Indesit IWDC 6145 (EU) Gebruikershandleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de Indesit IWDC 6145 (EU) Gebruikershandleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
37
NL
Nederlands
! Dit symbool herinnert u eraan om deze
gebruikshandleiding te lezen.
Inhoud
Installatie, 38-39
Uitpakken en waterpas zetten
Hydraulische en elektrische aansluitingen
Eerste wascyclus
Technische gegevens
Onderhoud en verzorging, 40
Afsluiten van water en stroom
Reinigen van de wasdroogmachine
Reinigen van het wasmiddelbakje
Onderhoud van deur en trommel
Reinigen van de pomp
Controleren van de buis van de watertoevoer
Voorzorgsmaatregelen en advies, 41
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Beschrijving van de wasdroogmachine
en starten van een programma, 42-43
Bedieningspaneel
Controlelampjes
Een programma starten
Programma’s, 44
Programmatabel
Persoonlijke instellingen, 45
Instellen van de temperatuur
Instellen van het drogen
Functies
Wasmiddelen en wasgoed, 46
Wasmiddelbakje
Bleekcyclus
Voorbereiden van het wasgoed
Bijzondere kledingstukken
Balanceersysteem van de lading
Storingen en oplossingen, 47
Service, 48
NL
IWDC 6145
Gebruiksaanwijzing
WASDROOGMACHINE
38
NL
Installatie
! Het is belangrijk deze handleiding te bewaren voor
latere raadpleging. In het geval u het apparaat verko-
opt, of u verhuist, moet het boekje bij de wasdroog-
machine blijven zodat de nieuwe gebruiker de fun-
cties en betreffende raadgevingen kan doornemen.
! Lees de instructies aandachtig door: u vindt
er belangrijke informatie betreffende installatie,
gebruik en veiligheid.
Uitpakken en waterpas zetten
Uitpakken
1. De wasdroogmachine uitpakken.
2. Controleer of de wasdroogmachine geen
schade heeft geleden gedurende het vervoer.
Indien dit wel het geval is moet hij niet worden
aangesloten en moet u contact opnemen met
de handelaar.
3. Verwijder de 4
schroeven die het ap-
paraat beschermen
tijdens het vervoer en
de rubberen ring met
bijbehorende afstan-
dsleider die zich aan de
achterkant bevinden
(zie afbeelding).
4. Sluit de openingen af met de bijgeleverde
plastic doppen.
5. Bewaar alle onderdelen: mocht de wasdro-
ogmachine ooit worden vervoerd, dan moeten
deze weer worden aangebracht.
! Het verpakkingsmateriaal is geen speelgoed
voor kinderen.
Waterpas zetten
1. Installeer de wasdroogmachine op een rechte
en stevige vloer en laat hem niet steunen tegen
een muur, meubel of dergelijke.
2. Als de vloer niet vol-
ledig horizontaal is kunt
u de onregelmatigheid
opheffen door de stel-
voetjes aan de voor-
kant losser of vaster te
schroeven (zie afbeel-
ding); de inclinatiehoek,
gemeten ten opzichte
van het werkvlak, mag
de 2° niet overschrijden.
Een correcte nivellering geeft de machine sta-
biliteit en voorkomt trillingen, lawaai en het zich
verplaatsen van de automaat tijdens de werking.
In het geval van vloerbedekking of een tapijt
regelt u de stelvoetjes zodanig dat onder de
wasmachine genoeg plaats is voor ventilatie.
Hydraulische en elektrische aanslu-
itingen
Aansluiting van de watertoevoerbuis
1. Sluit de toevoerbuis
aan op de koudwater-
kraan met een mondstuk
met schroefdraad van
3/4 gas (zie afbeelding).
Voordat u de wasdroog-
machine aansluit moet
u het water laten lopen
totdat het helder is.
2. Verbind de waterto-
evoerbuis aan de wa-
sdroogmachine door
hem op de betreffen-
de watertoevoer te
schroeven, rechtsbo-
ven aan de achterkant
(zie afbeelding).
3. Let erop dat er geen knellingen of kronkels in
de buis zijn.
! De waterdruk van de kraan moet zich binnen
de waarden van de tabel Technische Gegevens
bevinden (zie bladzijde hiernaast).
! Als de toevoerbuis niet lang genoeg is moet u
zich wenden tot een gespecialiseerde winkel of
een bevoegde installateur.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
! Gebruik de buizen die bij het apparaat worden
geleverd.
