Gorenje OGB 120 E3 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

3
Navodila za uporabo 4
Instructions for Use 10
Instrucţiuni de utilizare 72
Návod na obsluhu 78
Bruksanvisning 84
Manual del Usuario y del Instalador 90
Manual do instalador 96
Notice d’utilisation 102
Gebruiksaanwijzing 108
Upute za upotrebu 35
Gebrauchsanweisung 16
Návod k obsluze 48
Упaтства за употребa 41
Інструкція з експлуатації 29
Руководство по зксплуатации 23
Upute za upotrebu 60
Упaтства за употребу 54
Udhëzime për përdorim 66
108
Geachte koper, wij danken u voor de aankoop van ons product.
WIJ VERZOEKEN U VOOR DE MONTAGE EN HET EERSTE GEBRUIK VAN DE BOILER
DEZE GEBRUIKSAANWIJZING ZORGVULDIG DOOR TE LEZEN.
DIT APPARAAT IS NIET BEDOELD VOOR GEBRUIK DOOR PERSONEN (WAARONDER
KINDEREN) MET VERMINDERDE LICHAMELIJKE, ZINTUIGLIJKE OF PSYCHISCHE
VERMOGENS, OF GEBREK AAN ERVARING EN KENNIS, TENZIJ ZIJ ZIJN GEGEVEN
TOEZICHT OF INSTRUCTIE OVER HET GEBRUIK VAN HET APPARAAT DOOR DEGENE
DIE VERANTWOORDELIJK IS VOOR HUN VEILIGHEID.
KINDEREN MOETEN WORDEN BEGELEID OM ERVOOR TE ZORGEN DAT ZE NIET
SPELEN MET HET APPARAAT.
De boiler is overeenkomstig de geldende normen gefabriceerd en volgens de voorschriften
getest. Hierover zijn een veiligheidscerticaat en een certicaat over de elektromagnetische
compatibiliteit afgegeven. Zijn belangrijkste technische eigenschappen zijn op het
typeplaatje vermeld dat tussen beide aansluitbuizen is geplakt. De boiler mag uitsluitend
door een hiervoor gekwaliceerd vakman op de waterleiding en het elektriciteitsnet worden
aangesloten. Ingrepen in het apparaat wegens reparaties, verwijdering van ketelsteen en
het controleren of vervangen van de beschermingsanode voor corrosiebeveiliging mogen
ook uitsluitend door de erkende service worden verricht.
MONTAGE
Monteer de boiler zo dicht mogelijk bij het tappunt. Bij het inbouwen van de boiler in een
ruimte met een bad of douche moet aan de eisen van de norm IEC 60364-7-701 (VDE
0100, Teil 701) worden voldaan. Bevestig hem met wandschroeven met een nominale
doorsnede van minstens 8 mm aan de wand of de vloer. Wanden of vloeren met een gering
draagvermogen moet u voldoende versterken op de plaats waar u de boiler op gaat hangen.
U mag de boiler uitsluitend rechtop aan de wand monteren.
TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN VAN HET APPARAAT
Type OGB 30 E3 OGB 50 E3 OGB 80 E3 OGB 100 E3 OGB 120 E3 OGB 150 E3 OGB 200 E3
Model
OGB 30
EDD/UNI
OGB 50
EDD/UNI
OGB 80
EDD/UNI
OGB 100
EDD/UNI
OGB 120
EDD/UNI
OGB 150
EDD/UNI
OGB 200
EDD/UNI
Volume [l] 30 50 80 100 120 150 200
Nominale druk [MPa] 0,6
Gewicht / gevuld met water [kg] 23/53 30/80 36/116 41/141 46/166 52/202 72/272
Corrosiebeveiliging van de ketel Geëmailleerd en magnesiumanode
Puissance du corps chauffant
électrique
[W] 2100 2000
Aansluitvermogen [W] 3 x 700 2 x 1000
Spanning [V~] 230
Beschermingsklasse I
Beschermingsgraad IP24
Verwarmingstijd tot 75°C
1)
[h] 1
05
1
55
3
05
3
55
4
35
5
45
7
40
Hoeveelheid mengwater bij 40°C [l] 58 94 148 194 226 282 360
Energieverbruik
2)
[kWh/24h] 0,50 0,71 0,90 1,11 1,31 1,60 2,10
1) Verwarmingstijd van het gehele volume van de boiler met het elektrische verwarmingselement bij een
ingangstemperatuur van het koude water uit de waterleiding van 15°C.
