Samsung AC140RN4DKG/EU Installatie gids

Type
Installatie gids
Airconditioner
Installatiehandleiding
AC***RN*DKG
ŷ Dank u voor uw aankoop van deze airconditioner van Samsung.
ŷ Voordat u het apparaat bedient, verzoeken wij u deze handleiding zorgvuldig te lezen en
te bewaren voor raadpleging in de toekomst.
2 Nederlands
Inhoud
Veiligheidsinformatie 3
Veiligheidsinformatie 3
Installatieprocedure 6
Stap 1 Accessoires controleren en voorbereiden 6
Stap 2 De installatielocatie kiezen 7
Stap 3 Optioneel: Isoleren van het frame van de indoor unit 11
Stap 4 Installeren van de indoor unit 12
Stap 5 Inert gas doorspuiten uit de binnenunit 13
Stap 6 Snijden en affakkelen van de leidingen 14
Stap 7
De montageleidingen installeren en aansluiten op de koelmiddelleidingen 14
Stap 8 Uitvoeren van gaslektesten 15
Stap 9 Isoleren van de koelmiddelleidingen 15
Stap 10 De afvoerslang en de afvoerpijp installeren 17
Stap 11 Uitvoeren van afvoertesten 18
Stap 12 Optioneel: DPM (Digitaal Packaged Multi) installeren 19
Stap 13 Het stroomsnoer en de communicatiekabels aansluiten 19
Stap 14 Optioneel: het stroomsnoer verlengen 21
Stap 15 Instellen van de binnenunit-adressen en de installatie-opties 22
Bijlagen 34
Probleemoplossing 34
3Nederlands
Veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
ŷ Risico's of onveilige praktijken die kunnen leiden tot
ernstig persoonlijk letsel of overlijden.
LET OP
ŷ Risico's of onveilige praktijken die kunnen leiden tot licht
persoonlijk letsel of materiële schade.
ŷ Volg de onderstaande voorzorgsmaatregelen zorgvuldig.
Deze zijn van essentieel belang om de veiligheid van de
apparatuur te garanderen.
WAARSCHUWING
ŷ Koppel de stroomtoevoer naar de airconditioner altijd
los voordat onderhoud wordt gepleegd of toegang wordt
verkregen tot de interne onderdelen.
ŷ Controleer of het installeren en testen worden
uitgevoerd door gekwalificeerd personeel.
ŷ Controleer of de airconditioner niet wordt geplaatst op
een zeer toegankelijke locatie.
Algemene informatie
WAARSCHUWING
ŷ Lees de inhoud van deze handleiding zorgvuldig door
voordat de airconditioner wordt geïnstalleerd en bewaar
de handleiding op een veilige plaats zodat deze na
installatie kan dienen als referentie.
ŷ Voor maximale veiligheid moeten personen die de
unit installeren, de volgende waarschuwingen altijd
zorgvuldig lezen.
ŷ Bewaar de werkings- en installatiehandleiding op een
veilige plaats en geef deze bij verkoop of overdracht van
de airconditioner aan de nieuwe eigenaar.
ŷ Deze handleiding legt de installatie uit van een
binnenunit met een gesplitst systeem met twee units van
SAMSUNG. Het gebruik van andere typen eenheden met
verschillende beheersystemen kan de units beschadigen
en de garantie ongeldig maken. De fabrikant is niet
aansprakelijk voor schade als gevolg van het gebruik
van niet-conforme units.
ŷ De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die
voortkomt uit ongeautoriseerde aanpassingen of
onjuiste elektrische aansluitingen en de vereisten
zoals uiteengezet in de tabel 'Werkingslimieten' in de
handleiding. Dergelijke wijzigingen maken de garantie
onmiddellijk ongeldig.
ŷ De airconditioner mag alleen worden gebruikt voor de
toepassingen waarvoor het apparaat is ontworpen: de
binnenunit is niet geschikt voor installatie in ruimten die
worden ingezet als wasruimte.
ŷ Gebruik de units niet als deze zijn beschadigd. Als er
problemen optreden, schakel de unit dan uit en koppel
deze los van de stroomtoevoer.
ŷ Om elektrische schok, brand en letsel te
voorkomen, moet de unit altijd worden gestopt,
de beschermingsschakelaar worden uitgeschakeld
en contact worden opgenomen met de technische
ondersteuning van SAMSUNG als de unit rook
produceert, als het stroomsnoer heet of beschadigd is of
als de unit veel lawaai maakt.
ŷ Zorg ervoor dat de unit, elektrische aansluitingen,
leidingen met koelmiddel en beschermingen regelmatig
worden geïnspecteerd. Deze bewerkingen mogen alleen
door gekwalificeerd personeel worden uitgevoerd.
ŷ De unit bevat bewegende delen, die te allen tijde buiten
bereik van kinderen moeten worden gehouden.
ŷ Probeer de unit niet zelf te repareren, te verplaatsen, te
wijzigen of opnieuw te installeren. Als deze bewerkingen
worden uitgevoerd door niet-geautoriseerd personeel,
kunnen deze elektrische schokken of brand veroorzaken.
ŷ Plaats geen containers met vloeistof of andere objecten
op de unit.
ŷ Alle materialen die zijn gebruikt voor het vervaardigen
en verpakken van de airconditioner kunnen worden
gerecycled.
ŷ Het verpakkingsmateriaal en gebruikte batterijen
van de afstandsbediening (optioneel) moeten in
overeenstemming met de huidige wetgeving worden
afgevoerd.
ŷ De airconditioner bevat koelmiddel dat als speciaal
afval moet worden afgevoerd. Aan het eind van de
levensduur moet de airconditioner worden afgevoerd
naar geautoriseerde centra of worden geretourneerd
naar de verkoper zodat deze op juiste en veilige wijze
kan worden afgevoerd.
ŷ Gebruik niets om het ontdooien of schoonmaken te
versnellen, tenzij wat door Samsung is aanbevolen.
ŷ Niet doorboren of verbranden.
ŷ Vergeet niet dat koelmiddelen mogelijk geurloos zijn.
Veiligheidsinformatie
4 Nederlands
Veiligheidsinformatie
Veiligheidsinformatie
De unit installeren
WAARSCHUWING
BELANGRIJK: Bij het installeren van de unit moeten altijd
eerst de koelingsleidingen worden aangesloten en daarna
de elektrische verbindingen.
ŷ Demonteer de elektrische verbindingen voordat de
koelingsbuizen worden gedemonteerd.
ŷ Inspecteer het product bij ontvangst om te verzekeren
dat het niet is beschadigd tijdens het transport. Als het
product beschadigd lijkt, INSTALLEER HET DAN NIET
en meld de schade onmiddellijk bij de transporteur of
de verkoper (als de installateur of de geautoriseerde
technicus het materiaal bij de verkoper heeft opgehaald).
ŷ Voer na het afronden van de installatie altijd een
functionele test uit. Leg de gebruiker ook uit hoe de
airconditioner moet worden bediend.
ŷ Gebruik de airconditioner niet in omgevingen met
gevaarlijke substanties of in de buurt van apparatuur
waarbij open vlammen vrijkomen, om brand, explosies
en/of letsel te voorkomen.
ŷ Installeer het product niet op een plaats waar de
thermohygrostaat nodig is (zoals de serverruimte,
machinekamer, computerruimte enz.). Die plaatsen
leveren geen verzekerde bedrijfstoestand van het
product, daarom kunnen de prestaties op deze plaatsen
tegenvallen.
ŷ Installeer het product niet op een schip of in een
voertuig (zoals een camper). Zout, trillingen of andere
omgevingsfactoren kunnen leiden tot defecten in het
product, elektrische schokken of brand.
ŷ Onze units moeten worden geïnstalleerd volgens
de ruimtevereisten zoals aangegeven in de
installatiehandleiding, om de toegankelijkheid van beide
zijden te garanderen en de uitvoering van onderhoud en
reparaties mogelijk te maken. De onderdelen van de unit
moeten toegankelijk en eenvoudig te demonteren zijn,
zonder mensen en voorwerpen in gevaar te brengen.
Om deze reden worden kosten voor toegang
tot en reparatie van de units (onder VEILIGE
OMSTANDIGHEDEN, zoals beschreven in geldende
regelgevingen) met harnassen, ladders, steigers of
een ander hefsysteem, indien niet is voldaan aan de
voorwaarden in deze installatiehandleiding, NIET gedekt
door de garantie en worden aan de eindklant doorbelast.
De airconditioner niet op de volgende plaatsen installeren.
ŷ Op plaatsen waar zich minerale olie of arseenzuur
bevindt. Waar vlambare harsdelen en de accessoires
kunnen vallen of water kan lekken. De capaciteit van de
warmtewisselaar kan verminderen of de airconditioner
is niet in orde.
ŷ De plaats waar bijtende gassen zoals zwavelzuur gas
genereert uit de ontluchtingspijp of luchtuitlaat.
ŷ De koperen leiding of aansluitleiding kan roesten en
koelmiddel kan lekken.
ŷ De plaats waar een machine elektromagnetische golven
genereert. De airconditioner mogelijk niet normaal werkt
als gevolg van het besturingssysteem.
ŷ De plaats waar er gevaar van bestaande brandbaar gas,
koolstofvezel of brandbare stof is.
ŷ De plaats waar thinner of benzine wordt verwerkt.
Lekkend gas en kan brand veroorzaken.
ŷ De plaats in de buurt van warmtebronnen
ŷ Gebruik de binnenunit niet om er voedsel, planten,
apparatuur en kunstwerken te bewaren. Dit kan hun
kwaliteit aantasten.
ŷ Installeer de binnenunit niet als er een probleem is met
de afvoer.
Stroomtoevoerleiding, zekering
of beveiligingsschakelaar
WAARSCHUWING
ŷ Zorg er altijd voor dat de voeding in overeenstemming
is met huidige veiligheidsnormen. Installeer de
airconditioner altijd in overeenstemming met de huidige
plaatselijke veiligheidsnormen.
ŷ Controleer altijd of een geschikte aardingsaansluiting
beschikbaar is.
ŷ Controleer of de spanning en frequentie van de voeding
overeenkomt met de specificaties en of de geïnstalleerde
stroom voldoende is om de werking van elk ander
huishoudelijk apparaat te waarborgen dat op dezelfde
elektrische leidingen is aangesloten.
ŷ Controleer altijd of de uitschakel- en
beschermingsschakelaars de juiste afmetingen hebben.
ŷ Controleer of de airconditioner op de voeding is
aangesloten in overeenstemming met de instructies
in het bedradingsdiagram dat in de handleiding is
opgenomen.
5Nederlands
Veiligheidsinformatie
ŷ Controleer altijd of de elektrische aansluitingen
(kabelinvoer, kabelsplitsingen, beschermingen...) in
overeenstemming zijn met de elektrische specificaties en
met de instructies in het bedradingsschema. Controleer
altijd of alle aansluitingen in overeenstemming zijn met
de normen die van toepassing zijn op de installatie van
airconditioners.
ŷ Apparaten die van de stroomtoevoer ontkoppeld zijn,
moeten geheel ontkoppeld zijn volgens de voorwaarden
van de overspanningscategorie.
ŷ Zorg ervoor dat u het stroomsnoer niet wijzigt, de draad
niet verlengt en geen meerdere draden aansluit.
Dit kan elektrische schokken of brand veroorzaken
wegens slechte aansluiting, slechte isolatie of
overschrijding van de stroomgrens.
Wanneer de draad moet worden verlengd wegens
schade aan het stroomsnoer, raadpleeg dan Stap
14 Optioneel: het stroomsnoer verlengen in de
installatiehandleiding.
LET OP
Zorg ervoor dat de kabels geaard zijn.
ŷ De aarddraad niet met de gasleiding, waterleiding,
lichtpaal of telefoondraad verbinden. Een elektrische
schok kan optreden, als de aarding niet voltooid is.
Installeer de stroomverbreker.
ŷ Een elektrische schok kan optreden, als de
stroomverbreker niet geïnstalleerd is.
Zorg ervoor dat het afdruipende gecondenseerde water van
de afvoerslang goed en veilig wegloopt.
Installeer de spanningskabel en communicatiekabel van de
binnen- en buitenunit ten minste 1 m vanaf de elektrische
toestel.
Installeer de binnenunit uit de buurt van de
verlichtingsapparaten met behulp van de ballast.
ŷ Als de draadloze afstandsbesturing wordt gebruikt,
mogelijk verbindingsfouten kunnen optreden als gevolg
van de ballast van de verlichtingsinrichting.
6
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Stap 1 Accessoires controleren en
voorbereiden
De volgende accessoires worden geleverd met de
binnenunit. Het type en de hoeveelheid kan verschillen,
afhankelijk van de specificaties.
1-wegscassette
Patroonblad A (1)
Patroonblad B (1)
Isolatiebuis (2)
Flexibele slang (1) Isolatieafvoer (1)
Rubber Installatiehandleiding (1)
Kabelbinder (3) Gebruikershandleiding (1)
Installatiemeter (1)
of
4-wegscassette
Patroonblad (1) Afvoerslang (1)
Isolatiebuis
(Vloeistofzijde 1, gaszijde 1)
Isolatieafvoerslang (1)
Installatiehandleiding (1) Gebruikershandleiding (1)
Kabelbinder (6) Beugel (1)
7
Installatieprocedure
Nederlands
Stap 2 De installatielocatie kiezen
Vereisten voor de installatielocatie
ŷ Er mogen zich geen obstakels bevinden naast de
luchtinlaat en -uitlaat.
ŷ Plaats de binnenunit op een plafond dat het gewicht kan
dragen.
ŷ Houdt voldoende ruimte rondom de binnenunit vrij.
ŷ Controleer voor het installeren van de binnenunit of de
gekozen locatie goed gedraineerd wordt.
ŷ De binnenunit moet zodanig worden geïnstalleerd, dat
het buiten publiek geen toegang kan krijgen en het niet
kan worden aangeraakt door de gebruikers.
ŷ De plaats waar dieren op het product kunnen urineren.
Er kan ammoniak vrijkomen.
WAARSCHUWING
ŷ Uw airconditioner bevat het koelmiddel R-32. Zorg er
daarom voor dat de airconditioner wordt geïnstalleerd,
bediend en bewaard in een ruimte waarvan het
vloeroppervlak groter is dan het minimaal vereiste
vloeroppervlak. Dit wordt gespecificeerd in de volgende
tabel:
m (kg)
Aan het plafond gemonteerde
type (A, m²)
≤ 1,842 Geen vereiste
1,843 3,64
1,9 3,75
2,0 3,95
2,2 4,34
2,4 4,74
2,6 5,13
2,8 5,53
3,0 5,92
3,2 6,48
3,4 7,32
3,6 8,20
3,8 9,14
4,0 10,1
4,2 11,2
4,4 12,3
4,6 13,4
m (kg)
Aan het plafond gemonteerde
type (A, m²)
4,8 14,6
5,0 15,8
5,2 17,1
m : De totale hoeveelheid koelmiddel in the systeem
A : Minimaal vereist vloeroppervlak
ŷ BELANGRIJK: het is verplicht om u te houden aan de
bovenstaande tabel of aan de lokale wetgeving met
betrekking tot de minimale woonruimte van het pand.
ŷ De minimale installatiehoogte van de binnenunit is 0,6 m
voor bevestiging op de vloer, 1,8 m voor aan de muur en
2,2 m voor aan het plafond.
LET OP
ŷ In de regel kan de eenheid niet worden geïnstalleerd op
een hoogte van minder dan 2,5 m.
ŷ Als u de binnenunit van een type cassette of leiding
aan het plafond installeert met een luchtvochtigheid
van meer dan 80%, dan moet u 10 mm extra
polyethyleenschuim of andere isolatie met soortgelijk
materiaal op de behuizing van de binnenunit
aanbrengen.
8
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Afmetingen binnenunit
1-wegscassette
(Eenheid: mm)
410
14534
22
46
50
77
970
80
A
B
500
1198
Plafond
1150 (afmeting plafondopening)
249
(Ruimte van veerbouten)
440
(afmeting plafondopening)
1036 (Ruimte van veerbouten)
Model
AC026RN1DKG / AC035RN1DKG
Behuizing
Klein
Amm
130
Bmm
179
Netto afmetingen (B x D x H) mm
970 x 410 x 135
Nettogewicht kg
9,2
Aansluiting vloeistofleiding mm
6,35
Aansluiting gasleiding mm
9,52
Aansluiting afvoerslang mm
buitendiameter : 26, binnendiameter: 20
9
Installatieprocedure
Nederlands
4-wegscassette
(Eenheid: mm)
55 55
240
950
840
330 237
302
370
185
92
351
166
A
120
C
186
133
B
101
890~910 (plafondopening)
735 (Ruimte van veerbouten)
890~910 (plafondopening)
Het subdoorvoergat is niet van toepassing op de WindFree-modellen.