39
NL
Technische gegevens
Model
IWDC 6145
Afmetingen
breedte cm 59,5
hoogte cm 85
diepte cm 53,5
Vermogen
van 1 tot 6 kg voor het wassen
van 1 tot 5 kg voor het drogen
Elektrische
aansluitingen
zie het typeplaatje met de tech-
nische eigenschappen dat op
het apparaat is bevestigd
Aansluiting
waterleiding
max. druk 1 MPa (10 bar)
min. druk 0,05 MPa (0,5 bar)
Inhoud trommel 58 liters
Snelheid
centrifuge
tot 1400 toeren per minuut
Controle-
programma’s
volgens de
norm EN
50229
Wassen: programma 2;
temperatuur 60°C; uitgevo-
erd met 6 kg lading.
Drogen: selecteer het
droogprogramma “Katoen”
en stel het droogniveau “
in, voor beide ladingen. De
eerste keer moet het dro-
gen worden uitgevoerd met
de nominale lading.
Deze apparatuur voldoet
aan de volgende EEC voor-
schriften:
-EMC 2014/30/EU (Elektro-
magnetische compatiabili-
teit)
- 2012/19/EU - (WEEE)
- LVD 2014/35/EU (Laag-
spanning)
65 - 100 cm
Aansluiting van de afvoerbuis
Verbind de buis, zon-
der hem te buigen,
aan een afvoerleiding
of aan een afvoer in
de muur tussen de
65 en 100 cm van de
grond
af of hang hem aan
de rand van een
wasbak of badkuip,
en bind de bijgele-
verde steun aan de
kraan (zie afbeelding).
Het uiteinde van de
afvoerslang mag niet
onder water hangen.
! Gebruik nooit verlengstukken voor de buis; in-
dien dit niet te vermijden is moet het verlengstuk
dezelfde doorsnede hebben als de oorspronke-
lijke buis en mag hij niet langer zijn dan 150 cm.
Elektrische aansluiting
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt
moet u zich ervan verzekeren dat:
• hetstopcontactgeaardisenvoldoetaande
geldende normen;
hetstopcontacthetmaximumvermogenvande
wasdroogmachine kan dragen, zoals aangegeven
in de tabel Technische Gegevens (zie hiernaast);
• despanningzichbevindttussendewaarden
die zijn aangegeven in de tabel Technische
Gegevens (zie hiernaast);
• decontactdoosgeschiktisvoordestekkervan
de wasdroogmachine. Indien dit niet zo is moet
de stekker of het stopcontact vervangen worden.
! De wasdroogmachine mag niet buitenshuis
worden geïnstalleerd, ook niet op een be-
schutte plaats, aangezien het gevaarlijk is hem
aan regen en onweer bloot te stellen.
! Als de wasdroogmachine is geïnstalleerd moet
het stopcontact gemakkelijk te bereiken zijn.
! Gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Het snoer mag niet gebogen of samengedrukt
worden.
! De voedingskabel mag alleen door een bevo-
egde i nstallateur worden vervangen.
Belangrijk! De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld wanneer deze normen niet
worden nageleefd.
Eerste wascyclus
Na de installatie en voor u de wasdroogmachi-
ne in gebruik neemt, dient u een wascyclus uit
te voeren met wasmiddel maar zonder wasgo-
ed, op het programma 2.
40
NL
Onderhoud en verzorging
Afsluiten van water en stroom
•Sluitnaiederewasbeurtdekraanaf.Hier-
mee beperkt u slijtage van de waterinstallatie
van de wasmachine en voorkomt u lekkage.
•Sluitaltijdeerstdestroomafvoordatude
wasdroogmachine gaat schoonmaken en
gedurende onderhoudswerkzaamheden.
Reinigen van de wasdroogmachi-
ne
De buitenkant en de rubberen onderdelen
kunnen met een spons en een lauw sopje
worden schoongemaakt. Gebruik nooit schu-
urmiddelen of oplosmiddelen.
Reinigen van het wasmiddelbakje
Verwijder het bakje
door het op te lichten
en naar voren te trek-
ken (zie afbeelding).
Was het onder stro-
mend water. Dit moet
u regelmatig doen.
Onderhoud van deur en trommel
•Laatdedeuraltijdopeenkierstaanomnare
luchtjes te vermijden.
Reinigen van de pomp
De wasdroogmachine is voorzien van een zel-
freinigende pomp en hoeft dus niet te worden
onderhouden. Het kan echter gebeuren dat
kleine voorwerpen (muntjes, knopen) in het vo-
orvakje dat de pomp beschermt en zich aan de
onderkant ervan bevindt, terechtkomen.
