Documenttranscriptie
4
Contents
Opmerkingen, kennisgevingen en waarschuwingen
OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van de computer.
KENNISGEVING: Een KENNISGEVING duidt potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertelt
u hoe het probleem kan worden vermeden.
WAARSCHUWING: Een WAARSCHUWING duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of
overlijden aan.
Afkortingen en acroniemen
Een volledige lijst met afkortingen en acroniemen vindt u in de woordenlijst in de on line Gebruikershandleiding.
Als u een Dell™ n Series-computer hebt gekocht, zijn alle referenties in dit document naar Microsoft® Windows®besturingsystemen niet van toepassing.
OPMERKING: Sommige kenmerken of media kunnen optioneel zijn en niet worden geleverd met uw computer.
Sommige kenmerken of media zijn wellicht niet beschikbaar in bepaalde landen.
____________________
De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
© 2007 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden.
Verveelvoudiging van dit materiaal, op welke wijze dan ook, is alleen toegestaan na uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Dell Inc .
Merken in dit document: Dell, het DELL-logo, Latitude en ExpressCharge zijn handelsmerken van Dell Inc.; Intel is een geregistreerd
handelsmerk van Intel Corporation; Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Andere merken en handelsnamen die mogelijk in dit document worden gebruikt, dienen ter aanduiding van de rechthebbenden met betrekking
tot de merken en namen of ter aanduiding van hun producten. Dell Inc. claimt op geen enkele wijze enig eigendomsrecht ten aanzien van andere
merken of handelsnamen dan haar eigen merken en handelsnamen.
Model PP04X
April 2007
P/N XP461
Rev. A00
Inhoudsopgave
Informatie zoeken
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
De computer instellen
Over de computer
31
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
35
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
36
Vooraanzicht . .
Linkeraanzicht .
Rechteraanzicht
Achteraanzicht .
Onderaanzicht .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
36
37
37
38
38
Batterijen gebruiken .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
39
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
39
40
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
41
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
41
Batterijprestaties . . . . . . .
De batterijlading controleren .
Batterijstroom besparen .
Energiebeheermodi
Stand-by-modus
Slaapstand . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . . . . . . . . . . . . . . .
43
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
43
De energiebeheerinstellingen configureren
De batterij opladen .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
43
44
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
45
De batterij vervangen .
Een batterij opslaan . .
Problemen oplossen .
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Vastlopen en softwareproblemen
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) .
. . . . . . . . . . . . . . . . .
Wanneer u Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) moet gebruiken
Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) starten vanaf de vaste schijf
Het diagnoseprogramma starten vanaf het medium Drivers and Utilities
(stuur- en hulpprogramma's) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Hoofdmenu Dell Diagnostics . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Index .
41
42
. .
. .
45
46
46
47
. .
47
48
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
51
. .
Inhoudsopgave
29
30
Inhoudsopgave
Informatie zoeken
OPMERKING: Sommige kenmerken of media kunnen optioneel zijn en niet worden geleverd met uw computer.
Sommige kenmerken of media zijn wellicht niet beschikbaar in bepaalde landen.
OPMERKING: Mogelijk is er bij uw computer aanvullende informatie geleverd.
Waarnaar zoekt u?
Hier kunt u het vinden
•
•
•
•
Het medium Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's)
OPMERKING: Het medium Drivers and Utilities (Stuur- en
hulpprogramma's) is optioneel en is mogelijk niet met uw
computer meegeleverd.
Een diagnoseprogramma voor de computer
Stuurprogramma's voor de computer
Documentatie voor mijn toestel
Notebook System Software (NSS)
De documentatie en stuurprogramma's zijn reeds op de
computer geïnstalleerd. U kunt het medium gebruiken
om de stuurprogramma's opnieuw te installeren
(zie "Stuur- en hulpprogramma's opnieuw installeren"
in de Gebruikershandleiding) of om het Delldiagnoseprogramma te gebruiken (zie "Dell Diagnostics
(Dell-diagnoseprogramma)" op pagina 46).
Mogelijk bevat het
medium leesmij-bestanden
met de laatst beschikbare
informatie over technische
wijzigingen aan de
computer of geavanceerd
technisch naslagmateriaal
voor technici en gevorderde
gebruikers.
OPMERKING: Updates van de stuurprogramma's en
documentatie vindt u op support.dell.com.
•
•
•
•
•
•
Garantie-informatie
Algemene voorwaarden (alleen Verenigde Staten)
Veiligheidsinstructies
Informatie over regelgeving
Ergonomische informatie
Licentieovereenkomst voor eindgebruikers
Dell™ Productinformatiegids
Snelle referentiegids
31
Waarnaar zoekt u?
Hier kunt u het vinden
•
•
•
•
Dell™ Latitude™ Gebruikershandleiding
Onderdelen verwijderen en vervangen
Specificaties
Systeeminstellingen configureren
Problemen vaststellen en oplossen
• Servicelabel en code voor express-service
• Microsoft Windows-licentielabel
Help en ondersteuning van Windows
1 Klik op Startof
→ Help en ondersteuning→
Dell User and System Guides (Gebruiks- en
systeemhandleidingen)→ System Guides
(Systeemhandleidingen).
2 Klik op de Gebruikershandleiding van uw computer.
Servicelabel en Microsoft® Windows®-licentielabel
Deze labels bevinden zich op de computer.
• Gebruik het servicelabel om de computer te identificeren
als u gebruikmaakt van support.dell.com of contact
opneemt met de technische ondersteuning.
• Voer de code voor de
express-service in zodat
uw telefonische verzoek
naar de juiste
medewerker van de
ondersteuningsdienst
wordt doorgeleid.
