VOLTCRAFT VC-10T Operating Instructions Manual

Categorie
Meten
Type
Operating Instructions Manual

Deze handleiding is ook geschikt voor



O

1. Inleiding .............................................................................................................................................................. 51
2. Voorgeschreven gebruik ..................................................................................................................................... 52
3. Bedieningselementen ......................................................................................................................................... 53
4. Leveringsomvang ............................................................................................................................................... 53
5. Veiligheidsinstructies .......................................................................................................................................... 53
6. Informatie en symbolen ...................................................................................................................................... 56
7. Ingebruikname .................................................................................................................................................... 57
8. Reiniging en onderhoud ...................................................................................................................................... 61
9. Verwijderen ......................................................................................................................................................... 61
10. Verhelpen van storingen ..................................................................................................................................... 62
11. Technische gegevens ......................................................................................................................................... 63


Geachte klant,
Wij danken u hartelijk voor het aanschaffen van dit Voltcraft
®
-product. Hiermee heeft u een uitstekend apparaat in
huis gehaald.
U hebt een kwaliteitsproduct aangeschaft dat ver boven het gemiddelde uitsteekt. Een product uit een merkfamilie
die zich op het gebied van meet-, laad-, en voedingstechniek met name onderscheidt door specieke vakkundigheid
en permanente innovatie.
Met Voltcraft
®
worden gecompliceerde taken voor u als kieskeurige doe-het-zelver of als professionele gebruiker al
gauw kinderspel. Voltcraft
®
biedt u betrouwbare technologie met een buitengewoon gunstige verhouding van prijs en
prestaties.
Wij zijn ervan overtuigd: Uw keuze voor Voltcraft
®
is tegelijkertijd het begin van een langdurige en prettige samen-
werking.
Veel plezier met uw nieuwe Voltcraft
®
-product!

Voor meer informative kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be


De Flex stroomtang maakt het mogelijk om in combinatie met een wisselspanningsmeter (AC-V) de elektrische
AC-stroomsterkte in een elektrische leiding te meten. Het elektrisch circuit mag bij het plaatsen van de stroomtang
en tijdens de meting niet worden gescheiden. De stroomtang werkt volgens het Rogowsky-principe en bepaalt het
elektrisch veld dat een stroomdoorlopen leiding omgeeft. Aan de uitgang wordt een wisselspanning uitgegeven die
proportioneel t.o.v. de stroomsterkte is.
De stroomtang is dubbel geïsoleerd en kan voor metingen met geïsoleerde en niet-geïsoleerde elektrische leidingen
worden gebruikt. Met niet-geïsoleerde, actief gevaarlijke stroomleidingen mag de stroomtang alleen in een stroomv-
rij elektrisch circuit worden geschakeld en afgenomen.
De spanning in het elektrisch stroomcircuit tegen aardpotentiaal mag de 1000 V in CAT III of 600 V in CAT IV niet
overschrijden. Het gebruik van een persoonlijke beschermingsuitrusting is aangewezen voor metingen in een CAT
III en IV-omgeving.
De aansluiting op een computer vindt plaats via een veiligheidsstekker van 4 mm. Deze passen voor de meeste
spanningsmeters.
De meter wordt met twee standaard 1,5 V microbatterijen (type AAA, LR03) aangedreven. Het gebruik is alleen
toegestaan met de aangegeven batterijtypen. Accu’s met een celspanning van 1,2 V mogen niet worden gebruikt..
Het meetapparaat mag in geopende toestand of met open batterijvak niet worden gebruikt.
Metingen in explosieve omgevingen (Ex) of vochtige ruimten of onder ongunstige omstandigheden zijn niet toe-
gestaan. Ongunstige omstandigheden zijn: Vocht of hoge luchtvochtigheid, stof en brandbare gassen, dampen of
oplosmiddelen, onweer of onweerachtige omstandigheden zoals sterke elektrostatische velden, enz.
Gebruik voor de metingen alleen meetsnoeren of meetaccessoires die op de specicaties van het meetapparaat
afgestemd zijn.
Het meetapparaat mag uitsluitend worden bediend door personen, die met de nodige voorschriften voor het meten
en de mogelijke gevaren vertrouwd zijn. Het gebruik van een persoonlijke beschermingsuitrusting is aangewezen.
Een andere toepassing dan hierboven beschreven, kan leiden tot beschadiging van het product. Daarnaast bestaat
het risico van bijv. kortsluiting, brand of elektrische schokken. Het totale product mag niet worden gewijzigd resp.
omgebouwd!
Lees deze handleiding zorgvuldig door en bewaar deze voor toekomstig gebruik.
De veiligheidsvoorschriften dienen absoluut in acht te worden genomen!


1 Omschakelaar voor meetbereik
2 Bedieningsschakelaar
3 Bedrijfsindicator
4 Batterijvak
5 Greep
6 Flex-stroomsensor
7 Draaidop voor ex-stroomsensor
8 Veiligheidsaansluitstekker (uitgang)

Flex-stroomtang
2 microbatteirjen (AAA, LR03)
Gebruiksaanwijzing








Dit apparaat heeft de fabriek in een veiligheidstechnisch perfecte staat verlaten.
Volg de in deze gebruiksaanwijzing opgenomen veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen op om deze
toestand van het apparaat en gebruik ervan zonder gevaar te borgen. .


Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke instructies in deze gebruiksaanwijzing die absoluut
moeten worden opgevolgd.
Een bliksemschicht in een driehoek waarschuwt voor een elektrische schok of een veiligheidsbeperking
van elektrische onderdelen in het apparaat.
Een doorstreept bliksemsymbool in een cirkel verbiedt het plaatsen en verwijderen van de stroomtang
aan niet-geïsoleerde, gevaarlijk-actieve stroomleidingen en waarschuwt voor mogelijke gevaren. Er moet
een persoonlijke beschermingsuitrusting worden gebruikt.
Het “pijl”-symbool wijst op speciale tips en aanwijzingen voor de bediening van het product.
Dit apparaat is CE-goedgekeurd en voldoet aan de betrokken Europese richtlijnen
Beschermingsniveau 2 (dubbele of versterkte isolatie, dubbel geïsoleerd).
 Meetcatagorie I voor metingen aan elektrische en elektronische apparaten die niet rechtstreeks via de
netspanning worden voorzien (vb. batterijaangedreven apparaten, lage veiligheidsspanning, signaal- en
stuurspanningen, etc.)
 Meetcategorie II voor metingen aan elektrische en elektronische apparaten, die via een netstekker recht-
streeks worden voorzien van spanning. Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT I
voor het meten van signaal- en stuurspanningen).
 Meetcategorie III voor metingen in de gebouwinstallatie (b.v. stopcontacten of onderverdelingen). Deze
categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT lI voor het meten aan elektrische apparaten).
 Meetcategorie IV voor metingen aan de bron van de laagspanningsinstallatie (vb. hoofdverdeler, huis-
overdrachtspunten van de energieleverancier, etc.) en in de open lucht (vb. werken aan aardingskabels,
bovengrondse leidingen, etc.). Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën.
Aardpotentiaal

Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het
toestel niet toegestaan.
Raadpleeg een vakman als u twijfelt over de werkwijze, veiligheid of aansluiting van het apparaat.
Meetapparaten en accessoires zijn geen speelgoed; houd deze buiten bereik van kinderen!
In commerciële omgevingen dienen de Arbo-voorschriften ter voorkoming van ongevallen met betrekking
tot elektrische installaties en bedrijfsmiddelen in acht te worden genomen.
In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door geschoold personeel voldoende
toezicht worden gehouden op de bediening van meetapparatuur.
De spanning tussen meter en aardpotentiaal mag niet meer zijn dan 1000 V DC/AC in CAT III resp. 600 V
DC/AC in CAT IV.
Wees vooral voorzichtig bij de omgang met spanningen >33 V wissel- (AC) resp. >70 V gelijkspanning
(DC)! Reeds bij deze spanningen kunt u door het aanraken van elektrische geleiders een levensgevaar-
lijke elektrische schok krijgen.
Controleer voor elke meting uw meetapparaat en de meetdraden op beschadiging(en). Voer in geen
geval metingen uit als de beschermende isolatie beschadigd (gescheurd, verwijderd enz.) is. De vast
aangesloten meetkabels en de ex stroomsensor hebben een vergrendelingsindicator. Bij schade wordt
een tweede, anderskleurige isoleerlaag zichtbaar. Beschadigde meetleidingen kunnen niet worden
vervangen. De meter mag niet meer worden gebruikt en moet worden vervangen.
Om een elektrische schok te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat u de te meten aansluitingen/meet-
punten tijdens de meting niet, ook niet indirect, aanraakt. De omgeving boven de aangegeven greep (5)
mag tijdens het meten niet worden aangeraakt.
Aan de aangesloten meetleidingen (8) mag geen spanning worden aangelegd. Dit zijn zuivere meetuit-
gangen.
Gebruik de adapter niet kort voor, tijdens of kort na onweer (blikseminslag! / energierijke overspannin-
gen!). Zorg dat uw handen, schoenen, kleding, de vloer, schakelingen en onderdelen van de schakeling
enz. absoluut droog zijn.
Vermijd gebruik van het toestel in de direct omgeving van:
- sterke magnetische of elektromagnetische velden
- zendantennes of HF-generatoren.
Daardoor kan de meetwaarde worden vervalst.
Wanneer men aanneemt dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, dan mag het apparaat niet meer
worden gebruikt en moet het worden beveiligd tegen onbedoeld gebruik. U mag ervan uitgaan dat een
veilig gebruik niet meer mogelijk is indien:
- het apparaat zichtbaar is beschadigd
- het apparaat niet meer werkt,
- het apparaat langdurig onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen
- het apparaat tijdens transport te zwaar is belast.

Laat het apparaat uitgeschakeld op kamertemperatuur komen.
Ga bij metingen aan stroomrails en niet-geïsoleerde leidingen uiterst voorzichtig te werk - er bestaat
gevaar voor een elektrische schok. Draag, in overeenstemming met de betreffende veiligheidsbepalin-
gen, veiligheidsuitrusting (b.v. handschoenen enz.) om verwondingen door stroomslagen, lichtbogen enz.
te vermijden.
Laat het verpakkingsmateriaal niet rondslingeren. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn.
Werk, voor zover mogelijk, niet alleen, zodat hulp verleend kan worden.
Neem ook de veiligheidsvoorschriften in de afzonderlijke hoofdstukken in acht.

AC- wisselstroom
A Ampère (eenheid van elektrische stroomsterkte)
mV Milivolt (eenheid van elektrische spanning)
mV/A Proportionele verhouding (mV per gemeten A)
Bedrijfsschakelaar
Batterijindicator “Batterij vol”, knippert langzaam
Batterijindicator “Batterij leeg”, knippert snel
Sleutelsymbool “Vergrendeld”
Sleutelsymbool “Ontgrendeld”
Pijl voor positiemarkering


In de veiligheidsstekkers van de meetleidingen bevinden zich evt. transportbeschermkappen. Verwijder deze
voor u de stekkers in de meetapparaatbussen steekt.

Vóór u met de stroomtang kunt meten, moeten de meegeleverde batterijen worden geplaatst.
De bedrijfsindicator (3) knippert bij volle batterijen (>2,5V) langzaam. Als de bedrijfsindicator snel of helemaal niet
meer knippert, zijn de batterijen (<2,5 V) leeg en moeten ze onmiddellijk worden vervangen.