! Verzeker u ervan dat de wascyclus klaar is en
haal de stekker uit het stopcontact.
Toegang tot het voorvakje:
1. v e r w i j d e r h e t
a f d e k p a n e e l a a n
de voorkant van de
w a s d r o o g m a c h i -
ne met behulp van
een schroevendraaier
(zie afbeelding);
2. draai het deksel
eraf, tegen de klok in
(zie afbeelding): het
is normaal dat er een
beetje water uit komt;
3. maak de binnenkant goed schoon;
4. schroef het deksel er weer op;
5. monteer het paneel weer, met de haakjes
goed bevestigd in de juiste openingen, voordat
u het paneel tegen de machine aandrukt.
Controleren van de buis van de
watertoevoer
Controleer minstens eenmaal per jaar de slang
van de watertoevoer. Als er barstjes of scheuren
in zitten moet hij vervangen worden: gedurende
het wassen kan de hoge waterdruk onverwachts
breuken veroorzaken.
! Gebruik nooit tweedehands buizen.
41
NL
Voorzorgsmaatregelen
en advies
! De wasmachine is ontworpen en geproduceerd volgens
de internationale veiligheidsnormen. Deze aanwijzingen zijn
voor uw eigen veiligheid geschreven en moeten aandachtig
worden doorgenomen.
Algemene veiligheid
•Ditapparaatis uitsluitendontworpenvoor huishoudelijk
niet-professioneel gebruik.
•Dit apparaat mag alleen door kinderen van 8 jaar
en ouder, door personen met een beperkt licha-
melijk, sensorieel of geestelijk vermogen, of met
onvoldoende ervaring of kennis worden gebruikt,
mits ze worden begeleid, of wanneer zij toereikende
instructies hebben gekregen betreffende het veilige
gebruik van het apparaat en mits zij op de hoogte
zijn van de betreffende gevaren. Kinderen mogen
niet met het apparaat spelen. Onderhoud en reini-
ging mogen niet door kinderen zonder supervisie
worden uitgevoerd.
- Geen ongewassen kledingstukken drogen.
- Kleding die bevuild is met stoffen zoals
kookolie, aceton, alcohol, benzine, kirosi-
ne, vlekkenverwijderaar, terpentine, was en
stoffen om was te verwijderen moet met
een grotere hoeveelheid wasmiddel in warm
water gewassen worden alvorens de kleding
in de wasdroger te drogen.
- Voorwerpen zoals schuimrubber, douche-
mutsen, waterdichte stoffen, artikelen met
een rubberen kant en kleding of kussens die
onderdelen van schuimrubber bevatten mo-
gen niet in de wasdroger gedroogd worden.
- Wasverzachter en gelijksoortige producten
moeten overeenkmostig de instructies van
de fabrikant gebruikt worden.
- Het laatste deel van een droogcyclus wordt
uitgevoerd zonder warmte (koelcyclus) om te
zorgen dat de artikelen niet beschadigd worden.
LET OP: Stop de wasdroger nooit voordat het
droogprogramma beeindigd is. In dit geval snel
al het wasgoed uit de droger halen en het wa-
sgoed ophangen om het snel te laten drogen.
•Raakdemachinenietaanalsublootsvoetsbentofmet
natte of vochtige handen of voeten.
•Trekdestekkernooituithetstopcontactdooraanhetsnoer
te trekken, maar altijd door de stekker zelf beet te pakken.
Openhetwasmiddelbakjenietterwijldemachineinwerkingis.
Raakhetafvoerwaternietaanaangezienhetzeerheetkanzijn.
•Forceerdedeurnooit:hetveiligheidsmechanismedateen
ongewild openen van de deur voorkomt, kan beschadigd
worden.
•Probeeringevalvanstoringennooitzelfdeinternemecha-
nismen van de wasdroogmachine te repareren.
•Zorgervoordatkleinekinderenniettedichtbijdemachine
komen als deze in werking is.
•Dedeurkantijdenshetwassenzeerheetworden.
•Alsdemachineverplaatstmoetworden,doeditdanmet
twee of drie personen tegelijk en zeer voorzichtig. Doe dit
nooit alleen, want het apparaat is erg zwaar.
•Voordat u het wasgoed in de automaat laadt, moet u
controleren of hij leeg is.
• Deglazenruitwordtwarmgedurendehetdrogen.
• Drooggeen wasgoeddat met ontvlambare
oplosmiddelen is gewassen (b.v. trieline).
• Drooggeenschuimrubberofelastomerenof
kledingstukken met rubberen opschriften e.d.
• Controleerdatgedurendehetdrogendewaterkraanopenis.
•Kinderenvan3jaarofmindermogenniet
dicht bij de droger komen, tenzij onder con-
stant toezicht.
•Verwijderallevoorwerpen,zoalsaanstekers
en lucifers, uit de zakken.
Afvalverwijdering
•Hetwegdoenvanhetverpakkingsmateriaal:houdtuaan
de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan
worden.
•DeEuropeseRichtlijn2012/19/EUoverVernietigingvan
Electrische en Electronische Apparatuur, vereist dat oude
huishoudelijke electrische apparaten niet mogen vernietigd
via de normale ongesorteerde afvalstroom. Oude apparaten
moeten apart worden ingezameld om zo het hergebruik van
de gebruikte materialen te optimaliseren en de negatieve
invloed op de gezondheid en het milieu te reduceren. Het
symbool op het product van de “afvalcontainer met een
kruis erdoor” herinnert u aan uw verplichting, dat wanneer
u het apparaat vernietigt, het apparaat apart moet worden
ingezameld. Consumenten moeten contact opnemen met
de locale autoriteiten voor informatie over de juiste wijze
van vernietiging van hun oude apparaat.
42
NL
Wasmiddelbakje: voor wasmiddelen en wasversterkers
(zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
Toets ON/OFF: voor het in- en uitschakelen van de wasdro-
ogmachine.
PROGRAMMAKNOP: voor het instellen van de program-
ma’s. Gedurende het programma blijft de knop stilstaan.
Toetsen met controlelampje FUNCTIE: voor het selecteren
van de beschikbare functies. Het controlelampje van de
gekozen functie zal aanblijven.
DROOGKNOP: voor het instellen van de gewenste droging
(zie “Persoonlijke Instellingen”).
TEMPERATUURKNOP: voor het instellen van de tempera-
tuur of koud wassen (zie “Persoonlijke Instellingen”).
Controlelampjes VOORTGANG CYCLUS/UITGESTELDE
START: voor het volgen van het verloop van het waspro-
gramma.
Het controlelampje geeft de lopende fase weer.
Als de functie “Uitgestelde start” is ingesteld, tonen de lam-
pjes de tijd die resteert tot het starten van het programma
(zie pagina hiernaast).
Controlelampje DEUR GEBLOKKEERD: om te zien of de
deur kan worden geopend (zie pagina hiernaast).
Toets met controlelampje START/PAUSE: om programma’s
te starten of ze tijdelijk te onderbreken.
N.B.: om de lopende wascyclus te pauzeren drukt u op deze
toets. Het oranje licht van het betreffende controlelampje zal
gaan knipperen terwijl het lampje van de lopende fase vast
aan zal blijven staan. Als het controlelampje DEUR GEBLO-
KKEERD uit is, kunt u het deurtje openen (wacht circa 3
minuten).
Om het programma te hervatten drukt u opnieuw op deze
toets.
Stand- by modus
Deze wasdroogmachine beschikt, in overeenkomst met de
nieuwe normen betreffende de energiebesparing, over een
systeem wat het apparaat automatisch na enkele minuten
uitschakelt (stand-by) indien men het niet gebruikt. Druk kort
op de ON-OFF toets en wacht tot de wasdroogmachine
weer aangaat.
Gebruik in off-mode: 0,5 W
Gebruik in Left-on: 8 W
Beschrijving van de wasdroogmachine
en starten van een programma
Controlelampjes VOORTGANG
CYCLUS/UITGESTELDE START
Controlelampje
DEUR
GEBLOKKEERD
Toets met
controlelampje
START/
PAUSE
Bedieningspaneel
TEMPERATUUR
KNOP
Wasmiddelbakje
Toetsen met controlelampjes
FUNCTIE
ON/OFF toets
PROGRAMMAKNOP DROOGKNOP
43
NL
Controlelampjes
De controlelampjes geven belangrijke informatie.
Zegeveninformatieover:
Uitgestelde start
Als de functie “Uitgestelde Start” is geactiveerd
(zie “Persoonlijke Instellingen”) zal, nadat het programma is
gestart, het controlelampje dat bij de uitgestelde start hoort
gaan knipperen:
Naar gelang de tijd verloopt wordt de resterende wachttijd
getoond, met het knipperen van het betreffende controle-
lampje:
Als de geselecteerde vertraging is verlopen zal het inge-
stelde programma van start gaan.
Controlelampjes lopende fase
Als u de gewenste wascyclus heeft geselecteerd en
gestart gaan de controlelampjes één voor één aan om te
tonen op welk punt de cyclus is:
N.B.: aan het einde van de droogcyclus dient u de DROO-
GKNOP weer terug te brengen op de stand “0”.
Functietoetsen en betreffende controlelampjes
Als u een functie selecteert gaat het bijbehorende controle-
lampje aan. Als de gekozen functie niet geschikt is voor het
ingestelde programma gaat het betreffende controlelampje
knipperen en zal de functie niet worden geactiveerd. Als de
geselecteerde functie niet compatibel is met een optie die
daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje van de eerder
geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de twe-
ede functie worden geactiveerd; het controlelampje van de
geactiveerde functie zal aangaan.
Controlelampje deur geblokkeerd:
Als het controlelampje aan is betekent het dat de deur is
geblokkeerd om te verhinderen dat hij per ongeluk wordt
geopend. Om het deurtje te openen moet u wachten tot
het controlelampje uitgaat (wacht circa 3 minuten). Om de
deur te openen tijdens de wascyclus drukt u op de knop
START/PAUSE; als het controlelampje DEUR GEBLOKKE-
ERD uit is, kunt u het deurtje openen.
Een programma starten
1. Schakel de wasdroogmachine in met de ON/OFF toets. Alle controlelampjes gaan een paar seconden aan en gaan dan
weer uit en het controlelampje START/PAUSE knippert.
2. Laad het wasgoed in en sluit de deur.
3. Stel het gewenste programma in met de PROGRAMMAKNOP.
4. Stel de wastemperatuur in (zie “Persoonlijke instellingen”).
5. Stel indien nodig het drogen in (zie “Persoonlijke instellingen”).
6. Voeg wasmiddel en wasversterkers toe (zie “Wasmiddelen en wasgoed”).
7. Selecteer de gewenste functies.
8. Start het programma door op de START/PAUSE toets te drukken. Het betreffende controlelampje zal een vast groen licht
vertonen. Om de ingestelde cyclus te annuleren zet u de wasdroogmachine op pauze door op de START/PAUSE toets te
drukken en een nieuwe cyclus te kiezen.
9. Aan het einde van het programma gaat het controlelampje aan. Als het controlelampje DEUR GEBLOKKEERD
uitgaat, kunt u het deurtje openen (wacht circa 3 minuten). Haal het wasgoed eruit en laat de deur op een kier staan zodat de
trommel kan drogen. Schakel de wasdroogmachine uit in met de ON/OFF toets.
Hoofdwas
Spoelen
Centrifuge/Waterafvoer
Drogen
Einde hoofdwas
44
NL
Speciale programma’s
Sport Light (programma 9) is ontwikkeld voor het wassen van niet zo vuile sportkleding (trainingspakken, sportbroeken,
enz.). Om optimale resultaten te bereiken raden wij u aan nooit de maximaal aangegeven hoeveelheid te overschrijden die
staat aangegeven in de “Programmatabel”. We raden u aan een vloeibaar wasmiddel te gebruiken, met een hoeveelheid die
voldoende is voor een halve lading.
Sport Shoes (programma 10) is ontwikkeld voor het wassen van sportschoenen. Voor optimale resultaten dient u nooit meer
dan 2 paar tegelijk te wassen (weefsel).
Was & Droog (programma 13) is bedoeld voor het snel wassen en drogen van niet zo vuil wasgoed. Als u deze cyclus selec-
teert kunt u tot aan 0,5 kg wasgoed wassen en drogen, in slechts 30 minuten. Gebruik voor de beste resultaten een vloeiba-
ar wasmiddel. Behandel manchetten, kragen en vlekken eerst voor met een speciaal product.
Programma’s
De duur van de cyclus die wordt aangegeven op het display of op de gebruiksaanwijzing is een geschatte waarde die wordt gecalculeerd bij standaard omstandighe-
den. De effectieve tijd kan variëren aan de hand van talloze factoren zoals temperatuur en druk van de watertoevoer, de kamertemperatuur, de hoeveelheid wasmiddel,
de hoeveelheid en type lading, de balancering van de was en de geselecteerde aanvullende opties.
Voor alle Test Institutes:
1) Controleprogramma volgens de norm EN 50229: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 60°C.
2) Programma katoen lang: selecteer het programma 2 met een temperatuur van 40°C.
Programmatabel
Programma’s
Beschrijving van het Programma
Maximale
Temp
(°C)
Maximaal
toerental
(toeren per
minuut)
Drogen
Wasmiddel
Maxi-
male
lading
(kg)
Duur
cyclus
Voor-
was
Was-
sen
Wasver-
zachter
Dagelijkse was
1
Katoen + Voorwas:Zeervuilewittewas. 90° 1400
6 215’
2
Katoen:Zeervuilewittewas. 90° 1400
-
6 200’
2
Katoen (1):Zeervuilwitenkleurechtbontwasgoed. 60° 1400
-
6 210’
2
Katoen (2):Zeervuilewitteenbontefijnewas. 40° 1400
-
6 220’
3
Katoen:Zeervuilwitenkleurechtbontwasgoed. 60° 1400
-
6 160’
4
Bont Katoen: Niet zo vuile witte en bonte was. 40° 1400
-
6 125’
5
Synthetisch: zeer vuile kleurvaste bonte was. 60° 1000
-
4,5 140’
Speciale was
6
Wol: voor wol, kasjmier, etc. 40° 800 - -
2 90’
7
Zijde/Gordijnen: voor zijde, viscose, lingerie. 30° 0 - -
1 55’
8 Jeans
40° 800
-
4 80’
9 Sport Light
30° 600 - -
4 65’
10 Sport Shoes
30° 800 - -
Max. 2
paar.
50’
Programmas Drogen
11 Katoen
- -
- - - 5 -
12 Synthetisch
- -
- - - 4 -
13 Was & Droog
30° 1400
-
0,5 30’
Delprogramma’s
Spoelen - 1400
- -
6 50’
Centrifugeren - 1400
- - - 6 10’
Afpompen - 0 - - - - 6 3’
45
NL
Instellen van de temperatuur
Door aan de TEMPERATUURKNOP te draaien kunt u de wastemperatuur instellen (zie Programmatabel).
De temperatuur kan verlaagd worden tot aan koud wassen ( ).
De machine voorkomt dat u een temperatuur instelt die hoger is dan het maximum voorzien voor dat programma.
Instellen van het drogen
Door aan de DROOGKNOP te draaien stelt u het ge-
wenste soort drogen in. Er zijn twee mogelijkheden:
A - Op tijdsbasis: van 40 tot 180 minuten.
B - Op basis van de vochtigheidsgraad van het ge-
droogde wasgoed:
Strijkdroog : enigszins vochtig wasgoed, makkelijk
te strijken.
Hanger : wasgoed dat droog genoeg is om te
worden opgehangen.
Kastdroog : zeer droog wasgoed, aangeraden voor
handdoeken en badjassen.
Als in een uitzonderlijk geval de lading wasgoed voor wassen en drogen meer is dan het toegestane maximum
(zie Tabel droogtijden), dan voert u eerst het wassen uit. Aan het einde hiervan verdeelt u de lading en laadt u één gedeelte in
de trommel. Volg nu de aanwijzingen voor het uitvoeren van “Alleen drogen”.
Doe hetzelfde met de rest van de lading. Aan het einde van de droogcyclus wordt altijd een afkoeltijd ingezet.
Alleen drogen
Draai de PROGRAMMAKNOP naar een van de droogstanden (11-12), aan de hand van het soort stof, en kies vervolgens de
gewenste droogcyclus met de DROOGKNOP.
Functies
De verschillende functies van de wasdroogmachine zorgen voor de door u gewenste schone en witte was.
Voor het activeren van de functies:
1. druk op de toets die bij de gewenste functie hoort;
2. het aangaan van het betreffende controlelampje geeft aan dat de functie actief is.
N.B.:
- Als de gekozen functie niet geschikt is voor het ingestelde programma gaat het betreffende controlelampje knipperen en zal
de functie niet worden geactiveerd.
- Als de geselecteerde functie niet compatibel is met een optie die daarvòòr is ingesteld, zal het controlelampje van de eerder
geselecteerde functie gaan knipperen en zal alleen de tweede functie worden geactiveerd; het controlelampje van de geacti-
veerde functie zal aangaan.
Als u deze optie selecteert zullen de mechanische beweging, de temperatuur en het water geoptimaliseerd worden voor een
beperkte lading van niet zo vuil katoenen en synthetisch wasgoed (zie “Programmatabel”).
Met “ ” kunt u wassen in een kortere tijd en kunt u water en energie besparen. We raden u aan een hoeveelheid
vloeibaar wasmiddel te gebruiken die voldoet voor een halve lading.
1400-600
Door het drukken op deze toets vermindert de snelheid van de centrifuge.
