Documenttranscriptie
41.5 Auteurswet ............................................................................................................. 100
42
Veiligheid ........................................................................................... 100
42.1 Gebruik volgens de voorschriften ....................................................................... 100
42.2 Algemene veiligheidsinstructies .......................................................................... 101
42.3 Bronnen van gevaar .............................................................................................. 102
42.3.1
Gevaar door elektromagnetisch veld .............................................................. 102
42.3.2
Verbrandingsgevaar ........................................................................................ 103
42.3.3
Explosiegevaar ............................................................................................... 103
42.3.4
Brandgevaar ................................................................................................... 104
42.3.5
Gevaar door elektrische stroom ...................................................................... 105
43
Ingebruikname .................................................................................. 106
43.1 Veiligheidsvoorschriften ...................................................................................... 106
43.2 Leveringsomvang en transportinspectie ............................................................ 106
43.3 Uitpakken ............................................................................................................... 106
43.4 Verwijderen van de verpakking ............................................................................ 106
43.5 Plaatsen ................................................................................................................. 107
43.5.1
Eisen aan de plek van plaatsing ..................................................................... 107
43.5.2
Voorkomen van frequentiestoring ................................................................... 107
43.6 Elektrische aansluiting ......................................................................................... 108
44
Opbouw en functie............................................................................ 109
44.1 Algemeen overzicht .............................................................................................. 109
44.2 Aanwijzingen bij het apparaat .............................................................................. 109
44.3 Bedieningspaneel en display ............................................................................... 110
44.3.1
Bedieningspaneel en displays ........................................................................ 110
44.4 Pieptonen ............................................................................................................... 110
44.5 Thermische beveiliging bij oververhitting........................................................... 111
44.6 Typeplaatje............................................................................................................. 111
45
Bediening en gebruik ....................................................................... 111
45.1 Werking en productvoordelen van inductiekookplaten ..................................... 111
45.2 Aanwijzingen voor kookgerei ............................................................................... 111
45.3 Veiligheidsvoorschriften ...................................................................................... 112
45.4 Gebruik van het apparaat ..................................................................................... 113
45.4.1
3 inductiekookzones ....................................................................................... 113
45.4.2
Uitschakelen ................................................................................................... 113
45.4.3
Inschakelen ..................................................................................................... 114
45.4.4
Kookstand ....................................................................................................... 114
45.4.5
Temperatuurstand........................................................................................... 114
45.4.6
Timer ............................................................................................................... 115
9
Originele
Gebruiksaanwijzing
Inductiekookplaat
met 3 kookzones
Master P3 Plus (2151)
98
41Gebruiksaanwijzing
41.1 Algemeen
Lees de hier vermelde informatie, zodat u snel vertrouwd raakt met uw apparaat en al zijn
functies in volle omvang kunt gebruiken. U heeft jaren lang plezier van uw inductiekookplat
als u hem vakkundig behandelt en onderhoudt. Wij wensen u veel plezier met het gebruik.
41.2 Informatie over deze gebruiksaanwijzing
Deze gebruiksaanwijzing is onderdeel van de inductiekookplat (vanaf hier ‘apparaat’
genoemd) en geeft u belangrijke aanwijzingen voor de ingebruikname, de veiligheid, het
doelgerichte gebruik en het onderhoud van het apparaat. De gebruiksaanwijzing moet
altijd bij het apparaat voorhanden zijn en voor iedereen te lezen en te gebruiken die met
de
ingebruikname
bediening oplossing van een storing en/of
reiniging
van het apparaat belast is. Bewaar deze gebruiksaanwijzing en geef hem samen met het
apparaat door aan een eventuele volgende eigenaar.
41.3 Waarschuwingsinstructies
In deze gebruiksaanwijzing worden de volgende waarschuwingsinstructies gebruikt:
GEVAAR
Een waarschuwing van dit gevarenniveau duidt op een dreigende, gevaarlijke situatie.
Indien de gevaarlijke situatie niet vermeden wordt, leidt deze tot de dood of zware
verwondingen.
► De aanwijzingen van deze waarschuwingsinstructie opvolgen om het gevaar van dood
of zware verwondingen bij personen te voorkomen.
WAARSCHUWING
Een waarschuwing van dit gevarenniveau duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie.
Indien de gevaarlijke situatie niet vermeden wordt, kan dit tot zware verwondingen leiden.
► De aanwijzingen van deze waarschuwingsinstructie opvolgen om verwondingen bij
personen te voorkomen.
VOORZICHTIG
Een waarschuwing van dit gevarenniveau duidt op een mogelijk gevaarlijke situatie.
Indien de gevaarlijke situatie niet vermeden wordt, kan dit tot lichte of matige
verwondingen leiden.
► De aanwijzingen van deze waarschuwingsinstructie opvolgen om verwondingen bij
personen te voorkomen.
TIP
Een tip duidt op extra informatie, die de omgang met het apparaat lichter maakt.
99
41.4 Aansprakelijkheid
Alle in deze gebruiksaanwijzing aanwezige technische informatie, gegevens en instructies
voor installatie, ingebruikname en onderhoud beantwoorden aan de laatste stand bij het in
druk gaan en vinden plaats met inachtneming van onze tot nu toe opgedane ervaringen en
kennis naar eer en geweten. Aan de informatie, afbeeldingen en beschrijvingen in deze
gebruiksaanwijzingen kunnen geen rechten worden ontleend.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schaden op grond van:
Niet-naleving van de gebruiksaanwijzing
Ondeskundige reparaties
Niet volgens de voorschriften geldend gebruik
Technische veranderingen, modificaties van het apparaat
Toepassing van niet goedgekeurde onderdelen
Modificaties van het apparaat worden niet aanbevolen en vallen niet onder de garantie.
