslaan is normaal.
Verzeker u ervan dat de deurafdichting aan alle
kanten volledig aansluit, wanneer u de toesteldeur
sluit.
Bij intens en aanhoudend beslaan dient u contact
op te nemen met de service.
… er tijdens bedrijf geluiden zijn te horen
Mogelijke oorzaak Oplossing
Bedrijfsgeluiden kunnen tij-
dens het gebruik altijd optre-
den (schakel- en pompgelui-
den).
Dit is een normaal verschijnsel.
52
12 Storingen zelf verhelpen
... de klok fout loopt
Mogelijke oorzaak Oplossing
Onregelmatige netstroomfre-
quentie.
Schakel de netstroomsynchronisatie uit.
Bij uitgeschakelde netstroom-
synchronisatie is de interne
klokschakeling onnauwkeurig.
Bel de service.
… het display het volgende toont
FX/EXX zie bedieningshandleiding
SN XXX XXXXXX
Mogelijke oorzaak Oplossing
Verschillende situaties kunnen
tot een storingsmelding leiden.
Sensortoets aanraken om de storingsmelding te
bevestigen.
De stroomtoevoer gedurende ca.1minuut onder-
breken.
De stroomtoevoer weer inschakelen.
Indien de storing opnieuw verschijnt, de complete
storingsmelding en het SN-nummer (zie typeplaat-
je) noteren.
De stroomtoevoer onderbreken.
Service bellen.
… op het display het volgende staat
UX/EXX zie bedieningshandleiding
SN XXX XXXXXX
Mogelijke oorzaak Oplossing
Storing in de stroomtoevoer.
De toets aanraken om de storingsmelding te be-
vestigen.
De stroomtoevoer gedurende ca.1minuut onder-
breken.
De stroomtoevoer weer inschakelen.
Indien de storing opnieuw verschijnt, de complete
storingsmelding en het SN-nummer (zie typeplaat-
je) noteren.
De stroomtoevoer onderbreken.
Service bellen.
53
12 Storingen zelf verhelpen
… op het display staat
restwarmte
Waterreserv. niet verwijderen.
Mogelijke oorzaak Oplossing
De watertemperatuur in de
stoomgenerator is te hoog.
Wacht het afkoelen af (dit kan tot 30 minuten du-
ren).
Water wordt om veiligheidsredenen pas weggepompt,
wanneer een bepaalde minimumtemperatuur is be-
reikt.
Het toestel kan desondanks worden gebruikt.
… op het display staat
Ontkalken mislukt
Toestel is niet ontkalkt.
Mogelijke oorzaak Oplossing
Ongeschikt ontkalkingsmiddel
gebruikt.
Voer nogmaals een ontkalking uit met het voorge-
schreven ontkalkingsmiddel.
Ontkalken heeft niet correct
plaatsgevonden.
Als de melding na meerdere keren ontkalken niet
verdwijnt, noteer dan het SN-nummer (zie type-
plaatje) en de complete storingsmelding.
Bel de service.
… op het display het volgende staat
Water vullen
Het waterreservoir wordt uitgestoten, indien geactiveerd, maar is nog gevuld.
Mogelijke oorzaak Oplossing
Vulfout verdamper Waterreservoir er weer inschuiven, pompen af-
wachten
Indien de storing opnieuw verschijnt, de complete
storingsmelding en het SN-nummer (zie typeplaat-
je) noteren.
Bel de service.
12.2 Na een stroomonderbreking
De persoonlijke instellingen blijven behouden.
Kortstondige stroomonderbreking tijdens het bedrijf
De huidige werking van het toestel wordt afgebroken.
Na het inschakelen van het toestel staat in het display: «Stroomuitval. Werking afge-
broken».
Kies om de melding te bevestigen.
In het display verschijnt het menu van de bedrijfsmodi.
54
13 Toebehoren en vervangingsonderdelen
Korte stroomonderbreking tijdens het ontkalken
Het ontkalken wordt onderbroken.
Na het inschakelen van het toestel staat op het display: «Stroomuitval Ontkalken
wordt voortgezet.»
Selecteer om de melding te resetten.
Het ontkalken wordt voortgezet.
Stroomonderbreking gedurende langere tijd
Uitvoering 1 *
* Afhankelijk van softwareversie
Na een stroomonderbreking gedurende langere tijd wordt een eerste inbedrijfstelling uit-
gevoerd. Het is echter zo dat alleen de taal en de tijd opnieuw moeten worden ingesteld
om het toestel weer in werking te stellen; verder zijn er geen verplichte instellingen.
Indien ontkalken actief was: Het ontkalken wordt voortgezet.
Uitvoering 2 *
* Afhankelijk van softwareversie
Na een stroomonderbreking gedurende langere tijd wordt een eerste inbedrijfstelling uit-
gevoerd. Het is echter zo dat alleen de tijd opnieuw hoeft te worden ingesteld om het
toestel weer in werking te stellen; verder zijn er geen verplichte instellingen.
Na het inschakelen van het toestel staat in het display: «Stroomuitval. Tijd instel-
len.»
Kies om de melding te bevestigen.
In het display verschijnt het menu «Klok» van de persoonlijke instellingen.
Kies , stel de tijd in en bevestig deze.
In het display verschijnt weer het menu «Klok».
Kies .
In het display staat: «Wilt u de inbedrijfstelling voortzetten?»
Moeten er nog meer persoonlijke instellingen worden gewijzigd, kies dan «Ja».
In het display verschijnt het betreffende menu voor de persoonlijke instellingen.
Hoeven er verder geen persoonlijke instellingen te worden gewijzigd, kies dan «Nee».
Het toestel is weer klaar voor gebruik.
Indien ontkalken actief was: Het ontkalken wordt voortgezet.
13 Toebehoren en vervangingsonderdelen
Het hier opgesomde toebehoren evenals reserveonderdelen kunnen naast de leverings-
omvang van het toestel worden besteld. De bestelling is tegen betaling, behalve als er
sprake is van garantie. Geef bij bestellingen de productfamilie van het toestel en een
exacte aanduiding van het toebehoren of het reserveonderdeel aan.
13.1 Toebehoren
Roestvrijstalen plaat
Gaarplaat geperforeerd
55
13 Toebehoren en vervangingsonderdelen
Rooster
Bakplaat met DualEmail
Kernthermometer
Bedienungsanleitung … Einstelltipps
Brochure EasyCook
Receptenboek
13.2 Speciaal toebehoren
Informatie onder: www.vzug.com
13.3 Onderdelen
Draagrooster links / rechts
Kartelmoer
Deksel voor waterreservoir
Waterreservoir
Afdichtpad voor Vacuisine met kernthermometer
Ontkalkingsmiddel Durgol Swiss Steamer
Het ontkalkingsmiddel kan ook in een speciaalzaak worden gekocht.
56
14 Technische gegevens
14 Technische gegevens
Afmetingen buitenkant
Zie de installatiehandleiding
1
Elektrische aansluiting
Zie het typeplaatje 1
14.1 Aanwijzing voor testinstituten
De energie-efficiëntieklasse volgens EN 50304/EN 60350 wordt met de gebruikswijzen
en bepaald.
Het aanbrengen van thermo-elementen tussen de toesteldeur en de pakking kan ertoe
leiden dat de deur niet meer sluit en dat foute metingen ontstaan.
Het bepalen van het gebruiksvolume volgens EN 50304/EN 60350 vindt plaats met ge-
demonteerde draagroosters.
Het nominaal opgenomen vermogen volgens IEC 60335 wordt bepaald met ingebruikna-
me van de functie «Persoonlijke instellingen/Aansluiting controleren».
Algemene aanwijzing
Maximale lading 3 kg
14.2 Temperatuurmeting
De temperatuur binnen de kookruimte wordt volgens een internationaal geldende norm
in de lege kookruimte gemeten. Eigen metingen kunnen onnauwkeurig zijn en zijn niet
geschikt om de nauwkeurigheid van de temperatuur te controleren.
14.3 Gegevens van het product
Volgens de EU-verordening nr.: 66/2014
Merk V-ZUG Ltd
Toesteltype Stoomkoker
Modelnaam CSSL
Gewicht van het toestel kg 40
Aantal kookruimtes 1
Warmtebron per kookruimte Stroom
Volume per kookruimte l 55
Energieverbruik in conventionele modus
1
) kWh/cyclus 0,7
Energieverbruik in hete lucht-/ luchtcirculatiemodus
2
) kWh/cyclus 0,67
Energie-efficiëntie-index per kookruimte
3
) 85,8
Toegepaste meet‑/berekeningsmethode IEC 60350
1
)
bij het verwarmen van een standaardbelading per kookruimte
2
)
bij het verwarmen van een standaardbelading per kookruimte
3
)
meetmethoden: zie EU-verordening nr. 66/2014, bijlage II, hfst. 1
57
15 Afvoer
Energie besparen bij het koken
De gebruikswijzen en verbruiken minder energie dan de gebruikswijzen en .