Extra Spoelen
Door deze functie te selecteren verhoogt u het spoelresultaat en zorgt u ervoor dat elk spoor van wasmiddel verdwijnt. Deze
optie is vooral nuttig bij personen met een gevoelige huid.
Uitgestelde Start
Stelt de start van de wasdroogmachine tot aan 9 uur uit. Druk meerdere malen op de toets totdat het controlelampje dat bij de gew-
enste vertraging hoort aangaat. Als u vier keer achter elkaar op de knop drukt zal de functie worden uitgeschakeld.
N.B.: Als de START/PAUSE knop eenmaal is ingedrukt kan de vertraging alleen verminderd worden voor u het ingestelde
programma van start doet gaan.
Persoonlijke instellingen
Tabel droogtijden (indicatieve waarden)
Soort
stof
Soort lading
Max.
lading (kg)
Kastdroog Henger
Strij-
kdroog
Katoen
Wasgoed van
versch. grootte,
Handdoeken.
5 255 230 180
Synthe-
tisch
Lakens, overhem-
den, Pyiama’s,
sokken enz.
4 180 130 115
46
NL
Wasmiddelen en wasgoed
Wasmiddelbakje
Een goed wasresultaat hangt ook af van de juiste dosis
wasmiddel: te veel wasmiddel maakt het wassen niet be-
ter. Het wasmiddel blijft aan de binnenzijde van de wasdro-
ogmachine zitten en zorgt voor het vervuilen van het milieu.
! Gebruik nooit wasmiddelen voor handwas aangezien die
te veel schuim vormen.
! Gebruik waspoeder voor witte katoenen was, voor de
voorwas en voor het wassen op temperaturen van meer
dan 60°C.
! Volg de aanwijzingen op de wasmiddelverpakking.
Trek het laatje naar voren
en giet het wasmiddel of de
wasversterker er als volgt
in:
bakje 1: Wasmiddel voor voorwas (poeder)
bakje 2: Wasmiddel voor hoofdwas (poeder of vloeibaar)
Het vloeibare wasmiddel moet vlak voor de start in het
bakje worden gegoten.
bakje 3: Wasversterkers (wasverzachter, enz.)
De wasverzachter mag niet boven het roostertje uitkomen.
Voorbereiden van het wasgoed
•Verdeelhetwasgoedvolgens:
- het soort stof / het symbool op het etiket.
- de kleuren: scheid de bonte was van de witte was.
•Leegdezakkenencontroleerdeknopen.
•Overschrijdhetaangegevengewicht,berekendvoor
droog wasgoed, nooit: zie “Programmatabel”.
Hoeveel weegt wasgoed?
1 laken 400-500 g.
1 sloop 150-200 g.
1 tafelkleed 400-500 g.
1 badjas 900-1200 g.
1 handdoek 150-250 g.
Bijzondere kledingstukken
Wol: met het programma 6 is het mogelijk alle wollen kle-
dingstukken in de wasdroogmachine te wassen, ook die met
het etiket “alleen handwas” . Voor de beste resultaten
dient u een specifiek wasmiddel te gebruiken en nooit de 2
kg wasgoed te overschrijden.
1
2
3
Zijde: gebruik het speciale programma 7 om alle zijden
kledingstukken te wassen. We raden u aan een speciaal
wasmiddel voor fijne was te gebruiken.
Gordijnen: vouw de gordijnen en doe ze in de bijgeleverde
zak. Gebruik het programma 7.
Jeans: draai de kledingstukken binnenstebuiten voor u
ze wast en gebruik een vloeibaar wasmiddel. Gebruik het
programma 8.
Balanceersysteem van de lading
Om overmatige trillingen te vermijden verdeelt de automaat
de lading voor het centrifugeren op een gelijkmatige manier.
Dit gebeurt door de trommel te laten draaien op een snelheid
die iets hoger ligt dan de wassnelheid. Als na herhaaldelijke
pogingen de lading nog steeds niet goed is gebalanceerd, zal
de wasdroogmachine de centrifuge op een lagere snelheid
uitvoeren dan die voorzien was. Als de lading zeer uit balans
is zal de wasdroogmachine een verdeling uitvoeren in plaats
van een centrifuge. Teneinde een betere distributie van de
waslading en een juiste balancering te bereiken raden wij u
aan kleine en grote kledingstukken te mengen.
47
NL
Storingen en oplossingen
Het kan gebeuren dat de wasdroogmachine niet werkt. Voor u contact opneemt met de Servicedienst (zie “Service”)moet u contro-
leren of het niet een storing betreft die u zelf makkelijk kunt verhelpen met behulp van de volgende lijst.
