Onderdeel Beschrijving
À
Verbinding
Á
13,29 mm² (6 AWG) verlengdraad
Â
Zekering
Ã
20,3 cm (8 in.)
Ä
Batterij
Å
20,3 cm (8 in.)
Æ
Max. 11 m (36 ft.)
Een Garmin roerfeedbacksensor installeren
Een roerfeedbacksensor, zoals de GRF
™
10 (afzonderlijk
verkrijgbaar), is niet vereist voor een correcte werking van de
stuurautomaat, maar verhoogt wel de prestaties, voorziet in een
roerindicatie op het scherm en verlengt de levensduur van de
SmartPump.
Volg de bij uw GRF roerfeedbacksensor geleverde installatie-
instructies om deze te verbinden met uw roerbediening en
stuurautomaat.
De CCU aansluiten
1
Leid het connectoruiteinde van de CCU-kabel naar de
SmartPump en sluit de kabel aan.
2
Leid de oranje en blauwe draden van het gestripte kabeldeel
van de CCU-kabel naar de plaats waar u het alarm wilt
installeren (Het alarm installeren, pagina 5).
Als de kabel niet lang genoeg is, kunt u de betreffende
draden verlengen door middel van een draad met een dikte
van 0,08 mm
2
(28 AWG).
3
Leid de bruine en zwarte draden van het gestripte deel van
de CCU-kabel naar de plaats waar u de Shadow Drive wilt
installeren (De Shadow Drive klep installeren, pagina 5).
Als de kabel niet lang genoeg is, kunt u de betreffende
draden verlengen door middel van een draad met een dikte
van 0,08 mm
2
(28 AWG).
De Shadow Drive klep installeren
De Shadow Drive klep aansluiten op het hydraulische
systeem
Voordat u de Shadow Drive klep kunt installeren, dient u te
bepalen waar de Shadow Drive moet worden aangesloten op
het hydraulische stuursysteem van uw boot (Aandachtspunten
bij de Shadow Drive
™
montage, pagina 2).
Raadpleeg voor verdere hulp de bij uw pomp geleverde
schema's van het hydraulische systeem.
Gebruik hydraulische connectors (niet meegeleverd) om de
Shadow Drive klep in de juiste hydraulische leiding te
installeren.
De Shadow Drive klep aansluiten op de CCU
1
Leid het gestripte draadeinde van de CCU-kabel naar de
Shadow Drive klep.
Als de kabel niet lang genoeg is, kunt u de desbetreffende
draden verlengen met een 28 AWG-draad (0,08 mm²).
2
Verbind de kabels volgens het schema in deze tabel.
Draadkleur van Shadow Drive klep Kleur van draad CCU-kabel
Rood (+) Bruin (+)
Zwart (-) Zwart (-)
3
Soldeer en isoleer alle gestripte draadeinden.
Het alarm installeren
Voordat u het alarm kunt bevestigen, moet u een montageplaats
kiezen (Overwegingen bij montage en aansluiting van het alarm,
pagina 2).
1
Leid de alarmkabel naar het gestripte draadeinde van de
CCU-kabel.
Als de kabel niet lang genoeg is, kunt u de desbetreffende
draden verlengen met een draad van 0,08 mm
2
(28 AWG).
2
Verbind de kabels volgens het schema in deze tabel.
Kleur van alarmdraad Kleur van draad CCU-kabel
Wit (+) Oranje (+)
Zwart (-) Blauw (-)
3
Soldeer en isoleer alle gestripte draadeinden.
4
Bevestig het alarm met kabelbinders of andere
bevestigingsmaterialen (niet bijgeleverd).
NMEA 2000 en de stuurautomaatonderdelen
Een aparte roerbediening is niet in alle stuurautomaatpakketten
inbegrepen. Als u de stuurautomaat installeert zonder aparte
roerbediening, moet de CCU van de stuurautomaat zijn
verbonden met hetzelfde NMEA 2000 netwerk als een
compatibele Garmin kaartplotter om het stuurautomaatsysteem
te kunnen configureren en bedienen.
LET OP
Als u dit toestel aansluit op een bestaand NMEA 2000 netwerk,
moet het NMEA 2000 netwerk reeds zijn aangesloten op de
voeding. Sluit de NMEA 2000 voedingskabel niet op een
bestaand NMEA 2000 netwerk aan omdat er slechts één
voedingsbron mag worden aangesloten op een NMEA 2000
netwerk.
Als u dit toestel aansluit op een bestaand NMEA 2000 netwerk
of motornetwerk van een andere fabrikant, moet u een NMEA
2000 Power Isolator (010-11580-00) tussen het bestaande
netwerk en de Garmin toestellen installeren.
U kunt de CCU en de optionele roerbediening verbinden via een
bestaand NMEA 2000 netwerk. Als er geen bestaand NMEA
2000 netwerk op uw boot is geïnstalleerd, zijn alle benodigde
onderdelen voor het netwerk meegeleverd in het
stuurautomaatpakket (Een standaard NMEA 2000 netwerk voor
de stuurautomaat opzetten, pagina 5).
Als u de geavanceerde functies van de stuurautomaat wilt
gebruiken, kunt u optionele NMEA 2000 toestellen, zoals een
GPS-toestel, aansluiten op het NMEA 2000 netwerk.
Als u niet vertrouwd bent met NMEA 2000, lees dan het
hoofdstuk “NMEA 2000 Network Fundamentals” in de Technical
Reference for NMEA 2000 Products. Als u dit document wilt
downloaden, selecteert u Handleidingen op de productpagina
voor uw toestel op www.garmin.com.
Een standaard NMEA 2000 netwerk voor de stuurautomaat
opzetten
LET OP
Als u een NMEA 2000 voedingskabel installeert, moet u deze
verbinden met de contactschakelaar van de boot of via een
andere onderbrekingsschakelaar. NMEA 2000 toestellen zullen
uw accu leegtrekken indien de NMEA 2000 voedingskabel
rechtstreeks is aangesloten op de accu.
Een aparte roerbediening is niet in alle stuurautomaatpakketten
inbegrepen. Als u de stuurautomaat installeert zonder aparte
roerbediening, moet de CCU van de stuurautomaat zijn
verbonden met hetzelfde NMEA 2000 netwerk als een
compatibele Garmin kaartplotter om het stuurautomaatsysteem
te kunnen configureren en bedienen.
1
Verbind de drie T-connectors
À
met elkaar zoals getoond.
5