OPMERKING: Het Microsoft Windows-licentielabel is nu
voorzien van een gat of "veiligheidsportaal" voor een betere
beveiliging.
32
Snelle referentiegids
Waarnaar zoekt u?
Hier kunt u het vinden
• Oplossingen — Hints en tips voor probleemoplossing,
artikelen van technici, on line cursussen en veelgestelde
vragen
• Community — On line discussies met andere gebruikers
van Dell-producten
• Upgrades — Upgrade-informatie over onderdelen als
het geheugen, de vaste schijf en het besturingssysteem
• Klantenservice — Contactgegevens, de status van
reparatieverzoeken en bestellingen, informatie over
garantie en reparatie
• Service en ondersteuning — De status van
reparatieverzoeken, ondersteuningshistorie, het
servicecontract, on line discussies met medewerkers
van de technische ondersteuning
• Referentiemateriaal — Computerdocumentatie,
details over mijn computerinstellingen,
productspecificaties en white papers
• Downloads — Geautoriseerde stuurprogramma's,
patches en software-updates
• Notebook System Software (NSS) — Als u het
besturingsysteem van de computer opnieuw
installeert, moet u het NSS-hulpprogramma ook
opnieuw installeren. NSS biedt essentiële updates
voor uw besturingssysteem en ondersteuning voor
Dell™ 3,5-inch USB-diskettestations, Intel®-processors,
optische schijven en USB-apparaten. NSS is benodigd
voor een juiste werking van uw Dell-computer. De
software detecteert automatisch de computer en het
besturingssysteem en installeert de updates die voor
uw configuratie van belang zijn.
Dell Support-website — support.dell.com
OPMERKING: Selecteer uw regio of business-segment om
bij de juiste ondersteuning-site te komen.
Ga als volgt te werk om Notebook Systeem Software te
downloaden:
1 Ga naar support.dell.com, selecteer uw regio of businesssegment en geef uw servicelabel op.
2 Selecteer Drivers & Downloads (Stuurprogramma's &
downloads) en klik op Go (Doorgaan).
3 Klik op uw besturingssysteem en zoek op het trefwoord
Notebook System Software.
OPMERKING: De gebruikersinterface van support.dell.com
kan verschillen afhankelijk van uw selecties.
• Software-upgrades en tips voor probleemoplossing — Dell Support Utility (Dell-hulpprogramma)
FAQ's, actuele onderwerpen en over uw algemene
De Dell Support Utility (Dell-hulpprogramma) is een
gezonde computeromgeving.
automatisch upgrade- en meldingssysteem dat op uw
computer is geïnstalleerd. Dit hulpprogramma biedt real-time
scans voor een gezonde computeromgeving, software-updates
en relevante zelfhulpinformatie. Toegang tot de Dell Support
Utility (Dell-hulpprogramma) verkrijgt u via het pictogram
op de taakbalk. Voor meer informatie raadpleegt
u "Dell Support Utility (Dell-hulpprogramma)" in de
Gebruikershandleiding.
Snelle referentiegids
33
Waarnaar zoekt u?
Hier kunt u het vinden
• Met Windows XP werken
• Aan het werk met programma's en bestanden
• Hoe pas ik mijn bureaublad aan
Help en ondersteuning van Windows
1 Klik op Start of
→ Help en ondersteuning.
2 Geef met een of meer woorden een beschrijving van het
probleem en klik vervolgens op het pijltje.
3 Klik op het onderwerp dat uw probleem beschrijft.
4 Volg de instructies op het scherm.
• Informatie over netwerkactiviteiten, de wizard
Energiebeheer, sneltoetsen en andere items beheerd
door Dell QuickSet.
Dell QuickSet Help
Wanneer u Dell QuickSet Help wilt weergeven,
rechtsklikt u op het QuickSet-pictogram op de
taakbalk van Microsoft® Windows®.
Voor meer informatie over Dell QuickSet raadpleegt
u "Dell™ QuickSet" in de on line Gebruikershandleiding.
• Het besturingssysteem opnieuw installeren
Medium met besturingssysteem
OPMERKING: Het medium met het besturingssysteem kan
optioneel zijn en is wellicht niet meegeleverd met uw computer.
Het besturingssysteem is reeds op de computer geïnstalleerd.
Wanneer u het besturingssysteem opnieuw wilt installeren,
moet u het medium met het besturingssysteem gebruiken.
Raadpleeg "Het besturingssysteem herstellen" in de on line
Gebruikershandleiding.
Nadat u uw
besturingssysteem opnieuw
hebt geïnstalleerd, gebruikt
u het optionele medium
Drivers and Utilities (stuuren hulpprogramma's)
om de stuurprogramma's
opnieuw te installeren
voor de apparaten die
zijn meegeleverd met
uw computer.
Het productsleutellabel voor het besturingssysteem
bevindt zich op de computer.
OPMERKING: De kleur van de cd of dvd is afhankelijk van
het besturingssysteem dat u hebt besteld.
34
Snelle referentiegids
De computer instellen
WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, dient u de veiligheidsinstructies
te volgen die u vindt in de Productinformatiegids.
1 Haal de onderdelen uit de accessoiredoos.
2 Leg de onderdelen terzijde. U hebt deze nodig om de computer te kunnen instellen.
De accessoiredoos bevat tevens gebruikersdocumentatie en eventuele software of extra hardware die
u hebt besteld (zoals pc-kaarten, stations of batterijen).
3 Sluit de netadapter aan op de connector van de computer en de netspanning.
4 Open uw computer en druk op de aan/uit-knop om de computer aan te zetten (zie "Vooraanzicht" op
pagina 36).