NL
109
2) Energieverbruik bij instandhouding van een constante watertemperatuur in de boiler van 65°C en bij
een temperatuur van de omgeving van 20°C, gemeten volgens EN 60379.
A B C D
OGB 30 EDD 510 310 235 -
OGB 50 EDD 610 400 240 -
OGB 80 EDD 830 600 260 -
OGB 100 EDD 975 750 255 -
OGB 120 EDD 1130 900 260 -
OGB 150 EDD 1345 1100 275 -
OGB 200 EDD 1563 1100 493 840
Aaansluitings- en montagematen van de boiler [mm]
AANSLUITING OP DE WATERLEIDING
De watertoevoer en aftap zijn met kleuren aangegeven op de buizen van de boiler. De
toevoer van het koude water is blauw gekleurd, de aftap van het warme water is rood.
U kunt de boiler op twee manieren op de waterleiding aansluiten. Het gesloten druksysteem
van de aansluiting maakt waterafname op meerdere tappunten mogelijk, bij het open
systeem, dat niet onder druk staat, kan het water maar op een plaats worden afgetapt.
Gezien het gekozen aansluitsysteem moet u ook de juiste mengkranen kopen.
Bij het open systeem, dat niet onder druk staat, moet voor de boiler een terugslagklep
worden ingebouwd, dat voorkomt dat het water terugloopt uit de boiler bij storingen van
de watertoevoer uit de waterleiding. Bij dit aansluitingssysteem moet u een doorstroom
mengkraan gebruiken. In de boiler neemt het volume van het water toe als het verwarmd
wordt, dit veroorzaakt druppen van de mengkraan. U kunt dit niet voorkomen door de
kraan stevig dicht te draaien. Hierdoor kunt u de kraan alleen maar kapot maken. Aan de
toevoerleiding moet u voor de veiligheid een veiligheidsventiel of een veiligheidsgroep
monteren, waardoor een toename van de druk in de boiler van meer dan 0,1 MPa boven
de normale druk wordt voorkomen. De uitloopopening van het veiligheidsventiel moet een
uitgang hebben voor atmosferische druk.
Bij het verwarmen van het water in de boiler neemt de waterdruk in de boiler toe tot de grens
is bereikt die in het veiligheidsventiel is ingesteld. Omdat de terugkeer van het water naar
de waterleiding verhinderd is, kan er water uit de uitloopopening van het veiligheidsventiel
druppen. U kunt het druppende water naar de afvoer leiden via het opvangverlengstuk,
dat u onder het veiligheidsventiel plaatst. De aoopbuis die onder de uitloop van het
veiligheidsventiel is geplaatst moet recht naar beneden gericht zijn en gemonteerd worden
in een omgeving, waar het niet vriest. In het geval dat u door een onjuiste installatie niet
de mogelijkheid hebt om het uit het terugslagventiel druppende water naar de uitloop te
leiden, kunt u het druppen vermijden door een expansiebak met een volume van 3l aan de
toevoerleiding van de boiler te monteren.
Voor een juiste werking van het veiligheidsventiel moet u zelf van tijd tot tijd een controle
uitvoeren. Bij de controle moet u door het verschuiven van de hendel of door het
losdraaien van de moer van het ventiel (afhankelijk van het type ventiel) de uitloop uit het
terugslagveiligheidsventiel openen. Hierbij moet door de uitloopbuis van het ventiel water
stromen. Dit wijst er op dat het ventiel feilloos werkt.
NL
110
Gesloten (druk) systeem Open (niet onder druk staand) systeem
Legende:
1 - Veiligheidsventiel 6 - Test aanzetstuk
2 - Testventiel 7 - Trechter met aansluiting
3 - Terugslagventiel op de uitloop
4 - Drukreduceerventiel H - Koud water
5 - Afsluitventiel T - Warm water
Tussen de boiler en het terugslag-veiligheidsventiel mag u geen afsluitventiel
inbouwen, omdat u hiermee de werking van het terugslagventiel onmogelijk zou
maken.
U kunt de boiler zonder drukreduceerventiel aansluiten op de huiswaterleiding, als de druk
in de waterleiding lager is dan 0,5 MPa (5 bar). Als de druk in de waterleiding hoger is dan
0,5 MPa (5 bar), moet u twee reduceerventielen achter elkaar inbouwen.
Voor de elektrische aansluiting moet u de boiler eerst met water vullen. Draai de
warmwaterknop van de mengkraan open ls u de boiler voor het eerst vult. De boiler is vol als
het water door de uitloopbuis van de mengkraan begint te stromen.
AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
Voor de aansluiting op het stroomnet moet in de boiler een aansluitkabel met een minimale
doorsnede van 1,5 mm
2
(H05VV-F 3G 1,5 mm
2
) worden ingebouwd.
Om dit te kunnen doen moet u de beschermplaat van de boiler loschroeven.
De aansluiting van de boiler op het elektriciteitsnet moet overeenkomstig de normen voor
de elektrische leidingen gebeuren. Tussen de boiler en de waterleiding moet een apparaat
zijn ingebouwd voor de scheiding van alle polen van het voedingsnet overeenkomstig de
nationale installatievoorschriften.
SL
NL
111
Legende:
1 - Thermostaat
2 - Tweepolige warmtezekering
3 – Verwarmingselement
(2x100 W of 3x700 W)
4 - Aansluitklem
L - Fasegeleider
N - Neutrale geleider
- Aardingsgeleider
Schema van de elektrische verbinding
WAARSCHUWING: Voor elke ingreep in de boiler moet de verbinding met het
elektriciteitsnet verbroken worden!
GEBRUIK EN ONDERHOUD
Na aansluiting op de water- en elektriciteitstoevoer is de verwarmer klaar voor gebruik.
De verwarmer is uitgerust met een elektronische regulator, die de instelling van de temperatuur
van het water in de boiler van de waterverwarmer mogelijk maakt. Handmatige instelling van
de gewenste temperatuur in een bereik van 35ºC tot 75ºC, van de spaartemperatuur en van
de temperatuurbeveiliging tegen het bevriezen van het water in de verwarmer is mogelijk.
De elektronische regulator op het display laat voortdurend de actuele watertemperatuur in
de verwarmer zien.
BEDIENING:
De verwarmer wordt aan- of uitgeschakeld door langer dan 2s op de toets te drukken.
Door de programmatoets in te drukken kunt u tussen drie mogelijkheden kiezen.
- beveiliging tegen bevriezen van het water (van te voren ingestelde temperatuur van
het water op 7ºC)
- instelling op de spaartemperatuur (van te voren ingesteld op 55ºC)
- willekeurige handmatige instelling van de temperatuur in een bereik van 35ºC tot
NL
112
75ºC, in stappen van 1ºC
Instelling van de beveiliging tegen bevriezen:
- met de menutoets kiest u de functie (het gele controlelampje onder brandt)
- hiermee is de regulator ingesteld op een temperatuur van 7ºC, dit is te zien op het display
Instelling op de spaartemperatuur:
- met de menutoets
kiest u de functie (het gele controlelampje onder brandt )
- hiermee is de regulator op een temperatuur van 55ºC ingesteld, dit is te zien op het display
Handmatige instelling van de temperatuur:
- met de menutoets kiest u de functie (het gele controlelampje onder brandt )
- op het display verschijnt altijd de laatst ingestelde watertemperatuur, behalve bij de eerste
ingebruikname, dan verschijnt de van te voren ingestelde temperatuur van 35ºC
- met de toetsen o stelt u de nieuwe gewenste temperatuur in. Elke keer als
u op de toets drukt wordt de watertemperatuur 1ºC verhoogd/verlaagd. Door de toets
ingedrukt te houden versnellen we de instelling.
- nadat u de gewenste temperatuur heeft ingesteld, knippert het display 3 seconden,
daarna verschijnt de actuele temperatuur op het display
- bij stroomuitval keert het apparaat terug naar de instelling voor de stroomuitval
Verwarmer aan-/uitschakelen:
- als u de verbinding tussen de verwarmer en het electriciteitsnet verbreekt, moet u bij
bevriezingsgevaar het water er uit laten lopen
AANDUIDING:
• met de controlelampjes:
- werking van de verwarmer
: met het groene controlelampje:
- het verwarmingselement is in werking – het controlelampje brandt
- het verwarmingelement is niet in werking – het controlelampje brandt niet
- werking van de Mg anode
: met het rode controlelampje:
- het controlelampje brandt niet – de anode werkt
- het controlelampje brandt – de anode is misschien opgebruikt
 Waarschuwing!Wanneerdeboilerisbuitengebruikvoorlangeretijd,hetsignaallamp
 kunnenwijzendathetMg-anodeisversleteninweerwilvanhetfeitdatdeMganodeis
nogsteedsactief.Indatgevalopentuhetwarmwaterkraan(zoetwaterstroominboiler).
Alshetsignaallampschakeltdeboileroperatienietinhetgedrangkomt.Zoniet,beldan
hetdichtstbijzijndegeautoriseerdedienstverlener.
- werking van de verwarmer: met het gele controlelampje:
- beveiliging tegen bevriezen – het controlelampje brandt of
- spaartemperatuur – het controlelampje brandt of
NL
113
- handmatige instelling – het controlelampje brandt
• met het LED display:
- watertemperatuur in de verwarmer: van 0ºC tot 75ºC
- bij de instelling van het verschijnen van de ingestelde temperatuur: knipperend van
0ºC tot 75ºC
- storingsaanduiding:
- aanduiding E1 – de sensor van de elektronische regulator valt uit (het
verwarmingselement werkt niet)
- aanduiding E2 – de sensor van de thermometer valt uit (de verwarmer werkt)
- aanduiding E3 – beide sensoren vallen uit (de verwarmer werkt niet)
- aanduiding E4 – lage temperatuur, bevriezing (de verwarmer werkt niet)
- aanduiding E5 - oververhitting (temperatuur > 100ºC) – (de elektronische
regulator valt uit)
Als u de boiler enige tijd niet gaat gebruiken, kunt u de inhoud ervan tegen bevriezing beschermen
door de stroom niet uit te schakelen en de thermostaatknop op de stand “*” te zetten. Bij deze
instelling zal de boiler de watertemperatuur op ongeveer 10°C te houden. Als u de boiler van het
elektriciteitsnet afsluit, moet u het water er uit laten lopen als er bevriezingsgevaar bestaat.
Voordat u het water uit de boiler laat lopen moet u eerst de verbinding met het elektriciteitsnet
verbreken. Daarna kan de warmwaterkraan worden opengedraaid van één van de mengkranen,
die op de boiler zijn aangesloten. We laten het water via de toevoerleiding uit de boiler lopen.
Hiervoor raden we aan om tussen het veiligheidsventiel en de toevoerleiding een uitloopventiel
of een T-stuk in te bouwen. Als u dit niet doet kunt u de boiler ook legen via de uitloop aan het
veiligheidsventiel door de hendel of de schroefdop van het ventiel in dezelfde stand te zetten als bij
het testen van het ventiel. Nadat u het water via de toevoerbuis uit de boiler heeft laten lopen, zal
er een restje water in de boiler achterblijven, dat u kunt verwijderen door de ens van de boiler los
te draaien. Het water uit de boiler loopt via de aavoerbuis uit de boiler. Daarom wordt aanbevolen
bij de montage tussen het veiligheidsventiel en de aanvoerbuisvan de boiler een speciale tting
(T-stuk) of uitlaatventiel te plaatsen. U kunt de boiler ook indirect via het veiligheidsventiel legen
door het hendeltje of de draaibare dop van het ventiel in de stand te draaien als bij de controle
van de werking.
Voor het legen moet de verbinding tussen het stroomnet en de boiler worden verbroken en moet
daarna de warmwaterknop van de aangesloten mengkraan worden opengedraaid. Na dat het er
water via de aanvoerbuis is uitgelopen, blijft in de boiler een keine hoeveelheid water achter, dat
er na verwijdering van de verwarmingsens door de opening van de verwarmingsens uitloopt.
Reinig de buitenkant van de boiler met sopje van een mild wasmiddel. Gebruik geen oplosmiddelen
en schurende reinigingsmiddelen.
Door regelmatige service zult u lang verzekerd zijn van een feilloze werking en een lange
levensduur van de boiler. De garantie voor het doorroesten van de boiler geldt alleen als u de
voorgeschreven regelmatige inspecties van eventuele slijtage van de beschermingsanode heeft
laten uitvoeren. De periode tussen de afzonderlijke regelmatige inspecties mag niet langer zijn
dan 36 maanden. De onderzoeken moeten door een erkend vakman worden uitgevoerd, die het
onderzoek aantekent op het garantiebewijs van het apparaat. Bij het onderzoek controleert hij de
mate van slijtage van de anticorrosie beschermingsanode en indien nodig verwijdert hij ketelsteen,
dat zich afhankelijk van de kwaliteit, de hoeveelheid en de temperatuur van het gebruikte water
aan de binnenkant van de boiler heeft afgezet.
De serviceman zal na de inspectie van de boiler op grond van de vastgestelde toestand de datum
voor de volgende controle aanbevelen.
Wij verzoeken u eventuele storingen aan de boiler niet zelf te repareren maar de bevoegde
service hiervan op de hoogte te stellen.
NL

Documenttranscriptie

Navodila za uporabo 4 Instructions for Use 10 Gebrauchsanweisung 16 Руководство по зксплуатации 23 Інструкція з експлуатації 29 Upute za upotrebu 35 Упaтства за употребa 41 Návod k obsluze 48 Упaтства за употребу 54 Upute za upotrebu 60 Udhëzime për përdorim 66 Instrucţiuni de utilizare 72 Návod na obsluhu 78 Bruksanvisning 84 Manual del Usuario y del Instalador 90 Manual do instalador 96 Notice d’utilisation 102 Gebruiksaanwijzing 108 3 NL Geachte koper, wij danken u voor de aankoop van ons product. WIJ VERZOEKEN U VOOR DE MONTAGE EN HET EERSTE GEBRUIK VAN DE BOILER DEZE GEBRUIKSAANWIJZING ZORGVULDIG DOOR TE LEZEN. DIT APPARAAT IS NIET BEDOELD VOOR GEBRUIK DOOR PERSONEN (WAARONDER KINDEREN) MET VERMINDERDE LICHAMELIJKE, ZINTUIGLIJKE OF PSYCHISCHE VERMOGENS, OF GEBREK AAN ERVARING EN KENNIS, TENZIJ ZIJ ZIJN GEGEVEN TOEZICHT OF INSTRUCTIE OVER HET GEBRUIK VAN HET APPARAAT DOOR DEGENE DIE VERANTWOORDELIJK IS VOOR HUN VEILIGHEID. KINDEREN MOETEN WORDEN BEGELEID OM ERVOOR TE ZORGEN DAT ZE NIET SPELEN MET HET APPARAAT. De boiler is overeenkomstig de geldende normen gefabriceerd en volgens de voorschriften getest. Hierover zijn een veiligheidscertificaat en een certificaat over de elektromagnetische compatibiliteit afgegeven. Zijn belangrijkste technische eigenschappen zijn op het typeplaatje vermeld dat tussen beide aansluitbuizen is geplakt. De boiler mag uitsluitend door een hiervoor gekwalificeerd vakman op de waterleiding en het elektriciteitsnet worden aangesloten. Ingrepen in het apparaat wegens reparaties, verwijdering van ketelsteen en het controleren of vervangen van de beschermingsanode voor corrosiebeveiliging mogen ook uitsluitend door de erkende service worden verricht. MONTAGE Monteer de boiler zo dicht mogelijk bij het tappunt. Bij het inbouwen van de boiler in een ruimte met een bad of douche moet aan de eisen van de norm IEC 60364-7-701 (VDE 0100, Teil 701) worden voldaan. Bevestig hem met wandschroeven met een nominale doorsnede van minstens 8 mm aan de wand of de vloer. Wanden of vloeren met een gering draagvermogen moet u voldoende versterken op de plaats waar u de boiler op gaat hangen. U mag de boiler uitsluitend rechtop aan de wand monteren. TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN VAN HET APPARAAT Type OGB 30 E3 OGB 50 E3 Model OGB 30 EDD/UNI OGB 50 EDD/UNI OGB 80 EDD/UNI OGB 100 EDD/UNI OGB 120 EDD/UNI OGB 150 EDD/UNI OGB 200 EDD/UNI 30 50 80 100 120 150 200 46/166 52/202 72/272 545 740 Volume Nominale druk Gewicht / gevuld met water [l] OGB 80 E3 OGB 100 E3 OGB 120 E3 OGB 150 E3 OGB 200 E3 [MPa] [kg] 0,6 23/53 30/80 Corrosiebeveiliging van de ketel 36/116 41/141 Geëmailleerd en magnesiumanode Puissance du corps chauffant électrique [W] 2100 2000 Aansluitvermogen [W] 3 x 700 2 x 1000 Spanning [V~] 230 Beschermingsklasse I Beschermingsgraad IP24 Verwarmingstijd tot 75°C1) Hoeveelheid mengwater bij 40°C Energieverbruik 2) [h] 105 155 305 355 435 [l] 58 94 148 194 226 282 360 [kWh/24h] 0,50 0,71 0,90 1,11 1,31 1,60 2,10 1) Verwarmingstijd van het gehele volume van de boiler met het elektrische verwarmingselement bij een ingangstemperatuur van het koude water uit de waterleiding van 15°C. 108 OGB 30 EDD OGB 50 EDD OGB 80 EDD OGB 100 EDD OGB 120 EDD OGB 150 EDD OGB 200 EDD A 510 610 830 975 1130 1345 1563 B 310 400 600 750 900 1100 1100 C 235 240 260 255 260 275 493 D 840 Aaansluitings- en montagematen van de boiler [mm] AANSLUITING OP DE WATERLEIDING De watertoevoer en aftap zijn met kleuren aangegeven op de buizen van de boiler. De toevoer van het koude water is blauw gekleurd, de aftap van het warme water is rood. U kunt de boiler op twee manieren op de waterleiding aansluiten. Het gesloten druksysteem van de aansluiting maakt waterafname op meerdere tappunten mogelijk, bij het open systeem, dat niet onder druk staat, kan het water maar op een plaats worden afgetapt. Gezien het gekozen aansluitsysteem moet u ook de juiste mengkranen kopen. Bij het open systeem, dat niet onder druk staat, moet voor de boiler een terugslagklep worden ingebouwd, dat voorkomt dat het water terugloopt uit de boiler bij storingen van de watertoevoer uit de waterleiding. Bij dit aansluitingssysteem moet u een doorstroom mengkraan gebruiken. In de boiler neemt het volume van het water toe als het verwarmd wordt, dit veroorzaakt druppen van de mengkraan. U kunt dit niet voorkomen door de kraan stevig dicht te draaien. Hierdoor kunt u de kraan alleen maar kapot maken. Aan de toevoerleiding moet u voor de veiligheid een veiligheidsventiel of een veiligheidsgroep monteren, waardoor een toename van de druk in de boiler van meer dan 0,1 MPa boven de normale druk wordt voorkomen. De uitloopopening van het veiligheidsventiel moet een uitgang hebben voor atmosferische druk. Bij het verwarmen van het water in de boiler neemt de waterdruk in de boiler toe tot de grens is bereikt die in het veiligheidsventiel is ingesteld. Omdat de terugkeer van het water naar de waterleiding verhinderd is, kan er water uit de uitloopopening van het veiligheidsventiel druppen. U kunt het druppende water naar de afvoer leiden via het opvangverlengstuk, dat u onder het veiligheidsventiel plaatst. De afloopbuis die onder de uitloop van het veiligheidsventiel is geplaatst moet recht naar beneden gericht zijn en gemonteerd worden in een omgeving, waar het niet vriest. In het geval dat u door een onjuiste installatie niet de mogelijkheid hebt om het uit het terugslagventiel druppende water naar de uitloop te leiden, kunt u het druppen vermijden door een expansiebak met een volume van 3l aan de toevoerleiding van de boiler te monteren. Voor een juiste werking van het veiligheidsventiel moet u zelf van tijd tot tijd een controle uitvoeren. Bij de controle moet u door het verschuiven van de hendel of door het losdraaien van de moer van het ventiel (afhankelijk van het type ventiel) de uitloop uit het terugslagveiligheidsventiel openen. Hierbij moet door de uitloopbuis van het ventiel water stromen. Dit wijst er op dat het ventiel feilloos werkt. 109 NL 2) Energieverbruik bij instandhouding van een constante watertemperatuur in de boiler van 65°C en bij een temperatuur van de omgeving van 20°C, gemeten volgens EN 60379. SL NL Gesloten (druk) systeem Legende: 1 - Veiligheidsventiel 2 - Testventiel 3 - Terugslagventiel op de uitloop 4 - Drukreduceerventiel 5 - Afsluitventiel Open (niet onder druk staand) systeem 6 - Test aanzetstuk 7 - Trechter met aansluiting H - Koud water T - Warm water Tussen de boiler en het terugslag-veiligheidsventiel mag u geen afsluitventiel inbouwen, omdat u hiermee de werking van het terugslagventiel onmogelijk zou maken. U kunt de boiler zonder drukreduceerventiel aansluiten op de huiswaterleiding, als de druk in de waterleiding lager is dan 0,5 MPa (5 bar). Als de druk in de waterleiding hoger is dan 0,5 MPa (5 bar), moet u twee reduceerventielen achter elkaar inbouwen. Voor de elektrische aansluiting moet u de boiler eerst met water vullen. Draai de warmwaterknop van de mengkraan open ls u de boiler voor het eerst vult. De boiler is vol als het water door de uitloopbuis van de mengkraan begint te stromen. AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET Voor de aansluiting op het stroomnet moet in de boiler een aansluitkabel met een minimale doorsnede van 1,5 mm2 (H05VV-F 3G 1,5 mm2) worden ingebouwd. Om dit te kunnen doen moet u de beschermplaat van de boiler loschroeven. De aansluiting van de boiler op het elektriciteitsnet moet overeenkomstig de normen voor de elektrische leidingen gebeuren. Tussen de boiler en de waterleiding moet een apparaat zijn ingebouwd voor de scheiding van alle polen van het voedingsnet overeenkomstig de nationale installatievoorschriften. 110 NL Legende: 1 - Thermostaat 2 - Tweepolige warmtezekering 3 – Verwarmingselement (2x100 W of 3x700 W) 4 - Aansluitklem L - Fasegeleider N - Neutrale geleider - Aardingsgeleider Schema van de elektrische verbinding WAARSCHUWING: Voor elke ingreep in de boiler moet de verbinding met het elektriciteitsnet verbroken worden! GEBRUIK EN ONDERHOUD Na aansluiting op de water- en elektriciteitstoevoer is de verwarmer klaar voor gebruik. De verwarmer is uitgerust met een elektronische regulator, die de instelling van de temperatuur van het water in de boiler van de waterverwarmer mogelijk maakt. Handmatige instelling van de gewenste temperatuur in een bereik van 35ºC tot 75ºC, van de spaartemperatuur en van de temperatuurbeveiliging tegen het bevriezen van het water in de verwarmer is mogelijk. De elektronische regulator op het display laat voortdurend de actuele watertemperatuur in de verwarmer zien. BEDIENING: De verwarmer wordt aan- of uitgeschakeld door langer dan 2s op de toets Door de programmatoets - te drukken. in te drukken kunt u tussen drie mogelijkheden kiezen. beveiliging tegen bevriezen van het water (van te voren ingestelde temperatuur van het water op 7ºC) - instelling op de spaartemperatuur (van te voren ingesteld op 55ºC) - willekeurige handmatige instelling van de temperatuur in een bereik van 35ºC tot 111 NL 75ºC, in stappen van 1ºC Instelling van de beveiliging tegen bevriezen: - met de menutoets kiest u de functie (het gele controlelampje onder brandt) - hiermee is de regulator ingesteld op een temperatuur van 7ºC, dit is te zien op het display Instelling op de spaartemperatuur: kiest u de functie (het gele controlelampje onder brandt ) - met de menutoets - hiermee is de regulator op een temperatuur van 55ºC ingesteld, dit is te zien op het display Handmatige instelling van de temperatuur: - met de menutoets kiest u de functie (het gele controlelampje onder brandt ) - op het display verschijnt altijd de laatst ingestelde watertemperatuur, behalve bij de eerste ingebruikname, dan verschijnt de van te voren ingestelde temperatuur van 35ºC - met de toetsen ofi stelt u de nieuwe gewenste temperatuur in. Elke keer als u op de toets drukt wordt de watertemperatuur 1ºC verhoogd/verlaagd. Door de toets ingedrukt te houden versnellen we de instelling. - nadat u de gewenste temperatuur heeft ingesteld, knippert het display 3 seconden, daarna verschijnt de actuele temperatuur op het display - bij stroomuitval keert het apparaat terug naar de instelling voor de stroomuitval Verwarmer aan-/uitschakelen: - als u de verbinding tussen de verwarmer en het electriciteitsnet verbreekt, moet u bij bevriezingsgevaar het water er uit laten lopen AANDUIDING: • met de controlelampjes: - werking van de verwarmer : met het groene controlelampje: - het verwarmingselement is in werking – het controlelampje brandt - het verwarmingelement is niet in werking – het controlelampje brandt niet - werking van de Mg anode : met het rode controlelampje: - het controlelampje brandt niet – de anode werkt - het controlelampje brandt – de anode is misschien opgebruikt Waarschuwing! Wanneer de boiler is buiten gebruik voor langere tijd, het signaal lamp kunnen wijzen dat het Mg-anode is versleten in weerwil van het feit dat de Mg anode is nog steeds actief.In dat geval opent u het warm waterkraan (zoet water stroom in boiler). Als het signaal lamp schakelt de boiler operatie niet in het gedrang komt. Zo niet, bel dan het dichtstbijzijnde geautoriseerde dienstverlener. - werking van de verwarmer: met het gele controlelampje: - beveiliging tegen bevriezen – het controlelampje brandt of - spaartemperatuur – het controlelampje brandt of 112 - handmatige instelling – het controlelampje