735 (Ruimte van veerbouten)
950
71
60
41
Model
AC052RN4DKG AC071RN4DKG AC100RN4DKG AC120RN4DKG AC140RN4DKG
Behuizing
Klein Groot Groot+
Amm
215 238
Bmm
105 127
Cmm
196 222
Netto afmetingen (B x D x H)
mm
840 x 840 x 204 840 x 840 x 204 840 x 840 x 288 840 x 840 x 288 840 x 840 x 288
Nettogewicht kg
15 15 18 18 20
Aansluiting vloeistofleiding mm
6,35 6,35 9,52 9,52 9,52
Aansluiting gasleiding mm
12,7 15,88 15,88 15,88 15,88
Aansluiting afvoerslang mm
buitendiameter : 32, binnendiameter: 26,5
10
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Ruimte benodigdheden
2500 mm of meer
Obstructie
1500 mm of
meer
20 mm
B
A
Model
AC026RN1DKG
AC035RN1DKG
AC052RN4DKG
AC071RN4DKG
AC100RN4DKG
AC120RN4DKG
AC140RN4DKG
A 170 mm 251 mm 355 mm
B 15 mm 17 mm 17 mm
(Eenheid: mm)
1-wegscassette
150 of meer
1500 of
meer
(Eenheid: mm)
150 of
meer
150 of meer
4-wegscassette
C: 1500 mm of meer
C
C
C
C
LET OP
ŷ Zorg voor overeenstemming met de lengte- en
hoogtelimieten zoals in de bovenstaande afbeelding
aangegeven.
ŷ Voor het product dat koelmiddel R-32 gebruikt,
installeert u de binnenunit op de muur op 1,8 m of hoger
van de vloer.
ŷ De binnenunit moet volgend de gespecificeerde
afstanden worden geïnstalleerd om van ieder zijde
toegang te verkrijgen, om goede werking te garanderen
en reparatie van de unit. De componenten van de
binnenunit moet bereikbaar en verwijderbaar zijn onder
veilige condities voor mensen en de unit.
ŷ Niet de uitlaat vasthouden tijdens het dragen van
de binnenunit om de mogelijkheid van breken te
voorkomen.
ŷ U moet de hangerplaat op de hoek vasthouden en de
binnenunit dragen.
11
Installatieprocedure
Nederlands
Stap 3 Optioneel: Isoleren van het frame van de indoor unit
Bij het installeren van een type cassette binnenunit aan het plafond wanneer de temperatuur boven 27°C en de
luchtvochtigheid meer dan 80% is, moet u een extra 10 mm dik polyethyleen isolatie of een vergelijkbaar type isolatie om
het lichaam van de binnenunit van toepassen.
Snijdt het deel waar de leidingen worden uitgetrokken voor het isolatiewerk eruit.
1-wegscassette 4-wegscassette
A
D
B
C
E
D
A
E
B
C
Isoleer het einde van de leiding en een aantal buigingen via afzonderlijke isolatie.
OPMERKING
ŷ A: Referentie voor de buitenomtrek van de unit
(Bij het isoleren van de kast van de binnenunit, gebruikt u A als referentie voor de buitenomtrek.)
(Eenheid: mm)
Binnenunit A B C D E
4-wegscassette <S>
(840x204x840)
AC052RN4DKG
910x151 940x151 610x151 650x151 870x870
AC071RN4DKG
4-wegscassette <L>
(840x288x840)
AC100RN4DKG
910x235 940x235 610x235 650x235 870x870
AC120RN4DKG
4-wegscassette <L+>
(840x288x840)
AC140RN4DKG
1-wegscassette
(970x135x410)
AC026RN1DKG
990x155 990x155 430x155 430x155 990x430
AC035RN1DKG
12
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Stap 4 Installeren van de indoor unit
Bij de beslissing over de locatie van de airconditioner
dienen met de volgende beperkingen rekening te worden
gehouden.
1 Plaats het patroonblad op het plafond op de plaats waar
u de binnenunit wilt installeren.
OPMERKING
ŷ Het diagram is van papier gemaakt en kan licht krimpen
of uitrekken door temperatuur of vochtigheid. Zorg
daarom ervoor dat de juiste afmetingen tussen de
markeringen worden behouden, voordat de gaten
worden geboord.
2 Steek bout ankers, met gebruik making van bestaande
plafondsteunen of bouw een geschikte drager, zoals
weergegeven in figuur.
Beton
Gat in anker
Gat in aansluiting
Ophangbout(M8) - commercieel leverbaar
Invoegen
3 Installeer de ophangbouten, afhankelijk van het type
plafond.
Plafondsteun
LET OP
ŷ Zorg dat het plafond sterk genoeg is om het gewicht
van de binnenunit te dragen. Voordat de unit wordt
opgehangen, test de sterkte van elk verbonden
ophangbout.
ŷ Bedraagt de lengte van de ophangbout meer dan 1,5
meter, dient u trillingen te voorkomen.
4 Schroef acht paar moeren en sluitringen op de
ophangbouten, waardoor er plek ontstaat voor het
ophangen van de binnenunit.
LET OP
ŷ Allee ophangstaven moeten worden geïnstalleerd.
ŷ Het is belangrijk om voldoende ruimte te laten in het
verlaagde plafond, om toegang voor onderhoud of
reparaties aan de drainagebuis verbinding te hebben,
de koelmiddelleiding verbinding, of om het apparaat
zonodig te verwijderen.
5 Hang de binnenunit aan de ophangbouten tussen twee
moeren op. Snijd een stootkussen uit en plaats het op
de ophangbouten om de sluitringen op hun plaats te
houden. Verwijder de stopper en draai de moeren aan
om het apparaat vast te zetten.
Padstopper
Beugel
6 Controleer het niveau van de binnenunit met behulp van
een waterpas.
ŷ Als u de binnenunit kantelt, werkt de interne
drijfschakelaar mogelijk slecht en kan water lekken.
Niveau
13
Installatieprocedure
Nederlands
7 Het apparaat op de juiste positie instellen, rekening
houdend met de opstellingsruimte van het voorpaneel.
ŷ Plaats het patroonblad op de binnenunit.
ŷ Pas de ruimte tussen het plafond en de binnenunit
aan met behulp van een afstandsmeter.
ŷ De binnenunit stevig bevestigen na het aanpassen van
het niveau van de unit met behulp van een waterpas.
ŷ Verwijder het patroonblad, sluit de andere kabels aan
en installeer het voorpaneel.
Wanneer het installatiesjabloon van papier is gemaakt
1-wegscassette (Standaard)
15 mm
PlafondPlafond
15 mm
Afmetingensjabloon
<zijaanzicht>
1-wegscassette (WindFree)
10 mm
PlafondPlafond
10 mm
Afmetingensjabloon
<zijaanzicht>
Wanneer het installatiesjabloon van plastic is gemaakt
Mal
Mal
Binnenunit
Binnenunit
15
15
10
10
Normaal MEDIUM/
GROOT
(Inlaat / Uitlaat)
Normaal MEDIUM/GROOT
(Inlaat / Uitlaat)
WindFree MEDIUM/GROOT
(Inlaat / Uitlaat)
WindFree Normaal
MEDIUM/GROOT
(Inlaat / Uitlaat)
(Eenheid: mm)
Kleine 1-wegs cassette (MID / LRG, normaal type)
Kleine 1-wegs cassette (MEDIUM/GROOT
, type
WindFree)
4-wegscassette
Binnenunit
Plafond
Afmetingensjabloon
17 mm
20 mm
Stap 5 Inert gas doorspuiten uit de
binnenunit
De binnenunit wordt geleverd met stikstofgas (inert gas)
ingebracht in de fabriek. Daarom moeten alle inert gas
worden gespoeld alvorens het leidingwerk te monteren.
Schroef de knijpbuis aan het einde van elke
koelmiddelleiding.
1-wegscassette
Vloeistofkant
Co
o
ntactblok
4-wegscassette
Vloeistofkant
Gaskant
Contactblok
OPMERKING
ŷ Om vuil of vreemde voorwerpen in de leidingen tijdens
de installatie te voorkomen, de knijpbuis niet geheel
verwijderen totdat u klaar bent om de leidingen aan te
sluiten.
14
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Stap 6 Snijden en affakkelen van de
leidingen
1 Zorg ervoor dat u de benodigde gereedschappen
beschikbaar hebt: pijpsnijder, ruimer, affakkel
gereedschap en pijphouder.
2 Wilt u de leidingen verkorten, snijd ze met een
pijpsnijder, en zorg ervoor dat de snijrand op een hoek
van 90° blijft naar de kant van de buis. Raadpleeg de
onderstaande illustraties voor voorbeelden van juist en
onjuist afgesneden randen.
Buissnijder
Leiding
90°
9
Schuin
Ruw
Braam
90
3 Om gaslekken te voorkomen, verwijdert u alle bramen
van de afgesneden kant van de leiding met een frees.
4 Plaats een wartelmoer op de buis en wijzig de flare.
Leiding
Wartel
D
A
Wartel
90° ±2°
R 0,4 tot 0,8 mm
D
L
45° ±2°
Buitendiameter (D) Diepte (A)
Afmetingen wartel
(L)
Ø6,35 mm 1,3 mm 8,7 tot 9,1 mm
Ø9,52 mm 1,8 mm 12,8 tot 13,2 mm
Ø12,70 mm 2,0 mm 16,2 tot 16,6 mm
Ø15,88 mm 2,2 mm 19,3 tot 19,7 mm
Ø19,05 mm 2,2 mm 23,6 tot 24,0 mm
5 Controleer de juiste flare, raadpleeg de onderstaande
illustraties voor voorbeelden van onjuist flaren.
Juist
Oplopend
Beschadigd
oppervlak
Gebarsten
Oneven
dikte
Stap 7
De montageleidingen installeren
en aansluiten op de koelmiddelleidingen
Er zijn twee koelmiddelleidingen met verschillende
diameters:
ŷ Een kleiner exemplaar voor het vloeibare koelmiddel.
ŷ Een groter exemplaar voor het gasvormige koelmiddel.
De binnenkant van de koperen buis moet schoon zijn en
bevat geen stof.
1 Verwijder de knijpbuis op de leidingen en sluit de
montagepijpen aan op elke leiding, de moeren vastdraaien,
eerst handmatig en vervolgens met een momentsleutel,
een sleutel met het de volgende koppelmoment.
Y
Z
Z
X
Momentsleutel
Wartelmoer
Spanner
Verbinding
15
Installatieprocedure
Nederlands
Buitendiameter (mm) 7RUVLH1ŷP
ø6,35 14 tot 18
Ø9,52 34 tot 42
Ø12,70 49 tot 61
Ø15,88 68 tot 82
Ø19,05 100 tot 120
1ŷP NJIŷFP
OPMERKING
ŷ Als de leidingen moet worden ingekort, zie Stap 6
Snijden en affakkelen van de leidingen op pagina 14.
2 Zorg ervoor dat een isolatie wordt gebruikt dat dik
genoeg is om de koelmiddelleiding te bedekken om het
vallende condenswater op de grond aan de buitenzijde
van de buis te beschermen en het rendement van de unit
te verbeteren.
3 Snijd de resterende schuimisolatie af.
4 Zorg ervoor dat er geen scheuren of golven op het
gebogen gebied zijn.
5 Het kan nodig zijn om de isolatiedikte (10 mm of meer)
te verdubbelen om condensatie te voorkomen, zelfs op
de isolatie indien het geïnstalleerde gebied warm en
vochtig is.
LET OP
ŷ Sluit de binnenunit en de buitenunit aan met behulp van
leidingen met wartelaansluitingen (niet meegeleverd).
Gebruik voor de leidingen, geïsoleerd, ongelaste, ontvet
en gedesoxideerd koperen pijp (Cu DHP type volgens ISO
1337 of UNI EN 12735-1), geschikt voor werkdrukken
van tenminste 4,2 MPa en voor een barstdruk van ten
minste 20,7 MPa. Koperleidingen voor sanitair gebruik
zijn hiervoor niet geschikt.
ŷ Voor afmetingen en limieten (hoogteverschil,
leidinglengte, max. bochten, koelmiddel, etc.) zie de
installatiehandleiding van de buitenunit.
ŷ Alle koelmiddel aansluitingen moet toegankelijk zijn, om
ofwel onderhoud van de unit of volledige verwijdering
mogelijk te maken.
ŷ Als de leidingen gesoldeerd dienen te worden, zorg
ervoor dat zuurstofvrije stikstof (OFN) door het systeem
stroomt.
ŷ Het blaasdrukbereik van stikstof is 0,02 tot 0,05 MPa.
Stap 8 Uitvoeren van gaslektesten
Controleer de verbindingslas van elke koelmiddelleiding
met een lek detector R-410A, om potentiële gaslekken op de
binnenunit te identificeren.
Voor het trekken van het vacuüm en recirculeren van het
koelgas moet u het hele systeem onder druk zetten met
stikstof (met behulp van een cilinder met een drukregelaar) bij
een druk boven 4 MPa, om lekken van het koelmiddel op de
koelmiddelverbindingen onmiddellijk te kunnen detecteren.
Maak het vacuüm gedurende 15 minuten en zet het systeem
met stikstof onder druk.
1-wegscassette
Vloeistofkant
Co
o
ntactblok
4-wegscassette
Vloeistofkant
Gaskant
Contactblok
Stap 9 Isoleren van de
koelmiddelleidingen
Zodra u het systeem op lekken hebt gecontroleerd, kunt u
de leidingen en slang isoleren.
1 Om condensatie te voorkomen, plaats acrylonitril
butadieën rubber afzonderlijk rond elke koelmiddelleiding.
Geen opening
NBR
16
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
OPMERKING
ŷ Zorg er altijd voor de naad van de leidingen naar boven
wijzen.
2 Wind isolerende tape rond de leidingen en de
afvoerslang het voor het vermijden van het te veel
samendrukken van de isolatie.
Leidingisolatie
Isolatiebuis
Zorg ervoor dat u de isolatie laat
overlappen.
Binnenunit
LET OP
ŷ Zorg ervoor dat u de isolatie goed wikkelt zonder ruimte
tussen te laten.
3 Rol isolerend tape rond de andere leidingen die naar de
buitenunit leiden.
4 De leidingen en elektrische kabels die de binnenunit
met de buitenunit verbinden, moeten aan de muur met
geschikte kanalen worden bevestigd.
LET OP
ŷ Zorg ervoor dat alle koelmiddelaansluitingen toegankelijk
zijn voor eenvoudig onderhoud en verwijdering.
ŷ Installeer de isolatie zo dat deze niet breder wordt en
maak gebruik van tape op het verbindingsdeel om dat
voorkomen dat er vocht kan binnentreden.
ŷ Wikkel de koelmiddelleiding met isolatietape wanneer
deze wordt blootgesteld aan zonlicht.
ŷ Installeer de koelmiddelleiding zo dat de isolatie niet
dunner wordt bij het gebogen deel of de hanger van de
leiding.
ŷ Voeg de extra isolatie toe als de isolatieplaat dunner wordt.
a x 3
Hanger
Extra isolatie
a
Isolatie van
koelmiddelleiding
5 Selecteer de isolatie van de koelmiddelleiding.
ŷ Isoleer de leiding van de gas kant en vloeibare
kant, wijzend op de dikte van de isolatie die
moeten verschillen afhankelijk van de buismaat.
ŷ Standaard: Minder dan een binnentemperatuur van
30°C, met een luchtvochtigheid van 85%. Als de
installatie in een vochtige omgeving wordt geplaatst,
gebruik dan een graad dikkere isolatie volgens
onderstaande tabel. Gebruik een dikkere als de
installatie in een ongunstige omgeving komt te staan.
ŷ De warmteweerstand temperatuur van de isolator
moet meer dan 120°C bedragen.
Leiding
Leiding
afmeting
(mm)
Isolatietype
(verwarming/koeling)
Opmerkingen
Standaard
(Minder dan
30°C, 85%)
Hoge
vochtigheid
(Hoger dan
30°C, 85%)
EPDM, NBR
(mm)
Vloeistof
leiding
Ø6,35 tot
Ø9,52
9 t 9 t
De interne
temperatuur
is hoger dan
120°C.
Ø12,7 tot
Ø19,05
13t 13t
Gas
leiding
ø6,35 13t 19t
Ø9,52
19t 25t
Ø12,70
Ø15,88
Ø19,05
ŷ Gebruik dezelfde isolatie dat genomen is voor hoge
luchtvochtigheid condities bij het installeren op de
plaasten en condities als hieronder aangegeven.
<Geologische omstandigheid>
Locaties met hoge luchtvochtigheid zoals kustlijnen, hete
bronnen, meer- of rivieroevers en nokken (als een deel van
het gebouw bedekt is met aarde en zand)
<Bestemmingslocatie>
Plafond van een restaurant, sauna, zwembad enz.
<Staat van het gebouw>
Vloeren die regelmatig aan vocht en koeling worden
blootgesteld zijn niet gedekt. Bijvoorbeeld, leidingen
geïnstalleerd in een gang van een slaapzaal en studio naast
een uitgang dat regelmatig open en dicht gaat.
Plaatsen (waar leidingen zijn geïnstalleerd) die erg vochtig
zijn wegens gebrek aan ventilatie.
17
Installatieprocedure
Nederlands
Stap 10 De afvoerslang en de
afvoerpijp installeren
1 Duw de geleverde afvoerslang zo ver mogelijk over de
afvoermof.
2 Zet de metalen klem vast zoals in de afbeelding
weergegeven.
3 Wikkel de geleverde lange afdichtbekleding over de
metalen klem en afvoerslang om te isoleren en zet vast met
klemmen.
4 Isoleer de gehele afvoerleiding binnen het gebouw (veld
levering).
Als de afvoerslang niet voldoende schuin gelegd
kan worden, voorzie de slang dan met verhoogde
afvoerleiding (veld levering).
5 Schuif de afvoerslang tot aan de isolatie als de
afvoerslang op de afvoermof aangesloten wordt.
Metalen klem
Afvoeraansluiting
Afvoerslang
Groot afdichtingsblok
Zorg ervoor dat u de afvoerslang
en de hoofdleiding goed verbindt.
Afvoerbuis
Afvoerslang
Verbinding pvc-buis
+ VP25 (Buitendiameter: 32 mm,
binnendiameter: 25 mm)
Afvoerbuis
LET OP
Controleer of de binnenunit evenwijdig is aan het plafond
met behulp van de waterpas.
ŷ Installeer de ventilatie om condensatie vlot af te voeren.
Luchtventilatie
Plafond
ŷ Als het nodig is om de hoogte van de afvoerbuis te
verhogen, dan de afvoerbuis recht binnen 300 mm
vanaf de ingang van de afvoerslang installeren. Wordt
het hoger dan 550 mm, dan kunnen er waterlekken
ontstaan.
Bandpakking
300 mm
of minder
550 mm
of minder
20 mm of meer
1/100 of meer
Afvoerslang
Plafond
ŷ Geef de slang geen opwaartse helling voorbij de
aansluitopening. Dit veroorzaakt het teruglopen van
het water als de unit wordt gestopt en resulteert in
waterlekken.
Onderhoek
Plafond
ŷ Gebruik geen kracht op de buizen van de unit wanneer
de afvoerslang wordt aangesloten. De slang niet laten
loshangen van zijn aansluiting op de unit. Bevestig de
slang zo dicht mogelijk bij de unit op een muur, frame of
andere ondersteuning.
Steunelementen
1 tot 1,5 m
1/100 of meer
Plafond
18
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
ŷ Horizontaal installeren.
Binnenunit
Horizontaal zijn
Flexibele slang
ŷ Max. Toegestane as ruimte.
Binnenunit
Max. 20 mm
ŷ Max. toegestane buigingshoek.
Max. 30˚
Binnenunit
OPMERKING
ŷ Bij installatie van een geconcentreerde afvoerbuis, zie
onderstaande figuur.
Luchtventilatie
Geconcentreerde
afvoerleiding
Helling van 1/100 of meer100 mm of meer
Stap 11 Uitvoeren van afvoertesten
1 Voer een lektest uit bij het verbindingsdeel van de
flexibele slang en de afvoerbuis:
a Sluit een algemene slang aan op het aansluitdeel
van de flexibele slang van de binnenunit en giet er
water in.
Zuigslang
Flexibele slang
Controle-element
waterlek
b Na het ingieten van wat water, hermonteer de
rubberen kap op het aansluitdeel van een flexibele
slang van de binnenunit en stevig vastzetten met
een band om lekken te voorkomen.
c Controleer de lektest bij het deel waar het hechtmiddel
voor de flexibele slang en de afvoerbuis is gebruikt.
LET OP
ŷ De lektest moet minstens gedurende 24 uur worden
uitgevoerd.
2 Controleer de afvoer van het gecondenseerde water:
a Giet ongeveer 2 liter water in de afvoerbak van de
binnenunit, zoals weergegeven in de afbeelding.
1-wegscassette
4-wegscassette
b Wanneer de elektrische kabelaansluiting is voltooid
ŷ De binnen- en buitenunit aanzetten.
ŷ Werking in de Cool modus.
19
Installatieprocedure
Nederlands
LET OP
ŷ Alleen in de Cool modus kunt u de goede werking
van de afvoerpomp controleren.
Wanneer de elektrische kabelaansluiting niet is
voltooid
ŷ Verwijder de deksel van de besturingskast van de
binnenunit.
ŷ Sluit de voedingspanning (220 tot 240V, 50 Hz) aan
op de L en N klemmen.
ŷ Hermonteer de deksel van de besturingskast van de
binnenunit.
LET OP
ŷ Als de vlotterschakelaar niet is gedetecteerd
wegens onvoldoende water in de afvoerbak, werkt
de afvoerpomp niet.
ŷ Als de voedingsspanning direct op de L en N
klemmen wordt aangesloten, kan een communicatie
fout verschijnen.
ŷ Na het controleren van de waterafvoer, de unit
uitzetten en loskoppelen van de voedingsspanning.
ŷ Hermonteer de deksel van de besturingskast.
c Controleer of de afvoerpomp goed werkt.
d Controleer of de waterafvoer aan het einde van de
afvoerbuis goed werkt.
e Controleer op lekkages bij de afvoerbuis en het
aansluitdeel van de afvoerbuis.
f Wanneer een lek ontstaat, controleer dan of
de binnenunit horizontaal hangt en controleer
de aansluitdeel van de afvoerslang, afvoerbuis
aansluitdeel en afvoerpomp aansluiting.
g Wanneer de controle van de afvoer is voltooid en er
condenswater achterblijft in de afvoerbak, dan het
water verwijderen.
Stap 12 Optioneel: DPM (Digitaal
Packaged Multi) installeren
OPMERKING
Raadpleeg de installatiehandleiding voor buiten
voor de binnenunitmodellen met toegestane DPM, in
overeenstemming met buitenunitmodellen.
ŷ Bij de installatie van de DPM moet u "DPM-instelling"
instellen op de buitenunit.
ŷ U hoeft het adres niet handmatig in te stellen voor de
binnenunit.
ŷ Als het DPM-model niet is ingesteld, kan er een
communicatiefout optreden.
ŷ Wanneer de buitenunit gedurende een minuut nadat
de stroom is ingeschakeld de binnenunit volgt, kan
de werking stoppen als het ontvangen signaal van de
afstandsbediening van de geïnstalleerde binnenunit
verschillend is.
ŷ Om niveauregeling in te schakelen met de
gecentraliseerde regelaar, zie pagina 31.
LET OP
ŷ Bij de installatie van DPM kan slechts een externe
regelaar worden verbonden.
Stap 13 Het stroomsnoer en de
communicatiekabels aansluiten
LET OP
ŷ Denk er altijd aan om eerst de koelmiddelleidingen aan
te sluiten voordat de elektrische aansluitingen gemaakt
worden.
Bij het loskoppelen van het systeem, altijd eerst
de elektrische kabels losmaken voordat de
koelmiddelleidingen worden losgekoppeld.
ŷ Voor het product dat koelmiddel R-32 gebruikt, moet u
erop letten geen vonk te maken door aan de volgende
vereisten te voldoen:
Verwijder de zekeringen niet als de stroom
ingeschakeld is.
Haal de stekker niet uit het stopcontact als de stroom
ingeschakeld is.
Het is aanbevolen om het stopcontact op een hoge
positie te plaatsen. Plaats de snoeren zo dat ze niet
verward raken.
ŷ Vergeet ook niet de airco op het aardingssysteem aan
te sluiten voordat begonnen wordt met de elektrische
aansluitingen. Gebruik een krimpringaansluiting aan het
einde van elke draad.
De binnenunit wordt gevoed door de buitenunit via een
H07 RN-F aansluitkabel (of een meer spanningsmodel),
met isolatie in synthetisch rubber en een mantel in
polychloropreen (neopreen), volgens de eisen vastgelegd in
de standaard EN 60335-2-40.
1 Verwijder de schroef van de elektrische
componentenkast en verwijder de deksel.
2 Leidt de aansluitkabel door de zijkant van de binnenunit
en sluit de kabel op de klemmen volgens onderstaande
figuur aan.
3 Leidt het andere einde van de kabel via het plafond en
het gat in de muur naar de buitenunit.
20
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
4 Hermonteer de deksel van de elektrische
componentenkast en de schroef voorzichtig vastdraaien.
1 fase
Binnenunit
1(L)
2(N)
F2
F1
Buitenunit
Binnenstroom Hoofdstroomsnoer Communicatiekabel
Kabel-
binder
1(L) 2(N)
N
L
Kabel-
klem
3 fase
1(L) 2(N)
L2(S) L3(T)
N
L1(R)
Stroomsnoer 3 fasen 4 draden
(AC 380V)
Binnenunit
1(L)
2(N)
F2
F1
Binnenstroom Communicatiekabel
Kabel-
binder
Buitenunit
Kabel-
klem
Stroomtoevoer binnenunit
Stroomtoevoer Max/Min(V)
Stroomsnoer
binnenunit
220 tot 240V,
50 Hz
±10%
0,75 mm² , 3 draden
Communicatiekabel
0,75 mm², 2 draden
(Eenheid: mm)
Wisselstroom: M4-schroef
Communicatie: M3.5 schroef
9,8
12,6
7,5
9,0
19
13,8
$DQKDDOPRPHQWNJIŷFP
M3,5 8,0 tot 12,0
M4 12,0 tot 18,0
ŷ 1yP NJIyFP
ŷ Stroomsnoeren van onderdelen van apparatuur voor
buitengebruik mogen niet lichter zijn dan flexibele
polychloropreen-mantelsnoeren. (Codetoekenning
IEC:60245 IEC 57 / CENELEC: H05RN-F of IEC:60245 IEC
66/CENELEC: H07RN-F)
ŷ Omdat het externe voedingsspanning heeft wordt
verwezen naar de buitenunit installatiehandleiding voor
de HOOFDVOEDING.
LET OP
ŷ Als de binnenunit in een computer- of netwerkruimte
wordt geplaatst, maak dan gebruik van de dubbel
afgeschermde (aluminium tape / polyester gevlochten +
koper) communicatiekabel van het type FROHH2R.
21
Installatieprocedure
Nederlands
Stap 14 Optioneel: het stroomsnoer
verlengen
1 Bereid de volgende hulpmiddelen voor.
Hulpmiddelen Spec. Vorm
Krimptang MH-14
Verbindingshuls
(mm)
20 x Ø6,5
(HxOD)
Isolatietape
Breedte 19
mm
Krimpbuisje (mm)
70 x Ø 8,0
(L x BuD)
2 Haal de afscherming los van het rubber en draad van het
stroomsnoer, zoals getoond in de afbeelding.
ŷ Haal 20 mm snoerafscherming los van de vooraf
geïnstalleerde buis.
Stroomsnoer
(Eenheid: mm)
20 20 20
60
120
180
180
120
60
20 20 20
Vooraf
geïnstalleerde
buis voor het
stroomsnoer
LET OP
ŷ Raadpleeg de installatiehandleiding voor informatie
over de specificaties van stroomsnoeren voor binnen- en
buitenunits.
ŷ Na het loshalen van snoerdraden van de vooraf
geïnstalleerde buis moet een krimpbuisje worden
geplaatst.
3 Plaats de beide zijden van de kerndraad van het
stroomkabel in de verbindingshuls.
ŷ Methode 1: Duw de kerndraad door de huls vanaf
beide kanten.
ŷ Methode 2: Draai de kernen samen en duw ze door
de huls.
Verbindingshuls Verbindingshuls
Methode 1 Methode 2
LET OP
ŷ Als snoerdraden zonder verbindingsstukken worden
aangesloten, dan wordt hun contactoppervlak kleiner
of kan er gedurende lange tijd roest voorkomen op
het buitenoppervlak van de draden (koperdraden). Dit
kan de weerstand doen toenemen (minder doorgaande
stroom) en bijgevolg een brand veroorzaken.
4 Comprimeer de twee punten met behulp van een
krimptool; draai om en comprimeer nog twee punten op
dezelfde locatie.
ŷ De compressiegrootte moet 8,0 zijn.
Afmeting
compressie
ŷ Trek na het comprimeren aan beide zijden van de
draad om te controleren dat er goed samengedrukt is.
4 keer comprimeren.
5 mm
4 keer comprimeren.
5 mm
Methode 1 Methode 2
22
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
5 Pas hitte toe op het krimpbuisje, zodat het samenkrimpt.
Methode 1 Methode 2
Krimpbuisje
Krimpbuisje
6 Omwikkel tweemaal of meer met isolatietape en plaats
het krimpbuisje in het midden van de isolatietape.
Methode 1 Methode 2
Isolatietape
40 mm
35 mm
Isolatietape
7 Omwikkel het buisje na het samenkrimpen met
isolatietape om het af te werken.
Drie of meer lagen isolatie zijn vereist.
Methode 1 Methode 2
Isolatietape
Isolatietape
LET OP
ŷ Zorg ervoor dat de verbindingsdelen niet zijn
blootgesteld aan de buitenomgeving.
ŷ Zorg ervoor dat u isolatietape en een krimpbuisje
uit goedgekeurd versterkt isolatiemateriaal gebruikt
dat hetzelfde niveau van houdspanning voor het
stroomsnoer heeft. (Overeenkomstig met de lokale
regelgeving voor extensies.)
WAARSCHUWING
ŷ In geval van het verlengen van de elektrische bedrading
mag GEEN rond gevormde drukaansluiting worden
gebruikt.
Onvolledige draadaansluitingen kunnen een
elektrische schok of brand veroorzaken.
Stap 15 Instellen van de binnenunit-
adressen en de installatie-opties
De adressen van de binnenunit en de installatie-opties
kunnen niet in één keer worden ingesteld: stel beide apart
in.
Algemene stappen voor het instellen van de
adressen en opties
Afstandsbedieningen
Knop Temp Laag
Knop Temp Hoog
Knop Modus
Knop Fan Laag
Knop Fan Hoog
Instellen van de
optie waarden
De modus
ingeven voor
het instellen van
de opties
OPMERKING
ŷ Het scherm van de afstandsbediening en knoppen
kunnen, afhankelijk van het model, variëren.
1 Voer de modus in voor het instellen van de opties:
a Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening en
plaats deze opnieuw.
b Houdt de knoppen
(Temp Hoog) en (Temp
Laag) gelijktijdig ingedrukt, plaats de batterijen in de
afstandsbediening.
c Wees er zeker van dat u in de goede modus bent
voor het instellen van de opties:
23
Installatieprocedure
Nederlands
2 De optie waarden instellen.
LET OP
ŷ Het totaal aantal beschikbare nummers bedraagt 24:
SEG1 tot SEG24.
ŷ Omdat SEG1, SEG7, SEG13, en SEG19 de pagina
opties zijn gebruikt door de vorige modellen
afstandsbediening, worden de modi om in te stellen voor
deze opties automatisch overgeslagen.
ŷ Stel een 2-cijferige waarde in voor elke optie paar in de
volgende volgorde: SEG2 en SEG3 ĺ SEG4 en SEG5 ĺ
SEG6 en SEG8 ĺ SEG9 en SEG10 ĺ SEG11 en SEG12 ĺ
SEG14 en SEG15 ĺ SEG16 en SEG17 ĺ SEG18 en SEG20
ĺ SEG21 en SEG22 ĺ SEG23 en SEG24
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
0XXXXX
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
1XXXXX
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
2XXXXX
SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
3XXXXX
On (SEG1 tot SEG12) Off (SEG13 tot SEG24)
Neem de stappen die in de onderstaande tabel staan:
Stappen Scherm afstandsbediening
1 Instellen van de SEG2 en SEG3 waarden:
a Instellen van de SEG2 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan
Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de afstandsbediening
verschijnt.
SEG2
b Instellen van de SEG3 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de (Fan
Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de afstandsbediening
verschijnt.
Wanneer u op de knop
(Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de waarden
in de volgende volgorde:
SEG3
2 Druk op de (Modus) knop. Cool en On verschijnen op het scherm afstandsbesturing.
24
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Stappen Scherm afstandsbediening
3 Instellen van de SEG4 en SEG5 waarden:
a Instellen van de SEG4 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan
Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de afstandsbediening
verschijnt.
SEG4
b Instellen van de SEG5 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de (Fan
Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de afstandsbediening
verschijnt.
Wanneer u op de knop
(Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de waarden
in de volgende volgorde:
SEG5
4 Druk op de (Modus) knop. Dry en On verschijnen op het scherm afstandsbesturing.
5 Instellen van de SEG6 en SEG8 waarden:
a Instellen van de SEG6 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan
Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de afstandsbediening
verschijnt.
SEG6
b Instellen van de SEG8 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de (Fan
Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de afstandsbediening
verschijnt.
Wanneer u op de knop
(Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de waarden
in de volgende volgorde:
SEG8
6 Druk op de (Modus) knop. Fan en On verschijnen op het scherm afstandsbesturing.
7 Instellen van de SEG9 en SEG10 waarden:
a Instellen van de SEG9 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan
Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de afstandsbediening
verschijnt.
SEG9
b Instellen van de SEG10 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de (Fan
Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de afstandsbediening
verschijnt.
Wanneer u op de knop
(Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de waarden
in de volgende volgorde:
SEG10
25
Installatieprocedure
Nederlands
Stappen Scherm afstandsbediening
8 Druk op de (Modus) knop. Heat en On verschijnen op het scherm afstandsbesturing.
9 Instellen van de SEG11 en SEG12 waarden:
a Instellen van de SEG11 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan
Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de afstandsbediening
verschijnt.
SEG11
b Instellen van de SEG12 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de (Fan
Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de afstandsbediening
verschijnt.
Wanneer u op de knop
(Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de waarden
in de volgende volgorde:
SEG12
10 Druk op de (Modus) knop. Auto en Off verschijnen op het scherm
afstandsbesturing.
11 Instellen van de SEG14 en SEG15 waarden:
a Instellen van de SEG14 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan
Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de afstandsbediening
verschijnt.
SEG14
b Instellen van de SEG15 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de (Fan
Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de afstandsbediening
verschijnt.
Wanneer u op de knop
(Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de waarden
in de volgende volgorde:
SEG15
12 Druk op de (Modus) knop. Cool en Off verschijnen op het scherm afstandsbesturing.
13 Instellen van de SEG16 en SEG17 waarden:
a Instellen van de SEG16 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan
Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de afstandsbediening
verschijnt.
SEG16
26
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Stappen Scherm afstandsbediening
b Instellen van de SEG17 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de (Fan
Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de afstandsbediening
verschijnt.
Wanneer u op de knop
(Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de waarden
in de volgende volgorde:
SEG17
14 Druk op de (Modus) knop. Dry en Off verschijnen op het scherm afstandsbesturing.
15 Instellen van de SEG18 en SEG20 waarden:
a Instellen van de SEG18 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan
Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de afstandsbediening
verschijnt.
SEG18
b Instellen van de SEG20 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de (Fan
Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de afstandsbediening
verschijnt.
Wanneer u op de knop
(Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de waarden
in de volgende volgorde:
SEG20
16 Druk op de (Modus) knop. Fan en Off verschijnen op het scherm afstandsbesturing.
17 Instellen van de SEG21 en SEG22 waarden:
a Instellen van de SEG21 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan
Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de afstandsbediening
verschijnt.
SEG21
b Instellen van de SEG22 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de (Fan
Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de afstandsbediening
verschijnt.
Wanneer u op de knop
(Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de waarden
in de volgende volgorde:
SEG22
27
Installatieprocedure
Nederlands
Stappen Scherm afstandsbediening
18 Druk op de (Modus) knop. Heat en Off verschijnen op het scherm afstandsbesturing.
19 Instellen van de SEG23 en SEG24 waarden:
a Instellen van de SEG23 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de
(Fan
Laag) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de afstandsbediening
verschijnt.
SEG23
b Instellen van de SEG24 waarde door het herhaaldelijk indrukken van de (Fan
Hoog) knop, tot de gewenste instelwaarde op het scherm van de afstandsbediening
verschijnt.
Wanneer u op de knop
(Fan Laag) of (Fan Hoog) drukt , verschijnen de waarden
in de volgende volgorde:
SEG24
3 Controleer of de optie waarden die u heeft ingesteld juist zijn door het herhaaldelijk indrukken van de (Modus) knop
[
SEG21
,
SEG22
]
[
SEG23
,
SEG24
]
44
[
SEG2
,
SEG3
]
[
SEG4
,
SEG5
]
[
SEG6
,
SEG8
]
[
SEG9
,
SEG10
]
0
0
[
SEG11
,
SEG12
]
[
SEG14
,
SEG15
]
[
SEG16
,
SEG17
]
77
[
SEG18
,
SEG20
]
0
0
4 Bewaar de optie waarden in de binnenunit:
Richt de afstandsbediening op de afstandsbedieningssensor van de binnenunit en druk vervolgens twee keer op de
(Aan/uit)-knop op de afstandsbediening. Wees er zeker van dat dit commando door de binnenunit wordt ontvangen. Als
het succesvol is ontvangen, hoort u een kort geluid vanaf de binnenunit. Als het commando niet is ontvangen, druk dan
nogmaals op de (Aan/uit)-knop.
5 Controleer of de airco werkt volgens de door u ingestelde optie waarden:
a Reset de binnen- of buitenunit.
ŷ Binnenunit: Houd de knoppen
(Instellen) en (Fan Laag) op de afstandsbediening gedurende 4 seconden
gelijktijdig ingedrukt.
ŷ Buitenunit: Druk op de K3-knop.
b Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening, plaats deze opnieuw en druk vervolgens op de
(Aan/uit) knop
van de afstandsbediening.
28
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Het instellen van de binnenunit adressen
Optie nr. voor een binnenunit adres: 0AXXXX-1XXXXX-2XXXXX-3XXXXX
Wees er zeker van, voordat de binnenunit wordt geïnstalleerd, een adres in te stellen door het uitvoeren van de volgende
stappen:
1 Wees er zeker van dat de stroom naar de
binnenunit wordt geleverd. Als de binnenunit niet
is aangesloten, moet het een stroomvoorziening
bevatten.
F1
1(L)
2(N)
F2
V1
V2
F3
F4
Binnenunit
2 Stel een adres voor elke binnenunit in met behulp van de afstandsbediening, volgens uw airco systeem plan, met
verwijzing naar de volgende tabel en door het volgen van de volgende stappen in Algemene stappen voor het instellen
van de adressen en opties op pagina 22.
ŷ De binnenunit adressen (hoofd en RMC adressen) zijn standaard ingesteld op 0A0000-100000-200000-300000.
ŷ Indien de binnenunits en buitenunits 1:1 overeenkomen, dan hoeft u geen hoofdadres in te stellen omdat de
buitenunit dat automatisch doet .
ŷ Als u een aan- of uit-controller gebruikt, stel dan het RMC-adres in.
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Functie Pagina Modus Hoofdadres instellen
Gereserveerd
Binnenunit nummer Binnenunit nummer
Indicatie
en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
0A
0
Geen
hoofdadres
0 tot 1 Tientallen 0 tot 9 Eenheden
1
Hoofdadres
instelmodus
Optie SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Functie Pagina
Gereserveerd
RMC adres instellen
Gereserveerd
Groepskanaal (x16) Groepsadres
Indicatie
en details
Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details Indicatie Details
1
0
Geen RMC
adres
RMC1 0 tot 2 RMC2 0 tot F
1
RMC adres
instelmodus
LET OP
ŷ Het hoofdadres moet op een waarde van 0 tot 15 worden ingesteld. Als u andere waarden instelt, zal de communicatie
fout optreden.
ŷ Als zowel de SEG5 en SEG6 is ingesteld in het gebied A tot F, veranderd het hoofdadres van de binnenunit niet.
ŷ Als de SEG3 op 0 is ingesteld, behoudt de binnenunit de bestaande hoofdadres zelfs als de SEG6 op een nieuwe waarde
wordt ingesteld.
ŷ Als
de
SEG9
op 0 is ingesteld, behoudt de binnenunit de bestaande RMC adres zelfs als
de
SEG11
en SEG12 op een
nieuwe waarden worden ingesteld.
29
Installatieprocedure
Nederlands
Instellen van de installatieopties in een batch
Optie nr. voor een binnenunit adres: 02XXXX-1XXXXX-2XXXXX-3XXXXX
1 Wees er zeker van dat de stroom naar de
binnenunit wordt geleverd. Als de binnenunit niet
is aangesloten, moet het een stroomvoorziening
bevatten.
F1
1(L)
2(N)
F2
V1
V2
F3
F4
Binnenunit
2 Stel de installatieopties van de binnenunits in volgens de volgende tabel en door de stappen te volgen in Algemene
stappen voor het instellen van de adressen en opties op pagina 22.
ŷ De installatieopties van de binnenunits zijn standaard ingesteld op 020000-100000-200000-300000.
ŷ De optie SEG20, afzonderlijke bediening met de afstandsbediening, staat toe om meerdere binnenunits afzonderlijk te
bedienen met behulp van de afstandsbediening.
Optie
SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Functie
Pagina Modus
Gereserveerd
Gebruik
van externe
temperatuur
sensor
Gebruik van
centrale regeling
Compensatie van de
ventilator TPM
Indicatie en
details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
02
0 Onbruik 0 Onbruik
0
Onbruik
(inbouwinstallatie)
1 Gebruik 1 Gebruik 1
RPM-
compensatie
Optie
SEG7 SEG8 SEG9 SEG10 SEG11 SEG12
Functie
Pagina
Gebruik van de
afvoerpomp
Gereserveerd Gereserveerd Gereserveerd
Verwijderen van
dauw in WindFree-
modus
Indicatie en
details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
1
0
Onbruik
0
Bladstatus in
WindFree-
modus houden
1
Gebruik
2
Gebruik met 3
minuten vertraging
1
(Standaard)
koelende
werking door
het blad te
openen
30
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Optie
SEG13 SEG14 SEG15 SEG16 SEG17 SEG18
Functie
Pagina
Gebruik van externe
regeling
De uitgang
instellen van
externe regeling
S-Plasma ion Zoemer regeling
Maximale filter
gebruikstijd
Indicatie en
details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
2
0
Onbruik
Slave,
bestaande
bediening
0
Thermostaat
aan
0
Onbruik
0
Gebruik
van
zoemer
2
1000 uur
1
Aan/uit
2
Uit
3
Venster
4
Onbruik
Master,
bestaande
bediening
5
Aan/uit
6
Uit
7
Venster
8
Onbruik
Slave,
bestaande
bediening
1
Werking aan
1
Gebruik
1
Onbruik
van
zoemer
6
2000 uur
9
Aan/uit
A
Uit
B
Venster
C
Onbruik
Master,
bestaande
bediening
D
Aan/uit
E
Uit
F
Venster
Optie
SEG19 SEG20 SEG21 SEG22 SEG23 SEG24
Functie
Pagina
Afzonderlijke
bediening met de
afstandsbediening
Verwarming
instelling
compensatie
Gereserveerd Gereserveerd
Cyclustijd van
Draaien
Indicatie en
details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
3
0 of 1
Binnen 1
0
Standaard
0
34 seconden
(standaard)
2
Binnen 2
1 2 °C 1 30 seconden
3
Binnen 3
2 5 °C 2 38 seconden
4
Binnen 4
31
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
ŷ Zelf als u het gebruik van de optie afvoerpomp (SEG8) op 0 instelt, wordt deze automatisch ingesteld op 2 (de afvoer
pomp wordt gebruikt met 3 minuten vertraging).