OPMERKING: Het wordt aanbevolen om uw computer ten minste een keer aan en uit te zetten voordat u een kaart
gaat installeren of de computer op een dockingstation aansluit of een ander extern apparaat zoals een printer.
Snelle referentiegids
35
Over de computer
Vooraanzicht
1
2
3
13
12
4
11
10
5
9
6
8
7
36
1
schermvergrendeling
2
beeldscherm
3
aan/uit-knop
4
statuslampjes apparaat
5
luidsprekers (2)
6
toetsenbord
7
touchpad
8
touchpad-/track stick-knoppen 9
track stick
10
statuslampjes toetsenbord
11
volumeknoppen
dempknop
13
omgevingslichtsensor
Snelle referentiegids
12
Linkeraanzicht
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1
sleuf voor
beveiligingskabel
2
ventilatieopeningen
3
IEEE 1394-connector
4
audioconnectoren
5
ExpressCard-sleuf
6
knop voor een
draadloos netwerk
7
Wi-Fi Catcher™-lampje
8
pc-kaartsleuf
9
smartcard-sleuf
Rechteraanzicht
WAARSCHUWING: Blokkeer de luchtopeningen niet, duw er geen voorwerpen in en zorg dat er zich geen stof
in ophoopt. Plaats de computer niet in een omgeving waar weinig lucht beschikbaar is, zoals een gesloten koffer,
als de computer is ingeschakeld. Als u dat toch doet, loopt u risico op brand of beschadiging van de computer.
1
1
mediabasis
2
2
USB-ingangen (2)
Snelle referentiegids
37
Achteraanzicht
1
2
3
4
5
6
7
8
1
netwerkconnector (RJ-45)
2
S-video TV-out-connector
3
USB-ingang
4
modemconnector (RJ-11)
5
seriële connector
6
videoconnector
7
connector voor netadapter
8
ventilatieopeningen
Onderaanzicht
WAARSCHUWING: Blokkeer de luchtopeningen niet, duw er geen voorwerpen in en zorg dat er zich geen stof
in ophoopt. Plaats de computer niet in een omgeving waar weinig lucht beschikbaar is, zoals een gesloten koffer,
als de computer is ingeschakeld. Als u dat toch doet, loopt u risico op brand of beschadiging van de computer.
1
2
6
5
4
38
3
1
ontgrendelingsschuifje van
batterijhouder
2
batterij
3
kapje geheugenmodule
4
connector koppelapparaat
5
ventilatieopeningen
6
vaste schijf
Snelle referentiegids
Batterijen gebruiken
Batterijprestaties
OPMERKING: Zie de Productinformatiegids of het afzonderlijke papieren garantiedocument dat met uw computer
is meegeleverd voor informatie over de Dell-garantie op uw computer.
Voor optimale prestaties van de computer en tevens om te helpen de instellingen van de BIOS te behouden,
dient u de draagbare Dell™-computer te allen tijde te gebruiken terwijl de hoofdbatterij geïnstalleerd is.
Er wordt standaard één batterij meegeleverd; deze bevindt zich in het batterijcompartiment.
OPMERKING: Het kan zijn dat de batterij niet volledig is opgeladen. Gebruik daarom de netadapter om de computer
op het elektriciteitsnet aan te sluiten wanneer u deze voor het eerst gebruikt. Voor de beste resultaten maakt
u gebruik van de netadapter totdat de batterij van uw computer helemaal is opgeladen. U houdt de batterijstatus
in de gaten door het Configuratiescherm→ Energiebeheer te openen en op het tabblad Energiemeter te klikken.
OPMERKING: De werkingsduur van de batterij (de tijd gedurende welke de batterij stroom kan leveren) neemt
met de tijd af. Afhankelijk van de frequentie waarmee de batterij wordt gebruikt en de gebruiksomstandigheden
kan het zijn dat u tijdens de levensduur van de computer een nieuwe batterij moet aanschaffen.
De werkingduur van de batterij is afhankelijk van de werkomstandigheden. U kunt eventueel een tweede
batterij in de mediabasis plaatsen om de werkingsduur aanzienlijk te verhogen.
De werkingsduur neemt aanzienlijk af door onder andere:
•
Het gebruik van optische apparaten
•
Het gebruik van draadloze communicatieapparaten, pc-kaarten, ExpressCards, mediageheugenkaarten of
USB-apparaten
•
Zeer heldere weergave-instellingen, driedimensionale screensavers of andere programma's die veel
energie verbruiken, zoals driedimensionale spelletjes
•
De computer op maximale prestaties laten draaien (zie "De energiebeheerinstellingen configureren" op
pagina 43)
OPMERKING: Het wordt aanbevolen dat u de computer op een stopcontact aansluit wanneer u naar een cd of
dvd schrijft.
U kunt de batterijstatus controleren (zie "De batterijlading controleren" op pagina 40) voordat u de batterij
in de computer stopt. U kunt ook de energiebeheeropties zo instellen dat u gewaarschuwd wordt als de
batterij leeg raakt (zie "De energiebeheerinstellingen configureren" op pagina 43).
WAARSCHUWING: Het gebruik van een incompatibele batterij kan de kans op brand of een explosie vergroten.
Vervang de batterij uitsluitend met een compatibele batterij die u bij Dell hebt aangeschaft. De lithium-ionbatterij
is ontwikkeld voor gebruik met uw Dell-computer. Gebruik geen batterij van een andere computer voor uw
computer.
WAARSCHUWING: Gooi batterijen niet met het huisafval weg. Als de batterij geen energie meer bevat, moet
u contact opnemen met de plaatselijke vuilophaal- of milieudienst voor advies over het verwijderen van een
lithium-ionbatterij. Zie "Batterijen verwijderen" in de Productinformatiegids.
Snelle referentiegids
39
WAARSCHUWING: Misbruik van de batterij kan de kans op brand of chemische brandwonden verhogen. Maak
geen gaten in batterijen, gooi geen batterijen in het vuur, maak geen batterijen open en stel geen batterijen bloot
aan een temperatuur hoger dan 65°C. Houd de batterij buiten bereik van kinderen. Ga uiterst voorzichtig met
beschadigde of lekkende batterijen om. Beschadigde batterijen kunnen lekken en lichamelijke schade of schade
aan uw apparatuur opleveren.
De batterijlading controleren
De Dell QuickSet-batterijmeter, het Microsoft Windows Energiemeter-venster en
-pictogram,
de batterijoplaadmeter en gezondheidscontrole en de waarschuwing bij de batterij die leeg raakt, geven
informatie over de batterijstatus.
Dell™ QuickSet-batterijmeter
Als Dell QuickSet is geïnstalleerd, drukt u op <Fn><F3> om de QuickSet-batterijmeter weer te geven.
De batterijmeter toont de status en de gezondheid van de batterij, het oplaadniveau en de tijd totdat het
opladen is voltooid.
Klik op het QuickSet-pictogram voor meer informatie over QuickSet op de Microsoft® Windows®taakbalk en klik op Help.
Microsoft® Windows® Energiemeter
De Windows Energiemeter geeft de resterende batterijlading weer. U controleert de energiemeter door te
dubbelklikken op het pictogram
op de taakbalk.
Als de computer op een stopcontact is aangesloten, verschijnt er een
-pictogram.
Ladingsmeter
U controleert het volgende door de statusknop op de ladingsmeter op de batterij eenmaal in te drukken
of vast te houden:
•
Lading van de batterij (de statusknop indrukken en loslaten)
•
Gezondheid van de batterij (de statusknop indrukken en vasthouden)
De werkingsduur van de batterij wordt grotendeels bepaald door het aantal keren dat deze is opgeladen.
Na honderden laadcycli verliezen batterijen iets van hun oplaadbaarheidsvermogen, oftewel iets van hun
gezondheid. Dat betekent dat een batterij met de status "geladen" een verminderd oplaadbaarheidsvermogen
(slechtere gezondheid) kan hebben.
De batterijstatus controleren
Wanneer u de batterijstatus wilt controleren, moet u de statusknop op de ladingsmeter indrukken en
loslaten om de ladingsniveaulichtjes te laten branden. Elk lampje vertegenwoordigt ongeveer 20 procent
van de totale batterijlading. Als bijvoorbeeld tachtig procent van de lading resteert, zullen er vier lampjes
branden. Als er geen lampjes branden, is de batterij leeg.
40
Snelle referentiegids
De gezondheid van de batterij controleren
OPMERKING: De gezondheid van de batterij kan op twee manieren worden gecontroleerd: door de ladingsmeter
te gebruiken zoals hieronder wordt beschreven, en door de batterijmeter te gebruiken in Del QuickSet. Klik met
de rechtermuisknop op het QuickSet-pictogram voor meer informatie over QuickSet op de Microsoft® Windows®taakbalk en klik op Help.
Wanneer u de gezondheid van de batterij met de ladingsmeter wilt controleren, moet u de statusknop op de
ladingsmeter minstens 3 seconden ingedrukt houden. Als er geen lampjes gaan branden, verkeert de batterij
in een goede conditie, en heeft deze nog meer dan 80 procent van zijn oorspronkelijke oplaadcapaciteit. Elk
lampje geeft een afnemende conditie aan. Als er vijf lampjes gaan branden, is er minder dan 60 % van de
oorspronkelijk oplaadcapaciteit over, en kunt u de batterij het beste vervangen. Zie "Specificaties" in de
on line Gebruikershandleiding voor meer informatie over de werkingsduur van de batterij.
Waarschuwing dat batterij bijna leeg is
KENNISGEVING: Om te voorkomen dat gegevens beschadigd raken of verloren gaan, moet u uw werk direct
opslaan als u een waarschuwing ontvangt dat de batterij bijna leeg is. Sluit de computer vervolgens op een
stopcontact aan. Als de batterij volledig leegraakt, wordt automatisch de slaapstand geactiveerd.
Er verschijnt standaard een pop-upvenster met de waarschuwing dat de batterij voor bijna 90 procent
leeg is. In QuickSet of in het venster Eigenschappen voor Energiebeheer kunt u de instellingen voor de
batterijwaarschuwingen wijzigen. Zie "De energiebeheerinstellingen configureren" op pagina 43 voor
informatie over het openen van QuickSet of het venster Eigenschappen voor Energiebeheer.
Batterijstroom besparen
Voer de onderstaande acties uit om batterijstroom te besparen:
•
Sluit de computer aan op een stopcontact indien mogelijk, omdat de levensduur van de batterij
grotendeels wordt bepaald door het aantal keren dat deze wordt gebruikt en wordt opgeladen.
•
Zet de computer in de stand-bymodus of in de slaapstand wanneer u deze voor een langere tijd niet
gebruikt (zie "Energiebeheermodi" op pagina 41).
•
Gebruik de wizard Energiebeheer om opties te selecteren om het energiegebruik van de computer te
optimaliseren. Deze opties kunnen bovendien zo worden ingesteld dat ze worden gewijzigd wanneer
u op de aan/uit-knop drukt, het scherm dichtklapt of op <Fn><Esc> drukt.
OPMERKING: Zie "Energiebeheermodi" op pagina 41 voor meer informatie over het besparen van batterijstroom.
Energiebeheermodi
Stand-by-modus
De stand-by-modus bespaart energie door het beeldscherm en de vaste schijf na een vooraf vastgestelde
periode van inactiviteit uit te schakelen (een time-out). Wanneer de computer de stand-by-modus verlaat,
keert deze terug naar de toestand van voor de stand-by-modus.
KENNISGEVING: Als uw computer in de stand-by-modus geen wissel- of batterijstroom meer krijgt, kunnen er
gegevens verloren gaan.
Snelle referentiegids
41
U zet de computer als volgt in de stand-by-modus:
•
Klik op Start of
→ Uitschakelen→ Stand-by.
of
•
Afhankelijk van de ingestelde energiebeheeropties in het venster Eigenschappen voor Energiebeheer
of in de wizard QuickSet Energiebeheer, gebruikt u een van de onderstaande methoden:
–
Druk op de aan/uit-knop.
–
Klap het beeldscherm dicht.
–
Druk op <Fn><Esc>.
U sluit de stand-by-modus door op de aan/uit-knop te drukken of het beeldscherm open te klappen,
afhankelijk van de ingestelde energiebeheeropties. U kunt de stand-by-modus niet verlaten door op een
toets te drukken of de touchpad of track stick aan te raken.
Slaapstand
De slaapstand bespaart energie door systeemgegevens naar een gereserveerd gebied op de vaste schijf te
kopiëren en de computer vervolgens volledig uit te schakelen. Wanneer de computer de slaapstand verlaat,
keert deze terug naar de toestand van voor de slaapstand.
KENNISGEVING: Het is niet mogelijk apparaten te verwijderen of de computer los te koppelen terwijl deze zich in
de slaapstand bevindt.
De computer gaat in de slaapstand als de batterij zo goed als leeg is.
U schakelt de slaapstand als volgt handmatig in:
•
Klik op Start of
→ Uitschakelen, houd de toets <Shift> ingedrukt en klik op Slaapstand.
of
•
Afhankelijk van de ingestelde energiebeheeropties in het venster Eigenschappen voor Energiebeheer of
in de wizard QuickSet Energiebeheer, gebruikt u een van de onderstaande methoden om de slaapstand te
activeren:
–
Druk op de aan/uit-knop.
–
Klap het beeldscherm dicht.
–
Druk op <Fn><Esc>.
OPMERKING: Sommige pc-kaarten of ExpressCards functioneren niet correct nadat de computer de slaapstand
heeft verlaten. Verwijder de kaart en plaats deze opnieuw (zie "Een pc-kaart of ExpressCard installeren" in de on
line Gebruikershandleiding) of start de computer opnieuw op.
Druk op de aan/uitknop om de slaapstand te verlaten. Het kan even duren voordat de computer de slaapstand
heeft verlaten. U kunt de slaapstand niet verlaten door op een toets te drukken of de touchpad of track
stick aan te raken. Zie de documentatie die met het besturingssysteem is meegeleverd voor meer informatie
over de slaapstand.
42
Snelle referentiegids
De energiebeheerinstellingen configureren
Voor het configureren van de energiebeheerinstellingen op de computer kunt u de wizard QuickSet
Energiebeheer of de eigenschappen voor energiebeheer van Windows gebruiken.
•
U opent de wizard QuickSet Energiebeheer door te dubbelklikken op het QuickSet-pictogram op de
Microsoft® Windows®-taakbalk. Klik voor meer informatie over QuickSet op de knop Help in de
wizard Energiebeheer.
•
U opent het venster Energiebeheeropties door te klikken op Start of
→ Configuratiescherm→
Prestaties en onderhoud→ Energiebeheer. Klik voor meer informatie over een willekeurig veld in het
venster Eigenschappen voor Energiebeheer op het vraagteken op de titelbalk en vervolgens op het
gebied waarover u meer informatie wilt.
De batterij opladen
OPMERKING: Met behulp van de Dell™ ExpressCharge™ laadt de netadapter, als uw computer uitstaat, een
volledig lege batterij tot 80 procent op in ongeveer 1 uur, en tot 100 procent in ongeveer 2 uur. De oplaadtijd is
langer als de computer aanstaat. U kunt de batterij in de computer laten zitten zolang als u wilt. De interne circuits
van de batterij voorkomen dat de batterij wordt overladen.
Als u de computer aansluit op een stopcontact of een batterij aanbrengt terwijl de computer op een
stopcontact is aangesloten, zal de computer de lading en temperatuur van de batterij controleren. Indien
nodig zal de netadapter de batterij opladen en de batterijlading op peil houden.
Als de batterij erg warm is geworden door het gebruik in de computer of in een warme omgeving verkeert,
is het mogelijk dat de batterij niet wordt opgeladen als u de computer op een stopcontact aansluit.
De batterij is te warm om opgeladen te kunnen worden als het
-lampje afwisselend groen en oranje
knippert. Koppel de computer los van het stopcontact en laat de computer en batterij afkoelen tot
kamertemperatuur. Sluit de computer vervolgens aan op een stopcontact om het opladen van de batterij
voort te zetten.
Zie voor meer informatie over het oplossen van batterijproblemen "Problemen met de stroomvoorziening"
in de on line Gebruikershandleiding.
De batterij vervangen
WAARSCHUWING: Voordat u deze procedures uitvoert, moet u de computer uitzetten, de netadapter uit het
stopcontact halen, de modem losmaken van de wandaansluiting en de computer en alle andere externe kabels
loskoppelen van de computer.
WAARSCHUWING: Het gebruik van een incompatibele batterij kan de kans op brand of een explosie vergroten.
Vervang de batterij uitsluitend met een compatibele batterij die u bij Dell hebt aangeschaft. De batterij is speciaal
gemaakt voor een Dell™-computer. Gebruik geen batterij van een andere computer voor uw computer.
KENNISGEVING: U moet alle externe kabels uit de computer verwijderen om eventuele schade te voorkomen.
Zie "Multimedia gebruiken" in de on line Gebruikershandleiding voor informatie over het vervangen van
de tweede batterij, die zich in de mediabasis bevindt.
Snelle referentiegids
43
De batterij verwijderen:
1 Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation los. Raadpleeg
de documentatie bij het dockingstation voor instructies voor het loskoppelen.
2 Zorg ervoor dat de computer uitstaat.
3 Open het ontgrendelingsschuifje van de batterijhouder aan de onderkant van de computer totdat
dit vastklikt.
4 Gebruik het lipje op de batterij om deze uit de computer te halen.
2
3
1
1
batterijlipje
2
batterij
3
ontgrendelingsschuifje van
batterijhouder
U vervangt de batterij door de batterij in de houder te plaatsen en hierop te drukken totdat het
ontgrendelingsschuifje vastklikt.
Een batterij opslaan
Verwijder de batterij als u de computer voor langere tijd opslaat. Een batterij verliest zijn lading als deze
gedurende een lange periode wordt opgeslagen. Na een lange opslagperiode dient u de batterij volledig
opnieuw te laden voordat u deze gebruikt (zie "De batterij opladen" op pagina 43).
44
Snelle referentiegids
Problemen oplossen
Vastlopen en softwareproblemen
WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, dient u de veiligheidsinstructies
te volgen die u vindt in de Productinformatiegids.
De computer start niet op
CONTROLEER OF DE NETADAPTER GOED IS AANGESLOTEN OP DE COMPUTER EN HET STOPCONTACT.
De computer reageert niet meer
KENNISGEVING: U loopt het risico gegevens te verliezen als u het besturingssysteem niet afsluit.
Z E T D E C O M P U T E R U I T — Als u geen reactie krijgt door op een toets op het toetsenbord te drukken of de muis te
bewegen, moet u de aan/uit-knop minstens 8-10 seconden ingedrukt houden totdat de computer uitgaat. Start de
computer vervolgens opnieuw op.
Een programma reageert niet meer of blijft crashen
OPMERKING: Bij software worden normaliter installatie-instructies geleverd in de vorm van een
installatiehandleiding of op een diskette, cd of dvd.
BEËINDIG HET PROGRAMMA —
1 Druk tegelijkertijd op <Ctrl><Shift><Esc>.
2 Klik op Taakbeheer.
3 Klik op Toepassingen.
4 Klik op het programma dat niet meer reageert.
5 Klik op Taak beëindigen.
R A A D P L E E G D E S O F T W A R E D O C U M E N T A T I E — Indien nodig maakt u de installatie van het programma ongedaan en
installeer u het opnieuw.
Er is een programma dat is ontwikkeld voor een eerdere versie van het Microsoft® Windows®-besturingssysteem
V O E R D E W I Z A R D P R O G R A M M A C O M P A T I B I L I T E I T U I T — De wizard Programmacompatibiliteit configureert een
programma op zodanige wijze dat het in een omgeving wordt uitgevoerd die lijkt op andere dan Windows XPbesturingssysteemomgevingen.
1 Klik op Start→ Alle programma's→ Bureau-accessoires→ Wizard Programmacompatibiliteit→ Volgende.
2 Volg de instructies op het scherm.
Er verschijnt een blauw scherm
Z E T D E C O M P U T E R U I T — Als u geen reactie krijgt door op een toets op het toetsenbord te drukken of de muis te
bewegen, moet u de aan/uit-knop minstens 8-10 seconden ingedrukt houden totdat de computer uitgaat. Start de
computer vervolgens opnieuw op.
Snelle referentiegids
45
Andere softwareproblemen
RAADPLEEG DE SOFTWAREDOCUMENTATIE OF NEEM CONTACT OP MET DE SOFTWAREFABRIKANT
VOOR INFORMATIE OVER PROBLEEMOPLOSSING —
•
Ga na of het programma compatibel is met het besturingssysteem dat op de computer is geïnstalleerd.
•
Controleer of de computer voldoet aan de minimale hardwarevereisten voor de software. Raadpleeg de
softwaredocumentatie voor informatie.
•
Controleer of het programma op juiste wijze is geïnstalleerd en geconfigureerd.
•
Controleer of de stuurprogramma's voor het apparaat niet met het programma conflicteren.
•
Indien nodig maakt u de installatie van het programma ongedaan en installeer u het opnieuw.
MAAK DIRECT EEN RESERVEKOPIE VAN UW BESTANDEN
GEBRUIK EEN VIRUSSCANNER OM DE VASTE SCHIJF, DISKETTES, CD'S EN DVD'S TE SCANNEN
BEWAAR EN SLUIT ALLE GEOPENDE BESTANDEN OF PROGRAMMA'S EN SLUIT DE COMPUTER AF VIA HET MENU
Start
S C A N D E C O M P U T E R O P S P Y W A R E — Als uw computer zeer traag is, vaak last heeft van pop-upadvertenties
of problemen met het opzetten van een internetverbinding, is uw computer mogelijk geïnfecteerd met spyware.
Gebruik een virusscanner met bescherming tegen spyware (mogelijk is voor uw programma een upgrade nodig)
om de computer te scannen en eventuele spyware te verwijderen. Ga voor meer informatie naar support.dell.com
en zoek op het trefwoord spyware.