Verwijder de meter van alle elektrische circuits en schakel
het apparaat uit (OFF).
Ontgrendel het batterijvak (4) door met een kleine munt of
een brede platte schroevendraaier tegen de richting van de
uren van de klok te draaien, tot de markering op het open
sleutelsymbool “Ontgrendeld” staat.
Haal het batterijvakdeksel uit de meter.
Plaats twee nieuwe batterijen van hetzelfde in de juiste
poolrichting in het batterijvak. Let op de polariteitsweergave
in het batterijvakdeksel (“+” en “-”).
Sluit het batterijvak opnieuw zorgvuldig en vergrendel dit in
omgekeerde volgorde.
Geschikte alkalinebatterijen verkrijgt u met het volgende bestelnummer: bestelnr. 65 23 03 (2x bestellen),
Gebruik alkalinebatterijen omdat deze krachtig zijn.














Het meetapparaat wordt via de aan-/uittoets (2) in- en uitgeschakeld.
Om hem in te schakelen drukt u op de bedrijfsschakelaar tot deze
inklikt? Het laadstroomdipslay (3) begint langzaam te blinken.
Druk voor het uitschakelen de schakelaar opnieuw in. Het apparaat
is uitgeschakeld. Het lampje voor de aanduiding van de bedrijfsstatus
gaat uit.

Verbind de uitgangsstekker (8) met de spanningsmeetbussen van het
meetapparaat. Verbind de rode stekker aan op de V-meetbus en de zwarte
stekker met de COM-meetbus.
Kies op de meter een passende wisselspanningsmeetbereik (AC-V) en
schakel de spanningsmeter in.
Kies op de stroomtangadapter het meetbereik (1) voor de toepassing die het
best bij u past.

Om de Flex-stroomsensor te openen, ontgrendellt u het
deksel (7).
Draai het deksel tegen de richting van de wijzers van de
klok tot aan een voelbare aanslag. De pijlmarkeringen
staan niet meer recht tegenover elkaar.
Trek het uiteinde van het stroomcircuit uit de houder.
Om te vergrendelen gaat u in omgekeerde volgorde te
werk. Let op dat de beide pijlmarkeringen in de vergren-
delde toestand ontvangen... Als dit niet het geval is, kan
het tot metingen bekomen?
Het plaatsen en afnemen van de stroomtang van niet-geïsoleerde, gevaarlijk-actieve strroomleidiers, is
verboden.
Het stroomcircuit moet voor het plaatsen en verwijderen van Flex-stroomsensor, spanningsvrij worden
geschakeld.
Er moet een persoonlijke beschermingsuitrusting worden gebruikt.

Omhul met de stroomsensor altijd slechts een
aangezien ze anders evt. de stromen tegenover elkaar af-
wegen en verkeerde meetwaarden worden weergegeven.
Via een greepbereik (5) mag tijdens het meten niet
worden gelopen (er werd in de schets met twee pijlen
gemarkeerd).
Als er stroom in de leiding voert, kan de stroom aan het
meetapparaat worden afgelezen.
De volgende wisselspanningen worden proportioneel ten
opzichte van de gemeten stroom uitgegeven:
30 A bereik 100 mV/A
300 A bereik 10 mV/A
3000 A bereik 1 mV/A
Voor een een- of driefasige aansluitkabel met vast gemonteerde stekker, gebruikt u evt. de optioneel verkrijg-
bare stroommeetadapter Deze maken het meten aan vast aangesloten netkabels makkelijker.
Let bij het aanraken van de stroomleiding op dat de leiding zich in het cen-
trum van de ex-stroomsensor bevindt. Een andere positie verhoogt daarbij de
meetfouten (meetafwijking).
De volgende tabel toont de toe te voegen foutentoleranties en de overeenkom-
stige afstanden van het centrum. Het centrum is in het schema met een “+”
gemarkeerd.
Afstandsveld VC-10T VC-18T
Afstand Fout Afstand Fout
A 15 mm ±2% 35 mm ±1%
B 25 mm ±2,5% 50 mm ±1,5%
C 35 mm ±3% 60 mm ±2%



Om de nauwkeurigheid van het meetapparaat over een langere periode te kunnen garanderen, moet het apparaat
jaarlijks worden gekalibreerd.
Afgezien van een incidentele reinigingsbeurt en het vervangen van de batterij is het apparaat onderhoudsvrij.
Het vervangen van de batterijen vindt u in hoofdstuk 7. Ingebruikname:



Voordat u het apparaat reinigt, dient u absoluut de volgende veiligheidsvoorschriften in acht te nemen:




Gebruik voor het schoonmaken geen schurende schoonmaakmiddelen, benzine, alcohol of soortgelijke producten.
Hierdoor wordt het oppervlak van het meetapparaat aangetast. Bovendien zijn de dampen schadelijk voor de ge-
zondheid en explosief. Gebruik voor de reiniging ook geen scherp gereedschap, schroevendraaiers of staalborstels
en dergelijke.
Voor de reiniging van het apparaat resp. de meetdraden dient u een schone, pluisvrije, antistatische en licht voch-
tige schoonmaakdoek te gebruiken. Laat het apparaat goed drogen voordat u het weer in gebruik neemt.

Oude elektronische apparaten kunnen gerecycled worden en horen niet thuis in het huisvuil. Indien het
toestel onbruikbaar is geworden, dient het in overeenstemming met de geldende wettelijke voorschriften
te worden afgevoerd naar de gemeentelijke verzamelplaatsen. Afvoer via het huisvuil is niet toegestaan.

Als eindverbruiker bent u conform de KCA-voorschriften wettelijk verplicht om alle lege batterijen en
accu’s in te leveren; batterijen/accu’s mogen niet met het huisvuil meegegeven worden!
Batterijen/accu’s die schadelijke stoffen bevatten, worden gemarkeerd door nevenstaande symbolen.
Deze symbolen duiden erop, dat afvoer via het huisvuil verboden is. De aanduidingen voor zware meta-
len zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood. U kunt verbruikte batterijen/accu’s gratis bij de verzamel-
punten van uw gemeente, onze lialen of overal waar batterijen/accu’s worden verkocht, afgeven!
Zo voldoet u aan uw wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan bescherming van het milieu!


U heeft met het meetapparaat een product aangeschaft dat volgens de huidige stand der techniek is ontwikkeld en
veilig is in het gebruik.
Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen.
Hieronder vindt u enkele maatregelen om eventuele storingen eenvoudig zelf te verhelpen:

  
Het meetapparaat werkt
niet.
Zijn de batterijen verbruikt? Controleer de toestand. Batterijen
vervangen.
Het meetapparaat is niet ingeschakeld. Druk op de bedrijfsschakelaar (2).
Het aangesloten span-
ningsmeetapparaat geeft
geen meetwaarden aan.
Is een foutieve meetfunctie aan de
spanningsmeter actief (DC)?
Controleer de meetfunctie (AC) en schakel
de functie evt. om.
Wordt er gelijkstroom gemeten? De ex-stroomtang kan alleen wissel-
stroom meten.
Steken de meetsnoeren goed in de
meetbussen?
Controleer de zitting van de meetleidingen
Is evt. de hold-functie op het spannings-
meetapparaat geactiveerd?
Druk op de toets "HOLD" om deze functie
te deactiveren.
Als een passend meetbereik op het
spanningsmeetapparaat werd gekozen
of als de resolutie voor de uitgangs-
spanning voldoende is.
Controleer het meetbereik .
Het meetbereik van de ex-stroomtang
is verkeerd gekoezen (te klein/te
groot)?
Controleer het meetbereik .





Spanningsverzorging ....................................2 microbatteirjen (type AAA, LR03)
Lengte ex-stroomsensor .............................VC-10T 25 cm
......................................................................VC-18T 45 cm
Meetleidingslengte ........................................ca. 2 m
Max. AC-uitgangsspanning ...........................4,5 Vp
Meetmethode ................................................RMS (effectieve waarde)
Meetcategorie ...............................................CAT III 1000 V, CAT IV 600 V
Verontreinigingsgraad ..................................2
Bedrijfsvoorwaarden .....................................0 tot +30 °C max. 80%rF
......................................................................+30 tot +40 °C max. 75%rF
......................................................................+40 tot +50 °C max. 45%rF
Opslagvoorwaarden (zonder batterijen) .......-20 tot +60 °C, max. 80%rF
Max. bedrijfshoogte ......................................2000 m boven de zeespiegel
Gewicht .........................................................VC-10T: 170 g
......................................................................VC-18T: 200 g
Afmetingen ...................................................VC-10T: 120 x 280 x 25 (mm)
......................................................................VC-18T: 130 x 350 x 25 (mm)

Angabe der Genauigkeit in ± (% des vollen Messbereichs). Die Genauigkeit gilt ein Jahr lang bei einer Temperatur
Aanduiding van de nauwkeurigheid in ± (% van het volledige meetbereik). De nauwkeurigheid geldt 1 jaar lang bij
een temperatuur van +23 °C (±5 °C), bij een rel. luchtvochtigheid van minder dan 80%, niet condenserend. Bijko-
mende temperatuurcoëfciënt bij <18 °C en >28 °C: 0,2 x (gepeciceerde nauwkeurigheid)/1 °C

Meetbereik Resolutie Nauwkeurigheid
3 - 30 A/wisselstroom 100 mV/A
±(3% FS) voor 45Hz - 500Hz30 - 300 A/AC 10 mV/A
300 - 3000 A/AC 1 mV/A
Ruisniveau aan de uitgang: < 8 mV voor alle meetbereiken
De nauwkeurigheden gelden voor 10% tot 100% van de meetbereiken
Bijkomende foutengrenzen bij de afwijking van de stroomvoerende leiding van het middelpunt van de ex-stroom-
sensor:
VC-10T VC-18T
Afstand Fout Afstand Fout
15 mm ± 2% 35 mm ± 1%
25 mm ± 2,5% 50 mm ± 1,5%
35 mm ± 3% 60 mm ± 2%



D
Impressum
Dies ist eine Publikation der Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z. B. Fotokopie, Mikroverlmung, oder die
Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers.
Nachdruck, auch auszugsweise, verboten. Die Publikation entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE.
G
Legal Notice
This is a publication by Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microlming, or the capture in elec-
tronic data processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited. This
publication represent the technical status at the time of printing.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE.
F
Information légales
Ceci est une publication de Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu‘elle soit (p. ex. photocopie, microlm, saisie
dans des installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l‘éditeur. Il est interdit de le réimpri-
mer, même par extraits. Cette publication correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE.
O
Colofon
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, micro-
verlming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de
uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen.
© Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. V2_0315_02/VTP

Documenttranscriptie

Inhoudsopgave  Page 1. Inleiding............................................................................................................................................................... 51 2. Voorgeschreven gebruik...................................................................................................................................... 52 3. Bedieningselementen.......................................................................................................................................... 53 4. Leveringsomvang................................................................................................................................................ 53 5. Veiligheidsinstructies........................................................................................................................................... 53 6. Informatie en symbolen....................................................................................................................................... 56 7. Ingebruikname..................................................................................................................................................... 57 8. Reiniging en onderhoud....................................................................................................................................... 61 9. Verwijderen.......................................................................................................................................................... 61 10. Verhelpen van storingen...................................................................................................................................... 62 11. Technische gegevens.......................................................................................................................................... 63 47 1. Inleiding Geachte klant, Wij danken u hartelijk voor het aanschaffen van dit Voltcraft®-product. Hiermee heeft u een uitstekend apparaat in huis gehaald. U hebt een kwaliteitsproduct aangeschaft dat ver boven het gemiddelde uitsteekt. Een product uit een merkfamilie die zich op het gebied van meet-, laad-, en voedingstechniek met name onderscheidt door specifieke vakkundigheid en permanente innovatie. Met Voltcraft® worden gecompliceerde taken voor u als kieskeurige doe-het-zelver of als professionele gebruiker al gauw kinderspel. Voltcraft® biedt u betrouwbare technologie met een buitengewoon gunstige verhouding van prijs en prestaties. Wij zijn ervan overtuigd: Uw keuze voor Voltcraft® is tegelijkertijd het begin van een langdurige en prettige samenwerking. Veel plezier met uw nieuwe Voltcraft®-product! Bij technische vragen kunt u zich wenden tot onze helpdesk. Voor meer informative kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be 48 2. Voorgeschreven gebruik De Flex stroomtang maakt het mogelijk om in combinatie met een wisselspanningsmeter (AC-V) de elektrische AC-stroomsterkte in een elektrische leiding te meten. Het elektrisch circuit mag bij het plaatsen van de stroomtang en tijdens de meting niet worden gescheiden. De stroomtang werkt volgens het Rogowsky-principe en bepaalt het elektrisch veld dat een stroomdoorlopen leiding omgeeft. Aan de uitgang wordt een wisselspanning uitgegeven die proportioneel t.o.v. de stroomsterkte is. De stroomtang is dubbel geïsoleerd en kan voor metingen met geïsoleerde en niet-geïsoleerde elektrische leidingen worden gebruikt. Met niet-geïsoleerde, actief gevaarlijke stroomleidingen mag de stroomtang alleen in een stroomvrij elektrisch circuit worden geschakeld en afgenomen. De spanning in het elektrisch stroomcircuit tegen aardpotentiaal mag de 1000 V in CAT III of 600 V in CAT IV niet overschrijden. Het gebruik van een persoonlijke beschermingsuitrusting is aangewezen voor metingen in een CAT III en IV-omgeving. De aansluiting op een computer vindt plaats via een veiligheidsstekker van 4 mm. Deze passen voor de meeste spanningsmeters. De meter wordt met twee standaard 1,5 V microbatterijen (type AAA, LR03) aangedreven. Het gebruik is alleen toegestaan met de aangegeven batterijtypen. Accu’s met een celspanning van 1,2 V mogen niet worden gebruikt.. Het meetapparaat mag in geopende toestand of met open batterijvak niet worden gebruikt. Metingen in explosieve omgevingen (Ex) of vochtige ruimten of onder ongunstige omstandigheden zijn niet toegestaan. Ongunstige omstandigheden zijn: Vocht of hoge luchtvochtigheid, stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen, onweer of onweerachtige omstandigheden zoals sterke elektrostatische velden, enz. Gebruik voor de metingen alleen meetsnoeren of meetaccessoires die op de specificaties van het meetapparaat afgestemd zijn. Het meetapparaat mag uitsluitend worden bediend door personen, die met de nodige voorschriften voor het meten en de mogelijke gevaren vertrouwd zijn. Het gebruik van een persoonlijke beschermingsuitrusting is aangewezen. Een andere toepassing dan hierboven beschreven, kan leiden tot beschadiging van het product. Daarnaast bestaat het risico van bijv. kortsluiting, brand of elektrische schokken. Het totale product mag niet worden gewijzigd resp. omgebouwd! Lees deze handleiding zorgvuldig door en bewaar deze voor toekomstig gebruik. De veiligheidsvoorschriften dienen absoluut in acht te worden genomen! 49 3. Bedieningselementen 1 Omschakelaar voor meetbereik 2 Bedieningsschakelaar 3 Bedrijfsindicator 4 Batterijvak 5 Greep 6 Flex-stroomsensor 7 Draaidop voor flex-stroomsensor 8 Veiligheidsaansluitstekker (uitgang) 4. Leveringsomvang • Flex-stroomtang • 2 microbatteirjen (AAA, LR03) • Gebruiksaanwijzing 5. Veiligheidsinstructies Lees voor ingebruikneming de volledige handleiding door; deze bevat belangrijke aanwijzingen voor het juiste gebruik. Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op garantie! Voor gevolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk! Voor materiële of persoonlijke schade, die door ondeskundig gebruik of niet inachtname van de veiligheidsvoorschriften veroorzaakt worden zijn wij niet aansprakelijk. In zulke gevallen vervalt de garantie. Dit apparaat heeft de fabriek in een veiligheidstechnisch perfecte staat verlaten. Volg de in deze gebruiksaanwijzing opgenomen veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen op om deze toestand van het apparaat en gebruik ervan zonder gevaar te borgen. . 50 Let op de volgende symbolen: Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke instructies in deze gebruiksaanwijzing die absoluut moeten worden opgevolgd. Een bliksemschicht in een driehoek waarschuwt voor een elektrische schok of een veiligheidsbeperking van elektrische onderdelen in het apparaat. Een doorstreept bliksemsymbool in een cirkel verbiedt het plaatsen en verwijderen van de stroomtang aan niet-geïsoleerde, gevaarlijk-actieve stroomleidingen en waarschuwt voor mogelijke gevaren. Er moet een persoonlijke beschermingsuitrusting worden gebruikt. Het “pijl”-symbool wijst op speciale tips en aanwijzingen voor de bediening van het product. Dit apparaat is CE-goedgekeurd en voldoet aan de betrokken Europese richtlijnen Beschermingsniveau 2 (dubbele of versterkte isolatie, dubbel geïsoleerd). CAT I Meetcatagorie I voor metingen aan elektrische en elektronische apparaten die niet rechtstreeks via de netspanning worden voorzien (vb. batterijaangedreven apparaten, lage veiligheidsspanning, signaal- en stuurspanningen, etc.) CAT II Meetcategorie II voor metingen aan elektrische en elektronische apparaten, die via een netstekker rechtstreeks worden voorzien van spanning. Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT I voor het meten van signaal- en stuurspanningen). CAT III Meetcategorie III voor metingen in de gebouwinstallatie (b.v. stopcontacten of onderverdelingen). Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT lI voor het meten aan elektrische apparaten). CAT IV Meetcategorie IV voor metingen aan de bron van de laagspanningsinstallatie (vb. hoofdverdeler, huisoverdrachtspunten van de energieleverancier, etc.) en in de open lucht (vb. werken aan aardingskabels, bovengrondse leidingen, etc.). Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën. Aardpotentiaal 51 Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het toestel niet toegestaan. Raadpleeg een vakman als u twijfelt over de werkwijze, veiligheid of aansluiting van het apparaat. Meetapparaten en accessoires zijn geen speelgoed; houd deze buiten bereik van kinderen! In commerciële omgevingen dienen de Arbo-voorschriften ter voorkoming van ongevallen met betrekking tot elektrische installaties en bedrijfsmiddelen in acht te worden genomen. In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door geschoold personeel voldoende toezicht worden gehouden op de bediening van meetapparatuur. De spanning tussen meter en aardpotentiaal mag niet meer zijn dan 1000 V DC/AC in CAT III resp. 600 V DC/AC in CAT IV. Wees vooral voorzichtig bij de omgang met spanningen >33 V wissel- (AC) resp. >70 V gelijkspanning (DC)! Reeds bij deze spanningen kunt u door het aanraken van elektrische geleiders een levensgevaarlijke elektrische schok krijgen. Controleer voor elke meting uw meetapparaat en de meetdraden op beschadiging(en). Voer in geen geval metingen uit als de beschermende isolatie beschadigd (gescheurd, verwijderd enz.) is. De vast aangesloten meetkabels en de flex stroomsensor hebben een vergrendelingsindicator. Bij schade wordt een tweede, anderskleurige isoleerlaag zichtbaar. Beschadigde meetleidingen kunnen niet worden vervangen. De meter mag niet meer worden gebruikt en moet worden vervangen. Om een elektrische schok te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat u de te meten aansluitingen/meetpunten tijdens de meting niet, ook niet indirect, aanraakt. De omgeving boven de aangegeven greep (5) mag tijdens het meten niet worden aangeraakt. Aan de aangesloten meetleidingen (8) mag geen spanning worden aangelegd. Dit zijn zuivere meetuitgangen. Gebruik de adapter niet kort voor, tijdens of kort na onweer (blikseminslag! / energierijke overspanningen!). Zorg dat uw handen, schoenen, kleding, de vloer, schakelingen en onderdelen van de schakeling enz. absoluut droog zijn. Vermijd gebruik van het toestel in de direct omgeving van: - sterke magnetische of elektromagnetische velden - zendantennes of HF-generatoren. Daardoor kan de meetwaarde worden vervalst. Wanneer men aanneemt dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, dan mag het apparaat niet meer worden gebruikt en moet het worden beveiligd tegen onbedoeld gebruik. U mag ervan uitgaan dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is indien: - het apparaat zichtbaar is beschadigd - het apparaat niet meer werkt, - het apparaat langdurig onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen - het apparaat tijdens transport te zwaar is belast. 52 Laat het apparaat uitgeschakeld op kamertemperatuur komen. Ga bij metingen aan stroomrails en niet-geïsoleerde leidingen uiterst voorzichtig te werk - er bestaat gevaar voor een elektrische schok. Draag, in overeenstemming met de betreffende veiligheidsbepalingen, veiligheidsuitrusting (b.v. handschoenen enz.) om verwondingen door stroomslagen, lichtbogen enz. te vermijden. Laat het verpakkingsmateriaal niet rondslingeren. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn. Werk, voor zover mogelijk, niet alleen, zodat hulp verleend kan worden. Neem ook de veiligheidsvoorschriften in de afzonderlijke hoofdstukken in acht. 6. Informatie en symbolen AC- wisselstroom A Ampère (eenheid van elektrische stroomsterkte) mV Milivolt (eenheid van elektrische spanning) mV/A Proportionele verhouding (mV per gemeten A) Bedrijfsschakelaar Batterijindicator “Batterij vol”, knippert langzaam Batterijindicator “Batterij leeg”, knippert snel Sleutelsymbool “Vergrendeld” Sleutelsymbool “Ontgrendeld” Pijl voor positiemarkering 53 7. Ingebruikname In de veiligheidsstekkers van de meetleidingen bevinden zich evt. transportbeschermkappen. Verwijder deze voor u de stekkers in de meetapparaatbussen steekt. a) Batterijen plaatsen en vervangen Vóór u met de stroomtang kunt meten, moeten de meegeleverde batterijen worden geplaatst. De bedrijfsindicator (3) knippert bij volle batterijen (>2,5V) langzaam. Als de bedrijfsindicator snel of helemaal niet meer knippert, zijn de batterijen (<2,5 V) leeg en moeten ze onmiddellijk worden vervangen. Om de batterijen te plaatsen en vervangen, gaat u als volgt te werk: Verwijder de meter van alle elektrische circuits en schakel het apparaat uit (OFF). Ontgrendel het batterijvak (4) door met een kleine munt of een brede platte schroevendraaier tegen de richting van de uren van de klok te draaien, tot de markering op het open sleutelsymbool “Ontgrendeld” staat. Haal het batterijvakdeksel uit de meter. Plaats twee nieuwe batterijen van hetzelfde in de juiste poolrichting in het batterijvak. Let op de polariteitsweergave in het batterijvakdeksel (“+” en “-”). Sluit het batterijvak opnieuw zorgvuldig en vergrendel dit in omgekeerde volgorde. G  eschikte alkalinebatterijen verkrijgt u met het volgende bestelnummer: bestelnr. 65 23 03 (2x bestellen), Gebruik alkalinebatterijen omdat deze krachtig zijn. Gebruik het meetapparaat in geen geval in geopende toestand. !LEVENSGEVAARLIJK! Laat geen lege batterijen in het meetapparaat aangezien zelfs batterijen die tegen lekken zijn beveiligd, kunnen corroderen, waardoor chemicaliën vrij kunnen komen die schadelijk zijn voor uw gezondheid of schade veroorzaken aan het apparaat. Laat batterijen niet achteloos rondslingeren. Deze kunnen door kinderen of huisdieren worden ingeslikt. Raadpleeg bij inslikken onmiddellijk een arts. Verwijder de batterijen als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt, om lekkage te voorkomen. Lekkende of beschadigde batterijen kunnen bij huidcontact bijtende wonden veroorzaken. Draag daarom in dit geval beschermende handschoenen. Let op, dat batterijen niet worden kortgesloten. Gooi geen batterijen in het vuur. 54 Batterijen mogen niet worden opgeladen of gedemonteerd. Er bestaat brand- en explosiegevaar. b) Meter in- en uitschakelen Het meetapparaat wordt via de aan-/uittoets (2) in- en uitgeschakeld. Om hem in te schakelen drukt u op de bedrijfsschakelaar tot deze inklikt? Het laadstroomdipslay (3) begint langzaam te blinken. Druk voor het uitschakelen de schakelaar opnieuw in. Het apparaat is uitgeschakeld. Het lampje voor de aanduiding van de bedrijfsstatus gaat uit. c) Wisselstroommeting A~  Verbind de uitgangsstekker (8) met de spanningsmeetbussen van het meetapparaat. Verbind de rode stekker aan op de V-meetbus en de zwarte stekker met de COM-meetbus. Kies op de meter een passende wisselspanningsmeetbereik (AC-V) en schakel de spanningsmeter in. Kies op de stroomtangadapter het meetbereik (1) voor de toepassing die het best bij u past. 55 Om de Flex-stroomsensor te openen, ontgrendellt u het deksel (7). Draai het deksel tegen de richting van de wijzers van de klok tot aan een voelbare aanslag. De pijlmarkeringen staan niet meer recht tegenover elkaar. Trek het uiteinde van het stroomcircuit uit de houder. Om te vergrendelen gaat u in omgekeerde volgorde te werk. Let op dat de beide pijlmarkeringen in de vergrendelde toestand ontvangen... Als dit niet het geval is, kan het tot metingen bekomen? Het plaatsen en afnemen van de stroomtang van niet-geïsoleerde, gevaarlijk-actieve strroomleidiers, is verboden. Het stroomcircuit moet voor het plaatsen en verwijderen van Flex-stroomsensor, spanningsvrij worden geschakeld. 56 Er moet een persoonlijke beschermingsuitrusting worden gebruikt. Omhul met de stroomsensor altijd slechts een  aangezien ze anders evt. de stromen tegenover elkaar afwegen en verkeerde meetwaarden worden weergegeven. Via een greepbereik (5) mag tijdens het meten niet worden gelopen (er werd in de schets met twee pijlen gemarkeerd). Als er stroom in de leiding voert, kan de stroom aan het meetapparaat worden afgelezen. De volgende wisselspanningen worden proportioneel ten opzichte van de gemeten stroom uitgegeven: 30 A bereik 100 mV/A 300 A bereik 10 mV/A 3000 A bereik 1 mV/A V  oor een een- of driefasige aansluitkabel met vast gemonteerde stekker, gebruikt u evt. de optioneel verkrijgbare stroommeetadapter Deze maken het meten aan vast aangesloten netkabels makkelijker. Let bij het aanraken van de stroomleiding op dat de leiding zich in het cen- trum van de flex-stroomsensor bevindt. Een andere positie verhoogt daarbij de meetfouten (meetafwijking). De volgende tabel toont de toe te voegen foutentoleranties en de overeenkomstige afstanden van het centrum. Het centrum is in het schema met een “+” gemarkeerd. Afstandsveld VC-10T VC-18T Afstand Fout Afstand Fout A 15 mm ±2% 35 mm ±1% B 25 mm ±2,5% 50 mm ±1,5% C 35 mm ±3% 60 mm ±2% 57 8. Reiniging en onderhoud a) Algemeen Om de nauwkeurigheid van het meetapparaat over een langere periode te kunnen garanderen, moet het apparaat jaarlijks worden gekalibreerd. Afgezien van een incidentele reinigingsbeurt en het vervangen van de batterij is het apparaat onderhoudsvrij. Het vervangen van de batterijen vindt u in hoofdstuk 7. Ingebruikname: Controleer regelmatig de technische veiligheid van het apparaat en de meetleidingen, bijv. op beschadiging van de behuizing of afknellen van de draden enz. b) Reiniging Voordat u het apparaat reinigt, dient u absoluut de volgende veiligheidsvoorschriften in acht te nemen: Bij het openen van afdekkingen of het verwijderen van onderdelen, ook wanneer dit handmatig mogelijk is, kunnen spanningvoerende onderdelen worden blootgelegd. Het apparaat en de meetleidingen moeten voor onderhoud of reparatie worden losgekoppeld van alle meetvoorwerpen. Schakel het apparaat uit. Gebruik voor het schoonmaken geen schurende schoonmaakmiddelen, benzine, alcohol of soortgelijke producten. Hierdoor wordt het oppervlak van het meetapparaat aangetast. Bovendien zijn de dampen schadelijk voor de gezondheid en explosief. Gebruik voor de reiniging ook geen scherp gereedschap, schroevendraaiers of staalborstels en dergelijke. Voor de reiniging van het apparaat resp. de meetdraden dient u een schone, pluisvrije, antistatische en licht vochtige schoonmaakdoek te gebruiken. Laat het apparaat goed drogen voordat u het weer in gebruik neemt. 9. Verwijderen Oude elektronische apparaten kunnen gerecycled worden en horen niet thuis in het huisvuil. Indien het toestel onbruikbaar is geworden, dient het in overeenstemming met de geldende wettelijke voorschriften te worden afgevoerd naar de gemeentelijke verzamelplaatsen. Afvoer via het huisvuil is niet toegestaan. Verwijdering van lege batterijen! Als eindverbruiker bent u conform de KCA-voorschriften wettelijk verplicht om alle lege batterijen en accu’s in te leveren; batterijen/accu’s mogen niet met het huisvuil meegegeven worden! Batterijen/accu’s die schadelijke stoffen bevatten, worden gemarkeerd door nevenstaande symbolen. Deze symbolen duiden erop, dat afvoer via het huisvuil verboden is. De aanduidingen voor zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood. U kunt verbruikte batterijen/accu’s gratis bij de verzamelpunten van uw gemeente, onze filialen of overal waar batterijen/accu’s worden verkocht, afgeven! 58 Zo voldoet u aan uw wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan bescherming van het milieu! 10. Verhelpen van storingen U heeft met het meetapparaat een product aangeschaft dat volgens de huidige stand der techniek is ontwikkeld en veilig is in het gebruik. Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen. Hieronder vindt u enkele maatregelen om eventuele storingen eenvoudig zelf te verhelpen: Neem altijd de veiligheidsvoorschriften in acht! Fout Het meetapparaat werkt niet. Het aangesloten spanningsmeetapparaat geeft geen meetwaarden aan. Mogelijke oorzaak Zijn de batterijen verbruikt? Het meetapparaat is niet ingeschakeld. Is een foutieve meetfunctie aan de spanningsmeter actief (DC)? Wordt er gelijkstroom gemeten? Steken de meetsnoeren goed in de meetbussen? Is evt. de hold-functie op het spanningsmeetapparaat geactiveerd? Als een passend meetbereik op het spanningsmeetapparaat werd gekozen of als de resolutie voor de uitgangsspanning voldoende is. Het meetbereik van de flex-stroomtang is verkeerd gekoezen (te klein/te groot)? Mogelijke oplossing Controleer de toestand. Batterijen vervangen. Druk op de bedrijfsschakelaar (2). Controleer de meetfunctie (AC) en schakel de functie evt. om. De flex-stroomtang kan alleen wisselstroom meten. Controleer de zitting van de meetleidingen Druk op de toets "HOLD" om deze functie te deactiveren. Controleer het meetbereik . Controleer het meetbereik . Andere reparaties zoals hiervoor omschreven mogen alleen door een geautoriseerde vakman worden uitgevoerd. Bij vragen over het gebruik van het meetapparaat staat onze technische helpdesk ter beschikking. 59 11. Technische gegevens Spanningsverzorging.....................................2 microbatteirjen (type AAA, LR03) Lengte flex-stroomsensor..............................VC-10T 25 cm ......................................................................VC-18T 45 cm Meetleidingslengte.........................................ca. 2 m Max. AC-uitgangsspanning............................4,5 Vp Meetmethode.................................................RMS (effectieve waarde) Meetcategorie................................................CAT III 1000 V, CAT IV 600 V Verontreinigingsgraad ..................................2 Bedrijfsvoorwaarden......................................0 tot +30 °C max. 80%rF ......................................................................+30 tot +40 °C max. 75%rF ......................................................................+40 tot +50 °C max. 45%rF Opslagvoorwaarden (zonder batterijen)........-20 tot +60 °C, max. 80%rF Max. bedrijfshoogte.......................................2000 m boven de zeespiegel Gewicht..........................................................VC-10T: 170 g ......................................................................VC-18T: 200 g Afmetingen....................................................VC-10T: 120 x 280 x 25 (mm) ......................................................................VC-18T: 130 x 350 x 25 (mm) 60 Angabe der Genauigkeit in ± (% des vollen Messbereichs). Die Genauigkeit gilt ein Jahr lang bei einer Temperatur Aanduiding van de nauwkeurigheid in ± (% van het volledige meetbereik). De nauwkeurigheid geldt 1 jaar lang bij een temperatuur van +23 °C (±5 °C), bij een rel. luchtvochtigheid van minder dan 80%, niet condenserend. Bijkomende temperatuurcoëfficiënt bij <18 °C en >28 °C: 0,2 x (gepecificeerde nauwkeurigheid)/1 °C Wisselstroom (AC-A) Meetbereik Resolutie Nauwkeurigheid 3 - 30 A/wisselstroom 100 mV/A 30 - 300 A/AC 10 mV/A ±(3% FS) voor 45Hz - 500Hz 300 - 3000 A/AC 1 mV/A Ruisniveau aan de uitgang: < 8 mV voor alle meetbereiken De nauwkeurigheden gelden voor 10% tot 100% van de meetbereiken Bijkomende foutengrenzen bij de afwijking van de stroomvoerende leiding van het middelpunt van de flex-stroomsensor: VC-10T Afstand Fout 15 mm ± 2% 25 mm ± 2,5% 35 mm ± 3% VC-18T Afstand Fout 35 mm ± 1% 50 mm ± 1,5% 60 mm ± 2% Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden. Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 33 V/ACrms of 70 V/DC kan staan! Levensgevaarlijk! 61 D Impressum Dies ist eine Publikation der Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z. B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nachdruck, auch auszugsweise, verboten. Die Publikation entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung. © Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. G Legal Notice This is a publication by Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture in electronic data processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited. This publication represent the technical status at the time of printing. © Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. F Information légales Ceci est une publication de Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu‘elle soit (p. ex. photocopie, microfilm, saisie dans des installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l‘éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même par extraits. Cette publication correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse. © Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. O Colofon Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. © Copyright 2015 by Conrad Electronic SE. V2_0315_02/VTP
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

VOLTCRAFT VC-10T Operating Instructions Manual

Categorie
Meten
Type
Operating Instructions Manual
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen