35
NEDERLANDS
f ) Draag de juiste kleding. Draag geen loszittende kleding of sieraden. Houd
uw haar, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende onderdelen.
Loszittende kleding, sieraden of lang haar kunnen door bewegende delen
wordengegrepen.
g ) Als er in apparaten wordt voorzien voor het aansluiten van stofverwijdering- of
verzamelapparatuur, zorg er dan voor dat deze goed worden aangesloten en
gebruikt. Het gebruik van stofafzuiging kan aan stof gerelateerde gevarenverminderen.
h ) Denk niet dat u, doordat u het gereedschap veel hebt gebruikt, het allemaal wel
weet en dat u de veiligheidsbeginselen kunt negeren. Een onvoorzichtige actie kan
in een fractie van een seconde ernstig letsel tot gevolghebben.
4) Gebruik en verzorging van elektrisch gereedschap
a ) Forceer het elektrisch gereedschap niet. Gebruik het juiste elektrisch
gereedschap voor uw toepassing. Het juiste elektrisch gereedschap voert de
werkzaamheden waarvoor het is ontworpen, beter en veiligeruit.
b ) Gebruik het gereedschap niet als u het niet met de schakelaar in en uit kunt
schakelen. Ieder gereedschap dat niet met de schakelaar kan worden bediend, is
gevaarlijk en moet wordengerepareerd.
c ) Haal de stekker uit het stopcontact en/of neem de accu, als deze uitneembaar is,
uit het gereedschap voordat u aanpassingen uitvoert, accessoires verwisselt, of
het elektrisch gereedschap opbergt. Dergelijke preventieve veiligheidsmaatregelen
verminderen het risico dat het elektrisch gereedschap per ongelukopstart.
d ) Bewaar gereedschap dat niet wordt gebruikt, buiten het bereik van kinderen en
laat niet toe dat personen die onbekend zijn met het elektrisch gereedschap of
deze instructies het gereedschap bedienen. Elektrisch gereedschap is gevaarlijk in de
handen van ongetraindegebruikers.
e ) Onderhoud elektrisch gereedschap en accessoires goed. Controleer op verkeerde
uitlijning en het aanlopen van bewegende onderdelen, breuk van onderdelen
en andere omstandigheden die de werking van het gereedschap nadelig
kunnen beïnvloeden. Laat het gereedschap voor gebruik repareren, als het is
beschadigd. Veel ongelukken worden veroorzaakt doordat elektrisch gereedschap niet
goed isonderhouden.
f ) Houd zaaggereedschap scherp en schoon. Goed onderhouden zaaggereedschap met
scherpe snijranden loopt minder snel vast en is gemakkelijker onder controle tehouden.
g ) Gebruik het elektrische gereedschap, de accessoires en gereedschapsonderdelen,
enz. in overeenstemming met deze instructies, waarbij u rekening houdt met
de werkomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Gebruik van het
elektrische gereedschap voor werkzaamheden die anders zijn dan het bedoelde gebruik,
kunnen leiden tot een gevaarlijkesituatie.
h ) Houd de handgrepen en oppervlakken die u beet pakt, droog, schoon en vrij van
olie en vet. Door gladde handgrepen en oppervlakken die u beet pakt, kan veilig werken
en bedienen van het gereedschap in onverwachte situaties onmogelijkworden.
5) Service
a ) Zorg dat u gereedschap wordt onderhouden door een erkende reparateur die
uitsluitend identieke vervangende onderdelen gebruikt. Dit garandeert dat de
veiligheid van het gereedschap behoudenblijft.
Aanvullende veiligheidsregels voor Lintzagen
• Controleer voordat u met het werk begint dat de machine op een vlak oppervlak met
voldoende stabiliteit isgeplaatst.
• In het geval van een ongeval of van storing van de machine moet u de machine onmiddellijk
uitzetten en de stekker van het netsnoer uit het stopcontacttrekken.
• Rapporteer de storing en breng een geschikte aanduiding op de machine aan zodat andere
mensen niet proberen de niet (goed) functionerende machine tegebruiken.
• Wanneer het zaagblad is geblokkeerd als gevolg van abnormale aanvoerdruk tijdens
het zagen, schakel de machine dan uit en trek de stekker uit het stopcontact. Verwijder
het werkstuk en zorg voor vrijloop van het zaagblad. Schakel de machine in start de
zaagwerkzaamheden weer met verminderdeaanvoerdruk.
• Verwijder niet spaanders of andere gedeelten van het werkstuk uit het zaaggebied, terwijl de
machineloopt.
• Zorg voor voldoende algemene en plaatselijke verlichting.
• Het is belangrijk dat de gebruiker voldoende getraind is in het gebruik, de aanpassing en de
bediening van demachine.
• Sluit de zaag aan op een stofopvangapparaat wanneer u hout zaagt. Houd altijd rekening
met factoren die van invloed zijn op de blootstelling aan stof, zoals:
ʵ type materiaal dat moet worden bewerkt (spaanplaat produceert meer stof dan hout);
ʵ scherpte van het zaagblad;
ʵ juiste afstelling van hetzaagblad.
ʵ stofafzuiging met luchtsnelheid van niet minder dan 20 m/s.
ʵ Controleer dat de lokale afzuiging en ook kappen, schermen en kokers goed zijnafgesteld.