Frequent openen van de apparaatdeur vermijden.
Bij gratins restwarmte gebruiken: vanaf een tijdsduur van 30minuten het apparaat 5–
10 minuten vóór het einde van het bakken uitschakelen.
Niet langer dan nodig voorverwarmen.
Kookruimte alleen voorverwarmen als het kook- of bakresultaat ervan afhankelijk is.
14.4 EcoStandby
Om onnodig energieverbruik te voorkomen is het toestel uitgerust spaarautomaat «EcoS-
tandby» .
De laagste waarde van het stroomverbruik kan worden bereikt door het kiezen van
de persoonlijke instelling «Tijdweergave onzichtbaar maken». Ondanks de EcoS-
tandby blijven de veiligheidsfuncties actief.
14.5 «Open source» licentie-verwijzing
Uw toestel bevat de open source-software Newlib. Deze valt onder de licentievoorwaar-
den volgens hoofdstuk 4.1 (4.1.1–4.1.8; 4.1.9; 4.1.10; 4.1.14–4.1.16) van het bijgevoeg-
de open-source-software-licentiedocument.
15 Afvoer
15.1 Verpakking
Kinderen mogen in geen geval met verpakkingsmateriaal spelen omdat er letsel-
of verstikkingsgevaar bestaat. Berg verpakkingsmateriaal veilig op en gooi het op
een milieuvriendelijke manier weg.
15.2 Veiligheid
Maak het apparaat onbruikbaar, zodat ongelukken kunnen worden voorkomen door on-
eigenlijk gebruik (bijvoorbeeld door spelende kinderen):
Koppel het apparaat los van het stroomnet. Bij een vast gemonteerd apparaat moet
dit door een erkend elektricien worden uitgevoerd! Snij vervolgens het netsnoer bij het
apparaat los.
15.3 Afvoer
Het symbool «doorgestreepte vuilnisbak» verplicht tot een gescheiden afvoer van
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA). Dergelijke apparaten kunnen gevaar-
lijk zijn en milieugevaarlijke stoffen bevatten.
Deze apparaten moeten worden ingeleverd bij een inzamelingspunt voor het recyclen
van elektrische en elektronische apparatuur en kunnen niet worden weggegooid in on-
gesorteerd huishoudelijk afval. Daarmee draagt u bij aan de bescherming van hulp-
bronnen en het milieu.
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de lokale autoriteiten.
58
16 Trefwoordenlijst
A
Aansluiting controleren ................................... 46
Aanwijzing ......................................................... 44
Achtergrondbeelden........................................ 43
Afbreken
Recepten ....................................................... 27
Afmetingen buitenkant .................................... 57
Afvoer................................................................. 58
Annuleren
Bedrijfsmodus .............................................. 22
Een eigen recept aanmaken ..................... 29
Recept wijzigen............................................ 29
AutoBraad ......................................................... 32
Automatisch uitschakelen .............................. 43
B
Bakplaat............................................................. 12
Bediening .......................................................... 19
Bedienings- en display-elementen................ 11
Bedrijfsmodus
Annuleren ...................................................... 22
Kiezen ............................................................ 20
Wijzigen ......................................................... 23
Bord verwarmen............................................... 14
Boven-/onderhitte ............................................ 15
Boven-/onderhitte vochtig .............................. 17
Buitenkant reinigen.......................................... 47
D
Demo-modus .................................................... 46
Deurafdichting
Reiniging ....................................................... 48
vervangen...................................................... 48
Deurgreep ......................................................... 45
Doeltemperatuur .............................................. 22
Draagrooster..................................................... 48
Reinigen ........................................................ 48
Duur.................................................................... 21
Receptstap.................................................... 28
E
EasyCook ................................................... 39, 56
Levensmiddelengroepen............................ 39
EcoStandby....................................................... 58
Eerste inbedrijfstelling..................................... 10
Eigen recepten ................................................. 28
Aanmaken..................................................... 28
Verwijderen ................................................... 30
Einde .................................................................. 21
Elektrische aansluiting .................................... 57
Energie besparen ..................................... 42, 58
F
F- en E-meldingen............................................ 53
Fabrieksinstellingen......................................... 46
Favorieten.......................................................... 40
Aanmaken..................................................... 40
Starten............................................................ 40
Verwijderen ................................................... 40
Wijzigen ......................................................... 40
G
gaarplaat............................................................ 13
Garantieverlenging .......................................... 63
Gebruiksaanwijzingen ........................................ 7
Geldigheidsbereik............................................... 2
Geluidssterkte................................................... 44
Grill ..................................................................... 17
Grill-circulatielucht............................................ 17
H