V O E R D E L L D I A G N O S T I C S ( D E L L - D I A G N O S E P R O G R A M M A ) U I T — Zie "Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma)"
op pagina 46. Als alle tests met succes zijn afgewerkt, is de foutmelding het gevolg van een softwareprobleem.
Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma)
WAARSCHUWING: Voordat u aan een van de procedures in deze sectie begint, dient u de veiligheidsinstructies
te volgen die u vindt in de Productinformatiegids.
Wanneer u Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) moet gebruiken
Als er zich een probleem voordoet met uw computer, moet u eerst Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma)
uitvoeren voordat u contact opneemt met Dell voor technische ondersteuning.
U wordt aangeraden om deze procedures af te drukken voordat u begint.
KENNISGEVING: Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) werkt alleen op Dell™-computers.
OPMERKING: Het medium Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's) is optioneel en is mogelijk niet met
uw computer meegeleverd.
Open het systeeminstallatieprogramma, neem de configuratiegegevens van de computer door en zorg
dat het apparaat dat u wilt testen, in het programma wordt weergegeven en actief is.
Start Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) vanaf uw vaste schijf of vanaf het optionele medium
Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's).
46
Snelle referentiegids
Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) starten vanaf de vaste schijf
Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) bevindt zich op een verborgen partitie op de vaste schijf.
OPMERKING: Als de computer geen beeld op het scherm kan weergeven, moet u contact opnemen met Dell
(zie "Contact met Dell opnemen" in de on line Gebruikershandleiding voor meer informatie).
OPMERKING: Als de computer is aangesloten op een dockingstation, koppelt u het dockingstation los. Raadpleeg
de documentatie bij het dockingstation voor instructies voor het loskoppelen.
1 Zorg dat de computer is aangesloten op een stopcontact en goed werkt.
2 De computer opnieuw inschakelen (of opstarten).
3 Start Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) op een van de volgende twee manieren:
a
Wanneer het DELL™-logo verschijnt, drukt u direct op <F12>. Selecteer Diagnostics in het
opstartmenu en druk op <Enter>.
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven, moet
u blijven wachten tot het bureaublad van Microsoft® Windows® wordt weergegeven. Daarna sluit u de
computer af en probeert u het opnieuw.
OPMERKING: Zorg dat de computer volledig is uitgeschakeld, voordat u optie B probeert.
b
Houd de toets <Fn> ingedrukt terwijl u de computer aanzet.
OPMERKING: Als een bericht wordt weergegeven dat er geen partitie met een diagnostisch
hulpprogramma is gevonden, voert u Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) uit vanaf het medium
Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's).
De computer voert een systeemanalyse uit: een reeks begintests van het moederbord, het toetsenbord,
het computerscherm, het geheugen, de vaste schijf, etc.
•
Beantwoord tijdens de analyse eventuele vragen die worden gesteld.
•
Als er een fout wordt gedetecteerd tijdens de systeemanalyse, moet u de foutcode(s) opschrijven
en "Contact met Dell opnemen" in de on line Gebruikershandleiding raadplegen.
Als de systeemanalyse is voltooid, verschijnt het bericht Booting Dell Diagnostic Utility
Partition.Press any key to continue (Opstarten vanaf partitie met Dell Diagnostics;
druk op een willekeurige toets om door te gaan).
4 Druk op een toets om Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) te starten vanaf de partitie met het
diagnostische hulpprogramma op de vaste schijf.
Het diagnoseprogramma starten vanaf het medium Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's)
1 Plaats het medium Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's).
2 Zet de computer uit en start deze opnieuw op.
Wanneer het DELL-logo verschijnt, drukt u direct op <F12>.
Snelle referentiegids
47
OPMERKING: Als u te lang wacht en het logo van het besturingssysteem wordt weergegeven, moet u blijven
wachten tot het bureaublad van Microsoft® Windows® wordt weergegeven. Daarna sluit u de computer af
en probeert u het opnieuw.
OPMERKING: Met de volgende stappen wordt de opstartvolgorde slechts eenmalig gewijzigd. De volgende
keer zal de computer opstarten volgens de volgorde van apparaten die in de systeeminstellingen is aangegeven.
3 Wanneer de lijst met opstartbronnen verschijnt, markeert u CD/DVD/CD-RW en drukt u op <Enter>.
4 Selecteer de optie Boot from CD-ROM (Opstarten vanaf CD-ROM) in het menu dat verschijnt en
druk op <Enter>.
5 Typ 1 om te beginnen met het cd-menu en druk op <Enter> om verder te gaan.
6 Selecteer Run the 32 Bit Dell Diagnostics (32-bit Dell-diagnoseprogramma uitvoeren) in de genummerde
lijst. Als er meerdere versies worden aangegeven, moet u de versie selecteren die op uw computer van
toepassing is.
7 Als het scherm met het hoofdmenu van Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) verschijnt,
selecteert u de test die u wilt uitvoeren.
Hoofdmenu Dell Diagnostics
1 Nadat het Dell-diagnoseprogramma is geladen en het scherm met het hoofdmenu wordt weergegeven,
klikt u op de knop voor de gewenste optie.
OPMERKING: Het is raadzaam om Test System (Systeem testen) te selecteren om een volledige test
op de computer uit te voeren.
Optie
Functie
Geheugen testen
Voer de zelfstandige geheugentest uit
Systeem testen
Voer de systeemdiagnose uit
Afsluiten
Sluit het diagnoseprogramma af
2 Wanneer u de optie Test System (Systeem testen) hebt geselecteerd in het hoofdmenu, verschijnt
het volgende menu.