brandt • met het LED display: - watertemperatuur in de verwarmer: van 0ºC tot 75ºC - bij de instelling van het verschijnen van de ingestelde temperatuur: knipperend van 0ºC tot 75ºC - storingsaanduiding: - aanduiding E1 – de sensor van de elektronische regulator valt uit (het verwarmingselement werkt niet) - aanduiding E2 – de sensor van de thermometer valt uit (de verwarmer werkt) - aanduiding E3 – beide sensoren vallen uit (de verwarmer werkt niet) - aanduiding E4 – lage temperatuur, bevriezing (de verwarmer werkt niet) - aanduiding E5 - oververhitting (temperatuur > 100ºC) – (de elektronische regulator valt uit) Als u de boiler enige tijd niet gaat gebruiken, kunt u de inhoud ervan tegen bevriezing beschermen door de stroom niet uit te schakelen en de thermostaatknop op de stand “*” te zetten. Bij deze instelling zal de boiler de watertemperatuur op ongeveer 10°C te houden. Als u de boiler van het elektriciteitsnet afsluit, moet u het water er uit laten lopen als er bevriezingsgevaar bestaat. Voordat u het water uit de boiler laat lopen moet u eerst de verbinding met het elektriciteitsnet verbreken. Daarna kan de warmwaterkraan worden opengedraaid van één van de mengkranen, die op de boiler zijn aangesloten. We laten het water via de toevoerleiding uit de boiler lopen. Hiervoor raden we aan om tussen het veiligheidsventiel en de toevoerleiding een uitloopventiel of een T-stuk in te bouwen. Als u dit niet doet kunt u de boiler ook legen via de uitloop aan het veiligheidsventiel door de hendel of de schroefdop van het ventiel in dezelfde stand te zetten als bij het testen van het ventiel. Nadat u het water via de toevoerbuis uit de boiler heeft laten lopen, zal er een restje water in de boiler achterblijven, dat u kunt verwijderen door de flens van de boiler los te draaien. Het water uit de boiler loopt via de aavoerbuis uit de boiler. Daarom wordt aanbevolen bij de montage tussen het veiligheidsventiel en de aanvoerbuisvan de boiler een speciale fitting (T-stuk) of uitlaatventiel te plaatsen. U kunt de boiler ook indirect via het veiligheidsventiel legen door het hendeltje of de draaibare dop van het ventiel in de stand te draaien als bij de controle van de werking. Voor het legen moet de verbinding tussen het stroomnet en de boiler worden verbroken en moet daarna de warmwaterknop van de aangesloten mengkraan worden opengedraaid. Na dat het er water via de aanvoerbuis is uitgelopen, blijft in de boiler een keine hoeveelheid water achter, dat er na verwijdering van de verwarmingsflens door de opening van de verwarmingsflens uitloopt. Reinig de buitenkant van de boiler met sopje van een mild wasmiddel. Gebruik geen oplosmiddelen en schurende reinigingsmiddelen. Door regelmatige service zult u lang verzekerd zijn van een feilloze werking en een lange levensduur van de boiler. De garantie voor het doorroesten van de boiler geldt alleen als u de voorgeschreven regelmatige inspecties van eventuele slijtage van de beschermingsanode heeft laten uitvoeren. De periode tussen de afzonderlijke regelmatige inspecties mag niet langer zijn dan 36 maanden. De onderzoeken moeten door een erkend vakman worden uitgevoerd, die het onderzoek aantekent op het garantiebewijs van het apparaat. Bij het onderzoek controleert hij de mate van slijtage van de anticorrosie beschermingsanode en indien nodig verwijdert hij ketelsteen, dat zich afhankelijk van de kwaliteit, de hoeveelheid en de temperatuur van het gebruikte water aan de binnenkant van de boiler heeft afgezet. De serviceman zal na de inspectie van de boiler op grond van de vastgestelde toestand de datum voor de volgende controle aanbevelen. Wij verzoeken u eventuele storingen aan de boiler niet zelf te repareren maar de bevoegde service hiervan op de hoogte te stellen. 113 NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116

Gorenje OGB 120 E3 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor