Pottinger NOVACAT 306 FRONT ALPHAMOTION Handleiding

Type
Handleiding
(ANDLEIDING
NL
 ).3425#4)%3 6//2 $% /6%2$2!#(4 6!. -!#().%3    PAGINA 
6ERTALING VAN DE ORIGINELE HANDLEIDING
Ihre / Your / Votre • Masch.Nr. • Fgst.Ident.Nr.
.R
• Schijvenmaaier
NOVACAT 266 F
(Type PSM 375 : + . . 01001)
NOVACAT 306 F
(Type PSM 376 : + . . 01001)
NOVACAT 356 F
(Type PSM 381 : + . . 01001)
99 375.NL.80K.0
ALLG./BA SEITE 2 / 0000-NL
Productaansprakelijkheid, informatieplicht
Productaansprakelijkheid verplicht de fabrikant en handelaar bij de verkoop van machines een
handleiding te overhandigen en de gebruiker te instrueren over de bedienings-, de veiligheids- en de
onderhoudsvoorschriften.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de
fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
In de zin van de productaansprakelijkheid is elke landbouwer ondernemer.
Een schade in de zin van de wet productaansprakelijkheid is een schade, die door een machine ontstaat,
die echter niet aan deze machine ontstaat: voor de aansprakelijkheid is een eigen risico voorzien van
EURO 500,-.
Bedrijfsschade in de zin van de productaansprakelijkheid is uitgesloten.
Let op! Ook wanneer de machine later door de gebruiker wordt ingeruild of doorverkocht dient de
handleiding meegeleverd en de nieuwe gebruiker op de voorschriften te worden gewezen.
NL Geachte gebruiker!
U hebt een goede keuze gemaakt en wij feliciteren U dan ook dat U voor
het merk Pöttinger hebt gekozen.
Als Uw landbouwkundige partner bieden wij U kwaliteit en capaciteit,
gekoppeld aan een goede service.
Teneinde enig inzicht te verkrijgen in de omstandigheden waaronder
de machine wordt ingezet en om in de toekomst nieuwe machines te
kunnen ontwikkelen, verzoeken wij U ons enige gegevens te verstrekken.
Daardoor is het dan ook mogelijk om U in de toekomst gericht over nieuwe
ontwikkelingen te informeren.
Pöttinger-nieuwsbrief
www.poettinger.at/nl/newsletter
Actuele vakinformatie, nuttige links en ontspanning
Document D
NL-0600 Dokum D Anbaugeräte
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
NL
T Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd. Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt. Aftakas, veiligheidsinrichtingen en
handleidingen zijn aanwezig.
T De bediening, de inbedrijfsstelling en het onderhoud van de machine resp. werktuig aan de hand van de handleiding met de gebruiker
besproken en uitgelegd.
T Bandenspanning gecontroleerd
T Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
T Op het juiste toerental van de aftakas gewezen.
T Aanspanning aan de trekker gecontroleerd en eventueel aangepast: Driepuntsbevestiging
T Informatie verstrekt over lengtebepaling van de aftakas.
T Proefgedraaid met de machine en geen gebreken geconstateerd.
T Tijdens het proefdraaien de werking van de machine uitgelegd.
T Het zwenken in werk- en transportstand uitgelegd.
T Informatie verstrekt over extra leverbaar toebehoren.
T Gebruiker gewezen op het nut en de noodzaak om de handleiding goed te lezen.
Aankruisen hetgeen van toepassing is. X
INSTRUCTIES VOOR DE
OVERDRACHT VAN MACHINES
T
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd.
Hiertoe dient:
- Document A getekend naar de importeur c.q. naar de fabrikant te worden gezonden of via internet (www.poettinger.at) te worden verstuurd.
- Document B blijft bij de dealer en
- Document C is voor de gebruiker.
- 4 -
0900_NL-INHALT_375
INHOUDSOPGAVE NL
Veilig-
heidsvoor-
schriften in
aanhangsel A in
acht nemen
Inhoudsopgave
WAARSCHUWINGS AFBEELDINGEN
CE-kenmerk ............................................................... 5
Betekenis van de waarschuwing afbeeldingen .........5
AANBOUW AAN DE TREKKER
Aankoppeling algemeen ............................................6
Aftakas ......................................................................6
Afkoppelen van de machine ......................................6
Aanbouwproblemen .................................................6
Beschermkap en beschermkleden ............................7
Transportstand (< 3 m) .............................................7
Rijden op de openbare weg ......................................7
Werkstand ..................................................................7
Starre topstang ..........................................................8
Telescopische-topstang ............................................8
Verende-topstang ......................................................8
Voor het voor de eerste keer aan de trekker bouwen
eerst hier op letten! ....................................................9
Aanbouw met snel-koppelraam (1) .........................10
INSTELLINGEN "CLASSIC"
Oplegdruk van de maaibalk instellen ......................11
Veerspanning instellen .............................................11
Aan de trekker aankoppelen en afstellen van de
hydraulische compensatieregeling ..........................12
AANBOUWBOK ‘ALPHA MOTION”
Stand voor het afkoppelen ......................................15
Transportstand .........................................................15
Aanbouw ..................................................................15
Veerspanning instellen .............................................16
Gebruik ....................................................................16
Snijhoogte instellen1) ...............................................16
IN GEBRUIK NEMEN
Aanwijzingen voor veilig werken ..............................17
Draairichting van de maaischijven controleren ........18
Maaielement met kneuzer 1) ....................................18
Werken ..................................................................... 18
ZWADVORMERS (VARIANTEN)
Maaielement met zwadschijven 1) (tot bouwjaar
2001) ........................................................................ 19
Afstellen van de beide zwadvormers(8i (vanaf
bouwjaar 2002) ........................................................20
Afstellen van de zwadbreedte(8i ..............................20
Zwadvormplaten ...................................................... 21
KNEUZER (CONDITIONER)
Maaien met de kneuzer ...........................................22
Juiste riemspanning.................................................22
Toerental 700 o/m ...................................................22
Schakelbare aandrijving (variant) .............................22
Stand van de rotorvingers .......................................22
In- en uitbouwen van de kneuzer ............................23
Maaien zonder kneuzer ...........................................25
Optie ........................................................................25
Instellingen ...............................................................28
Reinigen en onderhoud ...........................................28
WALSENKNEUZER (NOVACAT 356 F)
Functioneren ............................................................ 29
Instelmogelijkheden: ................................................ 29
Gebruik ....................................................................30
Onderhoud ...............................................................31
ONDERHOUD
Veiligheidsaanwijzing ...............................................33
Algemene aanwijzingen voor het onderhoud .........33
Reinigen van machinedelen .....................................33
In de openlucht laten staan .....................................33
Overwinteren ...........................................................33
Aftakassen ...............................................................33
Hydrauliekinstallatie .................................................33
Oliepeil controle bij het maaielement .....................34
Tandwielkast ............................................................35
Montage van de messen .........................................35
Balk .......................................................................... 35
Slijtagecontrole van de maaimeshouder .................36
Houder voor het snel wisselen van messen ............37
Messen verwisselen (tot bouwjaar 2003) ................37
Controle van de bevestiging van de mesjes ...........37
Verwisselen van de messen (vanaf bouwjaar
2004) ........................................................................ 38
Opbergen van de hefboom ......................................38
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens ..............................................39
Uitvoering tegen meerprijs: .....................................39
Vereiste aansluitingen ..............................................39
Doelgericht gebruik van de machine .......................40
Plaats van het typeplaatje .......................................40
AANHANGSEL
Aanwijzingen voor veilig werken ..............................43
Aftakas ..................................................................... 44
Smeerschema ..........................................................46
Smeermiddelen .......................................................48
Reparatie's aan het maai-element ...........................50
TAPER SPANBUSSEN
Montageaanwijzing voor Taper spanbussen ...........51
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig .........53
- 5 -
9700_NL-Warnbilder_361
NL
WAARSCHUWINGS AFBEELDINGEN
Buiten het zwenkbereik van de machine blijven.
Voor het inschakelen van de aftakas, de beide zijdelen
neerklappen
Nooit in de machine grijpen, zolang zich daar nog delen
kunnen bewegen.
CE-kenmerk
Het door de fabrikant aan te brengen CE-kenmerk, geeft aan dat de machine beantwoord
aan de EG-richtlijnen.
EG conform verklaring (zie bijlage)
Met het ondertekenen van de EG conform-verklaring verklaart de fabrikant dat de afgeleverde
machine aan alle voorgeschreven veiligheids- en medische voorschriften beantwoordt.
Betekenis van de waarschuwing
afbeeldingen
Gevaar - rondslingerende delen. Houdt veilige afstand
bij een draaiende motor.
Raak nooit bewegende machinedelen aan. Wacht totdat
deze volledig tot stilstand zijn gekomen.
Houdt voldoende afstand tot de messen, als de
trekkermotor draait en de aftakas is aangesloten.
Voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden,
de trekkermotor stopzetten en de contactsleutel
verwijderen.
Aanwijzingen voor
veilig werken
In deze handleiding
zijn alle plaatsen
die betrekking
hebben op
de veiligheid
met dit teken
aangegeven.
bsb 447 410
495.167
NL
- 6 -
1000-NL ANBAU-375
AANBOUW AAN DE TREKKER
Aanbouwproblemen
Bij een fronthefinrichting met een dwarsverbinding (Q) tussen
de hefarmen, kan de aftakas bij het laten zakken worden
beschadigd.
Om schade te voor-
komen is het nodig om
een aanbouwverhoging
tussen de hefinrichting
en het aankoppelraam te
monteren.
Is dit bij U het geval,
neem dan contact op
met uw handelaar of de
importeur.
Bij trekkers met een ver naar voren stekende aftakasaansluitng
moet de aftakas extreem worden ingekort.
In geheven toestand is de overlapping van de aftakasprofielbuizen
dan te gering.
De maximale hoek van de aftakas kan mogelijkerwijs zijn
overschreden (zie ok bijlage B).
In dit geval moet een
aanbouwset worden
gemonteerd die de
machine 200 mm naar
voren brengt.
Is dit bij U het geval,
neem dan contact op
met uw handelaar
of de importeur.
Aankoppeling algemeen
1. Veiligheids aanwijzingen in bijlage A opvolgen.
2. Machine aan de fronthefinrichting van de trekker aankoppelen.
Steekpennen met splitpen borgen.
Verhelpen van problemen met de hydrauliekaansluiting
Als een trekker geen hydrauliekaansluiting aan de voorkant Heeft,
moet een slang van achteren naar voren worden aangelegd.
Bij sommige trekkers kan het nodig
zijn om met een driewegkraan
tussen de fronthefinrichting (HW) en
frontstuurventiel om te schakelen.
HW
SG
Aftakas
Voor het voor de eerste keer
gebruiken moet de lengte
van de aftakas worden
gecontroleerd en eventueel
worden aangepast (zie
"Aftakas aanpassen" in
aanhangsel B).
Afkoppelen van de machine
Maaier met kneuzer
(Conditioner) altijd
op de steunpoot (30)
zetten, kantelgevaar!
- Steunpoot met
pen borgen
Let op!
Bij dubbel werkende trekker-front-hefinstallaties
bestaat het volgende gevaar: de maximale
zakdiepte van de maai-installatie is ingesteld
met begrenzingskettingen. Wanneer met de
hefinstallatie de maximaal ingestelde zakdiepte
wordt overschreden, dan komt er trekkracht op de
begrenzingskettingen.
Dit kan leiden tot een breuk van de ketting of van de
splitpen. Personen binnen de gevarenzone kunnen
gewond raken!
NL
AANBOUW AAN DE TREKKER
- 7 -
1000-NL ANBAU-375
Beschermkap en beschermkleden
Voor onderhoudswerkzaamheden kunnen de beschermkappen
en de beschermkleden omhooggeklapt worden.
Uit veiligheidsoverwegingen moet gewacht worden
tot de schijven stilstaan, voordat de beschermingen
omhooggeklapt worden.
1. Vergrendeling (1) los maken en bescherming (2) opklappen
- beugel in houder vastzetten (3)
- links en rechts
Transportstand (< 3 m)
Als de beide beschermingen zijn opgeklapt en in de houders zijn
vastgezet (3), bedraagt de totale breedte van de machine minder
dan 3 meter.
Rijden op de openbare weg
Let op de wettelijke voorschriften.
De rit op de openbare weg mag alleen plaats vinden, zoals
beschreven in het hoofdstuk "transportstand".
De hefarmen vast zetten zodat de machine niet zijdelings kan
wegzwenken.
Werkstand
Voor u begint met werken
De aftakas aandrijving alleen inschakelen, als alle
beschermingen (beschermkappen, beschermkleden,
enz.) op de juiste wijze zijn aangebracht.
Uit veiligheidsoverwegingen mag er alleen met de
machine gemaaid worden, als de machine in deze stand
staat.
495.167
NL
AANBOUW AAN DE TREKKER
- 8 -
1000-NL ANBAU-375
Starre topstang
Gebruik een starre topstang
bij schijvenmaaiers
NOVACAT 266 F
NOVACAT 306 F
NOVACAT 306 F - met “alpha Motion” aanbouwbok
bij trommelmaaiers
EUROCAT 276 F - met een hydraulische compensatieset (20)
EUROCAT 316 F - met een hydraulische compensatieset (20)
EUROCAT 316 F - met “alpha Motion” aanbouwbok
Telescopische-topstang
Gebruik een telescopische-topstang
- Bij trommelmaaiers (EUROCAT) in combinatie met trekkers
die zijn uitgerust met een elektronische diepteregeling.
