VOLTCRAFT FG 250D Operating Instructions Manual

Categorie
Koelkast-diepvriezers
Type
Operating Instructions Manual
GEBRUIKSAANWIJZING
°
Versie 07/10
Functiegenerator FG 250D
Bestnr. 12 38 00
Beoogd gebruik
De FG 250D dient voor de productie van sinus-, driehoek- en blokgolfsignalen in het bereik van
1 Hz - 250 kHz, voor het vakkundig gebruik in garages, laboratorium- en servicebereik. Voor het
testen van laagfrequente schakelingen is een functiegenerator praktisch onontbeerlijk. De ampli-
tude van sinus- en driehoeksignalen kan in het bereik van 100 mVss tot 5 Vss worden gewijzigd.
De amplitude van het blokgolfsignaal voldoet aan een TTL-niveau (+5V). Deze signalen zijn
bij uitstek geschikt voor het testen van regelcircuits, voor de controle van analoge en digitale
schakelingen en voor de bepaling van de frequentiekarakteristiek van LF-versterkers, filters of
luidsprekers. Een DC gekoppelde uitgang laat door zijn traploze offset vele toepassingsmoge-
lijkheden in digitale schakelingen toe. Metingen in het laagfrequente bereik worden hierdoor zeer
vereenvoudigd.
De voorste apparaatpootjes op het apparaat kunnen worden uitgeklapt zodat beter bediend en
afgelezen kan worden.
Het apparaat voldoet aan beschermingsklasse 2. Het is uitsluitend toegestaan voor de
aansluiting op contactdozen met een reglementaire wisselspanning van 230V/AC 50 Hz.
Het gebruik onder ongunstige omgevingscondities is niet toegestaan. Ongunstige omgevings-
factoren zijn:
- Vocht of een te hoge luchtvochtigheid
- stof en brandbare gassen, dampen of oplossingsmiddelen.
- Onweer resp. onweerachtige condities zoals sterk elektrostatische velden.
Ieder ander gebruik dan hiervoor beschreven kan het product beschadigen en aanleiding geven
tot gevaarlijke situaties zoals kortsluiting, brand en elektrische schokken. Het samengestelde
product niet wijzigen resp. ombouwen!
De veiligheidsaanwijzingen moeten beslist in acht genomen worden!
Veiligheidsaanwijzingen
Lees a.u.b. voor ingebruikname de volledige handleiding door. Deze bevat
belangrijke aanwijzingen omtrent het juiste gebruik.
Bij schade, veroorzaakt door het niet in acht nemen van deze gebruiksaanwij-
zing, vervalt het recht op vrijwaring/garantie! Voor gevolgschade zijn wij niet
aansprakelijk!
Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor materiële schade of persoonlijk
letsel, veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het niet opvolgen van de vei-
ligheidsaanwijzingen! In dergelijke gevallen vervalt het recht op waarborg/
garantie.
Dit apparaat heeft de fabriek in veiligheidstechnisch onberispelijke toestand verlaten.
Volg de in deze gebruiksaanwijzing opgenomen veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen op
om deze toestand van het apparaat en gebruik ervan zonder gevaar te borgen! De volgende sym-
bolen moeten in acht worden genomen:
Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke aanwijzingen in deze
gebruiksaanwijzing die absoluut moeten worden opgevolgd.
Dit apparaat voldoet aan de desbetreffende CE en voldoet aan de geldende
Europese en nationale richtlijnen.
Waarschuwing! Dit is een inrichting uit categorie 1B. Deze inrichting kan in het
woonbereik functionele storingen veroorzaken; in dit geval kan van de exploitant
worden verlangd, passende maatregelen te nemen.
Beschermingsklasse 2 (dubbele of versterkte isolatie)
Alleen voor gebruik in droge binnenruimtes
Om redenen van veiligheid en toelating (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of wijzigen van
het apparaat niet toegestaan.
Raadpleeg een vakman, bij twijfel omtrent de werking, veiligheid of aansluiting van het
apparaat.
Het apparaat niet openen. Bij het openen van afdekkingen of het verwijderen van onderdelen,
behalve als dit handmatig mogelijk is, kunnen onderdelen onder spanning worden blootgelegd.
Condensators in het apparaat kunnen nog geladen zijn, ook als het apparaat van alle
spanningsbronnen losgemaakt werd.
Neem naast de veiligheids- en bedieningsaanwijzingen van de overige apparatuur die op het
apparaat wordt aangesloten ook de aanwijzingen in de afzonderlijke hoofdstukken van deze
handleiding in acht.
Raak het apparaat nooit aan met natte of vochtige handen. Kans op een levensgevaarlijke
elektrische schok.
Meetinstrumenten mogen niet zonder toezicht in gebruik worden genomen.
Het gebruik van metaalblanke draden moet vermeden worden. Gebruik uitsluitend geschikte
meetdraden.
Houd het apparaat buiten het bereik van kinderen. Het is geen speelgoed.
Neem in bedrijfsomgevingen de ongevalspreventievoorschriften van de bedrijfsverenigingen
voor elektrische installaties en bedrijfsmiddelen in acht.
In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door geschoold personeel
voldoende toezicht worden gehouden op de bediening van meetapparaten.
Het apparaat warmt tijdens de werking op. Zorg voor voldoende ventilatie; de behuizing mag
niet afgedekt worden!
Vermijd een gebruik van het apparaat in de onmiddellijke buurt van sterke magnetische of
elektromagnetische velden, zendantennes of HF-generatoren. Hierdoor kan de meet- resp.
weergavewaarde worden vervalst.
Zet het apparaat uit en borg het tegen onbedoeld gebruik, als aan te nemen is dat veilig gebruik
niet langer mogelijk is. Ga ervan uit dat veilig gebruik niet langer mogelijk is, als:
het apparaat zichtbare beschadigingen vertoont,
het apparaat niet meer functioneert en
het langdurig onder ongunstige omstandigheden werd opgeslagen, of
na zware transportbelastingen.
Neem ook de veiligheidsaanwijzingen in acht, zoals die beschreven zijn in de afzonderlijke
hoofdstukken resp. in de gebruiksaanwijzingen van de aangesloten apparaten.
Schakel het apparaat nooit direct in nadat u het van een koude naar een warme ruimte heeft
gebracht. De condens die daarbij ontstaat kan - onder ongunstige omstandigheden - uw appa-
raat onherstelbaar beschadigen. Laat het apparaat uitgeschakeld op kamertemperatuur
komen.
Het apparaat is niet voor toepassing op mensen en dieren toegestaan.
Omvang van de levering
Functiegenerator
Gebruiksaanwijzing
Bedieningselementen
(1) Netschakelaar voor inbedrijfname (I = IN (gedrukt) / O = UIT)
(2) Voortgangsindicator
(3) Tweecijferige weergave met frequentie- en signaalparameters
(4) Multifunctionele kruistoets voor frequentie- en parameterinstelling
(5) Instelregelaar amplitude
(6) Offset-instelregelaar
(7) BNC-uitgangsbus (50 Ohm)
Ingebruikname
Het apparaat is gebouwd in beschermingsklasse 2 en heeft een differentiaal-
beveiliging ten opzichte van de netspanning. De uitgangen zijn potentiaalvrij.
Schakel het apparaat altijd uit wanneer u het niet gebruikt.
Opstellen en inschakelen
Plaats het apparaat op een stabiel, vlak en een ongevoelig oppervlak. Indien nodig kunnen de
voorste apparaatpootjes worden uitgeklapt.
Stop de Euro-netstekker in een reglementaire contactdoos.
Voor het inschakelen drukt u op de bedrijfsschakelaar „Power“ (1) tot deze vastklikt. De
voortgangsindicator (1) brandt.
Druk voor het uitschakelen opnieuw op de bedrijfsschakelaar.
Bediening
Schakel het apparaat in via de bedrijfsschakelaar (1); de voortgangsindicator (2) moet branden.
De instelling van de signaalvorm en de uitgangsfrequentie wordt via een kruistoets (4) met de
toetsvelden „boven, beneden, links en rechts“ ingesteld.
Voor een gerichte frequentie-invoer is de kruistoets met een centraal toetspunt uitgevoerd
(„Enter“).
De instellingen worden intern en niet-vluchtig opgeslagen en blijven ook na het uitschakelen
van het apparaat behouden.
®
Instelling van de signaalvorm (sinus-, driehoek- en blokgolfsignaal)
Via de horizontale kruistoets (4) kan de signaalvorm worden gekozen.
Elke keer drukken van de toets „links“ of „rechts“ schakelt de signaalvorm om. De actuele
signaalvorm wordt in de display in de regel „Modus:“ weergegeven.
Elke wijziging wordt in de display gemarkeerd met een asterix (*). Wordt de kruistoets binnen
20 sec. niet meer bediend, dan slaat het apparaat de wijziging in het interne, niet-vluchtige
geheugen op.
Stapsgewijze instelling van de uitgangsfrequentie
Via de horizontale kruistoets (4) kan de uitgangsfrequentie worden gekozen.
Elke keer drukken van de toets „boven“ of „beneden“ schakelt de frequentie in stappen van
1 Hz verder.
Als u de toets langer ingedrukt houdt, zal de waarde snel aangepast worden. De actuele
frequentie wordt in de display in de regel „FRQ=“ weergegeven.
Directe instelling van de uitgangsfrequentie
De frequentie kan ook voor elke decimaal direct worden ingevoerd. Druk daarom in het midden
op de kruistoets. Er verschijnt een instelmenu in het scherm. Kies via de kruistoets (links/rechts)
de betreffende decimaal; deze wordt met een knipperend symbool gemarkeerd.
Wijzig via de kruistoets (boven/beneden) de waarde van de decimaal. Als de juiste frequentie
werd ingesteld bevestigt u de invoer door op het midden van de kruistoets te drukken („Enter“).
Het instelmenu wordt beëindigd.
Instelling van de amplitude
De uitgangsspanning voor het sinus- of driehoeksignaal kan met de draaiknop „AMPLITUDE“
(5) worden ingesteld.
Bij de signaalvorm „blokgolf/TTL“ is deze draaiknop niet nodig. Zet deze in de signaalvorm TTL
in de middelste stand.
Instelling van de offsetspanning/pulsbreedte
De offsetcompensatie wordt bij sinus- en driehoeksignaal met de regelaar „OFFSET“ (6) inge-
steld.
In de functie „TTL-signaal (blokgolfsignaal)“ wijzigt de functie van de regelaar. In dit geval kan
met de regelaar „OFFSET“ de pulsbreedte van het TTL-signaal worden ingesteld.
Aansluiting van de meetdraden
Gebruik uitsluitend meetaccessoires, die op de specificaties van de generator
zijn afgestemd (bijv. impedantie 50 Ohm).
De BNC-uitgang is potentiaalvrij. Geen externe spanning op de BNC-bus aan-
sluiten.
De signaaluitgang nooit kortsluiten.
Signaaldraden moeten geïsoleerd zijn en een totale lengte van 3 meter niet
overschrijden. Let op een goede massaverbinding.
Sluit de BNC-meetdraad aan op de BNC-uitgangsbus „OUTPUT“ (7) en vergrendel de bajo-
netaansluiting.
Breng het andere einde van de meetdraad met de schakeling enz. in contact.
Onderhoud en schoonmaken
Het apparaat is op een incidentele reiniging na onderhoudsvrij.
Gebruik voor het schoonmaken van het apparaat een schone, droge, antistatische en pluisvrije
reinigingsdoek zonder toevoeging van schurende, chemische en oplosmiddelhoudende reini-
gingsmiddelen.
Trek de netstekker altijd uit de contactdoos, voordat u het apparaat schoon-
maakt.
Verhelpen van storingen
U hebt met de functiegenerator een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand
der techniek is ontwikkeld en veilig is in het gebruik. Toch kunnen zich problemen of storingen
voordoen. Daarom wordt hieronder beschreven hoe u eventuele storingen kunt verhelpen:
Neem altijd de veiligheidsaanwijzigingen in acht!
Probleem Oplossing
Bedrijfsindicator Geen netspanning aanwezig?
brandt niet. Controleer de veiligheidsschakelaar van de leiding van de
contactdoos
Controleer of de stekker goed in de contactdoos zit
Is de netschakelaar in stand „I“ vastgeklikt
Geen of slechts zeer Is de uitgang overbelast (te geringe impedantie)?
klein uitgangssignaal Is de amplitude te gering ingesteld? Verhoog de signaal-
spanning via de draaiknop „AMPLITUDE“.
Het uitgangssignaal De meetschakeling heeft een hogere impedantie.
wordt licht gestoord Gebruik evt. een 50 Ohm-doorgangweerstand,
uitgezonden. om de schakelimpedantie te compenseren.
Laat uitsluitend een vakman andere reparaties, dan die hiervoor beschreven
zijn, uitvoeren. Controleer regelmatig de technische veiligheid van het toestel
bijv. op beschadiging van de behuizing. Bij eigenmachtige veranderingen of
reparaties aan of in het apparaat vervalt de garantie.
Verwijderen
Afgedankte elektronische apparaten bevatten herbruikbare grondstoffen en
behoren niet bij het huisvuil. Als het apparaat het einde van zijn levensduur heeft
bereikt moet u het volgens de geldende wettelijke voorschriften inleveren bij een
van de gemeentelijke inzamelpunten. Verwijdering via het huishoudelijk afval is niet
toegestaan.
Technische gegevens
Uitgangssignalen..................................sinus, driehoek, blokgolf (TLL)
Frequentiebereik ..................................1Hz - 250 kHz
Stapbreedte..........................................1Hz
Nauwkeurigheid....................................0,01% ± 0,1Hz
Amplitude (sinus, driehoek)..................100 mVpp - 5 Vpp
Offset (sinus, driehoek) ........................-2,5 V tot +2,5 V
Vervormingsfactor (sinus) ....................< 0,1 % (1000Hz), <0,5 % (20kHz)
Stijg-/daaltijd (TTL) ..............................< 10 nS
Uitgangsimpedantie..............................50 Ohm
Bedrijfspanning ....................................230 V/AC (+/- 10 %) 50 Hz;
Max. vermogen ....................................3 W
Gebruikstemperatuur............................5 tot 40 °C
Opslagtemperatuur ..............................-20 tot +70 °C
Afmetingen (B x H x D) ........................225 x 73 x 212 mm
Gewicht ................................................0,95 kg
Nominale gegevens met tolerantie-informatie gelden na een opwarmtijd van
min. 30 minuten, bij een omgevingstemperatuur van 23 °C. Waarde zonder
tolerantie-informatie zijn richtwaarden van een gemiddeld apparaat.
Colofon in onze gebruiksaanwijzingen
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Voltcraft
®
, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Duitsland, Tel. +49 180/586 582 7
(www.voltcraft.de).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in
elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2010 by Voltcraft
®
01_0710_01/AB

Documenttranscriptie

®  GEBRUIKSAANWIJZING Functiegenerator FG 250D ° Versie 07/10 Bestnr. 12 38 00 Beoogd gebruik De FG 250D dient voor de productie van sinus-, driehoek- en blokgolfsignalen in het bereik van 1 Hz - 250 kHz, voor het vakkundig gebruik in garages, laboratorium- en servicebereik. Voor het testen van laagfrequente schakelingen is een functiegenerator praktisch onontbeerlijk. De amplitude van sinus- en driehoeksignalen kan in het bereik van 100 mVss tot 5 Vss worden gewijzigd. De amplitude van het blokgolfsignaal voldoet aan een TTL-niveau (+5V). Deze signalen zijn bij uitstek geschikt voor het testen van regelcircuits, voor de controle van analoge en digitale schakelingen en voor de bepaling van de frequentiekarakteristiek van LF-versterkers, filters of luidsprekers. Een DC gekoppelde uitgang laat door zijn traploze offset vele toepassingsmogelijkheden in digitale schakelingen toe. Metingen in het laagfrequente bereik worden hierdoor zeer vereenvoudigd. De voorste apparaatpootjes op het apparaat kunnen worden uitgeklapt zodat beter bediend en afgelezen kan worden. Het apparaat voldoet aan beschermingsklasse 2. Het is uitsluitend toegestaan voor de aansluiting op contactdozen met een reglementaire wisselspanning van 230V/AC 50 Hz. Het gebruik onder ongunstige omgevingscondities is niet toegestaan. Ongunstige omgevingsfactoren zijn: - Vocht of een te hoge luchtvochtigheid - stof en brandbare gassen, dampen of oplossingsmiddelen. - Onweer resp. onweerachtige condities zoals sterk elektrostatische velden. Ieder ander gebruik dan hiervoor beschreven kan het product beschadigen en aanleiding geven tot gevaarlijke situaties zoals kortsluiting, brand en elektrische schokken. Het samengestelde product niet wijzigen resp. ombouwen! De veiligheidsaanwijzingen moeten beslist in acht genomen worden! Het gebruik van metaalblanke draden moet vermeden worden. Gebruik uitsluitend geschikte meetdraden. Houd het apparaat buiten het bereik van kinderen. Het is geen speelgoed. Neem in bedrijfsomgevingen de ongevalspreventievoorschriften van de bedrijfsverenigingen voor elektrische installaties en bedrijfsmiddelen in acht. In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door geschoold personeel voldoende toezicht worden gehouden op de bediening van meetapparaten. Het apparaat warmt tijdens de werking op. Zorg voor voldoende ventilatie; de behuizing mag niet afgedekt worden! Vermijd een gebruik van het apparaat in de onmiddellijke buurt van sterke magnetische of elektromagnetische velden, zendantennes of HF-generatoren. Hierdoor kan de meet- resp. weergavewaarde worden vervalst. Zet het apparaat uit en borg het tegen onbedoeld gebruik, als aan te nemen is dat veilig gebruik niet langer mogelijk is. Ga ervan uit dat veilig gebruik niet langer mogelijk is, als: • het apparaat zichtbare beschadigingen vertoont, • het apparaat niet meer functioneert en • het langdurig onder ongunstige omstandigheden werd opgeslagen, of • na zware transportbelastingen. Neem ook de veiligheidsaanwijzingen in acht, zoals die beschreven zijn in de afzonderlijke hoofdstukken resp. in de gebruiksaanwijzingen van de aangesloten apparaten. Schakel het apparaat nooit direct in nadat u het van een koude naar een warme ruimte heeft gebracht. De condens die daarbij ontstaat kan - onder ongunstige omstandigheden - uw apparaat onherstelbaar beschadigen. Laat het apparaat uitgeschakeld op kamertemperatuur komen. Het apparaat is niet voor toepassing op mensen en dieren toegestaan. Omvang van de levering Functiegenerator Gebruiksaanwijzing Bedieningselementen Veiligheidsaanwijzingen  Lees a.u.b. voor ingebruikname de volledige handleiding door. Deze bevat belangrijke aanwijzingen omtrent het juiste gebruik. Bij schade, veroorzaakt door het niet in acht nemen van deze gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op vrijwaring/garantie! Voor gevolgschade zijn wij niet aansprakelijk! Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor materiële schade of persoonlijk letsel, veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het niet opvolgen van de veiligheidsaanwijzingen! In dergelijke gevallen vervalt het recht op waarborg/ garantie. Dit apparaat heeft de fabriek in veiligheidstechnisch onberispelijke toestand verlaten. Volg de in deze gebruiksaanwijzing opgenomen veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen op om deze toestand van het apparaat en gebruik ervan zonder gevaar te borgen! De volgende symbolen moeten in acht worden genomen:  Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing die absoluut moeten worden opgevolgd. Dit apparaat voldoet aan de desbetreffende CE en voldoet aan de geldende Europese en nationale richtlijnen. Waarschuwing! Dit is een inrichting uit categorie 1B. Deze inrichting kan in het woonbereik functionele storingen veroorzaken; in dit geval kan van de exploitant worden verlangd, passende maatregelen te nemen. Beschermingsklasse 2 (dubbele of versterkte isolatie) Alleen voor gebruik in droge binnenruimtes Om redenen van veiligheid en toelating (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of wijzigen van het apparaat niet toegestaan. Raadpleeg een vakman, bij twijfel omtrent de werking, veiligheid of aansluiting van het apparaat. Het apparaat niet openen. Bij het openen van afdekkingen of het verwijderen van onderdelen, behalve als dit handmatig mogelijk is, kunnen onderdelen onder spanning worden blootgelegd. Condensators in het apparaat kunnen nog geladen zijn, ook als het apparaat van alle spanningsbronnen losgemaakt werd. Neem naast de veiligheids- en bedieningsaanwijzingen van de overige apparatuur die op het apparaat wordt aangesloten ook de aanwijzingen in de afzonderlijke hoofdstukken van deze handleiding in acht. Raak het apparaat nooit aan met natte of vochtige handen. Kans op een levensgevaarlijke elektrische schok. Meetinstrumenten mogen niet zonder toezicht in gebruik worden genomen. (1) (2) (3) (4) (5) (6) (7) Netschakelaar voor inbedrijfname (I = IN (gedrukt) / O = UIT) Voortgangsindicator Tweecijferige weergave met frequentie- en signaalparameters Multifunctionele kruistoets voor frequentie- en parameterinstelling Instelregelaar amplitude Offset-instelregelaar BNC-uitgangsbus (50 Ohm) Ingebruikname  Het apparaat is gebouwd in beschermingsklasse 2 en heeft een differentiaalbeveiliging ten opzichte van de netspanning. De uitgangen zijn potentiaalvrij. Schakel het apparaat altijd uit wanneer u het niet gebruikt. Opstellen en inschakelen Plaats het apparaat op een stabiel, vlak en een ongevoelig oppervlak. Indien nodig kunnen de voorste apparaatpootjes worden uitgeklapt. Stop de Euro-netstekker in een reglementaire contactdoos. Voor het inschakelen drukt u op de bedrijfsschakelaar „Power“ (1) tot deze vastklikt. De voortgangsindicator (1) brandt. Druk voor het uitschakelen opnieuw op de bedrijfsschakelaar. Bediening Schakel het apparaat in via de bedrijfsschakelaar (1); de voortgangsindicator (2) moet branden. De instelling van de signaalvorm en de uitgangsfrequentie wordt via een kruistoets (4) met de toetsvelden „boven, beneden, links en rechts“ ingesteld. Voor een gerichte frequentie-invoer is de kruistoets met een centraal toetspunt uitgevoerd („Enter“). De instellingen worden intern en niet-vluchtig opgeslagen en blijven ook na het uitschakelen van het apparaat behouden. Instelling van de signaalvorm (sinus-, driehoek- en blokgolfsignaal) Via de horizontale kruistoets (4) kan de signaalvorm worden gekozen. Elke keer drukken van de toets „links“ of „rechts“ schakelt de signaalvorm om. De actuele signaalvorm wordt in de display in de regel „Modus:“ weergegeven. Elke wijziging wordt in de display gemarkeerd met een asterix (*). Wordt de kruistoets binnen 20 sec. niet meer bediend, dan slaat het apparaat de wijziging in het interne, niet-vluchtige geheugen op. Stapsgewijze instelling van de uitgangsfrequentie Via de horizontale kruistoets (4) kan de uitgangsfrequentie worden gekozen. Elke keer drukken van de toets „boven“ of „beneden“ schakelt de frequentie in stappen van 1 Hz verder. Als u de toets langer ingedrukt houdt, zal de waarde snel aangepast worden. De actuele frequentie wordt in de display in de regel „FRQ=“ weergegeven. Directe instelling van de uitgangsfrequentie De frequentie kan ook voor elke decimaal direct worden ingevoerd. Druk daarom in het midden op de kruistoets. Er verschijnt een instelmenu in het scherm. Kies via de kruistoets (links/rechts) de betreffende decimaal; deze wordt met een knipperend symbool gemarkeerd. Wijzig via de kruistoets (boven/beneden) de waarde van de decimaal. Als de juiste frequentie werd ingesteld bevestigt u de invoer door op het midden van de kruistoets te drukken („Enter“). Het instelmenu wordt beëindigd. Instelling van de amplitude De uitgangsspanning voor het sinus- of driehoeksignaal kan met de draaiknop „AMPLITUDE“ (5) worden ingesteld. Bij de signaalvorm „blokgolf/TTL“ is deze draaiknop niet nodig. Zet deze in de signaalvorm TTL in de middelste stand. Instelling van de offsetspanning/pulsbreedte De offsetcompensatie wordt bij sinus- en driehoeksignaal met de regelaar „OFFSET“ (6) ingesteld. In de functie „TTL-signaal (blokgolfsignaal)“ wijzigt de functie van de regelaar. In dit geval kan met de regelaar „OFFSET“ de pulsbreedte van het TTL-signaal worden ingesteld. Verwijderen Afgedankte elektronische apparaten bevatten herbruikbare grondstoffen en behoren niet bij het huisvuil. Als het apparaat het einde van zijn levensduur heeft bereikt moet u het volgens de geldende wettelijke voorschriften inleveren bij een van de gemeentelijke inzamelpunten. Verwijdering via het huishoudelijk afval is niet toegestaan. Technische gegevens Uitgangssignalen ..................................sinus, driehoek, blokgolf (TLL) Frequentiebereik ..................................1Hz - 250 kHz Stapbreedte ..........................................1Hz Nauwkeurigheid....................................0,01% ± 0,1Hz Amplitude (sinus, driehoek) ..................100 mVpp - 5 Vpp Offset (sinus, driehoek) ........................-2,5 V tot +2,5 V Vervormingsfactor (sinus) ....................< 0,1 % (1000Hz), <0,5 % (20kHz) Stijg-/daaltijd (TTL) ..............................< 10 nS Uitgangsimpedantie..............................50 Ohm Bedrijfspanning ....................................230 V/AC (+/- 10 %) 50 Hz; Max. vermogen ....................................3 W Gebruikstemperatuur............................5 tot 40 °C Opslagtemperatuur ..............................-20 tot +70 °C Afmetingen (B x H x D) ........................225 x 73 x 212 mm Gewicht ................................................0,95 kg  Nominale gegevens met tolerantie-informatie gelden na een opwarmtijd van min. 30 minuten, bij een omgevingstemperatuur van 23 °C. Waarde zonder tolerantie-informatie zijn richtwaarden van een gemiddeld apparaat. Aansluiting van de meetdraden  Gebruik uitsluitend meetaccessoires, die op de specificaties van de generator zijn afgestemd (bijv. impedantie 50 Ohm). De BNC-uitgang is potentiaalvrij. Geen externe spanning op de BNC-bus aansluiten. De signaaluitgang nooit kortsluiten. Signaaldraden moeten geïsoleerd zijn en een totale lengte van 3 meter niet overschrijden. Let op een goede massaverbinding. Sluit de BNC-meetdraad aan op de BNC-uitgangsbus „OUTPUT“ (7) en vergrendel de bajonetaansluiting. Breng het andere einde van de meetdraad met de schakeling enz. in contact. Onderhoud en schoonmaken Het apparaat is op een incidentele reiniging na onderhoudsvrij. Gebruik voor het schoonmaken van het apparaat een schone, droge, antistatische en pluisvrije reinigingsdoek zonder toevoeging van schurende, chemische en oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen.  Trek de netstekker altijd uit de contactdoos, voordat u het apparaat schoonmaakt. Verhelpen van storingen U hebt met de functiegenerator een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand der techniek is ontwikkeld en veilig is in het gebruik. Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen. Daarom wordt hieronder beschreven hoe u eventuele storingen kunt verhelpen:  Neem altijd de veiligheidsaanwijzigingen in acht! Probleem Bedrijfsindicator brandt niet. Geen of slechts zeer klein uitgangssignaal Het uitgangssignaal wordt licht gestoord uitgezonden.  Oplossing Geen netspanning aanwezig? • Controleer de veiligheidsschakelaar van de leiding van de contactdoos • Controleer of de stekker goed in de contactdoos zit • Is de netschakelaar in stand „I“ vastgeklikt Is de uitgang overbelast (te geringe impedantie)? Is de amplitude te gering ingesteld? Verhoog de signaalspanning via de draaiknop „AMPLITUDE“. De meetschakeling heeft een hogere impedantie. Gebruik evt. een 50 Ohm-doorgangweerstand, om de schakelimpedantie te compenseren. Laat uitsluitend een vakman andere reparaties, dan die hiervoor beschreven zijn, uitvoeren. Controleer regelmatig de technische veiligheid van het toestel bijv. op beschadiging van de behuizing. Bij eigenmachtige veranderingen of reparaties aan of in het apparaat vervalt de garantie.  Colofon in onze gebruiksaanwijzingen Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Duitsland, Tel. +49 180/586 582 7 (www.voltcraft.de). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden. © Copyright 2010 by Voltcraft® 01_0710_01/AB
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8

VOLTCRAFT FG 250D Operating Instructions Manual

Categorie
Koelkast-diepvriezers
Type
Operating Instructions Manual

in andere talen