Vertalingen worden naar beste weten uitgevoerd. Wij zijn niet verantwoordelijk voor
vertaalfouten, ook niet in het geval dat de vertaling door ons of in opdracht van ons is
gemaakt. Bindend blijft alleen de oorspronkelijke Duitse tekst.
41.5 Auteurswet
Dit documentatiemateriaal is auteursrechtelijk beschermd.
Alle rechten, ook die van de fotomechanische reproductie, de verveelvoudiging en de
verbreiding door bijzondere handelswijzen (bijvoorbeeld gegevensverwerking,
informatiedragers en datanetwerken), ook ten dele, zijn de firma Braukmann GmbH
voorbehouden. Inhoudelijke en technische veranderingen voorbehouden.
42Veiligheid
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke veiligheidsinstructies betreffende de omgang met het
apparaat. Dit apparaat beantwoordt aan de voorgeschreven veiligheidsvoorschriften. Een
ondeskundig gebruik kan echter tot materiële schade en schade aan personen leiden.
42.1 Gebruik volgens de voorschriften
Dit apparaat is alleen voor het gebruik in het huishouden in een gesloten ruimte ter
verwarmen, koken en braden van levensmiddelen bestemd. Het hierbij gebruikte
kookgerei moet geschikt zijn voor inductiekookplaten.
Dit apparaat is bedoeld voor het huishouden en in soortgelijke toepassingen zoals
bijvoorbeeld:
in keukens voor medewerkers in winkels, kantoren en andere
commerciële toepassingen;
op boerderijen;
door klanten in hotels, motels en dergelijke; in pensions met ontbijt.
Een ander of er van afwijkend gebruik geldt als niet volgens de voorschriften.
WAARSCHUWING
Gevaar door gebruik niet volgens de voorschriften!
Bij onreglementair gebruik van het apparaat en/of gebruik op een andere wijze kunnen
gevaren ontstaan.
► Het apparaat uitsluitend volgens de voorschriften gebruiken.
100
WAARSCHUWING
► De in deze gebruiksaanwijzing beschreven handelswijzen in acht nemen.
Aanspraken van welke aard dan ook wegens niet reglementair gebruik zijn uitgesloten.
Het risico draagt alleen de gebruiker.
42.2 Algemene veiligheidsinstructies
TIP
Houdt u zich voor een veilige omgang met het apparaat aan
de volgende algemene veiligheidsinstructies:
► Controleer het apparaat voor de ingebruikname op aan de
buitenkant zichtbare schaden. Neem een beschadigd
apparaat niet in gebruik.
► Bij beschadiging van de voedingskabel moet een speciale
voedingskabel door een door de fabrikant aangewezen
vakkracht geïnstalleerd worden.
► Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen van 8 jaar
en ouder, mits ze onder toezicht staan of wanneer hun de
veilige gebruik van het apparaat is uitgelegd en ze de
mogelijke gevaren hebben begrepen.
► Reiniging en onderhoud mag niet door kinderen worden
uitgevoerd, tenzij ze 8 jaar of ouder zijn en ze onder toezicht
staan. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen.
► Het apparaat en zijn aansluiting moet buiten het bereik
blijven van kinderen jonger dan 8 jaar.
► Het apparaat kan door personen met verminderde fysieke,
zintuiglijke of mentale vermogens of gebrek aan ervaring
en/of kennis worden gebruikt, wanneer ze onder toezicht
staan of hen het veilige gebruik van het apparaat is uitgelegd
en ze de mogelijke gevaren hebben begrepen.
► Het apparaat tijdens gebruik niet onbeheerd laten.
► Reparaties mogen alleen uitgevoerd worden door
gekwalificeerd vakpersoneel dat door de fabrikant is
geschoold. Door ondeskundige reparaties kunnen
aanzienlijke gevaren voor de gebruiker ontstaan.
101
TIP
► Een reparatie van het apparaat tijdens de garantieperiode
mag alleen door een door de fabrikant geautoriseerde
servicedienst uitgevoerd worden, anders vervalt bij een
volgende schade de aanspraak op garantie.
► Defecte onderdelen mogen alleen tegen originele
vervangende onderdelen omgewisseld worden. Alleen bij die
onderdelen is gegarandeerd dat ze aan de veiligheidseisen
voldoen.
► Het apparaat nooit met de stekker uit het stopcontact
trekken.
► Het apparaat niet in water of andere vloeistoffen
onderdompelen, niet in de vaatwasmachine zetten.
► Metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels en
deksels mogen niet worden geplaatst op de kookplaat, omdat
deze heet kunnen worden.
► Het apparaat is er niet voor bedoeld om met een externe
tijdschakelaar of een afzonderlijke afstandsbediening te
worden gebruikt.
42.3 Bronnen van gevaar
42.3.1 Gevaar door elektromagnetisch veld
WAARSCHUWING
Door bij gebruik ontstane magnetische velden kunnen
leiden tot belemmeringen:
Let u op de volgende veiligheidstips:
► Personen met een verhoogde electrosensibiliteit moeten
niet langer dan nodig in de directe omgeving van het apparaat
blijven
► Wetenschappelijke tests hebben aangetoond dat
inductiekookstellen niet gevaarlijk zijn. Personen met een
pacemaker moeten echter minstens een afstand van 60 cm
afstand tot het apparaat bewaren, als dit in werking is.
102
WAARSCHUWING
Daarnaast moeten personen met een pacemaker eventueel in
acht te nemen beschermende maatregelen voor het gebruik
met hun arts bespreken.
► Zet de potten en pannen in het midden van de kookzone.
Op die manier beschermt de onderkant van de pan het
magnetische veld zoveel mogelijk af.
► Verwijder geen dichtingen van het apparaat.
42.3.2 Verbrandingsgevaar
WAARSCHUWING
Het in dit apparaat bereidde voedsel alsook het gebruikte
kookgerei alsook de oppervlakte van het apparaat kan zeer
heet worden.
Let u op de volgende veiligheidsvoorschriften om u zelf of
anderen niet te verbranden:
► Bescherm bij het werken van het warme apparaat of met
kookgerei uw handen met warmte-isolerende
ovenhandschoenen, pannenlappen of iets dergelijks..
► Leg geen keukengereedschappen, pannendeksels,
messen of andere metalen voorwerpen op de kookzone.
► De hete oppervlakte van het keramische veld niet
aanraken. De inductiekoker ontwikkelt tijdens het koken zelf
geen warmte. De temperatuur van het kookgerei verwarmt
echter de kookzone.
► Plaats geen lege schalen op het apparaat.
42.3.3 Explosiegevaar
WAARSCHUWING
Bij ondeskundig gebruik van het apparaat bestaat
explosiegevaar door ontsteking van de inhoud.
Neemt u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om
explosiegevaar te voorkomen:
103
WAARSCHUWING
► Verwarm nooit voedsel of vloeistoffen in gesloten
containers, zoals Blikjes. Als gevolg van de daaruit
voortvloeiende druk kan barsten van de tank. Een blikje wordt
verwarmd op zijn best, door het openen en is in een pot
gevuld met water.
42.3.4 Brandgevaar
WAARSCHUWING
Bij ondeskundig gebruik van het apparaat bestaat
brandgevaar.
Neemt u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om
brandgevaar te voorkomen:
► Verwijder tijdens het gebruik, alle brandbare voorwerpen
(zoals schoonmakers, spuitbussen, ovenwanten, theedoeken,
etc.) uit de onmiddellijke nabijheid van het apparaat.
► Vermijd een langdurige oververhitting van oliën en vetten.
Oververhitte olie of vet kan snel vlam vatten.
► Doe een lege pot niet op de kookplaat!
TIP
Als er een brand op een kookplaat, gaat u als volgt:
Schakel (indien nodig schakel de zekering).
U stik de vlammen met een grote pot deksel, een plaat of
een vochtige theedoek.
NIET HELDER WATER! Na de brand is geblust, laat
afkoelen keukenapparatuur en bieden voldoende frisse lucht.
104
42.3.5 Gevaar door elektrische stroom
Levensgevaar door elektrische stroom!
Bij contact met onder stroom staande snoeren of
constructieonderdelen bestaat levensgevaar!
Neemt u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om een
dreiging van elektrische stroom te voorkomen:
► De installatie mag alleen door gekwalificeerde vakmensen
uitgevoerd worden.
► Trek nooit aan het snoer, maar de stekker in om het
scheiden van de macht.
► Voordat u de lamp van de interne licht is, schakelt het
apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact.
► Bij beschadiging van de voedingskabel moet een speciale
voedingskabel door een door de fabrikant aangewezen
vakkracht geïnstalleerd worden.
► Neem het apparaat niet in gebruik als de voedingskabel of
de stekker beschadigd is, als het niet naar behoren
functioneert, als het beschadigd is of op de grond is gevallen.
Als de voedingskabel beschadigd is, moet deze door de
fabrikant of zijn servicedienst of een soortgelijk
gekwalificeerde persoon vervangen worden, om zo gevaren
te voorkomen.
► Opent u in geen enkel geval de behuizing van het
apparaat. Zodra van spanning voorziene aansluitingen
aangeraakt worden en de elektrische en mechanische
structuur veranderd worden, dan bestaat het gevaar van een
elektrische schok. Bovendien kunnen hierdoor storingen in
het functioneren optreden.
► Trek niet aan het aansluitsnoer en hou het apparaat niet
vast aan het aansluitsnoer.
► Sluit het apparaat niet samen met andere apparaten aan
op hetzelfde stopcontact.
105
43Ingebruikname
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke informatie omtrent de ingebruikname van het apparaat.
Neem de aanwijzingen in acht om gevaren en beschadigingen te voorkomen.
43.1 Veiligheidsvoorschriften
Bij de ingebruikneming van het apparaat kan materiële schade en letsel aan
personen ontstaan!
Neemt u de volgende veiligheidsvoorschriften in acht om de gevaren te voorkomen:
► Verpakkingsmateriaal mag niet als speelgoed gebruikt worden. Er bestaat kans op
verstikking.
43.2 Leveringsomvang en transportinspectie
De Inductiekookplaat wordt standaard met de volgende onderdelen geleverd:
Inductiekookplaat Master P3 Plus
Gebruiksaanwijzing
► Controleer de levering op volledigheid en op zichtbare beschadigingen.
► Waarschuw de expediteur, de verzekering en de leverancier bij een onvolledige
levering of bij beschadiging als gevolg van gebrekkige verpakking of als gevolg van het
transport.
43.3 Uitpakken
Bij het uitpakken van het apparaat gaat u als volgt te werk:
Neem het apparaat uit de doos en verwijder het verpakkingsmateriaal.
43.4 Verwijderen van de verpakking
De verpakking beschermt het apparaat tegen transportschade. De verpakkingsmaterialen
zijn uitgezocht vanuit milieuvriendelijke en verwijderingtechnische gezichtspunten en
daarom recyclebaar
Het terugbrengen van de verpakking in de materiaalkringloop bespaart grondstoffen en
verkleint de afvalhoop. Lever niet meer benodigd verpakkingsmateriaal in bij een
afvalbrengstation, dat zorgdraagt voor de recycling.
TIP
► Bewaar indien mogelijk het originele verpakkingsmateriaal gedurende de
garantieperiode, zodat u het apparaat indien nodig weer volgens de voorschriften kunt
inpakken.
106
43.5 Plaatsen
43.5.1
Eisen aan de plek van plaatsing
Voor een veilig en foutloos functioneren van het apparaat moet de plek waar het apparaat
komt te staan aan de volgende eisen voldoen:
Het apparaat moet op een vaste, vlakke, horizontale (waterpas) en hittebestendige
ondergrond met voldoende draagkracht voor de inductiekookplaat plus de naar
verwachting zwaarste potten en pannen geplaatst worden.
De inductiekookplaat mag niet op een ijzer- of staalachtige ondergrond in gebruik
genomen worden, omdat dit zwaar verhit kan worden.
Kies de plek dusdanig dat kinderen hete oppervlakken van het apparaat niet kunnen
aanraken.
Het apparaat is niet geschikt voor inbouw in een wand of in een inbouwkast.
Plaatst u het apparaat niet in een hete, natte of zeer vochtige omgeving of in de buurt
van brandbare materialen.
Plaats de inductiekookplaat niet in de buurt van apparaten en voorwerpen die gevoelig
zijn voor magnetische velden (bv. radio’s, televisies, cassetterecorders, etc. )
Het apparaat heeft voor een correcte werking voldoende luchtstroming nodig. Laat u bij
het plaatsen 10 cm. vrije ruimte aan alle zijden .
Dek geen openingen van het apparaat af en blokkeer de openingen niet.
Het stopcontact moet makkelijk toegankelijk zijn, zodat de voedingskabel er in geval
van nood ongecompliceerd uitgehaald kan worden.
De inbouw en montage van dit apparaat op niet stationaire plekken (bijvoorbeeld
schepen) mogen alleen door vakzaken/vakmensen uitgevoerd worden, als ze de
voorwaarden voor een veilig gebruik van dit apparaat garanderen.
43.5.2
Voorkomen van frequentiestoring
Door het apparaat kunnen storingen bij radio’s, televisies of soortgelijke apparaten
optreden.
Door de volgende maatregelen kunnen storingen weggenomen of gereduceerd worden:
Reinig de deur en de afdichtingen van het apparaat.
Plaats de radio, de televisie, etc. op een zo groot mogelijke afstand van het apparaat.
Gebruik voor het apparaat een ander stopcontact, zodat het apparaat en de gestoorde
ontvanger van verschillende stroomketens gebruik maken.
Gebruik een volgens de voorschriften geïnstalleerde antenne voor de ontvanger, om zo
zeker te zijn van een goede ontvangst.
107
43.6 Elektrische aansluiting
Voor een veilig en feilloos gebruik van het apparaat moeten bij de elektrische aansluiting
de volgende aanwijzingen in acht genomen worden:
Controleer voor het aansluiten van het apparaat de aansluitingsgegevens (spanning en
frequentie) op het typeplaatje met de gegevens van uw stroomnet. Deze gegevens
moeten overeenkomen, zodat het apparaat niet beschadigd kan raken. In geval van
twijfel vraagt u een vakkundige elektricien.
Het stopcontact moet beschermd zijn met een zekering of automatische schakelaar van
16 ampère.
Bij gebruik van een verlengsnoer mag voor aansluiting van het apparaat op het
stroomnet alleen een uitgerold verlengsnoer van maximaal 3 meter lengte en een
doorsnede van 1,5 mm² gebruikt worden. Het gebruik van een stekker of stekkerdoos
met meerdere aansluitingen is vanwege het daarmee verbonden brandgevaar
verboden.
Vergewis u er van dat de voedingskabel onbeschadigd is en niet onder de oven of over
hete of scherpte oppervlakten gelegd is.
De elektrische veiligheid van het apparaat is alleen dan gegarandeerd wanneer het is
aangesloten aan een reglementair geïnstalleerd systeem met aardkabels en
veiligheidschakelaars. Het in werking stellen via een stopcontact zonder
veiligheidsschakelaar is verboden. Laat u in geval van twijfel de huisinstallatie
controleren door een erkende elektricien.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schaden, die door een
gebrekkige of onderbroken aardingskabel veroorzaakt worden.
108
44Opbouw en functie
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke aanwijzingen m.b.t. de opbouw en het functioneren van
het apparaat.
44.1 Algemeen overzicht
44.2 Aanwijzingen bij het apparaat
Deze aanwijzing en het verschijnen van “H” in het display dient ter waarschuwing dat de
keramische plaat heet kan zijn. De inductiekookplaat zelf ontwikkelt tijdens het kookproces
echter geen warmte: de temperatuur van het kookgerei verwarmt echter de kookplaat!
109
Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in acht, zodat u zich niet aan het hete apparaat
verbrandt:
VOORZICHTIG
Gevaar door hete oppervlakte!
► De hete oppervlakte van het apparaat niet aanraken.
Brandgevaar! (H verschijnt in display)
► Geen voorwerpen op de hete keramische plaat leggen .
44.3 Bedieningspaneel en display
44.3.1
Bedieningspaneel en displays
1. Hoofdschakelaar Aan/Standby
2. Aan/Standby-schakelaar per kookzone
3. Funktie-aanduiding: Kookstand
4. Funktie-aanduiding: Temperatuur
5. Funktie-aanduiding: Tijd
6. Keuzetoets om te kiezen uit kookstand, temperatuur, timer
7. Keuzetoets (-), Lagere kookstand, temperatuur of duur
8. Keuzetoets (+), Kookstand, temperatuur of duur kan verhoogd worden
9. Apart LED Display van iedere kookzone
10. Slot / Kinderslot/ tegen onopzettelijk anders instellen
De inductiekookplaat heeft drie kookzones. Door de drie bedieningspanelen kunt u
drie verschillende kookzones onafhankelijk van elkaar individueel instellen.
Het display dient ter aanduiding van de ingestelde temperatuur, kookstand, de timer-tijd en
in het geval van een fout het tonen van de foutmelding code.
44.4 Pieptonen
Het apparaat geeft ter kennisgeving de volgende akoestische signalen af:
110
44.5 Thermische beveiliging bij oververhitting
Het apparaat is uitgerust met een thermische beveiliging bij oververhitting.
Wanneer binnenin de temperatuur de kritische grens overschrijdt, verschijnt in het display
de bijbehorende code van de foutmelding (E5). Het apparaat schakelt uit
veiligheidsoverwegingen het lopende programma uit. Na de afkoelfase kan het apparaat
weer ingeschakeld worden.
TIP
► Meer informatie over de foutmeldingen vindt u in hoofdstuk „Storingmeldingen“.
44.6 Typeplaatje
Het typeplaatje met de aansluit- en vermogensgegevens bevindt zich aan de achterkant
van het apparaat.
45Bediening en gebruik
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke aanwijzingen m.b.t. de bediening van het apparaat.
Neem de aanwijzingen in acht om gevaren en beschadigingen te voorkomen.
45.1
Werking en productvoordelen van inductiekookplaten
Bij een inductiekookplaat wordt de warmte niet door een verwarmingselement via de pan
op de etenswaren overgedragen maar de benodigde warmte wordt m.b.v. inductiestromen
direct in de pan gebracht. Een inductiespoel onder de glazen keramische kookplaat wekt
een elektromagnetisch wisselveld op, dat door dringt in de glazen keramische kookplaat
en in de bodem van de pan de warmte opwekkende stroom induceert.
Voordelen van een inductiekookplaat
Energiezuinig koken door directe energieoverdracht op de pan.
Verhoogde veiligheid, doordat de energie alleen wordt overgedragen als er een pan op
staat.
Energieoverdracht tussen inductiekookzones en panbodem met hoog rendement..
Hoge opwarmsnelheid
Gering verbrandingsgevaar omdat de kookoppervlakte alleen door de bodem van de
pan wordt verwarmd.
Overgelopen etenswaren branden niet aan.
Snelle, lichte regeling van de energietoevoer.
45.2 Aanwijzingen voor kookgerei
Het voor de inductiekookoppervlakte te gebruiken kookgerei moet uit metaal zijn,
magnetische eigenschappen hebben en over voldoende vlakke bodemruimte beschikken.
111
Zo kunt u vaststellen of het kookgerei geschikt is:
Stel vast of het kookgerei een aanwijzing bevat die duidt op koken met inductiestroom of
voer de volgende magneettest uit :
Breng een magneet (bv. een magneet van een magneetbord) naar
de bodem van uw pan. Wordt de magneet sterk aangetrokken,
dan kunt u deze pan op de inductiekookoppervlakte gebruiken.
De volgende tabel dient als houvast voor het kiezen van het juiste
kookgerei::
Geschikt kookgerei
Ongeschikt kookgerei
(Display: - - -)
Kookgerei met ferromagnetische
(ijzerhoudende) bodem
Kookgerei uit koper, aluminium, vuurvast
glas en ander niet-metaal kookgerei
Geëmailleerde pan of pot uit staal met een
sterke onderkant
Potten of pannen uit roestvrij staal zonder
magnetische ijzerkern
Gietijzeren pan of pot met geëmailleerde
onderkant
Potten of pannen die geen vlakke laag op
de kookplaat hebben
Pan of pot uit roestvrij staal met meerdere
lagen, roestvrij ferriet staal resp. aluminium
met een speciale onderkant
Potten of pannen met een
bodemdoorsnee kleiner dan 14 cm. en
groter dan 24 cm.
TIP
► Bij gebruik van inductiebestendigde pannen van enkele fabrikanten kunnen geluiden
optreden, die terug te voeren zijn op de productiewijze van deze pannen.
VOORZICHTIG
Let u ook op de volgende aanwijzingen voor het gebruik van geschikt kookgerei:
► Gebruik uitsluitend pannen met een onderkant, geschikt voor inductie.
► Het maximale toegestane gewicht van alle pannen met inhoud mag de 10 kg. niet
overschrijden.
► Voorzichtig bij het gebruik van lege au bain-marie pannen. Deze pannen kunnen
ongemerkt leeg koken. Dat leidt tot beschadegingen aan de pan en de kookplaat.
► Kras niet met de oppervlakte van de pan over de kookplaat (een verkraste glazen
keramische oppervlakte heeft geen invloed op het gebruik van het apparaat).
45.3 Veiligheidsvoorschriften
WAARSCHUWING
► Het apparaat tijdens gebruik niet uit het oog verliezen, zodat er bij gevaren snel
ingegrepen kan worden.
► Het apparaat niet tijdens het gebruik of met heet kookgerei van zijn plaats bewegen.
112
WAARSCHUWING
► Let er op dat het kookgerei in het midden van de kookplaat staat. Het mag niet op het
bedieningspaneel of op de rand neergezet worden.
► Geen keukengereedschap uit metaal, potten- of pannendeksels, messen of andere
voorwerpen uit metaal op de kookplaat leggen. Als het apparaat wordt ingeschakeld,
kunnen deze voorwerpen verhit worden.
► Geen aluminiumfolie of metalen bladen op de oppervlakte van het apparaat leggen, om
oververhitting te vermijden.
► De hete oppervlakte van het keramische veld niet aanraken. De inductiekookplaat
ontwikkelt tijdens het koken zelf geen hitte. De temperatuur van het kookgerei verwarmt
echter de kookplaat.
► Houdt u de kookplaat en de onderkant van de pannen altijd droog en schoon. Als er
vloeistof tussen de onderkant van de pan en de kookplaat komt, kan de vloeistof
verdampen en door de ontstane druk kan de pan in de lucht vliegen. Kans op
verwonding.
TIP
► Schakel het apparaat na gebruik uit. Zo vermijdt u onnodig energieverbruik en zorgt u
voor uw eigen veiligheid.
► Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt, raden wij aan de stekker uit het stopcontact
te trekken.
45.4 Gebruik van het apparaat
45.4.1
3 inductiekookzones
De rechter inductiekookzone heeft 10 kookstanden en werkt onafhankelijk van de andere
zones. Als u óf alleen de voorste (10 kookstanden) óf alleen de achterste kookzone (5
kookstanden) gebruikt, werken deze eveneens onafhankelijk van elkaar.
Als u echter de kookzone links vooraan en links achteraan samen gebruikt, dan zal het
gezamenlijke vermogen overeenkomen met kookstand 10 (powersharing). Als de
achterste kookzone een kookstand tot 1-5 gebruikt, kan de kookstand van de voorste zone
stand ingesteld worden (max. 5). Als de voorste kookzone een vermogen boven
kookstand 5 gebruikt, zal het vermogen van de achterste kookzone overeenkomstig de
tabel aangepast worden:
Kookstand kookzone vooraan links
Kookstand kookzone achter links (max.)
45.4.2
10 9
0
0
8
0
7
3
6
4
5
5
4
5
3
5
2
5
1
5
Uitschakelen
Het gehele apparaat wordt met de hoofdschakelaar aan/uit (1) uitgeschakeld.
Als het apparaat wordt uitgeschakeld (via An/Standby (2)), geeft de display de restwarmte
van de oppervlakte van de inductiekookzone aan.
Als de temperatuur van de oppervlakte onder de 50°C ligt, wordt „L“ aangegeven, als de
temperatuur van de oppervlakte boven de 50°C ligt, geeft de display „H“ aan.
113
TIP
► Let u er op dat de ventilator van het apparaat na het uitschakelen nog een tijdje verder
loopt, om de in het apparaat aanwezige warmte af te voeren.
► Mocht u het apparaat langere tijd niet gebruiken, trekt u dan de stekker uit het
stopcontact, om zo het apparaat van het elektriciteitsnet te scheiden.
45.4.3
Inschakelen
Volgt u onderstaande aanwijzingen op voor een veilig gebruik van het apparaat::
Stekker in een geschikt stopcontact steken.
Binnen 3 seconden na aansluiting van het apparaat aan het elektriciteitsnet, klinkt een
akoestisch signaal. Het display toont de temperatuur van de oppervlakte van de
inductiekookzone. Als de temperatuur van de oppervlakte onder de 50° C ligt, wordt „L“
getoond, als de temperatuur van de oppervlakte boven de 50°C ligt, toont het display „H“.
Druk op de hoofdschakelaar An/Standby (1). De hoofdschakelaar aan/stand-by (1)
knippert. Een akoestisch signaal weerklinkt.
Zet geschikt kookgerei met het etenswaren in het midden van de kookplaat ( ø 140 mm –
240 mm). Druk nu op de knop An/Standby (2) van de bijbehorende kookzone. Het
controlelampje „Level“ licht op en een akoestisch signaal weerklinkt. Als het display --aangeeft, controleer dan de pan (zie hoofdstuk“ geschikt en ongeschikt kookgerei“ of
„Problemen/soplossen storingen“).
45.4.4
Kookstand
Om de kookstand te kiezen, drukt u zo lang op de keuzetoets >> (6) totdat de functie
kookstand (3) blinkt. Met de al ingestelde kookstand „5“ wordt het apparaat aangezet.
U kunt de kookstanden 1-10 (1-5) kiezen, door op de knoppen + of – (7 of 8) te drukken.
TIP
► Wij adviseren de kookstanden te gebruiken om bv. water te koken of groente te stomen.
Zo wordt het activeren van de oververhittingsbeveiliging uitgesloten.
45.4.5
Temperatuurstand
Om de temperatuurniveaus te kiezen, drukt u zo lang op de keuzetoets >> (6) totdat de
functie “temperatuur” (4) blinkt. Met het al ingestelde temperatuurniveau „120“ wordt het
apparaat aangezet. U kunt kiezen uit de temperatuurniveaus 60, 80, 100, 120, 140, 160,
180, 200, 220 en 240°C door op de knoppen + of – (7 of 8) te drukken. .
TIP
► Indien u diepgevroren voedsel gebruikt of iets zeer heet aanbraden wil, dan raden wij
aan de functie “Temperatuur” te kiezen, omdat hiermee temperaturen tot 240 ° C
bereikt kunnen worden zonder dat de oververhittingsbeveiliging wordt geactiveerd.
► Let erop, dat het apparaat bij het gebruik van de functie "Temperatuur" mogelijkerwijs
een geringer vermogen gebruikt dan bij gebruik van de kookstand.
114
45.4.6
Timer
Na de keuze van de temperatuur of de kookstand drukt u zo lang op de keuzetoets >> (6)
totdat de functie “tijd” (5) blinkt. Het display toont nu de tijd „0“.
Met de knoppen + of – (7 of 8) stelt u de duur in met een interval van 1 minuut (tot max.
180 min.) Als de ingestelde tijd is afgelopen, weerklinkt een akoestisch signaal en het
apparaat respectievelijk de kookzone begeeft zich naar de stand-by-stand.
TIP
► Gedurende de werking van de timer kunt u de duur naar believen met de knoppen +/(7/8) instellen. Door de geheugenfunctie blijft de instelling van de kookstand
onveranderd.
► Gedurende het kookproces kan de temperatuur en de kookstand naar believen opnieuw
ingesteld worden. Ook de timer kunt u altijd weer opnieuw instellen.
45.4.7
Kinderslot
Het kinderslot voorkomt onbedoeld gebruik van het apparaat door kinderen of het
onbedoeld indrukken van de knoppen.
Activeren van het kinderslot: Drukt u de knop Lock (10) net zolang in totdat de
timerfunctie “Loc” zichtbaar wordt. In afgegrendelde toestand zijn alle knoppen behalve
de hoofdschakelaar aan/uit (1) gedeactiveerd. De kookzones verwarmen verder volgens
de daarvoor ingestelde vermogenswaarde.
Deactiveren van het kinderslot: Druk op de knop Lock (10) tot de timerfunctie uitgaat.
46Reiniging en onderhoud
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke informatie m.b.t de reiniging en het onderhoud van het
apparaat. Neem de aanwijzingen in acht om beschadigingen door verkeerde reiniging van
het apparaat te voorkomen en een storingvrij gebruik te waarborgen.
46.1 Veiligheidsvoorschriften
VOORZICHTIG
Schenkt u eerst aandacht aan de volgende veiligheidsvoorschriften voordat u met de
reiniging van het apparaat begint:
► De apparaat moet regelmatig gereinigd worden. Ook voedselresten moeten regelmatig
verwijderd worden. Een niet in schone toestand gehouden apparaat heeft een negatief
effect op de levensduur van het apparaat en kan leiden tot een gevaarlijke toestand van
het apparaat als ook tot een aantasting van schimmels en bacteriën.
► Schakelt u de apparaat vóór het reinigen uit en trek de stekker uit het stopcontact.
► De kookplaat is na gebruik heet. Er is daardoor kans op verbranden! Wacht u totdat het
apparaat is afgekoeld.
► Reinigt u de binnenkant na gebruik, zodra hij is afgekoeld. Te lang wachten verzwaart
de reiniging onnodig en maakt het in extreme gevallen onmogelijk. Te sterke
verontreinigingen kunnen onder omstandigheden het apparaat beschadigen.
115
VOORZICHTIG
► Als er vloeistof het apparaat binnendringt, kunnen elektronische componenten
beschadigd raken. Let u er op dat er geen vloeistof door de ventilatiegleuven in het
binnenste van het apparaat terecht komt.
► Gebruik geen agressieve of schurende reinigingsmiddelen en geen oplosmiddelen.
► Kras niet met een hard voorwerp over hardnekkige verontreinigingen.
46.2 Reiniging
Keramische kookplaat, frame en bedieningspaneel
De keramische kookplaat met een zachte, lichtvochtige doek of met een milde, niet
schurende zeepoplossing schoonwissen.
VOORZICHTIG
► Gebruikt u geen oploshoudende reinigingsmiddelen zoals bv. benzine, om de kunststof
delen niet te beschadigen.
47Storingen verhelpen
In dit hoofdstuk krijgt u belangrijke informatie m.b.t. het lokaliseren van storingen en het
verhelpen van storingen. Let u op de aanwijzingen om gevaren en beschadigingen te
voorkomen.
47.1 Veiligheidsvoorschriften
VOORZICHTIG
► Reparaties aan elektrische apparaten mogen alleen uitgevoerd worden door
gekwalificeerd vakpersoneel dat door de fabrikant is geschoold.
► Door ondeskundige reparaties kunnen aanzienlijke gevaren voor de gebruiker
ontstaan, evenals schaden aan het apparaat.
47.2 Storingmeldingen
In het geval van een storing geeft het display een foutcode aan, die de oorzaak van de
storing beschrijft.
De volgende tabel helpt bij het lokaliseren en het verhelpen van kleinere storingen.
Fout
---
Mogelijke oorzaak
Corrigeren
Wachtpositie
Plaats een geschikte pan/pot op de
inductiekookplaat (zie hoofdstuk “geschikt
en ongeschikt keukengerei’)
116
E01
Aanduiding te lage spanning (<140V)
De geleverde spanning ligt niet binnen het
vereiste bereik. Geschikt stopcontact
gebruiken.
E02
Aanduiding te hoge spanning (>260V)
De geleverde spanning ligt niet binnen het
vereiste bereik. Geschikt stopcontact
gebruiken.
E03
IGBT kort circuit
Het apparaat moet ter reparatie naar de
klantendienst gestuurd worden.
E04
IGBT Oververhittingsbeveiliging
Apparaat laten afkoelen. Apparaat uit- en
weer inschakelen, om op de fout te
reageren.
E05
Oververhittingsbeveiliging kookstand
(>150°C)
Apparaat laten afkoelen. Apparaat uit- en
weer inschakelen, om op de fout te
reageren.
E06
Temperatuursensor fout of te kort circuit
De temperatuursensor onder de
glaskeramische oppervlakte is defect. Het
apparaat moet ter reparatie naar de
klantendienst gestuurd worden.
E07+
E08
technisch defect
Het apparaat moet ter reparatie naar de
klantendienst gestuurd worden.
TIP
► Als u met de bovengenoemde stappen het probleem niet kunt verhelpen, neem dan
contact op met de klantendienst.
47.3 Oorzaken van storingen
De volgende tabel helpt bij het lokaliseren en het verhelpen van kleinere storingen
Storing
Geen aanduiding
Mogelijke oorzaak
Verhelpen
Stekker er niet ingestopt
Stekker erin steken
Zekering niet ingeschakeld
Zekering inschakelen
TIP
► Als u met de bovengenoemde stappen het probleem niet kunt verhelpen, neem dan
contact op met de klantendienst.
48Afvoer van het oude apparaat
Oude elektrische en elektronische apparaten bevatten vaak nog waardvolle
materialen. Ze bevatten echter ook schadelijke stoffen, die voor hun
functioneren en veiligheid noodzakelijk waren. In het huishoudelijk afval of bij
verkeerde behandeling kunnen deze stoffen de menselijke gezondheid en het milieu
schade aanbrengen.
117
Zet uw oude apparaat daarom nooit bij het gewone huishoudelijk vuil.
TIP
► Maak gebruik van de in uw woonplaats voorhanden zijnde inzamelplek voor teruggave
en verwerking van oude elektrische en elektronische apparaten. Haal eventueel
informatie bij uw gemeentehuis, de vuilnisophaaldienst of bij uw winkelier.
► Zorg ervoor dat uw oude apparaat tot het moment van transport op een kinderveilige
plek wordt bewaard.
49Garantie
Voor dit product geven we vanaf de dag van aankoop 24 maanden garantie op gebreken,
die te herleiden zijn tot productie- of materiaalfouten.
Garantieclaims volgens §439 ff. BGB-E blijven hiervan van kracht.
Onder de garantie vallen niet de schaden die door onjuiste behandeling of ingebruikname
ontstaan zijn, zoals gebreken die de functie of de waarde van het apparaat slechts gering
beïnvloeden. Verder zijn aan slijtage onderhevige onderdelen, transportschade zo lang wij
deze niet te verantwoorden hebben, als ook schaden, die door niet door ons verrichtte
reparaties ontstaan zijn, uitgesloten van aanspraak op garantieclaim.
Dit apparaat is vervaardigd voor huishoudelijk gebruik (kleinverbruik) en voorzien van een
overeenkomstig vermogen. Een eventueel gebruik voor bedrijfsdoeleinden valt alleen
onder de garantie, als de mate van gebruik te vergelijken is met het gebruik in een
particulier kleinhuishouden. Het is niet voor de verdere bedrijfsdoeleinden bestemd.
Bij rechtmatige reclamaties zullen wij het defecte apparaat naar ons bevinden repareren of
tegen een apparaat vrij van gebreken omwisselen.
Zichtbare defecten moeten binnen 14 dagen na levering aangetoond worden. Verdere
claims zijn uitgesloten.
Stelt u zich voor het indienen van een garantieclaim en het terugsturen van uw apparaat
via onderstaand adres (altijd met bewijs van koop!) met ons in verbinding.
50Technische gegevens
Apparaat
Inductiekookplaat met 3 kookplaats
Model
Master P3 Plus (2151)
Aansluitgegevens
220V-240V;50Hz/60Hz
Vermogensopname
3500 W (Max.),
Standby “volgens ErP niveau 2”
Temperatuurbereik
60 °C bis 240 °C
Geluidsniveau van het apparaat
Minder dan 70 dB (A)
Afmetingen buitenkant (B/H/D)
535 x 65 x 520 mm
Netto gewicht
7,75 kg
118