De telescopische-topstang maakt een goede aanpassing van de
maaitrommels aan bodemoneffenheden mogelijk die dwars op de
rijrichting lopen.
- Het pendelbereik (L) kan door het verdraaien van de spindel
worden ingesteld.
- De topstang inkorten, zie Aanhang – D
Bij maaiers met een hydraulische compensatieregeling
(20) en bij de „alpha Motion“ versie mag de
telescopische-topstang niet worden gebruikt.
Verende-topstang
Gebruikt een verende-topstang (FOL)
* Bij trommelmaaiers (EUROCAT) in combinatie met trekkers die
zijn uitgerust met een elektronische diepteregeling.
- Zie ook hoofdstuk ”VERENDE-TOPSTANG”
Bij maaiers met een hydraulische compensatieregeling
(20) en bij de „alpha Motion“ versie mag de verende-
topstang niet worden gebruikt.
- 9 -
1000_NL-WEISTEANBAU-375
AANBOUW MET SNEL-KOPPELRAAM NL
Voor het voor de eerste keer aan de
trekker bouwen eerst hier op letten!
Attentie!
Fronthefinrichting met dubbelwerkend
hydraulisch systeem (beschadigingrisico)!
Oplossing:
- Ventiel omschakelen op enkelwerkend
- Ombouwen van de fronthefinrichting tot enkelwerkend
(Bypassleiding) door een vakwerkplaats.
Als de maaier aan de trekker is aangebouwd,
mag het stuurventiel (ST) niet op de stand
’zakken’ worden gezet.
Na zo een bedieningsfout moet de plaat
(P1) onmiddellijk opnieuw worden afgesteld.
Beschadigde onderdelen eerst vervangen.
Bij zo een bedieningsfout zou het volgende kunnen
plaatsvinden:
- De stand van de plaat (P1) verandert in het sleufgat, de
afstand van de vergrendelingshaak (V) wordt daardoor
te groot.
- De vergrendelingshaak (V) breekt.
- De beide hefbomen van de compensatie-unit worden
beschadigd.
- De begrenzingskettingen kunnen breken
De verstelbare plaat (P1) opnieuw afstellen
1) De bouten (SK) iets losdraaien
- Niet te ver losdraaien, de plaat (P1) moet met
lichte hamertikken juist nog in de sleufgaten zijn te
verplaatsen
2) De maaier in de hefinrichting aankoppelen
3) De verstelbare plaat (P1) zo plaatsen dat de
vergrendelingshaak (V) nog kan worden ontgrendeld.
De afstand tot de haak moet zo gering mogelijk zijn.
4) De maaier van de hefinrichting afkoppelen
5) De boutverbinding (SK) met een kracht van 65Nm
aantrekken
ST-24-11-2003
Let op!
Bij dubbel werken-
de trekker-front-
hefinstallaties
bestaat het
volgende gevaar:
de maximale
zakdiepte van de
maai-installatie
is ingesteld met
begrenzingsket-
tingen. Wanneer
met de hefinstal-
latie de maxi-
maal ingestelde
zakdiepte wordt
overschreden,
dan komt er
trekkracht op de
begrenzingsket-
tingen.
Dit kan leiden tot
een breuk van
de ketting of
van de splitpen.
Personen binnen
de gevarenzone
kunnen gewond
raken!
- 10 -
1000_NL-WEISTEANBAU-375
AANBOUW MET SNEL-KOPPELRAAM NL
Aanbouw met snel-koppelraam (1)
Expander (EX) in de juiste positie hangen
Positie A
- voor het afkoppelen van de trekker
Positie B
- na het aankoppelen aan de trekker en tijdens het
werk
2. Het
snelkoppelraam
(Weiste-driehoek)
loodrecht of
licht naar voren
hellend aan de
fronthefinrichting
monteren.
3. Onderste
hefpennen
spelingvrij (2)
borgen.
4. De maaier aankoppelen en omhoog brengen (H2).
5. Vergrendeling (V) met pen borgen.
- De stand van de verstelbare plaat (P1) controleren;
de afstand tot de vergrendelingshaak moet zo gering
mogelijk zijn.
6. Aftakas aankoppelen.
TD28/91/28
1
NL
- 11 -
1001-NL ENTLASTUNG_375.P65
INSTELLINGEN "CLASSIC"
4. De optimale hoek 20 - 22° moet in elk geval
aangehouden worden.
In het hoofdstuk AANBOUWDELEN worden verschillende
aanbouwdelen voor de diverse trekkers getoond.
Deze delen zijn relatief eenvoudig zelf te maken.
- De slangklemmen (20) aan de trekveren monteren.
De instelling van de veerspanning hoeft dan niet bij elke
aankoppeling aan de trekker te worden gecontroleerd.
Alleen bij het wisselen van type trekker, moet de instelmaat "L2"
gecontroleerd en eventueel opnieuw afgesteld worden.
Veerspanning instellen
X2 = 152 mm
Maaielement met zwadschijven
Oplegdruk van de maaibalk instellen
Instelaanwijzingen
* De maaibalk moet met ca. 150 kg op de bodem drukken (links
en rechts 75 kg).
Omdat het totaalgewicht van de maaier hoger is, moet een
gewichtsontlasting worden toegepast.
Daarvoor is een machine met zwadschijven voorzien van twee
trekveren, die dienovereenkomstig moeten worden ingesteld.
Veerspanning instellen
1. Machine hydraulisch heffen.
2. De beide kettingen bevestigen
3. Machine tot op de bodem laten zakken.
NOVACAT 266 F: L2 = 420 mm
NOVACAT 306 F: L2 = 440 mm
EUROCAT 276 F: L2 = 440 mm
EUROCAT 316 F: L2 = 450 mm
Deze maten zijn richtwaarden
* Belangrijker is, dat de bodemdruk ongeveer 150
kg moet bedragen (links en rechts 75 kg).
- De voorspanning overeenkomstig veranderen
TD29/93/2
20
75 kg
TD 71-98-05
X2
083-01-018
L2
20 - 22°
NL
INSTELLINGEN
HYDRAULISCHE ONTLASTING VAN DE MAAI-INSTALLATIE
1000-NL EINSTELLUNGEN_375 - 12 -
Attentie!
Fronthefinrichting met dubbelwerkend hydraulisch
systeem (beschadigingrisico)!
Oplossing:
- Ventiel omschakelen op enkelwerkend
- Ombouwen van de fronthefinrichting tot enkel werkend
(Bypassleiding) door een vakwerkplaats.
3. Blokkeerkraan openen (E)
4. Drukventiel (P1) helemaal openen
Draairichting naar links
5. De beide kettingen (7) zo monteren, dat de afstand
tussen het aanbouwraam en de boring (7b) 14,5 cm
bedraagt.
- Het plaatje L1 in de boring 7b is de standaardafstelling
- De hoek (W) is van belang en moet ca. 60° - 70° bedragen.
Op grond van de verschillende uitvoeringen van de hefinrichtingen
van de diverse fabrikanten kan geen eenduidige kettinghoek
worden vastgelegd (zie hoofdstuk ”Aanbouwdelen”)
Aan de trekker aankoppelen en afstellen van de hydraulische compensatieregeling
Handleiding voor het aanbouwen
en de afstelling van de hydraulische
compensatieregeling voor Pöttinger
frontmaaiers NOVACAT 266/306 en
EUROCAT 276/316
Attentie!
Tijdens het instellen en tijdens het werk, moet het
hydrauliek-ventiel voor de fronthefinrichting in de
zweefstand staan.
1. De machine op een vlakke ondergrond aanbouwen en
op de grond (H1) laten zakken
2. De hydraulische leiding (Hyd) aan de maaier aankoppelen
en aan het enkelwerkende ventiel op de trekker (EW)
NL
INSTELLINGEN
HYDRAULISCHE ONTLASTING VAN DE MAAI-INSTALLATIE
1000-NL EINSTELLUNGEN_375 - 13 -
6. Drukventiel (P1) helemaal sluiten
7. Het stuurventiel (ST) zo lang bedienen tot de manometer
een druk van ca. 150 bar aangeeft.
8. Hydraulisch stuurventiel in de zweefstand (S)
schakelen
9. Nu moet de druk op de manometer teruglopen tot ca.
120 bar
Als minder dan 120 bar wordt aangegeven
- Schroef (R1) helemaal indraaien
- Stuurventiel (ST) zo lang bedienen tot de manometer een druk
van 150 bar aangeeft.
- Stuurventiel (ST) in de zweefstand brengen
- Schroef (R1) zover naar buiten draaien tot 120 bar wordt
aangegeven (min. 85 bar, max. 150 bar)
- Schroef borgen (R2)
Als er meer dan 120 bar wordt aangegeven
- Schroef (R1) zo ver uitdraaien tot 120 bar wordt weergegeven
(min. 85 bar – max. 150 bar)
- Schroef borgen (R2)
10. Afstand tussen het aanbouwraam en de boring (7b)
controleren (14,5 cm.) – zie afbeelding 5
Als correcties nodig zijn – zie punt 14.
11. Bodemdruk van de maaibalk (150 kg) controleren (links
en rechts 75 kg)
Als correcties nodig zijn – zie punt 14.
12. Blokkeerkraan sluiten (A)
13. De hydraulische leiding (Hyd) kan nu worden
afgekoppeld, het afstellen is afgesloten.
75 kg
TD 71-98-05
Bild 8
Bild 7
NL
INSTELLINGEN
HYDRAULISCHE ONTLASTING VAN DE MAAI-INSTALLATIE
1000-NL EINSTELLUNGEN_375 - 14 -
14.3 Als de maaibalk te zwaar op de bodem drukt
- Schroef (R1) helemaal indraaien
- De punten 7 en 8 herhalen en de druk (normaalinstelling 120 bar)
met 10 bar verhogen
ATTENTIE: De maximale druk van 150 bar niet overschrijden
Als een druk van 150 bar is ingesteld en de maaibalk drukt
nog steeds te zwaar op de bodem
- Machine hydraulisch heffen (H2)
- Plaatje (L1) in de bovenste boring (7a) monteren
15. Algemene aanwijzingen
De instellingen of correcties moeten worden uitgevoerd:
- Als de machine wisselend aan meerdere trekkers wordt
gebruikt
- In plaats van een kneuzer, de zwadvormers worden ingebouwd,
of omgekeerd (gewichtsverschil)
- De oplegdruk aanmerkelijk wordt verhoogd door het aanhechten
van gewasresten en/of grond.
14. Correcties
14.1 De afstelmaat 14,5 cm. Tussen het aanbouwraam en
de boring (7b) is nog niet bereikt.
- Machine hydraulisch heffen (H2)
- De kettinglengte (7) met kettingschakels dienovereenkomstig
veranderen.
- De machine op de grond laten zakken
- De afstelmaat opnieuw controleren
14.2 Als de maaibalk te licht op de bodem drukt
- De druk op de manometer met de schroef (R1) met ca
5 à
10 bar verminderen
ATTENTIE: de druk mag niet beneden 85 bar komen
Als 85 bar is ingesteld en de bodemdruk van de maaibalk
is nog steeds te gering
- Plaatje (L1) in de onderste boring (7c) aanbrengen
149-01-02
H2
7
H1
Bild 10
- 15 -
1000_NL-AlphaMotion_375
NL
Aanbouw
- zie hoofdstuk “Aanbouw met snel-koppelraam”
- Hydraulische leiding voor de hefcilinder op
het enkelwerkende (EW) ventiel van de trekker
aansluiten
- Afsluitkraan openen (pos.
E)
- Aanbouwbok (A) met
de hefinrichting van de
trekker heffen
- Steun (K) naar voren wegklappen
- Werkhoogte op 1370 mm instellen en met ketting (7)
fixeren
(De begrenzingskettingen dienen als instelhulp!)
Stand voor het afkoppelen
- De steun (K) voor het afkoppelen van de machine naar
boven zwenken (Pos 0).
- Afsluitkraan sluiten (pos. A)
Aanwijzing!
De kneuzer *CR( kan alleen in deze stand (Pos.
0) worden gedemonteerd.
Transportstand
- De maaier tijdens het transport altijd vergrendelen
- Steun (K) in „Pos 1“ zwenken
- Afsluitkraan sluiten (pos. A)
K
Pos 1
Varianten op NOVACAT 306 F en EUROCAT 316 F
K
Pos 0
A
495.794
1370
EW
T
P
T
021-06-04
ATTENTIE!
De maaier moet
tijdens het
transport altijd
zijn vergrendeld
Pos. E
Pos. A
Pos. E
Pos. A
Pos. E
Pos. A
ATTENTIE!
De machine op
een vlakke, vaste
ondergrond
wegzetten
AANBOUWBOK ‘ALPHA MOTION”
Let op!
Bij dubbel werken-
de trekker-front-
hefinstallaties
bestaat het
volgende gevaar:
de maximale
zakdiepte van de
maai-installatie
is ingesteld met
begrenzingsket-
tingen. Wanneer
met de hefinstal-
latie de maxi-
maal ingestelde
zakdiepte wordt
overschreden,
dan komt er
trekkracht op de
begrenzingsket-
tingen.
Dit kan leiden tot
een breuk van
de ketting of
van de splitpen.
Personen binnen
de gevarenzone
kunnen gewond
raken!
- 16 -
1001_NL-AlphaMotion_375
NL
AANBOUWBOK ‘ALPHA MOTION”
Gebruik
- Steun (K) in „Pos 2“ zwenken
K
Pos 2
Veerspanning instellen
E = Compensatieveren
R= Gewichtscompensatie rechts
L = Gewichtscompensatie links
Snijhoogte instellen1)
Met topstang (O):
Bij verandering van de topstanglengte L +/- is een
Verandering van de snijhoogte tussen 3 en 6 cm
mogelijk.
AANWIJZING!
Na het afkoppelen van de maaier, de
aankoppelbok weer in de verticale stand
brengen.
Met hoge glijsloffen:
Te gebruiken bij snijhoogtes boven 6 cm.
1) alleen bij schijvenmaaiers
Maaier met zwadvormer
Type E R L
(mm) (mm) (mm)
EUROCAT 316 F 245 55 25
NOVACAT 306 F 270 25 60
NOVACAT 356 F 250 25 90
Maaier met kneuzer (ED)
Type E R L
(mm) (mm) (mm)
EUROCAT 316 F 180 45 45
NOVACAT 306 F 205 45 45
NOVACAT 356 F 185 25 25
Maaier met kneuzer (RC)
Type E R L
(mm) (mm) (mm)
NOVACAT 306 F 160 45 45
NOVACAT 356 F 210 25 25
Aanwijzing!
Bij de instelling en tijdens de werkzaamheden
moet het hydraulische regelventiel voor
de fronthefinstallatie voor de ingestelde
positie worden geblokkeerd.
- 17 -
0100-NL EINSATZ_375
NL
IN GEBRUIK NEMEN
Aanwijzingen voor veilig werken
1. Controle
- De staat van de messen en de mesbevestiging
controleren.
- De maaischijven op beschadigingen controleren (zie
ook hoofdstuk onderhoud en reparaties).
2. Schakel de machine alleen in als ze in
werkstand is en overschrijdt het maximum
toerental niet!
Een sticker, die naast de aandrijfkast is aangebracht,
laat zien voor welk aftakas-toerental uw maaier
geschikt is.
De aftakas aandrijving alleen inschakelen, als alle
beschermingen (beschermkappen, beschermkleden,
enz.) op de juiste wijze zijn aangebracht.
- Expander (EX) aanbrengen
. Let op de draairichting van de
aftakas!
4. Voorkomen beschadigingen
Het te maaien veld moet vrij zijn van
obstakels en vreemde voorwerpen.
Vreemde voorwerpen (bijv. grote stenen,
stukken hout, afrasteringspaaltjes enz.)
kunnen de maaier beschadigen.
bsb 447 410
540 Upm 1000 Upm
TD8/95/6
Mocht er toch een vreemd voorwerp in de maaier komen
Direct stoppen en de aandrijving uitschakelen.
De machine zorgvuldig op beschadi-
gingen controleren. Vooral de
maaischijven en hun aandrijfas goed
controleren (4a).
Indien nodig, de machine door een
vakman laten repareren.
Na contact met een vreemd voorwerp
De staat van de messen en de mesbevestiging controleren (zie ook hoofstuk
"Onderhoud")
Alle mesbouten natrekken.
De machine zorgvuldig op beschadigingen controleren. Vooral de maaischijven
en hun aandrijfas goed controleren (4a).
Indien nodig, de machine door een vakman laten repareren.
5. Afstand houden bij een draaiende motor.
- Stuur personen buiten het
gevarengebied van de machine;
er kunnen voorwerpen worden
weggeslingerd.
Bijzondere aandacht is te
besteden aan het werken op
percelen met veel stenen en
in de buurt van wegen.
5. Gehoorbeschermers dragen
Afhankelijk van de verschillende trekkercabine's, kan het
geluidspeil op de werkplek verschillen.
Wordt een geluidspeil van 85 dB (A) of hoger bereikt, moet gehoorbescherming
binnen handbereik gehouden worden.
Wordt een geluidspeil van 90 dB (A) bereikt of overschreden, dan moet de
gehoorbeschermer gedragen worden.
- 18 -
0100-NL EINSATZ_375
NL
IN GEBRUIK NEMEN
1) optie
Hulpmiddel als de trekker niet op links-
aandrijven kan worden geschakeld:
- De aandrijving (G2) demonteren en 180° draaien, daarna
weer monteren
Belangrijke
opmerkingen
voor u begint te
werken
Aanwijzingen voor
veilig werken: zie
aanhangsel-A p.
1. - 7.)
Algemeen
Voor het maaien moet de draairichting links worden
gekozen
TD40/94/16
TD 79/98/53
G2
NOVACAT 266 F NOVACAT 306 F
Maaielement met kneuzer 1)
1. Staat van de v-snaren controleren.
Versleten en beschadigde v-snaren vervangen!
2. V-snaar spanning controleren.
* zie hoofdstuk KNEUZER (Conditioner)
Werken
1. Snijhoogte verstellen door de topstang af te
stellen (maaischijven in een hoek van maximaal
5°).
2. Om te maaien wordt de aftakas buiten het
te maaien gewas ingeschakeld en wordt de
machine langzaam op toeren gebracht.
Door een gelijkmatig verhogen van het aandrijftoerental
worden systeembepaalde bijgeluiden in de
vrijloopkoppeling vermeden.
- De rijsnelheid wordt mede bepaald door gewas- en
terreinomstandigheden.
Draairichting van de maaischijven controleren
Na één bedrijfsuur
• Alle mesbouten
natrekken.
0200-NL SCHWADFORMER_375
NL
- 19 -
ZWADVORMERS (VARIANTEN)
1) optie
Maaielement met zwadschijven 1) (tot bouwjaar 2001)
Instelling van de beide rubberschijven
Door het gebruik tot 3 bijlagen (16) kan de zwadbreedte worden
verminderd. De drager wordt dan, al naar gelang het aantal bijlagen,
schuin gemonteerd (W)
Als er geen kneuzer wordt gebruikt, kunnen zwadvormers worden
gemonteerd.
De zwadvormer wordt aan dezelfde ophangelementen bevestigd
als de kneuzer.
Instelling van de beide trekveren
A = bij hoog, dicht gewas
B = basisafstelling
C = bij kort gewas
0200-NL SCHWADFORMER_375
NL
ZWADVORMERS (VARIANTEN)
- 20 -
(8i zie Aanhangsel-A
Afstellen van de beide zwadvormers(8i (vanaf bouwjaar 2002)
Instelling van de beide trekveren
A = bij hoog, dicht gewas
B = basisafstelling
C = bij kort gewas
Afstellen van de zwadbreedte(8i
De breedte van het zwad kan worden versteld via de strip (6).
Als er een verstopping optreedt moet een grotere zwadbreedte gekozen
worden.
0200-NL SCHWADFORMER_375
NL
ZWADVORMERS (VARIANTEN)
- 21 -
Zwadvormplaten
Normale uitvoering (1)
Tegen meerprijs kunnen 2 zwadvormplaten worden geleverd. Deze kunnen traploos worden versteld, zodat een meer of minder breed zwad
kan worden gevormd.
A = breder zwad
B = smaller zwad
Extra uitvoering (2)
Aan de beide normale zwadvormplaten kan een extra plaat worden gemonteerd. Daardoor kan de zwadbreedte nog meer worden
gereduceerd.
Aanwijzing: De beide extra platen (2( mogen niet in de uitgezwenkte stand (A) worden gebruikt!
In deze stand mogen slechts de beide normale zwadvormplaten worden gebruikt!
Op oneffen grond zouden deze extra platen kunnen worden beschadigd.
NL
- 22 -
0700-NL AUFBEREITER_375
KNEUZER (CONDITIONER)
Maaien met de kneuzer
Het effect van de kneuzer kan worden veranderd.
- De afstand tussen de rotor en de verstelplaat wordt met hendel
(13) veranderd.
In de laagste stand is het kneuseffect het grootst (Pos. 3).
Het voer mag echter niet geplet worden.
Juiste riemspanning
Maat X2 controleren
NOVACAT 266 F: X2 = 189 mm
NOVACAT 306 F: X2 = 189 mm
NOVACAT 356 F: X2 = 160 mm
EUROCAT 276 F: X2 = 193 mm
EUROCAT 316 F: X2 = 193 mm
Toerental 700 o/m
Optie NOVACAT
- Minder beschadiging van het gewas
Riemschijven, V-riemen en schermkap moeten worden
vervangen.
Voor onderdelen: zie het onderdelenboek
Schakelbare aandrijving (variant)
Er kan tussen twee rotortoerentallen worden gekozen
Schakelstanden A-0-B
0= neutraal
A: het lage toerental
Het gewas wordt niet geknikt. Er wordt alleen een normaal zwad
afgelegd.
B: het hoge toerental
Het gewas wordt nu geknikt, zodat het sneller droogt. Hierbij wordt
de buitenste beschermlaag van het gewas, die er anders voor
zorgt, dat het gewas niet zo snel droogt, beschadigd.
De intensiviteit van de kneuzer wordt door de stand van de hendel
(13) beinvloed.
Stand van de rotorvingers
Pos. Z1: Stand van de rotorvingers voor normaal gebruik
Pos. Z2: Voor zware omstandigheden, bijvoorbeeld als het gewas
zich rond de rotor-as wikkelt.
De rotortanden 180° draaien (Pos. Z2). Deze stand van de vingers
lost in de meeste gevallen de problemen op. Het kneuseffect wordt
er echter iets door verminderd.
NL
KNEUZER (CONDITIONER)
- 23 -
0700-NL AUFBEREITER_375
3. V-snaren verwijderen (3b)
- Van te voren met de hefboom (3a) ontspannen
4. Transportwielen (4) aanbrengen
- links en rechts
In- en uitbouwen van de kneuzer
1. Vergrendeling (1) losmaken en scherm (2) opklappen
- Beschermbeugel in de houder plaatsen (3)
- links en rechts
2. Beschermkap (15) verwijderen
NL
KNEUZER (CONDITIONER)
- 24 -
0700-NL AUFBEREITER_375
6. Kneuzer (CR) altijd op een vaste ondergrond
wegzetten
7. Beschermplaat monteren (15)
Inbouwen van de kneuzer (CR) of van de zwadvormer
(SF)
- dit gebeurt in omgekeerde volgorde
5. Bevestigingen links en rechts losmaken
Veerbelaste pennen tot bouwjaar 2004
Borgpen (V1) verwijderen en pen ontgrendelen
• positie A = ontgrendeld • positie B = vergrendeld
Geschroefd vanaf bouwjaar 2004
Bout S verwijderen
(Veerbelaste pennen (Optie))
Belangrijk!
Tijdens het maaien zonder kneuzer moeten aan de
machine extra beschermingen worden aangebracht en
de beide zwadvormers moeten worden gemonteerd.
Zie onderdelenlijst.
- 25 -
0400-NL MÄHEN OHNE CR_375
NL
KNEUZER (CONDITIONER)
Let hier speciaal op, als de kneuzer van de maaier is
gedemonteerd
Aanwijzing voor uw veiligheid
Een machine met kneuzer (CR) is als geheel met de voorgeschreven
beschermingen uitgerust.
Als de kneuzer echter wordt afgebouwd, is de maaier niet
meer voorzien van een complete bescherming. In deze
toestand mag zonder extra beschermingen niet worden
gemaaid!
ATTENTIE!
Voor het maaien zonder kneuzer (CR) moeten extra
beschermingen worden gemonteerd die speciaal voor deze
maaier zijn gemaakt.
Bij een nieuwe maaier met kneuzer horen deze extra
beschermdelen niet tot de leveromvang; ze moeten extra
worden besteld (zie onderdelenboek, bouwgroep ‘SCHUTZ
HINTEN’)
Optie
- steunwielenset (4)
- veerbelaste fixeerpen (A-B)
Voor het maaien zonder kneuzer (Conditioner)
- Veiligheidsaanwijzing (boven) zonder meer
navolgen!
Maaien zonder kneuzer
ROTOR
- 26 -
0700-D ROTOR_375
ROTOR
- 27 -
0700-D ROTOR_375
381.31.001.0
12345678910111213141516171819202122232425262728293031
315°
270°
225°
180°
135°
90°
45°
315°
270°
225°
180°
135°
90°
45°
NOVACAT 356 F (Type PSM 381)
- 28 -
0500-NL-WALZENAUFBEREITER_375
NL
WALSENKNEUZER (NOVACAT 266 F, 306 F)
Instellingen
Drukveren aan de zijkanten
- voor het instellen van de afstand tussen de berubberde
walsen
- regelbaar met schroef (B)
Reinigen en onderhoud
Iedere keer na het gebruik met water reinigen
- de berubberde walsen
- de lagers aan de zijkant
(Bij het gebruik van een hogedrukreiniger: zie hoofdstuk
ONDERHOUD, Reinigen van machinedelen)
Na ieder gebruik smeren
- de lagers opzij (L) van de onderste walzen
linksen rechts
- het lager opzij (L) van de bovenste wals
aan de linkerkant
Na 100 bedrijfsuren smeren
- de aandrijving (M) van de bovenste wals
rechterkant
Na 500 bedrijfsuren
- de olie verwisselen
- olie type SAE 90 (III) tot aan de markering (N) vullen
Aanwijzing!
In- en uitbouwen
van de
walsenkneuzer
-zie hoofdstuk
“KNEUZER”
021-09-03c
1
2
3
4
5
6
021-09-44
X
1
Veiligheidsaanwi-
jzing:
Voor ingebruik-
name moet de
handleiding en
met name de vei-
ligheidsinstructie
worden gelezen
en worden nage-
leefd.
Waarschuwing!
Roterende ele-
menten, intrekge-
vaar! Veiligheids-
voorzieningen
mogen bij lopen-
de motor nooit
worden geopend
of verwijderd.
Functioneren
De walskneuzer is geschikt voor luzerne en klaversoorten. Twee aangedreven, in elkaar grijpende walsen kneuzen het
maaigoed. Daarbij wordt de natuurlijke waslaag van de planten beschadigd, waardoor de droogtijd wordt verkort.
Aanduidingen:
(1) Centrale smeereenheid (4) Onderhoudseenheid: snarenaandrijving
(2) Verstelbare zwadplaten (5) bovenste en onderste rubber walsen
(3) Versteleenheid voor zwadplaten (links en rechts) (6) Onderhoudseenheid: kettingaandrijving
Instelmogelijkheden:
De walskneuzer wordt vanaf de fabriek ingesteld op
‚gemiddelde intensiteit‘. Om de machine optimaal aan te
passen aan de omgevingsomstandigheden, kunnen de
volgende instellingen worden doorgevoerd:
Afstand van de walsen ten opzichte van elkaar:
De walsafstand wordt aan de linker en de rechter kant
identiek met de verstelschroef (1) ingesteld. (afb.: 021-
09-44) basisinstelling: (X) = 45 mm
Vanwege bouwelementtoleranties kan
ondanks de basisinstelling toch een
ongelijkmatige walsspleet ontstaan.
Controleren en indien nodig bijstellen, een
minimale spleet moet over de hele linie
aanwezig zijn!
(afb.: walskneuzer - type 381)
- 29 -
1000-NL_WALZENAUFBEREITER_381
NL
WALSENKNEUZER (NOVACAT 356 F)
021-09-45
SE
WS
ES
021-09-26
Voorzichtig!
Risico op ver-
wondingen door
rondvliegende
onderdelen.
Houd voldoende
veiligheidsafstand
tot de machine
tijdens de maai-
werkzaamheden.
Veervoorspanning van de bovenste wals:
De bovenste wals is beweeglijk en wordt links en rechts
steeds met een veer voorgespannen. De intensiteit van
de veervoorspanning wordt steeds met de moer (WS)
ingesteld. (afb.: 021-09-45)
Standaardinstelling (SE): 210 mm
Zwadbreedte instellen:
Het gemaaide en gekneusde maaigoed wordt met de
zwadplaten tot de gewenste zwadbreedte gevormd. De
zwadplaten wordt links en rechts identiek versteld door
de verstelschroef te openen en te verstellen. (ES) (afb.:
021-09-26)
Gebruik
Rijsnelheid:
De rijsnelheid moet aan het type voer worden aangepast.
Een te hoge snelheid verlaagt de kwaliteit en de
gelijkmatigheid van de kneuzing.
Werkzaamheden zonder walskneuzing:
Indien gewenst kan de walskneuzer ook worden
gedemonteerd en worden vervangen door een
tandenkneuzer of een zwadvormer (meer informatie bij
uw dealer).
Een machine met kneuzer is als eenheid voorzien van
veiligheidsvoorzieningen volgens de voorschriften.
Wanneer de kneuzer wordt gedemonteerd, is de
maai-eenheid niet meer volledig afgesloten. In deze
toestand mag niet worden gemaaid, zonder dat extra
veiligheidsvoorzieningen zijn aangebracht!
Let op!
Als de walskneuzer wordt gedemonteerd,
zijn de maaimessen van de schijvenmaaier
vrij toegankelijk. Er bestaat een groot risico
op verwondingen. Voor het maaien zonder
kneuzer moeten veiligheidsvoorzieningen
aan de maaibalk worden gemonteerd,
die speciaal voor dit deze manier van
werken zijn bedoeld. Bij een nieuwe
machine met kneuzer worden deze
veilgheidsvoorzieningen niet standaard
meegeleverd; de onderdelen moeten
apart worden besteld (zie de lijst van
reserveonderdelen, elementgroep
‚BESCHERMING ACHTER‘).
- 30 -
1000-NL_WALZENAUFBEREITER_381
WALSENKNEUZER (NOVACAT 356 F) NL
WS1
3
PP1
PP2
WS2
021-09-16
021-09-27
021-09-20
Onderhoud
Reinigen: (steeds na 20 bedrijfsuren)
Afdekking van de onderhoudsopening bij de
kettingaandrijving afschroeven. Indien nodig moet de
hele afdekking worden afgeschroefd. (afb.: 021-09-
48)
Indien nodig afdekking bij de snarenaandrijving
afschroeven (afb.: 021-09-49)
• Vuil verwijderen
• Rubberwalsen reinigen
Vuil kan een negatief effect hebben op
de smering, en beschadigingen aan de
machine tot gevolg hebben!
Onderhoudseenheid kettingaandrijving (afb.:
021-09-27)
Smeren: (steeds na 20 bedrijfsuren)
De aandrijfkettingen worden door de centrale smeereenheid
gesmeerd. Met iedere hefprocedure van de maaier wordt
een smeerimpuls afgegeven.
Functiecontrole van de smeerinrichting
Oliepeil controleren. (Het oliereservoir is gemonteerd
aan de kneuzer)
Het oliepeil van de centrale smeereenheid
moet altijd worden gecontroleerd voordat
met de werkzaamheden wordt begonnen.
Werkzaamheden met de machine
zonder voldoende smering leiden tot
beschadigingen van de aandrijfkettingen.
Kettingspanning: (steeds na 60 bedrijfsuren)
(afb.: 021-09-16)
Korte aandrijfketting
Kettingspanning met de duim op het
testpunt (PP1) controleren. Optimale
afwijking: 3,5 - 5 mm
Kettingspanning wijzigen:
Schroeven (3) losmaken
Spanschroef (WS1) instellen
Lange aandrijfketting
Kettingspanning met de duim op het testpunt (PP2)
controleren. Optimale afwijking: 5 - 8 mm
Kettingspanning wijzigen:
Spanschroef (WS2) instellen
Voorzichtig!
Voordat met
onderhouds- en
reparatiewerk-
zaamheden wordt
begonnen, moet
de motor worden
afgezet en de
contactsleutel
moet worden
verwijderd.
Hinweis:
Folgende Öle
werden für die
zentrale Schmie-
reinricht-ung
empfohlen:
- Synthetiköl
HEES 46
- Hydrauliköl HLP
46
Nur sauberes Öl
verwenden!
- 31 -
1000-NL_WALZENAUFBEREITER_381
WALSENKNEUZER (NOVACAT 356 F) NL
021-09-32
SE
WS
KSS
WS
021-09-11
021-09-42
BS
AS
Positie van de wals wijzigen: (indien nodig) (afb.:
021-09-11)
Nadat de aandrijfkettingen meermaals zijn nagespannen,
zal de positie van de wals veranderen.
Positie van de wals instellen:
Schroeven (WS) losdraaien en de wals verdraaien. De
positie van de onderste wals moet zo worden ingesteld,
dat de profielen van de beide walsen optimaal in elkaar
grijpen en elkaar niet raken.
Een optimale positie van de walsen
voorkomt een vroegtijdige slijtage van de
rubberwalsen.
Aandrijfsnaren: (indien nodig) (afb.: 021-09-32)
Snarenspanning controleren:
Basisinstelling (SE): 183 mm
Snarenspanning wijzigen:
Schroef (WS) instellen
Snaar vervangen:
Wanneer de aandrijfsnaren zijn beschadigd of versleten,
moeten deze worden vervangen. (Let op: altijd de complete
snarenset vervangen!)
Snaar ontspannen. Als ondersteuning kan de
snarenspanner worden gedeactiveerd met de mes-
snelwissel-sleutel (KSS)
• Snaar vervangen
Snaar weer op spanning brengen
Smering: (afb. 021-09-60)
Steeds na 20 bedrijfsuren:
• SP 1
Steeds na 100 bedrijfsuren:
SP 2 (bovenste afdekking demonteren)
Transmissie-olie: (afb. 021-09-42)
(Steeds na 100 bedrijfsuren)
De transmissie bevindt zich aan de buitenkant van de
maaibalk.
Aftapplug (AS) openen en olie aftappen
Transmissie-olie (450 ml) bij de vulplug (BS) bijvullen
(Synthetische smeerolie voor smering bij hoge
temperaturen, ISO-VG-klasse 220)
SP2 SP1SP1
- 32 -
1000-NL_WALZENAUFBEREITER_381
WALSENKNEUZER (NOVACAT 356 F) NL
- 33 -
NL
0400_NL-Allgemeine-Wartung_BA
Hydrauliekinstallatie
Wees voorzichtig met hydrauliekinstallaties i.v.m.
verwonding en infectie.
Als er olie uit een slang of leiding spuit, kom dan niet
te dichtbij. Vloeistof zoals olie onder hoge druk kan in
de huid dringen. Raadpleeg in dat geval onmiddellijk
een arts.
Na de eerste 10 bedrijfsuren en alle volgende 50
bedrijfsuren
- Controleer of alle hydraulieknippels/verbindingen dicht
zijn. Eventueel nippels/wartels aandraaien.
Voor iedere inbedrijfsname
- Voor iedere inbedrijfsname moeten de slangen van het
hydrauliek gecontroleerd worden op beschadiging.
Versleten of beschadigde slangen moeten direct
vervangen worden. De kwaliteit van nieuw te monteren
slangen en andere delen moeten aan de eisen voldoen
en gelijk zijn aan het origineel gemonteerde materiaal.
Slangen ondergaan een natuurlijke veroudering. Ze
moeten na 5 of 6 jaren worden vervangen.
In de openlucht laten staan
Als de machine langere tijd in de
open lucht moet blijven, moeten
de cylinderstangen worden
gereinigd en worden ingevet.
FETT
TD 49/93/2
Veiligheid-
saanwijzing
Voor het verrich-
ten van instel-,
onderhouds-
en reparatie-
werkzaamheden,
de trekkermotor
uitschakelen.
• Werkzaamheden
onder de machine
alleen uitvoe-
ren, wanneer de
machine veilig
en stabiel staat
en goed wordt
ondersteund.
Na één werkuur
alle bouten nat-
rekken.
Algemene aanwijzingen voor het onderhoud
Om ook na langere tijd nog plezier van uw machine te
houden neemt u de volgende aanwijzingen
in acht:
- Na de eerste gebruiksuren alle bouten
en moeren na-trekken.
Speciaal gecontroleerd moeten worden:
- Mesbouten bij maaiers
- Bouten in de tandbevestiging van schudders en van
zwadharken
Onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal
voor deze machines en werktuigen ontwikkeld.
b. Wij maken U er uitdrukkelijk op attent dat niet door
ons geleverde delen niet door ons gecontroleerd en
vrijgegeven zijn.
c. Montage en gebruik hiervan kan onder bepaalde
omstandigheden constructieve eigenschappen van
Uw machine negatief beïnvloeden. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade
ontstaan door het gebruik van niet originele delen en
toebehoren.
d. Zelfstandig wijzigingen aanbrengen of het monteren
van aanbouwdelen o.i.d. sluiten elke aansprakelijkheid
van de fabrikant uit.
Reinigen van machinedelen
Let op!
Geen hogedrukreiniger gebruiken voor het reinigen van
lagers en van hydraulische delen.
Gevaar voor roestvorming!
- Na het reinigen van de machine deze volgens het
smeerschema doorsmeren en de machine een korte
tijd laten draaien.
- Door met te
hoge druk te
reinigen kan
beschadiging
van lak
optreden.
Veiligheidsaanwijzing
Voor het verrichten van instel-, onderhouds- en reparatie-
werkzaamheden, de trekkermotor uitschakelen.
Overwinteren
- De machine voor het overwinteren goed schoon
maken.
- Beschermd tegen weersinvloeden opbergen.
- Olie-wisselen of op niveau brengen.
- Blanke delen tegen roest beschermen.
- Alle smeerpunten volgens schema doorsmeren.
Aftakassen
- zie ook de aanwijzingen in de aanhang
Let op: voor u onderhoud pleegt!
In principe gelden de aanwijzingen die in de
gebruikershandleiding worden gegeven.
Als daarin geen speciale aanwijzingen worden gegeven,
gelden de aanwijzingen in de meegeleverde handleiding
van de betreffende aftakassenfabrikant.
Repara-
tieaanwijzingen
Let op de repara-
tieaanwijzingen in
de aanhang (indi-
en beschikbaar)
ONDERHOUD
0700-NL WARTUNG_375 - 34 -
NL
ONDERHOUD
3. Olievulschroef (63) uitnemen.
Aan de boring van deze vulschroef wordt het oliepeil
gemeten.
1) De vulschroef (63) is gelijktijdig de niveauplug (OLIEPEIL)
Oliepeil controle bij het maaielement
Het oliepeil kan, onder normale omstandigheden, jaarlijks bij-gevuld
worden.
AANWIJZING:
- Oliepeilcontrole uitvoeren als de olie op bedrijfstemperatuur is.
De olie is in koude toestand te weinig vloeibaar. Er blijft te veel olie aan de
tandwielen kleven, het meetresultaat zou dan verkeerd zijn.
1. Maaielement aan een kant heffen (X1) en ondersteunen.
NOVACAT 266 F: X1 = 22,5 cm
NOVACAT 356 F:
X1 = 22,5 cm
NOVACAT 306 F: X1 = 38 cm
De kant waar zich de olievulschroef bevindt, blijft op de bodem.
Het maaielement aan de andere kant X1 heffen en met juiste hulpstukken
ondersteunen.
2. Maaielement in deze stand ca. 15 minuten laten staan.
Deze tijd is nodig, zodat alle olie onderin het maaielement zakt.
NOVACAT 266 F
NOVACAT 356 F
NOVACAT 306 F
OLIEPEIL
Attentie!
- De balk rechtop zetten
- Olieniveauplug (63) er uit nemen en olie bijvullen.
4. Oliepeil controleren
NOVACAT 266 F / 356 F:
Het oliepeil is korrekt als de olie tot aan de vulschroef
(63) (OLIEPEIL) komt.
NOVACAT 306 F:
de afstand tot het olieniveau meten.
Het oliepeil is correct, als de afstand 12 mm
bedraagt.
Teveel olie leidt tijdens het werk tot
oververhitting van het maaielement.
Te weinig olie brengt de benodigde smering
in gevaar.
0700-NL WARTUNG_375 - 35 -
NL
ONDERHOUD
Tandwielkast
- Olie verversen na de eerste 50 bedrijfsuren.
Het oliepeil kan, onder normale omstandigheden, jaarlijks bij-
gevuld worden (OLIEPEIL).
- Verversen om de 100 bedrijfsuren.
Hoeveelheid olie:
0,8 liter SAE 90
Hoeveelheid olie:
1,0 liter SAE 90
Montage van de messen
Attentie!
De pijl op het mes geeft de draairichting van de
maaischijf aan.
- Voor montage schroefoppervlak van lak ontdoen.
Balk
Olie verversen
- Olie verversen na de eerste 50 bedrijfsuren of om de 100
bedrijfsuren.
Aanwijzing:
Olie vervangen als deze op bedrijfstemperatuur is.
De olie is te stroperig als deze koud is. Er blijft dan teveel oude
olie aan de tandwielen hechten en daardoor worden de aanwezige
zwevende deeltjes niet uit de aandrijving verwijdert.
Hoeveelheid olie:
NOVACAT 266 F: 3 liter SAE 90
NOVACAT 306 F: 3,5 liter SAE 90
NOVACAT 356 F: 4 liter SAE 90
- Maaibalk aan de rechterkant opheffen.
- Controleschroef (62) verwijderen en de oude olie eruit laten lopen
en milieuvriendelijk verwerken.
314-07-10
NOVACAT 356 F
NOVACAT 266 F
NOVACAT 306 F
NL
ONDERHOUD
- 36 -
0000-NL SICHTKONTROLLE (379)
Slijtagecontrole van de maaimeshouder
ATTENTIE!
Er bestaat ongevallenrisico als:
- de mesbout in het midden tot op 15 mm is
versleten
- het gebied waar slijtage optreed tot aan de rand
van de boring (30a) is gekomen
- de mesbout onderaan (30b) is versleten
- de mesbout niet meer vast in de houder zit
Als één, of meerdere van deze
slijtage verschijningen zich
voordoen, mag NIET verder worden
gewerkt.
De versleten onderdelen MOETEN
direct door originele Pöttinger
onderdelen worden vervangen.
De mesbouten en de moeren
met een kracht van 120 Nm
vastzetten.
Controleer de messenhouders in
het geheel op slijtage en/of andere
beschadigingen
Telkens voor het in gebruik nemen van de machine
Regelmatig tijdens het gebruik
Direct nadat een vreemd voorwerp is geraakt
(bijvoorbeeld een steen, een stuk hout, metaal, ...)
Attentie!
Ongevallenrisico
bij versleten
onderdelen
Als deze delen zijn
versleten, mogen
ze niet langer
worden gebruikt.
Er bestaat dan
risico dat de
onderdelen
worden
weggeslingerd
(mesjes, of
afgebroken
andere delen)
Slijtdelen zijn:
• Messenhouders (30)
• Mesbouten (31)
Arbeidsstappen – zichtcontrole
1. Mesjes verwijderen
2. Voerresten en smeer verwijderen
- om de hele mesbout heen weghalen (31)
NL
- 37 -
0100-NL KLINGEN_375
ONDERHOUD
Houder voor het snel wisselen van messen
Attentie!
Voor uw veiligheid
Messen en hun bevestiging regelmatig controleren!
- De messen aan de maaischijf, moeten gelijkmatig slijten (gevaar
voor onbalans).
Bij ongelijkmatige slijtage, paar-wijze vervangen.
- Verbogen of beschadigde messen mogen niet verder gebruikt
worden.
Verbogen, beschadigde en/of versleten meshouders mogen niet
langer worden gebruikt en dienen direct te worden vervangen.
Controle van de bevestiging van de mesjes
- Normale controle elke 50 uren.
- Vaker controleren tijdens maaien op steenachtige velden of tijdens
maaien onder moeilijke omstandigheden.
- Direkt na het raken van een voorwerp controleren (bijv. stenen,
stukken hout enz.).
Controle als volgt
- zoals beschreven onder het hoofdstuk "messen verwisselen"
Attentie!
Beschadigde, verbogen en sterk versleten onderdelen
niet verder gebruiken. (Gevaar voor ongevallen).
Messen verwisselen (tot bouwjaar 2003)
1. De hendel (H) horizontaal tussen maaischijf en houder
(30) schuiven.
2. De beweegbare houder (30) met behulp van hendel (H)
naar beneden duwen.
3. Mes (M) verwijderen
4. Voerresten en vuil verwijderen
- rondom de bouten (30) en op de binnenkant van de
bus (32).
5. Controleer
mesbouten (31) op beschadigingen, slijtage en of ze goed
vastzitten.
de houder (30) op beschadigingen, verbuiging
bus (32) op beschadigingen
- de zijkanten mogen niet verbogen zijn.
6. Messen monteren en
hendel (H) verwijderen
Hefboom (H) in de beide
U-beugels leggen
- 38 -
0300_NL-HEBEL_379
ONDERHOUD NL
Nova Cat 266F / 306F
Nova Alpin 226/266
snelkoppeldriehoek
Nova Disc 225
Nova Cat 225/ 265 / 305 / 350
/ 400
Nova Alpin 226/266
Verwisselen van de messen (vanaf
bouwjaar 2004)
1. Hefboom (H) van de linker- of de rechterkant
tot aan aanslag op de maaischijf "Pos. A"
schuiven
2. Hefboom van "Pos. A" naar "Pos. B" zwenken
en de bewegende houder (30) naar beneden
drukken.
Opbergen van de hefboom
- Hefboom na het gebruik op de
houders brengen in borgen.
- Plaats: zie afbeeldingen
5. Controleer
mesbouten (31) op beschadigingen, slijtage en of ze
goed vastzitten.
de houder (30) op beschadigingen, verbuiging
bus (32) op beschadigingen
- de zijkanten mogen niet verbogen zijn.
6. Mes monteren
Pos A
Pos B
3. Mes (M) verwijderen
4. Voerresten en vuil verwijderen
- rondom de bouten (30) en op de binnenkant van de
bus (32).
7. Zichtcontrole! Controleer of het mes (M) juist
tussen de mesbout (31) en de houder (30) is
aangebracht (zie afbeelding).
8. Hefboom (H) weer naar stand "A" zwenken en
verwijderen.
NL
0800-NL Techn-Daten_375 - 39 -
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens
Uitvoering tegen meerprijs:
Kneuzer (Conditioner)
• Verlichting
• Waarschuwingsborden
Schakelbare aandrijving
Vereiste aansluitingen
1 enkelwerkende hydraulische steekaansluiting
(minimale uitrusting van de trekker)
Bedrijfsdruk min.: 140 bar
Bedrijfsdruk max.: 200 bar
7-polige aansluiting voor de verlichting (12 Volt)
1) Gewicht: afwijkingen mogelijk, al naar gelang de uitrusting van de machine
Technische gegevens, afbeeldingen, maten en gewichten niet bindend.
Beschrijving NOVACAT 266 F
Type 375 NOVACAT 306 F
Type 376 NOVACAT 356 F
Type 381
Aanbouw Driepuntsbok
(Front-Weiste) Kat. II
Driepuntsbok
(Front-Weiste) Kat. II
Driepuntsbok
(Front-Weiste) Kat. II. II
Werkbreedte 2,62 m 3,04 m 3,46 m
Transportbreedte 2,57 m 2,98 m 3,42 m
Breedte van de kneuzer 1,84 m 2,26 m 2,68 m
Zwadbreedte (machine zonder kneuzer)
zonder zwadschijven
met 2 zwadschijven
met 4 zwadschijven
1,7 m
1,3 m
0,9 m
2,1 m
1,4 m
1,1 m
-
-
-
Aantal maaischijven 6 7 8
Aantal messen per schijf 12 14 16
Capaciteit 2,6 ha/h 3,0 ha/h 3,4 ha/h
Aftakastoerental omw./min 540 / 1000 540 / 1000 540 / 1000
Slipkoppeling aftakas 1500 Nm 1500 Nm 1500 Nm
Benodigd vermogen zonder kneuzer
met kneuzer
30 kW (40 PS)
45 kW (61 PS)
35 kW (47 PS)
52 kW (70 PS)
-
60 kW (80 PS)
Gewicht CLASSIC - zonder kneuzer
CLASSIC - ED
CLASSIC - RC
ALPHAMOTION - zonder kneuzer
ALPHAMOTION - ED
ALPHAMOTION - RC
603 kg
803 kg
803 kg
--
--
--
628 kg
895 kg
--
855 kg
1030 kg
1030 kg
--
--
--
990 kg
1195 kg
1195 kg
Geluidsniveau 91,4 dB (A) 91,6 dB (A) 91,6 dB (A)
NL
0800-NL Techn-Daten_375
TECHNISCHE GEGEVENS
- 40 -
Plaats van het typeplaatje
Het fabrieksserienummer van de machine is op een typeplaatje ingeslagen en op
de chassisbalk. Garantieclaims, onderdelenbestellingen of informatie kunnen niet in
behandeling worden genomen indien dit nummer ontbreekt.
Het is dan ook aan te bevelen het serienummer direct voorop de handleiding c.q. het
onderdelenboek te schrijven.
Doelgericht gebruik van de machine
De machine „NOVACAT 266 F (Type PSM 375)“ „NOVACAT 306 F (Type PSM 376)“ „NOVACAT 356 F (Type PSM 381)“ mag alleen
voor doeleinden worden gebruikt waarvoor deze is ontworpen.
Bij gebruik voor andere doeleinden vervalt elke aansprakelijkheid van de fabrikant.
Voor het maaien van weilanden en korthalmige veldgewassen.
Elke andere toepassing zal als oneigenlijk gebruik gelden.
Voor de daaruit voortkomende schade of beschadigingen is de fabrikant/leverancier niet aansprakelijk. Het risico daarvan draagt alleen de
gebruiker/eigenaar.
Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van de door de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en onderhoudsaanwijzingen.
Ihre/Your/Votre
Masch.Nr. / Fgst.Ident.Nr.
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
AANHANGSEL
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
U maakt de beslissing ‘Original’ of ‘namaak? De beslissing wordt vaak op grond van
de prijs genomen. Een ‘goedkope aanschaf’ kan echter zeer duur worden.
Let dus bij de aanschaf op het ‘Original’ teken met het
klaverblad!
Kwaliteit en nauwkeurige
passing
- Bedrijfszekerheid
• Betrouwbaar functioneren
• Lagere levensduur
- Economisch werken
Beschikbaarheid van de onderdelen
Het werken gaat beter
met Originele Pöttinger
onderdelen
Het origineel laat zich niet vervalsen…
9400_NL-Anhang A_Sicherheit
Aanhangsel -A
Aanwijzingen voor veilig werken
- A 1 -
20%
Kg
Aanwijzingen voor veilig werken
In deze handleiding zijn alle plaatsen die betrekking hebben
op de veiligheid met dit teken aangegeven.
1.) Doelgericht gebruik
a. Zie technische gegevens.
b. Tot een passend gebruik hoort ook het nakomen van
de door de fabrikant voorgeschreven gebruiks- en
onderhoudsaanwijzingen.
2.) Onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal voor deze
machines en werktuigen ontwikkeld.
b. Wij maken U er uitdrukkelijk op attent dat niet door ons geleverde
onderdelen niet door ons gecontroleerd en vrijgegeven zijn.
c. Montage en gebruik hiervan kan onder bepaalde omstandigheden
constructieve eigenschappen van Uw machine negatief
beinvloeden. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade ontstaan door het gebruik van niet originele delen
en toebehoren.
d. Zelfstandig wijzigingen aanbrengen of het monteren van
aanbouwdelen o.i.d. sluiten elke aansprakelijkheid van de
fabrikant uit.
3.) Beschermkappen, -beugels en -doeken
Alle beschermkappen, -beugels en -doeken moeten aan de
machine gemonteerd zijn en ook intact zijn. Regelmatige controle
en vervanging van versleten en beschadigde beschermingen is
noodzakelijk.
