Pag. 23
LEES DEZE VOORSCHRIFTEN
VOORDAT U ELEKTRISCHE
TAKEN UITVOERT
WAARSCHUWING
Stap 6: Signaal- en voedingskabels aansluiten
OPMERKING: In Noord-Amerika kiest u het
kabeltype volgens de plaatselijke regel- en
wetgeving inzake elektriciteit.
Minimale doorsnede van voedings- en
signaalkabels (ter referentie)
(Niet van toepassing voor Noord-Amerika)
Nominale stroom
van apparaat (A)
Nominale doorsnede
(mm2)
> 3 en ≤ 6 0.75
> 6 en ≤ 10 1
> 10 en ≤ 16 1.5
> 16 en ≤ 25 2.5
> 25 en ≤ 32 4
> 32 en ≤ 40 6
KIES DE JUISTE KABELMAAT
Installatie van
de binnenunit
1. Alle bedrading moet voldoen aan de plaatselijke
en landelijke regel- en wetgeving inzake elektrici-
teit en moet worden geïnstalleerd door een
erkende elektricien.
2. Alle elektrische aansluitingen moeten worden
gemaakt volgens het schakelschema op de pane-
len van de binnen- en buitenunits.
3. Stop het werk onmiddellijk als er een ernstig
veiligheidsprobleem is met de voeding. Leg uw
redenering uit aan de klant en weiger het appa-
raat te installeren totdat het veiligheidsprobleem
naar behoren is opgelost.
4. De voedingsspanning moet binnen 90-110% van
de nominale spanning liggen. Onvoldoende
stroomtoevoer kan storingen, elektrische schok-
ken of brand veroorzaken.
5. Als u stroom aansluit op vaste bedrading, moet u
een overspanningsbeveiliging en hoofdschakelaar
installeren.
6. Als u stroom aansluit op vaste bedrading, moet
een schakelaar of stroomonderbreker die alle
polen uitschakelt en een contactscheiding van
minstens 3 mm heeft, in de vaste bedrading
worden opgenomen. De gekwalificeerde elektri-
cien moet een goedgekeurde stroomonderbreker
of schakelaar gebruiken.
7. Sluit het apparaat alleen aan op een afzonderlijk
aftakcircuit/stopcontact. Sluit geen ander appa-
raat op dat stopcontact aan.
8. Zorg ervoor dat u de airconditioner goed
geaard is.
9. Elke draad moet stevig zijn aangesloten. Losse
bedrading kan ertoe leiden dat de aansluitklem
oververhit raakt, wat kan leiden tot defecten aan
het product en mogelijk brand.
10. Zorg dat de draden de koelmiddelleidingen, de
compressor of andere bewegende delen in de unit
niet aanraken of er tegenaan rusten.
11. Als de unit een elektrische bijverwarming heeft,
moet deze op minstens 1 meter afstand van
brandbare materialen worden geïnstalleerd.
12. Raak de elektrische onderdelen nooit aan kort
nadat de voeding is uitgeschakeld om een elektri-
sche schok te voorkomen. Wacht na het uitscha-
kelen van de stroom altijd 10 minuten of langer
voordat u de elektrische onderdelen aanraakt.
SCHAKEL DE HOOFDSTROOMTOEVOER NAAR
HET SYSTEEM UIT VOORDAT U TAKEN AAN HET
STROOMNET OF DE BEDRADING UITVOERT.
De signaalkabel maakt communicatie tussen de
binnen- en buitenunits mogelijk. U moet eerst de
juiste kabelmaat kiezen voordat u deze klaarmaakt
voor aansluiting.
Soorten kabels
• Stroomkabel voor binnen (indien van toepas-
sing): H05VV-F of H05V2V2-F
• Stroomkabel voor buiten: H07RN-F of
H05RN-F
• Signaalkabel: H07RN-F
De maat van de benodigde voedingskabel,
signaalkabel, zekering en schakelaar wordt
bepaald door de maximale stroom van het
apparaat. De maximale stroom wordt aangege-
ven op het typeplaatje op het zijpaneel van het
apparaat. Raadpleeg dit typeplaatje om de
juiste kabel, zekering of schakelaar te kiezen.
OPMERKING: Kies in Noord-Amerika de juiste
kabeldiameter volgens de minimale stroom-
sterkte die op het typeplaatje van het apparaat
staat aangegeven.