• Draag geschikte uitrusting voor persoonlijke bescherming, zoals:
ʵ Gehoorbescherming zodat het risico van gehoorverlies wordtverminderd.
ʵ Bescherming van de luchtwegen zodat het risico van het inademen van schadelijk stof
wordtverminderd.
ʵ Handschoenen voor het hanteren van het lintzaagblad en ruwmateriaal.
• Gebruik de aanduwstok als u recht zaagt tegen delangsgeleiding.
• Plaats altijd de geleiding (langsgeleiding) aan de lage kant van de tafel wanneer u zaagt met
een hellendetafel.
• Gebruik, wanneer u rond materiaal zaagt, een geschikte houder zodat het werkstuk niet
kanverdraaien.
• Controleer voordat u met werkzaamheden begint, de juiste afstelling en functionaliteit van
beschermkappen van delintzaag.
• Afmetingen van werkstukken
ʵ Zaag nooit werkstukken die korter zijn dan 100mm.
ʵ Zonder aanvullende ondersteuning is de machine bedoeld voor een maximaal
werkstukformaat van:
- Hoogte 150 mm bij breedte 230 mm bij lengte 700mm.
- Een langer werkstuk moet worden ondersteund door een geschikte
aanvullendetafel.
• Deze machine is niet ontworpen voor seriewerk of productie via de lopendeband.
• Houd uw handen goed bij het zaagblad vandaan. Gebruik een aanduwstok voor
smallewerkstukken.
• Het is belangrijk dat het blad in de juiste richting roteert en dat de tanden naar
benedenwijzen.
• Gebruik altijd scherpe zaagbladen die van het juiste type zijn en die ontworpen zijn voor
hetwerkstuk.
• Selecteer het juiste blad van de lintzaag voor de verschillende snelheidsinstellingen en voor het
materiaal dat moet wordengezaagd.
• Neem de maximumsnelheid in acht, die is gemarkeerd op de verpakking van het blad van
delintzaag.
• Gebruik geen bladen voor de lintzaag waarvan de afmetingen niet overeenstemmen met de
afmetingen die in de technische gegevens wordenvermeld.
• Gebruik geen gescheurde of beschadigde bladen van delintzaag.
• Wanneer u schuine zaagsneden maakt, is het belangrijk dat de langsgeleiding is bevestigd
aan de lage zijde van detafel.
• Houd de aanduwstok op z’n plaats wanneer u hem nietgebruikt.
• Houd de bovenste zaagbladbeschermkap zo dicht mogelijk op hetwerkstuk.
• Bescherm het zaagblad, wanneer u het niet gebruikt, volledig met debeschermkap.
• Wanneer u werkt onder abnormale omstandigheden (uitzonderlijk lage temperaturen, lagere
voedingsspanning dan normaal of na een lange periode van inactiviteit) zowel de machine
misschien vastlopen. Verlaag, wanneer dat het geval is, de spanning van het zaagblad tot
ongev. 100 N, schakel de motor in en laat (terwijl de motor loopt) de spanning toenemen to
(50 x b) N, waarbij b de breedte van het zaagblad is inmm.
• Wanneer u de machine lange tijd niet zult gebruiken, verlaag de spanning dan geheel zodat
het risico van vervorming van het bladwiel en van de daaruit voortvloeiende onbalans
wordtvoorkomen.
WAARSCHUWING: Wij adviseren een aardlekschakelaar met een reststroomwaarde van
30mA of minder tegebruiken.
Overige risico’s
De volgende risico’s horen bij het gebruik van lintzagen:
• verwondingen die worden veroorzaakt door het aanraken van draaiende delen
• verwondingen die worden veroorzaakt door verstoring van het zaagblad
Deze risico liggen het meest voor de hand:
• binnen het bedieningsbereik
• binnen het bereik van de draaiende machineonderdelen
Ook al worden de relevante veiligheidsvoorschriften en de veiligheidsvoorzieningen
toegepast, bepaalde risico’s kunnen niet worden vermeden. Dit zijn:
• Gehoorbeschadiging
• Risico’s van ongelukken die worden veroorzaakt door de onbedekte gedeelten van het
draaiendezaagblad.
• Risico van letsel bij het verwisselen van hetzaagblad.
• Risico van het knellen van de vingers bij het openen van de beschermkappen
• Gezondheidsrisico’s die worden veroorzaakt door het inademen van stof dat ontstaat bij het
zagen van hout, vooral eikenhout enbeukenhout.
De volgende factoren zijn van invloed op de geluidsproductie:
• Het te zagen materiaal
• De ondersteuning van het materiaal
• De spanning van het zaagblad
• Het type blad van de lintzaag
• De aanvoerdruk
• De juiste afstelling en het regelmatig onderhoud van het blad van delintzaag.
• Regelmatig onderhoud van de katrollen en het smeersysteem
Elektrische veiligheid
De elektrische motor is slechts voor één voltage ontworpen. Controleer altijd of de
stroomvoorziening overeenkomt met de voltage op hettypeplaatje.
Deze machine heeft een klasse I-constructie; daarom is een geaarde aansluitingvereist.
Als het stroomsnoer is beschadigd, moet het worden vervangen door een speciaal
geprepareerd snoer dat leverbaar is via de
servicedienst.