Storingen:
De wasdroogmachine gaat niet aan.
De wascyclus start niet.
De wasdroogmachine heeft geen
watertoevoer (het controlelampje
van de eerste wasfase knippert
snel).
De wasdroogmachine blijft water
aan- en afvoeren.
De wasdroogmachine voert het wa-
ter niet af of centrifugeert niet.
De machine trilt erg tijdens het
centrifugeren.
De wasdroogmachine lekt.
De controlelampjes van de “Functies
en het controlelampjeSTART/PAU-
SE gaan knipperen, en een van de
controlelampjes van de lopende fase
en van deur geblokkeerd blijven vast
aanstaan.
Er ontstaat teveel schuim.
De wasdroogmachine droogt niet.
Mogelijke oorzaken / Oplossing:
•Destekkerzitnietinhetstopcontactofnietvergenoegomcontacttemaken.
•Hethelehuiszitzonderstroom.
•Dedeurzitnietgoeddicht.
•DeON/OFFtoetsisnietingedrukt.
•DeSTART/PAUSEtoetsisnietingedrukt.
•Dewaterkraanisnietopen.
•Deuitgesteldestartisingesteld.
•Dewatertoevoerbuisisnietaangeslotenopdekraan.
•Debuisisgebogen.
•Dewaterkraanisnietopen.
•Hethelehuiszitzonderwater.
•Erisonvoldoendedruk.
•DeSTART/PAUSEtoetsisnietingedrukt.
•Deafvoerbuisisnietop65tot100cmafstandvandegrondafgeïnstalleerd
(zie “Installatie”).
•Hetuiteindevandeafvoerbuisligtonderwater(zie “Installatie”).
•Deafvoerindemuurheeftgeenontluchting.
Als na deze controles het probleem niet is opgelost, moet u de waterkraan
dichtdraaien, de machine uitzetten en de Servicedienst inschakelen. Als u op een
van de hoogste verdiepingen van een flatgebouw woont kan zich een heve-
lingsprobleem voordoen, waarbij de machine voortdurend water aan- en afvoert.
Om deze storing te verhelpen zijn er in de handel speciale beluchters te koop.
•Hetprogrammavoorzietgeenafvoer:bijenkeleprogramma’smoetditmetde
hand worden gestart (zie “Starten en Programma’s”).
•Deafvoerbuisisgebogen(zie “Installatie”).
•Deafvoerleidingisverstopt.
•Detrommelisbijhetinstallerennietopdejuistewijzegedeblokkeerd(zie “In-
stallatie”).
•Dewasdroogmachinestaatnietgoedrecht(zie “Installatie”).
Dewasdroogmachinestaattekraptussenmeubelsenmuur(zie “Installatie”).
•Debuisvandewatertoevoerisnietgoedaangeschroefd(zie “Installatie”).
Hetwasmiddelbakjeisverstopt(voorreinigingzie “Onderhoud en verzorging”).
•Deafvoerbuisisnietgoedaangesloten(zie “Installatie”).
•Doedewasdroogmachineuitenhaaldestekkeruithetstopcontact.Wacht
circa 1 minuut en doe hem daarna weer aan.
Als de storing voortzet, dient u de Servicedienst in te schakelen.
•Hetwasmiddelisnietbedoeldvoorwasautomaten(ermoet“voorwasdroog-
machine”, “handwas en machinewas”, of dergelijke op staan).
•Uheeftteveelwasmiddelgebruikt.
• Destekkerisnietinhetstopcontactofnietvergenoegingestokenomcontact
te maken.
• Erisgeenstroom.
• Dedeurisnietgoeddicht.
•Deuitgesteldestartisingesteld.
•De“DROOGKNOP”staatop“0”.
48
NL
Service
Voordat u de Servicedienst inschakelt:
•Controleereerstofuhetprobleemzelfkuntoplossen (zie “Storingen en oplossingen”).
•Starthetprogrammaopnieuwomtecontrolerenofdestoringisverholpen;
•AlsditniethetgevalismoetucontactopnemenmetdeerkendeTechnischeServicedienstviahettelefoonnummerdatop
het garantiebewijs staat.
! Wendt u nooit tot een niet erkende installateur.
Vermeld:
•hettypestoring;
•hetmodelvandemachine(Mod.);
•hetserienummer(S/N);
Deze informatie vindt u op het typeplaatje aan de achterkant van de wasdroogmachine en aan de voorzijde als u het deurtje
opendoet.
/