4.) Voor het in gebruik nemen
a. Voordat met de werkzaamheden begonnen wordt moet de
bestuurder zich met alle bedieningsvoorschriften vertrouwd maken.
Tijdens het werk is dit te laat!
b. Voor elke ingebruikname van het voertuig of machine deze op
verkeers- en bedrijfsveiligheid controleren.
5.) Asbest
Bepaalde toeleveringsdelen van het voertuig of
machine kunnen om technische redenen asbest
bevatten. Let op kentekens die op de onderdelen
staan.
6.) Meenemen van personen is verboden
a. Personen op of in de machine meenemen is niet toegestaan.
b. De machine mag alleen in de voorgeschreven transportstand over
openbare wegen worden vervoerd.
7.) Wegverkeer (algemeen)
a. De trekker moet voor en achter voldoende van ballastgewichten
worden voorzien om de bestuurbaarheid en de remkracht te
waarborgen.
(Minstens 20% van het leeggewicht van het voertuig moet op de
vooras rusten).
b. De rijeigenschappen
worden door de weg
en door de machine
beïnvloed. Rijstijl aan
de omstandigheden
aanpassen.
c. Als er eveneens een
volgwagen is aan-
gekoppeld, moet bij
het rijden van bochten
rekening gehouden
worden met de breedte
van de machine en met
eventueel uitslaan van de machine.
d. Als met driepuntsmachines in bochten gereden wordt op de
uitstekende delen en op door de massakracht doordraaiende
delen letten!
8.) Algemeen
a. Voor het aankoppelen van machines in de driepuntshefinrichting
de hendel van de hefinrichting in een stand blokkeren, waarin
ongecontroleerd heffen of zakken is uitgesloten.
b. Bij het aankoppelen van machines aan de driepuntshefinrichting
ontstaat beklemmingsgevaar.
c. In het bereik van de hefarmen bestaat een gevaar van klemmen
of knijpen.
d. Tijdens het gebruik van de bediening voor de hefinrichting buiten
de kabine, niet tussen trekker en machine gaan staan.
e. Aftakas alleen aan- en afkoppelen als de trekkermotor stil staat.
f. Tijdens het rijden met een geheven machine, moet de hendel van
de hefinrichting geblokkeerd zijn, om ongecontroleerd zakken te
vermijden.
g. Voor het verlaten van de trekker, moet de machine op de grond
worden gezet.
h. Er mag niemand tussen de trekker en de machine staan, zonder
dat het geheel tegen wegrollen is beveiligd. (Door gebruik van de
handrem en/of voorlegblokken.)
i. Bij zowel onderhouds-, schoonmaak- en reparatie-werkzaamheden,
de aandrijfmotor uitschakelen en de aandrijfas afkoppelen.
9.) Het reinigen van de machine
Gebruik een hogedrukreiniger niet om gelagerde onderdelen
te reinigen, ook het reinigen van hydraulische delen met een
hogedrukreiniger moet worden ontraden.
- B1 -
0700_ NL-Gelenkwelle_BA-ALLG
NL
AFTAKAS
Aanhangsel - B
Tijdens het werk
Tijdens het werken met de machine mogen de
voorgeschreven toerentallen niet overschreden
worden.
- nadat de aftakas is uitgeschakeld kunnen sommige
machines noch lange tijd door blijven draaien
door de massa van sommige onderdelen(maaiers,
hakselaars,persen etc.).Gedurende deze tijd niet dicht
bij de machine komen. Wanneer alle delen volledig
stilstaan kan pas aan de machine gewerkt worden.
- wanneer de machine wordt afgekoppeld moet de
aftakas volgens voorschrift afgelegd worden resp.
door een ketting bevestigd worden. Blokkeerketting
(H) niet voor het ophangen van de aftakas benutten.
Groothoekkoppeling:
Maximale verdraaiing tijdens het werk en niet
ingeschakeld 70 graden.
Normale koppeling:
Maximale verdraaiing niet ingeschakeld 90 graden,
tijdens het werk maximaal 35 graden.
ONDERHOUD
Versleten beschermdelen direct
vernieuwen.
- bij het in bedrijf stellen en na alle 8 werkuren de aftakas
doorsmeren met een kwaliteitsvet.
- gedurende langere rustperiodes aftakas schoonmaken
en doorsmeren.
Tijdenswinterwerkzaamheden de beschermbuizen
invetten om te voorkomen dat ze vastvriezen.
Aftakas aanpassen
De juiste lengte wordt bepaald door de aftakas-helften
naast elkaar te houden.
Het afkorten
om de lengte aan te passen, de beide aftakashelften
in de positie van de kortste afstand (L2)van de
aftakaseinden tov. elkaar, naast elkaar houden en
aftekenen.
Let op!
• lengte (L1) niet overschrijden
- Zo groot mogelijke overlapping (min. 1/2 X)
nastreven.
binnenste- en buitenste- beschermbuis met gelijke
lengte inkorten.
Slipkoppeling (2) aan de machinezijde monteren.
Voor elk gebruik de aftakas controleren, of de gaffels
goed vergrendeld zijn.
Blokkeerketting
- beschermbuis van de aftakas borgen tegen
meedraaien.
Let erop dat de ketting voldoende lengte heeft voor de
bewegingen van de kruiskoppelingsas.
8h
FETT
Let op!
Gebruik de meege-
leverde aftakas.
Monteer deze
met stilstaande
beschermbuizen.
Het gebruikva-
nandere aandri-
jfassen is niet
toegestaan.
- B1 -
0700_ NL-Gelenkwelle_BA-ALLG
NL
AFTAKAS
Aanhangsel - B
L
L
K92E,K92/4E
K90,K90/4,K94/1
Gebruiksinstructie voor een nokkenschakelkoppeling
De nokkenschakelkoppeling is een beveiliging, die het
draaimoment bij overbelasting tot “nul” reduceert. De
uitgeschakelde koppeling kan weer ingeschakeld worden
als de aftakasaandrijving wordt uitgeschakeld.
Het inschakeltoerental van deze koppeling ligt onder de
200 omw./min.
LET OP!
Opnieuw inschakelen ook bij verminderen van
het aftakas-toerental mogelijk.
AANWIJZING!
De nokkenschakelkoppeling van de aftakas is geen
“beladingsgraadmeter”. Het is een echte beveiliging, die
Uw machine beschermen moet tegen beschadigingen.
Door gevoelsmatig te werken voorkomt U veelvuldig
uitschakelen van de koppeling en behoedt hem en de
machine voor onnodige slijtage.
Smeerinterval: 500 uur (speciaal vet)
Belangrijk voor aftakassen met een platenslipkoppeling
Bij overbelasting en kortdurende koppelpieken wordt
het koppel begrensd en tijdens de slipduur gelijkmatig
overgebracht.
Tijdens het eerste gebruik en na langere tijd buiten
gebruik te zijn, de platenslipkoppeling op goede werking
controleren.
a.) Maat „L“ aan drukveer bij K90, K90/4 en K94/1 resp.
aan stelschroef bij K92E en K92/4E vaststellen.
b.) Schroeven losdraaien, waardoor de frictieplaten
ontlast worden. Koppeling doordraaien.
c.) Schroeven op maat „L“ instellen.
Koppeling is weer gebruiksklaar.
9900-ZENTRAL_LEGENDE-SCHMIERPLAN - 46 -
Schmierplan
X
h alle X Betriebsstunden
40 F alle 40 Fuhren
80 F alle 80 Fuhren
1 J 1 x jährlich
100 ha alle 100 Hektar
FETT FETT
= Anzahl der Schmiernippel
= Anzahl der Schmiernippel
(IV) Siehe Anhang "Betriebsstoffe"
Liter Liter
* Variante
Siehe Anleitung des Herstellers
Smeerschema
X
h alle X bedrijfsuren
40 F alle 40 wagenladingen
80 F alle 80 wagenladingen
1 J 1 x jaarlijks
100 ha alle 100 hectaren
FETT VET
= Aantal smeernippels
= Aantal smeernippels
(IV) Zie aanhangsel "Smeermiddelen"
Liter Liter
* Varianten
zie gebruiksaanwijzing van de fabrikant
Schema di lubrificazione
X
h ogni X ore di esercizio
40 F ogni 40 viaggi
80 F ogni 80 viaggi
1 J volta all'anno
100 ha ogni 100 ettari
FETT GRASSO
= Numero degli ingrassatori
= Numero degli ingrassatori
(IV) vedi capitolo “materiali di esercizio”
Liter litri
* variante
vedi istruzioni del fabbricante
Plan de graissage
X
h Toutes les X heures de service
40 F Tous les 40 voyages
80 F Tous les 80 voyages
1 J 1 fois par an
100 ha tous les 100 hectares
FETT GRAISSE
= Nombre de graisseurs
= Nombre de graisseurs
(IV) Voir annexe "Lubrifiants"
Liter Litre
* Variante
Voir le guide du constructeur
Lubrication chart
X
h after every X hours operation
40 F all 40 loads
80 F all 80 loads
1 J once a year
100 ha every 100 hectares
FETT GREASE
= Number of grease nipples
= Number of grease nipples
(IV) see supplement "Lubrificants"
Liter Litre
* Variation
See manufacturer’s instructions
FETT
Esquema de lubricación
X
h Cada X horas de servicio
40 F Cada 40 viajes
80 F Cada 80 viajes
1 J 1 vez al año
100 ha Cada 100 hectáreas
FETT LUBRICANTE
= Número de boquillas de engrase
= Número de boquillas de engrase
(IV) Véase anexo “Lubrificantes”
Liter Litros
* Variante
Véanse instrucciones del fabricante
Plano de lubrificação
X
h Em cada X horas de serviço
40 F Em cada 40 transportes
80 F Em cada 80 transportes
1 J 1x por ano
100 ha Em cada100 hectares
FETT Lubrificante
= Número dos bocais de lubrificação
= Número dos bocais de lubrificação
(IV) Ver anexo ”Lubrificantes"
Liter Litro
* Variante
Ver instruções do fabricante
I
P
NL
D GBF
E
- 47 -
0701-SCHMIERPLAN_375
FETT
Leistung und Lebensdauer der Maschine sind
von sorgfältiger Wartung und der Verwendung
guter Betriebsstoffe abhängig. Unsere
Betriebsstoffauflistung erleichtert die richtige Auswahl
geeigneter Betriebsstoffe.
Im Schmierplan ist der jeweils einzusetzende
Betriebsstoff durch die Betriebsstoffkennzahl (z.B.
“III”) symbolisiert. Anhand von “Betriebsstoffkennzahl”
kann das geforderte Qualitätsmerkmal und das
entsprechende Produkt der Mineralölfirmen
festgestellt werden. Die Liste der Mineralölfirmen
erhebt keinen Anspruch auf Vollständigkeit.
Getriebeöl gemäß Betriebsanleitung - jedoch
mindestens 1 x jährlich wechseln.
- Ölablaßschraube herausnehmen, das Altöl
auslaufen lassen und ordnungsgemäß
entsorgen.
Vor Stillegung (Winterperiode) Ölwechsel durchführen
und alle Fettschmierstellen abschmieren. Blanke
Metallteile außen (Gelenke, usw.) mit einem Produkt
gemäß “IV” in der umseitigen Tabelle vor Rost
schützen.
I II III IV V VI VII
(II)
ÖL
(IV)
FETT
- D 1 -
Betriebsstoff-Kennzahl
Lubricant indicator
Code du lubrifiant
Numero caratteristico del
lubrificante
Smeermiddelen code
gefordertes Qualitätsmerkmal
required quality level niveau
de performance demandé
caratteristica richiesta di
qualità
verlangte kwaliteitskenmerken
Getriebeöl SAE 90 bzw. 85
W-140 gemäß API-GL 5
gear oil SAE 90 resp. SAE 85
W-140 according to API-GL 5
huile transmission SA 90 ou
SAE 85 W-140, niveau API
GL 5
oilio per cambi e differenziali
SAE 90 o SAE 85 W-140 se-
condo specifiche API-GL 5
Komplexfett (DIN 51 502: KP 1R)
complex grease
graisse complexe
grasso a base di saponi comp-
lessi
Getriebefließfett
(DIN 51 502:GOH
transmission grease
graisse transmission
grasso fluido per riduttori e
motoroduttori
Li-Fett (DIN 51 502, KP 2K)
lithium grease
graisse au lithium
grasso al litio
Getriebeöl SAE 90 bzw. SAE 85 W-140
gemäß API-GL 4 oder API-GL 5
gear oil, SAE 90 resp. SAE 85 W-140
according to API-GL 4 or API-GL 5
huile transmission SAE 90 ou
SAE 85 W-140, niveau API-GL 4 ou
API-GL 5
olio per cambi e differenziali SAE 90
o SAE 85W-140 secondo specifiche
API-GL 4 o API-GL 5
Motorenöl SAE 30 gemäß
API CD/SF
motor oil SAE 30
according to API CD/SF
huile moteur SAE 30 niveau
API CD/SF
oilo motore SAE 30 secondo
specifiche API CD/SF
HYDRAULIKöL HLP
DIN 51524 Teil 2
Siehe Anmerkungen
*
**
***
The performance and the lifetime of the farm
machines are highly depending on a careful
maintenance and application of correct
lubricants. our schedule enables an easy
selection of selected products.
The applicable lubricants are symbolized (eg.
“III”). According to this lubricant product code
number the specification, quality and brandname
of oil companies may easily be determined.
The listing of the oil companies is not said to
be complete.
Gear oils according to operating instructions
- however at least once a year.
- Take out oil drain plug, let run out and duly
dispose waste oil.
Before garaging (winter season) an oil change and
greasing of all lubricating points has to be done.
Unprotected, blanc metal parts outside (joints,
etc.) have to be protected against corrosion with
a group "Iv" product as indicated on the reverse
of this page.
Le bon fonctionnement et la longévité des
machines dépendent d’un entretien soigneux
et de l’utilisation de bons lubrifiants. Notre
liste facilite le choix correct des lubrifiants.
Sur le tableau de graissage, on trouve un code
(p.ex."III") se référant à un lubrifiant donné.
En consultant ce code on peut facilement
déterminer la spécification demandée du
lubrifiant. La liste des sociétés pétrolières
ne prétend pas d’être complète.
Pour l’huile transmission consulter le cahier
d’entretien - Vidanger les boîtiers et carters
au moins une fois par an.
- retirer le bouchon de vidange, laisser
l'huile s'écouler et les dispositions
nécessaires au recyclage de celle-ci
Avant l’arrêt et hiver: vidanger et graisser
les éléments sensibles avec un produit type
"IV" pour les protégés de la rouille (consulter
tableau au verso).
L'efficienza e la durata della macchina dipendono
dall'accuratezza della sua manutenzione e dall'impiego
dei lubrificanti adatti. Il nostro elenco dei lubrificanti Vi
agevola nella scelta del lubrificante giusto.Il lubrificante
da utilizzarsi di volta in volta è simbolizzato nello schema
di lubrificazione da un numero caratter-istico (per es.
"III"). In base al "numero caratteristico del lubrificante"
si possono stabilire sia la caratteristica di qualità che il
progetto corrispondente delle compagnie petrolifere.
L'elenco delle compagnie petrolifere non ha pretese di
completezza.
Motori a quattro tempi: bisogna effettuare il cambio
dell'olio ogni 100 ore di funzionamento e quello dell'olio
per cambi come stabilito nel manuale delle istruzioni per
l'uso (tuttavia, almeno 1 volta all'anno).
- Togliere il tappo di scarico a vite dell’olio; far scolare
l’olio e eliminare l’olio come previsto dalla legge anti-
inquinamento ambientale.
Effettuare il cambio dell'olio ed ingrassare tutte le parti
che richiedono una lubrificazione a grasso prima del fermo
invernale della macchina. proteggere dalla ruggine tutte le
parti metalliche esterne scoperte con un prodotto a norma
di "Iv" della tabella riportata sul retro della pagina.
prestaties en levensduur van de
machines zijn afhankelijk van
een zorgvuldig onderhoud en het
gebruik van goede smeermiddelen.
Dit schema vergemakkelijkt de
goede keuze van de juiste smeer-
middelen.
Olie in aandrijvingen volgens de ge-
bruiksaanwijzing verwisselen - echter
tenminste 1 x jaarlijks.
- Aftapplug er uit nemen, de olie
aftappen en milieuvriendelijk
verwerken.
Voor het buiten gebruik stellen (win-
terperiode) de olie-wissel uitvoeren
en alle vetnippel smeerpunten
doorsmeren. Blanke metaaldelen
(koppelingen enz.) met een product
uit groep "Iv" van de navolgende tabel
tegen corrosie beschermen.
D
Betriebsstoffe
Ausgabe 1997
GB
Lubricants
Edition 1997
F
Lubrifiants
Édition 1997
I
Lubrificanti
Edizione 1997
NL
Smeermiddelen
Uitgave 1997
-
OSO 32/46/68
ARNICA 22/46 MOTOROIL HD 30
SIGMA MULTI 15W-40
SUPER TRACTOROIL UNIVERS.
15W-30
ROTRA HY 80W-90/85W-140
ROTRA MP 80W-90/85W-140 GR MU 2 GR SLL
GR LFO ROTRA MP 80W-90
ROTRA MP 85W-140
VITAM GF 32/46/68
VITAM HF 32/46 SUPER KOWAL 30 MULTI TURBO-
RAL SUPER TRAKTORAL 15W-30 GETRIEBEÖL EP 90 GETRIEBEÖL
HYP 85W-90
ARALUB HL 2 ARALUB FDP 00 ARALUB FK 2 GETRIEBEÖL HYP 90
AGIP
ARAL
IV ANMERKUNGEN
III VIV VIIII I
Firma
(IV)
FETT
(II)
ÖL
HYDRAULIKÖL HLP 32/46/68
SUPER 2000 CD-MC *
HYDRA HYDR. FLUID * HYDRAU-
LIKÖL MC 530 ** PLANTOHYD
40N ***
SUPER 2000 CD-MC
SUPER 2000 CD
HD SUPERIOR 20 W-30
HD SUPERIOR SAE 30
SUPER 8090 MC
HYPOID 80W-90
HYPOID 85W-140
MULTI FETT 2
SPEZIALFETT FLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT NLGI 0
RENOLIT DURAPLEX EP 00
PLANTOGEL 00N
RENOPLEX EP 1 HYPOID 85W-140
BAYWA
AVILUB RL 32/46
AVILUB VG 32/46 MOTOROIL HD 30
MULTIGRADE HDC 15W-40 TRAC-
TAVIA HF SUPER 10 W-30
GETRIEBEÖL MZ 90 M MULTIHYP
85W-140 AVIA MEHRZWECKFETT
AVIA ABSCHMIERFETT AVIA GETRIEBEFLIESSFETT AVIALUB SPEZIALFETT LD GETRIEBEÖL HYP 90 EP MULTIHYP
85W-140 EP
AVIA
ENERGOL SHF 32/46/68 VISCO 2000
ENERGOL HD 30
VANELLUS M 30
GEAR OIL 90 EP
HYPOGEAR 90 EP ENERGREASE LS-EP 2 FLIESSFETT NO
ENERGREASE HTO
OLEX PR 9142 HYPOGEAR 90 EP
HYPOGEAR 85W-140 EP
BP
HYSPIN AWS 32/46/68 HYSPIN
AWH 32/46 RX SUPER DIESEL 15W-40
POWERTRANS EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140 IMPERVIA MMO CASTROLGREASE LMX EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140
CASTROL
WIOLAN HS (HG) 32/46/68
WIOLAN HVG 46 **
WIOLAN HR 32/46 ***
HYDROLFLUID *
MULTI-REKORD 15W-40
PRIMANOL
REKORD 30
HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
MEHRZWECKGETRIEBEÖL
80W-90
WIOLUB LFP 2 WIOLUB GFW WIOLUB AFK 2 HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
ENAK HLP 32/46/68
ENAK MULTI 46/68 SUPER EVVAROL HD/B SAE 30
UNIVERSAL TRACTOROIL SUPER HYPOID GA 90
HYPOID GB 90
HOCHDRUCKFETT LT/SC 280 GETRIEBEFETT MO 370 EVVA CA 300 HYPOID GB 90
HLP 32/46/68
HLP-M M32/M46 MOTORÖL 100 MS SAE 30
MOTORÖL 104 CM 15W-40 AUS-
TROTRAC 15W-30
GETRIEBEÖL MP 85W-90 GETRIE-
BEÖL B 85W-90 GETRIEBEÖL C
85W-90
LORENA 46
LITORA 27 RHENOX 34
-
GETRIEBEÖL B 85W-90 GETRIEBE-
ÖL C 85W-140
OLNA 32/46/68
HYDRELF 46/68 PERFORMANCE 2 B SAE 30 8000
TOURS 20W-30 TRACTORELF ST
15W-30
TRANSELF TYP B 90 85W-140
TRANSELF EP 90 85W-140 EPEXA 2
ROLEXA 2
MULTI 2
GA O EP
POLY G O MULTIMOTIVE 1 TRANSELF TYP B 90 85W-140
TRANSELF TYP BLS 80 W-90
NUTO H 32/46/68
NUTO HP 32/46/68 PLUS MOTORÖL 20W-30 UNIFARM
15W-30 GEAROIL GP 80W-90 GEAROIL
GP 85W-140 MULTI PURPOSE GREASE H FIBRAX EP 370 NEBULA EP 1
GP GREASE GEAR OIL GX 80W-90
GEAR OIL GX 85W-140
ULTRAMAX HLP 32/46/68 SUPER
TRAC FE 10W-30* ULTRAMAX
HVLP 32 **
ULTRAPLANT 40 ***
SUPER HPO 30
STOU 15W-30
SUPER TRAC FE 10W-30
ALL FLEET PLUS 15W-40
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
TRANS GEAR OIL 80W-90
MULTILUBE EP 2
VAL-PLEX EP 2
PLANTOGEL 2 N
RENOLIT LZR 000
DEGRALUB ZSA 000 DURAPLEX EP 1
TELLUS S32/S 46/S68 TELLUS
T 32/T46 AGROMA 15W-30
ROTELLA X 30
RIMULA X 15W-40
SPIRAX 90 EP
SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85/140
RETINAX A
ALVANIA EP 2 SPEZ. GETRIEBEFETT H SIMMNIA
GREASE O AEROSHELL GREASE 22 DOLIUM
GREASE R SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85W-140
AZOLLA ZS 32, 46, 68 EQUIVIS ZS
32, 46, 68 RUBIA H 30
MULTAGRI TM 15W-20 TOTAL EP 85W-90
TOTAL EP B 85W-90 MULTIS EP 2 MULTIS EP 200 MULTIS HT 1 TOTAL EP B 85W-90
DTE 22/24/25
DTE 13/15 HD 20W-20
DELVAC 1230
SUPER UNIVERSAL 15W-30
MOBILUBE GX 90
MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-140
MOBILGREASE MP MOBILUX EP 004 MOBILPLEX 47 MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-140
RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
HYDRAULIKÖL HLP/32/46/68
HYDRAMOT 1030 MC * HYDRAU-
LIKÖL 520 **
PLANTOHYD 40N ***
MULTI 2030
2000 TC
HYDRAMOT 15W-30 HYDRAMOT
1030 MC
GETRIEBEÖL MP 90
HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
MEHRZWECKFETT
SPEZIALFETT GLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT
PLANTOGEL 00N
HYDRAN 32/46/68 DELTA PLUS SAE 30
SUPER UNIVERSAL OIL PONTONIC N 85W-90 PONTONIC
MP 85W-90 85W-140
SUPER UNIVERSAL OIL
MARSON EP L 2 NATRAN 00 MARSON AX 2 PONTONIC MP 85W-140
RENOPLEX EP 1 RENOGEAR SUPER 8090 MC
RENOGEAR HYPOID 85W-140
RENOGEAR HYPOID 90
TITAN HYDRAMOT 1O3O MC
TITAN UNIVERSAL HD RENOGEAR SUPER 8090 MC
RENOGEAR HYPOID 85 W-140
RENOGEAR HYPOID 90
RENOSOD GFO 35
DURAPLEX EP 00
PLANTOGEL 00N
ELAN
FUCHS
GENOL
MOBIL
RHG
SHELL
TOTAL
ELF
ESSO
EVVA
FINA
VALVOLINE
VEEDOL
RENOLIN B 10/15/20 RENOLIN B
32 HVI/46HVI EXTRA HD 30
SUPER HD 20 W-30 MEHRZWECKGETRIEBEÖlSAE90
HYPOID EW 90 MEHRZWECKFETT
RENOLIT MP
DURAPLEX EP
RENOSOD GFO 35 RENOPLEX EP 1 HYPOID EW 90
-
-
ANDARIN 32/46/68 HD PLUS SAE 30 MULTIGRADE SAE 80/90 MULTI-
GEAR B 90
MULTIGEAR C SAE 85W-140
MULTIPURPOSE MULTIGEAR B 90
MULTI C SAE 85W-140
WINTERSHALL
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
RENOLIN 1025 MC ***
TITAN HYDRAMOT 1030 MC **
RENOGEAR HYDRA *
PLANTOHYD 40N ***
RENOLIT MP
RENOLIT FLM 2
RENOLIT ADHESIV 2
PLANTOGEL 2 N
CASTROLGREASE LM
- D 2 -
* Bei Verbundarbeit mit
Naßbremsen-schlep-
pern ist die internatio-
nale Spezifikation J 20
A erforderlich
** Hydrauliköle
HLP-(D) + HV
*** Hydrauliköle auf Pflan-
zenölbasis HLP + HV
Biologisch abbaubar,
deshalb besonders
umweltfreundlich
NL
R-50
0300-NL REP. HINWEISE_397.P65
REPARATIE-AANWIJZING
Reparatie's aan het maai-element
Markeringen op één lijn brengen (K1, K2)
Moer (M) pas dan vastschroeven wanneer de lengte van schroef
(L) voldoende is om beschadiging te voorkomen.
Moer (M) tegen losdraaien borgen:
- met Loctite 242 of een gelijkwaardig product
- en door in te kerven (2x)
Lijn
Lijn
NL
0700-NL Taper Scheiben_Allg - 51 -
TAPER SPANBUSSEN
Montageaanwijzing voor Taper spanbussen
Montage
1. Alle blanke oppervlakken, zoals boring en kegelmantel van de Taper
spanbus als ook de kegelvormige boring in de schijf, reinigen en
invetten.
2. De Taper spanbus in de naaf zetten en alle aansluitboringen laten
aansluiten (halve boringen met schroefdraad moeten telkens
tegenover een halve, gladde boring staan).
3. Inbusbout of cilinderbout licht inoliën en inschroeven. Bouten nog
niet vastdraaien.
4. De as schoon maken en invetten. De schijf met de Taper spanbus
op de gewenste plaats op de as schuiven.
- Bij het gebruik van een inlegspie, deze eerst in de spiebaan
leggen. Tussen de inlegspie en de spiebaan moet een speling
aanwezig zijn.
- Middels schroevendraaier (DIN 911) de inbusbouten of
cilinderbouten gelijkmatig met de in de tabel aangegeven
draaimomenten aantrekken
Aanduiding van de spanbus Draaimoment [Nm]
2017 30
2517 49
- Na korte tijd (30 min. Tot 1 uur) het aandraaimoment van de
bouten controleren en eventueel corrigeren.
- Om indringen van vreemde voorwerpen te voorkomen, de niet
gebruikte boringen met vet vullen.
Démontage
1. Alle bouten losdraaien
Al naar gelang de grootte van de bus, één of twee bouten er
helemaal uitdraaien, inoliën en in de uitdrukopeningen indraaien
(pos 5.)
2. De bout of de bouten gelijkmatig onder spanning brengen en
houden tot de bus uit de naaf loslaat en de schijf vrij op de as is
te bewegen.
3. Schijf samen met de bus van de as nemen.
- 52 -
0100-D ANBAUTEILE_375
ANBAUTEILE
SPECIAL ATTACHING KITS
PIÈCES D’ADAPTATIONS SPÉCIALES
D
GB
F
DEUTZ 
AGRO-XTRA
ø19
216
55
45
82
+1
-0
TD40/94/9
ANBAUKONSOLE
30
5 x 45°17
25,5
25,5
230
10099
35
70 / 10
Material: ST 50-2K
TD40/94/12
Massey Ferguson
2 Stk. ANBAUBOLZEN für MF 3065
45°
ø19
ø25
6
6
36
2
8
53
193
TD40/94/5
480 (2x) 4150 (2x)
FENDT 304
TD40/94/11
ANBAUKONSOLE
Variante - 2
40 25
20
R 40
12 29
60o
150
19
60
30 30
90
6
ø19
ø25
6
8
53
80
15
25
275
35
70
170
TD40/94/4
0000-NL ZUSINFO / BA-EL ALLG.
NL
- Z.53 -
BELANGRIJKE EXTRA-INFORMATIE VOOR UW VEILIGHEID
Zie gebruikershandleiding trekker
Zie prijslijst en/of gebruikershandleiding van de machines
Nameten
Driepuntsmachine of front-/driepuntscombinatie
1. Berekening van het minste frontballastgewicht GV min
Breng het berekende minste frontbalastgewicht, dat voor op de trekker aanwezig moet zijn, over in de tabel.
Frontaanbouwmachine
2. Berekening van het minste ballastgewicht in de driepuntshefinrichting GH min
Breng het berekende minste ballastgewicht, dat achter op de trekker aanwezig moet zijn, over in de tabel.
TL [kg]
TV [kg]
TH [kg]
GH [kg]
GV [kg]
leeggewicht van de trekker
belasting van de voor-as bij een lege trekker
belasting van de achteras bij een lege trekker
hartafstand van de assen
totaalgewicht driepuntsmachine/driepuntsballastgewicht
totaalgewicht frontaanbouwmachine/ frontballast
afstand tussen zwaartepunt frontaanbouw
machine/frontballast en het hart van de
voor-as
afstand hart achteras tot hart hefkogel
afstand hart achteras tot hart hefkogel
hartafstand hefkogel en zwaartepunt
driepuntsmachine / driepuntsballast
a [m]
b [m]
c [m]
d [m]
2
3
1
1
1
1
1
2
2
2
3
3
1
3
2
Combinatie van trekker en aanbouwwerktuig
De combinatie van machines in de front en in de driepuntshefinrichting mag niet leiden tot een overschrijding van de toegestane
totaalgewichten, de toegestane asbelastingen en de maximale bandenbelasting van de trekker. De voor-as van de trekker moet altijd
met tenminste 20% van het ledige gewicht van de trekker belast blijven.
Overtuig u er van voor het aankopen van een machine, dat deze voorwaarden aanwezig zijn, door de volgende berekening uit te
voeren of de combinatie van trekker en werktuig(en) te wegen.
Berekening van het totaalgewicht, de asbelastingen en de belasting van de banden, als ook de minste
ballasttoevoeging
Voor de berekening hebt u de volgende gegevens nodig:
0000-NL ZUSINFO / BA-EL ALLG.
NL
- Z.54 -
BELANGRIJKE EXTRA-INFORMATIE VOOR UW VEILIGHEID
Minste ballastgewicht
front/driepuntshef
Totaalgewicht
Voor-as belasting
Achteras belasting
Daadwerkelijke waarde
vlg. berekening
Toegestane waarde vlg.
gebruikershandleiding
Dubbele toegestane
bandenbelasting
(twee banden)
Het minste ballastgewicht moet als aanbouwwerktuig of in de vorm van ballastgewichten op de trekker
worden aangebracht!
De berekende waarden moeten lager / gelijk (≤) zijn aan de toegestane waarden!
3. Berekening van de daadwerkelijk voor-as belasting TV tat
(Als het minste frontballastgewicht (GV min) niet wordt bereikt door het gewicht van de machine (GV), moet het gewicht in het front worden verhoogd
tot de berekende waarde)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane voor-as belasting in de
tabel in.
4. Berekening van het daadwerkelijke totaalgewicht Gtat
(Als het minste ballastgewicht (GH min) niet wordt bereikt moet het gewicht van de driepunts-machine (GH) worden verhoogd tot minste
ballastgewichtswaarde)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane totaal-belasting in de
tabel in.
5. Berekening van de daadwerkelijke achteras belasting TH tat
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane achteras belasting in de
tabel in.
6. Bandenbelasting
Voer de dubbele waarde (twee banden) van de toegestane bandenbelasting (zie bijv. gegevens van de bandenleverancier in de tabel in).
Tabel
____________________________ ____________________________________
(plaats en datum van de verklaring) (naam, functie en handtekening van bevoegd persoon)
Bijblad 1
EG-Conformiteitsverklaring
overeenkomstig de EG-richtlijn 2006/42/EG
Wij ALOIS PÖTTINGER Maschinenfabrik Gesellschaft m.b.H.
A-4710 Grieskirchen, Industriegelände 1
verklaren enig in verantwoording, dat het product
waarop deze verklaring betrekking heeft, met de desbetreffende grondleggende
veiligheids- en gezondheidseisen van de EG-richtlijnen 2006/42/EG, alsook de eisen
van de andere desbetreffende EG-richtlijnen (titel en/of nummer alsook datum van
de uitgave van de andere EG-richtlijnen overeenkomt.
0800 NL-EG Konformitätserklärung
NL
(beschrijving, type)
(de fabrikant)
Om de veiligheids- en gezondheidseisen, die in EG-richtlijnen vermeld zijn, in juiste
vorm om te zetten, is/zijn van volgende norm(en) en/of technische specificatie(s)
gebruik gemaakt:
___________________________________________________________________________
(titel en/of nummer alsook datum van de uitgave van de norm(en) en/of van de technische spezificatie(s)
Hoofd ontwikkeling
pa. Ing. W. Schremmer
Grieskirchen, 01.01.2010
Schijvenmaaier
NOVACAT 266 F 375
NOVACAT 266 F - ED 375
NOVACAT 266 F - CRW 375
NOVACAT 306 F 376
NOVACAT 306 F - ED 376
NOVACAT 306 F alpha motion 376
NOVACAT 306 F - ED alpha motion 376
NOVACAT 306 F - RC alpha motion 376
NOVACAT 356 F alpha motion 381
NOVACAT 356 F - ED alpha motion 381
NOVACAT 356 F - RC alpha motion 381
A empresa PÖTTINGER Landtechnik GmbH
esforçase continuamente por melhorar os
seus produtos, adaptando-os à evolução
técnica.
Por este motivo, reservamonos o direito de modificar
as figuras e as descrições constantes no presente
manual, sem incorrer na obrigação de modificar
máquinas já fornecidas.
As características técnicas, as dimensões e os pesos
não são vinculativos.
A reprodução ou a tradução do presente manual de
instruções, seja ela total ou parcial, requer a autorização
por escrito da
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Todos os direitos estão protegidos pela lei da prop-
riedade intelectual.
Im Zuge der technischen Weiterentwicklung
arbeitet die PÖTTINGER Landtechnik
GmbH ständig an der Verbesserung ihrer
Produkte.
Änderungen gegenüber den Abbildungen und
Beschreibungen dieser Betriebsanleitung müssen wir
uns darum vorbehalten, ein Anspruch auf Änderungen
an bereits ausgelieferten Maschinen kann daraus nicht
abgeleitet werden.
Technische Angaben, Maße und Gewichte sind
unverbindlich. Irrtümer vorbehalten.
Nachdruck oder Übersetzung, auch auszugsweise,
nur mit schriftlicher Genehmigung der
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle Rechte nach dem Gesetz des Urheberrecht
vorbehalten.
La société P ÖTTINGER Landtechnik GmbH
améliore constamment ses produits grâce
au progrès technique.
C'est pourquoi nous nous réser-vons le droit de
modifier descriptions et illustrations de cette notice
d'utilisation, sans qu'on en puisse faire découler un
droit à modifications sur des machines déjà livrées.
Caractéristiques techniques, dimensions et poids sont
sans engagement. Des erreurs sont possibles.
Copie ou traduction, même d'extraits, seulement avec
la permission écrite de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Tous droits réservés selon la réglementation des
droits d'auteurs.
Following the policy of the PÖTTINGER
Landtechnik GmbH to improve their products
as technical developments continue,
PÖTTINGER reserve the right to make alterations which
must not necessarily correspond to text and illustrations
contai-ned in this publication, and without incurring
obligation to alter any machines previously delivered.
Technical data, dimensions and weights are given as
an indication only. Responsibility for errors or omissions
not accepted.
Reproduction or translation of this publication, in whole
or part, is not permitted without the written consent of the
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
All rights under the provision of the copyright Act are
reserved.
PÖTTINGER Landtechnik GmbH werkt
permanent aan de verbetering van hun
producten in het kader van hun technische
ontwikkelingen. Daarom moeten wij ons
veranderingen van de afbeeldingen en beschrijvingen
van deze gebruiksaanwijzing voorbehouden, zonder
dat daaruit een aanspraak op veranderingen van reeds
geieverde machines kan worden afgeleid.
Technische gegevens, maten en gewichten zijn niet
bindend. Vergissingen voorbehouden.
Nadruk of vertaling, ook gedeeltelijk, slechts met
schriftelijke toestemming van
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle rechten naar de wet over het auteursrecht voor-
behouden.
La empresa PÖTTINGER Landtechnik
GmbH se esfuerza contínuamente en
la mejora constante de sus productos,
adaptándolos a la evolución técnica. Por ello
nos vemos obligados a reservarnos todos los derechos
de cualquier modificación de los productos con relación
a las ilustraciones y a los textos del presente manual,
sin que por ello pueda ser deducido derecho alguno a
la modificación de máquinas ya suministradas.
Los datos técnicos, las medidas y los pesos se
entienden sin compromiso alguno.
La reproducción o la traducción del presente manual
de instrucciones, aunque sea tan solo parcial, requiere
de la autorización por escrito de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Todos los derechos están protegidos por la ley de la
propiedad industrial.
La PÖTTINGER Landtechnik GmbH è
costantemente al lavoro per migliorare i suoi
prodotti mantenendoli aggiornati rispetto allo
sviluppo della tecnica.
Per questo motivo siamo costretti a riservarci la facoltà
di apportare eventuali modifiche alle illustrazioni e alle
GHVFUL]LRQLGLTXHVWHLVWUX]LRQLSHU O·XVR$OOR VWHVVR
tempo ciò non comporta il diritto di fare apportare
modifiche a macchine già fornite.
I dati tecnici, le misure e i pesi non sono impegnativi. Non
rispondiamo di eventuali errori. Ristampa o traduzione,
anche solo parziale, solo dietro consenso scritto della
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Ci riserviamo tutti i diritti previsti dalla legge sul diritto
G·DXWRUH
GB
I
P
NL
D
E
F
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Servicecenter Landsberg
Spöttinger-Straße 24
Postfach 1561
D-86 899 LANDSBERG / LECH
Telefon:
Ersatzteildienst: +49 8191 9299 - 166 od. 169
Kundendienst: +49 8191 9299 - 130 od. 231
Telefax: +49 8191 59656
e-Mail: landsberg@poettinger.at
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Telefon: +43 7248 600-0
Telefax: +43 7248 600-2513
e-Mail: info@poettinger.at
Internet: http://www.poettinger.at
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Verkaufs- und Servicecenter Recke
Steinbecker Strasse 15
D-49509 Recke
Telefon: +49 5453 9114-0
Telefax: +49 5453 9114-14
e-Mail: recke@poettinger.at
PÖTTINGER France S.A.R.L.
129 b, la Chapelle
F-68650 Le Bonhomme
Tél.: +33 (0) 3 89 47 28 30
e-Mail: france@poettinger.at
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57

Pottinger NOVACAT 306 FRONT ALPHAMOTION Handleiding

Type
Handleiding