OPMERKING: Het is raadzaam om Extended Test (Uitgebreide test) te selecteren in het onderstaande
menu om de apparaten in de computer grondiger te controleren.
Optie
Functie
Express Test
(Snelle test)
Hiermee wordt een snelle test uitgevoerd van
apparaten in het systeem. Dit duurt doorgaans
10 tot 20 minuten.
Extended Test
Hiermee wordt een grondige test uitgevoerd van
(Uitgebreide test) apparaten in het systeem. Dit duurt doorgaans
langer dan een uur.
48
Snelle referentiegids
Optie
Functie (vervolg)
Custom Test
Wordt gebruikt om een bepaald apparaat te testen
(Aangepaste test) of om de uit te voeren testen aan te passen.
Symptom Tree
(Symptomenstructuur)
Met deze optie kunt u testen selecteren op basis
van een symptoom van het probleem dat optreedt.
Deze optie bevat de meest voorkomende symptomen.
3 Als er tijdens een test een probleem wordt gedetecteerd, wordt er een bericht weergegeven met de
foutcode en een beschrijving van het probleem. Noteer de foutcode en de beschrijving van het probleem
en neem contact op met Dell (zie Contact opnemen met Dell in de on line Gebruikershandleiding).
OPMERKING: Het servicelabel voor de computer bevindt zich boven aan elk testvenster. Als u contact
opneemt met Dell, zal de technische ondersteuning naar het servicelabel vragen.
4 Wanneer u een test uitvoert met de optie Custom Test (Aangepaste test) of Symptom Tree
(Symptomenstructuur), kunt u voor meer informatie over de test op een van de tabbladen klikken
die in de volgende tabel worden beschreven.
Tabblad
Functie
Results
(Resultaten)
Hier worden de resultaten van de test
weergegeven, samen met eventuele foutcondities
die zijn aangetroffen.
Errors (Fouten)
Geeft de aangetroffen foutcondities weer en
een beschrijving van het probleem.
Help
Hier wordt de test beschreven en worden
eventuele vereisten voor het uitvoeren van
de test vermeld.
Configuration
(Configuratie)
Hier wordt de hardwareconfiguratie beschreven
voor het geselecteerde apparaat.
Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) haalt
configuratiegegevens op voor alle apparaten uit
de systeeminstellingen, het geheugen,
verschillende interne tests en geeft de
informatie weer in de lijst met apparaten
in het linkervenster van het scherm. Mogelijk
worden in het apparaatoverzicht niet de namen
van alle onderdelen weergegeven die zijn
geïnstalleerd in of aangesloten op de computer.
Parameters
Hiermee kunt u de test aanpassen door de
testinstellingen te wijzigen.
Snelle referentiegids
49
5 Wanneer de tests zijn voltooid, sluit u het testscherm om terug te keren naar het scherm met het
hoofdmenu. U sluit Dell Diagnostics (Dell-diagnoseprogramma) af en start de computer opnieuw op
door het scherm met het hoofdmenu te sluiten.
6 Verwijder het Dell-medium Drivers and Utilities (stuur- en hulpprogramma's) (indien van toepassing).
50
Snelle referentiegids
Index
B
batterij
de lading controleren, 40
energiemeter, 40
ladingsmeter, 40
opladen, 43
opslaan, 44
prestaties, 39
verwijderen, 43
besturingssysteem
media, 34
opnieuw installeren, 34
C
Cd's/dvd's
besturingssysteem, 34
Drivers and Utilities (Stuur- en
hulpprogramma's), 31
computer
crasht, 45
reageert niet meer, 45
trage prestaties, 46
documentatie
ergonomie, 31
garantie, 31
Gebruikershandleiding, 32
Licentieovereenkomst voor
eindgebruikers, 31
on line, 33
Productinformatiegids, 31
regelgeving, 31
veiligheid, 31
Drivers and Utilities media
Dell Diagnostics, 46
E
energie
slaapstand, 42
stand-by-modus, 41
Help-bestand
Help en ondersteuning van
Windows, 34
Het medium Drivers and
Utilities (stuur- en
hulpprogramma's), 31
I
informatie over
regelgeving, 31
L
labels
Microsoft Windows, 32
Servicelabel, 32
ergonomische informatie, 31
Licentieovereenkomst voor
eindgebruikers, 31
G
O
garantie-informatie, 31
ondersteuningswebsite, 33
Gebruikershandleiding, 32
D
P
Dell Diagnostics, 46
H
Dell-ondersteuningssite, 33
hardware
Dell Diagnostics, 46
diagnostics
Dell, 46
Help en ondersteuning, 34
probleemoplossing
Help en ondersteuning, 34
problemen
blauw scherm, 45
computer crasht, 45
Index
51
computer reageert niet
meer, 45
computer start niet op, 45
programma crasht, 45
programma reageert niet
meer, 45
programma's en
compatibiliteit met
Windows, 45
software, 45-46
spyware, 46
trage computerprestaties, 46
vastlopen, 45
problems
Dell Diagnostics, 46
Productinformatiegids, 31
Q
QuickSet Help, 34
S
Servicelabel, 32
slaapstand, 42
software
problemen, 45-46
spyware, 46
stand-by-modus
info, 41
systeemaanzichten
achterkant, 38
linkerkant, 37
onderkant, 38
rechterkant, 37
voorkant, 36
52
Index
T
troubleshooting
Dell Diagnostics, 46
V
veiligheidsinstructies, 31
W
Windows XP
Help en ondersteuning, 34
opnieuw installeren, 34
slaapstand, 42
stand-by-modus, 41
Wizard Programmacompatibiliteit, 45
wizards
Wizard Programmacompatibiliteit, 45