Halogeenlamp .................................................. 48
Helderheid......................................................... 43
Hete lucht .......................................................... 15
Hete lucht & Stoom ......................................... 15
Hete lucht met onderhitte............................... 16
Hete lucht vochtig............................................ 18
Hygiëne.............................................................. 38
I
Inbedrijfstelling ................................................. 10
Ingebruikneming ................................................. 7
Instellingen van de gebruikswijze ................. 20
Controleren ................................................... 20
Wijzigen ......................................................... 20
K
Kerntemperatuur .............................................. 22
Alleen meten................................................. 22
Kernthermometer ...................................... 13, 22
Reinigen ........................................................ 48
Klok .................................................................... 43
Klok instellen .................................................... 42
Kookruimte
Reinigen ........................................................ 47
Temperatuurmeting ..................................... 57
Korte handleiding............................................. 64
L
lading ................................................................. 57
Lange gaartijd................................................... 51
M
Modelnaam .......................................................... 2
59
Modelnummer .............................................. 2, 46
N
Netsynchronisatie ............................................ 44
Niveaus .............................................................. 12
Notities ............................................................... 62
O
Onderhitte................................................... 12, 18
onderhoud......................................................... 46
Ontkalken .......................................................... 49
mislukt............................................................ 54
spoelfase....................................................... 50
Starten............................................................ 50
Tijdsduur tot volgende ontkalken ............. 46
Ontkalkingsmiddel ........................................... 49
Opbouw ............................................................. 11
P
Pauze ................................................................. 28
Persoonlijke instellingen................................. 42
Aanpassen .................................................... 42
Overzicht ....................................................... 42
Profi-bakken ...................................................... 33
R
Recepten ........................................................... 26
Actie vereist .................................................. 27
Afbreken ........................................................ 27
Eigen recept aanmaken ............................. 28
Kopiëren ........................................................ 29
Stap voortijdig beëindigen ......................... 29
Tijdsduur van een stap ............................... 28
Wijzigen ......................................................... 29
receptenboek............................................. 26, 56
Vrijgeven........................................................ 26
RegeneratieAutomaat ..................................... 36
regeneratieduur................................................ 37
Regenereren .............................................. 16, 41
Reiniging............................................................ 47
Deurafdichting .............................................. 48
Draagrooster................................................. 48
Kernthermometer......................................... 48
Kookruimte.................................................... 47
Toebehoren................................................... 48
Waterreservoir .............................................. 48
Reserveonderdelen .................................. 55, 56
Roestvrijstalen plaat ........................................ 13
Rooster .............................................................. 13
S
Sensortoetsen................................................... 11
Service & Support............................................ 63
Signaaltonen ..................................................... 44
SlowCooking..................................................... 34
Kernthermometer plaatsen ........................ 35
Met stoom ..................................................... 35
Na aanbraden .............................................. 34
Starten............................................................ 35
Vooraf ingestelde waarde .......................... 45
Voortijdig uitschakelen ............................... 36
SN ....................................................................... 46
Snel opwarmen ......................................... 18, 45
Automatisch inschakelen ........................... 45
Softwareversies ................................................ 46
Speciaal toebehoren ................................ 14, 56
Startscherm....................................................... 43
Stekkerbus ........................................................ 12
stomen ............................................................... 14
Stoomtoevoer in-/uitschakelen...................... 16
Stroomonderbreking ....................................... 54
Stroomuitval ...................................................... 54