ŷ Als u de optie maximale filter gebruikstijd (SEG18) instelt op een waarde anders dan 2 en 6, wordt deze automatisch
ingesteld op 2 (1000 uren).
ŷ Als u de optie afzonderlijke bediening met de afstandsbediening (SEG20) instelt op een waarde anders dan 0 tot 4, wordt
deze automatisch ingesteld op 0 (binnen 1).
ŷ De standaardwaarde van instelling verwarmingscompensatie (SEG21) is 5 °C voor 360 cassettemodel.
Voorbeeld: Bij de installatie van DPM (1 buitenunit met 4 binnenunits)
Omstandigheid SEG14-instelling
Resultaat
Externe regeling Niveauregeling Binnen 1 Binnen 2 Binnen 3 Binnen 4
Standaard Niet ingesteld (0) Slave (Alle)
Onbruik Gebruik 4
Niet
ingesteld
(0)
Niet ingesteld
(0)
Niet
ingesteld (0)
Master (Binnen 1), Slave
(Binnen 2,3,4)
Gebruik (Binnen 3) Onbruik
Niet
ingesteld (0)
Niet
ingesteld
(0)
1~3
Niet
ingesteld (0)
Slave (Alle)
Gebruik (Binnen 4) Gebruik
Niet
ingesteld
(0)
Niet
ingesteld
(0)
Niet
ingesteld (0)
5~7
Master (Binnen 4), Slave
(Binnen 1,2,3)
Het afzonderlijk wijzigen van de adressen en opties
Als u de waarde van een specifieke optie wilt wijzigen zie de volgende tabel en volg de stappen in Algemene stappen voor
het instellen van de adressen en opties op pagina 22.
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Functie Pagina Modus
Te wijzigen
optiemodus
Tientallen positie
van de optie
nummer
Eenheden positie van
de optie nummer
Nieuwe waarde
Indicatie en
details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
Indicatie
Details
0D
Optie
type
0 tot F
Tientallen
positie
waarde
0 tot 9
Eenheden
positie
waarde
0 tot 9
Nieuwe
waarde
0 tot F
Voorbeeld: De optie Zoemerregeling (SEG17) van de installatie-opties wijzigen naar 1 ongebruik.
Optie SEG1 SEG2 SEG3 SEG4 SEG5 SEG6
Functie Pagina Modus
Te wijzigen
optiemodus
Tientallen
positie van de
optie nummer
Eenheden
positie van de
optie nummer
Nieuwe waarde
Indicatie 0 D 2 1 7 1
32
Installatieprocedure
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Functie Temperatuuruitgang in nood (ETO)
LET OP
ŷ Om de ETO-functie te gebruiken, moet de MIM-B14, een externe contactinterfacemodule, in elke binnenunit geïnstalleerd
zijn.
De ETO wordt gebruikt voor de noodwerking van binnenunits. Als binnenunit 1 (hoofdbinnenunit) stopt wegens een fout,
dan begint binnenunit 2 (subbinnenunit) te werken.
Binnenunit 2 werkt dan in principe in de vorige modus. [De eerste keer bediening start bij 24 °C Auto-modus.]
Om gedetailleerdere bedrijfsomstandigheden in te stellen voor binnenunit 2, gebruik de S-net Pro.
De ETO instellen
Communicatie tussen binnen-
en buitenunits (F1 en F2)
Externe
contactinterfacemodule
MIM-B14
Fout uitgangspoort (1, 2)
Contact ingangspoort (5, 6)
Hoofdbinnenunit
Subbinnenunit
1 Hoofdbinnenunit
Schakel de externe contactregeling (standaard) uit.
Sluit de S-net pro2 aan op F1 en F2.
Schakel de ETO-functie in en stel temperatuur en tijd in.
2 Subbinnenunit
(Vereist) Schakel de externe contactregeling in (met de installatieoptie SEG14 - Omgekeerde bediening).
Sluit de S-net pro2 aan op F1 en F2.
Schakel de ingangsregeling in en stel de modus, temperatuur en ventilatorsnelheid in.
[Master] [Slave]
33
Installatieprocedure
Nederlands
Installatieprocedure
Specificaties van ETO-werking
1 Hoofdbinnenunit
De binnenunit beslist op basis van de instellingen van de externe contactregeling of er uitvoer moet worden
gegenereerd wanneer zich een fout voordoet (binnenunit stopt).
De binnenunit beslist op basis van de ETO-instellingen of er uitvoer moet worden gegenereerd volgens de
temperatuur en tijd.
2 Subbinnenunit
De subbinnenunit bepaalt op basis van de instellingen van de ingangsregeling de modus, ingestelde temperatuur en
ventilatorsnelheid wanneer contactingangen worden gegeven.
Hoofdbinnenunit
ETO inschakelen
Extern contact
inschakelen
Fout poortuitgang
XX N.V.T.
X O Uitvoer wegens een fout
OX
Uitvoer volgens ETO-ingangsomstandigheden
(temperatuur / tijd / voorval fout)
OO
Uitvoer volgens ETO-ingangsomstandigheden
(temperatuur / tijd / voorval fout)
K Klaar om de hoofdcontactingang te regelen
Subbinnenunit
Ingangsregeling
inschakelen
Extern contact
inschakelen
Bediening bij uitvoer van hoofdunit
XX N.V.T.
X O Verder met de vorige bedrijfsomstandigheden
O O Verder met ingeschakelde ingangsregeling
34 Nederlands
Probleemoplossing
Bijlagen
Probleemoplossing
1-wegscassette
Abnormale omstandigheden
Scherm met ledlamp
Opmerkingen
Bediening Ontdooien
Timer Ventilator
Resetten
van filter
Blauw Geel
Spanning reset XXX X
Fout van de temperatuursensor in de binnenunit
(open/kort)
XX
XX
Fout van warmtewisselaarsensor in de binnenunit
X XX
Fout van de sensor buitentemperatuur
Fout van de temperatuursensor van de condensator
Fout van de afvoertemperatuursensor
XX X
1. Geen communicatie gedurende 2 minuten tussen
binnenunits (communicatiefout gedurend meer
dan 2 minuten)
2. Binnenunit ontvangt de communicatiefout van de
buitenunit
3. Foutdetectie van de buitenunit duurt langer dan
3 minuten
4. Wanneer de communicatiefout van de buitenunit
wordt verstuurd, stemmen de communicatiecijfers
en de geïnstalleerde cijfers na voltooiing van
de tracking niet overeen. (Communicatiefout die
langer dan 2 minuten aanhoudt
XX
X
1. Fout binnenunit
(Scherm komt
niet overeen met
werking)
2. Fout buitenunit
(Scherm komt
niet overeen met
werking)
1. Fout: elektronisch expansieventiel open
2. 2e detectie van hoge temperatuur
3. 2e detectie van hoge afvoertemperatuur
4. Fout: omgekeerde fase
5. Compressor uitgeschakeld wegens 6e detectie
van vorst
XX
Detectie van de vlotterschakelaar X X X
EEPROM fout
EEPROM optie fout
Fout op de ventilatormotor van de binnenunit
(E154)
XXX
X
Fout wegens verstopping buitenventiel
X X
Fout wegens het verbinden van buitenunits die de
functie WindFree niet ondersteunen
X X
: Aan, : Knipperend, X: Uit
ŷ Als u de airconditioner uitschakelt wanneer het led knippert, wordt het led ook uitgeschakeld.
35Nederlands
Bijlagen
4-wegscassette
Abnormale omstandigheden
Scherm met ledlamp
Opmerkingen
Bediening Ontdooien Timer Filter
Spanning reset XXX
Fout van de temperatuursensor in de binnenunit
(open/kort)
X
XX
Fout van warmtewisselaarsensor in de
binnenunit (Open/Kort)
XX
Fout van ventilatormotor in de binnenunit X X
X
Fout van de sensor buitentemperatuur
Fout van de temperatuursensor van de
condensator
Fout van de afvoertemperatuursensor
X X
Geen communicatie gedurende 2
minuten tussen binnen- en buitenunits
(Communicatiefout die langer dan 2 minuten
aanhoudt)
X
X
Fout in de buitenunit
Fout van de thermische zekering van het
klemmenblok (Open)
X
Detectie van de vlotterschakelaar X X
EEPROM-FOUT
EEPROM optie fout
Fout wegens verstopping buitenventiel X
Fout MDS (Bewegingssensor) XX
Fout wegens het verbinden van buitenunits die
de functie WindFree niet ondersteunen
X
: Aan, : Knipperend, X: Uit
ŷ Als u de airconditioner uitschakelt wanneer het led knippert, wordt het led ook uitgeschakeld.
Dit toestel is gevuld met R-32.
DB68-08158A-02
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36

Samsung AC140RN4DKG/EU Installatie gids

Type
Installatie gids