Symbolen.............................................................. 5
T
Taal ..................................................................... 43
Technische gegevens ..................................... 57
Technische vragen .......................................... 63
Temperatuureenheid ....................................... 45
Temperatuursensor ......................................... 12
Testinstituten..................................................... 57
Tijdsformaat ...................................................... 43
Tijdweergave..................................................... 44
Timer .................................................................. 23
Tip and go.................................................. 20, 45
Tips en trucs ..................................................... 41
Toebehoren................................................ 12, 55
Reinigen ........................................................ 48
Toestel afvoeren............................................... 58
Toesteldeur
Reinigen ........................................................ 47
Verwijderen ................................................... 47
Toestelgegevens.............................................. 46
Type....................................................................... 2
Typeplaatje........................................................ 57
U
U- en E-meldingen ........................................... 53
Uitgestelde start ............................................... 21
Uitschakeltijd van het toestel......................... 43
V
Vacuisine ........................................................... 30
Veiligheidsaanwijzingen
Algemene .........................................................5
Veiligheidsvoorschriften
Reglementair gebruik.....................................7
Toestelspecifieke ............................................6
Voor de eerste ingebruikneming .................7
Verlichting................................................... 45, 51
60
16 Trefwoordenlijst
verschil in bruinering....................................... 41
Verwijderen
Eigen recept ................................................. 30
Favorieten...................................................... 40
verzorging.......................................................... 46
vochtigheidsgraad ........................................... 37
voor de eerste ingebruikneming...................... 7
Voortijdig uitschakelen.................................... 22
Voorverwarmen ......................................... 42, 58
Vulfout verdamper ........................................... 54
W
Wachten............................................................. 28
Warmhouden .................................................... 38
waterhardheid................................................... 44
waterreservoir ................................................... 45
automatisch uitschuiven............................. 45
leegmaken .................................................... 26
Reinigen ........................................................ 48
vullen.............................................................. 19
Wellness ............................................................ 37
Werking verlengen........................................... 24
61
62
17 Notities
18 Service & Support
In het hoofdstuk «Storingen oplossen» vindt u nuttige informatie met betrekking tot
kleinere storingen. Zo hoeft u niet om een servicemonteur te vragen en vermijdt u
mogelijke kosten.
De V-ZUG-garantie-informatie vindt u op www.vzug.com →Service
→Garantie. Lees deze aandachtig door.
Registreer uw toestel per direct online via www.vzug.com →Service
→Garantieregistratie. Zo profiteert u in geval van een mogelijke storing reeds tijdens de
garantieperiode van het toestel van de beste ondersteuning. Voor de registratie hebt u
het serienummer (SN) en de aanduiding van het toestel nodig. Deze gegevens vindt u op
het typeplaatje van uw toestel.
Mijn toestel-informatie:
SN: __________________________ Toestel: __________________________________
Houd deze informatie altijd binnen handbereik als u met V-ZUG contact opneemt. Harte-
lijk dank.
Open de toesteldeur.
Het typeplaatje bevindt zich links aan de zijwand.
Uw reparatieopdracht
Onder www.vzug.com→Service→Service-Nummer vindt u het telefoonnummer van het
dichtstbijzijnde V‑ZUG-Service-center.
Technische vragen, toebehoren, garantieverlenging
V-ZUG helpt u ook graag bij algemene administratieve en technische aanvragen, neemt
uw bestellingen op voor toebehoren en vervangende onderdelen en informeert u over
onze vooruitstrevende servicecontracten.
63
Korte handleiding
Hier vindt u de belangrijkste informatie met betrekking tot de bediening overzichtelijk
weergegeven.
Actief menu
Menutoetsen
Menutoetsen
곋*HEUXLNVZLM]HQ
6WRPHQ
00:00
Indrukken om het toestel in te schakelen
en te selecteren en bevestigen
Draaien om de temperatuur en tijd in te
stellen of om in het menu te navigeren
Instelknop als centraal
bedienelement
Menu- en actietoetsen
De menutoetsen bevatten een selectie aan bereidingsopties en persoonlijke instellingen.
Deze kunnen worden geselecteerd door de betreffende toets aan te tippen. Het actieve
menu wordt weergegeven in de display. De instelknop dient voor het navigeren en bedie-
nen van het menu; verder kunnen submenu's worden opgeroepen.
Met de functietoetsen heeft u directe toegang tot onafhankelijke functies zoals de verlich-
ting of het uitschakelen van het toestel .
V-ZUG Ltd, Industriestrasse 66, CH-6302 Zug
[email protected], www.vzug.com
J23011356-R08
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

V-ZUG 23013 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor